NIEUWSBRIEF C-AR. Frank van Dijck, voorzitter stuurgroep Centrale Marktfacilitering: C-AR is basis voor verdere efficiëntie in de energiemarkt

Transcriptie

1 editie 6 Juni 2010 NIEUWSBRIEF C-AR De Nieuwsbrief C-AR is bedoeld om direct betrokkenen en stakeholders te informeren over de voortgang van het Centraal Aansluitingenregister. De Nieuwsbrief verschijnt op reguliere basis onder verantwoordelijkheid van de Stuurgroep Centrale Marktfacilitering. Voor meer informatie: Erwin de Jager, Projectmanager C-AR, erwin.de.jager@edsn.nl. Opmerkingen en suggesties over de Nieuwsbrief C-AR zijn welkom. In deze editie o.a.: Eric Trijbels, Liander: Andere netbeheerders kunnen straks van ons leren Jan Rost, Westland Infra: Dataverkeer rond slimme meter kan straks via C-AR PIR geeft waardevol inzicht in kleinschalige energieproductie Waterschapshuis is ICT-regisseur in de natte sector Frank van Dijck, voorzitter stuurgroep Centrale Marktfacilitering: C-AR is basis voor verdere efficiëntie in de energiemarkt Ondanks de politieke onzekerheid over het nieuwe marktmodel loopt de invoering van het C-AR volgens planning. In juni 2011 zal Liander als eerste netbeheerder gebruik gaan maken van het C-AR, de andere netbeheerders treden uiterlijk 1 januari 2013 toe. Een belangrijke stap, aldus Frank van Dijck, voorzitter van de stuurgroep C-AR, die verantwoordelijk is voor de totstandkoming van het Centraal Aansluitingenregister. De komst van één gezamenlijk aansluitregister kan uiteindelijk ook de andere administratieve processen in de energiemarkt vereenvoudigen. Daarmee zijn grote efficiëntieslagen mogelijk. Als manager Strategie & Projecten bij berichtenverkeer een stuk eenvoudiger en Customer Relations van Enexis heeft betrouwbaarder. Frank van Dijck dagelijks te maken met de administratieve processen die de vrije Verbeteringen energiemarkt mogelijk maken. Totnogtoe hebben alle marktpartijen hun eigen samenwerking als een belangrijke route Van Dijck: De netbeheerders zien databases, waaruit ze de gegevens putten naar een betere en efficiëntere energiemarkt. Het C-AR is een grote stap in dat die nodig zijn voor het dataverkeer met andere partijen, bijvoorbeeld als een traject, want het is een randvoorwaarde energieklant verhuist of switcht naar om andere processen te stroomlijnen. Te een andere leverancier. Het C-AR is de denken valt aan de allocatie- en reconciliatieprocessen, waarmee we voor klanten eerste grote opschalingslag waarbij de aansluitgegevens van miljoenen elektriciteits- en gasklanten van de afzonderlijke energieleverancier berekenen welk deel die zijn overgestapt naar een nieuwe netbeheerders worden gebundeld in één van de geleverde energie voor rekening centraal bestand. Hiermee wordt het komt van welke leverancier. En in de gehele meetdataketen zijn nog diverse verbeteringen mogelijk. Vorig jaar zag het er even somber uit voor het C-AR, nadat er politieke onrust ontstond over de invoering van het nieuwe marktmodel. Een van de onderdelen van dit model, de invoering van de digitale energiemeter, stuitte om privacyredenen op bezwaren van de Eerste Kamer, die het wetsvoorstel terugstuurde naar de tekentafel. Hierdoor kwam ook het C-AR op losse schroeven te staan. Frank van Dijck: Politieke onzekerheid bemoeilijkt onze planning

2 Uiteindelijk hebben de netbeheerders er toch voor gekozen om het C-AR door te zetten, juist omdat het zo n voor de hand liggende en belangrijke stap is, aldus Van Dijck. In gevaar De oplossing die is gekozen, is om het C- AR zowel voor het huidige als het nieuwe marktmodel geschikt te maken. Van Dijck: Deze modellen kennen andere communicatieprocessen, wat betekent dat we de komende tijd de nodige aanpassingen moeten maken, maar de werkzaamheden zijn te overzien. De planning is niet wezenlijk in gevaar gekomen. Netbeheerder Liander heeft zich aangeboden om als eerste gebruik te Liander is de eerste netbeheerder die in juni 2011 overstapt op het C-AR. Eric Trijbels is als projectleider verantwoordelijk voor de migratie van zo n 5 miljoen gas- en elektriciteitsaansluitingen naar de centrale database. Een hele uitdaging, maar we lopen op schema. Liander, de netbeheerder binnen Alliander, is al vanaf het begin een van de stuwende krachten achter C-AR. Alliander-directielid Paul Corton sprak onlangs nog lovende woorden over het project, dat volgens hem atypisch is in de IT-wereld. Een gemiddeld IT-project duurt doorgaans langer dan afgesproken en valt meestal duurder uit dan begroot. Maar het C-AR loopt keurig op schema en pakt zelfs iets voordeliger uit dan verwacht, aldus Corton. maken van het C-AR, binnen het huidige marktmodel. In juni 2011 maakt zij de overstap, later in het jaar kunnen andere netbeheerders volgen. Uiterlijk 1 januari 2013 zullen de meeste netbeheerders gebruik maken van het C-AR, of eerder als het nieuwe marktmodel voor die tijd wordt ingevoerd. Duidelijkheid Helaas is er nog altijd geen politiek uitsluitsel over de invoering van het nieuwe marktmodel. Het wetsvoorstel ligt ter revisie van de Tweede Kamer, maar de kwestie zal pas na de verkiezingen bij de installatie van het nieuwe parlement aan de orde komen. Dat maakt het voor In goede banen Mede om die reden is Liander de eerste die zal overgaan op het centrale systeem. Aan Eric Trijbels de taak om het project in goede banen te leiden. Trijbels: Het heeft natuurlijk de nodige nadelen om de eerste te zijn, maar we hebben er alle vertrouwen in. We zijn nu begonnen met de ontwerpen en we verwachten al snel met de bouw van de functionele processen te kunnen beginnen. De ambitie is om in oktober samen met EDSN aan de testen te beginnen. Het feit dat het C-AR nu, vanwege de politieke onzekerheid, voor zowel het huidige als het nieuwe marktmodel geschikt moet worden gemaakt, maakt de zaken er niet eenvoudiger op. Het is een extra complicerende factor. Een deel van de processen die al af waren, moet nu opnieuw worden ingericht, aldus Trijbels. onze planning wel lastiger aldus Van Dijck. Voordat netbeheerder echt overstappen naar het C-AR, zullen ze toch eerst willen weten volgens welk marktmodel ze moeten werken. We hopen dus dat er snel politieke duidelijkheid komt. Intussen wordt er binnen het C-AR al volop nagedacht over de toekomst. Dit najaar wordt de zogenoemde Roadmap 2013 gepresenteerd, waarin een koers wordt uitgestippeld voor nieuwe toepassingen waarvoor het C-AR randvoorwaardelijk is: centrale allocatie en reconciliatie zijn twee onderdelen die in deze roadmap onderzocht worden. Er bestaat bij de netbeheerders veel enthousiasme om deze volgende stappen te zetten, aldus Van Dijck. Eric Trijbels, projectleider C-AR bij Liander: Andere netbeheerders kunnen straks van ons leren Schaduwdraaien Met nog een jaar voor de boeg, heeft Trijbels naar eigen zeggen voldoende voorbereidingstijd. Op het moment dat alle aansluitgegevens worden gemigreerd naar het C-AR, houdt de huidige database van Liander op te bestaan. Met eventuele onverwachte kinderziektes wordt echter rekening gehouden. We zullen uiteraard eerst de nodige proefmigraties laten plaatsvinden. Eventueel gaan we eerst een tijdje schaduwdraaien. Een voordeel is dat Liander de ervaringen direct kan delen met de andere netbeheerders die later overstappen. Het is de bedoeling dat wij de andere partijen zullen betrekken bij het testen en daarin een coördinerende rol zullen spelen. Ze kunnen bij ons meekijken en we kunnen van elkaar leren. Tenslotte zijn we hier geen concurrenten maar partners van elkaar. Jan Rost (Westland Infra): Dataverkeer rond slimme meter kan op termijn prima via C-AR Na de overname van het leveringsbedrijf van Westland werd Westland Infra in 2007 een van de eerste zelfstandige netwerkbedrijven in Nederland. Dit betekent, aldus hoofd Automatisering Jan Rost, dat het bedrijf zich de afgelopen jaren goed heeft kunnen focussen op de kerntaken. Hij is daarom groot voorstander van het uitbesteden en centraliseren van de administratieve processen in de energiemarkt. Ook het dataverkeer rondom de slimme meter, die uiteindelijk wel gemeengoed zal worden in Nederland, kan volgens hem op termijn prima via het C-AR lopen. We moeten nog eens goed nadenken of het model wat daar nu voor is bedacht wel zo efficiënt is. Als een van de kleinere netwerkbedrijven die is aangesloten bij het C-AR, is Westland Infra zeer tevreden over wat er totnogtoe is bereikt. Het project loopt als een trein, het wordt zeer voortvarend aangepakt en onze stem als kleiner netwerkbedrijf wordt goed gehoord, zegt Jan Rost, hoofd Automatisering bij Westland Infra. Het feit dat Westland Infra al enkele jaren opereert als zelfstandig netwerkbedrijf, betekent volgens hem dat het bedrijf een duidelijke focus heeft. Wij hoefden ons de afgelopen jaren niet meer met splitsingskwesties bezig te houden en konden ons helemaal richten op het stroomlijnen van de organisatie. Daar zijn we erg fanatiek in. We willen ons zoveel mogelijk richten op onze kerntaken en de kansen die de vrije markt biedt. Voor de netbeheerder betekent dit het beheren van de infrastructuur, waarbij we ons het liefst zo min mogelijk bezig houden met de administratieve processen. Hoe meer we die kunnen uitbesteden en centraliseren, hoe beter het is. Dat scheelt gewoon veel werk. Kopzorgen Hij verwacht dat, als Liander volgend jaar juni als eerste met C-AR gaat werken, Westland Infra vrij snel daarna de overstap zal maken. Wij kunnen op tijd klaar zijn en zouden op korte termijn Jan Rost (Westland Infra): Hoe meer we kunnen centraliseren, hoe beter het is kunnen instappen. Maar uiteraard is het verstandiger als een van de grote netbeheerders als eerste overgaat, omdat dat nog kan leiden tot specifieke aanpassingen aan het C-AR. Een voortvarende invoering van het C- AR is volgens Rost mede ook van belang door de toename van het aantal nieuwe leveranciers op de energiemarkt. We merken dat er steeds meer partijen op de markt komen, die niet allemaal even bedreven zijn in het dataverkeer. Je moet met 25 leveranciers dealen, waarbij er niet altijd constant wordt gewerkt, wat ons een behoorlijke hoeveelheid kopzorgen oplevert. Die zorgen hebben we niet meer als we met het C-AR straks een uniform landelijk systeem hebben. Rost denkt niet dat er snel politieke duidelijkheid komt over de invoering van het nieuwe marktmodel, maar daar moet de sector volgens hem zeker niet op gaat zitten wachten. Als het aan hem ligt, gaat het C-AR zo snel mogelijk de volgende stap maken, namelijk het ondersteunen van de allocatie- en reconciliatieprocessen. Handig Maar ook over de volgende stap wil hij al nadenken, namelijk het stroomlijnen van het meetdataverkeer. Hoewel de invoering van de slimme meter voor huishoudens nu nog omstreden is, verwacht hij dat deze uiteindelijk wel zal worden uitgerold in Nederland. Hiervoor is nu een vrij complexe administratieve constructie bedacht die volgens hem veel efficiënter kan. Destijds was er namelijk discussie over wie de verantwoordelijkheid zou krijgen voor de meetdata - de netbeheerder of de leverancier. Als compromis werd besloten om er dan maar een extra partij tussen te zetten, het meetdatabedrijf. De hele discussie is inmiddels achterhaald, omdat leveranciers nauwelijks nog interesse hebben in die meetdata. Het huidige proces van meterstanden via internet verloopt namelijk goed. We moeten ons daarom afvragen of de constructie die destijds is gekozen wel zo handig is. Het zou veel beter zijn als die meetdata via het C-AR zouden lopen. Dat is een neutrale, kwalitatieve hoogstaande oplossingen waarmee alle betrokkenen beter af zijn. 2

3 D-Day 12 juni 2011 komt dichterbij Met nog ongeveer een jaar voorbereidingstijd voor de boeg, wordt er binnen EDSN hard gewerkt aan de laatste puntjes op de i. Op 12 juni 2011 gaat Liander als eerste netbeheerder werken met het C-AR, waarbij er zo n 5 miljoen aansluitingen worden gemigreerd. Daarna zullen geleidelijk de andere netbeheerders volgen. Een operatie van formaat, realiseert projectleider C-AR Erwin de Jager zich terdege. De datum 12 juni 2011 heeft binnen de sector inmiddels de status van een soort D-Day want op dat moment voltrekken zich drie grote wijzigingen. De eerste is dat EDSN het C-AR geschikt maakt voor het huidige marktmodel, want alle processen waren totnogtoe afgestemd op het nieuwe marktmodel, dat door het uitblijven van een politiek groen licht op de lange baan is geschoven. Met deze zogenoemde Release 3 wordt het C-AR geschikt gemaakt voor het huidige marktmodel, aldus De Jager. Volledig De tweede wijziging is dat Liander, als eerste netbeheerder, gaat werken met het C-AR. Dat is altijd spannend, aldus De Jager, want er moeten grote hoeveelheden data worden gemigreerd. We hebben zo n 180 poortjes in het systeem, waar al deze data door moeten kunnen. Liander zal doorgaan met proefmigraties totdat we praktisch geen uitval meer kennen. Voor data die om een of andere reden niet door het systeem worden geaccepteerd, zal een andere oplossing worden gevonden. De derde grote wijziging is dat op 12 juni 2011 ook een aantal processen binnen het switchverkeer verandert om deze efficiënter te laten lopen. Voor het gemak is gekozen om dit samen te laten lopen met de invoering van het C-AR, zodat het hele systeem maar één keer in de steigers hoeft. De Jager: Het is praktisch, maar vergt natuurlijk wel wat extra aandacht. Gelukkig loopt de voorbereiding op rolletjes. Erwin de Jager (C-AR): Voorbereiding loopt op rolletjes Bouw van C-AR in drie ontwikkel-tracks Vorig jaar is de oplossing uitgewerkt en gespecificeerd om het C-AR ook in het huidige marktmodel operationeel te brengen. Tegelijkertijd wordt een aantal functionele wensen en toevoegingen meegenomen in de zogeheten C-AR release 3. Leo Dijkstra van Logica licht toe: gerond en heeft EDSN de tussenresultaten op onze locatie in Groningen zelf kunnen zien. Conform plan worden nu de volgende iteraties uitgevoerd, met als doel later EDSN en Logica realiseren C-AR release 3 in een aantal stappen waarbij werkende tussenresultaten getoond worden. Op de zogeheten zichtdagen wordt de feedback op deze tussenproducten verzameld en weer verwerkt in de volgende stap. Zo is er tussentijds gedetailleerde communicatie over de vorm van het eindresultaat. Logica realiseert C-AR Release 3 in daarbij in drie parallelle ontwikelling- tracks : 1) C-AR functies voor het huidig markmodel 2) Interface met het EDSN Switchsysteem 3) Liander specifieke Allocatie en Reconciliatie interface Door de ontwikkeling in tracks te ontkoppelen worden afhankelijkheden in het project geminimaliseerd, waarmee maximale zekerheid over het eindresultaat en de opleverdata wordt verkregen. Inmiddels zijn de eerste twee stappen ( iteraties ) af- dit jaar de volledige keten als eerste met Liander te kunnen integratietesten. Maar de aanpassing aan C-AR is niet het enige wat speelt. Inmiddels is er ook duidelijkheid over de requirements van Release 12 van het EDSN Switch Systeem, welke ook wordt onderhouden en beheerd door Logica. Logica kijkt daarom breder naar de impact voor de hele sector. Immers, een succesvolle implementatie vereist de beschikbaarheid van alle elementen in de keten op het juiste moment. De volgende fase van het C-AR project loopt dus volop en ook de beheerorganisaties bij EDSN en Logica zijn er klaar voor om in juni 2011 de go-live te begeleiden en de operatie van het C-AR succesvol uit te voeren. PIR geeft waardevol inzicht in kleinschalige energieproductie Een groeiend aantal woningen in Nederland neemt niet alleen stroom af van het net, maar produceert ook zelf elektriciteit met bijvoorbeeld een warmtepomp, zonnepaneel of HReketel. Door de verduurzaming zullen dergelijke kleinschalige opwekkingsinstallaties steeds vaker voorkomen, waarbij het noodzakelijk is om deze goed te registreren. Binnen EDSN wordt gewerkt aan een nieuw register waarin zoveel mogelijk data worden opgeslagen, het zogenoemde Productie Installatie Register (PIR). Consumenten die een kleinschalige productie-installatie hebben, zijn verplicht om dit te melden aan de netbeheerder. Deze informatie is onder meer nodig om het juiste verbruik en verbruiksprofiel van de klant op te maken (hoeveel stroom neemt hij van het net,hoeveel produceert hij zelf en hoeveel levert hij terug?). Ook is het belangrijk om te weten of de installatie zoveel stroom produceert dat er ook kan worden teruggeleverd aan het net. Binnen EDSN wordt nagedacht over de beste manier om al deze gegevens te registreren. Evert van Lier, werkzaam bij Essent, is voorzitter van de zogenoemde issuecommissie Klant, die zich o.a. buigt over de opzet van het Productie Installatie Register (PIR). Het is van groot belang om goede gegevens te hebben over kleinschalige productie in Nederland. Dit wordt een steeds belangrijker onderdeel van onze energievoorziening, maar omdat het achter de meter zit, hebben energiebedrijven er weinig zicht op. Binnen het PIR kunnen we de juiste informatie op een goede manier verzamelen. Antwoordkaart Gegevens die onder meer belangrijk zijn voor het PIR zijn het type installatie van teruglevering (zon/wind/wkk), het vermogen en de bedrijfstijd van de installatie. Ook het bouwjaar is van belang in verband met de variaties in rendement etc.. Van Lier: We zijn nu aan het bedenken wat de beste manier zou kunnen zijn om deze informatie van klanten te verkrijgen. Misschien een antwoordkaart die ze één keer hoeven in te vullen en op te sturen, maar wellicht kan het ook via internet. En wie is de beste partij om dit te doen, de consument of de installateur? Met dat soort vragen zijn we nu bezig. Uiteindelijk is het de bedoeling dat netbeheerders de verkregen data op een simpele wijze in het PIR kunnen zetten, waarna de informatie voor alle betrokken partijen met één druk op de knop direct beschikbaar is. De besluitvorming is nog gaande, maar volgens Van Lier ligt een combinatie met het C-AR voor de hand. Als het aan mij ligt, wordt het PIR straks gekoppeld aan het C- AR. Je kunt dan met dezelfde EAN-code van de aansluiting zowel in het C-AR als in het PIR de gewenste informatie ophalen. Dat is veel handiger dan weer een apart systeem. Bevoegde partijen kunnen vanuit het C-AR dan in één keer ook zien of er op een aansluiting een of meerdere kleinschalige productie-installaties zitten, hoe groot deze zijn, hoeveel ze leveren etc.. Zuiverder beeld De voordelen van het PIR zijn volgens Van Lier groot, zeker als er ook de vanuit de duurzame subsidieregeling SDE verplichte productiemeting bij worden betrokken. Van Lier: Voor subsidieregelingen is het bijvoorbeeld van belang hoe groot het volume van een kleinschalige eenheid is. Die wordt berekend op basis van een bruto productiemeting. Ook kunnen we zo meer inzicht krijgen in energiebesparing. Die wordt nu berekend op basis van hoeveel stroom huishoudens afnemen van het net, maar er wordt geen rekening gehouden met decentrale productie. Als dergelijke gegevens beschikbaar zijn, krijgen we een veel zuiverder beeld. Over de komst van het PIR zijn in maart 2010 nadere afspraken gemaakt. De netbeheerders de netbeheerders nu gezamenlijk hoe ze dit het beste kunnen uitvoeren. Planning is dat vanaf juni 2011 het PIR gereed is en de gegevens ervoor kunnen worden opgeslagen.

4 Spin in het web voor alle waterschappen in het land Waterschapshuis is ICT-regisseur in de natte sector Eenduidige infrastructuur Onder begeleiding van Het Waterschapshuis spannen waterschappen zich gezamenlijk in om de kwaliteit van de digitale dienstverlening naar burgers en bedrijven te verbeteren. Daarbij wordt gestuurd op een eenduidige infrastructuur op ICT-gebied, legt Reijers uit en daarin wordt de totale informatievoorziening van alle 26 waterschappen gestandaardiseerd. Reijers: De realisatie van zo n infrastructuur is een proces dat een lange adem vraagt. Maar als die infrastructuur er is, dan ook komt het samenbrengen van ICT in een (regionale) shared service center op termijn in beeld. Ik verwacht dat we nog vijf jaar bezig zullen zijn voordat die gemeenschappelijke infrastructuur is voltooid. Reijers: Met het van kracht worden van Europese weten regelgeving op het gebied van water, de Kaderrichtlijn Water, zijn waterschappen verplicht om op een uniforme manier informatie aan te kunnen leveren. Alleen daardoor is het mogelijk om een voldoende kwalitatieve overall rapportage te maken van alle 26 waterschappen in het land. Dat proces wordt momenteel in samenwerking met Rijkswaterstaat verfijnd. In de loop van dit jaar zal dat resulteren in een Informatiehuis Water, waarin zowel de waterschappen als Rijkswaterstaat participeren. Het Waterschapshuis zal daarbij faciliterend optreden. Net als de energiebranche zoekt ook de watersector naar gecentraliseerde oplossingen die het dataverkeer vergemakkelijken. In 2005 werd het Waterschapshuis opgericht, de gezamenlijke ICT-dienst van de waterschappen. Het vormt de regie- en uitvoeringsorganisatie voor 26 waterschappen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie. Doel is het bevorderen van samenwerking op het gebied van ICT tussen de waterschappen en de andere overheden die actief zijn in de natte sector, zegt Piet Reijers, plaatsvervangend directeur en manager bedrijfsontwikkeling van het Waterschapshuis. De waterschappen in ons land zorgen lokaal en regionaal voor voldoende en schoon water, veilige dijken en droge voeten. Ze heffen belasting aan burgers en bedrijven om hun werk te kunnen uitvoeren. Dit werk is tegenwoordig erg afhankelijk van ICT-voorzieningen, zegt Reijers. Veel van die programma s zijn speciaal voor de waterschappen ontwikkeld en kosten veel geld. In 2004 is berekend dat door samenwerking op het gebied van ICT de kosten aanzienlijk beperkt kunnen worden. De technische component is de minst belangrijke factor in dit proces, zegt Reijers. Technisch gezien is alles oplosbaar en verkrijgbaar. De grootste aandacht gaat nu uit naar het bundelen van alle behoeften bij de waterschappen op ICT-gebied. Werkprocessen dienen daarvoor op elkaar te worden afgestemd. Reijers noemt het winst dat de waterschappen al geruime tijd bezig zijn met een waterschapsinformatiearchitectuur. Hij zegt dat zij vijf jaar geleden al zijn begonnen om op een uniforme manier, zonder dat daar ICT-applicaties aan waren gekoppeld, alle primaire werkprocessen te gaan beschrijven. Reijers: Er is dus al het nodige voorbereidende werk gedaan. Aandachtsvelden Een tweede aandachtsveld is IRIS, een portfolio van GEO (bodem)-informatie waar door de waterschappen al ruim tien jaar aan wordt gewerkt. Alle geo-gerelateerde gegevens zijn in die applicatie samengebracht. Reijers: Een derde aandachtsveld is het bouwen van een gemeenschappelijke datavoorziening voor alle waterschappen, waarbij wij de rol op ons nemen om dat centraal te organiseren. Met name dat vraagt van medewerkers bij waterschappen veel gewenning, omdat men (deels) afscheid moet nemen van eigen vrijheden. Heel belangrijk in dit proces is dat wij als Waterschapshuis de dagelijks bestuurders bij waterschappen duidelijk en inzichtelijk hebben kunnen maken dat zo n gemeenschappelijke datavoorziening veel profijt oplevert voor hun organisatie. Mutaties kunnen met behulp van een collectieve datavoorziening een stuk eenvoudiger en efficiënter worden doorgevoerd. Gewenning Dat laatste proces vergt de komende vijf jaar nog veel inspanningen, zegt Reijers. De ervaring leert dat mensen door een rouwproces gaan als ze meer gaan samenwerken en als gevolg daarvan ook meer van hun eigen werkzaamheden moeten loslaten. Daar zal de komende vijf jaar nog veel aandacht naar uit moeten gaan. Hij zegt dat per 1 juli aanstaande het Waterschapshuis wordt omgevormd van een stichting naar een gemeenschappelijke regeling, een bestuursvorm waarbij alle waterschappen een stuk autonomie in één organisatie onderbrengen. Reijers: Om dat autonome karakter te onderstrepen zijn we niet zo lang geleden verhuisd naar Amersfoort, centraal gelegen in het land. We vormen letterlijk een spin in het web voor alle waterschappen in het land. Het bestuur van de Unie van Waterschappen, de koepelorganisatie van de 26 waterschappen, besloot medio 2004 dat samenwerking op ICT-gebied tussen de watershappen noodzakelijk was. Dit resulteerde in het protocol Samenwerking in ICT. In dit protocol zijn door alle 26 dijkgraven afspraken gemaakt over samenwerking op het gebied van het ontwikkelen, beheren en beheersen van ICT-producten, ICT-diensten, ICT-ondersteunende werkprocessen en middelen. Om de doelstelling van het protocol te realiseren, is de coördinatie in handen gelegd van Het Waterschapshuis, dat op 1 februari 2005 officieel van start is gegaan.

5 C-AR retjes Voorbereidingen implementatie C-AR van start Naast alle benodigde aanpassingen aan de software van het C-AR bij EDSN (Release 3) is een start gemaakt met de voorbereidingen voor het in gebruik nemen van het systeem: de implementatie. Als eerste wordt de datamigratie opgepakt. Bij EDSN is een test omgeving ingericht waarmee Liander direct kan starten met de zogenoemde proefmigraties. Daarna zullen alle activiteiten in kaart worden gebracht om de beheer- en gebruikersorganisatie van zowel EDSN als Liander klaar te stomen voor het C-AR en er zullen afspraken worden gemaakt om o.a. de datakwaliteit en de volledigheid van verwerking te waarborgen in de nieuwe situatie. Tot slot zal een plan van aanpak worden geschreven voor de transitieperiode en go-live van het C-AR op 12 juni Doel is om tot een gezamenlijke aanpak te komen om ook deze laatste weken voor go-live tot een succes te maken en een soepele overgang van systemen te realiseren. Integraal ontwerp op stoom! De netbeheerders zijn in januari samen met EDSN begonnen aan het Integraal Ontwerp voor marktfaciliterende taken. Het Integraal Ontwerp geeft nadere invulling aan de roadmap voor centralisatie van deze taken die de Netbeheerders eind vorig jaar hebben opgesteld. Het Integraal Ontwerp bestaat uit een aantal componenten: meetdata telemetrie, meetdata periodiek, allocatie en reconciliatie. Binnen het Integraal Ontwerp worden deze componenten in relatie tot elkaar ontworpen én in relatie tot het Centraal Aansluitingenregister. Na de zomer wordt op basis van het Integraal Ontwerp een planning opgesteld voor de realisatie van de componenten en vervolgstappen gedefinieerd. Wekelijks komt een aantal specialisten van de netbeheerders bijeen bij EDSN om het ontwerp op te stellen. In deze sessies creëren netbeheerders een gemeenschappelijk beeld en visie op de marktfaciliterende taken en brengen hun eigen inhoudelijke expertise in. Naast wet- en regelgeving vormen marktafspraken een belangrijk kader voor het uitvoeren van de marktfaciliterende taken. Op basis van de vigerende wet- en regelgeving zijn de overeenkomsten tussen de werkwijzen van de netbeheerders groot, echter op detailniveau kunnen de werkwijzen van elkaar verschillen. Ooohh, doen jullie dat zo, is dan ook een veelgehoorde kreet in de sessies. In het ontwerp wordt rekening gehouden met de oorspronkelijke visie op het gebied van uniformiteit, transparantie en flexibiliteit. Na de zomer organiseren de netbeheerders een informatiebijeenkomst voor alle marktpartijen. Gedurende deze informatiebijeenkomst wordt er een nadere toelichting gegeven op het Integraal Ontwerp en is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Change Advisory Board (CAB) opgericht Bij de start van het project C-AR Release 3 begin 2010 is ten behoeve van het C-AR de Change Advisory Board ofwel het CAB tbv inhoudelijke afstemming en kwaliteitsbewaking in het leven geroepen. Het CAB wordt vertegenwoordigd vanuit EDSN, Logica en de netbeheerders en komt elke 4 weken bij elkaar bij EDSN in Baarn. Hoofddoel van het CAB is om de generieke werking van het C- AR te bewaken en wijzigingen in gezamenlijkheid te bespreken. In principe worden alle wijzigingen besproken en afgestemd in de gezamenlijkheid. Doel is om alleen generieke functionaliteit te ontwikkelen die voor alle netbeheerders gelijk werkt. Als er toch functionaliteit moet worden gewijzigd die niet generiek is voor alle netbeheerders, dan doet het CAB voorstellen aan de stuurgroep over de wenselijkheid hiervan en de mate waarin de wijziging specifiek is. Tijdens de eerste drie CAB-meetings heeft de focus voornamelijk gelegen op het vaststellen van de scope van Release 3. Hierbij is gekeken naar de wijzigingen die zijn voortgekomen vanuit Release 1 & 2 van het C-AR, vanuit additionele eisen en wensen van de netbeheerders en tot slot die nodig zijn voor de aanpassingen van het C-AR op het huidig marktmodel. Al deze wijzigingen zijn inmiddels door het CAB besproken, waarna vaststelling door de Stuurgroep heeft plaatsgevonden. Daarna is de focus vooral komen te liggen op vragen vanuit met name Liander als het gaat om functionaliteit voor allocatie & reconciliatie, over de datamigratie en eventuele extra additionele wensen. Inmiddels is door het CAB ook al gekeken naar de impact van de SectorRelease 2011 op het C-AR. Hiervoor is door het CAB een wijzigingsverzoek opgesteld en besproken. Dit wijzigingsverzoek wordt op dit moment beoordeeld en de uitvoering ingepland.