CKV Klas 3. Wat is CKV?

Transcriptie

1 CKV Klas 3 Wat is CKV? In klas 3 moeten alle leerlingen van het VMBO een kunstdossier aanleggen. Dit is een onderdeel van het examen. Alle leerlingen moeten in klas 3 vier culturele activiteiten bijwonen/volgen en daar verslag van doen. Deze 4 activiteiten worden in een digitale map verzameld die je op de S schijf kunt vinden in de map van je klas. Verderop in dit document vind je de handleiding voor het schrijven van je verslagen. Als je liever een kijkwijzer invult (een kant en klaar formulier om je activiteit op in te vullen) dan vind je die op de schoolsite bij CKV. Bijv. een filmkijkwijzer. Aan het eind van het schooljaar (voor het laatste rapport) neemt de mentor de mappen door en beoordeelt ze. Indien goed beoordeeld, dan is het kunstdossier als examen afgerond en wordt het afgetekend op je eindrapport. De Cultuurkaart Iedere middelbare schoolleerling heeft een cultuurkaart gekregen. De CKV-pas. Deze pas moet door de leerling worden geactiveerd door middel van een inlogcode en een gebruikersnaam. Dat wordt aan het begin van het schooljaar gedaan. Bewaar deze pas goed: hij is geld waard en is voor de volle tijd die je op de middelbare school doorbrengt. Met de pas zelf krijg je korting bij culturele instellingen, zoals de bioscoop. Daarnaast geeft de pas zelf korting op vele zaken. Dat kun je nalezen op de CJP site. Op deze pas staat voor klas 3 een VSB bedrag van 10,-, waarover de leerling zelf kan beschikken. Belangrijk is wel dat heel de klas zijn pas geactiveerd heeft, anders komt de 10,- niet vrij. Pas kwijt? Je kunt op de CKV site een nieuwe aanvragen. Doen!!

2 Waar moeten die activiteiten aan voldoen? Het moeten culturele activiteiten zijn, een bezoek aan een pretpark is géén CKV activiteit. Het legermuseum bijvoorbeeld wél. Dat kun je op diverse manieren invullen: je kunt iets gaan bezoeken, maar je kunt ook iets gaan doen. Bijvoorbeeld een workshop rap, of streetdance, een korte video maken over bijvoorbeeld een piercing en tattooshop. Op de site van CJP vind je allerlei dingen om te doen: of kijk voor activiteiten op de CKV startpagina:

3 Wat mag er dan dus wel? Bioscoop, Theater, Musical, opera, musea, beeldentuinen, enz. Of een zelfstandige activiteit, maar dan moet je wel goedkeuring voor je idee vragen bij de CKV coördinator. Hoe vaak mag je een film gaan bekijken? Je mag in het jaar 1 keer een film als CKV activiteit doen en die móet je in de bioscoop gaan bekijken, dat mag geen dvd-tje thuis op de bank zijn. De andere activiteiten moeten dus iets anders dan een film zijn, dus bijv. een museum, een beeldentuin of een CKV activiteit zoals die door CJP aangeboden wordt in bijv. Hal 4 in Rotterdam. Wat is een kunstdossier? Een kunstdossier is een digitale map waarin je de verslagen van de 4 activiteiten die je gedaan hebt verzameld hebt, je hebt ze ingevuld, van extra materiaal voorzien, zoals plaatjes, je toegangsbewijs en alles wat met de activiteit te maken heeft.

4 Je kunstdossier is voorzien van een titelpagina waar je naam en je klas op staan, en die eventueel gepimpt is (wat in Word natuurlijk uitstekend kan en wat jullie in klas 2 allemaal geleerd hebben!) zie voorbeeld. De 2 e pagina bestaat uit een lijst van de 4 activiteiten die je gedaan hebt, voorzien van datum en jaar. Een soort inhoudsopgave dus. Je kunt daarvoor bijgevoegd formulier gebruiken, kant en klaar. Voorbeeld van omslagvel kunstdossier

