Emissie inventaris van Martinus Groep 2012 volgens ISO

Transcriptie

1 Martinus Groep 2012 volgens Martinus Groep April 2013 Definitief

2 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 AFBAKENING ORGANISATIEGRENZEN OPERATIONELE GRENZEN 5 3 RESULTATEN CO 2 EMISSIES SCOPE 1 EN 2 IN ONZEKERHEID IN DE RESULTATEN 11 4 CONCLUSIE CONCLUSIES AANBEVELINGEN NAUWKEURIGERE VOETAFDRUK 12 5 COLOFON 13 BIJLAGEN Bijlage 1 Berekeningen van de scope 1 en 2 Deze inventarisatie is opgesteld overeenkomstig de eisen uit ;2006, paragraaf 7: 7.3 GHG Beschrijving Hoofdstuk / Overig report paragraaf content onderhavig rapport A Reporting organization 1 B Person responsible Dhr. R.J.W. Martinus C Reporting period t/m D Organizational boundaries E Direct GHG emissions F Combustion of biomass n.v.t G GHG removals n.v.t H Exclusion of sources or sinks n.v.t I Indirect GHG emissions J Base year K Changes or recalculatons n.v.t L Methodologies Bijlage M Changes to methodologies n.v.t N Emission or removal factors used O Uncertainties 3 P Statement in accordance with ISO Tabel 1.1 "Eisen uit ;2006, paragraaf 7" Pagina 2 van 15

3 1 INLEIDING De Martinus Groep is een holding met vier werkmaatschappijen op het gebied van civiele techniek, bestaande uit een ingenieursbureau, een aannemersbedrijf en een integraal beheerder openbare ruimte. Voor de vier bedrijven werken in totaal circa 100 medewerkers. Door expertise en maatschappelijk verantwoord ondernemen schuift de Martinus Groep op in de waardeketen door verantwoordelijkheid te nemen bij het instandhouden van een duurzame leefbare buitenruimte. Martinus Groep is zich bewust van haar klimaatimpact en heeft de behoefte om inzicht te hebben in de eigen CO 2 voetafdruk. In 2012 is daarom gestart met het systematisch en structureel in kaart brengen van de CO 2 emissies van de eigen bedrijfsvoering. Begin 2013 is de Martinus Groep gecertificeerd voor het CO 2 bewust zijn certificaat met als basisjaar Het jaarlijks in kaart brengen van de CO 2 emissies biedt Martinus Groep de kans om de uitstoot te monitoren en te sturen op maatregelen om de CO 2 emissies te reduceren en de bedrijfsvoering te verduurzamen. In dit rapport wordt de CO 2 voetafdruk van de Martinus Groep over het gehele jaar 2012 (1 januari 2012 t/m 31 december 2012) besproken. De CO 2 voetafdruk geeft een inventarisatie van de totale hoeveelheid uitgestoten broeikasgassen 1. Daarnaast geeft ze inzicht in de herkomst van deze emissies, door een onderverdeling te maken naar de verschillende bedrijfsonderdelen van de Martinus Groep en naar directe en indirecte broeikasgasemissies. Aan de hand van de resultaten uit dit rapport kan de Martinus Groep haar klimaat- en energiebeleid op gerichte wijze monitoren en sturen. De CO 2 is in 2009 ontwikkeld door ProRail met als doel bedrijven te stimuleren tot CO 2 bewust handelen en dit te kunnen belonen in aanbestedingen. Inmiddels is de CO 2 verzelfstandigd en in eigendom bij de onafhankelijke Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO). Ook andere (publieke en commerciële) organisaties maken gebruik van de CO 2 bij aanbestedingen. De kent 4 invalshoeken: A Inzicht (het opstellen van een CO 2 voetafdruk, conform de mondiale ISO normen) B CO 2 reductie (de ambitie van het bedrijf de uitstoot te verminderen) C Transparantie (de wijze waarop een bedrijf daarover intern en extern communiceert) D Deelname aan initiatieven (in sector of keten) om CO 2 te reduceren. Elke invalshoek is onderverdeeld in 5 niveaus: hoe hoger het niveau per invalshoek, hoe meer punten het bedrijf kan vergaren. Een certificeerde instantie zal de activiteiten beoordelen om het niveau van het CO 2 bewust certificaat te bepalen. Hiervoor moeten stappen zijn gezet op alle onderdelen A t/m D van de ladder. De in dit rapport opgeschreven emissie inventaris is een verantwoording van onderdeel 3.A.1 uit de CO 2, te weten het bedrijf beschikt over een uitgewerkte emissie inventaris voor haar scope 1 en 2 CO 2 emissies conform. In dit rapport wordt de CO 2 voetafdruk gerapporteerd volgens van deze norm. In de inhoudsopgave is een verwijzingstabel opgenomen, die aangeeft in welke hoofdstukken van dit rapport de te rapporteren aspecten van de norm staan. 1 Het gaat hier om de 6 geïdentificeerde Kyotogassen:, CH4, N2O, HFCs, PFCs en SF6 Pagina 3 van 15

4 2 AFBAKENING Dit rapport is gebaseerd op de methodiek van de CO 2 (versie 2.1). De borduurt voort op het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) 2, dat een internationaal erkende stapsgewijze aanpak beschrijft om een CO 2 voetafdruk te berekenen. 2.1 ORGANISATIEGRENZEN Bij het bepalen van de organisatiegrenzen zijn alle activiteiten waarover de Martinus Groep de regie voert, meegenomen in de CO 2 inventarisatie 3. Hierbij is gebruik gemaakt van de operational control methode conform het Greenhouse Gas Protocol. Martinus Groep is een holding met vier werkmaatschappijen, die op basis van de operational control methode allen zijn meegenomen in de CO 2 voetafdruk. Het gaat om de volgende werkmaatschappijen: Lindeloof Services BV (KvK nummer ) Lindeloof GWW BV (KvK nummer ) VIBOR BV (KvK nummer ) Rond Ruimte BV (KvK nummer ) Om de CO 2 uitstoot van het bedrijf te bepalen is de organisatie onderverdeeld in bedrijfsonderdelen. De bedrijfsonderdelen zijn opgedeeld in sub-bedrijfsonderdelen en eventuele in sub-sub-bedrijfsonderdelen, zie tabel 2.1. Bedrijfsonderdeel Sub-bedrijfsonderdeel Sub-sub-bedrijfsonderdeel Kantoren Hoofdkantoor (incl. loods) Verwarming (aardgas) Elektriciteitsverbruik Koelvloeistoffen Lassen Projectlocaties Mobiliteit Tabel 2.1 "Indeling Martinus Groep" Kantoor VIBOR (incl. loods) Rode diesel tank Vibor Verwarming (propaan) Rijdend materieel Aggregaten + klein materieel Zakelijke kilomaters privé voertuigen Voertuigen in eigendom Verwarming (aardgas) Elektriciteitsverbruik 2 Informatie over het Greenhouse Gas Protocol is te vinden op 3 Greenhouse Gas Protocol Hoofdstuk 3 Setting Organizational Boundaries Pagina 4 van 15

