WONEN BELEIDSNOTA EN REGLEMENTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WONEN BELEIDSNOTA EN REGLEMENTEN"

Transcriptie

1 WONEN BELEIDSNOTA EN REGLEMENTEN

2

3 INHOUDSOPGAVE 5 Woord vooraf 7 Beleidsnota Wonen Provinciaal reglement betreffende het toekennen van een premie voor het uitvoeren van werken aan woningen tot het voorkomen van koolmonoxidevergiftiging 23 Provinciaal reglement betreffende het toekennen van een premie voor dakrenovatie en vochtbestrijding 27 Provinciaal reglement betreffende het toekennen van een starttoelage aan sociale verhuurkantoren met regionale werking 31 Provinciaal reglement voor het verbouwen, saneren en/of aanpassen van woningen voor kansarme huurders 35 Overgangsbepalingen in verband met het provinciaal reglement betreffende huisvesting dd. 17 oktober 1995 en latere wijzigingen 37 Bijlage BELEIDSNOTA WONEN 3

4

5 WOORD VOORAF Het grondwettelijk recht op wonen wordt in de Vlaamse Wooncode geconcretiseerd door het streven naar een toegankelijke en kwaliteitsvolle dienstverlening inzake huisvesting. De Wooncode herkavelde het huisvestingslandschap. De gemeente heeft hierin een centrale rol te vervullen door te werken aan een lokaal geïntegreerd woonbeleid in samenspraak met de verschillende huisvestingsactoren en aangereikte instrumenten om de woonkwaliteit te verbeteren. De provincie West-Vlaanderen speelt als intermediair bestuur telkens opnieuw en op een vernieuwende wijze in op de gewijzigde maatschappelijke noden. De provincie heeft tal van raakvlakken met het Vlaamse en lokale beleidsniveau en vervult in stijgende mate een sleutelrol in de toepassing van de Wooncode. Zij biedt haar kennis en diensten aan als bestuurlijke partner met als doel op aanvullende wijze een integraal huisvestingsbeleid mee gestalte te geven vanuit de eigenheid die haar kenmerkt. De provinciale beleidsnota wonen en de provinciale huisvestingsreglementen willen dan ook een antwoord bieden op twee belangrijke vragen. Op welke manier kan de provincie vanuit het intermediaire beleidsniveau eigen klemtonen leggen? Op welke manier kan de provincie meehelpen om de verdringing van de sociaal zwakkeren op de huisvestingsmarkt tegen te gaan? Dirk De fauw Gedeputeerde voor Welzijn BELEIDSNOTA WONEN 5

6

7 BELEIDSNOTA WONEN

8

9 De provincie als intermediair en streekbestuur stelt een doelmatig en geïntegreerd gebiedsgericht beleid voorop. Dit vertaalt zich ook op het vlak van het provinciaal woonbeleid. Het belang van het goed wonen binnen het totale welzijn van de burger werd reeds op diverse tijdstippen en vanuit de onderscheiden bestuursniveaus voor het voetlicht gebracht. Vooreerst werd door de Grondwetgever in de titel De Belgen en hun Rechten een artikel ingevoegd (artikel 23 in de gecoördineerde tekst), dat handelt over de zogenaamde sociale grondrechten. Het artikel stelt het principe voorop dat ieder het recht heeft een menswaardig leven te leiden en dat o.a. de wet en het decreet daartoe een aantal economische, sociale en culturele rechten waarborgen, waarvan het recht op een behoorlijke huisvesting er één is. Hoewel slechts een grondbeginsel dat nader dient ingevuld te worden door de gepaste wettelijke maatregelen is het niettemin betekenisvol te noemen dat dergelijke grondrechten, die eveneens in grondwetten van andere landen zijn opgenomen, tenslotte in de Belgische Grondwet werden opgenomen. In de Vlaamse Wooncode,die als grondwet voor het woonbeleid in Vlaanderen kan betiteld worden, is het centrale uitgangspunt het recht op een behoorlijke huisvesting voor iedere burger. Ook de provincie wil het recht op wonen voor iedereen helpen waar maken. Het uiteindelijk doel is de verwezenlijking van dit recht door het bevorderen van de beschikbaarheid van aangepaste woningen, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid. Hierbij wordt er reeds een aanzet gegeven in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen. In de beleidsdoelstellingen voor het wonen is er aandacht voor de sociale dimensie van de huisvestingsmarkt. Ruimtelijk vertaalt zich dit in het voorzien van ruimte voor sociale woningen.voorts is het streefdoel om zoveel mogelijk bestaande vergunde woningen te behouden en op te waarderen. Verschillende onderzoeken naar de kwaliteit van het Belgisch en Vlaams woningpatrimonium wijzen op een hardnekkig voorbestaan van 12 tot 15% slechte woningen, bestemd voor afbraak, hetzij grote en structurele renovatie. In het Vlaams gewest betekent dit om en bij de woningen. De meest recente studie over de woningkwaliteit is de peilingenquête Steekproefsgewijs werden woningen aan een uitwendig kwaliteitsonderzoek onderworpen. Uit dit uitwendig onderzoek blijkt dat Vlaanderen 11,8% woningen van slechte kwaliteit heeft. 68% van de woningen wordt bestempeld als zijnde van goede kwaliteit. BELEIDSNOTA WONEN 9

10 West-Vlaanderen telt ongeveer 64% woningen van goede kwaliteit.16,5% van de woningen wordt als slecht beoordeeld.hiermee doet West-Vlaanderen het slechter dan Vlaanderen.Vooral de arrondissementen Roeselare en Tielt blijken een zeer groot aantal woningen van slechte kwaliteit te hebben. Iets beter scoren de arrondissementen Diksmuide en Ieper. Het arrondissement Oostende scoort het best. Willen we dit aanpakken dan moeten we de gemeenten als partners zien. De gemeenten zijn daartoe het best geplaatst. Zij hebben zicht op de concrete situatie en hebben de instrumenten vermeld in de Vlaamse Wooncode in handen. Het provinciaal woonbeleid berust op drie pijlers: 1. het lokaal woonbeleid ondersteunen 2. bovenlokale samenwerkingsverbanden stimuleren en opzetten van gebiedsgerichte projecten 3. het ondersteunen van particulieren in specifieke gevallen Daarbij laat de provincie zich adviseren door de provinciale werkgroep wonen bestaande uit betrokken overheden en representatieve actoren uit het veld. 10 BELEIDSNOTA WONEN

11 ONDERSTEUNEN LOKAAL WOONBELEID Aanzetten van gemeenten tot het uitbouwen van een geïntegreerd lokaal woonbeleid Om een geïntegreerd (boven)lokaal woonbeleid te realiseren, is het provinciebestuur bereid de beleidsacties van het lokale niveau te ondersteunen, op voorwaarde dat ze kaderen in een globale visie op wonen in de gemeente. Deze visie, gebaseerd op een lokaal woonoverleg, impliceert de verhoging van de dienstverlening aan mensen, met specifieke aandacht voor zwakke bewoners en het strategisch omgaan met de instrumenten van de Vlaamse Wooncode, alsook het opstellen van een concrete programmatie voor sociale woonprojecten. Lokale besturen moeten kunnen aantonen dat zij via woonoverleg werk willen maken van (boven)lokaal woonbeleid. Dit overleg moet op een gestructureerde wijze gebeuren en passen in een plan, waarbij aangegeven is hoe het overleg georganiseerd wordt, hoe men hiermee omgaat, in functie van welke uitgeschreven doelstellingen, De provincie ondersteunt de gemeenten bij het opmaken van een woonplan door het aanbieden van een leidraad voor een woonplan, het aanreiken van gegevens via het gemeentelijk woondossier en via vorming en opleiding. Willen lokale besturen hiervoor gehonoreerd worden door de provincie dan moeten volgende accenten in een beleidsvisie terug te vinden zijn: 1. verbeteren van de dienstverlening naar de burger: dienstverlening is herkenbaar en werkt drempelverlagend;provinciale ambtenaren zowel gebiedswerkers als ambtenaren met een gebiedsgerichte functie gaan te velde om mee te denken en te werken aan modellen (1-loket, woonwinkel, huisvestingsdiensten, ). 2. aandacht voor de zwakke bewoners: stimuleren dat gemeenten in hun lokaal beleid hieraan de nodige aandacht besteden: bv. via gemeentelijke premies. Er zullen modelreglementen aangeboden worden (bv. basisreglement comfortpremie). 3. strategisch omgaan met de instrumenten van de Vlaamse Wooncode. De wooncode reikt een aantal instrumenten aan voor de realisatie van het recht op wonen: subsidiëring van overheidsinitiatieven en van woonprojecten in de privé-sector, wederinkoop, recht van voorkoop, sociaal beheersrecht, conformiteitattest,. BELEIDSNOTA WONEN 11

12 De provincie biedt ondersteuning om het gebruik van deze instrumenten ten volle te benutten. 4. programmatie van sociale woonprojecten: op basis van een behoefteonderzoek naar de specifieke noden van diverse doelgroepen wordt via het lokaal woonoverleg een concreet programma opgesteld in tijd en ruimte voor sociale woonprojecten,zowel nieuw- als vervangbouw. Deze programmatie kan opgenomen worden in een gemeentelijk ruimtelijk structuurplan bij de woonbehoeftestudie en een ruimtelijke actieprogramma. Gemeenten die over een woonplan beschikken zullen door de provincie financieel worden gehonoreerd.het al dan niet bestaan van een woonplan bepaalt of een gemeente al dan niet in aanmerking kan komen voor (verhoogde) provinciale subsidies (gefaseerde invoering). De verhoogde subsidie wordt voorzien in het ontwerpreglement betreffende het toekennen van een toelage voor het verbouwen, saneren en aanpassen van woning voor kansarme huurders. Voor gemeenten die behoren tot het buitengebied is een woonplan noodzakelijk om bijkomende woongelegenheden toebedeeld te krijgen voor sociale woningen vanuit het provinciaal reservepakket woongelegenheden in het kader van het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen. Het moet tevens de gemeente toelaten om bijkomende woongebieden voor sociale woningbouw te bestemmen binnen de randvoorwaarden van de kernenselectie in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan West-Vlaanderen.Voor gemeenten, geheel of gedeeltelijk behorend tot het stedelijk gebied is een woonplan wenselijk om met de ruimtelijke sociale behoeften rekening te kunnen houden en op te nemen in de afbakeningsprocessen van stedelijke gebieden. De provincie is initiatiefnemer voor het afbakenen van kleinstedelijke gebieden en kan via de gebiedswerking een ondersteunende rol spelen. Deskundigheidsbevordering van ambtenaren en schepenen In overleg met AROHM-afdeling Woonbeleid en de andere Vlaamse Provincies organiseert de provincie cursussen voor huisvestingsconsulenten, namelijk ambtenaren van gemeenten, OCMW-personeel, coördinatoren van sociaal verhuurkantoren en huurderbonden en zaakvoerders van sociale huisvestingsmaatschappijen. Het globale cursuspakket bestaat uit verschillende modules. De zeven modules komen om de drie jaar terug aan bod.verder wordt ook zo snel 12 BELEIDSNOTA WONEN

13 mogelijk ingespeeld op nieuwe wetgevingen en tendensen waarbij extra informatiesessies worden georganiseerd. Ook voor schepenen van huisvesting worden op geregelde tijdstippen opleidingen, informatiesessies of workshops georganiseerd. Dit moet de beleidsverantwoordelijken bijkomend inzicht verschaffen in de mogelijkheden voor de uitbouw van het lokaal woonbeleid. Het gemeentelijk woondossier is een databank die bestaat uit kwantitatieve en kwalitatieve gegevens, wordt verder uitgebouwd en up to date gehouden in samenwerking met de overige Vlaamse provincies en de UFSIA.Deze kwantitatieve gegevens worden hoofdzakelijk geleverd door UFSIA. De provincie stuurt het jaarlijks aangeleverd basismateriaal door naar de gemeenten, geeft opleiding m.b.t. tot het gebruik van de statistische fiche (opleidingsreeks voor huisvestingsconsulenten), begeleidt en adviseert de gemeenten i.v.m. het gemeentelijk woonbeleid (gemeentelijk woonoverleg - gemeentelijk woonplan). Het kwalitatieve luik brengt niet-cijfermatige gegevens samen. De gegevens geven een beeld van de huisvestingssector op gemeentelijk vlak: beleidsverantwoordelijken, eigenaarorganisaties, gemeenten, huisvestingsambtenaren, OCMW's, reglementen (Vlaamse, provinciale, gemeentelijke), Sif-projecten, sociale woonorganisaties, woongebieden,...voor het verkrijgen van deze gegevens moet een methodiek ontwikkeld worden om de gegevens bij de gemeenten te verzamelen (voorbereiden van vragenlijsten, evalueren van de bevindingen, implementeren van de resultaten naar de diverse regio s).verder moet het basismateriaal dat door de gemeenten verstrekt wordt, verwerkt worden. Er is hierbij een constante wisselwerking tussen de activiteiten op het terrein, door de gebiedswerkers, en de integratie van het aanwezige basismateriaal in het gemeentelijk woondossier. Het is de bedoeling om het gemeentelijk woondossier nog meer bekendheid te geven en te promoten bij de gemeenten.het is basismateriaal dat het opmaken van een gemeentelijk woonplan moet vereenvoudigen. Ook om het provinciaal beleid en provinciale acties te onderbouwen dient het basismateriaal geanalyseerd. De provincie wil verder samenwerken met de overige Vlaamse provincies, de VHM, het VOB, de VVSG en AROHM aan het draaiboek lokaal woonbeleid om te komen tot praktisch aan te reiken materiaal ten behoeve van ambtenaren en schepenen die werk willen maken van een geïntegreerd lokaal woonbeleid. Het draaiboek werd reeds voorgesteld tijdens een workshop wonen in april Nu wordt verder gewerkt aan een opvolging van het draaiboek, bestaande uit zes kleine uitgaven waarin veel praktische voorbeelden verwerkt zijn. BELEIDSNOTA WONEN 13

14 De publicaties zullen volgende thema s behandelen: woonplan (beleidsplan) dienstverlening: 1-loket, woonwinkel,huisves-tingsdienst intergemeentelijke samenwerking relatie wonen/rumtelijk Structuurplan, mogelijkheden tot publiekprivate samenwerking bij sociale woonprojecten woonraden, woonoverleg raakvlak wonen en welzijn (samenwerken met OCMW, nieuwe woonvormen, ) Deze publicaties zullen ook gebruikt worden bij de opleidingen voor huisvestingsconsulenten. 14 BELEIDSNOTA WONEN

15 BOVENLOKALE ONDERSTEUNING Ondersteuning van sociale verhuurkantoren met regionale werking De Provincie West-Vlaanderen wil dat op haar grondgebied een gebiedsdekkend netwerk van regionale sociale verhuurkantoren wordt gerealiseerd. Sociale verhuurkantoren hebben tot doel de toegankelijkheid op de private huurmarkt te verhogen. Daarnaast is het van belang, gezien de kwaliteitsachterstand van de West-Vlaamse woningmarkt, de mogelijkheden tot het uitbouwen van een klusjesdienst/renovatieproject binnen de sociale verhuurkantoren sterk aan te moedigen. Drie (deel)doelstellingen moeten gerealiseerd worden: 1. Gebiedsdekkend:elke gemeente van de provincie behoort tot het werkingsgebied van 1 sociaal verhuurkantoor met regionale werking. 2. Netwerk: de verhuurkantoren werken onderling samen en maken afspraken over het aansnijden van nieuw werkingsgebied. Ze vermijden onderlinge concurrentie. 3. Renovatieploeg: de inzet van een ploeg moet op de meest geschikte schaal worden georganiseerd. Bestaande ploegen binnen OCMW s moeten in de tekening betrokken worden (geen afbouw van reguliere tewerkstelling door uitbouw van sociale tewerkstellingsprojecten). De provincie doet dit op twee manieren: 1. Toelagen aan sociale verhuurkantoren: -starttoelage SVK met regionale werking -toelage aan SVK (en kleine OCMW) die woningen renoveren ten behoeve van kansarme huurders 2. SVK s met regionale werking helpen opstarten door het trekken van overleg en ze in hun verdere werking te ondersteunen. Door coördinatie via de gebiedswerkers werden reeds vier SVK s met regionale werking opgestart, namelijk drie in de Westhoek en één in de regio Roeselare -Tielt. Er wordt nu extra werk gemaakt voor het verder opzetten van SVK s met regionale werking in de regio Roeselare-Tielt en in het arrondissement Brugge-Oostende. BELEIDSNOTA WONEN 15

16 Intergemeentelijke samenwerking stimuleren en gebiedsgerichte projecten opzetten Criteria en uitgangspunten voor gebiedsgerichte projecten: - in een afgebakend gebied (aantal gemeenten, arrondissement, ) - erkennen lokale besturen - een bijzondere problematiek - waarvan de oplossing op het niveau van intergemeentelijke samenwerking moet worden gezocht - de erkenning van de problematiek, alsook de intentie om hieraan samen te werken wordt door het beleid van elk lokaal bestuur (van het afgebakend gebied) gedragen -er worden een aantal concrete werkpunten afgebakend -zowel de lokale besturen als de provincie zetten personeel en/of middelen in: Lopende projecten worden verdergezet Zoals opgenomen in de kerntakennota wil de provincie samenwerking stimuleren op streekniveau. Verschillende gemeenten hebben vaak te kampen met gelijkaardige problemen,maar beschikken niet over het nodige personeel en de vereiste middelen om die zelf aan te pakken.voor kleinere gemeenten biedt de samenwerking met de provincie meer mogelijkheden en voordelen, o.a. kostenverdeling, vermijden van dubbel werk, creëren van groter draagvlak, bundeling van kennis, ervaring en ideeën. Zowel in de regio s Roeselare-Tielt als de Westhoek is de provincie reeds langere tijd aan het werk. Kort samengevat wil de provincie in beide regio s,waar de slechte woningkwaliteit en het verouderd patrimonium een onmiskenbaar feit zijn, samenwerken met de lokale besturen en andere betrokken actoren bij het opzetten van een lokaal woonbeleid. In de komende beleidsperiode zal de provincie deze werking verder intensifiëren via de inzet van personeel en middelen. In het arrondissement Roeselare -Tielt bleek uit de bevraging (dossier lokaal woonbeleid) dat vooral kleine gemeenten het moeilijk hebben om de verschillende facetten van een lokaal woonbeleid in te vullen. De drie zogenaamde centrumgemeenten, Roeselare, Tielt en Izegem, staan hier ten opzichte van gemeenten met minder bestuurskracht reeds een stap verder. Vandaar het voorstel om deze drie steden een trekkersrol te laten spelen. Dit betekent uiteraard dat zij zelf reeds een visie hebben op, en inhoud hebben gegeven aan hun woonbeleid. 16 BELEIDSNOTA WONEN

17 Streefdoel op termijn is een bovenlokale samenwerking opzetten, via de methodiek van het clusteren vanuit zowel Roeselare, Tielt als Izegem. Clusteren is geen doel op zich, maar een middel om - vanuit een winwin strategie - elke gemeente te voorzien van een goed uitgebouwde dienstverlening op het vlak van wonen. Bij wijze van exemplarisch voorbeeld van intergemeentelijke samenwerking voor de regio wordt er gestart vanuit de Izegemse huisvestingsdienst (IHD). Doelstelling van de IHD is een coördinerende rol vervullen op het vlak van woonbeleid. Dit betekent concreet: 1. centralisatie van gemeentelijke initiatieven en bevoegdheden inzake huisvesting (woonwinkel, sociaal verhuurkantoor, renovatieproject Wonen en Werken, maatregelen op het vlak van kwaliteitsbewaking; 2. organisatie van lokaal overleg en afstemming inzake huisvesting. Uitbreiding van het bestaande aanbod naar de buurgemeenten van Izegem (Meulebeke, Ledegem, Ingelmunster) kan erop neer komen dat: 1. binnen de cluster kan een gemeenschappelijke visie ontstaan op woonbeleid; 2. de dienstverlening in de verschillende gemeenten is maximaal en ter plekke ; 3. er wordt een intergemeentelijk overleg opgestart. In de Westhoek liep twee jaar een project wonen in de Westhoek. De provincie was partner in het waarmaken van een uitgebreid programma en concentreerde haar acties rond het opzetten van een regiodekkend netwerk van sociale verhuurkantoren en de versterking van de gemeenten bij het inzetten van de instrumenten die de gemeenten in handen hebben: uitwerken van modelreglementen, sensibiliseren rond het werken met heffingen, op gang brengen van het overleg tussen de bouwmaatschappijen en de gemeenten. In een volgende periode moet hierop verder gewerkt en moeten concrete trekkers voor het effectief werken met de genoemde instrumenten uitgebouwd worden.diverse vormen van (intergemeentelijke) woonwinkels, woonteams of woonbegeleiding zijn nodig om niet alleen te sensibiliseren maar ook effectief op het terrein te komen en blijvend het lokaal beleid te inspireren voor verdere inzet en de opmaak van een grondige analyse en visie op wonen in de gemeente. De provincie wenst hier gangmaker en initiatiefnemer te zijn om op die manier haar opdracht als intermediair bestuur waar maken. Het slagen van dergelijke projecten hangt niet in het minst af van de wil tot samenwerking van andere overheden en organisaties. Zowel de lokale besturen, het Vlaams Gewest als de betrokken actoren hebben hier een uiterst belangrijke rol te spelen. BELEIDSNOTA WONEN 17

18 ONDERSTEUNEN VAN PARTICULIEREN IN SPECIFIEKE GEVALLEN Na evaluatie van de huidige subsidiereglementen dringt een heroriëntering van de particuliere premies zich op. De particuliere premies moeten dan ook vooral gericht worden op het verhogen van de kwaliteit van het West-Vlaams patrimonium. Om versnippering van middelen tegen te gaan zullen particuliere toelagen vooral gericht moeten zijn op typische West-Vlaamse pijnpunten en toegespitst zijn op noden die door andere overheden (Vlaamse Gemeenschap en gemeentelijk overheden) niet of onvoldoende worden betoelaagd. De ontwerpreglementen particuliere premies zijn dan ook gericht op 2 problematieken: - het voorkomen van koolmonoxidevergiftiging; - het bestrijden van vocht. Verder is ook gebleken dat er een grote nood is aan de vereenvoudiging van procedures, voorwaarden en aanvraagformulieren. De reglementen zullen ook eenvoudige voorwaarden hanteren. Een ruime promotie naar de brede bevolking moet elke burger beter wegwijs maken in het verkrijgen van individuele premies. Informatievergaderingen, folders en andere communicatiekanalen moeten dit waarmaken. 18 BELEIDSNOTA WONEN

19 PROVINCIAAL REGLEMENT BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN PREMIE VOOR HET UITVOEREN VAN WERKEN AAN WONINGEN TOT HET VOORKOMEN VAN KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Beslissing van de provincieraad d.d. 28 februari 2002 Artikel 1: Voor toepassing van dit reglement dient te worden verstaan onder: aanvrager: de natuurlijke perso(o)n(en) die eigenaar-bewoner,eigenaarverhuurder, vruchtgebruiker of huurder van een bestaande woning is/zijn; woning: het in de provincie West-Vlaanderen gelegen huis, appartement of studio; hoofdverblijfplaats: de woning waar een gezin of alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft; Muurdoorvoer: afvoer van de schadelijke gassen via een dubbel gecentreerde buis waarbij de verbrandingsgassen naar buiten worden gedreven via de binnenste buis en de nodige zuurstof van buiten uit aangezogen wordt via de buitenste buis; rookkanaal: afvoerpijp waardoor de rook naar de schoorsteen geleid wordt; schouwafvoer: afvoer van schadelijke gassen via een enkelvoudig kanaal dat uitmondt in een schouw. De zuivere lucht wordt aangevoerd via de kamer waar het verwarmingstoestel geplaatst is; thermische terugslagbeveiliging (TTB): beveiligingselement aan een schouwafvoer dat een (water)verwarmingstoestel uitschakelt bij onvoldoende trek van de schoorsteen. Dit voorkomt dus een langdurige terugslag van de verbrandingsgassen (op de kenplaat type Bs).Sinds 1 januari 1996 is deze veiligheid verplicht voor gastoestellen met schoorsteen; centrale verwarming: geheel van verwarmingsinstallatie met brander, waterverwarmingsgedeelte, aan- en afvoerleidingen en diverse radiatoren, gestuwd vanuit één centrale plaats met één rookafvoerkanaal, bestemd voor de ganse woning; erkende of geregistreerde aannemers of installateurs: bevoegde personen die door de Rijksdienst voor Sociale zekerheid en/of door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur (Dienst erkenning der Aannemers) geregistreerd zijn als erkende installateurs/aannemers van verwarmingstoestellen. BELEIDSNOTA WONEN 19

20 Artikel 2: De Provincie verleent onder de voorwaarden vastgesteld in dit besluit en binnen de perken van de goedgekeurde kredieten een premie tot het voorkomen van koolmonoxidevergiftiging. Artikel 3 : In aanmerking komende werken Volgende werken komen in aanmerking: 1. het bouwen, verbouwen, herstellen of aanpassen van een rookkanaal; 2. het plaatsen van een muurdoorvoer voor een verwarmingstoestel; 3. het plaatsen van een muurdoorvoer voor een waterverwarmingstoestel; 4. het plaatsen van een elektrisch waterverwarmingstoestel ter vervanging van een co-onveilig toestel; 5. het plaatsen van een gasradiator of warmwatergeiser met schouwafvoer met terugslagbeveiliging; 6. het plaatsen van een waterverwarmingstoestel dat integraal deel uitmaakt van de centrale verwarming op gas, mazout of enige andere energiebron.; 7. het omschakelen van een kolenkachel naar centrale verwarming of gas- en mazoutkachel met schouwafvoer met terugslagbeveiliging. 8. het herstellen of vervangen van schouwen. De eerste installatie van toestellen wordt niet betoelaagd. Het moet gaan om vervanging in functie van het wegwerken van onveilige toestanden. Artikel 4 : voorwaarden om de premie te bekomen 1. De aanvraag wordt ingediend op de daartoe voorziene formulieren, vóór het uitvoeren van de werken; de postdatum telt als bewijs. 2. De werken moeten uitgevoerd worden aan bestaande woningen die tot hoofdverblijfplaats dienen. 3. Huurders moeten een verklaring van de eigenaar voorleggen, waaruit blijkt dat de geplande werken mogen uitgevoerd worden De werken moeten uitgevoerd worden binnen 1 jaar na principiële inwilliging van de aanvraag door de Bestendige Deputatie. Wanneer de Bestendige Deputatie oordeelt dat de vertraagde uitvoering is toe te schrijven aan onvoorziene omstandigheden of overmacht kan uitzonderlijk een eenmalige verlenging met 3 maanden worden toegestaan geplaatste toestellen moeten in degelijke staat zijn en conform zijn met de geldende reglementering Indien de werken niet worden uitgevoerd door erkende of geregistreerde aannemers of installateurs, dient een keuringsorganisme de conformiteit met de geldende voorschriften vast te stellen. 20 BELEIDSNOTA WONEN

21 4.4. De installateurs/aannemers brengen verslag uit over de aard van de werken en de noodzaak ervan, en over de controle der uitgevoerde werken. Het verslag bevat minimaal de gegevens zoals vermeld op het attest bij de aanvraag gevoegd. 5. De werken moeten tot gevolg hebben dat alle installaties in de woning conform de geldende reglementering zijn en dat onveilige toestanden in de woning niet meer voorkomen. 6. De woning moet minimum 15 jaar oud zijn. 7. De premie kan slechts éénmaal aangevraagd worden voor dezelfde woning, tenzij 15 jaar verstreken is sinds de uitbetaling van de eerste premie. 8. Eigenaars van meerdere woningen kunnen de premie slechts voor 1 woning aanvragen. Artikel 5 : Bedrag van de premie 1. Het bedrag van de premie is vastgesteld op 50% van de kostprijs van de werken of installaties doch beperkt tot maximaal Het bedrag van de premie wordt berekend aan de hand van de facturen der uitgevoerde betoelaagbare werken. 3. De facturen zijn zodanig gedetailleerd dat apart vermeld staat : het adres van de woning waar de werken worden uitgevoerd, de aankoop van de materialen de plaatsing van de toestellen met opgave van het type de werken aan het rookkanaal elk gerenoveerd rookkanaal apart. 4. De uitbetaling gebeurt in éénmaal, na voorlegging van alle facturen der betoelaagbare werken op naam van de aanvrager en na volbrenging van de administratieve formaliteiten. Artikel 6: 1. Indien bij de berekening van de premie blijkt dat de uitbetaling aanleiding geeft tot overbetoelaging, kan de Bestendige Deputatie beslissen geen of een verminderde tussenkomst te verlenen. 2. Alle aanvragen tot het bekomen van premies moeten schriftelijk gericht worden aan de Bestendige Deputatie van de provincie West- Vlaanderen, dienst Welzijn, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries op bijzondere formulieren die kunnen bekomen worden op voormeld adres. 3. De Bestendige Deputatie wordt ertoe gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen, documenten te doen voorleggen of mededelen, alle modaliteiten voor te schrijven en maatregelen te treffen die ze nodig of nuttig acht voor het toekennen en uitbetalen van de premies en voor de uitvoering van dit reglement. 4. Een aanvraag wordt afgewezen indien na een tweede bezoek aan de woning geen vertegenwoordiger aanwezig is om toegang tot de woning te verlenen, tenzij op voorhand de afspraak werd geannuleerd. BELEIDSNOTA WONEN 21

22 5. De Bestendige Deputatie doet billijkheidshalve uitspraak over al de betwistingen of gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement. 6. Een aanvraag om herziening betreffende een beslissing van de Bestendige Deputatie, dient aangetekend toegestuurd te worden binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing. Artikel 7 Dit reglement treedt in werking op 1 april Artikel 8 De Bestendige Deputatie kan de bepalingen van onderhavig reglement coördineren met de bepalingen die deze op het tijdstip van de coördinatie uitdrukkelijk of impliciet zouden gewijzigd hebben. Daartoe kan zij : 1. de volgorde, de nummering van de te coördineren bepalingen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen; 2. de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering overeenbrengen; 3. zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen teneinde ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. De coördinatie zal het volgende opschrift dragen : Provinciaal reglement betreffende het toekennen van een premie voor het uitvoeren van werken aan woningen tot het voorkomen van koolmonoxidevergiftiging, gecoördineerd op... en zal in het Bestuursmemoriaal worden bekendgemaakt. 22 BELEIDSNOTA WONEN

23 PROVINCIAAL REGLEMENT BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN PREMIE VOOR DAKRENOVATIE EN VOCHTBESTRIJDING Beslissing van de provincieraad d.d. 28 februari 2002 Artikel 1: Voor toepassing van dit reglement dient te worden verstaan onder: aanvrager:de natuurlijke perso(o)n(en) die eigenaar-bewoner, eigenaarverhuurder, vruchtgebruiker of huurder van een bestaande woning is/zijn; woning: het in de provincie West-Vlaanderen gelegen huis, appartement of studio hoofdverblijfplaats: de woning waar een gezin of alleenstaande effectief en gewoonlijk verblijft. Artikel 2: De Provincie West-Vlaanderen verleent onder de voorwaarden vastgesteld in dit besluit en binnen de perken van de goedgekeurde kredieten een premie voor het wegwerken van vochtproblemen en/of vernieuwen van daken. Artikel 3: In aanmerking komende werken Twee categorieën van werken worden betoelaagd: 1. het efficiënt bestrijden van vochtproblemen 2. het vernieuwen van daken en plaatsen van onderdakplaten, al dan niet geïsoleerd. De werken moeten op doelmatige wijze geschieden zoals vastgesteld door de Bestendige Deputatie en ter kennis gebracht aan de kandidaataanvragers in de toelichting bij de aanvraagformulieren. Onderhouds-, herstellings- en verfraaiingswerken worden niet betoelaagd, evenmin renovatiewerken aan losstaande bijgebouwen zonder woonfunctie. Artikel 4:Voorwaarden om de premie te bekomen 1. De aanvraagformulieren moeten ingediend worden vóór het starten van de werken; de postdatum telt als bewijs. 2. De werken moeten uitgevoerd worden aan bestaande woningen die tot hoofdverblijfplaats dienen. 3. Het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van de woning mag niet hoger liggen dan het gemiddelde niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van de gemeente waar de woning is gelegen en waarvan de lijst aan de kandidaat-aanvragers in de toelichting bij de aanvraagformulieren ter kennis is gebracht. BELEIDSNOTA WONEN 23

24 4. De woning moet minimum 15 jaar oud zijn. 5. Huurders moeten een verklaring van de eigenaar voorleggen waaruit blijkt dat de geplande werken mogen uitgevoerd worden en geen verhoogde huurprijs tot gevolg zullen hebben. 6. Bij werken aan buitenmuren of daken moet een stedenbouwkundige vergunning voorgelegd worden of een attest van de burgemeester waaruit blijkt dat er geen stedenbouwkundige vergunning vereist is. 7. Alle werken moeten uitgevoerd zijn binnen de vijf jaar na principiële inwilliging van de aanvraag door de Bestendige Deputatie. De werken van de beide categorieën kunnen op een verschillend tijdstip uitgevoerd worden voorzover dit binnen de 5 jaar gebeurt na de datum van de eerste principiële beslissing door de Bestendige Deputatie. Wanneer de Bestendige Deputatie oordeelt dat de vertraagde uitvoering is toe te schrijven aan onvoorziene omstandigheden of overmacht kan uitzonderlijk een eenmalige verlenging met 6 maanden worden toegestaan. 8. Alle werken binnen een categorie moeten uitgevoerd zijn en voldoen aan de provinciale technische voorwaarden, alvorens de premie voor deze categorie kan worden uitbetaald. 9. De premie kan slechts éénmaal aangevraagd worden voor dezelfde woning, tenzij 15 jaar verstreken is sinds de uitbetaling van de eerste premie. 10. Eigenaars van meerdere woningen kunnen de premie slechts voor 1 woning aanvragen. Artikel 5: Bedrag van de premie Per categorie is het bedrag van de premie vastgesteld op 50% van de kostprijs der uitgevoerde betoelaagbare werken met een maximum van per categorie. De uit te betalen premie kan echter nooit minder bedragen dan 390. Indien samen met het vernieuwen van het dak, het dak wordt geïsoleerd krijgt de aanvrager voor de isolatiewerken aan de daken van woon en slaapruimten een forfaitair bedrag van 240. Een premie voor isolatie alleen wordt niet uitbetaald. De uitbetaling van de premie kan per categorie plaatsvinden, en gebeurt na voorlegging van de facturen op naam van de aanvrager en volbrenging van de administratieve formaliteiten. Artikel 6: 1. Indien bij de berekening van de premie blijkt dat de uitbetaling aanleiding geeft tot overbetoelaging, kan de Bestendige Deputatie beslissen geen of een verminderde tussenkomst te verlenen. 2. Alle aanvragen tot het bekomen van premies moeten schriftelijk gericht worden aan de Bestendige Deputatie van de provincie West- 24 BELEIDSNOTA WONEN

25 Vlaanderen, Dienst Welzijn, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries, op bijzondere formulieren die kunnen bekomen worden op voormeld adres. 3. De Bestendige Deputatie wordt ertoe gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen, documenten te doen voorleggen of mededelen, alle modaliteiten voor te schrijven en maatregelen te treffen die ze nodig of nuttig acht voor het toekennen en uitbetalen van de premies en voor de uitvoering van dit reglement. 4. Een aanvraag wordt afgewezen indien na een tweede bezoek aan de woning door een provinciale afgevaardigde, geen vertegenwoordiger aanwezig is om toegang tot de woning te verlenen, tenzij op voorhand de afspraak werd geannuleerd. 5. De Bestendige Deputatie doet billijkheidshalve uitspraak over al de betwistingen of gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement. 6. Een aanvraag om herziening betreffende een beslissing van de Bestendige Deputatie, dient aangetekend toegestuurd te worden binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing. Artikel 7: Dit reglement treedt in werking op 1 april Artikel 8: De Bestendige Deputatie kan de bepalingen van onderhavig reglement coördineren met de bepalingen die deze op het tijdstip van de coördinatie uitdrukkelijk of impliciet zouden gewijzigd hebben. Daartoe kan zij : 1. de volgorde, de nummering van de te coördineren bepalingen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen; 2. de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering overeenbrengen; 3. zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen teneinde ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. De coördinatie zal het volgende opschrift dragen : Provinciaal reglement betreffende het toekennen van een premie voor vochtbestrijding en dakrenovatie, gecoördineerd op... en zal in het Bestuursmemoriaal worden bekendgemaakt. BELEIDSNOTA WONEN 25

26

27 PROVINCIAAL REGLEMENT BETREFFENDE HET TOEKENNEN VAN EEN STARTTOELAGE AAN SOCIALE VERHUURKANTOREN MET REGIONALE WERKING Beslissing van de provincieraad d.d. 28 februari 2002 Artikel 1: De Provincie verleent onder de voorwaarden vastgesteld in dit besluit en binnen de perken van de goedgekeurde provinciale kredieten, een starttoelage aan sociale verhuurkantoren met regionale werking. Artikel 2: Begripsomschrijving Voor toepassing van dit reglement dient te worden verstaan onder sociaal verhuurkantoor met regionale werking: Een vzw, een vennootschap met sociaal oogmerk of een vereniging bedoeld in hoofdstuk 12 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW s, met zetel in West-Vlaanderen, die tot doel heeft betaalbare en kwaliteitsvolle huisvestingsvormen te verschaffen aan personen of gezinnen die door hun financiële en/of maatschappelijke situatie geen of weinig kans hebben om op de bestaande huisvestingsmarkt aan bod te komen én een bijdrage te leveren tot het huisvestings- en woningaanbod van de doelgroep én waarvan het werkgebied gespreid is over minstens 3 West-Vlaamse gemeenten. Artikel 3:Toekenningsvoorwaarden 1. Het werkgebied van het sociaal verhuurkantoor met regionale werking overlapt niet met het werkgebied van een ander sociaal verhuurkantoor met regionale werking. 2. Het woningenbestand van het sociaal verhuurkantoor met regionale werking is effectief verspreid over meer dan 1 gemeente. 3. Het sociaal verhuurkantoor met regionale werking werkt samen met lokale huisvestings- en welzijnsactoren en in het bijzonder zelf het initiatief neemt tot het opzetten van lokale samenwerkingsverbanden met deze actoren en met het lokale opbouwwerk. 4. Het sociaal verhuurkantoor met regionale werking oefent zijn activiteiten ten hoogste sinds 1 jaar uit vanaf de oprichting van de rechtsvorm. 5. Het sociaal verhuurkantoor wordt nog niet gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest volgens het besluit van 21/10/1997 houdende erkennings- en subsidievoorwaarden van sociaal verhuurkantoren. BELEIDSNOTA WONEN 27

28 Artikel 4: Bedrag van de toelage 1. Het bedrag van de toelage is vastgesteld op Een nieuw sociaal verhuurkantoor met regionale werking dat geheel of gedeeltelijk ontstaat binnen het werkingsgebied van een bestaand of ontbonden sociaal verhuurkantoor,dat reeds heeft genoten van een provinciale starttoelage, kan een verminderde toelage krijgen van Hieraan zijn volgende voorwaarden verbonden: 2.1. de herverkaveling leidt tot optimalisatie van de werking; 2.2. de nieuwe organisaties en structuren maken duidelijke werkafspraken in het eventueel overlappende gebied; 2.3 de provincie wordt betrokken bij het overleg tot herverkaveling. 3. De toelage is éénmalig en wordt in 1 keer uitbetaald. Artikel 5:Aanvraag De aanvraag voor de toelage moet worden ingediend bij de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen, dienst Welzijn, Koning Leopold III-laan 41 te 8200 Sint-Andries. De aanvraag is vergezeld van volgende stukken: de statuten de ledenlijst van de algemene vergadering en van de raad van bestuur een lijst van het woningenbestand De Bestendige Deputatie kan het gebruik van een eenvormig aanvraagformulier opleggen. Artikel 6: Sanctie 1. Indien de werking van het sociaal verhuurkantoor met regionale werking ophoudt binnen de 3 jaar na de toekenning van de starttoelage dient het volledig bedrag van de provinciale toelage terugbetaald te worden; 2. Indien blijkt dat onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt of indien blijkt dat de voorwaarden van dit reglement niet worden nageleefd, kan de Bestendige Deputatie beslissen tot terugvordering van de verleende toelage,onverminderd de toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen. Artikel 7: 1. De Bestendige Deputatie wordt ertoe gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen, documenten te doen voorleggen of mededelen, alle modaliteiten voor te schrijven en maatregelen te treffen die ze nodig of nuttig acht voor het toekennen en uitbetalen van de toelagen of voorschotten en voor de uitvoering van dit reglement. 28 BELEIDSNOTA WONEN

29 2. De Bestendige Deputatie doet billijkheidshalve uitspraak over al de betwistingen of gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement. 3. Een aanvraag om herziening betreffende een beslissing van de Bestendige Deputatie, dient aangetekend toegestuurd te worden binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing. Artikel 8: Inwerkingtreding Dit reglement treedt in werking op 1 april BELEIDSNOTA WONEN 29

30

31 PROVINCIAAL REGLEMENT VOOR HET VERBOUWEN,SANEREN EN/OF AANPASSEN VAN WONINGEN VOOR KANSARME HUURDERS Beslissing van de provincieraad d.d. 28 februari 2002 Artikel 1: Begripsomschijving Voor toepassing van dit artikel dient te worden verstaan onder : - kansarme huurders: natuurlijke personen, die op de normale huisvestingsmarkt, wegens maatschappelijke en/of financiële situatie moeilijk of niet aan bod komen. De maatschappelijke situatie en/of financiële situatie wordt door de Bestendige Deputatie geëvalueerd op basis van een sociaal rapport opgemaakt op een voorgeschreven formulier,ingevuld naar eer en geweten. - aanvrager: de OCMW's, met minder dan inwoners op het grondgebied; een vzw, een vennootschap met sociaal oogmerk of een vereniging bedoeld in hoofdstuk 12 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW s, met zetel in West-Vlaanderen en die tot doel heeft betaalbare en kwaliteitsvolle huisvestingsvormen te verschaffen aan personen of gezinnen die door hun financiële en/of maatschappelijke situatie geen of weinig kans hebben om op de bestaande huisvestingsmarkt aan bod te komen én een bijdrage te leveren tot het huisvestings- en woningaanbod van de doelgroep - woning: het in de provincie West-Vlaanderen gelegen huis, appartement, studio of niet-residentiële gebouw dat door aanvrager gehuurd is, op de private huurmarkt, ten bezwarende of ten kosteloze titel, voor een periode van minimum 9 jaar met het oog op sociale verhuring. - studio: een eenkamerflat voorzien van een keukentje en sanitaire voorzieningen en met een minimum oppervlakte van 33 m 2 in geval van renovatie, of met een minimum van 44,5 m 2 in geval van herindeling van bestaande panden; - appartement:een woning van een minimum oppervlakte van 62 m 2,waarvan alle vertrekken op 1 verdiep liggen een deel uitmakend van een flatgebouw; - bijzonder gebied: gebied zoals omschreven in afdeling 2 artikel 28 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 6/10/1998 betreffende de kwaliteitsbewaking, het recht van voorkoop en het sociaal beheersrecht op woning; - intergemeentelijke samenwerking: het samenwerken van minstens 2 lokale besturen (gemeente, OCMW) van minstens 2 gemeenten; - sociaal verhuurkantoor met regionale werking: een vzw, een vennootschap met sociaal oogmerk of een vereniging bedoeld in hoofdstuk 12 van de BELEIDSNOTA WONEN 31

32 organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW s, met zetel in West-Vlaanderen en die tot doel heeft betaalbare en kwaliteitsvolle huisvestingsvormen te verschaffen aan personen of gezinnen die door hun financiële en/of maatschappelijke situatie geen of weinig kans hebben om op de bestaande huisvestingsmarkt aan bod te komen én een bijdrage te leveren tot het huisvestings- en woningaanbod van de doelgroep én waarvan het werkgebied gespreid is over minstens 3 West- Vlaamse gemeenten. - gemeentelijk woonplan: door de gemeenteraad goedgekeurd document waarin de visie op het lokale woonbeleid, prioriteiten en acties worden geëxpliciteerd. Artikel 2 De Provincie verleent onder de bij dit besluit gestelde voorwaarden en binnen de perken van de goedgekeurde kredieten, toelagen voor het verbouwen, saneren en/of aanpassen van woningen ten behoeve van kansarme huurders of toelagen voor het verbouwen van niet-residentiële gebouwen tot woningen voor kansarme huurders. Onderhouds-, herstellings-, en verfraaiingswerken worden niet betoelaagd, evenmin werken aan niet-woongedeelten. Artikel 3:Toekenningsvoorwaarden 1. De aanvrager mag het contractueel recht betreffende de woning niet langer dan 2 jaar vóór zijn aanvraag bezitten. 2. De aanvraag moet worden ingediend vóór de uitvoering van de betoelaagbare werken, samen met een gedetailleerd financieringsplan. de postdatum telt als bewijs.de aanvraag dient schriftelijk gericht te worden aan de Bestendige Deputatie van de provincie West-Vlaanderen, Provinciehuis Boeverbos, dienst Welzijn, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries op bijzondere formulieren die kunnen bekomen worden op voormeld adres. 3. Indien uit het financieringsplan af te leiden is dat overbetoelaging mogelijk is kan de Bestendige Deputatie beslissen geen of een verminderde tussenkomst te verlenen. 4. De saneringswerken moeten, op doelmatige wijze geschieden en voor gevolg hebben dat de woning beantwoordt aan de vereisten van een gezonde huisvesting, zoals vastgesteld door de Bestendige Deputatie en ter kennis gebracht van de kandidaat-aanvragers in de toelichting bij de aanvraagformulieren. 5. De werken dienen voltooid te zijn binnen de 4 jaar na principiële beslissing door de Bestendige Deputatie. Alle facturen en overige bewijsdocumenten moeten binnen deze termijn ingediend worden.wanneer de Bestendige Deputatie oordeelt dat de vertraagde uitvoering is toe te schrijven aan onvoorziene omstandigheden of overmacht kan uitzonderlijk van deze uitvoeringstermijn worden afgeweken met een 32 BELEIDSNOTA WONEN

33 termijn billijkheidshalve vast te stellen door de Bestendige Deputatie. 6. De woning wordt na verbetering betrokken door kansarme huurders. 7. De kosten van de betoelaagbare werken moeten minstens bedragen voor woningen of voor appartementen of studio s. 8. Via publiciteit ter plaatse wordt aangegeven dat de uitgevoerde werken met tussenkomst van de Provincie gerealiseerd worden. Artikel 4: Bedrag van de toelage Het bedrag van de toelage voor het uitvoeren van de in artikel 2 bedoelde werken wordt bepaald op 50% van de betoelaagbare werken met een maximum van voor individuele woningen, met een maximum van voor appartementen en met een maximum van voor studio s. Het bekomen toelagebedrag, na toepassing van alinea 1, wordt met 15% opgetrokken indien: - het project tot stand is gekomen door intergemeentelijke samenwerking; - het project tot stand is gekomen ter uitvoering van een gemeentelijk woonplan; - het project wordt uitgevoerd door een sociaal verhuurkantoor met regionale werking - de woning in een bijzonder gebied gelegen is. Deze gevallen kunnen niet gecumuleerd worden. De uitbetaling vindt plaats in twee schijven. Bij het starten van de werken wordt een voorschot gelijk aan de helft van de eventuele toe te kennen premie uitbetaald, berekend aan de hand van de aanvaarde kostenraming m.b.t. de betoelaagbare werken. De tweede schijf wordt uitbetaald na voorlegging van facturen der uitgevoerde werken en na volbrenging van de administratieve formaliteiten. Per aanvrager en per jaar worden er maximum 5 woongelegenheden betoelaagd. De toelage kan per woning slechts éénmaal aangevraagd worden. Artikel 5: Sancties Bij het niet vervullen van de voorwaarden door aanvrager kan de toelage worden teruggevorderd en de lopende aanvragen geblokkeerd, onverminderd de bepalingen van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen. Artikel 6 1. Indien bij de berekening van de premie blijkt dat de uitbetaling aanleiding geeft tot overbetoelaging, kan de Bestendige Deputatie beslissen geen tussenkomst te verlenen. 2. De Bestendige Deputatie wordt ertoe gemachtigd om alle onderzoeken in te stellen of te laten instellen, documenten te doen voor- BELEIDSNOTA WONEN 33

34 leggen of mededelen, alle modaliteiten voor te schrijven en maatregelen te treffen die ze nodig of nuttig acht voor het toekennen en uitbetalen van de toelagen of voorschotten en voor de uitvoering van dit reglement. 3. De Bestendige Deputatie doet billijkheidshalve uitspraak over al de betwistingen of gevallen die niet voorzien zijn in dit reglement 4. Een aanvraag om herziening betreffende een beslissing van de Bestendige Deputatie, dient aangetekend toegestuurd te worden binnen de 30 dagen na de kennisgeving van de beslissing. Artikel 7: Inwerkingtredings-, en overgangsbepalingen Dit reglement treedt in werking op 1 april Artikel 3 punt 5 van dit reglement kan met terugwerkende kracht worden toegepast op aanvragen ingediend onder het provinciaal reglement van 17/10/1995, in het voordeel van aanvrager. Artikel 8 De Bestendige Deputatie kan de bepalingen van onderhavig reglement coördineren met de bepalingen die deze op het tijdstip van de coördinatie uitdrukkelijk of impliciet zouden gewijzigd hebben. Daartoe kan zij: 1. de volgorde, de nummering van de te coördineren bepalingen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen; 2. de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering overeenbrengen; 3. zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen teneinde ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. De coördinatie zal het volgende opschrift dragen: Provinciaal reglement voor het verbouwen, saneren en/of aanpassen van woningen voor kansarme huurders, gecoördineerd op... en zal in het Bestuursmemoriaal worden bekendgemaakt. 34 BELEIDSNOTA WONEN

35 OVERGANGSBEPALINGEN IN VERBAND MET HET PROVINCIAAL REGLEMENT BETREFFENDE HUISVESTING DD. 17 OKTOBER 1995 EN LATERE WIJZIGINGEN Beslissing van de provincieraad d.d. 28 februari 2002 Artikel 1 Het provinciaal reglement betreffende huisvesting dd. 17 oktober 1995 en latere wijzigingen wordt opgeheven. Artikel 2: Overgangsbepalingen 1. De vóór 1 januari 1996 ingediende aanvragen voor huisvestingspremies zullen behandeld worden overeenkomstig de bepalingen van het provinciaal reglement van 19 oktober De na 1 januari 1996 en vóór 1 april 2002 ingediende aanvragen voor toelagen en huisvestingspremies zullen behandeld worden overeenkomstig de bepalingen van het provinciaal reglement van 17 oktober Voor aanvragen tot cumulatie met premies toegekend onder de opgeheven provinciale huisvestingsreglementen van 19/10/1976 en 17/10/1995 en de provinciale huisvestingsreglementen van 28/2/2002 doet de Bestendige Deputatie billijkheidshalve uitspraak. BELEIDSNOTA WONEN 35

36

37 BIJLAGE

38

39 BEGROTINGSARTIKELS 922/ Voor de toepassing van het provinciaal reglement betreffende het toekennen van een premie voor dakrenovatie en vochtbestrijding (samen met de verbeteringspremie / oud reglement) 922/ Voor de toepassing van het provinciaal reglement betreffende het toekennen van een premie voor het uitvoeren van werken aan woningen tot het voorkomen van koolstofmonoxidevergiftiging 922/ Voor de toepassing van het provinciaal reglement betreffende het toekennen van een starttoelage aan sociale verhuurkantoren met regionale werking 922/ Voor de toepassing van het provinciaal reglement voor het verbouwen, saneren en/of aanpassen van woningen voor kansarme huurders (voor sociale verhuurkantoren) 922/ Voor de toepassing van het provinciaal reglement voor het verbouwen, saneren en/of aanpassen van woningen voor kansarme huurders (voor OCMW s) De begrotingskredieten en overige begrotingsartikels kunt u opvragen bij de dienst Welzijn. BELEIDSNOTA WONEN 39