Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014"

Transcriptie

1 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014

2

3 Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening Deel 1 Politieke Verantwoording Inleiding... 7 Deel 2 Programmaverantwoording Inleiding Leven en wonen in Groningen Wonen en leefbaarheid Ondernemend Groningen Bedrijvigheid Bereikbaar Groningen Mobiliteit en infrastructuur Karakteristiek Groningen Natuur en landschap Programma Landelijk Gebied (PLG) Schoon/Veilig Groningen Water Milieu Risicobeleid/Veiligheid Energiek Groningen Energie en klimaat Gebiedsgericht POP/Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Sociaal beleid Jeugd Cultuur en media Bestuur Provinciale Staten Overige bestuursorganen Bestuurlijke samenwerking Communicatie Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering Algemene middelen Overzicht algemene dekkingsmiddelen Onvoorziene uitgaven 249 Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening 3

4 Deel 3 Paragrafen 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit Beleidslijn en ontwikkelingen Risicoprofiel Toelichting risico s en beheersmaatregelen Financiering Algemeen Ontwikkelingen Ontwikkeling rentetarieven Uitzettingen Verstrekte leningen in het kader van de publieke taak Toezicht liquiditeitspositie en renterisconorm Bedrijfsvoering Personeel & Organisatie Informatievoorziening en -technologie Facilitaire dienstverlening Financiën & Control Lokale heffingen Inleiding Beleid ten aanzien van lokale heffingen Lokale lastendruk Overige heffingen Onderhoud kapitaalgoederen Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen Huisvesting ICT Grondbeleid Inleiding Doelstellingen producten Resultaten grondexploitaties en winstneming Reserves, voorzieningen en risico s Verbonden partijen Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Schoon/Veilig Groningen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Duurzaamheid Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening

5 Deel 4 Jaarrekening 1. Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat Financieel beleid Rekeningresultaat Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Analyse saldo van baten en lasten Analyse mutaties op reserves Verdeling en omvang apparaatskosten Kapitaallasten Overzicht aanwending onvoorzien Incidentele baten en lasten per programma Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Balans Toelichting op de balans Deel 5 Bijlagen Realisatie per productgroep Single Information Single Audit Overzicht Nieuw beleid Voortgangsrapportage Provinciale Meefinanciering Verantwoording Meerjarenprogramma Wet bodembescherming over het jaar Rapportage Blauwestad Jaarverslag Toezicht en Handhaving Financieel toezicht gemeentebegrotingen Voortgangsrapportage Infrastructurele Werken Overzicht inhuur personeel Controleverklaring kapitaallasten en berekening rente-omslag Kostenverdeelstaat Subsidiestaat Relaties tussen programma s, thema s en productgroepen Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening 5

6 6 Inhoudsopgave Geïntegreerde Programma- en Productenrekening

7 Inleiding Voor u ligt de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 van de provincie Groningen. Via onze website is de rekening te downloaden. Voorschriften De rekening is opgesteld volgens comptabiliteitsvoorschriften, vervat in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten van 17 januari 2003, hierna aan te duiden als BBV. Het BBV bevat de regels voor de opzet en de inrichting van de begroting en de jaarstukken voor gemeenten en provincies. Deze voorschriften hangen voor een belangrijk deel samen met de invoering van het duale systeem in maart Integratie van twee losse documenten tot één rekening Met ingang van begrotingsjaar 2014 is de Programmabegroting en Productenbegroting geïntegreerd tot één Programma- en Productenbegroting. Dit is bij de behandeling van de Programma- en Productenbegroting 2013, waarin een pilot was opgenomen met een nieuw stramien voor het programma Leven en wonen in Groningen, besloten door uw Staten. Omdat de rekening volgend is op de begroting, is de integratie van de Programmarekening en de Productenrekening tot één Programma- en Productenrekening met ingang van 2014 een logisch vervolg. In onderstaande tabel is ter verduidelijking de relatie tussen de begroting 2014 en de rekening 2014 weergegeven. BEGROTING 2014 REKENING 2014 Geïntegreerde Programma- en Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 Productenrekening 2014 Inleiding deel 1. Begroting 2014 in één oogopslag deel 2. Programmaplan deel 3. Paragrafen deel 4. Financiële begroting 2014 a. financieel beleid op hoofdlijnen b. overzicht baten en lasten c. meerjarenramingen per programma Bijlagen bij de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 Inleiding deel 1. Politieke Verantwoording deel 2. Programmaverantwoording deel 3. Paragrafen deel 4. Jaarrekening deel 5. Bijlagen bij de geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 De onderdelen van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 zoals opgenomen in voorgaande tabel worden hierna verder toegelicht. Deel 1 Jaarverslag Normaliter wordt in deel 1 van dit boekwerk een Politieke Verantwoording opgenomen. Daar zien we nu van af. Ten eerste omdat wij onlangs een evaluatie van het afgelopen collegeprogramma aan de Staten hebben aangeboden. Ten tweede heeft de rekening in één oogopslag geen toegevoegde waarde meer, omdat in deel 4 de rekening al op een overzichtelijke wijze wordt gepresenteerd. Deel 2 Programmaverantwoording De programmaverantwoording is het onderdeel van de rekening voor de Staten dat is opgebouwd uit zogenoemde programma s. In 2003 hebben uw Staten uitspraken gedaan over het in de Programmabegroting en -rekening te hanteren onderscheid naar programma's (9 stuks) en subprogramma's, ook wel thema's genoemd. Om een voorbeeld te geven. Het programma Bestuur is op te delen in de thema's Provinciale Staten, Overige bestuursorganen, Bestuurlijke samenwerking en Communicatie. Op themaniveau vindt de autorisatie door uw Staten plaats. De indeling naar programma's vindt plaats volgens de meest recente POP+-indeling. In de Programmaverantwoording zijn per thema de in de Programmabegroting 2014 vastgestelde onderwerpen inhoudelijk verantwoord. Daarnaast zijn eventueel onderwerpen toegevoegd uit de Integrale Bijstelling 2013, de Inleiding 7

8 Voorjaarsnota 2014 en de Integrale Bijstelling 2014 in verband met actualiteit. Tevens zijn per programma, per thema en per productgroep de geraamde lasten en baten vergeleken met de realisatie. In het nieuwe stramien voor de programmaverantwoording wordt bij elk programma gestart met het vermelden van de maatschappelijke doelen. Daarbij wordt een relatie gelegd met het collegeprogramma Vervolgens worden per thema op het niveau van Provinciale Staten de doelen en beleidskader beschreven en wordt op het niveau van Gedeputeerde Staten een opsomming gegeven van de bij het betreffende thema behorende productgroepen met een korte omschrijving. In het nieuwe stramien is op verschillende onderdelen gewerkt met twee verschillende kleuren. Deze kleuren geven de verschillende actoren aan (oranje = Provinciale Staten, geel= Gedeputeerde Staten). Een nieuw onderdeel, ten opzichte van 2013, is de toevoeging van een pagina met kengetallen (themaniveau) en prestatie-indicatoren (productgroepniveau). Dit om bij de Voorjaarsnota en Integrale Bijstelling te kunnen werken met een digitale monitor. Conform de werkwijze met de digitale monitor die bij de Integrale Bijstelling 2014 is gepresenteerd, zijn de beleidsdoelen en doelstellingen alsmede de daaraan gekoppelde kengetallen en prestatie-indicatoren overgenomen vanuit de Begroting In deze begroting is namelijk een forse verbeterslag gemaakt ten aanzien van het SMART formuleren van deze items. Na het overzicht met kengetallen en prestatie-indicatoren worden als eerste de belangrijkste prioriteiten van het begrotingsjaar vermeld. Wij geven daarbij aan wat de geplande en wat de gerealiseerde resultaten zijn. Ook geven wij aan wat de hiermee corresponderende middelen zijn. Vervolgens worden per productgroep de overige prioriteiten inzichtelijk gemaakt waarbij eveneens het onderscheid in gepland en gerealiseerd is gemaakt. Hier is vooral het onderscheid tussen de kaderstellende taak van Provinciale Staten en de uitvoerende taak van Gedeputeerde Staten van belang. De belangrijkste prioriteiten moeten worden gezien als kaderstellend en behoren dus tot het domein van uw Staten. De prioriteiten op productgroepniveau zijn vooral uitvoerend en daarmee dus voorbehouden aan ons college. Op deze wijze proberen wij te bewerkstelligen dat wij een rekening opstellen, waaruit duidelijk blijkt welke informatie voor welke actor is. Documenten dienen immers goed aan te sluiten bij de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren. De financiële tabel lasten en baten per thema is qua opzet vrijwel gelijk aan die in de Programmabegroting Deel 3 Paragrafen In de paragrafen worden de onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de provincie, conform de voorschriften van het BBV. Deel 3 bevat onder andere beleidslijnen met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten, alsmede de lokale heffingen. Via deze paragrafen kunnen de Staten ook hier nadrukkelijk zelf de beleidsuitgangspunten vaststellen. Het gaat bijvoorbeeld om het aangeven van het beleid over het weerstandsvermogen: daarbij geven wij inzicht in het huidige risicoprofiel, welke beheersmaatregelen er worden genomen om de risico s zo beperkt mogelijk te houden en hoe de benodigde weerstandscapaciteit zich verhoudt tot de beschikbare weerstandscapaciteit. Het BBV stelt een aantal paragrafen in zowel de begroting als het jaarverslag verplicht, waarbij de provincies een grote vrijheid hebben bij de invulling ervan. Het BBV schrijft voor, dat de rekening voor de Staten tenminste de volgende paragrafen bevat: weerstandsvermogen en risicobeheersing, financiering, bedrijfsvoering, lokale heffingen, onderhoud kapitaalgoederen, grondbeleid en verbonden partijen. Het te voeren grondbeleid is nader uitgewerkt in de Nota Grondbeleid. In de paragraaf Duurzaamheid wordt per thema (thema s per programma) aangeven wat de belangrijke beleidsontwikkelingen, activiteiten en projecten zijn, waarin duurzaamheid een belangrijk onderdeel vormt. Deel 4 Jaarrekening In dit deel is het Financieel beleid 2014 en het rekeningsresultaat opgenomen. Daarnaast treft u in deel 4 het Overzicht van baten en lasten en de Balans en een toelichting op beide aan. Deel 5 Bijlagen In deel 5 is een aantal bijlagen opgenomen. Deels betreft dit verplicht voorgeschreven bijlagen op basis van de BBV en deel betreft dit bijlagen welke op verzoek van uw Staten zijn opgenomen in de jaarstukken. 8 Inleiding

9 Deel 1 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Politieke Verantwoording

10

11 1 Inleiding Normaliter wordt in deel 1 van dit boekwerk een Politieke Verantwoording opgenomen. Daar zien we nu van af. Ten eerste omdat wij onlangs een evaluatie van het afgelopen collegeprogramma aan de Staten hebben aangeboden. Ten tweede heeft de rekening in één oogopslag geen toegevoegde waarde meer, omdat in deel 4 de rekening al op een overzichtelijke wijze wordt gepresenteerd. Politieke verantwoording 11

12 12 Politieke verantwoording

13 Deel 2 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Programmaverantwoording Beschrijving en middeleninzet per programma

14

15 Inleiding In dit deel van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 wordt bij elk programma en de daarbinnen te onderscheiden thema s een beschrijving gegeven van het gevoerde beleid. Daarbij zullen drie vragen als leidraad dienen: Wat hebben wij bereikt?, Wat hebben we daarvoor gedaan? en Wat heeft het gekost? Dit deel van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 is als volgt opgebouwd. Allereerst worden in de hoofdstukken 1 tot en met 10 de verschillende programma s verantwoord. Dit geschiedt in de eerste plaats inhoudelijk. Telkens zal daarbij een onderscheid worden gemaakt tussen voorgenomen beleid en uitgevoerde acties. Aan het slot van elk hoofdstuk staan de financiële consequenties van het uitgevoerde beleid. In hoofdstuk 11 worden de algemene middelen toegelicht. Inleiding 15

16 16 Inleiding

17 1. Leven en wonen in Groningen Inleiding Het programma Leven en wonen in Groningen bestaat uit het thema Wonen en leefbaarheid. Wij werken aan een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving. Bij de ruimtelijke ordening en ontwikkeling van onze provincie streven wij naar een duurzame ruimtelijke kwaliteit. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Wij willen de kwaliteit en bereikbaarheid van voorzieningen op peil brengen en houden. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn gebaat bij de versterking van de groene en blauwe ruimtelijke kwaliteit. Dit betekent voor ons bij gebiedsopgaven een integrale aanpak van landschap, landschapselementen, water, energie en landbouw. We willen een balans tussen enerzijds beschermen en anderzijds economische ontwikkeling. In de economische kerngebieden (Regio Groningen-Assen, in de Eemsdelta, in Hoogezand, Winschoten, Stadskanaal en Veendam) bieden we veel ruimte aan wonen en bedrijvigheid. In het landelijk gebied zijn we daarin terughoudend. De woningbouwprogrammering wordt kwantitatief en kwalitatief regionaal afgestemd. Leven en wonen in Groningen 17

18 1.1 Wonen en leefbaarheid Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Het realiseren van een aantrekkelijke woon-, werk- en leefomgeving met een duurzame ruimtelijke kwaliteit. Beleidskader: Provinciaal Omgevingsplan en Provinciale Omgevingsverordening Beleidskader Stedelijke Vernieuwing Nota Ruimte voor daadkracht PS Productgroep 9101 Ruimtelijke ontwikkeling Ontwikkelen van strategisch ruimtelijk beleid Handhaven en versterken van kernkarakteristieken van de provincie GS Productgroep 9102 Realisatie ruimtelijk beleid Inzet van bestuurlijke en proactieve juridische sturingsinstrumenten ter realisering van ruimtelijk beleid Toezien dat provinciale ruimtelijke belangen worden geborgd in bestemmingsplannnen en andere ruimtelijke plannen en besluiten van gemeenten Voorbereiden en vaststellen provinciale inpassingsplannen Productgroep 9201 Wonen Doorslaggevende rol bij het opvangen van de gevolgen van de bevolkingsdaling Toezien dat gemeenten voldoen aan hun taakstellingen huisvesting vergunninghouders Activeren en ondersteunen plannen van inwoners voor de bijdrage aan de leefbaarheid Doorslaggevende rol bij totstandbrenging van samenwerking tussen partijen in het kader van leefbaarheid Waar nodig faciliteren dat woon- en leefbaarheidsplannen voor de krimpgebieden met urgentie worden uitgevoerd Initiëren en doorslag geven bij samenwerking tussen drie Topkrimpgebieden in Nederland en anticipeergebieden Initiëren dat krimpproblematiek bij Tweede Kamer en ministers volwaardig meegewogen wordt bij maatregelen en te ontwikkelen beleid 18 Leven en wonen in Groningen

19 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Waardering van de Groningers gemiddeld van de kwaliteit van de Groninger Panel 7,7 leefomgeving 1) 1) De provincie Groningen heeft het Sociaal Planbureau Groningen gevraagd om jaarlijks het Groninger Panel te vragen naar hun oordeel over de kwaliteit van hun directe woonomgeving. Daaronder wordt het dorp of de buurt verstaan waarin de respondent woont. In november 2014 is deze vraag voor het eerst opgenomen in de vragenlijst "Trots op Groningen". In totaal hebben (66%) panelleden verspreid over de provincie Groningen deze vraag beantwoord. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Alle 23 gemeenten halen hun halfjaarlijkse Huisvestingswet artikel 60b taakstelling huisvesting vergunninghouders 2 e halfjaar: 20 gemeenten 1 e halfjaar: 20 gemeenten 2 e halfjaar: 22 gemeenten 1 e halfjaar: 22 gemeenten 2 e halfjaar: 21 gemeenten 1 e halfjaar: 23 gemeenten 2 e halfjaar: 23 gemeenten 1 e halfjaar: 23 gemeenten 2 e halfjaar: 23 gemeenten cf cf Leven en wonen in Groningen 19

20 Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging overheveling bouwblokken/maatmethode naar gemeenten Beleid en doelen op termijn In de agrarische sector is schaalvergroting aan de orde van de dag. Stallen worden vergroot en bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken worden toegevoegd. Wij hebben de zogenoemde bouwblokop-maatmethode ontwikkeld ten behoeve van een verantwoorde landschappelijke inpassing en om er tevens voor te zorgen dat bedrijven in de toekomst goed kunnen blijven functioneren. Recentelijk hebben wij twee randvoorwaarden toegevoegd aan de provinciale omgevingsverordening. De eerste ter voorkoming van nachtelijke lichtuitstraling en de tweede om ook het woon- en leefklimaat van direct omwonenden bij het planproces te betrekken. Wij handhaven de maatwerkbenadering. De verantwoordelijkheid voor de maatwerkbenadering tot 2 hectare blijft bij de gemeenten. Voor de ondersteuning door Libau hebben wij tot en met het jaar 2015 een bedrag gereserveerd van op jaarbasis. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 In beperktere mate financieel ondersteunen van Libau. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. (Zie ook collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 zijn deze middelen met ingang van 2014 beperkt met 50% tot een bedrag van Er is aan Libau conform de Voorjaarsnota 2013 een lager bedrag toegekend voor advisering bij de bouwblok-op-maatmethode, nl Libau heeft de halvering voor eigen kosten intern opgelost waardoor de resultaten niet noemenswaardig minder zijn geworden. Begin 2015 zal de laatste subsidie van maximaal worden toegekend. Besteed De bezuinigingen zijn verwerkt, aan Libau is conform begroting een bedrag toegekend van Leven en wonen in Groningen

21 Start uitvoering nota 'Ruimte voor daadkracht', provinciaal beleid bevolkingsdaling Beleid en doelen op termijn Uitvoering van de woon- en leefbaarheidsplannen. De provincie zet zich daarvoor in conform de nota 'Ruimte voor daadkracht' met als doel de gevolgen van de bevolkingsdaling zo goed mogelijk op te vangen. Daarbij hebben we de slag gemaakt van het opstellen van plannen naar (ondersteuning van) de concrete uitvoering. Wij vinden dat burgers en ondernemers daarbij een belangrijke rol vervullen, zodat er daadwerkelijk wordt bijgedragen aan hun eigen woon- en leefomgeving. We werken samen met de andere topkrimpprovincies - Zeeland en Limburg - onder andere om zoveel mogelijk steun voor het krimpbeleid te vinden bij het Rijk. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Implementatie van de woon- en leefbaarheidsplannen waarmee wij een bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de krimpgebieden in onze provincie. Over de voortgang hiervan zullen we rapporteren. We maken de stand op van de samenwerking met het Rijk, zoals we die hebben vastgelegd in het convenant 'Groningen op koers'. We zetten de samenwerking met Zeeland, Limburg en de noordelijke krimpprovincies voort. De gezamenlijke lobby met de andere topkrimpprovincies richting het Rijk wordt voortgezet. Implementatie woon- en leefbaarheidsplannen is in uitvoering in de drie krimpregio's te weten Eemsdelta, Oost-Groningen en De Marne vanaf 2011 tot In de 2 krimpregio s de Marne en Eemsdelta verloopt de uitvoering volgens plan en zijn programma s en projecten volop in de uitvoering. In de krimpregio Oost-Groningen is men nog in de voorbereidende fase en moet een MKBA leiden tot een regionaal afgestemd woonen leefbaarheidsplan. Samenwerking met het Rijk, zoals vastgelegd in convenant 'Groningen op koers' is in uitvoering volgens plan. De tussenevaluatie is opgetekend in een (digitale) overzichtskrant en vastgesteld in april In het najaar is de opdracht voor een gezamenlijke evaluatie van de convenanten Groningen, Zeeland en Limburg met het Rijk in gang gezet. De gezamenlijke evaluatie heeft plaatsgevonden eind december 2014 en wordt eind februari 2015 opgeleverd. Samenwerking met Zeeland, Limburg en de noordelijke krimpprovincies verloopt volgens plan. Zo heeft bestuurlijk afstemming plaatsgevonden met het Rijk over onder meer de beleidsdoorlichting op de inzet van het ministerie van BZK met betrekking tot het programma bevolkingsdaling. Gezamenlijke lobby met andere topkrimpprovincies verloopt volgens plan. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Voor de periode is jaarlijks beschikbaar: uit de reserve Leefbaarheid; uit ISV-3; uit aandeel rijksbudget krimpsloop en convenant februari 2015 Besteed We hebben het vierde achtereenvolgende jaar gehad waarin subsidies in het kader van de leefbaarheid zijn toegekend. Er zijn inmiddels meer dan 100 projecten gesubsidieerd. In de jaren 2011 tot en met 2014 is van die subsidies een totaalbedrag van ca. 11,8 miljoen ten laste van de reserve Leefbaarheid gebracht en is ca. 1,3 miljoen ten laste van aandeel ISV-3 gebracht en ca. 9,9 miljoen ten laste van het aandeel Rijk krimpsloop. Voor het jaar 2014 hebben we uit de reserve Leefbaarheid Krimpgebieden bijna 5 miljoen betaald; uit ISV-3 ca. 0,6 miljoen en uit het aandeel Rijksbudget krimpsloop bijna 8 miljoen betaald. Leven en wonen in Groningen 21

22 De mate van betalingen van de subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden is sterk afhankelijk van de omvang van de ingediende subsidieaanvragen en van de mate waarin de reeds gesubsidieerde middelen worden gedeclareerd. 22 Leven en wonen in Groningen

23 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Ruimtelijke ontwikkeling (productgroep 9101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Handhaven en versterken van de kernkarakteristieken van de provincie Groningen advisering over optimale inpassing van infrastructurele projecten (wegen, kanalen, kunstwerken, fietspaden, spoorwegen etc.) in het landschap of het stedelijk gebied zoals N361 en Zuidelijke Ringweg; advisering over optimale ruimtelijke inpassing van de provinciale energieopgaven bijv. de windparken N33, Delfzijl en Eemshaven; ook worden vanuit ontwerpend onderzoek uitgangspunten geformuleerd voor landschappelijke inpassing van andere energiemodaliteiten (zon, biomassa); adviseren en beoordelen van ruimtelijke ontwikkelingen zoals bestemmingsplannen en structuurvisies. Handhaven en versterken van de kernkarakteristieken van de provincie Groningen Advisering over inpassing van infrastructurele projecten: - Zitting in het Qteam heeft ertoe geleid dat de Zuidelijke Ringweg als aantrekkelijke 'parkway' zal worden ingericht. De ambities en het kader voor de vormgeving bij de uitvoering zijn in het Esthetisch Programma van Eisen (EPVE) verbeeld. - Zitting in het Qteam Spoorzone heeft ertoe geleid dat de monumentale delen van het stationsgebied Groningen ook in de toekomst een volwaardige plaats krijgen. De ontwerpambities voor stationsgebied zijn in het boekje 'Mooi' in beeld gebracht, als hulpmiddel bij nadere besluitvorming. - De landschappelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten voor de Blauwe Loper, Blauwestad-Winschoten zijn vastgesteld. - Voor het noordelijke deel van de N361 is een landschappelijke visie opgesteld en vastgesteld. Voor het zuidelijk deel is een maatregelenpakket opgesteld, dat begin 2015 de inspraak ingaat. Advisering over zonnepanelenpark Geefsweer heeft geleid tot een verantwoorde locatiekeuze en een aanvaardbare landschappelijke inpassing. Adviseren en beoordelen van ruimtelijke ontwikkelingen: - Advisering over de ruimtelijke inpassing van het datahotel 'Google' in het deelgebied Zuid- Oost bij de Eemshaven heeft mede bijgedragen aan definitieve vestiging van dit bedrijf in de Eemshaven. De advisering heeft tevens geleid tot een zorgvuldig ruimtelijk ontwerp met een robuuste groen- en waterstructuur. - De Kwaliteitskaart 'kernkarakteristieken landschap' is gereedgekomen, de 2 e fase wordt in 2015 uitgevoerd. - Opdracht tot een 'kookboek' voor gemeenten voor kleinschalige ingrepen in het landelijk gebied is verleend aan Libau en wordt in 2015 uitgebracht. - De landschapsanalyse met betrekking tot uitbreiding melkfabriek Bedum heeft geleid tot Leven en wonen in Groningen 23

24 werkbare opties. - Masterplan Kust en Erfgoed is gereed gekomen. De opgedane kennis is reeds benut als input voor de Omgevingsvisie. Realisatie ruimtelijk beleid (productgroep 9102) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Toezien dat bij ruimtelijke projecten in de provincie het provinciaal ruimtelijk belang wordt geborgd voorgenomen provinciale ruimtelijke ontwikkelingen planologisch mogelijk maken; toezien dat bij bestemmingsplannen en andere ruimtelijk relevante besluiten het provinciaal ruimtelijk belang wordt geborgd, door middel van de volgende toetsing aan de Omgevingsverordening: - voorkantsturing (kennisoverdracht, relatiebeheer en overleg): 1. samen met de VGG vier themabijeenkomsten houden waarin kennis wordt uitgewisseld over actuele onderwerpen; 2. bijdragen aan de actualisering van bestemmingsplannen voor de Eemshaven en voor het industriegebied Oosterhorn; Er hebben voorbereidende werkzaamheden plaatsgevonden ten behoeve van een drietal inpassingsplannen die in 2015 de formele procedure zullen ingaan (vooroverleg en/of ontwerp- en/of vaststellingsprocedure). Het gaat om de volgende drie inpassingsplannen: 1. Realiseren Ecologische Hoofdstructuur (natuurnetwerk) bij Westerbroek. Planning: terinzagelegging ontwerp (zienswijzefase) in het voorjaar van N366: verdubbeling weg Veendam-Nieuwe Pekela en verbreding weg Nieuwe Pekela- Stadskanaal. Planning: start inspraak en vooroverleg over voorontwerp in februari Opstelterrein treinen Haren (De Vork Essen/Haren). Planning: start inspraak en vooroverleg over voorontwerp eind januari In het kader van door gemeenten opgestelde bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten wordt op de hierna te benoemen wijzen toegezien op de borging van het provinciaal ruimtelijk belang. - voorkantsturing: 1. In april 2014 vond een kennisuitwisselingsbijeenkomst Kwaliteitsgids Landschap plaats. De kwaliteitsgids betreft een project waarin de bij de provincie beschikbare informatie op het terrein van landschap, ruimtelijke kwaliteit en cultuurhistorie richting gemeenten en waterschappen wordt ontsloten, met als doel deze informatie door de betrokken partijen te laten gebruiken bij het tot stand brengen van ruimtelijke plannen. Op de kwaliteitskaart is de samenhangende landschappelijke hoofdstructuur van Groningen op inspirerende wijze verbeeld. 2. In samenwerking en in overleg met de gemeenten Delfzijl en Eemsmond is gewerkt aan het opstellen van: o een regieplan Oosterhorn- Eemshaven, vastgesteld door PS in november 2014; 24 Leven en wonen in Groningen

25 3. deelnemen aan keukentafelgesprekken voor agrarische schaalvergroting boven 2 ha; - op aanvraag nemen van uitvoeringsbesluiten op grond van de Omgevingsverordening (ontheffing, verklaring van geen bedenkingen, wijziging grens buitengebied, doen van principe-uitspraken, vaststellen nadere regels); - toezien op de naleving van de Omgevingsverordening (overleg en toetsing, zo nodig gevolgd door het indienen van een zienswijze, instellen van beroep, het geven van een reactieve aanwijzing, bestuursrechtelijke handhaving verzoeken aan gemeenten: o overleg over voorontwerpstructuurvisies van gemeenten: 4; o overleg over voorontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 120; o toetsen van ontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 170; o toetsen vastgesteld ruimtelijke plannen en -besluiten: 160. schorsing en vernietiging en 'indeplaatstreding' bij taakverwaarlozing. o een provinciale structuurvisie Eemsmond-Delfzijl. De visie is leidend voor de uitwerking in de bestemmingsplannen voor de zeehaven-/industrieterreinen Eemshaven en Oosterhorn. Medio 2014 is een start gemaakt met het actualiseren van beide bestemmingsplannen inclusief het opstellen van een Plan-MER. 3. Er is aan vier keukentafelgesprekken voor agrarische schaalvergroting boven 2 ha deelgenomen. Het betrof gesprekken over de uitbreiding van drie melkrundveehouderijen en één varkenshouderij. - Er zijn op de volgende aantallen uitvoeringsbesluiten op grond van de omgevingsverordening genomen: o ontheffingen: 23 o verklaring van geen bedenkingen: 1 o wijziging begrenzing buitengebied: 4 o principe-uitspraken: 14 o nadere regels: 0 - Er is toegezien op de naleving van de Omgevingsverordening middels de volgende provinciale reacties: o overleg over structuurvisies: 1 o overleg over voorontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 76 o toetsen van ontwerp-ruimtelijke plannen en -besluiten: 153 o toetsen van vastgestelde ruimtelijke plannen en -besluiten: 122 NB. Van de bovengenoemde afgehandelde 395 zaken in 2014 zijn per 17 februari zaken door het Snelloket afgehandeld. Het Snelloket is als uitvloeisel van het project 'Minder regels, betere dienstverlening' en bij wijze van proef ingesteld om de afhandeltermijn van ruimtelijke plannen bij de provincie te versnellen, in het belang van een betere dienstverlening richting onder meer gemeenten, bedrijven en burgers. Het Snelloket is geen fysiek loket, maar een andere werkwijze bij de afhandeling van nietcomplexe ruimtelijke aangelegenheden. Wij hebben geen gebruik gemaakt van onze bevoegdheden op het gebied van schorsing en vernietiging en op het gebied van indeplaatstreding bij taakverwaarlozing. Leven en wonen in Groningen 25

26 Wonen (productgroep 9201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Monitoren woningbouw en transformatie woningvoorraad per regio en gemeente en de resultaten rapporteren. Gestart is met de nieuwe woningmarktmonitor Oost-Groningen. De ombouw van de oude monitor heeft meer tijd gekost dan voorzien. Hierdoor zal oplevering begin 2015 plaatsvinden. Woningmarktmonitor Eemsdelta is gerealiseerd. Met ingang van 2014 is de frequentie van Woningmarktmonitor Groningen-Assen verlaagd naar tweemaal per jaar. In de Regio Groningen-Assen steeg het aantal verkochte bestaande woningen in 2014 met 30%. Ook werden er meer bouwvergunningen afgegeven. Ook het aantal verkochte nieuwbouwwoningen nam fors toe van 315 in 2013 tot 707 in 2014, een stijging van ruim 100%. Faciliteren dat gemeenten voor 1 januari 2015 beschikken over een goede woonvisie Ondersteunen en faciliteren van de regio's dan wel gemeenten bij het maken van woonvisies. Vanaf 2015 moeten alle gemeentelijke bestemmingsplannen namelijk passen binnen een regionale dan wel gemeentelijke woonvisie. Op 4 gemeenten in het Westerkwartier en de zeven Oost-Groninger gemeenten na, beschikten alle gemeenten op 31 december 2014 over een actuele woonvisie. De gemeenten Marum, Leek, Grootegast en Zuidhorn uit het Westerkwartier hebben samen een woonvisie opgesteld. Deze is in maart 2015 vastgesteld door de gemeenteraden van Marum, Leek en Zuidhorn. Grootegast stelt de visie op 21 april 2015 vast. De gemeenten in Oost-Groningen zijn te laat gestart om de woonvisies op tijd af te hebben. Vlagtwedde heeft sinds 23 maart 2015 een vastgestelde woonvisie. Toezien dat gemeenten voldoen aan hun taakstellingen huisvesting vergunninghouders Monitoring realisatiecijfers per gemeente van het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA). Ingeval taakstelling niet worden gerealiseerd, dan dienen wij wettelijk te voorzien in de uitvoering ten laste van de gemeente. Wij voeren bestuurlijk overleg over de te ondernemen stappen. Realisatiecijfers op het gebied van huisvesting vergunninghouders worden maandelijks gemonitord. Voor de toezichthouderstaak zijn echter alleen de cijfers op 1 januari en 1 juli van belang. Deze hebben extra aandacht gekregen en zijn in geval er sprake leek van een achterstand bij de betrokken gemeenten nagetrokken. Ondanks de fors hogere taakstelling in extra te plaatsen vergunninghouders- zijn praktisch alle gemeenten er in geslaagd de taakstelling te realiseren. Voor de taakstelling is in de plaats getreden voor 1 gemeente en voor voor 2 gemeenten. De taakstelling is inmiddels uitgevoerd. Op provinciaal niveau hebben de gezamenlijke gemeenten in vergunninghouders meer geplaatst dan waartoe ze volgens de taakstelling wettelijk zijn gehouden. De provincie Groningen loopt daarmee samen met de provincies Friesland en Overijssel voorop bij de uitvoering van de taakstellingen. 26 Leven en wonen in Groningen

27 Lasten/baten en analyse thema Wonen en leefbaarheid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Kapitaallasten Ruimtelijke ontwikkeling Realisatie ruimtelijk beleid Wonen Totaal lasten Ruimtelijke ontwikkeling Realisatie ruimtelijk beleid Wonen Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten -260 Programmakosten Productgroep 9101 Ruimtelijke ontwikkeling De lasten voor Blauwestad zijn hoger dan geraamd, dit kan worden verklaard door de volgende oorzaken: - In het kader van de jaarrekening heeft een herwaardering van de investering van Blauwestad plaatsgevonden. Jaarlijks wordt beoordeeld of er een herwaardering dient plaats te vinden De kosten voor de exploitatie van Blauwestad zijn lager dan begroot en kan hoofdzakelijk worden verklaard door de volgende oorzaken. Voor het bouw- en woonrijp maken van gronden ( ), de kosten voor de aanleg van hoofdinfrastructuur ( ) en de kosten voor tijdelijke inrichting ( ) zijn de kosten lager dan begroot omdat gemeente Oldambt geen verzoeken heeft ingediend. De begrote stelpost voor inflatie ( ) is over de werkelijke kosten verdeeld. De aanspraak op de raming voor onvoorziene kosten is lager dan begroot ( ) er waren in 2014 nauwelijks onvoorziene kosten behoudens de sloop van een object. Daarnaast vielen de kosten voor beheer en onderhoud lager uit ( ). Voor het projectbureau en overige zaken werden meer kosten gemaakt dan begroot ( ). Deze overschrijding is grotendeels te verklaren door de inzet van extra middelen voor communicatie, pr en marketing en tevens door een hogere afdracht van onroerendezaakbelasting Lagere rentelasten door lagere uitgaven voor Blauwestad De kosten voor Bouwheerschap en Actualisering gegevens RO variëren jaarlijks. In 2014 zijn beide budgetten niet geheel nodig geweest voor de nodige uitgaven. - Overige afwijkingen Leven en wonen in Groningen 27

28 Productgroep 9201 Wonen - Uit het investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) 3 is een bedrag van gereserveerd voor het fonds particuliere woningverbetering. In 2012 is in totaal in het provinciaal fonds particuliere woningverbetering (PWV) gestort en ten laste van de ISV3 middelen gebracht. Inmiddels zijn leningen verstrekt en is de looptijd van de regeling afgelopen (2014 laatste jaar). De administratieve verwerking van de leningen is de afgelopen jaren niet juist geweest. De middelen zijn overgemaakt op een provinciale rekening bij de stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). SVn voert de regeling uit voor de provincie. Vanaf de rekening zijn leningen aan particulieren verstrekt met een looptijd van 15 jaar. De gehele mutatie met betrekking tot de uitbetaalde en de verstrekte leningen had via de balans van de provincie moeten worden verantwoord (langlopende leningen en rekening-courant) in plaats van ten laste van de ISV3-middelen. Dit is in 2014 alsnog gecorrigeerd en is weer ten gunste van de ISV3-middelen geboekt. In 2014 was nog een bedrag van geraamd voor het fonds. Per saldo een afwijking van Daarnaast is een bedrag van voor ISV3 wonen geraamd. In 2014 is hiervan daadwerkelijk uitbetaald. Van de al toegekende subsidies is minder dan het verwachte bedrag gedeclareerd. De niet benutte middelen blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid. - Van de programma's Stads- en Dorpsvernieuwing (SDV), ISV1 en ISV2 zijn nog niet alle projecten afgerond. Verwachte financiële afrondingen in 2014 hebben niet plaatsgevonden en volgen later. De middelen daarvoor blijven beschikbaar. - De mate van bestedingen van de subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden is sterk afhankelijk van de omvang van de ingediende subsidieaanvragen en van de mate waarin de reeds gesubsidieerde middelen worden gedeclareerd. In 2014 is minder gedeclareerd dan begroot. De middelen blijven beschikbaar in de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden. - Door drie gemeenten aangedragen projecten in het kader van de subsidieregeling Leefbaarheid niet Krimpgebieden vinden hoofdzakelijk in het jaar 2015 plaats. Daarom is het budget in 2014 niet volledig besteed. Om onze toezegging aan de gemeenten gestand te kunnen doen is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten de resterende middelen van over te boeken naar De subsidieregeling voor het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap is in 2014 geëindigd. Er is geen gebruik gemaakt van het volledige budget. - Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten Leven en wonen in Groningen

29 BATEN Programmabaten Productgroep 9101 Ruimtelijke ontwikkeling - De baten voor Blauwestad zijn lager dan geraamd, dit kan worden verklaard door de volgende oorzaken: - Omdat de kosten lager zijn uitgevallen, zijn ook de baten navenant lager (zijn immers voor de provinciale begroting aan elkaar gelijk). - De baten blijven achter omdat de verkoop van kavels achterblijft bij de prognose. Ook zijn minder herbestemmingsgronden verkocht dan begroot. - Overige afwijkingen Productgroep 9201 Wonen - Op de balans staan onder vooruitontvangen bedragen van het rijk nog de middelen voor SDV, ISV1 en 2. Per 1 januari 2011 zijn de ISV3- middelen als decentralisatie-uitkering overgeheveld naar het Provinciefonds. Als gevolg daarvan is de Wet stedelijke vernieuwing ingetrokken en is er geen verantwoordingsplicht meer richting het Rijk. De SDV- en ISV1- en ISV2-middelen kunnen niet meer als schuld aan het Rijk worden opgenomen en zijn ten gunste van de exploitatie geboekt. Dit had al in 2011 op deze verwerkt moeten worden, maar is toen niet gebeurd. Wel zijn de middelen voor ISV3 aan de reserve Leefbaarheid toegevoegd. Voor zover er nog verplichtingen op drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit in lijn met ISV3. De vrij besteedbare middelen vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat In totaal is een bedrag van toegevoegd aan de reserve en vrijgevallen. Daarnaast is er in 2014 minder besteed dan begroot waardoor er ten opzichte van de raming een nadelig effect van is ontstaan. Resumerend = Overige afwijkingen Overige afwijkingen 618 Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Leven en wonen in Groningen 29

30 30 Leven en wonen in Groningen

31 2. Ondernemend Groningen Inleiding Het programma Ondernemend Groningen bestaat uit het thema Bedrijvigheid. Dit programma richt zich op een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid in combinatie met behoud en versterking van de fysieke omgeving. Hierbij gaat het o.a. om een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt en een goede bereikbaarheid. Centrale thema's hierbij zijn werk en energie. Tevens willen wij samen met andere partijen investeren in de arbeidsmarktkansen voor jongeren. Concreet is hierover in het collegeprogramma incl. addendum het volgende opgenomen: Naast het handhaven van de speerpuntsectoren in het provinciaal economisch beleid, zetten we in op de drie topgebieden Energie, Life Sciences/Healthy Ageing en Biobased Economy. We willen zowel voor bestaande bedrijven als voor nieuwe bedrijven aantrekkelijker voorwaarden creëren om zich hier te vestigen: een uitstekende ICT-, onderwijs- en verkeersinfrastructuur en een goed leefklimaat. Voor de versterking van de toeristische infrastructuur maken we extra middelen vrij. Het versterken van de kenniseconomie, door samenwerking tussen Groninger bedrijven en kennisinstellingen te stimuleren, vinden wij belangrijk. Wij zien kansen in een gemeenschappelijke promotie van Groningen als vestigingsplaats voor bedrijven. Meer Groningers moeten werk krijgen door arbeidsmarkt en opleiding nog beter op elkaar af te stemmen. We willen participatiemogelijkheden van jongeren op de arbeidsmarkt vergroten. We zien dit als een prioriteit in ons bestaande arbeidsmarktbeleid. Ondernemend Groningen 31

32 2.1 Bedrijvigheid Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Ondanks de economische recessie waar we stevig mee geconfronteerd zijn, blijven we in noordelijk verband streven naar het samengaan van economie en omgeving. Dat wil zeggen een versterkte duurzame groei van economie en werkgelegenheid. Wij stellen ons tot doel om Groningen een nog stevigere plaats in het nationale topsectorenbeleid te laten verkrijgen op het terrein van energie. Deze aansluiting willen we ook verkrijgen op de terreinen Healthy Ageing en Biobased Economy/Agribusiness. Ons mkb zal meer gaan innoveren en duurzamer ondernemen. Het opleidingsniveau van de medewerkers mkb zal omhoog moeten en er zal meer geëxporteerd worden. PS Beleidskader: Economisch Actieprogramma Groningen Productgroep 6101 Toerisme en recreatie Productgroep 7001 Algemeen economische zaken Productgroep 7002 Promotie en acquisitie Productgroep 7003 Toeristische promotie Productgroep 7103 Werkgelegenheid en arbeidsmarkt Productgroep 7106 Regioprogramma's Productgroep 7107 Provinciale bedrijven Productgroep 7108 Fysieke bedrijfsomgeving Productgroep 7109 Marktsectoren Productgroep 7201 Nutsvoorzieningen Verbeteren en uitbreiden toeristisch-recreatieve voorzieningen In kaart brengen ondernemingen en werkgelegenheid via vestigingenregister Subsidiëren van (economische) projecten Voorbereiding, opdrachtverlening en subsidiëring activiteiten ter versterking toeristisch imago provincie Groningen Bijdrage leveren aan goede werking arbeidsmarkt Projecten genereren die in aanmerking komen voor Europese en nationale subsidies en subsidieprogramma's ontwikkelen en hiervoor ook de financiering organiseren Behartigen provinciale inbreng in provinciale bedrijven NOM en GSP Beïnvloeden aanbod bedrijventerreinen en logistieke voorzieningen Voorlichting, verwerving projecten ter invulling innovatie- en speerpuntenbeleid Behartigen provinciale inbreng in Essent en Waterbedrijf Groningen GS 32 Ondernemend Groningen

33 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Aantal werkzame personen in provincie Groningen t.o.v. heel Nederland LISA Gron.: NL: Gron.: NL: Gron.: NL: Gron.: NL: n.n.b. 1) Percentage werkzame personen in provincie Groningen t.o.v. heel Nederland LISA 3,3% 3,4% 3,4% 3,4% n.n.b. 1) 1) De informatie over het jaar 2014 is vanaf mei 2015 beschikbaar. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron en Ontwikkeling aantal overnachtingen van Nederlanders in de provincie Groningen, afgezet tegen het landelijke gemiddelde Totale omvang van Europese subsidies en nationale subsidies Continu Vakantie Onderzoek diverse beschikkingen Gron.: -6,0%; NL: +0,7% n.n.b. 18 mln. % Gron. = % NL 10 mln. Subsidies omgerekend in diverse geprognosticeerde beschikkingen n.n.b. 100 aantal arbeidsplaatsen Voorraad bedrijventerreinen IBIS 518 n.n.b. 485 Uitgegeven hoeveelheid bedrijventerrein in 21 n.n.b. 33 hectares Voortgang revitaliseringsprogramma n.n.b. in hectares 2) 2) Het is het streven om in de periode ha bedrijventerreinen te hebben geherstructureerd. Ondernemend Groningen 33

34 Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging Versterking toeristische infrastructuur Beleid en doelen op termijn Het budget Versterking toeristische infrastructuur wordt ingezet voor het realiseren van wandel-, fiets- en vaarvoorzieningen en dagrecreatieve terreinen. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen ) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Cofinanciering van tenminste 4 projecten van derden (vnl. gemeenten en waterschappen) die bijdragen aan de versterking van de toeristische infrastructuur. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de versterking van de toeristische infrastructuur voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot een bedrag van per jaar. Uit dit budget zijn in totaal ruim 20 projecten op het gebied van verbetering van de fysieke toeristische infrastructuur voorzien van cofinanciering. De projecten zullen naar verwachting in 2016 zijn gerealiseerd. Besteed De bezuiniging is doorgevoerd. Niet alles is besteed. Voor het resterende krediet aan het eind van het jaar ( ) is bij de IB2014 een overboekingsvoorstel ingediend zodat een aantal pijplijnprojecten in 2015 alsnog kan worden gehonoreerd. Bezuiniging Promotie vestigingsklimaat Beleid en doelen op termijn Het budget Promotie vestigingsklimaat wordt onder andere ingezet op maatregelen gericht op de promotie van ons vestigingsklimaat. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen ) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 organiseren van de jaarlijkse bijeenkomst voor gevestigde ondernemers en ondernemers van buiten de regio (bijvoorbeeld de mainports en brainport); ondersteunen van (bestaande) initiatieven op het gebied van regiopromotie van bijvoorbeeld KvK en NOM. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de promotie van ons vestigingsklimaat voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld. In samenwerking met gemeente Groningen en UVW zijn drie bijeenkomsten georganiseerd met ondernemers van binnen en buiten de regio. In samenwerking met NOM is een bezoek georganiseerd aan de Hannover Messe Besteed De bezuiniging is doorgevoerd en het budget is volledig besteed. 34 Ondernemend Groningen

35 (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot een bedrag van per jaar. Participatiemogelijkheden jongeren op de arbeidsmarkt (incl. VJN2014 en IB2014) Beleid en doelen op termijn We willen een nader onderzoek naar een werkgelegenheidsplan voor jongeren starten, waarbij de provincie samen met jeugdzorginstellingen en diverse andere partijen, zoals gemeenten, onderwijsinstellingen en werkgeversorganisaties investeert in de arbeidsmarktkansen voor kwetsbare jongeren. Deze jongeren willen en kunnen werken, maar werken niet en gaan door allerlei problemen niet meer naar school. Werkgevers die werkplekken bieden, ontvangen van de provincie onder voorwaarden een vergoeding voor de begeleiding van een jongere voor de duur van een jaar. Ook moet het bedrijf scholingsmogelijkheden bieden, die ervoor zorgen dat de jongere een beroepskwalificatie kan halen. Het doel is de mogelijkheden te onderzoeken en aan te sluiten bij bestaande initiatieven, die de participatiemogelijkheden van jongeren op de arbeidsmarkt vergroten. We zien dit als een prioriteit in ons bestaande arbeidsmarktbeleid. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 p.m. NB. Bij de Integrale Bijstelling 2013 volgt een nadere uitwerking van dit voorstel. Wanneer gereed 2014 Middelen Besteed Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze prioriteit te bekostigen vanuit de daarvoor beschikbare middelen binnen het programma Ondernemend Groningen. Bij de Voorjaarsnota 2014 zijn middelen beschikbaar gesteld: per jaar voor de jaren 2014 en De projecten die inhoudelijk aansluiten op bovenvermelde actiepunten zijn: de Werkschool 2.0, GOA Publiek (Gemeenschappelijk Opleidingsactiviteit) en Vouchers t/m 2016 Besteed Er is besteed aan De Werkschool 2.0. Vanwege enige vertraging in dit project is bij de Integrale Bijstelling 2014 een bedrag van overgeheveld naar 2015 ( ) en 2016 ( ). Bezuiniging Arbeidsmarktbeleid (incl. VJN2014) Beleid en doelen op termijn Wij blijven streven naar groei van het aantal banen in onze provincie. Wij zetten zwaarder in op het beter bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Dit vraagt om het versterken van de samenwerking tussen bedrijven, brancheorganisaties, gemeenten, onderwijsinstellingen en overige partijen die zich bezighouden met de aansluiting tussen onderwijs en werk. Hierbij vragen wij extra aandacht voor de positie van jongeren. Wij zien hierbij een faciliterende rol voor de provincie waarbij de inzet is partijen bij elkaar te brengen en zoveel mogelijk in te spelen op bovengemeentelijke initiatieven. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen ) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 De uitvoering van het arbeidsmarktbeleid zal zich als gevolg van de bezuiniging in beginsel beperken tot: Financieel ondersteunen van projecten die zijn opgenomen in de Versnellingsagenda 2.0 (looptijd ) te weten: Dit is conform afspraak uitgevoerd. De looptijd van de Versnellingsagenda 2.0 is met een jaar verlengd. Ondernemend Groningen 35

36 - financieel ondersteunen van het SXC en GOA Publiek. - financieel ondersteunen van een verkenning en ontwikkeling van een Werkschool. - bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de bestaande actiegerichte projectstructuur van de drie arbeidsmarktregio's. Continueren financiële ondersteuning van projecten die in 2013 zijn gestart en doorlopen in 2014, te weten: BOTSS, NNTTM, Werkpro, Scholingsplatform ZorgpleinNoord en Voorlichtingsproject ZorgpleinNoord. Dit is conform uitgevoerd. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is structureel een bedrag van (in 2014) oplopend tot (in 2015) per jaar beschikbaar gesteld waardoor het totaal te besteden krediet voor arbeidsmarktbeleid uitkomt op een bedrag van 1 miljoen per jaar structureel. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om de structurele middelen voor arbeidsmarktbeleid met ingang van 2014 te beperken met 50% tot in 2014 en per jaar met ingang van Inclusief de middelen aanvaard beleid resteert er dan voor arbeidsmarktbeleid een budget van in 2014 en per jaar met ingang van Bij de VJN2014 is het krediet 2014 aangevuld met waardoor in 2014 in totaal beschikbaar is. Bij de IB2014 wordt voorgesteld een bedrag van voor de IT Academy te substitueren naar de reserve RSP waardoor in 2014 voor arbeidsmarktbeleid een bedrag van resteert Besteed Het begrote bedrag ( ) is vrijwel geheel besteed ( ) o.a. aan de hierboven genoemde projecten. Bezuiniging Extra middelen provinciale meefinanciering Beleid en doelen op termijn Uit de middelen voor provinciale meefinanciering zullen in de komende jaren provinciale bijdragen voor onder meer projecten op het gebied van Energie, Healthy Ageing en Biobased Economy moeten worden bekostigd om daarmee de economie verder te kunnen versterken. (Zie ook Economisch Actieprogramma Groningen ) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Door de bezuinigingen op het fonds zullen minder middelen beschikbaar komen voor de (co)financiering van belangrijke economische projecten en programma's. Hoe dit concreet uitpakt, door bijvoorbeeld minder te doen met Waddenfonds-projecten, of minder met EFRO- Bij de Integrale Bijstelling 2013 is aangegeven dat de bezuiniging volgens een zekere verdeling over de verschillende compartimenten binnen het fonds zal worden doorgevoerd. Het is van belang dat wij gaan meedenken met de Economic Board in de ontwikkeling van projecten, 36 Ondernemend Groningen

37 projecten of een kleiner financieringsfonds voor het mkb is nu nog niet in te vullen. Inschatting is dat de bezuinigingen over alle activiteiten verdeeld worden. Een nadere uitwerking vindt plaats bij de Integrale Bijstelling Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is aanvullend een bedrag van structureel 4 miljoen per jaar beschikbaar gesteld. Daarmee komt het budget voor provinciale meefinanciering met ingang van 2012 uit op 8,5 miljoen per jaar. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten de aanvullende structurele middelen voor provinciale meefinanciering met ingang van 2014 te beperken met 25% tot 3 miljoen per jaar. Inclusief de middelen aanvaard beleid resteert er dan voor provinciale meefinanciering een budget van 7,5 miljoen per jaar vanaf Bij de Voorjaarsnota 2014 zijn de beschikbare middelen 2014 afgeraamd met een bedrag van in totaal 2,5 miljoen, waarvan 1,5 miljoen voor de Economic Board en 1,0 miljoen voor ophoging van het weerstandsvermogen in het kader van risicoafdekking van het revolverend MKB-fonds. Na verrekening met de akp ten bedrage van resteert in 2014 een bedrag van voor provinciale meefinanciering. waardoor bewerkstelligd wordt dat de koppeling tussen spoor 4 en het Waddenfonds en de Europese Programma's (EFRO/Interreg) vorm krijgt. Wij zijn voornemens dit proces na twee jaar te evalueren. Mocht dan blijken dat de aansluiting met het Waddenfonds en de Europese Programma's niet mogelijk is en we daardoor te weinig aanspraak kunnen doen op EFRO/Interreg- en Waddenfondsmiddelen, zal het krediet voor de jaren aangevuld moeten worden. Dit kan dan geschieden via herprioritering Besteed Bij de IB2014 is aangegeven dat de verwachte bestedingen ten laste van de reserve Provinciale Meefinanciering in bedragen. De projectuitvoerders hebben in 2014 in totaal een bedrag van opgevraagd. Het kasritme is blijkbaar te hoog ingeschat. Investeringsfaciliteit mkb-bedrijven (revolving fund) (incl. VJN2014) Beleid en doelen op termijn Wij willen de komende jaren fors investeren in verbetering van het financieringsklimaat voor innovatieve Groninger mkb-ondernemingen. In dit verband zal vanuit het stamkapitaal van de provincie enkele tientallen miljoenen beschikbaar worden gesteld om de financiering van innovaties door het mkb makkelijker te maken. Wij kunnen en willen dit echter niet alleen doen, en zoeken in dit verband uitdrukkelijk naar partners om gezamenlijk te investeren in nieuwe financieringsinstrumenten en eventueel het verbeteren van bestaande financieringsinstrumenten waar innovatieve Groninger mkbbedrijven gebruik van kunnen maken. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 De investeringsfaciliteit voor mkb-bedrijven is begin 2014 gereed en van hieruit worden in 2014 de eerste financieringen gepleegd. De voordracht voor het vaststellen van de uitgangspunten van een revolverend fonds is behandeld en vastgesteld door uw Staten op 12 maart 2014 (1/2014, zaaknr ). Begin 2015 door uw Staten ingestemd met de oprichting van het fonds. Ondernemend Groningen 37

38 Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten dat vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering middelen worden ingezet ter afdekking van risico s en ter compensatie van de rentebaten. Wij zullen hiermee bij de eerstvolgende actualisering van de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (risicomatrix) rekening houden. Een eventuele noodzakelijke verhoging van ons minimaal benodigd weerstandsvermogen zou dan kunnen worden opgevangen door middelen uit de reserve Provinciale Meefinanciering over te hevelen naar de Algemene reserve. Bij de Voorjaarsnota is dit cf. voordracht 1/2014 bekrachtigd en is in totaal 10 miljoen ( 1 miljoen in 2014 en 1,5 miljoen per jaar in de periode ) beschikbaar gesteld vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering en toegevoegd aan de Algemene reserve. Daarnaast is bij de Voorjaarsnota 2014 door middel van cofinanciering een bedrag van 10 miljoen (jaarlijks 2 miljoen vanaf het jaar 2014) beschikbaar gesteld voor spoor 4 gaswinning vanuit het revolverend fonds Besteed Vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering is cf. voordracht 1/2014 een bedrag 1 miljoen toegevoegd aan de Algemene reserve ter verhoging van het weerstandsvermogen. TOEGEVOEGD: Innovatief en duurzaam MKB Groningen (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Het provinciale programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen, met een omvang van bijna 3 miljoen, is - in de periode uiterst succesvol geplaatst en volledig benut. Planvoorstellen van geïnteresseerde ondernemers zijn beoordeeld op de bijdrage die geleverd wordt aan duurzame en innovatieve producten, productieprocessen en de economische ontwikkeling van Groningen, met als doel groei van bedrijven en werkgelegenheid. Inmiddels hebben 34 bedrijven met succes een beroep gedaan op het fonds. Het toetsingskader van het programma is in nauw overleg met VNO-NCW Noord, MKB-Noord en Groninger ondernemers tot stand gekomen, en ook Energy Valley, NOM en Kon. Metaalunie waren betrokken bij de ontwikkeling van het programma. Via een amendement op de IB2013 hebben uw Staten verzocht een vervolgprogramma te ontwikkelen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Wij achten het van belang dat innovatie en duurzaamheid met kracht door onze provincie wordt geïnitieerd, gestimuleerd en gefaciliteerd en dat binnen het bestaand toetsingskader en met behulp van het bestaand programmamanagement een vervolg wordt gegeven aan het programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen. Hierbij moet onderzocht worden hoe en op welke wijze vanuit de aanvullende middelen zgn. revolverende kredieten kunnen worden verstrekt. Uw Staten zullen hierover uiterlijk 1 mei 2014 worden geïnformeerd en daarnaast de betreffende passages of verwijzingen in de onderhavige voordracht, voor zover van toepassing, overeenkomstig worden gewijzigd. In april 2014 is het onderwerp in de Statencommissie besproken. Voorstellen die in het kader van het amendement zijn gedaan, zijn overgenomen. Uw Staten zijn via voordracht 70/2014 geïnformeerd over het nieuwe programma. De nieuwe regeling gaat februari 2015 van start. 38 Ondernemend Groningen

39 Wanneer gereed Middelen Begroot Bij amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten dat voor 2014 en 2015 een bedrag van per jaar ter beschikking wordt gesteld (in totaal ) voor continuering van het Programma Innovatief en Duurzaam MKB Groningen. Middelen zijn naar verwachting eind 2015 weggezet. De uitvoering van de gesubsidieerde projecten loopt naar verwachting tot eind 2017 waarna het programma kan worden afgerond. Besteed Bij de Integrale Bijstelling 2014 is een overboekingsvoorstel ingediend om de resterende middelen 2014 (naar verwachting ) over te boeken naar 2015 omdat de intentie was om begin 2015 I&D MKB 2.0 open te stellen. TOEGEVOEGD: Grensoverschrijdende werkgelegenheid (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Door het beschikbaar stellen van in 2014 en 2015 stimuleren we de werkgelegenheid en de intensivering van de samenwerking met Duitsland binnen de Eems Dollard Regio. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 We denken hierbij aan werkervaringsplaatsen over de grens voor mbo-scholieren. Wanneer gereed Middelen Begroot Bij amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten dat voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks (in totaal ) wordt toegevoegd aan het stimuleren van grensoverschrijdende werkgelegenheid binnen de Eems Dollard regio en de betreffende passages of verwijzingen in de onderhavige voordracht, voor zover van toepassing, overeenkomstig worden gewijzigd. Een concept koepelproject Arbeidsmarkt is opgezet en wordt in de komende periode nader uitgewerkt en voorgelegd Besteed Er is enige vertraging opgetreden in de totstandkoming van het Interreg A-programma. Daarom is bij de Integrale Bijstelling 2014 het voorstel ingediend om de resterende middelen ( ) over te boeken naar TOEGEVOEGD: Gaswinning (VJN2014: Spoor 4 en IB2014: Economic Board) Beleid en doelen op termijn Het kabinet, provincie en betrokken gemeenten en NAM hebben op hoofdlijnen overeenstemming bereikt over een programma dat bestaat uit de volgende sporen: Spoor 1. Vergroting van de veiligheid en preventief versterken van huizen en gebouwen; Spoor 2. Verbetering van de schadeafhandeling en waardevermeerdering; Spoor 3. Verbetering van de leefbaarheid; Spoor 4. Verbetering van het economisch perspectief. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 De uitvoering wordt verricht door de dialoogtafel of de Economic Board (spoor 4). Provinciale medewerkers werken aan het dossier gaswinning. Er is in april een zienswijze op het gaswinningsbesluit van de minister van Economische Zaken ingediend. In de loop van 2014 is een onderzoek naar het functioneren van de woningmarkt van start gegaan. Ondernemend Groningen 39

40 Wanneer gereed (Spoor 4) Middelen Begroot Spoor 1 en spoor 2: geen provinciale bijdragen. Spoor 3: Uitgangspunt is dat de provincie 12,5 miljoen beschikbaar stelt. Dit zijn bestaande middelen die reeds zijn begroot voor het Programma Leefbaarheid Krimpgebieden en het Actieprogramma WEL. Spoor 4: Hiervoor is bij de Voorjaarsnota 2014 een bedrag van 32,5 miljoen voor de periode ( 6,5 miljoen per jaar) beschikbaar gesteld. Daarnaast bedragen de jaarlijkse kosten voor de Dialoogtafel ca Voor de periode 2014 tot en met 2018 kost dit de provincie per jaar. (Zie ook programma Bestuur, thema Overige bestuursorganen.) Daarnaast zijn de jaarlijkse kosten voor de provinciale organisatie (AKP) voor een periode van twee jaar begroot op Daarvoor zijn bij de Voorjaarsnota 2014 middelen beschikbaar gesteld. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is voor ondersteuning Dialoogtafel en Economic Board nog eens beschikbaar gesteld voor 2014 (en voor 2015 en, vooruitlopend op de Voorjaarsnota 2015, voor 2015 tot en met per jaar voor extra capaciteit). Eind 2014 zijn voorbereidingen getroffen om het pakket aanvullende maatregelen, van 9 februari 2015, vast te kunnen stellen. In het laatste kwartaal van 2014 is een brief aan de Staten verstuurd over de governance, bemensing en programmalijn van de Economic Board. Op basis daarvan hebben de Staten de middelen definitief beschikbaar gesteld (februari 2015). Voor verder informatie zie ook De activiteiten in spoor 1 en 2 worden gefinancierd door NAM en het ministerie van Economische Zaken. Met het oprichten van het Centrum voor Veilig Wonen is een kwaliteitsimpuls gegeven aan het afhandelen van schadegevallen. Voorts is een groot aantal subsidieaanvragen beschikt onder de interimregeling waardevermeerdering. De provincie heeft deze regeling formeel vastgesteld en SNN aangesteld om de regeling uit te voeren (Spoor 4) Besteed Spoor 3: Aan de Dialoogtafel is besloten het dossier leefbaarheid via drie sporen te benaderen: o herstructurering o regionale programma's o sociale cohesie Op alle drie de sporen zijn programma's vastgesteld. Het spoor sociale cohesie is reeds in uitvoering gebracht. Spoor 4 Omdat besluitvorming over voordracht 75/2014 door de Staten plaatsvindt in 2015, is voorgesteld de bijdrage van 6,5 miljoen, over te boeken naar 2015 en dit voorstel bij de Rekening 2014 te verwerken. (Voor bestede kosten Dialoogtafel zie programma Bestuur, thema Overige bestuursorganen.) De organisatie heeft in 2014 nog geen beroep hoeven doen op deze voor AKP beschikbaar gestelde middelen. Deze middelen worden ingezet voor inhuur van externe expertise, algemene onderzoekskosten en proceskosten die worden gemaakt inzake onze inzet in het gaswinningsdossier. Omdat de minister het winningsbesluit heeft uitgesteld, zijn de juridische kosten gemoeid met het instellen van beroep, pas in 2015 gemaakt. Om die reden zijn de middelen slechts beperkt aangesproken. 40 Ondernemend Groningen

41 TOEGEVOEGD: Mobiliteitscentrum Aldel (VJN2014) Beleid en doelen op termijn De gemeente Delfzijl, het UWV WERKbedrijf, de provincie en het Rijk trekken gezamenlijk 2,5 miljoen uit om de 600 ontslagen werknemers van Aldel en haar toeleveranciers zo snel en goed mogelijk aan nieuw werk te helpen. Zij hebben hiervoor het actieplan Investeren in perspectief opgesteld. Het Rijk draagt hier 1 miljoen aan bij. Het faillissement van aluminiumproducent Aldel en het vooralsnog uitblijven van een doorstart heeft grote gevolgen voor de kwetsbare werkgelegenheidssituatie in Noordoost-Groningen en voor de getroffen werknemers. Er zullen aanzienlijke inspanningen moeten worden geleverd om de problemen voor de oud-werknemers van Aldel en toeleveranciers te lijf te gaan. Daartoe zullen concrete activiteiten worden ondernomen. Het plan valt uiteen in enerzijds een uitgebreid mobiliteitscentrum, waar de oudmedewerkers gerichte re-integratietrajecten en opleidingen kunnen volgen. Anderzijds worden regionale publieke en private partijen gemobiliseerd om expertise, denkkracht en creativiteit te bundelen en perspectief te scheppen voor oud-medewerkers van Aldel, medewerkers van getroffen toeleveranciers en de werkgelegenheid in de regio in brede zin. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Bijdragen in de kosten van het mobiliteitscentrum Aldel. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot De kosten van deze activiteiten worden geraamd op 2,5 miljoen en zullen gezamenlijk door het Rijk, de gemeente Delfzijl en de provincie Groningen worden gedragen. Het Rijk draagt 1 miljoen bij ( voor de personele bezetting van het mobiliteitscentrum en als bijdrage in de scholing van de ontslagen werknemers). Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten om maximaal in de kosten bij te dragen en dit te dekken ten laste van de algemene middelen Wij hebben een financiële bijdrage in de kosten gedaan. Er zijn circa 124 oud-medewerkers herplaatst, ongeveer de helft via een uitzendbureau/ detacheringsbureau, de andere helft heeft een vast dienstverband. Activiteiten die in het mobiliteitscentrum plaatsvinden zijn onder andere trainingen, scholingen en voorlichtingsbijeenkomsten Besteed Wij hebben begin september een subsidie verleend van voor dit project dat uiterlijk eind 2015 moet zijn afgerond. Ondernemend Groningen 41

42 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Toerisme en recreatie (productgroep 6101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 financiële ondersteuning van diverse toeristische infrastructurele projecten; financiële ondersteuning van (cultuur)toeristische evenementen; financiële ondersteuning van recreatieve routestructuren; organisatie (netwerk)bijeenkomsten 'Toeristisch Groningen' in samenwerking met partners. Er zijn in totaal ruim 20 infrastructurele projecten voorzien van cofinanciering. Een voorbeeld hiervan is het fiets-/ wandelpad Winsum- Garnwerd. Met de realisering hiervan wordt de fysieke toeristische infrastructuur verder versterkt. Drie toeristisch-recreatieve evenementen zijn financieel ondersteund. Deze evenementen dragen bij aan hogere bezoekersaantallen en meer bestedingen. Dit onderdeel is gerealiseerd onder productgroep 6102 Toerisme en recreatie (PLG). In samenwerking met RECRON, HISWA, KHN en MKB-Nederland (regio) Noord zijn twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Daarnaast zijn vier andere toeristische projecten gesubsidieerd: - NS-wandeling, Stichting Wandelnet - New Follies, Fraeylemaborg Slochteren - Bidbook, Hortus Haren - Opstellen BRTN (Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland) , Stichting Waterrecreatie Nederland. Algemeen economische zaken (productgroep 7001) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren enquête ten behoeve van het vestigingenregister (aantal vestigingen, aantal werkzame personen) jaar aantal vestigingen aantal werkzame personen Ondernemend Groningen

43 Promotie en acquisitie (productgroep 7002) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 subsidiëren Stichting Groningen Congresbureau tot en met 2016; daarna moet ze op eigen benen staan; gezamenlijke promotie en acquisitie met gemeenten, bedrijfsleven en andere betrokkenen; optimalisering acquisitie-instrumenten en provinciaal ontvangst- en vestigingsklimaat in samenwerking met gemeenten en bedrijfsleven. De subsidie is verleend. Dit is niet gerealiseerd. Er zijn wel diverse mogelijkheden geïnventariseerd met gemeenten in Oost-Groningen. Er is gestart met het International Welcome Center North (IWCN). IWCN gaat internationale medewerkers en hun gezinnen vanuit de provincie Groningen, Friesland en Drenthe verwelkomen en helpen met formaliteiten en allerlei andere diensten. Het is een samenwerkingsverband van diverse gemeenten, provincies, Hanzehogeschool, RUG en UMCG. Toeristische promotie (productgroep 7003) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 uitvoering derde jaar meerjarige opdracht toeristische promotie door Marketing Groningen; looptijd: 2012 t/m 2015: - exploitatie website - exploitatie Groninger Uitburo; - fungeren als aanspreekpunt en genereren van vrije publiciteit; - uitgave VVV-magazine; - coördinatie van activiteiten met regio- VVV's en advisering aan bedrijfsleven. Marketing Groningen voert het project Marketing Cultuurtoerisme Groningen uit. Marketing Groningen voert de opdracht naar wens uit. De uitvoering verloopt volgens planning was het laatste uitvoeringsjaar van dit project. Uitvoering vond plaats samen met marktpartijen. De geplande onderdelen zijn gerealiseerd. Werkgelegenheid en arbeidsmarkt (productgroep 7103) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Vraag- en aanbodafstemming: blijvend ondersteunen van grote projecten zoals o.a. het SXC, GOA Publiek; (beide zijn onderdeel van Versnellingsagenda 2.0); Vraag- en aanbodafstemming: GOA Publiek is eind augustus 2010 formeel van start gegaan. Dit heeft tot nu toe geleid tot circa 180 leerwerkplekken bij onder meer gemeenten, de provincies Groningen en Drenthe, woningcorporaties, onderwijsinstellingen en hulpverleningsinstanties. Dat zijn banen in de administratie, ICT, archivering en dienstverlening. Ondernemend Groningen 43

44 financieel ondersteunen van projecten gericht op het stimuleren van de instroom in de technische branches onder leerlingen van groepen 7 en 8 basisschool (BOTTS), ; het (laten) organiseren van bijeenkomsten tussen bedrijfsleven, onderwijs, ouders en leerlingen uit de groepen 7 en 8 basisschool over mogelijke beroepen en beroepskeuzes, De activiteiten van het SXC worden afgebouwd en worden ondergebracht bij met name de diverse samenwerkingspartners. Het project BOTTS is een project gericht op voorlichting aan ouders en leerlingen ten aanzien van de techniek. Dit project wordt geleidelijk uitgerold naar de rest van de provincie. Project Voorlichting van ZorgpleinNoord: Project richt zich op voorlichting aan leerlingen uit groep 7/8 van het basisonderwijs en klas 1 en 2 van het vmbo. Dit project is uitgebreid met gastlessen aan leerlingen uit het voortgezet onderwijs (havo/vwo klas 3). Wij hebben financiële bijdrage geleverd. Bevorderen van participatie in het arbeidsproces van kwetsbare groepen: stimuleren van arrangementen voor kwetsbare groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt (Versnellingsagenda 2.0); samen met de gemeente Groningen onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om te komen tot een werkschool (Versnellingsagenda 2.0). Bevorderen van participatie in het arbeidsproces van kwetsbare groepen door financiële bijdrage aan: Project StudiOwerk van Werkpro: Het project richt zich op de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt. StudiOwerk is een activerend werkleerconcept voor kwetsbare groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt zonder (start)kwalificatie en moet leiden tot een BBL-plek of reguliere baan in de zorg- of technieksector. Project Werken en leren Noord Nederlands Trein Tram Museum (NNTTM): voor de restauratie van een oorspronkelijk monumentaal stationsgebouw worden 10 leerlingen en 15 (oudere) deelnemers ingezet. Leerlingen kunnen een BBL-opleiding volgen en oudere deelnemers met een afstand tot de arbeidsmarkt krijgen de kans werkervaring op te doen om zodoende dichter bij de reguliere arbeidsmarkt te komen. Vanuit de Versnellingsagenda 2.0 dragen diverse projecten bij aan deze acties. Voorbeelden zijn: - project Begeleiding op school; - project Scholingsadvies; - project Trajecten voor kwetsbare jongeren; - project Jonge moeders; - project Uit de zijlijn; - project Trainings- en Diagnostisch Centrum Oost-Groningen. Er heeft een pilot plaatsgevonden. De pilot richtte zich op (ex-)leerlingen van praktijkonderwijs (pro) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) met het profiel arbeid en die tijdens of na uitstroom uit de pro of vso naar de arbeidsmarkt moeten worden toegeleid. Tijdens de pilotfase is gewerkt met een ontwikkelingsstructuur met een brede projectgroep (gemeenten, UWV, pro, vso en mbo), naast een breed overleg van uitvoerenden, beleidsmedewerkers/stafmedewerkers van genoemde organisaties. Dit brede draagvlak is meteen ook het succes van de pilot, waarop in het vervolg op voortgeborduurd wordt. Het vervolg van de Werkschool (looptijd ) zal verder vorm moeten worden gegeven in een ontwikkel- en implementatietraject. In deze periode wordt de uitvoering structureel ingericht en vindt verdere (methodiek)ontwikkeling en 44 Ondernemend Groningen

45 professionalisering van de uitvoering plaats om het vanaf 2016 structureel te kunnen inbedden in de staande organisatie en in samenhang met het Werkbedrijf, dat nu nog volop in ontwikkeling is. Wij hebben financieel hieraan bijgedragen. Versterken samenwerkingsstructuur tussen de 3 O s (onderwijs, overheid en ondernemingen): creëren van een duurzame overleg- en afstemmingsstructuur tussen de 3 O s (BO Jeugd); bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de bestaande actiegerichte projectstructuur met de drie arbeidsmarktregio s (Versnellingsagenda 2.0). Informatie en onderzoek: uitvoeren van het provinciaal werkgelegenheidsonderzoek (PWR). Versterken samenwerkingsstructuur tussen de 3 O s (onderwijs, overheid en ondernemingen): Vanaf 2014 wordt dit overleg niet meer gecontinueerd vanwege te weinig bestuurlijk draagvlak. Continuering bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de bestaande actiegerichte projectstructuur. Informatie en onderzoek: PWR: per april 2014 waren er werkzame personen en vestigingen in de provincie Groningen. Regioprogramma's (productgroep 7106) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 voorbereiden en adviseren over (strategische) beleidsonderwerpen die spelen in relatie tot Brussel en Den Haag (vaak in SNN-verband); verwerven en subsidie gereed maken van projecten (intern/extern) voor de volgende subsidiebronnen: - EFRO; - Topsectorenbeleid, zie productgroep 7109; - Waddenfonds; - REP-ZZL; - Innovatief Actieprogramma Groningen (IAG), zie productgroep 7109; - Interreg: o voorbereiding en uitvoering Interreg 5A en 5B; o projectenvoorbereiding voor nieuwe periode Er is intensief overleg geweest met andere provincies over inregelen van nieuwe Europese programma's die in 2015 open gaan. Er zijn diverse projecten in de pijplijn. Het overgrote deel van de EU-programma's gaat in de zomer van 2015 van start. We kunnen direct verschillende trajecten starten. Voor het Waddenfonds zijn diverse projecten ingediend en gehonoreerd, waaronder het project Marconi Delfzijl. - Diverse Waddenfondsprojecten zijn in voorbereiding bij verschillende partijen en/of ingediend bij het Waddenfonds. - Met PS is specifiek afgesproken dat de rapportage RSP (waarvan het REP-ZZL onderdeel uitmaakt) jaarlijks aan het eind van het jaar via een aparte brief wordt gedaan. - Zie productgroep Interreg A gaat in het voorjaar van 2015 van start. De projectvoorbereiding loopt voorspoedig. Er zullen minder middelen uit de bekende programma's beschikbaar komen en het Rijk trekt zich terug uit het regionaal economisch beleid. Tegelijkertijd voorzien wij dat de stroom van belangrijke projecten - ook buiten de economische sfeer - die meefinanciering We hebben vormgegeven aan het IFG (Investeringsfonds Groningen) om hiermee via het fund-to-fund principe te investeren in het Groninger mkb. Daarnaast hebben we twee kredietunies ondersteund in hun oprichting. Ondernemend Groningen 45

46 behoeven om uitgevoerd te kunnen worden, niet minder wordt. Om die redenen zal fors geïnvesteerd worden in: onderzoeken van alternatieve projectfinancieringsmethodieken; contacten in Den Haag leggen en onderhouden met relevante departementen; contacten in Brussel intensiveren en onderhouden voor onder andere Horizon 2020 en nieuwe Europese programma s (EFRO, ESF, Interreg, POP, etc.) REP/Waddenfonds/etc.; betrekken van externe private financieringsinstanties als banken, beleggingsfondsen etc. Samen met de NOM zijn we in overleg met diverse externe financieringspartijen om bedrijfsinvesteringen te bevorderen. Provinciale bedrijven (productgroep 7107) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 N.V. NOM als aandeelhouder heeft de provincie als voornaamste taak de directie te controleren en te toetsen op het door haar te voeren beleid; als subsidiegever input leveren voor onderdelen van het werkplan van de NOM; invulling geven en uitwerking van de rol en positie van de NOM in het regionaal economisch beleid en het speelveld met overige actoren; voorbereiden van besluitvorming in de Algemene vergadering van Aandeelhouders en aanverwante bestuurlijke overleggen; gezamenlijk ontwikkelen van innovatieprojecten met de NOM. Groningen Seaports desgevraagd en desgewenst standpunten voorbereiden ten behoeve van politieke commissarissen in verband met de gevraagde besluitvorming in de vergaderingen van de Raad van Commissarissen van de overheids-nv Groningen Seaports; N.V. NOM Dit is gerealiseerd. De jaarlijkse bijdrage in de apparaatskosten van de NOM is, op basis van de inhoud van het werkplan, verstrekt. Wij hebben diverse overleggen met de NOM en het ministerie van Economische Zaken hierover gevoerd. Daarnaast is de Noordelijke Innovatie Agenda vastgesteld waarin is aangegeven dat het innovatie-ecosysteem in Noord-Nederland moet worden vernieuwd en dat dit een taak is van overheden. De NOM maakt hier onderdeel vanuit. Met de vernieuwing is in 2014 een start gemaakt (zie zaaknr inzake innovatie- en ondersteuningsstructuur). Verwachting is dat in 2015 dit proces wordt beëindigd. Dit is gerealiseerd. Er zijn samen met de NOM diverse projecten ontwikkeld. Groningen Seaports Dit is gerealiseerd. 46 Ondernemend Groningen

47 standpunten voorbereiden van de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur van de GR Groningen Seaports; leveren van verschillende bijdragen aan de ontwikkeling van de overheids-nv Groningen Seaports als investeringsvehikel in het economisch, energie- en duurzaamheidsbeleid van de provincie. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Fysieke bedrijvenstructuur (productgroep 7108) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 bij herstructureringsprojecten de resultaten van het pilotproject Verzakelijking (bijv. het mede mogelijk maken van Energy Park in Veendam) in praktijk brengen; uitvoeren convenant herstructureringsprogramma bedrijventerreinen (twee nieuwe herstructureringsprojecten beschikken); actualiseren nieuwe subsidieregeling in kader van Programma Herstructurering Bedrijventerreinen (huidige regeling loopt in 2013 af); ondersteunen gemeenten bij het oplossen van diverse knelpunten op financieel en organisatorisch gebied met betrekking tot herstructurering bedrijventerreinen; advisering en financiële ondersteuning van diverse projecten die versterking van het vestigingsklimaat op bedrijventerreinen mogelijk maken; stimulering regionale samenwerking en afstemming van ontwikkeling en uitgifte bedrijventerreinen tussen gemeenten onderling in de regio s Groningen-Assen, Oost-Groningen en Eemsdelta; zorgen voor een goede vraag- en aanbodsituatie die een gezonde en rendabele uitgifte van bedrijventerreinen mogelijk maakt. Project is in volle gang. Mogelijk wordt Energy Park Veendam anders uitgevoerd (op het bedrijventerrein Dallen II). Mercurius Business Park Stadskanaal heeft te maken gekregen met ernstige tegenvallers als gevolg van faillissement van de eigenaar. Hierdoor is ernstig verval en vervuiling van het terrein opgetreden. Nu wordt een nieuw masterplan opgesteld. Voorjaar 2015 wordt de huidige regeling geactualiseerd. Als gevolg van de financiële situatie van de gemeenten loopt deze activiteit minder soepel dan voorheen. Binnen de stad Groningen zijn nog wel de nodige initiatieven. Diverse projecten zijn in uitvoering en twee nieuwe projecten worden voorbereid. Dit is een doorlopende activiteit. Vraag-/aanbod-analyses Oost-Groningen en Eemsdelta zijn afgerond. Op basis van deze analyses wordt nu de planning en uitgifte begroot. Ondernemend Groningen 47

48 Marktsectoren (productgroep 7109) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Voor de (top)sectoren worden de volgende activiteiten uitgevoerd: subsidiegereed maken en doorgeleiden naar de subsidieprogramma's van (innovatieve) projecten (excl. projecten Energy Valley); participeren in netwerkorganisaties; zoeken naar nieuwe fondsen en financieringsarrangementen; contacten leggen en onderhouden met Den Haag/Brussel; uitvoering Innovatief Actieprogramma 3 (looptijd ); ontwikkelen Innovatief Actieprogramma 4 of Innovatief en Duurzaam MKB Groningen. Voor de (top)sectoren zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: We hebben in totaal 18 aanvragen begeleid/doorgeleid. Dit is een doorlopende activiteit, zie ook Dit is een doorlopende activiteit, zie ook Dit is een doorlopende activiteit, zie ook Het IAG3-programma is gereed. Er zijn 21 innovatieprojecten ondersteund vanuit IAG3. Het programma moet nog afgerekend worden met SNN. Het IAG4-programma is in december 2014 van start gegaan. Het 2 e Innovatief en Duurzaam MKB-programma is gereed en start februari Voor Agribusiness: zie productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG). Voor Energy Valley: zie productgroep 5004 Energie en klimaat. Nutsbedrijven (productgroep 7201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Enexis/Attero deelnemen in de aandeelhouderscommissies en de aandeelhoudersvergaderingen van de twee operationele dochterbedrijven van de voormalige holding Essent die zijn verkocht, te weten netwerkbedrijf Enexis en milieubedrijf Attero; deelnemen in de aandeelhouderscommissies van de vijf zogenaamde 'special purpose'-vennootschappen die zijn opgericht in verband met de behartiging van bijzondere aandeelhoudersbelangen en - risico's die verband houden met de verkoop van het productie- en leveringsbedrijf van Essent; deelnemen in de activiteiten van de stichting SESD; voorbereiden van besluitvorming in de algemene vergaderingen van aandeelhouders van de hiervoor genoemde operationele en bijzondere vennootschappen; in voorkomende gevallen uitvoeren van Enexis/Attero Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. 48 Ondernemend Groningen

49 besluiten die in verband met de statutaire taken en bevoegdheden van de hiervoor genoemde aandeelhouderscommissies en aandeelhoudersvergaderingen zijn genomen. Waterbedrijf Groningen als aandeelhouder heeft de provincie als voornaamste taak de directie te controleren en te toetsen op het door haar te voeren beleid; voorbereiden van besluitvorming in de Algemene vergadering van Aandeelhouders en aanverwante bestuurlijke overleggen; advisering politieke leden GS in verband met de commissariaten bij het Waterbedrijf Groningen; ontwikkelen van projecten in samenwerking met het Waterbedrijf Groningen (onder andere gericht op doelstellingen uit onze energieagenda). Waterbedrijf Groningen Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Samen met onder andere het Waterbedrijf Groningen subsidiëren wij de stichting Eemsdelta Green, met als doel om groene projecten bij bedrijven in de Eemsdelta aan te jagen en te ontwikkelen. Daarnaast zijn wij voortdurend met het Waterbedrijf in gesprek voor de uitvoering van (gesubsidieerde) projecten, waaronder in 2014 ontwikkeling van een industriewatervoorziening in de Eemshaven en een ondergrondstudie naar geothermie Zernike. Ondernemend Groningen 49

50 Lasten/baten en analyse thema Bedrijvigheid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Kapitaallasten Toerisme en recreatie Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Toeristische promotie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen Totaal lasten Toerisme en recreatie Algemeen economische zaken Promotie en acquisitie Toeristische promotie Arbeidsmarkt Regioprogramma's Provinciale bedrijven Fysieke bedrijfsomgeving Marktsectoren Nutsvoorzieningen Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten Programmakosten Productgroep 6101 Toerisme en recreatie Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering is in totaal een bedrag van begroot voor projecten op het gebied van toeristische infrastructuur. Door de projectuitvoerders is voor een bedrag van opgevraagd. Het restant ( ) blijft beschikbaar in de reserve. Als gevolg van een te hoog ingeschat kasritme van betalingen inzake subsidies voor diverse vaarrecreatieve projecten wordt er minder onttrokken aan de reserve ESFI. De restantmiddelen blijven beschikbaar binnen deze reserve Ondernemend Groningen

51 Vanuit het REP worden o.a. projecten gefinancierd met betrekking tot toeristische infrastructuur. In 2014 is in totaal voor een bedrag van tot besteding gekomen (begroot was ). Dit bedrag wordt gedekt uit de ontvangen en nog te ontvangen REP-bijdrage (zie ook inkomsten). Specifiek is de begrote bijdrage voor het project Havenkwartier Lauwersoog ( ) niet nodig gebleken en is voor het project Aansluiting Woldmeer meer besteed. Bij versterking toeristische infrastructuur is een overschot ontstaan omdat in 2014 rekening is gehouden met een reservering voor een aanbestedingsrisico dat eind 2014 is komen te vervallen omdat het project is goedgekeurd. Verder kon aan een aantal pijplijnprojecten geen subsidie meer worden toegekend. Wij hebben voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. Overige afwijkingen Productgroep 7002 Promotie en acquisitie De middelen die voorheen voor de stichting Groninger Bedrijvenlocaties (in 2013 ontbonden) zijn gereserveerd en nu bedoeld zijn om gemeenten te ondersteunen bij hun acquisitieactiviteiten, worden ingezet op acquisitie van projecten voor het chemiecluster (Actieplan Commissie Willems). Aangezien nog niet bekend is hoe de acquisitie wordt vormgegeven, hebben we voorgesteld het bedrag van in de reserve Overboeking kredieten te storten. Overige afwijkingen Productgroep 7103 Arbeidsmarktbeleid Vanuit het REP worden o.a. projecten gefinancierd met betrekking tot arbeidsmarkt en onderwijs. In 2014 is slechts voor een bedrag van (voor IT Academy Noord-Nederland, begroot was ) tot besteding gekomen. Dit bedrag wordt gedekt uit de ontvangen en nog te ontvangen REP-bijdrage (zie ook inkomsten). Daarnaast zijn de begrote REP-uitgaven voor Versterking techniek in de provincie Groningen ( ) en Versnellingsagenda 2.0 ( ) niet tot besteding gekomen. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve RSP en bij de in dit kader vooruitontvangen rijksmiddelen (zie baten) In het kader van de Versnellingsagenda 2.0 waren geen bijdragen aan projecten geraamd, terwijl er wel lasten zijn geboekt. De lasten worden gedekt door een nog op te vragen REP-bijdrage Versnellingsagenda 2.0 van ,50 (zie baten). Overige afwijkingen Productgroep 7106 Regioprogramma's De begrote REP-bestedingen voor 2014 inzake de projecten Grote Markt Forum en ERIBA ( ) zijn niet tot besteding gekomen. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve RSP en bij de in dit kader vooruitontvangen rijksmiddelen (zie baten) Het jaarbudget inzake de reserve Provinciale Meefinanciering wordt met ingang van 2013 als krediet opgevoerd in de lopende begroting. De gecommitteerde projecten komen meestal met een vertraging van één of meerdere jaren tot besteding. Het budget 2014 ( 7,5 miljoen minus verrekening akp minus verrekening bijdrage Economic Board 1,5 miljoen en dekking revolverend fonds mkb 1,0 miljoen) is toegevoegd aan de reserve. Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering is in totaal een bedrag van begroot voor proceskosten. Door de projectuitvoerders is voor een bedrag van opgevraagd. Het restant blijft beschikbaar in de reserve. Overige afwijkingen Ondernemend Groningen 51

52 Productgroep 7108 Fysieke bedrijfsomgeving Eind 2009 hebben het Rijk, het IPO en de VNG overeenstemming bereikt over een nieuwe aanpak van het bedrijventerreinenbeleid en daarover afspraken gemaakt in het Convenant Bedrijventerreinen Het Rijk heeft hiervoor 4,6 miljoen beschikbaar gesteld. De provincie is gevraagd om tenminste een bijdrage in dezelfde orde van grootte als die van het Rijk bij te dragen. Hiervan is inmiddels een deel ingezet in de afgelopen jaren. Voor 2014 is een bedrag van begroot; De verplichtingen hebben echter betrekking op 2015 en verdere jaren waardoor in 2014 een overschot van resteert. De fasering van de middelen zal in de tijd worden aangepast. Wij hebben daarom voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering is een bijdrage begroot van voor het convenant bedrijventerreinen. Deze is echter niet geëffectueerd in Het restant blijft beschikbaar in de reserve. Mede door vertraging in de afhandeling van een subsidieverzoek is niet het volledige bedrag inzake revitalisering bedrijventerreinen besteed. Om verder voor 2015 voldoende ruimte te hebben voor nieuwe initiatieven hebben wij voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. Overige afwijkingen Productgroep 7109 Marktsectoren Voor de cofinanciering van Spoor 4 'Economisch perspectief' uit het rapport Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen inzake gaswinning is een bedrag van 6,5 miljoen per jaar beschikbaar gesteld voor de periode 2014 tot en met Deze jaarlijkse bijdrage wordt voor 2,0 miljoen gedekt uit het revolverend mkb-fonds (zie baten). Uitgaven kunnen slechts geschieden vanuit de Economic Board. Aangezien deze Economic Board pas begin 2015 formeel zal aantreden is nog geen uitgave gedaan. Wij hebben daarom voorgesteld de middelen over te boeken naar 2015 via de reserve Overboeking kredieten. Vanuit de reserves Provinciale Meefinanciering en Cofinanciering Kompas is inzake projecten op het gebied van marktsectoren een bijdrage begroot van in totaal Door de projectuitvoerders is voor een bedrag van opgevraagd. Het restant blijft beschikbaar in de reserves. Het overschot is met name het gevolg van het feit dat de voor het programma Innovatie en Duurzaamheid 2 (IenD-2) geraamde 1,2 miljoen nog niet zijn besteed. Het programma gaat begin 2015 van start. Verder is een deel van de binnen programma Innovatie en Duurzaamheid 1 (IenD-1, dat tot en met 2015 loopt) beschikbaar gestelde middelen voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling nog niet besteed. Wij hebben daarom voorgesteld het restant in de reserve Overboeking kredieten te storten. De bestedingen ten laste van de EFRO-middelen zijn niet begroot (zie ook baten) De kosten IAG3 worden gedekt door de provinciale middelen uit de reserve Provinciale Meefinanciering en bijdragen van de Europese Commissie (EFRO). Het kasritme met betrekking tot de bevoorschotting uit de provinciale middelen is per saldo lager dan voorzien en leidt tot een lagere onttrekking aan de reserve. Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten Ondernemend Groningen

