Milieurapport Vlaanderen MIRA. Achtergronddocument Aantasting ozonlaag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieurapport Vlaanderen MIRA. Achtergronddocument Aantasting ozonlaag"

Transcriptie

1 Milieurapport Vlaanderen MIRA Achtergronddocument Aantasting ozonlaag

2

3 Milieurapport Vlaanderen MIRA Achtergronddocument 2010

4 Auteurs Ils Moorkens, Caroline Polders en Daan Beheydt, Projectgroep Energie, Emissies en Prognosen, Expertisecentrum Integrale Milieustudies (IMS), Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) Hugo De Backer, Afdeling Waarnemingsstations, Departement Waarnemingen, Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) Nathalie Dewolf en Hugo van Hooste, MIRA, Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) Laatst bijgewerkt: december 2010 Overname wordt aangemoedigd mits bronvermelding. Hoe citeren? Kort: MIRA Achtergronddocument Volledig: MIRA (2010) Milieurapport Vlaanderen, Achtergronddocument 2010, Aantasting van de ozonlaag. Beheydt D., De Backer H., Dewolf N., Moorkens I., Polders C., Van Hooste H., Vlaamse Milieumaatschappij, 2

5 Inhoudsopgave Auteurs...2 Inhoudsopgave...3 Lijst met figuren...5 Lijst met tabellen...6 Beschrijving van de verstoring Inleiding Maatschappelijke activiteiten Mechanismen Evenwichtssituatie in de globale stratosfeer Ozonverdunning in de globale stratosfeer Ozonafbrekend vermogen Verbanden met andere thema s Ruimtelijk perspectief Tijdsperspectief Beleid en doelstellingen...13 Indicatoren Productie, consumptie en emissie van ozonafbrekende stoffen Mondiale productie van ozonafbrekende stoffen in het verleden Consumptie van ozonafbrekende stoffen in Vlaanderen (1992) Consumptie van ozonafbrekende stoffen in België en de Europese Unie ( ) Emissie van ozonafbrekende stoffen in Vlaanderen ( ) Emissie van ozonafbrekende stoffen in Vlaanderen ( ) Berekeningsmethode Bespreking van verloop en maatregelen Aandeel van de doelgroepen Ingezamelde koel- en vriestoestellen, recuperatie van koel- en blaasmiddel Recuperatie en vernietiging van halonen afkomstig van brandbeveiligingssystemen en blusapparaten Ingezamelde voertuigwrakken (met airconditioning), recuperatie van koelmiddel Dikte van de ozonlaag Dikte van de ozonlaag boven Ukkel, Europa en poolgebieden Verticale verdeling van ozon in de atmosfeer Concentratie van ozonafbrekende stoffen in de atmosfeer Chloorverbindingen in de atmosfeer Broomverbindingen in de atmosfeer UV-straling UV-index Gevolgen voor mens, natuur en economie door aantasting ozonlaag Aantal huidkankergevallen (kwaadaardige melanomen) Aantal nieuwe melanomen en aantal sterfgevallen ten gevolge van melanomen Aantal melanomen volgens leeftijd december

6 5.1.3 Verdeling van melanoma-huidkanker per stadium Gevolgen voor natuur Gevolgen voor economie Referenties...59 Begrippen...61 Afkortingen...62 Eenheden...63 Lijst met relevante websites...63 december

7 Lijst met figuren Figuur 1: Interacties van CFK s en halonen met ozon... 8 Figuur 2: Mondiale productie van CFK s (CFK-11,-12,-113,-114 en -115) Figuur 3: Mondiale productie van CFK s (CFK-11, -12, -113, -114 en -115) ( : E.I. Du Pont de Nemours, USA; : United Nations Environment Programme Ozone Secretariat, Kenya) Figuur 4: Potentiële emissie ((H)CFK s en halonen) per toepassing (volgens de methode van het protocol van Montreal) (Vlaanderen, ) Figuur 5: Werkelijke emissie ((H)CFK s en halonen) per toepassing (volgens de methode van het Klimaatverdrag) (Vlaanderen, ) Figuur 6: Totale werkelijke emissie van ozonafbrekende stoffen per toepassing (Vlaanderen, Figuur 7: Aandeel van de doelgroepen in de emissie van ozonafbrekende stoffen (CFK-11- eq) (Vlaanderen, 2008) Figuur 8: De recyclage van afgedankte toestellen Figuur 9: De financiële stroom bij de verwerking van afgedankte toestellen Figuur 10: Schematische voorstelling van de ontmanteling van huishoudelijke koelkasten en diepvriezers Figuur 11: Aantal ingezamelde koel- en vriestoestellen in Vlaanderen*, aantal aangevoerde koel- en vriestoestellen bij AppaRec**, gerecupereerde hoeveelheden CFK-12 en CFK- 11 bij AppaRec ( ) Figuur 12: Gerecupereerde (import + opgehaald in binnenland) en vernietigde (binnenland) hoeveelheden halon 1211 en halon 1301 (Vlaanderen, ) Figuur 13: Dikte van de ozonlaag boven Ukkel, en enkele andere Europese waarnemingsstations ( ) Figuur 14: Seizoensgebonden schommelingen van de dikte van de ozonlaag boven Ukkel (januari 2006 t.e.m. december 2006 en Januari 2009 t.e.m december 2009) Figuur 15: Dikte van de ozonlaag boven Ukkel (groen), een noordelijk station in de VSA (Barrow, 70 N) en een station dichtbij de evenaar in India (Kodaikanal, 10 N) ( ) Figuur 16: Dikte van de ozonlaag boven Ukkel met een stapsgewijze trendberekening ( ) Figuur 17: De verticale verdeling van ozon (in mpa) als functie van de hoogte t.o.v. de tropopauze voor twee verschillende periodes ( en ) Figuur 18: Kolomdichtheden van chloorcomponenten, afgeleid uit infrarood waarnemingen op de Jungfraujoch (Zwitserland, ) Figuur 19: Kolomdichtheden van broomcomponenten, afgeleid uit spectroscopische waarnemingen in Harestua (Noorwegen, ) Figuur 20: Buitenaards zonnespectrum, ontvangen UV-straling op de grond, actiespectrum voor zonnebrand en resulterende effectieve UV-straling Figuur 21: Tijdreeks van gemeten waarden van de UV-index te Ukkel ( ) Figuur 22: Aantal nieuwe melanomen (incidentie) en aantal sterfgevallen t.g.v. melanomen (mortaliteit) in Vlaanderen (boven) en Nederland (onder) ( /2008) Figuur 23: Leeftijdsspecifieke incidentie van melanomen (Vlaanderen, 2006) Figuur 24: Evolutie in de tijd van detectie van het stadium van de melanoma-huidkanker opgesplitst per geslacht (met herverdeling van diagnoses met onbekend stadium) (Vlaanderen, ) december

