Inspectierapport Koninglijsterbaard (KDV) Albrechtlaan AH BUSSUM Registratienummer

Transcriptie

1 Team Toezicht Kinderopvang Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251, 1400 AG Bussum T (035) Inspectierapport Koninglijsterbaard (KDV) Albrechtlaan AH BUSSUM Registratienummer

2 Inspectierapport Koninglijsterbaard (KDV) Albrechtlaan AH BUSSUM Registratienummer Toezichthouder: GGD Gooi & Vechtstreek In opdracht van gemeente: Bussum Datum inspectie: Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: van 12

3 Inhoudsopgave Het onderzoek... 4 Observaties en bevindingen... 5 Pedagogisch klimaat... 5 Personeel en groepen... 7 Inspectie-items... 9 Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 12

4 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van risico gestuurd toezicht (RGT). De inspectieactiviteit richt zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Het onaangekondigde jaarlijkse inspectiebezoek bij kinderdagverblijf Koning Lijsterbaard vond plaats op 19 november Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemeen Kinderdagverblijf Koning Lijsterbaard maakt onderdeel uit van kinderopvang organisatie Koningskinderen. De locatie is gevestigd in Bussum in een voormalig woonhuis, vlak bij het station van Bussum. In het pand ernaast is de buitenschoolse opvang van Koning Lijsterbaard gevestigd. Kinderdagverblijf Koning Lijsterbaard bestaat uit 3 groepen. Een baby- en peutergroep op de begane grond en een dreumesgroep op de 1e verdieping. Kinderdagverblijf Koning Lijsterbaard biedt opvang in een huiselijke sfeer met elementen uit de antroposofie van Rudolf Steiner. Inspectiegeschiedenis De jaarlijkse inspecties van 2013 en 2014 voldeden aan de getoetste items. Huidige inspectie Op 19 november 2015 heeft een onaangekondigde observatie van de praktijk plaatsgevonden. Hierbij is tevens met de aanwezige beroepskrachten gesproken. De assistent manager heeft de benodigde documenten getoond. Een ontbrekende verklaring omtrent het gedrag is binnen de gestelde termijn door de houder aan de toezichthouder gezonden. Aan alle getoetste items zoals hieronder beschreven is voldaan. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 4 van 12

5 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein pedagogisch klimaat. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: Emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden De competenties en de overdracht van waarden en normen zijn waargenomen en positief beoordeeld. Pedagogische praktijk Op basis van het gesprek met de beroepskrachten en de observatie van de pedagogische praktijk is het item zorg dragen voor de uitvoering van het pedagogisch beleid positief beoordeeld. De beroepskrachten weten in grote lijnen wat er over de vier pedagogische basisdoelen in het beleid staat. Zij handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies van het pedagogisch beleid en kunnen hier over vertellen. Bij de beoordeling van de emotionele veiligheid is met name gekeken naar de professionaliteit van de beroepskrachten en de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten. Tijdens de observatie is gezien dat de beroepshouding van de medewerkers van positieve invloed is op de emotionele veiligheid van kinderen. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief naar de kinderen. Zij laten actief merken dat zij het kind begrijpen en reageren daar adequaat op. Er is respectvol verbaal en non-verbaal contact. Wanneer op de peutergroep een cracker wordt gegeten wachten de beroepskrachten rustig op een antwoord nadat zij hebben gevraagd wat een kind op de cracker wil. "Zeg maar wat je er op wil, die? Dat is jam." Alle crackers worden aan de kinderen gegeven met een "Alsjeblieft." Op de baby- en dreumesgroep is zichtbaar dat de beroepskrachten weten op welke wijze zij kunnen aansluiten op het bioritme en afspraken voor individuele baby s. Er wordt rekening gehouden met de eigenheid van ieder kind en zijn thuisgewoontes. Met de ouders worden afspraken gemaakt over bijvoorbeeld laten huilen bij het inslapen en eerder naar bed wanneer een kind moe is. 5 van 12