53 BATEN Programmabaten Productgroep 6101 Toerisme en recreatie Er zijn EFRO-bijdragen en bijdragen van derden verantwoord ter dekking van de gemaakte kosten voor resp. de projecten STINAG en Routenetwerk Fietsknooppunten. Deze projecten worden medegefinancierd vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering. De REP-projecten worden naast een bijdrage uit de reserve RSP ook gedekt door een bijdrage uit de ontvangen middelen van het Rijk. Specifiek is de begrote rijksbijdrage voor het project Havenkwartier Lauwersoog ( ) niet nodig gebleken en is de rijksbijdrage voor het project Aansluiting Woldmeer hoger dan begroot. Overige afwijkingen Productgroep 7103 Arbeidsmarkt Er zijn beperkt kosten gemaakt inzake de REP-projecten op het gebied van arbeidsmarkt (zie lasten). De in dit kader begrote rijksmiddelen zijn dus ook niet gebruikt en daarom teruggeboekt naar de balans (vooruitontvangen rijksmiddelen). De gemaakte kosten inzake de Versnellingsagenda 2.0 (niet begroot) worden gedekt door een nog op te vragen REP-bijdrage Versnellingsagenda 2.0 van , Productgroep 7106 Regioprogramma's De begrote uitgaven inzake de REP-projecten Grote Markt Forum en ERIBA zijn niet tot besteding gekomen in 2014 (zie lasten). De in dit kader begrote rijksmiddelen zijn dus ook niet gebruikt en daarom teruggeboekt naar de balans (vooruitontvangen rijksmiddelen). Overige afwijkingen Productgroep 7109 Marktsectoren De Economic Board (Spoor 4 Gaswinning) zal pas formeel aantreden begin 2015 derhalve is de bijdrage van 6,5 miljoen in 2014 niet beschikbaar gesteld (zie lasten) en is de dekking vanuit het revolverend mkb-fonds ( 2,0 miljoen) in 2014 ook niet nodig geweest. De middelen worden derhalve overgeboekt naar 2015 via de reserve Overboeking kredieten. De bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) voor het Innovatief Actieprogramma Groningen 3 (IAG3) zijn niet begroot (zie lasten). Productgroep 7201 Nutsvoorzieningen De dividendopbrengsten met betrekking tot deelnemingen in nutsbedrijven zijn lager uitgevallen dan begroot. In 2014 is geen dividendopbrengst ontvangen m.b.t. de Verkoop venootschap NV deze was abusievelijk nog in de raming opgenomen Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Ondernemend Groningen 53

54 54 Ondernemend Groningen

55 3. Bereikbaar Groningen Inleiding Het programma Bereikbaar Groningen bestaat uit het thema Mobiliteit en infrastructuur. Dit programma richt zich op de verbetering van de bereikbaarheid van het platteland en de stad Groningen door middel van een samenhangend pakket van maatregelen, waarbij zowel openbaar vervoer als de verdere verbetering van de infrastructuur een belangrijke rol spelen. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We willen de kwaliteit van onze infrastructuur, het openbaar vervoer en de verkeersveiligheid verder verbeteren. Vergroten van de duurzaamheid is daarin een belangrijke randvoorwaarde. Het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer stimuleren we. Het draagt bij aan het duurzaam ontlasten van het wegennet, het verbeteren van de verkeersdoorstroming en de bereikbaarheid van de voorzieningen in de stedelijke centra. Verder is ons streven gericht op het aanbrengen van meer samenhang in de verschillende verkeerssystemen. Wij kiezen voor samenhang en goede aansluiting van de verschillende systemen voor openbaar vervoer en het uitbreiden van de (capaciteit van) transferia. Bereikbaar Groningen 55

56 3.1 Mobiliteit en infrastructuur Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Verbeteren van de bereikbaarheid door het verbeteren van de kwaliteit van infrastructuur en het openbaar vervoer. Beleidskader: Convenant RSP-ZZL Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport (MIT) Meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur Actualisatie Beleidsnota Fiets Beleidsplan Verkeersveiligheid Provinciale Wegen PS Productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid algemeen Productgroep 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden Productgroep 3102 Onderhoud/beheer wegen en fietspaden Productgroep 3103 Verkeersveiligheid Productgroep 3104 Verkeersmanagement Productgroep 3301 (Re)constructie waterwegen Productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen Productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen Productgroep 3401 Luchtvaartvervoer Productgroep 3402 Collectief personenvervoer Beleidsontwikkeling, planvorming en uitvoering van mobiliteitsbeleid Voorbereiding en uitvoering van constructie en verbetering van wegen en fietspaden Duurzame instandhouding wegen, fietspaden en vaste kunstwerken Uitvoering regiefunctie verkeersveiligheid en planning/uitvoering maatregelen eigen wegen Gladheidsbestrijding en instandhouding verkeersregelinstallaties Voorbereiding en uitvoering werkzaamheden voor waterwegen onder provinciaal beheer Duurzame instandhouding vaarwegen Duurzame instandhouding bruggen en sluizen Uitvoering Wet luchtvaart, aandeelhouder GAE Ontwikkelen en versterken openbaar vervoer en concessiebeheer GS 56 Bereikbaar Groningen

57 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Waardering OV-reizigers trein 1) KpVV 7,3 7,3 7,4 7,5 n.n.b. Waardering OV-reizigers bus 1) KpVV 7,6 7,5 7,5 7,4 n.n.b. Aantal verkeersdoden 2) Rijk/RWS VWL en politie n.n.b. 1) 2) Het rapportcijfer over 2013 is eind maart 2014 door het KpVV gepubliceerd. In het vigerende POP is aangegeven dat de provincie streeft naar een waardering van tenminste 7,0. De realisatiegegevens komen jaarlijks ongeveer in het tweede kwartaal van het daaropvolgende jaar beschikbaar. Deze gegevens zijn afkomstig van Dienst WVL. Overigens heeft deze indicator betrekking op het grondgebied van onze provincie en niet louter op de provinciale wegen. Dit betekent derhalve dat er veel meer actoren (bijv. gemeenten, OM/politie en maatschappelijke organisaties) in beeld zijn om bij te dragen aan het verminderen van het aantal verkeersdoden. In het provinciaal beleid is overeenkomstig landelijke afspraken als doelstelling geformuleerd maximaal 25 verkeersdoden in Inspanningen zijn erop gericht deze doelstelling ruim te halen. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Percentage provinciale wegen met een intensiteit/capaciteitverhouding groter dan 0,8 moet dalen Aandeel verplaatsingen met de fiets moet toenemen Aantal passagiersbewegingen provincie Groningen 17% 18% 16% 15% n.n.b. CBS 30% 35% 33,5% 31,3% n.n.b. GAE n.n.b Aantal vliegbewegingen GAE n.n.b. Het aantal 3402 reizigerskilometers met de bus (in miljoen km) OV-bureau 448,6 453,6 470,2 466,4 n.n.b. Het aantal 3402 reizigerskilometers met Arriva 260,9 277,9 255,8 260,6 n.n.b. de trein (in miljoen km) +2% +2% +2% +2% +2% +2% +2% +2% Bereikbaar Groningen 57

58 Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging Verkeersonderzoek Beleid en doelen op termijn Met dit budget wordt in belangrijke mate voorzien in de jaarlijkse onderzoeksbehoefte. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten die samenhangen met evaluaties van projecten, reistijdmetingen en het uitbesteden van een deel van het reguliere onderzoekswerk. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoering activiteiten verkeersonderzoek in beperktere mate. Verwacht wordt dat de beperking vooral invloed zal hebben bij de volgende onderdelen: - evaluatie projecten; - bijdragen aan gezamenlijke onderzoeken met diverse partners (Rijk: N33/ZRG, gemeenten: fly-over/n361, organisaties: LTO); - onderzoek ten behoeve van verkeersmanagement; - bijdrage leveren aan verkeersmodellen (NRM); - onderzoek ten behoeve van Fietsroutes Plus. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 t/m 2015 voor verkeersonderzoek een bedrag van in 2012 aflopend tot een bedrag van in 2015 beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, continueren nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 zijn de middelen voor verkeersonderzoek met ingang van 2014 beperkt met 50% tot in 2014 en per jaar met ingang van De bezuiniging heeft in 2014 niet tot knelpunten geleid Besteed In 2014 is besteed aan diverse verkeersonderzoeken. Beschikbaar was de genoemde en de middelen die regulier in de begroting zijn opgenomen voor verkeersonderzoek te weten Na de verkiezingen van PS in 2015 zal een nieuw college zich buigen over de vraag of en zo ja in welke mate het incidenteel nieuw beleid voor verkeersonderzoek ( ) na 2015 moet worden gecontinueerd. Wijziging financiering Fietsbeleid, Internationale OV-verbindingen en Uitvoering MIT Beleid en doelen op termijn Fietsbeleid: Zie voordracht actualisatie beleidsnota Fiets (1/2012, zaaknr ) Internationale OV-verbindingen: De provincie Groningen wil zich verder ontwikkelen en vanuit het gedachtegoed van de Europese eenwording, de samenwerking tussen regio Noordoost-Nederland en de regio Noordwest-Duitsland verder vormgeven. Het verbeteren van grensoverschrijdende verbindingen is daarin zeer belangrijk. (Zie motie 5 Voorjaarsnota 2011.) Uitvoering MIT: In het provinciale MIT staat opgenomen welke ambities wij hebben in ons mobiliteitsbeleid in de periode tot Projecten uit ons collegeprogramma en het convenant RSP-ZZL, voor zover deze betrekking hebben op mobiliteit, komen in dit provinciale MIT samen. Het MIT is tevens een 58 Bereikbaar Groningen

59 uitwerking van het ontwerp POP waar het gaat om de bereikbaarheid. Opgevoerd zijn ook de knelpunten uit ons beheer en onderhoud die om een oplossing vragen. Het provinciale MIT is een voortschrijdend programma dat jaarlijks, in de vorm van een bijlage bij de Voorjaarsnota, wordt geactualiseerd. Verder kan worden verwezen naar onze voordracht 23/2013 waarin een herbestemmingsvoorstel is opgenomen voor de ontstane vrijval in het RSP en het MIT. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 In het Bestedingsplan BDU 2014 opvoeren van BDU-spaarmiddelen voor de sobere nulplusvariant N360. Hiermee vallen de eerstkomende jaren MIT-middelen vrij die kunnen worden ingezet voor het continueren van het Fietsbeleid en het onverkort uitvoeren van het MIT ook na verlaging van de voeding ESFI ten behoeve van het MIT. In het Bestedingsplan 2014 zoveel als dat mogelijk is rekening houden met de uitgaven die verband houden met motie 5 uit de Voorjaarsnota 2011 en deze te dekken uit de extra BDU-middelen voor Openbaar Vervoer en voor intensivering van regionaal spoor die op basis van het Voorjaarsakkoord 2011 (Lenteakkoord) beschikbaar komen. Deze inzet is nodig voor de jaren 2014 en Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van voor fietsbeleid per jaar beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. Daarnaast is bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2011 motie 5 aanvaard waardoor voor de jaren 2012 t/m 2015 jaarlijks beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen als initiatiefgeld ter verbetering van internationale OV-verbindingen van Groningen naar Duitsland. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld bovenstaande middelen met ingang van 2014 niet meer ten laste van de algemene middelen beschikbaar te stellen maar het te dekken uit de beschikbare BDU-middelen. Daarnaast wordt voorgesteld om met ingang van 2014 een bedrag van meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT waarmee de jaarlijkse voeding vanuit de reserve ESFI met dit bedrag kan worden beperkt. In de BDU is rekening gehouden met de gewijzigde financiering voor dit onderdeel van beleid. In de BDU is rekening gehouden met de gewijzigde financiering voor dit onderdeel van beleid Besteed De bezuiniging is voor het jaar 2014 gerealiseerd. In het BDU-bestedingsplan 2014 hebben wij voor zover nodig rekening gehouden met de inzet van BDU-middelen teneinde de bezuiniging op de algemene middelen mogelijk te maken. Na de verkiezing van PS in 2015 zal een nieuw college zich buigen over de vraag of en zo ja in welke mate het incidenteel nieuw beleid voor fietsverkeer ( ) na 2015 moet worden gecontinueerd. Bereikbaar Groningen 59

60 N361 Winsum-Groningen en omlegging Bedum Beleid en doelen op termijn Voor wat betreft N361 en Winsum is het doel verbetering van leefbaarheid en verkeersveiligheid met behoud van bereikbaarheid. Voor wat betreft Bedum gaat het om verbetering van de verkeersleefbaarheid in relatie tot vrachtverkeer. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoering planuitwerkingsfase: het uitwerken van voorstellen in een open planproces met belanghebbenden en de betrokken gemeenten. In onze brief van 11 februari 2014 met zaaknummer die handelt over de voortgangsrapportage RSP hebben wij ook stilgestaan bij de projecten N361-Bedum. Wij zijn in die brief ook ingegaan op de planning van de onderscheiden deelprojecten. Verder zijn de projecten ondergebracht in het geactualiseerde MIT dat als bijlage 4.1 bij de Voorjaarsnota 2014 is gevoegd. Wanneer gereed Vooralsnog wordt er rekening mee gehouden dat de planuitwerking in 2015 kan worden afgerond. Middelen Begroot Voor dit project zijn middelen beschikbaar in het MIT-project A.18 Bereikbaarheid Lauwersmeergebied. Op basis van voordracht 23/2013, die betrekking heeft op de herbestemming van de vrijval RSP en MIT, is een extra bedrag van 18 miljoen in beeld. Voor het deelproject Aanpak verkeersonveiligheid noordelijk deel N361 is de planuitwerking in 2015 afgerond. Voor de Fietsroute Plus Winsum- Groningen en maatregelen op het zuidelijk weggedeelte van de N361 wordt ervan uitgegaan dat de planuitwerking in 2015 kan worden afgerond. Voor de overige deelprojecten kan op dit moment nog niet met zekerheid worden aangegeven of de planuitwerking in 2015 kan worden afgerond. Besteed U heeft de besluittabel herbestemming vrijval RSP/MIT 2013, die ondergebracht was in onze voordracht 23/2013, vastgesteld. Dit betekent dat ten laste van de vrijval RSP een bedrag van 18 miljoen extra beschikbaar is voor de uitvoering van de deelprojecten. N33-midden Beleid en doelen op termijn De sterke economische ontwikkelingen in de Eemsdelta zorgen voor veel extra verkeersbewegingen. De huidige route heeft niet dezelfde hoogwaardige kwaliteit als het zuidelijk deel (Assen-Zuidbroek) over enkele jaren zal kennen. Dat gedeelte wordt de komende jaren verdubbeld. Doel is het verbeteren van de bereikbaarheid van de Eemsdelta en het verbeteren van de verkeersveiligheid door verdubbeling van het weggedeelte Zuidbroek-Appingedam (tot aan de aansluiting met de N362). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 maken bestuurlijke afspraken met het Rijk om voor de verkenning de medewerking van het Rijk te verkrijgen; Tijdens het BO-MIRT in oktober 2014 zijn de volgende afspraken gemaakt over de verdubbeling van de N33-midden: Het Rijk waardeert de bereidheid van de regio om te investeren in verdubbeling van de rijksweg N33-midden. Voor het Rijk staat de wettelijk verplichte btw niet ter discussie. 60 Bereikbaar Groningen

61 uitvoering verkenningsfase. Het Rijk is bereid tot nader overleg met de regio over een oplossing voor het financiële gat. De verkenning is afgerond. Wanneer gereed Ambitie is de verkenning af te ronden in Middelen Begroot Voor dit project, waarvoor in het eerste MIT reeds een opname- en acceptatiebesluit is genomen, is op basis van voordracht 23/2013 een bedrag in beeld van 78 miljoen. De verkenning is afgerond. Besteed In de Begroting 2014 komt in bijlage 3 de herbestemming van de vrijvallende middelen RSP en MIT per project tot uitdrukking. Hieruit komt naar voren 42 miljoen ten laste van de vrijval RSP wordt gebracht en 36 miljoen ten laste van de vrijval in het MIT. Hoogwaardige fietsverbinding Leek-Groningen Beleid en doelen op termijn De hoofddoelstellingen uit de Beleidsnota Fiets zijn het realiseren van een toename in het fietsgebruik en het veiliger maken van het (brom)fietsverkeer. De Fietsroutes Plus zijn hierin een belangrijke maatregel. Bij de bespreking van het Actieplan Fiets door Provinciale Staten is bij motie aandacht gevraagd voor de fietsverbinding Leek-Groningen. Dit sluit aan bij de bevindingen uit de tussenrapportage fase 1 van de actualisatie van de Netwerkanalyse Groningen-Assen in 2013 dat de opkomst van de e-bike leidt tot een grotere actieradius van het fietsverkeer. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoering verkenningsfase. Wanneer gereed Ambitie is de verkenning af te ronden in 2015 Middelen Begroot Op basis van voordracht 23/2013 is voor dit project een bedrag van 7 miljoen in beeld. De verkenningsfase is in uitvoering en zal doorlopen tot in Met de verkenning is later gestart dan is ingeschat. Uitvoering van de verkenningsfase zal daarom doorlopen tot in Besteed De kosten die in de verkenningsfase zijn gemaakt voor dit project in 2014 zijn ten laste van het capaciteitskrediet Verkenningsfase gebracht. Knoop Groningen Beleid en doelen op termijn In het Raamwerk RegioRail is de ambitie geformuleerd de regionale treindiensten door te koppen op het Hoofdstation Groningen. Hierdoor ontstaan er vanuit de spoorlijnen vanuit Roodeschool, Delfzijl, Veendam en Winschoten/Leer rechtstreekse verbindingen naar alle drie de stations in de stad Groningen. Hierdoor kunnen reizigers sneller en met minder overstappen hun bestemming bereiken. Daarnaast hebben de verschillende RSP-projecten, zoals de extra sneltrein Leeuwarden-Groningen ook hun effect op het Hoofdstation. De maatregelen op het Hoofdstation Groningen die voortkomen uit het Raamwerk RegioRail en het RSP-pakket zijn ondergebracht in het project Knoop Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 In september 2012 is, met het nemen van een planuitwerkingsbesluit door uw Staten, een voorkeursvariant vastgesteld waarna gestart is met de planuitwerkingsfase. Deze voorkeurs- Bij brief van 4 februari 2014 met zaaknummer hebben wij u o.a. geïnformeerd over de planning van het project Knoop Groningen. Vervolgens zijn wij in voordracht 39/2014, door uw Bereikbaar Groningen 61

62 variant wordt nader uitgewerkt. Ook zal een keuze dienen te worden gemaakt tussen een passerelle en een tunnel. In 2014 kan naar verwachting een realisatiebesluit worden voorgelegd aan uw Staten waarna de aanbesteding kan starten. Wanneer gereed Afronding van het project Knoop Groningen is gepland in Middelen Begroot Voor dit project zijn middelen beschikbaar vanuit het Raamwerk RegioRail, het MIT, het RSP, de motie Koopmans en de Regio Groningen-Assen. In voordracht 23/2013 wordt aan Provinciale Staten voorgesteld extra middelen voor dit project beschikbaar te willen stellen. Staten vastgesteld op 24 september 2014, uitgebreid ingegaan op de stand van zaken rond het project Knoop Groningen. Daarin hebben wij aangegeven te verwachten dat begin 2015 een voorstel tot het nemen van een realisatiebesluit aan Provinciale Staten zal worden voorgelegd. Op basis van de huidige inzichten is afronding van het project Knoop Groningen gepland in Besteed U heeft op basis van voordracht 23/2013 in uw vergadering van 26 juni 2013 besloten ten laste van het RSP een aanvullend reserveringsbesluit ten behoeve van dit project te nemen van 35 miljoen Bij de besluitvorming over het aanvullende maatregelenpakket behorende bij de HOV-visie van de RGA (voordracht 54/2013) heeft u aan de gereserveerde 184 miljoen nog eens 10 miljoen aan RSP-middelen toegevoegd. In uw vergadering van 24 september 2014 heeft u besloten om 4 miljoen beschikbaar te stellen voor het realiseren van een fietsstalling aan de zuidzijde van het stationsgebied en 7 miljoen beschikbaar te stellen voor het realiseren van het opstelterrein te Haren. Inzet vrijval middelen RSP-MIT Beleid en doelen op termijn In het Regiospecifiek Pakket gaan twee grote projecten niet door, de tram in de stad Groningen (RSP/MIT) en de treinverbinding Groningen-Heerenveen (RSP). De MIT-projecten Groningen-Delfzijl en hoofdontsluiting Leek-Roden kennen een beperktere scope. Wij zijn overeengekomen dat wij deze vrijval van RSP- en MIT-gelden op basis van een drietal thema s: 'Bereikbaarheid stad en ommeland', 'Energy Port/duurzaamheid/Internationale verbindingen' en 'Overige knelpunten en reserveringen' gaan inzetten. Wij hebben in onze vergadering van 21 mei 2013 voordracht 23/2013 vastgesteld waarin de vrijval is door vertaald naar de afzonderlijke projecten. Voor zover het om nieuwe projecten gaat wordt in deze voordracht aan Provinciale Staten voorgesteld opname- en bijbehorende acceptatiebesluiten te nemen. Het MIT kent nog een taakstelling, die nog niet is weggewerkt. Besluitvorming door uw Staten heeft er in geresulteerd dat voor vier projecten is afgeweken van de in het kader van de eerdere bezuinigingen overeengekomen MIT-mediaan. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 uitwerking oplossing taakstelling MIT in het kader van de Voorjaarsnota 2014 voor te leggen aan uw Staten; Wij hebben in de Voorjaarsnota 2014 (blz. 33) aangegeven op welke oplossing wij koersen voor de MIT-taakstelling. Een belangrijke rol hierin speelt de reservering voor de aansluiting A7/N33. Voor de zogeheten klaverblad-oplossing hebben uw Staten krediet beschikbaar gesteld. Voor het geval er onverhoopt een gat zou vallen in de dekking van dit krediet kan de genoemde reservering ( 4,2 miljoen) worden aangesproken. Het ziet er naar uit dat dit niet nodig zal zijn, de gereserveerde middelen worden dan ingezet om een belangrijk deel van de taakstelling weg te werken. 62 Bereikbaar Groningen

63 waar mogelijk uitvoeren van de verkenningsfase voor de nieuwe projecten overeenkomstig de MIT-systematiek. De zogeheten opnamebesluiten die u in het kader van voordracht 23/2013 (herbestemming RSP/MIT) voor een zestal projecten heeft genomen hebben gemaakt dat wij met de verkenningsfase voor deze projecten zijn gestart. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat de indicatie voor vrijval van RSP 247 miljoen en voor vrijval MIT 92 miljoen (totaal 339 miljoen) is. In onze voordracht 23/2013 hebben wij, zoals aangekondigd in het addendum coalitieakkoord, een uitgewerkt voorstel voor herbestemming opgenomen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat in verband met de nog niet weggewerkte taakstelling in totaal 5,4 miljoen (inclusief indexatie 5,6 miljoen) is gemoeid. Wij stellen voor uiterlijk in het kader van de Voorjaarsnota 2014 met een oplossing voor dit probleem te komen Besteed In het voorjaar van 2015 zal naar verwachting duidelijk worden hoe het project klaverblad A7/N33 in financiële zin uitpakt. Grootverbruikersregeling OV voor vo- en mbo-instellingen Beleid en doelen op termijn De grootverbruikersregeling openbaar vervoer voor 12- tot en met 18-jarigen wordt verbeterd voor instellingen voor voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar onderwijs (mbo) in de provincie. Hiermee worden de reiskosten voor leerlingen van deze onderwijsinstellingen gereduceerd. Het betreft hier een op te stellen regeling die voortvloeit uit het addendum op het coalitieakkoord. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoeren grootverbuikersregeling ingaande schooljaar 2013/2014. Wanneer gereed 2013 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 hebben wij voorgesteld om de kosten, die hiermee zijn gemoeid (circa per jaar, becijferd door het OV-bureau), te bekostigen binnen de daarvoor beschikbare De regeling is gerealiseerd. Het OV-bureau Groningen Drenthe en Arriva bieden instellingen voor vo en mbo een extra korting van 2% op de via de grootgebruikersregeling ingekochte abonnementen. De instellingen ontvangen de korting rechtstreeks van OVbureau en Arriva. Met OV-bureau en Arriva is afgesproken dat zij van de provincie een vast bedrag ontvangen voor de uitvoering van de regeling. Hierdoor hoeft er geen op = op te gelden Besteed In het kader van het BDU bestedingsplan 2014 hebben wij rekening gehouden met de kosten die annex zijn met deze grootverbruikersregeling voor het schooljaar 2013/2014. Bereikbaar Groningen 63

64 middelen binnen het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur. Wij zien binnen de BDU mogelijkheden deze kosten te dekken en zullen de genoemde grootverbruikersregeling ingaande het schooljaar 2013/2014 laten doorvoeren. Wij zullen hiermee in het kader van het BDU-bestedingsplan rekening houden. De kosten van de grootverbruikersregeling ad zijn ten laste gebracht van het bestedingsplan van de BDU. TOEGEVOEGD: Onderzoek verduurzaming openbaar vervoer (VJN2014) Beleid en doelen op termijn Wij hebben u per brief van 25 maart 2014, met kenmerk /A.11, VV, geïnformeerd over de door ons vastgestelde Nota Duurzame Mobiliteit. Uit deze nota komt onder meer naar voren dat wij ten aanzien van die duurzaamheid kansen zien liggen in het openbaar vervoer. Als directe opdrachtgever hebben we binnen het openbaar vervoer de meeste invloed op de regionale trein. Zoals de planning in de nota aangeeft, hebben we inmiddels verkennende studies afgerond naar duurzame alternatieven voor de huidige dieseltreinen. Onze voorlopige conclusie is dat elektrificatie, al dan niet partieel, en (bio-)lng (Liquified Natural Gas, oftewel vloeibaar aardgas) het meest gunstig lijken voor onze noordelijke nevenlijnen. Aangezien het verkennende studies betreffen, zijn deze nog omringd door een grote mate van onzekerheid. Daarom vinden wij het noodzakelijk om in een volgende fase uitgebreider onderzoek te laten verrichten teneinde deze onzekerheden in omvang te beperken. Eerst dan kunnen met redelijke zekerheid uitspraken worden gedaan over welk alternatief op de huidige dieseltrein haalbaar en wenselijk is wat betreft people, planet en profit (een goede balans in het sociaal-culturele, economische, en ecologische). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoeren theoretisch onderzoek: - uitwerken conclusies van Movares dat elektrificeren en LNG gunstig lijken (bandbreedte flink verkleinen); - mogelijkheid onderzoeken van Groningen-Leeuwarden (partieel) elektrisch, overige noordelijke nevenlijnen (bio)-lng (hoe (in)efficiënt is het hebben van twee materieelsoorten in 1 concessie nu echt?) en/of mogelijkheid tot het partieel elektrificeren van alle noordelijke nevenlijnen. - Europese/wijd geaccepteerde maatschappelijke kosten-batenanalyse (mkba) op geheel en partieel elektrificeren (partieel met diesel en partieel met accu s) en (bio)-lng; - meenemen van risico accijns en methaanslib LNG, meenemen kansrijkheid (risico) regionale productie bio-lng. Opdoen praktijkervaring met één of twee technieken middels pilots. Mogelijk zijn hier alternatieve vormen van (co)financiering voor beschikbaar. Zo is de kans aanwezig dat de pilots mede worden georganiseerd door de provincies Gelderland en Fryslân en mogelijk het Rijk. De voorbereiding van deze pilots vraagt tijd. Wij zullen u, zodra hierover meer duidelijkheid gaat ontstaan, informeren. Uitvoeren theoretisch onderzoek: - Het theoretisch onderzoek heeft zich in 2014 vooral gericht op de waterstofbus. De conclusies van Movares en mogelijkheden voor Groningen-Leeuwarden worden rond de zomer van 2015 verwacht. - Door het Rijk is een haalbaarheidsonderzoek gestart. Afhankelijk van de resultaten wordt gekeken of hiermee verder wordt gegaan. - Zie hierboven. De pilots naar het opdoen van praktijkervaring bevonden zich in het verslagjaar nog in de studiefase. 64 Bereikbaar Groningen

65 Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2014 besloten om hiervoor in 2014 een bedrag van beschikbaar te stellen ten laste van de algemene middelen Besteed In 2014 is besteed. Wij hebben in het kader van de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld het resterende bedrag ad voor 2014 over te boeken naar 2015 zodat in 2015 kan worden verder gegaan met dit onderzoek. Bereikbaar Groningen 65

66 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Mobiliteitsbeleid algemeen (productgroep 3001) Groningen Bereikbaar Beleid en doelen op termijn In de periode tot en met 2020 tijdens de realisatie van veel grote infrastructuur- en bouwprojecten zorgen voor een aanvaardbaar en beheersbaar niveau van de bereikbaarheid. Dit wordt bereikt door de projecten onder een centrale regie te brengen als het gaat om planning, monitoring, flankerende maatregelen (op het gebied van mobiliteits- en verkeersmanagement) en communicatie (eenduidig en projectoverstijgend). De genoemde regie is in handen van de in 2012 opgerichte samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 voortgaan met afstemming en prioritering van planningen van de projecten die in 2014 en de navolgende jaren in uitvoering komen; realisatie van belangrijke onderdelen van het zgn. Basispakket verkeersmanagement. Wanneer gereed 2020 Middelen Begroot Onder voorbehoud van besluitvorming in de Staten worden in 2013 middelen uit het provinciaal MIT beschikbaar gesteld voor de Samenwerkingsorganisatie en het Basispakket Verkeersmanagement. Daarnaast zijn er bijdragen van het Rijk (Beter Benutten) en van de gemeente Groningen. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. De samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar blijft in elk geval tot en met 2020 actief (zie hieronder). Besteed Provincie (besluiten PS op basis van voordrachten 18/2013 en 51/2013), gemeente Groningen en Rijk (Beter Benutten) hebben middelen beschikbaar gesteld voor de Samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar en het Basispakket Verkeersmanagement. De investeringen uit het Basispakket Verkeersmanagement hebben voor een deel plaatsgevonden in 2014 en worden afgerond in De Samenwerkingsorganisatie Groningen Bereikbaar zorgt in elk geval tot en met 2020 voor planning, monitoring, mobiliteitsmanagement, verkeersmanagement en communicatie, om daarmee de extra verkeershinder tijdens de realisatie van grote infrastructuur- en bouwprojecten aanvaardbaar te houden. De huidige middelen, aangevuld met financiële bijdragen uit de vervolgaanvraag Beter Benutten en grote projecten zijn voldoende om de daarmee gemoeide kosten te dekken. 66 Bereikbaar Groningen

67 Fietsroutes Plus Winsum-Groningen en Ten Boer-Groningen Beleid en doelen op termijn De hoofddoelstellingen uit de Beleidsnota Fiets zijn het realiseren van een toename in het fietsgebruik en het veiliger maken van het (brom)fietsverkeer. De Fietsroutes Plus Winsum-Groningen en Ten Boer-Groningen zijn hierin een belangrijke maatregel. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Afronding planuitwerkingsfase beide fietsroutes. Wanneer gereed Planuitwerking: 2014 Realisatie: Middelen Begroot Voor beide Fietsroutes Plus wordt gerekend op een bijdrage uit het regiofonds van de Regio Groningen-Assen. Voor de Fietsroute Plus Winsum-Groningen zijn verder RSP-middelen in beeld. Het nog nader te bepalen provinciale aandeel in de Fietsroute Plus Ten Boer- Groningen, waar ook wordt gerekend op een bijdrage uit de BDU, komt ten laste van het provinciale MIT. Voor de Fietsroute Plus naar Winsum is vanwege raakvlakken met maatregelen op het zuidelijk deel van de N361 en spoorwegveiligheid enige vertraging opgetreden in de planuitwerkingsfase. Verwacht wordt de planuitwerking in 2015 af te kunnen ronden. De Fietsroute Plus naar Ten Boer heeft enige vertraging opgelopen, doordat de uitwerking van het voorkeursalternatief complexer is gebleken dan van te voren gedacht. Afronding van de planuitwerking voor beide Fietsroutes Plus is voorzien in Realisatie naar verwachting in Besteed Binnen de Regio Groningen-Assen zijn op dit moment geen financiële middelen beschikbaar om bij te dragen in de aanleg van de Fietsroutes Plus. Voor de Fietsroute Plus naar Ten Boer is een BDUbijdrage beschikbaar. De kosten die in 2014 in deze fase voor beide projecten zijn gemaakt zijn ten laste gebracht van het capaciteitskrediet Planuitwerkingsfase. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 (mede) uitvoering geven aan de diverse Groningse projecten uit het RSP-ZZL; uitvoering geven aan de overige projecten uit het provinciale MIT; uitvoering geven aan de projecten en activiteiten die zijn ondergebracht in het Actieplan Fiets ; uitwerken en uitvoeren van mobiliteitsbeleid middels werkplan 2014; opstellen Bestedingsplan BDU 2015; bijdragen op visievorming en uitvoering bereikbaarheid maatregelen Regio Groningen-Assen, waaronder maatregelen ten aanzien van transferia, busstations, HOVlijnen. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Bereikbaar Groningen 67

68 (Re)constructie wegen en fietspaden (productgroep 3101) N366 Verdubbeling Veendam-Pekela Beleid en doelen op termijn In het kader van het realiseren van het eindbeeld N366 dient het wegvak Veendam-Pekela te worden verdubbeld. Doel is het verbeteren van de verkeersafwikkeling en verkeersveiligheid waarbij rekening wordt gehouden met een goede landschappelijke inpassing. De huidige route Veendam - Stadskanaal - Emmen - N34 biedt onvoldoende kwaliteit om de rol als centrale ontsluitings- en ontwikkelingsas voor het veenkoloniale gebied te kunnen vervullen. In een studie uit 2004 naar het eindbeeld van de route N366 - N391 - rondweg Emmen - N34 is geconcludeerd dat de route moet worden opgewaardeerd. Het eindbeeld voor de N366 gaat uit van een hoogwaardige stroomweg waarbij de aansluitingen van de N366 met het onderliggende wegennet ongelijkvloers zijn uitgevoerd, de weg is verbreed naar 8,60 meter en het weggedeelte Veendam-Pekela is verdubbeld. Hierbij wordt uitgegaan van een integraal routeontwerp, waarbij de weg verkeerskundig en landschappelijk goed is ingepast. Het project eindbeeld N366 is tevens opgenomen in het Collegeprogramma (rubriek A nummer 12). In 2007 is gestart met de realisatie van de maatregelen (kruispunten) die in de eindbeeldstudie uit 2004 zijn opgenomen. Een aantal van die maatregelen is inmiddels gerealiseerd. Het rapport 'Landschappelijk en verkeerskundig ontwerp N366' vormt de onderbouwing voor de aanpak voor met name de wegvakken van de N366, van Veendam naar de Duitse grens. Met dit rapport is in mei 2012 middels een voordracht ingestemd door de Staten. Hierin is ook verzocht om een planuitwerkingsbesluit te nemen voor de verdubbeling Veendam-Pekela. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Verdergaan met de in 2013 gestarte grondverwerving; De planologische inpassing zal plaatsvinden; De planuitwerking zal worden afgerond en de contractvorming zal starten. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot In totaal 9,1 miljoen, als volgt te dekken: uit BDU Sparen; uit reserve ESFI (MIT); uit meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud. Met de grondverwerving is doorgegaan. Dit is niet gerealiseerd: de planvorming heeft veel tijd gevraagd vanwege de complexe ruimtelijke opgaven. De procedure voor de planologische inpassing start in Dit is gerealiseerd (door vertraging in de planvorming) Besteed Tot nu toe is ca. 1,4 miljoen besteed. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 A7: planvorming ZRG 2e fase; N33: uitvoering verdubbeling N33-zuid; N33: verkenning N33-midden; N355: planuitwerking verbinding Groningen- Zuidhorn; N355: uitvoering vervanging bruggen Aduard- A7: Het Tracébesluit is in 2014 getekend. N33: De verdubbeling is gerealiseerd. N33: Deze is afgerond. N355: PS hebben in hun vergadering van 10 december 2014 een planuitwerkingsen reserveringsbesluit genomen. N355: De uitvoering is vanwege vertraging in 68 Bereikbaar Groningen

69 Dorkwerd (Vaarweg Lemmer-Delfzijl); N355: uitvoering deelproject Dorkwerd (Vaarweg Lemmer-Delfzijl); N355: uitvoering wegomlegging Noordhorn/Zuidhorn (Vaarweg Lemmer-Delfzijl); N360: contractvoorbereiding planstudie N360 Groningen-Delfzijl; N360: planuitwerking Fietsroute Plus Ten Boer-Groningen; N361: contractvoorbereiding/uitvoering weg Mensingeweer-Ranum; N361: bestekvoorbereiding fietspad Eenrum- Baflo; N361: planvorming Fietsroute Plus Winsum- Groningen; N361: planvorming zuidelijk deel (Ranum- Groningen); N361: planvorming noordelijk deel (Mensingeweer-Lauwersoog); N361: planvorming Winsum-Groningen + omlegging Bedum; N362: uitvoering reconstructie aansluiting Familie Bronsweg te Wagenborgen; N366: uitvoering reconstructie aansluiting Avebe; N366: uitvoering reconstructie aansluiting Nulweg; N366: contractvoorbereiding Westerstraat; N370: uitvoering ombouw ORG 2 e deelproject reconstructie Kardinge; N370: uitvoering ombouw ORG 3 e deelproject reconstructie - aansluiting Beijum Noord/aansluiting Groningerweg; N370: uitvoering aansluiting Noordelijke Ringweg-Westelijke Ringweg - Reitdiepplein 2e fase; N370: uitvoering vervanging Noordzeebrug (vaarweg Lemmer-Delfzijl); N969: uitvoering Bellingwolde Duitse grens (Rhederweg); N980: planvorming reconstructie traverse Doezum; planstudie ontsluiting Leek-Roden. Daarnaast worden nog diverse werkzaamheden in het kader van het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn uitgevoerd. de ruimtelijke procedures nog niet ter hand genomen. Dit is voor 2016 gepland. N355: De uitvoering is gestart. N355: De wegomlegging c.a. is opengesteld voor het verkeer. N360: De contractvoorbereiding zijn gestart en lopen in 2015 e.v. door. N360: Het plan is verder uitgewerkt. N361: De contractvoorbereiding is afgerond. N361: De besteksvoorbereiding is in het verslagjaar grotendeels afgerond. N361: Er is gewerkt aan verdere uitwerking van het voorkeursalternatief. N361: Er is gewerkt aan het ontwikkelen van het maatregelenpakket. N361: Er is gewerkt aan de planvorming. N361: PS hebben in hun vergadering van 10 december een planuitwerkingsbesluit genomen. N362: Het project is afgerond. N366: Uitvoering van het werk loopt door tot in N366: De uitvoering is gereed. N366: Dit is ter hand genomen. N370: Er is verder gegaan met de uitvoering. N370: Er is verder gegaan met de uitvoering. N370: Het project is nog niet uitgevoerd, doch zit de uitwerkingsfase. N370: Er is verder gegaan met de uitvoering. N969: Het project is gereed. N980: Er is verder gegaan met de planvorming. Voor dit project zijn geen werkzaamheden verricht. Bereikbaar Groningen 69

70 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden (productgroep 3102) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : N366: van N391 tot Duitse grens hoofdrijbaanverharding; N996: traverse Loppersum hoofdrijbaanverharding; N969: Bellingwolde - Duitse grens hoofdrijbaanverharding; N362: rotonde Wagenborgen; N366: Adriaan Tripweg; N975: Onstwedde-Musselkanaal ongelijksvloers maken; N367: rotondes Nieuwe Pekela; N363: Oostende-Spijk; N995: Bedum-Onderdendam; N860: Haren-Waterhuizen; N362: Zuidtangent Appingedam stimuleringsproject; N997: Delfzijl-Holwierde stimuleringsproject; N865: Ten Post - Schildwolde stimuleringsproject; N388: Sebaldeburen-Grijpskerk; N980: Balktil-Kornhorn; N975: Musselkanaal fietspadverharding; N996: Loppersum-Garrelsweer fietspadverharding; N66: groot onderhoud brug Hondshalstermaar; N71: groot onderhoud brug Termunterzijldiep; W56: tunnel Winsumerweg; N975: brug A.G. Wildervanckkanaal; W56: brug Verhildersum; Z21: tunnel Borgercompagnie regulier onderhoud 450 halteplaatsen; vervangen geluidsschermen Barnflair; renovatie voegen viaduct Vleddermond; wegmetingen ten behoeve van wegbeheerprogramma. Meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur , jaarschijf 2014: N366: Groot onderhoud hoofdrijbaanverharding, onderhoud viaduct Barnflair en aanleg nieuwe faunapassage. N996: Groot onderhoud aan hoofdrijbaan en fietspadverharding en nieuwe inrichting. N969: Groot onderhoud aan hoofdrijbaanverh. en kunstwerk Rhederbrug en nieuwe inrichting. N362: Aanleg nieuwe rotonde. N366: Aanleg nieuwe rotonde. N975: Groot onderhoud N975. N367: Aanleg drie nieuwe rotondes. N363: Groot onderhoud. N995: Uitgesteld in verband met rondweg Bedum. N860: Groot onderhoud. N362: Groot onderhoud. N997: Groot onderhoud. N865: Groot onderhoud. N388: Groot onderhoud. N980: Groot onderhoud. N975: Groot onderhoud. N996: Groot onderhoud. N66: Groot onderhoud bovenzijde is uitgevoerd; onderzijde in N71: Groot onderhoud bovenzijde is uitgevoerd; onderzijde in W56: Doorgeschoven naar 2015 N975: Werkzaamheden zijn uitgevoerd. W56: =W32 Werkzaamheden zijn uitgevoerd Z21: Groot onderhoud Werkzaamheden zijn uitgevoerd Werkzaamheden zijn uitgevoerd Werkzaamheden zijn uitgevoerd Globale visuele inspectie wegen is uitgevoerd. Kwaliteit is nog discussie. Er is een FietspadComfortMeting uitgevoerd. 70 Bereikbaar Groningen

71 Verkeersveiligheid (productgroep 3103) Herinrichting stationsgebied Appingedam Beleid en doelen op termijn Het station in Appingedam is stedenbouwkundig gezien niet goed 'verbonden' met de stadskern. De drukke, doorgaande verkeersroute (N360) doorsnijdt de fiets/loopverbindingen tussen de stad en het stationsgebied en vormt een barrière. De nadruk ligt sterk op de afwikkeling van het verkeer en minder op verblijven, waarmee de leefbaarheid van het gebied onder druk staat. Ruimtelijk is er momenteel weinig ondersteuning van het station of stationsplein in de vorm van bebouwing of andere ruimtelijke elementen. Het brede, kale wegprofiel domineert het beeld. De gewenste herinrichting van het stationsgebied omvat de volgende elementen: betere aansluiting van het station bij de stad; versterking van het karakter van het stationsplein; versmalling van het wegprofiel en een asverlegging in noordelijke richting; herinrichting parallelweg gericht op een heldere parkeerstructuur, het voorkomen van sluipverkeer en het doortrekken van de beplantingsstructuur (bomen/groen); creëren van een duidelijke en veilige oversteek voor voetgangers en fietsers; betere organisatie van het parkeren voor trein- en busreizigers; in samenwerking met het project facelift stations verbetering van de stationsoutillage. Voor dit deel van de route wordt een eindbeeld ontworpen, waarbij dit wegvak een meer stedelijke inrichting krijgt en de omgeving van het station een betere aansluiting geeft bij de 'stad'. Dit ook in relatie met de ruimtelijke ontwikkelingen die al in gang zijn gezet en die nog voorzien worden. Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 In dit project werken de provincie Groningen en de gemeente Appingedam nauw samen aan de planvorming welke in 2013 zal zijn afgerond. In 2014 zal worden gestart met de uitvoering. Wanneer gereed De verwachting is dat de herinrichting na de zomer van 2014 zal zijn afgerond. Middelen Begroot De kosten van te treffen infrastructurele maatregelen op het provinciale deel worden ten laste gebracht van de middelen die jaarlijks beschikbaar komen voor de uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma van het beleidsplan verkeersveiligheid provinciale wegen. Op verzoek van de gemeente Appingedam zal in 2015 met de uitvoering worden gestart. De uitvoering zal naar verwachting in 2015 worden afgerond. Besteed In 2014 zijn geen uitvoeringskosten gemaakt. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 voorbereiden en uitvoeren van projecten die zijn ondergebracht in het meerjarig uitvoeringsprogramma van het beleidsplan verkeersveiligheid provinciale wegen; voorbereiden en uitvoeren infrastructurele maatregelen met behulp van het krediet Duurzaam Veilig slag beheer en onderhoud 2014; Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Bereikbaar Groningen 71

72 voorbereiden en uitvoeren van het jaarwerkplan 2014 van het Verkeer- en Vervoerberaad Groningen. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op de N361 wordt, voorafgaand aan infrastructurele aanpassingen, in 2014 gestart met de zogenaamde 3E-aanpak. Dit houdt in dat Engineering (aanpassingen in de infrastructuur), Education (educatie en voorlichting) en Enforcement (handhaving door de regiopolitie) in de oplossingsrichting worden betrokken. Voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op de fietsroute Groningen-Hoogezand wordt in 2014 gestart met een experiment om door middel van de 3E-aanpak het aantal (brom)fietsongevallen terug te dringen. Op deze route ligt de nadruk op voorlichting en handhaving. Dit is gerealiseerd. Hiermee is gestart. Mede op basis van een inventarisatie c.q. schouw is een projectplan opgesteld. In 2015 wordt gestart met de uitvoering. Verkeersmanagement (productgroep 3104) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : Ten behoeve van de verkeersveiligheid wordt preventief gestrooid. De wegen worden met een mengsel van zout en calciumchloride gestrooid met behulp van zogenaamde natzoutstrooiers. De fietspaden worden alleen met zout gestrooid. De provincie heeft het uitgangspunt dat alle strooiroutes binnen 2,5 uur gestrooid moeten kunnen worden. De verkeersregelinstallaties worden jaarlijks visueel en technisch geïnspecteerd, gevonden gebreken worden hersteld. Storingen en defecten worden direct verholpen. Na gemiddeld 17 jaar worden de belangrijkste delen (regelunit en armaturen) vervangen wegens technische en economische veroudering. Specifiek wordt in 2014 de VRI Ruischerbrug vervangen. Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : In strooiseizoen is er 21 keer gestrooid, het gemiddelde aantal strooibeurten van de laatste 10 jaar ligt op 56 keer per strooiseizoen. Dit is gerealiseerd. VRI wordt vervangen in 2015, in combinatie met groot onderhoud wegvak Groningen- Ruischerbrug (N360). (Re)constructie waterwegen (productgroep 3301) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 uitvoering en afronding vervanging Noordzeebrug; uitvoering en afronding wegomlegging Zuidhorn (N355); De eerste fase (vervanging westelijk brugdeel) is afgerond. Dit is afgerond. 72 Bereikbaar Groningen

73 uitvoering Versnellingsagenda Winschoterdiep (vervangen beschoeiing); uitvoering Blauwe Passage Midwolda; voorbereiding en uitvoering vervangen Remmingswerken Winschoterdiep en A.G. Wildervanckkanaal; uitvoering aanpassingen kades Noord- Willemskanaal; voorbereiding en uitvoering Kiek over Diek; uitvoering saneringsbaggerwerk Eemskanaal, inclusief onderhoudsbaggerwerk Oosterhornkanaal; uitvoering baggerwerk Winschoterdiep; voorbereiding en uitvoering bruggen Aduard en Dorkwerd; voorbereiding en uitvoering Oostelijke Ringweg: bruggen Kardinge, Groningerweg, Beijum en fietsbruggen; voorbereiding brug Nieuwklap; planvorming Gerrit Krolbruggen en Paddepoelsterbrug. Circa 3 km houten damwand is vervangen door stalen damwand. Dit is afgerond. De uitvoering is uitgesteld in verband met financiering. Uitvoering is uitgesteld in verband met financiering. Werk is aanbesteed; uitvoering in Dit is afgerond. Tweede fase is circa 80% uitgevoerd. Uitvoering Aduard is uitgesteld in verband met financiering, uitvoering brug Dorkwerd vertraagd. Zie productgroep Planuitwerking is afgerond. Planstudie Paddepoelsterbrug is circa 80% gereed, planstudie Gerrit Krolbruggen circa 50%. Onderhoud en beheer vaarwegen (productgroep 3303) Onderhoud hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl Beleid en doelen op termijn Het is het streven om de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl per 1 januari 2014 over te dragen aan het Rijk. Gedurende een overgangsperiode van vijf jaar voert de provincie vervolgens het vaste onderhoud aan de vaarweg uit voor het Rijk. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoeren van de met het Rijk overeengekomen vaste onderhoudswerkzaamheden. Wanneer gereed 2019 Middelen Begroot Volgens overeenkomst met het Rijk. De werkzaamheden zijn in overeenstemming met het jaarplan onderhoud 2014 gerealiseerd. Jaarschijf 2014 volgens de overeenkomst onderhoud gerealiseerd. Besteed Volgens overeenkomst met het Rijk. Bereikbaar Groningen 73

74 Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : vervangen boordvoorziening Oude Eemskanaal; vervangen boordvoorziening Noord- Willemskanaal (provinciegrens Meerwegbrug); vervangen boordvoorziening Aduarderdiep (km km 5.123). Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : Werkzaamheden zijn niet gerealiseerd in verband met verplichte aardbevingbestendigheidstoets. Besteksvoorbereiding is in volle gang, werkzaamheden worden in uitgevoerd. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Kunstwerken vaarwegen (productgroep 3306) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : herstel Reitdiepsluis; renovatie sluis Lammerburen; Jan Bronssluis revisie hydraulische installatie; vervangen sluisdeuren (buiten ebdeuren) Lauwersoog; groot onderhoud Centrale Post Lauwersoog; wachtplaatsen buitenhaven. Uitvoeren meerjarenprogramma beheer en onderhoud provinciale infrastructuur : Fase 2 van de renovatie is ca. 80% gerealiseerd. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Werkzaamheden zijn niet uitgevoerd, dit jaar worden de binnenvloeddeuren aangepakt, volgend jaar de binnenebdeuren en in 2017 de buitenebdeuren. Werkzaamheden zijn gerealiseerd. Werkzaamheden zijn in uitvoering, oplevering april Luchtvaartvervoer (productgroep 3401) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Groningen Airport Eelde Als aandeelhouder heeft de provincie als voornaamste taak de directie te controleren en te toetsen op het door haar te voeren beleid. Voorbereiden van besluitvorming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en aanverwante bestuurlijke overleggen. Uitvoering Wet luchtvaart voorbereiden, opstellen en handhaven van Luchthavenbesluiten of regelingen voor de luchthavens Oostwold, Veendam, Grootegast, Stadskanaal en UMCG; Groningen Airport Eelde Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. De reactie op het strategisch plan 'Werelden Verbinden' van de luchthaven is met Provinciale Staten besproken. Uitvoering Wet luchtvaart Het beroep bij de Raad van State tegen het luchthavenbesluit Oostwold is gevoerd; uitspraak vindt plaats in De aanvraag van een luchthavenbesluit Stadskanaal is ontvangen en in behandeling; verwacht besluit voorjaar Er is overleg met UMCG gevoerd over verplaatsing helikopterdek vanwege omgevingshinder en veiligheid. 74 Bereikbaar Groningen

75 beoordelen overige initiatieven voor luchthavens, bijvoorbeeld permanente helikopterlandingsplaatsen; verlenen ontheffingen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) voor onder meer incidentele helikopterlandingen. Het luchthavenbesluit voor een helihaven nabij de Eemshaven is voorbereid; de MERprocedure loopt en overleg met het Rijk over een barro-ontheffing (besluit algemene regeling ruimtelijke ordening) is ingezet. Het Rijk heeft een positieve principe uitspraak gedaan. Wij hebben 41 TUG-ontheffingen verleend. Er zijn geen overtredingen of incidenten geweest in het kader van de Wet luchtvaart. Collectief personenvervoer (productgroep 3402) Marketing en communicatie OV-bureau Beleid en doelen op termijn Door middel van marketing en communicatieactiviteiten bijdragen aan verbetering van een positief imago van het OV, een hoge mate van reizigerstevredenheid en een stijging van het aantal betalende reizigers. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 grote campagnes ten aanzien van dienstregeling 2015, sterke producten (bijv. P+R), zakelijke markt, tarieven en OVspecials winter- en zomereditie; digitaal reizigerspanel, klantenpanels en consumentenplatform. Er zijn verschillende tariefacties gerealiseerd zoals Zomerbroezz n en de 40/4- actie.daarnaast heeft in het kader van Groningen Bereikbaar een gebiedsgerichte aanpak ter versterking van P+R-gebieden en uitnutten van sterke lijnen plaatsgevonden incl. promotietour in het voor- en najaar. Dit heeft geleid tot veel nieuwe reizigers in de HOVlijnen. De dienstregeling 2015 is uitgebreid gecommuniceerd en heeft mede daardoor geleid tot relatief weinig klachten bij de overgang van de dienstregeling. Onder de leden van het digitaal reizigerspanel heeft een aantal onderzoeken plaatsgevonden over o.a. de klanttevredenheid, de communicatie en de nieuwe dienstregeling. De resultaten zijn gebruikt ter verbetering van het product openbaar vervoer. Er heeft een verdere professionalisering plaats gevonden binnen de consumentenplatforms. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Zie begroting 2014 OV-bureau Besteed Zie jaarverslag en jaarrekening 2014 OV-bureau. Bereikbaar Groningen 75

76 Voorbereiding aanbestedingen busconcessies Beleid en doelen op termijn In 2013 is gestart met de voorbereiding van de aanbestedingen van de GD- en HOV-concessie. Dit proces neemt enige tijd in beslag en zal uiteindelijk moeten leiden tot een nieuw contract met een vervoerder per december Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Vaststellen Nota van Uitgangspunten GD- en HOV-concessie. Afhankelijk van de besluitvorming van de gemeenten zal een verlenging van de regioconcessies kunnen plaats vinden, dan wel zal er een aanbesteding van het kleinschalig vervoer voor betreffende regio moeten worden georganiseerd. Begin 2014 is de Nota van Uitgangspunten door het dagelijks bestuur vastgesteld en is gestart met het opstellen van een Programma van Eisen. Het openbaar vervoerdeel van de regioconcessies is verlengd tot eind De gemeenten zijn gestart met visievorming op publiek vervoer waar het OV-bureau haar expertise inbrengt en de koppeling met het openbaar vervoer bewaakt. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Zie begroting 2014 OV-bureau. Besteed Zie jaarverslag en jaarrekening OV-bureau. Treinverbinding Groningen-Bremen Beleid en doelen op termijn Uitwerken mogelijkheden verbeteren treinverbinding Groningen-Bremen (teneinde te komen tot een maximale reistijd van rond de 1 uur en 23 minuten overeenkomstig motie 8 vergadering Provinciale Staten van 27 juni 2012). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Onderzoek doen naar welke maatregelen noodzakelijk zijn om een reistijd van 1.23 uur tussen Groningen en Bremen te realiseren; Tevens uitwerken van één of twee varianten waarbij nog steeds sprake is van een hoogwaardige (intercity)verbinding maar een reistijd van 1.23 uur niet wordt gehaald. Doel is om voor de besluitvorming over het vervolg verschillende keuzes te hebben over mate van investeren versus opbrengsten; Duurzaamheid in het openbaar vervoer wordt bij dit onderzoek als uitgangspunt genomen (zie ook deel 3. Paragrafen, hoofdstuk 8 Duurzaamheid, blz. 247). Dit zal vervolgens per alternatief nog leiden tot één of meer varianten. Dit is gerealiseerd. is gerealiseerd. In overleg met betrokken partners is een aanvullende studie gedaan om het aantal varianten te reduceren. Dit vervolgonderzoek zit in de eindfase en moet medio maart 2015 leiden tot besluitvorming over welke varianten naar de planuitwerkingsfase gaan. Leidt niet tot extra varianten. Wel wordt in een separaat onderzoek gekeken naar mogelijkheden het OV (spoor) te verduurzamen. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Inzet is de hiermee gemoeide kosten ten laste te brengen van het capaciteitskrediet Verkenningsfase voor het project Maatregelen verkorting reistijd spoor Groningen-Bremen. Ja Besteed De kosten zijn ten laste gekomen van het capaciteitskrediet Verkenningsfase Maatregelen verkorte reistijd Groningen-Bremen. 76 Bereikbaar Groningen

77 Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Provincie en/of OV-bureau: systematisch, structureel en proactief beheer van de verschillende concessies; invulling geven aan bereikbaarheidsvisie stad Groningen per OV; leggen van verbinding tussen investeringen in infrastructuur en exploitatie OV (versnelling OV); ontwikkelen van de busdienstregeling 2015 passend binnen de financiële kaders en gericht op verdergaande netwerkintegratie bus en trein; deelname aan Taskforce Mobiliteitsmanagement Ring Zuid; realiseren dynamische informatie in de bus en op haltes. planuitwerking OV-voorziening Westerkwartier; voorbereiden van een realisatiebesluit voor de Knoop Groningen (onder andere doorkoppeling, vierde perron en viersporigheid Europapark); uitwerken van de overige spoorse maatregelen uit het ZZL-convenant; Provincie en/of OV-bureau: Het beheer van de concessies heeft zich o.a. toegespitst op stiptheid (voorkomen van te vroeg vertrekken), verbeteren van de toegankelijkheid en de klantvriendelijkheid van de chauffeurs. Op alle aspecten is een verbetering bij vrijwel alle vervoerders gerealiseerd. Begin 2014 zijn de Qlink-lijnen van start gegaan. Dit heeft geresulteerd in veel extra reizigers en als gevolg daarvan ook extra bussen. In augustus is Qlink uitgebreid met Qlink groen (HS via Zernike naar Zuidhorn). Tevens zijn nieuwe verlengde Qliners ingezet met meer capaciteit. Dit alles om de bereikbaarheid van de stad te verbeteren. In 2014 zijn ook reeds enkele infrastructurele maatregelen uit ambitieniveau 1 en 2 van de HOV-visie uitgevoerd. Vanuit het OV-bureau is bijgedragen aan voorbereiding van de realisatie van het laatste deel busbaan HOV-as Peizerweg. Met de provincie Groningen zijn plannen ontwikkeld voor de doorstroming op de N360. De studie HOV Roden en HOV Leek is afgerond, samen met gemeente en provincies, hetgeen geleid heeft tot voorkeursalternatieven in beide gemeenten. Tevens is een bijdrage geleverd aan infrastructurele maatregelen in de stad Groningen die de exploitatie versnellen (HOVas Peizerweg, tunnel Eemsgolaan, herinrichting Stationsweg en bustunnel onder het hoofdstation). In overleg met alle relevante partijen (reizigersorganisaties, gemeenten en vervoerders) is de dienstregeling 2015 gerealiseerd. De nieuwe dienstregeling betekent een ombuiging van ongeveer 2 miljoen. Actieve betrokkenheid van het OV-bureau bij de beleidsprocessen van de gebiedspartners. De uitrol van de DRIS-panelen heeft plaatsgevonden. Planning om eind % van het totaal aantal panelen geplaatst te hebben, is niet gerealiseerd vanwege technische problemen. Dit wordt voorjaar Afgelopen jaar gewerkt aan de planuitwerking. Het project is opgedeeld in twee delen: omgeving Hoogkerk en HOV Leek. 24 september 2014 hebben PS ingestemd met onze voordracht 39/2014. In vervolg daarop is de 2 e helft van 2014 benut om de verschillende onderdelen met elkaar te integreren. Er is verder gewerkt aan de uitwerking van de Boogverruiming bij Hoogeveen en het aanpassen van de sporen tussen Zwolle en Herfte. Bereikbaar Groningen 77

78 voorbereiden van een realisatiebesluit voor het invoeren partiële snelheidsverhoging op de baanvakken Groningen-Nieuweschans en Groningen-Roodeschool ter verbetering van de robuustheid van het netwerk en ter verbetering van de punctualiteit van de treinen; voorbereiden van een realisatiebesluit voor de doortrekking van de spoorlijn van Groningen- Roodeschool naar de Eemshaven voor personenvervoer; planuitwerking reactivering van de spoorlijn Veendam-Stadskanaal; contracteren realisatie van de (partiële) verdubbeling van de spoorlijn Groningen- Leeuwarden; uitvoering toegankelijkheid bushaltevoorzieningen (op basis van halteplan); starten met nader onderzoek naar verduurzaming openbaar vervoer. Met onze voordracht van 33/2014 heeft PS ingestemd met het integreren van de partiële snelheidsverhoging in het project sneltrein Groningen-Winschoten als eerste fase in het project reistijdverkorting Groningen-Bremen. Er is gewerkt aan de verdere planuitwerking ten behoeve van het nemen van een realisatiebesluit voor de doortrekking van de spoorlijn van Groningen-Roodeschool naar de Eemshaven voor personenvervoer. Er is verder gewerkt aan de planuitwerking voor de reactivering van de spoorlijn Veendam- Stadskanaal. Er is gewerkt aan de voorbereiding van de contractering. Daarnaast is de procedure voor het tracébesluit opgestart. De gemeenten en de provincie hebben inmiddels een groot aantal toegankelijke bushaltes gerealiseerd. Wij hebben wij de nota Duurzame Mobiliteit opgesteld. Hierin hebben wij ook onze visie gegeven ten aanzien van het verduurzamen van het openbaar vervoer. Daarnaast zijn we in 2014 gestart met de uitwerking van een pilot voor waterstofbussen. 78 Bereikbaar Groningen

79 Lasten/baten en analyse thema Mobiliteit en infrastructuur Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Kapitaallasten Mobiliteitsbeleid algemeen (Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid Verkeersmanagement (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer vaarwegen Kunstwerken vaarwegen Luchtvaartvervoer Collectief personenvervoer Totaal lasten Mobiliteitsbeleid algemeen (Re)constructie wegen en fietspaden Onderhoud en beheer wegen en fietspaden Verkeersveiligheid Verkeersmanagement (Re)constructie waterwegen Onderhoud en beheer hoofdvaarwegen Onderhoud en beheer vaarwegen Kunstwerken vaarwegen Luchtvaartvervoer Collectief personenvervoer Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Bereikbaar Groningen 79

80 LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten Programmakosten Productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid algemeen - Op basis van de H2i-besluitvorming in 2001 sparen wij samen met de gemeente Groningen en met behulp van de BDU jaarlijks in totaal circa 2,6 miljoen voor de aanpak van de Ring Groningen. Ons eigen jaarlijks aandeel bedraagt en wordt ten laste van de reserve ESFI gebracht. In 2014 is ook weer vanuit de reserve ESFI opgenomen. Bij de jaarlijkse afsluiting van de onderscheiden deelprojecten van de Ring Groningen wordt het aandeel verantwoord. Dit loopt dan via de post mutaties reserves (ESFI). - Voor de uitvoering van het Actieplan Fiets was in 2014, inclusief de overboeking naar 2014, een budget beschikbaar van Hiervan is in uitgegeven. Wij hebben het niet uitgegeven deel, ofwel , als een categorie 1 overboekingsvoorstel en voorzien van een onderbouwing opgenomen in de IB2014. U heeft in dat verband ingestemd met overboeking van deze restantmiddelen naar het dienstjaar Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om met ingang van per jaar meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT. Concreet betekent dit dat een deel van de MIT-middelen voor Groningen- Delfzijl (sober nulplusvariant) worden vervangen door BDU-middelen. Op deze wijze is een bezuiniging op de voeding van de reserve ESFI mogelijk. De geraamde middelen zijn in 2014 echter nog niet ingezet en blijven beschikbaar binnen de BDU. Zie ook de baten. - Voor de uitgaven en reserveringen in het kader van de infrastructurele projecten BDU en GDU is in 2014 meer uitgegeven dan begroot. Gemeenten zijn aangespoord lopende subsidies af te ronden, waardoor enkele grote subsidies zijn afgerekend. - In 2014 is er een budget van geraamd, hierop is in 2014 niets gerealiseerd. Dit betreft het jaarlijkse sparen voor dure regionale projecten in de BDU. Zodra dat aan de orde komt worden de in overleg met het VVB benoemde spaarprojecten van een BDU-subsidie uit deze gespaarde middelen voorzien. - De vrij besteedbare ruimte 2014 is in de begroting opgenomen maar hierop is geen beroep gedaan in Deze middelen blijven beschikbaar t.b.v. de BDU via het bestedingsplan Overige afwijkingen Productgroep 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden - De grootste verschillen (circa 8,5 miljoen) worden voornamelijk verklaard door een onjuiste opname van de financieringen in de financiele projectadminstratie en investeringsmodel van de deelprojecten van de Oostelijke Ringweg. Deze discrepantie is nu rechtgezet. Middels voordrachten 2009/7, 2010/15, 2011/29, 2012/10, 2013/20 en voordracht 58/2014 bent u geïnformeerd over deze projecten. Het restverschil van circa 2,5 miljoen is verdeeld over 22 overige kredieten waarvan 21 andere infrastructurele projecten met een gezamelijk investeringsopgave van 82,6 miljoen. De verklaring is onder te verdelen in een drietal factoren, te weten: 1. In het jaar 2014 is minder uitgegeven dan begroot wegens het naar achter schuiven van de planning van de realisatie van de projecten. 2. Projecten zijn onder de raming gerealiseerd. 3. Het niet naar rato op basis van de raming en realisatie boeken van ESFI naar de projecten toe in voorgaande jaren. - De lasten voor het RSP-project Bereikbaarheid Lauwersmeergebied zijn in Bereikbaar Groningen

81 2014 hoger uitgevallen dan begroot voor deze jaarschijf. Dit is het gevolg van het feit dat in 2014 de bijdrage aan het project Mensingeweer-Ranum beschikbaar is gesteld. - De capaciteitskredieten laat ten opzichte van de begroting een onderbesteding zien. Dit overschot is meegenomen bij de overboeking kredieten Overige afwijkingen Productgroep 3102 Onderhoud en beheer wegen en fietspaden - Op hoofdrijbaanverhardingen is een batig saldo ontstaan, doordat een aantal projecten reeds in 2013 zijn uitgevoerd in het kader van de Versnellingsagenda. Het batig saldo is nodig om het tekort uit 2013 weer in te lopen. - In oktober 2013 heeft een najaarsstorm veel schade aan het bomenareaal toegebracht. Honderden bomen zijn omgewaaid of kapot gewaaid. De herstelwerkzaamheden zijn tot ver in 2014 uitgevoerd en hebben tot extra kosten geleid voor het onderdeel beplanting. - Het positieve saldo bij vaste kunstwerken is ontstaan door het doorschuiven van een aantal projecten rondom de ringweg Groningen naar 2015/2016 in het kader van Groningen Bereikbaar. - In 2014 is in het kader van de overdracht van de vaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk ook de Driebondsbrug overgedragen naar het Rijk. Deze afkoopsom was niet begroot en wordt via de bestemming van het rekeningresultaat gedekt uit de reserve afkoopsommen wegen en waterwegen. - Overige afwijkingen Productgroep 3103 Verkeersveiligheid - Voor de uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid provinciale wegen resteerde in 2014 een bedrag ad Wij dit bedrag als een categorie 1 overboekingsvoorstel en voorzien van een onderbouwing opgenomen in de IB2014. Bij de overboeking hebben wij ook betrokken de niet geraamde bate ad Dit is de bijdrage van het Verkeers- en Vervoerberaad ten behoeve van educatie- en communicatieactiviteiten binnen het project N366 Veilig. Per saldo is er een voordeel ontstaan van U heeft ingestemd met overboeking van deze restantmiddelen naar het Overige afwijkingen Productgroep 3104 Verkeersmanagement - Door de relatief gunstige winterperiode zijn de kosten voor gladheidsbestrijding lager uitgevallen dan begroot. - Overige afwijkingen Productgroep 3301 (Re)constructie wegen en fietspaden - De mutaties reserves laat een overschrijding zien doordat in de begroting geen rekening is met het beroep op de reserves voor voor een drietal projecten in het kader van de opwaardering van de vaarweg Lemmer- Delfzijl. Productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen - Het product Dijken, bermen en sloten laat een overschrijding zien als gevolg van de bijdrage aan de waterschappen in het kader van de afspraken B-AKWA. - Boordvoorzieningen overige vaarwegen laat een onderschrijding zien als gevolg van de volgende redenen: - Vervangingen van boordvoorzieningen (270m1) langs de oostzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met discussie rondom ligplaatsen die een lokaal bedrijf in gebruik heeft. Daarnaast is er op dat traject een discussie rondom het verleggen van kabels en Bereikbaar Groningen 81

82 leidingen. - Vervangingen van boordvoorzieningen (1.517m1) langs de westzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met wachttijd op aardbevingstoets die door het waterschap Noorderzijlvest moet worden uitgevoerd. - Overige afwijkingen Productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen - Op het product sluizen is een overschrijding ontstaan door een grote renovatie van de Reitdiepsluis. Daarnaast is er onvoorzien groot onderhoud aan de sluis Lammerburen uitgevoerd. Het negatieve saldo wordt zoveel mogelijk in 2015 en 2016 ingelopen. - Het negatieve saldo is ontstaan door groot onderhoud aan de Beertsterbrug en de Renselbrug. Het negatieve saldo wordt zoveel mogelijk in 2015 en 2016 ingelopen. - Voor het project afstandsbediening bruggen zijn in de begroting 2014 de verwachte lasten voor het jaar 2014 te laag ingeschat. De kosten van het project worden (voor)gefinancierd uit de reserve afkoop vervanging kunstwerken Winschoterdiep. - Overige afwijkingen Productgroep 3402 Collectief personenvervoer - De kosten voor de regionale treindiensten vallen in totaal lager uit, onder meer als gevolg van lagere kosten voor kaartautomaten door de verdere invoering van de OV-chipkaart en de compensatiemiddelen rode diesel die ten laste van een ander budget (reservering spoor, BDU) zijn gebracht Voor diverse projecten in het kader van RSP/MIT vallen de werkelijke lasten in 2014 lager uit dan begroot. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de reserves Aan de gemeente Winsum is een subsidie verleend van voor de verbetering van de stationsomgeving. Deze middelen zullen worden terug ontvangen van de Regio Groningen-Assen Voor diverse projecten in het kader van de BDU vallen de werkelijke lasten in 2014 lager uit dan begroot. Dit is grotendeels het gevolg van de systematiek, waarbij de vrij beschikbare ruimte t.b.v. openbaar vervoer projecten wordt begroot, maar waarop in 2014 geen beroep is gedaan. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de BDU Bij de Integrale Bijstelling 2014 is beschikbaar gesteld voor onderzoek verduurzaming OV. In 2014 is besteed. De restantmiddelen zijn betrokken bij de overboeking kredieten Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 3001 Mobiliteitsbeleid - De baten binnen mobliteitsbeleid zijn lager uitgevallen, doordat een lager beroep is gedaan op de BDU-middelen t.b.v. infrastructurele projecten. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om met ingang van per jaar meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT. Concreet betekent dit dat een deel van de MIT-middelen voor Groningen- Delfzijl (sober nulplusvariant) worden vervangen door BDU-middelen. Op deze wijze is een bezuiniging op de voeding van de reserve ESFI mogelijk. De geraamde middelen zijn in 2014 echter nog niet ingezet en blijven beschikbaar binnen de BDU. Zie ook de lasten Bereikbaar Groningen

83 - Overige afwijkingen Productgroep 3101 (Re)constructie wegen en fietspaden - De meeropbrengsten van de baten hebben betrekking op de voeding van de capaciteitskredieten. De voeding is hoger, doordat in 2014 een aantal realisatiebesluiten zijn genomen en de bijdrage in de capaciteitskredieten direct zijn verwerkt. In de begroting was alleen rekening gehouden met voeding van de capaciteitskredieten van projecten die daadwerkelijk ook in uitvoering waren. - Doordat de lasten voor het RSP-project Bereikbaarheid Lauwersmeergebied hoger zijn uitgevallen dan begroot, is ter dekking een hogere bijdrage vanuit de RSP-middelen toegevoegd aan de exploitatie. Productgroep 3102 Beheer en onderhoud wegen en fietspaden - Als gevolg van vergoedingen voor onder meer schades en hogere opbrengsten voor huren, pachten, recognities en leges is een positief saldo ontstaan aan de opbrengstenkant. Productgroep 3103 Verkeersveiligheid - Vanuit de BDU is een niet begrote bijdrage ontvangen voor het project N366 Veilig. Productgroep 3104 Verkeersmanagement - Vanuit Bereikbaar Groningen zijn bijdragen ontvangen voor incidentmanagement 2013 en 2014, die niet begroot waren. - Overige afwijkingen. Productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen - Hogere opbrengsten van leges, recognities en haven- en kadegelden en hogere inkomsten Rijk en gemeenten zorgen voor meeropbrengsten ten opzichte van de begroting. Daarnaast is ontvangen voor het op afstand bedienen van bruggen derden. Deze baten zijn echter begroot bij productgroep Overige afwijkingen Productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen - Bijdragen van de provincie Fryslân voor de aanlegvoorzieningen Lauwersoog zorgen voor meeropbrengsten. - De baten voor het op afstand bedienen van bruggen valt lager uit dan begroot. Een deel van dit tekort ( ) is echter als bate verantwoord onder productgroep Overige afwijkingen. Productgroep 3402 Collectief personenvervoer - Doordat de lasten bij de projecten BDU (Openbaar Vervoer) lager uitvielen dan begroot is een lager beroep gedaan op BDU-middelen ter dekking van deze kosten. - Aan de gemeente Winsum is een subsidie verstrekt voor de verbetering van het stationsgebied. Dit bedrag wordt weer terug ontvangen vanuit het regiofonds Regio Groningen-Assen. - Ten behoeve van de dekking van hogere lasten van RSP-projecten is een hogere bijdrage gerealiseerd vanuit de RSP-middelen. Dit is onder te verdelen in een hogere bijdrage van voor RSP CP (concrete projecten) en een lagere bijdrage ( ) voor projecten RMF (regionaal mobiliteitsfonds) Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Bereikbaar Groningen 83

84 84 Karakteristiek Groningen

85 4. Karakteristiek Groningen Inleiding Het programma Karakteristiek Groningen bestaat uit de thema's: 1. Natuur en landschap 2. Programma Landelijk Gebied (PLG) Het programma Karakteristiek Groningen richt zich op de uitvoering van het Programma Landelijk Gebied (PLG), het Waddenzeebeleid en het behouden en herstellen van het bijzondere karakter van het Groninger landschap. Het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur en de daarin gewenste natuurkwaliteit is een belangrijk onderdeel van dit beleid. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We willen een duurzame provincie zijn en dat is meer dan milieu alleen. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn gebaat bij de versterking van de groene en blauwe ruimtelijke kwaliteit. Dat betekent voor ons bij gebiedsopgaven een integrale aanpak van landschap, landschapselementen, water, energie en landbouw. We zullen voor de knelpunten in het landschap extra middelen reserveren. We willen biodiversiteit en natuurontwikkeling bevorderen. De relatie tussen bewoond gebied en natuurlijke omgeving verdient onze aandacht maar ook de borging van dierenwelzijn binnen ons domein. Karakteristiek Groningen 85

86 4.1 Natuur en landschap Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Voor natuur is het speerpunt om te komen tot een stelsel van duurzaam in stand te houden natuurgebieden (Natuurnetwerk Nederland). Daarnaast stimuleren we de natuurwaarden in het landelijk gebied. Voor landschap is behoud en herstel van de regionale identiteit onze belangrijkste doelstelling: een kwalitatief goed ingericht en verzorgd landschap met als hoofddoel het duurzaam behouden van de identiteit van verschillende landschapstypen. Samen met andere regionale overheden en belangengroeperingen blijven we ons inzetten om de duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied met de status van Werelderfgoed te realiseren. PS Beleidskader: Beleidsnota Natuur Visie agrarisch natuur- en landschapsbeheer (voorlopig) Beleidsnotitie landschap (voorlopig) Beleidskader: Productgroep 6205 Natuur en landschap Behoud en verbetering van de natuurkwaliteit binnen en buiten het Natuurnetwerk Nederland (EHS) Versterking van het landschappelijk karakter GS 86 Karakteristiek Groningen

87 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Toestand van natuur en landschap rapportage Toestand van Natuur en Landschap 1) Toestand Natuur en Landschap Light uitgebracht 1) 1) Dit wordt 1x in de vier jaar gemeten. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron (doel 1) 6205 (doel 1) Percentage verleende ontheffingen Flora- en Flora- en Faunawet binnen de Faunawet n.v.t. 95% wettelijke termijn van 8 weken Percentage verleende Nb-wetvergunningen Nb-wet 100% 95% binnen de wettelijke termijn van 13 weken Karakteristiek Groningen 87

88 Actueel belangrijke ontwikkelingen Bezuiniging Invoeren streekrekeningen Beleid en doelen op termijn Wij onderzoeken de verdere mogelijkheden voor gebiedsfondsen in de provincie Groningen. Een eerste stap is al gezet door het op 28 maart 2011 tekenen van de intentieverklaring dat de provincie Groningen zich samen met de gemeenten Marum, Grootegast en Leek wil inzetten om een gebiedsfonds in het Zuidelijk Westerkwartier op te richten. Daarbij wordt als financieringsinstrument een Rabo Streekrekening gehanteerd. We gaan onderzoeken of ook in andere gebieden in onze provincie streekrekeningen kunnen worden ingevoerd. De streekrekeningen worden ingezet ter behoud van het Groninger landschap. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Oprichten twee gebiedsfondsen (Westerwolde en Hoogeland). Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor het invoeren van streekrekeningen voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van beschikbaar gesteld ten laste van de algemene middelen. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld om deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot per jaar. Sinds de start in 2012 zijn er in Groningen twee gebiedsfondsen opgericht: Westerkwartier en Westerwolde. Pogingen om ook een gebiedsfonds in Hoogeland op te richten staan op een laag pitje. In 2014 is geen fonds opgericht. Continueren van ondersteuning (financieel en advies) aan de gebiedsfondsen Westerkwartier en Westerwolde. Besteed In 2014 is aan subsidies besteed aan drie gebiedsfondsen.. 88 Karakteristiek Groningen

89 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Natuur en landschap (productgroep 6205) Integratie nieuwe natuurwet Beleid en doelen op termijn Eén integrale Natuurwet. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 implementeren nieuwe Natuurwet in provinciaal beleid; vergunningverlening op grond van nieuwe natuurbeschermingswet. Wanneer gereed Medio 2014, is afhankelijk van het tijdstip waarop het wetsontwerp wordt vastgesteld door Tweede en Eerste Kamer. Middelen Begroot Bestaande formatie. Extra personele inzet is afhankelijk van de gedecentraliseerde taken. De Natuurwet treedt naar verwachting eind 2015 in werking. Er zijn 5 vergunningen verleend. Implementatie staat nu gepland voor Besteed N.v.t. Waddenfonds Beleid en doelen op termijn Het verbeteren van de duurzame ontwikkelingen op het gebied van natuur, energie, landschap en economie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 vaststellen van Uitvoeringsplan Waddenfonds ; vaststellen van Jaarprogramma Waddenfonds Wanneer gereed 1 juli 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie. Het Uitvoeringsplan Waddenfonds is vastgesteld. Het Jaarprogramma Waddenfonds is vastgesteld. Per 1 juli 2014 gerealiseerd. Besteed Bestaande formatie. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 vergunningverlening op basis Natuurbeschermingswet (Natura 2000), onder meer aan nieuwe bedrijven die zich vestigen in regio Eemsdelta; herzien van de Beleidsnotitie Flora- en Faunawet; vaststellen van de 'Toestand van Natuur en Landschap 2014'; Er is een aantal vergunningen verleend op basis van onze wettelijke bevoegdheid, waaronder de (herstel)vergunning RWE. Daarnaast zijn bestuurlijke rechtsoordelen afgegeven voor activiteiten. Beleidsnota is niet herzien. Implementatie vindt plaats bij invoering Natuurwet. De Toestand Natuur en Landschap Light is vastgesteld in oktober Karakteristiek Groningen 89

90 implementeren Waddenvisie in provinciaal beleid; ontwikkelen investeringsprogramma verbinden grote laagveenmoerassen rond stad Groningen (Regiopark Groningen-Assen). De interprovinciale Waddenkustvisie is vastgesteld. Diverse projecten zijn in uitvoering en nieuwe gestart (Terpen en Wierden, Eendenkooien, Marconi buitendijks). Door reorganisatie Regiopark staan ontwikkelingen nagenoeg stil. 90 Karakteristiek Groningen

91 Lasten/baten en analyse thema Natuur en landschap Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Natuur en Landschap Totaal lasten Natuur en Landschap Totaal baten Totaal saldo lasten-baten LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 6205 Natuur en landschap - Nog niet alle beoogde streekfondsen zijn gevormd. Daarom is bij de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld om de resterende middelen over te boeken naar Vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering zijn middelen voor de uitvoering van natuur- en landschapsprojecten opgenomen in de raming. Er zijn echter in 2014 geen middelen opgevraagd. De middelen blijven beschikbaar binnen de reserve. - Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Totaal afwijking programmabaten Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Karakteristiek Groningen 91

92 4.2 Programma Landelijk Gebied (PLG) Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Het huidige Programma Landelijk Gebied 2 (PLG2) is een breed uitvoeringsprogramma voor de onderwerpen Natuur, Landschap en Cultuurhistorie, Landbouw, Sociaaleconomische vitalisering en Water. Het omvat de realisatie van doelen in het landelijk gebied door middel van fysieke inrichting en het beheer van natuur en landschap. Daarbij wordt gestreefd naar de realisatie van duurzame economische groei in combinatie met behoud en waar mogelijk verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. PS Beleidskader: Beleidsnota Natuur Programma Landelijk Gebied Groningen 2 (PLG2) Visie agrarisch natuur- en landschapsbeheer (voorlopig) Beleidsnotitie landschap (voorlopig) GS Productgroep 4002 Water (PLG) Productgroep 6102 Toerisme en recreatie (PLG) Productgroep 6206 Natuurontwikkeling (PLG) Productgroep 6207 Natuurbeheer (PLG) Productgroep 6208 Landschap (PLG) Productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) Productgroep 9105 Sociaal-economische vitalisering (PLG) Realiseren waterberging en verbetering waterkwaliteit in samenwerking met o.a. waterschappen Bijdragen aan recreatieve routestructuren Stimuleren natuurwaarden in het landelijk gebied Behoud en versterking biodiversiteit door realisering Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS) Behoud, versterking en ontwikkeling landschappelijke waarden Kavelvergroting en kavelverbetering via landinrichting en kavelruil en verduurzaming landbouw Bevorderen leefbaarheid en verbreding plattelandseconomie en stimuleren lokale ontwikkelingen 92 Karakteristiek Groningen

93 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Toename kilometers natuurvriendelijke oevers DLG n.n.b Afname aantal ha verdroogde natuur DLG Toename areaal verworven gronden DLG ten behoeve van EHS in ha Toename areaal ingerichte EHS DLG in ha Kavelruil: aantal ha geruild DLG Karakteristiek Groningen 93

94 Actueel belangrijke onderwerpen Vastlegging begrenzing herijkte EHS Beleid en doelen op termijn Herijking EHS; planologisch vastleggen van een herijkte Ecologische Hoofdstructuur die voldoende robuust is om in combinatie met recreatieve activiteiten bij te dragen aan biodiversiteitsdoelstellingen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Vaststelling begrenzing herijkte EHS. Wanneer gereed Eind 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie. De begrenzing van de herijkte EHS is vastgesteld Besteed Bestaande formatie. Knelpunten landschap Beleid en doelen op termijn In de brief aan Provinciale Staten van 7 september 2010, nr hebben wij aangegeven dat de PLG-middelen ten behoeve van landschap zijn uitgeput. Dit betekent dat per jaar circa 1,5 tot 2,0 miljoen aan projecten gehonoreerd is. Op dat moment waren voldoende projecten voorhanden waarvan de uitvoering kon starten. Helaas moesten deze projecten worden afgewezen totdat financiering vanuit het PLG weer mogelijk is. Vanwege het enigszins verbeterde financieel perspectief hebben wij destijds besloten in de jaren 2012 tot en met 2015 jaarlijks 1 miljoen extra beschikbaar te stellen ten behoeve van knelpunten landschap. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 projectontwikkeling en uitvoering diverse landschapsprojecten; bevorderen samenwerking met en tussen maatschappelijke partners landschap en natuur; planontwikkeling en planuitvoering diverse deelprojecten Ecologische Hoofdstructuur. Wanneer gereed 2015 Net als voorgaande jaren was er ook in 2014 veel vraag naar middelen om landschapsprojecten uit te voeren. Met de beschikbare middelen zijn 11 projecten gehonoreerd. Enkele voorbeelden van deze succesvolle projecten zijn het Eendenkooienproject, Terpen en Wierdenproject, herstel van kolken in het Oldambt en versterking van groene linten in Oost- Groningen. De hoeveelheid ingediende projecten was zo groot dat de middelen voor 2014 al in de eerste helft van het jaar waren uitgeput en er de rest van het jaar geen projecten meer konden worden ingediend. Met betrekking tot het bevorderen van samenwerking is er vooral hard gewerkt aan het gezamenlijk met landschapspartners opstellen van een landschapsconvenant. Dit convenant wordt naar verwachting begin 2015 ondertekend door alle partijen. Diverse plannen zijn in ontwikkeling en uitvoering. Realisatie verwacht in Karakteristiek Groningen

95 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 voor knelpunten landschap een bedrag van 1 miljoen beschikbaar gesteld ten laste de algemene middelen. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Besteed Budget voor 2014 is inmiddels beschikt ( ). Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om de middelen voor knelpunten landschap met ingang van 2014 ( 1 miljoen per jaar) te beëindigen. Binnen het Programma Landelijk Gebied (PLG2) is deze bezuiniging anders ingevuld en is het krediet van 1 miljoen voor knelpunten landschap gehandhaafd (tot en met 2015, vanaf 2016 structureel ). Binnen het Programma Landelijk Gebied wordt de bezuiniging gerealiseerd door het budget voor verdrogingsbestrijding en voor Regio van de Smaak op nul te stellen en het budget flankerend beleid te beperken tot in Innovatieve kwaliteitssprong landbouw Beleid en doelen op termijn De kracht van de Groninger landbouw ligt in het innovatief en duurzaam produceren. Wij willen met name ruimte bieden voor het maken van een kwaliteitssprong, waarin gezonde bedrijfsvoering hand in hand gaan met dierenwelzijn, milieu, gezondheid, landschappelijke inpassing en grondgebondenheid. Ten aanzien van de intensieve veehouderij vinden we dat een kwaliteitssprong gemaakt moet worden en bieden we ruimte voor vernieuwende vormen voor het houden van dieren, die voldoen aan de hoogste milieu-, gezondheids- en dierenwelzijnseisen en mogen rekenen op draagvlak bij zowel de landbouwals de natuur- en milieuorganisaties. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 ondersteunen van projecten die uitwerking zijn van de AgroAgenda en die kunnen leiden tot systeemsprongen richting een duurzame landbouw; ondersteunen van kennisnetwerken teneinde kennis beter te verspreiden; ondersteunen van innovatieve projecten om de behaalde voorsprong op gebied van kennis en innovatie te behouden en uit te breiden; ondersteunen van zogenaamde sterprojecten, die als boegbeeld kunnen dienen voor de verduurzaming; Wij hebben subsidie verstrekt aan diverse projecten die een impuls geven aan de duurzame ontwikkeling van de landbouw. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het project Glutenvrije haverteelt en duurzame aaltjesbestrijding in de lelieteelt. Wij hebben onder andere samen met de provincies Friesland en Drenthe opdracht gegeven voor een verkenning van de mogelijkheden om een EIP (Europees Innovatie Partnerschap) op te zetten rondom kringlooplandbouw. Deze partnerschappen gaan in het Plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen en verspreiden van kennis. Verder kwam het initiatief voor verschillende van de ondersteunde projecten uit bestaande kennisnetwerken. Wij hebben verschillende projecten ondersteund die verband houden met en/of voortbouwen op de praktijknetwerken in de Veenkoloniën en op andere manieren innovaties verder ontwikkelen. Er is geen expliciet onderscheid gemaakt, maar met name de activiteiten op het gebied van kringlooplandbouw, gelinkt aan de ontwikkeling Karakteristiek Groningen 95

96 nader uitwerken en toepassen van het Groninger Verdienmodel. van het Verdienmodel, kunnen als boegbeeld voor de verduurzaming worden gezien. Dat geldt ook voor een aantal projecten die betrekking hebben op bodemgezondheid en verhogen van de opbrengst in de akkerbouw. Samen met LTO en de Natuur en Milieufederatie Groningen is een Groninger Verdienmodel voor de melkveehouderij ontwikkeld. Dit model is sinds de zomer operationeel. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor de periode 2012 tot en met 2015 voor innovatieo kwaliteitssprong landbouw een bedrag van beschikbaar gesteld ten laste de algemene middelen. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 met 50% te beperken tot een bedrag van per jaar. Nog lopend. Het beschikbare budget wordt de komende jaren weggezet in een groot aantal projecten, al dan niet onder de vlag van de AgroAgenda Noord-Nederland of het Innovatieprogramma Landbouw Veenkoloniën. Besteed In totaal was over 2014 een bedrag van beschikbaar, inclusief de overboeking uit 2013 en een restant van het eerder budget Regio van de Smaak ( ). Eind 2014 is hiervan uitgegeven. De middelen voor de kwaliteitssprong zijn onderdeel van het Programma Landelijk Gebied (PLG2) en zijn samengevoegd met de daarin reeds beschikbare middelen voor vernieuwing, versterking en verbreding van de landbouw. Dat betekent dat er structureel voor het thema kwaliteitssprongen beschikbaar is en aanvullend daarop in de jaren 2014 en per jaar. Vervallen Regio van de Smaak (incl. IB2013) Beleid en doelen op termijn In een samenhangend programma wordt de productie en omzet van duurzame streekproducten gestimuleerd. Regionale initiatieven krijgen hierdoor een provinciale opvolging. Tegelijkertijd kunnen de activiteiten een bijdrage leveren aan het verkleinen van de afstand tussen boer en bord. De activiteiten voor Regio van de Smaak krijgen niet langer prioriteit. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 De activiteiten worden afgebouwd. Aangegane verplichtingen worden nagekomen. Projecten in de pijplijn: per project advies geven hoe nu verder. Wanneer gereed 2015 Er zijn geen projecten meer toegekend. Er zijn geen nieuwe projecten meer toegekend. In een aantal gevallen is alsnog subsidie toegekend binnen het budget Innovatieve kwaliteitssprongen. Project is gestopt. 96 Karakteristiek Groningen

97 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is via de aanvaarde motie 20 voor de periode 2012 tot en met 2015 voor Regio van de Smaak een bedrag van beschikbaar gesteld ten laste de algemene middelen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten deze middelen met ingang van 2014 te 50% beperken tot een bedrag van per jaar. Besteed De meeste verplichtingen zijn al afgerond of worden op korte termijn afgerond. Verplichting voor Marketing Groningen loopt nog door tot eind In Programma Landelijk Gebied 2 (PLG2) (voordracht nr. 27/2013) is afgesproken het restbudget van voor landschap te reserveren (zie hierboven bij Knelpunten landschap). Bij de Integrale Bijstelling 2013 is aangekondigd dat de resterende middelen 2013 voor Regio van de Smaak (ca. naar verwachting ca ) - welk beleidsvoornemen m.i.v is vervallen - aan het eind van 2013 zouden vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat Daarbij is aangegeven dat in het kader van Voorbeslag Voorjaarsnota 2014 een voorstel zou worden ingediend om voor eenzelfde bedrag verdeeld over 2014 en 2015 middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de AgroAgenda en Agenda voor de Veenkoloniën (zie hieronder). TOEGEVOEGD: AgroAgenda en Agenda voor de Veenkoloniën (IB2013 en VJN2014) Beleid en doelen op termijn De provincie Groningen wil koploper worden in de duurzame ontwikkeling van de landbouwsector. In de landbouwbrief van 31 oktober 2013 hebben wij aangegeven welke onderwerpen/activiteiten de komende jaren worden uitgevoerd. In onderstaand schema geven wij aan welke middeleninzet daarvoor nodig is en in welk jaar deze plaatsvindt (inschatting). Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 De hoofdmoot van onze activiteiten ligt op het stimuleren van projecten langs drie lijnen: incidentele projecten gericht op verduurzaming en innovatie van de landbouwsector; projecten in het kader van de Agroagenda Noord-Nederland; gebiedsgerichte projecten (waaronder in de Veenkoloniën). We hebben diverse grote en kleinere projecten uitgevoerd in het kader van het budget Innovatieve kwaliteitssprongen in de landbouw (IKS). We hebben een bijdrage geleverd, zowel inhoudelijk als financieel aan diverse gezamenlijke projecten in het kader van de AgroAgenda; Kringlooplandbouw, bodem, sojateelt. In de Veenkoloniën zijn diverse projecten gestart, onder andere als aanvulling en vervolg op de praktijknetwerken. Onder andere Steenmeel, proeven met minder gebruik van bestrijdingsmiddelen, meerjarig bodemproject, etc. Voor andere regio's zijn gebiedsgerichte projecten nog in ontwikkeling. Karakteristiek Groningen 97

