Nr. 27 van de agenda 2003 van Provinciale Staten van Overijssel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nr. 27 van de agenda 2003 van Provinciale Staten van Overijssel"

Transcriptie

1 Nr. 27 van de agenda 2003 van Provinciale Staten van Overijssel Aan Provinciale Staten Onderwerp datum: 15 april 2003 Verordening Rechtspositie Statenleden, Gedeputeerden en ons kenmerk: MI/2003/181 Commissieleden 2003 Bijlagen: I. Ontwerpbesluit nr I (bijgevoegd) II. Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2003 (bijgevoegd) III. Artikelsgewijze toelichting bij de Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2003 (bijgevoegd) Bijlagen zijn op te vragen via statenstukken@prv-overijssel.nl (ook indien deze niet beschikbaar zijn via het SIS). 1. SAMENVATTING Met de invoering van de Wet dualisering provinciebestuur dient ook de Regeling geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen van het provinciaal bestuur 2001 (MI/2001/340) geactualiseerd te worden. Voorgesteld wordt de Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2003 vast te stellen. 2. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING De ontvlechting van het Statenlidmaatschap en het ambt van gedeputeerde vormt een hoofdelement van de dualisering van het provinciebestuur. Deze ontvlechting krijgt op drie manieren gestalte: 1. door het ambt van gedeputeerde onverenigbaar te verklaren met het Statenlidmaatschap; 2. door het verbod voor gedeputeerden om lid van statencommissies te zijn; 3. door het verbod voor gedeputeerden om lid te zijn van bestuurs- en andere commissies die door Provinciale Staten zijn ingesteld en omgekeerd. De ontvlechting dient zijn plaats te krijgen in de provinciale rechtspositieregelingen. In dit voorstel hebben wij de Regeling geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen van het provinciaal bestuur 2001 hierop aangepast. Uitgangspunt is geweest om de huidige regeling zoveel mogelijk in stand te laten met noodzakelijke aanpassingen aan de eisen des tijds, nieuwe bestuursperiode en wettelijke bepalingen. Daarbij is gekeken naar de door het IPO verstuurde modelverordening, met name met betrekking tot de (soms betere) formulering van artikelen. Met de voorliggende voorstellen denken we binnen de bestaande (fiscale) regelgeving, zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten maximaal te kunnen faciliteren bij de uitoefening van hun functie. 3. WIJZIGING IN DE BESTAANDE VERORDENING 3.1. Voorzieningen voor Statenleden Scholing, Cursussen en seminars Met ons voorstel 28 van de agenda 2001 (Regeling geldelijke, facilitaire en secundaire voorzieningen van het provinciaal bestuur 2003) wordt de mogelijkheid geboden om opleidingen waaraan het individuele Statenlid in verband met de vervulling van het Statenlidmaatschap op eigen initiatief deelneemt, voor rekening van de provincie te brengen. Hiervoor werd per fractie een budget van 5% ( 545,-- prijspeil 2003) op de vaste vergoeding voor werkzaamheden van de fractieleden ter beschikking gesteld. Tevens werd besloten om bij aanvang van de nieuwe bestuursperiode de hoogte van deze budgetten te evalueren en op basis van de uitkomsten van deze evaluatie, deze budgetten structureel te maken. In het jaar 2002 is er nauwelijks aanspraak op de scholingsbudgetten gemaakt. Hoewel het om een korte periode gaat, lijkt het aannemelijk om vast te stellen dat de hoogte van de budgetten toereikend is. Wij stellen voor de 5%-norm te handhaven en structureel budgetten voor dit doel beschikbaar te stellen.

2 Computer en communicatieapparatuur Conform het advies van de Adviescommissie Strategie, bestuur en middelen stellen wij u voor de regeling inzake ICT-ondersteuning voor nieuwe Statenleden (periode ) aan te passen. Voor de nieuwe bestuursperiode is het Statenlid vrij in de keuze van de werkplekconfiguratie (laptop of desktop, printer, software, enz.) en de leverancier. De werkplek wordt aangeschaft door de Statenleden namens de provincie of op naam van de provincie. Gedurende de bestuursperiode blijft de werkplek eigendom van de provincie. Een belangrijke wijziging in vergelijking met de oude regeling is dat de ondersteuning (helpdesk) door de Statenleden zelf georganiseerd dient te worden. In onze brief van 6 maart 2003 (FD/2003/116) zijn alle nieuwe Statenleden over deze regeling geïnformeerd. In de vigerende regeling kunnen Statenleden hun ISDN-abonnement vergoed krijgen. In de nieuwe verordening komen andere abonnementen als ADSL en kabel ook voor een gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten in aanmerking Voorzieningen voor Gedeputeerde Staten Scholing, Cursussen en seminars Conform de scholingsbudgetten voor Statenleden zijn ook de scholingsbudgetten voor Gedeputeerde Staten geregeld. Ook deze budgetten zijn incidenteel beschikbaar gesteld. In navolging op de scholingbudgetten voor Provinciale Staten stellen wij voor ook de budgetten voor Gedeputeerde Staten structureel beschikbaar te stellen en eveneens de norm van 1,5% van de bezoldiging ( 1.260,-- prijspeil 2003) te hanteren Dienstauto Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de provincie een dienstauto met chauffeur voor zakelijk gebruik beschikbaar stellen aan de Commissaris van de Koning en leden van Gedeputeerde Staten. De dienstauto wordt door leden van Gedeputeerde Staten in principe alleen gebruikt voor functionele reizen ten behoeve van de provincie en voor qq-functies vanuit het provinciehuis, uitgezonderd indien de reis op grond van doelmatigheid vanuit het huisadres wordt gestart. Dit geldt zowel voor de heen- als voor de terugreis. In het mogelijke uitzonderlijke geval dat de dienstauto door een gedeputeerde wel gebruikt wordt voor woonwerkverkeer dan vindt er een korting plaats op de tegemoetkoming in de reiskosten. De Commissaris van de Koning kan de dienstauto ook gebruiken voor reizen woon-werkverkeer. Wettelijk is bepaald dat het reizen met openbaar vervoer tussen de woning en het provinciehuis niet doelmatig is. Tevens biedt het besluit Rechtspositie van de Commissarissen van de Koning, de mogelijkheid de fiscale bijtelling ingevolge de dienstauto te compenseren. Voorgesteld wordt de compensatie van de fiscale bijtelling voor de Commissaris van de Koning mogelijk te maken Mobiele telefoon In de vaste kostenvergoeding voor gedeputeerden zijn telefoonkosten als component opgenomen. Om te voorkomen dat voor dezelfde zakelijke telefoonkomsten zowel in natura (mobiele telefoon in bruikleen) als in geld (via de vaste kostenvergoeding) een voorziening ten laste van de provincie is getroffen wordt een korting op de vaste kostenvergoeding toegepast. Conform de IPO-modelverordening wordt voorgesteld om hiervoor een vast percentage te hanteren. In navolging van de provincies Drenthe en Zuid-Holland wordt een percentage van 7 gehanteerd Wijze van declareren De ontvlechting van het provinciebestuur leidt ertoe dat er een scheiding wordt gelegd tussen de uitvoering van de rechtspositeregelingen en budgetten voor Statenleden en leden van Gedeputeerde Staten. Dit heeft eveneens gevolgen voor de wijze van declareren. Daar waar de bepalingen betrekking hebben op Provinciale Staten worden de budgetten en het budgethouderschap bij de griffie(r) neergelegd. 4. FRACTIEONDERSTEUNING In de Provinciewet is geregeld dat de in Provinciale Staten vertegenwoordigde groeperingen recht hebben op ondersteuning. Met aanvaarding van ons voorstel nr. 21 van de agenda 2003 (Invoering nieuwe Provinciewet; dualisering; ondersteuning Provinciale Staten c.a.) zijn alle vormen van statenondersteuning in één verordening gevat en wordt de fractieondersteuning in de Verordening ambtelijke bijstand en

3 3 fractieondersteuning provincie Overijssel 2003 geregeld. Dientengevolge zijn de hierop betrekking hebbende artikelen in de voorliggende verordening verdwenen. 5. ONTVLECHTING STATENLIDMAATSCHAP EN AMBT VAN GEDEPUTEERDE Op de onverenigbaarheid van de functie van Statenlid en gedeputeerde bestaan twee uitzonderingen. Voor de periode direct na de Statenverkiezingen tot het aftreden van de oude gedeputeerde, mag een oud gedeputeerde die is gekozen als Statenlid tegelijkertijd demissionair gedeputeerde zijn. Overigens mag ook de oude gedeputeerde die niet is herkozen tot Statenlid aanblijven als gedeputeerde tot zijn opvolger in Gedeputeerde Staten is benoemd. Ook in de periode direct na benoeming van een ( nieuwe ) gedeputeerde totdat zijn opvolging als Statenlid rond is, blijft deze reeds benoemde gedeputeerde tijdelijk tevens Statenlid. 6. INWERKINGTREDING Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 11 maart 2003, tenzij uit de aard van de bepaling voortvloeit dat pas na (de 22 e dag na) uitgifte van het provinciaal blad waarin de verordening is geplaatst, die betreffende bepaling in werking mag treden. 7. FINANCIËLE CONSEQUENTIES Het wetsvoorstel dualisering provinciebestuur en bovenstaande aandachtspunten brengen op een aantal punten (aanvullende) financiële consequenties met zich mee: verhoging lasten door de toename van het aantal Statenleden; de budgetten voor scholing, cursussen en seminars; de compensatie van de fiscale bijtelling dienstauto Commissaris van de Koningin. De financiële consequenties van dit voorstel zullen in samenhang met alle overige financiële aspecten die voortvloeien uit de dualisering door middel van een separate begrotingswijziging inzichtelijk worden gemaakt en aan de hand daarvan in de begroting worden verwerkt. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, G.J. JANSEN secretaris, H.A. TIMMERMAN

4 4

5 5 Bijlage I Ontwerpbesluit nr I Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 15 april 2003, kenmerk MI/2003/181; besluiten: 1. de Verordening rechtspositieregeling gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2003 vast te stellen; 2. de Rechtspositieregeling geldelijke, secundaire en facilitaire vergoedingen van het provinciaal bestuur van Overijssel 2001 in te trekken. Zwolle, Provinciale Staten voornoemd, voorzitter, griffier,