8 Lijst met tabellen Tabel 1: Eigenschappen van de voornaamste ozonafbrekende stoffen en vervangproducten Tabel 2: Uitfasering van ozonafbrekende stoffen volgens internationale en Europese wetgeving en de doelstellingen van het Vlaamse milieubeleid Tabel 3: Consumptie van CFK s en halonen (Vlaanderen, 1992) Tabel 4: Invoer, uitvoer en consumptie van chloorfluormethanen en ethanen* (Vlaanderen, ) Tabel 5: Evolutie van de consumptie per stofgroep (Vlaanderen, ) Tabel 6: Consumptie van ozonafbrekende stoffen (ton CFK-11-eq) (EU-15, ) Tabel 7: Consumptie van ozonafbrekende stoffen (ton CFK-11-eq) (België, ) Tabel 8: Aandeel van België in de consumptie ozonafbrekende stoffen in de Europese Unie (EU-15) ( ) Tabel 9: Consumptie ozonafbrekende stoffen per capita (g CFK-11-eq) (EU-15, ) Tabel 10: Consumptie ozonafbrekende stoffen per capita (g CFK-11-eq) (België, ) Tabel 11: Rekenmethode voor de berekende werkelijke emissie van CFK s en hun vervangproducten (periode ) Tabel 12: Potentiële emissie ((H)CFK s en halonen) per toepassing (Vlaanderen, ) Tabel 13: Werkelijke emissie ((H)CFK s en halonen) per toepassing (Vlaanderen, ) Tabel 14: Rekenmethode voor de berekende werkelijke emissie van CFK s en hun vervangproducten (periode ) Tabel 15: Werkelijke emissie van ozonafbrekende stoffen per toepassing (ton CFK-11-eq) (Vlaanderen, ) Tabel 16: Werkelijke emissie van ozonafbrekende stoffen per toepassing en deeltoepassing (ton CFK-11-eq) (Vlaanderen, ) Tabel 17: Verdeling van de emissie van ozonafbrekende stoffen over de diverse doelgroepen Tabel 18: Aandeel van de doelgroepen in de emissie van ozonafbrekende stoffen (ton CFK- 11 eq)(vlaanderen, ) Tabel 19: Aantal ingezamelde koel- en vriestoestellen in Vlaanderen*, aantal aangevoerde koel- en vriestoestellen bij AppaRec, gerecupereerde hoeveelheden CFK-12 en CFK-11 bij AppaRec ( ) Tabel 20: Gerecupereerde (import + opgehaald in binnenland) en vernietigde (binnenland) hoeveelheden halon 1211 en halon 1301 (Vlaanderen, ) Tabel 21: Ozontrends van enkele Europese waarnemingsstations ( ) december

9 Beschrijving van de verstoring 1 Inleiding De ozonlaag is een laag in de atmosfeer, meer bepaald in de stratosfeer, tussen 15 en 30 km hoogte, waarin relatief veel ozon (O 3 ) aanwezig is. Ozon is een sterk reactieve, onstabiele verbinding van drie zuurstofatomen. De naam ozon is afgeleid van het Griekse ozein, dat geuren of ruiken betekent. Ozon heeft een typische geur, die je soms kan waarnemen in een slecht geventileerde ruimte met veel oude kopieermachines of na onweer dat met veel bliksem gepaard ging. De ozonlaag filtert een belangrijk deel van de schadelijke ultraviolette straling (UV) uit het invallend zonlicht en beschermt zo het leven op aarde. De verdunning van de ozonlaag heeft een verhoogde UV-stralingsbelasting op aarde, met schadelijke effecten voor de mens (huidkanker) en andere organismen, tot gevolg. Een aantal gechloreerde en gebromeerde koolwaterstoffen zoals CFK s (chloorfluorkoolwaterstoffen) en HCFK s (gehydrogeneerde chloorfluorkoolwaterstoffen) zijn stoffen die de ozon in de stratosfeer in mindere of meerdere mate afbreken. Ozonafbrekende stoffen worden (werden) door de mens in verscheidene toepassingen gebruikt: als koelmiddel, blaasmiddel, brandbestrijdingsmiddel, drijfgas, ontsmettingsmiddel en als solvent. Ook vulkaanuitbarstingen kunnen zorgen voor een (weliswaar tijdelijke) verdunning van de ozonlaag als gevolg van aërosoldeeltjes die gevormd worden bij de emissie van zwaveldioxide (SO 2 ) (IPCC, 2005). Sommige gassen beïnvloeden de ozonconcentratie in de stratosfeer in omgekeerde zin. Stikstofoxiden (NO x ) die op grote hoogte door vliegtuigen worden uitgestoten zorgen voor een verhoogde ozonconcentratie. Ook methaan (CH 4 ), koolstofdioxide (CO 2 ) en lachgas (N 2 O) uitgestoten in de atmosfeer verhogen de ozonconcentratie, direct of indirect. Er is een goed inzicht in deelaspecten van de problematiek, maar de samenhang tussen de verschillende processen is nog niet volledig gekend. In 1985 werd een eerste maal een reeks metingen van dalende ozonconcentraties in de stratosfeer boven Antarctica waargenomen en gepubliceerd (Farman, 1985). Sindsdien werd ook boven dichtbevolkte gebieden in de Verenigde Staten en in Europa een beduidende vermindering van de stratosferische ozonconcentratie vastgesteld (Waters, 1993) en werd ter hoogte van de biosfeer (onze leefomgeving) een verhoogde UV-B-stralingsintensiteit gemeten (Kerr, 1993). In brede wetenschappelijke en politieke kringen is, tengevolge van deze waarnemingen, een duidelijke consensus ontstaan dat een internationale strategie om verdere afbraak van de stratosferische ozonlaag te voorkomen een hoge prioriteit verdient. 2 Maatschappelijke activiteiten Verschillende maatschappelijke activiteiten liggen aan de basis van de verstoring. - Chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK s) en gehydrogeneerde chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK s) worden (werden) gebruikt als koelmiddel in huishoudelijke koelkasten en diepvriezers, industriële en commerciële koelinstallaties, airco-installaties, luchtdrogers, airconditioning in auto s en in autobussen, ; - CFK s en HCFK s dienden als blaasmiddel bij de productie van allerhande kunststofschuimen (o.a. gebruikt als comfortschuim voor vullingen van zetels en matrassen, als isolerend hardschuim, ); - Methylbromide (CH 3 Br) wordt gebruikt als bodemontsmettingsmiddel in de land- en tuinbouw en als ruimte-ontsmettingsmiddel o.a. voor containers en bloemmolens; - Halonen (gebromeerde koolwaterstoffen), o.a. halon 1211 en halon 1301, dienden als brandbestrijdingsmiddel (blusmiddel) in brandbeveiligingssystemen en blusapparaten; december