98 Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten om voor de uitvoering van de AgroAgenda Noord- Nederland en de Agenda van de Veenkoloniën in en extra beschikbaar te stellen ten laste van de algemene middelen Besteed Uitvoering AgroAgenda: ; Agenda voor de Veenkoloniën: (exclusief subsidiebijdragen van in totaal circa voor projecten die gefinancierd zijn vanuit het budget IKS). TOEGEVOEGD: Gemeenschappelijke Werkorganisatie (VJN2014) Beleid en doelen op termijn De decentralisatie van het natuurbeleid heeft er toe geleid dat er diverse uitvoerende taken naar de provincies zijn gegaan. Waar dat efficiënt is, is er voor gekozen deze in gezamenlijkheid op te pakken of te coördineren. Wij hebben in het IPO-bestuur van 9 oktober 2013 ingestemd met de oprichting van een Gemeenschappelijke Werkorganisatie (GWO). De GWO richt zich op de werkzaamheden rond SNL, gemeenschappelijke gegevens en informatie natuur, faunaschade en in principe het PAS-bureau. Het gaat hierbij om provincie overstijgende zaken. Wij blijven alert, opdat het ook echt blijft gaan om provincie overstijgende zaken. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 SNL: Voor het beheer van natuur en landschap is er een algemeen subsidiestelsel (SNL). De provincies moeten afspraken maken over uitvoering hiervan. De GWO zorgt voor de coördinatie van de uitvoering van het subsidiestelsel. Voor het onderdeel Agrarisch Natuurbeheer vindt een omvorming van het stelsel plaats. Dit wordt begeleid door de GWO. PAS-bureau: De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is er op gericht natuurbeschermingswetvergunningen te kunnen verlenen op een afgewogen wijze. Daarom is er een systeem opgezet voor de verdeling van (ontwikkel) ruimte voor nieuwe initiatieven op het gebied van infrastructuur, industrie en met name de landbouw, gelet op de stikstofproblematiek. Dit systeem moet beheerd worden en provincies moeten integraal en op uniforme wijze vergunningen kunnen verlenen. De GWO zorgt o.a. voor de monitoring, rapportage en advisering en ondersteuning hiervan. Faunaschade: verzorgen schade-uitkering bij erkende schades door beschermde diersoorten aan landbouw, bosbouw of visserij. Tevens afgeleide werkzaamheden ter preventie en beperking van schade zoals voorlichting, onderzoek en advisering. Gemeenschappelijke gegevens en informatievoorziening natuur: Provincies zijn verantwoordelijk voor het SNL: Coördinatie vindt doorlopend plaats, onder andere voorbereidingen ten behoeve van stelselwijziging Agrarisch Natuurbeheer. PAS-bureau: Coördinatie vindt doorlopend plaats. Rekeninstrument (Aerius) van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) is gebouwd. Programmadocument PAS is vrijwel gereed. Faunaschade: Coördinatie vindt doorlopend plaats. Gemeenschappelijke gegevens en informatievoorziening natuur: Coördinatie vindt doorlopend plaats. 98 Karakteristiek Groningen

99 behalen van de natuurkwaliteitsdoelstellingen en de juiste inzet van beschikbare middelen. De GWO zorgt voor de (proces)coördinatie van monitoring, dataopslag, informatie, analyse en rapportages van natuurgegevens, met name voor verantwoording aan Rijk en EU. Het betreft ook zorgdragen voor protocollen, beheer van informatiesystemen, databases, standaarden, formats, etc.. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot In de Voorjaarsnota 2014 is de begroting van de GWO en de provinciale bijdrage vastgesteld op per jaar voor zover deze ten laste komt van Natuur. Realisatie verwacht in 2015 Besteed Besteed en verplicht: De facturatie door GWO loopt achter. TOEGEVOEGD: Stichting werkgroep Grauwe Kiekendief (VJN2014 en IB2014) Beleid en doelen op termijn De stichting werkgroep Grauwe Kiekendief heeft een duurzaam meerjarenperspectief nodig, zodat de werkgroep met succes een beroep kan doen op steun van landelijke fondsen. De Stichting werkgroep Grauwe Kiekendief zal een aantal onderwerpen uitvoeren die een bijdrage leveren aan ons natuurbeleid. Wij zijn nog in overleg met de stichting om te bezien op welke wijze de continuïteit op de langere termijn beter kan worden gewaarborgd. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 lobby voor maatregelen en middelen ten De Werkgroep Grauwe Kiekendief heeft in dit gunste van akkervogelbeheer; traject ecologische input geleverd. pilot ontwikkeling voor akkernatuur op TBO- Dit is in opstartfase en zal verder worden terreinen; scherpere begrenzing van akkervogelkerngebieden; Toestand van de Natuur; Inhoudelijke voortgang van het Meetnet Agrarische Soorten (MAS). uitgewerkt in Dit is in opstartfase. De werkgroep heeft een toekomstige rol een rol bij de beoordeling van gebiedsoffertes van agrarische collectieven inzake de kerngebieden. Werkgroep heeft gegevens aangeleverd voor de Toestand van de Natuur. Werkgroep heeft tellingen voor het meetnet uitgevoerd. Wanneer gereed Middelen Begroot Na een eerste aankondiging bij de Voorjaarsnota 2014 is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten om zowel in 2014 als in beschikbaar te stellen en onze bijdragen voor 2014 en 2015 te dekken uit de algemene middelen. Deze bijdragen komen bovenop de middelen ( per jaar in 2014 en 2015), die al vanuit het PLG2 beschikbaar worden gesteld. Realisatie verwacht in Besteed Besteding in 2014 heeft bedragen. Karakteristiek Groningen 99

100 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Water (PLG) (productgroep 4002) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Inrichting van het bergingsgebied Benedenloop Westerwoldse Aa; In nauwe samenwerking met waterschappen uitvoeren van KRW-maatregelen, waaronder uitvoering EHS / natuurvriendelijke oevers Westerwolde, Reitdiep. inrichting waterbergingsgebieden Benedenloop Westerwoldse Aa is geheel afgerond (= 95% van de opgave); inrichting Dannemeer (fase 2) is gereed (totaal 500 ha nieuwe EHS) in combinatie met KRWmaatregelen langs Afwateringskanaal (aanleg natuurvriendelijke oevers in combinatie met kadeversterking). Toerisme en recreatie (PLG) (productgroep 6102) Recreatieve routestructuren Beleid en doelen op termijn Instandhouding, verbetering, vernieuwing en uitbreiding van routenetwerken voor recreatief fietsen, varen en wandelen met het doel een bijdrage te leveren aan de toename van zowel de directe als de indirecte werkgelegenheid in de toeristische sector en aan de verbetering van het vestigingsklimaat. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 (Ondersteuning van een) doorstart van landelijk functionerende routebureau s die de volgende activiteiten zo efficiënt mogelijk oppakken: ontwikkeling en beheer van de landelijke routestructuren; landelijke coördinatie en krachtenbundeling op het gebied van voorlichting en promotie; landelijke coördinatie en krachtenbundeling op het gebied van kennis en expertise. Wanneer gereed Eind 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie en krediet Recreatieve routestructuren. Er is voor twee jaar (2014/2015) subsidie verleend aan de landelijke bureaus Fietsplatform en Wandelnet. De projecten zijn in uitvoering. Een tussenevaluatie volgt in Daarnaast wordt door subsidiëring van het Routebureau Groningen de kwaliteit van recreatieve routestructuren in Groningen verder verbeterd. Gereed eind Besteed Bestaande formatie. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Ondersteuning van de instandhouding en kwaliteitsverbetering van (landelijke) recreatieve routes op het gebied van fietsen, wandelen en varen. De landelijke bureaus Fietsplatform en Wandelnet en het Routebureau Groningen werken hieraan met financiële ondersteuning van onder andere de provincie Groningen. 100 Karakteristiek Groningen

101 Natuurontwikkeling (PLG) (productgroep 6206) Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) / Natura 2000 Beleid en doelen op termijn Op nationaal niveau oplossen van het stikstofprobleem in daarvoor gevoelige Europees waardevolle natuurgebieden; voldoen aan de Europese en nationale verplichtingen voor natuur en biodiversiteit; voldoende ruimte voor economische ontwikkeling. Dit beleid wordt met ingang van 2014 gedecentraliseerd vanuit het Rijk naar de provincies. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 vaststellen eind-concept PAS; vaststellen provinciale spelregels ten aanzien van economische ontwikkelingsruimte; verlenen vergunningen op basis van de PAS. Wanneer gereed Dit is een structurele activiteit. Middelen Begroot Decentralisatie-uitkering via het Provinciefonds. Het ontwerp Programma Aanpak Stikstof ligt ter inzage, de vaststelling vindt plaats in april Dit is in voorbereiding. Dit vindt plaats vanaf april Dit is een structurele activiteit. Besteed Uitkering is ca. 12 miljoen in 6 jaar, ca. 2 miljoen per jaar. De meeste verplichtingen zijn al afgerond of worden op korte termijn afgerond. Verplichting voor Marketing Groningen loopt nog door tot eind Er is voor ruim 1,5 miljoen toegezegd. Natuurbeheer (PLG) (6207) Faunafonds Beleid en doelen op termijn Het beschermen van inheemse diersoorten. Dit beleid wordt met ingang van 2014 gedecentraliseerd vanuit het Rijk naar de provincies. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 bevorderen van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van schade door dieren behorende tot de beschermde inheemse diersoorten; verlenen van tegemoetkomingen in geleden schade, aangericht door dieren behorende tot de beschermde inheemse diersoorten. Wanneer gereed Dit is een structurele activiteit. Middelen Begroot Bestaande formatie en voor compensatie en organisatiekosten. Vindt doorlopend plaats, hierbij moet o.a. gedacht worden aan de toepassing van technische innovaties zoals wildspiegels voor reeën langs provinciale wegen. Dit vindt doorlopend plaats, via de Gemeenschappelijke Werkorganisatie (GWO) provincies in Utrecht. Doorlopend Besteed Bestaande formatie en bijna voor compensatie en organisatiekosten. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is het budget opgehoogd van naar Karakteristiek Groningen 101

102 Agrarisch Natuurbeheer Beleid en doelen op termijn Kader en instrumentarium ontwikkelen voor het agrarisch natuurbeheer voor de looptijd van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) vanaf Ervoor zorgen dat samen met maatschappelijke organisaties agrarisch natuurbeheer op optimale wijze bijdraagt aan de vastgestelde natuurdoelen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 vaststellen visie samen met maatschappelijk relevante partners; vertalen van de visie in kader, instrumentarium en rolverdeling tussen provincie en maatschappelijk relevante partners; vaststellen natuurbeheerplan. Wanneer gereed Dit is een structurele activiteit. Middelen Begroot Bestaande formatie. Wij hebben de Visie Agrarisch natuur- en landschapsbeheer na 2016 (Visie ANLB 2016) is op 17 juni 2014 vastgesteld en een brief hierover vervolgens verstuurd ter behandeling in de commissievergadering van 26 november 2014 en de PS-vergadering op 10 december Het Ontwerp Natuurbeheerplan 2016 (met doorwerking Visie) hebben wij vastgesteld op 6 januari Dit wordt voorzien begin april Doorlopend. Besteed Bestaande formatie Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 planuitvoering en afronding klassieke landinrichting Appingedam-Delfzijl, Lutjegast- Doezum, Oude Veenkoloniën; uitvoeren maatregelen ter verbetering van de milieukwaliteit van natuurgebieden, met name verdrogingsbestrijding; Appingedam-Delfzijl is gereed; afronding wacht op uitspraak rechtbank bezwaar omgevingsvergunning in Lutjegast-Doezum is afgerond. Bij Oude Veenkoloniën vindt afronding plaats in Maatregelen maken onderdeel uit van integrale natuurprojecten: - Ellersinghuizerveld: afgerond; - Ter Wupping: oplevering begin 2015; - Grootegastermolenpolder: afgerond; - Reitdiep: oplevering 134 ha in 2015 in verband met bezwaar omgevingsvergunning; - Westerwolde: 420 ha Ter Wupping oplevering begin 2015; - Meerweg: planvorming gereed, aanpassing bestemmingplan 2015; - Meerstad: 100 ha project Meerstad/ Westerbroek gereed; - Midden-Groningen:500 ha opgeleverd; - Herinrichting Haren: De kavelaanvaarding is zo goed als afgerond. Het inrichtingsplan voor de gebieden Westerlanden en Besloten Venen is nagenoeg klaar. 102 Karakteristiek Groningen

103 planvorming en uitvoering van diverse integrale natuurprojecten: Reitdiep, Westerwolde, Meerweg, Meerstad, Midden- Groningen, herinrichting Haren, Westerwolde en Dwarsdiep; besluitvorming over al dan niet doorzetten beheer LFA en akkervogels. - Zuidelijk Westerkwartier en Dwarsdiep: 75 ha bovenloop inrichtingszone (Marumerlage) ingericht, 1 ha robuuste verbindingszone Lettelbert gereed. In 2014 was het niet meer mogelijk een vergoeding te ontvangen voor de gekoppelde en ontkoppelde Probleemgebiedenvergoeding (PGV). De collectieve weide- en akkervogelbeheerplannen zijn uitgevoerd. Het resultaat hiervan is dat de effectiviteit van het beheer is toegenomen. Landschap (PLG) (productgroep 6208) Kwaliteitsgids landschap Beleid en doelen op termijn Behoud, versterking en ontwikkeling landschappelijke waarden. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 vaststellen kwaliteitsgids in samenwerking met gemeenten; faciliteren dialoog over landschap en ruimtelijke kwaliteit. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot : 50% middelen landschap en 50% budget provinciaal bouwheerschap (programma Leven en wonen in Groningen, productgroep 9101). Dit is gedeeltelijk gerealiseerd. Fase 1 van de kwaliteitsgids is vrijwel afgerond in de vorm van een werkkaart en bijbehorende beschrijvingen. Deze kaart is opgenomen in de beleidsnotitie landschap (2014). (In 2015 zal de tweede fase van start gaan waarin de kaart zal worden doorontwikkeld tot een digitale kwaliteitsgids.) Dit is gedeeltelijk gerealiseerd. In het kader van fase 1 van de kwaliteitsgids heeft een bijeenkomst met gemeenten en waterschappen over de kwaliteitskaart plaatsgevonden, gericht op de waarden van landschap, cultuurhistorie en het benutten van voor de bevordering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit wordt Besteed Er is een bedrag van besteed. De begroting heeft betrekking op fase 1 en fase 2. De meeste kosten zitten in fase 2. Fase 2 is later gestart dan verwacht en door in Karakteristiek Groningen 103

104 Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 uitvoeren landschapsprojecten die leiden tot het beschermen en versterken van het karakteristiek landschap; inbreng landschapsbeleid bij infrastructurele projecten; slim combineren van natuur- en landschapsprojecten met cultuurhistorie, archeologie en recreatie en toerisme. Middels de subsidie knelpunten landschap (onderdeel van PLG2) worden er projecten uitgevoerd die het karakteristiek landschap versterken. Zo zijn er in 2014 bijvoorbeeld subsidies toegekend aan projecten om groene linten, molenbiotopen en oude kolken te herstellen. Er is expliciet aandacht besteed aan landschappelijke waarden en inpassing bij onder meer de N361 Groningen-Winsum, de oostelijke rondweg Bedum, de verkenning N355, Fietsroute Plus Groningen-Winsum en Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer. Landschap en cultuurhistorie zijn nauw met elkaar verbonden. In het kader van de subsidie knelpunten landschap worden regelmatig subsidies toegekend aan integrale projecten die landschap en cultuurhistorie combineren, zoals kerkterreinen, wierden en eendenkooien. Landbouw en landinrichting (PLG) (productgroep 7303) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Landbouw In de Landbouwagenda staan onze ambities voor de periode De agenda is bedoeld om verschillende ontwikkelingslijnen voor verduurzaming bij elkaar te brengen. Een lijn die in de Landbouwagenda nader worden uitgewerkt, is: AgroAgenda Noord-Nederland: verkrijgen van Europese subsidies (POP3, EFRO, overig) en rijkssubsidies (topsectorenbudget). Landinrichting procedures afronden klassieke landinrichting en afwikkeling lijst geldelijke regelingen; stimuleren en faciliteren projectontwikkeling. Landbouw Lijnen van POP3, Topsectoren en AgroAgenda zijn verder uitgewerkt en bij elkaar gebracht, ook op basis van evaluatie eind (POP3- geld komt pas in 2015 beschikbaar). Landinrichting Afronding van de herinrichting Oost-Groningen vindt naar verwachting in 2015; afronding overige klassieke projecten in 2015 en deels 2016 (inclusief lijst geldelijke regelingen). 104 Karakteristiek Groningen

105 Sociaal-economische vitalisering (PLG) (productgroep 9105) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 stimuleren en faciliteren van projecten ter: - vergroting van de leefbaarheid; - verbreding van de plattelandseconomie; - bevordering van lokale initiatieven. uitvoering subsidieregeling Loket Levende Dorpen; met de regio's afspraken maken over een vervolg van de aanpak Sociaal- economische vitalisering, al dan niet met inzet van de LEADER-systematiek. Er zijn in totaal ca. 30 projecten daadwerkelijk beschikt, waaronder 'Samen actief in het groene Westerkwartier, een project waarbij dorpsbewoners meewerken aan de vergroening van het dorp en 'Pilot toeristische routegids Appingedam'. Vrijwel alle aanvragen zijn ook formeel beschikt. Totaal zijn er provinciebreed het afgelopen jaar 93 projecten formeel beschikt in het kader van Loket Levende Dorpen. Het gaat hierbij om een grote diversiteit aan kleine projecten. Het kan hierbij gaan om festiviteiten, dorpsvoorzieningen, recreatieve toeristische activiteiten zoals streekpaden en culturele activiteiten. Er zijn in totaal drie bestuurlijke overleggen geweest tussen provincie en de voorzitters van de vier regionale Leader Actiegroepen over vervolg Sociaal-economische Vitalisering in het kader van voorstel Zachte Landing leefbaarheid. Drie regio s stellen een Gebiedsagenda op, één regio stelt een Lokale Ontwikkelingsstrategie op voor aanwijzing als LEADER-regio in het kader van EU-Plattelandsontwikkelingsprogramma. Karakteristiek Groningen 105

106 Lasten/baten en analyse thema Programma Landelijk Gebied (PLG) Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging Op de programmakosten van het thema Programma Landelijk Gebied (PLG) zijn positieve afwijkingen ontstaan op alle productgroepen voor in totaal bijna 10 miljoen. Dit is deels het gevolg van onze keus om 'ruim' te begroten om daarmee te voorkomen dat we niet aan alle mogelijke, gevraagde betalingen kunnen voldoen. In de praktijk is vaak sprake van vertraging van projecten rekening 2014 verschil Kapitaallasten Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Natuurontwikkeling (PLG) Natuurbeheer (PLG) Landschap (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal-economische vitalisering (PLG) Totaal lasten Water (PLG) Toerisme en recreatie (PLG) Natuur (PLG) Landschap en cultuurhistorie (PLG) Natuurontwikkeling (PLG) Natuurbeheer (PLG) Landschap (PLG) Landbouw en landinrichting (PLG) Sociaal-economische vitalisering (PLG) Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Karakteristiek Groningen

107 door bezwaren op vergunningen of door bijv. weersomstandigheden, waardoor ook de bestedingen later plaatsvinden. Daarnaast willen we met een ruim budget de mogelijkheid creëren om acuut te kunnen reageren op kansen die zich voordoen op met name de grondmarkt. De productgroepen zijn gekoppeld aan de reserves Programma Landelijk Gebied en Programma Landelijk Gebied 2. De onderschrijdingen worden toegevoegd aan deze reserves en blijven beschikbaar. Productgroep 4002 Water (PLG) - Het betreft veelal meerjarige projecten, waarvan de voortgang moeilijk in te schatten is. Er is onderbesteding op programma synergiegelden KRW omdat een aantal projecten in 2014 nog niet volledig is uitgefinancierd. Productgroep 6206 Natuurontwikkeling (PLG) - In de uitvoeringsprojecten ILG natuur is sprake van vertraging van projecten. Er wordt nog volop aan gewerkt. - Nog niet alle projecten op het gebied van realisatie EHS zijn voltooid. - Aan het project EHS Zuidlaardermeer - Midden-Groningen is minder uitgegeven. Grondaankopen zijn lastig te plannen. - De middelen voor Natura 2000 zijn beschikbaar gesteld voor de vastgestelde beheerplannen tot Op een aantal maatregelen zijn lagere uitgaven geweest. De uitgaven verschuiven naar de toekomst. - Het IPO heeft een gezamenlijke werkorganisatie ingericht waar elke provincie een deel aan bijdraagt. De facturatie door GWO loopt achter op de begroting. - De verwerving van gronden voor het Natuur Netwerk Nederland vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Er zijn minder gronden aangekocht dan gebudgetteerd. - Voor natuurprojecten is een aantal initiatieven ondersteund waarvan de besteding niet meer in 2014 plaatsvindt. Productgroep 6207 Natuurbeheer (PLG) - Als gevolg van de afronding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn wij volledig verantwoordelijk geworden voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen. Omdat wij het stelsel van lasten en baten volgen en het Rijk het kasstelsel volgt, heeft de commissie BBV aangegeven hoe de aangegane verplichtingen vanaf nu moeten worden verwerkt. Verplichtingen aangegaan vóór 2014 worden nog op kasbasis (moment van uitbetaling) verantwoord en de verplichtingen die met ingang van 2014 zijn aangegaan moeten als last in het jaar van toekenning worden verantwoord. Beheersvergoedingen in het kader van natuurbeheer worden toegekend voor een periode van 6 jaar en de toegekende bijdrage wordt over de jaren verdeeld omdat er een jaarlijkse prestatie tegenover staat. Dit besluit van de commissie heeft tot gevolg dat er in 2014 een eenmalige extra last met betrekking tot de beheersvergoeding is ontstaan van Dit betreft de bijdrage 2014 op basis van het stelsel van lasten en baten. Daarnaast is de uitbetaalde bijdrage 2013 op kasbasis verantwoord. Het budget 2014 is mede overschreden door de hogere lasten voor inrichting en functieverandering. - Bij de uitvoeringsprojecten ILG natuur en beheer is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn lager uitgevallen omdat partijen vanwege vertraging minder bij de provincie hebben gedeclareerd. - Ook de uitbetaalde bedragen voor de SNL-monitoring zijn lager uitgevallen omdat partijen vanwege vertraging minder bij de provincie hebben gedeclareerd Karakteristiek Groningen 107

108 - Op verschillende kleinere projecten is sprake van onderbesteding. Productgroep 6208 Landschap (PLG) - Bij de uitvoeringsprojecten landschap is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn afhankelijk van het declaratiegedrag van derden. Hierdoor lopen betalingen niet synchroon met de begroting. - Voor de afwikkeling ILG landschap PLG zijn hogere uitgaven gerealiseerd. Voor het tekort is dekking in de reserve PLG. - In Middag-Humsterland wordt nog bekeken hoe men een vervolg kan geven op het voormalige rijksbeleid voor nationale landschappen. Dit heeft ertoe geleid dat in 2014 geen gebruik is gemaakt van de beschikbare middelen. Productgroep 7303 Landbouw en landinrichting (PLG) - Het betreft veelal meerjarige projecten waarvan de voorgang moeilijk in te schatten is. De realisatie bestaat grotendeels uit de projectdeclaraties, waarbij we afhankelijk zijn van het declaratiegedrag van derden. Er is onderbesteding op de projecten t.b.v. Innovatieve kwaliteitsprong landbouw en Kavelruil. Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 6206 Natuurontwikkeling (PLG) Voor het onderdeel Natuurontwikkeling zijn in de raming totaal aan baten opgenomen. Hierop is ontvangen. De afwijking bedraagt Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking Karakteristiek Groningen

109 5. Schoon/Veilig Groningen Inleiding Het programma Schoon/Veilig Groningen bestaat uit de thema's: 1. Water 2. Milieu 3. Risicobeleid/Veiligheid Dit programma richt zich op een schone en veilige leefomgeving. Zo moet bijvoorbeeld het risico van calamiteiten, ontploffingen en overstromingen zo klein mogelijk zijn. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We willen de kwantiteit en kwaliteit van het water combineren met de bescherming van natuur en landschap. We zetten in op veiligheid en duurzaamheid. Schoon/Veilig Groningen 109

110 5.1 Water Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Een veilige en bewoonbare provincie die voorzien is van betrouwbare, duurzame, beheersbare en flexibel ingerichte watersystemen tegen de laagst mogelijke kosten. In het regionale waterdomein functioneren wij als gebiedsregisseur die proactief zorgt voor de afstemming en koppeling met het ruimtelijk beleid. Beleidskader: Nationaal Waterplan Nationaal waterplan Provinciaal Omgevingsplan (POP) POP Kader toezicht op de waterschappen in de provincie Groningen Richtlijn Overstromingsrisico's (ROR) Richtlijn Overstromingsrisico's Kaderrichtlijn Water (KRW) Nota Drinkwater Beleidsnota Drinkwater Nota Water PS Productgroep 4001 Water Integrale aanpak waterveiligheid en zoetwatervoorziening GS Klimaatadaptatie als onderdeel van de gebiedsopgaven Verbeteren waterkwaliteit Duurzaam gebruik grondwater Productgroep 4101 Waterschapsaangelegenheden Het financieel toezicht op de waterschappen 110 Schoon/Veilig Groningen

111 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Veilige en gezonde watersystemen 1) POV/KRW n.n.b. 1) afgemeten aan de prestatie-indicatoren Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron (doel 1) De regionale waterkeringen voldoen aan de norm voor hoogte 2) POV 3) 641 km n.n.b. 2) 3) In het stedelijk gebied van het waterschap Hunze en Aa's op uiterlijk 1 januari 2019; In het landelijk gebied van het waterschap Hunze en Aa's op uiterlijk 1 januari 2020; Voor de Eemskanaal-Dollardboezem van het waterschap Noorderzijlvest op uiterlijk 1 januari 2019; Voor de overige boezems van het waterschap Noorderzijlvest op uiterlijk 1 januari In totaal moet 1015 km aan de norm voldoen. Er zijn geen jaarlijkse streefwaarden benoemd. Via jaarlijkse toezichtsgesprekken wordt de voortgang gemeten. Schoon/Veilig Groningen 111

112 Actueel belangrijke onderwerpen Project droge Voeten 2050 Beleid en doelen op termijn Onderzoeken hoe de boezemsystemen in de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest in de toekomst kunnen blijven voldoen aan de vastgestelde veiligheidsnormen, rekening houdend met een veranderend klimaat en bodemdaling door aardgaswinning. Doel van het project is om te komen tot geactualiseerde veiligheidsnormen en de benodigde maatregelen te bepalen om in 2025 aan deze normen te kunnen voldoen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 aanwijzen regionale waterkeringen; vaststellen geactualiseerde normen regionale waterkeringen en bijbehorende maatgevende hoogwaterstanden; kennis nemen van het advies Droge Voeten Wanneer gereed Eind 2014/begin 2015 Middelen Begroot Sectorale middelen. In december 2014 hebben uw Staten de regionale waterkeringen in de provincie Groningen aangewezen. In december 2014 zijn de geactualiseerde veiligheidsnormen voor de aangewezen regionale waterkeringen in de provincie Groningen door uw Staten vastgesteld. Overeenkomstig de nieuwe Omgevingsverordening zullen wij de maatgevende hoogwaterstanden vaststellen. Advies Droge Voeten 2050 heeft ter inzage gelegen. De ontvangen zienswijzen zijn verwerkt. Uw Staten hebben hiervan kennis genomen. December 2014 Besteed In de periode is ca besteed aan het project Droge Voeten Schoon/Veilig Groningen

113 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Water (productgroep 4001) Project Droge Voeten 2050 Beleid en doelen op termijn Onderzoeken hoe de boezemsystemen in de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest in de toekomst kunnen blijven voldoen aan de vastgestelde veiligheidsnormen, rekening houdend met een veranderend klimaat en bodemdaling door aardgaswinning. Doel van het project is om te komen tot geactualiseerde veiligheidsnormen en de benodigde maatregelen te bepalen om in 2025 aan deze normen te kunnen voldoen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 opstellen en vaststellen advies Droge Voeten 2050; keuze maken of en zo ja hoeveel cofinancieringsmiddelen worden ingezet voor uitvoering van maatregelen door de waterschappen. Wanneer gereed 2 e helft 2014 Middelen Begroot Sectorale middelen. Voor de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest zijn afzonderlijke adviezen Droge Voeten 2050 opgesteld en vastgesteld. Hierover wordt in 2015 beslist. 2 e helft 2014 In 2015 nadere besluitvorming cofinanciering maatregelen waterschappen. Besteed Sectorale middelen. In de periode is ca besteed aan het project Droge Voeten Klimaatadaptatie Beleid en doelen op termijn Opstellen en uitvoeren van een jaarlijks actieplan voor klimaatadaptatie. Het doel is te bevorderen dat onze provincie klimaatbestendig wordt ingericht en gebruikt en dat daarbij de ruimtelijke kwaliteiten en sociaal-economische potenties behouden blijven of nog worden versterkt. Daarnaast bevorderen we dat de kansen, die de klimaatverandering biedt, zo goed mogelijk worden benut. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 voortgangsrapportage van de uitvoering van het Actieplan 2013; vastgesteld Actieplan Wanneer gereed Eind 2014 In juni 2014 is over de voortgang van de uitvoering gerapporteerd. Vanwege het lagere budget voor 2014 is besloten om het Actieplan 2013 met extra maatregelen aan te vullen en geen Actieplan 2014 op te stellen. Er zijn 12 nieuwe projecten gestart en 6 projecten zijn voortgezet. 1 e kwartaal van Schoon/Veilig Groningen 113

114 Middelen Begroot Bestaande formatie. Besteed Bestaande formatie en sectorale middelen Voorbereiding besluitvorming Deltaprogramma (Deltabeslissing) Beleid en doelen op termijn De provincie wordt gevraagd nadere invulling te geven aan de inhoud van het Deltaprogramma. In 2015 wordt de Deltabeslissing voorgelegd aan de Tweede Kamer. De kansrijke strategieën worden uitgewerkt naar voorkeurstrategieën in Het Deltaprogramma wordt grotendeels gevoed vanuit de regio's. Provincies en waterschappen zijn aan zet om de wateropgaven (veiligheid en zoetwater) binnen de regio in te vullen. Hiervoor wordt een besluit c.q. instemming gevraagd over de voorkeurstrategie op gebied van: zoetwateraanvoer: op welke wijze borgen wij in de provincie Groningen dat voldoende water in droge perioden beschikbaar is. Hoeveel water hebben we vanuit het IJsselmeer nodig, naast de eigen voorraad. voorstel nieuwe normering voor primaire keringen: naar verwachting wordt in de Deltabeslissing een nieuwe normering voorgesteld voor de primaire keringen. De 'vertaling' van deze nieuwe norm naar onze provincie zal in 2014 voorgelegd worden. invulling meerlaagsveiligheid (Eemsdelta): Voor gebieden die extra bescherming behoeven kunnen maatregelen in de gebieden (2 e laag) en rampenbestrijding (3 e laag) uitkomst bieden. In 2014 worden gebieden die hiervoor in aanmerking komen voorgelegd. buitendijkse gebieden (onder andere Eemshaven): hierbij gaat het om de verantwoordelijkheden en belangen. In hoeverre moeten wij als provincie aanvullend beleid opstellen voor waterveiligheid in buitendijkse gebieden. Dit kan wanneer hier grotere regionale belangen spelen. De voorkeurstrategieën dienen als bouwsteen voor de nieuwe Deltabeslissing die eind 2014/2015 aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 voorkeurstrategieën worden voorgelegd; afstemming waterschappen en provincies noordelijke regio; inbreng vormgeven richting landelijke besluitvorming. Invulling van strategieën wordt gevoed door onderzoeken die met overige partijen in het Deltaprogramma zijn uitgevoerd en pilotstudies die voor specifieke thema's zijn uitgevoerd (pilot zoetwateraanvoer Eemshaven, meerlaagsveiligheid Eemsdelta). Wanneer gereed Voorkeurstrategieën worden rond mei 2014 voorgelegd. Middelen Begroot Bestaande formatie. De voorkeurstrategie Deltaprogramma Waddengebied is voorgelegd en vastgesteld. Waterschappen, provincies, Rijk, gemeenten en natuur- en milieuorganisaties (NMO's) hebben hiermee gezamenlijk input gegeven aan het nationale Deltaprogramma en de wijze waarop hieraan in Noord-Nederland invulling gegeven wordt. Wij hebben deze voorkeurstrategie vertaald in het concept van de nieuwe Omgevingsvisie die in 2015 wordt vastgesteld. Medio Besteed Bestaande formatie. 114 Schoon/Veilig Groningen

115 Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Toezicht waterschappen: - opstellen voortgangsrapportage 2013 van het provinciaal toezicht op de waterschappen; - voeren bestuurlijk overleg over de voortgangsrapportage met de waterschappen Hunze en Aa's, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân. Waterkeringen: - beoordelen rapportages waterschappen van de (visuele) inspecties van de regionale waterkeringen; bewaken voortgang van het beoordelen van de veiligheid van de regionale waterkeringen door waterschappen; In het kader van het Deltaprogramma geven we invulling aan de regionale mogelijkheden/wensen ten aanzien van de veiligheid tegen overstromingen vanuit zee en de regionale zoetwatervoorziening, o.a. - het verkennen en uitwerken van regionale oplossingsrichtingen voor de waterveiligheidsopgave, waaronder de uitwerking van innovatieve kustverdedigingsvormen in relatie tot meerlaagsveiligheid; - opstellen van een regionale strategie voor de zoetwatervoorziening inclusief een uitvoeringsprogramma voor de korte termijn. De Overstromingsrisicokaarten (RORkaarten) zijn eind 2013 gereed. Deze vormen samen met de Overstromingsrisicobeheerplannen (ORBP's) per stroomgebied het eindproduct voor de ROR. De ORBP's met bijbehorende kaarten worden in 2014 middels democratische besluitvorming vastgesteld. Adviseren over peilbesluiten van waterschappen in vooral EHS-/ natuurgebieden en die gebaseerd zijn op het GGOR (Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime). In het kader van onze rol als algemene kaderen normensteller voor het regionale waterbeheer leveren wij waar nodig als regisseur een bijdrage aan de voorgenomen optimalisatie in de waterketen. Grondwater: - stimuleren en ontwikkelen van beleid voor bodemenergiesystemen: - beleidsmatige beoordeling van aanvragen Toezicht waterschappen: - voor de waterschappen Hunze en Aa's, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân is de voortgangsrapportage 2013 opgesteld; - met het waterschap Hunze en Aa's is bestuurlijk overleg over de voortgangsrapportage gevoerd. Vanwege capaciteitssproblemen vindt het bestuurlijk overleg met de beide andere waterschappen begin 2015 plaats. Waterkeringen: - De rapportages van de (visuele) inspecties van de regionale waterkeringen zijn ingediend. Op basis van deze inspecties kan worden geconcludeerd dat de regionale waterkeringen visueel in goede staat van onderhoud zijn. Deltaprogramma: - De regionale oplossingsrichtingen voor de waterveiligheid zijn verkend en uitgewerkt en vertaald in de concept-omgevingsvisie. - In lijn met de landelijke strategie zijn regionale maatregelen in beeld gebracht voor de komende zes jaar en vertaald in de concept-omgevingsvisie. ORBP's liggen ter inzage en worden in 2015 op landelijk niveau vastgesteld. Wij hebben geen invloed op de planning. Regionale afstemming heeft plaatsgevonden via het RBO (Regionaal Bestuurlijk Overleg). Voor waterschap Hunze en Aa's zijn vijf peilbesluiten vastgesteld en voor waterschap Noorderzijlvest drie peilbesluiten. Tevens is er een evaluatie van het GGOR-proces uitgevoerd. We hebben een bijdrage geleverd door participatie aan de stuurgroep Waterketen (agendalid) en financiering van de gemeentelijke waterambassadeur. Grondwater: - Ontwikkeling van bodemenergiesystemen is gestimuleerd door geen extra kosten in rekening te brengen (leges, en voor kleine Warmte Koude Opslagsystemen (WKO's) ook geen advertentiekosten). - Er is één WKO-vergunning en één Schoon/Veilig Groningen 115

116 voor het onttrekken van grondwater voor industrie, drinkwater en bodemenergiesystemen (WKO); - het beheren en onderhouden van het grondwaterkwaliteits- en grondwaterkwantiteitsmeetnet. Het meten van grondwaterstanden en het nemen van chloridemonsters en het opnemen van gegevens in de database; - uitvoeren maatregelen uit de gebiedsdossiers van de grondwaterbeschermingsgebieden; - bekijken samenwerkingsmogelijkheden met waterschappen en provincie Drenthe op het terrein van monitoring. In concept opstellen van de regionale doelen voor KRW-oppervlaktewateren; In concept vaststellen KRWgrondwaterdoelen en -maatregelen; Bijdragen aan de veiligheidsaspecten in het project Marconi; Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden in oppervlaktewateren (Whvbz): - in overleg met waterschappen aanwijzen van zwemwateren op grond van Whvbz; - onderzoeken mogelijkheden instandhouding locaties zwemwaterfunctie. wijzigingsvergunning Industrie verleend en één aanvraag voor een WKO planmerprocedure doorlopen (aanvraag in december 2014 ingediend). - Het beheer, onderhoud, opnemen en bemonsteren van de grondwatermeetnetten is volgens planning verlopen. - Uitvoeringsprogramma Onnen-De Punt: generieke en specifieke activiteiten en bedreigingen zijn uitgewerkt, bodemonderzoeken zijn uitgewerkt en afgerond. Uitvoeringsprogramma Drentse Aa is gestart (oppervlaktewaterwinning). - In overleg met de Provincie Drenthe worden monitoringsmedewerkers bekend gemaakt met elkaars meetnet. De regionale doelen voor KRWoppervlaktewateren zijn in concept door ons vastgesteld. Regionale afstemming heeft plaatsgevonden via het RBO. De regionale doelen worden in de Omgevingsvisie opgenomen. De KRW-grondwaterdoelen en -maatregelen zijn in concept door ons vastgesteld. In het project Marconi wordt het stadsstrand gecombineerd met de dijkversterking Eemshaven-Delfzijl. De aanleg van het kwelderland en de pionierskwelder wordt door RWS in uitvoering gebracht, zo mogelijk gecombineerd met vaargeulverruiming naar Eemshaven. Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden in oppervlakte-wateren (Whvbz): - 41 zwemgelegenheden en 3 potentiële zwemwateren in oppervlaktewater zijn aangewezen, na afstemming met waterschappen; - Controles op zwemwaterkwaliteit en mogelijke acties tot verbeteren van de kwaliteit zijn besproken met waterschappen. 116 Schoon/Veilig Groningen

117 Waterschapsaangelegenheden (productgroep 4101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 op hoofdlijnen beoordelen van de begrotingen 2015 en de jaarrekeningen 2013 van de waterschappen, teneinde inzicht te houden in de financiële ontwikkelingen bij de waterschappen. Op grond van artikel 98a, lid 2b, 3 en 4 van de Waterschapswet hebben wij in bepaalde gevallen een aanwijzigingsbevoegdheid ten aanzien van door het dagelijks bestuur van een waterschap aan het CBS te verstrekken financiële informatie (Iv3). Jaarlijkse bijdrage aan de waterschappen in de kosten van de overgedragen nietwaterschapseigenobjecten en in de kosten van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen (op grond van de met de waterschappen gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer', B-AKWA). De jaarrekeningen 2013 en de begrotingen 2015 van de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest zijn op hoofdlijnen beoordeeld. Deze financiële beoordelingen hebben geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen. (Deze marginale toetsing is opgenomen in het in 2011 vastgestelde Kader Toezicht op de waterschappen in de provincie Groningen.) Het is in 2014 niet nodig gebleken van deze bevoegdheid gebruik te moeten maken. De bijdragen in de kosten van de overgedragen niet-waterschapseigen objecten en de bijdragen in de kosten van het vaarweg- en nautisch beheer op de waterschapskanalen zijn conform de met de waterschappen gesloten overeenkomsten in het kader van de 'Herschikking van taken in het waterbeheer' aan de waterschappen uitbetaald. Schoon/Veilig Groningen 117

118 Lasten/baten en analyse thema Water Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten Kapitaallasten LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Water Waterschapsaangelegenheden Totaal lasten Water Waterschapsaangelegenheden Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten 5 Programmakosten Productgroep 4001 Water - Er zijn minder projecten geweest dan verwacht voor het Programma Klimaatadaptatie 'Groningen op klimaatkoers' en daardoor zijn de bestedingen ook lager geweest dan begroot. - Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 4001 Water - Enkele externe partijen hebben meebetaald aan onderzoeken die in onze opdracht zijn uitgevoerd. - Meer grondwaterheffing gerealiseerd dan begroot, vermoedelijk als gevolg van meer industriële onttrekkingen. - Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking Schoon/Veilig Groningen

119 Schoon/Veilig Groningen 119

120 5.2 Milieu Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Wij willen de kwaliteit van het milieu en landschap beschermen. Onze ambitie is erop gericht dat het in de provincie Groningen gezond en veilig leven is. Wij willen onze kernkwaliteiten beschermen of verbeteren. Wij dragen bij aan de ontwikkeling en borging van een leefomgeving waarin de kwaliteit van lucht, geur, geluid, gezondheid, veiligheid èn het duurzaam gebruik van grondstoffen en energie integraal zijn gewaarborgd. Op alle beleidsvelden streven wij na dat duurzaamheid wordt meegenomen in de afwegingen. PS Beleidskader: Provinciale Strategie Gezondheid en Milieu december 2010 Wettelijke taken voortvloeiend uit de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Meerjarenprogramma Wet bodembescherming VTH-kader Bestuurlijke Visie Milieutaken Integraal Milieubeleidsplan Productgroep 5003 Milieubeleid en duurzame ontwikkeling Handhaven of verbeteren milieukwaliteiten schoon, gezond, veilig, stil en duister en bevorderen van duurzaamheid GS Productgroep 5201 Bodem(sanering) Productgroep 5202 Duurzaam bodembeheer en afval Productgroep 5501 Vergunningverlening Productgroep 5502 Toezicht en handhaving Productgroep 5601 Ontgrondingen Beheersen of saneren locaties voor 2015 conform afspraken Bodemconvenant Duurzaam en integraal bodemgebruik en veiligstellen gebruiksmogelijkheden bodem op langere termijn Uitvoering wettelijke taak bescherming milieu en leefomgeving met name op grond van de Wabo en verbetering van kwaliteit ervan Uitvoeren eerstelijns toezicht op grond van o.a. Wabo en verbetering van kwaliteit ervan Bewust en duurzaam (her)gebruik grond en bagger waarbij huidige regionale winlocaties blijven bestaan 120 Schoon/Veilig Groningen

121 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Percentage gerealiseerde locaties van de lijst Aanpak Spoed provincie Groningen 20% 25% 60% 80% Percentage verleende omgevingsvergunningen met uitgebreide procedure binnen wettelijke termijn van 26 weken ODG 73% 54% 53% 26% 50% 80% Percentage verleende omgevingsvergunningen ODG met reguliere procedure 98% 100% 100% 85% 95% binnen 8 weken Schoon/Veilig Groningen 121

122 Actueel belangrijke onderwerpen Vaststellen Meerjarenprogramma Wet Bodembescherming Beleid en doelen op termijn De provincie is bevoegd gezag op grond van de Wet bodembescherming en voert de wettelijke taken op basis van deze wet uit. Het Bodemconvenant is dan in afronding. Mogelijk wordt er een nieuw Bodemconvenant gesloten. Dit wordt meegenomen in het nieuwe meerjarenprogramma Wet Bodembescherming. Met name zal aandacht worden besteed aan verbredingsthema's als bodembescherming en de ondergrond, dit uiteraard naast de bodemsaneringsactiviteiten. Afstemming en integratie van beleid en uitvoering wordt vormgegeven in het Meerjarenprogramma Wet Bodembescherming (MJP) en vormt een belangrijke basis voor het nakomen van de verplichtingen uit het nieuwe Bodemconvenant. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 opstellen van meerjarenprogramma Wet Bodembescherming ; deelname aan het landelijk op te stellen nieuwe Bodemconvenant. Wanneer gereed Medio 2014 Middelen Begroot Eigen provinciale middelen en mogelijk rijksmiddelen (decentralisatie-uitkering Bodem (DUB)). Het Meerjarenprogramma Bodem & Ondergrond is op 18 november jl. vastgesteld. Landelijk wordt druk gewerkt aan een nieuw bodemconvenant dat ook begin 2015 zijn definitieve gestalte zal krijgen. Begin 2015 Besteed Voor het jaar 2014 is er een DUB-bijdrage vanuit het Rijk naar de Wbb bevoegde gezagen worden overgemaakt en de verwachting is dat dit ook aan de orde zal zijn voor de jaren Schoon/Veilig Groningen

123 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Milieubeleid en duurzame ontwikkeling (productgroep 5003) Borging duurzaamheid in provinciale beleid Beleid en doelen op termijn Wij gaan op basis van 4 pijlers het provinciale beleid op het gebied van duurzame ontwikkeling intensiveren. Hiermee geven wij inhoud aan een motie van staten die ons oproept om duurzaamheid in ons beleid te borgen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Borging van duurzame ontwikkeling vooraf: expliciete aandacht aan duurzame ontwikkelingen in beleidstukken, projectvoorstellen en voordrachten; Ondersteuning: het ondersteunen bij de invulling van duurzame ontwikkeling binnen het ambtelijk apparaat; Begroting en verantwoording: inventarisatie en verantwoording wat er aan duurzame ontwikkeling gedaan wordt (eerste stap in begroting 2014: inventarisatie van duurzaamheidsactiviteiten); Impuls: organiseren van bijeenkomsten met overtuigende sprekers. Wanneer gereed Dit is een continu proces. Wij hebben de projectaanpak en de daarbij te gebruiken methodieken (duurzaamheidsmatrix, ook wel de NSDO-matrix 1 genoemd en de aanpak duurzaam GWW (grond-, weg- en waterbouw)) geïntroduceerd in alle lagen van de organisatie. Het projectplan is besproken in ons college. Er is een workshop gegeven aan de leden van Provinciale Staten. Medewerkers zijn bij projecten ondersteund bij het gebruiken van de duurzaamheidsmatrix en de aanpak duurzaam GWW. Deze beide methodieken hebben wij geëvalueerd. Wij hebben provinciale ambtenaren, gevraagd en ongevraagd geholpen om de afweging tussen aspecten van economische, ecologische en maatschappelijke te maken. Dit hebben wij gedaan in reguliere overleggen, bij specifieke trajecten en projecten. Daarnaast hebben wij een start gemaakt om een groene ambassade op te zetten. Om duurzame ontwikkeling beter zichtbaar te maken in de Planning & Control-cyclus werd als eerste stap in de geïntegreerde Programma en Productenbegroting 2014 een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. Vervolgens is in de paragraaf Duurzaamheid van de begroting 2015 gewerkt met een matrix duurzame ontwikkeling waarbij per thema wordt aangegeven welke (maximaal drie per afdeling) beleidsonderdelen, activiteiten en/of projecten in 2015 een belangrijk onderdeel vormen. In samenwerking the Natural Step is één bijeenkomst gehouden om het proces van draagvlak verkrijgen en bewustwording rondom duurzaamheid te versterken binnen de organisatie. Het projectplan is geschreven voor 2 jaren en In de Nationale Strategie voor Duurzame Ontwikkeling heeft de Nederlandse overheid een afwegingsmatrix gepresenteerd. Deze matrix is bedoeld als hulpmiddel om duurzame ontwikkeling in beleid te integreren. Ze kan dienen als checklist bij besluitvorming om afwegingen in beeld te brengen en om na te gaan of er geen ongewenste afwenteling plaatsvindt. Het gaat om het evenwichtig en in samenhang beheren van financieel-economische (profit), sociaal-culturele (people) en ecologische (planet) voorraadgrootheden, niet alleen in het hier en nu, maar ook met het oog op daar (internationaal, met bijzondere aandacht voor ontwikkelingslanden) en later (voor komende generaties). Schoon/Veilig Groningen 123

124 Middelen Begroot Bestaande formatie. Besteed Bestaande formatie Integraal milieubeleid Beleid en doelen op termijn Wij leggen meer dan voorheen de nadruk op een integraal milieubeleid. Dat betekent dat wij alle beleidsonderwerpen onder meer op het gebied van lawaai, stank, lichthinder en gevaarlijke stoffen in elkaars verband zullen brengen, waardoor het milieudomein de juiste relaties krijgt met beleidsvelden als ruimtelijke ordening, verkeer en natuur. Dat vraagt onder meer om regionaal maatwerk, vastgelegd in milieukwaliteitsprofielen per gebied. Via aangescherpt vergunningenbeleid voor bedrijven stimuleren wij innovatie en de biobased economy. Daarbij willen wij naar bedrijven en burgers optreden als betrouwbaar bevoegd gezag. Om de integraliteit te benadrukken hebben wij een kadernota integraal milieubeleid vastgesteld. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoeren werkzaamheden conform kadernota integraal milieubeleid. Wanneer gereed Dit is een continu proces. Middelen bestaande formatie; ter beschikking staande beleidskredieten zowel uit milieu- als andere beleidsthema s. Voor de omgang met de bedrijven voor wat betreft vergunningen Wet milieubeheer gebruiken we het kader VTH, zoals eind 2013 vastgesteld. We zijn gestart met het twee pilots voor het ontwikkelen van gebiedsgericht maatwerk voor milieubeleid (Westerkwartier en Eemsdelta). De relatie tussen milieu en omgevingskwaliteit hebben we vormgegeven in geactualiseerde kaarten voor externe veiligheid, duisternis, geluid- en geurhinder. We zijn in gesprek met de gemeenten over nadere afstemming van beleid op het snijvlak van RO en milieu. Conform planning Besteed Bestaande formatie en bestaande beleidskredieten. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Noordelijke Ambitiestatement (rijksprogramma Duurzaam Door ): opstellen van een programma 2014 met circa 5 (noordelijke) duurzaamheidsprojecten. Strategie Gezondheid en Milieu: provinciale beleid voor gezondheid en milieu op het gebied van geluid van weg- en railverkeer, geur van bedrijven en luchtverontreiniging verder actualiseren en eventueel ontwikkelen/uitvoeren van nieuwe projecten (bijvoorbeeld fijn stof); Noordelijke Ambitiestatement (rijksprogramma Duurzaam Door ): Er zijn 5 (interprovinciale) projecten gehonoreerd waarbij op innovatieve wijze meerdere partijen samenwerken om duurzame ontwikkeling een stap verder te helpen. Strategie Gezondheid en Milieu: Wij hebben de Strategie Gezondheid en Milieu van 2010 geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie hebben wij een nieuwe Strategie Gezondheid en Milieu vastgesteld. Wij zijn gestart met het uitvoeren van deze nieuwe strategie. 124 Schoon/Veilig Groningen

125 verbeteren kwaliteit binnenmilieu alsmede verlagen energielasten en verminderen CO 2 - uitstoot bij overige scholen en (zorg)gebouwen, daarbij gebruik makend van de ervaringen bij basisscholen (zie ook programma Energiek Groningen, productgroep 5004: Gebouwenplan ). Wij hebben een opdracht verstrekt aan EnergieQ voor een energiebesparingsproject waarbij zowel de bewoners als het personeel energie gaan besparen. Overige activiteiten: verlenen van budgetsubsidies aan de Stichting Natuur en Milieufederatie Groningen, het Consulentschap NME en aan de Stichting Noorderbreedte; subsidiëren van activiteiten op het gebied van duurzame ontwikkeling, milieu, natuur en landschap; uitvoeren projecten ter bevordering van stilte en duisternis zoals bij lichtuitstoot melkveestallen; leveren bijdragen aan IPO-milieuprojecten. Overige activiteiten: Wij zijn met het Consulentschap NME van het IVN een nieuwe vierjarensubsidie-periode aangegaan (2015 tot en met 2018). Verder hebben wij de genoemde organisaties hun jaarlijkse budgetsubsidie toegekend. Meerdere subsidies zijn verleend onder meer op het gebied van verduurzaming van schoolgebouwen. Uitvoering Provinciaal Lichtmastenplan. Bevat verschillende projecten ter bevordering van de duisternis, waaronder opstellen Hemelhelderheidskaart en tot stand brengen Dark Sky Park Lauwersmeer. De Milieufederatie en LTO Noord hebben mede op ons initiatief gewerkt aan het formuleren van een convenant op het gebied van lichtuitstoot melkveestallen; in 2015 zal naar verwachting het convenant zijn beslag krijgen. Reducering verlichting langs provinciale wegen en samenwerking met gemeenten. Inventarisatie en nadere uitwerking provinciaal duisternisbeleid. Op declaratiebasis dragen wij bij aan landelijk opgepakte project op het gebied van milieu. Bodem(sanering) (productgroep 5201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 uitvoeren Meerjarenprogramma Bodemsanering ; uitvoeren Bodemconvenant; Eind 2014 is een evaluatie uitgevoerd van het MJP Mede naar aanleiding van het rapport van de Noordelijke Rekenkamer, is de inzet om te komen tot de sanering van de spoedlocaties geïntensifieerd. De intensivering heeft het doel om bij alle bodemverontreinigingslocaties met onaanvaardbare risico s minimaal de risico s te hebben beheerst en te zijn gestart met de saneringen vóór 1 januari 2016, binnen handbereik gebracht. Ook leidt de gekozen aanpak ertoe dat probleemhebbers substantieel en naar vermogen bijdragen in de kosten. De evaluatie is input geweest voor het nieuw opgestelde MJP dat op 18 november 2014 is vastgesteld. Wet bodembescherming: 87 afgehandelde Wbb meldingen; Schoon/Veilig Groningen 125

126 beheer bodeminformatie; uitvoeren programma Gasfabrieksterreinen. Besluit Bodemkwaliteit: 27 meldingen; Bodeminformatie: i.s.m. gemeenten is de kwaliteit en actualiteit van de bodeminformatie in Globis en op de bodeminformatiekaart verder verbeterd; Programma Gasfabrieksterreinen: - Pekela: Grondsanering afgerond, grondwatersanering afronding in Appingedam: afgerond. - Winschoten: Fase 1, 2a+b en 3 is uitgevoerd in Fase 4-6 vindt plaats na vertrek van het ziekenhuis. - Bedum: Rechtszaak gewonnen over grondsanering. Grondwatersanering wordt in 2015 afgerond. - Stadskanaal: Aannemer in gebreke gesteld en gedaagd voor rechter. Uitspraak rechtzaak in Sanering moet opnieuw worden uitgevoerd. Het is niet bekend wanneer dit kan starten. Duurzaam bodembeheer en afval (productgroep 5202) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Duurzaam bodembeheer: uitvoering duurzaam grondstromenbeleid (interne en externe overleggen); in het kader van het Bodemconvenant samenwerken met Rijk, UvW en (noordelijke) provincies in het kader van duurzaam gebruik van de ondergrond, onder andere via totstandkoming van een zogenaamde Kennisagenda en een verdere uitwerking van Geef Bodem de Ruimte; hergebruik secundaire grondstoffen als aanjager van landschappelijke herinrichting. Uitvoering nazorg stortplaatsen en baggerdepots: uitvoering van bestuurlijke, organisatorische en financiële taken in het kader van de nazorg van gesloten stortplaatsen; uitvoering nazorg op de afvalstortplaatsen Kloosterlaan, Woldjerspoor en Veendam en op de provinciale baggerspeciestortplaatsen Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending; (voorbereiding van de) overdracht aan de provincie in het kader van de nazorg van de stortplaats Veendam. Duurzaam bodembeheer: periodiek overleg met de gemeenten en waterschappen in het kader van het Besluit Bodemkwaliteit; binnen eigen uitvoeringsprojecten en van externen, aangestuurd op hergebruik van grondstromen in het kader van de uitvoering Van Last naar Lust ; landschappelijke herinrichting: oprichten van een 'seaview'. Een seaview is een kunstmatige wierde aan de rand van de zeedijk met de toepassing van secundaire grondstoffen. Een initiatief van SGL en een initiatief van GSP zijn echter door andere keuzes van deze organisaties niet tot uitvoering gekomen. Uitvoering nazorg stortplaatsen en baggerdepots: De wettelijke nazorgtaken in het kader van de Wet milieubeheer zijn uitgevoerd. De nazorg van de afvalstortplaatsen Kloosterlaan en Woldjerspoor is conform het nazorgplan uitgevoerd, evenals de nazorg van de provinciale baggerspecie-stortplaatsen Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending. de overdracht van de afvalstortplaats Veendam is voorbereid en wordt in 2015 afgerond. 126 Schoon/Veilig Groningen

127 Vergunningverlening (productgroep 5501) Vergunningverlening binnen het Milieudomein (zie ook productgroep 5502) Beleid en doelen op termijn Uitvoering wettelijke taak bescherming milieu en leefomgeving met name op grond van de Wabo en verbetering van kwaliteit ervan. Gemeenten en provincies zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. De in 2012 vastgelegde VTH-kwaliteitscriteria 2.1 vormen de basis voor de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst, als voor de taken die wij in eigen beheer uitvoeren. De provincie voert de regie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 verder invulling geven aan de nieuwe rol van opdrachtgever en eigenaar naar de Omgevingsdienst Groningen (voorheen RUD); verder invulling geven aan de loketfunctie naar de Omgevingsdienst Groningen. In het eerste jaar van opdrachtverlening aan de ODG heeft deze rol verder vorm gekregen (o.a. VTH-programma, opdrachtverstrekking, structurele afstemming). Extern wordt met de andere opdrachtgevers en met de ODG gezocht naar verdere betering van de samenwerking. Waar gewenst wordt met andere opdrachtgevers en ODG gestreefd naar harmonisatie. De loketfunctie inclusief de afstemming met de ODG is verder ingevuld en functioneert als zodanig. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie Besteed Bestaande formatie Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar verlenen van omgevingsvergunningen, vergunningen op grond van de Ontgrondingenwet, de Waterwet, ontheffingen POV en het Vuurwerkbesluit; termijn- en kwaliteitsbewaking ten aanzien van de verleende vergunningen; Van de 65 verleende reguliere omgevingsvergunningen zijn er 55 binnen de wettelijke termijn van 8 weken verleend (85%). Van de 30 verleende omgevingsvergunningen uitgebreid, Wm en VVGB, zijn er 15 (50%) binnen de wettelijke termijn van 6 maanden verleend. Op grond van het Vuurwerkbesluit in totaal 38 meldingen ingediend en beoordeeld alsmede 10 ontbrandingstoestemmingen aangevraagd en verleend, allen binnen de wettelijke termijn. Op grond van de Waterwet zijn er drie vergunningen verleend, allen binnen de wettelijke termijn. Er zijn geen ontheffingen POV verleend. Er is regelmatig overleg met de ODG over de voortgang en inhoudelijke en juridische kwaliteit van de geleverde producten. Daarnaast rapporteert de ODG 3x per jaar. De overleggen en de rapportages geven inzicht in hoeverre de geleverde inspanningen van de ODG hebben bijgedragen aan het realiseren van de gestelde kwalitatieve en kwantitatieve doelen. Schoon/Veilig Groningen 127

128 geluidsadviezen inzake ruimtelijke ontwikkelingen, verkeer, Nb-wet en ontwikkelingen in het kader van de Interimwet stad en milieubenadering; hogere waarden vaststellen bij aanleg en reconstructie provinciale wegen; vormen van kernregistratie rijlijnen provinciale wegen, en koppelen van gegevens intensiteiten, snelheden en verhardingen hieraan (geodata). Het loket Vergunningen vervult ook een rol in de termijnbewaking van de reguliere procedures. adviezen geluidsaspecten: - ruimtelijke ontwikkelingen: 61 bestemmingsplannen c.q. beheersverordeningen c.q omgevingsvergunningen c.q. MERprocedures c.q. Statenvragen; - MER windmolenpark N33; - vervanging brug Zuidhorn; - isolatie woningen N355; - rondweg Bedum, berekeningen ten behoeve van reconstructie en drie tracéalternatieven; - Fietsroute Plus; - vervanging asfalt K.J. de Vriezestraat; - reconstructie en sanering N366; - deelname IPO-mobiliteitsproject SWUNG-2; - N360 in relatie tot Sontbrug en sanering; - prognose basisnet spoor in relatie tot Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) en geluidsproductieplafonds (GPP); - berekeningen vervanging dunne geluidsreducerende deklaag (DGD) N360; - maatregelen N361-N370 Noorderhoogebrug; - onderzoek reconstructie Rijksstraatweg Zuidhorn. Besluit hogere waarden ten gevolge van reconstructie Reitdiepplein. Het project Geodata is in 2014 gestart en zal de provincie in het eerste kwartaal van 2015 in staat stellen Geodata direct toe te passen in modellen voor geluid- en luchtemissie. Toezicht en handhaving (productgroep 5502) Toezicht en handhaving binnen het Milieudomein (zie ook productgroep 5501) Beleid en doelen op termijn Uitvoering wettelijke taak bescherming milieu en leefomgeving met name op grond van de Wabo en verbetering van kwaliteit ervan. Gemeenten en provincies zijn samen verantwoordelijk voor de kwaliteit van de VTH-taken. De in 2012 vastgelegde VTH-kwaliteitscriteria 2.1 vormen de basis voor de minimale kwaliteit van de uitvoering. Dit geldt zowel voor de taken die worden uitgevoerd door een regionale uitvoeringsdienst, als voor de taken die wij in eigen beheer uitvoeren. De provincie voert de regie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 verder invulling geven aan de nieuwe rol van opdrachtgever en eigenaar naar de Omgevingsdienst Groningen. In het eerste jaar van opdrachtverlening aan de ODG heeft deze rol verder vorm gekregen (o.a. VTH-programma, opdrachtverstrekking, structurele afstemming). Extern wordt met de andere opdrachtgevers en met de ODG gezocht naar verdere betering van de samenwerking. Waar gewenst wordt met andere opdrachtgevers en ODG gestreefd naar harmonisatie. 128 Schoon/Veilig Groningen

129 verder invulling geven aan de loketfunctie naar de Omgevingsdienst Groningen. De loketfunctie inclusief de afstemming met de ODG is verder ingevuld en functioneert als zodanig. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie Besteed Bestaande formatie Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Toezicht en handhaving: Uitvoering van het toezicht vindt plaats volgens het (jaarlijkse) handhavingsuitvoeringsprogramma. Wij kennen hiervoor 3 kleursporen: - Grijs: milieu (inrichtinggebonden en niet inrichtinggebonden); - Groen: natuur, flora en fauna; - Blauw: zwemwater, grondwater. Milieueffectrapportage (MER): Afhankelijk van het beleid van gemeenten, provincies, waterschappen en nieuwvestiging van bedrijven die MER-plichtige activiteiten willen uitvoeren zullen er ca. 25 procedures worden begeleid. Toezicht en handhaving: Het groen, grijs en blauwe toezicht is uitgevoerd volgens het handhavingsuitvoeringsprogramma. Voor de inhoudelijke verantwoording verwijzen wij naar de bijlage 'Jaarverslag toezicht en handhaving 2014'. Milieueffectrapportage (MER): De provincie was betrokken bij circa 14 (Plan) MER-procedures. Belangrijke projecten waren Droge Voeten 2050, Windpark Delfzijl, Windpark N33 Veendam-Menterwolde, de Buizenzone Eemsdelta, Oosterhorn Delfzijl Eemshaven en omgeving,en de Structuurvisie Buisleidingen. Daarnaast liepen er diverse Duitse MER-procedures, waarop is ingesproken in verband met de grensoverschrijdende milieueffecten. Er is veel tijd besteed aan het ontwerp, beschrijven en uitwerken van de werkafspraken over MER-zaken met de Omgevingsdienst Groningen. In landelijk verband is ook structureel overleg gevoerd met de overige MER-coördinatoren van de provincies en het ministerie van IenM. Er is een netwerkdag georganiseerd voor Duitse en Nederlandse grensoverheden in Wedde. Ontgrondingen (productgroep 5601) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 beleidsmatig en technisch beoordelen van aanvragen om ontgrondingenvergunningen en het nemen van beschikkingen hierop (ca. 30 aanvragen per jaar); Er zijn 20 initiatieven ingediend. In twee gevallen konden deze worden afgedaan als een melding. Twee keer moest worden opgetreden tegen een illegale ontgronding, waarvan één achteraf kon worden gelegaliseerd. Dertien initiatieven hebben daadwerkelijk geleid tot een Schoon/Veilig Groningen 129

130 in interprovinciaal verband actief deelnemen aan de voorbereiding van de besluitvorming over de ontwikkelingen op rijksniveau, waaronder het door vertalen van eventuele wijzigingen in het rijksbeleid naar de Groninger situatie (de voorgenomen intrekking van de Ontgrondingenwet en het op een zorgvuldige wijze onderbrengen van de daaraan gekoppelde belangenafweging voor ontgrondingen in de Omgevingswet; verdere uitwerking geven aan de beleidsaanbevelingen uit de beleidsnota 'Van Last naar Lust', zoals het zoeken naar alternatieven voor hergebruik in plaats van het storten van vrijkomende bouwgrondstoffen: streven naar meer toepassing van secundaire bouwgrondstoffen. Dit is een doorlopend proces; jaarlijkse monitoring van de gewonnen hoeveelheden oppervlaktedelfstoffen (in Groningen gaat het daarbij om beton- en metselzand, ophoogzand en klei). vergunningaanvraag of is er een vergunningaanvraag in voorbereiding. In de overige gevallen heeft het vooroverleg geleid tot het door de aanvrager afzien van een vergunningaanvraag of is deze nog in beraad. Er zijn vorderingen gemaakt met de Stelselherziening Omgevingsrecht. De Ontgrondingenwet zal worden geïntegreerd in de nieuwe Omgevingswet, waarvan inwerkingtreding wordt voorzien vanaf Via het IPO-vakberaad ontgrondingen is samen met het Rijk meegedacht over een zorgvuldige integratie van ontgrondingenbelangen in de Omgevingswet. Belangrijke zaken waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden zijn de bevoegdheidsverdeling tussen provincies en gemeenten en hoe het stelselherziening kan leiden tot meer collectieve vrijstellingen van vergunningplicht. Er is verder gewerkt aan het zoeken naar een passende en zo hoogwaardig mogelijke toepassing van bij werken vrijkomende (secundaire) bouwgrondstoffen. Daarom is opnieuw terughoudend omgegaan met vergunningen gericht op winning van oppervlaktedelfstoffen. Geconstateerd kan worden dat dit beleid steeds meer zijn vruchten af gaat werpen. In toenemende mate worden bij infrastructurele werken bouwgrondstoffen toegepast die vrijkomen bij andere maatschappelijk gewenste projecten. De inventarisatie in 2014 over het jaar 2013 bevestigt een voorzichtige verbetering van de economie. Dit heeft ook zijn weerslag op de winning van zand en klei. De cijfers over 2014 zijn nog niet aangeleverd. 130 Schoon/Veilig Groningen

131 Lasten/baten en analyse thema Milieu Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten Kapitaallasten LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Milieubeleid en duurzame ontw Bodem(sanering) Duurzaam bodembeheer en afval Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen Totaal lasten Milieubeleid en duurzame ontw Bodem(sanering) Duurzaam bodembeheer en afval Vergunningverlening Toezicht en handhaving Ontgrondingen Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 5003 Milieubeleid en duurzame ontwikkeling - De daadwerkelijke bestedingen voor het programma Duurzaam Door zijn in 2014 zijn uitgekomen op terwijl er in de begroting is uitgegaan van Het verschil wordt opgevangen door o.a. de inkomsten van het Rijk. (zie baten). - Overige afwijkingen Productgroep 5201 Bodemsanering - De middelen in het kader van het meerjarenprogramma Bodemsanering 2010 t/m 2014 worden beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering Provinciefonds. De middelen worden jaarlijks toegevoegd aan de provinciale reserve Bodemsanering. Tegenover deze reserve staan uiteraard aangegane verplichtingen. - Overige afwijkingen Productgroep 5202 Duurzaam bodembeheer en afval - De kosten voor de nazorg stortplaatsen en baggerdepots zijn vooraf moeilijk in te schatten. Het overschot wordt verrekend met de voorziening Schoon/Veilig Groningen 131

132 - De bijdrage aan het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen is lager vastgesteld - Het budget ketenbeheer is een jaarlijks budget waar stimuleringsprojecten mee gerealiseerd kunnen worden in het kader van ketenbeheer grond. De onderbesteding op dit krediet is te verklaren door het niet doorgaan van projecten die uit dit krediet gefinancierd worden. Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 5003 Milieubeleid en duurzame ontwikkeling - De inkomsten voor het programma Duurzaam Dooruur komen van het Rijk. Hier staan uitgaven tegenover. (zie lasten). - Overige afwijkingen -455 Productgroep 5201 Bodemsanering - De middelen in het kader van het meerjarenprogramma Bodemsanering 2010 t/m 2014 worden beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering provinciefonds. De middelen worden jaarlijks toegevoegd aan de provinciale reserve Bodemsanering. Hier staan uiteraard aangegane verplichtingen tegenover. (zie lasten) Productgroep 5202 Duurzaam bodembeheer en afval - De stortingen vanuit de voorziening voor de nazorg stortplaatsen en baggerdepots zijn vooraf moeilijk in te schatten. Het saldo wordt verrekend met de voorziening Productgroep 5501 Vergunningverlening - In 2014 is ervan uitgegaan dat er aan leges zou worden ontvangen. Op basis van de vergunningaanvragen is in 2014 een bedrag van aan leges opgelegd. Dit leidt tot een extra bate van en dit is met name te verklaren door een aantal grote bouwaanvragen in de Eemshaven. - Overige afwijkingen Productgroep 5502 Toezicht en handhaving - Ingevorderde dwangsommen zijn nog niet daadwerkelijk geïnd, bijvoorbeeld omdat deze handhavingzaken zich nog in bezwaar/beroepsfase bevinden. Daarnaast zijn er een aantal vorderingen als oninbaar verklaard en zijn deze vorderingen in het lopende jaar afgeboekt. Er wordt overigens niet begroot op dwangsommen. - Overige afwijkingen Productgroep 5601 Ontgrondingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking Schoon/Veilig Groningen

133 Schoon/Veilig Groningen 133

134 5.3 Risicobeleid/Veiligheid Doelen en beleidskader Doel van het beleid: De commissaris van de Koning is belast met het bestuurlijk toezicht op de voorbereiding op de rampenbestrijding door veiligheidsregio's en het toetsen van de taakuitvoering van de diverse rampbestrijdingsorganen. Daarnaast kan hij - als Rijksheer onder verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie - in bepaalde omstandigheden tijdens een ramp aanwijzingen geven aan de veiligheidsregio. Ten aanzien van de externe veiligheid (de risico's van bulkhoeveelheden gevaarlijke stoffen voor de omgeving) versterkt onze provincie de uitvoering en de handhaving door de Groningse gemeenten, de regionale brandweer en de provincie. PS Beleidskader: Wet veiligheidsregio's GS Productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid Hieronder vallen het provinciaal veiligheidsbeleid, crisismanagement (o.a. PAC), risicokaart, toezicht en toetsing (Wet veiligheidsregio's) en extern veiligheidsbeleid. 134 Schoon/Veilig Groningen

135 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron In de begroting waren geen prestatie-indicatoren opgenomen. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Schoon/Veilig Groningen 135

136 Actueel belangrijke onderwerpen Uitvoeringsprogramma externe veiligheid Beleid en doelen op termijn De verschillende rijksbesluiten voor externe veiligheid, de paragrafen externe veiligheid van het POP, het provinciaal basisnet gevaarlijke stoffen en de gemeentelijke visies externe veiligheid laten doorwerken in de RO- en milieubesluiten. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Afronding van het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid ; Opstellen van het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid en dit programma door uw Staten laten vaststellen. Wanneer gereed 31 december 2014 Middelen Begroot Vanuit het Provinciefonds is voor de periode jaarlijks beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het programma externe veiligheid. Het is nog niet bekend of deze middelen ook voor de jaren 2015 en verder vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld. Het Uitvoeringsprogramma externe veiligheid nadert zijn afronding. De medewerkers zijn hierbij geschoold. De samenwerking met de gemeenten is tot stand gekomen. Een voorstel voor de voortzetting van de professionele advisering over externe veiligheid is verkend. Het Rijk stuurt op een programma met vier landelijke neergezette deelprogramma's. Hierbij komt er waarschijnlijk geen programma voor Groningen. De verkenning voor het programma is gaande Besteed Er resteert op 1 januari 2015 circa Volgens het jaarprogramma zullen wij in 2015 de onderbesteding vaststellen en de Groninger gemeenten een voorstel doen voor de besteding van de overgebleven programmamiddelen. In totaal verzoeken wij daarom ca op te nemen in de overboekingsvoorstellen van Schoon/Veilig Groningen

137 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Openbare orde en veiligheid (productgroep 2001) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid : bijhouden van het register risicosituatie gevaarlijke stoffen; toezicht houden op bedrijfssituaties met externe veiligheid; incorporeren van externe veiligheid in omgevingsvergunningen en ruimtelijke plannen; implementeren van werkstandaarden bij de Omgevingsdienst Groningen (voorheen RUD), het steunpunt externe veiligheid en de provinciale afdeling Omgeving & Milieu. Risicokaart: beschikbaar en actueel houden van de Risicokaart; bijeenhouden van de expertise voor externe veiligheid en de Risicokaart; evalueren van de inzet voor externe veiligheid en de Risicokaart. Provinciaal Actiecentrum (PAC): het houden van een inrichtingsoefening van de PAC-ruimte; actualiseren van de bereikbaarheidslijst crisisbeheersing provinciale organisatie; controle van de beschikbare informatie/documentatie en de administratieve middelen in het PAC; toezien op het updaten van de technisch/digitale infrastructuur PAC (pc's - telefonie). Uitvoeren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid : De medewerkers van het Steunpunt externe veiligheid Groningen hebben het register bijgehouden. De Omgevingsdienst Groningen heeft conform onze opdracht daarop toezicht gehouden. Wij hebben omgevingsvergunningen met een paragraaf externe veiligheid vastgesteld en gemeentelijke ruimtelijke plannen beoordeeld op de aanwezigheid van een paragraaf externe veiligheid. De werkstandaarden zijn nog niet geïmplementeerd bij het Steunpunt externe veiligheid Groningen, de Omgevingsdienst Groningen en de provinciale afdeling Omgeving & Milieu. Risicokaart De medewerkers van BIJ12 (onderdeel van het IPO) hebben de Risicokaart beschikbaar gehouden. Zij hebben ook samen de medewerkers van het Steunpunt externe veiligheid Groningen de Risicokaart actueel gehouden. Het Steunpunt externe veiligheid is bijeen gebleven. Daarmee is de expertise voor externe veiligheid en de Risicokaart bijeen gehouden. In de voorbereiding van de Groninger programma Impuls lokaal omgevingsveiligheid is de personele inzet voor externe veiligheid en de Rsicokaart geëvalueerd. Provinciaal Actiecentrum (PAC): Op 27 oktober 2014 heeft een inrichtingsoefening van de PAC-ruimte plaatsgevonden. In juli en december 2014 is de lijst geactualiseerd. 2x per jaar wordt de administratieve middelen gecontroleerd en voor zover noodzakelijk c.q. gewenst wordt tussentijds de informatie up-todate gehouden. Het updaten van de infrastructuur van het PAC wordt gevolgd en er vindt regelmatig afstemming plaats over eventuele aanpassing van de infrastructuur. Schoon/Veilig Groningen 137

138 Lasten/baten en analyse thema Risicobeleid/Veiligheid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Openbare orde en veiligheid Totaal lasten Openbare orde en veiligheid Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid - Wij hebben het jaarprogramma 2014 van het uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid vastgesteld. In 2014 zijn de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio gevormd en daardoor zijn minder nieuwe programma-activiteiten ontwikkeld. Daarnaast heeft de Omgevingsdienst enkele structurele programma-activiteiten met gesloten beurs uitgevoerd. Mede hierdoor is een onderbesteding ontstaan. Met de Groninger gemeenten zal worden afgesproken hoe de middelen in 2015 zullen worden besteed. Het bedrag wordt via een overboekingsvoorstel meegenomen naar Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totale afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 2001 Openbare orde en veiligheid Totaal afwijking baten Saldo afwijking Schoon/Veilig Groningen

139 6. Energiek Groningen Inleiding Het programma Energiek Groningen bestaat uit het thema Energie en klimaat. In dit programma komen verschillende beleidsthema's (economie-, milieu- en klimaatbeleid) samen. Daarmee loopt energie dwars door verschillende beleidsvelden van de provincie, maar in de begroting worden ze gezamenlijk beschreven, in dit hoofdstuk. Vanuit klimaatperspectief bekeken betreft dit dus in hoofdzaak het mitigatiebeleid (voorkomen van klimaatverandering). Het adaptatiebeleid (aanpassen aan klimaatverandering) komt aan de orde bij het programma Schoon/Veilig Groningen (thema's Water en Milieu) en het programma Gebiedsgericht. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Wij willen de provincie Groningen de komende periode nog nadrukkelijker op de kaart zetten als de energieregio van Nederland en Europa. Enerzijds zien we energie als ons belangrijkste topgebied, maar we willen ook koploper zijn als het gaat om energietransitie. We zetten in op een duurzamere energieproductie en energiebesparing, die een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de milieu- en klimaatproblematiek. In overleg met Duitse partners willen we kijken waar kansen liggen op het gebied van samenwerking. Ons doel is verduurzaming en innovatie te stimuleren. We zien kansen voor nieuwe duurzame economische activiteiten, (groene) banen en kennis. Energiek Groningen 139

140 6.1 Energie en klimaat Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Het leveren van een bijdrage aan de energietransitie en economische structuurversterking door de uitbouw van het (duurzame) energiecluster en het versnellen van decentrale en duurzame energieopwekking. PS Beleidskader: Provinciaal Energie Programma Productgroep 5004 Energie en klimaat Toename van duurzame energieproductie GS Versterking van bedrijvigheid in het energiecluster Stimuleren innovatie en kennis Het leveren van een bijdrage aan de energiebesparing Het leveren van een bijdrage aan de CO 2-emissiereductie Productgroep 9103 Technische infrastructuur Ruimtelijk beleid ontwikkelen en uitvoeren voor technische infrastructuur Uiterlijk ,5 MW aan windenergie op land realiseren 140 Energiek Groningen

141 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Aandeel hernieuwbare energie Energy Valley-regio *) Energie-monitor Noord-Nederland 3e editie 20,6 21,5% 21,6% n.n.b. *) Dit wordt niet ieder jaar gemeten. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron (doel 1, 4) 5004 (doel 2) 9103 (doel 2) 9103 (doel 2) Aantal gerealiseerde projecten door bewonersgroepen in buurten en dorpen om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen Aantal gerealiseerde energiegerelateerde economische projecten die gecofinancierd worden uit eigen en andere fondsen De taakstelling van 855,5 MW is uiterlijk 2020 gerealiseerd In procedure brengen windprojecten op land Eindrapportage Programma Energie Eindrapportage Programma Energie Akkoord IPO- Rijk 6000 MW wind op land Beleidskader sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie 4 60 >= 4 >= ,3 446,3 267 MW Energiek Groningen 141

142 Actueel belangrijke onderwerpen Bezuiniging woningen- en voertuigenplan Beleid en doelen op termijn In het Programma Energie , dat begin 2012 door uw Staten is vastgesteld, zijn het woningenplan en het voertuigenplan opgenomen. Vervolgens hebben wij ter concretisering van het woningenplan in april 2013 het Provinciaal Gebouwenplan vastgesteld waarvan de uitvoering binnen het Programma Energie plaatsvindt. In het kader van de bezuinigingen is er voor gekozen om niet op alle de drie projectplannen: Woningenplan, Voertuigenplan en Lichtmastenplan te bezuinigingen maar juist de bezuinigingen volledig ten laste te brengen van het Voertuigenplan. Dit betekent dat de projecten vanuit het voertuigenplan nog slechts op een beperkt niveau worden uitgevoerd. De ambitie van de provincie Groningen is om de verlichting langs de provinciale wegen te minimaliseren zonder dat dit ten koste gaat van de verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Hiermee koesteren wij onze duisternis en sparen wij energie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoering voertuigenplan op een beperkter niveau. Zie Voornaamste reguliere activiteiten (gebouwenplan, lichtmastenplan) onder productgroep 5004 voor overige activiteiten. De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Het Brandstoftransitieplan ( ) 'Schone, niet fossiele energie voor het vervoer in de provincie Groningen', is hebben wij in maart 2014 vastgesteld en vervolgens ter informatie naar uw Staten gestuurd (brief d.d. 25 maart 2014, zaaknr ). Verder wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep Wanneer gereed Middelen Begroot Voor het continueren van het nieuw beleid uit de vorige collegeperiode met betrekking tot het woningenplan is voor de periode 2012 t/m 2016 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld. Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van nieuw beleid voor de periode 2012 t/m 2016 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Besteed Het provinciaal gebouwenplan en brandstoftransitieplan zijn volop in uitvoering. In 2014 is voor beide programma's ca besteed. Het overige wordt in 2015 besteed. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten de middelen voor nieuw beleid woningen- en voertuigenplan met ingang van 2014 te beperken met 50% tot Samen met de beschikbare middelen in het kader van aanvaard beleid is er vanaf 2014 een budget van per jaar beschikbaar, waarvan ten behoeve van het Woningenplan en ten behoeve van het Voertuigenplan. Effectief wordt de bezuiniging dus volledig ten laste van het Voertuigenplan gebracht. 142 Energiek Groningen

143 Beperking inzet middelen Revolving fund Energie Beleid en doelen op termijn In het Programma Energie , dat begin 2012 door uw Staten is vastgesteld, is het Revolving fund (ook wel genoemd revolverend fonds) Energie opgenomen met een omvang van 3 miljoen waarmee energie-initiatieven van lokale overheden en bewonersgroepen ondersteund kunnen worden. De afgelopen twee jaar is gebleken dat er weinig behoefte is aan het revolving fund Energie in de voorgestelde vorm. Door de bezuinigingen is de helft van het revolving fund vervallen. Daarnaast is ervoor gekozen om het restant van de middelen van het fund in te zetten om de bezuinigingen op onze speerpunten op te vangen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Een aantal activiteiten dat mogelijk wel aanspraak zou maken op het revolving fund zal worden opgenomen in het projectplan Lokale Energie (voorheen LDEB's: Lokale Duurzame Energiebedrijven) en voor zover mogelijk gefinancierd vanuit het krediet Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/ buurten. Zie Voornaamste reguliere activiteiten Lokale Energie onder productgroep Wanneer gereed Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is voor 2011 voor een Revolving fund Energie een bedrag van beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Omdat hier nog geen verplichting op rust, is bij de Voorjaarsnota 2013 besloten om middels een alternatieve invulling van het Programma Energie 50% op dit budget te bezuinigen en de rest te laten vrijvallen ter beperking van de voorgenomen bezuinigingen in 2014 en 2015 op de volgende budgetten: Energy Valley; Initiatieven vergroening energievoorzieningen dorpen/buurten; Versterking energiesector. De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Besteed Ter beperking van de voorgenomen bezuinigingen in 2014 en 2015 zijn de volgende budgetten aangevuld: Energy Valley; Initiatieven vergroening energievoorzieningen dorpen/buurten; Versterking energiesector. Zie voor verdere besteding de onderwerpen hierna. Zie voor verdere uitwerking ook de onderwerpen hierna. Compensatie bezuiniging Energy Valley Beleid en doelen op termijn Onder de naam Energy Valley wordt door een flink aantal partijen (kennisinstellingen, bedrijven en overheden, inclusief de provincie Groningen) het Noorden als 'energieregio' geprofileerd op basis van vijf thema's ( power production and balancing, biobased energy, smart energy systems, (groene) gasrotonde en Energy Academy/Hansa Energy Corridor (onderwijs en onderzoek)). Wij faciliteren en versterken het werk van de stichting Energy Valley met een eigen financieringsinstrument. (Zie ook Programma Energie ) Energiek Groningen 143

144 Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 In het Programma Energie wordt ervan uitgegaan dat jaarlijks tenminste 10 energiegerelateerde economische projecten worden gerealiseerd die gecofinancierd worden uit eigen en andere fondsen. Door de (beperkte) bezuiniging is de doelstelling van het aantal te ondersteunen projecten in 2014 verlaagd van 10 naar 8. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van continueren nieuw beleid voor 2012 een bedrag van beschikbaar gesteld en voor de jaren 2013 t/m 2015 resp , en (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 4.) De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Besteed Van het totale budget van is totaal besteed. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten de bezuinigingen op dit budget (50% met ingang van 2014) in 2014 te beperken met tot een bedrag van en in 2015 met tot een bedrag van doordat compensatie plaatsvindt vanuit de vrijvallende middelen van het Revolving fund Energie. Compensatie bezuiniging en aanvulling budget Versterking energiesector vanuit Revolving fund Energie Beleid en doelen op termijn De energiesector, en dan met name de verduurzaming daarvan, biedt geweldige kansen voor Noord- Nederland in het algemeen, en de provincie Groningen in het bijzonder. Daarom willen wij in deze collegeperiode hier extra middelen voor beschikbaar stellen. Deze middelen zullen in hoofdzaak worden ingezet op de strategische onderdelen van ons energiebeleid, de thema's waarop Noord- Nederland onderscheidend is op (inter)nationaal niveau. (Zie ook Programma Energie ) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Zie Voornaamste reguliere activiteiten (BBE/GG, EAE, HER) onder productgroep 5004 en (offshore en onshore wind) onder productgroep Wanneer gereed Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van nieuw beleid voor de periode 2012 t/m 2015 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld. De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep 5004 en 9103 (Biobased Energy/Groen Gas, Energy College en Energy Academy Europe, Onshore en Offshore Wind en Hansa Energy Region). Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Besteed Er is in 2014 ca besteed uit dit krediet. Dit ten behoeve van de loonkosten, Hansa Energy Region, Biobased Energy/Groen Gas, Energy Academy Europe en Offshore Energy. 144 Energiek Groningen

145 (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld de bezuinigingen op dit budget (50% met ingang van 2014) in 2014 en 2015 volledig te compenseren vanuit de vrijvallende middelen van het Revolving fund Energie. Omdat de loonkosten die ten laste van het programma Energie worden gebracht door de jaarlijkse indexering hoger uitvallen dan was voorzien is eveneens bij de Voorjaarsnota 2013 voorgesteld in 2014 en 2015 het budget vanuit de vrijvallende middelen Revolving fund Energie aan te vullen met een bedrag van per jaar. Compensatie bezuiniging en verhoging budget Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/buurten vanuit Revolving fund Energie Beleid en doelen op termijn Wij willen lokale energie-initiatieven stimuleren omdat deze bijdragen aan de energietransitie en de lokale economie stimuleren en daarnaast inspelen op de trend van burgerinitiatieven die rond lokale energieopwekking ontstaan. (Zie Programma Energie bij beleid en doelen Lokale Energie.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Zie Voornaamste reguliere activiteiten Lokale Energie onder productgroep Wanneer gereed Middelen Bij de Voorjaarsnota 2011 is in het kader van nieuw beleid voor de periode 2012 t/m 2015 een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid.) De bezuinigingen zijn doorgevoerd. Gedurende dit jaar wordt uitvoering gegeven aan de overige activiteiten welke zijn benoemd onder productgroep Wordt naar verwachting conform projectplan uitgevoerd. Besteed In 2014 is ca besteed aan het project Lokale Energie. Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld de bezuinigingen op dit budget (50% met ingang van 2014) in 2014 en 2015 volledig te compenseren vanuit de vrijvallende middelen van het Revolving fund Energie. Bij de Voorjaarsnota 2013 is eveneens voorgesteld om dit budget (exclusief personeelskosten) in 2014 en 2015 te verhogen met per jaar door de inzet van een deel van de vrijvallende middelen Revolving fund Energie. Dit betreft procesgeld dat wordt ingezet voor onder andere burgerinitiatieven, kwaliteitsverbetering LDEB s en cofinanciering lokale energieprojecten. Energiek Groningen 145

146 TOEGEVOEGD: Stimuleren rijden op groen gas (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Vanwege de van rijkswege afgeschafte regeling in de motorrijtuigenbelasting voor zeer zuinige auto s en de daarmee te verwachten negatieve effecten op het gebruik van klimaatvriendelijke brandstoffen en zuinige auto s, is het gewenst het gebruik van klimaatvriendelijke brandstoffen in voertuigen van particulieren, gemeentelijke overheden, overheidsinstellingen en ondernemingen te stimuleren. CNG (compressed natural gas) geeft in vergelijking met benzine een reductie in CO 2 -uitstoot van 20 tot 25%. Ten opzichte van diesel is de reductie 9%. Het is de bedoeling dit voorstel te betrekken bij de voor komend voorjaar aangekondigde nota duurzame mobiliteit. Zowel de ombouw van een motor als de aanschaf van een nieuw voertuig dient gestimuleerd te worden. In nauwe samenwerking met en bij voorkeur met een financiële bijdrage uit de autobranche en de bedrijven die verenigd zijn via Energy Valley. Het stimuleringsbedrag is voor een personenauto voor een bestelbus en voor een vrachtauto/bus Voor een actieradius vergrotende tank dient een extra provinciale bijdrage van 500 per voertuig te worden verstrekt. De voertuigen dienen geregistreerd te zijn in de provincie Groningen of eigendom van een leasemaatschappij. De leasemaatschappij kan alleen voor subsidie in aanmerking komen als de begunstigde een natuurlijk persoon is die een woonadres heeft in de provincie Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Starten invulling te geven aan het stimuleren van het gebruik van groen gas in voertuigen van particulieren, gemeentelijke overheden, overheidsinstellingen en ondernemingen. De middelen worden ingezet voor de subsidieregeling rijden op groen gas en extra stimulering vulpunten groen gas. De inzet van deze middelen staan beschreven in het Uitvoeringsprogramma brandstoftransitieplan (zie zaaknr ). Concrete resultaten: - De subsidieregeling 'Doorrijden op Groen Gas' is op 17 maart 2014 opengesteld (totaal ). - Er is besloten om de subsidieregeling 'Tankstations met alternatieve brandstoffen' aan te passen en hierin het financieel stimuleren van de aanleg van vulpunten Groen Gas (totaal ) op te nemen. Wanneer gereed 2015 Middelen Bij dit amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om vanuit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks (in totaal ) hiervoor beschikbaar te stellen. Besteed In 2014 is ca besteed van de die voor 2014 beschikbaar is gesteld ten behoeve van de subsidieregeling Groen Gas. TOEGEVOEGD: Verduurzamen gebouwde omgeving woningenplan (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Met dit amendement worden de bezuinigingen op het woningenplan opgeheven met de opdracht om een nieuwe invulling te geven aan dit programmaonderdeel om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te bevorderen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Starten om invulling te geven aan dit programmaonderdeel om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te bevorderen. De besteding van de middelen van het amendement zijn opgenomen in een apart hoofdstuk van het Uitvoeringsprogramma Gebouwenplan Energiek Groningen