6 6 Bijlage II VERORDENING RECHTSPOSITIE STATENLEDEN, GEDEPUTEERDEN EN COMMISSIELEDEN 2003 Hoofdstuk I. Begripsomschrijvingen/algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Provinciewet; b. Rechtspositiebesluit gedeputeerden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 241; c. Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 242; d. Rechtspositiebesluit Commissaris van de Koning: Algemene Maatregel van Bestuur van 14 juni 1994 (Stb. 451); e. Reisbesluit binnenland: het Koninklijk Besluit van 1 maart 1993, Stb. 144; f. Reisregeling binnenland: het besluit van de minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nr. AB93/U280, Stcrt. 56; g. Statenlid: lid van Provinciale Staten; h. gedeputeerde: lid van het College van Gedeputeerde Staten; i. fractie: fractie zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde van Provinciale Staten van Overijssel 2003; j. Verplaatsingskostenbesluit 1989: het Koninklijk Besluit van 6 oktober 1989, Stb Artikel 2 1. Daar waar de bedragen die in deze regeling worden genoemd niet jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken of de Belastingdienst zijn of worden vastgesteld, passen Gedeputeerde Staten jaarlijks de bedragen aan aan het prijsindexcijfer dat jaarlijks door Provinciale Staten wordt vastgesteld. 2. Daar waar in deze regeling het begrip functioneel of functionaliteit wordt gebruikt, betekent dat: in het belang van de provincie. 3. Daar waar in deze regeling het begrip redelijk of redelijkheid wordt gebruikt, betekent dat: dat de betreffende uitgaven, gelet op de aard van de activiteit of het daarmee gediende provinciaal belang waarvoor zij zijn gedaan, als gebruikelijk, algemeen aanvaardbaar en passend bij de aanwending van publieke middelen kunnen worden beschouwd. Artikel 3 Daar waar deze regeling regels bevat over leden van Gedeputeerde Staten gelden deze mede voor de Commissaris van de Koning, voorzover dat niet strijdig is met het Rechtspositiebesluit van de Commissaris van de Koning en de daarop gebaseerde rijksregelgeving. Artikel 4 1. De Statenleden, gedeputeerden en de Commissaris van de Koning maken openbaar welke andere functies dan het lidmaatschap van Provinciale Staten, respectievelijk het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten, zij vervullen. 2. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging van een opgave van de in het eerste lid bedoelde functies op het provinciehuis. Artikel 5 1. Met betrekking tot het aannemen van geschenken, attenties, uitnodigingen, enz. en het melden van misstanden worden Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten en de Commissaris van de Koning geacht te handelen overeenkomstig het integriteitbeleid van de provincie Overijssel. 2. Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten kunnen voor zichzelf een nadere uitwerking geven aan dit integriteitbeleid. Hoofdstuk II. Voorzieningen voor Statenleden Artikel 6. Vergoeding voor de werkzaamheden Aan het Statenlid wordt een vergoeding voor de werkzaamheden toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

7 Artikel 7. Onkostenvergoeding 1. Aan het Statenlid wordt een onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het Statenlidmaatschap verbonden kosten toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, derde lid van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien. 2. Ten aanzien van een Statenlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 2, vierde lid van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien. Artikel 8. Berekening en betaling vaste vergoedingen 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid is geweest van Provinciale Staten ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 6 en 7, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar Statenlid is geweest. 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 6 en 7, geschiedt in maandelijkse termijnen, met inachtneming van de fiscale regelgeving. Artikel 9. Reis- en verblijfkosten 1. De Statenleden ontvangen op declaratiebasis een vergoeding van reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van vergaderingen van Provinciale Staten en van de vergaderingen van commissies van Provinciale Staten, alsmede de reiskosten terzake van andere ten behoeve van de provincie gemaakte reizen. 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets; een vergoeding van in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling Binnenland. 3. Indien een Statenlid voor een behoorlijke uitoefening van de functie noodzakelijke kosten van verblijf maakt, worden de werkelijke kosten vergoed, als op het declaratieformulier de reden wordt aangegeven en de rekening op naam van de provincie als bewijsstuk is overgelegd. 4. Indien voor een reis reeds in enigerlei vorm in de reis- en/of verblijfkosten is voorzien, heeft het Statenlid slechts aanspraak op een vergoeding tot het bedrag waarmee de vergoeding ingevolge deze regeling de eerstbedoelde vergoeding te boven gaat. 5. Statenleden die gebruikmaken van auto, motorrijwiel of bromfiets dienen verzekerd te zijn krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Artikel 10. Overige kosten 1. Indien en voorzover door Statenleden, in provinciaal belang, andere uitgaven dan bedoeld in de artikelen 7, 8 en 9 worden gedaan, komen deze kosten voor declaratie in aanmerking als de functionaliteit kan worden onderbouwd en wanneer deze kosten zijn gemaakt bij de uitvoering van een besluit van Provinciale Staten of een statencommissie. 2. In deze gevallen vindt de vergoeding van reis- en verblijfkosten plaats overeenkomstig de bepalingen in artikel 9. 7 Bedrijfsvoering Artikel 11. Computer Op aanvraag kunnen ten behoeve van de vervulling van het Statenlidmaatschap voor de duur van het lidmaatschap een computer- en communicatieapparatuur aan Statenleden ter beschikking worden gesteld. Artikel 12. ISDN-ADSL-kabel Op aanvraag kan door de provincie het ISDN, ADSL of kabelabonnement aan Statenleden een tegemoetkoming worden verstrekt conform fiscale regelgeving. Artikel 13. Cursussen, seminars en congressen 1. De kosten van cursussen, seminars en congressen welke dienen ter behoorlijke vervulling van de functie, komen voor vergoeding in aanmerking. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde kosten worden voor Statenleden vergoed tot een maximumvergoeding per fractie. Het fractiebudget wordt gebaseerd op het aantal fractieleden. 3. Declaraties van een Statenlid voor kosten als bedoeld in het eerste lid van dit artikel worden uitbetaald op basis van een fractiebesluit.

8 8 4. De reis- en verblijfkosten, voortvloeiend uit activiteiten uit het eerste lid van dit artikel, komen voor vergoeding in aanmerking en worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in artikel 9. Artikel 14. Overige kosten bedrijfsvoering 1. Indien door een fractie gebruik wordt gemaakt van provinciale faciliteiten ten behoeve van een aangelegenheid waarbij niet namens het provinciebestuur wordt opgetreden en er geen provinciaal belang aan de orde is, dan wordt hiervoor een kostendekkende vergoeding door de provincie aan de betrokken fractie in rekening gebracht. 2. Wanneer gebruik wordt gemaakt van andere dan de in de artikelen 11, 12 en 13 genoemde provinciale faciliteiten, dient vooraf bij de griffier een opgave met doel te worden gedaan. Uitkering Statenleden bij aftreden Artikel Degene die Statenlid is geweest, kan met ingang van de datum van aftreden aanspraak maken op een uitkering ten laste van de provincie. 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde aanspraak wordt uitsluitend geëffectueerd indien belanghebbende daartoe binnen 3 maanden na de datum van aftreden een schriftelijk verzoek indient bij Gedeputeerde Staten. Artikel Het aantal maanden waarin een uitkering wordt verstrekt komt overeen met het onafgebroken aantal volledige jaren Statenlidmaatschap. 2. De maximale duur van de uitkering is twee jaar. 3. De uitkering eindigt met ingang van de dag: - volgende op die waarin het gewezen Statenlid is overleden; - waarop het gewezen Statenlid wederom als Statenlid is beëdigd. - waarop het gewezen Statenlid als lid van Gedeputeerde Staten is beëdigd. 4. De uitkering wordt toegekend voor zolang belanghebbende de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt. Artikel 17 De maandelijkse uitkering bedraagt de eerste 12 maanden 80% en de daarop volgende 12 maanden 70% van de vaste vergoeding van artikel 6 voor werkzaamheden op het moment van aftreden. Artikel 18 De artikelen 15, 16 en 17 zijn niet van toepassing indien een Statenlid van zijn lidmaatschap vervallen is verklaard op grond van artikel X.7 van de Kieswet. Uitkering Statenleden bij overlijden Artikel Onder nabestaande wordt in dit artikel verstaan: de weduwe, weduwnaar of nabestaande levenspartner(s) met wie het overleden Statenlid samenwoonde op basis van een samenlevingscontract. 2. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van een Statenlid wordt aan de nabestaande als bedoeld in het eerste lid, ten laste van de provincie een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de vaste vergoeding voor werkzaamheden als Statenlid over een tijdvak van drie maanden, zoals bepaald in artikel 6 van deze regeling zoals die gold ten tijde van het overlijden. 3. Laat de overledene geen nabestaande na als bedoeld in het eerste lid, dan wordt even bedoeld bedrag uitgekeerd ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen van de overledene, of minderjarige kinderen waarover de overledene ten tijde van het overlijden de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was van ouders, meerderjarige kinderen, broers of zusters, ten behoeve van deze betrekking.