10 - HCFK s en tetrachloorkoolstof (CCl 4 ) werden (worden) gebruikt als solvent in verschillende toepassingen (o.a. bij de droogkuis, metaalontvetting, precisiereiniging, elektronicareiniging); - CFK s dienen als drijfgas in medische dosisinhalatoren (MDI s) voor patiënten met astma of chronisch obstructieve longziekten. De emissie van deze ozonafbrekende stoffen leidt in een later stadium tot de afbraak van ozon in de stratosfeer. 3 Mechanismen Ozon (O 3 ) is een instabiele chemische verbinding met een sterk oxiderend vermogen. Hoewel ozon slechts in lage concentraties in de atmosfeer aanwezig is (zelfs in de stratosfeer, waar zich de grootste hoeveelheid ozon bevindt, is de concentratie kleiner dan 10 ppm (tien ozonmoleculen per miljoen luchtmoleculen)) speelt het een belangrijke rol in de atmosfeerchemie en atmosfeerfysica. Ozon heeft sterke absorptiebanden in zowel het ultraviolette (UV) als het infrarode (IR) golflengtegebied. Stratosferisch ozon absorbeert invallend zonlicht bij UV-golflengtes tussen 210 nm en 320 nm. Dit beperkt de hoeveelheid UV-straling die het aardoppervlak bereikt. Bij de absorptie van de UV-straling wordt stralingsenergie omgezet in warmte. Omwille hiervan neemt de temperatuur in de stratosfeer binnen de ozonlaag niet verder af met de hoogte. Ook lager in de atmosfeer bevindt zich ozon (Figuur 1). Dit troposferische ozon absorbeert door het aardoppervlak gereflecteerd zonlicht in een brede IR-absorptieband rond 9,6 µm, wat zijn rol als broeikasgas verklaart. Hoewel ozon in de biosfeer belangrijk is bij fotochemische smogepisodes, draagt deze ozonbron weinig bij tot het totale atmosferische ozonbudget: ongeveer 90% van de totale hoeveelheid atmosferisch ozon bevindt zich in de stratosfeer. Figuur 1 geeft een overzicht van de interacties van CFK s en halonen met ozon. Figuur 1: Interacties van CFK s en halonen met ozon Bron: Debruyn en Van Rensbergen (1994) december

11 3.1 Evenwichtssituatie in de globale stratosfeer Op de stratosfeer invallende zonnestraling bestaat hoofdzakelijk uit zichtbaar en ultraviolet (UV) licht. In de bovenste stratosfeerlagen, waar de meest energetische (UV-B) straling nog niet werd weggefilterd door absorptie, is de fotochemische activiteit het hoogst. Als gevolg hiervan treden een aantal fotochemische reacties op met moleculaire zuurstof (O 2 ) en het eruit gevormde ozon (O 3 ) als reagentia. Ozon absorbeert het zonlicht sterk bij golflengtes tussen 210 en 320 nm; moleculaire zuurstof absorbeert bij golflengtes tussen 180 en 244 nm. Als gevolg van deze absorptie komen de moleculen in een aangeslagen energieniveau terecht en dissociëren tot zogenaamde radicalen. De ozonchemie is dus in eerste instantie een radicaalchemie. Volgend reactiemechanisme geeft schematisch de vormings- en dissociatiereacties weer: O 2 + h 2 O (180 nm 244 nm) O + O 2 + M O 3 + M O + O 3 2 O 2 O 3 + h O 2 + O (210 nm < < 320 nm) waarbij h staat voor een lichtkwantum en M voor een derde lichaam (deeltje of molecule) waarnaar de geproduceerde reactiewarmte wordt afgevoerd. Een reactie waarbij een lichtkwantum is betrokken, wordt een fotochemische reactie genoemd; indien deze reactie gepaard gaat met de decompositie van een molecule, spreekt men van fotolyse. Zoals uit dit reactieschema blijkt, verbinden zuurstofradicalen (O ), uit moleculaire zuurstof gevormd, zich met zuurstofmoleculen ter vorming van ozon. De gevormde ozon reageert zelf met zuurstofradicalen ter vorming van moleculaire zuurstof of dissocieert ter vorming van moleculaire zuurstof en zuurstofradicalen. Dit leidt tot een situatie van dynamisch evenwicht, waarbij de concentratie aan ozon quasi stationair blijft. Men kan deze quasi stationaire ozonconcentratie beschouwen als de natuurlijke achtergrondconcentratie aan ozon. Het in stand houden van deze concentratie (Figuur 1) gaat gepaard met absorptie van lichtstralen met een golflengte tussen 180 en 320 nm. 3.2 Ozonverdunning in de globale stratosfeer Het reactiemechanisme dat leidt tot ozonverdunning in de vrije stratosfeer wordt gekarakteriseerd door de aanwezigheid van katalytische cycli die kunnen worden geschematiseerd als (Molina, 1974) (Figuur 1): met X = OH, NO, Cl of Br. X + O 3 XO + O 2 O + XO X + O 2 De X-radicalen treden op als katalysator: ze komen onveranderd uit het reactieschema vrij en doorlopen dus meermaals (in de grootteorde van enkele duizend tot enkele honderdduizend keer) een reactiecyclus. Eén chloorradicaal bijvoorbeeld kan op deze wijze een substantiële hoeveelheid ozonmoleculen vernietigen vooraleer het zelf verdwijnt via een reactie ter vorming van een langlevende molecule zoals ClONO 2. Als gevolg van hun katalytisch karakter kunnen relatief kleine hoeveelheden reactieve chloorradicalen een belangrijk nettoeffect hebben op de ozonconcentratie in de stratosfeer en deze onder haar natuurlijk niveau reduceren. De componenten X = OH, NO, Cl en Br ontstaan hoofdzakelijk door fotolyse van H 2 O, N 2 O (distikstofmonoxide of lachgas), chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK s) en andere gehalogeneerde producten zoals halonen. De relatieve bijdrage van de verschillende katalysatoren tot het ozondestructieproces is functie van de aard en hoeveelheid van de radicalen, zelf een functie van de lichtkwantumenergie en dus van de hoogte in de stratosfeer; OH en NO hebben de grootste absolute bijdrage, CFK s en halonen hebben het sterkst stijgend concentratieniveau. december