147 De middelen worden ingezet voor de energiebesparingspremie. De subsidieregeling Groninger Energiepremie is opengesteld per april Wanneer gereed Middelen Bij dit amendement op de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om vanuit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks (in totaal ) hiervoor beschikbaar te stellen. Besteed In 2014 is het totale budget van besteed. TOEGEVOEGD: Wind op land (IB2013 en IB2014) Beleid en doelen op termijn Op 29 mei 2013 heeft u ons bij amendement opgedragen om uiterlijk bij de aanbieding van de Statenvoordracht tot wijziging van de POV in verband met de uitbreiding van de concentratiegebieden, een stappenplan te presenteren. In het stappenplan dienen wij aan te geven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de volgende opdracht: financiële participatie mogelijk te maken voor (groepen) omwonenden/particulieren zowel bij de uitbreiding van bestaande concentratiegebieden als bij nieuw op te richten windparken; afspraken te maken over de sloop en opwaardering van bestaande solitaire windturbines (repowering) en een regeling te presenteren tussen betrokken overheden, ontwikkelaars en eventueel andere organisaties, waarbij via een in te stellen gebiedsfonds wordt bijgedragen aan bijvoorbeeld collectieve voorzieningen, realisatie van duurzaamheidsdoelstellingen en aan maatregelen die bijdragen aan de leefbaarheid in de betreffende gebieden. De keuze om via onder meer een gebiedsfonds invulling te geven aan het amendement, de provinciale coördinatie van de procedures voor windparken en het opstellen van inpassingsplannen, betekent in de komende jaren een forse extra belasting van de provinciale organisatie. Zo dienen er kosten gemaakt te worden voor het opstellen van inpassingsplannen, zullen MER-studies nodig zijn en zal er aanvullend behoefte zijn aan onder meer externe expertise. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Instellen gebiedsfonds; Coördineren procedures windparken; Opstellen inpassingsplannen. In beleidskader 'Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie' is de komst van een Gebiedsfonds vastgelegd. Gebiedsfonds zelf is nog niet ingesteld. Verwachting is dat deze in 2015 wordt afgerond. Voor Windpark Oosterhorn is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de ontwikkelaar Millenergy. Daarin zijn afspraken gemaakt over o.a. gebiedsfonds en saneren. Bij besluit van 29 januari 2014 is de provinciale coördinatieregeling (PCR) en het opstellen van inpassingsplannen voor bepaalde gebieden vastgelegd. Er is nog geen PCR gestart en ook geen inpassingsplan vastgesteld. Wanneer gereed Middelen Bij de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om voor de jaren de jaren 2014 tot en met 2018 een bedrag van in totaal beschikbaar te Besteed Er is afgerond besteed. Energiek Groningen 147

148 stellen waarvan voor Dit bedrag is incl. AKP-budget van en excl. het reeds bestaande budget van binnen Programma Energie Voor programmakosten en kosten externe inhuur is dus in 2014 per saldo beschikbaar. Omdat in 2014 het budget ook is aangewend voor de onderzoeken naar de 6e variant van Windpark N33 is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten om het budget voor 2014 op te hogen door van hetzelfde krediet van het begrotingsjaar 2015 over te hevelen naar Hierdoor is het besteedbaar budget 2014 uitgekomen op een bedrag van TOEGEVOEGD: Ecologie & Economie in balans (VJN2014) Beleid en doelen op termijn Een aantrekkelijker vestigingsklimaat, meer groei van de economische activiteiten, een gezondere leefomgeving en een rijk Eems-Dollard estuarium: dat is het streefbeeld voor de Eemsdelta. Dit streefbeeld kan alleen bereikt worden als de partijen in de regio intensief met elkaar samenwerken. Het programma Ecologie & Economie in balans biedt hiervoor het platform. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 financiering Marconi Buitendijks; uitwerking gebiedsgericht milieubeleid; uitwerking slib als economisch product. Wanneer gereed Middelen Voor het uitvoeren van het programma Ecologie & Economie in balans is procesgeld nodig. In het jaar 2014 hebben wij de benodigde middelen voor dat jaar, via herschikking van middelen, incidenteel weten op te lossen. Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten om voor het jaar 2014 aanvullend een bedrag van beschikbaar te stellen, en voor de jaren 2015 tot en met 2018 jaarlijks een bedrag van bijdrage Waddenfonds toegekend; versnelling uitvoeringsprojecten Marconi en Griesberg; icoonproject Vitale kust Eems-Dollard opgeleverd; opzetten monitoringsysteem Eems-Dollard: pilot voor WaLTER (Wadden Sea Long-Term Ecosystem Research); gebiedsgerichte uitwerking milieubeleid in steigers; uitvoeren eerste pilot Slib als grondstof Besteed Voor E&E in balans is ca besteed vanuit het budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP, regio Eemsdelta. Het ter beschikking gestelde bedrag voor E&E vanuit de VJN2014 is overgeheveld naar Energiek Groningen

149 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Energie en klimaat (productgroep 5004) Voortgangsrapportage Programma Energie Beleid en doelen op termijn Het leveren van een bijdrage aan de energietransitie en economische structuurversterking door de uitbouw van het (duurzame) energiecluster en het versnellen van decentrale en duurzame energieopwekking. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Opstellen van een voortgangsrapportage, waarin gekeken zal worden naar het Programmamanagement en naar de resultaten van het programma in 2012 en 2013; deze rapportage zal worden aangeboden aan uw Staten. De voortgangsrapportage is begin mei 2014 aangeboden aan uw Staten. Wanneer gereed Begin 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie. De voortgangsrapportage is begin mei 2014 aangeboden aan uw Staten. Besteed Bestaande formatie. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren Programma Energie Uitvoeren projectplan Bio Based Energy/(Groen) Gas (BBE/GG): - Uitvoering Masterplan LNG; - Uitvoering Masterplan Power 2 Gas. Financiering Energy Valley 4, 2 e periode (2014 en 2015). Uitvoeren projectplan Lokale Energie (voorheen LDEB's): - In de periode wordt 1 miljoen ingezet voor het realiseren van projecten van bewonersgroepen om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen. - In 2015 hebben bewonersgroepen in buurten en dorpen minimaal 4 projecten gerealiseerd om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen. Bijdragen aan vervolg implementatiefase Energy Academy Europe (EAE): - meewerken aan de totstandkoming en realisatie van het businessplan EAE ; - inzet voor het verkrijgen van de benodigde financiering voor het businessplan (zoals Green Deal en REPmiddelen) voor de implementatiefase van Uitvoeren Programma Energie Uitvoeren projectplan Bio Based Energy/(Groen) Gas (BBE/GG): - Er wordt uitvoering gegeven aan de opgestelde masterplannen. Financiering Energy Valley 4, 2 e periode is geregeld Uitvoeren projectplan Lokale Energie (voorheen LDEB's): - In de periode wordt 1 miljoen ingezet voor het realiseren van projecten van bewonersgroepen om duurzame energie te produceren en/of energie te besparen doormiddel van o.a. het Service Loket Lokale Energie. - De 4 projecten zijn inmiddels gerealiseerd. Bijdragen aan vervolg implementatiefase Energy Academy Europe (EAE): businessplan EAE vastgesteld; benodigde financiering geregeld. Energiek Groningen 149

150 de Energy Academy Europe (2013 tot en met 2016); - betrekken van alle relevante stakeholders in de implementatiefase; - inbrengen van kennis en netwerk in de implementatiefase; - zorgen voor de aansluiting van de noordelijke strategische focus (4 programmalijnen). Uitvoering projectplan Hansa Energy Region (HER); Uitvoering Gebouwenplan ; Uitvoering Provinciaal Lichtmastenplan Uitvoering conform projectplan; Uitvoering conform projectplan; Uitvoering conform projectplan. Technische infrastructuur (productgroep 9103) Onshore Wind Beleid en doelen op termijn Realiseren van 855,5 MW aan wind op land binnen de drie door de provincie aangewezen zoekgebieden (Eemshaven, Delfzijl en N33). Zie Programma Energie Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Planologisch reserveren van 855,5 MW aan windenergie op land; Vormgeven participatie en repoweringsbeleid; Vormgeven beleid saneren solitaire turbines. Wanneer gereed 2020 Middelen Begroot Binnen het Programma Energie is voor opgenomen voor het onderwerp Onshore Wind (krediet Versterking energiesector, productgroep 5004). NB. Bij de Integrale Bijstelling 2013 (IB2013) is deze overgeheveld naar productgroep Bij de Integrale Bijstelling 2013 is bovendien besloten om voor de jaren de jaren 2014 tot en met 2018 een bedrag van in totaal beschikbaar te stellen waarvan voor Dit bedrag is incl. AKP-budget van zodat beschikbaar is voor programmakosten en kosten externe inhuur. Op 29 januari 2014 is door PS de voordracht vastgesteld waarin de windgebieden Eemshaven en Delfzijl zijn uitgebreid. Daarmee is de ruimte voor de taakstelling van 855,5 MW planologisch gereserveerd. In vastgesteld beleidskader 'Sanering en opschaling,gebiedsfonds en participatie' is beleid ten aanzien van participatie en repowering vastgesteld. In vastgesteld beleidskader 'Sanering en opschaling, gebiedsfonds en participatie' is beleid ten aanzien van het saneren van solitaire turbines vastgesteld. Wordt naar verwachting conform afspraken uitgevoerd. Besteed Er is afgerond besteed. 150 Energiek Groningen

151 Omdat in 2014 het budget ook is aangewend voor de onderzoeken naar de 6e variant van Windpark N33 is bij de Integrale Bijstelling 2014 besloten om het budget voor 2014 op te hogen door van hetzelfde krediet van het begrotingsjaar 2015 over te hevelen naar Per saldo is voor 2014 dus een budget beschikbaar van (excl. AKP). Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren Programma Energie Uitvoering projectplan Offshore Wind : - maximale inzet voor concentratiebeleid voor offshore wind voor de kust van Noord-Nederland via het ruimtelijk spoor en de lobby; - afspraken over gesocialiseerd elektriciteitsnetwerk op zee. Uitvoeren Programma Energie Uitvoeren projectplan Offshore Wind : - Er is door ons maximale inzet gestopt in het aanwijzen van extra gebieden voor windenergie bij de Noord-Nederlandse kust. In de in 2014 verschenen structuurvisie Wind op Zee is een extra gebied aangewezen ten westen van de Geminiparken. - Gesprekken zijn gaande over gesocialiseerd elektriciteitsnetwerk op zee. Energiek Groningen 151

152 Lasten/baten en analyse thema Energie en klimaat Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Energie en klimaat Technische infrastructuur Totaal lasten Energie en klimaat Technische infrastructuur Totaal baten Totaal saldo lasten-baten LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 5004 Energie en klimaat De middelen (van de NAM) die met de interim waardevermeerderingsregeling gemoeid zijn, worden via de provincie Groningen ter beschikking van het SNN gesteld, omdat het SNN de uitvoering zal verzorgen. De bijdrage van de NAM voor de uitvoering van de regeling en de bestedingen daarvoor door het SNN zijn daarom opgenomen in de provinciale begroting. Zie baten. Voor de jaarrekening wordt inzake provinciale meefinanciering begroot en verantwoord op projectniveau. De onderbestedingen leiden tot een lagere onttrekking aan de reserve Provinciale Meefinanciering. De uitvoering en de daarmee gepaard gaande voorschotverzoeken hebben enige vertraging opgelopen. Projectindieners moeten hiervoor initiatief nemen. Van de stimuleringsmaatregel Asbest/Zonnepanelen is lopende 2014 gebleken dat er te weinig beroep op werd gedaan. Hierdoor is een onderbesteding op dit krediet ontstaan. In 2014 is reeds een versoepeling van de voorwaarden doorgevoerd om aanspraak te kunnen maken op subsidie uit dit krediet. Na evaluatie bleek dat deze versoepeling nog niet het gewenste resultaat opleverde, waarna een tweede aanpassing is doorgevoerd. De verwachting is dat met deze aanpassingen het subsidiepotje wel volledig gebruikt zal gaan worden. De middelen worden overgeboekt naar Er is bij de IB2014 besloten om de middelen voor het verduurzamen van de gebouwde omgeving ook in 2015 beschikbaar te houden. De is per 1 januari 2015 volledig verplicht en zal dus in 2015 gerealiseerd worden Energiek Groningen

153 Het krediet Stimuleren rijden op groen gas betreft een meerjarig krediet voor de jaren 2014 en De totale is in 2014 voor 70% besteed en zal voor de overige 30% in 2015 worden besteed. De middelen voor het Programma Energie worden meerjarig ingezet over de jaren 2012 tot en met Het krediet Versterking Energiesector is onderverdeeld in vijf projecten en formatiemiddelen, van vijf onderdelen is de afwijking minder van 10%. Alleen bij het project Hansa Energy Region wordt een groter bedrag overgeboekt. Dit heeft te maken met een late start van het project die deels is ingehaald in Het krediet Provinciaal brandstoftransitieplan is een meerjarig krediet voor de jaren 2014 en Het restant van dit krediet wordt overgeboekt naar 2015 en zal naar verwachting in 2015 geheel besteed worden. De subsidieaanvragen voor het project Lokale Energie bleef achter bij de verwachting. Het restant van het betreffende krediet Initiatieven vergroenen energievoorziening dorpen/buurten wordt overgeboekt naar 2015 en zal voor hetzelfde doel worden ingezet. Het Provinciaal gebouwenplan is een meerjarig programma ( ), waarvan enkele projecten die voor 2014 begroot stonden in 2015 gerealiseerd zullen worden. Het restant is meegenomen met de overboekingsvoorstellen De middelen voor het Programma Energie worden meerjarig ingezet over de jaren 2012 t/m Het krediet Vergunningverlening grootschalige energieprojecten is voor 2015 te klein voor de geplande uitgaven in 2015, de resterende middelen vanuit 2014 kunnen hieraan bijdragen. De middelen voor het Programma Energie worden meerjarig ingezet over de jaren 2012 t/m Het restant van het krediet Ecologie en Economie in Balans is meegenomen met de overboekingsvoorstellen Overige afwijkingen Productgroep 9103 Technische infrastructuur - Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totale afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 5004 Energie en klimaat - Interim waardevermeerderingsregeling. (Zie lasten.) - Overige Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Energiek Groningen 153

154 154 Energiek Groningen

155 7. Gebiedsgericht Inleiding Het programma Gebiedsgericht bestaat uit het thema POP/Gebiedsgericht. Het Provinciaal Omgevingsplan (POP) bevat het voorgenomen provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen en geldt tot en met De hoofddoelstelling is: duurzame ontwikkeling, dat wil zeggen voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien. Via gebiedsgericht werken wordt op regionale schaal in het algemeen en in de prioritaire POP-gebieden in het bijzonder een bijdrage geleverd aan de uitvoering van het POP. Het programma Gebiedsgericht kent om die reden geen afzonderlijke resultaten. Deze zijn per definitie gelijk aan die van de overige begrotingsonderdelen, zij het dat daarin veelal geen differentiatie op regionale schaal is aangebracht. Bij de gebiedsgerichte benadering focussen we op de meest prioritaire gebieden en onderwerpen. Wat de onderwerpen betreft gaat het - kort samengevat - om werk, energie en leefbaarheid. Overeenkomstig het POP zijn de gebieden waar het vooral moet (gaan) gebeuren de Regio Groningen- Assen (inclusief stad Groningen), het Lauwersmeergebied en Lauwersoog, Blauwestad en het Oldambt, de Eemsdelta en de Veenkoloniën. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: Ontwikkeling van de mogelijkheden in het Lauwersmeergebied is belangrijk voor de economische structuur en de leefbaarheid van heel Noordwest-Groningen. We vinden een integrale benadering van het Eemdeltagebied wenselijk om een samenhangende ontwikkeling in deze regio te realiseren. Voor de Veenkoloniën liggen onze prioriteiten bij vraagstukken rond leefbaarheid, krimp, ontwikkeling van de economie en versterken van centra van stedelijke plaatsen. We continueren onze deelname in de Regio Groningen-Assen met handhaving van de programmalijnen woningbouw, mobiliteit, regiopark en bedrijvigheid. Gebiedsgericht 155

156 7.1 POP/Gebiedsgericht Doelen en beleidskader Doel van het beleid: In het POP dat geldt tot en met 2015 zijn prioritaire ontwikkelopgaven (gebiedsopgaven) geformuleerd waar de provincie een actieve rol als ontwikkelaar en/of regisseur wil spelen. Daar is impliciet de opgave Blauwestad aan toegevoegd. Ook bevat het POP de ambities, het beleid en de opgaven: per programma (Leven en wonen in Groningen, Ondernemend Groningen, Bereikbaar Groningen, Karakteristiek Groningen, Schoon/Veilig Groningen en Energiek Groningen), te weten: Bevolkingsdaling, Energie en Klimaat, Ruimtelijke Kwaliteit en Landschap; voor de gebiedsopgaven (Regio Groningen-Assen (inclusief stad Groningen), Eemsdelta, Lauwersmeer en Veenkoloniën). Beleidskader: Provinciaal Omgevingsplan 2015 Productgroep 9104 Gebiedsgericht werken Uitvoering van het vastgestelde Provinciaal Omgevingsplan (POP): Regiovisie Groningen-Assen (incl. Stad Groningen) Eemsdelta Lauwersoog/-meer Veenkoloniën Blauwestad Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL): Delfzijl Winschoten De Marne 156 Gebiedsgericht

157 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Aantal verkochte bouwkavels Blauwestad Grondexploitatie Blauwestad Gebiedsgericht 157

158 Actueel belangrijke onderwerpen Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (incl. IB2013, VJN2014 en IB2014) Beleid en doelen op termijn Werken aan de verbetering van de centra van Winschoten en Delfzijl en aan de ontwikkeling van Lauwersoog en de woon- en leefbaarheid van de gemeente De Marne. Hiermee gaan wij en de drie gemeenten samen aan de slag. Voor het programma wordt 30 miljoen extra uitgetrokken. Dit bedrag komt bovenop de al beschikbare middelen voor de Eemsdelta en voor de leefbaarheid in krimpgebieden. Doel is een extra impuls te geven aan de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord(oost)-Groningen, om er zo aan bij te dragen dat het in deze regio ook in de toekomst prettig wonen en werken is. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Oldambt: behoud van regionaal koopcentrum Winschoten In het programma van Oldambt staat de centrumfunctie van Winschoten als regionaal koopcentrum centraal. De ambities richten zich hierbij op verschillende aspecten van het centrum: winkelen, uitgaan, recreatie, historie en een centrumgebied dat bereikbaar, compact, gedifferentieerd en met elkaar verbonden is. Ook is er aandacht voor kwaliteitsverbetering van de schil om het centrum heen. De insteek voor de werkwijze is innoverend investeren, samen met ondernemers en vastgoedeigenaren. Delfzijl: versterken centrum en herstel van de verbinding met de zee Ook het programma van Delfzijl is gericht op een kwaliteitsimpuls voor het centrum, met inzet op drie sporen. Het eerste spoor is versterking van het winkelcentrum door het compacter te maken, gevels en straten te verbeteren en extra parkeerruimte te creëren. Het tweede spoor draait om herstel van de oude vestingstructuur om zo het centrum aantrekkelijker te maken. Het derde spoor omvat herstel van de verbinding met de zee, verbetering van het zeestrand en het creëren van toeristische trekkers, zoals een evenemententerrein, een waddencentrum en een badpaviljoen. De Marne: ontwikkeling Lauwersoog en Ulrum Het programma van De Marne draait om de ontwikkeling van Lauwersoog enerzijds en een extra impuls aan het dorp Ulrum. Voor Lauwersoog wordt geld ingezet op het mogelijk maken van kadeverlenging van de haven, de ontwikkeling van een garnalencentrum en de komst van museum Eb en Vloed. Hiermee krijgt de haven een belangrijke impuls, zowel voor visserij als recreatie en toerisme. In Ulrum zal samen met de bewoners worden gewerkt aan de ontwikkeling als dorp van de toekomst. Wanneer gereed Oplevering in 2015 Oldambt: behoud van regionaal koopcentrum Winschoten Het centrum is compacter gemaakt en versterk door het realiseren van winkelverplaatsingen, gevel verbeteringen en de aankoop van strategisch vastgoed. De noordelijke entree naat het centrum en het Oldambtplein zijn opgeknapt. Er is geínvesteerd in sfeer en klasse in de openbare ruimte. Er is begonnen met de herinrichting van het stationsgebied. Delfzijl: versterken centrum en herstel van de verbinding met de zee Er is een begin gemaakt aan het verplaatsen van winkels en het verbeteren van gevels in het centrum. Er is begonnen met het opnieuw inrichten van de openbare ruimte in het winkelcentrum. De herinirichting van De Vennen is in uitvoering gekomen. Acantus en de gemeente hebben afspraken gemaakt over de verkoop en sloop van de Vennenflat. De Marne: ontwikkeling Lauwersoog en Ulrum Met het project Ulrum 2034 werken bewoners aan de ontwikkeling van het 'dorp voor de toekomst' en is er een regeling gestart om particuliere woningen te verduurzamen en toekomstbestendig te maken. Er zijn 107 aanvragen gehonoreerd. Dat betekent dat 30% van de woningeigenaren in Ulrum een aanpassing realiseert in Conform planning 158 Gebiedsgericht

159 Middelen Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat over meerdere jaren (bijv ) in totaal 30 miljoen (gemeente Oldambt: 12,5 miljoen, gemeente Delfzijl 12,5 miljoen en gemeente De Marne 5 miljoen zal worden besteed. Als mogelijke dekking wordt aangegeven: reserves Provinciale Meefinanciering ( 4,1miljoen); cofinanciering REP-ZZL ( 7,5 miljoen); ESFI in verband met vrijval MIT ( 15,0 miljoen); budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP ( 0,7 miljoen); overige sectorale middelen ( 2,7 miljoen, bijvoorbeeld reserve Leefbaarheid krimpgebieden). Daarbij wordt voorgesteld om alle genoemde dekkingsbronnen samen te voegen tot één nieuw krediet. Enerzijds om efficiënter en sneller te kunnen handelen (beperking administratieve lasten), anderzijds om niet gehinderd te worden door (specifieke) criteria behorend bij bepaalde dekkingsbronnen. Besteed Begin 2014 zijn de randvoorwaarden subsidieverlening uit het Actieprogramma vastgesteld door ons college en staat de regeling open voor aanvragen van de drie betrokken gemeenten. In 2014 is er een bedrag van ruim 14 miljoen geïnvesteerd in de drie gemeenten. De meeste van deze projecten worden eind 2015 afgerond. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is besloten om voorlopig 7,5 miljoen te begroten voor (voorschotbetalingen op) subsidiebeschikkingen af te geven in Bij de Voorjaarsnota 2014 heeft een korting van 5% ad plaatsgevonden op de gelabelde bedragen. Voor Lauwersoog is bij de Voorjaarsnota 2014 besloten tot een inhoudelijke substitutie van de middelen van 3,5 miljoen vanuit het Actieprogramma WEL (specifiek uit het gedeelte dat uit REP/ZZL-middelen gefinancierd is) naar het bestaande Programma Lauwersmeer/ Lauwersoog. Vanwege een herprioritering van het programma voor Lauwersoog met 2,68 miljoen wordt bij de Integrale Bijstelling 2014 aangegeven dat de ontbrekende dekking voor het Actieprogramma WEL ter hoogte van dit bedrag niet meer nodig is. Gebiedsgericht 159

160 Opstellen omgevingsvisie / Herziening Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) Beleid en doelen op termijn Het opstellen van een nieuw Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) / Omgevingsvisie in De Omgevingsvisie gaat over alle beleidsterrein van de provincie Groningen en is de opvolger en vervanger van het POP. Het is strategisch van aard en gaat over de kwaliteit, de inrichting en het beheer van de leefomgeving. Er zal in dit traject worden ingespeeld op de aanbevelingen van het rapport 'Grenzeloos Gunnen' en andere relevante ontwikkelingen en beleidsstukken. De omgevingsvisie zal richtinggevend zijn voor de provincie, op onderdelen kaderstellend voor gemeenten en waterschappen, maar vooral uitnodigend aan de maatschappij. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 vaststellen kaders en randvoorwaarden; ophalen informatie, verzamelen beleid, uitgangspunten (co-creatie); opstellen van een Voorontwerp Omgevingsvisie. Op 12 maart 2014 zijn de inhoudelijke kaders voor de Omgevingsvisie door uw Staten vastgesteld. Vervolgens zijn de belangrijkste stakeholders geconsulteerd en zijn er vijf gesprekstafels georganiseerd waarvoor stakeholders en belangstellende burgers waren uitgenodigd. De gesprekstafels gingen over de thema's water, landbouw, natuur en landschap, bereikbaarheid, krimp en energie. De uitkomsten van genoemde bijeenkomsten zijn verwerkt in het Keuzedocument Omgevingsvisie. In het keuzedocument staan nieuwe beleidskeuzes en zijn de eerder vastgestelde provinciale belangen uitgewerkt in doelen. Het keuzedocument is op 24 september 2014 door uw Staten vastgesteld. De MER-procedure is gestart met het schrijven en ter inzage legging van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau. Het advies van de commissie MER wordt in het Plan-MER verwerkt. Eind december is er opnieuw met de belangrijkste stakeholders gesproken over de hoofdlijnen van de Ontwerp-Omgevingsvisie en -verordening. Dit krijgt begin 2015 een vervolg op basis van een ambtelijk concept. Wanneer gereed Het herziene POP wordt in 2015 na de Statenverkiezingen vastgesteld. Middelen Begroot Budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP. Jaarlijks wordt in de Voorjaarsnota de toedeling van dit budget nader uitgewerkt. Bij de Voorjaarsnota 2014 is een bedrag van beschikbaar gesteld vanuit het budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP voor het opstellen van de Omgevingsvisie. De Ontwerp-Omgevingsvisie en -verordening en het Plan-MER hebben wij op 17 februari 2015 vastgesteld en ter inzage gelegd. De inspraakreacties worden verwerkt in de Omgevingsvisie en -verordening. Beide documenten bieden wij in juni 2015 ter vaststelling aan uw Staten (najaar 2015). Besteed In 2014 is een bedrag van circa besteed. De restant van het budget voor het opstellen van de Omgevingsvisie wordt overgeboekt naar In 2015 zal het budget worden besteed aan de afronding van de Omgevingsvisie. 160 Gebiedsgericht

161 Bezuiniging budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP Beleid en doelen op termijn Binnen het budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP is een deel bestemd voor gebiedsgericht beleid en een ander deel voor incidentele bijstelling van het POP (doorwerking Nota Ruimte). Jaarlijks wordt bij de Voorjaarsnota aangegeven welke bestedingen dat jaar worden verwacht voor de verschillende gebieden c.q. projecten. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Nader te verdelen in de Voorjaarsnota 2014, te denken valt aan: financiering POP-gebiedsopgaven; investeringsprogramma POP-opgaven; financiering proces Herziening POP. Wanneer gereed 2015 Middelen Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten om in het kader van het continueren nieuw beleid voor de periode 2012 tot en met 2015 de middelen voor uitvoering van het POP (gebiedsgericht beleid; 2014: en 2015: ) en de incidentele bijstelling van het POP (doorwerking Nota Ruimte; 2014: en 2015: ) opnieuw beschikbaar te stellen. Bij de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld de middelen voor gebiedsgericht beleid/pop met ingang van 2014 te beperken met 50% tot ca in 2014 en in De middelen voor incidentele bijstelling POP/doorwerking Nota Ruimte zullen met ingang van 2014 worden beperkt met 50% tot ca in 2014 en in De uitwerking van de Voorjaarsnota 2014 ziet er als volgt uit: Onderdeel Budget 2014 Omgevingsvisie Lauwersmeer/Lauwersoog Eemsdelta Blauwestad Veenkoloniën Regio Groningen-Assen Cofinanc. inv. gebiedsopg Kiek over Diek Energieprogramma Algemeen/onverdeeld Totaal Besteed Onderdeel Besteed 2014 Omgevingsvisie Lauwersmeer/Lauwersoog Eemsdelta Blauwestad Veenkoloniën Regio Groningen-Assen Cofinanc. inv. gebiedsopg Kiek over Diek Energieprogramma Algemeen/onverdeeld Totaal Bezuiniging bijdrage Regio Groningen-Assen Beleid en doelen op termijn De bijzondere kracht van de Regio Groningen-Assen ligt in de vrijwillige samenwerking tussen gemeentes en provincies. De samenwerking is een middel om gezamenlijk doelen te bereiken. Er wordt samengewerkt op basis van een sterke inhoudelijke visie en vanuit de overtuiging dat grensoverschrijdend denken en handelen bijdraagt aan het bereiken van onze gezamenlijke doelen. Een samenwerking met een dynamisch karakter. De hoofddoelen zijn: 1. Het economische kerngebied verder ontwikkelen; 2. De interne samenhang versterken 3. De kwaliteit van stad en land behouden en versterken Gebiedsgericht 161

162 Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 bereikbaar houden van de steden Groningen en Assen en de belangrijkste werkgelegenheidsconcentraties; versterken van de robuuste OV-assen en de stedelijke aanlandingspunten (stationsomgeving, transferia, OV-knopen); verbeteren van de verbinding van recreatieve hotspots, de belangrijkste zorginstellingen en de economisch stuwende locaties; monitoring en afstemmen van woningbouwafspraken en werklocaties; faciliteren van een Economisch Platform; inzetten op regionale projecten ter versterking van gebiedskwaliteit en genereren van toegevoegde waarde voor woon- en werkmilieus en recreatie en toerisme. Wanneer gereed 2023 Middelen Voor 2014 is onze bijdrage aan Regio Groningen-Assen voor een bedrag van in onze begroting opgenomen. Met ingang van 2015 bedraagt onze bijdrage per jaar (incl. bezuiniging van , zie voordracht 40/2009). Bij de Voorjaarsnota 2013 is aangegeven dat wij ernaar streven deze bijdrage met ingang van 2014 te verlagen. In het kader van de Actualisatie van de Regiovisie heeft de Stuurgroep besloten om de bijdrage van de deelnemers met 30% te verlagen ten opzichte van de oorspronkelijke bijdrage. Uw Staten hebben op 6 november 2013 met de vaststelling van het rapport 'Veranderende context, blijvend perspectief', de actualisatie van de Regiovisie Groningen-Assen vastgesteld. Met deze actualisatie is een overtuigend toekomstperspectief voor de regio vastgesteld met daarin een vertaling naar een vernieuwde organisatie en benodigd instrumentarium waaronder een financieel meerjarenperspectief tot en met Met de vaststelling van de actualisatie is tevens de Netwerkanalyse 2013 geactualiseerd, inclusief de daarin opgenomen bereikbaarheidsstrategie, de nieuwe visie op het hoogwaardig openbaar vervoer en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. In de netwerkanalyse en bijbehorend uitvoeringsprogramma zijn talloze maatregelen getroffen ten behoeve van het openbaar vervoer, waaronder een alternatief voor de regiotram. Voor dit punt moet nog een nadere uitwerking plaatsvinden. In RGA-verband zijn nieuwe afspraken gemaakt omtrent de woningbouwproductie en zijn er maatregelen afgesproken die de woningmarkt kunnen stimuleren. De leden van het Economisch Platform hebben een uitvoeringsagenda in de maak. De concept agenda behoeft nog instemming van de Stuurgroep RGA (en de colleges van de deelnemers). Projecten kunnen bij de RGA worden aangemeld. De eerste tender loopt vanaf begin Meerjareninversteringsprogramma verlangt een financiële bijdrage van de deelnemers tot en met Besteed Met de vaststelling van de actualisatie is een meerjarig investeringsprogramma vastgesteld tot en met De benodigde bijgestelde jaarlijkse bijdrage van de deelnemers loopt tot en met De jaarlijkse bijdrage wordt met 30% gekort tot Deze wordt beschikbaar gesteld vanaf 2013 tot en met 2023 een en ander ter bekostiging van de exploitatie en de realisatie van het meerjareninvesteringsprogramma. 162 Gebiedsgericht

163 Voor de provincie Groningen (bijdrage ) betekent dit een korting van waardoor onze bijdrage met ingang van 2014 uitkomt op een bedrag van per jaar. Gebiedsgericht 163

164 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Gebiedsgericht werken (productgroep 9104) Gebiedsopgave Lauwersmeergebied en Lauwersoog Beleid en doelen op termijn Samen met de provincie Fryslân en de gemeenten De Marne, Dongeradeel en Kollumerland hebben we de ambitie om het Lauwersmeer en omstreken steviger te positioneren als een internationale toplocatie op het gebied van natuurontwikkeling en een regionaal vliegwiel voor visserij en toerisme. De planfases voor zowel het Lauwersmeergebied ( de Koers ) en voor Lauwersoog ( PROLoog ) zijn afgerond. De Koers is uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma voor het Lauwersmeergebied. Het programma Lauwersoog levert hieraan een prominente bijdrage. De hoofddoelstelling van het Programma Lauwersoog is dat overheden en particuliere ondernemers gezamenlijk werken aan een duurzame en toekomstgerichte (vissers)haven én een aantrekkelijk verblijfsgebied. Voor provinciale cofinanciering van de nodige voorwaardenscheppende investeringen in het Lauwersmeer, met het accent op Lauwersoog, is bij de Voorjaarsnota 2012 een investeringsbudget vrijgemaakt van 15 miljoen. Behalve financiële participatie door Waddenfonds, EFRO, REP en aanverwante financieringsprogramma s verwachten we hiermee ook particuliere initiatieven en investeringen te genereren. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 start uitvoering project Recreatieve Poort Lauwersoog: onder andere verbetering recreatieve verbindingen tussen de 'zoete' en 'zoute' kant; verbetering van de toeristische ontsluiting van Lauwersoog zoals ontbrekende schakels voor varen, fietsen, wandelen, parkeren en uitzichtplekken op de dijk; start uitvoering semipermanent programma Nordshrimplocatie; start uitvoering herinrichtingsplan Haven Lauwersoog; kadeverlenging en revitalisering vissershaven; faciliteren private mede-investeerders (kunstpaviljoen, visafslag, garnalencentrum, verblijfsrecreatie, veerterminal). Wanneer gereed Het betreft een meerjarig uitvoeringsprogramma Middelen Begroot budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP; provinciaal (investerings)budget Lauwersmeer/Lauwersoog in totaal 15 miljoen; middelen Actieprogramma Werk, Energie, Leefbaarheid. Project is in uitvoering bij gemeente De Marne. Verkenning aanpak N361 Lauwersoog is afgerond met het oog op de realisatie in 2015 in samenhang met het gemeentelijke project Recreatieve Poort. Er is een subsidie verleend van voor semipermanent programma Waddenkwartier aan gemeente De Marne. Project is uitvoeringsgereed gemaakt en klaar voor aanbesteding. Staatssteunmelding is ingediend bij de Europese Commissie. Subsidie verleend aan havenbedrijf EHL van voor ontwikkeling van het project Garnalencentrum Lauwersoog. Met gemeente De Marne afspraken gemaakt over het Programma Lauwersoog tot en met In 2015 gaan volgens planning de projecten Kadeverlenging ( 3,2 miljoen), N361 Lauwersoog ( 2,2 miljoen) en Rondje Lauwersmeer ( 1,0 miljoen) naar de realisatiefase. Besteed Verplicht en gerealiseerd ; Verplicht ; in totaal verplicht Voor Lauwersoog is bij de Voorjaarsnota 2014 besloten tot een inhoudelijke substitutie van de middelen van 3,5 miljoen vanuit het Actieprogramma WEL (specifiek uit het 164 Gebiedsgericht

165 gedeelte dat uit REP/ZZL-middelen gefinancierd is) naar het bestaande Programma Lauwersmee/Lauwersoog. Een herprioritering van het programma voor Lauwersoog met 2,68 miljoen heeft plaatsgevonden in de Integrale Bijstelling Het totale investeringsbudget bedraagt daarmee 15,82 miljoen. Gebiedsopgave Blauwestad en het Oldambt Beleid en doelen op termijn Met de gebiedsopgave Blauwestad/Oldambt streven wij naar een sociaal-economische versterking van het gebied. Samen met de Gemeente Oldambt en andere partners worden projecten opgezet en uitgevoerd om het recreëren, het wonen en het werken in het gebied te bevorderen. Met de aanleg en de inrichting van het Oldambtmeer en de omliggende natuurgebieden, de infrastructuur, de recreatiefaciliteiten en het woongebied in Blauwestad is al een duidelijke impuls gegeven aan de ontwikkeling van de regio. Dit willen wij in de komende jaren doorzetten, onder meer door: Het uitbreiden van de faciliteiten voor recreatie en toerisme in het Havenkwartier, het centrumgebied (het hart) van Blauwestad. Met de opening (medio 2013) van het multifunctioneel gebouw in dit deel van Blauwestad, met o.a. horeca en havenfaciliteiten, is daarvoor al een belangrijke aanzet gegeven. Het doorzetten van de investeringen in de aanleg van de Blauwe Passage: de vaarverbinding van het Oldambtmeer naar Nieuwolda, waarmee de vaarrecreatie zich verder kan ontwikkelen. Ook zal verder worden gewerkt aan de afronding van diverse fiets- en vaarroutes in het gebied. Het aantrekkelijk maken en houden van de woongebieden in Blauwestad. Samen met de gemeente zorgen wij onder andere voor het verbeteren van de infrastructuur in het gebied en voor een goed beheer van de groengebieden. Een goed beheer van het Oldambtmeer. Samen met gemeente, waterschap en overige betrokkenen zorgen wij voor een schoon, veilig en goed bevaarbaar meer. In de huidige economische tijd, met een lastige woningmarkt, ligt er de opgave om toch de kwaliteit te realiseren die men van Blauwestad mag verwachten, waarbij wij ook voldoende opbrengsten realiseren door de verkoop van bouwkavels. Met dit gegeven maken wij ook in 2014 nieuwe keuzes voor investeringen en bezuinigingen die doorwerken in 2015 en verder. Daarnaast werken we in de komende jaren aan de overdracht van eigendommen en van beheer- en onderhoudstaken, met name aan de gemeente en het waterschap. Beleid en doelen op termijn: Hoofddoel van het project is de sociaal-economische vitalisering van het Oldambt. Dit doen wij door: het uitbreiden van de faciliteiten voor recreatie en toerisme; het aantrekkelijk maken en houden van de woongebieden in Blauwestad; goede afspraken te maken met onze partners over eigendommen, beheer en onderhoud van het Oldambtmeer en de woongebieden; voldoende opbrengsten verkrijgen uit de verkoop van bouwkavels. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 afronding van de herinrichting van het Havenkwartier; uitvoering van diverse infrastructurele werken en tijdelijke inrichting van woongebieden; Herinrichting Havenkwartier: - vaststelling plan van aanpak voor herinrichting Havenkwartier; - productontwikkeling in samenwerking met marktpartijen; - tijdelijke gebiedsinvulling/evenementen. Diverse werken zijn afgerond: - schadeherstel zwetsloot Nieuweweg (Oostwold); - baggeren ondieptes Oldambtmeer; - aanpassingen locatie Boven; Gebiedsgericht 165

166 uitbreiding gemaalcapaciteit (Oostwold) ten behoeve van verbetering waterhuishouding in de Noordoostgebieden Blauwestad; handhaving maaibeleid Oldambtmeer (bevaarbaar houden); voortzetten van de in 2013 (marketingplan, presentatie nieuwe beeldmerken) in samenwerking met de gemeente en de Stichting Marketing Oldambt ingezette publieksgerichte promotionele activiteiten; afronding in de aanleg van Blauwe Passage; aanleg sluiskom, kanaal en bruggen; realiseren van een fietsbrug die Winschoten met Blauwestad verbindt; verkoop van bouwkavels; afronding van de aanleg van diverse toeristisch-recreatieve voorzieningen in en om Blauwestad (TRI III); beheer en onderhoud van provinciale eigendommen (onder andere het meer en bouwkavels); - inspectie en herstel walbeschoeiing De Wei; - asfaltering wegen in Het Riet. Diverse planuitwerkingen zijn uitgevoerd: - uniformering sleutelsysteem bruggen; - functioneren fietspontjes; - contractvoorbereiding brugaanleg in De Wei; - aanmeervoorzieningen bruggen. Aanleg gemaal op een nieuwe locatie (Kromme Elleboog, capaciteit 45 m 3 /minuut is gerealiseerd in de periode augustus 2013 tot en met januari Samen met de uitbreiding van de huidige locatie Nieuweweg is dit voorbereid en gecoördineerd door het waterschap Hunze en Aa's en in haar opdracht uitgevoerd. De investeringskosten komen voor vijftig procent (50%) ten laste van provinciaal budget. Daarnaast is voorzien in een rechtstreekse afwateringsmaatregel (duikerdoorgang) op het Oldambtmeer ten behoeve van een gebied van ca. 70 hectare ten noorden van de Kromme Elleboog (realisatie medio 2014). Met de bestaande maaicapaciteit (3 maaiboten) is het maaibeleid effectief (Oldambtmeer goed bevaarbaar voor motor- en zeilboten) uitgevoerd. Positionering en marketing beeldmerk is verder uitgebouwd met promotieartikelen en ingezet bij de diverse evenementen die zijn georganiseerd (Solar Challenge, Waterweekend, Zandsculpturen, Pura Vida, Flora en Fauna Festival). Aanleg kanaal en bruggen is afgerond (november 2014). De fietsbrug is nog niet gerealiseerd. Het planuitwerkings- en reserveringsbesluit hiervoor (project de Blauwe Loper) hebben wij opgesteld en is door Provinciale Staten op 10 december 2014 vastgesteld. Er is één kavel verkocht. Daarnaast is er gewerkt aan planvorming verruiming productaanbod (projectmatige woningbouw). TRI-III programma is afgerond (aanleg camperplaatsen, voorzieningen voor kano s en fietsen, ruiterpaden, aanbrengen toeristische bewegwijzering). Dit betreft in 2014: - maaien bodemvegetatie Oldambtmeer met inzet huidige capaciteit van drie maaiboten (2013 t/m 2016); - baggeren ondieptes Oldambtmeer; - drainage gebiedsdelen in Het Havenkwartier; - egaliseren en afvoeren gronddepots; - inspectie en herstel walbeschoeiing kavels in De Wei; - asfalteringswerkzaamheden wegen in Het Riet; - herstelwerkzaamheden belevingskunstwerk Triadeem; 166 Gebiedsgericht

167 overdracht van eigendommen, en beheer- en onderhoudstaken aan gemeente en waterschap. Wanneer gereed De verkoop van bouwkavels zal nog circa 40 jaar doorgaan. De Blauwe Passage is eind begin 2015 gereed. Diverse recreatieve voorzieningen (onder andere fietspaden, informatieborden recreatieve ondernemers) zullen in de periode 2014 gereed zijn. Middelen Begroot grondexploitatie Blauwestad; budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP; REP-middelen (RSP-ZZL). - herstel zwetsloot Nieuweweg Oostwold; - inventarisatie en afstemming herstelwerkzaamheden oostoever Oldambtmeer; - verpachting (agrarisch/natuurbeheer) van diverse gebiedsdelen/herbestemmingsgronden in Blauwestad; - inventarisatie herijking beeldkwaliteitsplannen (steigers en rietaanplant); - uitwerking plan van aanpak zuidoever Het Park; - overleg verenigingen van eigenaren ter zake beheer gemeenschappelijke steigers en overdracht ligplaatsen in eigendom bij provincie en gemeente (Blauwe Stad B.V.); - uitvoering bestek Lokatie Boven (locatie aan het einde van de Clingeweg op Meerland), verkleinen grondgebied, aanleg surfsteiger; - meerjarenonderhoudsplan gebouw Rederspein (Het Havenpaviljoen) en voeren beheer; - inventarisatie en planning herstelwerkzaamheden lekkages Havenpaviljoen (Redersplein). Inventarisatie over te dragen gebiedsdelen (wegen en groengebieden in de woonwijken, watergangen, kunstwerken). De overdracht van de in 2014 geïnventariseerde eigendommen is gepland in Het beheer en onderhoud van genoemde wegen en groengebieden is per oktober 2014 overgegaan naar de gemeente Oldambt. Met het waterschap, in het kader van de beheerstaak van het waterschap, heeft afstemming plaatsgehad over herstelwerkzaamheden oostoever Oldambtmeer. Bij vaststelling van de jaarrekening 2013 hebben Provinciale Staten ingestemd met de grondexploitatie Blauwestad 2014, waarin een herwaarderingscorrectie van negatief 4,55 miljoen in het boekjaar 2013 is verwerkt. De planning en prognose van het aantal bouwkavels blijft gehandhaafd. De realisatie van kanaal/vaarweg en bijbehorende bruggen is afgerond in november Een veegbestek (inrichting) wordt uitgevoerd in het voorjaar van 2015, officiële opening vaarverbinding met start vaarseizoen TRI III (uitbreiding fiets- en wandelroutenetwerk, aanleg camperplaatsen en voorzieningen voor kanovaarders, plaatsing toeristische bewegwijzering). Besteed p.m., afhankelijk van realisatiecijfers 2014; p.m., afhankelijk van realisatiecijfers 2014; p.m., afhankelijk van realisatiecijfers Gebiedsgericht 167

168 Gebiedsopgave Eemsdelta Beleid en doelen op termijn Wij zien de Eemsdelta als een economische kernzone en een regio vol kansen en uitdagingen. Om die op te pakken hebben we als uitwerking van de gebiedsopgave Eemsdelta samen met de overheden en maatschappelijke organisaties in de Ontwikkelingsvisie Eemsdelta 2030 de volgende beleidsdoelen geformuleerd: versterken van de leefbaarheid (woonkwaliteit en voorzieningenniveau) en de ruimtelijke kwaliteit versterken van de economische structuur in balans met de ecologie verbeteren van de aansluiting van het gebied op het internationale (vaar)wegennet en versterken van de interne ontsluiting en bereikbaarheid van het gebied versnellen van de vergroening van de economie en de verduurzaming van de energievoorziening economie (we streven naar 40% groener in 2030) verbeteren van de veiligheid zowel binnendijks als buitendijks behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten De komende jaren gaan we de Ontwikkelingsvisie uitvoeren. De provincie heeft daarbij een trekkersrol op bepaalde onderdelen van de gebiedsopgave, maar ziet voor zichzelf ook nadrukkelijk een faciliterende rol. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Wonen en leefbaarheid: - opknappen centra; herstructurering wijken; - afstemmen voorzieningen; - kwaliteit openbare ruimte versterken; - sociale cohesie versterken. Met betrekking tot deze resultaten leveren we onze provinciale bijdrage aan de uitvoering op basis van de indicatoren en resultaten zoals opgenomen in het woon- en leefbaarheidsplan. Volgend jaar kunnen we dat kwantificeren. Economie: - projecten Eemsdelta Green (EDG); - landbouwprojecten; - cluster- en ketenvorming (ringleidingennet; buizenzone); - toeristische projecten (waddenpoorten versterken; - regiopromotie;optimaliseren routestructuren); - snel internet; - geïntegreerde werkgeversbenadering; - projecten Economie & Ecologie in balans. Klimaatadaptatie: - dijkversterking/vooroevers/slaperdijken; - uitvoeren eerste fase Marconi. Energieprojecten: - windparken Eemshaven en Oosterhorn; - Woodspirit vergund; helihaven; Algemeen: Afgesproken is onder invloed van aantal lopende trajecten een koerswijziging te volgen. Er is geen integraal uitvoeringsprogramma Eemsdelta gekomen. Het deel van de uitvoering van de Ontwikkelingsvisie wat nog niet was ondergebracht bij lopende stuurgroepen is inmiddels wel ondergebracht. PS is in de zomer van 2014 hierover per brief geïnformeerd. Wonen en leefbaarheid: De gemeenten hebben Wonen en Leefbaarheid binnen de lopende regionale stuurgroep Woon- en Leefbaarheidsplan opgepakt. Economie: Uitvoering van genoemde projecten, met uitzondering van Ecologie & Economie in Balans, is belegd via de gemeenten bij lopende stuurgroepen. - Economie & Ecologie in Balans: Zie verantwoording bij actueel belangrijk onderwerp PS in het programma Energiek Groningen. Klimaatadaptatie: Uitvoering is belegd bij Stuurgroep Marconi. Energieprojecten: Uitvoering is belegd bij lopende stuurgroepen. 168 Gebiedsgericht

169 - Power 2 Gas; LNG terminal; - testveld windmolens. Infrastructuur: - N33 verdubbelen; - N360 nulplusalternatief uitvoeren en uitvoeringsbesluit spoorlijn Roodeschool- Eemshaven; - businesscase veerverbinding Delfzijl- Knock. Infrastructuur: Uitvoering is belegd bij lopende stuurgroepen. Wanneer gereed Eind 2014 Middelen Begroot In het uitvoeringsprogramma wordt een begroting opgenomen. Dekking provinciale aandeel moet komen uit sectorale kredieten, cofinanciering REP en budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP. Vanuit budget Uitvoering gebiedenbeleid en POP is bij de Voorjaarsnota 2014 een bedrag van beschikbaar gesteld voor Eemsdelta. Besteed Er is een bedrag van besteed. Voor Ecologie & Economie in balans is ca besteed vanuit het budget Uitvoering Gebiedenbeleid en POP. Gebiedsopgave Regio Groningen-Assen (inclusief Stad Groningen) Beleid en doelen op termijn De Regiovisie Groningen-Assen kent samengevat twee hoofddoelstellingen: 1. Benutten en uitbouwen van economische kansen 2. Het versterken en benutten van de gebiedskwaliteit. In een vorm van vrijwillige samenwerking worden met twee provincies en twaalf gemeenten aan de hoofddoelstellingen inhoud gegeven naar aanleiding van de actualisatie van de Regiovisie in Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 monitoring woningbouwafspraken en waar nodig afstemming woonlocaties; bereikbaar houden van de steden Groningen en Assen, Groningen Airport Eelde, en de belangrijkste werkgelegenheidsconcentraties (stationsomgeving, transferia, OV-knopen); verbetering van bereikbaarheid van recreatieve hotspots, de belangrijkste zorgvoorzieningen en de economisch stuwende locaties; monitoring en afstemming bestaande en eventuele nieuwe werklocaties; identificeren van regionale landschapsprojecten ter versterking van gebiedskwaliteit en genereren van toegevoegde waarde voor woon- en werkmilieus en recreatie en toerisme; zorg dragen voor behoud en ontwikkeling van de regionale parels. De Stuurgroep RGA heeft de portefeuillehouders Wonen in de regio opdracht gegeven voor een onderzoek naar de woningbouwbehoefte in de regio. Dit is een continu programma. Zie ook programma Bereikbaar Groningen. Dit behoeft een nadere regionale uitwerking en is mede afhankelijk van mogelijke Het huidige beleid geeft geen aanleiding voor bijstelling. Dit behoeft een nadere regionale uitwerking en is mede afhankelijk van mogelijke regionale cofinanciering. Dit behoeft een nadere regionale uitwerking en is mede afhankelijk van mogelijke regionale cofinanciering. Wanneer gereed Gebiedsgericht 169

170 Middelen Begroot Jaarlijkse bijdrage aan de Regio Groningen-Assen: (zie programma Leven en wonen in Groningen, productgroep 9101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Gebiedsopgave Lauwersmeergebied en Lauwersoog: Planvoorbereiding Meerzijde Lauwersoog: onder andere verblijfsrecreatie, jachthavens, versterking landschappelijke kwaliteit; Planvoorbereiding vaarcircuit Om De Noord: versterken vaarverbinding naar het Lauwersmeer via Zoutkamp in samenhang met de nieuwe vaarverbinding Sud Ie vanaf Dokkum; Planvoorbereiding Rondje Lauwersmeer: verbetering van de toeristische ontsluiting en sturing van bezoekersstromen zoals: versterking van de entrees van het Nationaal Park, toeristische overstappunten (TOP's), versterken vaarverbindingen naar het Lauwersmeer zoals Sud Ie vanaf Dokkum en de route Om de Noord via Zoutkamp en ontbrekende schakels voor fietsen, varen en wandelen. De gebiedsopgave biedt een loket voor nieuwe initiatieven Lauwersoog. Gebiedsopgave Eemsdelta: Uitvoeren uitvoeringsprogramma Eemsdelta; Voor het gebied Oosterhorn-Eemshaven wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Gebiedsopgave Regio Groningen-Assen: Diverse projecten uit het bereikbaarheidsprogramma zijn in uitvoering of zijn daarvoor in voorbereiding. Opbouw van een netwerkorganisatie met externe partners. Besteed Er is conform begroot bedrag bijgedragen. N.B. Jaarlijkse bijdrage is afgesproken tot en met Gebiedsopgave Lauwersmeergebied en Lauwersoog: Dit is in voorbereiding. Dit is in voorbereiding, concept-projectplan is gereed, de financiering is nog niet rond. Dit is in voorbereiding, concept-projectplan is gereed. Dit is in uitvoering; facilitering Garnalencentrum en diverse initiatieven vindt plaats via project Quick wins. Gebiedsopgave Eemsdelta: Afgesproken is onder invloed van aantal lopende trajecten een koerswijziging te volgen. Er is geen integraal uitvoeringsprogramma Eemsdelta gekomen. PS zijn in de zomer van 2014 hierover per brief geïnformeerd. Voor het gebied Oosterhorn-Eemshaven is een overkoepelend regieplan als instructiedocument opgesteld. Deze is op 3 september vastgesteld door de Coördinatiegroep Eemshaven-Oosterhorn. In september is gestart met opstellen van de Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl. Trajecten om te komen tot nieuwe bestemmingsplannen Oosterhorn en Eemshaven lopen. Gebiedsopgave Regio Groningen-Assen: In uitvoering, zie nadere toelichting programma Bereikbaar Groningen. Dit is in uitvoering en ontwikkeling en vindt plaats al naar gelang de regionale vraag. 170 Gebiedsgericht

171 Lasten/baten en analyse thema POP/Gebiedsgericht Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Gebiedsgericht werken Totaal lasten Gebiedsgericht werken Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 9104 Gebiedsgericht werken Het krediet uitvoering Gebiedenbeleid is een krediet waarmee de provincie voornamelijk met andere partijen participeert in meerjarige programma's en projecten. e activiteiten in de programma's - met name de uitvoering ervan - zijn vertraagd maar zitten in de eindfase van het proces. De resterende middelen zijn inclusief verrekening met de baten meegenomen met de overboekingsvoorstellen Het krediet werkbudget Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL) is een krediet wat ingezet wordt om naast het investeringsbudget WEL processen vanuit de provincie te versnellen middels het budget Gebiedenbeleid. De resterende middelen zijn meegenomen met de overboekingsvoorstellen Het krediet Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid is gekoppeld aan de reserve WEL. De restantmiddelen zijn gelabeld aan vastgestelde uitvoeringsprogramma's en worden beschikt op basis van concrete aanvragen. Het krediet Investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog is gekoppeld aan de reserve ESFI. De resterende middelen zijn gelabeld voor harde en zachte projecten en worden beschikt op basis van concrete aanvragen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten Gebiedsgericht 171

172 BATEN Programmabaten Productgroep 9104 Gebiedsgericht werken - Uitvoering gebiedenbeleid en POP Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Gebiedsgericht

173 8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Inleiding Het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur bestaat uit de thema's: 1. Sociaal beleid 2. Jeugd 3. Cultuur en media Dit programma richt zich op het vergroten van de sociale samenhang in de provincie. Goede, voor iedereen bereikbare voorzieningen, welzijns-, buurt- en jongerenwerk, sport en een bloeiend cultureel klimaat zijn daarvoor essentieel. Concreet is hierover in het collegeprogramma incl. addendum het volgende opgenomen: Wij zetten in op een gespreide en bereikbare kwalitatief goede zorgstructuur in de gehele provincie. Omdat de zorgvoorzieningen op bovengemeentelijk niveau zijn georganiseerd, blijven wij hierin een actieve regietaak voeren. Vrijwilligers zijn onmisbaar binnen een sociale en leefbare samenleving. Het ondersteunen van mensen die zich belangeloos inzetten voor de samenleving, zoals in vrijwilligerswerk, mantelzorg en patiënten- en consumentenbelang, vinden wij een goede zaak. Tot 2015 houden wij hiervoor financiële middelen beschikbaar. Binnen het budget sociaal beleid zal prioriteit worden gegeven aan vrijwilligersorganisaties die op het terrein van armoedebestrijding actief zijn. Omdat in het profiel van de provincie het sociale domein en welzijn niet meer tot de taken en verantwoordelijkheden van de provincie worden gerekend, worden deze taken ingeperkt en overgeheveld naar de gemeenten. Wij dragen zorg voor een goede overdracht richting gemeenten en gaan met gemeenten bespreken hoe dit te realiseren. We blijven de zorg en het sociale domein wel monitoren. Hoewel de financiële positie noopt tot bezuinigingen, blijven wij inzetten op cultuurbeleid: een robuuste culturele infrastructuur met een hoogwaardig en aantrekkelijk aanbod en Het Verhaal van Groningen (cultureel erfgoed). Daarnaast heeft het verhogen van de cultuurparticipatie en -educatie onze aandacht. Tot 2015 is het wettelijk recht op jeugdzorg de verantwoordelijkheid van de provincie, waarna zij wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. Ons doel is om de jeugdzorg tot het moment van overdracht, kwalitatief goed uit te blijven voeren. We streven naar een zorgvuldige overdracht van onze wettelijke taak richting gemeenten en gaan vroegtijdig met hen in overleg om de continuïteit van de zorg te borgen. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 173

174 8.1 Sociaal beleid Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Het Beleidskader Sociaal Beleid geeft de koers aan van het sociale beleid ook in In het Beleidskader geven wij vooral aandacht aan de wettelijke taak van de steunfunctie; aandacht aan bewonersinitiatieven, overheidsparticipatie, armoedebestrijding en zorg (monitoring en integrale zorgvoorzieningen). In de krimpgebieden leveren wij op integrale wijze een bijdrage aan het voorkomen en mogelijk oplossen van leefbaarheidsvraagstukken op het terrein van wonen, onderwijs, zorg, gezondheid, sociaal-economische vitalisering, kwetsbare groepen en voorzieningen. PS Beleidskader: Beleidskader Sociaal Beleid Nota Ruimte voor daadkracht Sportnotitie Provincie Groningen , verlenging t/m 2015 (zie VJN2014) Productgroep 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Streven is dat inwoners zich uitgenodigd voelen volwaardig mee te doen aan de maatschappij en deze gezamenlijk vorm te geven GS Ondersteunen en faciliteren burgerinitiatieven en overheidsparticipatie Zorgen dat mensen weten voor welke ondersteuning en financiering men waar terecht kan Productgroep 8005 Asielzoekers Een bijdrage leveren aan een zinvol verblijf van asielzoekers in onze provincie, ongeacht de duur van hun verblijf Productgroep 8101 St. Provinciaal Groninger Studiefonds Verstrekken financiële bijdrage in opleidings- en reiskosten aan inwoners provincie Groningen Productgroep 8201 Sportbeleid Het in stand houden van de provinciale basisinfrastructuur voor de sport Het verbinden van partijen binnen en buiten de sport en het bieden van een platform voor de sport Productgroep 8602 Zorg en hulpverlening Bevorderen van de samenwerking tussen verschillende zorgpartijen om binnen hun verantwoordelijkheid te komen tot een nieuwe inrichting van het Groninger zorglandschap, waarbij integrale zorgcentra een cruciale rol spelen Doorontwikkelen en onderhouden van de zorgmonitor om ontwikkelingen, knelpunten en trends in het zorglandschap goed in beeld te brengen 174 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

175 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatieindicator Bron (doel 3) 8001 (doel 3) (doel 2) 8201 (doel 2) 8602 (doel 1) 8602 (doel 2) Er zijn meer aanvragen ter voorkoming van sociale uitsluiting van kinderen dan gehonoreerd kunnen worden Er zijn meer aanvragen door vrijwilligersorganisaties ter bestrijding van armoede dan er gehonoreerd kunnen worden Aantal afgehandelde aanvragen; Aantal gehonoreerde aanvragen Aantal digitale bezoekers aan het Sportplein Aantal gezamenlijke initiatieven binnen het Sportplein Aantal uitgevoerde projecten Aantal bezoekers zorgmonitor aantal aanvragers 0% aantal aanvragers 0% 100% (405); In het schooljaar zijn 267 aanvragen gehonoreerd % niet gehonoreerde aanvragen vanwege overschrijden budget ( ) % niet gehonoreerde aanvragen vanwege overschrijden budget ( ) 100%; 275 minimaal gelijk aan peiljaar minimaal gelijk aan peiljaar integrale zorgcentra 3 3 Zorgmonitor p.m p.m. minimaal gelijk aan peiljaar minimaal gelijk aan peiljaar Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 175

176 Actueel belangrijke onderwerpen Bezuinigingen participatieprojecten (voorkomen sociale uitsluiting) (incl. amendement IB2013 en VJN2014) Beleid en doelen op termijn Bij de Voorjaarsnota 2011 zijn voor het vergroten van de participatie en het voorkomen van sociale uitsluiting in de periode jaarlijks beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid: Stichting Leergeld c.a.) Bij sociale uitsluiting is sprake van een relatieve inperking van sociale participatie, sociale integratie en (politieke en maatschappelijke) rechten of invloed. We willen jongeren kansen bieden op een goede start. Want opgroeien in armoede betekent vaak ook dat kinderen uitgesloten zijn van sportclubs en andere vrijetijdsbesteding, minder aanspraak maken op medische voorzieningen, ongezonder leven en vaker afzien van een vervolgopleiding. We willen voorkomen dat dit van generatie op generatie wordt overgedragen. Voortgang: Bij de Integrale Bijstelling 2013 is via een amendement besloten de bezuiniging ongedaan te maken. Hierdoor is er voor de jaren 2014 en 2015 weer beschikbaar voor de invulling van het participatiebeleid 2014 en Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Subsidie van in totaal verlenen aan stichtingen Leergeld, Jeugdsportfonds en projecten Humanitas (Thuisadministratie), conform meerjarenafspraken. Bij de IB2013 is besloten naar aanleiding van het ongedaan maken van de bezuiniging in totaal aan meerjarige subsidie te verstrekken aan deze stichtingen. En de resterende jaarlijks beschikbaar te stellen voor incidentele subsidies voor nieuwe initiatieven, experimenten en activiteiten participatieprojecten (voor kinderen en jongeren). De subsidies zijn cf. aangepaste begroting verleend aan de genoemde instellingen. Er zijn incidentele subsidies verleend aan: - project Kanskaarten van CMO Groningen; - project Armoede onder de Loep van Stichting Solidair Groningen & Drenthe; - Stichting Kids United voor voetbal voor kinderen en jongeren met een beperking. Daarnaast is een bijdrage gedaan aan het Studiefonds voor de bekostiging reiskosten van mbo-leerlingen (zie productgroep 8101). Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 zijn voor het vergroten van de participatie en het voorkomen van sociale uitsluiting in de periode jaarlijks beschikbaar gesteld. (Zie ook Collegeprogramma , bijlage 3, incidenteel nieuw beleid: Stichting Leergeld c.a.) Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot circa per jaar. Bij de bezuinigingen zullen wij het accent met name leggen op het budget voor incidentele activiteiten. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is via een amendement besloten de bezuiniging ongedaan te maken. Hierdoor is er voor de jaren 2014 en 2015 weer beschikbaar voor de 2015 Besteed Van de beschikbare is conform aangepaste begroting in totaal besteed aan de meerjarige subsidies aan de genoemde stichtingen Leergeld ( ), Humanitas ( ) en het Jeugdsportfonds ( ). Van de resterende voor incidentele subsidies is besteed aan de bekostiging van de ov-reiskosten van mbo-scholieren en aan subsidies op het gebied van participatieprojecten voor kinderen en jongeren, zie hierboven. Er resteert ca Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

177 invulling van het participatiebeleid 2014 en (Bij de Voorjaarsnota 2014 is voor 2015 een substitutie doorgevoerd van naar het Studiefonds voor bekostiging van reiskosten van mbo-leerlingen. In 2015 is er per saldo dan nog beschikbaar.) Armoedebestrijding (incl. amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Vrijwilligers zijn onmisbaar binnen een sociale en leefbare samenleving. Zij zorgen ervoor dat anderen mee kunnen doen in onze maatschappij. Het ondersteunen van mensen die zich belangeloos inzetten voor de samenleving (vrijwilligerswerk, mantelzorg en voor patiënten- en consumentenbelangen) vinden wij een belangrijke zaak. Binnen het budget sociaal beleid zal prioriteit worden gegeven aan vrijwilligersorganisaties die op het terrein van armoedebestrijding actief zijn. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Ondersteuning aan projecten en activiteiten van vrijwilligersorganisaties die bijdragen aan armoedebestrijding. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om de kosten, die hiermee zijn gemoeid te bekostigen binnen de daarvoor beschikbare middelen binnen het programma Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur. Voor de dekking zijn de volgende middelen in beeld: de reeds eerder genoemde bijdrage van (participatieprojecten) die gericht is op armoedebestrijding ( ), zie actueel belangrijke onderwerp hierboven (2014 en 2015) uit het Actieprogramma Sociaal Beleid. Bij brief d.d. 20 augustus 2013 hebben wij vervolgens uw Staten laten weten voor 2014 en 2015 een stimuleringsregeling armoedebestrijding van maximaal per jaar in het leven te roepen, te bekostigen uit het Actieprogramma Sociaal Beleid. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is vervolgens via een amendement deze stimuleringsregeling armoedebestrijding verhoogd van jaarlijks naar waarbij dit volledige bedrag wordt gefinancierd uit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en De oorspronkelijke financiering van jaarlijks vanuit de middelen sociaal beleid is hierbij weer vrijgevallen ten gunste van de middelen sociaal beleid. Met ingang van 1 januari 2014 is deze regeling van start gegaan en worden er subsidieaanvragen ingediend. Subsidies zijn verleend aan diverse projecten en activiteiten van instanties zoals CMO, Kledingbank Maxima en Leger des Heils. Zie voor een volledig overzicht de subsidiestaat in de bijlagen Besteed Als gevolg van het ongedaan maken van de bezuiniging was een bedrag van beschikbaar. Er is in totaal een bedrag van besteed. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 177

178 Evaluatie Sportnotitie en opzet voorstel nieuw beleid Beleid en doelen op termijn De huidige sportnotitie heeft een looptijd tot en met In 2014 willen we bezien in hoeverre de daarin gestelde doelen behaald zijn. Dit vormt de basis voor een voorstel met betrekking tot een mogelijk vervolg op het provinciaal sportbeleid. Hierbij zal ook gekeken worden naar logische verbanden met andere onderdelen van het provinciaal beleid. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 evalueren huidige sportbeleid; opstellen voorstel nieuw beleid en dit voor te leggen aan uw Staten. Wanneer gereed Medio 2014 (evaluatie) en eind 2014 (opzet voorstel nieuw beleid) Middelen Begroot Reguliere budgetten. N.B. Volgens de Sportnota worden de beschikbare middelen 2014 ( ) als volgt ingezet: Sportplein Groningen: ; projecten Sportplein Groningen: ; ondersteuning sport mensen met een beperking: ; subsidie Topsport Steunpunt Groningen: ) Voortkomend uit Kompas 2020 en de gemeentelijke herindeling vindt er een discussie plaats over welke taken beter door de (nieuwe grotere) gemeenten kunnen worden uitgevoerd. Een van deze taken betreft sport. Een mogelijke overdracht van taken willen wij graag in overleg met gemeenten laten plaatsvinden, het overleg hierover start in Bij de Voorjaarsnota 2014 is daarom besloten om de huidige sportnota met één jaar te verlengen. Inhoudelijk blijft de verlengde sportnotitie grotendeels hetzelfde, er wordt wel ingespeeld op de ontwikkelingen van de laatste jaren. De evaluatie van het beleid en het opzetten van een mogelijk overdrachtsvoorstel wordt opgeschort tot er meer duidelijkheid bestaat over de toekomst van het provinciaal sportbeleid in relatie tot de gemeentelijke herindeling. De evaluatie van het beleid en het opzetten van een mogelijk overdrachtsvoorstel wordt opgeschort tot er meer duidelijkheid bestaat over de toekomst van het provinciaal sportbeleid in relatie tot de gemeentelijke herindeling. Besteed Besteding ( ) heeft plaatsgevonden conform verdeling in Sportnota Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

179 Bezuiniging bijdrage stichting Sensoor Beleid en doelen op termijn Stichting Sensoor Groningen/Drenthe (telefonische hulpdienst) ontvangt jaarlijks een subsidie van de provincie Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Subsidie verlenen aan stichting Sensoor Groningen/Drenthe. Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot In het kader van de provinciale bezuinigingen in 2011 is door uw Staten besloten, met ingang van 1 januari 2013, een bezuiniging van 25% op de provinciale subsidie op te leggen. De bezuiniging bedraagt waardoor de provinciale subsidie in 2013 op een bedrag van uitkomt en in 2014 op Aangezien wij hechten aan het voortbestaan van een goede sociale voorziening als een telefonische hulpdienst is bij de Voorjaarsnota 2013 besloten om de subsidie voor het jaar 2014 nog eenmalig te verlenen uit het krediet Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Hiermee bieden wij het Rijk de mogelijkheid om een nieuwe landelijke organisatie te formeren per 1 januari Onze bijdrage aan de stichting Sensoor wordt met ingang van 2015 beëindigd. Sensoor Groningen en Drenthe is in 2014 overgegaan naar de landelijke organisatie. Daarmee hebben wij Sensoor in 2014 voor de laatste maal gesubsidieerd. De landelijke Sensoor-organisatie heeft de opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) gekregen de 'Anonieme hulp op afstand' uit te voeren. De locatie in Groningen blijft bestaan en gaat deel uitmaken van de regio Noordoost van de landelijke Sensoor-organisatie Besteed De basissubsidie van is verleend en bevoorschot. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 179

180 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Ondersteuning en ontwikkeling welzijn (productgroep 8001) Actieprogramma Sociaal Beleid Beleid en doelen op termijn In het Beleidskader Sociaal Beleid , hoofdstuk 5, staan de volgende doelen omschreven: - stimuleren en genereren van bewonersinitiatieven die de leefbaarheid vergroten; - leveren van een extra impuls aan het vrijwilligerswerk; - signaleren en agenderen van knelpunten die zich in de zorg voordoen; - actief ondersteunen van het proces te komen tot integrale zorgcentra. Het Actieprogramma Sociaal Beleid bevat een nadere uitwerking van het beleidskader. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 rapportage Actieprogramma Sociaal Beleid over de bereikte resultaten in 2013, ter informatie te verzenden naar Provinciale Staten. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot In totaal Zie hieronder 'Uitvoering Actieprogramma Sociaal Beleid '. Wij verwachten dat realisatie volgens planning plaatsvindt in Besteed Er is besteed. Het delen, uitdragen en genereren van bewonersinitiatieven is onderdeel van het actieprogramma Sociaal Beleid Gezien de afstemming met gerelateerde werkvelden c.q. partners en de tijd die potentiële uitvoerders nodig hebben voor het formuleren van een gedegen uitvoeringsplan, was volledige besteding van de middelen in 2014 niet mogelijk en is bij de Integrale Bijstelling 2014 geregeld dat de niet gebruikte middelen worden overgeboekt naar Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoering Actieprogramma Sociaal Beleid : Impuls vrijwilligerswerk: Vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij het vinden en binden van de 'nieuwe' vrijwilliger c.q. realiseren aansluiting tussen vrijwilligersveld en de veranderende behoefte van potentiële vrijwilligers: - informatievoorziening, beschrijving succesfactoren en aanbieden 'tools'; - organisatie 'meet-and-greets' (6) met 'best practices'; Uitvoering Actieprogramma Sociaal Beleid : Impuls vrijwilligerswerk: Vrijwilligersorganisaties ondersteunen bij het vinden en binden van de 'nieuwe' vrijwilliger c.q. realiseren aansluiting tussen vrijwilligersveld en de veranderende behoefte van potentiële vrijwilligers: - Informatie is verstrekt via de website - Er zijn zes meet-and-greets gehouden. De resultaten daarvan zijn verspreid via een digitale nieuwsbrief. 180 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

181 - aanbod tot tijdelijke coaching en advies op maat (minimaal 10). Vrijwilligerswerk beter toegankelijk voor kwetsbare groepen: - informatievoorziening, aanbod deskundigheidsbevordering; - regionale workshops (5); - tenminste 5 organisaties aan de slag met visie- en beleidsontwikkeling rond vrijwilligerswerk door kwetsbare groepen. Overige activiteiten: Sociaal Planbureau Groningen (CMO): - vaststellen onderzoeksagenda en uitvoering, online database; - inzet Groninger Panel; - uitgifte factsheets/nieuwsbrieven op relevante onderwerpen leefbaarheid/sociaal beleid/jeugd/ krimp. - Dit is gerealiseerd. Vrijwilligerswerk beter toegankelijk voor kwetsbare groepen: - Informatie wordt verstrekt via de website - Dit is gerealiseerd. De resultaten zijn gedeeld met betrokken organisaties. - Dit is gerealiseerd. Overige activiteiten: Sociaal Planbureau Groningen (CMO): - Activiteiten hebben plaatsgevonden volgens werkplan en onderzoeksagenda. De online database wordt adequaat bijgehouden en aangevuld. De website is bezocht door unieke gebruikers, die tezamen ruim pagina's bekeken hebben. Van de gebruikers bezoeken personen regelmatig de website (vaste gebruikers). Vanuit de makelaarsfunctie zijn gemeenten en organisaties ruim 120 keer ondersteund bij het formuleren/beantwoorden van onderzoeksvragen. Zie ook - Dit is gerealiseerd. Het Groninger Panel bestaat uit personen en is een representatieve afspiegeling van de Groninger bevolking van 18 jaar en ouder. Het panel is bevraagd over veiligheid, veranderingen in het zorglandschap, ervaringen met aardbevingen, mobiliteit en de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de zorg. - Dit is gerealiseerd. Nieuws wordt gedeeld middels factsheets en nieuwsbrieven en via de (social) media. uitvoering wettelijke steunfunctietaken (CMO): - vrijwillige inzet (expertisecentrum, Platform Maatschappelijk Ondernemen Groningen, provinciale Vrijwilligersprijzen, mentorprogramma); uitvoering wettelijke steunfunctietaken (CMO): gerealiseerd conform de werkplannen. Expertisecentrum: conform werkplan, toename informatieverzoeken in relatie tot bewonersinitiatieven. Platform Maatschappelijk Ondernemen Groningen (PMOG): Tijdens de 7 e Groninger Beursvloer zijn maar liefst 48 'matches' gemaakt tussen bedrijven en vrijwilligersorganisaties, met een geldelijke waarde van ruim (De activiteit krijgt in 2015 een permanent karakter door implementatie in de Uitdaging, waarbij het bedrijfsleven de lead heeft.) provinciale Vrijwilligersprijzen: 185 unieke aanmeldingen (jaarlijkse toename van 10%), grote publicitaire aandacht; het mentorprogramma (kans050) is in Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 181

182 - integratie en diversiteit (expertisecentrum, aanpak polarisatie/radicalisering); - informele zorg c.q. ondersteuning mantelzorg, Europees expertisecentrum Groningen (genereren Europese subsidies). subsidiëren Noordbaak om de duurzame ontwikkelingen bij het bedrijfsleven, onderwijs en overheden te bevorderen, waarbij de mondiale dimensie hierbij wordt betrokken; verstrekken van circa 15 subsidies voor participatieprojecten en instellingen ter bestrijding van sociale uitsluiting. uitvoering conform het projectplan: er zijn meer dan 150 vrijwillige mentoren betrokken die inmiddels ruim 350 jongeren hebben begeleid. project Polarisatie en Radicalisering: Dit is conform het werkplan afgesloten met een internationale eindconferentie (ca. 300 bezoekers). informele zorg: o uitgave 3 nieuwsbrieven; o deskundigheidsbevordering; o vraagbaak voor lokale steunpunten. ondersteuning mantelzorg: Er zijn 11 bijeenkomsten georganiseerover mantelzorg in relatie tot onder andere de kanteling Wmo: o 4 provinciaal (60 deelnemers); o 4 voor gemeenteambtenaren (25 deelnemers); o 3 in samenwerking met Zorgbelang en de koepels (15 deelnemers). Via het werkplan en de begroting van de instelling is Noordbaak gesubsidieerd voor het bevorderen van duurzaamheid. De provinciale subsidie is besteed aan: (co)financiering Mondiaal Mondig; (co)financiering van projectsubsidies; het koploperproject duurzame bedrijven en gemeenten; advies en bijeenkomsten voor burgers en bedrijven die duurzaam willen ondernemen. Er zijn 7 subsidies verstrekt. Zie verantwoording hierboven bij Actueel belangrijke onderwerpen (PS), onderwerp 'Bezuinigingen participatieprojecten (voorkomen sociale uitsluiting'. Asielzoekers (productgroep 8005) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 subsidiëren circa 15 projecten die zich richten op participatie en een zinvol verblijf van asielzoekers in de provincie Groningen, ongeacht de verblijfsduur. Er zijn 5 subsidies zijn verleend aan resp.: - COA Oude Pekela voor een project empowerment; - Humanitas voor trainingen; - SI-Delfzijl voor stimulering eigen verantwoordelijkheid; - Stichting Sterke Verhalen voor verhalen vertellen door voormalige ervaringsdeskundigen; - Vluchtelingenwerk Noord-Nederland voor activering van Somaliërs. Zie ook subsidiestaat in de bijlagen. 182 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

183 Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds (productgroep 8101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 uitvoeren giftenregeling Studiefonds (tegemoetkoming in studie- en/of reiskosten); uitvoeren provinciale regeling gratis OV voor mbo-leerlingen; afhandelen circa 425 aanvragen (gemiddeld 260 toekenningen). Er is in het schooljaar 2013/2014 in totaal een bedrag van ,71 toegekend. Hiervan is een bedrag van bestemd voor bijdragen uit het studiefonds voor studiekosten en een bedrag van voor bijdragen uit het studiefonds voor reiskosten. Uit de provinciale regeling gratis OV voor mboleerlingen is een bedrag van toegekend. In het schooljaar 2013/2014 zijn 405 aanvragen binnengekomen, hiervan zijn er 217 afkomstig van mbo-leerlingen. In totaal zijn er 267 aanvragen toegekend, waarvan 152 van mboleerlingen. Vanwege het aantal aanvragen voor gratis OV voor mbo-leerlingen is bij de Voorjaarsnota uit het budget Participatieprojecten toegevoegd aan het budget voor het Studiefonds. Sportbeleid (productgroep 8201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 ondersteunen kennis- en dienstencentrum Sport (Sportplein Groningen); faciliteren van regionale initiatieven in krimpgebieden in relatie tot sportvoorzieningen. In de krimpregio's komt ook de sport onder druk te staan, bijvoorbeeld op het vlak van vrijwilligers, sportaccommodaties, ledenaantallen, etc.; ondersteuning van de gehandicaptensport; minimaal behoud van het sportaanbod voor mensen met een beperking; ondersteunen en stimuleren van sportevenementen op het gebied van sport en bewegen; sportevenementen dragen bij aan een promotionele en economische impuls voor de krimpregio's, worden ook ondersteund. mede ondersteunen van talenten (jeugd) als het gaat om topsport (topsportontwikkeling). (De talentontwikkeling heeft een uitstraling op de breedtesport (én topsport) en zet mensen aan te gaan sporten of te blijven sporten. De nadruk ligt op de sporten volleybal, basketbal en korfbal. Er wordt gestreefd om Groninger talenten te ondersteunen. Voor de uitvoering wordt het Topsport Noord ingeschakeld.) Dit is gerealiseerd. Sportplein Groningen is operationeel. Per thema is door een werkgroep een plan van aanpak geschreven en de plannen zijn uitgevoerd. Er zijn twee aanvragen gehonoreerd: - multifunctioneel centrum inclusief gymzaal; - de Open Club (structurele samenwerking tussen verenigingen). Huis voor de Sport Groningen heeft een subsidie gekregen voor netwerk en advies en loketfunctie en ondersteuning. Er zijn 5 sportevenementen gesubsidieerd. Topsport Noord heeft een subsidie ontvangen voor activiteiten met betrekking tot kernsportontwikkeling, talentbegeleiding en talentontwikkeling gericht op de sporten volleybal, basketbal en korfbal. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 183

184 uitvoering geven aan de noordelijke samenwerking, samen met andere partijen (voorheen Olympisch plan). Waar noodzakelijk is er contact geweest met Drenthe en Friesland over sport. Zorg en hulpverlening (productgroep 8602) Zorgmonitor Beleid en doelen op termijn In beeld brengen van de ontwikkelingen en knelpunten die zich voordoen in het Gronings zorglandschap (signaleren). Knelpunten adresseren bij de verantwoordelijke (zorg)partijen. Nagaan wat maatregelen/knelpunten betekenen voor de inwoners van de provincie Groningen en hoe zij de zorg ervaren. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 uitvoeren zorgmonitor; rapportage zorgmonitor over bereikte resultaten 2013 op te nemen in rapportage Actieprogramma Sociaal Beleid (zie productgroep 8001). Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot De zorgmonitor Groningen en de website zijn maart 2014 gelanceerd. De eerste uitvoering van de zorgmonitor betrof 'Beschikbaarheid en bereikbaarheid van de zorg'. Binnen de uitvoering nam het Groninger Panel een belangrijke plaats in. Resultaten werden met stakeholders zorg besproken en gedeeld tijdens een daartoe georganiseerde werkconferentie in het provinciehuis op 28 maart De tweede uitvoering van de zorgmonitor, waar opnieuw gebruik werd gemaakt van het Groninger Panel, was gericht op het thema 'Herinrichting van het Groninger Zorglandschap'. De werkconferentie waar de resultaten van de tweede monitor werden besproken en gedeeld met de stakeholders zorg vond plaats op 24 oktober Het aantal deelnemers steeg van 77 bij de eerste bijeenkomst tot 110 bij de tweede bijeenkomst. Bij beide uitvoeringen zijn de resultaten weergegeven in factsheets die te vinden zijn op de website. Dit geldt ook voor de overige informatie rond de zorgmonitor en het vervolg. De online database wordt adequaat bijgehouden en aangevuld. In 2014 is de website bezocht door unieke bezoekers. De databank met links naar de factsheets werd 500 keer bezocht. In 2013 is de zorgmonitor ontwikkeld en in 2014 tweemaal uitgevoerd. In 2015 wordt de zorgmonitor nog tweemaal uitgevoerd waarna het project zal zijn gerealiseerd. Besteed Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

185 Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Uitvoeren Actieprogramma Sociaal Beleid : Ondersteunen/faciliteren van tenminste 3 projecten gericht op het proces te komen tot de realisatie van integrale (1,5 lijns-) zorgcentra. Overige activiteiten: Zorgvragersbeleid. Versterken invloed zorgvragers op beschikbaarheid, bereikbaarheid en effectiviteit van zorg. Hiertoe subsidiëren van Zorgbelang Groningen (professionals) en de vijf sectorale (vrijwilligers) koepels van patiënten- en consumentenorganisaties in de provincie Groningen: - Provinciale Chronische zieken en Gehandicaptenraad; - Verstandelijk Gehandicapten Belangen Platform; - Organisatie Samenwerkende Ouderenbonden; - Provinciaal GGz-Cliëntenplatform Groningen; - Platform Hattinga Verschure voor mantelzorgers. Uitvoeren Actieprogramma Sociaal Beleid : Voor het meer betrekken van inwoners en patiënten bij de integrale zorg zijn drie Werkplaatsen Zorg voor burgerparticipatie ondersteund en gerealiseerd in de regio's DEAL, Oldambt en Veendam/Pekela. Zorgbelang Groningen voert de werkplaatsen uit. Overige activiteiten: Zorgvragersbeleid: Versterken invloed zorgvragers op beschikbaarheid, bereikbaarheid en effectiviteit van zorg. Hiertoe subsidiëren van Zorgbelang Groningen (professionals) en de vijf sectorale (vrijwilligers) koepels van patiënten- en consumentenorganisaties in de provincie Groningen: Subsidie 2014 is niet beschikt. Er zijn onvoldoende activiteiten uitgevoerd waardoor de provincie zich genoodzaakt zag de subsidie niet te verstrekken. Inmiddels is onderzoek gestart naar een toekomstbestendige structuur van het provinciale zorgvragersbeleid. Subsidie is toegekend. Subsidie is toegekend. Er is overleg gaande met deze koepel over hun veranderde achterbansituatie. Subsidie is toegekend. Subsidie is toegekend. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 185

186 Lasten/baten en analyse thema Sociaal beleid Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Productgroepen 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Asielzoekers Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds Sportbeleid Zorg en hulpverlening Wonen, welzijn en zorg kwetsbare groepen Totaal lasten BATEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Productgroepen 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn Asielzoekers Stichting Provinciaal Groninger Studiefonds Sportbeleid Zorg en hulpverlening Wonen, welzijn en zorg kwetsbare groepen Totaal baten LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten Programmakosten Productgroep 8001 Ontwikkeling en ondersteuning welzijn - Het delen, uitdragen en genereren van burgerinitiatieven is onderdeel van het Actieprogramma Sociaal Beleid dat door PS is vastgesteld. Gezien de afstemming met gerelateerde werkvelden c.q. partners en de tijd die potentiële uitvoerders nodig hebben voor het formuleren van een gedegen uitvoeringsplan, is er geen volledige Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

187 besteding van de middelen in 2014 geweest en daarom is bij de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld deze over te boeken naar Middelen zijn vrijgevallen bij de afwikkeling van subsidies die verstrekt zijn in voorgaande jaren. - In het kader van het Actieprogramma Sociaal Beleid is eind de opdracht gegund voor de ontwikkeling, uitvoering en het beheer van een zorgmonitor. De middelen voor 2014 maken onderdeel uit van deze opdracht en zijn in 2014 niet volledig besteed. Voorgesteld bij de Integrale Bijstelling 2014 is deze middelen over te boeken. - Overige afwijkingen Productgroep 8602 Zorg en hulpverlening - Het overschot op Zorg en hulpverlening is hoofdzakelijk ontstaan door het feit dat in 2014 minder subsidies door subsidieontvangers zijn afgewikkeld dan verwacht. Het betreft subsidies die in voorgaande jaren zijn toegekend in het kader van regelingen die nu niet meer bestaan. De restanten blijven beschikbaar voor afwikkeling in Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 187

188 8.2 Jeugd Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Het goed afwikkelen van onze wettelijke taken op de jeugdzorg in Via een warme overdracht hebben wij onze taken naar de Groninger gemeenten overgedragen. Goed en bereikbaar onderwijs is een voorwaarde voor de ontwikkeling van de jeugdige. PS Beleidskader: Beleidskader jeugd 'Groninger jeugd, Groninger toekomst' Kwaliteitsakkoord basisonderwijs provincie Groningen 2012/2013 en 2013/2014 Productgroep 8102 Onderwijsbeleid Samen met gemeenten en onderwijsinstellingen een bijdrage leveren voor kwalitatief en bereikbaar onderwijs voor alle jeugdigen GS Productgroep 8801 Jeugdzorg Afwikkeling van financiering van Bureau Jeugdzorg (BJZ) en het zorgaanbod jeugdhulpverlening en cliëntenorganisaties op grond van de Wet op de jeugdzorg 188 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

189 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Het percentage van de verleende jeugdzorg dat binnen de landelijke normen wordt uitgevoerd 99,80% 99,43% Het percentage (zeer) zwakke scholen in de provincie ten opzichte van het landelijk gemiddelde 2,6% zwak; 0,9% zeer zwak 3,0% zwak; 0,6% zeer zwak Prestatie-indicatoren productgroepen Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Aantal (zeer) zwakke scholen in de provincie Groningen Aantal zorggebruikers dat geïndiceerde zorg ontvangt Gemiddelde cliënttevredenheid bij het zorgaanbod Aantal unieke cliënten dat langer dan 9 weken wacht op provinciale jeugdzorg Gemiddelde doorlooptijd indicatietraject (BJZ) (norm 77 dagen) Percentage jeugdigen dat binnen de doorlooptijd AMK wordt geholpen Gemiddelde doorlooptijd onderzoek AMK (norm 70 dagen) Percentage jeugdigen dat binnen de doorlooptijd jeugdbescherming wordt geholpen Gemiddelde doorlooptijd start jeugdreclasseringscontacten (norm 5 dagen) 8 zwak;: 3 zeer zwak 11 zwak; 3 zeer zwak 12 zwak; 2 zeer zwak ,1 8,2 8, dagen 55 dagen 77 dagen 100% 100% 100% 63 dagen 54 dagen 70 dagen 33,5% 26% 100% 5 dagen 1 dag 5 dagen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 189

190 Actueel belangrijke onderwerpen TOEGEVOEGD: Transitie jeugdzorg (actueel) Beleid en doelen op termijn De verantwoordelijkheid voor de transitie en de transformatie van de jeugdzorg ligt bij de (samenwerkende) gemeenten. Wij onderschrijven de decentralisatie van de jeugdzorg en het vormen van één financieringsstroom én erkennen hierbij de omvangrijke taak voor gemeenten. Vanuit een algemeen maatschappelijk belang voelen wij ons dan ook verantwoordelijk voor een goede ondersteuning aan gemeenten bij het vormgeven van deze transitie en transformatie. Waar nodig bieden wij de nodige informatie en ondersteuning en blijven wij ernaar streven om de samenwerking tussen betrokken partijen te stimuleren. Wij willen onze taken, kennis en ervaring warm aan gemeenten overdragen waarbij wij het van belang vinden dat de kennis en functies van instellingen zoals Bureau Jeugdzorg (BJZ), de provinciaal gefinancierde zorgaanbieders en cliëntenorganisaties een plaats krijgen binnen het transitieproces en de nieuwe jeugdzorg. Hiermee voorkomen we dat de opgebouwde kwaliteit van de jeugdzorg en de bestaande kennis verloren gaat. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Warme overdracht provinciale wettelijke taken; Samenwerken met Groninger gemeenten in belang van warme overdracht; Afbouw provinciale subsidierelaties jeugdzorg De gemeenten waren in 2014 georganiseerd in de programmaorganisatie Transformatie Jeugdzorg Groningen (TJZG) en tussen de provincie en programmaorganisatie vond regulier ambtelijk en bestuurlijk afstemming plaats. De provincie nam deel aan de Stuurgroep Jeugd. Hierbij stond centraal het delen van kennis van onder meer het inkoopproces en kennis van en over de functies van jeugdzorginstellingen (warme overdracht). Daarnaast zijn ter invulling van de programmaorganisatie tijdelijk medewerkers van de provincie ingezet c.q. uitgeleend voor het uitvoeren van het nieuwe jeugdzorgstelsel. Gemeenten hebben eind 2014 hun samenwerking vormgegeven in het Regionale Inkooporgaan Groninger Gemeenten (RIGG) onder de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid en Zorg. Zij hebben het grootste deel van de jeugdzorg gezamenlijk ingekocht in november met de jeugdzorginstellingen contracten afgesloten. Voor de provinciaal gefinancierde instellingen geldt dat zij conform afspraken in het Regionaal Transitiearrangement (oktober 2013) een afspraak hebben die het mogelijk maakt zorg te (blijven) verlenen aan de jeugdigen en die het mogelijk maakt om als organisatie voort te bestaan. December 2012 hebben wij onze instellingen geïnformeerd over ons besluit tot beëindiging van de subsidierelatie per 1 januari 2015 in verband met de transitie. Elker heeft beroep aangetekend en dit is onlangs door de rechtbank als ongegrond verklaard. Elker heeft ervan afgezien om in hoger beroep te gaan. Ook BJZ heeft een bezwaar ingediend en heeft onlangs aangegeven dat zij hun bezwaar gaan intrekken. Het rest ons nog om in 2015 de subsidies voor het jaar 2014 definitief vast te stellen (juni 2015). 190 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