9 4. Laat de overledene geen betrekking als bedoeld in het tweede en derde lid na, dan kan het aldaar bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging voorzover de nalatenschap voor de betaling van die kosten niet toereikend wordt geacht. 9 Overige voorzieningen Artikel 20. Kinderopvang Aan een Statenlid wordt op aanvraag een tegemoetkoming verleend in de kinderopvang overeenkomstig de voor het provinciaal personeel geldende regeling. Artikel 21. Spaarloonregeling Het Statenlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het provinciaal personeel geldende spaarloonregeling. Artikel 22. Verzekeringen 1. De provincie sluit ten behoeve van de Statenleden een algemene collectieve ongevallenverzekering (functionele dekking) en een collectieve ongevalleninzittendenverzekering (functionele dekking) af waarbij wordt voorzien in geldelijke voorzieningen bij invaliditeit en overlijden. 2. De provincie sluit een algemene aansprakelijkheidsverzekering af waaronder de Statenleden, als zodanig handelend, vallen. Hoofdstuk III. De procedure van declaratie voor leden van Provinciale Staten Artikel 23. Betaling van kosten 1. Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie. 2. Binnen de griffie wordt de administratie van de kostenvergoeding gevoerd en vindt de controle door de griffier plaats op de bewijsstukken, op het naleven van de voorgeschreven procedures en op de toelichting op functionaliteit en doelmatigheid. Artikel 24. Declaratie van vooruit betaalde kosten 1. Voor de vergoeding van de vooruit betaalde kosten uit eigen middelen wordt gebruikgemaakt van een declaratieformulier. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen drie maanden bij de griffier ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. 3. Rekeningen dienen op naam van de provincie gesteld te worden. Artikel 25. Rechtstreekse facturering bij de provincie 1. De vergoeding van de kosten waarvan is afgesproken dat deze rechtstreeks door de provincie betaald kunnen worden, kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de factuur, welke op naam van de provincie is gesteld, door het Statenlid aan de griffier. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het gebruikelijke begeleidingsformulier volledig in te vullen en te ondertekenen. 3. Het begeleidingsformulier en de factuur worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand, ingediend bij de griffier. Hoofdstuk IV. Voorzieningen voor gedeputeerden Artikel 26. Bezoldiging De gedeputeerde geniet een bezoldiging per maand conform het in het Rechtspositiebesluit gedeputeerden vermeldde Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren Artikel 26.A. Onkostenvergoeding 1. Aan de gedeputeerde wordt een onkostenvergoeding toegekend voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 21, eerste lid van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien.

10 2. Ten aanzien van een gedeputeerde van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, wordt in afwijking van het eerste lid een onkostenvergoeding toegekend die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 21, tweede lid van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden, zoals dat bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien. 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten 7% van het voor hem ingevolge het eerste of tweede lid geldende bedrag indien de gedeputeerde op grond van artikel 38 een mobiele telefoon ter beschikking wordt gesteld. 4. De onkostenvergoeding wordt alleen toegekend over de tijd, dat het ambt daadwerkelijk wordt uitgeoefend, waarbij ziekte korter dan een maand buiten beschouwing blijft. 5. De in het eerste lid van dit artikel genoemde onkostenvergoedingen worden maandelijks, met inachtneming van de fiscale regelgeving, uitbetaald. Artikel 27. Vergoeding functionele kosten 1. Aan de gedeputeerde vindt vergoeding plaats van de functionele kosten die een lid van Gedeputeerde Staten maakt in de uitoefening van zijn functie ten aanzien van de contacten en bijeenkomsten met relaties, voorzover die nog niet worden vergoed volgens een der andere bepalingen van deze regeling. 2. De vergoeding van functionele kosten als bedoeld in het eerste lid bedraagt 100% van de gemaakte kosten indien en voorzover die met inachtneming van de aard van de contacten of de bijeenkomsten redelijk en verantwoord kunnen worden geacht. 3. Deelname van de partner aan dergelijke contacten en bijeenkomsten worden niet vergoed, tenzij de aanwezigheid van de partner functioneel gewenst of noodzakelijk is, zoals moet blijken uit de toelichting op het declaratieformulier. Artikel 28. Attenties Attenties voor derden welke niet namens het provinciebestuur gedaan worden kunnen niet ten laste van het representatiebudget worden gebracht, doch komen ten laste van de eigen vaste onkostenvergoeding van de gedeputeerde. Artikel 29. Reis- en verblijfkosten 1. De gedeputeerde ontvangt indien de afstand tussen de woning en het provinciehuis meer dan 10 kilometer is, voor het reizen tussen de woning en het provinciehuis naar eigen keuze een openbaarvervoerkaart eerste of tweede klasse, of een maandelijkse tegemoetkoming in de kosten. 2. De tegemoetkoming in de kosten bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld overeenkomstig de bedragen die bij of krachtens artikel 12 van het Verplaatsingskostenregeling 1989 gelden. 3. Aan de gedeputeerde worden de reis- en verblijfkosten van andere dan in het eerste lid van dit artikel bedoelde reizen, die hij ten behoeve van de provincie maken, op declaratiebasis vergoed overeenkomstig de regelingen die gelden voor het personeel in dienst van de rijksoverheid. 4. Ingeval de gedeputeerde meer verblijfkosten maakt dan de in het derde lid van dit artikel genormeerde bedragen, komen in redelijkheid meerkosten voor vergoeding in aanmerking als op het declaratieformulier de reden wordt aangegeven en de rekening als bewijsstuk is overlegd. 5. Indien voor een reis reeds in enigerlei vorm in de reis- en/of verblijfkosten is voorzien, heeft een lid van Gedeputeerde Staten slechts aanspraak op een vergoeding tot het bedrag waarmee de vergoeding ingevolge deze regeling de eerstbedoelde vergoeding te boven gaat. 6. Leden van Gedeputeerde Staten die gebruikmaken van auto, motorrijwiel of bromfiets dienen verzekerd te zijn krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Artikel 30. Dienstauto 1. De Commissaris van de Koning en de gedeputeerde kunnen voor reizen ten behoeve van de provincie gebruikmaken van een dienstauto met chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de provincie ingehuurde auto. 2. De dienstauto met chauffeur wordt door de Commissaris van de Koning ook gebruikt voor reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de Commissaris van de Koning vervult uit hoofde van zijn ambt. 3. De dienstauto met chauffeur wordt door de gedeputeerde in principe niet gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling, tenzij de gedeputeerde aansluitend een functioneel bezoek dient af te leggen. Voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de gedeputeerde vervult uit hoofde van zijn ambt kan de gedeputeerde gebruikmaken van de dienstauto met chauffeur. 4. Indien de Commissaris van de Koning of gedeputeerde voor reizen ten behoeve van in het tweede of derde lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de dienstauto en daarvoor van een derde ook een vergoeding van reiskosten ontvangt wordt die vergoeding in de provincie kas gestort. 5. De Commissaris van de Koning ontvangt een vergoeding ter compensatie van de belastingheffing voor het gebruik van de dienstauto voor woon-werkverkeer op grond van de artikelen 3.20 en van de Wet inkomstenbelasting

11 6. De vergoeding, bedoeld in het vijfde lid, wordt berekend aan de hand van de formule: C x V x T x 100/(100 T) = vergoeding. In deze formule is: C = de catalogusprijs van de dienstauto, met inbegrip van omzetbelasting en belasting van personenauto s en motorrijwielen; V = het percentage van de cataloguswaarde van de dienstauto dat, op grond van artikel 3.20 van de Wet inkomstenbelasting 2001, bij het belastbaar inkomen geteld moet worden wegens als privé aangemerkte kilometers woon-werkverkeer; T = het voor de gedeputeerde of Commissaris van de Koning geldende inkomstenbelastingpercentage volgens artikel 2.10 van de Wet inkomstenbelasting Voor de vaststelling van de vergoeding worden de met de dienstauto gemaakte reizen en de daarbij afgelegde kilometers geregistreerd. 8. Op 1 januari van elk jaar wordt aan de hand van de kilometerregistratie de vergoeding als bedoeld in het vijfde lid voor het voorgaande jaar vastgesteld. 9. Indien de Commissaris van de Koning voor het woon-werkverkeer gebruik maakt van meer dan één dienstauto wordt bij de berekening van de vergoeding uitgegaan van een gewogen gemiddelde van de catalogusprijzen van de gebruikte dienstauto s. Artikel 31. Buitenlandse dienstreis 1. Voor iedere buitenlandse dienstreis van een lid van Gedeputeerde Staten wordt vooraf aan Gedeputeerde Staten melding gedaan van de wijze van financiering, het doel, de duur en het belang hiervan. 2. Ten aanzien van ad hoc-reizen en korte reizen (in tijd en afstand) van Gedeputeerde Staten kan melding achteraf geschieden. Doch niet later dan twee weken na de datum van vertrek. 3. Dienstreizen die in Nederland zijn aangevangen, waarbij het reisgedeelte zeer beperkt is, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als een dienstreis binnen Nederland. 4. De kosten in verband met dienstreizen naar, in en uit het buitenland worden vergoed overeenkomstig de bepalingen die gelden voor het personeel in dienst van de rijksoverheid. Artikel 32. Dinerkosten Indien een lid van Gedeputeerde Staten samen met anderen een maaltijd gebruikt en de totale kosten hiervan bij de provincie declareert, wordt dit onder vermelding van reden op het declaratieformulier vermeld. 11 Nevenfuncties gedeputeerden Artikel 33. Benoeming commissariaten 1. Indien Gedeputeerde Staten of Provinciale Staten een lid van Gedeputeerde Staten tot commissaris in een vennootschap benoemen c.q. voordragen tot benoeming, komt de benoemde met de desbetreffende vennootschap overeen dat de vennootschap de inkomsten uit het commissariaat rechtstreeks aan de provincie Overijssel zal betalen en dat de provincie met betrekking tot de bedoelde inkomsten een eigen vordering op de vennootschap zal hebben. 2. Onder inkomsten uit commissariaten zoals bedoeld in het eerste lid worden verstaan: presentiegelden, tantièmes en vaste onkostenvergoedingen. Artikel 34. Reis- en verblijfkosten nevenfuncties 1. Reis- en verblijfkosten van reizen die leden van Gedeputeerde Staten maken in het kader van nevenfuncties, die zij vervullen uit hoofde van het ambt, worden bij de desbetreffende organisatie gedeclareerd. Wanneer de externe organisatie de kosten niet kan dragen, kunnen de kosten na instemming van Gedeputeerde Staten voor rekening van de provincie worden gebracht. 2. Reis- en verblijfkosten van buitenlandse reizen die leden van Gedeputeerde Staten maken in het kader van nevenfuncties, die zij vervullen uit hoofde van het ambt, worden bij de desbetreffende organisatie gedeclareerd. Wanneer de reis tevens een provinciaal belang heeft en er sprake is van een non-profitorganisatie die deze kosten niet kan dragen, kunnen deze kosten na instemming van Gedeputeerde Staten worden vergoed.