5 Handleiding voor je verslag van culturele activiteiten CKV Voorwaarden : - Per rapportperiode ben je verplicht een culturele activiteit te doen. - Je doet in totaal 4 CKV activiteiten, die een onderdeel zijn van je examen!! - Per rapportperiode kies je een ander soort activiteit - Je mag eenmaal een activiteit kiezen die je thuis kunt doen, zoals een boek, een CD of een film - Het verslag is alleen geldig met toegangskaartje en eventueel programma waarop je je naam zet. - Lengte van het verslag is minimaal 2xA4 ( inclusief plaatjes ) - Je maakt een voorpagina voor je dossier, waarop je naam, klas en schooljaar vermeld staan. - Uiterste inleverdatum voor je verslag overleg je met je mentor - Ben je zonder goede reden te laat met je verslag, dan wordt de verplichte lengte minimaal 3xA4. Je zet je verslagen in je CKV map op de S schijf. Op de S schijf staat een map voor jouw klas, waarin je een map voor jouzelf maakt die je CKV noemt. In die map sla je je 4 dossiers op, met in de filenaam duidelijk vermeld om wat voor activiteit het gaat. Dus bijv. verslag musical, of verslag muziek. Alle leerlingen die de Djembéworkshops hebben gevolgd in klas 2, mogen hiervan een verslag inleveren voor hun CKV dossier klas 3. Een verslag over de workshops, en hoe je dat vond (leg uit), plus een informatief stuk over het muziekinstrument de Djembé (materiaal, ontstaan, uit welk land komt het, gebruik vroeger en nu, enz), plus beeldmateriaal, is wat er in moet staan. Voor vragen kun je mailen met; mjansen01@lentiz.nl of vraag het je mentor. Algemeen : ( hiermee begin je elk verslag! ) - Naam en klas - Soort activiteit (dans, cabaret, film, muziek etc.) - Datum van de activiteit - Naam en plaats van de activiteit - Hoe ben je tot deze keuze gekomen ( reclame, docent, ckv krant, tv, etc.) en met wie ben je gegaan?

6 Muziek: - Om welke artiest / groep gaat het? - Hoe zou je hun stijl omschrijven? - Waar komen de musici vandaan? - Ken je hen al langer en hoe zou je hun bekendheid omschrijven? - Wat is de bezetting? ( instrumenten, versterkt of akoestisch? ) - Zijn de nummers erg verschillend ten opzichte van elkaar? - Speelt de tekst een rol, zo ja waar ging deze vooral over? - Omschrijf welke van de volgende muzikale elementen een belangrijke rol speelden in de muziek: Ritme, melodie, klank, meerstemmigheid, tempo en dynamiek. Leg uit. - Hoe was de presentatie? - Hoe waren decor, kleding en lichteffecten? - Welke sfeer ontstond in de zaal? - Wat vond je het beste nummer en waarom? - Beschrijf wat voor indruk de muziek op jou gemaakt heeft. Dans: - Om welke danser / dansgroep gaat het? - Hoe zou je de stijl omschrijven van de dans? - Waar komen de dansers vandaan? - Wie is de choreograaf? ( de bedenker vd passen ) - Hoe lang dansen zij al en hoe bekend zijn zij? - Beeldt de dans een verhaal uit? Zo ja welk? Zo nee wat dan wel? - Beschrijf kleding en schoeisel (!) - Beschrijf de soort bewegingen van het lichaam. - Op wat voor soort muziek werd gedanst? - Wat kun je vertellen over kleding, decor, licht en andere visuele middelen?-is er en verscheidenheid aan dans binnen dit stuk? Zo ja, leg uit. - Wat kun je vertellen over de sfeer in de zaal? - Welk stukje vond je het mooist en waarom? - Wat voor indruk heeft de voorstelling op jou gemaakt?

7 Musical: - Wie is de producent? - Welke hoofdrolspelers doen mee? - Hebben deze spelers eerder in een musical gespeeld? - Wat is in grote lijnen het verhaal van deze musical en waar speelt het zich af? - Beschrijf het decor en de wisselingen, licht en de speciale effecten. - Beschrijf het licht en de speciale effecten. - Beschrijf de dansen qua stijl en bewegingen. - Beschrijf de muziek qua stijl en bezetting. - Wat vond je van het toneelspel en had je voorkeur voor een van de spelers? Zo ja, waarom? - Wat vond je van de zang en had je een voorkeur? Leg uit. - Vond je dat toneel, dans en muziek een geheel waren? leg uit. - Beschrijf welk stukje je het meest geraakt heeft en waarom. - Zou je andere mensen aanraden naar deze musical te gaan? Waarom wel / niet? Cabaret: - Wie was de groep of de cabaretier? - Waar kende je hem / haar al van? - Wat weet je van zijn / haar voorgeschiedenis? - Wat waren de thema s van de voorstelling en hoe werd dat duidelijk? - Wat voor muziek werd gebruikt? ( bezetting, stijl? ) - Beschrijf kleding, decor, licht en speciale effecten - Wat voor soort humor werd gebruikt? ( satirisch, grof, dubbelzinnig etc ) - Wat kun je vertellen over de sfeer in de zaal? - Wat vond jij van de thema s en de grappen? - Welk stuk van de voorstelling raakte je het meest en waarom? - Zou je andere mensen aanraden naar deze voorstelling te gaan? Waarom wel / niet?