5 2.2 OPERATIONELE GRENZEN De internationale normen schrijven voor dat naast CO 2 nog vijf broeikasgassen worden meegerekend in het bepalen van een CO 2 voetafdruk, te weten, CH 4, N 2 O, HFCs, PFCs en SF 6. Vervolgens kan de CO 2 voetafdruk (uitgedrukt in CO 2 equivalenten) aan de hand van specifieke conversiefactoren worden bepaald. Deze conversiefactoren verschillen sterk per broeikasgas. HFCs, die vrijkomen bij lekkage van koelvloeistoffen in koel-/vriesapparatuur en airconditioning, hebben een broeikasgaseffect dat honderden malen hoger kan liggen dan dat van CO 2. Conform het GHG Protocol wordt onderscheid gemaakt tussen drie bronnen van emissie (scopes) in twee categorieën: directe emissies (scope 1) en indirecte emissies (scope 2 en 3). SCOPE 3 Woonwerk -verkeer SCOPE 2 Afval Dienstreizen OV SCOPE 1 Papiergebruik Brandstofverbruik Koelvloeistoffen Zakelijke kilometers met privé auto Eigen en leasewagen park Ingekochte elektriciteit Elektriciteitsgebruik door klanten Zakelijke vliegtuigkilometers Leverancier / uitbestede emissies Overige gebruiksgoederen SKAO rekent zakelijke kilometers met privé auto en zakelijke vliegtuigkilometers tot scope 2 Figuur 1.1 "Scope overzicht" Scope 1 De CO 2 uitstoot in scope 1 betreft alleen de directe broeikasgasemissie van het bedrijf zelf, dus veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen (diesel, aardgas, benzine) en overige directe emissie van broeikasgassen (bijvoorbeeld de lekkage van koelvloeistoffen ter plaatse) als gevolg van de activiteiten die het bedrijf zelf uitoefent. Pagina 5 van 15

6 Scope 2 Daarnaast wordt in een CO 2 voetafdruk ook indirecte CO 2 uitstoot ten gevolge van het elektriciteitsgebruik meegenomen. Bij het gebruik van elektriciteit op het bedrijf komt weliswaar geen CO 2 emissie vrij (met andere woorden in een elektrisch apparaat vindt geen verbrandingsproces plaats), maar bij de productie van elektriciteit in de elektriciteitscentrale wel. Door het inkopen van elektriciteit stoot het bedrijf op indirecte wijze CO 2 uit. Ook de inkoop van rest- of stadswarmte wordt om deze reden tot scope 2 gerekend. In de CO 2 worden zakelijke kilometers met privé auto (personale cars for business travel) en zakelijke vliegtuigkilometers (business air travel) tevens tot scope 2 gerekend, in tegenstelling tot het GHG Protocol, die deze onderdelen aan scope 3 toeschrijft. Scope 3 Tenslotte komen bij een organisatie indirecte CO 2 emissie vrij door activiteiten waar men geen invloed op kan uitoefenen; bijvoorbeeld emissies die vrijkomen bij de afvalverwerking door een externe partij, door productie van materialen die de organisatie inkoopt, of door woon werkverkeer van medewerkers (OV of eigen auto). Deze indirecte emissies worden scope 3 emissies genoemd. Voor eis 3.A.1 van de CO 2 is het verplicht scope 1 en scope 2 te rapporteren. Emissies die in scope 3 vallen komen om deze reden niet terug in deze voetafdruk. Voor de Martinus Groep zijn de scopes als volgt ingevuld: Scope 1 Voertuigen in eigendom: brandstofverbruik eigen wagenpark Brandstofverbruik: Koelvloeistoffen Scope 2 Elektriciteitsverbruik Zakelijke kilometers met privé voertuigen Zakelijke vliegtuigkilometers (n.v.t. in 2012) Tabel 2.2 Scope indeling Martinus Groep Voor verwarming van de kantoren, loodsen en keten (projectlocatie) Rode diesel t.b.v. rijdend materieel Brandstof t.b.v. aggregaten + klein materieel Lekkage airco-unit hoofdkantoor Ingekochte elektra voor kantoren, loodsen en projectlocaties Kilometerstaten van de bestuurders Verwijderingsfactoren Martinus Groep wekt zelf geen duurzame energie op. Ook verbranding van biomassa vond binnen scope 1 en scope 2 niet plaats in Verwijderingsfactoren (removal factors) die de hoeveelheid voorkomen CO 2 emissie per energie-eenheid door eigen duurzame energieproductie weergeven zijn derhalve niet van toepassing. Pagina 6 van 15

7 3 RESULTATEN 3.1 CO 2 EMISSIES SCOPE 1 EN 2 IN 2012 Martinus Groep heeft in 2012 in scope 1 en 2 891,89 ton CO 2 uitgestoten Deze emissie komt overeen met het energiegebruik van 4,25 miljoen autokilometers 4. Per FTE werd er in 2012 in totaal 8,92 ton CO 2 uitgestoten. Het overgrote deel van de emissies is het gevolg van directe emissie: Scope 1: 837,57 ton (93 %) Scope 2: 54,32 ton (7 %) Het totaalbeeld van de emissies per bedrijfsonderdeel is in tabel 3.1 weergegeven. Bedrijfsonderdeel Subbedrijfsonderdeel Kantoor / Hoofdkantoor (incl. werkplaats loods) Sub-sub Emissiebron CO 2 uitstoot Verschil bedrijfsonderdeel in ton [2012] t.o.v Elektriciteitsverbruik Elektriciteit 22,59-14,33 Verwarming Aardgas 22,73 +1,07 Acetyleen Acetyleen 0,00-0,10 Koelvloeistoffen R410a 0,00-4,20 Elektriciteitsverbruik Elektriciteit 12,69-16,73 Verwarming Aardgas 7,87-1,13 Elektriciteitsverbruik Elektriciteit 3,50-2,10 Verwarming Aardgas 6,24 +0,14 Kantoor RR (incl. loods) Kantoor VIBOR (incl. loods) Subtotaal 75,62-37,38 Mobiliteit Eigen wagenpark Benzine 76,24 +5,04 Diesel 248,18-75,32 Zakelijke kilometers met privé auto s Benzine 4,45 +4,45 Diesel 11,10 +11,10 Autobrandstof 0,00-17,40 Subtotaal 339,97-72,13 Projectlocaties Verwarming Propaan 3,20 +0,80 Rijdend materieel Rode Diesel 324,56 +27,96 VIBOR Tank Rode Diesel 146,92-25,38 Aggregaten + klein Benzine 1,35-0,25 materieel Diesel 0,28 +0,08 Subtotaal 476,31 +3,21 Totaal 891,89-106,31 Tabel 3.1 "CO 2 emissies (in ton) van Martinus Groep Een gemiddelde autokilometer veroorzaakt 210 gram uitstoot ( 2.0) Pagina 7 van 15

8 Figuur 3.1 t/m 3.5 geven een grafische weergave van de uitsplitsingen van de CO 2 emissies per bedrijfsonderdeel en emissiebron. % verdeling emissies per bedrijfsonderdeel Kantoren Mobiliteit Projectlocaties Figuur 3.1 "CO 2 emissie naar bedrijfsonderdeel Onderverdeling CO 2 uitstoot bedrijfsonderdelen Uit figuur 3.1 blijkt dat de helft (54%) van de CO 2 emissie van de Martinus Groep wordt veroorzaakt door de activiteiten op de projectlocaties. In vergelijking tot het basisjaar 2011 is dit een toename van 6%. Deze toename is veroorzaakt door extra verbruik van propaanflessen t.b.v. verwarming keten i.v.m. koude winter. Tevens de toename van verbruik van rode dieselolie op de projectlocatie heeft hier grote invloed op. Dit komt omdat er meer materieel van onderaannemers gebruik maken van onze brandstof. De CO 2 emissie als gevolg van mobiliteit (zowel het eigen wagenpark als de zakelijke kilometers met privé voertuigen) veroorzaakt een totale emissie van 38%. In vergelijking tot het basisjaar 2011 is dit een afname van 3%. Afgezien van het vernieuwen van onze wagenpark zijn er ook minder kilometers gereden. De CO 2 emissies als gevolg van energiegebruik door de kantoren en loodsen veroorzaakt een totale emissie van 8%. In vergelijk tot het basisjaar 2011 is dit aan afname van 3%. De afname wordt veroorzaakt door een verkeerde inschatting in het basisjaar. Er wordt reeds gebruik gemaakt van groene stroom echter in het basisjaar is gerekend met grijze stroom. De afname is 2% toe te rekenen aan het verschil grijze stroom en de overige 1% door minder elektriciteitsverbruik. De energie t.b.v. verwarming van de panden is nagenoeg gelijk met het basisjaar. % verdeling emissies projectlocaties Onderverdeling CO 2 uitstoot projectlocaties Van de totale emissie op de projectlocatie (zie figuur 3.2) is 68% afkomstig van de verbranding van rode diesel door rijdend materieel. Dit is een toename van 5% ten opzichten van het basisjaar Dit is voornamelijk veroorzaakt door meer brandstofverbruik onderaannemers. 0,51 0,67 0,38 0,34 Rijdend materieel Tank Vibor Verwarming Klein materieel Figuur 3.2 "CO 2 emissie projectlocaties De dieseltank op het terrein van VIBOR wordt voornamelijk gebruikt door projectmaterieel van VIBOR zelf. De totale emissie van de tank VIBOR is 31%. Dit is een afname van 5% ten opzichten van het basisjaar De afname wordt gerealiseerd door gecontroleerd gebruik van de dieseltank d.m.v. persoonlijke sleutels. Tevens zijn er vanaf de bouwvak minder veegmachines ingezet. Pagina 8 van 15

9 De verbranding van propaan ten behoeve van de verwarming veroorzaakt 1% van de CO 2 uitstoot. Er is een lichte stijging ten opzichten van het basisjaar De verbranding van brandstoffen ten behoeve voor klein materieel veroorzaakt >1% van de CO 2 uitstoot. Deze is gelijk aan het basisjaar % verdeling emissies mobiliteit Onderverdeling CO 2 uitstoot mobiliteit In figuur 3.3 zijn de emissies van het bedrijfsonderdeel mobiliteit uitgesplitst. Voertuigen met brandstofpas zorgen voor 95% van de emissies van het onderdeel mobiliteit. De overige 5% van de CO 2 uitstoot door dit onderdeel wordt veroorzaakt door zakelijke kilometers met privé voertuigen. Voertuigen met brandstofpas Zakelijke autokilometers Figuur 3.3 "CO 2 emissie mobiliteit % verdeling emissies kantoren , Elektriciteitsverbruik hoofdkantoor Elektriciteitsverbruik VIBOR Elektriciteitsverbruik Rond Ruimte Verwarming hoofdkantoor Verwarming VIBOR Verwarming Rond Ruimte Acetyleen Koelvloeistoffen Figuur 3.4 "CO 2 emissie per kantoor / loods Onderverdeling CO 2 uitstoot kantoor en loods Slechts 8 % van de emissies wordt veroorzaakt door de kantoren en bijbehorende loodsen. Omdat de totale emissie ten opzichten van het basisjaar 2011 met 37 ton is gezakt veranderd de verhouding van de emissies. Het elektriciteitsverbruik is buiten de foutieve aanname in het basisjaar gezakt. De totale emissie elektriciteitsverbruik is 52 %. Een afname van 12% ten opzichten van het basisjaar De verbranding van aardgas vertegenwoordigd nu een totale emissie van 48 %. Een stijging ten opzichten van het basisjaar 2011 omdat er geen reductie heeft plaatsgevonden. Van de airco zijn er geen gegevens beschikbaar. In 2012 is er geen onderhoud geweest aan de airco units. Pagina 9 van 15

10 % verdeling emissies per emissiebron ,4 82 3,7 4,1 0,1 1,7 7, ,5 7,2 4,4 0,2 0 0,4 0 Aardgas Acetyleen Autobrandstof Benzine Diesel Elektriciteit Propaan R410A Figuur 3.5 "CO 2 emissie per emissiebron Onderverdeling CO 2 uitstoot emissiebronnen Figuur 3.5 geeft inzicht in de verdeling van de CO 2 emissies over de verschillende emissiebronnen. Diesel is de dominante emissiebron bij de Martinus Groep; 82% van alle emissies is het gevolg van de verbranding van diesel. De verbranding van benzine veroorzaakt een emissie van 9,5%. De autobrandstoffen zijn in 2012 per type brandstof in kaart gebracht waardoor de totale emissie hiervan op 0% staat. Elektriciteit wordt gebruikt op de kantoren, in de loodsen en de werkplaats en is verantwoordelijk voor 4,4%. Verbranding van aardgas t.b.v. verwarming van kantoren en loods zorgt voor 4 % van de CO 2 emissies van de Martinus Groep. De overige emissies zijn dusdanig beperkt, dat zij niet tot uiting komen in deze voetafdruk. Pagina 10 van 15

11 3.2 ONZEKERHEID IN DE RESULTATEN De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid wordt op basis van expert op basis van expert judgement geschat op minder dan 3% als gevolg van: De opgegeven hoeveelheid brandstof betreft de ingekochte hoeveelheid in 2012 zonder voorraadcorrectie. Dit geldt voor de brandstof in de IBC s, Tank VIBOR en eigen voertuigen. De onzekerheid die hieruit volgt voor het daadwerkelijke verbruik wordt geschat op maximaal 5%. Op de totale voetafdruk leidt dit tot een onzekerheidsmarge van circa 3%. 4 CONCLUSIE In dit hoofdstuk worden de resultaten van de CO 2 emissie inventarisatie van het bedrijf besproken. Tevens worden in dit hoofdstuk aangrijppunten voor een nauwkeurigere voetafdruk. 4.1 CONCLUSIES CO 2 emissie scope 1 en 2 De totale scope 1 en 2 CO 2 uitstoot van de Martinus Groep bedroeg in het basisjaar ,20 ton. In 2012 is er een totale CO 2 emissie van 891,89 ton. Dit een daling van 10,65 % ten opzichten van het basisjaar ,57 ton is gevolg van directe emissie (scope 1) en 54,32 ton het gevolg van indirecte emissie door ingekochte elektriciteit (scope 2). Per FTE wordt er door eigen medewerkers 8,4 ton CO 2 uitgestoten. De emissies zijn vooral het gevolg van mobiliteit van het eigen wagenpark en activiteiten op de projectlocaties; hier wordt respectievelijk 38% en 54% van de emissies veroorzaakt. De bijdrage van de kantoren en loodsen aan de totale CO 2 uitstoot is met 8% relatief beperkt. Diesel is de dominante emissiebron bij de Martinus Groep; 82% van alle emissies is het gevolg van de verbranding van diesel (door materieel, aggregaten en het eigen wagenpark). Elektriciteit wordt gebruikt op de kantoren, in de loodsen en is verantwoordelijk voor 4% van de emissies. 10% van de emissies wordt veroorzaakt door de verbranding van benzine, hoofzakelijk door het eigen wagenpark. Verbranding van aardgas vindt plaats op de kantoren (incl. loodsen) en zorgt voor 4% van de CO 2 emissies van de Martinus Groep. De emissies van de overige emissiebronnen zijn dusdanig beperkt, dat zij niet tot uiting komen in deze voetafdruk. Onzekerheid in resultaten De gepresenteerde resultaten moeten geïnterpreteerd worden met een bepaalde onzekerheidsmarge. De onzekerheid in de voetafdruk van de scope 1 en 2 emissie wordt geschat op minder dan 3%. Pagina 11 van 15

12 4.2 AANBEVELINGEN NAUWKEURIGERE VOETAFDRUK Om in de komende jaren een nauwkeurigere voetafdruk te kunnen berekenen worden een aantal aanbevelingen gedaan: Het maken van een onderverdeling van het brandstofverbruik uit de dieseltank van VIBOR (voor verschillende doeleinden / type materieel, zodat de ontwikkelingen in verbruik gemonitord en er op verbruik gestuurd kan worden. Invoeren van kilometerregistratie bij aftanken eigen voertuigen zodat er beter gemonitord kan worden verbruik brandstof Pagina 12 van 15

13 5 COLOFON Opdrachtgever : Martinus Groep Project : Emissie inventaris van Omvang rapport : 13 pagina s Auteur : R.J.W. Martinus Interne controle : A.R.J. Martinus Datum : April 2013 Pagina 13 van 15

14 BIJLAGE 1 Berekeningen van de scope 1 en 2 emissies De emissie van de verschillende sub-bedrijfsonderdelen van dit bedrijf is bepaald met behulp van het Excel-formulier CO 2 Bewust omrekentabel. Dit Excel-formulier wordt er gerekend met de energie gebruiksgegevens en de data waarin dit heeft plaatsgevonden. In veel gevallen zijn gegevens over het energiegebruik bekend. Deze energie gebruiksgegevens kunnen in het Excelformulier worden ingevoerd, waarna automatisch met de juiste conversiefactoren de CO 2 emissies worden berekend. Hierbij wordt de volgende formule gehanteerd. CO 2 uitstoot = (energiegebruik) x (conversiefactor). Voor de inventarisatie van de CO 2 uitstoot van de Martinus Groep over het jaar 2012 zijn de conversiefactoren uit de CO gehanteerd. Omdat het gaat om zeer specifieke conversiefactoren op nationaal niveau zijn de gehanteerde conversiefactoren zeer geschikt voor het omrekenen van broeikasgas activiteiten data naar de daarvoor veroorzaakte CO 2 emissie. Alle gebruikte conversiefactoren zijn opgenomen in de hierna weergegeven tabellen, kolom conversiefactor. Voor acetyleen (gebruik voor autogeen lassen) is met behulp van de molverdeling en het molgewicht van acetyleen het aantal kg CO 2 per liter vloeibaar acetyleen bepaald (564 gram per liter vloeibaar acetyleen). In een aantal gevallen zijn energie gebruiksgegevens niet bekend. In dat geval kan het niveau van de (sub) bedrijfsonderdeel gerelateerde activiteiten worden gebruikt (bijv. aantal gereden autokilometers). Dit niveau is gebaseerd op de volgende formule: CO 2 uitstoot = (activiteit van het bedrijfsonderdeel) x (energie-indicator) x (conversiefactor). In de hierna weergegeven tabellen staat voor ieder (sub)bedrijfsonderdeel vermeld welke indicatoren zijn gebruikt, welke conversiefactoren zijn gebruikt en welke aannames zijn gedaan. Alle data is door middel van berekeningen (calculaties) tot stand gekomen, er zijn geen metingen uitgevoerd om de uitstoot van broeikasgassen te bepalen. Pagina 14 van 15

15 Pagina 15 van 15 SCOPE 1 Bedrijfsonderdeel Kantoor / werkplaats Mobiliteit Subsubbedrijfs- Eenheid onderdeel Emissiebron Indicator Kental indicator indicator Bron indicator Aantal Bron aantal Energie gebruik Eenheid Bron energiegebruik Conversie factor Eenheid Hoofdkantoor (incl. loods) Verwarming Aardgas Bedrijfs onderdeel m 3 /bedrijfs 1 onderdeel n.v.t. 1 n.v.t m 3 Factuur Eneco 1,825 kg /m 3 Logboek Van Buuren Koelvloeistoffen R410a Logboek kg 1 kg/per aircounit Logboek kg R410a koudetechniek 2090,000 kg /kg R410a Acetyleen Acetyleen Vibor (incl. loods) Verwarming Aardgas Rond Ruimte Verwarming Aardgas Eigen wagenpark Auto's Goederenvervoer BP CLEANER DIESEL Flessen Acetyleen Aantal flessen n.v.t. 0 Factuur Lindegas 0 st. Factuur Lindegas 0,564 l /m 3 Bedrijfs m 3 /bedrijfs onderdeel 1 onderdeel n.v.t. 1 n.v.t m 3 Factuur Eneco 1,825 kg /m 3 Bedrijfs m 3 /bedrijfs onderdeel 1 onderdeel n.v.t. 1 n.v.t m 3 Factuur Eneco 1,825 kg /m 3 Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t ,30 L Factuur BP 3,135 l /m 3 ULTIMATE DIESEL Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t ,43 L Factuur BP 3,135 l /m 3 BP Ultimate 98 Ongelood Projectlocaties Verwarming Propaan SCOPE 2 Bedrijfsonderdeel Kantoor / werkplaats Mobiliteit Subbedrijfsonderdeel Subbedrijfsonderdeel Hoofdkantoor (incl. loods) Vibor (incl. loods) Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 552,05 L Factuur BP 2,780 l /m 3 EURO ONGELOOD 95-5 Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t ,76 L Factuur BP 2,780 l /m 3 BP CLEANER DIESEL Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 7989,34 L KG propaan Factuur Voorne flesssen 1,96 kg/liter propaan n.v.t Gas L Factuur BP + van der Ban 3,135 l /m 3 Factuur Voorne Gas 1,530 l /m 3 Tank Vibor Rode Diesel Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t L Factuur DC Berkel 3,135 l /m3 Factuur SAKKO, DC Berkel, Rijdend materieel Rode Diesel Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t L Hoefnagel 3,135 l /m3 EURO ONGELOOD 95 - Klein materieel 5 Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 484,88 L Factuur BP 2,780 l /m3 BP CLEANER DIESEL Liters n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 89,64 L Factuur BP 3,135 l /m3 Subsubbedrijfs- Eenheid onderdeel Emissiebron Indicator Kental indicator indicator Bron indicator Aantal Bron aantal Energie gebruik Eenheid Elektriciteitverbruik Elektriciteitverbruik Elektriciteitverbruik Elektriciteit Elektriciteit Rond Ruimte Elektriciteit Zakelijke kilometers met privé auto Diesel Auto kilometer 205 Bron energiegebruik Conversie factor Eenheid Bedrijfs kwh/bedrijfs onderdeel 1 onderdeel n.v.t. 1 n.v.t kwh Factuur Eneco 0,300 kg /kwh Bedrijfs kwh/bedrijfs onderdeel 1 onderdeel n.v.t. 1 n.v.t kwh Factuur Eneco 0,300 kg /kwh Bedrijfs kwh/bedrijfs onderdeel 1 onderdeel n.v.t. 1 n.v.t kwh Factuur Eneco 0,300 kg /kwh gram / autokilometer gram / Benzine Auto kilometer 215 autokilometer versie versie Kilometer declaratie 11096,65 kg n.v.t. n.v.t. n.v.t. Kilometer declaratie 4450,715 kg n.v.t. n.v.t. n.v.t. Bron uitstoot in ton versie ,73 versie 2.1 0,00 versie 2.1 0,00 versie 2.1 6,24 versie 2.1 7,87 versie ,82 versie ,31 versie 2.1 1,53 versie ,71 versie ,05 versie 2.1 3,20 versie ,92 versie ,56 versie 2.1 1,35 versie 2.1 0,28 SUB SCOPE 1 837,57 Bron uitstoot in ton versie ,59 versie 2.1 3,50 versie ,69 versie ,10 versie 2.1 4,45 SUB SCOPE 2 54,32 TOTALE UITSTOOT 891,89 Emissie inventaris van