12 12 Bedrijfsvoeringsfaciliteiten Artikel 35. Cursussen, seminars en congressen 1. De kosten van cursussen, seminars en congressen welke dienen ter behoorlijke vervulling van de functie, komen voor een vergoeding in aanmerking. 2. Het scholingsbudget van Gedeputeerde Staten is gebaseerd op het aantal leden van Gedeputeerde Staten. 3. De reis- en verblijfkosten, voortvloeiend uit activiteiten uit het eerste lid van dit artikel, komen voor vergoeding in aanmerking en worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen in het derde lid van artikel 29. Artikel 36. Computer Op aanvraag wordt aan de gedeputeerde voor de uitoefening van zijn ambt, voor de duur van het lidmaatschap van Gedeputeerde Staten, computer- en communicatieapparatuur ter beschikking gesteld. Artikel 37. ISDN-ADSL-kabel Op aanvraag kan door de provincie het ISDN-, ADSL- of kabelabonnement aan gedeputeerden een tegemoetkoming worden verstrekt conform fiscale regelgeving. Artikel 38. Mobiele telefoon 1. Op aanvraag wordt de gedeputeerde voor de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 2. De gedeputeerde ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de provincie. 3. Gedeputeerde Staten stellen het model van de bruikleenovereenkomst vast. 4. Op de bezoldiging van de gedeputeerde die de mobiele telefoon voor meer dan 10% mede gebruikt voor privé-doeleinden wordt een bedrag ingehouden dat gelijk is aan het bedrag dat voor de loonbelasting tot het loon wordt of zou worden gerekend ingeval alle kosten van de mobiele telefoon voor rekening van de provincie komen. Artikel 39. Overige kosten bedrijfsvoering 1. Wanneer gebruik wordt gemaakt van andere dan in de artikelen 35 tot en met 38 genoemde provinciale faciliteiten, dient vooraf bij de desbetreffende budgetbeheerder een opgave met doel te worden gedaan. 2. Indien door een lid van Gedeputeerde Staten gebruik wordt gemaakt van provinciale faciliteiten ten behoeve van een aangelegenheid waarbij niet namens het provincie bestuur wordt opgetreden en geen provinciaal belang aan de orde is, dan wordt hiervoor een kostendekkende vergoeding door de provincie aan de betrokken bestuurder in rekening gebracht. Artikel 40. Spaarloonregeling De gedeputeerde van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, kan op aanvraag deelnemen aan de voor het provinciaal personeel geldende spaarloonregeling. Artikel 41. Kinderopvang Aan de gedeputeerden wordt op aanvraag een tegemoetkoming verleend in de kinderopvang overeenkomstig de voor het provinciaal personeel geldende regeling. Artikel 42. Verzekeringen 1. De provincie sluit ten behoeve van Gedeputeerde Staten een collectieve ongevalleninzittendenverzekering (functionele dekking) af waarbij wordt voorzien in geldelijke voorzieningen bij invaliditeit en overlijden. 2. De provincie sluit een algemene aansprakelijkheidsverzekering af waaronder de Commissaris van de Koning en Gedeputeerde Staten, als zodanig handelend, vallen. Hoofdstuk V. De procedure van declaratie voor leden van Gedeputeerde Staten Artikel 43. Betaling van kosten 1. Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie. 2. Binnen de ambtelijke organisatie wordt de administratie van de kostenvergoeding gevoerd en vindt de controle door de budgetbeheerder plaats op de bewijsstukken, op het naleven van de voorgeschreven procedures en op de toelichting op functionaliteit en doelmatigheid. Artikel 44. Declaratie van vooruit betaalde kosten

13 13 1. Voor de vergoeding van de vooruit betaalde kosten uit eigen middelen wordt gebruikgemaakt van een declaratieformulier. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen drie maanden bij de budgetbeheerder ingediend, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken. 3. Rekeningen dienen op naam van de provincie gesteld te worden. Artikel 45. Rechtstreekse facturering bij de provincie 1. De vergoeding van de kosten waarvan is afgesproken dat deze rechtstreeks door de provincie betaald kunnen worden, kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door de gedeputeerde voor akkoord ondertekende factuur, welke op naam van de provincie is gesteld, aan de provincie. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het gebruikelijke begeleidingsformulier volledig in te vullen en te ondertekenen. 3. Het begeleidingsformulier en de factuur worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen één maand ingediend bij de budgetbeheerder. Hoofdstuk VI. Voorzieningen voor commissieleden Artikel 46. Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen 1. Het lid van een commissie ontvangt voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies een vergoeding die gelijk is aan het bedrag, vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden, zoals dit bedrag jaarlijks door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt herzien. 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 94 van de Provinciewet ontvangt. 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie: a. als Statenlid of gedeputeerde; b. uit hoofde van danwel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid danwel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd; c. als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het provinciaal belang dient. 4. Gedeputeerde Staten kunnen in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen ten aanzien van: a. een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en b. een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid. Artikel 47. Reis- en verblijfkosten 1. Aan het lid van een commissie dat geen Statenlid of gedeputeerde is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een (trein)taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig de bedragen in artikel 2 van de Reisregeling binnenland. 2. Aan het in het eerste lid bedoelde lid van de commissie worden vergoed de gemaakte noodzakelijke verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie tot ten hoogste de bedragen, vastgesteld bij of krachtens het Reisbesluit binnenland. Artikel 48. Buitenlandse excursie of reis 1. Indien een commissie in verband met de taak van de commissie een excursie of reis naar het buitenland maakt, meldt zij dit vooraf aan het Presidium respectievelijk de portefeuillehouder financiën afhankelijk of het een door Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten ingestelde commissie betreft onder vermelding van doel, redenen en begroting. Het Presidium respectievelijk de portefeuillehouder financiën kan aan de excursie of reis voorwaarden verbinden. 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de provincie georganiseerd. 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de provincie.

14 14 De procedure van declaratie voor leden van de commissie Artikel 49. Betaling, declaratie en facturatie van kosten 1. Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door: a. betaling uit eigen middelen; of b. rechtstreekse toezending van de factuur aan de provincie. 2. Indien de commissie is ingesteld door Provinciale Staten, geldt hetgeen vermeld staat in de artikelen 23, 24 en 25 van deze verordening. 3. Indien de commissie is ingesteld door Gedeputeerde Staten, geldt hetgeen vermeld staat in de artikelen 43, 44 en 45. Hoofdstuk VII. Citeertitel en inwerkingtreding Artikel 50. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening rechtspositie Statenleden, gedeputeerden en commissieleden Artikel 51. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 11 maart 2003, tenzij uit de aard van de bepaling voortvloeit dat pas na (de 22 e dag na) uitgifte van het provinciaal blad waarin de verordening is geplaatst, die betreffende bepaling in werking mag treden.

15 15 TOELICHTING OP DE VERORDENING RECHTSPOSITIE STATENLEDEN, GEDEPUTEERDEN EN COMMISSIELEDEN 2003 ALGEMEEN Wettelijk Kader De regeling van de rechtspositie van gedeputeerden, Statenleden en leden van provinciale commissies vindt op drie niveaus plaats, te weten bij wet, AMvB en provinciale verordening. Wettelijk is voor gedeputeerden in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) de uitkering na aftreden en het pensioen geregeld. In de Provinciewet is aangegeven dat de nadere invulling van de rechtspositie van gedeputeerden, Staten- en commissieleden moet worden geregeld bij AMvB. Daartoe zijn totstandgekomen het Rechtspositiebesluit gedeputeerden en het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden. Daarin zijn alle voor de rechtspositie van belang zijnde onderwerpen geregeld. Een aantal voorzieningen, zoals de hoogte van de bezoldiging en de verschillende onkostenvergoedingen, zijn in beide rechtspositiebesluiten geregeld in dwingende bepalingen. De secundaire voorzieningen van Statenleden, zoals een uitkering bij aftreden, een uitkering bij overlijden, een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang en de beschikbaarstelling van computer- en communicatieapparatuur, zijn bij provinciale verordening geregeld. Uitgangspunten/hoofdlijnen provinciale verordening In de verordening zijn bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van gedeputeerden, Statenleden en leden van provinciale commissies. De grondslag hiervoor is te vinden in de Provinciewet en eerdergenoemde rechtspositiebesluiten. Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de gedeputeerden als zodanig geen inkomsten, in welke vorm dan ook, ten laste van de provincie (artikel 43 van de Provinciewet). Een soortgelijke bepaling is in artikel 96 opgenomen voor Staten- en commissieleden. Het tweede lid van die bepaling voegt daaraan toe dat bij provinciale verordening aan Staten- en commissieleden voordelen, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, mogen worden toegekend. Daarvoor is wel de goedkeuring van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vereist. Het IPO (Inter Provinciaal Overleg) heeft een modelverordening gemaakt en toegestuurd aan alle provincies. In principe is de keus gemaakt om de oude Regeling geldelijke, secundaire en facilitaire voorzieningen van het provinciaal bestuur 2001 als uitgangspunt te houden, echter indien bepalingen van het IPO duidelijker of beter waren, hebben wij deze overgenomen in deze verordening. De arbeidsverhouding van de gedeputeerde en het Statenlid Gedeputeerden en Statenleden zijn niet in dienstbetrekking bij de provincie. De provincie is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij niet vallen onder de werknemersverzekeringen zoals de Werkloosheidswet, Ziektewet en WAO. Evenmin geldt voor hen de pensioenvoorziening van bijvoorbeeld het ABP. Eigen voorzieningen zijn er op die onderdelen getroffen in de wet (Appa), in de genoemde rechtspositiebesluiten en in de onderhavige verordening. Omdat er geen dienstbetrekking met de provincie is vallen gedeputeerden en Statenleden in beginsel niet onder de Wet op de loonbelasting 1964 maar worden hun inkomsten getoetst aan de Wet inkomstenbelasting 2001 (resultaat uit werkzaamheden). Gedeputeerden en Statenleden kunnen er echter voor kiezen om wel onder de Wet op de loonbelasting te vallen en dat wordt fictief werknemerschap genoemd. Om hieraan te voldoen dienen de provincie, de gedeputeerde cq. het Statenlid in een gezamenlijke verklaring te vermelden dat wordt gekozen voor de loonbelasting (is bijgevoegd in de uitgereikte informatiemap nieuwe Statenleden en gedeputeerden). Zie verder de toelichting op de artikelen 6 en 7 van deze verordening.