12 De primaire bron van NO in de stratosfeer is de emissie van N 2 O (in de troposfeer); H en OH ontstaan uit CH 4 (methaan) en H 2 O. De Cl/ClO-cyclus ontstaat uit gechloreerde koolwaterstoffen en de Br/BrO cyclus uit gebromeerde koolwaterstoffen. 3.3 Ozonafbrekend vermogen Het ozonafbrekend vermogen van een product X (Ozone Depletion Potential of ODP-waarde) meet men ten opzichte van het ozonafbrekend vermogen van CFK-11 (ODP-waarde per definitie gelijkgesteld aan 1): ODP( X ) O bij emissie van een eenheid X 3 3 O bij emissie van een eenheid CFCl 3 waarbij O 3 de hoeveelheid stratosferisch ozon is die verdwijnt door reactie met de eenheidsemissie van het ozonafbrekend product. Het totaal ozonafbrekend vermogen van een groep producten wordt uitgedrukt in equivalente CFK-11-eenheden, en is de som van elk van de geëmitteerde hoeveelheden vermenigvuldigd met de ODP-waarde per product. Tabel 1 geeft de ODP-waarde en de Global Warming Potential (GWP) (zie achtergronddocument Klimaatverandering) voor enkele karakteristieke chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK s) en halonen. Gehydrogeneerde chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK s) en fluorkoolwaterstoffen (HFK s, vroeger ook zachte CFK s genoemd) zijn producten die ontwikkeld werden kort nadat de schadelijke werking van CFK s aan het licht kwam. Na emissie breken HCFK s snel af in de leefomgeving, maar toch bereikt 2 tot 15% van de reactieve chloor nog de stratosfeer zodat hun ODP-waarde niet nul is. HFK s hebben een ODP-waarde gelijk aan nul, maar zijn wel broeikasgassen. Sommige ozonafbrekende stoffen verdwijnen pas na tientallen, soms honderden jaren van ozonvernietigende activiteit. december

13 Tabel 1: Eigenschappen van de voornaamste ozonafbrekende stoffen en vervangproducten product structuurformule levensduur (jaar) (c) ODP (b) GWP (a) (c) status chloorfluorkoolwater stoffen CFK-11 CFCl Verboden CFK-12 CF 2 Cl Verboden CFK-113 C 2 F 3 Cl , Verboden CFK-114 C 2 F 4 Cl Verboden CFK-115 C 2 F 5 Cl , Verboden halonen halon 1211 CBrClF Verboden halon 1301 CBrF Verboden halon 2402 C 2 Br 2 F Verboden andere chloorfluorkoolwaterstoffen CFK-13 CClF Verboden CFK-111 C 2 Cl 5 F Verboden CFK-112 C 2 Cl 4 F Verboden CFK-211 C 3 Cl 7 F Verboden CFK-212 C 3 Cl 6 F Verboden CFK-213 C 3 Cl 5 F Verboden CFK-214 C 3 Cl 4 F Verboden CFK-215 C 3 Cl 3 F Verboden CFK-216 C 3 Cl 2 F Verboden CFK-217 C 3 ClF Verboden koolstoftetrachloride CCl , Verboden 1,1,1-trichloorethaan C 2 H 3 Cl 3 4,8 0,1.. Verboden methylbromide CH 3 Br 0,7 0, Gereguleerd zachte CFK s HCFK-21 CHCl 2 F 2,0 0, Gereguleerd HCFK-22 CHClF 2 11,9 0, Gereguleerd HCFK-123 C 2 HClF 3 1,4 0,02 60 Gereguleerd HCFK-124 C 2 HClF 4 6,1 0, Gereguleerd HCFK-141b C 2 H 3 Cl 2 F 9,3 0, Gereguleerd HCFK-142b C 2 H 3 ClF 2 18,5 0, Gereguleerd F-gassen HFK-134a C 2 H 2 F 4 13, Gereguleerd HFK-143a C 2 H 3 F 3 53, Gereguleerd HFK-152a CH 4 F 2 1, Gereguleerd HFK-125 CHF 2 CF Gereguleerd HFK-32 CH 2 F 2 5, Gereguleerd (a) tijdshorizon: 100 jaar Bron: (b) UNEP (2000), Econotec (2002); (c) IPCC (2001) 4 Verbanden met andere thema s De aantasting van de ozonlaag heeft ook een invloed op de ultraviolette (UV) stralingsintensiteit in de troposfeer. De troposfeer is de onderste laag van de atmosfeer en strekt zich in onze streken uit van het aardoppervlak tot ongeveer 6 tot 15 km hoogte. De UVstraling is mee verantwoordelijk voor een aantal fotochemische reacties met vluchtige stoffen (o.a. koolwaterstoffen) die worden uitgestoten door menselijke activiteiten. Als de UVstralingsintensiteit in de troposfeer toeneemt als gevolg van veranderingen in de ozonconcentratie in de stratosfeer, kan dit leiden tot een verhoogde fotochemische activiteit in de troposfeer, met mogelijk een verhoogde ozonconcentratie aan het aardoppervlak tot gevolg (zie achtergronddocument Fotochemische luchtverontreiniging). december

14 Sommige ozonafbrekende stoffen zoals CFK s (chloorfluorkoolwaterstoffen) en in mindere mate HCFK s (gehydrogeneerde chloorfluorkoolwaterstoffen) dragen ook bij tot het broeikaseffect (zie achtergronddocument Klimaatverandering) 1. Bepaalde vervangproducten van CFK s en HCFK s, zoals bijvoorbeeld de HFK s (fluorkoolwaterstoffen) hebben geen ozonafbrekend vermogen, maar wel een aanzienlijke Global Warming Potential (GWP). Om deze reden werden de HFK s, PFK s (perfluorkoolstoffen) en SF 6 (zwavelhexafluoride) mee opgenomen in het Kyotoprotocol. Er zijn ook nog andere verbanden met het thema Klimaatverandering. De toename van de concentratie van broeikasgassen leidt naast een opwarming van de troposfeer tot een afkoeling van de stratosfeer (Europese Commissie, 2001). De afbraak van ozon door gechloreerde koolwaterstoffen die vooral in de lage en middenstratosfeer (15-25 km) gebeurt, wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid van stratosferische wolken. Deze wolken ontstaan wanneer de temperatuur beneden een bepaalde drempelwaarde daalt. Momenteel stelt men vast dat een relatief kleine daling van de stratosferische temperatuur 2 kan leiden tot een aanzienlijke stijging van het aantal stratosferische wolken (zowel in duur van aanwezigheid als in de oppervlakte van de zone waarin ze voorkomen) met afbraak van ozon tot gevolg. Verder dient te worden aangehaald dat temperatuursgradiënten ook de drijvende krachten zijn voor de luchtcirculatie in de stratosfeer. Aangezien luchtcirculatie in belangrijke mate de ozonconcentratie beïnvloedt (bv. de zogenaamde Dobson-Brewer-circulatie transporteert gedurende de winter grote hoeveelheden ozon van de evenaar naar de polen), moet ook hier de relatie met klimaatwijzigingen aangestipt worden. Het geheel van al deze complexe interacties zijn nog niet helemaal begrepen en zeker nog niet gekwantificeerd. 5 Ruimtelijk perspectief De aantasting van de ozonlaag is een mondiaal probleem dat deels veroorzaakt wordt door de landen die gechloreerde en/of gebromeerde koolwaterstoffen op industriële schaal produceren, op de markt brengen en gebruiken. De emissie van deze gechloreerde en gebromeerde koolwaterstoffen vindt zeer verspreid plaats. De ozonafbrekende stoffen verplaatsen zich langzaam vanaf het aardoppervlak naar de stratosfeer, ondanks het feit dat ze zwaarder zijn dan de lucht. Winden en andere luchtbewegingen mengen de atmosfeer tot hoogtes ver boven de top van de stratosfeer sneller dan dat molecules zich kunnen positioneren in overeenstemming met hun gewicht (World Meterological Organisation, 1998). De sterkste afbraak van de ozonlaag, veroorzaakt door heel specifieke condities (IPCC, 2005), vindt plaats boven het zuidpoolgebied. Sinds het begin van de jaren 80 verschijnt hier jaarlijks in september en oktober het ozongat nadat ruim de helft van de hoeveelheid ozon is afgebroken. De afbraak van ozon beperkt zich echter niet tot het zuidpoolgebied, maar vindt plaats op alle geografische breedten, uitgezonderd de tropen. Het dunner worden van de ozonlaag is dus een wereldwijd fenomeen, en niet slechts een probleem bij de zuidpool. Ook in België worden sedert jaren waarnemingen gedaan van de dikte van de ozonlaag; de evolutie hiervan komt verder in dit document aan bod. 1 Tabel 1 toont de Global Warming Potential (GWP) van enkele ozonafbrekende producten. 2 Ter volledigheid: de stratosferische temperatuur wordt beïnvloed door de stralingsbalans van de stratosfeer. Dit is de verhouding tussen de inkomende straling (van de zon, maar ook van de aarde via reflectie en infrarood warmtestraling) de uitgaande straling (de IR-straling van de stratosfeer zelf) en de absorptie (door broeikasgassen in de stratosfeer). december