191 Wanneer gereed 2014 Middelen Begroot Experimentenbudget aan gemeenten (over de gehele periode). Ureninzet van provinciale medewerkers binnen de programmaorganisatie TJZG Besteed In 2013 hebben wij de Stuurgroep Jeugd een bedrag van toegekend voor de uitvoering van experimenten. De eerste tranche van experimentenmiddelen is begin 2014 besteed aan verschillende experimenten met provinciale instellingen door gemeenten. Op aangeven van de gemeenten zijn voor de tweede tranche van experimenten eind 2014 middelen besteed aan het RIGG en aan twee gemeenten voor het uitvoeren van experimenten. In 2014 hebben een aantal provinciale medewerkers voor een deel van hun tijd in de programmaorganisatie TJZG gewerkt. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 191

192 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Onderwijsbeleid (productgroep 8102) Kwaliteit basisonderwijs Beleid en doelen op termijn Verbetering kwaliteit basisonderwijs en daarmee vermindering aantal (zeer) zwakke scholen in provincie Groningen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoering (herijkte) kwaliteitsakkoord basisonderwijs. Wanneer gereed 1 september 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie. Het kwaliteitsakkoord is door de samenwerkende partijen uitgevoerd. Er zijn subsidies verleend voor kwaliteitsverbetering op scholen en er is gewerkt aan structurele kwaliteitsverbetering door inzet van een auditteam. Ook zijn er masterclasses georganiseerd met als doel het verbeteren van bestuurlijk handelen van schoolbesturen. 1 september 2014 Besteed Bestaande formatie. Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Samen met gemeenten en onderwijsinstellingen een bijdrage leveren voor kwalitatief en bereikbaar onderwijs voor alle kinderen en jongeren samenwerking Groninger gemeenten; in relatie tot onderwijs aandacht voor behoud van kwaliteit en robuuste voorzieningen in krimpregio s In alle drie de krimpregio s staat de kwaliteit en bereikbaarheid van het onderwijs hoog op de agenda. In de woon- en leefbaarheidsplannen hebben de ontwikkelingen in het onderwijs een belangrijke plek gekregen. Zo wordt in de Eemsdelta de integratie van opvang en onderwijs van 0-12 jaar in kindvoorzieningen voorgestaan. Samen met schoolbesturen in de Eemsdelta zijn afspraken gemaakt over samenwerking en de noodzakelijke vermindering van het aantal scholen. Dit leidde tot plannen voor en uitvoering van nieuwe brede scholen, samenwerkingen en samenvoegingen van dorpsscholen. Voorbeelden zijn de oplevering van twee nieuwe brede scholen in Appingedam, plannen voor samenvoeging van verschillende dorpsscholen en een bijzondere samenwerking tussen enkele kleine scholen in de gemeente Loppersum, een plan voor een nieuwe brede school in Uithuizen en een tweede in Delfzijl. De uitdaging die de bevolkingsdaling ons stelt is omgebogen naar 192 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

193 informatieoverdracht aan Groninger gemeenten over voortgang kwaliteit basisonderwijs; deelname project kennisplatform kindvoorzieningen. een kans om tot vernieuwing van het onderwijs te komen. De regio Oost-Groningen heeft primair onderwijs benoemd tot een van haar prioriteiten. Centraal daarbij staat enerzijds de afname van het aantal basisschoolkinderen, terwijl de bekostiging van het onderwijs grotere scholen vraagt en anderzijds de onderwijskwaliteit. Ook in De Marne zijn keuzes gemaakt door de schoolbesturen welke scholen open blijven en welke sluiten of samengaan. Ook wordt met provinciale middelen onderzoek naar locatie voor een geïntegreerd kindcentrum (GKC) in Leens mogelijk gemaakt. Over de resultaten van het kwaliteitsakkoord basisonderwijs heeft afstemming plaatsgevonden met de Groninger gemeenten. Zowel ambtelijk als bestuurlijk deelgenomen aan het project Kennisplatform kindvoorzieningen. Jeugdzorg (productgroep 8801) Transitie Jeugdzorg Beleid en doelen op termijn Toewerken naar transitie en transformatie van het jeugdzorgstelsel. (Zie Beleidskader Jeugd provinciegroningen.nl.) Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 warme overdracht van provinciale wettelijke taken; samenwerken met Groninger gemeenten in belang van warme overdracht; afbouw provinciale subsidierelaties jeugdzorg. Wanneer gereed 1 januari 2015 Middelen Begroot Reguliere middelen. Kennis, ervaring en belang van onze wettelijke taken en jeugdzorginstellingen in de samenwerking met de gemeenten ingebracht. Op ambtelijke en bestuurlijk samengewerkt met de Groninger gemeenten en de programmaorganisatie TJZG. Inzet van provinciale medewerkers in programmaorganisatie TJZG. In december 2012 hebben wij aangekondigd dat wij onze subsidierelatie gaan beëindigen per 1 januari 2015 in verband met de transitie. In de daar opvolgende beschikkingen is dit steeds kenbaar gemaakt aan onze subsidierelaties. Om de transitie zo soepel mogelijk te laten verlopen hebben wij (naar rato) een bijdrage verleend. 1 januari 2015 Besteed Vanuit de reguliere middelen is besteed aan onderzoek frictiekosten Bureau Jeugdzorg, tweede tranche experimenten, bijdrage aan de programmaorganisatie en een afscheidsbijeenkomst voor de jeugdzorginstellingen en de gemeenten. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 193

194 Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Zorg dragen voor kwalitatief en kwantitatief voldoende zorgaanbod op grond van de Wet op de jeugdzorg uitvoering en monitoring afspraken subsidiebeschikkingen 2014, waarbij: - de wettelijke doorlooptijden worden gehaald door BJZ; - - niemand langer dan 9 weken wacht op zorg; uitvoering cliënten- en kwaliteitsbeleid door onder meer inzet van vertrouwenspersoon en belangenbehartiging pleegzorg. Middels de kwartaalrapportages van de jeugdzorginstellingen heeft de uitvoering en monitoring van de afspraken in de subsidiebeschikkingen 2014 plaatsgevonden. - BJZ heeft niet alle wettelijke doorlooptijden gehaald doordat BJZ haar aandacht gericht had op de transitie per 1 januari Er is nog een aantal jeugdigen die langer dan 9 weken wachten op zorg. Volgens de cijfers van het vierde kwartaal 2014 zijn er 11 jeugdigen die wachten op zorg. Voor alle cliënten geldt dat ze in beeld zijn (bij BJZ en de zorgaanbieders) en er een cliënt-specifieke reden is waarom de wachttijd oploopt tot langer dan 9 weken. Er kan indien nodig worden versneld of opgeschaald. Ook in 2014 hebben wij een subsidie verleend aan Zorgbelang Groningen en Stichting Pleegwijzer. Zorgbelang Groningen heeft gezorgd voor vertrouwenspersonen en cliëntenbehartiging. En Stichting Pleegwijzer zet zich in voor de belangenbehartiging in het kader van pleegzorg. Wij hebben ook gefaciliteerd bij het Pleegzorg 6-hoeksoverleg dat twee keer per jaar plaatsvindt in Groningen, waarbij alle partijen die met pleegzorg te maken hebben bij elkaar komen om af te stemmen en elkaar te informeren. De taken met betrekking tot het faciliteren van het Pleegzorg 6-hoeksoverleg hebben wij eind september 2014 overgedragen aan de Groninger gemeenten. Samen met gemeenten en onderwijsinstellingen (onderwijszorgplicht) zorgen voor een sluitende jeugd(zorg)keten (Aansluiting jeugdzorg en onderwijs) deelname en overdracht taken bestuurlijk afstemmingsoverleg passend onderwijs en zorg voor jeugd Groningen. Deze taken zijn eind 2013 door ons overgedragen aan de Groninger gemeenten. 194 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

195 Lasten/baten en analyse thema Jeugd Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Totaal saldo lasten-baten N.b. Het krediet Jongerenparticipatie is met ingang van 2014 overgeheveld naar productgroep 1603 Communicatie binnen het programma Bestuur. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Onderwijsbeleid Jeugdzorg Jongerenparticipatie Totaal lasten Onderwijsbeleid Jeugdzorg Jongerenparticipatie Totaal baten Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 8801 Jeugdzorg - Niet voorzien zijn betalingen geweest aan Bureau Jeugdzorg ( ) en aan diverse instelling zijn nog NUDUK-gelden betaald die niet waren voorzien. (NUDUK: niet uitgekeerde doeluitkering jeugdzorg). Hiertegenover stonden ook extra baten (zie Baten). - De doorbetaling aan Bureau Jeugdzorg van de bijdrage van de provincie Drenthe over 2014 voor de Kindertelefoon is abusievelijk tweemaal begroot. - Gemeenten konden niet volledig voldoen aan de voorwaarden om voor de middelen van de tweede tranche experimentmiddelen in aanmerking te komen. Het restbedrag van is overgeboekt naar 2015 en hebben we herbestemd aan de voorheen provinciaal gefinancierde jeugd(zorg)instellingen in het kader van energie en duurzaamheid. - Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totale afwijking lasten Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 195

196 BATEN Programmabaten Productgroep 8801 Jeugdzorg - Een niet begroot bedrag van is ontvangen van de Provincie Drenthe (Buitenprovinciale Plaatsingen). Het bedrag is doorbetaald aan Bureau Jeugdzorg (zie Lasten). - Door de hogere, niet geraamde, uitgaven aan de diverse instellingen (zie Lasten) is er meer geld aan de NUDUK onttrokken. - De bijdrage van de provincie Drenthe over 2014 voor de Kindertelefoon (doorbetaling aan Bureau Jeugdzorg) is abusievelijk tweemaal begroot. Zie ook Lasten. - Een verwachte ontvangst voor Buitenprovinciale Plaatsingen van de provincie Drenthe is, in overleg met deze provincie, lager uitgevallen. - Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

197 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 197

198 8.3 Cultuur en media Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Samen met andere overheden en externe partijen: - Inwoners actief mee laten doen aan en laten genieten van cultuur; - Ons cultureel erfgoed presenteren en zoveel mogelijk behouden; - De economie, de pr, de marketing en het vestigingsklimaat van de provincie versterken met behulp van de kunsten. PS Beleidskader: Cultuurnota 'Het Verhaal van Groningen' GS Productgroep 8320 Het Verhaal van Groningen We stimuleren cultuur door het verlenen van subsidies aan diverse culturele steuninstellingen en uitvoerende instellingen en aan culturele projecten die passen binnen ons cultuurbeleid Productgroep 8401 Bibliotheken Ondersteunen van bibliotheken via de provinciale netwerk- en serviceorganisatie Biblionet en door regievoering op samenwerking en afstemming binnen het provinciale netwerk 198 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

199 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Productgroep Omschrijving prestatieindicator Aantal en herkomst bezoekers (structureel gesubsidueerde instellingen) Aantal en herkomst bezoekers (Activiteitenbudget) Streefwaarden Bron subsidieontvangers onbekend subsidieontvangers Aantal en herkomst actieve deelnemers (Activiteitenbudget) Spreiding projecten over de regio s in de provincie (Activiteitenbudget en Budget Restauratie Rijksmonumenten Groningen) fysiek en tv-kijkers fysiek en tv-kijkers Afkomstig van buiten de provincie Groningen (die we subsidieontvangers bereiken via de uitvoerende kunstinstellingen) onbekend onbekend subsidieontvangers subsidieontvangers gelijk aan peiljaar 2013 gelijk aan peiljaar 2013 groter dan peiljaar 2013 gelijk aan peiljaar 2013 zoveel mogelijk spreiding over provincie Groningen gelijk aan peiljaar 2013 gelijk aan peiljaar 2013 groter dan peiljaar 2013 gelijk aan peiljaar 2013 zoveel mogelijk spreiding over provincie Groningen gelijk aan peiljaar 2013 gelijk aan peiljaar 2013 groter dan peiljaar 2013 gelijk aan peiljaar 2013 zoveel mogelijk spreiding over provincie Groningen NB. De prognosegetallen voor het Activiteitenbudget Cultuur 2013 en 2014 zijn bijgesteld op basis van de eindafrekeningen tot nu toe. De realisatiecijfers van 2103 en 2014 kunnen dus nog wijzigingen ondergaan. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 199

200 Actueel belangrijke onderwerpen Start opstellen beleidskader Beleid en doelen op termijn In 2014 wordt het kader voor de Cultuurnota opgesteld. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Start opstellen kader cultuurbeleid Wanneer gereed Eind 2014 Middelen Begroot Bestaande formatie. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is voorgesteld een bedrag van beschikbaar te stellen voor de jaren 2015 ( ) en 2016 ( ) voor proceskosten totstandkoming nieuwe cultuurnota. In de periode vanaf september 2014 is gestart met het opstellen van de concept kadernota cultuurbeleid Hiertoe zijn diverse documenten bestudeerd en gesprekken gevoerd met het culturele veld en gemeenten. Besluitvorming vindt plaats in Uw Staten hebben op 8 oktober 2014 ingestemd met de planning. Opstellen is voor eind 2014 gestart. Besteed Verwachte uitgaven vinden vanaf 2015 plaats. Bezuiniging cultuur Beleid en doelen op termijn Zie Cultuurnota Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 p.m. NB. De uitwerking van de bezuiniging van wordt bij de Integrale Bijstelling 2013 gepresenteerd. Wanneer gereed 2016 Middelen Begroot Bij de totstandkoming van de Cultuurnota is in de keuzes rekening gehouden met de bezuinigingstaakstelling, zijnde voor het onderdeel cultuur. Bij de vaststelling van de Cultuurnota is uitvoering gegeven aan: motie 4 'Beperken bezuinigingen cultuur' ( per jaar); amendement A 'Continueren amendement Cultuurnota ' ( per jaar). Beide zijn bij de behandeling van de Voorjaars- Dit is gerealiseerd. Zie hieronder bij Middelen - Begroot 2016 Besteed De bezuinigingen zijn doorgevoerd. 200 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

201 nota 2011 door uw Staten aangenomen en zijn integraal verwerkt in de Cultuurnota Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om motie 4 (Beperken bezuinigingen cultuur per jaar) met ingang van 2014 terug te draaien. Deze bezuiniging van per jaar denken wij met name te kunnen realiseren bij het onderdeel incidentele subsidies cultuur. Bij de Integrale Bijstelling 2013 is de concrete invulling aangegeven. Het betreft de volgende budgetten: Activiteitenbudget Het Verhaal van Groningen, (Digitale) infrastructuur Het Verhaal van Groningen, Budget Professionele Kunsten, Consultatief orgaan Nedersaksisch en budget Monitoring Cultuurbeleid. TOEGEVOEGD: Impuls cultuursector (amendement IB2013) Beleid en doelen op termijn Bij de Integrale Bijstelling 2013 is een amendement aangenomen om de cultuursector een impuls te geven door het instellen van een cultuurfonds. Het fonds dat met dit amendement wordt ontwikkeld zal de initiatieven 2018 Brabant van de provincie Noord-Brabant, het `publicatiefonds Zeeland van de provincie Zeeland als voorbeeld nemen. Deze fondsen zijn er op gericht om culturele initiatieven te ondersteunen met nadrukkelijke samenwerking met private partijen en het Prins Bernhard Cultuurfonds. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Ontwikkelen van een cultuurfonds. Het fonds is in ontwikkeling. De indieners van het amendement hebben allereerst meer informatie gegeven over de richting die ze uit wensen te gaan met dit fonds. Dit aan de hand van een eerste opzet die is ontwikkeld. Prins Bernhard Cultuurfonds heeft vervolgens ingestemd met het uitvoeren van dit fonds. Hiervoor kunnen aanvragen worden ingediend voor Digitalisering van Collecties van musea en collectie beherende instellingen. Stichting Erfgoedpartners heeft het onderliggende inhoudelijke verhaal opgesteld. Eind 2014 is de provinciale bijdrage overgemaakt aan het Prins Bernhard Cultuurfonds en is de bijbehorende overeenkomst getekend. Wanneer gereed Eind 2014 Middelen Begroot Bij dit amendement is besloten om vanuit de beschikbare begrotingsruimte voor de jaren 2014 en 2015 jaarlijks (in totaal ) beschikbaar te stellen ten behoeve van een cultuurfonds dat als doel heeft samen met private partijen culturele initiatieven te ondersteunen en de betreffende passages of verwijzingen in de onderhavige voordracht, voor zover van toepassing, overeenkomstig worden gewijzigd. Besteed Eind 2014 is de provinciale bijdrage overgemaakt aan het Prins Bernhard Cultuurfonds via een beschikking en is de bijbehorende overeenkomst getekend. We zijn in overleg met andere fondsen om inhoudelijk en financieel mee te doen. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 201

202 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Media (productgroep 8003) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Afhankelijk van wel/niet doorgaan recentralisatie regionale omroepen vanaf 1 januari 2014: subsidiëring van RTV Noord; jaarlijks overleg programmabeleid bepalend orgaan (PBO). Dit is niet gerealiseerd, omdat de recentralisatie per 1 januari 2014 is ingegaan. Idem. Het Verhaal van Groningen (productgroep 8320) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 structurele subsidie aan 12 steuninstellingen; structurele subsidie aan 26 uitvoerende instellingen (13 erfgoedinstellingen en 13 kunstinstellingen); structurele subsidies aan 3 overige instellingen zijnde Kunstraad Groningen, Consultatief orgaan Nedersaksisch en NAD Nuis; incidentele subsidies via 6 subsidieregelingen (incl. monumentenzorg); (digitale) infrastructuur Het Verhaal van Groningen; inzet budget Landsdeel Noord; Belcampo Stipendium; Post Middendorp-opdracht. Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Dit is deels gerealiseerd; het Consultatief orgaan Nedersaksisch is niet opgericht omdat de status 'Erkenning deel III' van het Europees Handvest voor regionale talen aan het Nedersaksisch geen doorgang heeft gekregen. Dit is gerealiseerd. Beschikt aan stichting De Verhalen van Groningen. De beschikbare middelen zijn beschikt aan het NNO, Five Great Guitars en Club Guy & Roni. Dit is gerealiseerd. Bij de Integrale Bijstelling 2014 is besloten om de Post Middendorp-opdracht in 2015 te laten plaatsvinden in plaats van Zoals uit bovenstaand overzicht van instrumenten blijkt zijn wij als provincie Groningen voor het behalen van onze doelstellingen mede afhankelijk van derden (culturele instellingen, projectorganisaties, andere overheden etc.). We hebben enkele indicatoren (voortkomend uit Het Verhaal van Groningen ) benoemd die een kwantitatief beeld geven van de voortgang van het provinciaal cultuurbeleid. Deze zijn hierboven opgenomen in het rijtje prestatieindicatoren. Daarnaast voeren wij via de bewaking van de subsidierelaties en de projectbeoordelingen een kwalitatieve toets uit. 202 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

203 Bibliotheken (productgroep 8401) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 structurele subsidie aan steuninstelling Biblionet; voorbereiding op de komst van een nieuwe Bibliotheekwet ingaande Dit is gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. Zoals uit bovenstaand instrument/activiteit blijkt zijn wij als provincie Groningen voor het behalen van onze doelstellingen mede afhankelijk van derden (steuninstelling en andere overheden). We hebben enkele indicatoren (voortkomend uit Het Verhaal van Groningen ) benoemd die een kwantitatief beeld geven van de voortgang van het provinciaal cultuurbeleid. Deze zijn hierboven opgenomen in het rijtje prestatieindicatoren. Daarnaast voeren wij via de bewaking van de subsidierelatie en eventuele projectbeoordelingen een kwalitatieve toets uit. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 203

204 Lasten/baten en analyse thema Cultuur en media Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Media Cultuurnota Bibliotheken Totaal lasten Media Cultuurnota Bibliotheken Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten -230 Programmakosten Productgroep 8320 Het Verhaal van Groningen (Cultuurnota ) In totaal wordt een bedrag van overgeboekt naar 2015 via de reserve Overboeking kredieten. Dit bedrag heeft betrekking op de bij de Integrale Bijstelling 2014 aangekondigde overboekingsvoorstellen (Activiteitenbudget en digitale infrastructuur HVVG ) en op de niet aangekondigde overboeking van DU-middelen inzake onderhoud en restauratie monumenten ( ). Voor een aantal projecten zoals aankleding van de klimaatkamers van de publieksruimte NAD Nuis ( ), renovatie Watertoren Noord ( ) en bouw auditorium Openluchtmuseum Het Hoogeland ( ) is de bijdrage die is toegekend in het kader van Culturele Infrastructuur Groningen, betaald ten laste van de hiervoor gereserveerde middelen in de reserve ESFI. Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

205 BATEN Programmabaten Productgroep 8320 Het Verhaal van Groningen (Cultuurnota ) Als gevolg van bijdrage in de kosten van het Noordelijk Archeologisch Depot vallen de baten hoger uit. Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur 205

206 206 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur

207 9. Bestuur Inleiding Het programma Bestuur bestaat uit de thema's: 1. Provinciale Staten 2. Overige bestuursorganen 3. Bestuurlijke samenwerking 4. Communicatie Dit programma richt zich op de algemene ondersteuning van zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten, het inzichtelijk maken van het provinciaal beleid voor burgers, belangengroepen en andere belangstellenden en op de deelname van de provincie Groningen aan diverse samenwerkingsverbanden. Concreet is hierover in het collegeprogramma het volgende opgenomen: We ambiëren een open, communicatieve en slagvaardige bestuursstijl, met oog en oor voor wat er speelt in de samenleving, in samenspraak met belanghebbenden. Herindeling van gemeenten sluiten we niet uit, bij voorkeur van onderaf en bij wezenlijke versterking van de bestuurskracht en samenwerking tussen gemeenten. Indien gemeenten er onderling niet (goed) uitkomen, vervullen we een actieve, bemiddelende en zo nodig een regisserende rol. We willen als noordelijke regio met de provincies Fryslân en Drenthe blijven optrekken richting Den Haag en Brussel en verdere stappen zetten in de noordelijke visievorming. Onze (gemeenschappelijke) lobby richting Den Haag, Brussel en onze internationale contacten willen we intensiveren. Communicatie vinden we hierbij van essentieel belang. In grensoverschrijdende samenwerking zien wij kansen met Duitsland, de North Sea region en de Baltische regio. Bestuur 207

208 9.1 Provinciale Staten Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Provinciale Staten bepalen het beleid (op hoofdlijnen) en nemen de belangrijkste beslissingen. Provinciale Staten richten zich in het bijzonder op hun volksvertegenwoordigende en kaderstellende rol en zij controleren het college van Gedeputeerde Staten op het gevoerde beleid. Provinciale Staten vertegenwoordigen de gehele bevolking van de provincie. De leden van Provinciale Staten worden direct gekozen door de kiesgerechtigde inwoners en zijn staan aan het hoofd van provincie. De provincie Groningen heeft 43 Statenleden. PS Beleidskader: Provinciewet GS Productgroep 1001 Ondersteuning Provinciale Staten Provinciale Staten richten zich op hun kaderstellende, controlerende en volksvertegenwoordigende rol. Zij hebben de beschikking over een eigen ondersteuning (griffier en medewerkers Statengriffie). 208 Bestuur

209 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron In de begroting waren geen prestatie-indicatoren opgenomen. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Bestuur 209

210 Actueel belangrijke onderwerpen Digitalisering Beleid en doelen op termijn Uitwerken en professionaliseren van de digitalisering van het besluitvormingsproces (die in 2011 is gestart). Belangrijk onderdeel is het optimaliseren van het digitaal vergaderen voor de Statenleden vanuit het principe 'Bring Your Own Device' (BYOD) en het verbeteren van de toegankelijkheid en presentatie van het besluitvormingsproces op de website van de provincie Groningen. In 2014 zullen op dit vlak richtinggevende besluiten worden genomen die - uiterlijk - in het voorjaar van 2015 zullen worden geëffectueerd. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Uitvoeren van het projectplan digitalisering Provinciale Staten; Voorbereiden van de invoering van het BYOD-principe per maart Wanneer gereed Maart 2015 (de professionalisering is een ongoing proces). Middelen Begroot Reguliere budgetten. Het projectplan is uitgebreid en de aanbesteding is gestart voor een nieuwe vergaderapplicatie voor zowel Provinciale Staten als Gedeputeerde Staten. De voorlopige gunning is afgerond en de voorbereidingen voor de implementatie van de applicatie zijn in gang gezet. De verwachting is dat begin 2015 de definitieve gunning kan plaatsvinden. De verkenningen van de consequenties (financieel, fiscaal, personeel en ondersteuning) van invoering van het BYODprincipe zijn uitgevoerd. Uiterlijk februari 2015 zullen concrete beleidskeuzes gemaakt worden. De voorbereidingen hebben meer tijd gevergd dan gepland. De verwachting is nog steeds dat bij het aantreden van de nieuwe Staten in maart 2015 de doelen zijn gehaald. Besteed Vanwege de uitloop in de planning zijn geen uitgaven in 2014 gedaan en vallen de kosten grotendeels onder het budget van Bestuur

211 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Ondersteuning Provinciale Staten (productgroep 1001) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Agenderen van belangrijke maatschappelijke onderwerpen en het onderhouden van contacten met de inwoners van de provincie Groningen, met instellingen, belangengroepen en maatschappelijke organisaties, door onder andere het afleggen van werkbezoeken en het organiseren van publieksbijeenkomsten; Vaststellen van beleidsnota's waarin richtinggevende keuzes en randvoorwaarden worden vastgelegd voor het opstellen en uitvoeren van beleid door het college van Gedeputeerde Staten; Vaststellen van de Begroting en het beoordelen van de financiële rapportages, waaronder de Rekening en de Voorjaarsnota, op het bereiken van het gestelde doelen, de afgesproken activiteiten en resultaten en de inzet van de middelen; Beoordelen van de onderzoeken van de Noordelijke Rekenkamer en de resultaten betrekken bij de besluitvorming over provinciale beleidsvoorstellen. Er zijn ruim vijftig vergaderingen gehouden. Daarnaast zijn bijna evenzoveel activiteiten in commissie- en statenverband ondernomen in het kader van contacten met instellingen en maatschappelijke organisaties. Belangrijke thema's als de steun aan Aldel, de gevolgen van de gaswinning, zoeklocaties voor windmolens en de gemeentelijke herindeling stonden op de politieke agenda. De Staten hebben een besluit genomen over ruim 90 beleidskeuzes. Variërend van keuzes over de ruimtelijke inrichting van de provincie, de aanleg van infrastructuur en over landbouw en megastallen, tot de verstrekking van subsidies en de transitie in de jeugdzorg. De planning- en controldocumenten zijn besproken en ongewijzigd vastgesteld door Provinciale Staten. Er zijn 23 moties aangenomen, bijvoorbeeld met betrekking tot de gaswinning en stimulering van de economie (Aldel en mkb). Er zijn drie onderzoeken van de Noordelijke Rekenkamer besproken. Eind 2014 is afgesproken om in het vervolg de uitvoering van de aanbevelingen van de Noordelijke Rekenkamer die worden overgenomen door Provinciale Staten, te laten monitoren. Bestuur 211

212 Lasten/baten en analyse thema Provinciale Staten Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten Kapitaallasten 1001 Ondersteuning Provinciale Staten rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Totaal lasten Ondersteuning Provinciale Staten Totaal baten Totaal saldo baten-lasten LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 1001 Ondersteuning PS - De uitgaven op het budget voor duale taken zijn moeilijk te voorspellen omdat het mede afhankelijk is van initiatieven uit PS. In 2014 is een deel gebruikt voor kosten van de conferentie 'Nieuwe Energie'. - Overige afwijkingen Totale afwijking lasten BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten 0 Saldo afwijking lasten-baten Bestuur

213 Bestuur 213

214 9.2 Overige bestuursorganen Doelen en beleidskader Doel van het beleid: In het duale stelsel (zoals dat is ingevoerd in maart 2003) zorgen Gedeputeerde Staten voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van beleid binnen door Provinciale Staten vastgestelde kaders. De commissaris van de Koning vormt de schakel tussen Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten en is belast met de zorgplichten (onder andere integriteit en goed bestuur) met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening aan burgers. PS Beleidskader: Provinciewet Collegeprogramma Productgroep 1101 Gedeputeerde Staten Faciliteren van GS om de bestuurstaak adequaat uit te kunnen voeren GS Productgroep 1201 Kabinetszaken De commissaris van de Koning heeft als rijksorgaan een aantal bestuurstaken die zijn vastgelegd in zijn ambtsinstructie. Hierbij wordt hij ondersteund door zijn kabinet. 214 Bestuur

215 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron In de begroting waren geen prestatie-indicatoren opgenomen. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Bestuur 215

216 Actueel belangrijke onderwerpen TOEGEVOEGD: Dialoogtafel gaswinning (VJN2014) Beleid en doelen op termijn De commissie Meijer heeft eind 2013 een advies gegeven over de maatregelen die getroffen moeten worden om het gaswinningsgebied te handhaven als aangename regio om te wonen en werken. Op 17 januari 2014 heeft de minister van Economische Zaken zijn winningsbesluit bekend gemaakt, met daarbij maatregelen zoals die werden voorgesteld door de commissie Meijer. Deze zijn vervat in het bestuursakkoord 'Vertrouwen op Herstel, Herstel van Vertrouwen'. De Dialoogtafel is als onderdeel van deze afspraken opgericht en vergaderde op 10 maart 2014 voor het eerst, Sindsdien is door de partijen aan de tafel hard gewerkt aan de uitwerking van de maatregelen uit het bestuursakkoord. De operationele kosten van deze dialoogtafel zijn geraamd op jaarlijks circa De voorzitters hebben in hun advies aangegeven dat het uit een oogpunt van het gemeenschappelijke belang aan te bevelen is deze kosten gelijkelijk te verdelen over de NAM, het ministerie van Economische Zaken en de provincie Groningen. Uit overleg met het ministerie van Economische Zaken en Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is herbevestigd dat elk van hen bereid is 1/3 e deel van de kosten voor haar rekening te nemen. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Opbouwen van de Dialoogtafel als overlegplatform. De Dialoogtafel functioneert als overlegorgaan dat via zwaarwegende adviezen het beleid van betrokken partijen beïnvloed. De Dialoogtafel stelt de precieze uitwerking van maatregelen die zijn opgenomen in het bestuursakkoord, inhoudelijk vast. Wanneer gereed Begin 2014 Middelen Begroot In het kader van voorbeslag Voorjaarsnota 2014 is voor de periode een bedrag van per jaar beschikbaar gesteld, zijnde 1/3 van de geschatte kosten per jaar ( ). Dit is naar verwachting gerealiseerd. Dit is gerealiseerd. De tafel heeft ongeveer maandelijks vergaderd, dan wel in andere vorm van overleg haar mening gegeven over allerlei onderwerpen. Dit is gerealiseerd. De Dialoogtafel heeft bijvoorbeeld de interimregeling waardevermeerdering inhoudelijk vastgesteld, die door uw Staten formeel is vastgesteld 5 november 2014 (voordracht 50a/2014). Wij zijn vervolgens op 17 februari 2015 akkoord gegaan met een wijziging van deze regeling (conceptvoordracht 13/2015). Eerste vergadering Dialoogtafel vond plaats op 10 maart Besteed De bestedingen zijn in 2014 iets lager uitgevallen dan de die begroot was omdat de Dialoogtafel per 1 maart 2014 in volle omvang van start is gegaan. Voor het jaar 2015 is de begroting vastgesteld op In het kader van deze Rekening is daarom het voorstel meegenomen om het surplus van 2014 van bijna over te boeken naar Bestuur

217 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Gedeputeerde Staten (productgroep 1101) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Goed voorbereide en efficiënte vergaderingen en bijeenkomsten. Er zijn 41 reguliere collegevergaderingen gehouden. Daarvan waren twee vergaderingen op een externe locatie (één als onderdeel van de jaarlijkse GS/DT-tweedaagse en één als onderdeel van de bijeenkomst van de drie noordelijke colleges van GS). De vergaderingen waren steeds op dinsdag. Naast de reguliere vergaderingen is een extra vergaderingen gehouden over de uitgangspunten van de Voorjaarsnota. Tijdens een aantal vergaderingen is een inleiding gehouden over een specifiek onderwerp. Bij diverse vergaderingen is met de directie overlegd over specifieke beleids- of organisatorische onderwerpen. Met name betrof het hier het dossier gaswinning. Het college twee keer overleg gevoerd met het Dagelijks Bestuur van de Vereniging Groninger Gemeenten. Verder zijn lunchbesprekingen gehouden met de directeur van het SNN, de gemeente Groningen, de gemeente Menterwolde en het CvB van het UMCG. Het college heeft de nieuw benoemde raadsleden uitgenodigd voor een kennismakingsbezoek, heeft diverse relaties uitgenodigd voor een diner en een bezoek aan Noorderzon en heeft het college van GS van Noord-Holland ontvangen voor een werkbezoek. Het college heeft zich aangesloten bij de uitvoering van het projectplan digitalisering Provinciale Staten (zie aldaar), waardoor op termijn één digitaal vergadersysteem voor zowel PS als GS wordt geïmplementeerd. Bestuur 217

218 Kabinetszaken (productgroep 1201) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 toezien op ordelijk verloop van de procedure met betrekking tot de (her)benoeming van een burgemeester. In deze procedure heeft de CdK een belangrijke rol: op zijn advies wordt de vacature opengesteld, hij vormt zich een oordeel over kandidaten, geeft de vertrouwenscommissie een overzicht van de sollicitanten en zijn selectie daaruit. Voordat de vertrouwenscommissie haar bevindingen in besloten zitting voorlegt aan de gemeenteraad, bespreekt ze deze met de CdK. Nadat de raad de aanbeveling heeft vastgesteld rapporteert de CdK aan de minister over het verloop van de procedure. voorbereiden en begeleiden van gemeentebezoeken; bevorderen van samenwerking tussen vertegenwoordigers van rijksdiensten die in de provincie werken en tussen hen, het provinciaal bestuur en gemeente- en waterschapsbesturen; afdoen van klachten van burgers; voorbereiden en begeleiding van eventuele Koninklijke bezoeken; adviseren Koninklijke Onderscheidingen. In 2014 is het waarnemerschap van 1 burgemeester verlengd. Eén burgemeester is door de Kroon benoemd en drie burgemeesters zijn herbenoemd.. De volgende gemeentebezoeken zijn voorbereid en hebben plaatsgevonden: - Haren, 31 januari De Marne, 21 februari Eemsmond, 12 september Bedum, 28 november 2014 De commissaris van de Koning heeft, mede namens zijn collega's van Friesland en Drenthe, het rijksherenoverleg georganiseerd waarbij ook bestuurders van vitale organisaties zijn uitgenodigd. Er zijn 26 Ombudszaken geregistreerd. De volgende koninklijke bezoeken hebben plaatsgevonden: - bezoek HKH prinses Beatrix aan het Master Gala van het Prins Claus Conservatorium; - Openingsceremonie 400 jaar RuG in aanwezigheid van ZM Koning Willem- Alexander; - HM Koningin Màxima aanwezig bij Congres Schuldhulpverlening; - HM Koningin Màxima opent tentoonstelling van het Groninger Museum. Er is geadviseerd over: - 53 aanvragen bijzondere gelegenheid; - 98 algemene gelegenheid; - 17 aanvragen, deze zijn voorzien van een negatief advies. 218 Bestuur

219 Lasten/baten en analyse thema Overige bestuursorganen Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 1101 Gedeputeerde Staten - De dialoogtafel is een samenwerkingsverband welke wordt gefinancierd door 3 partijen. De middelen zijn niet volledig besteed maar worden gereserveerd voor 2015 en worden via een overboekingsvoorstel overgeboekt naar De uitgaven in het programma gaswinning zijn later op gang gekomen dan verwacht. Dat hangt samen met het later uitkomen van het winningsbesluit, dat gepland was voor augustus 2014, maar nu pas eind januari 2015 is uitgekomen. De (juridische) ondersteuning die naar verwachting wordt ingehuurd voor het instellen van beroep op het winningsbesluit, is hiermee naar achter geschoven. De middelen worden via een overboekingsvoorstel overgeboekt naar Op basis van een actuariële berekening door Loyalis heeft een herberekening plaatsgevonden wat heeft geleid tot een aanvullende storting. - Overige afwijkingen Totaal afwijking programmalastenbaten Totale afwijking lasten BATEN Programmabaten rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Gedeputeerde Staten Kabinetszaken Totaal lasten Gedeputeerde Staten Kabinetszaken Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Bestuur 219

220 9.3 Bestuurlijke samenwerking Doelen en beleidskader Doel van het beleid: Bevorderen ongeschreven en geschreven regels van goed bestuur en het uitvoeren van specifieke wettelijke taken zoals geschillenbeslechting en toezicht op de gemeentefinanciën. Beleidskader: Beleidskader voor het financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de provincie Groningen (Titel IV van de Gemeentewet (artikelen 186 t/m 215) en Wet financiering decentrale overheden (Wet fido)) Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland Aanvullend beleidskader voor het interbestuurlijk archieftoezicht 'Nieuwe schoenen' Wet revitalisering generiek toezicht PS Productgroep 1301 Bestuurlijke organisatie Productgroep 1401 Financieel toezicht op gemeenten Zorgen voor een adequate bestuurlijke inrichting van de provincie zodat publieke taken op het juiste niveau worden verricht Bemiddelen bij of beslechten van bestuursgeschillen tussen gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en de behandeling van klachten over gemeentebesturen Het financiële toezicht dat de provincies uitvoeren op de gemeenten (en gemeenschappelijke regelingen) is een medebewindstaak: uitvoering van de wettelijke opgedragen taken GS Productgroep 1501 Uitvoering van wettelijke regelingen Het uitvoeren van diverse regelingen waaronder de Wet op de rechterlijke organisatie voor zover het betreft de benoeming van leden van de pachtkamers, de Landarbeiderswet, voor zover het betreft de wijziging van statuten van landarbeidersverenigingen, en de Wet op het primair onderwijs, voor wat betreft de behandeling van beroepen inzake de zgn. overschrijdingsregeling Het houden van toezicht op de archiefzorg van de provinciale organen, gemeenten, gemeenschappelijke regelingen en waterschappen op basis van de Archiefwet 1995 en overige wettelijke bepalingen Het adviseren en beslissen over ingediende bezwaar- en beroepschriften alsmede klachten Interbestuurlijk toezicht (IBT) Productgroep 1601 Bestuurlijke samenwerking Hieronder vallen werkzaamheden ten gevolge van onze deelname aan het IPO, SNN, BANN, Europa en grensoverschrijdende samenwerking 220 Bestuur

221 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron In de begroting waren geen kengetallen opgenomen m.b.t. dit thema. Hierdoor zijn er geen gegevens ingevuld voor de rekening. Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Alle gemeenteraden binnen de provincie Groningen zijn tijdig geïnformeerd over de financiële status provincie Groningen 100% 100% 100% Bestuur 221

222 Actueel belangrijke onderwerpen Gemeentelijke herindeling (incl. VJN2014) Beleid en doelen op termijn In februari 2013 is het rapport van de visitatiecommissie 'Grenzeloos Gunnen' verschenen. In het rapport is onderbouwd aangegeven dat meerdere maatregelen urgent zijn om tot een bestuurlijk sterker Groningen te komen. Een omvattende gemeentelijke herindeling, herijking van de rol van de provincie en verandering van de bestuurscultuur bij provincie en gemeenten staan hoog op de agenda. In het vernieuwde collegeprogramma van april 2013 is aangegeven dat het aanpakken van deze zaken onderwerp van hoge prioriteit is in de komende jaren. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 regie voeren en waar nodig gemeenten faciliteren bij het proces om te komen tot een gemeentelijke herindeling via de inzet van accountmanagers; bijdragen in de kosten van de gemeenten bij: - het opstellen van toekomstvisies; - het maken van herindelingsscans. organiseren van twee conferenties over actuele onderwerpen. De gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014 brachten soms nieuwe verhoudingen met zich mee en maakten het nodig om de planning aan te passen. In de verschillende delen van de provincie zijn de inspanningen nog wel steeds gericht op de vorming van nieuwe gemeenten per 1 januari 2018, maar is het overleg om tot convergerende opvattingen te komen nog niet afgerond. Ambtelijk en bestuurlijk wordt regelmatig - soms intensief - afstemming gepleegd over de te volgen route. De gemeenten in het oostelijk deel van de provincie zijn niet tot overeenstemming gekomen over het gewenste toekomstperspectief. Opvattingen liepen ver uiteen. Daarom is het besluit genomen om per 1 september een provinciale herindelingsprocedure te starten voor de negen gemeenten in dit deel van de provincie. Het nu lopende open overleg duurt tot 1 maart 2015 en zal uitmonden in een eindverslag waarin de conclusies uit onze verkenning van de opties worden neergelegd. Bijdragen in de kosten bij gemeenten: - Als gevolg van bovengenoemde vertragingen zijn gemeenten nog niet aan gezamenlijke toekomstvisies toegekomen. - Wij hebben de (7) Noord-Groninger gemeenten een bijdrage verleend voor diverse onderzoeken ter voorbereiding en ter ondersteuning van de besluitvorming. Dat vormde mede het basismateriaal voor de vervolgens door ons opgestelde herindelingsscan. Ook hebben we de gemeenten gesteund in overleg met het Rijk om onevenredige financiële nadelen gecompenseerd te krijgen. Daarnaast hebben wij gemeente Haren een bijdrage verstrekt voor het burgerparticipatietraject dat men heeft doorlopen. Vooraf aan het Open Overleg met de gemeenten in het oostelijk deel van de provincie, hebben wij een gezamenlijke informatieve bijeenkomst georganiseerd waarin het doel, de uitwerking en de procedurele stappen van dit overleg zijn besproken. 222 Bestuur

223 uitwerken van de Taak en Rol-discussie. De opgaven waarvoor provincie en gemeenten gezamenlijk staan, vragen niet alleen om een andere bestuurlijke indeling, maar ook om een verandering in rol- en taakverdeling tussen gemeenten en provincie met een bijpassende bestuurscultuur. Met de VGG zijn in februari 2014 afspraken gemaakt over de inhoudelijke agenda voor de overdracht en de stappen die daarbij horen om dit mogelijk te maken. Wij hebben conform die afspraken in het najaar onze inzet op dit punt vastgesteld. Die planning bleek voor de gemeenten echter niet haalbaar. Een aangepaste planning is afgesproken. De inzet is om in de periode tot 2018 stapsgewijs naar een nieuwe verhouding toe te groeien. Voorstellen daartoe worden samen uitgewerkt. Wanneer gereed Uiterlijk per 2018 (waar mogelijk eerder). Middelen Begroot De voor 2014 benodigde middelen zijn opgenomen voor totaal Voor de jaren 2015 tot en met 2017 is de benodigde inzet voor extra personele capaciteit per jaar en zijn de proces- en communicatiekosten op p.m. gezet, zodat telkenjare zo goed mogelijk kan worden ingespeeld op de actuele behoefte. Het proces is minder ver gevorderd dan wij hadden gewild. Toch is er voortgang geboekt en gaan we ervan uit dat de doelstelling nog steeds haalbaar is, mits gemeenteraden in voorjaar 2015 besluiten nemen die aan aan onze criteria voldoen. Besteed Van het totaal voor 2014 beschikbare budget ( ) is totaal (verplichtingen en werkelijk besteed) een bedrag van ca ) ten laste van het krediet gebracht. Aangezien het proces enigszins is vertraagd en het wel een meerjarig proces is zijn de middelen overgeboekt naar Bij de Voorjaarsnota 2014 is besloten voor beschikbaar te stellen voor extra personele capaciteit, proces- en communicatiekosten. Dat is nodig omdat het herindelingstraject in Oost-Groningen intensieve begeleiding vergt. (Voor het jaar 2015 gaat het om en voor de jaren 2016 en 2017 gaat het om per jaar.) Bij de Integrale Bijstelling 2014 is besloten om niet bestede middelen 2014 over te boeken en om een meerjarig budget tot en met 2017 te vormen. Bezuiniging Deregulering Beleid en doelen op termijn Wij willen waar mogelijk de regeldruk onderzoeken en reduceren en onze dienstverlening verbeteren. We willen dit doen in kritische zelfreflectie op ons eigen functioneren, en in nauwe interactie met burgers, bedrijven, organisaties en medeoverheden. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 Juridische procedures: 40% van de procedures kan sneller verlopen door onder andere: - toepassing van minder zware instrumenten (bijvoorbeeld geen vergunning, maar vrijstelling); Juridische procedures: - Het Snelloket Ruimtelijke ontwikkeling dat in februari 2014 is gestart zorgt voor 40-50% snellere procedures. - De 'blauwe' afdelingen zijn 'doorgelicht' op het terrein van deregulering en verbetering Bestuur 223

224 - informelere benadering. Subsidieproces: Vermindering administratieve lasten met minimaal 10% door onder andere: - uniformering van aanvraagformulieren; ontkoppeling van formulieren aan specifieke regelingen; - begrijpelijker maken en vereenvoudigen van verantwoordingsformulieren; - informatievoorziening over subsidies (bijvoorbeeld op de website) verbeteren. Frontoffice: Toetsbare verbetering van de klantrelatie: - Enerzijds wordt de bereikbaarheid verbeterd, anderzijds wordt de afhandeling van de klantcontacten directer. - Daarnaast worden de servicenormen in het kwaliteitshandvest uitgebreid. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten om voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van beschikbaar te stellen voor deregulering. Bij de Voorjaarsnota 2013 is vervolgens besloten om deze middelen met ingang van 2014 te beperken met 50% tot per jaar. Bij voordracht 44/2011 is besloten om van de beschikbare middelen een bedrag van over te hevelen naar de akp. Dat bedrag is i.v.m. de bezuiniging op dit krediet vervolgens bijgesteld naar uiteindelijk Hierdoor komt het beschikbare budget voor 2014 uit op een bedrag van van dienstverlening, waarbij gekeken is of minder zware instrumenten gebruikt kunnen worden (bijvoorbeeld geen vergunning maar vrijstelling). Er zijn 11 acties benoemd die op termijn efficiencywinst gaan opleveren en de dienstverlening kunnen verbeteren. - Vanuit de behandelaars van bezwaarschriften wordt meer ingezet op het bellen van indieners van bezwaarschriften en wordt de 'Groningse methode' uitgewerkt voor de (informele) aanpak van bezwaarschriften en klachten. - Er is een dereguleringstoets ingevoerd. Voordat een nieuwe regeling in het leven wordt geroepen, moet worden nagedacht over nut en noodzaak. Subsidieproces: - Er zijn nieuwe aanvraagformulieren (formdesk) ontwikkeld. (Deze worden in 2015 op de website geplaatst.) - Er zijn nieuwe verantwoordingsfomulieren subsidieverlening ontwikkeld. (Deze worden in 2015 op de website geplaatst.) - De informatievoorziening op de website is verbeterd. Frontoffice: Toetsbare verbetering van de klantrelatie: - Na intern onderzoek en onderzoek naar de telefonische bereikbaarheid, is gekozen voor een Frontoffice Light, om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren en de telefonische dienstverlening te optimaliseren. De implementatiewerkzaamheden zijn in gang gezet. - Sinds eind 2014 ligt er een aangepast Handvest voor dienstverlening. Het proces is in 2014 minder ver gevorderd dan wij hadden gewild. Toch is er voortgang geboekt en gaan we ervan uit dat de doelstellingen voor 2015 nog goed haalbaar zijn. Besteed Er is een bedrag van ca besteed aan de bovengenoemde gerealiseerde activiteiten c.q. resultaten. 224 Bestuur

225 Bezuiniging Samenwerkingsverbanden Groningen-Niedersachsen (Intensiveren contacten Duitsland) Beleid en doelen op termijn Buurland Duitsland is voor Nederland als geheel, maar zeker ook voor het Noorden van het land een uitermate belangrijke handels- en samenwerkingspartner. Daar komt voor de provincie bij dat Niedersachsen en de Kreise aan de grens ook onze directe bestuurlijke en ambtelijke buren zijn. Bij voorkeur in SNN-verband stellen we ons ten doel de banden met onze oosterburen aan te halen en te intensiveren en nauwe samenwerking te zoeken bij interregionale projecten en programma's. Daarnaast streven we naar gezamenlijke positionering ten aanzien van (voornemens van) de Europese Unie. Activiteiten/resultaten in planjaar 2014 bevorderen/aanhalen van contacten op politiek/bestuurlijk niveau aangaande de economische ontwikkelingen van de Eemshaven in relatie tot de Duitse havens Emden, Wilhelmshaven en Bremerhaven; versterken van grensoverschrijdende ondernemersnetwerken, te beginnen met ondernemers uit de Agribusiness; versterken van grensoverschrijdende samenwerking en uitwisseling van kennis voor de speerpuntsectoren Energie, Healthy Ageing en Biobased Economy/Agribusiness; bevorderen van grensoverschrijdende arbeidsmarktacties, bijvoorbeeld via gezamenlijke projectontwikkeling binnen Interreg IV-A, sectorgerichte onderwijs- en arbeidsmarktbijeenkomsten en als onderwerp bij activiteiten in het kader van de speerpuntsectoren; gezamenlijk met Niedersachsen lobbyen voor projecten in het kader van de nieuwe Europese programma's (EFRO, Interreg, Kaderprogramma 8) die qua thematiek en inhoud passen bij de innovatiestrategie van Noord-Nederland en Noordwest-Duitsland; gezamenlijk profilering richting Brussel; De samenwerking met Duitsland krijgt via de SNN Noord-Duitsland agenda een extra impuls. Samen met de EDR en de EDRgemeenten, wordt vanaf 2014 extra geïnvesteerd in netwerkontwikkeling en activiteiten die de grensoverschrijdende samenwerking versterken. Het gaat dan onder meer om de organisatie van netwerken, stimuleren van Er zijn met name contacten met haven Emden rondom het Eems-Dollard estuarium. Daarnaast zijn er bestuurlijke contacten met de havens Bremen en Hamburg. In juni heeft een bijeenkomst plaatsgevonden rondom Agribusiness/Biobased Economy om grensoverschrijdend de kansen te verkennen. Een gezamenlijk Interregproject op dit thema zal volgen. Op de economische thema's is de projectvoorbereiding voorspoedig gelopen. Er zijn ca. 15 projectinitiatieven op deze thema's in de noordelijke regio bekend van bedrijven, overheden en kennisinstellingen die in 2015 zullen worden ingediend. Op alle thema's zijn ontwikkelingen die in Interreg IV-A een plek kunnen krijgen. Verder jagen we een koepelproject arbeidsmarkt en opleiding aan in het Interreg V-A programma om de focus in het onderwerp aan te brengen en inspanningen maximaal te ondersteunen. Er is een Arbeitsliste van het Rijk met Niedersachsen. Wij werken zelf aan de hand van de bestuurlijke overleggen met Niedersachsen met behulp van projectenlijsten. Bijv. op de thema's Wunderline en demografie hebben gezamenlijke bijeenkomsten in Brussel plaatsgevonden. Bij Wunderline gaat het concreet om projectvoorbereiding richting het Europese subsidieprogramma TEN-T (Trans European Network Transport), onder andere tijdens de Open Days in Brussel. Het Interreg A-programma is vertraagd en gaat het voorjaar van 2015 van start. Voorbereidende werkzaamheden zijn gedaan. Het programma is goedgekeurd in Brussel en sluit inhoudelijk goed aan bij onze speerpunten. De samenwerking met het Rijk in het programma Grensoverschrijdende Regionale Samenwerking (GROS) blijft voorgaan. Met name knelpunten voor grensoverschrijdende arbeidsmarkt worden daar geagendeerd. Bestuur 225

226 projectontwikkeling, het bijeenbrengen van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden rond specifieke thema s en het geven van voorlichting. Interreg A-middelen worden hiervoor benut. In de loop van 2014 start het nieuwe Interreg-programma. Wij onderzoeken naar het voorbeeld van de samenwerking in een (dynamisch) werkprogramma tussen Limburg, Gelderland en Overijssel enerzijds en Nordrhein-Westfalen of een dergelijk werkprogramma ook in het noordelijk grensgebied gerealiseerd zou kunnen worden. Daarbij werken we samen met het Rijk in het kader van het programma GROS (Grensoverschrijdende Regionale Samenwerking). Met Niedersachsen is afgesproken niet een afzonderlijk werkprogramma te maken, maar elkaar gericht op projecten intensief op te zoeken, zowel binnen als rondom Interreg A. Wanneer gereed 2015 Middelen Begroot Bij de Voorjaarsnota 2011 is via motie 6 voor de periode 2012 tot en met 2015 een bedrag van per jaar voor het intensiveren contacten met Duitsland beschikbaar gesteld. Bij de Voorjaarsnota 2013 is besloten om deze middelen met ingang van 2014 te beperken tot 50% tot per jaar. De looptijd van Interreg A programma: Besteed Er is een bedrag van besteed welke een bijdrage hebben geleverd aan de bovengenoemde activiteiten/resultaten. 226 Bestuur

227 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Bestuurlijke organisatie (productgroep 1301) N.v.t. Financieel toezicht op gemeenten (productgroep 1401) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Het streven is gericht op repressief toezicht voor alle gemeenten (100%). Bevolkingskrimp: Indien gemeenten, naar ons oordeel in onvoldoende mate rekening houden met de te verwachten financiële effecten van de bevolkingskrimp zullen wij de betreffende gemeente daarop aanspreken. Uitvoering gezamenlijk onderzoek door de provinciale toezichthouders. In het begrotingsjaar 2014 werden negentien gemeenten onder het repressieve begrotingstoezicht geplaatst. De gemeenten De Marne en Ten Boer werden wegens financiële redenen onder het preventieve begrotingstoezicht geplaatst. De gemeente Ten Boer vroeg bij de beheerders van het gemeentefonds een aanvullende uitkering aan op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet. In de gemeente Ten Boer is sprake van een aanmerkelijk en structureel begrotingstekort. In januari 2014 is de artikel 12-procedure gestart door middel van (ambtelijk en bestuurlijk) tripartiet overleg tussen gemeente, provincie en Rijk (artikel 12- inspecteurs BZK). Medio 2014 kwamen de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde onder preventief Arhi-toezicht op grond van de vaststelling van het herindelingsontwerp Westerwolde (herindelingsontwerp door de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde). De betreffende gemeenten hebben inmiddels alle een paragraaf 'Demografische ontwikkelingen' in hun begrotingen en rekeningen opgenomen. Blijkens deze paragrafen zijn de gemeenten zich bewust van de financiële effecten van de krimp en houden daar in de begrotingen en rekeningen in voldoende mate rekening mee. Door de gezamenlijke toezichthouders is in december 2014, in samenwerking met het ministerie van BZK, variabel onderzoek uitgevoerd naar het onderhoud van kapitaalgoederen. Het onderzoek was met name gericht op de ontwikkeling van de onderhoudsuitgaven en de mate van achterstallig onderhoud. De uitkomsten komen in 2015 beschikbaar. Bestuur 227

228 Uitvoering van wettelijke regelingen (productgroep 1501) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Transitie archieftoezicht: invulling aan nieuwe generieke archieftoezicht; advisering inzake bij de provincie ingediende bezwaar- en beroepsschriften alsmede klachten; beoordelen van vergunningaanvragen van door gemeenten in het kader van de Dranken Horecawet. screening integriteit in het kader van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur bij vergunningaanvragen. Eerste keer archieftoezicht volgens nieuwe afgesproken toetskader uitgevoerd: - aan twee gemeenten geen beoordeling gegeven; - toezichtinformatie niet tijdig ontvangen; - overallscore matig. Beoordeling van de provincie is met alle gemeenten besproken. Bezwaarschriften, administratieve beroepen en klachten behandeld: - Van de 104 nieuw in 2014 ingekomen zaken is in 70 gevallen telefonisch contact met belanghebbende opgenomen zaken (mede resterend uit voorgaande jaren) zijn na succesvolle bemiddeling ingetrokken zaken (ook mede resterend uit voorgaande jaren) zijn doorgezonden; - Er zijn 42 adviezen aan het provinciaal bestuur uitgebracht. Per 1 januari 2013 is de nieuwe Drank- en Horecawet van kracht. Hierdoor is artikel 37 vervallen. Op grond van dit artikel diende In gevallen waarin het betreft de uitoefening van het horecabedrijf of slijtersbedrijf door een gemeente, de vergunning bij de provincie aangevraagd te worden. Vanaf 2013 verleent de provincie dus al geen vergunningen meer. Op basis van ons provinciaal Bibob-beleid bij omgevingsvergunningen heeft de Omgevingsdienst in 2014 bij 23 aanvragen voor een omgevingsvergunning het eigen huiswerk uitgevoerd. Dit betekent dat onderzoek in interne/openbare bronnen is verricht. Na dit onderzoek bleven er geen vragen ten aanzien van de integriteit van de aanvrager bestaan waardoor er geen reden was om advies aan te vragen bij het Landelijk Bureau Bibob. Bestuurlijke samenwerking (productgroep 1601) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Interprovinciaal Overleg (IPO): als lid van het IPO bijdragen aan de belangenbehartiging bij het Rijk en mede bijdragen aan een efficiënt en effectief platform voor uitwisseling van kennis en ervaring in provinciaal verband; 228 Bestuur Interprovinciaal Overleg (IPO): De provincie heeft alle bestuursvergaderingen bijgewoond en bijgedragen aan de noodzakelijke besluitvorming. In 2014 is gedeputeerde Moorlag in het bestuur vervangen door gedeputeerde Wilpstra. CdK van den Berg is q.q. adviseur van het bestuur

229 uitvoering van de bestuursafspraken ; provinciaal ruimtelijke regisseursrol en toekomstperspectief: positie Profiel provincies 2015/Stip aan de horizon. en secretaris Bolding is adviseur vanuit zijn hoedanigheid als voorzitter van de Kring van provinciesecretarissen. Het IPO-bestuur heeft najaar 2014 besloten een volwaardige evaluatie te laten uitvoeren van de behaalde resultaten van de IPO Transitie Wij hebben inbreng geleverd voor de evaluatie. De evaluatie zal aanbevelingen opleveren voor de nieuwe IPO-bestuursperiode Belangrijke onderdelen van het gemeenschappelijk beraad waren de vaststelling van Kompas 2020 en het project Stip op de Horizon. Daarmee is een beeld geschetst van de kerntaken van provincies, leidend voor zowel de provincies afzonderlijk als voor de verkiezingen van Provinciale Staten in Europa: Door middel van ontmoetingen, overleg en samenspraak met bestuurlijke en ambtelijke collegae in Duitsland wordt primair inhoud gegeven aan goed nabuurschap en wordt gezamenlijk met andere partners verdere samenwerking gestimuleerd. Via het bestaande netwerk van bestuurlijke en ambtelijke contacten wordt de samenwerking met buitenlandse partners, onder meer in het oriëntatiegebied van de NOA, voortgezet en uitgebouwd. De SNN Agenda Noord- Duitsland vormt de basis voor de inzet. De vertegenwoordiging in Europese gremia en organisaties en deelname in de activiteiten van internationale organisaties strekt vooral tot belangenbehartiging van de regio. Een betere profilering van Noord-Nederland in Europese context is beoogd bijkomend effect. Het gemeenschappelijke Huis van de Nederlandse Provincies te Brussel vormt een bruggenhoofd naar de instellingen van de Europese Unie. Voortdurend wordt aandacht gegeven aan ontwikkeling, uitbreiding en onderhoud van bestuurlijk relevante internationale netwerken en het gezamenlijk behartigen van belangen bij de Europese Unie. Naar het voorbeeld van de samenwerking in een (dynamisch) werkprogramma tussen Limburg, Gelderland en Overijssel enerzijds en Nordrhein-Westfalen onderzoeken we of een dergelijk werkprogramma ook in het noordelijk grensgebied gerealiseerd zou kunnen worden. Europa: Diverse bezoeken hebben plaatsgevonden over en weer. In november heeft de energieminister van Niedersachsen een werkbezoek gebracht aan o.a. EnTranCe en PowerMatching City. Op 5 december heeft een bezoek plaatsgevonden van minister-president Weil aan de noordelijke CdK's waar onder andere Wunderline, Eems Dollard estuarium en het thema Biobased op de agenda stonden. In het kader van de profilering van Noord- Nederland is een programma voor vertegenwoordigers van gemeenten en provincies georganiseerd tijdens de Open Days in oktober 2014 in Brussel. In het kader van het programma Grensoverschrijdende Regionale Samenwerking (GROS) is een actielijst samengesteld die als basis dient voor werkprogramma. Bestuur 229

230 Lasten/baten en analyse thema Bestuurlijke samenwerking Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Kapitaallasten Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op de gemeenten (Uitvoering van) wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Totaal lasten Bestuurelijke organisatie Financieel toezicht op de gemeenten (Uitvoering van) wettelijke regelingen Bestuurlijke samenwerking Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 1101 Gedeputeerde Staten - De einddatum van de gemeentelijke herindeling 'Grenzeloos Gunnen' is 1 januari Er is er sprake van een doorlopend meerjarig proces waarin de daarvoor toebedeelde financiële middelen in de komende jaren met een daarop toegesneden flexibiliteit ingezet moeten kunnen worden. De middelen worden overgeboekt naar Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten Bestuur

231 BATEN Programmabaten Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Bestuur 231

232 9.4 Communicatie Doelen en beleidskader Doel van het beleid: We ambiëren een open, communicatieve en slagvaardige bestuursstijl, met oog en oor voor wat er speelt in de samenleving, in samenspraak met belanghebbenden. Wij willen de bekendheid, aantrekkelijkheid en kwaliteit van provincie en stad Groningen verbeteren en ervoor zorgen dat er een positief beeld bestaat over Groningen, zodat consumenten onze provincie graag bezoeken en ondernemers zich hier willen vestigen. PS Beleidskader: Beleidsnota Budget Evenementen Productgroep 1603 Communicatie De profilering van de provincie om de herkenbaarheid voor de inwoners te vergroten en nadrukkelijker te communiceren over wat de provincie doet Het betrekken van jongeren om mee te denken over de provinciale vraagstukken (v/h aparte productgroep 8802 Jongerenparticipatie) GS Productgroep 1604 Promotie en relatiemanagement Via ons relatiemanagement investeren we in de opbouw en onderhoud van goede contacten met personen, instanties en organisaties die voor ons van belang zijn voor het realiseren van onze doelstellingen Met ons promotie- en evenementenbeleid willen we bijdragen aan een positief beeld over Groningen 232 Bestuur

233 Kengetallen en prestatie-indicatoren Kengetallen thema Omschrijving kengetal Bron Inwoners actief betrekken bij uitwerken van ons beleid en door open communicatie inzicht geven in de door ons gemaakte afwegingen van alle belangen (stijging van 34% naar 40%) monitor 34% 35% 36% Prestatie-indicatoren productgroepen (incl. procesindicatoren) Streefwaarden Productgroep Omschrijving prestatie-indicator Bron Het aantal volgers via ons twitteraccount verhogen, boven de 4800 huidige volgers monitor Goede informatieverstrekking en communicatie zodat 85% van de Groningers zich voldoende monitor 79% 80% 85% geïnformeerd blijven voelen over datgene dat de provincie doet Meer dan 50% weet spontaan een onderwerp te noemen monitor 58% 65% 51% waar de provincie bij betrokken is Meer dan de helft van de inwoners is bekend met de provinciale monitor 49% 48% 51% informatiepagina in de huis-aan-huisbladen De leesbaarheid van de informatiepagina wordt door 80% van de monitor 84% 79% 80% lezers als goed gewaardeerd Provinciale bestuur en politiek onder de aandacht brengen bij minimaal 1500 jongeren uit Groningen d.m.v. van scholenbezoeken, monitor Op weg naar Het Lagerhuisdebat en het Nationale Jeugddebat Bestuur 233

234 Productgroe p Streefwaarden Bron Omschrijving prestatieindicator Aantal subsidieverleningen subsidieontvangers ten behoeve van >= 25 >= 25 >= 25 >= 25 het evenementenbeleid Aantal nieuwe initiatieven (niet eerder gesubsidieerd) ten behoeve van het evenementenbeleid Aantal bezoekers van gesubsidieerde evenementen subsidieontvangers >= 9 >= 9 >= 9 subsidieontvangers >= >= >= >= Goede spreiding subsidieontvangers van evenementen in >= 9 >= 9 >= 9 >= 9 stad Goede spreiding van evenementen ommeland subsidieontvangers >= 15 >= 15 >= 15 >= 15 Goede spreiding subsidieontvangers van evenementen in >= 1 >= 1 >= 1 >= 1 stad en ommeland 234 Bestuur

235 Actueel belangrijke onderwerpen Niet van toepassing Bestuur 235

236 Overige actuele ontwikkelingen en voornaamste reguliere activiteiten Communicatie (productgroep 1603) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Beleidscommunicatie: uitvoeren notitie Omgevingscommunicatie: - een communicatiefocus op de drie topthema's werk, energie en leefbaarheid; - een proactief persbeleid met aandacht voor regionale en landelijke media. bestuurlijke en communicatieve advisering GS. Publiekscommunicatie: provinciale informatiepagina; website. Jongerenparticipatie: Uitvoeren meerjarenplan jongerenparticipatie : - het informeren van jongeren over de provincie en het provinciaal beleid (communicatie/informatie); - het in dialoog zijn met jongeren (interactie); - het actief betrekken van jongeren bij de opstelling en uitvoering van provinciaal beleid (participatie). Beleidscommunicatie: Steeds meer Groningers (65%) weten een onderwerp te noemen waarmee de provincie zich bezighoudt. De helft van de ondervraagden noemt gaswinning als onderwerp, gevolgd door wegen/infrastructuur en windmolens/windpark N33. Op deze onderwerpen hebben we ook meerdere keren de landelijke media bereikt. De dossiers gaswinning, herindeling en windenergie hebben veel aandacht gevraagd in de advisering. Naast alle reguliere advisering op het gebied van werk, energie en leefbaarheid. Publiekscommunicatie: De informatiepagina is 11 keer verschenen. Groei zien we in het bereik van internet (van 22% vorig jaar) naar 31%. De website wordt zeer goed beoordeeld, 87% heeft de gezochte informatie goed kunnen vinden. We hebben de website dit jaar geschikt gemaakt voor ontvangst op smartphones en tablets. Jongerenparticipatie: Uitvoeren meerjarenplan jongerenparticipatie : - Ongeveer 200 jongeren hebben het provinciehuis bezocht. Er hebben ruim 50 jongeren deelgenomen aan het Provinciaal Jeugddebat en ongeveer 100 jongeren zijn via 'Op weg naar het Lagerhuis' geinformeerd over de Provincie Groningen. - De commissaris van de Koning heeft 2 gastlessen op een middelbare school verzorgd en 2 colleges bij de RuG. - Er zijn jongeren van het trendteam betrokken geweest bij de organisatie van EnergyChallenges. Tevens hebben 3 jongeren van het Trendteam deelgenomen aan een jongerenconferentie van Encore te München. 236 Bestuur

237 Promotie en relatiemanagement (productgroep 1604) Voornaamste reguliere activiteiten Resultaten/activiteiten in planjaar 2014 Relatiemanagement: aanschaf van relatiegeschenken; organiseren Nieuwjaarsontvangst; organiseren Noorderzondiner; organiseren relatievaardagen Voorwaarts Voorwaarts. Evenementen: ondersteunen van evenementen op het gebied van cultuur, sport, wetenschap/ economie en toerisme die passen in de bestaande infrastructuur van Groningen en die de sterke en/of aantrekkelijke kanten van de provincie benadrukken. (Het programma Budget Evenementen loopt van 2011 tot en met 2015.) Groningen Promotie: website met maandelijkse digitale nieuwsbrief, facebookaccount en twitteraccount; voortzetten campagne 'Er gaat niets boven Groningen'; organiseren netwerkbijeenkomsten Ambassadeurs van Groningen. Relatiemanagement: Er zijn dit jaar verschillende artikelen voor verschillende doelgroepen aangeschaft. Zo'n 300 relaties hebben de Nieuwjaarsontvangst bezocht. Tijdens Noorderzon hebben zo n 80 politieke relaties (inclusief het eigen college) het voor hen georganiseerde diner en een voorstelling bezocht. Verschillende groepen relaties waren aanwezig tijdens de vaardagen op het door ons gesponsorde schip de Voorwaarts Voorwaarts. Er werden diverse relaties mee genomen naar de thuiswedstrijden van FC Groningen. De deelnemers aan de Charity Run van de 4 Mijl werden voorafgaand op het provinciehuis ontvangen. Evenementen: Er hebben 26 evenementen een subsidie ontvangen uit het Budget Evenementen, waarvan 12 evenementen op het gebied van cultuur, 3 sportevenementen en 11 andere evenementen (toerisme/wetenschap of een combinatie van categorieën). Deze evenementen vonden in de stad (5), in het ommeland (19) en in beide (2) plaats en hebben in totaal bezoekers getrokken. Groningen Promotie De economiecampagne is voortgezet met nu ook een facebookpagina en een twitteraccount. Er zijn 2 netwerkbijeenkomsten georganiseerd voor de Ambassadeurs van Groningen. Er is gestart met een wervingscampagne voor nieuwe Ambassadeurs. Er is een bijdrage verleend aan de EBBA Awards. Er zijn incidentele bijdragen verleend aan o.a. de Groninger Ondernemersprijs, de Groninger Persprijs, een toeristische pop-up ambassade in Oldenburg, een Engelstalige toeristische gids Groningen in your pocket, een film over beeldend kunstenaar en Groningse Marte Röling en aan de HBO Talentenprijs Hanzehogeschool, met aandragen van een marketingcase over Groningen Promotie. Bestuur 237

238 Lasten/baten en analyse thema Communicatie Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten Kapitaallasten Communicatie Promotie en relatiemanagement Totaal lasten Communicatie Promotie en relatiemanagement Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten 0 Programmakosten Productgroep 1603 Communicatie - Het budget beleidsvoorlichting zit niet vast aan structurele projecten maar wordt gebruikt voor incidentele communicatie-activiteiten. Het ene jaar is dat meer dan het andere jaar Voor opkomstbevordering Statenverkiezingen is in 2014 en jaarlijks beschikbaar gesteld. Het merendeel van de kosten wordt in 2015 gemaakt. De middelen zijn daarom middels een overboekingsvoorstel overgeboekt naar Overige afwijkingen Productgroep 1604 Promotie en relatiemanagement - Binnen het meerjarenprogramma Evenementen wordt een totale reservering van meegenomen voor DelfSail 2016 en andere grote evenementen. Deze reservering is in de jaren 2011 tot en met 2014 gespaard. Daarnaast is een bedrag van gereserveerd voor de viering van de Bevrijding in De activiteiten vinden op zijn vroegst in 2015 plaats, daarom zijn de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Een aantal in 2014 verleende bijdragen uit het budget incidentele subsidies vindt in 2015 plaats. Het budget 2015 is al voor het grootste deel besteed, daarom zijn de resterende middelen 2014 ( ) overgeboekt naar Overige afwijkingen Bestuur

239 Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 1603 Communicatie Totaal afwijking baten Saldo afwijking lasten-baten Bestuur 239

240 240 Bestuur

241 10. Bedrijfsvoering 10.1 Bedrijfsvoering Het programma Bedrijfsvoering bestaat uit het thema Bedrijfsvoering. Op dit programma onderdeel worden onder andere de volgende zaken verantwoord: 1. voorzieningen ten behoeve van het huidig en voormalig personeel, zoals de werkgeversbijdrage aan de personeelsvereniging, de kosten van de jaarlijkse reünie voor oud-medewerkers, alsmede de kosten van de wachtgeld en non-activiteitsregeling. 2. de kosten en opbrengsten van de diensten die voor derden worden verricht, voorzover deze lasten en baten niet op een ander programma onderdeel zijn verantwoord. 3. de verhuur van onderdelen van het provinciehuis aan derden. 4. diverse baten en lasten, waaronder de afboekingen van schulden en vorderingen van voorgaande jaren. Voor de beleidsmatige verantwoording van het programma onderdeel Bedrijfsvoering wordt verwezen naar hoofdstuk 3 Bedrijfsvoering van deel 3 (Paragrafen). Bedrijfsvoering 241

242 Lasten/baten en analyse thema Bedrijfsvoering Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. Apparaatskosten Kapitaallasten LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur van gebouwen Diensten voor derden hoofdvaarwegen 1799 Diverse lasten en baten Totaal lasten Voorzieningen personeel Diensten voor derden Verhuur van gebouwen Diensten voor derden hoofdvaarwegen 1799 Diverse lasten en baten Totaal baten Totaal saldo lasten-baten Apparaatskosten Kapitaallasten -32 Programmakosten Productgroep 1602 Voorziening personeel - De middelen van de afwikkeling IZR zijn in overleg met het GO sinds ingezet om de gezondheid van de medewerkers te verbeteren. De restant middelen ad worden overgeboekt naar 2015 om de komende jaren te worden besteed. - Overige afwijkingen Productgroep 1701 Diensten voor derden - Vooruitlopend op de definitieve besluitvorming met betrekking tot de Economic Board is bij de Integrale Bijstelling 2014 voorgesteld om de aanloopkosten voor te financieren. In totaal gelijkelijk verdeeld over de jaren 2014 en De inschatting van het bedrag is te laag geweest. In 2014 is in totaal al besteed aan de Economic Board. Na afronding van het voortraject in 2015 zullen de kosten worden teruggevorderd van de Economic Board. De hogere kosten van 2014 zijn als vordering opgenomen. - Overige afwijkingen Bedrijfsvoering

243 Productgroep 1702 Verhuur van gebouwen - De verkoop van een drietal voormalige MURA-panden in 2014 heeft geresulteerd in een boekverlies van Productgroep 1703 Diensten voor derden hoofdvaarwegen - In 2014 is de provincie een overeenkomst met Rijkswaterstaat aangegaan met betrekking tot de onderhoud van de vaarweg Lemmer- Delfzijl. De door de provincie gemaakte kosten kunnen tot een maximum afgesproken bedrag in rekening worden gebracht bij Rijkswaterstaat. De werkelijke kosten zijn iets lager uitgevallen Productgroep 1799 Diverse lasten en baten - De afwikkeling van verplichtingen en kosten uit voorgaande jaren heeft geresulteerd in een voordeel van Overige afwijkingen Totaal afwijking programmakosten Totaal afwijking lasten BATEN Programmabaten Productgroep 1701 Diensten voor derden - Op de overige diensten voor derden is een voordeel van ontstaan. Dit heeft betrekking op het uitlenen van personeel aan en het verlenen van diensten voor derden. - Ten opzichte van de raming zijn de opbrengsten van de diensten voor de ODG hoger. Dit betreft met name de verleende diensten op het gebied van ICT. Daarnaast betreft het inzet van personeel en baten met betrekking tot de auto's voor de ODG. - Zoals ook al bij de lasten aangegeven zijn de kosten voor de Economic Board fors hoger dan waarmee in eerste instantie rekening werd gehouden. De kosten inclusief de inzet van personeel worden in 2015 doorbelast en zijn in 2014 als vordering opgenomen. - De baten met betrekking tot de commissie Bodemdaling zijn hoger dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat in de raming de vergoeding niet is gebaseerd op het uurtarief, maar op de werkelijke loonkosten. In het uurtarief zit ook een vergoeding voor de overhead, dit verklaart de hogere bate. - Overige afwijkingen Productgroep 1703 Diensten voor derden hoofdvaarwegen - Door het varend bedrijf voor de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl zijn meer uren gemaakt dan waarmee in de begroting rekening is gehouden. Dit heeft geresulteerd in een hogere bate van Rijkswaterstaat. - Voor de bediening hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl is de maximale vergoeding van Rijkswaterstaat opgenomen als bate. Dit op basis van de inzet In de raming is voor de inzet van de werkzaamheden een lagere bate opgenomen. - Overige afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Saldo afwijking Bedrijfsvoering 243

244 244 Bedrijfsvoering

245 11. Algemene middelen Inleiding Dit hoofdstuk van de geïntegreerde Programma- en Productenrekening 2014 bevat het overzicht algemene dekkingsmiddelen en bestaat uit de onderdelen: 1. Algemene dekkingsmiddelen: 1. Opcenten motorrijtuigenbelasting 2. Dividend 3. Saldo van de financieringsfunctie 4. Saldo overige algemene dekkingsmiddelen 5. Saldo mutaties reserves 2. Onvoorziene uitgaven Onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven. Onder deze tabel wordt een aantal onderdelen kort toegelicht. In de paragraaf Lokale heffingen (deel 3) gaan wij naast opcenten motorrijtuigenbelasting in op de diverse leges en overige heffingen. In deel 4. Jaarrekening geven wij een totaalbeeld van de baten en lasten en gaan wij nader in op de financiële positie. Tabel Algemene dekkingsmiddelen, overige heffingen en onvoorziene uitgaven Algemene dekkingsmiddelen en onvoorziene uitgaven (bedragen x 1.000) Omschrijving realisatie raming realisatie Opcenten motorrijtuigenbelasting Uitkering Provinciefonds Dividenden Saldo van de financieringsfunctie Saldo van het BTW-compensatiefonds Saldo overige dekkingsmiddelen Saldo mutatie reserves Saldo algemene dekkingsmiddelen (bedragen x 1.000) Omschrijving realisatie raming Realisatie Raming voor werkelijk onvoorziene uitgaven, na de Integrale Bijstelling 2013 (excl. stelposten) In het navolgende worden de genoemde onderdelen kort toegelicht. Algemene Middelen 245

246 11.1 Overzicht algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Provincies kunnen vervolgens zelf bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit willen benutten. Het verschil tussen het wettelijk toegestane aantal opcenten en het feitelijke aantal is de vrije belastingcapaciteit. Per 1 januari 2014 bedraagt het wettelijke maximum 109,1 opcenten. Dit is een stijging van 1,7% of wel 1,8 opcenten ten opzichte van In ons Collegeprogramma hebben wij aangegeven dat wij in deze collegeperiode de opbrengsten van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting (mrb) geïndexeerd op het huidige niveau willen houden. Wij hebben u voorgesteld om per 1 januari 2014 het tarief van 85,1 opcenten te indexeren met 1,75% tot 86,6 opcenten. Deze indexering sluit aan bij de geraamde ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) voor huishoudens in de voorjaarsraming van het Centraal Planbureau. Daarnaast is in het tarief voor 2014 de nacalculatie van de indexatie over 2013 meegenomen. De indexatie op basis van het CPI is voor 2013 uiteindelijk vastgesteld op 2,2%. Het verschil van 0,5% ten opzichte van onze raming bedraagt +0,5 opcenten. Het tarief 2014 is daarmee bij de begroting 2014 vastgesteld op 87,1 opcenten. Vorig jaar bezette de provincie Groningen een vierde plaats wanneer we interprovinciaal de hoogte van het opcententarief vergelijken. In 2014 bezetten we wederom de vierde plaats. Zie tabel 0.2. Het tarief is daarmee lager dan dat van onze buurprovincies Fryslân (94,1) en Drenthe (88,3). Tabel 2. Tarieven opcenten mrb in 12 provincies Provincie Groningen 77,2 77,8 79,1 79,1 83,0 83,8 85,1 87,1 Fryslân 67,3 78,8 80,4 81,7 83,0 84,9 90,3 94,1 Drenthe 78,6 79,7 81,0 82,3 83,6 85,1 86,5 88,3 Overijssel 75,3 76,8 78,5 78,5 78,5 79,2 79,9 79,9 Gelderland 80,5 81,4 82,7 82,7 82,7 83,5 85,0 87,1 Flevoland 64,0 67,4 71,6 75,7 76,6 76,6 76,6 76,6 Utrecht 71,7 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 72,6 Noord-Holland 63,4 63,9 67,9 67,9 67,9 67,9 67,9 67,9 Zuid-Holland 73,3 91,8 95,0 95,0 95,0 95,0 95,0 95,0 Zeeland 69,3 69,3 69,3 69,3 69,3 78,3 78,3 78,3 Noord-Brabant 71,6 71,6 71,6 71,6 71,6 72,9 74,2 75,8 Limburg 78,8 79,6 82,0 83,6 85,1 78,3 79,7 76,6 Gemiddeld tarief 72,6 75,9 77,6 78,3 79,1 79,8 80,6 81,3 Maximum tarief 105,0 107,9 111,9 116,7 119,4 105,0 107,3 109,1 Er is een relatie tussen de opcentenheffing en de algemene uitkering uit het Provinciefonds. De verdeling tussen de provincies van de totale omvang van het Provinciefonds is gebaseerd op verdeelmaatstaven waaronder de theoretische opbrengst voor de motorrijtuigenbelasting. In het verdeelmodel Provinciefonds wordt de opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting als negatieve inkomstenmaatstaf gehanteerd. Voor 2014 gaat het om de gerealiseerde opbrengst per opcent motorrijtuigenbelasting in Met deze maatstaf wordt beoogd de tussen de provincies bestaande verschillen in belastingcapaciteit te compenseren. Vanaf 2016 zal naar verwachting de werkelijke belastingcapaciteit in enig jaar als maatstaf in het provinciefonds worden gebruikt. Hiermee vervalt het vertragingseffect van twee jaren dat nu nog wordt gehanteerd voor deze maatstaf. In situaties waarin het totale provinciale belastinggebied groter van omvang wordt en/of waarin ons aandeel in het totale provinciale belastinggebied afneemt zal de compensatie via het Provinciefonds stijgen. En omgekeerd zal deze dalen. De opbrengst opcentenheffing motorrijtuigenbelasting 2014 is hoger uitgevallen dan we hadden geraamd voor Het resultaat is gebaseerd op gegevens die we medio januari van de 246 Algemene Middelen

247 belastingdienst hebben ontvangen. De ontwikkeling en samenstelling van het wagenpark is vrij stabiel. Het aandeel van zwaardere voertuigen neemt relatief gezien af en het aantal geschorste voertuigen is hoger dan geraamd. Doordat de inkomstenderving van zeer zuinige auto s abusievelijk dubbel was geraamd ontstaat een voordelige afwijking van ca Wij hebben In onze raming rekening gehouden met een stelpost voor oninbaarheid en vanwege de overgangsregeling voor oldtimers die op benzine rijden. Het is onbekend welk bedrag in 2014 oninbaar was en ook de mate waarop een beroep is gedaan op de overgangsregeling oldtimers is niet bekend. Het lijkt aannemelijk dat zowel het oninbare bedrag als het beroep op deze overgangsregeling beperkter is dan wij hadden voorzien. Algemene uitkering uit het Provinciefonds Decembercirculaire Er is een bedrag ontvangen voor de decentralisatie-uitkering Green Deal van Wij stellen voor deze middelen te betrekken bij de bestemming van het resultaat en over te hevelen naar Ten opzichte van de septembercirculaire 2014 zijn de maatstaven 'lengte provinciale wegen' en het 'aantal banen' geactualiseerd. Dit leidt tot een beperkt nadeel ten laste van de algemene middelen. Dividend De provincie Groningen neemt per 31 december 2014 deel (voor onderstaande bedragen) in het aandelenkapitaal van: Groningen Airport Eelde N.V N.V. Waterbedrijf Groningen " N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) " N.V. NOM " Blauwe Stad B.V. " Oikocredit Nederland " 10 Enexis Holding B.V. " Verkoop Vennootschap B.V. " Vordering Enexis B.V. " Extra Zekerheid Vennootschap B.V. " Claim Staat Vennootschap B.V. " Het reguliere dividend van de aandelen Enexis en de aandelen BNG komt voor 2014 uit op respectievelijk Van de N.V. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) is geen dividend ontvangen. Het dividend Enexis is als bate verantwoord bij het programma Ondernemend Groningen, thema Bedrijvigheid. Voor ons (inmiddels verkochte) belang in Attero hebben wij een dividend ontvangen van Saldo financieringsfunctie (rente) Hier komt tot uitdrukking het saldo van rentelasten en -baten in verband met de financiering van de provinciale uitgaven. Daarbij is rekening gehouden met administratieve boekingen vanwege een berekend financieringstekort en de opbrengst wegens bespaarde rente. Saldo van het BTW-compensatiefonds Uiteindelijk is er in 2014 een vrijval van btw met betrekking tot doeluitkeringen, gemeenschappelijke regelingen en overige posten opgetreden van Dat is minder dan is geraamd tot en met de Integrale Bijstelling In de rekening zijn deze inkomsten verantwoord bij productgroep Saldo overige dekkingsmiddelen Het saldo van de overige dekkingsmiddelen bestaat uit de post voor onvoorziene uitgaven, stelposten en onverdeelde apparaatskosten. In totaal is hiervoor in de raming opgenomen. Voor onvoorziene uitgaven en diverse stelposten is een bedrag van beschikbaar. Van de middelen voor onvoorziene uitgaven is gereserveerd voor de Commissie Van Zijl. De resterende middelen voor onvoorziene uitgaven ( ) vallen vrij. Daarnaast valt het bedrag op de stelpost Oostrand Zuidhorn van vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Na de Integrale Bijstelling 2014 resteerde nog een bedrag aan onverdeelde apparaatskosten van 2,55 miljoen. Dat bedrag bestaat uit de stelpost cao-ruimte (circa 2,39 miljoen) en een stelpost van voor het dossier gaswinning (spoor 4). Met het bereiken van een cao-akkoord is de stelpost Algemene Middelen 247

248 voor een deel aangewend voor de eenmalige cao-betaling van 450 per medewerker. Het restant op de ze stelpost is vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat. De stelpost voor het dossier gaswinning (spoor 4) is aan het saldo apparaatskosten toegevoegd. Saldo mutaties reserves In 2014 hebben zich verschillende toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves voorgedaan. In paragraaf 3.2 van Deel 4 Jaarrekening 2014 wordt hier verder op ingegaan. 248 Algemene Middelen

249 11.2 Onvoorziene uitgaven In de begroting dient een budget te worden opgenomen ten behoeve van onvoorziene uitgaven. De hoogte van deze reservering kan de provincie zelf vaststellen. Door middel van adequate kredietbewaking tracht de provincie het aantal onvoorziene tegenvallers zoveel mogelijk te beperken en hierdoor het beroep op onvoorzien zoveel mogelijk te minimaliseren. In totaal is de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven ad in 2014 voor een belangrijk deel bestemd. In Integrale Bijstelling 2014 is toegevoegd aan de begrotingsruimte Daarna is er van het restant van een gereserveerd voor de Commissie Van Zijl voor onderzoek naar kansen voor de werkgelegenheid in Oost-Groningen. Het restant van kan nu vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat Als onderdeel van de aanvullende bezuinigingen in het kader van de Voorjaarsnota 2013 is besloten de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven met ingang van 2014 te verlagen tot per jaar. Algemene Middelen 249

250 Lasten/baten en analyse thema Algemene dekkingsmiddelen Toelichting afwijking realisatie ten opzichte van de bijgestelde raming In dit onderdeel worden de verschillen groter dan tussen de raming en realisatie van de directe lasten en baten per programma nader toegelicht. De afwijkingen in apparaatskosten en kapitaallasten worden toegelicht in Deel 4. rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Apparaatskosten 0 Kapitaallasten Financieringsmiddelen Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar Provinciefonds Eigen Middelen Deelnemingen Onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves Totaal lasten Financieringsmiddelen Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar Provinciefonds Eigen Middelen Deelnemingen Onvoorzien Saldo van kostenplaatsen Mutaties reserves Totaal baten Totaal saldo lasten-baten LASTEN Apparaatskosten 0 Kapitaallasten Programmakosten Productgroep 0010 Financieringsmiddelen - Als gevolg van de afwikkeling van de claim Landsbanki met de derde partijen is ten opzichte van de raming een voordeel ontstaan. Dit betreft met name een correctie van de aan de derde partijen betaalde rente. Zie ook productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar met betrekking tot de afboeking van het openstaande deel van de lening. - De berekende rente met betrekking tot het deel van de vaste activa dat is gefinancierd met kort geld is lager. Dit wordt met name veroorzaakt door een lagere rentepercentage dan waarmee in de Integrale Bijstelling is gerekend Algemene Middelen

251 - Aan de nog niet bestede rijksmiddelen voor het Regio Specifiek Pakket (RSP) wordt rente toegevoegd. Ten opzichte van de raming is het saldo waarover rente wordt berekend hoger. Daarnaast wijkt het rentepercentage ten opzichte van de Integrale Bijstelling af. Dit resulteert in een afwijking. - Aan de ontvangen middelen van het Rijk voor de projecten vaarweg Lemmer-Delfzijl wordt conform afspraak met het Rijk rente aan toegevoegd. Op basis van de werkelijke stand blijkt ten opzichte van de raming dat er minder is besteed waardoor er een nadeel is ontstaan op de toe te rekenen rente. - Overige afwijkingen Productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar - Als gevolg van de afwikkeling van de claim Landsbanki is het nog openstaande deel van de lening bij dit onderdeel afgeboekt. Zie ook productgroep 0010 Financieringsmiddelen met betrekking tot de correctie derde partijen. - Overige afwijkingen Productgroep 0500 Onvoorzien - Het bedrag voor onvoorziene bedragen is bij de Integrale Bijstelling verlaagd tot Van het restant is gereserveerd voor de Commissie van Zijl. De lasten met betrekking tot de commissie zijn verantwoord bij het thema bedrijvigheid. Het restant van valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat. - Overige afwijkingen Productgroep 0600 Saldo van kostenplaatsen - Na de verwerking van de Integrale Bijstelling 2014 resteert een saldo van aan onverdeelde apparaatskosten. Dit heeft voor een bedrag van betrekking op stelpost cao-ruimte en betreft de stelpost dossier gaswinning. - Met het bereiken van een cao-akkoord is de stelpost aangewend voor de eenmalige cao-betaling van 450 per medewerker. De kosten in totaal maken onderdeel uit van de totale apparaatskosten. Daarnaast wordt een bedrag van met betrekking tot de capaciteitskredieten overgeboekt naar Per saldo resteert een bedrag van Dit bedrag valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat De middelen voor het dossier gaswinning zijn bij de afsluiting van het boekjaar meegenomen bij het saldo van de apparaatskosten Overige afwijkingen -240 Productgroep 0800 Mutaties reserves - Zie aparte analyse reserves Totaal afwijking programmakosten Totale afwijking lasten Algemene Middelen 251