16 16 ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Hoofdstuk II. Voorzieningen voor Statenleden Artikelen 6 en 7 In de belastingherziening 2001 zijn de mogelijkheden voor het opteren voor het fictief werknemerschap verruimd, waardoor dit nu tot de mogelijkheden van Statenleden behoort. Bij de fiscale behandeling van de vaste onkostenvergoeding bedoeld in artikel 7, wordt onderscheid gemaakt tussen Statenleden die van rechtswege of door daarvoor te opteren fiscaal als (fictief) werknemer worden aangemerkt en onder de Wet op de loonbelasting vallen en Statenleden die niet kiezen voor het (fictief) werknemerschap: a. voor Statenleden die hebben geopteerd voor het (fictief) werknemerschap, wordt de vaste onkostenvergoeding gebruteerd en onder inhouding van loonbelasting uitbetaald; b. voor Statenleden die niet hebben geopteerd voor het (fictief) werknemerschap kan een vaste onkostenvergoeding niet meer onbelast worden verstrekt. De vaste onkostenvergoeding wordt niet gebruteerd en wordt aangemerkt als belastbaar resultaat uit een werkzaamheid. Naar aanleiding van de wettelijke wijzigingen als gevolg van de uitkomsten van het onderzoek van het SGBO en de belastingherziening 2001 is er vanaf 2001 een nieuw systeem voor de onkostenvergoedingen van provinciebestuurders ingevoerd. De vaste onkostenvergoeding heeft betrekking op persoonlijke beroepskosten. De tegemoetkoming in de kosten die Statenleden ontvangen, wordt blijkens de circulaire van 2 januari 2001, kenmerk BW2000/U103039, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken geacht te strekken ter bestrijding van de volgende kostencomponenten: a. excursies; b. vakliteratuur; c. contributies en lidmaatschappen; d. zakelijke giften; e. zakelijke telefoonkosten; f. bureaukosten, porti; g. bijdrage aan fractiekosten; h. ontvangsten; i. representatiekosten. Artikel 9. Reis- en verblijfkosten Ten aanzien van alle reis- en verblijfkosten wordt getoetst op noodzakelijkheids-, doelmatigheids- en functionaliteitsgronden. Wanneer Statenleden gebruikmaken van hun eigen motorvoertuig, ontvangen zij een reiskostenvergoeding voor de heen- en terugreis tussen de plaats van de vergadering en de woonplaats op voet van artikel 2 van het Reisregeling binnenland. Dit is een onbelaste vergoeding conform de huidige fiscale regelgeving indien en voorzover door een Statenlid binnen het kalenderjaar minder dan 60 dagen wordt gereisd naar de werkplek. Zodra er 60 dagen of meer wordt gereisd, is het fiscale reiskostenforfait van toepassing. Komt een Statenlid boven de 60 dagen woon-werkverkeer uit en heeft hij/zij de volledige vergoeding conform de Reisregeling ontvangen, dan zal hij dit moeten opgeven aan de fiscus omdat het dan een belastbare vergoeding wordt, ook voor reis 1 tot 60. Op basis van het huidige vergaderschema, is het niet aannemelijk dat Statenleden meer dan 60 dagen reizen tussen het woonadres en het provinciehuis. Wanneer Statenleden gebruikmaken van het openbaar vervoer ontvangen zij een reiskostenvergoeding ter grootte van de werkelijk gemaakte kosten. Zij kunnen tevens de treintaxi declareren. Op reizen naar het buitenland is conform de regelingen zoals die gelden voor ambtenaren in rijksdienst de Reisbeschikking buitenland van toepassing. Voor Statenleden die niet hebben geopteerd voor de loonbelasting geldt dat de verstrekte vergoedingen bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord. De reiskosten kunnen binnen de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten worden opgevoerd.

17 17 Artikel 10 Dit artikel voorziet in het vergoeden van kosten welke zijn gemaakt in provinciaal belang. Met dien verstande dat vooraf toestemming door Provinciale Staten of een statencommissie dient te zijn verleend. Onder de uitvoering van deze bepaling vallen in ieder geval ook de start van het statenjaar, de nieuwjaarsreceptie, de IPO-jaarconferentie en de deelname aan hoorbijeenkomsten of statenspelen. Eveneens kunnen individuele Statenleden op grond van dit artikel afgevaardigd worden naar een congres/seminar in het buitenland. Bedrijfsvoering Artikelen 11 tot en met 14 regelen de voorzieningen die vanuit de bedrijfsvoering aan Statenleden worden aangeboden. Het recht op deze voorzieningen is geen automatisme, zij worden geëffectueerd indien hierom wordt verzocht. Als uitgangspunt is gekozen dat de duur van bepaalde voorzieningen in een directe relatie moet staan tot de duur van het Statenlidmaatschap. Bij het aanbieden van de voorzieningen zijn de fiscale regels leidend. Artikel 11 Op aanvraag wordt een computer met programmatuur voor zakelijk gebruik ter beschikking gesteld. Bij besluit van 11 maart 2003 (FD/2003/116) hebben Gedeputeerde Staten op advies van de Adviescommissie SBM besloten de regeling inzake ICT-ondersteuning voor nieuwe Statenleden (periode ) aan te passen. Op grond van deze nieuwe regeling is het Statenlid vrij in de keuze van de werkplekconfiguratie (laptop of desktop, printer, software, enz.) en de leverancier. De werkplek blijft eigendom van de provincie. De werkplek wordt aangeschaft door de Statenleden namens de provincie of op naam van de provincie. Van de aanschaf dient het Statenlid een gespecificeerde rekening te overleggen, die op naam van de provincie Overijssel is gesteld. Het Statenlid ondertekent vervolgens de pc-overeenkomst en de verklaring zakelijk gebruik computer en communicatieapparatuur. In de pc-overeenkomst staan de rechten en plichten van het gebruik van de computer en programmatuur beschreven. In de brief van 6 maart 2003 (FD/2003/116) zijn alle nieuwe Statenleden geïnformeerd over de nieuwe regeling. Een belangrijke wijziging in vergelijking met de oude regeling is dat de ondersteuning (helpdesk) door de Statenleden zelf georganiseerd dient te worden. Het aan de Statenleden beschikbaar gestelde normbedrag van 2.800,-- is o.a. inclusief kosten van de werkplek én ondersteuning. Artikel 12 Op aanvraag kan door de provincie het ISDN-abonnement van Statenleden worden vergoed. Declaratie van het ISDN-abonnement kan plaatsvinden door eenmaal per jaar een declaratie in te dienen voorzien van één telefoonrekening. Op verzoek dienen alle facturen overgelegd te kunnen worden. Terzake van privé-gebruik van het ISDN-abonnement vindt conform de fiscale wetgeving een fiscale bijtelling plaats op de vergoeding van degenen die onder de Wet op de loonbelasting vallen (fictief werknemerschap). Degenen die hiervoor niet hebben gekozen dienen de nettovergoeding bij de inkomstenbelasting te verantwoorden. Tevens worden een ADSL en kabelabonnement vergoed, echter met de restrictie dat de vergoeding gemaximeerd wordt tot het bedrag dat vergoed wordt voor een ISDN-abonnement. Artikel 13 Cursussen, seminars en congressen welke dienen ter behoorlijke vervulling van de functie komen inclusief de daaraan verbonden reis- en verblijfkosten tot een bepaald maximum voor vergoeding in aanmerking. Budgetten worden vastgesteld per fractie. Hiervoor wordt een budget van 5% op de vaste vergoeding voor werkzaamheden per fractielid ter beschikking gesteld. De uitkering geschiedt op basis van een fractiebesluit. Degenen die niet voor het fictief werknemerschap hebben gekozen dienen de nettovergoeding bij de inkomstenbelasting te verantwoorden. Artikel 14 Het gaat hierbij met name om kosten van huisvestiging en catering. In geval van twijfel bij de griffier terzake van lid 2, dient de griffier te overleggen met het Presidium.

18 18 Uitkering Statenleden bij aftreden Artikelen 15, 16 en 17 Onafhankelijk van de reden van aftreden bestaat een recht op uitkering. Dit artikel is bedoeld om eventuele inkomensachteruitgang bij aftreden te compenseren. Het betrokken Statenlid beoordeelt zelf of daarvan sprake is. Artikel 18 De mogelijkheid bestaat tot het niet toekennen van uitkeringsrechten (na aftreden) aan Statenleden die op grond van artikel X.7 van de Kieswet van hun lidmaatschap vervallen zijn verklaard. Provinciale Staten kunnen een Statenlid van zijn lidmaatschap vervallen verklaren als deze in strijd handelt met artikel 15 van de Provinciewet. In dit laatste artikel staat o.a. dat een Statenlid bepaalde nevenfuncties of -activiteiten niet mag uitoefenen c.q. vervullen. Het artikel beoogt de integriteit te waarborgen. Uitkering Statenleden bij overlijden Artikel 19 Dit artikel voorziet in een uitkering bij overlijden van een Statenlid tijdens het Statenlidmaatschap, onafhankelijk waar dit gebeurd zou zijn. Overige voorzieningen Artikel 21 Dit geldt alleen voor Statenleden die gekozen hebben voor fictief werknemerschap. Artikel 22 Er is door de provincie Overijssel een collectieve ongevallenverzekering, een collectieve inzittendenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering voor Statenleden afgesloten. Tevens valt het functionele handelen van bestuurders onder de provinciale aansprakelijkheidsverzekering. de ongevallenverzekering voorziet alleen in geldelijke voorziening bij invaliditeit en overlijden voor Statenleden. De verzekering is uitsluitend van kracht tijdens vergaderingen, excursies en reizen uit provinciaal belang alsmede gedurende het gaan van huis naar de plaats waar de vergadering zal worden gehouden of waar de excursie begint en gedurende de terugreis naar huis: a. uitkering bij overlijden bedraagt ,--; b. uitkering bij algehele blijvende invaliditeit ,--. Bij gedeeltelijke invaliditeit geldt het gliedertaxe-systeem; de ongevalleninzittendenverzekering met functionele dekking voorziet in een geldelijke voorziening van alle bestuurders; onder de provinciale aansprakelijkheidsverzekering valt ook het optreden van bestuurders namens de provincie: a. schade aan personen: letsel of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood ten gevolge hebbend en de daarmee rechtstreeks verband houdende gevolgen. Dekking ,-- per gebeurtenis, gemaximeerd tot ,-- per verzekeringsjaar; b. schade aan zaken: beschadiging, vernietiging, vermissing of verontreiniging van zaken van derden en de daarmee rechtstreeks verband houdende gevolgen. Dekking ,-- per gebeurtenis, gemaximeerd tot ,-- per kalenderjaar; c. vermogenschade: financiële schade, anders dan schade aan personen en schade aan zaken. Dekking ,-- per gebeurtenis, gemaximeerd tot ,-- per verzekeringsjaar. Hoofdstuk III. De procedure van declaratie voor leden van Provinciale Staten Artikel 23, 24 en 25 In geval van twijfel bij de griffier terzake van artikel 23, lid 2, overlegt de griffier met het Presidium. In het kader van de Wet dualisering provinciebestuur is de griffier de aangewezen functionaris voor het indienen van declaraties door Statenleden. Het declaratieformulier als vermeld in artikel 24, lid 1, kan de griffier in overleg met de eenheid Middelen vaststellen. De termijnen als bedoeld in de artikelen 24, lid 2 en 25, lid 3, beginnen te lopen nadat de kosten zijn gemaakt of vanaf de op de factuur vermeldde datum.