6 Bij de beoordeling van de persoonlijke competentie is met name gekeken naar de vaardigheden van de beroepskrachten in het uitlokken en begeleiden van spel, de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten en de manier waarop de ruimte is ingericht en materialen en activiteiten worden aangeboden. Tijdens de observatie is waargenomen dat de beroepshouding van de medewerkers een positieve invloed heeft op de persoonlijke competentie. Er is op alle groepen sprake van wederzijdse communicatie. De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op de inhoud en reikwijdte van wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep, zonder dat de persoonlijke gerichtheid op het kind hieronder lijdt. Aan een grote tafel met 12 peuters houden de beroepskrachten zicht op alle kinderen, terwijl ze actief luisteren naar verhalen van individuele kinderen. Wanneer een kind iets wilt vertellen terwijl zij nog naar een ander kind luistert ziet zij dit gelijk. "Wacht even, ik kom zo bij je." De beroepskracht houdt zich hier aan en geeft aan dat het nu zijn tijd is om te vertellen. Op de dreumesgroep benoemt de beroepskracht de kleuren die door de kinderen worden gebruikt die aan het tekenen zijn. Wanneer de kinderen een andere kleur aanwijzen grijpt de beroepskracht die situatie aan om ook hierbij te benoemen wat ze ziet. Bij het onderdeel sociale competentie is met name gekeken naar de aanpak van de beroepskrachten en het functioneren van de groepen. Tijdens de observatie is geconstateerd dat de beroepskrachten zich voldoende bezig houden met het stimuleren van de sociale competentie. De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en de kinderen, en tussen kinderen onderling aan, door zowel te luisteren als te praten. Beroepskracht en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Als er iets gebeurt, is dit aanleiding voor een gesprek met individuele kinderen, in een klein groepje of met de hele groep. Nu Sinterklaas in het land is vertellen de kinderen aan elkaar en aan de beroepskrachten of de Sint al langs is geweest of nog niet en wat ze eventueel al aan cadeautjes hebben gekregen. De beroepskrachten luisteren mee en stellen af en toe een vraag om het gesprek ook tussen kinderen onderling op gang te houden. "Heb jij ook een nieuwe tandenborstel, dat is toevallig. Ook een Minnie Mouse?" Andere kinderen reageren hier weer op met welke tandenborstels zij zelf hebben. De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten. Zij maken grapjes, zijn behulpzaam en hebben aandacht en zorg voor alle kinderen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten tijdens observatie) Observaties (Onaangekondigd op 19 november 2015) Pedagogisch beleidsplan 6 van 12

7 Personeel en groepen Dit hoofdstuk beschrijft de inspectiebevindingen over de getoetste items binnen het domein personeel en groepen. Binnen dit domein heeft er een steekproef plaatsgevonden van passende diploma s en geldige Verklaringen Omtrent het Gedrag van de beroepskrachten. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn getoetst door middel van observatie en bezettingslijsten. Binnen dit domein zijn geen overtredingen geconstateerd. Verklaring omtrent het gedrag Van alle medewerkers uit de steekproef is een verklaring omtrent het gedrag gezien die is afgegeven na 1 maart De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire die voor een kennismakingsgesprek aanwezig was tijdens de inspectie en binnenkort zou starten bij Koning Lijsterbaard, was nog niet aanwezig. Deze is binnen de afgesproken termijn nagestuurd. De houder heeft toegezegd dat de stagiaire niet is gestart voor dat deze verklaring omtrent het gedrag officieel binnen was. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een geldige beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Voor de steekproef is gekeken naar de beroepskwalificaties van de aanwezige beroepskrachten. Opvang in groepen Naam groep Leeftijd kinderen Maximaal aantal aanwezige kinderen Babygroep 0-2 jaar 12 Dreumesgroep 1-3 jaar 11 Peutergroep 2-4 jaar 16 De opvang vindt plaats in stamgroepen van maximaal 16 kinderen. De babygroep en peutergroep zijn op de begane grond gevestigd, de dreumesgroep op de 1e verdieping. In het pand naast het kinderdagverblijf is de buitenschoolse opvang van Koning Lijsterbaard gevestigd. 7 van 12

8 Beroepskracht-kindratio Ten tijde van de onaangekondigde inspectie is de volgende beroepskracht-kindratio geconstateerd; Naam groep Leeftijd kinderen Aantal aanwezige kinderen Aantal beroepskrachten nodig Aantal beroepskrachten aanwezig Opmerkingen Babygroep 0-2 jaar BOLstagiaire Dreumesgroep 1-3 jaar Peutergroep 2-4 jaar Voor de berekening van het aantal benodigde beroepskrachten is gebruik gemaakt van de rekentool op Op de peutergroep vond in de ochtend een tijdelijke afwijking plaats van de beroepskrachtkindratio in verband met een zieke medewerker. Een beroepskracht van een andere locatie van Koningskinderen kwam om 9.45 uur. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. Beleid van Koningskinderen is dat in principe tussen 9.00 en 9.30 uur wordt bepaald van welke vestiging inval geregeld kan worden. Afwijken van de beroepskracht-kindratio is tot 9.30 uur toegestaan. Conclusie is dat aan de getoetste items met betrekking tot de beroepskracht-kindratio is voldaan. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Dhr. J. Kruyt) Interview anderen (Beroepskrachten tijdens observatie) Observaties (Onaangekondigd op 19 november 2015) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten 8 van 12

9 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12

10 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12

11 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Koninglijsterbaard Website : Aantal kindplaatsen : 39 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Koningskinderen B.V. Adres houder : Nieuwe 's-gravelandseweg 27 Postcode en plaats : 1405HK BUSSUM Website : KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Gooi & Vechtstreek Adres : Postbus 251 Postcode en plaats : 1400AG BUSSUM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : K. Driessen Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Bussum Adres : Postbus 6000 Postcode en plaats : 1400HA BUSSUM Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 12

12 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 12 van 12