252 BATEN Programmabaten Productgroep 0010 Financieringsmiddelen - Binnen de productgroep zijn op diverse producten grote afwijkingen ontstaan als gevolg van de invoering van het verplicht schatkistbankieren in Per saldo een nadeel op de kort uit gezette middelen van Zie voor een toelichting de paragraaf Financiering. - De renteopbrengsten nazorggelden stortplaatsen van de kort uitgezette middelen zijn hoger dan geraamd omdat er meer kort is uitgezet. Dit leidt bij de lang uitgezette middelen tot een lagere opbrengst dan geraamd. Zie productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar. - De rente met betrekking tot de Blauwestad is lager dan opgenomen in de bijgestelde raming. Het gemiddeld saldo waarover de rente is berekend, is mede door de afboeking op de Blauwestad lager dan geraamd. - Overige afwijkingen -578 Productgroep 0110 Geldleningen langer of gelijk aan 1 jaar - Op de lang uitgezette middelen is ten opzichte van de raming een lagere rentebate gerealiseerd. Zie voor een toelichting de Financieringsparagraaf. - De renteopbrengsten nazorggelden stortplaatsen van de lang uitgezette middelen zijn lager dan geraamd omdat er minder lang is uitgezet. Dit leidt bij de kort uitgezette middelen tot een hogere opbrengst dan geraamd. Zie productgroep 0010 Financieringsmiddelen Productgroep 0200 Provinciefonds - Naar aanleiding van de decembercirculaire hebben wij eind 2014 een bedrag van ontvangen voor het financieel ondersteunen van projecten voor onderwijsontwikkeling en onderzoek in het kader van de Energy Academy Europe (Green Deal). Deze middelen kunnen niet meer worden besteed in 2014 en vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Bij de bestemming van het resultaat stellen wij voor deze middelen over te hevelen naar In 2014 is een bedrag van aan vrijval btw geboekt. In de raming is een stelpost verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de btw-component in de uitgaven van opgenomen. Zie productgroep 0500 Onvoorzien. Beide posten moeten met elkaar worden verrekend. Per saldo een nadeel van Overige. 41 Productgroep 0310 Eigen middelen - De opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting is ten opzichte van de raming hoger uitgevallen. In de raming is de inkomstenderving van zeer zuinige auto's dubbel meegenomen. Daarnaast is een stelpost voor oninbaarheid en vanwege de overgangsregeling voor oldtimers die op benzine rijden in de raming opgenomen. Het lijkt aannemelijk dat zowel het oninbare bedrag als het beroep op de overgangsregeling beperkter is dan wij hadden voorzien. De exacte bedragen zijn niet bekend. Productgroep 0500 Onvoorzien - Dit betreft de bij productgroep 0200 Provinciefonds genoemde stelpost verwacht achterblijven van de provinciale uitgaven in verband met de btw-component in de uitgaven Algemene Middelen

253 Overige afwijkingen 3 Productgroep 0800 Mutaties reserves - Zie aparte analyse reserves Totaal afwijking programmabaten Totaal afwijking baten Saldo afwijking Mutaties reserves STORTINGEN Algemene reserve - Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat Zie ook onttrekkingen Reserve ESFI - De voeding van de reserve ESFI is gebaseerd op de rendementen van de middelen verkregen uit de verkoop van de aandelen Essent. In de Integrale Bijstelling 2014 is een te hoge dividend opbrengst meegenomen, waardoor een te hoge voeding van de reserve is begroot. - Overige afwijkingen -637 Reserve Grondwaterheffing - Op basis van de afsluiting van de lasten en baten met betrekking tot de grondwaterheffing is per saldo meer aan de reserve toegevoegd. Deels door hogere baten en deels door lagere lasten. Reserve Beheer wegen en kanalen - Het positieve resultaat op de uitvoering van het meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur en de werkzaamheden voor Rijkswaterstaat met betrekking tot de hoofdvaarweg Lemmer - Delfzijl is toegevoegd aan de reserve. De middelen blijven op deze wijze beschikbaar voor de uitvoering van het meerjarenprogramma. Reserve AKP-budgetten - Het positieve resultaat op de AKP-budgetten ad is toegevoegd aan de reserve. De afrekenperiode van de AKP is op basis van een voorstel in de Voorjaarsnota 2014 verlengd tot en met Reserve Bodemsanering - De middelen voor ISV-3 bodem worden via het provinciefonds uitgekeerd. De niet bestede middelen zijn in de lijn van de afgelopen jaren toegevoegd aan de reserve Bodemsanering. Op deze manier blijven de middelen beschikbaar voor het meerjarenprogramma Algemene Middelen 253

254 Reserve Afkoopsommen wegen en kanalen - Vanuit de reserve Beheer wegen en kanalen is een bedrag van overgeboekt naar deze reserve. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen. In 2014 was het resultaat dermate positief dat het gehele bedrag in één keer kon worden overgeboekt. Reserve Provinciale meefinanciering - Het jaarbudget 2014 voor provinciale meefinanciering is in zijn geheel toegevoegd aan de reserve. De gemaakte kosten in 2014 zijn conform de verwerking in de raming onttrokken aan de reserve Provinciale meefinanciering. Zie ook toelichting onttrekkingen. Reserve Programma Landelijk Gebied - De geraamde middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het Programma Landelijk Gebied zijn voor een deel nog niet betaald. De middelen moeten beschikbaar blijven voor de toekomstige afwikkeling en zijn derhalve teruggestort in de reserve. Zie ook toelichting onttrekkingen. Reserve Leefbaarheid - De niet bestede middelen voor Krimp vanuit decentralisatieuitkering ISV3 en de provinciale middelen zijn toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. - De middelen voor SDV, ISV1 en ISV2 zijn in 2014 van de balanspost vooruitontvangen bedragen van het rijk ten gunste van de exploitatie geboekt. Er is geen verantwoordingsplicht meer richting het Rijk. Voor zover er nog verplichtingen op deze middelen drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit is in lijn met ISV3. - Als gevolg van de administratieve correctie van de verwerking van de ISV3-middelen voor het provinciaal fonds particuliere woningverbetering is er teruggestort in de reserve Leefbaarheid. In 2012 is het bedrag ten laste van ISV3- middelen gebracht. Zie ook toelichting bij het thema Wonen en leefbaarheid Reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep - De kosten van het project Bediening op afstand wordt voorgefinancierd uit de reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep. Door besparing op de formatie wordt de voorfinanciering van het project weer terugverdiend. In 2014 is een deel gerealiseerd en teruggestort in de reserve. - Overige afwijkingen 117 Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen Algemene Middelen

255 Reserve Overboeking kredieten - Op basis van de beleidslijn met betrekking tot de overboeking van kredieten is in 2014 een bedrag van toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Reserve Programma Landelijk Gebied 2 - De niet bestede middelen van het Programma Landelijk Gebied 2 zijn toegevoegd aan de reserve. Op deze wijze blijven de middelen beschikbaar voor de verdere uitvoering van het programma. Zie ook toelichting onttrekkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking stortingen ONTTREKKINGEN Algemene reserve - Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat Zie ook stortingen Reserve ESFI - Voor de dekking van de kosten voor diverse investeringsprojecten wegen en waterwegen zijn middelen gereserveerd in de reserve ESFI. In de integrale Bijstelling 2014 is de inzet van de middelen uit de reserve geactualiseerd. In totaal is opgenomen als verwachte dekking voor Op basis van de werkelijke kosten is aan de reserve onttrokken. Dit veroorzaakt een afwijking van Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog. De werkelijke bestedingen zijn onttrokken aan de reserve. Ten opzichte van de raming leidt dit tot een afwijking. - Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het actieprogramma WEL. De geraamde middelen voor 2014 zijn niet besteed en derhalve niet onttrokken aan de reserve. - Jaarlijks wordt ten laste van de reserve een bedrag van opgenomen voor reservering ringwegen. Deze middelen zijn binnen de reserve gelabeld voor de reconstructie van de ringwegen. Projecten die op dit moment in uitvoering en deels worden gedekt door deze middelen zijn verantwoord via de post kosten voor diverse investeringen wegen en waterwegen. Binnen de reserve worden de kosten op de juiste onderdelen verantwoord. - Voor recreatieve vaarverbindingen is het jaarbudget van vanuit de reserve ESFI opgenomen in de raming. De werkelijke kosten voor 2014 zijn , waardoor er minder is onttrokken. - Voor investeringen in de Culturele Infrastructuur Groningen (CIG) is in uitbetaald aan de projectuitvoerders. Dit bedrag is onttrokken aan de reserve. - Ter dekking van de kosten van flankerend beleid waterbergingen is een bedrag onttrokken aan de reserve. - Overige afwijkingen Algemene Middelen 255

256 Reserve Stimulering zorg - De afwikkeling van verplichtingen uit de reserve Stimuleringsfonds zorg zijn lager dan verwacht. De resterende middelen blijven beschikbaar voor de afwikkeling in 2015 en volgende jaren. Reserve Huisvesting en inrichting - Ter dekking van een deel van de kosten van de aan basisrenovatie+ gerelateerde werkzaamheden is een bedrag van onttrokken aan de reserve. - In de Voorjaarsnota is aangegeven dat het vrij besteedbare deel van de reserve kan vrijvallen ter dekking van het meerjarenonderhoudsplan provinciehuis. Daarnaast resteert er nog een deel voor de afwikkeling van nog lopende verplichtingen. Bij de verwerking hiervan bij de Integrale Bijstelling zijn beide bedragen abusievelijk omgewisseld. In de rekening is het juiste bedrag aan vrijval verantwoord. Reserve Automatisering - Voor de uitvoering van de IP-plannen (informatievoorziening) is bij de Integrale Bijstelling een bedrag toegevoegd aan de raming vanuit de reserve Automatisering. Aangezien de uitvoering van de projecten doorloopt in 2015, is er minder onttrokken aan de reserve Automatisering. Reserve Beheer wegen en kanalen - Als gevolg van het positieve resultaat 2014 is een bedrag van vanuit deze reserve overgeboekt naar de reserve Afkoopsom wegen en kanalen. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen. Reserve Cofinanciering Kompas - De afwikkeling van verplichtingen uit de reserve Cofinanciering Kompas zijn lager dan verwacht. De resterende middelen blijven beschikbaar voor de afwikkeling in 2015 en volgende jaren. Reserve Bodemsanering - De kosten voor de uitvoering van het programma voor bodemsanering zijn hoger dan de middelen die in 2014 beschikbaar zijn gesteld via het provinciefonds. In de reserve zijn nog middelen uit voorgaande jaren beschikbaar om deze kosten te dekken. Reserve Provinciale Meefinanciering - Bij de Integrale Bijstelling 2014 werd verwacht dat een bedrag van zou worden besteed voor provinciale meefinanciering en IAG 2 en 3. De werkelijke besteding is fors lager omdat er toch minder is opgevraagd door de uitvoerders van projecten. In 2014 is in totaal besteed Algemene Middelen

257 Reserve Programma Landelijk Gebied - De middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het programma landelijk gebied zijn voor een aantal onderdelen te laag geraamd. Op basis van de werkelijke betalingen heeft een hogere onttrekking aan de reserve plaatsgevonden Reserve Regiospecifiek pakket - Ten opzichte van de bijgestelde raming blijven de kosten voor de projecten achter. Dit wordt met name veroorzaakt bij het onderdeel REP. De verwachte bijdrage voor het Groninger Forum is niet opgevraagd (aandeel vanuit de reserve ). - Overige afwijkingen Reserve Leefbaarheid - Voor het onderdeel krimp is een bedrag van in de raming opgenomen als onttrekking aan de reserve Leefbaarheid. Op basis van de werkelijke kosten voor krimp is een bedrag van Per saldo een hogere onttrekking aan de reserve van Ter dekking van de kosten van ISV3-wonen is een bedrag van onttrokken aan de reserve Leefbaarheid. In de raming was rekening gehouden met Er is dus minder uit de reserve gehaald. Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid - Van de begrote middelen voor de uitvoering van het actieprogramma ten laste van de reserve is een deel niet besteed in 2014.Dit heeft geresulteerd in een lagere onttrekking. De middelen blijven beschikbaar voor de uitvoering in de komende jaren Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking onttrekkingen Algemene Middelen 257

258 258 Algemene Middelen

259 Deel 3 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Paragrafen

260 260

261 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 1.1. Inleiding Volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 zijn de provincies verplicht aan de Begroting en Rekening een paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing toe te voegen. Naast deze verplichting wordt deze paragraaf ook opgenomen in de jaarlijkse Integrale Bijstelling. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing dient ten minste de volgende onderwerpen te bevatten: a. een inventarisatie van de risico s c.q. het minimaal benodigde weerstandsvermogen; b. een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; c. het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's. Het minimaal benodigde weerstandsvermogen is afhankelijk van het risicoprofiel. De risico s die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn niet op een andere manier te ondervangen. Onder risico's verstaan de voorschriften: alle voorzienbare risico's waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Bij het bepalen van de verwachte impact van risico's moet onderscheid gemaakt worden tussen risico's met incidentele gevolgen en risico's met structurele gevolgen. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om de risico's (niet begrote kosten die onverwachts optreden) op te vangen. De weerstandscapaciteit wordt gedefinieerd als het totaal van de vrije ruimte in de algemene reserve, de vrij aan te wenden bestemmingsreserves, de onbenutte belastingcapaciteit, het gereserveerde bedrag voor onvoorziene uitgaven en de verwachte begrotingsruimte. Onderscheid wordt gemaakt in incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Met incidenteel wordt bedoeld het vermogen om eenmalige financiële tegenvallers op te vangen zonder dat reguliere taken in gevaar komen. De structurele weerstandscapaciteit betreft middelen die permanent ingezet kunnen worden om structurele risico's in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de reguliere taken. 1.2 Weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit Door EY is onderzoek naar het minimaal benodigde weerstandsvermogen gedaan. Hierbij is ook gekeken naar de systematiek die het beste kan worden gehanteerd. Dit onderzoek en de kadernota risicomanagement zijn op 18 februari 2015 vastgesteld door uw Staten (voordracht 68/2014). Minimaal benodigde weerstandsvermogen In onderstaande tabel zijn de verschillen samengevat weergegeven tussen de uitkomsten van het onderzoek dat in het najaar van 2014 door EY is uitgevoerd en de Programmarekening Het betreft de inschatting van het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen en de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit. De verschillen tussen beide zijn daarna toegelicht. Benodigd weerstandsvermogen versus beschikbare weerstandscapaciteit Onderzoek EY najaar 2014 Programmarekening 2014 Minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen 22,0 miljoen 22,2 miljoen Incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit 22,0 miljoen 23,1 miljoen Verschil 0,0 miljoen 0,9 miljoen In onze voordracht ter vaststelling van de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit voor het opvangen van incidentele risico s (nr. 68/2014), hebben wij aangegeven dat de risico s inzake Blauwestad in het onderzoek van onze accountant EY buiten beschouwing zijn gelaten. Bij het bepalen van het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen in het kader van deze jaarrekening 2014 hebben wij (wel) aandacht besteed aan de risico s Blauwestad. Wij zijn van mening dat deze risico s adequaat zijn opgenomen in de actualisatie van de GREX 2015 ten behoeve van de waardering van het activum Blauwestad. Deze actualisatie gaf aanleiding tot het afboeken van het activum Blauwestad voor een bedrag van 11,5 miljoen. Periodiek wordt een expert opinion naar de GREX (grondexploitatie) uitgevoerd. Op basis van de conclusies van dit onderzoek naar de GREX 2015, de geactualiseerde GREX 2015 en de bijbehorende gevoeligheidsanalyse schatten wij in dat voor Blauwestad de kans op positieve effecten groter is dan negatieve effecten. Hierbij merken Weerstandsvermogen en risicobeheersing 261

262 wij op dat de wereld weerbarstig en continu aan verandering onderhevig is, met de GREX hebben wij een instrument in handen om veranderingen en risico s te monitoren. Wij zien nu geen aanleiding om middelen te reserveren voor nieuwe risico s activum Blauwestad. Het is duidelijk geworden dat het onder de huidige omstandigheden niet mogelijk is om de activiteiten van het Seaports Experience Centre (SXC) ongewijzigd te continueren. Wanneer het SXC gestopt zou worden moet een ontvangen subsidie worden terugbetaald. Daarom is ervoor gekozen om de activiteiten van het SXC voort te zetten bij verschillende partners van het SXC. Het bedrag van de ontvangen subsidie is Wij schatten het risico dat wij niet aan de voorwaarden voldoen laag (25%) in. Hierdoor resulteert een (nieuw) eenmalig risico van Wij houden binnen het weerstandsvermogen rekening met eventuele nadelen doordat wij borg staan voor geldleningen van zorgverleners. De omvang van deze leningen is in 2014 met 0,4 miljoen gedaald tot 2,1 miljoen. Met een lage inschatting (25%) van het risico betekent dit een afname van het benodigde weerstandsvermogen met 0,1 miljoen. Het algemeen geformuleerde risico 'overige leningen/participaties publieke taak' (10) is in risico Investeringsfonds Groningen (13) verbijzonderd. Het algemeen geformuleerde risico zal met het per geval opnemen van risico's vervallen. De beleidslijn kadernota risicomanagement is aangevuld met criteria voor opname in de paragraaf weerstandsvermogen (zie 1.3). Aan de Kredietunie Groningen is een lening verstrekt van maximaal 1 miljoen. Deze lening voldoet aan de uitgebreide beleidslijn. Voor het risico Kredietunie Groningen is een bedrag van opgenomen. Incidentele risico's Voor de nu geïnventariseerde incidentele risico s bedraagt het minimaal benodigde weerstandsvermogen afgerond 22,2 miljoen. In het onderzoek dat eind 2014 is uitgevoerd was het minimaal benodigde weerstandsvermogen bepaald op 22,0 miljoen. Het totale risico is dus nagenoeg gelijk gebleven. De samenstelling van dit risicobedrag is zoals hiervoor aangegeven wel veranderd. Structurele risico's Naast de incidentele risico's zijn ook structurele risico's geïnventariseerd voor 1,0 miljoen. Hiervoor kan de onbenutte belastingcapaciteit worden ingezet. Deze structurele risico s betreffen met name de effecten van rijksontwikkelingen en bezuinigingen. Beschikbare weerstandscapaciteit Incidenteel De beschikbare incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit het saldo van de vrije ruimte in de algemene reserve ( 23,1 miljoen) welke is gelabeld ten behoeve van de paragraaf weerstandsvermogen. De toename van de incidentele weerstandscapaciteit ( 1 miljoen) in de algemene reserve vloeit voort uit afspraken rondom het Investeringsfonds Groningen BV. Er wordt namelijk vanuit het budget provinciale meefinanciering geleidelijk een buffer van 10 miljoen gevormd voor risico's van het Investeringsfonds Groningen BV en Economic Board. In 2014 is de algemene reserve hiervoor samen met 1 miljoen verhoogd. Alhoewel deze voeding/dekking wordt betrokken in de totale weerstandscapaciteit zijn deze middelen specifiek geoormerkt voor dit specifieke risico. Binnen de bestemmingsreserves voorzien we geen vrije ruimte die betrokken kan worden bij de beschikbare weerstandscapaciteit. Daarnaast is de beschikbare weerstandscapaciteit met 0,1 miljoen toegenomen door diverse vrijval van reserveringen binnen de algemene reserve. Structureel De structurele weerstandscapaciteit bestaat voornamelijk uit de mogelijkheid om de opcenten motorrijtuigenbelasting te verhogen (onbenutte belastingcapaciteit), alsmede de post onvoorzien en de structurele vrije begrotingsruimte. De definitie van onbenutte belastingcapaciteit is het maximale bedrag aan opcenten motorrijtuigenbelasting dat geheven had kunnen worden gedurende een boekjaar, verminderd met de werkelijk in dat boekjaar geïnde opcenten motorrijtuigenbelasting. De onbenutte belastingcapaciteit van de provincie Groningen bedraagt dan 12,9 miljoen. Het is overigens een politieke afweging in hoeverre deze onbenutte belastingcapaciteit daadwerkelijk (direct) kan worden gerealiseerd. In de meerjarenbegroting (behorend bij de begroting 2015) is tevens een structureel bedrag van 0,5 miljoen opgenomen voor onvoorzien. In totaliteit bedraagt de structurele weerstandscapaciteit dan 13,4 miljoen. 262 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

263 In de meerjarenbegroting tot is 2018 nog vrije begrotingsruimte beschikbaar. Omdat er geen sprake is van structureel beschikbare vrije begrotingsruimte, is deze niet meegenomen in de berekening van de beschikbare structurele weerstandscapaciteit. Oordeel omvang benodigde weerstandscapaciteit Het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen bedraagt afgerond 22,2 miljoen. De incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit binnen de reserves bedraagt afgerond 22,1 miljoen. Het verschil tussen benodigd en beschikbaar bedraagt 0,1 miljoen negatief. Daarnaast is er afzonderlijk 1 miljoen beschikbaar voor het risico van het Investeringsfonds Groningen en Economic Board. Het Investeringsfonds Groningen is nog niet operationeel en derhalve nog niet opgenomen in de risicoinschatting. Gelet op het feit dat de afwijking minder is dan 10% van de beschikbare weerstandscapaciteit kan conform de vastgestelde beleidslijn de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit (excl. de buffer van het Investeringsfonds Groningen) binnen de algemene reserve worden gehandhaafd op 22,1 miljoen Beleidslijn en ontwikkelingen Het risicobewustzijn en de risicohouding van de provincie is in de afgelopen jaren sterk verbeterd. Deze verbetering hebben wij vertaald naar de door ons gehanteerde beleidslijn ten aanzien van het weerstandsvermogen. Onze beleidslijn is afgeleid van de kadernota risicomanagement en is als volgt: I. Ten aanzien van risico's wordt een afgewogen beleidskeuze gemaakt Bij het nemen van belangrijke beslissingen wordt vooraf in kaart gebracht welke financiële risico's kunnen spelen welke het behalen van de doelen van de provincie bedreigen. De provincie Groningen probeert vervolgens actief deze risico's te voorkomen en/of te beheersen, onder meer door het verleggen van deze risico's naar partners of door het maken van beleidskeuzes en hiermee het risico te voorkomen. Mocht de provincie ervoor kiezen een risico niet te vermijden door het maken van een beleidskeuze (bijvoorbeeld een risico als gevolg van expliciete politieke besluitvorming omtrent deelname aan een project), dient dit risico wel mee te lopen in het risicomanagementproces. II. III. Risico's worden in eerste instantie gedekt uit reguliere programma-/projectbudgetten Risico's worden in eerste instantie gedekt uit reguliere prgramma-/projectbudgetten. Deze beleidslijn geldt dus eveneens voor de (infrastructurele) projecten. Bij grote infrastructurele projecten kan sprake zijn van risico's die de financiële continuïteit van de provincie gevaar kunnen brengen. Het is derhalve van belang dat de verantwoordelijkheid van de provincie voor eventuele tegenvallers/kostenoverschrijdingen worden begrensd tot een bepaald plafond. Dat plafond kan bijvoorbeeld een percentage van het aandeel van de provincie in de overschrijding van de oorspronkelijke bouwkosten tot een nader te bepalen absoluut maximum zijn. Dergelijke financiële risico's dienen per project te worden beoordeeld op basis waarvan het aandeel van de provincie in de risico's worden begrensd tot een bepaald plafond. Alleen in het geval de risico's niet kunnen worden gedekt uit de investeringsprogramma's wordt een project meegenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Alleen risico's die niet kunnen worden opgevangen door het maken van een afgewogen beleidskeuzeof welke niet binnen het reguliere programma-/projectbudget kunnen worden opgevangen worden meegenomen in de paragraaf weerstandsvermogen Alleen in het geval de risico's niet gedekt kunnen worden uit het programma- en/of projectbudget, worden de risico's meegenomen in de berekening van het benodigde weerstandsvermogen. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt in de volgende categorieën: I. Risico's als gevolg van expliciete politieke besluitvorming rondom deelname aan projecten. II. Risico's die in beginsel uit de programma's of projecten gedekt moeten worden, maar waarbij de bedragen dermate omvangrijk kunnen zijn dat de programma's of projecten dit niet altijd kunnen dragen. III. Risico's die in beginsel uit de programma's of projecten gedekt moeten worden, maar waarbij het maken van beleidskeuzes geen optie is. Het weerstandsvermogen mag alleen worden aangesproken indien een risico zich ondanks de inspanningen op het gebied van risicomanagement voordoet en de negatieve financiële effecten niet gedekt kunnen worden uit de reguliere programmabudgetten. Dit betekent dat de risico's die in principe gedekt kunnen worden uit de reguliere programmabudgetten niet worden Weerstandsvermogen en risicobeheersing 263

264 meegenomen in de risico-inventarisatie ten behoeve van de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. IV. Beoordelen toereikendheid weerstandsvermogen Indien uit de beoordeling van het weerstandsvermogen blijkt dat de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit minder dan het benodigde weerstandsvermogen op basis van de risicoinventarisatie bedraagt, vindt aanvulling plaats indien de afwijking groter is dan 10%. Gebleken is dat de beleidslijn risicomanagement onvoldoende voorziet in criteria voor opname in de paragraaf weerstandsvermogen bij leningen en participaties in het kader van de publieke taak. We stellen voor de beleidslijn als volgt aan te vullen: V Een voorstel tot het verstrekken van een lening of het deelnemen in een participatie wordt in de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen als: 1) Ons college een principebesluit hierover heeft genomen én 2) Het principe besluit ter consultatie is behandeld in uw Staten, én 3) De organisatie die de middelen ontvangt operationeel is (als de organisatie nog niet operationeel is wordt het risico benoemd maar nog niet gekwantificeerd) Risicoprofiel Het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen is afhankelijk van het risicoprofiel. Voor het bepalen van het risicoprofiel hebben wij de risico s geïnventariseerd. De risico s zijn in onderstaande tabel opgenomen: Overzicht geïdentificeerde risico's Totaal impact incidentele risico's 15,7 miljoen Totaal impact structurele risico's 1,0 miljoen Risico Omschrijving Waarde Kans Impact Incidentele risico's in miljoen in miljoen 1 Gewaarborgde geldleningen/garanties 2,1 25% 0,53 2 Achtergestelde lening OZG 3,8 12,5% 0,48 3 Claims 5,0 50% 2,50 4 Generieke risico's subsidies 15 5% 0,75 5 Borgstelling GR Havenschap Groningen Seaports 174 2,5% 4,35 6 Handhaving vergunningen 4 25% 1,00 7 Blauwestad zie Projecten algemeen 10,0 50% 5,00 9 Effecten Rijksontwikkelingen en bezuinigingen 4,0 25% 1,00 10 Overige leningen/participaties publieke taak Zie Seaports Experience Centre (SXC) 0,4 25% 0,09 12 Kredietunie Groningen 1,0 12,5% 0,13 13 Investeringsfonds Groningen B.V. Zie Economic Board Zie 1.5 Totaal incidentele risico's 15,83 Aanhouden norm van 1,4 15,83 40% 6,33 Advies: totaal minimaal benodigd weerstansvermogen 22,16 9 Effecten Rijksontwikkelingen en bezuinigingen Zie 1.5 1,00 Totaal structurele risico's 1, Weerstandsvermogen en risicobeheersing

265 Laag Kans inschatting Middel Hoog Risicomatrix Hoog: 50% t/m 100%. 3, 8 Middel: 25% tot 50% 1 6 Laag: 0% tot 25%. 11, 12 2, 4, 5, 9 Laag Middel Hoog Financiële impact Laag: tot Middel: tot Hoog: en meer Voor de gekwantificeerde risico s wordt in de risicomatrix zichtbaar welke de grootste risico s zijn en waar de risicobeheersing zich met name op zal moeten richten. De risico s zijn voorzien van een nummer. De risico 7, 12 en 13 komen in de matrix niet voor omdat de kans en/of waarde nihil is. Aan de hand van deze nummering wordt het risico toegelicht in de risicotabel en in de onderliggende omschrijvingen in deelparagraaf 1.5. Al met al kan worden gesteld dat het risicoprofiel nauwelijks is gewijzigd ten opzichte van het onderzoek van EY Toelichting risico s en beheersmaatregelen In deze paragraaf worden de risico s en de bijbehorende beheersmaatregelen kort toegelicht. 1. Gewaarborgde geldleningen/garanties Classificatie: Risicocategorie 01. Balansposities II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 2,1 miljoen Kans 25% Impact op benodigd weerstandsvermogen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Per 31 december 2014 bedraagt het totaal van de gewaarborgde geldleningen en garantiesop basis van de jaarrekening ,1 miljoen. Hiervan heeft 8,1 miljoen betrekking op gewaarborgde geldleningen en 35,0 miljoen op door onze provincie afgegeven garanties. De grootste gewaarborgde geldlening ( 6,0 miljoen) heeft betrekking op het Nationaal Groenfonds. De overige gewaarborgde geldleningen hebben betrekking op zorginstellingen De Hoven en De Zijlen. De afgegeven garanties van 35,0 miljoen hebben voornamelijk betrekking op een aan RWE verleende borgstelling van 33,5 miljoen in verband met General Escrow Fonds. De overige garanties Weerstandsvermogen en risicobeheersing 265

266 hebben voornamelijk betrekking op een afgegeven garantie voor de betaling van de huur van het pand van Groningen Seaports (totale garantie ruim 1,5 miljoen). Aard risico: Inschatting van kans en impact: Het risico bestaat dat instellingen waarvoor wij garant staan niet aan hun aflossingsverplichtingen jegens betrokken financiers kunnen voldoen, zodat wij de aflossingsverplichtingen moet overnemen. Er is geen beleidskeuze voor de al vestrekte gewaarborgde geldleningen/garanties. Gewaarborgde geldleningen Nationaal Groenfonds De gewaarborgde geldleningen van het Nationaal Groenfonds hebben betrekking op de door het Nationaal Groenfonds opgenomen leningen, welke zijn doorgeleend aan aan individuele provincies en DLG. De provincies in Nederland staan gezamenlijk garant voor de terugbetaling van deze leningen. Daar het Nationaal Groenfonds de opgenomen geldleningen heeft doorgeleend aan de provincies, schatten wij het risico dat deze niet aan haar verplichtingen kan voldoen zeer laag in. Om deze reden hebben wij deze gewaarborgde geldlening niet meegenomen in onze inschatting van kans en impact voor dit riscico. Gewaarborgde geldleningen zorginstellingen In de afgelopen jaren is de omvang van de gewaarborgde geldleningen van zorginstellingen afgenomen tot 2,1 miljoen. Deze gewaarborgde geldleningen lopen op korte tot middellange termijn af. Gezien de turbulente markt waarin zorginstellingen zich op dit moment bevinden achten wij bijstelling van de kans van optreden echter niet aan de orde. Het risicopercentage hebben wij om deze reden gehandhaafd op 25%. Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Garantiestellingen RWE en Groningen Seaports De aan RWE afgegeven garantie inzake het General Escrow Fonds van 33,5 miljoen loopt per 1 oktober 2015 af. Op basis van de thans beschikbare (finaniële) informatie verwachten wij niet dat deze garantie zal worden getrokken. Tevens schatten wij op basis van de jaarrekening 2013 van Groningen Seaports N.V. in dat deze zelfstandig aan haar huurverplichtingen voor het pand zal kunnen voldoen (totale garantie ruim 1,5 miljoen). Om deze reden hebben wij de garantstellingen niet meegenomen in de inschatting van kans en impact voor dit risico. Jaarlijks monitoren wij de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit) van de betrokken instellingen. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van meegenomen. Dit bedrag heeft volledig betrekking op de gewaarborgde geldleningen van zorginstellingen. 2. Achtergestelde lening OZG Classificatie: Risicocategorie 01. Balansposities I Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 3,8 miljoen Kans 12,5% Impact op benodigd weerstandsvermogen Weerstandsvermogen en risicobeheersing

267 Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Wij zijn voornemens een achtergestelde lening van 10,0 miljoen te verstrekken aan de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG), ter financiering van hun nieuwbouw. Voor dit project is door OZG een business case (de zogenaamde "pressure cooker") opgesteld, waarbij het UMCG aandeelhouder van de OZG zal worden. De uitgangspunten en voorwaarden van de achtergestelde geldlening zijn door de provincie Groningen en de OZG vastgelegd in een termsheet. In de komende periode zal aan de hand hiervan een leningovereenkomst worden opgesteld. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Wij hebben bij voordracht van 21 oktober 2014 het plan om een achtergestelde lening van 10,0 miljoen te verstrekken aan OZG voorgelegd aan uw Staten. Indien de achtergestelde lening zal worden verstrekt, bestaat het risico dat (een deel van) de hoofdsom van de achtergestelde lening en/of rente niet (terug)betaald kan worden door de OZG. Op dat moment is geen sprake meer van een beleidskeuze. Het UMCG heeft zich gedurende de looptijd van de lening garant gesteld jegens de provincie Groningen voor een bedrag van 6,2 miljoen. Voor het resterende bedrag van 3,8 miljoen worden geen zekerheden/garanties verkregen van OZG, buiten de garantie dat zorgverzekeraars relatief langlopende contracten zullen afsluiten met OZG. Op basis van de huidige financiële positie van het UMCG schatten wij het risico dat het UMCG niet kan voldoen aan haar verplichtingen als de provincie een beroep doet op deze garantstelling laag in. Wij lopen dus vooral risico over het ongeborgde deel. Wij schatten de kans dat (een deel van) de hoofdsom van de achtergestelde lening en/of rente niet (terug) betaald kan worden door de OZG in op 12,5%. Wij hebben met OZG uitvoerige onderhandelingen gevoerd over de uitgangspunten en voorwaarden van de achtergestelde lening, welke zijn vastgelegd in een term sheet. Tevens hebben wij de aannames en uitgangspunten van de business case laten beoordelen. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van opgenomen. 3. Claims Classificatie: Risicocategorie 10. Claims II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 5,0 miljoen Kans 50% Impact op benodigd weerstandsvermogen 2,5 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: De in deze categorie opgenomen risico's hebben betrekking op bedragen die mogelijk kunnen voortvloeien uit claims van derden. In principe zouden claims door reguliere beleids- en afdelingsbudgetten gedekt moeten worden, echter de gegeven hoge impact welke claims kunnen hebben achten wij het niet onverstandig hiervoor ook in het weerstandsvermorgen een buffer op te nemen. In de afgelopen jaren is de lagere overheid namelijk regelmatig geconfronteerd met gebeurtenissen die haar imago geen goed hebben gedaan. Deze gebeurtenissen hebben geleid tot een kritischer houding van burgers en bedrijven ten opzichte van de lagere overheid. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 267

268 Deze kritische houding leidt ertoe dat de lagere overheid vaker wordt aangesproken op de kwaliteit van de door haar geleverde prestaties. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Het risico bestaat dat claims van derden gehonoreerd moeten worden of dat in de toekomst claims worden bij ons worden ingediend door derden. Dit speelt bij een bedrijf dat in de afgelopen tijd failliet is gegaan. Wij zijn nog in afwachting van de afronding van het faillissement van het betreffende bedrijf. Het is nu nog onduidelijk welke (financiële) consequenties dit voor ons met zich meebrengt. De kans en impact is gezien de aard van de ingediende claims, maar ook onzekerheid over toekomstige nog te ontvangen claims, onzeker. Voor zowel de bekende claims als eventuele toekomstige claims stellen wij voor in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit een bedrag mee te nemen van 2,5 miljoen. Wij trachten dit risico te beheersen door zorgvuldig te handelen en ons te houden aan de wettelijke kaders en voorgeschreven procedures. Tevens hebben wij een WA-verzekeringsovereenkomst. Wij stellen voor in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit voor reeds ingediende, maar ook nog te ontvangen, claims een bedrag van 2,5 miljoen mee te nemen. 4. Generieke risico's subsidies Classificatie: Risicocategorie 03. Ontvangen subsidies II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 15,0 miljoen Kans 5% Impact op benodigd weerstandsvermogen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Wijhebben omvangrijke subsidiebedragen ontvangen uit Europese subsidieprogramma's en uit rijksmiddelen. Deze subsidiebedragen worden door ons of door aan ons gelieerde instanties (SNN) doorgecommiteerd aan andere lagere overheden en aan bedrijven en instellingen. Ten aanzien van de door ons en het SNN ontvangen subsidiegelden bestaat een risico vanwege interpretatieverschillen en het niet naleven van regelgeving, alsmede het risico voortvloeiend uit zogenaamde overcommittering. Aard risico: Risico's vanwege het niet naleven van regelgeving ontstaan doordat wij een debiteurenrisico lopen op het moment dat subsidiegelden van bedrijven of instellingen teruggevorderd moeten worden bij het niet naleven van de subsidievoorwaarden door deze bedrijven of instellingen. Daanaast valt hieronder het risico dat door het onzorgvuldig handelen van de provinciale administratie subsidies niet verkregen worden,maar wel zijn verstrekt. Ten aanzien van deze risico's hebben wij geen beleidskeuze. De risico's voortvloeiend uit overcommittering ontstaan doordat soms op basis van ervaringscijfers meer gelden worden gecommitteerd dan in eerste instantie beschikbaar zijn gesteld. Het gaat hierbij om middelen die van het Rijk of de 268 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

269 Europese Unie zijn ontvangen, alsmede om provinciale (cofinancierings)middelen. Mocht onverhoopt blijken dat het meerdere daadwerkelijk tot een last voor de provincie leidt dan zal dit uit het reguliere budget dienen te worden gedekt. Ten aanzien van overcommittering is derhalve, bij toekomstige subsidieregelingen, sprake van een beleidskeuze. Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Zowel de omvang van de ontvangen subsidies als de omvang van de door ons verstrekte subsidies is de afgelopen jaren afgenomen. Wij schatten het totale risico voor deze subsidies en rijksmiddelen in tussen 1,0 miljoen (2010: 1,75 miljoen) en 15,0 miljoen (2010: 17,5 miljoen). De kans van optreden is verlaagd van 10% naar 5% omdat in de afgelopen jaren dit risico zich niet heeft voorgedaan en ook onze interne beheersing de afgelopen jaren verder is verbeterd. Wij hebben de volgende beheersmaatregelen getroffen voor deze risico's: - De risico's ten aanzien van interpretatieverschillen en het niet naleven van de regelgeving van de subsidieverstrekker worden door ons waar mogelijk doorgecommitteerd aan de subsidieontvanger. - Het debiteurenrisico wordt beperkt doordat bij subsidies niet standaard wordt overgegaan tot bevoorschotting. Tevens wordt in principe niet bevoorschot tot 100% van het verleende subsidiebedrag en worden bij subsidies groter dan tussentijdse rapportages opgevraagd. - Het risico van overcommittering wordt beperkt doordat de provincie actief de (financiële) voortgang van de projecten van subsidieontvangers bewaakt. - Vanuit het SNN worden bij voorschotdeclaraties zogenaamde Artikel 13 controles uitgevoerd om er zeker van te zijn dat de gedeclareerde kosten subsidiabel zijn. Wij stellen voor in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit voor ontvangen subsidies een risico van mee te nemen. 5. Borgstelling GR Havenschap Groningen Seaports Classificatie: Risicocategorie 05. Samenwerkingsverbanden II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 174,0 miljoen Kans 2,5% Impact op benodigd weerstandsvermogen 4,35 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: In het voorjaar van 2013 hebben zowel uw Staten als de gemeenteraden van Delfzijl en Eemsmond, ingestemd met de verzelfstandiging van Groningen Seaports. Als gevolg hiervan is Groningen Seaports vanaf 14 juni 2013 (terugwerkende kracht naar 1 januari 2013) een overheids-n.v. (Groningen Seaports N.V.), waarvan de aandelen in handen zijn van de GR, welke blijft voortbestaan. Na verzelfstandiging bestaan de activa van GR Havenschap Groningen Seaports vrijwel geheel uit de deelneming in Groningen Seaports N.V. (boekwaarde ultimo ,0 miljoen) en een langlopende vordering van 22,0 miljoen op Groningen Seaports N.V., die is ontstaan bij de inbreng. Ook het juridisch eigendom van de gronden is achtergebleven bij de GR. In het kader van de verzelfstandiging is tussen GR Havenschap Groningen Weerstandsvermogen en risicobeheersing 269

270 Seaports en Groningen Seaports N.V. een borgstellingsovereenkomst gesloten, waarbij de GR borg staat voor 80% van de financiering van Groningen Seaports N.V. De borgstelling is gemaximeerd op 290,0 miljoen. Wij nemen voor ongeveer 60% deel in de GR. Hiermee is een bedrag van 174,0 miljoen van de borgstelling toe te rekenen aan de provincie Groningen. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Het risico bestaat dat Groningen Seaports N.V. niet aan haar verplichtingen jegens haar financiers kan voldoen, waarop deze een beroep zullen doen op de borstelling door de GR. Omdat wij reeds borgs staan, kan geen beleidskeuze meer worden gemaakt. Uit de jaarrekening 2013 van Groningen Seaports N.V. blijkt een eigen vermogen van 199,0 miljoen ten opzichte van een balanstotaal van 444,0 miljoen. Dit betekent dat de solvabiliteit ultimo % bedraagt. Over 2013 heeft Groningen Seaports N.V. een winst van circa 1,0 miljoen gerealiseerd. Uit de meerjarenbegroting blijkt dat ook voor de komende jaren positieve resultaten worden verwacht, waarbij eveneens kan worden voldaan aan de verplichtingen jegens de financiers. Op basis van deze informatie lijkt de kans op voordoen van het risico hiermee in de komende jaren zeer beperkt te zijn (2,5%). Jaarlijks monitoren wij de financiële positie (solvabiliteit en liquiditeit) van de GR Havenschap Groningen Seaports en Groningen Seaports N.V. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van 4,35 miljoen meegenomen. 6. Handhaving vergunningen (Omgevingsdienst Groningen) Classificatie: Risicocategorie 08. Handhaving vergunningen II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 4,0 miljoen Kans 25% Impact op benodigd weerstandsvermogen 1,0 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Wij zijn verantwoordelijk voor het toezicht op vergunningen. Indien deze taken niet naar behoren worden uitgevoerd bestaat het risico dat nadien claims worden ingediend door derden. Met ingang van 1 november 2013 hebben wij de uitvoering van vergunningsverlening-, toezicht- en handhavingstaken op het gebied van milieu, bouwen en wonen uitbesteed aan de Gemeenschappelijke Regeling waaraan wij en alle Groninger gemeenten deelnemen. Aard risico: Hierbij kan het voorkomen dat wij door de ODG foutieve vergunningen verstrekken en daarop worden aangesproken. Het valt in dat geval niet geheel uit te sluiten dat de daarvoor bestaande verzekering niet dekt. Dit risico wordt versterkt doordat de informatievoorziening van de ODG richting de provincie nog niet op het vereiste niveau is, waardoor zaken tussen wal en schip belanden en de provincie hiervoor als het bevoegd gezag kan worden aangesproken door de tegenpartij. Tot slot lopen wij een risico als bij (bijna) failliete bedrijven een situatie ontstaat waarbij gevaren dreigen voor de volksgezondheid en het milieu. Vanuit de zorgplicht zal de provincie Groningen mogelijk maatregelen moeten nemen om deze gevaren weg te nemen. 270 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

271 Wij hebben hierbij in bepaalde gevallen wel een beleidskeuze (bijvoorbeeld in bepaalde gevallen bij het saneren van vervuilde grond, waarover in de toekomst een beslissing moet worden genomen), maar in bepaalde gevallen ook geen beleidskeuze (bijvoorbeeld bij het maken van fouten bij vergunningsverlening, als gevolg waarvan een derde een claim indient tegen ons). Inschatting van kans en impact: Wij schatten de kans van optreden van bovengenoemde risico's beperkt in, zijnde 25%. Wij schatten de omvang van het risico voor handhaving vergunningen evenals ten tijde van het vorige onderzoek in op 4,0 miljoen. Welliswaar zijn de risico's ten aanzien van de vergunningsverleningen in de Eemshaven in de afgelopen periode afgenomen, maar de risico's zijn door uitbesteding van de uitvoering van vergunningsverlening-, toezicht- en handhavingstaken op het gebied van milieu, bouwen en wonen aan de ODG anderzijds ook toegenomen. Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Wij hebben de volgende beheersingsmaatregelen getroffen: - Handhaving en vergunningsverlening vindt plaats conform de interne en externe wet- en regelgeving. - De afvalstromen en financiële positie van de risicovolle bedrijven wordt bewaakt. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van 1,0 miljoen meegenomen. 7. Blauwestad Classificatie: Risicocategorie 01. Balansposities I Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodig weerstandsvermogen Zie onderstaande Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Op 11 maart 2015 hebben uw Staten ingestemd met het projectplan 'Blauwestad aanpak zichtbaarheid van kwaliteit', waarin een aanpak is uitgestippeld om na een periode van relatieve stilstand de ontwikkeling van Blauwestad weer in beweging te brengen. De gevolgen en financiële consequenties van dit projectplan zijn verwerkt in een nieuwe grondexploitatie, de GREX Deze GREX 2015 is ook in de PS vergadering van 11 maart 2015 vastgesteld (voordracht 5/2015). De grootste ingreep in de GREX 2015 betreft de temporisering van de toename in de kavelverkoop in de periode 2015 t/m Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden binnen het woongebied het Havenkwartier. Kavelverkoop voorzien vanaf 2031 is in de GREX 2014 voor wat betreft Havenkwartier-rand naar voren gehaald. Dit is ten koste gegaan van de Havenkwartier-kern. Tenslotte heeft een afvlakking van het aantal te verkopen kavels plaatsgevonden in de periode 2035 t/m In totaal zijn 86 kavels qua opbrengst uit de GREX 2015 gehaald. Het totaal aantal te verkopen kavels voor het project Blauwestad komt hierdoor nu uit op (GREX 2014 nog 1.248). Deze aanpassingen in de GREX 2015 leiden tot een herwaarderingscorrectie van 11,55 miljoen in deze jaarrekening. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 271

272 Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Inherent aan grondexploitaties en de looptijd van het project Blauwestad is dat onzeker is in welke mate de werkelijke kosten en opbrengsten overeenkomstig de huidige inschattingen zullen zijn. Om meer inzicht te geven in het effect van de gevoeligheid van de grondexploitatie is een gevoeligheidsanalyse gemaakt. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn in navolgende tabel opgenomen: Parameter Huidig Wijziging Effect op Contante Effect op Contante uitgangspunt Waarde ultimo 2014 Waarde ultimo 2014 bij daling bij stijging Inflatie (kosten) 2,50% 0,50% + 3,3 mln. -/- 3,6 mln. Opbrengstindexatie 2,00% 0,25% -/- 5,7 mln. + 5,8 mln. Opbrengstindexatie 2,00% 0,75% -/- 15,3 mln. + 18,4 mln. Versnelling kavelverkoop, waardoor verkorting GREX met 10 jaar divers Versnelling : 326 kavels extra Wij zijn van mening dat de huidige inschatting van de parameters, en hiermee de GREX 2015, de meest waarschijnlijke inschatting is. Op basis van de gevoeligheidsanalyse concluderen wij dat de positieve financiële effecten per saldo groter zijn dan de negatieve financiële effecten. De bandbreedte varieert van - 15,3 miljoen tot + 18,4 miljoen. Gelet op het feit dat positieve effecten groter lijken te zijn dan de negatieve effecten is het reserveren van een risicobedrag binnen het weerstandscapaciteit in onze ogen niet noodzakelijk. Wel blijft het zaak om via periodieke actualisatie van de grondexploitatie (tenminste één keer per jaar) de "vinger aan de pols te houden" voor de monitoring van de (eventuele) financiële effecten voor de provincie, door het benutten van eventuele kansen en/of het zich voordoen van eventuele bedreigingen. Reservering van een risicobedrag binnen de weerstandscapaciteit is niet nodig. n.v.t. + 0,7 mln. 8. Projecten algemeen Classificatie: Risicocategorie 06. Projecten infrastructuur II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 10,0 miljoen Kans 50% Impact op benodidg weerstandsvermogen 5,0 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Aard risico: Wij ambiëren een vooraanstaande rol bij de versterking van de economische en sociale structuur van onze provincie en de noordelijke regio als geheel. Inherent aan deze rol is dat wij mede-initiator en aanjager zijn bij projecten van grotere omvang en grotere infrastruturele werken en dat wij tevens in veel gevallen budgetverantwoordelijk zijn. Ook zal er in continuïteit sprake zijn van deelname aan dit soort projecten. Met andere woorden: na afronding van het ene project zullen volgende projecten weer op stapel staan dan wel reeds in uitvoering zijn genomen. Het risico bestaat dat projectbudgetten van grote projecten en infrastructurele werken worden overschreden. Dit betekent dat het projectbudget zodanig wordt overschreden, dat kostenoverschrijdingen niet kunnen worden opgevangen binnen het projectbudget (bijvoorbeeld door versoberingen in het project door te voeren om de kosten te beperken) of door vrije ruimte in overige begrotingsposten of de post onvoorzien te benutten. 272 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

273 Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Wij schatten de kans van voordoen van het risico op overschrijding van projectbudgetten van grote projecten en infrastructurele werken (inclusief benutting post onvoorzien en ruimte in overige begrotingsposten) beperkt in. De ervaring in de afgelopen jaren is over het algemeen dat infrastructurele werken en andere grote projecten binnen de vasgestelde budgetten kunnen worden gerealiseerd. Indien sprake is van kostenoverschrijdingen, kunnen deze middels de post onvoorzien of vrije ruimte in overige begrotingsposten worden gedekt of wordt de uitvoering van het project anders vormgegeven (bijvoorbeeld versobering van voorzieningen). In dit laatste geval heeft de provincie een beleidskeuze. Overigens is dit alleen het geval bij toekomstige kostenoverschrijdingen. Desalniettemin hebben zich in de afgelopen jaren kostenoverschrijdingen op infrastructurele projecten voorgedaan, waarbij wij geen mogelijkheden meer hadden om middels beleidskeuzes deze kostenoverschrijdingen op te vangen. In lijn met het onderzoek uit 2010 is een buffer meegenomen van 10,0 miljoen, waarbij de kans van optreden van het risico is ingeschat op 50%. Hiermee kunnen bijvoorbeeld eventuele tekorten aan het einde van het RSP-programma (waaronder aanpak Ring Zuid), wanneer de mogelijkheden om bij te sturen relatief laag zijn (niet meer mogelijk om projecten in de tijd te verschuiven of zelfs helemaal niet meer uit te voeren), op worden gevangen. Wij bepalen per project welke beheersingsmaatregelen benodigd zijn. Tevens dragen wij waar mogelijk risico's over aan de markt en zullen met eventuele andere partijen duidelijke afspraken maken over de verdeling van de risico's. Ten aanzien van het project Ring Zuid zijn aparte beheersingsmaatregelen getroffen. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico een bedrag van 5,0 miljoen meegenomen. 9. Effecten rijksontwikkelingen en bezuinigingen Classificatie: Risicocategorie 07. Rijksbeleid II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde 4,0 miljoen Kans 25% Impact op benodigd weerstandsvermogen (Inc.) 1,0 miljoen Impact op benodigd weerstandsvermogen (Str.) 1,0 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Er is op dit moment geen indicatie dat in de komende periode verdere bezuinigingen door het Rijk zullen plaatsvinden. Tevens is er geen indicatie dat taken tussen het Rijk, de provincies en/of gemeenten (verder) zullen verschuiven. Het is echter niet zeker dat verdere bezuinigingen of verschuiving van taken zich in de komende periode niet zullen voordoen; de kans hierop blijft altijd aanwezig. Wel zijn in het regeerakkoord nog enkele maatregelen opgenomen welke nog op ons afkomen of welke in de toekomst nog consequenties kunnen hebben: - Verdere doorvoering/handhaving van Wet Houdbare Overheidsfinanciën. - Afwikkeling van het dossier Jeugdzorg. - Kortingen op het Gemeente- en Provinciefonds i.v.m. hogere btw en voeding tekort BTW-compensatiefonds in verband met eventuele overschrijding van het plafond BTW-compensatiefonds (BCF). - Decentralisaties van de middelen Natuur en BDU en de integratie daarvan Weerstandsvermogen en risicobeheersing 273

274 in de algemene uitkering Provinciefonds. Bij integratie van deze middelen in het Profinciefonds zal gezien de omvang van de toegevoegde middelen, de verdeling van het Provinciefonds worden geëvalueerd. Dit betekent dat in 2017 mogelijk (negatieve) herverdeeleffecten kunnen ontstaan, omdat nieuwe verdeelmaatstaven worden geïntroduceerd en bestaande maatstaven mogelijk worden herijkt. Volgens de bestaande beleidslijn worden herverdeeleffecten verrekend met de algemene middelen. De omvang van deze herverdeeleeffecten is momenteel niet te kwantificeren. In het algemeen geldt dat rijksbezuiningen en bovenstaande maatregelen van het Rijk alleen tijdelijk op het weerstandsvermogen mogen drukken. Indien het Rijk aanpassingen doorvoert met consequenties voor de provincie, zullen we tijd nodig hebben om deze aanpassingen te kunnen verwerken. Voor de overbrugging zal dan eventueel het weerstandsvermogen aangesproken moeten worden. Tevens komt de invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven op ons af. Het voorstel is mede onder druk van de Europese Commissie tot stand gekomen om overheidsbedrijven aan vennootschapsbelasting (vpb) te onderwerpen. De herziening heeft tot doel te voorkomen dat overheidsbedrijven een concurrentievoordeel (kunnen) hebben ten opzichte van private bedrijven, doordat zij geen vpb betalen. De nieuwe wetgeving zal gaan gelden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari Op grond van de huidige wet geldt - kort gezegd - dat een publiekrechtelijke rechtspersoon niet belastingplichtig is, tenzij een in de wet genoemde belaste activiteit wordt uitgeoefend. Dit uitgangspunt wordt in het wetsvoorstel omgedraaid: overheidsondernemingen zijn belastingplichtig, tenzij een in de wet genoemde vrijstelling van toepassing is. Dit geldt nu ook voor de nu vrijgestelde overheids-bv's en -NV's. Met deze wijziging kiest het kabinet voor de zogenaamde "directe ondernemingsvariant". Dit houdt in dat Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen met ingang van 1 januari 2016 belastingplichtig zijn voor hun ondernemingsactiviteiten. De nieuwe wetgeving zal significante gevolgen hebben op de inrichting van uw activiteiten en organisatie. Hierbij kan worden gedacht aan de impact op het gebied van administratie, financiën, juridische structuur, governance, fiscaal beleid en processen. Dit kan echter ook betekenen dat de lasten van de provincie structureel zullen stijgen als gevolg van te betalen vennootschapsbelasting. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Het risico bestaat dat het Rijk aanvullende bezuinigingen zal doorvoeren en hiervoor een korting op het Provinciefonds zal toepassen of dat bovenstaande maatregelen van het Rijk uit het regeerakkoord onverwachte tegenvallers met zich meebrengen. Tevens bestaat het risico dat de lasten van de provincie structureel zullen toenemen als gevolg van te betalen vennootschapsbelasting. De provincie heeft ten aanzien van deze ontwikkelingen geen beleidskeuze. Wij schatten de kans van optreden van deze risco's beperkt in, zijnde 25%. Wij schatten de omvang van het risico van rijksbezuinigingen en de risico's welke gepaard gaan met de invoering van de vennootschapsbelasting in op 1,0 miljoen incidenteel en 1,0 miljoen structureel. Door middel van inbreng bij het IPO, maar ook door middel van rechtstreekse contacten met kabinet en parlement, alles in het werk zal stellen om de omvang van rijksbezuinigingen op de provinciale middelen zo beperkt mogelijk van omvang te laten zijn. In de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit is voor dit risico incidenteel een bedrag van 1,0 miljoen meegenomen, alsmede structureel 1,0 miljoen. 274 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

275 10. Overige leningen/participaties publieke taak Classificatie: Risicocategorie 01. Balanspositie I Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen Nog niet van toepassng Dient op individueel niveau te worden bepaald Nog niet van toepassing Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Wij houden ons steeds meer bezig met de verstrekking van leningen en het innemen van participaties in het kader van de publieke taak. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Het risico bestaat dat (een deel van) de hoofdsom van verstrekte geldleningen en/of rente niet (terug)betaald kan worden door de leningnemer, dan wel dat de boekwaarde van participaties moet worden afgeboekt naar lagere marktwaarde. Wanneer leningen worden verstrekt of participaties worden ingenomen in het kader van de publieke taak, dient per geval te worden beoordeeld wat de kans is dat (een deel van) de hoofdsom van de verstrekte geldlening en/of rente niet (terug) betaald kan worden door de leningnemer, dan wel dat de boekwaarde van de participatie moet worden afgeboekt naar lagere marktwaarde. Per geval nemen wij adequate beheersingsmaatregelen. Afhankelijk van de inschatting van kans en impact, dient per verstrekte lening en/of ingenomen participatie, een bedrag te worden meegenomen in de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Hiertoe zal conform het afwegingskader provinciaal vermogen (zie voordracht ) per geval een risicoanalyse worden gemaakt. Met het opnemen van een risicoanalyse per geval zullen we dit algemeen geformuleerde risico laten vervallen vanaf de begroting Seaports Experience Centre (SXC) Classificatie: Risicocategorie 01. Balanspositie II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans 25% Impact op benodigd weerstandsvermogen Weerstandsvermogen en risicobeheersing 275

276 Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Begin december 2014 werd duidelijk dat het onder de huidge omstandigheden geen reële optie is om de activiteiten van SXC te continueren. Voor SXC is een subsidie ontvangen van + 1 miljoen. Wanneer met het SXC gestopt zou worden moet deze subsidie worden terugbetaald. Daarom is ervoor gekozen om de activiteiten van het SXC voort te zetten bij verschillende partners van het SXC. Overeenkomstig de subsidievoorwaarden zal het instandhouden van het gedachtegoed van het SXC in ieder geval tot 2018 gecontinueerd moeten worden. Wanneer niet aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan zal de subsidie terugbetaald moeten worden aan het SNN. De totale subsidie bedraagt circa 1 miljoen waarvan 35% voor risico van de provincie Groningen is ( ). Omdat er met verschillende partners van het SXC afspraken gemaakt zijn over het continueren van activiteiten verwachten wij dat de subsidieafspraken nagekomen kunnen worden. Het risico wordt dus laag ingeschat. Jaarlijks zal via een stuurgroep de continuïteit van de activiteiten worden bewaakt. Conclusie: Wij stellen voor rekening te houden met een risico van Kredietunie Groningen Classificatie: Risicocategorie 01. Balanspositie II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Momenteel nihil Kans 12,5% Impact op benodigd weerstandsvermogen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: In de huidige economische situatie is de kredietverstrekking door banken aan mkbbedrijven steeds moeizamer gaan lopen. Kredietunie Groningen is een initiatief om specifiek voor het midden- en kleinbedrijf in en rond de stad Groningen financiering aan te bieden. Door ons is een lening verstrekt ter versterking van het startkapitaal van maximaal 1 miljoen om zo een voortvarende start van de Kredietunie Groningen mede mogelijk te maken. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Er bestaat een risico dat de verstrekte lening niet (volledig) wordt terug ontvangen. Wij schatten dit risico in op 12,5% van de maximaal te verstrekken lening van 1 miljoen, zijnde De Kredietunie Groningen toetst kredietaanvragen op vergelijkbare wijze als een commerciële bank, heeft persoonlijk contact met de kredietvrager, stelt een coach aan voor iedere kredietvrager, kent geen winstoogmerk en reserveert vanuit de opslag op de te betalen rente door de kredietvrager bedragen in geval van default. Daarnaast spreidt de Kredietunie Groningen haar risico's door zich niet te beperken tot één sector binnen het mkb. Daarentegen zal de Kredietunie Groningen uiterst terughoudend zijn als het gaat om de behandeling van kredietaanvragen vanuit (zeer) risicovolle sectoren. 276 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

277 Conclusie: Momenteel is het uitstaande leningbedrag nog nihil, Zodra wij geld beschikbaar stellen houden we rekening met een risico van 12,5% van het uitstaande bedrag. 13. Investeringsfonds Groningen B.V. Classificatie: Risicocategorie 01. Balanspositie II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodig weerstandsvermogen Momenteel nihil maximaal 20% van 40 miljoen Stapsgewijze verhoging van weerstandscapaciteit met 8 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: Er wordt een afzonderlijke rechtspersoon opgericht (BV) voor een revolverend fonds van 40 miljoen, dat door een professionele fondsbeheerder beheerd zal worden. Wij verwachten dat we hiermee een deel van het Groninger bedrijfsleven kunnen ondersteunen bij het financieren van innovaties en bedrijfsuitbreidingen. De middelen van het fonds worden ingezet via participaties, leningen en garanties. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Getroffen beheersingsmaatregelen: Conclusie: Er bestaat een risico dat een deel van de beschikbaar gestelde financiering niet terugkomt. We gaan uit van een revolverendheid van 90% tot 100%, maar het investeren in jonge, groeiende bedrijven brengt extra risico's met zich mee. Daarom wordt de algemene reserve verhoogd met 8 miljoen (20% van het investeringsvolume van het fonds van 40 miljoen). Vanaf 2014 zal deze verhoging in een periode van 7 jaar worden gevoed vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering. Er wordt ondermeer een onafhankelijke investeringscommissie ingesteld, die voorstellen van de fondsbeheerder toetst aan het investeringsreglement en bijvoorbeeld staatssteunregels. Dit zorgt ervoor dat de activiteiten van het fonds blijven passen binnen de provinciale doelstelling. Het investeringsreglement wordt door ons GS vastgesteld. Het investeringsfonds Groningen is op dit moment nog niet operationeel. Daarom is in de jaarrekening 2014 nog geen rekening gehouden met een extra risico. Wel heeft al een verhoging van de beschikbare weerstandscapaciteit met 1 miljoen plaatsgevonden (zie ook risico Economic Board). Weerstandsvermogen en risicobeheersing 277

278 14. Economic Board Classificatie: Risicocategorie 01. Balanspositie II Aard van het risico Beleidskeuze - Ja Beleidskeuze - Nee Incidenteel risico Structureel risico Inschatting van kans en impact Waarde Kans Impact op benodigd weerstandsvermogen Momenteel nihil maximaal 20% van 10 miljoen Stapsgewijze verhoging van weerstandscapaciteit met 2 miljoen Toelichting op risico's kwantificering kans en impact en interne beheersing Achtergrond: De provincie Groningen levert een bijdrage van 32,5 miljoen aan de Stichting Economic Board. Van onze bijdrage van 32,5 miljoen heeft 10 miljoen een revolverend karakter. Aard risico: Inschatting van kans en impact: Er bestaat een risico dat een deel van de revolverende middelen niet terugkomt. Tot nu toe gingen we uit van een revolverendheid van 90% tot 100% (gelijk aan het Investeringsfonds Groningen B.V.). Ter dekking van dit risico wordt de algemene reserve geoormerkt verhoogd met 2 miljoen (20% van 10 miljoen). Vanaf 2014 zal deze verhoging in een periode van 7 jaar worden gevoed vanuit het krediet Provinciale Meefinanciering. Nu lijkt het dat het risico van revolverendheid bij de Stichting Economic Board zich wel eens negatiever zou kunnen gaan voordoen dan tot nu toe verondersteld. Echter meer zekerheid hierover kan nu nog niet worden gegeven. De Stichting Economic Board moet nog een 'financierings-nv' oprichten en het instrumentarium en bijbehorende voorwaarden voor het revolverend inzetten van middelen moet ook nog worden ontwikkeld. Daarnaast zal het naar alle waarschijnlijkheid nog jaren duren voordat duidelijk wordt welke risico's daadwerkelijk gelopen gaan worden. Het is niet ondenkbaar dat langer "gespaard" moet worden voor verhoging van de dekking van dit risico binnen de algemene reserve. Getroffen beheersingsmaatregelen: Bij de stichting wordt een raad van commissarissen (rvc) ingesteld die jaarlijks aan ons rapporteert. Conclusie: De 'financierings- NV' is op dit moment nog niet operationeel. De bijdrage van 10 miljoen is nog niet verstrekt en daarom is in onze jaarrekening nog geen rekening gehouden met een extra risico. Wel heeft al een geoormerkte verhoging van de beschikbare weerstandscapaciteit met 1 miljoen plaatsgevonden voor de risico s Economic Board en Investeringsfonds Groningen B.V. 278 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

279 2. Financiering 2.1. Algemeen In de financieringsparagraaf wordt uiteen gezet hoe voldaan wordt aan de kaders zoals die zijn gesteld in de geldende wet- en regelgeving. In deze paragraaf worden de kaders geschetst voor het financieringsbeleid en wordt aandacht besteed aan beleid(swijzigingen), risicobeheer en de liquiditeitspositie. De treasuryfunctie bij de provincie Groningen richt zich op: a. de beheersing van de in- en uitgaande geldstromen; b. beschermen van vermogen en resultaten tegen financiële risico's zoals rente- en beleggingsrisico's; c. verkrijgen en behouden van de toegang tot de geld- en kapitaalmarkt; d. het rendabel maken van liquiditeitsoverschotten. Als algemene doelstelling geldt dat renterisico's en renteresultaten dienen te worden beheerst door te streven naar een grote mate van zekerheid over de renteresultaten in de tijd. Naast de treasuryfunctie van de provincie zelf, wordt ook de treasuryfunctie en het kasbeheer van enkele derde partijen uitgevoerd. Eind 2013 is het verplicht schatkistbankieren (VSK) ingevoerd. VSK houdt in dat de provincie al haar liquide middelen aanhoudt bij het ministerie van Financiën in de vorm van een rekening-courant. Daarnaast heeft de provincie de mogelijkheid om deposito s te plaatsen bij het ministerie van Financiën en leningen te verstrekken aan medeoverheden. Het jaar 2014 stond wat betreft treausury in het teken van verplicht schatkistbankieren, het uitzetten van gelden bij medeoverheden, het afwegingskader provinciaal vermogen, een eerste verkenning naar het uitzetten van gelden in het kader van de publieke taak en de verkoop van de claim Landsbanki Ontwikkelingen Verplicht schatkistbankieren en uitzetten van gelden bij medeoverheden Door de invoering van het verplicht schatkistbankieren worden de tijdelijke overtollige middelen afgeroomd naar dan wel aangevuld van de rekeningcourant van de provincie bij de Staat. Het plaatsen van deposito's bij de Staat en medeoverheden waar geen toezichtrelatie mee bestaat is ook mogelijk. Voor de nazorggelden is een uitzondering gemaakt, deze vallen niet onder het VSK. Voorts is er een overgangssituatie voor overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn overeengekomen. Deze mogen aflopen onder de voorwaarden zoals ze voor 4 juni 2012 golden. Verder kan er een bepaalde hoeveelheid middelen buiten de schatkist worden gehouden (0,75% van het begrotingstotaal). In paragraaf 2.6 wordt verder op het drempelbedrag ingegaan. De gelden die op 31 december 2014 bij de Staat geplaatst zijn betreffen het tegoed op de rekeningcourant van de provincie ad 515,6 miljoen en een deposito ad 25,0 miljoen met een looptijd van 10 jaar. Het deposito vervalt in Er zijn vanaf mei 2013 deposito's geplaatst bij medeoverheden met looptijden van minimaal 1,5 maanden tot 17 jaar. Op 31 december 2014 stond er bij 22 medeoverheden totaal 433,8 miljoen uit. Het laatste deposito vervalt in Het uitzetten van gelden bij medeoverheden geeft een hoger rendement dan bij de Staat. Het gaat hierbij om een gemiddelde opslag van circa 0,20 tot 0,30%. Deze opslag is mede afhankelijk van de looptijd van een deposito. Een langer lopend deposito geeft in het algemeen een hogere opslag dan een deposito met een korte looptijd. Uitzettingen in het kader van de publieke taak Binnen het kader van wet- en regelgeving bepaalt de provincie wat zij onder de publieke taak verstaat en hoe deze zal worden uitgeoefend. De provincie kan in het kader van de publieke taak leningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen voor de uitoefening van haar publieke taak. De uitoefening van de publieke taak valt buiten het VSK. De uitoefening van de publieke taak is ook aan voorwaarden gebonden. Zo moeten de voorwaarden van de in het kader van de publieke taak verstrekte leningen en garanties marktconform zijn. Over een uitzetting in het kader van de publieke taak zullen Gedeputeerde Staten pas besluiten nadat een ontwerpbesluit aan Provinciale Staten is toegezonden en in de gelegenheid zijn gesteld om wensen en bedenkingen ter kennis van Gedeputeerde Staten te brengen. In 2014 is het afwegingskader provinciaal vermogen door uw Staten vastgesteld. Financiering 279

280 Afwikkeling claim Landsbanki Naar aanleiding van de verkoop van de claim Landsbanki door het Rijk medio 2014 heeft de provincie Groningen samen met de andere medeoverheden eind augustus 2014 besloten om een marktverkenning te laten uitvoeren door de Deutsche Bank voor de verkoop van hun claim Landsbanki. De provincie Groningen heeft samen met de andere overheden haar claim verkocht. Op 20 oktober 2014 is de opbrengst van de verkoop ad 4,6 miljoen ontvangen. De hoofdsom van het deposito is hiermee terugontvangen net als het grootste deel van de rente. Claim Landsbanki Ontvangsten:. depositogarantiestelsel 18 maart Interimbetalingen: 29 december mei oktober september verkoop claim d.d. 20 oktober Verschil ten opzichte van de claim Er blijven na de verkoop van de claim nog twee zaken open staan. Het gaat hierbij om het bedrag van IJslandse kronen (circa ) dat zich nog in depot bevindt. Deze gelden mogen nog niet uitgekeerd worden als gevolg van het uitvoerverbod van IJslandse kronen. Voorts is het mogelijk dat de IJslandse regering belasting in rekening gaat brengen. Deze belasting is ongeveer 0,50%. Deze zaken worden nauwgezet gevolgd Ontwikkeling rentetarieven Het verloop van de rentetarieven van de geld- en kapitaalmarkt vanaf 1 januari 2011 tot 31 december 2014 is weergegeven in de volgende grafiek. Voor de geldmarkt is uitgegaan van het 3-maands Euribortarief en voor de kapitaalmarkt is rekening gehouden met het rendement op Europese Staatsleningen (Eurobonds) met een looptijd van 10 jaar. Tevens zijn de gemiddelden van de 3-maands Euribor en 10-jarige Eurobonds over de periode vanaf 2005 weergegeven. De 10-jarige Eurobonds zijn vergelijkbaar met de 10-jaars rente bij de Nederlandse staat. Grafiek: Overzicht rentestanden en gemiddelden 280 Financiering

281 Uit de grafiek 'Overzicht rentestanden en gemiddelden' blijkt dat de 3 maands Euribor zich gedurende geheel 2014 op een laag niveau heeft bevonden. De gemiddelde stand van de 3-maands Euribor over 2014 is 0,20%. De gemiddelde 3-maands Euribor vanaf 2005 bedraagt 1,87%. De lange rente heeft een sterke daling laten zien in De rente voor 10-jarige Eurobonds bedroeg in januari 2,24%. De laagste stand was 0,73% aan het eind van het jaar. Dit is ruim onder het gemiddelde vanaf 2005 dat 3,08% bedraagt. Refi-rente (Basisherfinancieringsrente 2 ) De rente van de geldmarkt wordt grotendeels bepaald door de ECB. De ECB richt zich voornamelijk op het handhaven van prijsstabiliteit. De stand van de Refi-rente bedroeg ultimo ,25%. De ECB heeft in juni en september 2014 de rente telkens verlaagd met 0,10% naar een niveau van 0,05%. Interne rekenrente De interne rekenrente is het gewogen gemiddelde rentepercentage van de uitgezette gelden met een looptijd tot 1 jaar. In de hierna opgenomen tabel is de interne rekenrente weergegeven over de periode 2011 tot en met Ter vergelijking zijn de benchmarkgegevens van de 3-maands Euribor vermeld. Tabel: interne rekenrente intern Euribor intern Euribor intern Euribor intern Euribor 1e kwartaal 0,20% 0,30% 0,71% 0,22% 1,52% 0,97% 1,08% 1,13% 2e kwartaal 0,22% 0,29% 0,59% 0,21% 1,32% 0,68% 1,34% 1,46% 3e kwartaal 0,08% 0,15% 0,59% 0,23% 1,08% 0,30% 1,51% 1,57% 4e kwartaal 0,06% 0,08% 0,59% 0,25% 0,89% 0,19% 1,65% 1,48% gemiddeld rentepercentage 0,14% 0,20% 0,59% 0,23% 1,19% 0,53% 1,41% 1,41% 2.4 Uitzettingen Op 31 december 2014 is de omvang van de provinciale portefeuille 1.189,5 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd uit treasurygelden (tijdelijke overtollige middelen) en gelden die uitgezet zijn in het kader van de publieke taak. Hierna is een tabel met de uitsplitsing opgenomen. Tabel: Opbouw gelden treasury en publieke taak Bedrag x 1 miljoen Treasury kort (tot 1 jaar): o rekeningcourant bij de Staat 515,6 o deposito's medeoverheden 164,3 o deposito financiële ondern. (vnl.nazorggelden) 16,0 695,9 Treasury lang (vanaf 1 jaar): o garantieproducten financiële ondernemingen 46,5 o deposito's financiële ondernemingen 50,0 o deposito's medeoverheden 269,5 o deposito Nederlandse Staat 25,0 o obligaties financiële ondernemingen 10,0 401,0 Totaal Treasury 1.096,9 Totaal Publieke taak 92,6 Totaal uitgezette gelden 1.189,5 De provincie Groningen beheert ook middelen van derde partijen. In het overzicht op de volgende pagina is de onderverdeling van de treasury gelden over de verschillende partijen weergegeven. 2 De Refi-rente is de rente die banken/financiële instellingen betalen aan de Centrale Bank wanneer zij geld opnemen. De Refirente is een instrument dat door de Europese Centrale Bank (ECB) gebruikt wordt voor het beheersen van de inflatie en de geldmarkt. Financiering 281

282 Tabel: Verdeling treasury gelden Bedrag x 1 miljoen Onderverdeling Treasury gelden o Provincie Groningen 896,0 o SNN 152,5 o Regio Groningen - Assen 20,5 o Groningen Bereikbaar -0,7 o Nazorggelden 25,5 o ODG 3,5 o OV-bureau -2,8 o St. Landinrichting en Bodemverontreiniging 2,3 Totaal Treasury 1.096,9 In het hierna opgenomen overzicht is de treasuryportefeuille weergegeven met de stand van 31 december 2014 uitgesplitst naar geldnemer. In 2014 zijn de uitzettingen aan medeoverheden toegenomen, circa de helft van onze middelen zijn uitgezet bij de Nederlandse Staat. In 2014 zijn een aantal besluiten genomen om in 2015 middelen uit te zetten in het kader van de publieke taak. De samenstelling van de portefeuille naar korte en lange uitzettingen is in vergelijking met de streefportefeuille nog niet optimaal. In de nabije toekomst zal worden toegewerkt naar een betere verhouding tussen lang en kort. De treasuryportefeuille is te verdelen in drie type uitzettingen: uitzettingen bij de Staat, uitzettingen bij medeoverheden en uitzettingen bij financiële ondernemingen. Deze laatste zullen onder het VSK verder worden afgebouwd, met uitzondering van o.a. de nazorggelden, die uitgezonderd zijn van VSK. Onderstaand overzicht geeft de restant looptijd weer. Hierdoor kunnen de cijfers op onderdelen afwijken van de gegevens in Tabel: Opbouw gelden treasury en publieke taak. Tabel: Treasuryportefeuille naar geldnemer Bedragen x 1 miljoen Producten Restant looptijd Totaal tot 1 jr tot 3 jr tot 5 jr tot 7 jr tot 10 jr > 10 jr Nederlandse Staat 515,6 25,0 540,6 Medeoverheden 213,8 30,0 40,0 45,0 95,0 10,0 433,8 Financiële ondernemening 16,0 9,9 20,0 26,7 49,9 122,5 Totaal 745,4 39,9 60,0 71,7 169,9 10, ,9 Percentages 68% 4% 5% 2% 15% 1% 100% Kortlopende uitzettingen Op 1 januari 2014 stond voor 787,8 miljoen kort uit, op 31 december 2014 is dat 745,4 miljoen. Deze middelen zijn verdeeld over een rekening-courant bij het ministerie van Financiën, leningen aan medeoverheden en uitzettingen bij financiële ondernemingen. Per 31 december 2014 bedraagt het saldo op de rekening-courant 515,6 miljoen met een rentevergoeding van nagenoeg nihil. Er is voor 213,8 miljoen uitgezet bij medeoverheden met een restant looptijd korter dan één jaar. In 2014 is een bedrag van 1,0 miljoen aan rentebaten gegenereerd (gemiddeld saldo 744,2 miljoen à 0,14%). Het gemiddeld saldo van de uitgezette gelden is hoger dan geraamd, omdat er minder is uitgegeven dan verwacht en ook doordat er minder geld is uitgezet met een looptijd van 1 jaar en langer. Het gerealiseerde rentepercentage over 2014 is lager dan geraamd, omdat de vergoeding voor kort geld door o.a. verlaging van de rente door de ECB in de tweede helft van 2014 met circa 0,20% gedaald is. Over de jaren 2011 tot en met 2014 werden de volgende resultaten behaald. Tabel: Resultaten kortlopende uitzettingen jaar gemiddeld uitgezet bedrag gemiddeld percentage gemiddeld 3 maands Euribor rente opbrengst ,41% 1,41% ,19% 0,53% ,59% 0,23% ,14% 0,20% Langlopende uitzettingen In totaal hebben wij voor 401,0 miljoen aan langlopende uitzettingen. Met de langlopende uitzettingen is een rentebate gegenereerd van 7,3 miljoen. Dit is het resultaat van een gemiddeld uitgezet bedrag van 310,1 miljoen met een gemiddeld rendement van 2,34%. De rentebaten waren geraamd op 282 Financiering

283 7,4 miljoen. Bij de raming werd uitgegaan van een gemiddeld bedrag van 350,8 miljoen en een gemiddeld rendement van 2,11%. De gerealiseerde rentebate is 0,1 miljoen lager dan geraamd. Het gemiddeld saldo van de uitgezette gelden is lager dan geraamd, omdat het grootste deel van de afgesloten deposito's voornamelijk in het najaar van 2014 afgesloten zijn. Het rentepercentage is hoger dan geraamd, doordat er minder langlopende deposito's zijn afgesloten in 2014 dan verwacht. De rentebaten en de rendementen van de uitzettingen langer dan één jaar over de jaren 2011 tot en met 2014 zijn hierna weergegeven. Ter vergelijking is het gemiddeld rendement van de 10-jaars Eurobond in het overzicht opgenomen. Tabel: Resultaten langlopende uitzettingen jaar gemiddeld uitgezet bedrag gemiddeld percentage gemiddeld 10 jaars Eurobond Uitzettingen bij financiële ondernemingen Er staat per 31 december 2014 totaal 16,0 miljoen kort uit via een deposito bij de ABN AMRO. Het betreffen hier voornamelijk nazorggelden. Per ultimo 2014 staat er totaal 122,5 miljoen, waarvan 9,9 miljoen nazorggelden, bij financiële ondernemingen uit met looptijden tot 10 jaar. De laatste lening vervalt in Deze gelden zijn uitgezet door het plaatsen van deposito's bij de Rabobank, het aankopen van obligaties van de NWB en het afsluiten van garantieproducten via Oyens & Van Eeghen (OVE). Bij de garantieproducten zijn de vastrentende waarden belegd in obligaties van de Rabobank en een deposito van BNP Paribas. Het vrij belegbare deel van deze producten is belegd door toe te treden tot het OVE Global Sustainability Fund. Het betreft hier overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn afgesloten. De rentebaten over deze uitzettingen over 2014 bedroegen 4,1 miljoen. De uitzettingen bij financiële ondernemingen voor o.a. nazorggelden zijn uitgezonderd van het VSK. Hierna is een rapportage over deze middelen opgenomen. Uitgezette gelden nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie Groningen Ultimo 2014 was een bedrag van circa 24,5 miljoen uitgezet. Dit bedrag is als volgt te specificeren: 9,9 miljoen aan garantieproducten en 14,6 miljoen op spaarrekeningen. De contante waarde van de doelvermogens voor de stortplaatsen bedraagt eind ,2 miljoen. Het saldo van het nazorgfonds gesloten stortplaatsen bedraagt ultimo ,5 miljoen. Dit betekent dat er ook in evenals in de jaren 2006 t/m geen afdracht van Afvalverwerking Stainkoeln B.V. aan de provincie nodig is. Hierna is een overzicht met de rendementen en opbrengsten over de periode 2011 tot en met 2014 opgenomen. Tabel: Overzicht rendement en opbrengst nazorgfonds jaar gemiddeld gemiddeld rente uitgezet bedrag percentage opbrengst ,98% ,89% ,03% ,58% rente opbrengst ,52% 3,04% ,32% 1,95% ,70% 1,89% ,34% 1,44% Uitgezette gelden fonds baggerspeciedepots provincie Groningen Naast het nazorgfonds voor gesloten stortplaatsen heeft de provincie een fonds voor baggerspeciedepots. Voor dit fonds was ultimo 2014 een bedrag van circa 1,0 miljoen kort uitgezet. Het fonds is opgebouwd uit de nazorgheffing van Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending (totaal ) en het saldo van de provinciale depots (totaal ). Het rendement van deze belegging bedroeg over De objectgebonden nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt een maand voor sluiting opgelegd. Voor baggerspeciedepots wordt de nazorgheffing geheven per baggerspeciedepot. Financiering 283

284 2.5 Verstrekte leningen in het kader van de publieke taak In 2014 is het afwegingskader provinciaal vermogen vastgesteld door uw Staten. Dit afwegingskader bevat een aantal criteria waaraan voordrachten tot uitzettingen in het kader van de publieke taak dienen te voldoen. In 2014 zijn een aantal uitzettingen in dit kader voorbereid, zoals het opzetten van een revolverend fonds voor het mkb, een lening aan de Ommelander Ziekenhuis Groep en leningen aan kredietunies. In 2015 zullen deze uitzettingen worden gerealiseerd. Het saldo van leningen in het kader van de publieke taak bedraagt per 31 december ,6 miljoen. Hierna is een tabel met de uitzettingen in het kader van de publieke taak opgenomen. Tabel: Uitzettingen in het kader van de publieke taak Bedrag x 1 miljoen Achtergestelde lening Enexis 26,6 Diverse brugleningen Enexis 51,0 Hypotheken betreffende waterberging 4,1 Achtergestelde lening De Hoven 2,5 Aldel 7,0 Overige 1,4 Totaal 92,6 2.6 Toezicht liquiditeitspositie en renterisconorm Hieronder zijn de verplichte onderdelen met betrekking tot het toezicht op onze liquiditeitspositie en overschrijding van de renterisiconorm opgenomen. Opgenomen kort- en langlopende middelen In 2014 zijn geen middelen opgenomen die dienen ter aanvulling van een tijdelijk liquiditeitstekort of als langlopende financiering. Toezicht liquiditeitspositie Voor de bepaling van de liquiditeitspositie wordt gebruik gemaakt van de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet is een bedrag ter grootte van een bij ministeriële regeling vastgesteld percentage van het begrotingstotaal. Het saldo van de netto vlottende schuld mag deze limiet niet structureel overschrijden. Een vlottende schuld ontstaat als de kortlopende schulden hoger zijn dan de kortlopende activa, met andere woorden er worden kortlopende schulden gebruikt voor de financiering van vaste activa. Dit percentage is voor 2014 op 7,0% gesteld. Voor de provincie Groningen bedraagt de kasgeldlimiet voor 2014: 7,0 % van is Uit onderstaand overzicht blijkt dat in 2014 geen liquiditeitstekorten zijn voorgekomen. Tabel: liquiditeitspositie Maanden Vlottende schuld (1) Bedrag x 1 miljoen Vlottende Netto vlottend (+) of middelen Overschot middelen (-) (2) (3) januari februari maart gemiddelde 1e kwartaal ruimte onder limiet april mei juni gemiddelde 2e kwartaal ruimte onder limiet juli augustus september gemiddelde 3e kwartaal ruimte onder limiet oktober november december gemiddelde 4e kwartaal ruimte onder limiet Financiering

285 Toezicht langlopende opgenomen middelen De toezichthouder hanteert voor het toezicht op de langlopende opgenomen gelden de zogenaamde renterisiconorm. Het renterisico op de vaste schuld kan worden berekend door te bepalen welk deel van de langlopende leningen in enig jaar moet worden geherfinancierd. De provincie Groningen heeft geen langlopende leningen te herfinancieren. Variabelen Renterisico(norm) Jaar T: Jaar T+1: Jaar T+2: Jaar T+3: Renteherzieningen 0 Aflossingen Renterisico Renterisiconorm Ruimte onder renterisiconorm Overschrijding renterisiconorm Renterisiconorm Begrotingstotaal jaar Percentage 20% Regeling provincie Renterisiconorm (van alleen jaar T) Drempelbedrag VSK Bij het VSK mag een bedrag buiten de schatkist worden aangehouden. Dit bedrag is het zogenaamde drempelbedrag. Het maximale drempelbedrag bedraagt 0,75% van het begrotingstotaal. Zoals uit onderstaand overzicht blijkt is het drempelbedrag in 2014 niet overschreden. Toelichting berekening drempelbedrag Bedrag x Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 Begrotingstotaal verslagjaar 2014 Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner is of gelijk aan 500 miljoen Het deel van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen te boven gaat n.v.t. Drempelbedrag (0,75% van het begrotingstotaal) Som van de dag buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen Dagen in het kwartaal Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks Schatkist aangehouden middelen Ruimte onder het drempelbedrag Overschrijding van het drempelbedrag EMU-saldo Het Stabiliteits- en Groeipact is een reeks afspraken tussen eurolanden die de waardevastheid van de euro moeten garanderen. Eén belangrijk onderdeel betreft de afspraak dat het begrotingstekort lager moet zijn dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het behalen van deze doelstelling is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk en de decentrale overheden. Die verantwoordelijkheid is ingevuld door het vaststellen van een macronorm voor decentrale overheden gezamenlijk. Deze norm wordt aan het begin van een kabinetsperiode na bestuurlijk overleg vastgesteld. In de wet HOF is dit verankerd. In januari 2013 is een Financieel Akkoord bereikt tussen het Rijk en de decentrale overheden. De feitelijk te realiseren norm voor 2014 t/m 2017 is als volgt vastgelegd: Te realiseren norm decentrale overheden -0,50% -0,50% -0,40%* -0,30%* Totaal aandeel provincies in de te realiseren norm -0,11% 0,10% p.m. p.m. *) Eind 2015 wordt in bestuurlijk overleg bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. De totale macronorm in 2014 voor provincies bedraagt 674 miljoen negatief. Het aandeel van de provincie Groningen hierin bedraagt 28 miljoen negatief (referentiewaarde). Voor dit bedrag mogen meer kasstromen de provincie verlaten dan dat er binnenkomen. De referentiewaarde is een hulpmiddel bij beheersen van het EMU-saldo en geen harde norm. In realisatie is ons tekort in het EMU-saldo bij de Financiering 285

286 jaarrekening 5,7 miljoen negatief. We kunnen concluderen dat wij binnen het gestelde referentiekader zijn gebleven. 286 Financiering

287 3. Bedrijfsvoering De veranderende context waarin de provincie opereert vraag om een effectieve en een slagvaardigere organisatie. Door middel van onder andere diverse verbetertrajecten wordt stevig ingezet op de uitvoering van andere en complexere taken met minder mankracht. Conform de organisatievisie en het organisatieperspectief 2015 streven we naar een organisatie die plat is en plat blijft. Ons streven is om meer samenhang in bestuurlijk en ambtelijk integraal sturen te creëren. We vinden het belangrijk dat daarbij aandacht is voor samenwerking en maatschappelijk relevante en concern brede doelen. Het opgave gestuurd, projectmatig en programmamatig werken zijn daarbij onze hulpmiddelen. Deze horizontale vormen van sturing zullen steeds dominanter worden. Duidelijke kaders en keuzes zijn van belang om gestelde doelen te realiseren. Ook externe en maatschappelijke ontwikkelingen (bv. bestuursakkoord Rijk-provincies-gemeenten) worden hierin meegenomen Personeel & Organisatie Op het gebied van personeels- en organisatieontwikkeling heeft 2014 vooral in het teken gestaan van: financieel Perspectief en de personele gevolgen daarvan; voorbereidingen doen en uitvoering geven aan externe werkverbanden zoals Omgevingsdienst Groningen (ODG) en Dienst Landelijk Gebied (DLG); verandering van de organisatie als gevolg van vermindering financiële ruimte door maatregelen van het Rijk; overige ontwikkelingen. Financieel perspectief De taakstelling over 2014 is financieel volledig- en formatief voor een groot deel- gerealiseerd, maar er wordt voorzien dat 2015 tot en met 2017 lastige jaren gaan worden. De personele effecten (boventallige medewerkers) zijn vooral dan merkbaar. Hiervoor is een aanscherping van de bestaande plannen opgesteld, de zogenaamde Vlootschouw was het laatste en meest cruciale jaar van de bezuinigingen. Medewerkers waarvan de functies zijn komen te vervallen zijn bekend. Conform het sociaal convenant zijn de medewerkers maximaal twee jaar boventallig. Er wordt stevig op ingezet om de herplaatsingen van de boventallige medewerkers tot een succes te maken. Er zijn goede resultaten geboekt in het afgelopen jaar. Om nu ook de laatste groep medewerkers te herplaatsen moet er maximaal gebruik gemaakt worden van de personeelsinstrumenten die er binnen het inzetbaarheidsbeleid zijn en die passen binnen het Sociaal Convenant. Hierover hebben de directie, OR en bonden aanvullende afspraken gemaakt. Uitgangspunt is steeds het behouden van werkgelegenheid. Er is een monitor verder ontwikkeld (Vlootschouw), waarmee transparant duidelijk is welke functies nog komen te vervallen, waar toekomstige vacatures ontstaan en wat nodig is om betreffende medewerkers te begeleiden naar ander werk. Er wordt getracht om waar mogelijk medewerkers intern te plaatsen op andere functies. Dit zal niet altijd lukken, dus in sommige gevallen is ook sprake van externe bemiddeling. Om werkgelegenheid te behouden voor de medewerkers zijn binnen het bestaande beleid een aantal aanvullende maatregelen van kracht geworden. Deze gelden vanaf 1 februari Het kwaliteitsprogramma Kleiner en Beter is voor wat betreft de organisatieontwikkeling afgerond. De formatiereductie, welke eveneens onderdeel daarvan uitmaakt is in 2013 verwerkt in de financiële taakstelling van Financieel Perspectief. Er wordt derhalve geen onderscheid meer gemaakt in de verschillende programma's. Gerelateerd aan de taakstelling Financieel Perspectief hebben uw Staten middelen beschikbaar gesteld om de reductie te realiseren. In 2015 moet de formatie met 108 fte gereduceerd zijn. Conform de motie met betrekking tot frictiekosten d.d. 31 maart 2010 wordt hier gerapporteerd over de uitgaven daarvan. Bedrijfsvoering 287