19 19 Hoofdstuk IV. Voorzieningen voor gedeputeerden Artikel 26 en 26.A Zie de toelichting op de artikelen 6 en 7 van deze verordening. Artikel 26.A, lid 3 In de vaste kostenvergoeding (artikel 26.A, lid 1) zit ook een component telefoonkosten. Indien de provincie voor zakelijk gebruik een mobiele telefoon aan een gedeputeerde beschikbaar stelt, moet er een korting wordt toegepast op die vaste kostenvergoeding om te voorkomen dat voor dezelfde zakelijke telefoonkomsten zowel in natura (mobiele telefoon in bruikleen) als in geld (via de vaste kostenvergoeding) een voorziening ten laste van de provincie is getroffen. Artikel 29 Voor gedeputeerden geldt een andere reiskostenvergoeding dan voor Statenleden. Dit omdat gedeputeerden zeker meer dan 60 dagen per kalenderjaar naar het provinciehuis zullen rijden. Gedeputeerden kunnen een reiskostenvergoeding krijgen ingeval zij meer dan 10 kilometer van het provinciehuis wonen. Gedeputeerden kunnen een OV-kaart 1 e of 2 e klasse verstrekt krijgen. Kiezen zij voor eigen vervoer, dan krijgen zij een vergoeding conform de Verplaatsingskostenregeling Ook voor gedeputeerden geldt dat de reis- en verblijfkosten worden getoetst op noodzakelijkheids-, doelmatigheids- en functionaliteitsgronden. Artikel 30 Artikel 30 is overgenomen uit de Modelverordening zoals voorgesteld door het IPO en komt in grote lijnen overeen met de oude regeling. Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de provincie een dienstauto met chauffeur voor functioneel gebruik beschikbaar stellen aan de Commissaris van de Koning en leden van Gedeputeerde Staten. Bij besluit van 14 juni 1994, houdende regels inzake de rechtspositie van de Commissarissen van de Koning is bepaald dat het reizen met openbaar vervoer tussen de woning en het provinciehuis niet doelmatig is. De Commissaris van de Koning kan de dienstauto ook gebruiken voor reizen woon-werkverkeer. De dienstauto wordt door leden van Gedeputeerde Staten in principe alleen gebruikt voor functionele reizen ten behoeve van de provincie en voor qq-functies vanuit het provinciehuis, uitgezonderd indien de reis op grond van doelmatigheid vanuit het huisadres wordt gestart. Dit geldt zowel voor de heen- als voor de terugreis. In het mogelijk uitzonderlijke geval dat de dienstauto door een gedeputeerde wel gebruikt wordt voor woon-werkverkeer (lid 3) dan vindt er wel een korting plaats op de tegemoetkoming in de reiskosten woon-werk ingevolge artikel 29 van de verordening. Die korting vindt ook plaats als een OV-kaart is verstrekt. De korting op die tegemoetkoming wordt toegepast als volgt: a. 1/20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto; b. 1/40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzij omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto. De dienstauto kan ook worden gebruik voor de vervulling van qq-nevenfuncties. De eventueel uit hoofde van die nevenfunctie ontvangen vergoeding van reiskosten terzake wordt in dat geval in de provinciale kas gestort. Ritten ten behoeve van partijbijeenkomsten worden in principe niet aangevraagd. Vervoer kan wel worden aangevraagd wanneer men in de functie als gedeputeerde aanwezig moet zijn. Gekoppeld aan de huidige dienstregeling van de NS worden s ochtends om 8.43 uur en om 8.54 uur 2 ritten van het station naar het provinciehuis verzorgd. Tot uur regelt de Facilitaire Dienstverlening het vervoer richting station. Na genoemd tijdstip regelt het GS-secretariaat dit zelf met een extern bedrijf. De dienstauto is niet beschikbaar voor privé-gebruik. De leden 5 tot en met 9 regelen de compensatievergoeding voor de belastingheffing wegens gebruik van de dienstauto voor woon-werkverkeer. Deze regeling geldt voor de Commissaris van de Koning en is afgeleid uit artikel 8.A van de Rechtspositie van de Commissarissen van de Koning. Gevolgd in deze wordt de fiscale regelgeving.

20 Artikel 31 Als richtlijn ten aanzien van de in lid drie genoemde reizen met zeer beperkte afstand wordt gehanteerd: een reisafstand minder dan 600 km vanaf Zwolle (zoals Brussel, Hannover en Straatsburg). 20 Nevenfuncties gedeputeerden Artikel 33 en 34 De artikelen 33 en 34 handelen over de nevenfuncties van gedeputeerden. In de Statenvergadering van 11 december 2002 (CS/2002/102) is besloten (beoordeling en toetsing deelneming en qq-functies) dat de algemene gedragslijn is dat afgezien wordt van bestuurlijke (PS en GS) en ambtelijke participatie in de vorm van een commissariaat of bestuurszetel. Alleen in geval van uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld publiek belang, kan hiervan worden afgeweken. T.a.v. de overige qq-functies (anders dan de provinciale deelneming) zal aan de hand van een vragenlijst bepaald moeten worden of vertegenwoordiging gewenst is. En bij een negatief oordeel is de provinciale vertegenwoordiging niet gewenst. Naast de qq-functies die bestuurder (of ambtenaar) uit hoofde van zijn functie vervult, zijn er ook nevenfuncties die op persoonlijke titel worden uitgeoefend. M.b.t. deze categorie nevenfuncties geldt als uitgangspunt dat dit tot de eigen verantwoordelijkheid van de bestuurder (of ambtenaar ) behoort. Bedrijfsvoeringfaciliteiten Artikel 35 Cursussen, seminars en congressen welke dienen ter behoorlijke vervulling van de functie komen inclusief de daaraan verbonden reis- en verblijfkosten tot een bepaald maximum voor vergoeding in aanmerking. Voor gedeputeerden geldt een budget voor het college, vergoeding geschiedt op basis van een collegebesluit. Hiervoor wordt een budget van 1,5% van de bezoldiging per gedeputeerde ter beschikking gesteld. De uitkering geschiedt op basis van een fractiebesluit. Degenen die niet voor het fictief werknemerschap hebben gekozen dienen de nettovergoeding bij de inkomstenbelasting te verantwoorden. Artikel 36 Voor de aanvang van de nieuwe statenperiode is besloten om een nieuwe regeling vast te stellen voor het ter beschikking stellen van pc voor gedeputeerden. Hierbij wordt niet geheel aangesloten bij de regeling zoals die thans geldt voor Statenleden (zie artikel 11), gezien de intensieve samenwerking met de ambtelijke organisatie. Bij nadere besluitvorming door Gedeputeerde Staten zal de regeling nader vorm worden gegeven (FD/2003/155). Artikel 37 Zie toelichting bij artikel 12. Artikel 38 De aanvrager dient voor ingebruikname van een mobiele telefoon een bruikleenovereenkomst te tekenen overeenkomstig het hiertoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde formulier. Terzake van privé-gebruik van de mobiele telefoon wordt een percentage per jaar op het salaris van de betrokkene ingehouden conform artikel 26.A, lid 3 van deze Verordening. Artikel 40 Deze bepaling geldt alleen indien gekozen is voor fictief werknemerschap. Artikel 41 Aansluiting is gezocht bij de regeling die geldt voor het provinciepersoneel.

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 10 van 2005 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend dat; provinciale staten van Zeeland bij besluit van 8 oktober 2004 hebben vastgesteld de hierna volgende Verordening

Nadere informatie

provinciaal blad 1. dat Provinciale Staten in hun vergadering van 18 december 2002, onder nummer 10, geamendeerd hebben vastgesteld hetgeen volgt:

provinciaal blad 1. dat Provinciale Staten in hun vergadering van 18 december 2002, onder nummer 10, geamendeerd hebben vastgesteld hetgeen volgt: provinciaal blad nr. 1 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 24 januari 2003 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 januari 2003, nr. 2003-327, PO, tot bekendmaking

Nadere informatie

Artikel 3 Onkostenvergoeding Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen Artikel 5 Reiskosten Artikel 6 Verblijfkosten

Artikel 3 Onkostenvergoeding Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen Artikel 5 Reiskosten Artikel 6 Verblijfkosten RAADSBESLUIT Raadsvergadering van 21 januari 2010 De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 21 januari 2010, gelezen het voorstel van het presidium van 2 november 2009; Gelet op artikelen

Nadere informatie

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen De raad van de gemeente Menaldumadeel; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit

Nadere informatie

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, De raad van de gemeente Strijen. gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads-

Nadere informatie

- 1 - gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

- 1 - gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; - 1 - Registratienummer: 2014-000916/r De raad van de gemeente Weststellingwerf, gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; gelet op het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2010. De raad van de gemeente Maasdriel;

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2010. De raad van de gemeente Maasdriel; De raad van de gemeente Maasdriel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 juli 2010; gelet op artikel 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet en het rechtspositiebesluit

Nadere informatie

Verordening rechtpositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen

Verordening rechtpositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen Verordening rechtpositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie: een commissie als

Nadere informatie

gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U200600890) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u200601086);

gezien de circulaires van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten d.d. 17 mei 2006 (MARZ/CvA/U200600890) en 7 juli 2006 (MARZ/CvA/u200601086); Raadsbesluit R 2006.093A De raad van de gemeente Bladel; overwegende dat het gewenst is, gezien de datum van de totstandkoming en de ontwikkelingen daarna, de Verordening vergoedingen gemeentebestuurders

Nadere informatie

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN (inclusief 1 e wijziging)

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN (inclusief 1 e wijziging) MID 07/015 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN (inclusief 1 e wijziging) De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid,

Nadere informatie

Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden

Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden Tekstuitgave van de verordening voorzieningen wethouders-, raads-, burger- en commissieleden De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 mei

Nadere informatie

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR251590_5 28 december 2016 Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Groningen Provinciale Staten van Groningen; Besluiten:

Nadere informatie

Verordening rechtspositie statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2003

Verordening rechtspositie statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2003 Verordening rechtspositie statenleden, gedeputeerden en commissieleden 2003 (geconsolideerde versie, geldend vanaf 11-9-2004 tot 15-3-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Overijssel

Nadere informatie

vast te stellen de volgende: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011

vast te stellen de volgende: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 Besluit raad Besluitnummer 62(a) / 2010 Onderwerp Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Lingewaard 2011 De raad van de gemeente Lingewaard; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Leudal 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Leudal 2014 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden van de gemeente Leudal 2014 De gemeenteraad van de gemeente Leudal Gelet op de artikelen 44, 2 e en 3 e lid, 95 tot en met 99 en 147 van de

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2006.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2006. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en burgerraadsleden 2006. Nummer: 5b. De Raad van de gemeente Boxmeer; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 onder de WKR

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 onder de WKR BESLUIT De raad van de gemeente Aalburg; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013; gehoord de overwegingen van de opiniërende vergadering d.d.. 2013; gelet

Nadere informatie

Raadsbesluit Reg. nr : 0810124 Ag. nr : 9 Datum : 27-05-08

Raadsbesluit Reg. nr : 0810124 Ag. nr : 9 Datum : 27-05-08 Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11-03-08 ; gehoord de commissie Bestuurlijke Zaken; Besluit De Verordening rechtspositie wethouders, raads-

Nadere informatie

De discussie heeft ons aanleiding gegeven tot de volgende opmerkingen en wijzigingen:

De discussie heeft ons aanleiding gegeven tot de volgende opmerkingen en wijzigingen: Aan: de voorzitter en leden van provinciale staten van Drenthe Assen, 22 september 2005 Ons kenmerk 38/PO/A11/2005008773 Behandeld door de heer B. Stoffers (0592) 36 55 54 Onderwerp: Opmerkingen/wijzigingen

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013.

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013. Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013. Z.6027 /RB.173 De Raad der gemeente Zederik; gelezen het raadsvoorstel van 2 september 2013; overwegende, dat in zowel het

Nadere informatie

Gemeente Wormerland. Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Burgerraadsleden 2013. Wetstechnische informatie. Tekst van de regeling

Gemeente Wormerland. Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Burgerraadsleden 2013. Wetstechnische informatie. Tekst van de regeling Gemeente Wormerland Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Burgerraadsleden 2013 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Wormerland Officiële naam regeling

Nadere informatie

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Utrecht

Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Utrecht Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden provincie Utrecht Inhoud van deze regeling Provinciale Staten van Utrecht; Op het voorstel van Gedeputeerde Staten van 19 januari 2010,

Nadere informatie

Nr GEMEENTEBLAD De raad van de gemeente Westerveld, Hoofdstuk

Nr GEMEENTEBLAD De raad van de gemeente Westerveld, Hoofdstuk GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Westerveld. Nr. 27581 19 mei 2014 De raad van de gemeente Westerveld, Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden gemeente Kerkrade 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raadsen commissieleden gemeente Kerkrade 2014 De raad van de gemeente Kerkrade, gelet op de artikelen 44, 95, 96, 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden,

Nadere informatie

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 201 4

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 201 4 CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR338273_1 1 maart 2016 Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 201 4 De raad van de gemeente Roosendaal; Gezien het advies van het raadspresidium

Nadere informatie

Aan de Raad. Made, 2 december 2002. Raadsvergadering d.d. 9 januari 2003. Agendapunt: Onkostenvergoeding bestuurders

Aan de Raad. Made, 2 december 2002. Raadsvergadering d.d. 9 januari 2003. Agendapunt: Onkostenvergoeding bestuurders Made, 2 december 2002 Aan de Raad. Raadsvergadering d.d. 9 januari 2003 Agendapunt: Onderwerp: Onkostenvergoeding bestuurders Voorstel: Vast te stellen de navolgende verordening: de verordening voorzieningen

Nadere informatie

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 Concept verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie: een commissie als bedoeld

Nadere informatie

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers

Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers CVDR Officiële uitgave van Waalre. Nr. CVDR49353_2 23 mei 2017 Verordening rechtspositie raadsleden en fractievertegenwoordigers VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADSLEDEN EN FRACTIEVERTEGENWOORDIGERS De raad

Nadere informatie

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen No. 081106 St.-Annaparochie, 27 november 2008. De raad van de gemeente het Bildt; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009 CVDR Officiële uitgave van Heerlen. Nr. CVDR9933_1 12 juli 2016 Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2009 HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

Nadere informatie

4",..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014;

4,..,,,.' B .C-. E R N H EZ E. gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2014; .: ~.~ E R N H EZ E 4",..,,,.' B.C-. Raadsvergadering: 21 mei 2014 Agendapunt: 10 Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden onder werkkostenregeling 2014 De raad van de

Nadere informatie

RAADSBESLUIT. Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2012, met nummer 33/2012;

RAADSBESLUIT. Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2012, met nummer 33/2012; RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Sint-Oedenrode; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 april 2012, met nummer 33/2012; en gelet op : artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Houten

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Houten De raad van de gemeente Houten heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 mei 2011, nr. 2011-038 gelezen en besluit; overwegende dat het gewenst is om de Verordening rechtspositie wethouders,

Nadere informatie

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014 1 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN De raad van de gemeente Simpelveld, gelet op de artikelen 44, tweede

Nadere informatie

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; De raad van de gemeente Maasdriel; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het rechtspositiebesluit raads-

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2013 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Borsele; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

2007/045 VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN

2007/045 VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2007/045 VERORDENING RECHTSPOSITIE RAADS- EN COMMISSIELEDEN De raad van de gemeente Alkemade, gelet op de artikelen 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit raads-

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006

Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006 Verordening rechtspositie wethouders, raads-en commissieleden 2006 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Lelystad Officiële naam regeling Verordening rechtspositie

Nadere informatie

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van ; gezien het voorstel van het college van 6 februari 2007,doc.nr. B 200707254/09192;

De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van ; gezien het voorstel van het college van 6 februari 2007,doc.nr. B 200707254/09192; Variabelen in het CONCEPTBESLUIT: De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van ; gezien het voorstel van het college van 6 februari 2007,doc.nr. B 200707254/09192; b e s l u i t : De gemeenteraad

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden 2012.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden 2012. Vergadering: 6 maart 2012 Agendanummer: 5 Status: Opiniërend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar E.J. Maring van der Ploeg, 0595 447716 Email: gemeente@winsum.nl (t.a.v. E.J. Maring

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 De raad van de gemeente Buren; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADSLEDEN, DUO RAADSLEDEN EN COMMISSIELEDEN.

VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADSLEDEN, DUO RAADSLEDEN EN COMMISSIELEDEN. VERORDENING VOORZIENINGEN WETHOUDERS, RAADSLEDEN, DUO RAADSLEDEN EN COMMISSIELEDEN. De raad van de gemeente Waterland, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 44, tweede

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen VERORDENING RECHTSPOSITIE STATEN- EN BURGERLEDEN EN ANDERE COMMISSIELEDEN 2016 Provinciale Staten van de provincie Flevoland Gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten en de Statengriffie

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden CVDR Officiële uitgave van Veere. Nr. CVDR305349_2 28 november 2017 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Veere; gelet op de artikelen 44, tweede en derde

Nadere informatie

vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012.

vast te stellen de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2012. Nr. 7.2 Afdeling rg De raad van de gemeente Tiel, overwegende dat voor het papierloos werken en vergaderen de rechtspositie aanpassing behoeft een verlaging van de onkostenvergoeding van raadsleden daaronder

Nadere informatie

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, 0595-447716 gemeente@winsum.nl (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg)

Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, 0595-447716 gemeente@winsum.nl (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg) Vergadering: 20 november 2007 Agendanummer: 10 Status: hamerstuk Behandelend ambtenaar E.J. Maring-van der Ploeg, 0595-447716 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. E.J. Maring-van der Ploeg) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet,

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zuidhorn. Nr. 29803 28 mei 2014 Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2014 De raad van de gemeente Zuidhorn gelet op de artikelen 44, tweede en

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;

Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; De raad van de gemeente Winsum; Gelet op de artikelen 95 tot en met 99 van de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden; B E S L U I T: over te gaan tot vaststelling van de hierna

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 vastgesteld door gemeenteraad op 2014 Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. commissie:

Nadere informatie

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184) 495. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2009;

Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon (0184) 495. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2009; Versie geldig vanaf 28 september 2009 Verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009. Verantwoordelijke afdeling Bestuurszaken en Veiligheid. telefoon

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007

Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007 CVDR Officiële uitgave van Roermond. Nr. CVDR175969_4 22 mei 2018 Verordening rechtspositie wethouders en raadsleden 2007 De raad van de Gemeente Roermond, besluit: vast te stellen de navolgende Verordening

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2014;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2014; DE RAAD VAN DE GEMEENTE HAREN, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 november 2014; gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE SINT ANTHONIS

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE SINT ANTHONIS VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE SINT ANTHONIS De Raad van de gemeente Sint Anthonis; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juli 2009; gelet

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht

Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht Verordening rechtspositie wethouders Dordrecht Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de

Nadere informatie

Gemeenteblad van Zaltbommel 2011 Nr. 4.1

Gemeenteblad van Zaltbommel 2011 Nr. 4.1 Gemeenteblad van Zaltbommel 2011 Nr. 4.1 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 Status In werking Algemene informatie Gegevens van de regeling Bestuursorgaan dat regeling vaststelde

Nadere informatie

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2010;

gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2010; De raad van de gemeente Cuijk gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2010; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de

Nadere informatie

Voorstel van het college inzake verordening voorzieningen wethouders.

