Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw. Verteld, verzameld, gedrukt

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw. Verteld, verzameld, gedrukt"

Transcriptie

1 Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw. Verteld, verzameld, gedrukt Theo Meder bron Theo Meder, Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw. Verteld, verzameld, gedrukt. In: Berry Dongelmans, Netty van Rotterdam, Jeroen Salman en Janneke van der Veer, Tot volle waschdom. Bijdragen aan de geschiedenis van de kinder- en jeugdliteratuur. Biblion Uitgeverij, Den Haag 2000, p , Zie voor verantwoording: dbnl / Theo Meder

2 30 Anansi de spin. Illustratie van Noni Lichtveld uit: Johan Ferrier, Het grote Anansiboek. 's-hertogenbosch [enz.] [1986].

3 31 Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw Verteld, verzameld, gedrukt Theo Meder Wie door het Sprookjesbos van de Efteling loopt met Nederlandse kinderen van pakweg zeven à acht jaar oud, die heeft als het goed is weinig uit te leggen. De kernmomenten uit het sprookjesbestaan van Roodkapje, Sneeuwwitje, Doornroosje, de wolf en de zeven geitjes en Hans en Grietje die we daar uitgebeeld zien, dienen door Nederlandse kinderen van die leeftijd (en door alle ouderen) feilloos herkend te worden. Want sprookjes behoren - of we willen of niet - tot ons culturele erfgoed: jong en oud kent ze voor het leven. Op deze uitspraak valt natuurlijk wel wat af te dingen. Immers, hoeveel sprookjes kennen we eigenlijk? En kennen bijvoorbeeld de inwoners van Nederland met een (recente) allochtone voorgeschiedenis de sprookjes ook? Om met de laatste vraag te beginnen: eind 1998 heeft een team van taalkundigen en volkskundigen een enquête gehouden in de Utrechtse multiculturele wijken Lombok en Transvaal. De enquête behelsde een taal- en cultuurpeiling en is gehouden als een aselecte steekproef onder 10% van de 3000 huishoudens in Lombok en Transvaal. [1] Die 300 huishoudens hebben we niet alleen gevraagd naar de talen die er thuis gesproken en gelezen worden, maar ook naar de kennis van bepaalde [1] Hierover J. Aarssen en W. culturele fenomenen. En zo hebben we ook gevraagd naar de bekendheid met een Jongenburger, De taal- en aantal verhaalfiguren, namelijk Aicha-Kandisha (een Marokkaanse heksenfiguur), cultuurpeiling in de wijken Lombok en Transvaal. Anansi (de spin), Klein Duimpje, Nasreddin Hodja (een Turkse geestelijke met Amsterdam 2000 (ter perse). Uilenspiegel-achtige trekjes) en Hans en Grietje. Over de taalen cultuurpeiling is een aparte publicatie in voorbereiding, maar een van de uitkomsten is, dat onder autochtonen Hans en Grietje en Klein Duimpje overbekend zijn: respectievelijk 99 en 100% van de autochtonen kent ze. En onder de allochtonen valt het ook niet tegen: respectievelijk 74 en 72% kent deze sprookjesfiguren. De jonge allochtonen scoren nog beter. In de leeftijdscategorie van acht tot en met twintig jaar kent zelfs 95% van hen Klein Duimpje en Hans en Grietje. Hier laat de invloed van de school zich voelen, want van hun ouders hebben de kinderen deze sprookjes doorgaans niet gehoord, de ouders van Surinaamse herkomst uitgezonderd. Als culturele

4 32 fenomenen zijn sprookjes als die van Hans en Grietje en Klein Duimpje qua bekendheid van dezelfde orde als Sinterklaas en kerst, zowel onder autochtonen als onder allochtonen. Volksverhalen en sprookjes Sprookjes worden in deze bijdrage met nadruk bezien vanuit een bepaalde discipline. Dat is in dit geval niet de letterkunde of de boekwetenschap, maar de volkskunde of etnologie. Het vak volkskunde houdt zich - globaal gesproken - bezig met de bestudering van de cultuur van het dagelijkse leven. Tot de canon van de volkskunde worden onder meer gerekend: feesten en rituelen, materiële cultuur, volksreligiositeit, volksverhalen en volksliedjes. Sprookjes maken uiteraard deel uit van het volksverhaalonderzoek, en vanuit deze invalshoek is deze bijdrage totstandgekomen. Andere soorten volksverhalen zijn onder meer de fabel, de sage, de legende, de mop, het raadsel, het broodje aap-verhaal, de familiegeschiedenis en de persoonlijke vertelling. Wat al deze genres met elkaar gemeen hebben, is dat zij op enig moment (ten minste ook) een mondelinge overlevering gekend hebben. En alhoewel de mondelinge overlevering een centraal criterium vormt binnen het volksverhaalonderzoek, heeft recent onderzoek aangetoond dat ook de mondelinge overlevering het vaak niet kan stellen zonder de schriftelijke overlevering. In heden en verleden blijken mondelinge en schriftelijke overlevering in een voortdurende wisselwerking met elkaar te staan, en voedt het ene circuit het andere. Mondelinge volksverhalen zijn bijvoorbeeld in volksboekjes, almanakken, kluchtboeken, sprookjesbundels en hoge literatuur terechtgekomen, en op zijn beurt heeft dit schriftelijke materiaal weer mondelinge vertellingen voortgebracht. [2] Als we het genre van het sprookje nader bezien, dan tekent zich een vertelling af die zich in veel gevallen afspeelt tussen er was eens... en ze leefden nog lang en gelukkig. De openingsformule is heel toepasselijk, want een van de belangrijke kenmerken van een sprookje - in tegenstelling tot de sage - is dat de gebeurtenissen zich doorgaans afspelen in een onbestemd (vaak feodaal) verleden op een onbepaalde plaats. De openingsformule kondigt ook fictie aan, en nodigt het gehoor uit om zich bewust te laten meevoeren in een fantasiewereld. De hoofdrolspelers in de sprookjes zijn geen historische personages, maar fictieve personen die slechts bij uitzondering een gefixeerde naam meekrijgen (zoals Doornroosje, [2] Zie hierover J. van der Kooi, Volksverhalen in Friesland. Lectuur en mondelinge overlevering. Een typen-catalogus. Groningen 1984 (m.n ) en J. van der Kooi, Het sprookje tussen orale en schriftelijke overlevering, in: T. Dekker en T. Meder (red.): Van mondeling verhaal tot themapark. De waardering en receptie van sprookjes. Themanummer Volkskundig bulletin 24 (1998), afl. 2,

5 33 Sneeuwwitje, Klein Duimpje, Hans en Grietje, Roodkapje, Assepoester). Niet zelden behandelen sprookjes een conflict of een opdracht, waardoor een reeks van avonturen vol hindernissen moet worden beleefd, die de held of heldin tot een goed einde moet zien te brengen. De uitgangspositie van de held(in) is vaak niet florissant: de jongeling wordt te dom geacht, wordt miskend, achtergesteld of zelfs bedreigd. Uiteraard is hierdoor de triomf aan het slot des te groter. De formule waarmee het sprookje afsluit, is naar de geest al even typerend: En ze leefden nog lang en gelukkig. De afloop van een sprookje is in de regel optimistisch: de heldin trouwt met de prins, de held heeft de draak verslagen, de arme man kan de rest van zijn bestaan in weelde leven, of de onaanzienlijke maakt een grote sociale promotie. Kenmerkend voor veel sprookjes is voorts dat de helden tijdens hun avonturen geconfronteerd worden met bovennatuurlijke tegenstanders (tovenaars, reuzen, duivels, draken, heksen en dergelijke) en allerhande vormen van toverij. Doorgaans worden deze confrontaties als volkomen vanzelfsprekend afgeschilderd: in deze sprookjes kan het aardse naadloos overgaan in het bovennatuurlijke. Even gewoon is het dat de helden erin slagen om tovervoorwerpen te bemachtigen, of de hulp van dierhelpers te verkrijgen. Bij het verslaan van de tegenstanders zijn verregaande vormen van list en geweld geoorloofd. De held of heldin is meestal een adolescent die zich uiteindelijk een plaats in de wereld verovert. Een laatste kenmerk van het sprookje is de veelvuldig voorkomende drieslag : een herhaling in drieën die oploopt tot een climax (bijvoorbeeld drie beproevingen). [3] De meeste kenmerken die zojuist zijn besproken, gelden eigenlijk vooral voor het zogenoemde wondersprookje, een van de meest favoriete sprookjessoorten. Maar binnen het genre van de sprookjes bestaan meer subgenres. [4] In de eerste plaats is daar het diersprookje, waartoe ook de fabel behoort. Daarnaast onderscheiden we grofweg nog het eigenlijke sprookje en het grappige sprookje, welke laatste in het Duits adequaat omschreven wordt als Schwankmärchen. Het eigenlijke sprookje valt weer uiteen in het wondersprookje, het legendesprookje, het novellesprookje en het domme duivel-sprookje. Zoals gezegd is van dit viertal het wondersprookje tot op heden nog het meest populair. Hier komen we de haast overbekende verhalen tegen: Zwaan kleef aan, Hans en Grietje, Klein Duimpje, De kikkerkoning, De gelaarsde kat, Aladdin, De prinses op de erwt, Ali Baba en de veertig rovers, Tafeltje dek je en dergelijke. Kenmerkend voor [3] Over de hier behandelde genrekenmerken zie men onder meer M. Lüthi, Märchen. Stuttgart 1964; L. Röhrich, Erzählforschung, in: R.W. Brednich (red.), Grundriss der Volkskunde. Einführung in die Forschungsfelder der Europäischen Ethnologie. 2e dr. Berlijn 1994, ; en de inleiding bij T. Dekker, J. van der Kooi en T. Meder, Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties. Nijmegen [4] Zie de catalogus van A. Aarne en S. Thompson, The types of the folktale. A classification and bibliography. Helsinki 1964.