288 Het budget voor de frictiekosten bedraagt De totale lasten (tot en met 27 januari 2015) bedragen tegen in Er zijn verplichtingen voor een bedrag van aangegaan. De middelen zijn besteed conform de vastgestelde kaders. De realisatie van het gehele budget is gedurende 2011 gestart en is tot en met 2014 uitgenut. Verwacht wordt dat het volledige budget zal worden besteed. Er is door gesubsidieerde instellingen geen beroep op het budget gedaan. Overige ontwikkelingen Naast bovenstaande is het afgelopen jaar gewerkt aan: de uitvoering van het Regiospecifiek Pakket (RSP); uitwerking personele gevolgen nieuw beleid collegeperiode ; professionalisering projectmatig werken; transitie DLG; uitvoeringgeven aan dienstverlening aan externe werkverbanden (ODG, SNN, etc.) Ontwikkeling sociale zekerheid en arbeidsvoorwaarden Eind 2014 is een nieuwe provinciale cao afgesloten. In de nieuwe cao is een loonsverhoging van 2% per 1 januari 2015 en 1% per 1 juli 2015 geregeld. Tevens heeft er in december 2014 een eenmalige uitkering van 450 plaatsgevonden Formatieontwikkeling provinciaal apparaat en ziekteverzuim In de onderstaande tekst worden de termen formatie, bezetting en aantal medewerkers gebruikt. Ter verduidelijking wordt hier een korte toelichting op deze termen gegeven. Formatie is het toegestane aantal fte s (fulltime-equivalenten). Op basis van de formatie wordt de begroting vastgesteld. De bezetting is de praktische invulling van de formatie. De bezetting kan daarmee afwijken van de formatie omdat het efficiënter kan zijn om bijvoorbeeld een formatieplaats onderbezet en anderen overbezet te hebben. Er worden echter nooit meer middelen beschikbaar gesteld dan voor de toegestane formatie. Met bezuinigen wordt om deze reden altijd naar de formatie en niet naar de bezetting gekeken. Het aantal medewerkers wijkt af van de formatie en bezetting. Dit heeft te maken met het feit dat één functie door meerdere deeltijders kan worden vervuld. Formatiereductie uit de programma s Financieel Perspectief en Kleiner en Beter De realisatie van deze programma s loopt financieel gezien volgens planning. De afdelingsbudgetten worden jaarlijks gekort met de bezuinigingstaakstelling, zoals vastgesteld in de programma s Kleiner en Beter en Financieel Perspectief. Formatief gezien wordt eveneens gereduceerd. Dit vindt met de nodige accuratesse plaats om kennis- en continuïteitsverlies tegen te gaan. Per 1 januari 2015 is volledige taakstelling gerealiseerd. Formatie In 2011 is een duidelijk begin gemaakt met de formatiereductie. Na een reeks van jaren met (lichte) stijging tot en met 2009 is vanaf 2010 de daling ingezet. Dit gaat om reductie in het kader van Kleiner en Beter (KB) alsmede Financieel Perspectief (FP). Het vertrek van medewerkers (muskusrattenbestrijding: MURA) naar de waterschappen en naar ODG hebben eveneens invloed op de formatie. Dat levert het volgende beeld op van de meerjarige ontwikkeling (in fte's). KB FP voordr. MURA ODG overige toename/ formatie 44/2011 afname Bedrijfsvoering

289 Als gevolg van voordracht 2011/44 heeft een tijdelijke formatie-uitbreiding plaatsgevonden in Deze tijdelijke formatie-uitbreiding wordt in de periode weer afgebouwd. De formatiereductie als gevolg van de bezuinigingen is vanaf 2013 zo fors dat per saldo sprake is van formatieafname. De formatie bedroeg eind fte. Dit is inclusief tijdelijke formatie (formatie waar tijdelijk financiering voor is). In deze cijfers zijn de overige werkverbanden zoals Regiovisie, Veenkoloniën, RSP, etc. niet verwerkt. Deze werkverbanden maken in formele zin geen onderdeel uit van de provinciale organisatie. Een verdere daling is als gevolg van de bezuinigingen te verwachten. Aantal medewerkers Het aantal medewerkers is niet gelijk aan de bezetting in bovenstaande tabel. Dit komt door het feit dat één formatieplaats door meerdere personen ingevuld kan worden. Het aantal medewerkers is in 2014 met 17 personen gedaald ten opzichte van Dit overzicht laat de verandering in het totale aantal medewerkers, onderverdeeld naar mannen en vrouwen, zien. Uit dit schema valt af te leiden dat het aandeel van de vrouwelijke medewerkers, relatief gezien, is gegroeid. Aantal medewerkers Man Vrouw Totaal stand in dienst uit dienst stand Gemiddelde leeftijd De gemiddelde leeftijd eind 2014 bedraagt 48,8 jaar. Dit is 0,5 jaar (6 maanden) hoger dan eind Jaar Man Vrouw Totaal ,2 43,2 46, ,5 43,9 46, ,9 45,0 47, ,5 45,6 47, ,7 46,2 47, ,9 47,2 48, ,3 48,0 48,8 Naar verwachting zal de gemiddelde leeftijd van de medewerkers de komende jaren verder stijgen, waar tot voor kort nog verwacht werd dat de gemiddelde leeftijd zou dalen als gevolg van een relatief grote Bedrijfsvoering 289

290 uitstroom van medewerkers met een pensioengerechtigde leeftijd. De stijging heeft meerdere oorzaken. Het stijgen van de pensioenleeftijd en een beperkte instroom van nieuwe medewerkers zijn de voornaamste redenen. De laatste reden is inherent aan de taakstelling op de formatie. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim schommelde een aantal jaren rond de 5%. Sinds 2009 heeft zich een geleidelijke daling ingezet en inmiddels ligt het verzuim op 3,5%, waarbij in 2014 een daling is waar te nemen. Als streefcijfer wordt de Verbaannorm gehanteerd, deze bedraagt 3,7% voor de provincie Groningen. In 2013 is sinds enige jaren de norm licht overschreden. Ontwikkeling verzuimpercentage ,8 5,6 4,7 5,4 4,5 4,6 3,7 3,5 3,3 3,8 3, De meldingsfrequentie (mf) ligt op 1,3. Deze ligt op het gemiddelde van de afgelopen jaren, maar is lager dan in 2013 (1,6). Het streefgetal is in dit geval het gemiddelde van de sector en bedraagt 1,2. Een hoge mf is een indicator voor dreigend oplopend verzuim, met name langdurig verzuim. Juist het langdurig verzuim was de laatste jaren sterk gedaald. Nu wordt verder aandacht gegeven aan voorkomen van verzuim. Tevens wordt onderzoek uitgevoerd naar de oorzaak van het stijgende verzuim. Digitalisering/Ter Zake! Het project Ter Zake! is in 2014 stopgezet. De Staten zijn daar van op de hoogte gesteld door middel van twee brieven. Met het stopzetten van Ter Zake! zijn alle initiatieven die hiermee annex waren ook stopgezet. Er is een evaluatie gedaan op het project Ter Zake! die moest leiden tot een voorstel voor het vervolgtraject. De aanpak daarna is in eerste instantie gebaseerd op concernbreed en contextgericht denken en handelen: eerst het strategisch perspectief aanbrengen op wat we nu eigenlijk willen bereiken en vervolgens onderzoeken welke informatiebehoefte daaruit ontstaat. Kort samengevat: Eerst denken dan doen. In het belang van de continuïteit van de bedrijfsvoering is een project gedefinieerd om het technische fundament van FileNet, waarop het huidige ProMIS (GS-besluitvoming) draait, weer up-to-date en stabiel te maken Informatievoorziening en -technologie Op het gebied van ICT hebben we ons in 2014 primair beziggehouden met de continuïteit van de dienstverlening. Verstoringen van die dienstverlening zijn binnen de normen van de afspraken opgelost. Daarnaast zijn er een aantal trajecten uitgevoerd om de dienstverlening op de langere termijn te kunnen blijven garanderen, waaronder het afronden van een nieuwe data storage (SAN). De provinciale dienstverlening wordt in steeds hogere mate ondersteund door ICT-faciliteiten. Verder is een vereenvoudigde structuur opgezet voor de IT-governance, de business-it alignment en de prioritering en uitvoering (voortgangsbewaking) van projecten. Deze structuur sluit maximaal aan bij aanwezige structuren en geeft inhoudelijk invulling aan het klant-leverancier model. 290 Bedrijfsvoering

291 3.3. Facilitaire dienstverlening De missie inzake favcilitaire dienstverlening is haar klanten (de medewerkers van de provincie) te ontzorgen, zodat deze zich kunnen concentreren op hun kerntaken. Er wordt een op de klant afgestemd pakket aan producten en diensten aangeboden tegen een evenwichtige prijsprestatieverhouding. Hierbij wordt proactief, transparant en met oog voor duurzaamheid te werk gegaan. Project Basisrenovatie+: In 2014 is dit project, waarin het noodzakelijke (achterstallige) groot onderhoud aan het gebouw Sint Jansstraat 4 (SJ4) is uitgevoerd in combinatie met verbeteringen aan het klimaat, de verlichting en de uitstraling van de algemene ruimten van het gebouw en een aantal maatregelen op het gebied van duurzaamheid, zowel qua werkzaamheden als financieel afgerond. Het project is binnen planning en budget opgeleverd. Facilitair regiemodel: Mede ingegeven door de bezuinigingstaakstelling is in 2014 een slag gemaakt in de ontwikkeling van een vraaggericht naar regiegeorganiseerd werken. Met de implementatie van het facilitair regiemodel zijn wij beter in staat om een op behoefte afgestemd pakket aan producten en diensten te kunnen bieden in een zakelijke omgeving (zowel richting de klant als richting de leverancier). Inkoopsamenwerking met Drenthe: In 2014 zijn de banden met Drenthe op het gebied van inkoop verder aangehaald en zijn er meerdere trajecten gestart om gezamenlijk producten en diensten in te kopen (zoals inhuur personeel, bedrijfskleding en media). Voorts wordt ook bepaald op welke wijze de inkoopprocessen worden vormgegeven en ondersteund. Niet alleen om efficiënt in te kopen, maar ook om kennis van het inkoopproces zo goed mogelijk te borgen binnen de provincies Financiën & Control Rechtmatigheidstoets Provinciale Staten zijn met ingang van 2004 verplicht in het kader van de controle op de Jaarrekening in aanvulling op een toets op de getrouwheid ook een toets op de rechtmatigheid uit te laten voeren. Uitgangspunt hierbij is dat de accountant alleen de financiële rechtmatigheid toetst. De financiële rechtmatigheid bestaat uit een drietal aspecten: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het Misbruik & Oneigenlijk Gebruikscriterium. Vanzelfsprekend wordt alles in het werk gesteld om een goedkeurende controleverklaring te krijgen. Dit enerzijds door bij de inrichting van processen de noodzakelijke waarborgen in te bouwen, en anderzijds door controle uit te voeren op de naleving van de afgesproken beheersmaatregelen. Samengevat wordt hieronder een totaalbeeld van de te verrichten structurele activiteiten weergegeven: 1. Begrotingscriterium: Wij toetsen jaarlijks het systeem van budgettering en zullen in de toekomstige jaarrekeningen adequate toelichtingen geven bij overschrijdingen c.q. onderschrijdingen. 2. Voorwaardencriterium: Bij het opstellen van nieuwe verordeningen houden wij voor zover mogelijk voldoende rekening met zogenaamde hardheidsclausules. Hiermee wordt voorkomen dat wij verstrikt raken in een al te stringente toepassing van regels. Verder actualiseren wij jaarlijks alle relevante externe en interne regels. Van nieuwe regelgeving brengen wij de risico's en beheersmaatregelen in kaart. De naleving van de beheersmaatregelen zullen wij op basis van interne audits toetsen. 3. Misbruik & Oneigenlijk gebruikscriterium: Het M&O-beleid is vormgegeven in een reeks van verschillende verordeningen. Wij zijn van mening dat wij met behulp van die verordeningen een toereikend M&O-beleid voeren. In onze voordracht van 8 november 2005, nummer 32/2005 hebben wij de verschillende M&O elementen samengebracht, zodat inzicht ontstaat in de verschillende verordeningen waarin het M&O-beleid is vormgegeven. Hierbij is tevens aandacht geschonken aan de werkwijze ten aanzien van inschatting van risico's en het treffen van beheersmaatregelen, alsmede de rapportagemethodiek. Bedrijfsvoering 291

292 Jaarlijks stellen uw Staten het normenkader ten behoeve van de rechtmatigheidstoets vast. De lijst met verordeningen, die een duidelijke relatie hebben met Misbruik & Oneigenlijk gebruik, maakt hier als bijlage onderdeel van uit. De lijst wordt zodoende jaarlijks geactualiseerd. Sinds de invoering van de rechtmatigheidstoets zijn alle provinciale rekeningen door de accountant voorzien van een goedkeurende verklaring met betrekking tot de financiële rechtmatigheid Doelmatigheid/Doeltreffendheid Jaarlijks toetsen wij de doelmatigheid en doeltreffendheid van een of meerdere beleidsprogramma s naar aanleiding van de verordening doelmatigheid en doeltreffendheid. Conform de verordening wordt in ieder geval elk beleidsprogramma eens in de acht jaar onderzocht, waarbij het onderzoek zich richt op specifieke onderwerpen uit de beleidsprogramma's. Begin 2015 is het onderzoek naar het programma Energiek Groningen afgerond, waarbij specifiek de subsidieregelingen met betrekking tot energie binnen dit programma zijn onderzocht. De resultaten en het onderzoeksrapport Energieregelingen binnen Programma Energiek Groningen zijn in april 2015 in uw Staten behandeld. Vanaf 2015 zal een nieuwe cyclus starten, waarbij alle beleidsprogramma s weer opnieuw onderzocht zullen worden Single Information Single Audit Jaarlijks leggen wij verantwoording af richting het Rijk over een aantal specifieke uitkeringen middels de bijlage SISA. In de Jaarrekening 2014 zullen wij over vijf specifieke uitkeringen middels SISA verantwoording afleggen. Dit betreft de volgende regelingen: Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU VV); Regionale Mobiliteitsfondsen, Regio Groningen-Assen; Regionale Mobiliteitsfondsen (verantwoording richting SNN); Verzameluitkering EZ; Doeluitkering Jeugdzorg. Naast onze eigen verantwoording richting het Rijk met behulp van SISA wordt door gemeenten met betrekking tot drie regelingen (doorsluissubsidies) verantwoording afgelegd richting de provincie middels de SISA-bijlage van de gemeenten. Dit betreft de volgende regelingen: Brede Doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU VV); Investering stedelijke vernieuwing (ISV); Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) In overleg met onze accountant wordt continu gewerkt aan het verder verbeteren en optimaliseren van het werken met de SISA-systematiek. Op termijn zal onze verantwoording richting het Rijk steeds verder afnemen door de overdracht van de Jeugdzorgtaken richting de gemeenten en de integratie van de BDU VV in het Provinciefonds. 292 Bedrijfsvoering

293 4. Lokale heffingen 4.1. Inleiding De paragraaf lokale heffingen besteedt aandacht aan: a. De gerealiseerde versus de geraamde inkomsten opcentenheffing motorrijtuigenbelasting en leges; b. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen; c. Een aanduiding van de lokale lastendruk; d. Een overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen. Er wordt geen aandacht besteed aan het kwijtscheldingsbeleid, aangezien dit verder niet van toepassing is op de provinciale belastingen en heffingen. Tabel: Inkomsten lokale heffingen (bedragen x 1.000) Omschrijving realisatie 2013 raming 2014 realisatie 2014 Opcenten mrb Leges en andere heffingen Totaal Beleid ten aanzien van lokale heffingen Opcenten motorrijtuigenbelasting Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. De provincie dient zelf te bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit (het verschil tussen het wettelijke maximumtarief en het feitelijke provinciale opcentenniveau) wil benutten. Sinds 2012 is de ingangsdatum van de tariefaanpassing op 1 januari (voorgaande jaren was de ingangsdatum 1 april van het jaar). In de tariefstelling wordt rekening gehouden met een inflatiecorrectie en de groei van het wagenpark Lokale lastendruk Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijke lastendruk. Hierbij is voornamelijk de hoogte van de opcentenheffing van toepassing. Zoals eerder vermeld, stelt het Rijk jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Vanaf 1 januari 2014 bedraagt het maximum 107,3 opcenten. Wij hebben ons eigen tarief per 1 januari 2014 verhoogd met 2,0 opcenten tot 87,1 opcenten. Op de ranglijst van duurste provincies van Nederland, neemt de provincie Groningen op 1 januari 2014 een gedeelde vierde plaats in. De gemiddelde automobilist in onze provincie betaalde in 2014 per voertuig circa 210 aan provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting. Deze berekening is gebaseerd op de gewichtsverdeling per ultimo Onderstaand overzicht toont de ontwikkeling van ons tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde en het maximaal toegestane tarief en verder het stijgingspercentage in 2013 en 2014 van deze grootheden. Het maximumtarief is per 1 januari 2014 bijgesteld aan de ontwikkeling van het prijspeil tot 109,1 opcenten (CPI: 1,7%). In 2013 was het maximale aantal opcenten 107,3 opcenten. Het percentage waarmee het maximum aantal opcenten jaarlijks verandert heeft geen normerende werking naar provincies. Provincies mogen zelf besluiten over de mate waarin de tarieven stijgen. De enige begrenzing zit in de absolute hoogte van het maximum aantal opcenten (2013: 107,3 opcenten en 2014: 109,1 opcenten). De stijging van ons opcententarief bedraagt 2,4%. Deze verhoging betreft de verwachte ontwikkeling van de consumentenprijsindex (CPI) en daarnaast de nacalculatie van de indexatie over Het verwachte CPI voor 2014 (1,75%) was opgenomen in de voorjaarsraming van het CPB. Uiteindelijk bleek het feitelijke CPI hiermee in lijn te liggen zodat in 2015 nacalculatie van het tarief achterwege is gebleven. Het tarief voor 2014 is verhoogd met de nacalculatie over 2013 (0,6%). De ontwikkeling van het CPI over 2013 kwam namelijk uit op 2,2% in plaats van de door ons geraamde 1,5%. Lokale heffingen 293

294 Tabel: Ontwikkeling opcenten motorrijtuigenbelasting in de jaren 2013 en 2014 realisatie 2013 raming 2014 realisatie 2014 provincie Groningen 85,1 87,1 87,1 landelijk gemiddelde 80,6 81,3 81,3 provincie Groningen als % van landelijk gemiddelde 105,6 107,1 107,1 wettelijk maximum (landelijk) 107,3 109,1 109,1 provincie Groningen als % van wettelijk maximum 79,3 79,8 79,8 stijgingspercentages tarieven per 1 januari realisatie 2013 raming 2014 realisatie 2014 provincie Groningen 1,5 2,4 2,4 landelijk gemiddelde 1,0 0,8 0,8 wettelijk maximum 2,2 1,7 1,7 In tabel 6 laten we zien in welke mate de verschillende provincies in 2014 gebruik hebben gemaakt van hun maximale belastingcapaciteit. Uit die vergelijking blijkt dat Groningen evenals Fryslân, Drenthe, Gelderland en Zuid-Holland een meer dan gemiddeld gebruik maakt van de belastingcapaciteit. De provincie Noord-Holland heeft zowel absoluut als procentueel de grootste vrije zoom (= onbenutte belastingcapaciteit). Tabel: Belastingcapaciteit en vrije zoom opcenten motorrijtuigenbelasting in 2014 Provincie Maximale belastingcapaciteit 2014 in % Belastingopbrengst 2014 in % Vrije zoom 2014 in % Belastingopbrengst als % van de belastingcapaciteit Groningen ,16% ,40% ,47% 79,84% Fryslân ,83% ,28% ,56% 82,77% Drenthe ,12% ,40% ,31% 80,93% Overijssel ,71% ,62% ,96% 73,24% Gelderland ,86% ,77% ,27% 79,84% Utrecht ,31% ,45% ,77% 66,54% Noord-Holland ,59% ,24% ,35% 62,24% Zuid-Holland ,23% ,39% ,13% 87,08% Zeeland ,46% ,38% ,69% 71,77% Noord-Brabant ,54% ,43% ,75% 69,48% Limburg ,74% ,38% ,78% 70,21% Flevoland ,44% ,25% ,97% 70,21% Totaal ,00% ,00% ,00% 74,19% 4.4. Overige heffingen Bij dit onderdeel gaat het onder meer om de volgende leges en heffingen: Leges Vaarwegenreglement; Leges Grondwater; Leges Ontgrondingen; Leges Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; Haven- en kadegelden; Liggeldverordening Oude Eemskanaal; Grondwaterheffing; Ontgrondingenheffing; Heffing nazorg stortplaatsen. 294 Lokale heffingen

295 In het najaar van 2013 hebben wij u een wijziging voorgelegd van de Tarieventabel 2014 provinciale leges. De tarieven zijn bij deze voordracht (62/2013) trendmatig verhoogd op basis van de verwachte prijsstijging van overheidsconsumptie. De tarieven voor omgevingsvergunningen zijn gehandhaafd op het niveau van De voordracht is vastgesteld op 11 december 2013, nr. B.5). Met de inwerktreding van de Wabo is de omgevingsvergunning geïntroduceerd en worden circa 25 verschillende wettelijke kaders geïntegreerd. De omgevingsvergunning maakt het mogelijk om één geïntegreerde vergunning voor afzonderlijke activiteiten, zoals milieu, bouwen, slopen, lozen en monumenten in één keer aan te vragen. De Omgevingsdienst Groningen verzorgt vanaf 1 november 2013 voor de Groninger gemeenten en de provincie de uitvoering van vergunningverlening-, toezicht- en handhavingstaken op het gebied van milieu, bouwen en wonen. De legestarieven worden jaarlijks aangepast in de bij de legesverordening 1993 behorende Tarieventabel. De laatste vastgestelde aanpassing betreft de legestarieven per 1 januari 2015 (Statenbesluit van 5 november 2014, B.2). De haven- en kadegelden zijn gebaseerd op het Havengeldreglement Delfzijl en het Kade- en Havenreglement Groningen. Deze zijn voor het laatst gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 5 juli 2006, nr. B.1 (voordracht nr. 8/2006). Wij hebben u met onze voordracht 18/2009 van 16 juni 2009 een nieuwe Liggeldverordening doen toekomen voor het Oude Eemskanaal te Delfzijl. Dit is een passantenhaven, waarvan sinds 1987 de tarieven niet zijn verhoogd en daarom onwerkelijk laag in vergelijking met de rest van Nederland zijn. Wij hebben u voorgesteld dit te repareren door geleidelijk, over een periode van zes jaar, de liggelden ieder half jaar met 0,05 te verhogen, om zou uiteindelijk uit te komen op een tarief van 0,60 per strekkende meter per dag, een tarief dat nog steeds relatief laag is in vergelijking met de rest van de passantenhavens in Nederland. Voor dit laatste is bewust gekozen om de concurrentie met de Motorbootvereniging Abel Tasman niet aan te gaan en omdat er geen extra voorzieningen zijn in vorm van bijvoorbeeld douches, elektra of internet. Ons oorspronkelijk voorstel in de voordracht 18/2009 was om de verordening per 1 oktober 2009 in werking te laten treden. Tijdens de vergadering van commissie Bestuur en Financiën van 9 september 2009 is - mede naar aanleiding van bezwaren van bewoners - onder andere gesproken over deze ingangsdatum. In verband daarmee hebben wij u in een aanvullende voordracht (voordracht nr. 18a/2009) voorgesteld om de ingangsdatum 1 januari 2011 te laten zijn. Per 1 juli 2016 zal nu het tarief van 0,60 per strekkende meter per dag worden bereikt. De vanaf 2011 te hanteren tarieven zijn vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 23 september 2009, nr. A.3 (voordracht 18a/2009). In de Verordening op het instellen en invorderen van de grondwaterheffing is het tarief per 1 januari 2013 gesteld op 1,68 eurocent per kubieke meter onttrokken grondwater (zie besluit van Provinciale Staten van 12 december 2012, nummer B.1, voordracht nr. 36/2012). Met ingang van 1 augustus 2003 is Heffingsverordening ontgrondingen Groningen 2003 van kracht geworden. Deze is voor het laatst gewijzigd op 26 september 2007 (voordracht nr. 15/2007). De heffing is gewijzigd in die zin dat (deel)heffingen voor de bekostiging van planning en onderzoek en van compenserende maatregelen met ingang van 2007 vervallen en dat een nieuwe heffing wordt ingevoerd voor de bekostiging van onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade. In onze voordracht tot wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van de nazorgheffing gesloten stortplaatsen provincie Groningen is het tarief voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen genoemd in artikel 7 van deze verordening vastgesteld voor het jaar Ook is de nazorgheffing voor baggerspeciedepots opnieuw vastgesteld. Dit besluit is op 11 december 2013 onder nummer B.4 (voordracht nr. 61/2013) door Provinciale Staten vastgesteld. De baten uit leges en andere heffingen zijn in de rekening verwerkt bij de diverse programma's. Lokale heffingen 295

296 296 Lokale heffingen

297 5. Onderhoud kapitaalgoederen 5.1. Onderhoud kapitaalgoederen wegen en kanalen De provincie is eigenaar van ca. 522 km weg, 218 km fietspad, 143 km vaarweg met de daarbij behorende bruggen, viaducten, tunnels, sluizen, verkeersregelinstallaties, beplanting, bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten. Met ingang van 1 januari 2013 wordt gewerkt met het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur , dat is vastgesteld door Provinciale Staten op 7 november Daarin is vastgelegd op welke wijze het beheer en onderhoud van de wegen en vaarwegen in deze vierjarige periode plaatsvindt. Het beheer wordt uitgevoerd op basis van inspecties, metingen en beheerprogramma's. Het benodigde budget is erop gebaseerd dat de kwaliteit gedurende de contractperiode (op de korte termijn) gelijk blijft en op de lange termijn de technische levensduur wordt gehaald. In het meerjarenprogramma zijn drie scenario's onderscheiden voor het beheer en onderhoud. Uitgangspunt in dit Meerjarenprogramma is dat voor scenario 2 wordt gekozen. In dit scenario worden de producten op een zodanige wijze beheerd en onderhouden, dat zij aan de wettelijke eisen voldoen. Daarnaast is er aandacht voor uiterlijke kwaliteitsaspecten. Bij groot onderhoud worden kansen afgewogen en benut om beheer en onderhoud op meer duurzame wijze te kunnen uitvoeren. Achterstallig onderhoud wordt geleidelijk ingelopen. De middelen hiervoor zijn echter niet toereikend. In de Voorjaarsnota 2013 hebben wij u mede gelet op het sterk verslechterde financiële perspectief voorgesteld de gevraagde extra middelen van 1,16 miljoen per jaar voor beheer en onderhoud gedurende de looptijd van het meerjarenprogramma niet beschikbaar te stellen. U heeft hiermee ingestemd. Het gevolg hiervan is, dat de aanwezige onderhoudsachterstand niet geleidelijk kan worden ingelopen. De middelen voor beheer en onderhoud zijn opgenomen in het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur Het betreft de volgende productgroepen: 3102 t.b.v. onderhoud en beheer van wegen en fietspaden 3104 t.b.v. verkeersmanagement 3303 t.b.v. onderhoud en beheer van vaarwegen 3306 t.b.v. kunstwerken vaarwegen Tabel: Lasten beheer en onderhoud, excl. toegerekende rente en apparaatskosten (bedragen x 1.000) Wegen: 3102 Wegen en fietspaden 6.697, , , , , Verkeersmanagement 459,3 886,7 900,4 927,3 955,1 Waterwegen: 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen 3.883, , , , , Kunstwerken vaarwegen 1.094,7 631,7 587,1 598,9 613,7 De reconstructie en verbetering van bestaande infrastructuur en de vervanging van kunstwerken vindt plaats in het kader van het provinciale MIT. De middelen hiervoor zijn opgenomen in de volgende productgroepen: 3101 t.b.v. (re)constructie van wegen en fietspaden 3301 t.b.v. (re)constructie waterwegen Veelal wordt een bijdrage geleverd vanuit het budget voor onderhoud. Onderhoud kapitaalgoederen 297

298 5.2. Huisvesting Provinciehuis De basisrenovatie heeft geresulteerd in een huisvesting die (meer) aansluit op de moderne tijd en behoefte van de organisatie. De F-vleugel is daarmee leeg komen te staan. In eerste instantie was de insteek om hiervoor een huurder te vinden. In het afgelopen jaar is hierover contact geweest met enkele organisaties, maar dit heeft niet tot een huurcontract geleid. Er zijn echter meer mogelijkheden om deze ruimte goed te benutten. In 2015 worden de mogelijkheden onderzocht om de ruimte voor de eigen organisatie in te zetten. Specifiek wordt gekeken naar gebruik van flexibele (project)ruimtes en verruiming van de openingstijden in dit deel van het gebouw. Huisvesting beheerafdelingen Regulier beheer en onderhoud Het onderhoud van bedieningsgebouwen en onderhoudssteunpunten gebeurt op basis van periodieke inspecties. Het beheer en onderhoud wordt gefinancierd uit het Meerjarenprogramma Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur De onderhoudstoestand is voldoende. Ontwikkelingen Vanwege een aantal ontwikkelingen (gewenste verplaatsing steunpunt Groningen, meer integrale werkwijze) is in 2012 (extern) onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van efficiëntere (her)huisvesting van de verschillende steunpunten. Er wordt gewerkt aan verdere centralisatie van de buitendienst. In verband met onder andere noodzakelijke aan- en verkoop van gronden en bijbehorende procedures duurt dit proces langer dan verwacht. Nadere uitwerking en voorstellen hiervoor zullen naar verwachting na de zomer van 2015 in procedure worden gebracht ICT De afdeling ICT exploiteert en beheert ICT-objecten. In onderstaande tabel wordt per cluster (ICTorganisatieonderdeel) aangegeven binnen welke termijnen de objecten vervangen dienen te worden: Cluster Object vervangingstermijn Service en Operations Server 3-5 jaar team Beheer Technische Netwerkcomponenten 3-5 jaar Infrastructuur Back-upomgeving 3-5 jaar Service en Operations Telefooncentrale 4 jaar team Helpdesk Standaard systeemkast 4 jaar Standaard monitor 4 jaar Mobiele telefoon 3-4 jaar Op basis van het vervangingsbeleid wordt het meerjarig overzicht van de vervangingsinvesteringen jaarlijks geactualiseerd. In 2014 zijn de aanbestedingen van een nieuwe SAN (dataopslag) en de vervanging van edge switches (netwerkcomponenten voor werkstations) financieel afgerond. Aanvullend heeft er de reguliere vervanging van systeemkasten, monitoren en dergelijke plaatsgevonden. 298 Onderhoud kapitaalgoederen

299 6. Grondbeleid 6.1. Inleiding Deze paragraaf grondbeleid geeft een integrale visie op het gevoerde provinciaal grondbeleid, in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma s en projecten die zijn opgenomen in de begroting. Tevens worden de resultaten van de grondexploitaties gegeven en een onderbouwing van de geraamde winstneming. Tot slot volgen de beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico s van grondzaken. De 'Nota Grondbeleid Goed Doorgrond, die op 25 september 2013 is vastgesteld, beoogt een duidelijk kader te scheppen voor het grondbeleid van de provincie Groningen. In 2014 hebben wij aan de hand van deze nota ons grondbeleid ten uitvoer gebracht en verder vorm gegeven. Transitie DLG en eenheid grondzaken Als onderdeel van het natuurakkoord, is afgesproken dat op 1 maart 2015 de taken van de Dienst Landelijk gebied (DLG) overgaan naar de provincies. De provincies Groningen en Drenthe hebben afspraken gemaakt om deze DLG-taken onder te brengen in een gezamenlijke Uitvoeringsorganisatie Landelijk Gebied. Het team Grondzaken van deze uitvoeringsdienst en het team Inrichting Landelijk Gebied Groningen wordt in ons provinciehuis gehuisvest. In de Nota Grondbeleid staat vermeld dat de uitvoering van ons grondbeleid de oprichting van een organisatorische eenheid vereist, waarin kennis, kunde en taken met betrekking tot het grondbeleid worden gebundeld. Met de overkomst van de DLG-medewerkers op het gebied van grondzaken wordt getracht om redenen van efficiency, effectiviteit en kwaliteit om taken te bundelen. Hieraan wordt verder uitvoering gegeven in Doelstellingen producten Wegen en kanalen Grondverwerving vindt onder andere plaats voor de aanleg van wegen, rotondes, fietspaden, viaducten en tunnels. Dit ten behoeve van een verbetering van de verkeersveiligheid en de ontsluiting. Grondverwerving vindt tevens plaats voor duurzame instandhouding van de provinciale vaarwegen met boordvoorzieningen, bruggen, sluizen en andere bijkomende voorzieningen en voor een veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer. Bij grondverwerving voor wegen en kanalen wordt gestreefd naar een minnelijke verwerving. Indien de provincie een titel heeft om te kunnen onteigenen wordt in het minnelijke traject in principe ook een volledige schadeloosstelling geboden (de zogenaamde minnelijke onteigening). Als minnelijke verwerving niet slaagt kan in bepaalde gevallen het onteigeningsinstrument worden ingezet Natuurbeleid In het kader van het natuurbeleid worden gronden voor de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) verworven. Deze gronden worden vervolgens ingericht voor de gewenste natuur waarna deze wordt beheerd door een beheerder (particulier of organisatie). De verwerving vindt in beginsel plaats op basis van vrijwilligheid waarbij wij afhankelijk zijn van de mogelijkheden die zich in een jaar voordoen op de lokale grondmarkt. Het verwervingsproces wordt voor ons uitgevoerd door Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL), onderdeel van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) die door ons hiervoor is gemandateerd. In het 'Handelingskader Grond' zijn hiervoor de spelregels opgenomen Blauwestad Doel van dit project is om een kwaliteitsimpuls te geven aan het deel van de provincie Groningen gelegen rond het Oldambtmeer en daarmee de sociaal-economische situatie in dit gebied te verbeteren. Kavelverkoop vindt plaats vanuit het projectbureau Blauwestad gevestigd in het Havenkwartier in Blauwestad. Restgronden, die niet meer nodig zijn voor het project Blauwestad, worden tegen marktconforme prijzen door de provincie verkocht. Grondbeleid 299

300 6.3. Resultaten grondexploitaties en winstneming Het geprognosticeerde resultaat van de actuele grondexploitatie Blauwestad is 0,1 miljoen. Er zijn geen winstnemingen voorzien. In 2014 is één kavel verkocht en getransporteerd Reserves, voorzieningen en risico s De huidige woningmarkt en marktsituatie in Het Oldambt en Blauwestad is smal. In verband hiermee is het aantal verkopen van kavels/vastgoed, dat nodig is voor een sluitende grondexploitatie, naar beneden bijgesteld. Dit heeft tot gevolg dat de grondexploitatie voor Blauwestad (GREX) is herzien. Provinciale Staten hebben medio maart 2015 de herziene grondexploitatie Blauwestad vastgesteld en daarmee ook ingestemd met de herwaardering van het activum Blauwestad. De herwaarderingscorrectie (verwerkt in de Jaarrekening 2014 bedroeg 11,55 miljoen). Net als eind 2013 is er voor gekozen om het activum af te boeken (er is dus geen voorziening getroffen). Wij hebben met Provinciale Staten eind 2009 al afgesproken om naast de jaarlijkse actualisatie van de grondexploitatie bij de Voorjaarsnota tenminste één keer per vijf jaar de grondexploitatie grondig tegen het licht te houden. Doen zich eerder omstandigheden voor om te komen tot een grondige herziening, dan zullen wij eerder met een grondige herziening van de grondexploitatie komen. Wij zullen de risico's verbonden aan de gebiedsontwikkeling Blauwestad zorgvuldig monitoren en indien daar aanleiding toe is (vroegtijdig) bijsturen. Vanzelfsprekend zullen wij op basis van onze actieve informatieplicht uw Staten tijdig informeren over onvoorziene omstandigheden. 300 Grondbeleid

301 7. Verbonden partijen Verbonden partijen zijn (conform het BBV) privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties, waarin de provincie zowel een bestuurlijk als financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat middelen ter beschikking zijn gesteld die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij. Ook is sprake van een financieel belang als financiële problemen bij een verbonden partij op de provincie kunnen worden verhaald. In de volgende paragrafen worden de verbonden partijen van de provincie Groningen gegroepeerd per programma weergegeven. De verbonden partijen voeren een beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren of vanuit andere, ook beleidsmatige overwegingen, hebben Provinciale Staten indertijd besloten deel te nemen aan de verbonden partij. De doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de provincie of via de verbonden partijen worden de doelstellingen van de provincie gerealiseerd. Bij het opstellen van deze paragraaf waren nog niet alle (concept) jaarrekeningen 2014 van de verbonden partijen bekend. Deze cijfers worden bij de volgende actualisatie van de paragraaf Verbonden partijen verder geactualiseerd. De provincie Groningen heeft de volgende verbonden partijen: Deelnemingen - Blauwe Stad B.V. - Enexis N.V. - Publiek Belang Electriciteitsproductie (PBE) B.V. - Verkoop Vennootschap B.V. - Cross Border Leases B.V. - Vordering op Enexis B.V. - Claim Staat Vennootschap B.V. - Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij N.V. - Groningen Airport Eelde N.V. - Waterbedrijf Groningen B.V. - Oikocredit N.V. - Bank Nederlandse Gemeenten N.V. Gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen - Groningen Seaports (GR) - Waddenfonds (GR) - OV-bureau Groningen Drenthe (GR) - Omgevingsdienst Groningen (GR) - Samenwerkingsverband Noord-Nederland (GR) - Interprovinciaal Overleg (vereniging) - Noordelijke Rekenkamer (GR) 7.1. Leven en wonen in Groningen Blauwestad Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Besloten vennootschap Groningen Blauwe Stad B.V. is opgericht om een aantal taken in het project Blauwestad uit te voeren. Die taken waren met name de coördinatie tussen het provinciebestuur en de besturen van de voormalige drie Blauwestadgemeenten en de coördinatie tussen publieke en private partijen in het project. Inmiddels zijn de drie gemeenten samengevoegd tot de gemeente Oldambt en is de samenwerking met de private partijen beëindigd. De provincie Groningen is houder van 40% van de aandelen; de gemeente van 60%. De BV heeft een directeur in dienst; de provincie financiert de BV uit de voorfinanciering Blauwestad. Verbonden Partijen 301

302 Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: - Eigen vermogen Vreemd vermogen n.v.t. - Solvabiliteit n.v.t. - Resultaat nihil In de AVA wordt bij meerderheid van stemmen beslist: dus de provincie heeft daar een minderheidspositie. Hetzelfde geldt voor de raad van commissarissen: twee leden worden benoemd op voordracht van ons college, drie leden op voordracht van B en W. Ook daar wordt bij meerderheid beslist. Het is feitelijk een 'lege BV', waarin alleen nog het gestorte aandelenkapitaal actief is Ondernemend Groningen De nieuwe vennootschappen voortkomend uit de splitsing van de voormaligeholding Essent en de verkoop van haar productie- en leveringsbedrijf Medio 2008 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders van Essent besloten dat na de effectuering van de splitsing van de bestaande holding, het commerciële bedrijf van Essent aansluiting zou zoeken bij een buitenlands energiebedrijf. In vervolg op dit besluit is in de tweede helft van 2008 op basis van vooraf geformuleerde criteria, door bestuur, commissarissen en aandeelhouderscommissie van Essent, een zoektocht gestart naar een geschikte buitenlandse partner voor dat bedrijf. Begin januari 2009 is in dat verband besloten de aandeelhouders voor te stellen dat het productie- en leveringsbedrijf van Essent zou worden overgenomen door het Duitse energiebedrijf RWE. Min of meer gelijktijdig is een concreet splitsingsplan voor de bestaande holding Essent opgesteld, op basis waarvan de verplichte afsplitsing van het netwerkbedrijf daadwerkelijk gestalte zou kunnen krijgen. Na de bekendmaking van de genoemde plannen is direct gestart met de verdere uitwerking daarvan en met verschillende goedkeuringstrajecten die moesten worden doorlopen voor de closing van de voorgenomen transactie met RWE. Het ging daarbij o.a. om de goedkeuring van het splitsingsplan Essent door de minister van EZ, de goedkeuring van een aantal nieuwe deelnemingen van de provinciale aandeelhouders van Essent door de minister van BZK en om de goedkeuring door de Europese mededingingsautoriteiten van de overname van het productie- en leveringsbedrijf van Essent door RWE. De daadwerkelijke, notariële closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, waarbij de volledige eigendom van het productie- en leveringsbedrijf van Essent is overgegaan naar RWE, heeft vervolgens plaatsgevonden op 30 september De ex-aandeelhouders van Essent zijn daarbij directe aandeelhouders geworden van drie niet verkochte bedrijfsonderdelen van de voormalige holding Essent i.c. het netwerkbedrijf (Enexis), het milieubedrijf (Attero) en het EPZ-belang (PBE). Enkele specifieke belangen en risico's i.v.m. de closing van de verkooptransactie van Essent en RWE, zijn bij de genoemde datum ondergebracht in vier zgn. 'special purpose'-vennootschappen (SPV's), die sindsdien zijn belast met de behartiging van die belangen en risico's. Ook van deze vennootschappen zijn de exaandeelhouders van Essent, bij de genoemde closingsdatum de directe aandeelhouders geworden. In elk van de in totaal zeven, hiervoor genoemde nieuwe vennootschappen, heeft de provincie Groningen sindsdien een direct aandelenbelang van circa 6% en is zij tevens vertegenwoordigd in de betreffende Aandeelhouderscommissie Enexis Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: 302 Naamloze vennootschap Rosmalen Voor Enexis, als beheerder van het energienetwerk in Noord-, Oost-, en Zuid-Nederland, staan drie doelen centraal: Betaalbaarheid De gemiddelde stijging van onze tarieven ligt in lijn met het niveau van de prijsindexatie. Betrouwbaarheid De betrouwbaarheid en veiligheid van ons netwerk blijft op het op het Verbonden Partijen

303 huidige hoge niveau. Duurzaamheid Enexis speelt een leidende rol in het mogelijk maken van de energietransitie. Daaronder verstaan we nieuwe en innovatieve manieren voor het opwekken en leveren van energie. Onze rol is het aanleggen, beheren, onderhouden en eventueel ook financieren van de netwerken die hiervoor nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan het transporteren van de zonne-energie die onze klanten opwekken. Daarnaast stelt Enexis diensten en informatie beschikbaar aan consumenten, bedrijven en lokale overheden om inzicht te krijgen in hun verbruik en hun verlies van energie. Hiermee ondersteunt Enexis hen bij het behalen van hun doelen om energie te besparen en nieuwe, duurzame vormen van energie toe te passen. Financieel belang: Circa 6%. Bestuurlijk belang: Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Mogelijke risico's: Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 3.370,1 mln ,7 mln. - Vreemd vermogen 2.894,8 mln ,3 mln. - Solvabiliteit 0,54 0,55 - Resultaat 239,1 mln. 265,5 mln Attero Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Naamloze vennootschap Arnhem Nadat in 2009 om markttechnische redenen is besloten vooralsnog niet over te gaan tot verkoop van het milieubedrijf van Essent, is ook het bedrijf na afsplitsing van de bestaande holding, in directe eigendom overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent NV. Na een mislukte poging om het bedrijf te verkopen aan gemeentelijke aandeelhouders, die veelal ook klant (kunnen) zijn, zijn er voorbereidingen getroffen voor de verkoop van het bedrijf aan andere partijen. Begin 2014 is besloten tot de verkoop van de aandelen in Attero aan Waterland Private Equity. Het belang is met terugwerkende kracht tot 1 juli 2013 overgedaan PBE (Publiek Belang Elektriciteitsproductie) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Besloten vennootschap 's-hertogenbosch PBE heeft sinds 2011 alleen nog enkele toezichthoudende functies tot en met Vanwege de voorlopige uitkomst van een juridische procedure ter zake, is in september 2009 besloten tot een afsplitsing van het 50%-belang van Essent in het Zeeuwse elektriciteitsproductiebedrijf EPZ. Na onderbrenging van dat belang in de daartoe opgerichte, afzonderlijke houdstermaatschappij EPZ, is deze overgedragen aan de voormalige aandeelhouders van Essent. In 2011 is overeenstemming bereikt over een minnelijke oplossing van het geschil dat heeft geleid tot de genoemde juridische procedure, waarna het EPZ-belang alsnog is verkocht aan RWE. Financieel belang: Circa 6% Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in Bestuurlijk belang: Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Verbonden Partijen 303

304 Mogelijke risico's: Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 1,6 mln. 1,6 mln. - Vreemd vermogen 0,1 mln. 0,1 mln. - Solvabiliteit 0,94 0,94 - Resultaat - 0,02 mln. - 0,02 mln Verkoop Vennootschap Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Besloten vennootschap 's-hertogenbosch De SPV Verkoop Vennootschap is o.a. belast met het beheer van en de afwikkeling van mogelijke claims op het gevormde risicofonds van 800 miljoen, dat vanuit de betreffende verkoopopbrengst is gevormd ter dekking van eventuele aansprakelijkheden van de verkopende aandeelhouders in verband met de vervreemding van het productie- en leveringsbedrijf van Essent. In 2011 is de eerste helft van het genoemde risicofonds van 800 miljoen minus het bedrag van daarop liggende claims, vrijgevallen ten gunste van de voormalige aandeelhouders van Essent. De vrijval van de tweede helft van dit fonds minus eventuele additionele claims, zal plaatsvinden in Financieel belang: Circa 6%. Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in Bestuurlijk belang: Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 347,3 mln. 363,3 mln. - Vreemd vermogen 98,2 mln. 80,0 mln. - Solvabiliteit 0,77 0,82 - Resultaat - 62,1 mln. 17,3 mln CBL (Cross Border Leases) Vennootschap Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Besloten vennootschap 's-hertogenbosch De SPV CBL Vennootschap is belast met het beheer van en de afwikkeling van mogelijke claims op het gevormde Escrowfonds, dat is gevormd ter dekking van eventuele aansprakelijkheden van de verkopende aandeelhouders in verband met de eerder door Essent afgesloten cross border leases op centrales en netten en de kosten van een mogelijke vrijwillige beëindiging van de thans nog resterende leases. Vanwege vrijwillige vervroegde beëindiging van de bestaande cross border leases, is in 2011 besloten tot uitkering van het grootste deel van het genoemde escrowfonds. Deze uitkering is toegekomen aan RWE en aan de voormalige aandeelhouders van Essent (ieder de helft). Financieel belang: Circa 6% Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in Bestuurlijk belang: Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen $ 9,9 mln. $ 9,8 mln. - Vreemd vermogen $ 0,1 mln. $ 0,1 mln. - Solvabiliteit 0,98 0,99 - Resultaat $ 9,9 mln. - $ 0,1 mln. 304 Verbonden Partijen

305 Vordering op Enexis (VoE) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Besloten vennootschap 's-hertogenbosch De SPV Vordering op Enexis is belast met de uitvoering van alle taken die verband houden met het beheer van de aan de aandeelhouders overgedragen bruglening, die eerder door de holding Essent was verstrekt aan haar voormalig netwerkbedrijf. Financieel belang: circa 6%. Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in Bestuurlijk belang: Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 0,08 mln. 0,07 mln. - Vreemd vermogen 862,2 mln. 862,1 mln. - Solvabiliteit 0,01 0,01 - Resultaat - 0,0 mln. - 0,0 mln Claim Staat Vennootschap (CSV) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Besloten vennootschap 's-hertogenbosch De SPV Claim Staat is verantwoordelijk voor het vervolg van de lopende juridische procedure tegen de Staat, die eerder door Essent was opgestart in verband met de van rijkswege opgelegde verplichting tot afsplitsing van haar netwerkbedrijf en de daardoor door Essent geleden schade. Financieel belang: Circa 6%. Dit 'special purpose vehicle' wordt medio 2015 beëindigd; financiële afwikkeling is voorzien in Bestuurlijk belang: Provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders en in de Aandeelhouderscommissie. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen Vreemd vermogen Solvabiliteit 0,80 0,24 - Resultaat Groningen Seaports Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Gemeenschappelijke regeling Delfzijl De GR heeft als doel het vervullen van de publieke taken in verband met het nautisch beheer, de scheepvaart, de havens en de vaarwegen in het beheergebied; het bevorderen van de verdere ontwikkeling en het gebruik van de havens en de daarbij behorende industrieterreinen gelegen in de gemeenten Delfzijl en van de Eemshaven en de daarbij behorende industrieterreinen gelegen in de gemeente Eemsmond, mede teneinde daardoor de bedrijvigheid en de werkgelegenheid in de provincie Groningen te bevorderen. Risico s die vanaf 14 juni 2013 door de NV worden aangegaan zijn volledig voor rekening van die NV en komen niet bij de GR te liggen. Voor verplichtingen aangegaan vóór 14 juni 2013, dus aangegaan door de GR, geldt een borgstelling van maximaal 290 miljoen volgend uit een borgstellingsovereenkomst tussen GR en NV. Voor de provincie Groningen geldt hierbij dat zij een participatie van 60% in de GR heeft. Binnen de GR is in het verleden besloten tot aangaan van Verbonden Partijen 305

306 derivatencontracten, en bij verzelfstandiging is besloten deze in te brengen in de NV. De GR staat wel borg voor nakoming van de contractuele verplichtingen hier uit volgend. Bestuurlijk belang: Op 14 juni 2013 heeft de GR besloten, nadat eerder de participanten in de GR daartoe hadden besloten, de onderneming van Groningen Seaports in te brengen in een nieuwe entiteit: NV Groningen Seaports. Dit is gebeurd onder gelijktijdige aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling. De NV is weliswaar op 14 juni opgericht, maar de bedrijfsvoering en boekhouding is ingegaan per 1 januari Dit betekent dat de GR als een soort moedermaatschappij functioneert voor de NV. Mogelijke risico's: De GR fungeert nu formeel alleen nog als het tehuis voor het aandeelhouderschap en voor de bestuurlijke verantwoordelijkheid inzake de publiekrechtelijke taken van Groningen Seaports (w.o. het Havenmeesterschap), maar de uitvoering van die taken is voor rekening en risico van de NV. Wat in dit verband wel van belang is, is dat de GR nog geruime tijd borg zal moeten staan voor de betaling van de rente over en aflossing van door de NV aan te trekken externe financiering (met een maximum van 80% van 290 miljoen) en voor de betaling van de rente over enkele derivatencontracten die door GSP eerder zijn afgesloten. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: - Eigen vermogen 218,4 mln. 219,7 mln. - Vreemd vermogen 222,0 mln Solvabiliteit 0,50 0,99 - Resultaat 1,6 mln Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: 306 Naamloze vennootschap Groningen De N.V. NOM is opgericht met als doel de werkgelegenheid in Noord- Nederland te bestendigen en ontwikkelen door het stimuleren van duurzaam winstgevende activiteiten. De activiteiten waarmee de NOM haar doel wil bereiken is het verstrekken van risicodragend kapitaal (leningen, aandelenkapitaal), het bevorderen van investeringen door o.a. het acquireren van (buitenlandse) bedrijven en het initiëren en ontwikkelen van innovatieve projecten. De richting en inzet van de verschillende regionale ontwikkelingsmaatschappijen in ons land (waar de NOM één van de vier is), wordt vooralsnog grotendeels bepaald door de beleidsterreinen zoals vastgelegd het nationale topsectorenbeleid en de regionale speerpunten (i.c. Energie, Water, Sensor, Healthy Ageing en Agrifood/Biobased Economy). Over de toekomst van de NOM en over de rol en positionering van de NOM in het regionaal economisch beleid zal de komende jaren meer duidelijkheid worden verschaft (verbinding met RIS3). De NOM is een overheidsvennootschap, waarvan het Rijk en de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe aandeelhouders zijn. Het Rijk bezit een aandelenbelang van 99,97%, de drie noordelijke provincies bezitten elk 0,01%. Jaarlijks kennen de aandeelhouders een bijdrage toe op basis van een werkplan waarin afspraken worden gemaakt over te leveren prestaties. De provincie Groningen is vertegenwoordigd in de AVA. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: - Eigen vermogen 88,1 mln. 70,5 mln. - Vreemd vermogen 4,4 mln. 3,2 mln. - Solvabiliteit 0,95 0,96 - Resultaat 4,2 mln. 2,4 mln. Verbonden Partijen

307 Waddenfonds Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland deelnemen. Bij de gemeenschappelijke regeling is ingesteld het openbaar lichaam Waddenfonds. Leeuwarden Het behartigen van de belangen van de deelnemende provincies met betrekking tot het beheer van het Waddenfonds en de besteding van middelen ten laste van dit fonds. Het gaat om de volgende taken: het beheer van het Waddenfonds; het vaststellen van enig wettelijk voorschrift als bedoeld in artikel 4:23, eerste lid Awb; het verstrekken van subsidies ten laste van het Waddenfonds; het op privaatrechtelijke titel besteden van middelen ten laste van het Waddenfonds; de voorbereiding van het door Provinciale Staten vast te stellen Uitvoeringsplan Waddenfonds; het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies. De uitvoerings- en beheerskosten die rechtstreeks voortvloeien uit de regeling komen ten laste van het Waddenfonds. De organen van het openbaar lichaam Waddenfonds zijn: het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de vier jaar tussen de deelnemende provincies. De voorzitter wordt benoemd door en uit het midden van het Algemeen Bestuur. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de voorzitter en twee andere leden, door en uit het Algemeen Bestuur aan te wijzen, zodanig dat vanuit elke deelnemende provincie de gedeputeerde die het Waddenfonds in portefeuille heeft wordt aangewezen. Het Algemeen Bestuur bestaat uit negen leden; Provinciale Staten van de deelnemende provincie wijzen elk drie leden aan, waaronder in ieder geval de gedeputeerde Waddenfonds. Het Algemeen Bestuur (AB) kan adviescommissies instellen om specifieke zaken te onderzoeken en hierover te adviseren aan het AB. In dat verband is ingesteld de adviescommissie kwaliteitstoetsing Waddenfonds. Mogelijke risico's: geen Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 29,8 mln. 34,4 mln. - Vreemd vermogen 110,5 mln. 121,5 mln. - Solvabiliteit 0,21 0,22 - Resultaat -16,2 mln. 4,6 mln. Verbonden Partijen 307

308 7.3. Bereikbaar Groningen Groningen Airport Eelde (GAE) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: 308 Naamloze vennootschap Eelde GAE houdt zich bezig met het beheer, de exploitatie en de verdere ontwikkeling van de luchthaven Eelde. De aandeelhouders van GAE achten de aanwezigheid van de luchthaven o.a. van groot belang voor het regionale acquisitieklimaat, de bevordering van economie en werkgelegenheid en de bijdrage aan de logistieke infrastructuur. In 2013 is de baanverlenging afgerond en is een strategisch plan Werelden Verbinden door de directie gepresenteerd waarin de strategie is beschreven om het aantal passagiers te laten toenemen. De aandelen in de betreffende vennootschap worden gehouden door de provincies Groningen en Drenthe (ieder 30%) en de gemeenten Groningen (26%), Tynaarlo (10%) en Assen (4%). De provincie Groningen is vertegenwoordigd in de AVA. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: - Eigen vermogen 15,5 mln. 15,1 mln. - Vreemd vermogen 26,6 mln. 29,2 mln. - Solvabiliteit 0,37 0,34 - Resultaat - 0,42 mln. - 0,49 mln OV-bureau Groningen Drenthe Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Gemeenschappelijke regeling Assen Het OV-bureau, een initiatief van de provincies Groningen en Drenthe en de gemeente Groningen, is verantwoordelijk voor het openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe. Het OV-bureau stuurt de vervoerders aan en geeft het stads- en streekvervoer vorm. Het OV-bureau is verantwoordelijk voor het beheer van de concessies, toekomstige aanbestedingen en, samen met de partners, de ontwikkeling van het openbaar vervoer. De bijdrage van de provincie Groningen aan het OV-bureau bedroeg in miljoen. De bijdrage van de provincie Drenthe bedroeg 30,9 miljoen. De totale begroting van het OV-bureau bedroeg in 2014 ruim 116 miljoen. De overige baten bestaan met name uit reizigersopbrengsten. Naast de busconcessies welke door het OV-bureau worden beheerd, is de provincie verantwoordelijk voor het openbaar vervoer op de regionale spoorlijnen. Daarenboven is de provincie systeemverantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de provincie Groningen. De provincie heeft samen met de provincie Drenthe en de gemeente Groningen zitting in het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur van het OV-bureau. Besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen, behoudens een aantal zaken betreffende de begroting en de concessie welke bij unanimiteit genomen worden. De provincie Groningen is voorzitter van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur. Eind 2013, met briefnummer /47/A.10,VV (zaaknummer ) en met voordracht 20/2014 corr.nr , VV (zaaknummer ) zijn uw Staten uitgebreid geïnformeerd over het financieel perspectief openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe vanaf 2014 en de mogelijke financiële risico's. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen nihil nihil - Vreemd vermogen 9,8 mln. 8,6 mln. - Solvabiliteit n.v.t. n.v.t. - Resultaat 3,9 mln. 0,1 mln. Verbonden Partijen

309 7.5. Schoon/Veilig Groningen Waterbedrijf Groningen (WbG) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Besloten vennootschap Groningen Het Waterbedrijf Groningen is een overheidsvennootschap met als belangrijkste doel het zorg dragen voor de drinkwatervoorziening (het produceren en leveren van drinkwater) in haar verzorgingsgebied. Daarnaast houdt het Waterbedrijf Groningen zich bezig met verschillende geliberaliseerde activiteiten op het gebied industriewater (North Water), watertechnologie (Waterlaboratorium Noord) en is actief op het gebied van Energie & Water (Energie & Water B.V) en Internationale Samenwerking. Financieel belang: De provincie heeft in het WbG een aandelenbelang van circa 10%. Alle aandelen worden gehouden door de provincie Groningen en de gemeenten die geheel of gedeeltelijk in het voorzieningsgebied liggen. De geliberaliseerde activiteiten worden uitgevoerd vanuit afzonderlijke vennootschappen, waardoor de risico's voor de provincie Groningen en de drinkwatervoorziening beperkt blijven. Bestuurlijk belang: De provincie Groningen is vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De provincie is bevoegd tot voordracht van één lid van de Raad van Commissarissen, die daarin de functie van voorzitter vervult. Mogelijke risico's: Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: - Eigen vermogen 60,4 mln. 61,4 mln. - Vreemd vermogen 100,1 mln. 103,9 mln. - Solvabiliteit 0,38 0,37 - Resultaat 4,0 mln. 1,0 mln Omgevingsdienst Groningen Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Gemeenschappelijke regeling Veendam De Omgevingsdienst Groningen is ingesteld om vergunningverlenende, toezichthoudende en handhavingstaken op het gebied van het omgevingsdomein voor de deelnemers te gaan uitvoeren, waarmee de deelnemers de kwaliteit van de uitvoering van deze taken willen verbeteren. De provinciale bijdrage in de structurele kosten wordt voorlopig geraamd op circa 4,6 miljoen. Dit bedrag zal jaarlijks worden geïndexeerd met de loon- en prijsstijgingen. De Omgevingsdienst levert een bijdrage aan een schoon en leefbaar Groningen door uitvoering van de basistaken milieu voor de provincie. Op dit moment is het saldo van de Algemene Reserve 0,6 miljoen Indien zich risico's voordoen welke niet binnen de financiële mogelijkheden van de Omgevingsdienst Groningen opgelost kunnen worden is men aangewezen op extra bijdragen van de deelnemers. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 0,60 mln. 2,39 mln. - Vreemd vermogen 5,82 mln. 3,59 mln. - Solvabiliteit 0,09 0,40 - Resultaat 0,60 mln. 0,69 mln. Verbonden Partijen 309

310 7.8. Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Oikocredit Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: 310 Naamloze vennootschap Utrecht Oikocredit stimuleert mensen, kerken en instellingen wereldwijd om hun financiële reserves sociaal-ethisch te beleggen. Met dit geld verschaft Oikocredit krediet aan groepen kansarme mensen in ontwikkelingslanden, die daardoor voor hun eigen inkomen kunnen zorgen. Oikocredit levert zo een structurele bijdrage aan meer gerechtigheid in de wereld. Oikocredit staat wereldwijd bekend als een van de belangrijkste sociaal-ethische beleggingsfondsen en als toonaangevend verstrekker van krediet voor ontwikkeling. De provincie participeert in Oikocredit door middel van 50 participaties à 200 als vorm van mondiale bewustwording. Aan iedere participant komt één stem toe op de algemene vergadering van participanten (ongeacht het aantal gehouden participaties). Geen Mogelijke risico's: Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: - Eigen vermogen 80,7 mln. 85,2 mln. - Vreemd vermogen 0,483 mln. 0,397 mln. - Solvabiliteit 0,99 0,99 - Resultaat 1,307 mln. 1,129 mln Bestuur Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Gemeenschappelijke regeling Groningen Dit is een gemeenschappelijke regeling waaraan de provincies Fryslân, Groningen en Drenthe deelnemen. De gemeenschappelijke regeling heeft het openbaar lichaam SNN opgericht dat de belangen, waarvoor de gemeenschappelijke regeling is aangegaan, behartigt. Deze zijn: verbreden en intensiveren van de samenwerking en het overleg tussen de deelnemende provinciale besturen; waarborgen van de coördinatie in het beleid van de deelnemende provinciale besturen; het gezamenlijk onderzoeken van de gevolgen van de werkzaamheden van de Europese Unie voor de deelnemende provincies en het opstellen van gemeenschappelijke standpunten dienaangaande; het bevorderen van gemeenschappelijk optreden tegenover derden, met name de EU en de rijksoverheid; het gemeenschappelijk uitoefenen van provinciale taken en het bieden van een kader voor decentralisatie van rijkstaken naar samenwerkende provincies; het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies. De drie deelnemende provincies betalen elk een derde van de uitvoeringskosten SNN-algemeen/SEAN. De organen van het Samenwerkingsverband zijn: het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, de voorzitter, de commissies. Het voorzitterschap rouleert om de twee jaar tussen de deelnemende provincies; vanaf 1 juli 2013 bekleedt de provincie Fryslân in de persoon van de commissaris van de Koning het voorzitterschap. Leden van Gedeputeerde Staten participeren in de genoemde besturen en in de twee bestuurscommissies. Vanaf september 2007 nemen ook de vier grote steden in het Noorden deel aan de beraadslagingen van het DB en de Verbonden Partijen

311 commissies. Leden van Provinciale Staten participeren in het AB. Mogelijke risico's: - Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 7,5 mln. 7,7 mln. - Vreemd vermogen 308,4 mln. 381,3 mln. - Solvabiliteit 0,02 0,02 - Resultaat - 0,18 mln. 0,15 mln Interprovinciaal Overleg (IPO) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Vereniging Den Haag De vereniging heeft, evenals haar voorganger, de Gemeenschappelijke Regeling IPO, tot doel de belangen te behartigen van de provincies bij het Rijk en een effectief platform te vormen voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen provincies. Jaarlijks wordt een IPO-jaarprogramma uitgebracht waarin de voornemens en de kosten daarvan staan vermeld. De provincie Groningen betaalt naar rato mee in de kosten van het IPO-secretariaat en de kosten van diverse projecten en programma's. De twaalf provincies zijn lid van de vereniging. Het bestuur wordt gevormd door de voorzitter (apart gekozen) en een lid van elk college van GS. De vereniging kent een algemene ledenvergadering waarin vanuit elke provincie twee Statenleden participeren. Er zijn voor de behartiging van de provinciale belangen elf bestuurlijke commissies in het leven geroepen die elk een omschreven en afgebakend beleidsterrein behartigen. Deze commissies worden gevormd door leden uit de colleges van GS. Mogelijke risico's - Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen 0,26 mln. 4,48 mln. - Vreemd vermogen 7,7 mln. 13,7 mln. - Solvabiliteit 0,03 0,25 - Resultaat 0,26 mln. 4,5 mln Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Mogelijke risico's: Naamloze vennootschap Den Haag De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De provincie Groningen bezit aandelen à 2,50. Dit is een belang van 0,135% in het totale aandelenkapitaal ( aandelen à 2,50). NB. Ultimo 2013 had de Staat der Nederlanden een 50%- belang. De ontvangen dividenduitkering over 2014 voor de provincie Groningen was Eind 1990 heeft de provincie Groningen aandelen gekocht van de BNG. Als mede-eigenaar van deze bank is de provincie Groningen betrokken bij de verdere ontwikkeling van de BNG en haar doelen. Eind 2010 heeft het Basels Comité voor Bankentoezicht onder de noemer Basel III nieuwe richtlijnen uitgevaardigd met betrekking tot kapitaaleisen waaraan banken op termijn moeten voldoen. Deze richtlijnen kunnen van invloed zijn op de toekomstige dividenduitkering. Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2013: cf. Jaarrekening 2014: - Eigen vermogen mln mln. - Vreemd vermogen 127,8 mln. 149,9 mln. - Solvabiliteit 0,027 0,024 - Resultaat 283 mln. 126 mln. Verbonden Partijen 311

312 Noordelijke Rekenkamer Rechtsvorm: Vestigingsplaats: Doelstelling: Financieel belang: Bestuurlijk belang: Gemeenschappelijke regeling Assen Om de controlerende rol van Provinciale Staten te ondersteunen is een rekenkamer(functie) bij de provincies in de provinciewet verplicht gesteld. In Groningen is gekozen om een onafhankelijke rekenkamer met de drie noordelijke provincies op te zetten. De Noordelijke Rekenkamer houdt zich bezig met het onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. Op 10 november 2004 is door de Staten besloten tot het instellen van de gemeenschappelijke regeling en de benoeming van de bestuursleden. De Noordelijke Rekenkamer is vanaf dat moment operationeel. De drie noordelijke provincies dragen ieder voor een derde bij in de kosten van de Noordelijke Rekenkamer. De bestuursleden worden op basis van hun verschillende deskundigheden benoemd door de drie noordelijke Staten. Tevens is gekozen voor het instellen van een Programmaraad, bestaande uit drie Statenleden per provincie. De Programmaraad functioneert als een soort gesprekspartner voor de Noordelijke Rekenkamer. Zo bespreekt de Rekenkamer het onderzoeksprogramma met de Programmaraad. De Rekenkamer hoeft, door haar onafhankelijke positie, de suggesties van de Programmaraad niet over te nemen. Mogelijke risico's - Financiële kengetallen: cf. Jaarrekening 2012: cf. Jaarrekening 2013: - Eigen vermogen Vreemd vermogen Solvabiliteit 0,41 0,24 - Resultaat Verbonden Partijen

313 8. Duurzaamheid Duurzame ontwikkeling is hoofddoelstelling van het provinciale beleid. Wij hebben in december 2012 aan uw staten bericht langs welke 4 pijlers wij dit willen bereiken: 1. Borging vooraf in beleid en projecten; 2. Ondersteuning door kennis en kunde in het ambtelijk apparaat; 3. Borging en verantwoording in de begrotingscyclus; 4. Communicatie over de methodiek en de resultaten. Dit is in gang gezet door in de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting van 2014 een paragraaf duurzaamheid op te nemen. Hierin staat per thema bij welke beleidsonderdelen, activiteiten en/of projecten in 2014 duurzame ontwikkeling een belangrijk onderdeel vormt. De opsomming uit de begroting laat zien dat duurzaamheid breed wordt opgepakt, maar dat het thema (nog) verder opgepakt dient te worden en meer samenhang dient te krijgen. De doelstelling is dat in alle beleidskeuzes duurzaamheid per definitie wordt meegenomen. Om dit te borgen is het project 'Borging duurzame ontwikkeling in eigen organisatie' opgestart. In deze paragraaf van de jaarrekening geven wij een uitleg van de bereikte resultaten. Dit is niet een limitatieve opsomming van de duurzame oplossingen in projecten maar een verantwoording van het gebruik en de toepassing van de methodieken om een duurzame afweging te maken. Tijdens de workshop met de statenleden is ook de methode van verantwoording besproken en als te hanteren werkwijze onderschreven. In deze verantwoording van de jaarrekening 2014 gaan wij derhalve niet nader in op de resultaten van de inspanning op het gebied van duurzaamheid binnen de verschillende projecten in de begroting 2014 genoemde onderwerpen en projecten. Dit omdat dit zou leiden tot een aparte verantwoording van duurzame ontwikkeling los van de thema's en productgroepen uit de begroting Borging Duurzame ontwikkeling in eigen organisatie Het project zorgt er voor dat duurzame ontwikkeling wordt geborgd in provinciale beleid en projecten. Kortom alle medewerkers zouden bij hun projecten de afweging tussen de 3 P's (People, Planet, Profit) moeten maken. Zover is het echter nog niet. In 2014 hebben wij de projectaanpak en de daarbij te gebruiken methodieken (duurzaamheidsmatrix, ook wel de NSDO-matrix genoemd en de aanpak Duurzaam GWW (grond-, weg- en waterbouw)) geïntroduceerd in alle lagen van de organisatie. Deze beide methodieken hebben wij geëvalueerd. Ad 1. Borging vooraf in beleid en projecten De implementatie en daadwerkelijke uitvoering doen we door gebruik te maken van twee systematieken namelijk de duurzaamheidsmatrix en de systematiek aanpak Duurzaam GWW voor met name de blauwe afdelingen. Een neerslag hiervan was dat wij in de begroting 2015 ongeveer drie uitgevoerde analyses per afdeling met behulp van de duurzaamheidsmatrix konden presenteren. Ad 2. Ondersteuning door kennis en kunde in het ambtelijk apparaat. Naast 'gereedschap' om duurzame ontwikkeling toe te passen gaat het ook om de kennis en kunde. Ondanks de inzet op integraal werken is veel kennis in de organisatie nog sectoraal georiënteerd. Dit bleek ook uit de evaluatie van de duurzaamheidsmatrix. Duurzame ontwikkeling vraagt echter om een andere benadering (proces) van beleidsopgaven en oplossingen en wel vanuit het principe van evenwichtige afweging van economische, ecologische en maatschappelijke aspecten. Wij hebben provinciale ambtenaren, gevraagd en ongevraagd geholpen om de afweging tussen aspecten van economische, ecologische en maatschappelijke te maken. Dit hebben wij gedaan in reguliere overleggen, bij specifieke trajecten en projecten. Daarnaast hebben wij een start gemaakt om een groene ambassade op te zetten. Dit is een club van gemotiveerde koplopers uit alle provinciale afdelingen die nu al duurzame ontwikkeling meenemen in hun werk. Zij zullen een voortrekkersrol gaan vervullen in het proces. Ad 3. Borging en verantwoording in de begrotingscyclus. Duurzaamheid is nu zichtbaar in de Planning & Control-cyclus. In de begroting 2014 zijn in de duurzaamheidsparagraaf onderwerpen en projecten met duurzame ontwikkelingen benoemd. Ook in de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2015 is een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. Duurzaamheid 313

314 Ad 4. Communicatie van de methodiek en over de resultaten. Wij hebben in alle lagen van de organisatie de duurzaamheidsmethodiek besproken. Duurzaamheid gaat niet vanzelf. Top down wordt dit geborgd door duurzaamheid in allerlei beleidsstukken en programma's te noemen (POP, collegeprogramma) en bottom-up wordt dit uitgevoerd in projecten en programma's die vanuit de lijn/matrix worden uitgevoerd. Iedere laag in onze organisatie moet zijn rollen, taken en verantwoordelijkheden in het teken van duurzaamheid goed uitvoeren. Aan Statenleden hebben wij in een workshop de methodieken gepresenteerd, waarbij ons duidelijk werd dat de gehanteerde methodieken ons goed op weg helpen. De communicatie in 2015 zal meer in het teken staan van informeren over ervaringen en delen van kennis. De duurzaamheidsmatrix als 'borgingsinstrument' Om duurzame ontwikkeling beter zichtbaar te maken in de Planning & Controlcyclus werd als eerste stap in de geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 een duurzaamheidsparagraaf opgenomen. Vervolgens is in de duurzaamheidsparagraaf van de begroting 2015 gewerkt met een matrix duurzame ontwikkeling waarbij per thema wordt aangegeven welke (maximaal drie per afdeling) beleidsonderdelen, activiteiten en/of projecten in 2015 een belangrijk onderdeel vormen. Tussen de ingevulde duurzame matrixen is een behoorlijk 'niveauverschil' geconstateerd. Daarbij gaat het om de (on)volledigheid waarmee gewerkt wordt als ook de kwaliteit van de inhoud. Dit heeft naar alle waarschijnlijkheid te maken met een gebrek aan basiskennis en gevoel met betrekking tot duurzame ontwikkeling. Daarom wordt intern expertise beschikbaar gesteld, uitgewisseld en ingezet, om met behulp van de duurzame matrix de dialoog over duurzaamheid aan te gaan. In die gevallen waar de samenwerking is gezocht en intern expertise is ingeschakeld om met behulp van de duurzaamheidsmatrix na te denken over duurzaamheid binnen beleid, projecten of activiteiten is dit positief uitgevallen. Buiten kijf staat dat de meerwaarde van het instrument breed wordt gezien: stimulans tot verbreding van en een meer integrale kijk op projecten, beleid en activiteiten, als ook samenwerking en inzet van duurzame expertise. Genoemd is dat de duurzaamheidsmatrix ook als eyeopener heeft gewerkt. Desondanks is de duurzaamheidsmatrix (nog) niet tot gemeengoed geworden. Veelal is het gebleven bij het eenmalig gebruik voor de duurzaamheidsparagraaf van de begroting Borging van het gebruik is daarmee een aandachtspunt en uitdaging voor de komende periode. Wij gaan na of het opnemen van een duurzaamheidsparagraaf bij onze afdelingsnota's hiertoe leidt. Dit alles om het gebruik en de toepassing van de methodieken te verhogen en daarmee er voor te zorgen dat alle medewerkers bij hun projecten de afweging tussen de 3 P's (People, Planet, Profit) goed maken. Geluiden over de toepassing van de duurzaamheidsmatrix zijn divers. Variërend van: "Probeer een simpeler en minder complexe matrix te ontwikkelen." tot "Krijgt duurzaamheid door de huidige matrix de aandacht die het verdient?" en "Voor alle grote meerjaren projecten zou het gebruik van de duurzaamheidsmatrix verplicht moeten zijn.". In 2015 willen wij voor het gebruik en de toepassing van de methodieken een kwaliteitsslag maken. Green Deal Duurzaam Grond- Weg- en Waterbouw (GWW) De provincie Groningen heeft zich aangesloten bij de Green Deal Duurzaam GWW. Dit is een samenwerkingsverband van opdrachtgevers, opdrachtnemers en enkele kennisinstellingen. Zo worden de krachten gebundeld om duurzaamheid naar een hoger plan te tillen en de sector duurzaam te maken. Duurzaam GWW kiest voor een aanpak die op alle fases in een aanbestedingsproces aangrijpt en die ruimte biedt aan duurzame innovatie. Uitgangspunt hierbij is het meewegen van de duurzaamheidsaspecten van de hele levenscyclus van een werk. Duurzaamheid begint bij bestuurlijke ambitie, en die is er. De focus binnen Duurzaam GWW ligt op: Winst in integrale gebiedsontwikkeling; Focus in duurzaamheid; Van voorschrijven naar innovatief aanbesteden; Gezamenlijk instrumentarium. Om de aanpak Duurzaam GWW te leren kennen is in 2014 is voor de volgende 5 projecten bekeken of zij geschikt waren als pilot binnen de provincie Groningen: Rondweg Bedum, Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer, N366 (nader te bepalen deelproject), klein onderhoudsbestek en een nader te bepalen baggerwerk. Het project Rondweg Bedum bleek qua fasering ongeschikt om als pilot voor een project in de verkenningsfase te dienen. De Fietsroute Plus Groningen-Ten Boer biedt potentie. De ervaringen 314 Duurzaamheid

315 opgedaan met de GWW-systematiek bij het project N366 zullen worden meegenomen bij toepassing van de GWW-systematiek voor de Fietsroute Plus. Bij het klein onderhoudsbestek ging het om de toepassing van de CO 2 -prestatieladder. Een gekend instrument binnen de GWW-sector. Het is ook als een van de concrete instrumenten voor bepaling van duurzaamheid opgenomen binnen de GWW-systematiek. Ervaring met de systematiek is in 2014 met name opgedaan bij de (lopende en geplande) projecten rond de N366, Knoop Groningen en visie op duurzaamheid bij de treinconcessie. In verschillende deelsessies hebben leden van het projectteam duurzaamheidsambities geïnventariseerd en vastgelegd in een ambitiedocument. In de volgende projectfasen worden deze ambities nader ingevuld. Tegelijk blijven de ambities het duurzame kompas tijdens het gehele traject rondom de N366. In 2014 hebben wij invulling gegeven aan de verduurzaming van de N366 aan de hand van de duurzame GWW-systematiek. De leerpunten die daarin zijn opgedaan worden meegenomen in nieuwe projecten. Duurzaamheid 315

316 316 Duurzaamheid

317 Deel 4 Geïntegreerde Programmaen Productenrekening 2014 Jaarrekening

318

319 1. Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat Financieel beleid 2014 Het begrotingsjaar 2014 startte met een flexibel budget van circa 5,10 miljoen. Dit was exclusief de middelen die beschikbaar zijn voor onvoorziene uitgaven ( 0,50 miljoen). In het najaar van 2013 verslechterde het begrotingsbeeld 2014 ten opzichte van de ramingen in de oorspronkelijke begroting Zo daalde de begrotingsruimte 2014 bij de Integrale Bijstelling 2013 door met name een lagere uitkering uit het Provinciefonds, de financiële gevolgen van een aantal bestedingsvoorstellen en door uw Staten bij de behandeling van de Integrale Bijstelling 2013 aangenomen amendementen met ongeveer circa 4,04 miljoen. Na die wijzigingen resteerde er een begrotingsruimte 2014 van circa 1,06 miljoen. Dat bedrag is vervolgens nog aangevuld door de resterende begrotingsruimte 2013 van circa 0,98 miljoen door te schuiven naar Daardoor nam de begrotingsruimte 2014 weer toe tot circa 2,04 miljoen. In de Voorjaarsnota 2014 nam de omvang van het flexibel budget per saldo af met circa 5,73 miljoen tot circa - 3,69 miljoen door met name een negatief rekeningresultaat 2013 en de financiële gevolgen van een aantal bestedingsvoorstellen. Door middel van een herschikking van begrotingsruimte tussen de jaren 2014 tot en met 2018 kon het tekort 2014 worden omgebogen in een kleine begrotingsruimte van 0,11 miljoen. Door aanvullende bezuinigingen tot een bedrag van circa 0,89 miljoen is de begrotingsruimte 2014 vervolgens verder aangevuld tot 1,00 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2014 bleek dat de financiële gevolgen van de externe ontwikkelingen en de sinds de Voorjaarsnota 2014 door ons genomen besluiten er per saldo toe leiden dat de beschikbare begrotingsruimte 2014 met 2,42 miljoen toenam tot circa 3,42 miljoen. Deze toename was de resultante van meevallende externe ontwikkelingen (+ 4,13 miljoen), tegenvallende bestedingen ( 2,01 miljoen negatief) en het verlagen van de post voor onvoorziene uitgaven met 0,30 miljoen. Op de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven 2014 resteerde na de Integrale Bijstelling 2014 een bedrag van circa 0,20 miljoen. In de Integrale Bijstelling 2014 hebben wij voorgesteld de ruimte 2014 van 3,42 miljoen niet meer in te vullen en deze door te schuiven naar de begrotingsjaren 2015 en 2016 om de begrotingsruimte in die jaren verder aan te vullen zodat er dan weer sprake is van een toereikend flexibel budget. Bij de Jaarrekening 2014 blijkt nu dat het gerealiseerd resultaat 2014 uitkomt op circa 5,69 miljoen negatief. Daarbij is al rekening gehouden met de bij de Integrale Bijstelling 2014 gegeven bestemming aan de toen geconstateerde begrotingsruimte Voor het overige verwijzen wij naar de volgende paragraaf. Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat

320 1.2. Rekeningresultaat Het gerealiseerd totaal saldo van baten en lasten over 2014 bedraagt nadelig. Per saldo werd over 2014 een bedrag van onttrokken aan de reserves. Het gerealiseerd resultaat komt daarmee uit op nadelig. Op basis van de beleidslijn met betrekking tot de overboeking van kredieten is bij de afsluiting van het boekjaar 2014 een bedrag van toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Incidentele overboekingen die niet bij de Integrale Bijstelling 2014 zijn gemeld worden nu alsnog via de bestemming van het rekeningresultaat voorgelegd. In totaal betreft het een bedrag van Het resultaat na overboeking van kredieten bedraagt dan nadelig. Naar aanleiding van de decembercirculaire Provinciefonds hebben wij eind 2014 een bedrag van ontvangen voor het financieel ondersteunen van projecten voor onderwijsontwikkeling en onderzoek in het kader van de Energy Academy Europe (Green Deal). Deze middelen kunnen niet meer worden besteed in 2014 en vallen daardoor vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Bij de bestemming van het resultaat stellen wij voor deze middelen over te hevelen naar Het resultaat is negatief beïnvloed door twee mutaties waarvoor aanvullende dekking beschikbaar is. Ten eerste de herwaarderingscorrectie van de Blauwestad. Op basis van voordracht 5/2015 projectplan 'Blauwestad aanpak zichtbaarheid van kwaliteit' en de vaststelling van de grondexploitatie (GREX) 2015 is afgeboekt ten laste van de exploitatie In de betreffende voordracht is aangegeven dat het negatieve effect op het resultaat gedekt wordt in Voorjaarsnota 2015 voor een bedrag van Het resterende deel komt ten laste van het rekeningresultaat Ten tweede de te betalen afkoopsom voor de Driebondsbrug als gevolg van de overdracht van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl aan Rijkswaterstaat per 1 januari In april 2014 is de overdacht formeel ondertekend. Onderdeel van deze vaarweg is de Driebondsbrug (brug in de Oostelijke Ringweg over het Eemskanaal). In het ondertekende convenant is opgenomen dat de afkoopsom van eind 2014 aan het Rijk wordt overgemaakt. In 2006 is de N46/Oostelijke Ringweg door het Rijk aan de provincie overgedragen. Hiervoor heeft de provincie een afkoopsom van het Rijk ontvangen. Deze afkoopsom is destijds toegevoegd aan de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen. Daarom wordt voorgesteld om de terugbetaalde afkoopsom te dekken uit voornoemde reserve. Dit moet formeel worden voorgelegd aan uw Staten. Dat is echter niet in 2014 gebeurd, waardoor er geen onttrekking aan de reserve kon plaats vinden. Wij stellen voor dit bij de Voorjaarsnota 2015 te effectueren. Op basis van bovenstaande correcties wordt het negatieve effect op rekeningresultaat 2014 en daardoor het beroep op de Algemene reserve ad bij de Voorjaarsnota 2015 gecorrigeerd. Via de bestemming van het rekeningresultaat worden bovenstaande mutaties meegenomen. Dit heeft tot gevolg dat het resultaat positief wordt beïnvloed en uit komt op Zie ook onderstaand tabel rekeningresultaat RESULTAAT rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Totaal lasten Totaal baten totaal saldo van baten en lasten Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties op reserves resultaat Overboeking kredieten Provinciefonds decembercirculaire middelen Green Deal Herwaarderingscorrectie Blauwestad Afkoopsom Diebondsbrug Totaal aanvullende bestemmingsvoorstellen Resultaat na aanvullende bestemmingsvoorstellen Financieel beleid 2014 en rekeningresultaat 2014

321 2. Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening Onderstaand overzicht geeft per programma de gerealiseerde baten en lasten, het saldo daarvan en het verschil ten opzichte van de bijgestelde begroting weer. LASTEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Totaal lasten BATEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 321

322 SALDO LASTEN-BATEN rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/veilig Groningen Energiek Groningen Gebiedsgericht Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bestuur Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Totaal baten In onderstaand overzicht zijn de totale lasten en baten opgenomen, wat leidt tot het gerealiseerd saldo. Conform de voorschriften dienen de stortingen in en onttrekkingen aan reserves apart zichtbaar gemaakt te worden. Dit leidt tot een saldo mutaties op reserves Het verschil tussen het gerealiseerd saldo en het saldo mutaties op reserves geeft het gerealiseerd resultaat. RESULTAAT rekening 2013 primitieve begroting 2014 begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Totaal lasten Totaal baten totaal saldo van baten en lasten Stortingen in reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo mutaties op reserves resultaat Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

323 3. Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 3.1. Analyse saldo van baten en lasten Hier geven wij een toelichting op de afwijkingen groter dan per programma. Voor een gedetailleerdere toelichting verwijzen we naar deel 2, programmaverantwoording. De afwijking op de lasten bedraagt positief en op de baten positief. Per saldo een voordeel van LASTEN Afwijking Totaal Leven en Wonen in Groningen - Op basis van voordracht 5/2015 projectplan 'Blauwestad aanpak zichtbaarheid van kwaliteit' en de vaststelling van de GREX 2015 is afgeboekt ten laste van de exploitatie Uit het investeringsbudget Stedelijke vernieuwing (ISV) 3 is een bedrag van gereserveerd voor het fonds particuliere woningverbetering. In 2012 is in totaal in het provinciaal fonds particuliere woningverbetering (PWV) gestort en ten laste van de ISV3-middelen gebracht. Inmiddels zijn leningen verstrekt en is de looptijd van de regeling afgelopen (2014 laatste jaar). De administratieve verwerking van de leningen is de afgelopen jaren niet juist geweest. De middelen zijn overgemaakt op een provinciale rekening bij de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). SVn voert de regeling uit voor de provincie. Vanaf de rekening zijn leningen aan particulieren verstrekt met een looptijd van 15 jaar. De gehele mutatie met betrekking tot de uitbetaalde en de verstrekte leningen had via de balans van de provincie moeten worden verantwoord (langlopende leningen en rekening-courant) in plaats van ten laste van de ISV3-middelen. Dit is in 2014 alsnog gecorrigeerd en is weer ten gunste van de ISV3-middelen geboekt. In 2014 was nog een bedrag van geraamd voor het fonds. Per saldo een afwijking van Daarnaast is een bedrag van voor ISV3 wonen geraamd. In 2014 is hiervan daadwerkelijk uitbetaald. Van de al toegekende subsidies is minder dan het verwachte bedrag gedeclareerd. De niet benutte middelen blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden. - Ten opzichte van de verwachte uitgaven voor de grondexploitatie Blauwestad zijn de kosten lager uitgevallen. Voor het grootste deel heeft dit betrekking op de onderdelen bouw- en woonrijp maken ( ) en tijdelijke inrichting ( ). De gemeente Oldambt heeft geen voorschotverzoeken gedaan. Daarnaast is op het onderdeel aanleg hoofdinfrastructuur is minder uitgegeven omdat een deel van de werkzaamheden in 2015 wordt uitgevoerd. Op de overige onderdelen zijn kleinere afwijkingen ontstaan. - Van de programma's Stads en Dorpsvernieuwing (SDV), Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) 1 en 2 zijn nog niet alle projecten afgerond. Verwachte financiële afrondingen in 2014 hebben niet plaatsgevonden en volgen later. De middelen daarvoor blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 323

324 LASTEN Afwijking Totaal - Apparaatskosten Overige De mate van bestedingen van de subsidieregeling Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden is sterk afhankelijk van de omvang van de ingediende subsidieaanvragen en van de mate waarin de reeds gesubsidieerde middelen worden gedeclareerd. In 2014 is minder gedeclareerd dan begroot. De middelen blijven beschikbaar in de reserve Leefbaarheid krimpgebieden Ondernemend Groningen - Van de geraamde middelen voor het onderdeel RSP-REP is het grootste deel nog niet besteed. Dit heeft met name betrekking op de middelen voor de projecten Grote Markt Forum en ERIBA, in totaal ). Deze verwachte bijdragen zijn niet opgevraagd. Daarnaast is van de middelen voor andere projecten een lagere bijdrage opgevraagd. De nog niet opgevraagde middelen blijven beschikbaar. - Het jaarbudget inzake de reserve provinciale meefinanciering is met ingang van 2013 als krediet opgevoerd in de begroting. De gecommitteerde projecten komen meestal met een vertraging van één of meerdere jaren tot besteding. Het resterende budget 2014 ad is toegevoegd aan de reserve. Daarnaast zijn middelen ten laste van de reserve geraamd voor de verwachte uitbetaling van bijdragen aan projecten die in eerdere jaren zijn gecommitteerd. Op dit onderdeel is minder opgevraagd dan verwacht. - Voor de cofinanciering van Spoor 4 'Economisch perspectief' uit het rapport Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen inzake gaswinning is een bedrag van 6,5 mln. per jaar beschikbaar gesteld voor de periode 2014 tot en met Deze jaarlijkse bijdrage wordt voor 2,0 miljoen gedekt uit het revolverend mkb-fonds (zie baten). Uitgaven kunnen slechts geschieden vanuit de Economic Board. Aangezien deze Economic Board pas begin 2015 formeel zal aantreden is nog geen uitgave gedaan. Wij hebben daarom de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Eind 2009 hebben het Rijk, het IPO en de VNG overeenstemming bereikt over een nieuwe aanpak van het bedrijventerreinenbeleid en daarover afspraken gemaakt in het Convenant Bedrijventerreinen Hiervan is inmiddels een deel ingezet in de afgelopen jaren. Voor 2014 is een bedrag van begroot. De verplichtingen hebben echter betrekking op 2015 en verdere jaren waardoor in 2014 het begrote bedrag niet is besteed. De fasering van de middelen zal in de tijd worden aangepast. Wij hebben daarom de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Van de geraamde middelen voor Innovatie en duurzaamheid resteert een bedrag van Het overschot is met name het gevolg van het feit dat de voor het programma Innovatie en Duurzaamheid 2 (IenD-2) geraamde bedrag van nog niet is besteed. Het programma gaat begin 2015 van start. Verder is een deel van de binnen het programma Innovatie en Duurzaamheid 1 (IenD-1), dat tot en met 2015 loopt, beschikbaar gestelde middelen voor Leren voor Duurzame Ontwikkeling nog niet besteed. Wij hebben daarom de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - De kosten van de Versnellingsagenda 2.0 worden gedekt Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

325 LASTEN Afwijking Totaal door een REP-bijdrage. Zie ook baten. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. - Vanuit de reserve ESFI zijn middelen gereserveerd voor nieuwe recreatieve vaarverbindingen. In de raming is het gehele jaarbudget voor 2014 ad opgenomen. De werkelijke kosten voor 2014 zijn fors lager doordat er minder is opgevraagd. De niet bestede middelen blijven in de reserve beschikbaar. - Apparaatskosten Overige afwijkingen Bereikbaar Groningen - De mutaties reserves (ESFI) laat een onderbesteding zien door een te positieve inschatting van het beroep op de reserves voor infrastructurele projecten in de begroting Voor diverse openbaar vervoer-projecten in het kader van de BDU vallen de werkelijke lasten in 2014 lager uit dan begroot. Dit is grotendeels het gevolg van de systematiek, waarbij de vrij beschikbare ruimte ten behoeve van openbaar vervoerprojecten wordt begroot, maar waarop in 2014 geen beroep is gedaan. Deze middelen blijven beschikbaar binnen de BDU. - De mutaties reserves laat een overschrijding zien doordat in de begroting geen rekening is gehouden met het beroep op de reserves voor een drietal projecten in het kader van de opwaardering van de vaarweg Lemmer-Delfzijl. - Op hoofdrijbaanverhardingen is een batig saldo ontstaan, doordat een aantal projecten reeds in 2013 zijn uitgevoerd in het kader van de Versnellingsagenda. Het batig saldo is nodig om het tekort uit 2013 weer in te lopen. - Boordvoorzieningen overige vaarwegen laat een onderschrijding zien als gevolg van de volgende redenen: Vervangingen van boordvoorzieningen (270m) langs de oostzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met discussie rondom ligplaatsen die een lokaal bedrijf in gebruik heeft. Daarnaast is er op dat traject een discussie rondom het verleggen van kabels en leidingen. Vervangingen van boordvoorzieningen (1.517m) langs de westzijde van het Oude Eemskanaal is niet uitgevoerd in verband met wachttijd op aardbevingstoets die door het waterschap Noorderzijlvest moet worden uitgevoerd. - De capaciteitskredieten laten ten opzichte van de begroting een onderbesteding zien. Dit overschot is toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - In 2014 is in het kader van de overdracht van de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk ook de Driebondsbrug overgedragen naar het Rijk. In het ondertekende convenant is opgenomen dat de afkoopsom van eind 2014 aan het Rijk wordt overgemaakt. Bij de bestemming van het rekeningresultaat wordt voorgesteld om de afkoopsom te dekken uit de reserve Afkoopsommen wegen en waterwegen. Bij de overdracht van de N46 in 2006 hebben wij een afkoopsom van het Rijk ontvangen. - Voor de uitgaven en reserveringen in het kader van de infrastructurele projecten BDU en GDU is in 2014 meer uitgegeven dan begroot. In totaal Gemeenten zijn aangespoord lopende subsidies af te ronden, waardoor enkele grote subsidies zijn afgerekend. In 2014 is er een budget van geraamd. Hierop is in 2014 niets gerealiseerd. Dit betreft het jaarlijkse sparen voor dure regionale projecten in de BDU. Zodra dat aan de Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 325