15 6 Tijdsperspectief Door de chemische stabiliteit van de ozonafbrekende stoffen en vermits het jaren duurt voor ze de stratosfeer bereiken, bestaat er een karakteristieke tijdsspanne (gemiddeld 15 jaar) tussen de emissie en het effect. De schade die tot nog toe werd toegebracht aan de ozonlaag is bijgevolg het resultaat van een hoeveelheid ozonafbrekende stoffen die in het verleden is geëmitteerd. Dit betekent dat de dikte van de ozonlaag nog beïnvloed zal worden in de toekomst, zelfs indien de emissie van ozonafbrekende stoffen nu reeds tot nul wordt herleid. Men verwacht dat de hoogste stratosferische CFK-concentraties zullen voorkomen in de periode Het zal dan echter naar schatting nog 50 tot 70 jaar duren vooraleer de atmosferische belasting met chloorhoudende gassen zodanig verminderd is dat het gat in de ozonlaag boven de zuidpool verdwijnt (Crutzen, 1997). 7 Beleid en doelstellingen (laatst geactualiseerd in 2010) De aantasting van de ozonlaag is een mondiaal probleem, waarvan de gevolgen in Vlaanderen niet rechtstreeks toe te schrijven zijn aan de emissie van ozonfbrekende stoffen in Vlaanderen. Het voorzorgsbeginsel speelt een sterke rol in de hoofdzakelijk internationaal opgelegde maatregelen. De Conventie van Wenen (1985), het protocol van Montreal (1987) en de verschillende amendementen hierop (Londen (1990), Kopenhagen (1992), Wenen (1995), Montreal (1997) en Peking (1999)) leggen beperkingen op inzake de productie en het gebruik van ozonafbrekende stoffen. Men beoogt een volledige ban op de productie en het gebruik van ozonafbrekende stoffen, met uitzondering van enkele essentiële medische en technisch-wetenschappelijke toepassingen. Jaarlijks zijn er Vergaderingen van de Partijen van het protocol van Montreal om te trachten op wereldschaal maatregelen te treffen die de bestendiging van de ozonlaag bewerkstelligen ( De EG- Verordening nr. 3093/94, die de verschillende amendementen van het protocol van Montreal omzet in Europese wetgeving, werd vervangen door de nieuwe EG-Verordening nr. 2037/2000. De Europese wetgeving gaat verder dan wat wordt opgelegd in het protocol van Montreal. Dit benadrukt de politieke voortrekkersrol van de Europese Unie in het proces van een totstandkoming van een internationaal beleid rond ozonafbrekende stoffen. Tabel 2 geeft een overzicht van de uitfasering van de ozonafbrekende stoffen, opgenomen in de internationale en Europese wetgeving. Krachtens de bepalingen van EG-Verordening nr. 3093/94 is de productie van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK s), gehydrogeneerde chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK s), halonen, tetrachloorkoolstof (CCl 4 ), 1,1,1-trichloorethaan (C 2 H 3 Cl 3 ) en broomfluorkoolwaterstoffen geleidelijk beëindigd. De productie van deze gereguleerde stoffen is derhalve verboden behoudens mogelijke afwijkingen voor essentiële toepassingen en om in de fundamentele binnenlandse behoeften van de partijen (overeenkomstig artikel 5 van het protocol van Montreal) te voorzien. In de loop van 1999 werd onderhandeld over de verstrenging van de Europese verordening van Dit resulteerde in een Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr.19/1999, kortweg ontwerp-verordening genoemd. De nieuwe EG-Verordening nr. 2037/2000, betreffende de stoffen die de ozonlaag afbreken, werd op 29 juni 2000 goedgekeurd. Deze verordening behandelt niet enkel het verbod op de productie en het op de markt brengen van ozonafbrekende stoffen, maar legt ook beperkingen op het gebruik van ozonafbrekende producten. De verordening voorziet o.a. in een versnelde reductie van het gebruik van methylbromide (CH 3 Br) en een verbod op het gebruik ervan in landbouwtoepassingen vanaf 2006, behoudens voor kritische landbouwtoepassingen. Voor de aanmaak, de levering en het gebruik van HCFK s zijn uitbanningschema s ingevoerd of verstrengd. Vanaf 2010 mogen producenten en importeurs geen nieuw geproduceerde HCFK s meer leveren aan personen in de Europese Unie. Vanaf 2015 mag geen enkele HCFK meer gebruikt worden voor het onderhoud van koelinstallaties. Er mogen in principe geen HCFK s meer aangemaakt worden in de Europese Unie vanaf december