8 Film: - Wie is de regisseur? - Wie zijn de hoofdrolspelers? - Heb je ze eerder zien en spelen, zoja in welke film(s)? - Wat is het thema? - Vertel het verhaal in het kort ( waar, wat, wanneer, hoe ) - Wat is het genre van de film? ( fantasie, romantisch, thriller etc. ) en waarom denk je dat? - Wat kun je over de personages vertellen? - Welke rol speelt de muziek in de film? - Welke rol spelen decor en kostuums? - Welke rol speelt kleur en licht/donker? - Beschrijf door welke gebeurtenissen of personages je verrast werd. - Welke situatie of persoon heeft je ontroerd en waarom? - Is er een open of gesloten einde? Toneel: - Geef de titel, schrijver, regisseur en hoofdrolspelers - Waarom ben je juist naar deze voorstelling gegaan? - Is er sprake van een thema of meer van een verhaal en waarom? - Vertel het verhaal in het kort ( waar, wat, wanneer, hoe ) - Beschrijf het decor en de wisselingen. Is het abstract of realistisch? - Geef in het kort een karakterschets van de hoofdrolspelers. Wat vond je van hun rol? - Welke speler maakt de meeste indruk op je en waarom? - Zijn er nog speciale effecten gebruikt bijv. door kleding, muziek of licht? - Welke scènes zijn je het meest bijgebleven en waarom? - Welk stuk van de voorstelling raakte je het meest en waarom? - Wat vond je persoonlijk van het stuk?

9 Architectuur - Om welk gebouw gaat het? (adres, functie van het gebouw) - Wie is de architect en de opdrachtgever en in welk jaar is het gebouwd? - Tot welke stijl/stroming wordt het gebouw gerekend? (zoek op Internet) - Wat maakt het voor jou tot een bijzonder gebouw? ( ligging, vorm, materiaal, associatie..) - Geef een beschrijving van het gebouw: afmetingen, hoogte en breedte, de plattegrondvorm, vormgeving van de ruiten en vensters, en het dak, de kleur(en). Je mag een illustratie toevoegen maar dit mag niet dienen als vervanging van de beschrijving. - Welke materialen vallen op? - Vind je het gebouw passen in zijn omgeving?leg uit. - Welke delen van het gebouw trekken vooral de aandacht? - Vind je dat het uiterlijk van het gebouw je een idee geeft van de functie die het gebouw heeft? - Welke associaties roept het gebouw bij je op: macht, sierlijk, eenvoudig, gesloten, toegankelijk, klassiek, modern, etc.? Kies uit deze begrippen of bedenk ze zelf. - Wat kun je zeggen over het interieur van het gebouw qua kleur, materiaalgebruik en licht? Wat Is het verband met de buitenkant? - Is je indruk van het gebouw veranderd, nu je het van binnen en buiten bestudeerd hebt? Wereldliteratuur Het gaat hier om literatuur uit andere delen van de wereld waardoor je kennis maakt met de cultuur van een gebied; Vraag je CKV-docent VOORAF of het door jou gekozen boek voldoet. - Welk boek heb je gelezen? (titel, auteur) - In welke taal is het boek oorspronkelijk verschenen en wat is de naam van de vertaler? - Vertel iets over de schrijver en de thematiek van zijn boeken. Zoek zonodig op Internet of in de bibliotheek. - Vertel in het kort ( max. 150 woorden ) wat er gebeurt in het verhaal: beschrijving van de hoofdpersonen, de tijd waarin ze leven, omgeving, belangrijkste gebeurtenissen die plaatsvinden en de afloop hiervan. - In welk opzicht is het boek anders dan de boeken die je tot nu toe gelezen hebt, voor wat betreft de personages, gebeurtenissen, of de stijl van schrijven? Kortom, wat heb je geleerd over de cultuur van het gebied waar de schrijver deel van uit maakt. - Wat heeft je het meest geraakt in het boek en waarom?

10 Beeldende kunst - Wat is het? - Tweedimensionaal: TEKENING SCHILDERIJ GRAFIEK ( litho, ets) FOTO COLLAGE Driedimensionaal: GEBOUW ( zie architectuur ) BEELD ( geboetseerd, gehakt, geconstrueerd, geassembleerd, textielobject) Tussenvorm: RELIEF WANDKLEED - Wie heeft het gemaakt? Kende je die naam al? - Ken je nog meer werk van deze kunstenaar? - Waarom koos je juist dit kunstwerk? - Wat is er te zien? beschrijf het zorgvuldig. Is het alleen een afbeelding of zit er een idee, mening achter? - Wat heeft de maker gebruikt om zijn doel te bereiken? (licht, kleur, ruimte, vorm, textuur, punt, lijn, vlak, compositie ) En hoe!? - Maak een schematische schets van het werk en geef daarop aan wat je de Meest opvallende kenmerken vindt. - Wat vind je ervan? (Probeer je mening te baseren op bovenstaande antwoorden). - Doet het je wat? Ontroert het, maakt het je kwaad? Probeer niet alleen verstandsmatig maar ook gevoelsmatig je mening te geven.