6 34 het legendesprookje is dat de held op zeker moment een ontmoeting heeft met een bijbels personage (Jezus, Petrus, een engel, de duivel), en dat de vertelling een stichtelijke strekking heeft. Het novellesprookje is vooral een spannend avonturenverhaal, en onderscheidt zich van het wondersprookje door het ontbreken van magische of bovennatuurlijke elementen. De thematiek van het domme duivelsprookje is de confrontatie van de held met een niet al te snuggere duivel of mensenetende reus, waarbij laatstgenoemde telkens ten prooi valt aan de listen van de held. Sprookjes een kindergenre? Met deze constateringen keren we terug naar de vraag of het thans bekende sprookjescorpus wel een realistische afspiegeling is van het historische sprookjesarsenaal. Een tweede vraag is of sprookjes wel een kindergenre vormen. Om met het laatste te beginnen: sprookjes worden vandaag de dag bovenal aan kinderen verteld, en naar een sprookjespark gaat men bij voorkeur met kinderen. De speelfilms van Walt Disney die op sprookjes zijn gebaseerd - Sneeuwwitje, Doornroosje, Belle en het Beest, Aladdin, De Kleine Zeemeermin - richten zich primair op een kinderpubliek. De sprookjesboeken in de (boek)handel zijn voornamelijk kinderboeken [5], en audiocassettes, cd's, videobanden en cd-roms met sprookjes zijn ook al voor kinderen bedoeld. [5] Hierbij doel ik, anders dan Voor volwassenen verschijnt er niet zo heel veel. De recente serie Sprookjes H. Lox, niet alleen op het uit de Wereldliteratuur van uitgeverij Elmar en de nieuwe literaire kinderboek, maar ook op wat zij noemt het Duizend-en-één-nacht-editie van Uitgeverij Bulaaq bedienen een volwassen nivellerende en publiek. Ook de reeks Sprookjes van de Lage Landen van Eelke de Jong en gecommercialiseerde Hans Sleutelaar uit de jaren zeventig lijken meer voor volwassenen bedoeld te supermarkt- en boekenclubaanbod. Zie H. Lox, De ontwikkeling van volkssprookjes tot kindersprookjes. De gebroeders Grimm en het actuele sprookjeslandschap in Vlaanderen, in: Oostvlaamse Zanten 70 (1995), afl. 2-3, , citaat op 167.

7 zijn. [6] Voor een volwassen Fries lezerspubliek zijn de zeven kloeke delen met Fryske folksforhalen van verzamelaar Ype Poortinga uit de jaren zeventig en tachtig. [7] In het verleden zijn bundels met verzamelde volksverhalen wel legitimaties geweest voor de eigenheid van een bepaalde taal en cultuur, en de reeks van Poortinga is hier een late exponent van: de boeken tonen ruimschoots aan dat de Friezen over een eigen taal en vertelcultuur beschikken. [8] Deze reeks volksverhalen heeft met zijn typenregister en commentaar bovendien ook wetenschappelijke pretenties. Tot slot is daar nog de veertiendelige reeks Onze Volksverhalen, die in de jaren [6] Zie E. de Jong en H. Sleutelaar, Sprookjes van de Lage Landen. Amsterdam 1972; Idem, Nieuwe sprookjes van de Lage Landen. Amsterdam 1974; Idem, Honderd en een sprookjes van de Lage Landen. Amsterdam 1979; en een selectie hieruit gepubliceerd als E. de Jong en H. Sleutelaar, Sprookjes van de Lage Landen. Ingeleid door H. Pleij. Amsterdam [7] Y. Poortinga, De ring fan it ljocht. Fryske folksforhalen. Baarn [enz.] 1976; Idem, It fleanend skip. Fryske folksforhalen forteld troch Steven de Bruin. Baarn [enz.] 1977; Idem, De held en de draek. Folksforhalen fan Roel Piters de Jong. Baarn [enz.] 1978; Idem, De foet fan de reinböge. Fryske folksferhalen. Baarn [enz.] 1979; Idem, It gouden skaakspul. Folksferhalen fan Steven de Bruin. Baarn [enz.] 1980; Idem, De prins op frijersfuotten. Folksferhalen fan Roel Piters de Jong. Baarn [enz.] 1981; Idem, Hûndert pûn klûntsjes en in karre fol lytsjild. Fryske folksferhalen. Baarn [enz.] [8] Het bezit van een eigen vertelcultuur is natuurlijk tamelijk betrekkelijk, aangezien de meeste volksverhalen internationaal van karakter zijn. De eigenheid schuilt in details en voornamelijk in het feit dat de verhalen in het Fries verteld zijn.

8 zeventig en tachtig onder redactie van Tjaard W.R. de Haan is uitgegeven bij uitgeverij Het Spectrum. [9] Ook deze reeks, globaal [9] Voor Nederland: W. de Blécourt, Volksverhalen uit Utrecht en het Gooi. Utrecht [enz.] 1979; Idem, Volksverhalen uit Noord-Brabant. Utrecht [enz.] 1980 en Idem, Volksverhalen uit Nederlands Limburg. Utrecht [enz.] 1981; A. Buter, Volksverhalen uit Overijssel. Utrecht [enz.] 1981; W. Geldof, Volksverhalen uit Zeeland en de Zuidhollandse eilanden. Utrecht [enz.] 1979; Tj. W.R. de Haan, Volksverhalen uit Groningen. Utrecht [enz.] 1979; J. van der Kooi, Volksverhalen uit Friesland. Utrecht [enz.] 1979; G.J.H. Krosenbrink, Volksverhalen uit Gelderland. Utrecht [enz.] 1979; H.J. Prakke, Volksverhalen uit Drenthe. Utrecht [enz.] 1980; en B. Sliggers, Volksverhalen uit Noord- en Zuid- Holland. Utrecht [enz.] Voor Vlaanderen: M. van den Berg, Volksverhalen uit Antwerpen. Utrecht [enz.] 1981; R. van der Linden en L. Cumps, Volksverhalen uit Oost- en West- Vlaanderen. Utrecht [enz.] 1979; F. Roeck, Volksverhalen uit Belgisch Limburg. Utrecht [enz.] 1980; en S. Top, Volksverhalen uit Vlaams Brabant. Utrecht [enz.] 1982.

9 35 opgedeeld in provincies, heeft met zijn commentaar en bronvermeldingen wetenschappelijke pretenties. Daarmee houdt het voor volwassenen wel op. De markt voor sprookjesboeken voor kinderen is vele malen groter. Feit is dat sprookjes in het verleden niet bij uitstek een kindergenre hebben gevormd. [10] Het mondelinge volksverhaal, en ook het sprookje, was eeuwenlang het boek van de arme man en vrouw. De plot van sommige Middelnederlandse (ridder)romans en toneelstukken voor een volwassen publiek blijkt op internationale sprookjesstof gebouwd. [11] Volksboekjes die wij thans tot de sprookjesstof rekenen, hebben eeuwenlang hun weg gevonden naar een goeddeels volwassen lezerspubliek. [12] Het leugensprookje over luilekkerland (of Cocagne) kennen we in de Nederlanden vanaf circa 1500 en behoorde destijds tot het volwassen feestrepertoire. Was het aanvankelijk de dagdroom van de gewone mens over een overvloed aan voedsel en drank, later wordt de vertelling ingezet in een moreel offensief tegen luiheid en potverteren. Gaandeweg ontdoet het sprookje van luilekkerland zich weer van deze didactiek en doet het aardse paradijs van ongelimiteerde snoeperij en kindervermaak zijn intrede. Langzaam maar zeker zakt de thematiek dan af tot de kinderkamer. Er treedt daarbij een proces van Verharmlosung op; niet alleen de didactische angel van de noodzaak van deugd [10] Zie ook N. Heimeriks en W. van Toorn (red.), De hele Bibelebontse berg. De geschiedenis van het kinderboek in Nederland en Vlaanderen van de Middeleeuwen tot heden. Amsterdam 1989, 261. Opgemerkt moet worden dat het sprookje in De hele Bibelebontse berg een tamelijk stiefmoederlijke behandeling krijgt. [11] Zie o.a. M. Draak, Het verloop van het Nederlandse sprookje. Amsterdam 1960 en van dezelfde auteur Onderzoekingen over de Roman van Walewein. (Met aanvullend hoofdstuk over Het Walewein-onderzoek sinds 1936 ). Groningen [enz.] 1975; T. Meder, Esmoreit: de dramatisering van een onttoverd sprookje, in: Queeste 3 (1996), afl. 1, 18-24; en Dekker, Van der Kooi en Meder, Van Aladdin, en [12] Zie over het volksboek Vanden jongen geheeten Jacke bijvoorbeeld T. Meder, Een zoen voor Sneeuwwitje. Over de veranderlijkheid van sprookjes, in: Volkskundig bulletin 24 (1998), , in het bijzonder 292; alsmede Dekker, Van der Kooi en Meder, Van Aladdin,

10 en nijverheid verdwijnt uit het verhaal, maar ook de grovere verhaalelementen worden weggewerkt. [13] Ook de gebroeders Grimm, de pioniers in het wetenschappelijke sprookjesonderzoek, hadden met hun verzamelde sprookjes niet uitsluitend een kinderpubliek op het oog, getuige de titel Kinder- und Hausmärchen. Uitgeverij Lemniscaat gaf ze eind jaren zeventig weer uit onder de titel Sprookjes voor kind en gezin. [14] Het betrof een uitstekende, letterlijke vertaling van alle oorspronkelijke Grimmsprookjes, maar bleek geen groot succes: de teksten werden door kinderen als te moeilijk ervaren. [15] In veel sprookjesboeken met mooie plaatjes en grote letters worden de Grimm-sprookjes in vereenvoudigde vorm naverteld en uitgegeven. De taal in deze uitgaven is wat simpeler, en bepaalde gruwelijke elementen zoals die bij de Grimms voorkomen, worden regelmatig weggewerkt. Zo wordt de wens tot kannibalisme van Sneeuwwitjes stiefmoeder vaak verzwegen: als bewijs voor de moord op Sneeuwwitje eist ze in de Grimm-versie haar longen en lever op. Uiteindelijk eet zij de lever en de longen op van een jong wild zwijn, dat in Sneeuwwitjes plaats is [13] H. Pleij, Dromen van Cocagne. Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven. Amsterdam 1997; en T. Meder, [Recensie van] Herman Pleij: Dromen van Cocagne. Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven., in: Volkskundig bulletin 23 (1997), [14] J. en W. Grimm, Sprookjes voor kind en gezin. 4e dr. Rotterdam [15] Mondelinge mededeling van een redactrice van Lemniscaat.

11 36 geslacht. Evenmin wordt tegenwoordig nog vaak vermeld dat er op de bruiloft van Sneeuwwitje voor haar stiefmoeder ijzeren pantoffels op het vuur staan. De stiefmoeder krijgt de roodgloeiende schoenen aangetrokken en danst tot ze er dood bij neervalt. Op de regel van de Verharmlosung en verkinderlijking van sprookjes bestaan natuurlijk ook uitzonderingen. Om bij Sneeuwwitje te blijven: in de toneelversie die Jules Deelder in 1996 maakte voor het Rotterdamse Jeugdtheater Hofplein wordt het gruwelelement van het kannibalisme juist weer expliciet vertoond. En ook in het meermaals bekroonde kinderboek Zwart als inkt uit 1997 introduceert Wim Hofman weer verschillende gruwelijkheden. [16] Een ander proces dat we zien optreden, is canonvorming. Uit het enorme reservoir aan sprookjes is slechts een selectie populair gebleven. Tot de evergreens behoort onder andere een aantal zogenoemde kindersprookjes. Dat zijn sprookjes die niet alleen bestemd waren voor kinderen, maar waarin ook kinderen de hoofdrol spelen, zoals Roodkapje, Hans en Grietje, en Klein Duimpje. Maar ook van andere sprookjes ligt de populariteit min of meer vast. Een enquête onder Duitse jongeren uit 1995 levert de volgende toptien op van de thans bekendste sprookjes in Duitsland: [17] 1. Sneeuwwitje 2. Hans en Grietje 3. Assepoester 4. Roodkapje 5. Doornroosje 6. De kikkerkoning 7. Het dappere kleermakertje 8. Vrouw Holle 9. Rapunzel 10. De wolf en de zeven geitjes [16] W. Hofman, Zwart als inkt is het verhaal van Sneeuwwitje en de zeven dwergen. Amsterdam [enz.] Zie over de verschillende versies van Sneeuwwitje Dekker, Van der Kooi en Meder, Van Aladdin, en Meder, Zoen voor Sneeuwwitje. [17] D. Richter, Wie populär sind Märchen heute? Eine empirische Untersuchung unter Studenten aus Deutschland West und Deutschland Ost, in: Märchenspiegel 6 (1995), afl. 4, 5-9. De meest geliefde sprookjes kunnen in een topdrie uitgesplitst worden naar geslacht: MEISJES 1. Assepoester 2. Doornroosje 3. Sneeuwwitje JONGENS 1. Hans en Grietje 2. Het dappere kleermakertje 3. De gelaarsde kat

12 37 Opvallend is dat de meisjes toch de neiging hebben om te kiezen voor sprookjes met een vrouwelijke hoofdrolspeler, die in betrekkelijke passiviteit wacht tot haar prins haar komt halen. De voorkeur van de jongens lijkt meer uit te gaan naar sprookjes met actieve helden. Op een Nederlandse internetsite [18] kan men stemmen op sprookjes en dat levert de volgende toptien op, gesorteerd op waardering en gesorteerd op [18] htp:/ aantal stemmen: voor de uitslag. De navolgende toptiens zijn WAARDERING (CIJFER) AANTAL STEMMEN gebaseerd op de laatste telling van 5 maart Doornroosje (7,81) 1. Assepoester (82) 2. Sneeuwwitje (7,72) 2. Doornroosje (77) 3. Het lelijke eendje (7,66) 3. Hans en Grietje (77) 4. Vrouw Holle (7,63) 4. Roodkapje (77) 5. Assepoester (7,59) 5. De gelaarsde kat (75) 6. De kleine zeemeermin (7,53) 6. Sneeuwwitje (74) 7. Klein Duimpje (7,42) 7. De kleine zeemeermin (72) 8. Hans en Grietje (7,36) 8. Klein Duimpje (72) 9. Roodkapje (7,25) 9. De prinses op de erwt (71) 10. Tafeltje dek je (7,15) 10. Het lelijke eendje (70) De waarde van deze cijfers is natuurlijk betrekkelijk. Ten eerste is de lijst met sprookjes waaruit men kan kiezen niet buitengewoon groot. Ten tweede hebben nog niet zo heel veel mensen hun stem uitgebracht. En ten derde zullen de personen die op dergelijke internetsites inloggen waarschijnlijk geen representatieve doorsnee van de Nederlandse bevolking vormen. Het onderzoeksbureau Inter/View heeft begin juni 1999 een 750-tal Nederlanders ondervraagd over hun sprookjesbeleving. [19] AANTAL SPROOKJESBOEKEN IN NEDERLANDSE HUISHOUDENS een meer dan een geen FAVORIETE SPROOKJES VAN NEDERLANDERS 16,4% 45,4% 38,3% [19] Dit cijfermateriaal is ontleend aan de documentatie bij het congres Het sprookje in het moderne leven, gehouden op 25 september 1999 in de Efteling. 1. Sneeuwwitje 2. Assepoester 3. Roodkapje 4. Doornroosje 5. Hans en Grietje 51,6% 38,7% 34,1% 27,8% 22,4%

13 38 IS HET BELANGRIJK DAT SPROOKJES VAN GENERATIE OP GENERATIE WORDEN OVERGEDRAGEN? heel erg belangrijk belangrijk onbelangrijk heel erg onbelangrijk niet belangrijk / niet onbelangrijk weet niet 23,2% 55,2% 14,3% 1,9% 3,5% 1,9% Uit deze tabellen blijkt derhalve dat een merendeel van de Nederlanders een of meerdere sprookjesboeken in huis heeft, en dat een ruime meerderheid van de Nederlanders hecht aan het doorgeven van dit culturele erfgoed van generatie op generatie. Wat verder opvalt, is dat in al deze lijstjes regelmatig dezelfde titels opduiken. Deze sprookjes behoren duidelijk tot de canon, en de meeste ervan vinden we dan ook uitgebeeld in het Sprookjesbos van de Efteling. Maar wie vertelt nu nog het sprookje van die Langnek, die geruime tijd de blikvanger van de Efteling is geweest? In de internationale volksverhalencatalogus van Antti Aarne en Stith Thompson, The types of the folktale, staat dit sprookjestype geregistreerd als AT 513, The extraordinary companions. [20] In het sprookjeslexicon Van Aladdin tot Zwaan Kleef Aan wordt het sprookje behandeld in het lemma De zes wonderbaarlijke helpers. [21] In dit wondersprookje weet een eenvoudige held onmogelijke opdrachten van een koning te volbrengen dankzij helpers met wonderbaarlijke eigenschappen, zoals hard kunnen lopen, ver kunnen kijken, hard kunnen blazen, scherp kunnen schieten en bestand zijn tegen vuur. De held wint hiermee een fortuin en/of de hand van de prinses. Het sprookje geniet tegenwoordig nauwelijks nog bekendheid, en het is waarschijnlijk niet voor niets dat dit sprookje bij de Langnek in de Efteling op een bandje eindeloos wordt naverteld. Dit is niet het enige sprookje dat in vergetelheid dreigt te raken. In het genoemde sprookjeslexicon worden er wel meer behandeld: wie kent nog de sprookjes van De appelvangproef, De dans in de doornstruik, Dokter Weet-Al, Falada, Houten Peter, Koning Lijsterbaard, Lange winter, De magische vlucht, De meesterdief, De oude Hildebrand, Het schip van Sinternuit, De stenen gast en De zingende doodsbeentjes? In het hoofdstuk Marten op zijn praatstoel in Afke's tiental van Nienke van Hichtum vertelt vader 's avonds aan zijn kinderen de spannend-grappige verhalen over de Friese rover Japik Ingberts. [22] Het is een traditio- [20] Aarne en Thompson, The types of the folktale. [21] Dekker, Van der Kooi en Meder, Van Aladdin, [22] N. van Hichtum, Afke's tiental. 31e dr. Alkmaar [z.j.], '65-85, met name

14 39 neel tafereel, en in de twintigste eeuw zijn nog vele tientallen verhalen over Japik Ingberts uit de mondelinge overlevering opgetekend [23] - maar toen werden de meeste eigenlijk al niet meer actief verteld, alleen op verzoek van de verzamelaar. Talloze [23] Zie verhaal-type VDK legendesprookjes, novellesprookjes, domme duivelsprookjes en grappige sprookjes 1525Z*, De Japik zijn uit de mondelinge overlevering (nagenoeg) verdwenen. Veel grappige Ingberts-cyclus, in Van der Kooi, Volksverhalen in sprookjes waren helemaal niet voor kinderoren bedoeld, bijvoorbeeld vanwege Friesland, Typencatalogus, hun obscene explicietheid. Wat in de bloeiende mondelinge en schriftelijke overlevering is overgebleven is een populaire selectie van vooral wondersprookjes, die hun bekendheid goeddeels ontlenen aan de (vele bewerkingen van de) sprookjesboeken van Charles Perrault, Jacob en Wilhelm Grimm en Hans Christian Andersen. Vertellen vroeger en nu In 1995 is er door het Meertens Instituut een volkskundevragenlijst verzonden aan zijn correspondenten in Nederland en Vlaanderen over verhalen en vertelcultuur. In deze enquête zijn enkele vragen opgenomen over het vertellen van verhalen aan kinderen, nu en vroeger. [24] Aangezien het in alle gevallen om open vragen ging, hebben de correspondenten hun antwoorden regelmatig van commentaar voorzien. Zo waren er correspondenten die stellig beweerden dat er tegenwoordig minder verhalen verteld worden aan kinderen: daarvoor hebben ouders het nu véél te druk. Andere correspondenten beweerden dit met evenveel stelligheid voor vroeger: verhaaltjes vertellen? Daar hadden ouders vroeger helemaal geen tijd voor! Die hadden het veel te druk met de kost te verdienen. Als we echter de statistieken laten spreken, dan blijkt dat het tegenwoordig wel degelijk gebruikelijker is om verhalen aan kinderen te vertellen. Op de vraag Werden er aan u als kind vroeger verhalen verteld? antwoordde 30% ontkennend. [25] Voor de situatie vandaag de dag meldt slechts 9,5% van de correspondenten dat er geen verhalen aan kinderen worden verteld. Het meest geëigende moment om tegenwoordig verhalen aan kinderen te vertellen blijkt te zijn 's avonds bij het naar bed gaan. Ruim driekwart van de correspondenten geeft dit als hét moment van de dag op. Verder meldt meer dan 80% van de correspondenten dat hetzelfde verhaal, hetzij soms, hetzij vaak, bij herhaling verteld wordt aan kinderen, vooral waar het de wat jongere kinderen betreft. Een ander opvallend resultaat van de enquête is, dat er tegenwoordig vaker verhaaltjes uit boeken worden voorgelezen, terwijl er [24] Over de resultaten hiervan T. Meder, Het vertellen van verhalen aan kinderen. Enkele resultaten uit de Volkskundevragenlijst van 1995, in: Volkskundig bulletin 25 (1999), afl. 2-3, [25] Waarbij nog opgemerkt moet worden dat het correspondentenbestand momenteel sterk vergrijsd is, en dat velen teruggrijpen op de situatie van (ver) vóór de Tweede Wereldoorlog.

15 40 vroeger meer uit het hoofd werd verteld; het verhaal kwam toen veel vaker uit het geheugen van de verteller. Het betreft dan in veel gevallen sprookjes, sagen en waargebeurde geschiedenissen. Als er vroeger al uit boeken werd voorgelezen, dan waren dat onder andere Inde Soete Suikerbol van W.G. van de Hulst, Bulletje en Bonestaak van A.M. de Jong, de sprookjes van de gebroeders Grimm en van Hans Christian Andersen, de boeken van Jules Verne, Robinson Crusoe van Daniel Defoe, Piggelmee en het Tovervisje, Kazan de Wolfshond van J.O. Curwood en de boekjes over de kabouters Sim en Sam van J. Donkers. Het voorleesrepertoire van nu is duidelijk anders, zij het dat ook nu nog sprookjes van Grimm, Andersen en Perrault worden voorgelezen, alsmede de fabels van La Fontaine. Nu wordt er verder onder meer voorgelezen uit Nijntje van Dick Bruna, Pinkeltje van Dick Laan, Puk en Muk van Jos Haens, Madelief van Guus Kuijer en bovenal uit Pluk van de Petteflet, Otje en Jip en Janneke van Annie M.G. Schmidt. Maar ook de wereld van de strip (en die van de animatie) laten zich niet onbetuigd. Er wordt namelijk evengoed voorgelezen over Yogi Beer, Donald Duck, de Flintstones en Suske en Wiske. Zowel vroeger als nu is er ook uit de bijbel of de kinderbijbel voorgelezen. Voor het feit dat er vroeger meer uit het geheugen werd verteld en thans meer voorgelezen wordt uit boeken, laat zich een aantal verklaringen bedenken. De meest voor de hand liggende verklaring is van economische aard: het mondelinge verhaal was vroeger het boek van de arme man en vrouw. Een mondelinge vertelling kost niets, en speciale kinderboeken waren vroeger niet voor iedereen betaalbaar. Met de toegenomen welvaart wordt het voor steeds meer mensen mogelijk om kinderboeken te kopen. Dan is er een meer maatschappelijk en educatief argument denkbaar. Gaandeweg neemt het belang van scholing toe en zien we onze samenleving allengs intenser alfabetiseren en verschriftelijken: boeken worden voor steeds meer mensen steeds belangrijker als dragers van informatie en amusement. Een volgende verklaring zou artistiek genoemd kunnen worden: lang niet iedereen is een geboren verteller. Zodra betaalbaar, kan een boek een gebrek aan creativiteit en vertelkunst compenseren. Immers, zoals (bijvoorbeeld) Annie M.G. Schmidt het op papier kan vertellen, zo verzin je het doorgaans als gewone verteller zelf niet. Tot slot zou er nog een moreel argument gegeven kunnen worden: kinderboeken zijn veelal qua mentaliteit meer op het huidige tijdsgewricht toegesneden - ze gaan (om zo te zeggen) meer met hun tijd mee dan traditionele vertellingen als sprookjes en sagen. [26] [26] Al zijn creatieve vertellers natuurlijk in staat om de traditionele vertelstof van een modernere plot en strekking te voorzien.

16 41 Het ter plekke verzinnen van verhaaltjes door vertellers blijkt vroeger even vaak te zijn gebeurd als tegenwoordig: 11,5% van de vertellers deed of doet dat. Dit talent wordt soms van generatie op generatie doorgegeven. De correspondent die aan zijn kinderen zelfverzonnen verhaaltjes over het stoute jongetje Ukkie heeft verteld, heeft vroeger zelf als kind soortgelijke verhalen over Ukkie van zijn vader te horen gekregen. Andere zelfverzonnen verhalen werden verteld over de spin Simon, over Piet Konijn, over Bruintje Beer, over de kindertjes Lineke en Mineke of over een verdwaald jongetje. Voor het verleden wordt melding gemaakt van verzonnen verhalen over Jan Klaassen, Klein Duimpje, Tijl Uilenspiegel, en vertellingen over een IJzeren Olifant, over een kabouter of een krokodillenkind. Over de meeste figuren werden vervolgverhalen verzonnen, zodat er cycli ontstonden. Zoals gezegd werd er vroeger vaker uit het geheugen verteld, en het betrof dan onder meer waargebeurde geschiedenissen en sagen. De ware verhalen behelsden belevenissen uit de jeugd van ouders of grootouders vroeger. Die verhalen gingen dan over de leef- en werkomstandigheden van vroeger, over beroepen als timmerman en boer, over barre winters, over de kermis in het dorp, of over de Eerste of Tweede Wereldoorlog. Een correspondente die de volkskundevragenlijst invulde, herinnert zich: Mijn vader vertelde verhalen over kwajongensstreken. IJssie piepen, ijssie brouwen (het ijs kapot maken). Jongens die bijna verdronken of een boerderij in brand staken, over het meerijden achter op een sleperswagen. Ook sagen werden vroeger beduidend meer verteld dan tegenwoordig. Respondenten op de vragenlijst maken melding van verhalen over kabouters en aardmannetjes, weerwolven, helmdragers, [27] heksen, putmannetjes, [28] korenmenke [29] en andere vormen van kinderschrik, spoken, tovenaars, het boze oog, Krulstaart [27] Mensen die met de helm [30] en Geelleey (de huilende wind in de schoorsteen). Iemand noemt verhalen geboren worden en daardoor over bijzondere krachten over evertaskes [31] en over adders die niet eerder doodgingen voor het ondergaan beschikken; K. ter Laan, Folkloristisch woordenboek. 's-gravenhage [enz.] 1949, 144. [28] Kinderschrik / watergeest, om te waarschuwen tegen de gevaren van het water; P.J. Meertens en M. de Meyer, Volkskunde-Atlas. Commentaar. Afl. II. M.m.v. H. de Visser en J.J. Voskuil. Antwerpen 1965, 135. [29] Kinderschrik: ter voorkoming dat kinderen in het koren gaan lopen; Meertens en De Meyer, Volkskunde-Atlas, Commentaar, [30] Een lokaal Vlaams spookvarken? [31] Salamanders of hagedissen (Gronings: evertaask; Drents: everdas). Ter Laan, Folkloristisch woordenboek, 95.

17 van de zon, enzovoort, maar ook over weerwikkers. [32] Weer anderen noemen sagen over sterke mannen, over gevechten van volkshelden, over de paardenhemel, over [32] Weersvoorspellers. de zondagsjager, [33] over de snoek van het Schildmeer, [34] over zigeuners, en over de rondtrekkende scharenslijpers uit Kaatsheuvel. Historische sagen of pseudo-historische sagen worden genoemd zoals de verhalen over de Bokkerijders, [33] Die uiteindelijk ongetwijfeld voor de ontheiliging van de zondag zal worden gestraft. Vgl. Dekker, Van der Kooi en Meder, Van Aladdin, [34] In Groningen, ten zuiden van Appingedam.

18 [35] over Genoveva van Brabant, [36] over Huttenklaas [37] en over Ellert en Brammert. [38] Eén respondent [35] Voor verhalen en korte toelichting zie De Blécourt, Volksverhalen uit Noord-Brabant, en ; verder J.R.W. Sinninghe, Noord-Brabantsch sagenboek. Scheveningen 1933, [36] Heldin van een veelgelezen volksboek; L. Debaene, De Nederlandse volksboeken. Antwerpen 1951, 218; als volksverhaal zie ook Top, Volksverhalen uit Vlaams Brabant, Het betreft een verhaal van het type AT 712, Crescentia (innocent slandered and banished maiden); zie Aarne en Thompson, The types of the folktale. Van het verhaal zijn ook Nederlandse liederen bekend; M. van Dijk, Zeg, Roodkapje... Parallellen tussen volksverhalen en volksliederen, in: T. Dekker en T. Meder (red.), Van mondeling verhaal tot themapark, , met name [37] Huttenklaas was een Overijsselse rover en moordenaar, die in een hut op de heide woonde; Buter, Volksverhalen uit Overijssel, 36; J.R.W. Sinninghe, Overijselsch sagenboek. Zutphen 1936, [38] Het betreft hier de sage van de Drentse rovers (soms ook reuzen) Ellert en Brammert, naar wie volgens de overlevering Ellertsveld en Brammershoop zijn vernoemd; Ter Laan, Folkloristisch woordenboek, 93-94; Prakke, Volksverhalen uit Drenthe,

19 42 meldt dat zulke sagen afkomstig konden zijn uit de Almanak. Een correspondente die van haar oma verhalen over de Boes Jeude (de kinderschrik) hoorde, tekent aan: Als ik als klein kind (meestal in [het] donker) ergens heen wilde en het beviel haar niet, zei ze: Denk erom: boes jeude lopt er ook en dei ken die wel pakkum. Dat er allengs minder sagen worden verteld, zal ten dele samenhangen met het verminderde geloof in de traditionele bovennatuurlijke wezens en verschijnselen. [39] Het vertellen van sprookjes vroeger en nu is redelijk stabiel gebleven (36% [39] Vgl. T. Dekker, Heksen sprookjes vroeger tegen 40% sprookjes nu), al zal vroeger vaker uit het geheugen en tovenaars in en tegenwoordig vaker uit een boek zijn verteld. De canon van favoriete sprookjes twintigste-eeuwse sagen, in: M. Gijswijt-Hofstra en W. lijkt ook nagenoeg ongewijzigd gebleven. Zowel vroeger als nu blijken Roodkapje, Frijhoff (red.), Nederland Hans en Grietje, De wolf en de zeven geitjes, Sneeuwwitje, De gelaarsde kat, betoverd. Toverij en hekserij Assepoester, Doornroosje, Klein Duimpje, Ali Baba en de veertig rovers en De van de veertiende tot in de rode dansschoentjes populair. Aan deze opsomming wordt voor vroeger nog twintigste eeuw. Amsterdam toegevoegd: Tijl Uilenspiegel, De rattenvanger van Hamelen, Luilekkerland, en 1987, Zie met name en De Bremer stadsmuzikanten. Voor het heden wordt Klaas Vaak nog genoemd. Het blijkt verder dat sprookjes althans vroeger wat vaker door vrouwen werden verteld, terwijl mannen vaker sagen vertelden. Het verzamelen van sprookjes Ondanks dat het voorheen primair een mondeling genre is geweest, is het sprookje in de loop der geschiedenis in letterkundig werk verschenen, en in volksboekjes en op liedbladen. Ook al vóór de gebroeders Grimm zijn sprookjesverzamelingen in druk verschenen, waarvan de zeventiende-eeuwse Pentamerone van Giambattista Basile en de achttiende-eeuwse Sprookjes van Moeder de Gans van Charles Perrault wel de beroemdste zijn. Het wetenschappelijke sprookjesonderzoek is evenwel begonnen met Jacob en Wilhelms tweedelige Kinder- und Hausmärchen uit 1812 en Sprookjes werden door de Grimms beschouwd als producten van de collectieve volksziel, als overblijfselen van een eeuwenoude volkscultuur, waarin restanten van de heidens-germaanse cultuur bewaard zijn gebleven. Tevens verschaften hun sprookjes het staatkundig versnipperde Duitsland een zeker besef van nationale eenheid. Het is een - niet in de laatste plaats door de Grimms zelf gecreëerd-misverstand dat de gebroeders regelmatig door het land trokken om volksverhalen bij de eenvoudige lieden uit de mond op te tekenen.

20 43 Het merendeel van hun verhalen kregen zij op papier, per brief, toegestuurd door personen uit het burgermilieu. De meeste van hun informanten hadden een goede opleiding genoten, en velen hadden een Frans-hugenootse achtergrond, wat aan de sprookjes nog te merken was. Als de Grimms al in contact kwamen met vertellers (zoals Dorothea Viehmann) dan werden deze vaker aan huis ontboden, dan dat zij ze zelf opzochten. Bovendien raadpleegden de Grimms de historische letterkunde, waaruit zij bruikbaar materiaal overnamen. [40] Van meerdere versies van een sprookje werd soms één nieuwe gecomponeerd. Voorts werden de verhalen door hen nog eens op een bijzondere manier literair bewerkt en gestileerd. [41] Het verzamelen van volksverhalen in de Nederlanden geschiedt in eerste instantie ook door een Duitser, te weten Johann Wilhelm Wolf, die in 1843 zijn Niederländische Sagen publiceerde. Vervolgens wordt er vooral verzameld in die gewesten, waar de verlangens het sterkst waren naar de erkenning van een eigen taal, cultuur en identiteit, en waar men de hete adem van dominantere culturen in de nek voelde: Vlaanderen, Limburg en Friesland. De eerste die het verzamelen van volksverhalen niet regionaal maar nationaal aanpakte, was de neerlandicus G.J. Boekenoogen, die in 1892 en 1893 oproepen in kranten en tijdschriften plaatste om hem volksverhalen en kinderrijmen toe te zenden. In de navolgende jaren kreeg hij veel volksverhalen, waaronder ook sprookjes, vanuit heel Nederland toegezonden, die hij voor een deel in bewerkte vorm publiceerde in het tijdschrift Volkskunde. De grootste hoeveelheid volksverhalen, volksliedjes, kinderspelen, dialect en dergelijke kreeg hij toegezonden door Cornelis Bakker ( ), arts te Broek in Waterland. Deze Bakker was in feite onze eerste echte veldwerker, want hij tekende daadwerkelijk sprookjes, sagen en grappige vertellingen op uit de mond van zijn patiënten, meestal boeren, knechten en vissers. Dergelijke veldwerkers zijn schaars in de geschiedenis van de Nederlandse volkskunde. De meest succesvolle naoorlogse volksverhaalverzamelaars zijn beiden Friezen. Dam Jaarsma heeft in de jaren zestig en zeventig, in opdracht van wat nu het Meertens Instituut is, niet minder dan volksverhalen verzameld in de Friese Wouden. Ype Poortinga, verbonden aan de Fryske Akademy, verzamelde en publiceerde in de jaren zeventig en tachtig eveneens [40] A.J. Dekker, Op zoek naar de verteller van volksverhalen, in: Amsterdams sociologisch tijdschrift 19 (1992), [41] Lox, Ontwikkeling van volkssprookjes tot kindersprookjes, 167; vgl. ook nog Meder, Zoen voor Sneeuwwitje.

21 duizenden Friese volksverhalen. Daarmee zijn we nu wel op zevenmijlslaarzen door de Nederlandse verzamelpraktijk heengelopen. [42] Van al die uit de volksoverlevering opgetekende volksverhalen, [42] Dit resumé doet geen recht aan al het verrichte verzamel- en veldwerk; voor een breder overzicht zie A.J. Dekker, 150 Jaar Nederlands volksverhaalonderzoek, in: Volkskundig bulletin 4 (1978), Voor C. Bakker zie men T. Meder, Verhalen uit de volksmond. Uit de verzamelpraktijk van Cornelis Bakker, arts te Broek in Waterland, in: Broeker bijdragen 43 (juni 1999), ; en van dezelfde auteur Vertelcultuur in Waterland. De volksverhalen uit de collectie Bakker (ca. 1900), Amsterdam 2000 (ter perse). Voor Jaarsma zie men E. Venbrux, Sprookjes in de maak. Uit de verzamelpraktijk van Dam Jaarsma, in: T. Dekker en T. Meder (red.), Van mondeling verhaal tot themapark,

22 44 Cornelis Bakker ( ), arts te Broek in Waterland (N.-H.) in de periode , tevens verzamelaar van volksverhalen. De foto is afkomstig uit het familiearchief van Chr.L. Rümke te Amstelveen, en stamt uit ca waaronder talloze sprookjes, is nagenoeg niets doorgedrongen tot de kinderlectuur. Al dit materiaal is voor wetenschappelijke doeleinden gearchiveerd, en deels gepubliceerd in wetenschappelijke edities, volkskundige tijdschriften en verhalenbundels voor volwassenen. In het circuit van de verhalenbundels voor volwassenen is het grote overschrijven overigens al lange tijd gebruikelijk. Wat Bakker bijvoorbeeld uit de volksmond heeft opgetekend, is vervolgens bewerkt gepubliceerd door Boekenoogen, en weer eens bewerkt uitgegeven door Sinninghe en daarna nog weer eens overgeschreven door De Jong en Sleutelaar. Door dit grote overschrijven worden op schrift soms levende tradities gesuggereerd, die in de mondelinge overlevering allang een zachte dood zijn gestorven.

23 45 Maar het sprookje is niet dood. Kinderen horen en lezen nog steeds sprookjes. Soms creëren auteurs nieuwe sprookjes. Maar het merendeel van de sprookjesuitgaven voor kinderen - hetzij in de traditionele papieren media, hetzij in de moderne audiovisuele media - grijpt telkens weer terug op een canon die zijn oorsprong vindt bij Charles Perrault, de gebroeders Grimm en Hans Christian Andersen - welke laatste overigens vooral kunstsprookjes creëerde. We moeten vaststellen dat het wetenschappelijke sprookjesonderzoek en de edities van kindersprookjes vrijwel volkomen gescheiden circuits vormen. Conclusie Het wetenschappelijke sprookjesonderzoek is eigenlijk vanaf het begin doortrokken geweest van de vijf-voor-twaalf -gedachte: als we niet snel gaan verzamelen, dan verdwijnen de sprookjes samen met de laatste vertellers het graf in. Zeker is het sprookjesrepertoire schraler geworden. [43] Aan een gedreven verzamelaar als Bakker hebben we het te danken dat we zeggen en schrijven één Nederlandse versie van het type AT 901, The taming of the shrew, overgeleverd hebben gekregen. [44] Volwassenen vertellen elkaar haast geen sprookjes meer - enkele grappige sprookjes, die bijna moppen zijn, uitgezonderd. De droomboodschap van het sprookje heeft voor volwassenen haar aantrekkingskracht goeddeels verloren, en het sprookje is zijn functie als voertuig voor het maken van een sociaal statement kwijt. Laat ik het zo zeggen: het is tegenwoordig in principe mogelijk dat een gewoon burgermeisje trouwt met een prins. Of zoals Herman Pleij heeft betoogd: het sprookje over luilekkerland verliest veel glans zodra Albert Heijn om de hoek zit. In de wereld van de volwassenen zijn in de mondelinge overlevering andere genres in de plaats gekomen voor het sprookje en de sage. Nu maakt de stadssage (het broodje aap-verhaal) de mens streetwise, en brengen moppen de moderne angsten, frustraties, (voor)oordelen en wensdromen onder woorden. Maar onder andere in de hoek van de New Age lijkt het sprookje onder volwassenen weer wat aan belangstelling te winnen - als (vermeende!) bron van oeroude, esoterische en/of Germaans-mythische kennis. En er zijn meer kringen waarin - in een andere context en met een andere functie - sprookjes weer opgang lijken te maken. [45] We hebben vastgesteld dat een ingedikte canon van sprookjes er van jongs af aan met de paplepel werd en wordt ingegoten. De weten- [43] Vgl. T. Dekker, Zonder varzamelaars geen sprookjes, in: T. Dekker en T. Meder (red.), Van mondeling verhaal tot themapark, ; en Meder, Zoen voor Sneeuwwitje. [44] Zie Meder, Verhalen uit de volksmond, en Dekker, Van der Kooi en Meder, Van Aladdin, [45] Het aantal professionele sprookjesvertellers is ontegenzeggelijk groeiende. Verder lijkt er vanuit het verlangen naar multiculturaliteit een groeiende belangstelling te bestaan voor sprookjes uit andere culturen.

24 46 schappelijke verzamel- en onderzoekspraktijk heeft hier nauwelijks invloed op uitgeoefend. Auteurs en uitgevers, vaders en moeders, juffen en meesters grijpen telkens weer terug op de canon die in de letterkundige wereld is gevestigd door Perrault, de Grimms en Andersen. Vroeger kregen kinderen die canon van sprookjes vaker uit het geheugen verteld, tegenwoordig vaker uit boeken voorgelezen. Een bepaalde groep sprookjes zit hierdoor in ons collectieve geheugen. Deze collectieve kennis maakt het mogelijk voor reclamemakers, cartoonisten en striptekenaars om telkens weer op de bekende thema's en motieven te variëren. En deze kennis maakt parodiëren aantrekkelijk, zoals onder anderen Roald Dahl voor kinderen deed met zijn Gruwelijke rijmen uit 1982, en Wim Meyles voor volwassenen met zijn boek De pitbull en de zeven geitjes uit [46] Iedereen kent vanaf een zekere leeftijd die canon aan sprookjes - ook de jonge allochtonen. En met de komst van de [46] R. Dahl, Gruwelijke allochtonen dringen ook nieuwe sprookjes tot onze cultuur door, zoals de verhalen rijmen. 3e dr. Baarn 1990 over de spin Anansi. In het multiculturele Lombok kent 23% van de allochtonen (oorspr. titel: Revolting rhymes) en W. Meyles, De de spin Anansi, terwijl zelfs 31% van de autochtonen Anansi kent. Ook voor pitbull en de zeven geitjes. verhalen geldt - hetzij schriftelijk, hetzij mondeling overgeleverd - een zekere Grimmige sprookjes uit de survival of the fittest, maar dat betekent niet dat verhalen voornamelijk bezig zijn jaren '90. met uitsterven: waar oude vormen verdwijnen, komen er ook weer nieuwe voor Groningen Zie over in de plaats. parodieën en moderne adaptaties ook Lox, Ontwikkeling van volkssprookjes tot kindersprookjes. Eindnoten: Theo Meder heeft Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd en promoveerde in 1991 aan de Universiteit Leiden op het proefschrift Sprookspreker in Holland. Leven en werk van Willem van Hildegaersberch (ca. 1400). Samen met Willem Wilmink verzorgde hij een nieuwe editie van de Beatrijs. Een middeleeuws Maria-mirakel. Meder is sinds 1994 als volksverhaal-onderzoeker verbonden aan het Meertens Instituut, waar hij onder meer de coördinatie voert over de Nederlandse Volksverhalenbank. Samen met Ton Dekker en Jurjen van der Kooi schreef hij Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties. Onder redactie van Ton Dekker en Theo Meder verscheen het Volkskundig bulletin-themanummer Van mondeling verhaal tot themapark. De waardering en receptie van sprookjes. Onlangs publiceerde Meder een bloemlezing van Nederlandse volksverhalen onder de titel De magische vlucht.

KJV 2011-2012 (GROEP 1) De slimme kat / Ayano Imai (door Caroline Verbruggen)

KJV 2011-2012 (GROEP 1) De slimme kat / Ayano Imai (door Caroline Verbruggen) KJV 2011-2012 (GROEP 1) De slimme kat / Ayano Imai (door Caroline Verbruggen) Auteursinfo (zie ook www.villakakelbont.be) Ayano Imai werd in 1980 geboren in Londen en bracht haar jeugd door in de Verenigde

Nadere informatie

Historische achtergronden: sprookjes, sagen en legenden

Historische achtergronden: sprookjes, sagen en legenden Historische achtergronden: sprookjes, sagen en legenden Aanvulling Competent in leesbevordering Docentengids voor opleidingen Pedagogisch Werk en Onderwijsassistent Auteur: Thea Nabring Bouwstenen voor

Nadere informatie

Wat doen heksen in Nederlandse sprookjes en sagen? Theo Meder

Wat doen heksen in Nederlandse sprookjes en sagen? Theo Meder Wat doen heksen in Nederlandse sprookjes en sagen? Theo Meder Meertens Instituut Amsterdam Onderzoek en documentatie van taal en cultuur in Nederland Specialisme: Volksverhalen in Nederland in heden en

Nadere informatie

Educatief schoolreisprogramma voor de bovenbouw Tijdens het schoolreisje

Educatief schoolreisprogramma voor de bovenbouw Tijdens het schoolreisje Educatief schoolreisprogramma voor de bovenbouw Tijdens het schoolreisje Sprookjesspeurtocht In het Efteling Sprookjesbos Sprookjes laten je lachen, en dromen. Sneeuwwitje, de dwergen en Doornroosje. Laten

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Werken met het genre van het sprookje in de klas. Dr. Françoise Lucas Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Werken met het genre van het sprookje in de klas. Dr. Françoise Lucas Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Werken met het genre van het sprookje in de klas Dr. Françoise Lucas Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Workshop naar aanleiding van hoofdstuk 4, van mijn boek Actief met taalvaardigheid. Werken met literaire

Nadere informatie

c00324 cahier Wij houden van Oranje 66 oude liederen 1597-1900 c00325 stencil Spreuken en gezegden 2800 brabantse spreuken en gezegden

c00324 cahier Wij houden van Oranje 66 oude liederen 1597-1900 c00325 stencil Spreuken en gezegden 2800 brabantse spreuken en gezegden c00321 gids Muziekkalander 1928 c00322 gids Muziekkalender 1930 c00323 gids Muziekkalender 1931 c00324 cahier Wij houden van Oranje 66 oude liederen 1597-1900 c00325 stencil Spreuken en gezegden 2800 brabantse

Nadere informatie

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent

Voor christenen is de Bijbel met name een geloofsboek. Dat betekent De Bijbel Een geloofsboek EWe kunnen vele wegen gaan met de Bijbel. De één ervaart het vooral als een mooi kunstobject. Vele kunstenaars hebben er inspiratie in gevonden om een kunstwerk te maken. We kennen

Nadere informatie

De top 100 van de familienamen in Nederland Leendert Brouwer

De top 100 van de familienamen in Nederland Leendert Brouwer Detop100vandefamilienameninNederland LeendertBrouwer Voor een totaalbeeld van de familienamen in Nederland beschikken we over twee ijkjaren: 1947(volkstelling) en 2007(Gemeentelijke Basisadministratie).

Nadere informatie

inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14

inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14 h inhoud g inleiding 4 verantwoording 7 leven en werk van nicolaas beets 8 titel en pseudoniem 14 thema s en motieven 16 Vaste gewoonten 16 Interieur en kleding 17 Conversatie 19 Humor 20 Sociale controle

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken Bijeenkomst 1: Kennismaking 1 Bijeenkomst 2: Familie en vrienden Gesprek over subthema 1: Ouders en Grootouders : Wie was uw

Nadere informatie

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, Johannes 20, 1-18 20 april Pasen 2014 Wehl (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente, We zijn er doorheen gegaan, Veertig dagen en nachten, Tijd van voorbereiding...

Nadere informatie

7 in 1 klap. 7 in 1 klap

7 in 1 klap. 7 in 1 klap 7 in 1 klap Beste leerkracht, binnenkort komen wij bij u in de klas 7 in 1 klap spelen, een voorstelling van theatergroep Voorstelling in de Klas. 7 in 1 klap is losjes gebaseerd op het sprookje Het dappere

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Je kan dit ook als individuele schriftelijke opdracht geven voor de kinderen het verhaal lezen.

Je kan dit ook als individuele schriftelijke opdracht geven voor de kinderen het verhaal lezen. Lestip 'Help! Help!' Over het boek Gevaar zit niet altijd waar je het verwacht. En redders in nood zijn niet altijd mannelijke helden. En niet alle sprookjes eindigen met een ridder die de prinses trouwt.

Nadere informatie

VRAGENLIJST VOOR MIDDELBARE SCHOLEN BELGISCH STRIPCENTRUM

VRAGENLIJST VOOR MIDDELBARE SCHOLEN BELGISCH STRIPCENTRUM VRAGENLIJST VOOR MIDDELBARE SCHOLEN BELGISCH STRIPCENTRUM De volgende vragenlijst is ingedeeld naar drie categorieën: Gewoon Moeilijker Doordenker Om de juiste antwoorden te vinden neem je best de lijst

Nadere informatie

Volkssprookjes van de middeleeuwen tot heden. Theo Meder

Volkssprookjes van de middeleeuwen tot heden. Theo Meder Volkssprookjes van de middeleeuwen tot heden Theo Meder Volksverhalen Een volksverhaal is een mondelinge vertelling die voor langere of kortere tijd circuleert tussen (groepen) mensen. Volksverhalen maken

Nadere informatie

BSO VAKANTIEPROGRAMMA

BSO VAKANTIEPROGRAMMA 1 BSO VAKANTIEPROGRAMMA 2 Sprookjes bestaan op de Wereldplek Er was eens een prins die zin kreeg in vakantie. Hij zweefde heel de wereld rond totdat hij terecht kwam in Rijswijk. Hij zag daar een plek,

Nadere informatie

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... SPIEGELTJE, SPIEGELTJE AAN DE WAND... Spiegeltje, spiegeltje aan de wand... sprookjes voor jonge kinderen Illustraties Sandra Klaassen Redactie Maria van Donkelaar Lemniscaat Rotterdam Inhoud Vijfde druk,

Nadere informatie

Terugblik op rapport uit 1960

Terugblik op rapport uit 1960 Terugblik op rapport uit 1960 Tegen het einde van de vijftiger en aan het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw kwamen de spaarzame onderzoeksrapporten van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek),

Nadere informatie

Zwarte Piet of niet? Enquête Onderwijsblad november 2015 Tabellen

Zwarte Piet of niet? Enquête Onderwijsblad november 2015 Tabellen Zwarte Piet of niet? Enquête Onderwijsblad november 2015 Tabellen 1 Verantwoording Begin november hield het Onderwijsblad een korte enquête over Zwarte Piet onder de leden in het basisonderwijs waarvan

Nadere informatie

Nieuwe Nederlandse Literatuur

Nieuwe Nederlandse Literatuur Nieuwe Nederlandse Literatuur 1 / 6 2 / 6 3 / 6 Nieuwe Nederlandse Literatuur Literatuur & Romans Thrillers & Spanning Feelgood Fantasy & SF Young adult Junior Non-fictie Culinair Literatuur & Romans De

Nadere informatie

10. Gebarentaal [1/3]

10. Gebarentaal [1/3] 10. Gebarentaal [1/3] 1 Gebarentalen Stel, je kunt niets horen. Je bent doof. Hoe praat je dan met andere mensen? Je kunt liplezen, maar dat is moeilijk en je mist dan toch nog veel van het gesprek. Bovendien

Nadere informatie

Jonge jaren. Sprookjes. Cultureel erfgoed

Jonge jaren. Sprookjes. Cultureel erfgoed Hans Christian Andersen is één van de bekendste schrijvers van sprookjes. Hoewel hij veel verschillende dingen schreef, zoals gedichten, romans, toneelstukken en reisverhalen, waren het zijn sprookjes

Nadere informatie

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Kleine Pien op reis. INFORMATIEBRIEF Eropuit - Sprookjes. Aan de ouders van groep 1 en 2,

Kleine Pien op reis. INFORMATIEBRIEF Eropuit - Sprookjes. Aan de ouders van groep 1 en 2, Aan de ouders van groep 1 en 2, INFORMATIEBRIEF Eropuit - Sprookjes De meivakantie zit er weer op. We hopen dat iedereen een leuke vakantie heeft gehad! Het zonnetje en de temperatuur lieten ons wel een

Nadere informatie

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje. Onderwijs Schooltje Lhee in het Openluchtmuseum Het schoolgebouwtje dat in het Openluchtmuseum staat, is een dorpsschooltje uit Lhee (Drenthe). De inwoners van Lhee hadden die speciaal gebouwd in de 18e

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker Factsheet persbericht Toekomst van studenten onzeker Inleiding Studententijd De overheid komt met steeds meer nieuwe wetten en voorstellen om te bezuinigen en de student te motiveren zijn/haar studie in

Nadere informatie

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2

De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 De Taallijn. Interactief taalonderwijs in groep 1 en 2 Er was eens Bijlagen activiteitencyclus Dorien Stolwijk Annie van der Beek José Hillen Willy van Elsäcker Nijmegen, januari 2007 Bijlage 1 Informatiebrief

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

6,9. Boekverslag door Een scholier 1690 woorden 10 december keer beoordeeld. Charles Dickens Novelle, Fantasy & SF Eerste uitgave 1843

6,9. Boekverslag door Een scholier 1690 woorden 10 december keer beoordeeld. Charles Dickens Novelle, Fantasy & SF Eerste uitgave 1843 Boekverslag door Een scholier 1690 woorden 10 december 2002 6,9 340 keer beoordeeld Auteur Genre Charles Dickens Novelle, Fantasy & SF Eerste uitgave 1843 Vak Engels Algemeen: Titel: A Christmas Carol

Nadere informatie

Sprookjestocht Sprookjestocht 2012

Sprookjestocht Sprookjestocht 2012 Sprookjestocht Sprookjestocht 2012 Efteling schittert als nooit tevoren! Er was eens... een Sprookjesbos dat uitgroeide tot een reusachtige Wereld vol Wonderen. De Efteling bestaat 60 jaar en viert dit

Nadere informatie

Met open handen 1 e zondag in de veertig dagen tijd Bij Genesis 9 : 8-17 en Marcus 1 : 12 15

Met open handen 1 e zondag in de veertig dagen tijd Bij Genesis 9 : 8-17 en Marcus 1 : 12 15 Met open handen 1 e zondag in de veertig dagen tijd Bij Genesis 9 : 8-17 en Marcus 1 : 12 15 Na de verkondiging een moment van stilte, Daarna zingen we lied 91a Woensdag is de veertig dagen tijd begonnen.

Nadere informatie

5,3. Werkstuk door een scholier 1518 woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis

5,3. Werkstuk door een scholier 1518 woorden 22 juni keer beoordeeld. Geschiedenis Werkstuk door een scholier 1518 woorden 22 juni 2003 5,3 69 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De opdracht: We moesten opzoek gaan naar vijf sites die over hekserij gingen. We moesten zoeken naar de woorden

Nadere informatie

Zoek allemaal een boomblad. Leg de bladeren bij elkaar. Vergelijk de kleuren en vormen.

Zoek allemaal een boomblad. Leg de bladeren bij elkaar. Vergelijk de kleuren en vormen. Zoek allemaal een boomblad. Leg de bladeren bij elkaar. Vergelijk de kleuren en vormen. Ga allemaal op je rug liggen. Wees heel stil en doe je ogen dicht. Bespreek daarna wat de kinderen hoorden. Ga allemaal

Nadere informatie

Genesis 1 en 2 enkele verzen Marcus 16: 1 8 11-04-2004. Pasen is opstaan

Genesis 1 en 2 enkele verzen Marcus 16: 1 8 11-04-2004. Pasen is opstaan Gelezen: Genesis 1 en 2 enkele verzen Marcus 16: 1 8 11-04-2004 Pasen is opstaan Gemeente, Het woord, het werkwoord dat bij Pasen hoort is: opstaan. Daarbij horen de afgeleide zelfstandige naamwoorden:

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

Sprookjestocht. Ontdek de Efteling nog beter met deze Sprookjestocht. Laat je verrassen door de vele wonderlijke sprookjes! Naam:

Sprookjestocht. Ontdek de Efteling nog beter met deze Sprookjestocht. Laat je verrassen door de vele wonderlijke sprookjes! Naam: Sprookjestocht Ontdek de Efteling nog beter met deze Sprookjestocht Laat je verrassen door de vele wonderlijke sprookjes! Naam: Marerijk Deze sprookjestocht leidt je door het Sprookjesbos van de Efteling.

Nadere informatie

Alleen-Pinnen-Monitor

Alleen-Pinnen-Monitor 1 Alleen-Pinnen-Monitor Perceptie van alleen-pinnen kassa s 2 e meting Erwin Boom & Markus Leineweber, 11 september 2012 Uitgevoerd in opdracht van de Betaalvereniging Nederland en Stichting BEB Vertrouwelijk

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Ik hoop voor u dat u ooit eens flink verliefd bent geweest. Niet zo n beetje van: die of die vind ik best aardig. Misschien wordt dat nog wel eens wat

Nadere informatie

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN 1. ALGEMEEN 1.1 INHOUD Onderwerp Pagina 1. ALGEMEEN 1.1 Inhoud 1 1.2 Het onderzoek en

Nadere informatie

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus.

Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus. 1 Beste vrienden, ik mag jullie vandaag vertellen over de laatste week van het leven van Jezus. 2 Het verhaal De Goede Week Trouw, Hoop en Spijt Ik wil jullie vandaag vertellen over de Goede Week. Dat

Nadere informatie

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf?

Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? Les 5 - Redding Vier feiten die je moet kennen om het Evangelie goed te begrijpen In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling Dag 1 Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? In

Nadere informatie

Het feest van Koning Beer

Het feest van Koning Beer Het feest van Koning Beer Louis Moe bron. G.B. van Goor Zonen Den Haag 1930 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/moe_001fees01_01/colofon.php 2010 dbnl 2 [Het feest van koning Beer] De winter

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Deel 1 Ter inleiding. Deel 2 Lezen, leesbevordering en jeugdliteratuur

Inhoudsopgave. Deel 1 Ter inleiding. Deel 2 Lezen, leesbevordering en jeugdliteratuur Inhoudsopgave Deel 1 Ter inleiding 1 Rode draden. Onderwijs in jeugdliteratuur, jeugdliteratuur in onderwijs: een inleiding 15 1.1 Meesters en juffen in kinderboeken 16 1.2 Rode draden 24 1.3 Opbouw van

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx

xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx x x x x xx x xx xx x xx xxx xx xx xx xxx x xx x xxxx x EEN KNOTSGEKKE xxx x xxxx HICHAM BENOHOUD xxx xxxxx xxxx xxxxx xx Salle de Classe, série 2 KLASFOTO! xxxx xxxxxx xx xxxxx xx xxxxxx x xxxxx xx x xxxxxx

Nadere informatie

Boekverslag Nederlands De kleine Johannes door Frederik van Eeden

Boekverslag Nederlands De kleine Johannes door Frederik van Eeden Boekverslag Nederlands De kleine Johannes door Boekverslag door een scholier 1909 woorden 6 januari 2016 6,7 3 keer beoordeeld Auteur Genre Psychologische roman, Sprookje Eerste uitgave 1887 Vak Nederlands

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie

Factsheet persbericht. Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie Factsheet persbericht Helft allochtone stagiairs vermoedt discriminatie bij sollicitatie Inleiding Stageperiode Om een stageplek te vinden moeten vrijwel alle studenten solliciteren. Maar hebben allochtone

Nadere informatie

Luisteren naar de Heilige Geest

Luisteren naar de Heilige Geest Luisteren naar de Heilige Geest Johannes 14:16-17 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen,

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006

Landelijke peiling Nijmegen 2000. Resultaten eindmeting, januari 2006 Resultaten eindmeting, januari 2006 O&S Nijmegen januari 2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Onderzoeksresultaten 5 2.1 Eerste gedachte bij de stad Nijmegen 5 2.2 Bekendheid met gegeven dat Nijmegen de

Nadere informatie

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Tolstoj als pedagoog CAHIER 3h Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs

Nadere informatie

Canonvensters Michiel de Ruyter

Canonvensters Michiel de Ruyter ARGUS CLOU GESCHIEDENIS LESSUGGESTIE GROEP 8 Canonvensters Michiel de Ruyter Michiel Adriaanszoon de Ruyter werd op 23 maart 1607 geboren in Vlissingen. Zijn ouders waren niet rijk. Michiel was een stout

Nadere informatie

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Enkele vragen aan Kristin Harmel Enkele vragen aan Kristin Harmel Waar gaat Zolang er sterren aan de hemel staan over? Zolang er sterren aan de hemel staan gaat over Hope McKenna- Smith, eigenaresse van een bakkerij in Cape Cod. Ze komt

Nadere informatie

Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw Verteld, verzameld, gedrukt

Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw Verteld, verzameld, gedrukt 3o Nederlandse sprookjes in de negentiende en twintigste eeuw Verteld, verzameld, gedrukt Wie door het Sprookjesbos van de Efteling loopt met Nederlandse Anans de sp n. lllustretie van Noni Lichtveld uit:

Nadere informatie

Mijn mond zat vol aarde

Mijn mond zat vol aarde Mijn mond zat vol aarde Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan.

2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan. 2. Bourtange I. Kijk naar het plaatje en lees bovenstaande titel. Waar zou de luistertekst over gaan? Kruis het juiste antwoord aan. 1. Boeren gebruiken een tang om de nagels van hanen bij te knippen.

Nadere informatie

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017

Leenonderzoek Het autolening onderzoek 2017 Leenonderzoek Geldshop heeft een grootschalig onderzoek naar leningaanvragen voor auto s in Nederland uitgevoerd. In totaal werd de data van duizenden aanvragen in de periode januari 2016 tot en met augustus

Nadere informatie

Spotlight: Joris van Leeuwen

Spotlight: Joris van Leeuwen Om bekende en onbekende schrijvers van Nederlandse bodem die in de genre spanning / fantasy druk bezig zijn en een aantal boeken hebben gepubliceerd, toch wat meer bekendheid te geven, heb ik besloten

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Talen en Culturen in de Utrechtse wijk Lombok en Transvaal

Talen en Culturen in de Utrechtse wijk Lombok en Transvaal Talen en Culturen in de Utrechtse wijk Lombok en Transvaal Willy Jongenburger... DE MULTICULTURELE SAMENLEVING: EEN NIEUW ONDERZOEKSTERREIN Het zal u niet ontgaan zijn dat de media de laatste tijd veel

Nadere informatie

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen

Workshop BLIKSEM - Leesbegrippen in de BLIKSEM Oefenteksten en Toetsen Leesbegrippen Groep 5 1. alinea (7)* 2. anekdote (2) 3. bedoeling van de schrijver (3) 4. boodschap overbrengen (1) 5. bronvermelding (2) 6. conclusie (1) 7. de bedoeling van de schrijver (2) 8. de clou

Nadere informatie

Samenvatting Dautzenberg H8

Samenvatting Dautzenberg H8 Samenvatting Dautzenberg H8 Paragraaf 56 Elk boek kun je in drieën verdelen: voorwerk, eigenlijke tekst, nawerk. Onder voorwerk verstaan we alles wat voorafgaat aan het eerste hoofdstuk: omslag, titel,

Nadere informatie

Opdracht 3.1. Andy de Leeuw. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/60827

Opdracht 3.1. Andy de Leeuw. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/60827 Auteur Andy de Leeuw Laatst gewijzigd 05 June 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/60827 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Suske en Wiske: 65! De eerste Suske en Wiske. Rikki en Wiske in de krant. Stijn Dekelver. Wiske. Na het eerste verhaal wordt hij

Suske en Wiske: 65! De eerste Suske en Wiske. Rikki en Wiske in de krant. Stijn Dekelver. Wiske. Na het eerste verhaal wordt hij Suske en Wiske: 65! Stijn Dekelver Wiske. Na het eerste verhaal wordt hij vervangen door Suske. Het verhaal Suske en Wiske worden 65 jaar. Niet echt natuurlijk, want dan zouden ze in de strips al opa en

Nadere informatie

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013

De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 De HuisartsenOmnibus van oktober 2013 een online omnibusonderzoek bij 200 huisartsen De Hart&Vaatgroep Cardiovasculair risicomanagement Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding en verantwoording 3 1.1 Het bureau

Nadere informatie

De olifant die woord hield

De olifant die woord hield De olifant die woord hield Een voorstelling van verhalenverteller Peter Faber www.peterfaber.eu Inleiding Aan het eind van haar leven las Annie MG Schmidt al haar sprookjes nog eens door. Genadeloos streepte

Nadere informatie

Juryrapport. van de Senaat namens de Nederlandse Kinderjury 2007

Juryrapport. van de Senaat namens de Nederlandse Kinderjury 2007 Juryrapport van de Senaat namens de Nederlandse Kinderjury 2007 Bij deze 20 e editie van de Nederlandse Kinderjury verschijnt voor het tweede achtereenvolgende jaar een juryrapport. Dit juryrapport is

Nadere informatie

Vertalen van verdriet. Gideon de dichter & Gideon de richter

Vertalen van verdriet. Gideon de dichter & Gideon de richter Alex van Ligten Vertalen van verdriet Gideon de dichter & Gideon de richter 1 Vanuit de diepte Het begin De kamer is weer leeg. Gideons kist heeft zeven dagen voor de boekenkast gestaan en is nu in het

Nadere informatie

Kastelen in Nederland

Kastelen in Nederland Kastelen in Nederland J In ons land staan veel kastelen. Meer dan honderd. De meeste van die kastelen staan in het water. Bijvoorbeeld midden in een meer of een heel grote vijver. Als er geen water was,

Nadere informatie

PROFIELSCHETS NIEUWE BURGEMEESTER

PROFIELSCHETS NIEUWE BURGEMEESTER Markt- en Opinieonderzoek. Zeker Meten. PROFIELSCHETS NIEUWE BURGEMEESTER Project : I2032, Rapportage Profielschets nieuwe burgemeester Meierijstad Datum : 24 maart 2017 Voor : Gemeente Meierijstad Anja

Nadere informatie

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful Postbus 450 5600 AL Eindhoven +31 (0)40-84 89 280 www.dynamic-concepts.nl info@dynamic-concepts.nl Beleving Theaterfestival Boulevard Life is Wonderful Dynamic Concepts consultancy Eindhoven Copyright

Nadere informatie

socio-demografie 2.597.232 jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

socio-demografie 2.597.232 jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie FACTSHEET: socio-demografie Hoeveel jongeren zijn er eigenlijk in Nederland? Wonen er meer jongeren in Limburg of in Zeeland? Wat zijn de cijfers rondom geslacht, afkomst, opleidingsniveau en religie?

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Dick Bruna en de post

Dick Bruna en de post Dick Bruna en de post Als eenvoud het kenmerk is van het ware, zoals het spreekwoord luidt, dan is het werk van de Nederlandse grafisch ontwerper Dick Bruna bijzonder "waar". Er zijn weinig andere kunstenaars

Nadere informatie

Maria van Donkelaar & Martine van Rooijen, met illustraties van Sandra Klaassen. in verhalen, gedichten, spreekwoorden en recepten

Maria van Donkelaar & Martine van Rooijen, met illustraties van Sandra Klaassen. in verhalen, gedichten, spreekwoorden en recepten Maria van Donkelaar & Martine van Rooijen, met illustraties van Sandra Klaassen DE APPEL in verhalen, gedichten, spreekwoorden en recepten De Vier Windstreken DE APPEL Maria van Donkelaar & Martine van

Nadere informatie

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4. Vraagstelling. Wat zijn de maten, versieringen en vorm van de van de kerk van Drempt (kaart afb. 1) gerapporteerde grafplaat uit de (ruim te nemen) 12 e eeuw? Wat is zijn

Nadere informatie

Naam: IK WOON IN NEDERLAND

Naam: IK WOON IN NEDERLAND Naam: IK WOON IN NEDERLAND Nederland is een land in Europa. Het land ligt aan de Noordzee, naast Duitsland en België. Nederland is niet erg groot. Toch wonen er ruim 16 miljoen mensen, waardoor Nederland

Nadere informatie

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55

Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55 Zondag 13 december 2009 Tekst: Lucas 1: 39-55 Maria gaat op visite bij Elisabet. Maria was natuurlijk helemaal vol van het geweldige nieuws dat ze van de Gabriël had gehoord. Ze wilde het heel graag aan

Nadere informatie

Verhalen door de eeuwen heen

Verhalen door de eeuwen heen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Anne-Marie Radstake-Polet 02 December 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/92265 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Randvoorwaarden In les 2 hebben leerlingen individueel een computer met internet nodig. Alternatief: leerling voert les 2 thuis uit.

Randvoorwaarden In les 2 hebben leerlingen individueel een computer met internet nodig. Alternatief: leerling voert les 2 thuis uit. Brief over Annie M.G. Schmidt Schrijf een overtuigende brief aan een basisschool Korte lesomschrijving De lessen Advies over Annie M.G. Schmidt gaan over Nederlands bekendste kinderboekenschrijfster. Leerlingen

Nadere informatie

Voorlezen en liedjes

Voorlezen en liedjes Kleine Huppel wil altijd zijn zin 9789044707854 Kleine Huppel leert opruimen 9789044729252 Kleine Huppel leert goede manieren 9789044705294 Kleine Huppel en de babysit Kleine Huppel op de boerderij 9789044705300

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

Hoe ontwikkel ik. Lezing van Ineke Strouken op 19 maart in Nieuwegein. Geachte dames en heren, Volkscultuur

Hoe ontwikkel ik. Lezing van Ineke Strouken op 19 maart in Nieuwegein. Geachte dames en heren, Volkscultuur Hoe ontwikkel ik Ineke Strouken een ijzersterk volkscultuurproject? Geachte dames en heren, Welkom op deze studiedag Hoe ontwikkel ik een ijzersterk volkscultuurproject. Sinds een tweetal jaren staat volkscultuur

Nadere informatie

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht

De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht De gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht Lees : Mattheüs 18:21-35 Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was,heeft Hij gelijkenissen verteld

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

c. Wat is de vertelde tijd? Een jaar. Het verhaal begint als Robinson aan het verhuizen is en eindigt als het schooljaar is afgelopen.

c. Wat is de vertelde tijd? Een jaar. Het verhaal begint als Robinson aan het verhuizen is en eindigt als het schooljaar is afgelopen. Boekverslag door een scholier 1368 woorden 2 januari 2002 5,4 45 keer beoordeeld Auteur Genre Doeschka Meijsing Psychologische roman, Coming of age Eerste uitgave 1976 Vak Nederlands Primaire Gegevens

Nadere informatie

De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart die aan de kinderen is uitgedeeld. Als de kinderen Bingo hebben, roepen ze Amen

De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart die aan de kinderen is uitgedeeld. Als de kinderen Bingo hebben, roepen ze Amen Overdenking zondag 13 maart 2016, KSG-dienst, in de Terskflierkerk 5 e zondag 40 dagentijd Wat maakt mij sterk? Lezing Rechters 16: 15-20 Door ds. A.J.Wouda De geel gearceerde woorden staan op een Bingo-kaart

Nadere informatie

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag.

Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag. Naam: Mariska v/d Boomen. Klas: TG2C. Datum: 25 Juni. Docent: Van Rijt. Schrijfverslag. Onze vragen: 1. Wanneer bent u met uw schrijfcarrière begonnen? 8 jaar geleden ben ik begonnen met het schrijven.

Nadere informatie

Het koninkrijk van God vlakbij

Het koninkrijk van God vlakbij Het koninkrijk van God vlakbij Dit werkboek is van : Cellessen voor kinderen van 8-12 jaar Serie lessen voor kleine groepen; leeftijd 8-12 jaar Lessen zijn geschreven op basis van het boek Natuurlijk BOVENnatuurlijk

Nadere informatie