Voorstel van het college inzake verordening voorzieningen wethouders. rv 181 Bestuursdienst BSD/2006.2960 RIS 142000_061206 Gemeente Den Haag RIS142000_11-DEC-2006 Voorstel van het college inzake verordening voorzieningen wethouders. Inleiding Onlangs is de geactualiseerde

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; Nr. B-5.20.2008 De raad van de gemeente Eemsmond; Gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; Gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014 Raadsbesluit Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 Jaar/nummer: 2015 / 74 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2014 De raad van de gemeente

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Zeewolde 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Zeewolde 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zeewolde. Nr. 22094 10 februari 2017 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Zeewolde 2014 De raad van de gemeente Zeewolde, gelezen het

Nadere informatie

Brochure over de. Rechtspositie van staten- en commissieleden van de provincie Utrecht

Brochure over de. Rechtspositie van staten- en commissieleden van de provincie Utrecht Brochure over de Rechtspositie van staten- en commissieleden van de provincie Utrecht 2 Inhoud 1. Inleiding 2. Bezoldiging en de fiscus 3. Bezoldiging 4. Reiskosten 5. Verblijfkosten 6. Cursus en congres

Nadere informatie

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2010 over de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Doetinchem 2010; gelet

Nadere informatie

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen Bekendmaking vaststelling beleid De raad van Heemskerk maakt bekend de verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Heemskerk 2015 vast te stellen. De nieuwe verordening treedt werkt

Nadere informatie

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015

Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 114398 1 december 2015 Gemeente Stadskanaal: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Stadskanaal 2015 De raad van de

Nadere informatie

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS EN RAADSLEDEN De raad van de gemeente Leeuwarderadeel gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude MID14/019 VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van het college

Nadere informatie

Hoofdstuk II Voorzieningen voor. raads- en commissieleden.

Hoofdstuk II Voorzieningen voor. raads- en commissieleden. Vergelijkend overzicht Verordening Rechtspositie wethouders en raads- en commissieleden 2015 en concepttekst 2017 (de wijzigingen zijn in de volledig weergegeven artikelen gemarkeerd) Verordening 2015

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden CVDR Officiële uitgave van Neerijnen. Nr. CVDR72874_2 8 november 2016 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden De raad van de gemeente Neerijnen - gelet op de artikelen 44, tweede

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Utrechtse Heuvelrug 2017

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Utrechtse Heuvelrug 2017 Behoort bij raadsvoorstel 2017-395 Titel: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden (2017) De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007 CVDR Officiële uitgave van Maasgouw. Nr. CVDR75194_4 28 november 2017 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Maasgouw 2007 De raad van de gemeente Maasgouw; gelet op de

Nadere informatie

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014

Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer december 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Bergeijk Nummer 20 30 december 2014 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Bergeijk 2014 De raad der gemeente Bergeijk; Gezien

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011, nr. 12.03;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 december 2011, nr. 12.03; De raad van de gemeente Heeze-Leende; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rec htspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden Gemeente Landgraaf 2015.

Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden Gemeente Landgraaf 2015. Verordening rechtspositie wethouders, raadsleden Gemeente Landgraaf 2015. De raad van de gemeente Landgraaf; Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 april 2015; gelet

Nadere informatie

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: verordening rechtspositie wethouders. Aan de gemeenteraad,

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: verordening rechtspositie wethouders. Aan de gemeenteraad, Raadsnota Raadsvergadering d.d.: Agenda nr: Onderwerp: verordening rechtspositie wethouders Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel De regeling van de rechtspositie van

Nadere informatie

Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders

Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders Verordening rechtspositie raadsleden, fractievertegenwoordigers en wethouders De raad van de gemeente Beesel; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raad- en commissieleden van gemeente Maasdriel 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raad- en commissieleden van gemeente Maasdriel 2014 De raad van de gemeente Maasdriel; Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 oktober 2014, gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen

Nadere informatie

Besluit voorzieningen burgemeester, gemeentesecretaris en raadsgriffier

Besluit voorzieningen burgemeester, gemeentesecretaris en raadsgriffier Besluit voorzieningen burgemeester, gemeentesecretaris en raadsgriffier vastgesteld door het college op 31 oktober 2006 1 INHOUDSOPGAVE PAGINA Inleiding... 3 Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen... 3 Artikel

Nadere informatie

Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Forumleden in de gemeente Montfoort 2011

Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Forumleden in de gemeente Montfoort 2011 g e m e e n t e Verordening rechtspositie Wethouders, Raads- en Forumleden in de gemeente Montfoort 2011 De raad van de gemeente Montfoort gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2006

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2006 De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 8 augustus 2006, nummer ; gelet op artikel 44 tweede en derde lid en 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; gelet

Nadere informatie

Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden

Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden CVDR Officiële uitgave van Coevorden. Nr. CVDR310606_1 16 mei 2017 Verordening Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden No. 2010/681 De raad van de gemeente Coevorden; gelet op de artikelen 44

Nadere informatie

Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 3 februari

Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 3 februari Onderwerp: RAADSBESLUIT Zaaknummer AST/2014/014886 Dagtekening: Agendanummer: Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 3 februari 2015 15.02. De raad van de gemeente Asten; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Vergelijking Verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Staten- en Commissieleden Provincie Flevoland 2003 met de IPO Modelverordening

Vergelijking Verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Staten- en Commissieleden Provincie Flevoland 2003 met de IPO Modelverordening Verordening Rechtspositie Gedeputeerden, Statenen Commissieleden Provincie Flevolnd 2003 Artikel 1 Begripsbepalingen Alle begrippen komen terug in de modelverordening VOORZIENINGEN VOOR STATENLEDEN Artikel

Nadere informatie

Reg. nr.: Z /INT *ZAADFBAC759* Oude versie met artikelsgewijs de aanpassingen.

Reg. nr.: Z /INT *ZAADFBAC759* Oude versie met artikelsgewijs de aanpassingen. Reg. nr.: Z-14-08261 /INT-14-03950 *ZAADFBAC759* Oude versie met artikelsgewijs de aanpassingen. De raad van de gemeente Lingewaal; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Nadere informatie

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2007;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2007; Raadsbesluit De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 15 mei 2007; gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met

Nadere informatie

Onderwerp : Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006.

Onderwerp : Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006. RAADSVOORSTEL Onderwerp : Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006. Toelichting Naast hetgeen bij wet of ministerieel besluit voor wethouders, raads- en commissieleden is bepaald

Nadere informatie

Volgnummer : 16 Kenmerk : stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen Onderwerp : Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015

Volgnummer : 16 Kenmerk : stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen Onderwerp : Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015 Volgnummer : 16 Kenmerk : stafafdeling bestuurlijke zaken en middelen Onderwerp : Rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2015 De raad van de gemeente Brielle; gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 CVDR Officiële uitgave van Rhenen. Nr. CVDR104541_1 23 mei 2017 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2006 De raad van de gemeente Rhenen, gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Hoofdstuk II VOORZIENINGEN VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN

Hoofdstuk II VOORZIENINGEN VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN Nr. 9 De raad van de gemeente Marum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 maart 2015, nr. 15.02.09.; gelet op de artikelen 95, 96 eerste en tweede lid, en 97 en 147 van de Gemeentewet,

Nadere informatie

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet;

gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2010 over de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Doetinchem 2010; gelet

Nadere informatie

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden

Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden CVDR Officiële uitgave van Roermond. Nr. CVDR154845_1 22 mei 2018 Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden DE RAAD VAN DE GEMEENTE ROERMOND, gezien het voorstel van voorzitter en

Nadere informatie

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 33

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: nr. 33 Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 51 Datum: 18-12-2014 nr. 33 Burgemeester en wethouders maken bekend dat de gemeenteraad van Huizen in zijn vergadering van 11 december 2014 besloten

Nadere informatie

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Roerdalen 2015

Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Roerdalen 2015 Raadsbesluit Jaar 2015/02/12/05A Onderwerp: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Roerdalen 2015 De raad van de gemeente Roerdalen heeft; gezien het voorstel van het college van

Nadere informatie

verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009

verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009 CVDR Officiële uitgave van Sliedrecht. Nr. CVDR44741_1 12 juni 2018 verordening op rechtspositie wethouder, raads- en commissieleden van de gemeente Sliedrecht 2009 Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen Versie

Nadere informatie

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS 2014 onder WKR. De raad van de gemeente Oss

VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS 2014 onder WKR. De raad van de gemeente Oss VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS 2014 onder WKR De raad van de gemeente Oss gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders gemeente De Wolden 2011

Verordening rechtspositie wethouders gemeente De Wolden 2011 De raad van de gemeente De Wolden gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders, besluit

Nadere informatie

Gemeente Den Haag. rv 116 Bestuursdienst BSD/2014.1069 RIS 278107_111120

Gemeente Den Haag. rv 116 Bestuursdienst BSD/2014.1069 RIS 278107_111120 Gemeente Den Haag rv 116 Bestuursdienst BSD/2014.1069 RIS 278107_111120 Voorstel van het college inzake vaststellen Verordening rechtspositie burgemeester 2015 Inleiding De VNG heeft de Modelverordening

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden 2012 Provincie Limburg (2e wijziging)

PROVINCIAAL BLAD. Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden 2012 Provincie Limburg (2e wijziging) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Limburg. Nr. 7706 25 november 2015 Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden 2012 Provincie Limburg (2e wijziging) Provinciale

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders, raads - en commissieleden 2014

Verordening rechtspositie wethouders, raads - en commissieleden 2014 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Zoetermeer. Nr. 14661 20 maart 2014 Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 gemeente Zoetermeer Raadsbesluit nr. DOC-2014-000160

Nadere informatie

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2010

vast te stellen de navolgende VERORDENING RECHTSPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN GEMEENTE WAALWIJK 2010 De raad van de gemeente Waalwijk; gezien het voorstel van het college van Waalwijk van 13 april 2010, gelet op artikel 44 tweede en derde lid en 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet; gelet op het

Nadere informatie

Verordening rechtspositie wethouders 2014 gemeente Ridderkerk

Verordening rechtspositie wethouders 2014 gemeente Ridderkerk GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ridderkerk. Nr. 33417 20 april 2015 Verordening rechtspositie wethouders 2014 gemeente Ridderkerk De raad van de gemeente Ridderkerk, gezien het voorstel van

Nadere informatie