326 LASTEN Afwijking Totaal orde komt worden de in overleg met het VVB benoemde spaarprojecten van een BDU-subsidie uit deze gespaarde middelen voorzien. De vrij besteedbare ruimte 2014 ad is in de begroting opgenomen, maar hierop is geen beroep gedaan in Deze middelen blijven beschikbaar voor de BDU via het bestedingsplan De kosten voor de regionale treindiensten vallen in totaal lager uit, onder meer als gevolg van lagere kosten voor kaartautomaten a.g.v. de verdere invoering van de OVchipkaart en de compensatiemiddelen rode diesel die ten laste van het budget Reservering spoor (BDU) zijn gebracht. - Op basis van de H2i-besluitvorming in 2001 sparen wij samen met de gemeente Groningen en met behulp van de BDU jaarlijks in totaal circa 2,6 miljoen voor de aanpak van de Ring Groningen. Ons eigen jaarlijks aandeel bedraagt en wordt ten laste van de reserve ESFI gebracht. In 2014 is ook weer vanuit de reserve ESFI opgenomen. Bij de jaarlijkse afsluiting van de onderscheiden deelprojecten van de Ring Groningen wordt het aandeel verantwoord. Dit loopt dan via het eerder genoemde onderdeel mutaties reserves (ESFI). - Voor de uitvoering van het Actieplan Fiets was in , inclusief de overboeking naar 2014 een budget beschikbaar van Hiervan is in uitgegeven. Wij hebben het niet uitgegeven deel, ofwel , gestort in de reserve Overboeking kredieten. Voorstel is gemeld bij de Integrale Bijstelling Apparaatskosten Overige afwijkingen In de Voorjaarsnota 2013 is voorgesteld om met ingang van per jaar meer uit de BDU in te zetten bij de uitvoering van het MIT. Concreet betekent dit dat een deel van de MIT-middelen voor Groningen-Delfzijl (sober nulplusvariant) worden vervangen door BDU-middelen. Op deze wijze is een bezuiniging op de voeding van de reserve ESFI mogelijk. Deze geraamde BDU-middelen zijn in 2014 echter nog niet ingezet en blijven beschikbaar binnen de BDU. Zie ook baten. - Voor de uitvoering van het meerjarig uitvoeringsprogramma verkeersveiligheid provinciale wegen resteerde in 2014 een bedrag ad Dit bedrag is overgeboekt naar Bij de overboeking hebben wij ook betrokken de niet geraamde bate ad Dit is de bijdrage van het Verkeer- en Vervoerberaad ten behoeve van educatie- en communicatieactiviteiten binnen het project N366 Veilig. Per saldo is er een voordeel ontstaan van Wij hebben het niet uitgegeven deel inclusief de bate gestort in de reserve Overboeking kredieten. Voorstel is gemeld bij de IB Het negatieve saldo is ontstaan door groot onderhoud aan de Beertsterbrug en de Renselbrug. Het negatieve saldo wordt zoveel mogelijk in 2015 en 2016 ingelopen. - Het positieve saldo bij vaste kunstwerken is ontstaan door het doorschuiven van een aantal projecten rondom de ringweg Groningen naar 2015/2016 in het kader van 'Groningen Bereikbaar'. - Aan de gemeente Winsum is een subsidie verleend van voor de verbetering van de stationsomgeving. Deze middelen zullen worden gedekt door een bijdrage van de Regio Groningen-Assen. Zie ook baten Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

327 LASTEN Afwijking Totaal Karakteristiek Groningen - Op de programmakosten van het thema Programma Landelijk Gebied (PLG) zijn positieve afwijkingen ontstaan op alle productgroepen voor in totaal bijna 10 miljoen. Dit is deels het gevolg van onze keus om 'ruim' te begroten om daarmee te voorkomen dat we niet aan alle mogelijke, gevraagde betalingen kunnen voldoen. In de praktijk is vaak sprake van vertraging van projecten door bezwaren op vergunningen of door bijv. weersomstandigheden, waardoor ook de bestedingen later plaatsvinden. Daarnaast willen we met een ruim budget de mogelijkheid creëren om acuut te kunnen reageren op kansen die zich voordoen op met name de grondmarkt. Het thema Programma Landelijk Gebied (PLG) is gekoppeld aan de reserves Programma Landelijk Gebied en Programma Landelijk Gebied 2. De afwijkingen worden of toegevoegd of onttrokken aan deze reserves en blijven beschikbaar. - Als gevolg van de afronding van het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn wij volledig verantwoordelijk geworden voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen. Omdat wij het stelsel van lasten en baten volgen en het rijk het kasstelsel volgt, heeft de commissie BBV aangegeven hoe de aangegane verplichtingen vanaf nu moeten worden verwerkt. Verplichtingen aangegaan vóór 2014 worden nog op kasbasis (moment van uitbetaling) verantwoord en de verplichtingen die met ingang van 2014 zijn aangegaan moeten als last in het jaar van toekenning worden verantwoord. Beheersvergoedingen in het kader van natuurbeheer worden toegekend voor een periode van 6 jaar en de toegekende bijdrage wordt over de jaren verdeeld omdat er een jaarlijkse prestatie tegenover staat. Dit besluit van de commissie heeft tot gevolg dat er in 2014 een eenmalige extra last met betrekking tot de beheersvergoeding is ontstaan van Dit betreft de bijdrage 2014 op basis van het stelsel van lasten en baten. Daarnaast is de uitbetaalde bijdrage 2013 op kasbasis verantwoord. Het budget 2014 is mede overschreden door de hogere lasten voor inrichting en functieverandering. - In de uitvoeringsprojecten ILG natuur is sprake van vertraging van projecten. Er wordt nog volop aan gewerkt. - Op het onderdeel Afwikkeling ILG Water is ten opzichte van de raming minder besteed. Het betreft veelal meerjarige projecten, waarvan de voortgang moeilijk in te schatten is. Er is onderbesteding op programma synergiegelden KRW omdat een aantal projecten in 2014 nog niet volledig is uitgefinancierd. - Overige afwijkingen Nog niet alle projecten op het gebied van realisatie EHS zijn voltooid. - Apparaatskosten Aan het project EHS Zuidlaardermeer - Midden-Groningen is minder uitgegeven. Grondaankopen zijn lastig te plannen. - Bij de uitvoeringsprojecten landschap is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn afhankelijk van het declaratiegedrag van derden. Hierdoor lopen betalingen niet synchroon met de begroting. - De middelen voor Natura 2000 zijn beschikbaar gesteld voor de vastgestelde beheerplannen tot Op een aantal Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 327

328 LASTEN Afwijking Totaal maatregelen zijn lagere uitgaven geweest. De uitgaven verschuiven naar de komende jaren. - Het IPO heeft een gezamenlijke werkorganisatie ingericht waar elke provincie een deel aan bijdraagt. - Voor de afwikkeling ILG landschap PLG zijn hogere uitgaven gerealiseerd. Voor het tekort is dekking in de reserve PLG. - Bij de uitvoeringsprojecten ILG natuur en beheer is sprake van meerjarige projecten. De uitbetaalde bedragen zijn lager uitgevallen omdat partijen vanwege vertraging minder bij de provincie hebben gedeclareerd. - Het betreft veelal meerjarige projecten waarvan de voorgang moeilijk in te schatten is. De realisatie bestaat grotendeels uit de projectdeclaraties, waarbij we afhankelijk zijn van het declaratiegedrag van derden. Er is onderbesteding op de projecten ten behoeve van innovatieve kwaliteitsprong landbouw. - De verwerving van gronden voor het Natuur Netwerk Nederland vindt plaats op basis van vrijwilligheid. Er zijn minder gronden aangekocht dan gebudgetteerd Schoon/Veilig Groningen - Apparaatskosten Het jaarprogramma 2014 van het uitvoeringsprogramma externe veiligheid is vastgesteld. In 2014 zijn de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio gevormd en daardoor zijn er minder nieuwe programma-activiteiten ontwikkeld. Daarnaast heeft de Omgevingsdienst enkele structurele programma-activiteiten met gesloten beurs uitgevoerd. Mede hierdoor is een onderbesteding ontstaan. Met de Groninger gemeenten zal in 2015 worden afgesproken hoe de middelen in 2015 zullen worden besteed. De resterende middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Overige afwijkingen De middelen in het kader van het meerjarenprogramma Bodemsanering 2010 t/m 2014 zijn beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering Provinciefonds. De niet bestede of extra bestede middelen worden jaarlijks verrekend met de reserve Bodemsanering. De hogere besteding in 2014 is onttrokken aan de reserve Energiek Groningen - Middels voordracht 50a/2013 is de Interimregeling waardevermeerdering vastgesteld. Voor deze maatregel zijn middelen door de NAM beschikbaar gesteld. De uitvoering van de regeling wordt verzorgd door het SNN. In 2014 is een bedrag van aan uitvoeringskosten en voorschotten op de regeling besteed. De totale besteding is gedekt door een bijdrage van de NAM. Zie ook baten. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. - Ten laste van de reserve Provinciale meefinanciering zijn middelen geraamd voor de verwachte uitbetaling van bijdragen aan projecten die in eerdere jaren zijn gecommitteerd. Op dit onderdeel is minder opgevraagd dan verwacht. De middelen blijven beschikbaar voor deze projecten. - Overige afwijkingen In de loop van 2014 is gebleken dat er te weinig beroep op de stimuleringsmaatregel Asbest/Zonnepanelen werd gedaan Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

329 LASTEN Afwijking Totaal De voorwaarden zijn tot tweemaal versoepeld en de verwachting is nu dat met de aanpassingen het subsidiepotje wel volledig gebruikt zal gaan worden. De resterende middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Apparaatskosten Gebiedsgericht - Het Investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog wordt gedekt uit de reserve ESFI. Van de voor 2014 geraamde middelen is nog niet besteed. De resterende middelen zijn gelabeld voor harde en zachte projecten en worden beschikt op basis van concrete aanvragen. De middelen blijven hiervoor beschikbaar in de reserve ESFI. - Het Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL) is gekoppeld aan de reserve WEL en deels aan de reserve ESFI. De restant middelen zijn gelabeld aan vastgestelde uitvoeringsprogramma's en worden beschikt op basis van concrete aanvragen. De voor 2014 geraamde middelen blijven voor zover nog niet besteed, beschikbaar in de reserves. - Apparaatskosten Vanuit het krediet Uitvoering gebiedenbeleid en POP wordt met andere partijen geparticipeerd in meerjarige programma's en projecten. e activiteiten zijn vertraagd, maar zitten in de eindfase van het proces. De resterende middelen zijn daarom toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten - Overige afwijkingen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur - Apparaatskosten Overige afwijkingen In verband met een uitbetaling aan Bureau Jeugdzorg en uitbetalingen van NUDUK-gelden aan diverse instellingen is er een afwijking ten opzichte van de raming ontstaan. Hiertegenover staan niet geraamde baten. - Vanaf 2012 is de regierol in het restauratiebeleid structureel gedecentraliseerd van het rijk naar de provincies. Via een decentralisatie-uitkering worden deze middelen aan de provincie overgemaakt. Een deel van de in de tweede ronde 2014 beschikte bedragen worden uitgevoerd in 2015, daarom blijft een deel over. Deze middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Het delen, uitdragen en genereren van burgerinitiatieven is onderdeel van het Actieprogramma Sociaal Beleid Gezien de afstemming met gerelateerde werkvelden c.q. partners en de tijd die potentiële uitvoerders nodig hebben voor het formuleren van een gedegen uitvoeringsplan, is er geen volledige besteding van de middelen 2014 geweest. Zoals bij de Integrale Bijstelling 2014 reeds aangekondigd worden de middelen overgeboekt naar Het restant is toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - In de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor investeringen in Culturele Infrastructuur Groningen (CIG). In 2014 zijn diverse bijdragen uitbetaald en onttrokken aan de reserve. Dit was niet opgenomen in de raming Bestuur - Binnen het Evenementen meerjarenprogramma wordt een totale reservering van meegenomen voor DelfSail 2016 en andere grote evenementen. Deze Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 329

330 LASTEN Afwijking Totaal reservering is in de jaren 2011 tot en met 2014 gespaard. Daarnaast is een bedrag van gereserveerd voor de viering van de bevrijding in De activiteiten vinden op zijn vroegst in 2015 plaats, daarom zijn de middelen toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Van een aantal in 2014 verleende bijdragen uit het budget incidentele subsidies vindt de uitvoering van de activiteit in 2015 plaats. Het budget 2015 is al voor het grootste deel besteed, daarom zijn de resterende middelen 2014 ad overgeboekt naar In totaal is toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Apparaatskosten De einddatum van de gemeentelijke herindeling Grenzeloos Gunnen is 1 januari Er is er sprake van een doorlopend meerjarig proces waarin de daarvoor toebedeelde financiële middelen in de komende jaren met een daarop toegesneden flexibiliteit ingezet moeten kunnen worden. De middelen zijn toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. - Overige afwijkingen Bedrijfsvoering - Apparaatskosten Als gevolg van de afwikkeling van diverse verplichtingen uit voorgaande jaren is een bedrag van vrijgevallen. - Overige afwijkingen Algemene dekkingsmiddelen - Na de verwerking van de Integrale Bijstelling 2014 resteert een saldo van aan onverdeelde apparaatskosten. Dit heeft voor een bedrag van betrekking op stelpost cao-ruimte en betreft de stelpost dossier gaswinning. Met het bereiken van een cao-akkoord is de stelpost aangewend voor de eenmalige cao-betaling van 450 per medewerker. De kosten in totaal maken onderdeel uit van de totale apparaatskosten. Daarnaast wordt een bedrag van met betrekking tot de capaciteitskredieten overgeboekt naar Per saldo resteert een bedrag van Dit bedrag valt vrij ten gunste van het rekeningresultaat De middelen voor het dossier gaswinning zijn bij de afsluiting van het boekjaar meegenomen bij het saldo van de apparaatskosten. - Overige afwijkingen Totaal afwijking lasten BATEN Afwijking Totaal Leven en Wonen in Groningen - De lasten en baten met betrekking tot de grondexploitatie Blauwestad worden verantwoord via de exploitatie. Het saldo is via een mutatie onderhanden werk naar de balans geboekt. Als gevolg van lagere lasten (zie toelichting lasten) en lagere baten (deel verkopen begin 2015 afgerond) is de mutatie onderhanden werk lager dan begroot Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

331 BATEN Afwijking Totaal - Op de balans staan onder vooruit ontvangen bedragen van het rijk nog de middelen voor SDV, ISV1 en 2. Per 1 januari 2011 zijn de ISV-3 middelen als decentralisatie-uitkering overgeheveld naar het Provinciefonds. Als gevolg daarvan is de Wet stedelijke vernieuwing ingetrokken en is er geen verantwoordingsplicht meer richting het Rijk. De SDV en ISV1 en 2 middelen kunnen niet meer als schuld aan het Rijk worden opgenomen en zijn ten gunste van de exploitatie geboekt. Dit had al in 2011 op deze verwerkt moeten worden, maar is toen niet gebeurd. Wel zijn de middelen voor ISV3 aan de reserve Leefbaarheid toegevoegd. Voor zover er nog verplichtingen op drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit in lijn met ISV3. De vrij besteedbare middelen vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat In totaal is een bedrag van toegevoegd aan de reserve en vrijgevallen. Daarnaast is er in 2014 minder besteed dan begroot waardoor er ten opzichte van de raming een nadelig effect van is ontstaan. Resumerend = Overige afwijkingen Ondernemend Groningen - Een deel van de middelen voor de uitvoering van RSP-REP wordt gedekt middels een decentralisatie-uitkering van het Rijk. Aangezien de werkelijke kosten 2014 lager zijn, is ook een deel van de middelen van het Rijk niet benodigd. De middelen zijn teruggeboekt naar de balans. - De Economic Board (Spoor 4 Gaswinning) zal pas formeel aantreden begin 2015 en derhalve is de bijdrage van 6,5 miljoen in 2014 niet beschikbaar gesteld (zie lasten) en is de dekking vanuit het revolverend mkb-fonds ( 2,0 miljoen) in 2014 ook niet nodig geweest. De middelen schuiven door naar De gemaakte kosten inzake de Versnellingsagenda worden gedekt door een REP-bijdrage. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. - Er zijn EFRO-bijdragen en bijdragen van derden verantwoord ter dekking van de gemaakte kosten voor respectievelijk de projecten STINAG en Routenetwerk Fietsknooppunten. Deze projecten worden medegefinancierd vanuit de reserve Provinciale Meefinanciering. De baten zijn niet opgenomen in de raming. - Overige afwijkingen De bijdragen van de Europese Commissie (EFRO) voor het Innovatief Actieprogramma Groningen 3 (IAG3) zijn niet begroot Bereikbaar Groningen - De meeropbrengsten van de baten hebben betrekking op de voeding van de capaciteitskredieten. De voeding is hoger, doordat in 2014 een aantal realisatiebesluiten zijn genomen en de bijdrage in de capaciteitskredieten direct zijn verwerkt. In de begroting was alleen rekening gehouden met voeding van de capaciteitskredieten van projecten die daadwerkelijk ook in uitvoering waren. - Doordat de lasten bij de projecten BDU (Openbaar Vervoer) lager uitvielen dan begroot is een lager beroep gedaan op BDU-middelen ter dekking van deze kosten Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 331

332 BATEN Afwijking Totaal - Een deel van de middelen voor de uitvoering van RSP Concrete projecten wordt gedekt middels een decentralisatieuitkering van het Rijk. Aangezien de werkelijke kosten 2014 lager zijn, is ook een deel van de middelen van het rijk niet benodigd. De middelen zijn teruggeboekt naar de balans. - De baten binnen mobiliteitsbeleid zijn lager uitgevallen, doordat een lager beroep is gedaan op de BDU-middelen t.b.v. infrastructurele projecten. - Een deel van de middelen voor de uitvoering van RSP Regionale Mobiliteitsfonds wordt gedekt middels een bijdrage van het Rijk. Aangezien de werkelijke kosten 2014 hoger zijn dan begroot zijn extra middelen van de balanspost vooruit ontvangen rijksmiddelen geboekt ten gunste van de exploitatie. - Overige afwijkingen De BDU-middelen als vervanging voor MIT-middelen zijn in niet ingezet en blijven beschikbaar voor de komende jaren. - Bijdragen van de provincie Fryslân voor de aanlegvoorzieningen Lauwersoog zorgen voor meeropbrengsten. - De aan de gemeente Winsum verstrekte subsidie t.b.v. de verbetering van het stationsgebied wordt gedekt door een bijdrage vanuit het regiofonds Regio Groningen-Assen. - De baten voor het op afstand bedienen van bruggen valt lager uit dan begroot. Een deel van dit tekort ( ) is echter als bate verantwoord onder productgroep 3303 Onderhoud en beheer vaarwegen - Hogere opbrengsten van leges, recognities en haven- en kade gelden en hogere inkomsten rijk en gemeenten zorgen voor meeropbrengsten ten opzichte van de begroting. Daarnaast is ontvangen voor het op afstand bedienen van bruggen derden. Deze baten zijn echter begroot bij productgroep 3306 Kunstwerken vaarwegen Karakteristiek Groningen - Overige afwijkingen Schoon/Veilig Groningen - In 2014 zijn de Wabo-opbrengsten hoger dan geraamd. De hogere legesopbrengsten zijn met name te verklaren door een aantal grote bouwaanvragen in de Eemshaven. - Overige afwijkingen Energiek Groningen - Ter dekking van de kosten van de Interimregeling waardevermeerdering is een bijdrage van de NAM opgenomen. In de raming is hiermee geen rekening gehouden. Zie ook lasten. - Overige afwijkingen Gebiedsgericht - Overige afwijkingen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur - Voor het onderdeel jeugd zijn een aantal kosten gemaakt, zoals onder andere de uitbetaling van de NUDUK-gelden, die niet zijn meegenomen in de raming. Deze kosten worden Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

333 BATEN Afwijking Totaal gedekt door niet geraamde baten. Zie ook toelichting lasten. - Overige afwijkingen Bestuur - Overige afwijkingen Bedrijfsvoering - Op de overige diensten voor derden is een voordeel van ontstaan. Dit heeft betrekking op het uitlenen van personeel aan en het verlenen van diensten voor derden. - Voor de bediening hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl is de maximale vergoeding van Rijkswaterstaat opgenomen als bate. Dit op basis van de inzet In de raming is voor de inzet van de werkzaamheden een lagere bate opgenomen. - Ten opzichte van de raming zijn de opbrengsten van de diensten voor de ODG hoger. Dit betreft met name de verleende diensten op het gebied van ICT. Daarnaast betreft het inzet van personeel en baten met betrekking tot de auto's voor de ODG. - Overige afwijkingen Algemene dekkingsmiddelen - Naar aanleiding van de decembercirculaire hebben wij eind een bedrag van ontvangen voor het financieel ondersteunen van projecten voor onderwijsontwikkeling en onderzoek in het kader van de Energy Academy Europe (Green Deal). Deze middelen kunnen niet meer worden besteed in 2014 en vallen vrij ten gunste van het rekeningresultaat. Bij de bestemming van het resultaat stellen wij voor deze middelen over te hevelen naar De opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting is ten opzichte van de raming hoger uitgevallen. In de raming is de inkomstenderving van zeer zuinige auto's dubbel meegenomen. Daarnaast is een stelpost voor oninbaarheid en vanwege de overgangsregeling voor oldtimers die op benzine rijden in de raming opgenomen. Het lijkt aannemelijk dat zowel het oninbare bedrag als het beroep op de overgangsregeling beperkter is dan wij hadden voorzien. De exacte bedragen zijn niet bekend. - Overige afwijkingen Totaal afwijking baten Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 333

334 3.2. Analyse mutaties op reserves Ten opzichte van de raming is er meer aan de reserves toegevoegd (hogere lasten) en is er minder onttrokken (lagere baten). Per saldo een nadeel van De afwijkingen groter dan worden per reserve toegelicht. STORTINGEN Algemene reserve - Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat Zie ook onttrekkingen. Reserve Beheer wegen en kanalen - Het positieve resultaat op de uitvoering van het meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud provinciale infrastructuur en de werkzaamheden voor Rijkswaterstaat met betrekking tot de hoofdvaarweg Lemmer - Delfzijl is toegevoegd aan de reserve. De middelen blijven op deze wijze beschikbaar voor de uitvoering van het meerjarenprogramma. Reserve AKP-budgetten - Het positieve resultaat op de AKP-budgetten ad is toegevoegd aan de reserve. De afrekenperiode van de Apparaatskosten Personeel (AKP) is op basis van een voorstel in de Voorjaarsnota 2014 verlengd tot en met Reserve Bodemsanering - De middelen voor ISV-3 bodem worden via het provinciefonds uitgekeerd. De niet bestede middelen zijn in de lijn van de afgelopen jaren toegevoegd aan de reserve Bodemsanering. Op deze manier blijven de middelen beschikbaar voor het meerjarenprogramma. Reserve Afkoopsommen wegen en kanalen - Vanuit de reserve Beheer wegen en kanalen is een bedrag van overgeboekt naar deze reserve. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen. In 2014 was het resultaat dermate positief dat het gehele bedrag in één keer kon worden overgeboekt. Reserve Provinciale meefinanciering - Het jaarbudget 2014 voor provinciale meefinanciering is in zijn geheel toegevoegd aan de reserve. De gemaakte kosten in 2014 zijn conform de verwerking in de raming onttrokken aan de reserve Provinciale meefinanciering. Zie ook toelichting onttrekkingen. Reserve Programma Landelijk Gebied - De geraamde middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het Programma Landelijk Gebied zijn voor een deel nog niet betaald. De middelen moeten beschikbaar blijven voor de toekomstige afwikkeling en zijn derhalve teruggestort in de reserve. Zie ook toelichting onttrekkingen Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

335 Reserve Leefbaarheid - De niet bestede middelen voor Krimp vanuit decentralisatieuitkering ISV3 en de provinciale middelen zijn toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. - De middelen voor SDV, ISV1 en ISV2 zijn in 2014 van de balanspost vooruit ontvangen bedragen van het rijk ten gunste van de exploitatie geboekt. Er is geen verantwoordingsplicht meer richting het rijk. Voor zover er nog verplichtingen op deze middelen drukken is het bedrag toegevoegd aan de reserve Leefbaarheid. Dit is in lijn met ISV3. - Als gevolg van de administratieve correctie van de verwerking van de ISV3 middelen voor het provinciaal fonds particuliere woningverbetering is er teruggestort in de reserve Leefbaarheid. In 2012 is het bedrag ten laste van ISV3 middelen gebracht. Zie ook toelichting bij het thema Wonen en leefbaarheid Reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep - De kosten van het project Bediening op afstand wordt voorgefinancierd uit de reserve Vervanging kunstwerken Winschoterdiep. Door besparing op de formatie wordt de voorfinanciering van het project weer terugverdiend. In 2014 is een deel gerealiseerd en teruggestort in de reserve. - Overige afwijkingen 117 Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen. Reserve Overboeking kredieten - Op basis van de beleidslijn met betrekking tot de overboeking van kredieten is in 2014 een bedrag van toegevoegd aan de reserve Overboeking kredieten. Reserve Programma Landelijk Gebied 2 - De niet bestede middelen van het Programma Landelijk Gebied 2 zijn toegevoegd aan de reserve. Op deze wijze blijven de middelen beschikbaar voor de verdere uitvoering van het programma. Zie ook toelichting onttrekkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking stortingen ONTTREKKINGEN Algemene reserve - Betreft de boeking van het negatief rekeningresultaat Zie ook stortingen. Reserve ESFI - Voor de dekking van de kosten voor diverse investeringsprojecten wegen en waterwegen zijn middelen gereserveerd in de reserve ESFI. In de Integrale Bijstelling 2014 is de inzet van de middelen uit de reserve Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 335

336 geactualiseerd. In totaal is opgenomen als verwachte dekking voor Op basis van de werkelijke kosten is aan de reserve onttrokken. Dit veroorzaakt een afwijking van Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het investeringsbudget Lauwersmeer/Lauwersoog. De werkelijke bestedingen zijn onttrokken aan de reserve. Ten opzichte van de raming leidt dit tot een afwijking. - Vanuit de reserve ESFI zijn middelen beschikbaar voor het Actieprogramma WEL. De geraamde middelen voor 2014 zijn niet besteed en derhalve niet onttrokken aan de reserve. - Jaarlijks wordt ten laste van de reserve een bedrag van opgenomen voor reservering ringwegen. Deze middelen zijn binnen de reserve gelabeld voor de reconstructie van de ringwegen. Projecten die op dit moment in uitvoering en deels worden gedekt door deze middelen zijn verantwoord via de post kosten voor diverse investeringen wegen en waterwegen. Binnen de reserve worden de kosten op de juiste onderdelen verantwoord. - Voor recreatieve vaarverbindingen is het jaarbudget van vanuit de reserve ESFI opgenomen in de raming. De werkelijke kosten voor 2014 zijn , waardoor er minder is onttrokken. - Voor investeringen in de Culturele Infrastructuur Groningen (CIG) is in uitbetaald aan de projectuitvoerders. Dit bedrag is onttrokken aan de reserve. - Overige afwijkingen Reserve Automatisering - Voor de uitvoering van de IP-plannen (informatievoorziening) is bij de Integrale Bijstelling 2014 een bedrag toegevoegd aan de raming vanuit de reserve Automatisering. Aangezien de uitvoering van de projecten doorloopt in 2015, is er minder onttrokken aan de reserve Automatisering. Reserve Beheer wegen en kanalen - Als gevolg van het positieve resultaat 2014 is een bedrag van vanuit deze reserve overgeboekt naar de reserve Afkoopsom wegen en kanalen. Door het negatieve resultaat in 2013 werd de reserve Beheer wegen en kanalen negatief. Dit is op basis van de BBV niet toegestaan. Via bestemming rekeningresultaat 2013 is voorgesteld het negatieve effect aan te vullen uit de reserve Afkoopsommen wegen en kanalen en dat toekomstige positieve resultaten weer ten gunste van deze reserve komen. Reserve Bodemsanering - De kosten voor de uitvoering van het programma voor bodemsanering zijn hoger dan de middelen die in 2014 beschikbaar zijn gesteld via het Provinciefonds. In de reserve zijn nog middelen uit voorgaande jaren beschikbaar om deze kosten te dekken. Reserve Provinciale meefinanciering - Bij de Integrale Bijstelling 2014 werd verwacht dat een bedrag van zou worden besteed voor Provinciale meefinanciering en IAG 2 en IAG 3. De werkelijke besteding is fors lager omdat er toch minder is opgevraagd door de uitvoerders van projecten. In 2014 is in totaal besteed Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

337 Reserve Programma Landelijk Gebied - De middelen voor de afwikkeling van verplichtingen van het programma landelijk gebied zijn voor een aantal onderdelen te laag geraamd. Op basis van de werkelijke betalingen heeft een hogere onttrekking aan de reserve plaatsgevonden Reserve Regiospecifiek pakket - Ten opzichte van de bijgestelde raming blijven de kosten voor de projecten achter. Dit wordt met name veroorzaakt bij het onderdeel REP. De verwachte bijdrage voor het Groninger Forum is niet opgevraagd (aandeel vanuit de reserve ). - Overige afwijkingen Reserve Programma Landelijk Gebied 2 - Met name voor de dekking van de hogere lasten op het budget voor natuurbeheer SNL is een bedrag van aan de reserve PLG2 onttrokken. - Overige afwijkingen Reserve Leefbaarheid - Voor het onderdeel krimp is een bedrag van in de raming opgenomen als onttrekking aan de reserve Leefbaarheid. Op basis van de werkelijke kosten voor krimp is een bedrag van Per saldo een hogere onttrekking aan de reserve van Ter dekking van de kosten van ISV3-wonen is een bedrag van onttrokken aan de reserve Leefbaarheid. In de raming was rekening gehouden met Er is dus minder uit de reserve gehaald. Reserve Actieprogramma Werk, Energie en Leefbaarheid - Van de begrote middelen voor de uitvoering van het actieprogramma ten laste van de reserve is een deel niet besteed in Dit heeft geresulteerd in een lagere onttrekking. De middelen blijven beschikbaar voor de uitvoering in de komende jaren Reserve EHS Zuidlaardermeer - Het resultaat op het betreffende budget is onttrokken aan de reserve. In de raming zijn zowel stortingen als onttrekkingen opgenomen. Dit leidt zowel bij stortingen als onttrekkingen tot afwijkingen Overige afwijkingen Totaal afwijking onttrekkingen Verdeling en omvang apparaatskosten De totaal te verdelen apparaatskosten aan de productgroepen onderdeel van de programma's en investeringsprojecten zijn ten opzichte van de bijgestelde begroting lager. Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden in de toerekening. Dit heeft te maken met een wijziging van de inzet van personeel. De afwijking van de lagere apparaatskosten heeft voor het grootste deel betrekking op personele kosten. In totaal zijn deze kosten lager. Op de materiële apparaatskosten ontstaat een voordeel van Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 337

338 Hierbij is nog geen rekening gehouden met de verrekening met stelposten, diverse baten en mutaties in reserves. De lagere personeelskosten zijn met name bij de staf- en beleidsafdelingen ontstaan. De onderbesteding is het gevolg van het deels niet invullen van de formatieruimte. Dit om te kunnen voldoen aan de toekomstige taakstellingen van de afdelingen. Het budget inhuur binnen de personele apparaatskosten is overschreden. Deze overschrijding is onder andere gedekt door vacatureruimte en extra baten. Het voordeel op de materiële apparaatskosten van heeft voor het grootste deel betrekking op informatievoorziening, personeelsbeheer en -beleid, services en rollend en varend materieel. Daarnaast is er een nadeel ontstaan op de huisvestingskosten. Voor de uitvoering van de IP-plannen (informatievoorziening) is bij de Integrale Bijstelling een bedrag toegevoegd aan de raming vanuit de reserve Automatisering, maar nu blijkt dat de uitvoering van de projecten doorloopt in De niet bestede middelen zijn derhalve niet onttrokken aan de reserve Automatisering. De onderbesteding op het onderdeel personeelsbeheer en -beleid betreft met name de lagere wervingskosten. Het voordeel op het onderdeel services en rollend en varend materieel heeft voornamelijk te maken met het doorschuiven van de aanschaf van nieuw materieel. De middelen die hiervoor bestemd zijn schuiven door naar Door de aanschaf van nieuwe multifunctionals zijn de kosten bij het onderdeel services aanzienlijk gedaald. Het nadeel op de huisvestingskosten is onder andere veroorzaakt door de onvoorziene vervanging van het glazen dak van de serre en restpunten van Basisrenovatie+ en hieraan gerelateerde projecten. Een deel van de kosten is gedekt vanuit de reserve Huisvesting en inrichting. Naast een lagere toerekening van de apparaatskosten vindt er ook een verschuiving plaats in de verdeling van de kosten naar investeringswerken en productgroepen c.q. programma's. In verhouding wordt er in de rekening meer toegerekend aan de productgroepen/programma's. Dit wordt met name veroorzaakt door de overdracht van de vaarweg Lemmer-Delfzijl naar het Rijk per 1 januari Hierdoor is de situatie ontstaan dat over de kosten van investeringswerken op deze vaarweg geen afschrijvingssystematiek meer mogelijk is. De objecten op deze vaarweg zijn immers geen eigendom meer van de provincie, waardoor op basis van de regelgeving (BBV) deze kosten niet meer geactiveerd mogen worden, maar ineens ten laste van de exploitatie gebracht dienen te worden. Bij het afsluiten van het boekjaar 2014 is gebleken dat een bedrag van ca aan apparaatskosten niet meer geactiveerd kan worden, maar waarvan de lasten in het betreffende boekjaar ineens genomen moeten worden. Dit heeft echter ook een structureel effect op de (meerjaren)begroting. Het is niet meer mogelijk om ca apparaatskosten voor projecten vaarweg Lemmer-Delfzijl te activeren en af te schrijven over meerdere jaren. Daar tegenover staat dat de oorspronkelijke financieringsbron zal vrijvallen. Per saldo is de voorgestelde werkwijze over een langere periode budgettair neutraal. Zoals eerder aangegeven vindt er nog een verrekening plaats met stelposten, diverse baten en reserves. Een deel van het provinciale personeel is uitgeleend aan of verricht werkzaamheden voor derden. De baten die hiervoor worden ontvangen komen te gunste aan het personeelskostenbudget van de afdelingen. Ten opzichte van de raming zijn de baten hoger. Dit heeft voor een groot deel betrekking op inzet van de afdelingen Beheer en Onderhoud (inzet voor Rijkswaterstaat) en ICT (inzet voor ODG). Bij de Voorjaarsnota 2014 is voorgesteld om de afrekenperiode van de AKP (Apparaatskosten Personeel) te verlengen tot en met De restantkredieten AKP aan het eind 2014 zijn toegevoegd aan de reserve Apparaatskosten personeel. Het overzicht met betrekking tot de apparaatskosten is in onderstaand overzicht weergegeven. Het voordeel op de apparaatskosten, het effect van de toerekening van de apparaatskosten en de verrekening met stelposten, baten en reserves resulteert voor 2014 in een nadelig effect van op de exploitatie en daardoor ook op het rekeningresultaat Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

339 Omschrijving begroting 2014 na wijziging rekening 2014 verschil Personele kosten (AKP) Materiële apparaatskosten Totaal apparaatskosten Waarvan toegerekend aan: - programma's investeringswerken wegen en vaarwegen Totaal toegerekend Apparaatskosten programma's Mutatie reserves (AKP) - reserve AKP reserve Automatisering reserve Beheer wegen en kanalen reserve Afkoopsom Winschoterdiep Totaal mutaties reserves (AKP) Mutatie reserves (materiële kosten) - reserve AKP reserve Automatisering reserve Huisvesting en inrichting reserve Beheer wegen en kanalen reserve Overboeking kredieten Totaal mutaties reserves (materiële kosten) Overige posten (AKP) - stelposten voorziening APPA Totaal overige posten (AKP) Overige posten (materiële kosten) - bijdragen NAD Nuis bijdrage RGA bijdrage ODG Totaal overige posten (materiële kosten) Baten AKP - baten concernniveau Totaal baten AKP Resultaat na verrekening reserves, overige posten en baten Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 339

340 3.4. Kapitaallasten Ten opzichte van de raming zijn de kapitaallasten (rente en afschrijving) hoger. Dit betreft met name de rente component. Deze is hoger terwijl de afschrijvingscomponent hoger is. De hogere rentecomponent komt doordat ten opzichte van de raming een kleiner deel van de vaste activa wordt gefinancierd met kort geld. Dit bedrag is lager omdat zowel het basisbedrag waarover rente wordt berekend ( i.p.v ) als het rentepercentage (0,14% i.p.v. 0,18%) lager is. De hogere afschrijvingen zijn het gevolg van het niet meenemen van de investering in het transferium in Haren in de raming. Deze investering valt onder bijdragen in activa in eigendom van derden. Eind 2014 is de boekwaarde 0. De hogere kapitaallasten leiden tot een hogere toerekening aan de apparaatskosten en de programma's. Zie ook onderstaande tabel. Omschrijving Raming Realisatie Saldo Rente Afschrijvingen Totaal kapitaallasten Toegerekend aan: Apparaatskosten Programma's Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Bereikbaar Groningen Schoon/veilig Groningen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen Totaal programma's Totaal toegerekend Overzicht aanwending onvoorzien In totaal is de post voor werkelijk onvoorziene uitgaven ad in 2014 voor een belangrijk deel bestemd. In Integrale Bijstelling 2014 is toegevoegd aan de begrotingsruimte Daarna is er van het restant van een bedrag van gereserveerd voor de Commissie van Zijl voor onderzoek naar kansen voor de werkgelegenheid in Oost-Groningen. Het restant van kan nu vrijvallen ten gunste van het rekeningresultaat Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

341 3.6. Incidentele baten en lasten per programma Volgens de BBV zijn de provincies verplicht inzicht te geven in de incidentele baten en lasten. In de begroting 2014 zijn de incidentele baten en lasten uit de meerjarenraming van opgenomen. Onder de incidentele baten en lasten worden verstaan de voor maximaal drie jaren geraamde baten en lasten. Daarnaast zijn alle toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves in beeld gebracht. In het overzicht zijn ook meegenomen die baten en lasten die elkaar opheffen. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om een eenmalige last, die wordt gedekt door een bijdrage van het Rijk of een beschikking over een reserve. Voor het opstellen van het overzicht van incidentele baten en lasten 2014 heeft de begroting 2014 als basis gediend. Het overzicht van 2014 ziet er als volgt uit (bedragen x 1.000): programma omschrijving primitieve begroting 2014 begroting na wijziging rekening 2014 verschil BATEN Karakteristiek Groningen Schoon/Veilig Groningen Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Algemene dekkingsmiddelen EHS verkoop gronden 1.890,0 206,0 173,1 32,9 (BGR14) subtotaal 1.890,0 206,0 173,1 32,9 Grondwaterheffing 360,0 360,0 412,8-52,8 Voorziening Nazorg 534,0 262,0 192,7 69,3 Voorziening slibdepots 9,9 9,9 0,8 9,1 Eenmalige kosten 151,6 Omgevingsdienst Groningen - bijdrage gemeenten (VJN13) Ontgrondingheffing 10,0 10,0 2,5 7,5 subtotaal 1.065,5 641,9 608,8 33,1 Rijksbijdrage Jeugdzorg (BGR14) , , ,8 83,2 Rijksbijdrage Zorgaanbod , , ,0-227,0 (BGR14) subtotaal , , ,8-143,8 Reserve Ontgrondingen 43,4 43,4 32,6 10,8 Reserve GWH 5,6 5,6 5,6 Reserve PLG - Less 490,0 Favoured Areas en Akkerrandenbeheer Reserve Compensatie 1.670, , ,0 dividend ESFI - extra investeringen PLG Reserve EHS Zuidlaardermeer 720,0 - Midden-Groningen Reserve RSP - AKP 298,5 251,3 137,7 113,7 Reserve ESFI - Regio 1.213, , ,0 Groningen-Assen Reserve ESFI - reservering 953,3 953,3 528,5 424,8 ringwegen (VJN04) Reserve ESFI , ,0 238, ,5 ontwikkeling Lauwersmeer/Lauwersoog (VJN12) Reserve Leefbaarheid , , ,7-178,7 krimpsloop Eemsdelta Reserve AKP - diverse 127,1 44,4 44,4 0,0 personeelskosten Algemene reserve - 88,0 88,0 88,0 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 341

342 programma omschrijving primitieve begroting 2014 toeristische promotie Algemene reserve - Convenant bedrijventerreinen Algemene reserve - motie cultuur - niet-krimpmiddelen Algemene reserve - compensatie bezuiniging asielzoekers (VJN10) Algemene reserve - verlaging budget frictiekosten (VJN10) Algemene reserve - compensatie bezuiniging jeugdzorg (VJN10) Algemene reserve - herschikking begrotingsruimte (VJN13) 2.545,6 begroting na wijziging rekening 2014 verschil 73,2 73,2 73,2 0, , , ,0 240,0 240,0 240,0 0,0 subtotaal , , , ,7 totaal Baten , , , ,9 LASTEN Leven en wonen in Groningen Ondernemend Groningen Overheveling bouwblokkenop-maatmethode 125,0 269,9 269,9 naar gemeenten (VJN13) Provinciaal 2,6 2,6 2,6 stimuleringskrediet ISV-3 (stelpost 52,3 52,3 52,3 rijksmiddelen) Eemsdelta aandeel 1.355, , ,0 krimpsloop ISV-3 middelen voor krimp 2.651, , ,1 Krediet leefbaarheid nietkrimpgebieden 306,0 556,4 414,2 142,2 (VJN12) subtotaal 4.492, ,3 736, ,9 Recreatie en toerisme - -65,6-65,6-65,6 naar Algemene reserve (VJN11) Versterking toeristische 375,0 278,0 190,5 87,5 infrastructuur (VJN13) Vestigingenregister 22,2 22,2 28,3-6,1 Stichting Groningen 30,0 30,0 30,0 Congresbureau Promotie vestigingsklimaat 125,0 69,3 72,0-2,7 (VJN13) Marketing Groningen - van 88,0 88,0 88,0 spaarsaldo via Algemene reserve Toeristische promotie - naar -16,8-16,8-16,8 Algemene reserve Middelen bestuursovereenkomst Afsluitdijk (PF 2013) 500,0 500,0 500,0 342 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

343 programma omschrijving primitieve begroting 2014 begroting na wijziging rekening 2014 verschil Convenant bedrijventerrein 2.545,6 - van Algemene reserve Convenant bedrijventerrein 537,7 537,7 537,7 - PF Innovatie en duurzaamheid 750,0 750,0 224,9 525,1 (VJN11) subtotaal 4.891, , ,9 603,8 Bereikbaar Groningen Karakteristiek Groningen Schoon/Veilig Groningen Fietsbeleid (VJN11) 250,0 250,0 250,0 Reservering ringwegen - 953,3 953,3 953,3 ESFI (VJN2004) Onderzoeksbudget Verkeer 85,5 85,5 84,1 1,4 en Vervoer (VJN13) Planvorming/algemeen 33,1 33,1 28,3 4,7 Internationale OVverbinding 500,0 502,7 500,3 2,4 (VJN11) subtotaal 1.821, ,6 612, ,9 Invoeren streekrekeningen 100,0 100,0 45,0 55,0 (VJN13) Natuur PLG - Akkerrandenbeheer 350,0 (VJN13) Extra investeringsmiddelen 2.000, , , ,2 PLG (VJN12) EHS aankoop gronden 2.610,0 910,0 303,7 606,3 (BG14) PGV Middag Humsterland 140,0 (PLG/LFA) (VJN13) subtotaal 5.200, , , ,5 Grondwaterheffing - 344,3 344,3 306,0 38,3 productgroep 4001/5502 Kaderrichtlijn water, 24,0 24,0 20,0 4,0 kleinschalige waterberging Diverse milieutaken 56,1 56,1 53,4 2,6 Bodemsanering t.l.v. ISV , , ,0 (PF 2010) Project ketenbeheer 22,3 22,3 3,3 19,0 Nazorg - prod.groep ,0 262,0 175,0 87,0 Slibdepots - productgroep 9,9 9,9 0,6 9, Procesondersteuning 22,4 32,4 42,2-9,9 vergunningverlening Eenmalige kosten 284,9 123,7 123,7 Omgevingsdienst Groningen (VJN13) Europese 85,6 Zwemwaterrichtlijn (PF) Ontgrondingen - 53,4 53,4 38,4 15,0 productgroep 5601 Regionaal platform 9,0 9,0 0,0 9,0 criminaliteit Diverse kosten OOV 10,5 10,5 7,8 2,6 Oefening NIBRA 3,6 3,6 2,7 0,9 Raamplan Water 1,8 1,8 1,3 0,5 PAC en doorwerking 7,3 7,3 5,4 1,8 subtotaal 2.654, ,1 780, ,1 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 343

344 programma omschrijving primitieve begroting 2014 begroting na wijziging rekening 2014 verschil Energiek Groningen Gebiedsgericht Energy Valley (VJN13) 140,0 120,0 105,8 14,2 Versterken energiesector 782,8 403,0 288,3 114,7 (VJN13) woningenplan 175,0 175,0 110,6 64,4 Provinciaal lichtmastenplan 90,0 90,0 82,1 7,9 (VJN13) Initiatieven vergroenen 416,0 340,8 248,3 92,5 energievoorziening dorpen/buurten (VJN13) subtotaal 1.603, ,9 835,1 293,8 Gebiedsgericht beleid 103,0 103,0 70,2 32,8 (VJN13) Regio Groningen-Assen 1.213, , ,0 Incidentele bijstelling 33,9 33,9 23,1 10,8 POP/doorwerking Nota Ruimte (VJN13) Investeringsbudget 4.000, ,0 238, ,5 Lauwersmeer/Lauwersoog (VJN12) subtotaal 5.349, , , ,2 Welzijn, sociaal beleid, jeugd, cultuur Participatieproj. Minder 146,9 250,0 245,9 4,1 kansen-leergeld c.a. (VJN13) Noordbaak (IB2011) 34,1 34,1 34,1 Healthy Pregnancy 4 All 20,0 20,0 20,0 (VJN12) Sociaal beleid - 100,0 100,0 94,0 6,0 gebiedsgericht werken (VJN12) Sociaal beleid - 80,0 80,0 79,9 0,2 vrijwilligerswerk (BGR14) Sociaal beleid - 339,0 456,4 128,7 327,6 burgerparticipatie (BGR14) Sociaal beleid - projecten 185,0 235,2 168,1 67,1 zorg (BGR14) Asielzoekersbeleid 88,3 88,3 66,5 21,8 Telefonische hulpdienst 109,8 109,8 109,8 (Sensoor) (VJN13) Onderwijsbeleid 28,4 28,4 21,1 7,4 Jeugdzorg 157,0 157,0 157,0 Jeugdzorg - 150,0 190,0 115,4 74,6 transitiekosten via Provinciefonds Jeugdzorg (BGR14) , , ,8-246,8 Zorgaanbod (BGR14) , , , ,6 Cultuur - instellingen buiten 132,0 192,0 192,0 cultuurnota (VJN12/13) subtotaal , , , ,5 Bestuur Deregulering (VJN13) 125,0 125,0 53,7 71,3 Samenwerkingsverbanden 50,0 50,0 32,9 17,1 Groningen-Niedersachsen (VJN13) subtotaal 175,0 175,0 86,6 88,4 344 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

345 programma omschrijving primitieve begroting 2014 Algemene dekkingsmiddelen begroting na wijziging rekening 2014 verschil Actieplan klimaatadaptatie 59,0 (VJN13) Traineeproject (VJN13) 25,0 Bijdrage aan reserve 194, , , ,0 Bodemsanering Bijdrage aan reserve 15,1 15,8 66,9-51,1 Grondwaterheffing - bespaarde rente Reserve Grondwaterheffing 15,8 15,7 69,8-54,1 - saldo uitgaven/inkomsten Bijdrage aan reserve RSP , , ,4 0,0 bespaarde rente Bijdrage aan reserve 312,6 128,8 128,8 Vervanging kunstwerk Winschoterdiep bespaarde rente Bijdrage aan reserve EHS - 83,2 34,3 0,9 33,3 bespaarde rente Bijdrage aan reserve PLG 30,6 (Groenfonds) - bespaarde rente Bijdrage aan reserve ESFI , , ,4 129,9 inkomsten Essent Bijdrage aan Algemene 132,0 132,0 132,0 reserve - niet-krimp t.b.v. cultuur (VJN12) Bijdrage aan Algemene 112,4 112,4 112,4 0,0 reserve - sparen toerische promotie Bijdrage aan Algemene reserve - begrotingsruimte (VJN13) Diverse personeelskosten Mobiliteit in brede zin, Kleiner en Beter 334,2 260,6 260,6 subtotaal , , ,1-999,2 Totaal Lasten , , , ,9 SALDO BATEN en LASTEN , , , ,0 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 345

346 3.7. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingevoerd. Op 28 november 2014 is de Reparatiewet WNT in werking getreden. Deze reparatiewet moet zorgen voor een betere uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De WNT stelt, naast een verplichting tot openbaarmaking, een maximum aan de bezoldiging en de contractuele ontslagvergoeding vast. De bezoldiging van de hoogste leidinggevenden van de provincie dienen te worden gepubliceerd. Het beloningsmaximum geldt ook voor bepaalde ingehuurde derden. Op grond van de wet bedraagt de totale maximale bezoldiging (exclusief sociale verzekeringspremies) na indexering voor of een pro rata gedeelte bij deeltijddienstverbanden of dienstverbanden korter dan een jaar. Dit bedrag is inclusief het werkgeversdeel in de pensioenpremie. Het maximum van geldt ook voor contracten met ingehuurde derden die in enige periode van achttien maanden langer dan zes maanden voor de organisatie werkzaam zijn. Voorbeelden zijn zzp ers, personen met een management-bv en (interim-)arbeidskrachten van adviesbureaus. De beloning in het sectoraal bezoldigingsregime mag niet uitstijgen boven de voor die sector geldende norm. Deze norm wordt door de betrokken minister vastgesteld. Ten slotte geldt er een bonusverbod, tenzij een bonus bij uitzondering is toegestaan op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen maakt de provincie Groningen gebruik van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr kán en hoeft de provincie Groningen niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT). Op basis van bovengenoemde wetgeving hebben wij onderstaande publicatieverplichting. A: Bezoldigingen topfunctionarissen. In artikel 1.1 van de WNT staat aangeven dat onder topfunctionarissen wordt verstaan de secretaris en griffier van de provincie. Onderwerp: Provinciesecretaris (Henk-Jan Bolding) Griffier (Nettie Engels-Nijen van) Werkzaam sedert Deel van het bestuur? Neen Neen Aard van het dienstverband Onbepaalde tijd Onbepaalde tijd Salarisregeling Bezoldiging volgens salarisgebouw Provincies Bezoldiging volgens salarisgebouw Provincies De deeltijdfactor 1,0 1,0 Bruto inkomen inclusief vakantietoelage/eindejaarsuitkering , ,00 Waarvan: verkoop verlof 6.134,00 0,00 Waarvan: nabetalingen voorgaande jaren Werkgeversbijdrage pensioen, Vut/FPU Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen n.v.t. n.v.t. `17.141, ,00 0,00 0,00 Bonussen/gratificatie n.v.t. n.v.t. Totaal inkomen , ,00 Voor alle topfunctionarissen geldt dat het geldende beloningsmaximum over 2014 niet is overschreden. De provincie Groningen heeft hiermee over 2014 voldaan aan de WNT. 346 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

347 Beëindigingsvergoedingen Naast het publiceren van de bezoldigingen dienen ook de beëindigingsvergoedingen gepubliceerd te worden wanneer deze de norm te boven gaan. De maximale ontslagvergoeding is en geldt ook wanneer de ontslaguitkering in termijnen wordt betaald. Voor niet-topfunctionarissen betreft de maximale ontslagvergoeding In 2014 is inzake topfunctionarissen geen beëindigingsvergoeding uitbetaald. Tevens is in 2014 geen beëindigingsvergoeding aan niet-topfunctionarissen betaald hoger dan het geldende maximum. Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening 347

348 348 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

349 4. Balans Met ingang van 2014 is het Besluit Begroting en Verantwoording gewijzigd. Volgens het besluit van 13 december 2013, houden de wijzigingen verband met de invoering van verplicht schatkistbankieren, de totstandkoming van de Wet houdbare overheidsfinanciën en enkele andere wijzigingen. Omwille van de vergelijkbaarheid zijn de vergelijkende cijfers in de balans hierop aangepast. Na de presentatie van de balans wordt het financieringsoverschot toegelicht. Hoofdstuk 5 betreft de toelichtingen op de balans ultimo 2014 en bestaat uit: waarderingsgrondslagen balans; waarderingsgrondslagen voor resultaatbepaling; toelichting op de afzonderlijke posten van de balans. Balans 349

350 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa: Omschrijving BALANS PER (bedragen in * investeringen met economisch nut * investeringen met maatschappelijk nut Financiële vaste activa: * kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen * leningen aan deelnemingen * leningen aan openbare lichamen * overige langlopende geldleningen * uitzettingen in 's Rijks schatkist * overige uitzettingen * bijdragen aan activa in eigendom derden Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden: * onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) Vorderingen: * vorderingen op openbare lichamen * verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen * overige verstrekte kasgeldleningen * rekeningcourantverhouding met het Rijk * overige vorderingen Kas- en banksaldi Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA Balans

351 Balans 351

352 Uit het verschil tussen de totale vaste activa en het totaal van financieringsmiddelen (vaste passiva) blijkt dat het financieringsoverschot per 31 december uitkomt op: Financiering Vaste activa Vaste financieringsmiddelen Financieringsoverschot Het financieringsoverschot is in 2014 afgenomen met 97,6 miljoen. De toename van de vaste activa wordt grotendeels veroorzaakt door de toename van de leningen aan openbare lichamen (ad. 134,5 miljoen), terwijl de materiële vaste activa (ad. 20,6 miljoen) en de beleggingen ( 44 miljoen) zijn afgenomen. Bij de vaste financieringsmiddelen zit de daling voornamelijk in de afname van de reserves (ad. 29 miljoen). 352 Balans

353 5. Toelichting op de balans De balans is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Dit besluit is op 1 januari 2004 in werking getreden. Waarderingsgrondslagen Immateriële vaste activa Agio op aangekochte obligaties wordt in het jaar van aanschaf afgeschreven. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. Bij de investeringen met een maatschappelijk nut worden de hieraan bestede kosten van voorbereiding en toezicht van eigen personeel toegerekend. De afschrijvingen geschieden op basis van de verwachte economische levensduur. Op aanschaffingen in het verslagjaar wordt met ingang van het volgende verslagjaar afgeschreven. Afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Investeringen met een economische nut worden afgeschreven in overeenstemming met de verwachte toekomstige levensduur. De volgende afschrijvingstermijnen gelden voor de hieronder met name genoemde activa: geen afschrijvingen op (onder)gronden en terreinen; 10 tot 40 jaar voor renovatie provinciehuis; 66⅔ jaar voor dienstengebouw St. Jansstraat 4; 25 jaar voor de aankoop dienstgebouw St. Jansstraat 4; 10 tot 37 jaar voor renovatie St. Jansstraat 4; 40 jaar, 9½% 40 jaar annuïteit, 6½% 30 jaar annuïteit voor overige dienstgebouwen; 10 jaar voor de hydraulische kraan; 30 jaar werkboot; 15 en 40 jaar, 3%, Havenkwartier Blauwestad. Voor investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd: 20 jaar, 9% 20 jaar annuïteit, voor wegen; 7% 20 jaar annuïteit, 6, 8, 20 en 40 jaar voor waterwegen. Financiële vaste activa 1. Deelnemingen De deelnemingen zijn opgenomen tegen de verkrijgingprijs, dan wel de lagere marktwaarde ultimo balansdatum. 2. Langlopende geldleningen De waardering geschiedt tegen de nominale waarde. 3. Beleggingen De waardering geschiedt tegen de verkrijgingprijs, eventueel vermeerderd met de minimaal gecumuleerde rente. De agio op aangekochte obligaties wordt in het jaar van aanschaf afgeschreven. 4. Bijdragen aan activa in eigendom derden De waardering geschiedt tegen verkrijgingprijs. Jaarlijks wordt hierop afgeschreven. Vlottende activa 1. Voorraden De waardering van de bouwgronden Blauwestad geschiedt tegen de verkrijgingprijs, verhoogd met de kosten van het bouwrijp maken van de gronden. 2. Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waar nodig zijn voorzieningen voor oninbaarheid getroffen. 3. Liquide middelen De saldi van kas en banken zijn opgenomen tegen nominale waarde. Toelichting op de balans 353

354 Reserves De reserves worden opgenomen op kasbasis. Dit betekent dat al aangegane verplichtingen per 31 december niet als schuld zijn opgenomen. Voorzieningen De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde en zijn gevormd wegens: a. Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum weliswaar onzeker, doch redelijkerwijs is in te schatten. b. Op de balansdatum bestaande risico's van bepaalde te verwachten verplichtingen en verliezen, waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. c. Een gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren, voor onderdelen die grote schommelingen kunnen veroorzaken. Vlottende passiva De vlottende passiva, waaronder begrepen de kortlopende schulden en de overlopende passiva, zijn opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen voor resultaatbepaling Baten Met het begrip baten worden die baten bedoeld, die rechtsreeks aan het jaar zijn toe te schrijven en in dat jaar gerealiseerd zijn. Verwachte baten zijn voorzichtigheidshalve niet, of alleen gedeeltelijk als baten verantwoord. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd, c.q. de diensten zijn verricht. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De volgende balansposten zullen worden toegelicht: vaste activa, vlottende activa, vaste passiva en vlottende passiva. Ook zal worden ingegaan op de borgstellingen en de niet uit de balans blijkende verplichtingen. VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Boekwaarde Investeringen Des- Afschrijvingen Bijdragen Boekwaarde (bedragen in ) investeringen Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Totaal De bijdragen kunnen als volgt worden gespecificeerd: - rijksbijdragen overige overheden overige bijdragen derden bijdragen uit actieplannen etc bijdragen uit reserve ESFI bijdragen uit exploitatie Toelichting op de balans

355 De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 31 december 2013 met afgenomen. De investeringen met betrekking tot gronden en terreinen, bedrijfsgebouwen, machines, apparaten, installaties en overige materiële vaste activa hebben betrekking op investeringen in de openbare ruimte met een economisch nut. De investeringen met betrekking tot grond-, weg- en waterbouwkundige werken hebben betrekking op investeringen met een maatschappelijk nut. De reserve Economische, Sociale en Fysieke Infrastructuur (ESFI) is beschikbaar voor de investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut. In 2014 is er extra afgeschreven op waterwegen. Dit had betrekking op het van Starkenborghkanaal (ad ), de Oostersluis en de sluis Gaarkeuken (ad ). Er heeft in 2014 geen afwaardering wegens duurzame waardevermindering plaatsgevonden. Toelichting op de balans 355

356 Toelichtingen op de afzonderlijke posten van de balans Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen boekwaarde per 1 januari investeringen verkoop boekwaarde per 31 december Leningen aan deelnemingen stand per 1 januari aflossingen stand per 31 december Leningen aan openbare lichamen stand per 1 januari verstrekte leningen aflossingen stand per 31 december Overige langlopende geldleningen stand per 1 januari verstrekte leningen aflossingen stand per 31 december Uitzettingen in 's Rijks schatkist stand per 1 januari uitgezet stand per 31 december Bijdragen aan activa in eigendom van derden stand per 1 januari afschrijving stand per 31 december Overige uitzettingen stand per 1 januari gestort in beleggingen uitname beleggingen stand per 31 december Waarvan belegd ten behoeve van Nazorg stortplaatsen: APG Garantie Produkt 10/ APG Garantie Produkt 10/ Toelichting op de balans

357 Beleggingen Overige niet te specificeren toe te rekenen: ING deposito 09/ Rabobank deposito 09/ Rabobank deposito 09/ Garantie Produkt via APG 10/ Landsbanki deposito Garantie Produkt via OVE 10/ Garantie Produkt via OVE 10/ NWB obligaties 2012/ Totaal der beleggingen De provincie Groningen heeft in 2008 gelden uitgezet bij Landsbanki. Eind 2008 is gebleken dat Landsbanki in financiële moeilijkheden zat en is besloten om de gelden voor het aandeel, inclusief rente, van de provincie Groningen te voorzien. Deze voorziening is in 2012 opgeheven. In 2011, 2012, 2013 is een gedeelte van het tegoed ontvangen en in 2014 heeft de afwikkeling plaats gevonden. In december 2013 is het verplichte schatkistbankieren ingevoerd. Dit betekent, dat er alleen geld mag worden uitgezet bij het Rijk en bij medeoverheden. Deze uitzettingen waren in 2013 opgenomen onder beleggingen. Met ingang van 2014 zijn deze uitzettingen vermeld onder leningen aan openbare lichamen en uitzettingen in 's Rijks schatkist. Toelichting op de balans 357

358 VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) betreft de bouwgronden Blauwestad.: boekwaarde per 1 januari kosten bijgeschreven rente herwaarderingscorrectie verkoop gronden overige opbrengsten boekwaarde per 31 december geraamde nog te maken kosten geraamd opbrengsten geraamd eindresultaat De geraamde nog te maken kosten, opbrengsten en eindresultaat zijn gebaseerd op de grondexploitatie Blauwestad. De waardering van grondexploitatie Blauwestad is gebaseerd op schatting van de geprognosticeerde opbrengsten en kosten, waarbij verschillende aannames worden gemaakt voor onder andere opbrengstindexatie, inflatie en verkoopfasering (in tijd). Grondexploitatie Blauwestad kent een looptijd tot en met In de grondexploitatie Blauwestad wordt voor de periode 2015 tot en met 2020 uitgegaan van de verkoop van gemiddeld 10 kavels per jaar, voor de periode 2021 tot en met 2034 van gemiddeld 27 kavels per jaar en voor de perioe 2035 tot en met 2051 gemiddeld 31 kavels per jaar. Inherent aan grondexploitaties en de looptijd van het project Blauwestad is dat onzeker is in welke mate de werkelijke kosten en opbrengsten overeenkomstig de huidige inschattingen zullen zijn. Om meer inzicht te geven in het effect van de gevoeligheid van de grondexploitaties is een gevoeligheidsanalyse gemaakt. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn in onderstaande tabel opgenomen: Gevoeligheidsanalyse Gedeputeerde Staten zijn van mening dat de huidige inschatting van de parameters, en hiermee de Grondexpoitatie Blauwestad 2015 (GREX), de meest waarschijnlijke inschatting is. 358 Toelichting op de balans

BEGROTING 2015 PROVINCIE GRONINGEN BEGROTING 2015 GEÏNTEGREERDE PROGRAMMA- EN PRODUCTENBEGROTING

BEGROTING 2015 PROVINCIE GRONINGEN BEGROTING 2015 GEÏNTEGREERDE PROGRAMMA- EN PRODUCTENBEGROTING BEGROTING 2015 GEÏNTEGREERDE PROGRAMMA- EN PRODUCTENBEGROTING 2015 Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2015 De geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2015 en de bijbehorende bijlagen

Nadere informatie

Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014

Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 BEGROTING 2014 GEÏNTEGREERDE PROGRAMMA- EN PRODUCTENBEGROTING 2014 Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 De geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2014 en de bijbehorende bijlagen

Nadere informatie

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen

Introductie provinciale financiën. Provincie Groningen Introductie provinciale financiën Provincie Groningen 08.04.2015 1 Wie zijn wij? Afdeling Financiën & Control Fred Hassert (afdelingshoofd) Harmen Boeijenk (clustercoördinator beleid en advies) Johan Oosterling

Nadere informatie

Themaraad financiën 3 april

Themaraad financiën 3 april Themaraad financiën 3 april 2017 1 Aanleiding en doelstelling P&C-cyclus Robuust financieel beleid Begroting Financiële positie Risico s Afsluiting Agenda 2 Aanleiding en doelstelling Aanleiding Vanuit

Nadere informatie

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013

Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem. Jaarverslag en jaarrekening 2013 Presentatie voor de gemeenteraad van Haarlem Jaarverslag en jaarrekening 2013 Algemeen: P&C cyclus Algemeen: verantwoording Terugkijken Wat hebben we bereikt? Wat hebben we gedaan? Wat heeft het gekost?

Nadere informatie

Programmabegroting 2012

Programmabegroting 2012 PROGRAMMABEGROTING 2012 Programmabegroting 2012 De Programmabegroting 2012 en de bijbehorende bijlagen zijn een uitgave van de provincie Groningen en zijn verschenen in augustus 2011. Deze documenten vormen

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 15 december 2017

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 15 december 2017 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 15 december 2017 Agendapunt 5.a Bijstelling begroting PG&Z 2017 Op 8 juli 2016 is de beleids- en financiële begroting 2017

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Bijlagen en meerjarenramingen

Bijlagen en meerjarenramingen Begroting 2016 provincie Overijssel Bijlagen en meerjarenramingen 2016-2019 Verbinden, versterken en vernieuwen Inhoudsopgave Productenraming 2016 2 Recapitulatie meerjarenramingen exploitatie 2016-2019

Nadere informatie

Notitie financiële positie gemeente Pekela

Notitie financiële positie gemeente Pekela Notitie financiële positie gemeente Pekela De laatste jaren is er sprake van krappe begrotingen en overschotten bij rekeningen vooral als gevolg van het incidenteel zijn van verschillende meevallers. In

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Jaarrekening 2013 Gemeente Bunnik Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Agenda Controle van de jaarrekening De voorschriften voor de jaarrekening Jaarrekeningcontrole 2013 Controle van de jaarrekening

Nadere informatie

30 juni 2015 Corr.nr , FC Nummer 49/2015 Zaaknr

30 juni 2015 Corr.nr , FC Nummer 49/2015 Zaaknr 30 juni 2015 Corr.nr. 2015-26.263, FC Nummer 49/2015 Zaaknr. 580325 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Begroting 2016 (geïntegreerde Programma-

Nadere informatie

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr

19 mei 2015 Corr.nr , FC Nummer 36/2015 Zaaknr 19 mei 2015 Corr.nr. 2015-20.867, FC Nummer 36/2015 Zaaknr. 574002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 en de daarin opgenomen

Nadere informatie

Raadsvoorstel2008/19954

Raadsvoorstel2008/19954 gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel2008/19954 Onderwerp Jaarstukken 2007 Portefeuillehouder J.J. Nobel steiler C. M. Bakker Collegevergadering 20 mei 2008 Raadsvergadering 26 juni 2008 1. Samenvatting

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provincie Flevoland (FL) t.a.v. de Provinciale Staten Postbus 55 8200 AB LELYSTAD DGBK/Bestuur, Democratie

Nadere informatie

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten

^Zeeland. llll lllllll lllll lllll llll llll 30 MEI viva Provincie. Gedeputeerde Staten Gedeputeerde Staten 180 ' 3428 viva Provincie ^Zeeland Voorzitter Provinciale Staten van Zeeland t.a.v. de statengriffier onderwerp Voorjaarsnota 2018, gewijzigd meerjarenperspectief en begrotingwijziging

Nadere informatie

PROVINCIE GRONINGEN * BEGROTING 2016 B E G R O T I N G G E Ï N T E G R E E R D E P R O G R A M M A - E N P R O D U C T E N B E G R O T I N G

PROVINCIE GRONINGEN * BEGROTING 2016 B E G R O T I N G G E Ï N T E G R E E R D E P R O G R A M M A - E N P R O D U C T E N B E G R O T I N G BEGROTING 2016 GEÏNTEGREERDE PROGRAMMAEN PRODUCTENBEGROTING 2016 Geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2016 De geïntegreerde Programma- en Productenbegroting 2016 en de bijbehorende bijlagen zijn

Nadere informatie

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus

Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 discussiememo p&c cyclus Postregistratienummer: 2009i01003 Bijlage: 3 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: 2009i00970 Onderwerp: discussiememo p&c cyclus Naam auteur: Yvonne van Halem Memo Postregistratienummer: 2009i00628

Nadere informatie

Advies: In te stemmen met de Bestuursrapportage 2014 en deze ter vaststelling aan de raad aan te bieden.

Advies: In te stemmen met de Bestuursrapportage 2014 en deze ter vaststelling aan de raad aan te bieden. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & VOORSTEL AAN DE RAAD Van: R.C. Ouwerkerk Tel.nr.: 8856 Nummer: 14A.00661 Datum: 5 september 2014 Team: Concernzaken Tekenstukken: Ja Bijlagen: 2 Afschrift aan:

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2 Normenkader, toets van de begroting aan de formele eisen Inhoudsopgave 1 Normenkader 2 1.1 Besluit Begroting en Verantwoording 2 1.2 Verordening

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel,

Provinciale Staten van Overijssel, Besluit PS/2016/400 Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 24 mei 2016 - kenmerk 2016/0164733 en zoals door Provinciale Staten bij amendement gewijzigd op

Nadere informatie

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014

De financiële begroting. In één oogopslag. Maastricht, 7 november 2014 De financiële begroting 2015 In één oogopslag Maastricht, 7 november 2014 Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 BEGROTING 2015-2018... 4 3 LASTEN BEGROTING 2015... 5 4 NIEUW BELEID 2015-2018... 6 5 BATEN BEGROTING

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6 2018BEM55 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 12 juni 2018 NUMMER PS AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Arjan Vermeeren DOORKIESNUMMER 3321 DOCUMENTUMNUMMER 81D3E4D8 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Statenvoorstel 74/16 A

Statenvoorstel 74/16 A Statenvoorstel 74/16 A Voorgestelde behandeling PS-vergadering : 21 oktober 2016 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 12 september 2016 GS:4061340 Aan Provinciale Staten van Noord-Brabant Samenvatting Voor

Nadere informatie

ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD

ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD ADVIES STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN JAARSTUKKEN 2010 GGD Algemeen: Uit bijgevoegde checklist blijkt dat de jaarrekening 2010 GGD, op een detail na, voldoet aan het BBV. Het saldo van baten en

Nadere informatie

Cursus Financiën voor raadsleden

Cursus Financiën voor raadsleden Cursus Financiën voor raadsleden René de Bonte Teamleider Financiën Maandag 22 juni 2015 19:00 21:00 uur Programma Inleiding Planning en control cyclus Evaluatie p&c Kaders gemeentefinanciën Algemene begrippen

Nadere informatie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Dobbeplas; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV

WGDO: Good practice controle taakvelden BBV WGDO: Good practice controle taakvelden BBV Datum: 10-jan-2018 Betreft: Taakvelden (van/voor WGDO) 1. Inleiding Met ingang van het begrotingsjaar 2017 dient de gemeente of provincie in de financiële begroting

Nadere informatie

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002. d.d. 11-07-2001 BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING 2002 d.d. 11-07-2001 1. Productgroepnummer: 0001 3. Productgroepnaam: Financieringsmiddelen Het betreft een verzameling van mogelijke financieringsmiddelen,

Nadere informatie

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen Financiële verordening gemeente Achtkarspelen De raad van de gemeente Achtkarspelen; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van @; gelet op artikel 212 van de gemeentewet en

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel

documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel *Z01633AB306* documentnr.: INT/C/16/24902 zaaknr.: Z/C/16/27528 Raadsvoorstel Onderwerp : Jaarrekening 2015 en begroting 2017 ODBN Datum college : 21 juni 2016 Portefeuillehouder : G.M.P. Stoffels Afdeling

Nadere informatie

PROGRAMMA 1 - WONEN, WERKEN EN RECREËREN

PROGRAMMA 1 - WONEN, WERKEN EN RECREËREN PROGRAMMA 1 - WONEN, WERKEN EN RECREËREN ALGEMEEN Omschrijving Dit programma omvat de beleidsvelden woningbouw, bedrijvigheid en werkgelegenheid, recreatie en toerisme en vergunningverlening, toezicht

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

commissie Bestuur Commissie Economie Commissie Ruimte Commissiegriffier Margreeth Trimpe

commissie Bestuur Commissie Economie Commissie Ruimte Commissiegriffier Margreeth Trimpe Griffier van de Staten Geleidebrief Controlerend Provincie Zeeland Naam voorstel Nummer SERV-054 Statenvoorstel Jaarstukken 2015 Provincie Zeeland Betreft vergadering Gezamenlijke vergadering van de commissie

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156 van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156 Onderwerp Sloop sociale huurwoningen Rotterdam Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller

Nadere informatie

Gemeenteraad 16 april 2014

Gemeenteraad 16 april 2014 Gemeenteraad 16 april 2014 Inkomsten (primaire begroting 2014) (bedragen x 1 miljoen) Algemene uitkering 119 Inkomensoverdrachten van het Rijk 74 Belastingen en heffingen 53 Overige goederen en diensten

Nadere informatie

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015

ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015 ERRATA II OP PROGRAMMAREKENING 2015 Datum: 23 september 2016 1 Dit betreft het overzicht van de errata die zijn verwerkt in de programmarekening nadat deze door de gemeenteraad voorlopig is vastgesteld.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STTSCOURNT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20619 17 juli 2015 Regeling van de Minister van innenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 juli 2015, nr. 2015-0000387198,

Nadere informatie

Hierbij bieden wij u de 7e wijziging op de provinciale programmabegroting voor 2007 ter vaststelling aan.

Hierbij bieden wij u de 7e wijziging op de provinciale programmabegroting voor 2007 ter vaststelling aan. Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht 103 Haarlem, 27 november Onderwerp: 7 e op de provinciale programmabegroting voor Bijlagen: - ontwerpbesluit - toelichting op de 7 e programmabegroting

Nadere informatie

Bijlagen. Met kracht op koers. oktober 2014

Bijlagen. Met kracht op koers. oktober 2014 2015 Bijlagen Met kracht op koers oktober 2014 Kerntakenbegroting 2015 provincie Overijssel Bijlagen en meerjarenramingen 2015-2018 Met kracht op koers september 2014 Colofon Datum: september 2014 Provincie

Nadere informatie

Farid Chikar / juni 2017

Farid Chikar / juni 2017 Agendapunt commissie: 4.1 steller telefoonnummer email Farid Chikar 040-2083696 Farid.chikar@A2samenwerking.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 208981/269305 29 juni 2017 Portefeuillehouder Wethouder

Nadere informatie

Programmabegroting 2011

Programmabegroting 2011 Programmabegroting 2011 De Programmabegroting 2011 en de bijbehorende bijlagen zijn een uitgave van de provincie Groningen en zijn verschenen in augustus 2010. Deze documenten vormen samen met de Productenbegroting

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

gemeente roerdalen -~ ~ I Portefeuillehouder: M:H. Verh_eiL~~n ~ Gevraagd besluit:

gemeente roerdalen -~ ~ I Portefeuillehouder: M:H. Verh_eiL~~n ~ Gevraagd besluit: gemeente roerdalen Raadsvoorstel ~- --_ -- - -- - -- ---l-- ------- - - Onderwerp:. Jaarstukken 2015 ~-_------- - ----,----- --- ~ - - - ---------- ------------------1 Indiener agendapunt: College van

Nadere informatie

Onderdeel van Programma Fysiek Beleid en Mobiliteit, onderdeel 2.5 Hoogwaterbescherming langs de Maas en van onderdeel 1.3 Limburg een sterk merk.

Onderdeel van Programma Fysiek Beleid en Mobiliteit, onderdeel 2.5 Hoogwaterbescherming langs de Maas en van onderdeel 1.3 Limburg een sterk merk. 8.9. Maasplassen Het GOML-programma (gebiedsontwikkeling Midden-Limburg) 'Maasplassen' kent de doelstelling: "Het optimaal en duurzaam benutten van het economisch potentieel van de Maasplassen en het in

Nadere informatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten Algemene doelstelling Utrecht Vernieuwt - Krachtwijken Verbetering van de woon- en leefsituatie van een aantal buurten in Utrecht, de Krachtwijken in het bijzonder: Kanaleneiland, Overvecht, Ondiep, Zuilen-Oost

Nadere informatie

Bestuurlijke programmaopdrachten 2009-2010 Regio Groningen-Assen

Bestuurlijke programmaopdrachten 2009-2010 Regio Groningen-Assen Bestuurlijke programmaopdrachten - Regio Groningen-Assen stuurgroep 22 juni Bijlage 3 Bestuurlijke programmaopdrachten.doc Bestuurlijke programmaopdracht bereikbaarheid Verbetering en waarborging bereikbaarheid

Nadere informatie

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 1.10 Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: mevrouw J.A. de Vries Baten en lasten Bedragen x 1.000 Realisatie 2011 2012 2013 2014 2015 2016 - Baten 10.1 Provinciefonds

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnen andse Zaken en Koninkrijksrelaties R. Anderson Contactpersoon Uw kenmerk Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden 2016-0000754155 Kenmerk www.facebook.com/minbzk Provincie Fryslâ www.rijksoverheid.ni Provinciale Staten www.twitter.com/minbzk programmabegroting.

Nadere informatie

Datum : 30 augustus 2005 Nummer PS : PS2005BEM32 Dienst/sector : CS Commissie : BEM. Inleiding pag. 1. Bijlage(n):

Datum : 30 augustus 2005 Nummer PS : PS2005BEM32 Dienst/sector : CS Commissie : BEM. Inleiding pag. 1. Bijlage(n): S T A T E N V O O R S T E L Datum : 30 augustus 2005 Nummer PS : PS2005BEM32 Dienst/sector : CS Commissie : BEM Registratienr. : 2005CGC000583i Portefeuillehouder : J. van Bergen Titel : 5 e wijziging

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Datum voorstel : 5 juni 2007 Raadsvergadering d.d. : 5 juli 2007 Volgnummer : 2007R0031, agendanummer 6 Taakveld : Financiën Portefeuillehouder

Nadere informatie

Planning & Control Cyclus 2011 Gemeente Oostzaan

Planning & Control Cyclus 2011 Gemeente Oostzaan Planning & Control Cyclus 2011 Gemeente Oostzaan Oostzaan, 7 december 2010 Versie 1.2 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Bestaand beleid Planning & Control 4 3. (Nieuwe) bestuurlijke doelstellingen en randvoorwaarden.6

Nadere informatie

Besluiten: Vast te stellen de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2017

Besluiten: Vast te stellen de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2017 Voordracht aan Provinciale Staten van Gedeputeerde Staten vergadering November 2016 Nummer 6955 Onderwerp Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2017 1 Ontwerpbesluit Provinciale Staten van Zuid-Holland,

Nadere informatie

BEGROTING 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEDRIJVENPARK RENGERS

BEGROTING 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEDRIJVENPARK RENGERS BEGROTING 2019 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BEDRIJVENPARK RENGERS April 2018 1 I N H O U D 1. Voorwoord 2. Beleidsbegroting a. Beleidsbegroting b. Paragrafen 1. Grondbeleid 2. Financiering 3. Weerstandsvermogen

Nadere informatie

nummer 23 van 2005 Vaststelling Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling kijk

nummer 23 van 2005 Vaststelling Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling kijk nummer 23 van 2005 Vaststelling Beleidsregels bij het Kader voor projectontwikkeling ICT in Drenthe: een economische kijk Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 22 februari 2005, kenmerk 5.3/2005001126,

Nadere informatie

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls;

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls; Vergadering d.d. Besluit nr. PROVINCIALE STATEN VAN GELDERLAND Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten betreffende de vaststelling van de Begroting 2014 en de Robuuste Investeringsimpuls; Gelet op

Nadere informatie

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg Cluster FIN Behandeld J.G.G.M. Janssen Ons kenmerk Telefoon +31 43 389 72 38 Uw kenmerk Maastricht 20 maart 2018 Bijlage(n) Verzonden Onderwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

p e r s b e r i c h t

p e r s b e r i c h t p e r s b e r i c h t e-mail: website: statengriffie@provinciegroningen.nl www.provinciegroningen.nl PS-besluitenlijst, nr. 134 Groningen, 2 juni 2016 Besluitenlijst Provinciale Staten 1 juni 2016 Woensdag

Nadere informatie

Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur

Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur Sociale Dienst Oost Achterhoek Nota Algemeen Bestuur Nr(s) geregistreerde stuk(ken): 3 AB / 30-06-2017 Datum nota: 12 juni 2017 Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2016 Sociale Dienst Oost Achterhoek

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7 Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Voorstel: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling doorvoeren van de wijze van

Nadere informatie

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur

7) Kwaliteit van het openbaar bestuur 7) Kwaliteit van het openbaar bestuur Toelichting mutatie plandoel Samen met de bijstelling van budgetten stellen wij uw Staten voor om t.a.v. deze kerntaak een wijziging m.b.t. de plandoelen te accorderen.

Nadere informatie

Jaarrapport Noordelijk Belastingkantoor. Jaarrapport, controleverklaring en accountantsverslag

Jaarrapport Noordelijk Belastingkantoor. Jaarrapport, controleverklaring en accountantsverslag Bestuur Onderwerp: Jaarrapport 2017-2018 Noordelijk Belastingkantoor Vergadering d.d. 15-04-2019 Agendapunt 4 Status Opgesteld door Afgestemd met Besluitvormend Paulien Geerdink en Marco Bos MT Noordelijk

Nadere informatie

*1518441* Statenvoorstel

*1518441* Statenvoorstel Statenvoorstel ** Aan Provinciale Staten Onderwerp Zomernota 2013 Besluitvormingsronde Statendag 25 september 2013 (ov) / 16 oktober 2013 Agendapunt 1. Beslispunten 1. De Zomernota 2013 vast te stellen;

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording Financiële verordening gemeente Beesel 2017 De raad van de gemeente Beesel gelet op artikel 212 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Financiële verordening gemeente Beesel 2017 Hoofdstuk 1. Algemene

Nadere informatie

Simpelveld. Advies aan burgemeester en wethouders. Onderwerp: jaarstukken 2014. gemeente. Behandelend ambtenaar:

Simpelveld. Advies aan burgemeester en wethouders. Onderwerp: jaarstukken 2014. gemeente. Behandelend ambtenaar: Advies aan burgemeester en wethouders gemeente Simpelveld Datum advies: 6 mei 2015 Financiële consequenties: Afdeling: Bedrijfsvoering Zaakkenmerk: 47584 Openbare besluitenlijst: ja Behandelend ambtenaar:

Nadere informatie

11. Paragrafen. Paragrafen

11. Paragrafen. Paragrafen 11. Paragrafen De programmabegroting bevat de volgende paragrafen: 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2. Onderhoud kapitaalgoederen 3. Bedrijfsvoering 4. Verbonden partijen 5. Financiering Evenals

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Datum: Informerend. Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Concept jaarrekening 2018 2. Rol van het Basistaak samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang Een financieel gezond samenwerkingsverband 4. Behandelschema: Datum: Informerend

Nadere informatie

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012 Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012 Programma: 6. Economie, toerisme en recreatie Onderwerp : Stimulering werkgelegenheid jongeren Toelichting: Door de economische recessie

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 7 april 2017

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 7 april 2017 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING PUBLIEKE GEZONDHEID & ZORG GRONINGEN ALGEMEEN BESTUUR 7 april Actualisatie PG&Z Op 8 juli 2016 is de beleids- en financiële van de PG&Z-regeling vastgesteld door het Algemeen

Nadere informatie

Programmabegroting 2008

Programmabegroting 2008 Programmabegroting 2008 2 INHOUDSOPGAVE PROGRAMMABEGROTING 2008 Inleiding. 5 Deel 1. Begroting 2008 in één oogopslag.... 7 Deel 2. Programmaplan 2008-2011... 17 Deel 3. Paragrafen 183 Deel 4. Financiële

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Aanbieding 3. Programma 1. Burger en Bestuur 4. Programma 2. Openbare orde en Veiligheid 5. Programma 6. Sport recreatie en landschap 6

Inhoudsopgave. Aanbieding 3. Programma 1. Burger en Bestuur 4. Programma 2. Openbare orde en Veiligheid 5. Programma 6. Sport recreatie en landschap 6 Inhoudsopgave Aanbieding 3 Programma 1. Burger en Bestuur 4 Programma 2. Openbare orde en Veiligheid 5 Programma 6. Sport recreatie en landschap 6 Programma 7. Maatschappelijke ondersteuning 7 Programma

Nadere informatie

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg Cluster FIN Behandeld J.G.G.M. Janssen Ons kenmerk Telefoon +31 43 389 72 38 Uw kenmerk Maastricht 21 maart 2017 Bijlage(n) Verzonden Onderwerp Aandachtspunten

Nadere informatie

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008

Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9. Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 RAADSVOORSTEL Vergadering d.d.: 14 mei 2009 agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststelling jaarverslag/jaarrekening 2008 Portefeuillehouder: College datum: 6 mei 2009 Samengevat voorstel 1. Het jaarverslag 2008

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 215-218 3.5 Ruimtelijke ontwikkeling Gouda heeft bijna 71. inwoners en is een stad waar het prettig is om te wonen. Een stad met een mooie historische binnenstad en waar inwoners betrokken

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties .-f i -V*-*. " -re Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Provinciale Staten DGBK Programnna Krachtig Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ

Nadere informatie

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr

17 november 2015 Corr.nr , FC Nummer 82/2015 Zaaknr 17 november 2015 Corr.nr. 2015-49.452, FC Nummer 82/2015 Zaaknr. 603304 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen inzake het optimaliseren van de huidige Planning & Controlcyclus

Nadere informatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2016 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2016 1 2. Beleidsbegroting 2016 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

Provinciaal Omgevingsplan Limburg

Provinciaal Omgevingsplan Limburg Provinciaal Omgevingsplan Limburg Presentatie t.b.v. Regionalrat Düsseldorf, Provinciale Staten Gelderland en Provinciale Staten Limburg Arnhem, 7 maart 2012 POL POL = Provinciaal Omgevingsplan Limburg,

Nadere informatie

6e wijziging begroting 2018 Provincie Zeeland VOORSTEL

6e wijziging begroting 2018 Provincie Zeeland VOORSTEL Provinciale Staten Financiële consequenties externe inhuur: Kostensoort: Bedrag:,00 Financiële consequenties opdracht / uitbesteding: Kostensoort: Bedrag:,00 Gedeputeerde Vergadering PS: 29 juni 2018 belast

Nadere informatie

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 31 mei Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen Geachte raad,

De raad van de gemeente Tholen. Tholen, 31 mei Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen Geachte raad, No.: Portefeuillehouder: Wethouder Hoek Afdeling: Middelen Behandelaar: A. Moerland De raad van de gemeente Tholen Tholen, 31 mei 2015 Onderwerp: Jaarstukken gemeente Tholen 2015 Geachte raad, Algemeen

Nadere informatie

Rekenkamercommissie gemeente Smallingerland ...

Rekenkamercommissie gemeente Smallingerland ... Rekenkamercommissie gemeente Smallingerland.......... Jaarverslag 2014 van de rekenkamercommissie van de gemeente Smallingerland Maart 2015 Jaarverslag 2014 Inleiding Het doel van de rekenkamercommissie

Nadere informatie

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie CVDR Officiële uitgave van Zeewolde. Nr. CVDR351242_1 21 november 2017 Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie De raad van de gemeente

Nadere informatie

Financiële begroting 2015 samengevat

Financiële begroting 2015 samengevat Financiële begroting 2015 samengevat Begrotingscyclus Het beleid en de financiën van de provincie komen op een aantal momenten in het jaar provinciebreed aan de orde. Dit wordt ook wel de begrotings- of

Nadere informatie

5 minuten versie voor Provinciale Staten

5 minuten versie voor Provinciale Staten 5 minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Water en Groen Registratienummer PZH-2015-513301370 (DOS-2013-0010135) Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim 14 april

Nadere informatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten Algemene doelstelling Accommodatiebeleid Maatschappelijk Vastgoed In stand houden en ontwikkelen van maatschappelijk vastgoed die de sociale infrastructuur versterkt, gekoppeld aan een optimale spreiding

Nadere informatie

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016

Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 4. Bijlage(n): Najaarsrapportage 2016 College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel DATUM 13-9-2016 NUMMER PS PS2016PS17 AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Leo Donker DOORKIESNUMMER 0646994683 DOCUMENTUMNUMMER 818ACAEO PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag.

Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle. Inhoudsopgave Samenvatting pag. 1. Ontwerpbesluit I pag. STATENVOORSTEL Datum : 6 september 2005 Nummer : PS2005BEM41 Dienst/sector : CS Commissies : Alle Registratienummer : 2005cgc000636i Rapporteur : J.G.P. van Bergen Titel : Programmabegroting 2006 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Aan de besturen van de gemeenschappelijke regelingen in Noord-Holland Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon S.H.B. Riteco AD/KAB/IBT Doorkiesnummer (023) 514

Nadere informatie

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden. Algemeen Op 18 april 2012 zijn de programmabegroting 2013 en de jaarstukken 2011 ontvangen van GGD Hollands Noorden (GGD).

Nadere informatie

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Risicomanagement Risicomanagement is het proces waarbij de organisatie continue en systematisch doorlopen wordt op risico s, met als doel de gevolgen ervan

Nadere informatie

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht Inhoudsopgave Regels Bookmark not defined. 3 Error! Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Algemene regels Artikel

Nadere informatie

Doetinchem, 31 mei 2017

Doetinchem, 31 mei 2017 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8 ALDUS VASTGESTELD 8 JUNI 2017 Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2017 Te besluiten om: 1. Het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties 2017 vast te stellen en daarmee:

Nadere informatie

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag 10.000.000. Minimumbedrag 0

Besluitvorming. Plafond/streefbedrag 10.000.000. Minimumbedrag 0 Criteria Naam en nummer Soort Instellingsdatum Besluitvorming Nut en noodzaak Functie Doel Ambtelijk beheerder Voeding Toelichting B0442003 Reserve Cofinancieringsfonds Kennis en innovatie Bestemmingsreserve

Nadere informatie

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau

Weerstandsvermogen. Begroting Actueel weerstandsvermogen op concernniveau Weerstandsvermogen Begroting 2017 De uitvoering van provinciale activiteiten brengt risico's met zich mee. Een actief risicomanagementbeleid helpt bij het beheersen van deze risico's. Uw Staten stellen

Nadere informatie

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010: Planning en controlcyclus 2010 Samenvatting In dit voorstel is de planning opgenomen van de planning- en controlproducten 2010: de jaarrekening 2009, de voorjaarsnota 2010, de kadernota 2011, de programmabegroting

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie