Leskist Fossielen Handleiding Groep 6, 7 en 8

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Leskist Fossielen Handleiding Groep 6, 7 en 8"

Transcriptie

1 Leskist Fossielen Handleiding Groep 6, 7 en 8 Milieu Educatie Centrum Gemeente Renkum

2 Colofon Deze leskist is eigendom van: Milieu Educatie Centrum Gemeente Renkum Postbus HA Oosterbeek Herzien november

3 Inhoudsopgave Inhoud van de leskisten Inleiding Les 1 introductie Les 2 practicum Les 3 evaluatie en afsluiting Antwoorden Achtergrondinformatie

4 Inhoud van de leskisten Krat 1 MATERIAAL INTRODUCTIE/AFSLUITING EN EXPOSITIE Elastomap met daarin: Bakje met USB stick waarop: Handleiding Ophangversie tijdlijn Werkbladen Digitale versie handleiding Bak met mammoetkies voor de introductieles (ook te gebruiken als expositiemateriaal) Expositiemateriaal bestaande uit: 1 bak met: Schelpenbank Devon Gastropode (slak) Krijt Haaientand Tertiair Stam(stengel) reuzenpaardenstaart Carboon 1 bak met: Ammoniet 2x Brachiodope (schelp) Zee-egel Zee-egel scutella (sanddollar) Zeelelie Fossiel hout Varen Trias, Jura, Krijt Jura en Krijt Tertiair en Krijt Kwartiar Carboon Carboon 1 bak(je) met mioceengruis Vitrinekast met pootafdruk saurier Boeken DuBosque Dinosaurussen tekenen stap voor - stap Gayrard - Valy Fossielen Ivanov Geïllustreerde Fossielen Encyclopedie Jeunesse De dinosaurus Lambert Het Complete Dinosauriërboek Losse materialen: A3 Poster tijdlijn 5 kunststof dinosaurussen Extra kwartetspel: quizquartet prehistorische dieren 3

5 Krat 2 MATERIAAL UITVOERING OPDRACHTEN Elastomap met daarin: Werkblad 3: Werkblad 4: Werkblad 8: Werkblad 9: Bak werkblad 1: Bak werkblad 2: Map werkblad 5: Bak werkblad 5: Bak werkblad 6: Ringband werkblad 6: Bak werkblad 7: Ringschijf, tijdschijf, ring Landschap Carboon Zoekkaart planten van nu Zoekkaart fossielen 4x omgeving van het paard. Kwartetspel Dendriet IJzerslijpsel Theelepel Spel: Spring door de tijd 5 dinosaurussen Dobbelsteen Varenfossiel 4 Varens 5 Kunststof stroken Doosje paperclips Bak werkblad 8: Fossiel zee-egel Bak werkblad 8: Fossiel vis Bak werkblad 8: Fossiel steenkoraal belemniet ammoniet trilobiet haaientand brachiodope 2x zee-egel Losse materialen in het krat: Doos koffiefilters Koffiefilterhouder Fles azijn met spuitje Gips Litermaat Houten lepel Kookwekker Soortenboek voor de tijdkast van professor F.O. Siel 4

6 Zelf zorgt u voor Kopieën/afdrukken van de werkbladen/knipvellen. Opmerking van werkblad 5 hoeft geen kopie gemaakt te worden. Zachte boetseerklei Schotel Kranten kleiplank Diverse voorwerpen om een gipsafdruk van te maken Eventueel extra kunststof of kartonnen stroken voor de gipsafdrukken Scharen Lijm Teken- of schrijfpapier Potloden Liniaal Horloge/klok 5

7 Inleiding Nu, toen, ooit en evolutie zijn ongrijpbare begrippen in de tijd. Om deze interessante maar lastige materie aan de leerlingen uit te leggen kunnen fossielen een hulpmiddel zijn. Met behulp van deze leskist ontdekken de leerlingen allerlei aspecten over fossielen en daarmee over de tijd. Zaken als tijdperiodes, planten- en dierenfossielen en aanpassing komen aan de orde. Doelstellingen De leerlingen krijgen inzicht in de verschillende tijdperiodes. De leerlingen maken kennis met verschillende fossielen en kunnen deze plaatsen bij de verschillende tijdperiodes. De leerlingen weten hoe fossielen kunnen ontstaan. De leerlingen weten hoe dieren zich kunnen aanpassen aan het veranderende landschap. De leerlingen weten dat planten uit het verre verleden nu nog (wellicht aangepast) voor komen. Leerlingen kunnen een aantal planten bij naam noemen die zowel nu, als in het verre verleden voor komen. De leerlingen kunnen zelf een afdruk maken. Aansluiting kerndoelen Kerndoel Oriëntatie op jezelf en de wereld 40 De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41 De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 51 De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. Kerndoel Nederlandse taal 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leven tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2 Leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 4 Leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema s, tabellen en digitale bronnen. 5 Leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6 Leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. 12 Leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder woordenschat vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. 6

8 Aansluiting bij veelgebruikte methodes Leefwereld 8 (oude versie) Natuurlijk 7 (nieuwe versie) les 6 Monsters uit het verleden blok 2 1 Leven uit het verleden In Vogelvlucht D Het museum les 1 Het museum De grote reis 7C Thema Oorsprong les 5 Dinodrol les 6 Reis om de wereld les 7 In Darwins hoofd Werken met leskist fossielen Opmerking: Rondom de ontstaansgeschiedenis van onze aarde worden verschillende tijdperiodes gehanteerd. De schaal waarop deze tijdperiodes worden ingedeeld wijken nogal eens af. Er wordt niet op een miljoen jaar meer of minder gekeken. Tijdens het werken met deze leskist zullen enkele leerlingen ontdekken dat ook in deze leskist verschillende tijden gebruikt worden. Les 1 Introductieles, gegeven door de leerkracht Tijdens de introductieles wordt voor u duidelijk wat de leerlingen al weten van fossielen en de tijdperiodes. Welke begrippen zijn voor hen duidelijk en welke vragen nog een nadere uitleg. Les 2 Practicum Tijdens het practicum gaan de leerlingen dieper in op het onderwerp met behulp van 9 werkbladen. Elk werkblad is onderverdeeld in opdrachten. De klas wordt opgesplitst in kleine groepen van 2 of 3 leerlingen. De leerlingen beantwoorden met hun groepje de vragen. Aan u de keuze of de leerlingen de werkbladen schriftelijk invullen of dat het volstaat dat de kinderen de vragen met elkaar beantwoorden. Wanneer de kinderen de werkbladen invullen kunnen deze aan het eind van het project worden gebundeld tot een naslagwerk samen met gemaakte tekeningen, de tijdlijn en het woordweb van de introductieles. De werkbladen kunnen in willekeurige volgorde uitgevoerd worden. Aan de werkbladen 4, 7 en 9 kunnen meerdere groepjes tegelijk werken. Het kwartet van werkblad 1 kan met twee groepjes samen gespeeld worden, net als het spel van werkblad 5. Bij werkblad 7 maken de kinderen een gipsafdruk. Dit is een tijdrovend karwei waarvoor u eventueel wat extra hulp in kunt schakelen van bijvoorbeeld een ouder. U kunt ervoor kiezen deze opdracht klassikaal uit te voeren. Houd er dan rekening mee dat er één onderdeel minder is tijdens het practicum. Tijdens het practicum voeren de leerlingen een proef uit met ijzerslijpsel en azijn. Best een lastige opdracht. Het gaat in deze opdracht niet zo zeer om het resultaat maar wel om het principe. De leerlingen ontdekken het chemische proces tussen het metaal en het zuur en ontdekken dat niet elke gevonden vorm een fossiel hoeft te zijn. Werkwijze 1. Werkhoeken: U legt de materialen vooraf in werkhoeken klaar. De leerlingen rouleren van hoek naar hoek. 2. Uitgiftepunt: Elk groepje leerlingen werkt aan een eigen tafel. Het benodigde materiaal en de werkbladen halen zij een vast uitgiftepunt. 7

9 Les 3 Evaluatie en afronding Tijdens de evaluatie wordt duidelijk wat de leerlingen hebben geleerd tijdens het werken met de leskist. Wat wisten ze aan het begin nog niet en nu wel? Wat is nog niet duidelijk en wat heeft een nadere uitleg nodig? U kunt het project afsluiten met het maken van een expositie waarbij de door de leerlingen gemaakte tekeningen e.d. worden getoond. Tijdschema lesdeel onderdeel tijd Introductie Eerste minuten kennismaking en woordweb Werkblad minuten introductie en reflectie practicum Werken met de 1,5 2 uur werkbladen Evaluatie en Kringgesprek en minuten afronding aanvullen woordweb Afmaken van minuten naslagwerk Tentoonstelling of presentatie Afhankelijk van uw keuze Extra Meer weten of leuke ideeën opdoen? Ga dan naar onderdeel dinosauriërs en mammoeten. 8

10 Les 1 Vooraf: Introductie Kopiëren/printen voor de leerlingen: A4 tijdlijn Werkblad - Kennismaken met fossielen In deze les maken de leerlingen kennis met fossielen en de tijdperiodes. Materiaal: Mammoetkies Werkblad kennismaken met fossielen Tijdlijnposter op A3 Tijdlijn ophangversie 1. Kringgesprek Leg de mammoetkies op een duidelijk zichtbare plaats. (zonder bakje zodat de naam niet zichtbaar is) Wat is dit? Als duidelijk is geworden wat het voorwerp is, onderzoekt u wat de kinderen weten over de mammoetkies, fossielen, prehistorie en tijdperiodes. Met behulp van de tijdlijn plaatst u de mammoet in de tijd. Deel de tijdlijn uit. Schrijf het woord fossiel midden op het bord en maak een woordweb naar aanleiding van het gesprek. Laat de leerlingen het woordweb overnemen op de achterzijde van de tijdlijn. Ter informatie kunt u met de leerlingen naar een film over het ontstaan van fossielen kijken op Hang de meegeleverde tijdlijn in de klas op. Beeldweb In plaats van het woordweb kunt u de leerlingen ook een beeldweb laten tekenen. Hierbij tekenen de kinderen wat zij weten over het onderwerp. De tekeningen mogen met steekwoorden of korte zinnen worden aangevuld. Voordeel van het beeldweb is dat voor u veel duidelijker wordt wat de leerling zich bij het onderwerp voorstelt. 2. Nader onderzoek Verdeel de klas in kleine groepen. Elke groep krijgt een fossiel van het expositiemateriaal. Met behulp van het introductiewerkblad en de tijdlijn bekijken de kinderen het fossiel gerichter. 3. Vertel het aan elkaar Na ongeveer minuten stoppen de leerlingen. Ze brengen verslag uit van wat ze hebben bekeken en ontdekt. 9

11 Werkblad: Kennismaken met fossielen Bekijk het fossiel dat je voor je hebt. Wat zou dit kunnen zijn? Wat denk jij: Is het een fossiel van een plant of een dier? Wat zijn de afmetingen van het fossiel? Lengte Breedte Hoogte cm cm cm Welke kleuren heeft het? Wat herken je in het fossiel? Welke structuur zie je? (b.v. strepen, vierkantjes, rondjes, stippen) Is het fossiel een versteend iets of een afdruk? Teken een stukje of het geheel na. Wat denk jij: Hoe oud zal het fossiel zijn? In welke tijdperiode hoort het fossiel dan thuis? 10

12 Les 2 Practicum Kopieer/print de werkbladen/knipvellen. Deel het klaslokaal in aan de hand van de door u gekozen werkwijze. Kiest u voor werkhoeken, leg dan de benodigde materialen daar klaar. Kiest u voor een uitgiftepunt, zet de materialen dan klaar inclusief stapeltjes werkbladen en knipvellen. Spreek met de leerlingen de regels af. Geef hierbij duidelijk aan dat fossielen kwetsbaar/breekbaar zijn en dat de leerlingen dus voorzichtig met het materiaal moeten omgaan. Bij werkblad 7 kunt u het gips het best goed laten uitharden voordat u de klei verwijdert. De kunststof stroken kunnen al eerder voorzichtig verwijderd worden. Neemt u liever het zekere voor het onzekere maak dan zelf extra stroken van stevig karton of oude kunststof mappen. Overzicht werkbladen met materialen Werkblad Titel Benodigd lesmateriaal uit krat 2 1 Kwartet Bak werkblad 1 2 Ontstaan van een dendriet. Fossiel of niet? Bak werkblad 2 Fles azijn met spuitje koffiefilters, kookwekker, ijzerslijpsel 3 Opdracht met de ringschijf In de elastomap 4 Planten uit heden en verleden In de elastomap Afbeelding: Landschap van het Carboon Planten van nu 5 Spring door de tijd Map werkblad 5 Bak werkblad 5 6 Varens van toen en nu Bak werkblad 6 Ringband werkblad 6 7 Zelf een afdruk maken Bak werkblad 7 Gips, houten lepel, litermaat, kunststof stroken, paperclips 8 Zoek de goede naam bij het fossiel 3 bakken fossielen Tijdkast (niet in krat) Soortenboek van professor F.O. Siel 9 Het oerpaard In elastomap 4x afbeelding leefomgeving paard Zelf toevoegen schotel Papier, potloden Water, materialen om een afdruk van te maken, zachte klei, kranten, kleiplank horloge/klok, eventueel extra stroken. Scharen, lijm 11

13 WERKBLAD 1 Opdracht 1 Speel het kwartet Kwartet Materiaal kwartetspel Schud de kaarten van het kwartet. Verdeel ze over de spelers. Als je met z n tweeën speelt, krijgt ieder 8 kaarten. De rest gaat in de pot. Zijn er meer spelers, deel dan alle kaarten op. Probeer zo veel mogelijk kwartetten te verzamelen door te vragen naar kaarten van het kwartet bij de andere spelers. Heeft de andere speler de kaart niet, dan gaat de beurt naar hem / haar. Opdracht 2 De goede volgorde Leg alle kwartetten op volgorde van tijd. Links de oudste tijdperiodes en rechts de jongste. Precambrium Cambrium Ordovicium Siluur Devoon Carboon Perm Trias Jura Krijt Tertiair Kwartair Beantwoord de volgende vragen met behulp van de kwartetten: Uit welke periode komen de oudste landplant en de bloemplant? Oudste landplant: Bloemplant: Wat was er eerder, de vogel of het reptiel? Wat zal groter zijn geweest, de libel uit het Carboon of het vliegend reptiel uit het Jura? Bekijk de kaarten van het kwartet. Schrijf 4 dieren of planten op die nu nog bestaan. Schrijf er ook 4 op die zeker niet meer bestaan. Bestaan nog steeds: Bestaan niet meer: 12

14 WERKBLAD 2 Ontstaan van een dendriet. Fossiel of niet? Opdracht 1 Een proef Pak een koffiefilter en zet deze in de houder. Zet het geheel op de schotel. Strooi een halve theelepel ijzerslijpsel in de koffiefilter. Zet de spuit goed op de fles. Draai de fles om en trek aan de zuiger van de spuit tot iets meer dan 0,5 ml. Er komt nu azijn in het spuitje. Zet de fles weer rechtop. Haal het spuitje eraf en druppel de azijn op het ijzerslijpsel. Zorg dat er overal een druppel valt. Zet de kookwekker op 10 minuten en ga naar opdracht 2. Opdracht 2 Bekijk de dendriet Materiaal dendriet papieren koffiefilter koffiefilterhouder ijzerslijpsel fles azijn met spuitje schotel kookwekker theelepel Het voorwerp dat bij deze opdracht hoort is een dendriet. Bekijk de dendriet goed. Let op de kleuren en de structuur. Wat denk jij: Hoe zou dit ontstaan zijn? Opdracht 3 Het resultaat van de proef Zijn de 10 minuten voorbij? Bekijk het resultaat van de proef en vergelijk het met de dendriet. Ik denk nu dat het dendriet ontstaan is doordat Een fossiel is een afdruk van een plant of een dier. Is de dendriet een fossiel of niet? Ik denk dat de dendriet wel / geen fossiel is omdat, 13

15 WERKBLAD 3 Opdracht met de ringschijf Opdracht 1 De ring en de ringschijf De gaatjes in de ringschijf kun je met behulp van de ring met elkaar verbinden. Probeer het eerst een keer uit. Begin bij het eerste gaatje ( het ontstaan van de aarde ) en laat de ring door alle gaatjes gaan. Materiaal ringschijf tijdschijf ring Er is altijd maar één gaatje dat past, dus niet wrikken, duwen of trekken. Ga nog een keer met de ring door de gaatjes. Vul kolom 1 van de tabel in. Dit is de volgorde waarlangs je gaat. Opdracht 2 Tabel invullen Vul nu ook de andere kolommen van de tabel in. Kijk voor de periode en de tijd in de tekst en bij de plaatjes op de tijdschijf. Sommige antwoorden zijn al gegeven. 14

16 Vervolg 3 Volgorde Periode Tijd (in miljoen jaar geleden) 1 Het ontstaan van de aarde Precambrium Precambrium Siluur 5 6 De eerste amfibieën 7 8 Perm Jura Krijt 14 Krijt , Kwartair 2,5 - nu 18?

17 Vervolg 3 Opdracht 3 Vragen bij de ringschijf Beantwoord de volgende vragen met behulp van de ringschijf: 1 Welke dieren of diergroepen zijn uitgestorven? 2 Welke dieren worden tegenwoordig met uitsterven bedreigd? 16

18 WERKBLAD 4 Planten uit heden en verleden Opdracht 1 Planten in het landschap Bekijk de tekening Landschap van het Carboon. De 5 genummerde planten komen we nu ook nog tegen. Ze zijn wel wat veranderd. Vergelijk de planten op de tekening met de planten van nu op de zoekkaart. Materiaal Afbeeldingen landschap van het Carboon Afbeelding planten van nu Schrijf de namen van de planten op, die lijken op de planten van het Carboon. Kies uit: wolfsklauw, naaldvaren, boomvaren, reuzenpaardenstaart, heermoes (Kijk goed!) 5 Opdracht 2 Reuzen en dwergen Bij opdracht 1 heb je gemerkt dat een sommige planten van nu, in het Carboon, reusachtige bomen waren. Schrijf op: Planten van nu die reusachtige bomen waren: Planten van nu die dezelfde grootte hebben als de planten van het Carboon: 17

19 Werkblad 4 Landschap van het Carboon

20 Werkblad 4 Planten van nu Boomvaren In Nederland wordt deze ongeveer 2 3 m hoog. In de tropen kan deze boom 6 15 m hoog worden Naaldvaren: 40 cm hoog Wolfsklauw 4 cm hoog Reuzenpaardenstaart 2 m hoog Heermoes 15 cm hoog 19

21 WERKBLAD 5 Spring door de tijd Opdracht 1 Leg het spel uit op de grond. Het is een soort ganzenbord in de vorm van een tijdbalk. Materiaal Spel Spring door de tijd 5 pionnen dobbelsteen Spelregels: 2 5 spelers Ieder kind kiest een dinosaurus. Zet de dinosaurussen op START. Ieder kind gooit om de beurt met de dobbelsteen. Degene die het hoogst aantal ogen gooit mag beginnen. Voer de opdracht uit die bij de periode staat. Wie het eerst bij FINISH is heeft gewonnen. Let op! Je moet precies op FINISH uitkomen. Wanneer je teveel gooit, dan ga je het aantal stappen weer terug. 20

22 WERKBLAD 6 Varens van toen en nu Opdracht 1 Varens van toen Bekijk het fossiel van de varen. Deze komt uit het Carboon. Afgestorven varens, zakten in de modder. Doordat er steeds meer planten op elkaar kwamen te liggen, werden ze dicht opeen geperst. Later kwamen daar nog steenlagen overheen. Door de grote druk zijn de planten langzaam veranderd in steenkool. Dat kan je zien aan de donkere kleur. Materiaal varenfossiel varen 1 t/m 4 potlood vel dun wit papier Teken de fossiele varen na in het vakje. Opdracht 2 Varens van nu Bekijk de vier varens. Vergelijk de varens met het fossiel. Welke varen van nu lijkt het meest op het varenfossiel? De varen lijkt het meest op het fossiel. Teken van de andere drie varens een stukje van het blad na en schrijf de namen eronder. varen varen varen 21

23 WERKBLAD 7 Leg eerst een krant uit op tafel. Opdracht 1 Gips maken Zelf een afdruk maken Giet 100 ml water in de litermaat. Strooi steeds een beetje gips in het water en roer met de houten lepel. Ga door tot er een dikke pap ontstaat. Let op dat het niet té dik wordt. Je moet het nog wel kunnen schenken. Opdracht 2 Een afdruk maken Materiaal Kranten Kleiplank Zachte klei Gips Maatbeker water Lepel Materialen om een afdruk mee te maken Horloge of klok Kunststof stroken paperclips Kneed de klei en druk het plat op de kleiplank. Kies een voorwerp om een afdruk van te maken. Druk het voorwerp voorzichtig in de klei. Haal het er weer uit. Duw de plastic strook om de afdruk van het voorwerp in de klei en zet deze vast met een paperclip. Schenk nu het gips in de vorm en laat deze hard worden. (minimaal 15 min.) Zet je naam erbij. Schraap de restjes gips uit de litermaat en spoel hem schoon met (warm) water. Als het gips hard is, verwijder je de strook en veeg deze schoon. De klei haal je er pas af als het gips heel goed droog is. Veeg de klei schoon. De klei kan weer opnieuw gebruikt worden. 22

24 WERKBLAD 8 Zoek de goede naam bij het fossiel Opdracht 1 Zoek de naam Bekijk de fossielen die bij deze opdracht horen. Vergelijk ze met de fossielen op de zoekkaart. Schrijf de naam van fossielen en de tijdperiode hieronder. Materiaal 10 fossielen zoekkaart fossielen Tijdkast Soortenboek van professor F.O.Siel Naam: Tijdperiode:

25 Werkblad 8 Zoekkaart Fossielen Steenkoraal/Trias - Krijt Zee-egel/Krijt Belemniet/Krijt Ammoniet/Jura Trilobiet/Siluur - Devoon Ammoniet/Jura Haaientand/Krijt - Kwartair Brachiopode/Carboon Zee-egel/Krijt vis/ Tertiair 24

26 Werkblad 8 vervolg Opdracht 2 De Tijdkast. Professor F.O. Siel is een beetje een vreemde vogel. Hij reist namelijk graag door de tijd. Niet echt natuurlijk, want dat kan (nog) niet. Nee, hij doet dat in zijn gedachten. Hij bedenkt dan hoe het er zou hebben uitgezien in een bepaalde tijd. Dat doet hij niet alleen met zijn fantasie. Doordat er fossielen gevonden zijn van planten en dieren, kan hij best goed bedenken hoe het er ooit heeft uitgezien. Hij heeft een TIJDKAST gemaakt waarin allerlei dieren in verschillende tijden zijn afgebeeld. Kijk maar mee!! Draai voorzichtig aan één handel bovenop de kast. Met behulp van het soortenboek kun je te weten komen hoe de dieren en planten die je ziet heten. Misschien kom je wel een dier of plant tegen waar je net de fossielen van hebt bekeken. Namens professor F.O. Siel wens ik je veel kijkplezier. Ben je klaar met kijken. Draai het doek dan VOORZICHTIG aan één handel weer terug naar het begin. 25

27 WERKBLAD 9 Het oerpaard De natuur verandert steeds. Om te overleven passen planten, dieren en mensen passen zich daar op aan. Je noemt dit evolutie. Evolutie gaat heel langzaam. Je kunt dit mooi zien bij het paard. Het paard heeft zich aangepast aan het veranderende landschap. Het heeft zich ontwikkeld van een paardje zo groot als een geit naar een slank renpaard. Materiaal 4x de omgeving van het paard knipvel schaar lijm Opdracht 1 De ontwikkeling van het oerpaard en zijn omgeving Lees de ontwikkeling van het landschap en het paard en maak de opdracht die eronder staat. 1. Tertiair: miljoen jaar geleden Het oerpaard is niet groter dan een geit. Het leeft in dichte bossen. Daarvoor is het handig dat het klein is. Het kan zich lekker verstoppen tussen de begroeiing. Het eet vruchten en bladeren. 2. Tertiair: miljoen jaar geleden In de loop van de tijd verandert het klimaat. De dichte bossen verdwijnen. Het landschap bestaat uit grote bomen en minder begroeiing. Het paard zal uitsterven als het niet mee verandert. Het moet zich aanpassen om niet uit te sterven. Het paard wordt iets groter en sneller. 3. Tertiair: 8 2 miljoen jaar geleden En het paard is veranderd! Het is veel groter geworden en kan zich niet meer tussen de planten verstoppen voor vijanden. Het kan vluchten. Het heeft lange benen en kan er snel vandoor. Verstoppen is ook niet meer mogelijk, want veel bos is langzaam maar zeker verdwenen. Het nieuwe paard is niet meer afhankelijk van begroeiing en beschutting. Het kan beter uit de voeten en kan zich ook redden in andere landschappen. De mens ontdekt dat het door zijn stevige bouw geschikt is als werkpaard. 4. Kwartair: 2 miljoen jaar geleden - nu Het paard wordt niet meer alleen gebruikt als werkpaard. De mens ontdekt dat je een paard kan fokken en kan trainen om een slank renpaard te worden. Het paard wordt onder andere gebruikt in de paardensport. Het leeft op uitgestrekte graslanden. De kiezen van het paard zijn groter geworden om het harde gras te eten. Pak het knipvel en plak het landschap, het paard en de bijhorende tekst bij de goede tijd. 26

28 Werkblad 9 opdracht 1 plakvel De ontwikkeling van het oerpaard en zijn omgeving Tertiair: miljoen jaar geleden landschap paard tekst Tertiair: miljoen jaar geleden landschap paard tekst 27

29 Werkblad 9, plakvel 2 De ontwikkeling van het oerpaard en zijn omgeving Tertiair: 8 2 miljoen jaar geleden landschap paard tekst Kwartair: 2 miljoen jaar geleden nu landschap paard tekst 28

30 Werkblad 9, opdracht 1 knipvel Het paard is iets groter en sneller. Het paard is groter. Het heeft lange benen. Het oerpaard is niet groter dan een geit. De mens heeft met het paard gefokt. Dichte bossen verdwijnen. Het paard is door zijn stevige bouw geschikt als werkpaard. Het leeft in dichte bossen. Daaruit is een slank renpaard ontstaan. Het landschap bestaat uit grote bomen en minder begroeiing. Veel bos is verdwenen. Het kan zich verstoppen tussen de begroeiing. Het leeft op uitgestrekte graslanden. 29

31 Les 3 Evaluatie en afsluiting Kringgesprek Leg opnieuw de mammoetkies op een centrale plaats neer. Wat is dit? Wat weten de kinderen nu meer over de mammoetkies, fossielen, prehistorie en tijdperiodes. Pak het woordweb van de introductieles erbij. Welke woorden kunnen erbij geschreven worden? Wat vonden de kinderen van het werken met deze lesstof? Wat vond u er zelf van? Filosoferen over de toekomst De kinderen hebben ontdekt dat het leven op de aarde zich heeft aangepast aan de veranderende omstandigheden. Hoe zal dat in de toekomst verder gaan? Filosofeer met de leerlingen over hoe de mens er over één miljoen jaar uit zal zien. Misschien wordt hij wel een zeebewoner of kan hij vliegen? Zal hij nog haar hebben? Zal hij nog alle vijf zijn vingers hebben of al zijn kiezen? Wordt hij groter of juist kleiner? Denk na over zijn armen, benen, oren en hoofd. Afsluiting Laat de leerlingen een tekening maken of opstel schrijven over de toekomstige mens of eventueel zijn huisdier en voeg dit toe aan het naslagwerk. Als extraatje kunt u met de klas het meegeleverde kwartetspel over prehistorische dieren spelen. U kunt dit als een normaal kwartetspel spelen, maar u kunt ook de vragen op de kaarten stellen. Verdieping groep 8 Om een soort te laten overleven is er meer nodig dan aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Er moet ook voor de voortplanting worden gezorgd. Dinosaurussen waren een succesvolle diergroep op aarde. Zij hebben 160 miljoen jaar over de aarde gezworven. Maar hoe zouden deze dieren gevreeën hebben. Voor olifanten en neushoorns van nu is het al een hele opgave. Hoe zou dat dan gegaan zijn bij Langnekken of bij de Tyrannosaurus Rex? In de achtergrondinformatie staat een artikel over dit onderwerp uit de Quest. 30

32 Antwoorden WERKBLAD 1 Kwartet Opdracht 2 De goede volgorde Uit welke periode komt de oudste landplant en de bloemplant? Oudste landplant: Siluur Bloemplant: Krijt Wat was er eerder, de vogel of het reptiel? Reptiel Wat zal groter zijn geweest, de libel (carboon) of het vliegend reptiel (Jura)? Vliegend reptiel Nog aanwezig (maar misschien wel iets aangepast) Tweekleppige schelp Ginkgo Reptiel Slak Inktvis Bloemplant Mens Zoogdier Plant Hoefdier Olifant-achtige Loopvogel Waterschorpioen Kwal Spons Amfibie Platworm Eencelligen Landplant Haai Schubbomen Niet meer aanwezig Gelede worm Oerkwal Oudste reptiel Reuzen libel Schub en zegelbomen Trilobiet Graptolieten kolonie 3 tenig paard Ammoniet Dinosauriërs Reuzenhert Wolharige neushoorn Mammoet Vishagedis Oudste vogel Vliegend reptiel Maashagedis Vliegende saurier Oudste landplant Zoogdierachtig reptiel Kaakloze vis 31

33 WERKBLAD 2 Ontstaan van een dendriet. Fossiel of niet? Opdracht 2 Een proef Schrijf op wat er is gebeurd. Het ijzerslijpsel reageert met het zuur (oxidatie), dit trekt langzaam in het filter omhoog. Een fossiel is een afdruk van een plant of een dier. Is de dendriet een fossiel of niet? (let op, de vraag is bewust gesteld in de ik denk vorm. Feitelijk is elk antwoord goed) Ik denk dat de dendriet wel / geen fossiel is, omdat het geen afdruk is, maar het resultaat van een chemisch proces. Ook wel een schijnfossiel genoemd. WERKBLAD 3 Opdracht met de ringschijf Opdracht 1 Volgorde Periode Tijd (in miljoen jaar geleden) 1 Het ontstaan van de aarde Precambrium Het eerste leven Precambrium Trilobieten Cambrium Veel weekdieren Siluur De eerste vissen Siluur (evt. Devoon) De eerste amfibieën Devoon De eerste reptielen Carboon Trilobieten sterven uit Perm Eerste zoogdieren Trias Vliegende Sauriërs Jura Veel reptielen Jura De eerste vogel Jura of Krijt / Ammonieten sterven uit Krijt Dinosauriërs sterven uit Krijt Veel zoogdieren Tertiair 66 2,5 16 De Mens Kwartair 2,5 - nu 17 De Dodo Kwartair 2,5 - nu 18?

34 Opdracht 3 Vragen bij de ringschijf Welke dieren of diergroepen zijn uitgestorven? Trilobieten Ammonieten Dinosauriërs Dodo Welke dieren worden tegenwoordig met uitsterven bedreigd? - eigen antwoorden - WERKBLAD 4 Planten uit heden en verleden Opdracht 1 Planten in het landschap Schrijf de namen van de planten op die lijken op de planten van het Carboon. Kies uit: wolfsklauw, naaldvaren, boomvaren, reuzenpaardenstaart, heermoes 1 Naaldvaren 2 Boomvaren 3 Heermoes 4 Wolfsklauw 5 Reuzenpaardenstaart Opdracht 2 Reuzen en dwergen Bij opdracht 1 heb je gemerkt dat een aantal planten van nu, in de tijd van het Carboon, reusachtige bomen waren. Schrijf op: Planten van nu die reusachtige bomen waren: Wolfsklauw Reuzenpaardenstaart Planten van nu die dezelfde grootte hebben als de planten van het Carboon: Naaldvaren (Boomvaren, niet in Nederland) Opmerking: de heermoes was in het Carboon niet reusachtig maar wel flink groter dan tegenwoordig. WERKBLAD 6 Varens van toen en nu Opdracht 2 Varens van nu De Krulvaren lijkt het meest op het fossiel. 33

35 WERKBLAD 8 Zoek de goede naam bij het fossiel Opdracht 1 Zoek de naam Naam: Tijdperiode: 1 Steenkoraal Trias - Krijt 2 Ammoniet Jura 3 Haaietand Krijt - kwartier 4 Trilobiet Siluur - Devoon 5 Belemniet Krijt 6 Zee egel Krijt 7 Brachiopode Carboon 8 Ammoniet Jura 9 Vis Tertiair 10 Zee egel Krijt 34

36 WERKBLAD 9 Het oerpaard Juiste volgorde van boven naar onder Tertiair miljoen jaar geleden Tertiair miljoen jaar geleden Tertiair 8 2 miljoen jaar geleden Kwartair 2 miljoen jaar geleden - nu Het oerpaardje is niet groter dan een geit. Het paard is iets groter en sneller. Het paard is groter. Het heeft lange benen. De mens heeft met het paard gefokt. Het leeft in dichte bossen. Dichte bossen verdwijnen. Daaruit is een slank renpaard ontstaan. Het kan zich verstoppen tussen de begroeiing. Het landschap bestaat uit grote bomen en minder begroeiing. Het paard is door zijn stevige bouw geschikt als werkpaard. Veel bos is verdwenen. Het leeft op uitgestrekte graslanden. 35

37 Achtergrondinformatie De aarde De aarde is bij benadering zo'n 4,6 miljard jaar oud. De eerste vormen van leven op aarde bestonden waarschijnlijk 3,4 miljard jaar geleden in de vorm van primitieve organismen die op bacteriën en blauwwieren leken, eencelligen dus. Hieronder staat de geologische tijdschaal. We leven nu in het Kwartair. Met de leerlingen wordt alleen gesproken over de tijdperiodes. (de cursief gedrukte woorden). Geologische Tijdschaal Era Periode Tijdvak miljoen jaar geleden Kenozoicum Kwartair Holoceen 0.01 Pleistoceen 2.5 Tertiair Plioceen 7 Mioceen 26 Oligoceen 38 Eoceen 54 Paleoceen 65 Mesozoicum Krijt 135 Jura 200 Trias 240 Paleozoicum Perm 280 Carboon 350 Devoon 395 Siluur 440 Ordovicium 490 Cambrium 590 Precambrium 4600 Fossielen en hun vorming Fossielen of versteningen zijn de getuigen van verdwenen levensvormen. Niet alleen in barnsteen gevangen insecten en in kalksteen bewaarde schelpen, maar ook de versteende afdrukken van een dinosaurus in de grond worden ertoe gerekend. Fossilisatie komt tot stand door een aantal fysische, chemische en biologische processen. De kans dat een organisme fossiliseert, is gering en heel ongelijk verdeelt over de verschillende groepen planten of dieren. Tot de belangrijkste voorwaarden voor fossilisatie behoort de bouw van de organismen en de zeer snelle bedekkingen ervan door een zo fijn mogelijk sediment van een gunstige chemische samenstelling. Het fossilisatieproces wordt wezenlijk beïnvloed door de druk, de temperatuur en de minerale oplossingen die in het sediment rouleren. De beste kans om te fossiliseren hebben organismen met harde delen, zoals een schelp of een skelet. Overblijfselen van organismen die op het land leefden, staan sterk bloot aan weersinvloeden en erosie. In zee vindt vaak een snellere afzetting plaats van sediment. Dit bevat een schat aan organismen. 36

38 De meeste fossielen hebben veranderingen ondergaan. De harde delen van veel organismen hebben een dusdanige chemische samenstelling dat ze in evenwicht zijn met de gesteenten en het milieu waarin ze voorkomen. Echte fossielen zijn bijzonder zeldzaam, vooral als ze uit oudere geologische periodes komen. Met echte fossielen wordt bedoeld dat het fossiel direct geconserveerd is door bevriezing, looiing (veenlijk), pekelen of opsluiting in barnsteen (hars). Veel vaker vinden we fossielen in de vorm van afdrukken van de oorspronkelijke vorm van het lichaam, tevens de afdruk van de binnenste of buitenste sculptuur in het omliggende gesteente. Het omhulsel of het skelet van het organisme is vaak tijdens de fossilisatie opgelost en vervangen door fossilisatiemineralen, die gewoonlijk op volmaakte wijze het oorspronkelijk aanzicht van het omhulsel kopiëren en een afgietsel vormen. Verstening vindt plaats als organische resten worden doordrenkt met het vocht dat door de aardlagen heen sijpelt, waarin mineralen zijn opgelost en er een vaste vulling ontstaat. Fossielen die op deze manier zijn gevormd, kunnen weliswaar de uiterlijke vorm van het organisme behouden, maar het fijne detail kan verloren zijn gegaan. Als alle poriën in het materiaal worden opgevuld met zoutoplossing, wordt er gesproken van mineralisatie. Hierbij wordt de oorspronkelijke vorm niet veranderd, maar de botten zijn hierdoor echter wel zwaarder en sterker. Levende organismen bestaan uit koolstofverbindingen en veel fossielen van bijvoorbeeld planten en vissen zijn bewaard als een dunnen koolstoffilm. Dit komt doordat tijdens het fossilisatieproces organische bestanddelen worden afgebroken, gassen verdwijnen en het koolstofgehalte van het organisme toeneemt. De bekende verkoolde fossielen zijn de fijne varens en andere planten uit de koollagen uit het Carboon, herkenbaar aan de donkere kleur. Fossielen kunnen ook sporen zijn die een organisme heeft achtergelaten. Loopsporen en kruipgangen zijn dergelijke fossielen, die aangeven waar de betreffende schepselen hebben geleefd. Er kan waardevolle informatie aan worden ontleend, zoals hoe groot een dier was en hoe het zich bewoog. Tot fossielen rekenen we niet vormen van anorganische oorsprong, zoals dendrieten, die de indruk maken van prachtig behouden gebleven plantenafdrukken. Dit worden wel pseudofossielen genoemd. Fossielen en evolutie Onze kennis van de evolutie is grotendeels gebaseerd op wat fossiele vondsten vertellen. Hieruit valt niet alleen een totaalbeeld van de evolutie af te leiden, maar we kunnen ook de ontwikkeling van sommige afzonderlijke groepen tot in de details volgen. Evolutie is geen geleidelijk voortschrijdend proces, maar heeft plaats in series expansieve ontwikkelingen, die vaak gepaard gaan met massale uitsterving. De drijvende krachten achter de evolutie zijn mutatie en selectie, die zich voordoen onder invloed van het milieu. De verbazingwekkende verscheidenheid aan hedendaagse levensvormen is tot een klein aantal algemene bouwplannen terug te leiden. Maar hoe verder we terug gaan in de tijd, des te sterker zien we verschillen in structuren met de in onze tijd levende vormen. De vroegste levensvormen waren eenvoudige organismen zonder harde delen. Die weinig kans hadden te fossiliseren. 37

39 Planten Planten zijn autotrofe organismen die in staat zijn om voedingsstoffen op te nemen, te groeien, zich te vermenigvuldigen en te reageren op het milieu. Ze kunnen eenvoudige anorganische stoffen veranderen in organische stoffen door fotosynthese. Bij deze chemische reactie ontstaan met behulp van groen chlorofyl en zonne-energie in de plant organische stof en zuurstof uit water en koolstofdioxide. Zonder fotosynthese zou op aarde geen leven mogelijk zijn zoals wij dat kennen. Groene planten vormen de eerste voeding voor herbivoren en indirect voor carnivoren. De ontwikkeling van dieren is afhankelijk van de ontwikkeling van groene planten, als leveranciers van voeding en zuurstof. Tegen het einde van het Perm bevatte de atmosfeer slechts 3% vrije zuurstof (tegenwoordig 21 %). Het grootste aandeel in de verrijking van de atmosfeer met zuurstof in die tijd schrijven we toe aan eenvoudige organismen: blauwwieren en algen. Er werd geleidelijk een ozonlaag in de atmosfeer gevormd, die net als water de korte golflengten van het spectrum van de zonnestraling absorbeerde. Zo kregen organismen, die tot dan toe slechts in het water leefden, de kans zich ook naar het land te verplaatsen. De verhoging van het zuurstofaandeel in de atmosfeer beïnvloedde de evolutie op aarde. Het plantenleven is altijd de basis voor het dierenleven geweest. Fossiele planten zijn echter minder talrijk, zodat het leven van de planten in het verleden minder goed bekend is. Planten met bloemen zijn in de geschiedenis van het plantenleven op aarde nog niet zo lang geleden verschenen. De coniferen zijn al wat ouder, maar het oudst zijn de eenvoudige planten die niet bloeien, zoals levermossen en mossen. Samen met de varens en hun verwanten vertellen deze overlevenden uit een ver verleden ons hoe planten geëvolueerd zijn. Levermossen De primitiefste landplanten zijn de levermossen. Levermossen hebben primitieve wortels, maar weinig bescherming tegen vochtverlies. Daarom groeien ze alleen waar het vochtig is, bijvoorbeeld bij bronnen of langs beken. Mossen Hoewel mossen waarschijnlijk zijn geëvolueerd uit een eenvoudige voorouder die op levermos leek, zijn ze veel beter bestand tegen droogte. Mossen komen veel voor in bossen, in de schaduw of op takken die veel regen krijgen. Sommige mossen groeien zelfs op daken, waar het in warme zomers wel erg droog wordt. Dat droge weer overleven de mossen. Ze gaan in een toestand van rust, die men cryptobiose noemt. Als je een bosje droog mos vindt en een paar jaar bewaard in een droge, luchtdichte pot, komt het weer tot leven. Een bijzondere groep binnen de mossen zijn de veenmossen, die water kunnen opzuigen als een spons. Neem je een pluk veenmos op, dan voelt het zwaar en nat aan. Maar als je het met je handen uitwringt, loopt het water eruit en worden de mosplantjes licht en donzig. 38

40 Varens en aanverwante Veel varens groeien, net als mossen, op vochtige beschaduwde plaatsen. Varens zijn in de evolutie van de landplanten nog een stuk verder gegaan: ze hebben echte wortels en hun bladeren zijn veel beter beschermd tegen vochtverlies. Ook zijn hun stengels verstevigd met houtachtig materiaal en hebben speciale kanaaltjes om water naar boven te vervoeren. Daardoor kunnen varens veel hoger worden dan mossen. Omdat geen enkele plant zonder licht kan, hebben de hoogste meer succes ze kunnen hun concurrenten immers overschaduwen. Mossen en levermossen kunnen in die voortdurende concurrentie slechts overleven doordat ze het hebben leren stellen met minder licht. De grootste levende varens zijn de boomvarens in een aantal tropische en subtropische wouden. Het zijn elegante reuzen die lijken op slanke palmbomen, maar dan met typische varenbladeren. In vergelijking met andere bomen uit het regenwoud zijn boomvarens heel klein en als ze alleen staan worden ze amper 18 meter hoog. Met flink wat andere bomen eromheen kunnen ze wel 25 meter hoog worden. Varens hebben de voordelen van het groot zijn niet zo snel gebruikt, maar hun aanverwanten wolfsklauwen en paardenstaarten boekten er ooit veel succes mee. Ongeveer 350 miljoen jaar (Carboon) geleden was een groot deel van het land bedekt met een dicht moeraswoud van reusachtige wolfsklauwen en paardenstaarten van 40 meter en hoger. Dergelijke planten bestaan ook nu nog, maar de wolfsklauwen zijn nu amper een paar centimeters hoog, terwijl paardenstaarten zelden hoger dan een meter worden. Zodra die reusachtige bomen een bepaalde hoogte hadden, konden ze in de moerasgrond niet meer overeind blijven. Ze vielen om en begonnen te verrotten. Maar slechts gedeeltelijk omdat ontbinding onder water niet snel gaat. Duizenden jaren lang vielen steeds meer van die bomen en werd een dikke laag halfrotte stammen opgebouwd. Onder het gewicht van de nieuwe lagen erboven, werden ze geleidelijk samengedrukt en kleurden ze zwart. Die boomstammen zijn wat wij nu steenkool noemen. In het Krijt ontstonden bedektzadige planten, die zich zeer snel ontwikkelden. Hun zaad is door een vruchtdoos beschermd. 39

41 Dieren Ammonieten en belemnieten De ammonieten behoren, samen met de belemnieten, de inktvissen en de nautilus, tot de koppotigen. Deze groep koppotigen vormen tezamen met de slakken en schelpdieren de grote groep van weekdieren. De kop en de poten vormen bij de koppotigen een eenheid. Het schild is gekenmerkt door regelmatige schelpkamertjes, waar een kanaal doorheen loopt. De kamertjes waren gevuld met gas. Het lichaam van het weekdier bevond zich in de laatste grote winding die men woonkamer noemt. Ammonieten leefden vanaf het Devoon tot het Krijt. De schelpvorm varieerde van sterk gewonden tot losjes spiraalvormig, van glad tot sterk geribbeld. Sommige soorten leefden aan het zee-oppervlak, andere waren bodemdieren. Belemnieten zijn koppotigen zonder uitwendige schaal. Bij deze groep groeit het weke lichaam over de inwendige schaal heen. Er zijn belemnieten gevonden met een schaal van meer dan een meter lang. De meeste waren een stuk kleiner. Wat je als fossiel hiervan terugvindt is een hard, puntig, sigaarvormig voorwerp; het staartstuk. Zie tekening. Brachiopoden Brachiopoden worden vaak schelpen genoemd. Daarmee worden de brachiopoden op één hoop gegooid bij de tweekleppige mollusken (bijvoorbeeld de kokkels op onze stranden). Bij de tweekleppigen zijn de beide kleppen doorgaans elkaars spiegelbeeld, maar is elke klep op zich meestal asymmetrisch: er is een voor- en achterkant. Daarentegen zijn de kleppen van de brachiopoden ongelijk, maar wel symmetrisch: er is een boven klep en een onderklep. De onderste klep is doorgaans groter dan de bovenklep. Meestal heeft hij een opening, al of niet afgesloten, in het over de klep heen stekende deel. Door dit gat steekt een steel, waarmee het dier zich aan de bodem of steen vasthechtte. De inwendige bouw van brachiopoden is totaal anders dan bij de mollusken. Wel zijn beide groepen filter feeders, dat wil zeggen dat zij zich voeden door voedselrijk water op te nemen. Zij ontdoen dit van nuttige bestanddelen en scheiden dat weer uit. Brachiopoden doen dit met behulp van een trilhaarkrans met tentakels die om de mondopening staan. 40

42 Dinosaurussen Het Trias was een relatief korte periode waarin er veel veranderde in het leven van de reptielen. Heel wat soorten reptielen ontwikkelden zich uit de soorten van het Perm. Ze kregen twee kleine, maar duidelijke slagtanden in hun bovenkaak. Op den duur kregen ze poten ónder hun lichaam, in plaats van aan weerszijden van hun lichaam. Toen het Jura startte, waren de dinosaurussen echt op aarde verschenen. Ze hadden allerlei soorten en maten. Groot, klein, met stekels of platen op hun rug, met lange nekken en kleine koppen, vleeseters en planteneters. De dinosaurussen kenden hun grootste bloeiperiode tijdens het Krijt, miljoen jaar geleden. Vijfenzestig miljoen jaar geleden stierven de dinosaurussen plotseling uit. Het is onmogelijk te zeggen of ze in een paar maanden uitstierven of in een duizenden jaren. Maar het is wel zeker dat ze volledig zijn uitgeroeid. Ze waren meer dan 100 miljoen jaar succesvolle dieren. 41

43 Insecten Tijdens het Carboon kwamen al vele soorten insecten voor. Dit had onder andere te maken met de ontwikkeling van het plantenleven en andere diersoorten. Afgezien van enkele geïsoleerde plaatsen is het aantal fossiele insecten vrij klein. Dit is te wijten aan de afwezigheid van geschikte omstandigheden voor conservering. Het zachte lichaam van de insecten ging snel tot ontbinding over als het niet vlug werd afgedekt door sediment. Soms worden fossiele insecten in barnsteen gevonden. Deze insecten zijn in een druppel (boom)hars terechtgekomen, welke in de loop van de tijd versteend is. Het uitwendige lichaam is dan doorgaans geheel intact gebleven. vlieg in barnsteen Andere insecten zijn bewaard gebleven in platig kalk. Bijvoorbeeld de libellenlarve. Deze larve leefde, net als de recente libellenlarven, op de bodem van rivieren, meren en plassen, waar hij jaagde op kleine dieren. libel 42

44 Koralen Koralen behoren tot de holtedieren. Kenmerkend is het holle lichaam met daarin een skelet van geplooide bladen. In het bovenste gedeelte bevindt zich een kelkje waar de tere poliep zich kan terugtrekken. Koralen leven meestal in kolonies en kunnen zo enorme koraalriffen opbouwen. Men onderscheidt drie soorten koraalriffen: strandriffen, barrièreriffen en atollen. Strandriffen groeien in ondiep water vlakbij de kust. Barrièreriffen lopen ook evenwijdig aan de kust maar zijn daarvan gescheiden door een diep kanaal. Atollen zijn ringvormige koraaleilanden die een centrale lagune omsluiten. In de zuidelijke Pacific treft men er duizenden van aan. Ze liggen soms honderden of duizenden mijlen van de dichtstbijzijnde kust en hun steile buitenrand daalt tot in de diepte van de oceaan. Koralen zijn bekend sinds het Ordovicium. Mammoeten De mammoet stierf zo'n jaar geleden uit. Doordat het na de laatste ijstijd steeds warmer werd nam het aantal mammoeten sterk af en omdat de vroege mens ook nog eens op mammoeten joeg stierf de mammoet uit. Het langst hield hij het uit in Siberië. De mammoet was een bewoner van de toendra en de koude steppe. Gedurende bepaalde periodes was de Noordzee land. De mammoetkies uit de kist is aan land gebracht door vissers. Over de mammoet is bijzonder veel bekend. Dat is te danken aan heel veel vondsten. In de poolstreken zijn complete bevroren mammoeten gevonden. Het is een niet al te grote olifant. De mammoet kon goed tegen kou, hij had een langharige vacht en kleine oren. Het voedsel bestond 's zomers uit verschillende soorten grassen. In de winter at hij voornamelijk kleine bomen. De kies is met slurf en stoottanden kenmerkend voor de mammoet. De kies bestaat uit een groot aantal lamellen (plaatjes). In elke kaakhelft heeft de mammoet één kies in gebruik: deze slijt na verloop van tijd af. Achter de oude kies groeien nieuwe lamellen aan die de versleten vervangen. Een mammoet kan zo in elke kaakhelft 6 kiezen afwerken. De mammoetkies uit de kist is gevonden bij de Doggersbank en is afkomstig uit het Kwartair (pleistoceen) 43

45 Het reeds afgesleten gedeelte van de kies is met onderbroken lijnen weergegeven. Duidelijk is dat de voorste lamellen reeds grotendeels zijn afgesleten, terwijl de achterste lamellen nog 'in de maak zijn'. Mioceengruis Het mioceengruis dat in de kist zit is afkomstig uit een midden-miocene (Tertiair) afzetting bij Miste, een plaatsje ten zuiden van Winterswijk. In 1967 werd onder een weiland aldaar een uitzonderlijk fossielrijke laag aangetroffen. Deze mariene afzetting bevindt zich tussen de 2 en 4 meter diepte en bestaat uit zandige sedimenten. Wanneer dit sediment gezeefd en gespoeld wordt, bestaat het restant bijna volledig uit fossieltjes. Vooral schelpen en slakken, met een grote verscheidenheid aan vormen, is tussen het gruis te vinden. Goed is te realiseren hoe het gruis daar terecht is gekomen. Vroeger was op die plaats namelijk zee en zo is het daar gekomen. In het midden-mioceen (ca. 15 miljoen jaar geleden) was de soortenrijk op de vindplaats vier maal zo groot als nu in de huidige Noordzee. Dit komt omdat 15 miljoen jaar geleden het klimaat in Nederland subtropisch was. Behalve mollusken worden vaak aangetroffen: haaientandjes, werveltjes van beenvissen, zeeegelstekels, koraaltjes en een grote groep zeer kleine organismen, de foraminiferen. Stekelhuidigen De meest voorkomende stekelhuidigen die men nu nog in de zeeën kan aantreffen zijn de zeelelies, zeesterren, slangsterren, zee-egels en zeekomkommers. Kenmerkend voor stekelhuidigen is dat ze een in de huid gelegen skelet hebben met een vijfzijdige symmetrie en een inwendig watervaatstelsel van vijf radiale kanalen. Ze hebben een mond- en een anale opening, die soms aan weerszijden, soms aan dezelfde kant van het lichaam liggen. Zeelelies zijn stekelhuidigen welke uitsluitend in de zee aan de bodem zijn vastgehecht. Op de tekening zijn 3 gedeelten te onderscheiden.: 1 de armen waarmee het voedsel naar de mond gebracht wordt 2 een komvormig lichaam met daarin de vitale organen 3 de steel om zich op de zeebodem vast te hechten. Het fossiel uit de kist geeft een doorsnede van een zeelelie. De oudste bekende zeelelies zijn afkomstig uit het Ordovicium. De meeste soorten waren aan het eind van het Trias uitgestorven. Zee-egels zijn stekelhuidigen met een lichaam omhuld door een schaal, zonder armen of steel. De vorm van de schaal kan uiteenlopen, van bol tot halfbol, van kegelvormig tot schijfvormig. Zoals bij alle dieren is de kalkige schaal het enige dat goed fossiliseert. Dit skelet wordt gevormd door een groot aantal kalkige plaatjes die stevig met elkaar verbonden zijn. Fossiele zee-egels zijn zelden compleet met stekels. Meestal vindt men de schaal en de stekel apart. De oudste bekende zee-egels zijn afkomstig uit het Ordovicium. 44

46 Trilobieten Trilobieten worden door fossielenverzamelaars overal ter wereld gezocht. Zij behoren tot een groep primitieve geleedpotigen die van het Cambrium tot het Perm (het Paleozoïcum) geleefd hebben. Zij ontlenen hun naam aan de driedelige opbouw van hun lichaam: kopschild, rugschild en staartschild. Op het kopschild bevinden zich de samengestelde ogen, een opzwelling in het gezichtscentrum en de gezichtsnaden. De gezichtsnaden scheiden de twee beweegbare zijkanten van het schild van het centrale gedeelte. Het staartschild bestaat uit segmenten die met elkaar verbonden zijn. Het aantal segmenten varieert van 2 tot 20. Aan de onderkant zijn bij elk segment twee aanhangsels te onderscheiden. De oudste fossiele trilobieten die men kent, zijn afkomstig uit het Cambrium. In het Ordovicium neemt hun aantal sterk toe en in het Siluur kwamen zij in grote getale voor. In het Devoon begint het al af te lopen en in het Carboon waren er nog maar twee families over die op hun beurt uitstierven aan het eind van het Perm. Vissen Aan het eind van het Siluur ontstonden de eerste, echte (kaak)vissen. Deze vissen waren meer of minder gepantserd, vooral rond de kop. De oudste soorten leefden in zoet water. Tijdens het Devoon trokken veel soorten naar zee en ontwikkelden zich daar verder. Al eerder, in het Ordovicium, ontstonden de pantservissen. Maar aangezien deze geen kaken hadden, worden ze niet bij de vissen ingedeeld, maar bij de groep kaaklozen (net als de hedendaagse prikken). In het Devoon en het Carboon verschenen de voorouders van de haaien en hun verwanten, de roggen en zeekatten. Roggen zijn afgeplatte, aan een leven op de zeebodem aangepaste haaien. De Cladoselacha op de afbeelding is een voorbeeld van zo n primitieve haai. De Mustelus is een haai die recentelijk voorkomt. De thans over de hele wereld verspreidde groep van echte beenvissen is miljoen jaar geleden ontstaan. Alle beenvissen hebben een volledig verbeend skelet. Tijdens het Mioceen, toen de zeeën steeds verder terugweken, veroverden de vissen langzaam maar zeker het zoete water opnieuw. 45

Opdracht 1 De Tijdlijn

Opdracht 1 De Tijdlijn 590 miljoen Opdracht 1 De Tijdlijn Kleurpotloden Door het werk van geologen is veel duidelijk geworden over planten en dieren die vroeger leefden. Om het overzichtelijk te maken werden ze ingedeeld in

Nadere informatie

Galerij van de Evolutie

Galerij van de Evolutie Galerij van de Evolutie Werkblad Niveau 3 RODE DRAAD 1) De galerij van de evolutie leidt je in 6 hoofdstukken van het prille leven tot de huidige tijd. Uiteraard beperkt evolutie zich niet tot deze 6 periodes

Nadere informatie

TIJDLIJN. Een reis door de geschiedenis

TIJDLIJN. Een reis door de geschiedenis De OERKNAL! Wetenschappers denken dat zo n 13,7 miljard aardse jaren geleden alles in het heelal samengeperst was tot een gloeiend heet punt. Tijdens een enorme oerexplosie ontstonden uit dat punt materie

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz. Door: Oscar Zuethoff Groep 6b - Meneer Jos & Ingrid Februari 2008 Inhoud Inleiding blz. 3 Wat is een fossiel? blz. 4 Hoe fossielen ontstaan blz. 5 Fossielen van zacht weefsel blz. 6 Zeedieren blz. 7 De

Nadere informatie

Lesbrief T. rex voedselweb

Lesbrief T. rex voedselweb Lesbrief T. rex voedselweb Doelgroep: Groep 4 t/m 8 Lesduur: ± 45 minuten Leerstofgebied: Wereldoriëntatie Werkvorm: Zelfstandig Doel van de opdracht: Het ontdekken dat niet alle dinosauriërs in dezelfde

Nadere informatie

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief

Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius. Lesbrief Onder onze voeten Schoolbezoek Min40Celsius Lesbrief Lesbrief Onder onze voeten U gaat met uw klas een bezoek brengen aan Min40Celsius, aan de hand van deze lesbrief kunt het bezoek (kort) voorbereiden.

Nadere informatie

Onze bijzondere planeet De aarde is een bijzondere planeet. Er zijn in het heelal veel meer planeten. Leven op onze planeet is mogelijk door de zon.

Onze bijzondere planeet De aarde is een bijzondere planeet. Er zijn in het heelal veel meer planeten. Leven op onze planeet is mogelijk door de zon. Project Dieren C- verrijking week 1 Info plus Algemeen Tijdbalk Het is heel moeilijk om je voor te stellen hoe lang geleden de aarde is ontstaan. Hoe lang duurde het voordat het eerste leven ontstond?

Nadere informatie

Dinosauriërs. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Wat is een dinosauriër?

Dinosauriërs. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Wat is een dinosauriër? Dinosauriërs Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wat is een dinosauriër? 3. Wanneer leefden de dinosauriërs? 4. Waar leefden dinosauriërs? 5. Hoe leefden de dinosauriërs? 6. Waarom waren de dinosauriërs zo groot?

Nadere informatie

Vissen op prehistorische botten

Vissen op prehistorische botten Doel Materialen Vak Niveau Duur Werkwijze Veldwerktip De leerlingen kunnen: vertellen hoe de Noordzee er 10.000 jaar geleden uitzag, vertellen waarom er botten van prehistorische zoogdieren in de Noordzee

Nadere informatie

Kosmische Vertellingen

Kosmische Vertellingen Kosmische Vertellingen Het Ontstaan van het Zonnestelsel De Klok van de Tijdperken Handleiding voor het werken met de Klok van de Tijdperken Kosmische Vertellingen Het Ontstaan van het Zonnestelsel De

Nadere informatie

Leskist THEMA-handleiding Fossielen onderzoeken Groep 7 en 8

Leskist THEMA-handleiding Fossielen onderzoeken Groep 7 en 8 BuitenWijs samen sterk in NME BuitenWijs brengt mensen actief met het buiten in aanraking, zodat zij wijs omgaan met hun eigen leefomgeving Leskist THEMA-handleiding Fossielen onderzoeken Groep 7 en 8

Nadere informatie

DINOSAURIËRS. Marthe Terny

DINOSAURIËRS. Marthe Terny DINOSAURIËRS Marthe Terny 1. INLEIDING Ik hou mijn spreekbeurt over dinosauriërs, omdat ik dit een erg leuk en interessant onderwerp vind. We weten al veel over de dinosauriërs, maar nog niet alles. Ik

Nadere informatie

Beestige bundel van: 1

Beestige bundel van: 1 Beestige bundel van: 1 2 Ordening van organismen organisme = een levend wezen, iets wat leeft. Er zijn meer dan anderhalf miljoen soorten organismen. Om een overzicht te krijgen worden deze organismen

Nadere informatie

Werkbladen Voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Werkbladen Voortgezet onderwijs. Naam leerling: Werkbladen Voortgezet onderwijs Naam leerling: Inhoud: Uitleg werkblad Dit werkblad hoort bij de film Giganten uit de IJstijd. Een film die je meeneemt naar de laatste ijstijd, zo n 116.000 tot 10.000

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 4-5-6 Voorbereiding post 2 Hap, ik heb je! Groep 4-5-6 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Hap, ik heb je! voor groep 4, 5 en 6. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 7-8 Voorbereiding post 2 Hap, ik heb je! Groep 7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Hap, ik heb je! voor groep 7 en 8. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel Opruimen

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Papier recyclen. Inlage

Papier recyclen. Inlage Inlage A1 Papier maken Voor deze opdracht heb je de volgende materialen nodig: A - 1 Drielenzige loep B - 3 Bladen viltpapier C - 1 Reinigingsdoek D - 1 Zeef E - 1 Scheprand F - Stapel oude kranten G -

Nadere informatie

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw

Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw Verwerkingsles biodiversiteit onderbouw Doelen: Kinderen weten dat sommige dieren, zoals kikkers en vlinders, gedaanteverwisselingen doormaken tijdens hun leven Kinderen ontdekken dat rupsen en vlinders

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. Een erfelijke ziekte

Examentrainer. Vragen. Een erfelijke ziekte Examentrainer Vragen Een erfelijke ziekte FH is een erfelijke ziekte die het gevolg is van een mutatie in een bepaald gen. FH-patiënten hebben te veel cholesterol in hun bloed. Cholesterol zet zich vast

Nadere informatie

Het houden en maken van een Spreekbeurt.

Het houden en maken van een Spreekbeurt. Het houden en maken van een Spreekbeurt. 1 Spreekbeurt (10 15 minuten) Hier kun je zien hoe je je werkstuk en spreekbeurt moet maken en welke eisen er worden gesteld. 1. Kies een onderwerp 2. Maak over

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Lente

Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Zandspoor Opdrachtkaarten Lente Je onderzoekt straks in het duingebied allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten in de

Nadere informatie

Lespakket Strandvondsten

Lespakket Strandvondsten Lespakket Strandvondsten Instructieblad groep 1 & 2 Inhoud pakket - Achtergrondinformatie vindt u op www.rotterdam.nl/lesmateriaalnatuuronderwijs - Instructieblad groep 1 & 2 - Materialen van het pakket:

Nadere informatie

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE

LESPAKKET ORDENING EN EVOLUTIE LESPAKKET ORDENING VMBO EN EVOLUTIE Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK KENMERKEN Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie

Nadere informatie

Antwoorden Biologie Thema 5

Antwoorden Biologie Thema 5 Antwoorden Biologie Thema 5 Antwoorden door een scholier 697 woorden 9 juni 2003 6,8 323 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Opdracht 1 1. Het fenotype zijn de zichtbare

Nadere informatie

WELKOM. KOO Wat? Waarom? Hoe? Ouders?

WELKOM. KOO Wat? Waarom? Hoe? Ouders? WELKOM KOO Wat? Waarom? Hoe? Ouders? GESCHIEDENIS KOO 21 e Eeuw Wij leven en leren in de 21 e eeuw! Dat heeft alles te maken met de doelen die we willen bereiken: -Mensen die keuzes kunnen maken. -Mensen

Nadere informatie

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op www.groenewiel.nl/biodiversiteit.

Speluitleg: Gebruik bij de speluitleg het bestand Hoe wordt het spel gespeeld op www.groenewiel.nl/biodiversiteit. 1 IN HET KORT Doel van de les: De kinderen worden zich bewust van de verbanden tussen soorten. Dit gebeurt doordat ze beseffen dat de roofvogel niet alleen een boom en een merel of lijster nodig heeft,

Nadere informatie

Te veel, te rijk, te weinig. Waterpark Lankheet

Te veel, te rijk, te weinig. Waterpark Lankheet Waterpark Lankheet Erfgoed/NME project voor groep 8 Handleiding leerkracht Opdrachtgever: Waterpark Lankheet en Commissie Culturele Vorming Haaksbergen Bronmateriaal: Waterpark Lankheet/Historische Kring

Nadere informatie

Lesbrief Slakkenevolutiespel 1

Lesbrief Slakkenevolutiespel 1 Slakkenevolutiespel 1 Doelgroep: Groep 5 t/m 8 Lesduur: Werkvorm: Leerstofgebied: ± 15 minuten Klassikaal Wereldoriëntatie Doel van de opdracht: Het begrijpen waarom slakken verschillende kleuren hebben

Nadere informatie

dieren in de dierentuin

dieren in de dierentuin dieren in de groep 4-5 Geachte leerkracht, Dit lespakket ondersteunt u bij het voorbereiden van uw schoolreisje naar Burgers Zoo. Daarnaast kan het ook prima worden ingezet als u een thema over en of exotische

Nadere informatie

Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze

Opmerking voor de docent. Dieren determineren. Werkwijze Opmerking voor de docent. Verspreid door het lokaal ongeveer 30 dieren met een nummer en de naam van de soort. Gebruik preparaten, opgezette dieren eventueel platen. Vermeld eventueel bij het dier enkele

Nadere informatie

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op?

Aanwijzing: Lees de verhalen op de borden boven de kist goed; er staan aanwijzingen op. Kijk goed in de kist. Valt je daar iets bijzonders op? Ondergronds Opdrachten groepen 5, 6 en 7 In Ondergronds gaan kinderen aan de slag als een echte archeoloog. Ondergronds is een reconstructie van een archeologische opgraving. De leerlingen werken met echte

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 HET ONTSTAAN VAN HET LEVEN OP AARDE BLZ 3. HOOFDSTUK 3 DE VELOCIRAPTOR BLZ 5. HOOFDSTUK 4 DE SPINOSAURUS BLZ 6.

HOOFDSTUK 1 HET ONTSTAAN VAN HET LEVEN OP AARDE BLZ 3. HOOFDSTUK 3 DE VELOCIRAPTOR BLZ 5. HOOFDSTUK 4 DE SPINOSAURUS BLZ 6. INLEIDING BLZ 2. HOOFDSTUK 1 HET ONTSTAAN VAN HET LEVEN OP AARDE BLZ 3. HOOFDSTUK 2 DE IRRITATOR BLZ 4. HOOFDSTUK 3 DE VELOCIRAPTOR BLZ 5. HOOFDSTUK 4 DE SPINOSAURUS BLZ 6. HOOFDSTUK 5 TYRANOSAURUS REX

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Het rijk van de dieren

Het rijk van de dieren BASISSTOF 6 1 vwo gymnasium Het rijk van de dieren thema 4 Ordening opdracht 20 Beantwoord de volgende vragen. 1 Heeft een cel van de zuidelijke boommiereneter (zie afbeelding 33) een celkern? En een celwand?

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS. College 2 Ontwikkeling van het leven in de zee

EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS. College 2 Ontwikkeling van het leven in de zee EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS College 2 Ontwikkeling van het leven in de zee PROGRAMMA 1. Aarde en Kosmos, van Big Bang tot Oersoep 2. Ontwikkeling van het leven in zee 3. Verovering van het land 4.

Nadere informatie

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?! Evolutie, wat is dat nu feitelijk?! Heb je je wel eens afgevraagd waarom er zo veel verschillende soorten vlinders, vogels of vissen zijn? Waarom is er niet gewoon één soort van die dieren? Er is toch

Nadere informatie

Werkstuk Biologie De ordening van het leven

Werkstuk Biologie De ordening van het leven Werkstuk Biologie De ordening van het leven Werkstuk door Jonathan 1383 woorden 7 juni 2016 7 6 keer beoordeeld Vak Biologie Inleiding In dit werkstuk ga ik vertellen over de ordening van het leven. Ordening

Nadere informatie

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN

INHOUD DE TIJDSWINKEL. groep 3-4 HOE MENSEN IN VERSCHILLENDE TIJDEN LEVEN ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen. De

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO BIJZONDERE SCHATTEN De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom komt er een uitbreiding

Nadere informatie

Fossielen uit de Noordzee.

Fossielen uit de Noordzee. Lesbrief websessie Fossielen uit de Noordzee. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8 Inhoud lesbrief 1. Introductieles 2. Beschrijving websessie 3. Afsluiting Tijdbesteding

Nadere informatie

Opdrachtkaarten Herfst

Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Zandspoor Opdrachtkaarten Herfst Je gaat in het duingebied onderzoek doen naar allerlei dingen die met zand te maken hebben. De materialen die daarvoor nodig zijn, zitten

Nadere informatie

1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel?

1. In welke 4 rijken worden organismen ingedeeld? 3. wat is de functie van de celkern in een cel? Antwoorden door een scholier 1487 woorden 13 januari 2013 6 184 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie Thema 4 Ordenen 1 t/m 5 Opdracht 2 1. In welke 4 rijken worden organismen

Nadere informatie

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Dit kan nog gewijzigd worden!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Excursie Osnabrück, Thema ordening. Voorbereiding: Leerlingen downloaden de app zoo osnabruck audioguide (kan op Android en IOS) De app wordt in de klas geupdate zodat alle gebieden zijn te bekijken en

Nadere informatie

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren

Ordening. Bacteriën Schimmels Planten Dieren Ordening Bacteriën Schimmels Planten Dieren Bacteriën Kenmerken cellen: celwand geen celkern geen bladgroenkorrels eencellig planten zich voort door deling voeden zich meestal met dode resten van organismen

Nadere informatie

inhoud Inleiding Wat is een fossiel? Hoe ontstaan fossielen? Paleontologie Beroemde fossielen Pluskaarten Bronnen Colofon en voorwaarden

inhoud Inleiding Wat is een fossiel? Hoe ontstaan fossielen? Paleontologie Beroemde fossielen Pluskaarten Bronnen Colofon en voorwaarden Fossielen inhoud 1. 2. 3. 4. 5. Inleiding Wat is een fossiel? Hoe ontstaan fossielen? Paleontologie Beroemde fossielen Filmpje Pluskaarten Bronnen Colofon en voorwaarden 3 4 5 9 11 15 16 18 19 Inleiding

Nadere informatie

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 1-2-3

Voorbereiding post 2. Hap, ik heb je! Groep 1-2-3 Voorbereiding post 2 Hap, ik heb je! Groep 1-2-3 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 2: Hap, ik heb je! voor groep 1, 2 en 3. Inhoud: Algemeen Verhaal Spel Werkvel

Nadere informatie

Een reis door de tijd

Een reis door de tijd Naam: Een reis door de tijd Met dit werkblad maak je een reis door de tijd. In ongeveer drie kwartier loop je door 400 miljoen jaar. Er is dus geen tijd voor details. Je vindt het Pleistoceen en Holoceen

Nadere informatie

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels

Ordening. Planten Dieren Bacteriën Schimmels Ordening Planten Dieren Bacteriën Schimmels Indeling plantenrijk Indeling dierenrijk Planten Kenmerken plantencellen: celwanden celkernen bladgroenkorrels Wieren Sporenplanten Zaadplanten Wieren / Algen

Nadere informatie

2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar

2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar 14 C datering De techniek van werken met het verval van 14 C is afkomstig uit onderzoek naar de ouderdom van bepaalde fossielen. De halfwaardetijd van 14 C is 5730 jaar. Over dit onderzoek worden twee

Nadere informatie

Vakopdrachten. Opdracht Geschiedenis Londen. Voor geschiedenis moet je in het British Museum en in het Imperial War Museum opdrachten doen:

Vakopdrachten. Opdracht Geschiedenis Londen. Voor geschiedenis moet je in het British Museum en in het Imperial War Museum opdrachten doen: Vakopdrachten Opdracht Geschiedenis Londen. Voor geschiedenis moet je in het British Museum en in het Imperial War Museum opdrachten doen: Maak groepjes van twee of drie personen. Maak in het British Museum

Nadere informatie

Kaartenset ongewervelde dieren

Kaartenset ongewervelde dieren Kaartenset ongewervelde dieren Deze set met plaatjes is het eerste deel van de kaartjes met gewervelde- en ongewervelde dieren op. Ieder kaartje bevat een afbeelding van het dier in kwestie, met daarbij

Nadere informatie

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6

Doe- pad Watertorenweg. Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Doe- pad Watertorenweg Achtergrond informatie voor de begeleider. Groep 5-6 Colofon Deze lesbrief in opgesteld door De Hortus, Centrum voor Natuur en Mileu, in opdracht van de Gemeente Harderwijk. Wij

Nadere informatie

WERKBLAD mijn landschap

WERKBLAD mijn landschap WERKBLAD mijn landschap Hoe zie jij het landschap? Wat vind je mooi of belangrijk? Ga alleen of in groepjes aan de slag en maak - een presentatie op papier of digitaal - een gedicht, een verhaal of een

Nadere informatie

Prehistorie (van tot )

Prehistorie (van tot ) Prehistorie (van tot ) Oerknal of Big Bang We bekijken samen twee korte filmpjes. Waarover gaan deze filmpjes? - - Wat is de Oerknal? Maak een woordspin met alles waaraan jij denkt als je het woord Oerknal

Nadere informatie

1. Fossielen, dood of levend?

1. Fossielen, dood of levend? 1. Fossielen, dood of levend? Op veel plaatsen op aarde kun je fossielen vinden. Deze oeroude overblijfselen van organismen vertellen een deel van het levensverhaal van de aarde. Soms worden er planten

Nadere informatie

Een reis door de tijd

Een reis door de tijd Naam: Een reis door de tijd Met dit werkblad maak je een reis door de tijd. In ongeveer drie kwartier loop je door 400 miljoen jaar. Er is dus geen tijd voor details. Je begint beneden bij de 4D-globe.

Nadere informatie

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen Handleiding leerkracht Vogels in de klas Introductieles Inhoud in het kort Voor de groepen 5-6 bieden we, naast verbale activiteiten, een werkblad aan waarmee de leerlingen aan de slag gaan. In deze les

Nadere informatie

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. KB2 Tijdsinvestering: 45 minuten Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui. 1. Inleiding Een mol eet per jaar wel 50 kg wormen. Dat is veel, maar als je bedenkt dat in je

Nadere informatie

Arie Aardvarken. Lesbrief. Tips

Arie Aardvarken. Lesbrief. Tips Lesbrief Arie Aardvarken In Naturalis ontmoet u met uw groep Arie Aardvarken. Hij laat uw leerlingen ontdekken dat dieren heel handig in elkaar zitten. Het museumbezoek bestaat uit een interactieve rondleiding

Nadere informatie

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20

Aftekenlijst. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Aftekenlijst 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. Naam: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 Werkblad 1 Schematisch

Nadere informatie

Les 5 Een goede bodem

Les 5 Een goede bodem Pagina 1 Les 5 Een goede bodem 1 Bodemsoorten-/Composthooples Er zijn verschillende soorten grond in Nederland. Elke soort grond is anders. Sommige planten houden van arme, voedingsloze grond en anderen

Nadere informatie

Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal

Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal Lesbrief Beestjes tekenen naar verhaal Doelgroep: Groep 5 t/m 8 Lesduur: ± 45 minuten Leerstofgebied: Wereldoriëntatie, Kunstzinnige oriëntatie Werkvorm: Zelfstandig Doel van de opdracht: Het leren hoe

Nadere informatie

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN..

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN.. ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN.. DIT BOEKJE GAAT OVER ZADEN EN WAT ER MEE GEBEURT ALS JE ZE IN DE GROND STOPT Heb jij wel eens wat in de tuin gezaaid? ja / nee Misschien woon je in een huis zonder tuin

Nadere informatie

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden.

Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. KB0 Tijdsinvestering: 60 minuten Kleine beestjes Tijdstip: Deze activiteit kan in de lente, zomer of herfst en door alle groepen gedaan worden. 1. Inleiding Kleine beestjes vinden kun je overal en in elk

Nadere informatie

Arie Aardvarken. Lesbrief

Arie Aardvarken. Lesbrief Arie Aardvarken Lesbrief Arie Aardvarken Lesbrief In Naturalis ontmoet u met uw groep Arie Aardvarken. Hij laat uw leerlingen ontdekken dat dieren heel handig in elkaar zitten. Het museumbezoek bestaat

Nadere informatie

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw

Kwelder. Planten en zout water. Proefje. VO onderbouw Kwelder Proefje Doel: Materialen: Leerlingen weten dat alleen speciale planten tegen zout water kunnen. De leerlingen weten dat zout, water aantrekt. Hierdoor gaan de meeste planten door uitdroging dood

Nadere informatie

Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen. Evolutie: De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen. Evolutietheorie: Vanaf de 18 de eeuw. Het is niet te bewijzen, maar er zijn genoeg argumenten die

Nadere informatie

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden.

naam WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. WERKBLAD in de buurt van de school Bekijk de buurt waar de school staat. Probeer de vragen te beantwoorden. Ga het vragen. Zoek in boeken en op internet. Schrijf de antwoorden op. Zoek er plaatjes bij.

Nadere informatie

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE!

DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE! 1B DAT VERDIENT EEN BLOEMETJE! - Tuinbouw - "ik hoor en ik vergeet, ik zie en ik onthoud, maar ik doe en ik begrijp" Naam:... Klas:... 1 Probleem Binnen enkele weken is het weer infodag en de directie

Nadere informatie

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3 LEREN CLASSIFICEREN Classificatie van ongewervelde dieren Werkblad Niveau 3 In de tentoonstellingszalen van het museum krijg je een overweldigend beeld van de grote verscheidenheid aan dieren. Op basis

Nadere informatie

Werkbladen In NEMO. Zoeken naar leven. Naam. School. groep 7-8. Klas

Werkbladen In NEMO. Zoeken naar leven. Naam. School. groep 7-8. Klas Zoeken naar leven groep 7-8 Naam School Werkbladen In NEMO Klas Zoeken naar leven Wat is leven, wat is dood en wat is levenloos? Jij leeft, een plant leeft en een hond ook. Een steen leeft niet. Maar leeft

Nadere informatie

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: Gemiddelde: diepte 94 meter Oppervlak: 572.000 km2 Bodem: hoofdzakelijk zand Bewoners van de Noordzee Introductie Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: De Noordzee is natuurlijk

Nadere informatie

Museumexpeditie Werkboek 12-14 jaar

Museumexpeditie Werkboek 12-14 jaar Museumexpeditie Werkboek 12-14 jaar Naam: Inleiding Welkom in Natuurmuseum Fryslân. Wat leuk dat je ons museum bezoekt! Dit werkboekje leidt je rond door bijna het hele museum. Als je de bordjes van de

Nadere informatie

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam.

2. Maak met de 4 buizen een vierkant op de grond. Dit is het zoekraam. Opdracht 1. Gebruik je ogen goed. In het bos kun je van alles ontdekken! Komen er onder de bomen verschillende soorten insecten en of bodemdiertjes voor? Het beste bos 1. Materiaal tas 1: zoekraam, 1 schepje,

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE BIJZONDERE SCHATTEN LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS De haven van Rotterdam wordt te klein. Voor de in- en uitvoer van goederen is meer ruimte nodig in de haven. Daarom is

Nadere informatie

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9. Leven onder water inhoud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 4 3. Vissen 5 4. Kwallen 7 5. Zoogdieren 8 6. Schaaldieren 9 7. Stekelhuidigen 10 8. Zeewier 11 9. Weekdieren 12 10. Filmpje 13 Pluskaarten

Nadere informatie

Fossielen uit de Noordzee

Fossielen uit de Noordzee Fossielen uit de Noordzee Lesbrief websessie Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor klas 1 en 2 (VMBO/H/V) lesbrief Fossielen uit de Noordzee 1 Introductieles 2 Beschrijving websessie

Nadere informatie

W.O. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER

W.O. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER P ZEK NAAR DIN S! W.. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER Wat weten we reeds over dino s? We gebruiken vaak de afkorting dino's. Eigenlijk zeg je dinosaurussen of dinosauriërs. Dat betekent : reuzen hagedis.

Nadere informatie

Voorbereiding post 1. De kringloop van het water Groep 6-7-8

Voorbereiding post 1. De kringloop van het water Groep 6-7-8 Voorbereiding post 1 De kringloop van het water Groep 6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 1: De kringloop van het water, voor groep 6, 7 en 8. Inhoud: Algemeen

Nadere informatie

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!! Hoe maak ik in groep 8 een werkstuk? Jij gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in

Nadere informatie

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8)

antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8) antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal primair onderwijs (groep 7-8) onzichtbaar leven In dit document vindt u de vragen uit het Micropia-opdrachtenboekje voor de bovenbouw van het primair

Nadere informatie

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van LESPAKKET ECOLOGIE HAVO / VWO Naam Docent Klas LEKKER BEESTEN TUSSEN DE DIEREN Dierenrijk is onderdeel van WELKOM IN DIERENRIJK ELAND Om ervoor te zorgen dat je een leuke en leerzame excursie hebt, volgen

Nadere informatie

Galápagos-eilanden. Inleiding. Inhoudsopgave. 1. Algemeen

Galápagos-eilanden. Inleiding. Inhoudsopgave. 1. Algemeen Galápagos-eilanden Inleiding Ik wil mijn spreekbeurt graag houden over de Galápagos-eilanden. De Galápagos-eilanden liggen in de Stille Oceaan en zijn heel bijzonder omdat er dieren en planten leven die

Nadere informatie

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 4-5-6-7-8

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 4-5-6-7-8 Voorbereiding post 5 Iedere vogel zijn eigen plekje Groep 4-5-6-7-8 Welkom bij IVN Valkenswaard-Waalre Dit is de digitale voorbereiding op post 5: Iedere vogel zijn eigen plekje, voor groep 4 t/m 8. Inhoud:

Nadere informatie

Lesbrief online gastles. Een bek vol tanden. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8

Lesbrief online gastles. Een bek vol tanden. Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8 Lesbrief online gastles Een bek vol tanden Een kijkje achter de schermen van museum Naturalis voor groep 5, 6, 7 en 8 Inhoud lesbrief 1. Introductieles 2. Beschrijving uitzending Online gastles 3. Afsluiting

Nadere informatie

De Melkweg groep 3-4. Lesbeschrijving De Melkweg. Inleiding 15 minuten. 1 Bron: www.ruimtevaartindeklas.nl

De Melkweg groep 3-4. Lesbeschrijving De Melkweg. Inleiding 15 minuten. 1 Bron: www.ruimtevaartindeklas.nl De Melkweg groep 3-4 Als je naar de sterren kijkt, komen als vanzelf veel vragen op. Hoeveel sterren zijn er? Waar bestaan al die sterren uit? Hoe ver weg zijn ze? De sterren die wij vanaf de aarde zien,

Nadere informatie

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1:

lesbrieven water verzamelen avonturenpakket de uitvinders en de verdronken rivier leerlingen werkblad Lesbrief 1: lesbrieven leerlingen werkblad Lesbrief 1: water verzamelen Verhaal: De Uitvinders en De Verdronken Rivier Opdracht 1: Opdracht 2: Opdracht 3: Opdracht 4: Brainstorm over water Bouw een water-takel-kraan

Nadere informatie

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: * * * 2 Hoe kun je de naam van een organisme opzoeken?

Nadere informatie

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl

Noach. moest een ark gaan bouwen. 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl Noach moest een ark gaan bouwen 2009 Ans Heij - de Boer / www.bijbelidee.nl 1 2 De ark van Noach Vouw een ( bruin) vel karton dubbel. Vouw de beide zijkanten 3 cm om. Plak deze plakstroken (A) tegen de

Nadere informatie

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk? Hoe maak je een werkstuk? Je gaat een werkstuk maken. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp? Op deze vragen en nog vele anderen krijg

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2016 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-16-2-b Koraalriffen Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 42 tot en met 54. Bij

Nadere informatie

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd

een zee Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de van tijd een zee van tijd Werkblad Ω Een tijd geleden... Ω Les : Rendierjagers Rendierjagers De rendierjagers leefden in de prehistorie in ons land. Dat is de tijd voordat de mensen konden schrijven. Ze woonden niet op een vaste

Nadere informatie

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING

STERREN DANSEN OP DE MUUR WAT HEB JE NODIG? BOUWTEKENING STERREN DANSEN OP DE MUUR Als je op een onbewolkte avond naar de hemel kijkt zie je overal sterren. Net zoals je soms in wolken gekke figuren kunt ontdekken, kun je dat in sterren ook. Door lijnen te trekken

Nadere informatie

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten Herfst inhoud Herfst 3 1. Het weer 4 2. Overal blad 5 3. Zaden 6 4. Paddenstoelen 7 5. De eekhoorn 8 6. De egel 9 7. Insecten 10 8. Vogels op reis 11 9. Filmpje 12 Pluskaarten 13 Bronnen en foto s 15 Colofon

Nadere informatie

Geschiedenis van de aarde

Geschiedenis van de aarde Geschiedenis van de aarde Vragen bij de oefen- en zelftoetsmodule behorende bij hoofdstuk 25 van 'Biology', Campbell, 8e druk en de colleges 'Dynamische aarde'. november 2009 Inleiding Je moet weten: hoe

Nadere informatie

Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij.

Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij. GROND NADER BEKEKEN Opdracht 1. Kennismaken Leg in iedere cirkel op het werkvel iets van een grondsoort. Zet de naam van de grond erbij. We gaan de grondsoorten onderling vergelijken. De volgende vragen

Nadere informatie

DE RODE DRAAD VAN TWENTE

DE RODE DRAAD VAN TWENTE groep ERFGOEDEDUCATIE Het zinvol beleven van het erfgoed is een centraal begrip in de didactiek voor erfgoededucatie. Het werken met het erfgoed wordt gestuurd door het stellen van betekenisvolle vragen.

Nadere informatie