16 Het Vlaamse beleid rond ozonafbrekende stoffen zit vervat in de uitvoering van de acties van de Vlaamse milieubeleidsplannen (MINA-plannen). Het MINA-plan 3 is in september 2003 goedgekeurd door de Vlaamse regering en zet de bakens uit voor het milieubeleid in Vlaanderen voor de periode Naast de vooropgestelde beleidsacties omvat het MINA-plan 3 ook doelstellingen in verband met het beleid rond ozonafbrekende stoffen: - De emissie van ozonafbrekende stoffen tegen 2007 terugdringen met ten minste 70% ten opzichte van de emissie in 1999; - Stopzetten van de emissie van ozonafbrekende stoffen tegen 2030, met uitzondering van de emissie van CFK s en HCFK s afkomstig van isolatiepanelen die geblazen zijn met stoffen; - In 2007 mogen ozonafbrekende stoffen nog slechts in 11 toepassingen worden gebruikt nl.: 1. Ozonafbrekende stoffen als grondstof; 2. Ozonafbrekende stoffen als technische hulpstof; 3. Ozonafbrekende stoffen in essentiële toepassingen; 4. Halonen als blusmiddel in kritische toepassingen; 5. CH 3 Br voor kritische toepassingen; 6. CH 3 Br in quarantaine & preshipment toepassingen; 7. HCFK s voor precisiereiniging; 8. HCFK s als koelmiddel in militaire toepassingen; 9. HCFK s als koelmiddel; 10. HCFK s in laboratoriumtoepassingen; 11. HCFK s als blusmiddel in kritische toepassingen (ter vervanging van halonen). Het aantal toepassingsgebieden waar ozonafbrekende stoffen nog werden gebruikt, bedroeg in 1990 nog 23: 1. Ozonafbrekende stoffen als grondstof; 2. Ozonafbrekende stoffen als technische hulpstof; 3. Ozonafbrekende stoffen in essentiële toepassingen; 4. CFK s als blaasmiddel; 5. CFK's als koelmiddel; 6. CFK's als solvent; 7. Halonen in brandbestrijding; 8. Gerecycleerde halonen in brandbeveiligings- en blusapparatuur; 9. Halonen als blusmiddel in kritische toepassingen; 10. CCl 4 als solvent; 11. C 2 H 3 Br 3 als solvent; 12. CH 3 Br in ruimte-ontsmetting; 13. CH 3 Br in de landbouw; 14. CH 3 Br voor kritische toepassingen; 15. CH 3 Br in quarantaine & preshipment toepassingen; 16. HCFK's als solvent; 17. HCFK's als solvent in precisiereiniging; 18. HCFK's als koelmiddel in militaire toepassingen; 19. HCFK's bij de productie van kunststoffen; 20. HCFK's als koelmiddel; 21. HCFK's als aerosol; 22. HCFK's in laboratoriumtoepassingen; 23. HCFK's als blusmiddel in brandbestrijding. december

17 Tabel 2: Uitfasering van ozonafbrekende stoffen volgens internationale en Europese wetgeving en de doelstellingen van het Vlaamse milieubeleid Protocol van Montreal (1987) Reductieschema en doelstellingen CFK s 50% reductie in productie t.o.v vanaf medio 1998 halonen plafond in 1992 op niveau van 1986 Amendementen van Londen (1990) CFK s uitbanning* in 2000 halonen uitbanning in 2000 CCl 4 uitbanning in 2000 C 2 H 3 Cl 3 uitbanning in 2005 Amendementen van Kopenhagen (1992) CFK s uitbanning in 1996 halonen en overige CFK s uitbanning in 1994 CCl 4 uitbanning in 1996 C 2 H 3 Cl 3 uitbanning in 1996 CH 3 Br plafond in 1995 op niveau van 1991 HCFK s : cap van 3,1% (1989)* 35% reductie in % reductie in % reductie in ,5% reductie in 2020 uitbanning in 2030 Amendementen van Wenen (1995) CH 3 Br 25% reductie in % reductie in 2005 uitbanning in 2010 HCFK s : cap van 2,8% (1989) * 35% reductie in % reductie in % reductie in ,5% reductie in 2020 uitbanning in 2030 EG-Verordening 3093/94 CFK s uitbanning in 1995 HCFK s : cap van 2,6% (1989) * 35% reductie in % reductie in % reductie in % reductie in 2013 uitbanning in 2015 CH 3 Br 25% reductie in 1998 (t.o.v. 1991) december

18 EG-Verordening 2037/2000 CFK s, CCl 4, C 2 H 3 Cl 3, HBFK s productie, op de markt brengen of eigen gebruik door producent of importeur is verboden halonen productie is verboden, het op de markt brengen of eigen gebruik door producent of importeur is verboden met uitzondering van teruggewonnen, gerecycleerde of geregenereerde halonen in bestaande brandblussystemen t.e.m. 31/12/2002, en voor kritische toepassingen. Alle halonbevattende brandblussystemen moeten voor 1/12/2004 buiten gebruik gesteld worden. HCFK s in 2000: het berekend niveau dat producent of importeur op markt brengt of voor eigen rekening gebruikt moet dan de som van 2,6% van het CFK-niveau van '89 en het HCFK-niveau van '89 in 2001: dan de som van 2% van het CFK-niveau van '89 en het HCFK-niveau van '89 in 2002: reductie van 15% t.o.v in 2003: reductie van 55% t.o.v : reductie van 70% t.o.v : reductie van 75% t.o.v : volledig verbod op gebruik 2026: volledig verbod op productie CH 3 Br In 2000: reductie van 25% t.o.v : reductie van 60% t.o.v : reductie van 75% t.o.v : volledig verbod op productie 2006: volledig verbod op gebruik Vlaams MINA-plan 3 ( ) 2007: emissie van ozonafbrekende stoffen terugdringen met ten minste 70% t.o.v. de emissie in : aantal toepassingen van ozonafbrekende stoffen verminderen tot 11 (t.o.v. 15 in 2002) 2030: stopzetten van de emissie van ozonafbrekende stoffen (met uitzondering van de emissie van CFK s en HCFK s afkomstig van isolatiepanelen die geblazen zijn met deze stoffen) Vlaams MINA-plan 3(+) ( ) De emissie van ozonafbrekende stoffen terugdringen met ten minste 74,5% ten opzichte van de emissie in Dit betekent een daling tot 178 ton CFK-11-eq in 2010 Vlaams MINA-plan 4 ( ) Er wordt geen concrete doelstelling voor 2015 opgegeven voor ozonafbrekende stoffen in het MINAplan 4 * De term uitbanning slaat tot en met de EG-verordening 3093/94 op de uitbanning voor productie. De verschillende beleidsmaatregelen komen ook nog verder aan bod bij de indicatoren. Meer gedetailleerde informatie over overkoepelende wetgeving en beleid inzake ozonafbrekende stoffen is ook terug te vinden op december

19 Indicatoren 1 Productie, consumptie en emissie van ozonafbrekende stoffen 1.1 Mondiale productie van ozonafbrekende stoffen in het verleden Figuur 2 toont de evolutie van de mondiale productie van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK s) in het verleden. Hieruit blijkt duidelijk de impact van het steeds strikter geworden beleid met betrekking tot ozonafbrekende producten. De curve Trend geeft de geprojecteerde vraag naar CFK s weer in een ongereglementeerde situatie, de andere curven tonen de beperktere productie onder het protocol van Montreal, en onder de verscherping van dit protocol afgesproken op de ozonconferenties van Londen (1990) en Kopenhagen (1992). Door de karakteristieke tijdsspanne (gemiddeld 15 jaar) tussen emissie en effect, is schade tot op heden toegebracht aan de stratosferische ozonlaag, het resultaat van de vertraagde reactie van een hoeveelheid CFK s in het verleden uitgestoten. Figuur 3 geeft de actuele mondiale productie weer tot Sinds 1995 is in de Europese Unie de productie van CFK s verboden behoudens mogelijke afwijkingen voor essentiële toepassingen (EG-Verordening 3093/94 en 2037/2000). Figuur 2: Mondiale productie van CFK s (CFK-11,-12,-113,-114 en -115) Bron: Debruyn en Van Rensbergen (1994) december

20 Figuur 3: Mondiale productie van CFK s (CFK-11, -12, -113, -114 en -115) ( : E.I. Du Pont de Nemours, USA; : United Nations Environment Programme Ozone Secretariat, Kenya) Mondiale productie van CFK's (kton CFK-11-eq) E.I. Du Pont de Nemours UN Environment Programme Ozone Secretariat Consumptie van ozonafbrekende stoffen in Vlaanderen (1992) Invoer- en uitvoergegevens van chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK s) en halonen werden door het Nationaal Instituut voor Statistiek bijgehouden 3. Het gaat hier om nationale gegevens. Deze nationale gegevens, zoals verwerkt in een vroegere inventarisatie (Debruyn en Van Rensbergen, 1992), werden omgerekend naar regionale gegevens op basis van het aantal inwoners. De aldus berekende consumptie (= invoer uitvoer) van de verschillende ozonafbrekende stoffen wordt in Tabel 3 weergegeven. Het betreft gegevens voor het jaar De negatieve getallen komen in die gevallen voor waar de uitvoer de invoer overtreft. Tabel 3: Consumptie van CFK s en halonen (Vlaanderen, 1992) product consumptie (ton) CCl C 2 H 3 Cl CFK CFK CFK CFK CFK overige (per)halogeenderivaten halon halon halon ,2 Bron: Debruyn (1996) Vermits voor gehydrogeneerde chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK s) en fluorkoolwaterstoffen (HFK s) op het moment van de studie nog weinig statistische gegevens voorhanden waren, werden de stoffen die tot deze categorieën behoren onder de gemeenschappelijke noemer overige (per)halogeenderivaten gesommeerd. 3 Door de éénmaking van de Europese markt in 1993, is de informatie over in- en uitvoer van chemische producten grotendeels weggevallen. december

21 In Tabel 4 en Tabel 5 wordt de evolutie van de consumptie van CFK s en halonen in Vlaanderen tussen 1970 en 1992 gegeven, conform federale gegevens door het voormalig Instituut voor Hygiëne en Epidemiologie, verzameld in een studie aangaande de consumptie in België (Dumollin en Roekens, 1992). In Tabel 4 wordt de evolutie van de consumptie van CFK s (CFK-11, CFK-12, CFK-113, CFK-114 en CFK-115) gegeven vanaf 1970 tot en met 1992 (in de periode 1970 tot 1988 is er slechts een geringe hoeveelheid gedetailleerde gegevens voorhanden en worden de verschillende producten gecatalogiseerd als chloorfluormethanen ). In Tabel 5 wordt een gedetailleerde evolutie van de consumptie van de onderscheiden groepen gehalogeneerde koolwaterstoffen gegeven vanaf 1989 (het tijdsstip waarop nauwkeuriger statistisch materiaal ter beschikking kwam). Er zijn geen volledige federale (en dus ook geen gewestelijke) import- en exportdata meer beschikbaar vanaf het jaar 1993 door de afschaffing van de douaneregistratie binnen de Europese Unie. De gegevens door het Nationaal Instituut voor Statistiek verzameld, hebben enkel nog betrekking op de extracommunautaire handel van de Europese Unie. De intracommunautaire handelsgegevens zijn gebaseerd op een vrijwillige melding door de bedrijven en zijn dus niet noodzakelijk volledig. Dit blijkt dan ook uit de gegevens die voor het jaar 1993 effectief werden gerapporteerd; hieruit blijkt een onwaarschijnlijk grote afname van het verbruik aan stoffen. Deze gegevens werden niet in Tabel 4 opgenomen. Tabel 4 toont een lichte stijging van de consumptie van de chloorfluormethanen en -ethanen tussen 1970 en 1975 en een stijging van de consumptie tussen 1975 en In de periode tussen 1985 en 1990 bleef de consumptie redelijk stabiel, met een minimum in het jaar Vanaf 1990 is een daling van de consumptie waar te nemen. In de cijfers voor de jaren werd geen rekening gehouden met de consumptie van CFK-113, CFK-114 en CFK-115, zodat de consumptie in deze periode enigszins (tot 10%) onderschat kan zijn. Tabel 4: Invoer, uitvoer en consumptie van chloorfluormethanen en ethanen* (Vlaanderen, ) jaar invoer (ton) uitvoer (ton) consumptie (ton) * Onder chloorfluormethanen en -ethanen wordt hier voor de periode de som van CFK-11 en CFK-12 verstaan en vanaf 1989 de som van CFK-11, -12, -113, -114 en Bron: Debruyn en Van Rensbergen (1994) Tabel 5: Evolutie van de consumptie per stofgroep (Vlaanderen, ) jaar CFK s (ton) overige (per)halogeenderivaten (ton) halonen (ton) Bron: Debruyn en Van Rensbergen (1994) december

22 1.3 Consumptie van ozonafbrekende stoffen in België en de Europese Unie ( ) Volgens statistieken van het Directoraat Generaal Milieu (DGXI) van de Europese Commissie bedroeg de consumptie van ozonafbrekende stoffen in de Europese Unie in 2001 ongeveer 9,6 kton CFK-11-eq (Tabel 6). Tussen 1995 en 2001 daalde de consumptie met 50,9%. België nam in ,1% van de consumptie 4 van ozonafbrekende stoffen in de Europese Unie voor zijn rekening, nl. 0,4 kton (Tabel 7, Tabel 8) (VITO op basis van Econotec, 2004b). Dit aandeel bleef in de loop der jaren vrij stabiel. De consumptie daalde tussen 1995 en 2001 met 52,5%. De consumptie in Vlaanderen in de periode is niet gekend. In 2001 bedroeg de consumptie per capita in de Europese Unie 25 g CFK-11-eq (Tabel 9). In België lag de consumptie per capita een stuk hoger, namelijk 38 g CFK-11-eq (Tabel 10). In de Europese Unie daalde de consumptie per capita tussen 1995 en 2001 met 27 g CFK- 11-eq (- 51,7%), in België met 43 g CFK-11-eq (- 53,1%) (Tabel 10). Tabel 6: Consumptie van ozonafbrekende stoffen (ton CFK-11-eq) (EU-15, ) CFK's 5993,4 5723,8 5945,3 4920,2 3780,1 3658,7 2350,1 Halonen 10,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 HCFK's 2913,8 2845,8 3051,0 2983,0 2662,2 2407,8 2134,2 CH 3 Br 10557, , ,0 7056,0 7532,0 6138,6 5082,1 totaal 19474, , , , , ,1 9566,4 Bron: DGXI Tabel 7: Consumptie van ozonafbrekende stoffen (ton CFK-11-eq) (België, ) CFK's 333,7 239,3 241,8 156,1 73,1 72,6 55,0 Halonen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 HCFK's 332,1 345,4 366,1 376,7 376,5 377,1 296,6 CH 3 Br 151,2 130,8 126,6 94,8 102,3 72,2 36,7 totaal 816,9 715,5 734,4 627,6 551,9 521,9 388,3 Bron: VITO op basis van Econotec (2004b) Tabel 8: Aandeel van België in de consumptie ozonafbrekende stoffen in de Europese Unie (EU-15) ( ) CFK's 6% 4% 4% 3% 2% 2% 2% Halonen 0% HCFK's 11% 12% 12% 13% 14% 16% 14% CH 3 Br 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% totaal 4% 4% 4% 4% 4% 4% 4% Bron: VITO op basis van Econotec (2004b) Tabel 9: Consumptie ozonafbrekende stoffen per capita (g CFK-11-eq) (EU-15, ) CFK's 16,1 15,4 15,9 13,2 10,1 9,7 6,2 Halonen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 HCFK's 7,8 7,6 8,2 8,0 7,1 6,4 5,7 CH 3 Br 28,4 29,3 27,0 18,9 20,1 16,3 13,5 totaal 52,5 52,3 51,1 40,0 37,3 32,4 25,3 Bron: DGXI 4 Consumptie = productie + invoer - uitvoer - variatie stock. Aangezien er geen productie bestaat in België en de variatie van de stock verwaarloosbaar is : Consumptie = invoer - uitvoer. De consumptie kan ook worden berekend aan de hand van de potentiële emissie (zie verder): consumptie = potentiële emissie + vernietiging. De Belgische consumptiecijfers werden op deze manier berekend. december

23 Tabel 10: Consumptie ozonafbrekende stoffen per capita (g CFK-11-eq) (België, ) CFK's 32,9 23,6 23,8 15,3 7,2 7,1 5,4 Halonen 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 HCFK's 32,8 34,1 36,0 37,0 36,9 36,8 28,9 CH 3 Br 14,9 12,9 12,4 9,3 10,0 7,1 3,6 totaal 80,6 70,5 72,2 61,6 54,0 51,0 37,8 Bron: VITO op basis van Econotec (2004b) Sinds het verbod op de productie en de consumptie van CFK s binnen de EU sinds 1995, is de smokkel in deze producten tot bloei gekomen. Volgens schattingen van The Environmental Investigation Agency werd er midden jaren 90 op wereldvlak jaarlijks ca ton ozonafbrekende stoffen illegaal verhandeld. Op dit moment zijn er geen recentere cijfers met betrekking tot de illegale handel beschikbaar. Volgens het EIA (2003) zijn er echter wel indicaties (op basis van het aantal inbeslagnames) dat de illegale handel van ozonafbrekende stoffen zich uitbreidt. 1.4 Emissie van ozonafbrekende stoffen in Vlaanderen ( ) In het kader van het protocol van Montreal (1987) moet jaarlijks een inventarisatie van de emissie van ozonafbrekende stoffen worden opgesteld en moet hierover door iedere Partij bij het protocol worden gerapporteerd. In 1992 werd in Rio de Janeiro, tijdens de Conferentie van de Verenigde Naties over Milieu en Ontwikkeling (UNCED), het Klimaatverdrag afgesloten. Dit Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering, zoals het voluit heet, bindt de strijd aan tegen de klimaatswijziging. Intussen was gebleken dat de verplichtingen van het Verdrag niet volstonden om de gevreesde klimaatswijziging tegen te gaan. Daarom werd beslist om een nieuwe overeenkomst af te sluiten, het Kyotoprotocol (1997), dat bijkomende verplichtingen oplegt voor een korf van broeikasgassen. De gefluoreerde broeikasgassen (HFK s, PFK s en SF 6 ) zijn omwille van hun broeikaseffect mede opgenomen in de korf van broeikasgassen die door het protocol bij het Klimaatverdrag worden geviseerd en waarvoor een emissiereductie moet worden bekomen (zie achtergronddocument Klimaatverandering). In het kader van het Klimaatverdrag moet de emissie van gefluoreerde broeikasgassen worden gerapporteerd. De streefdoelen van de rapportering onder het protocol van Montreal en onder het Klimaatverdrag verschillen echter fundamenteel van mekaar. Terwijl het protocol van Montreal uitgaat van een verbruiksbalans (potentiële emissie), tracht men voor de broeikasgasemissie (rapportage in het kader van het Klimaatverdrag) te komen tot een zo realistisch mogelijke inschatting van de werkelijke jaarlijkse emissie. De potentiële emissie van ozonafbrekende stoffen (protocol van Montreal) wordt gedefinieerd als volgt: potentiële emissie = (productie vernietiging) + (invoer uitvoer) 5 Gereglementeerde producten 6 als basismateriaal voor de productie van andere chemische producten en gerecycleerde of herbruikte gereglementeerde producten vallen niet onder deze definitie en worden dus ook niet in rekening gebracht. Aangezien in Vlaanderen CFK s noch geproduceerd noch (tot nog toe) in grote mate vernietigd worden, reduceert de consumptiebalans zich tot: potentiële emissie = invoer - uitvoer 5 Volgens Econotec, 1999 is productie + invoer - uitvoer = consumptie + variatie stock zodat potentiële emissie = consumptie + variatie stock - vernietiging. 6 Producten die in het protocol van Montreal en de daaropvolgende amendementen gereguleerd werden. december

24 Bij de definitie van invoer en uitvoer wordt impliciet verondersteld dat de CFK s vervat zijn in een houder bestemd voor vervoer of opslag van deze stoffen en hun mengsels. Dit betekent dat CFK s in afgewerkte producten zoals koelkasten, die in Vlaanderen worden geïmporteerd, niet toegerekend worden aan de consumptie in Vlaanderen, maar aan de consumptie in het land van herkomst (alle toestellen worden geïmporteerd). De berekende werkelijke emissie (Klimaatverdrag) wijkt af van deze potentiële emissie door het tijdsverloop tussen gebruik en emissie. M.a.w. het gebruik of de consumptie van ozonafbrekende stoffen (producten) van een bepaald jaar (= potentiële emissie) is niet gelijk aan de werkelijke emissie van ozonafbrekende stoffen in datzelfde jaar. De uitgestelde emissie vindt o.a. plaats bij huishoudelijke koeltoestellen en kunststofschuimen waar een beperkte jaarlijkse lekkage optreedt. Sommige apparaten lekken voortdurend, andere occasioneel, sommige zo weinig dat het lek niet waarneembaar is. Bij het einde van de levensduur van een apparaat kunnen deze toch nog emissies veroorzaken. De totale emissie die een apparaat kan veroorzaken hangt af van de wijze waarop aan emissiepreventie wordt gedaan door de gebruiker. Hoewel de potentiële emissie bruikbaar is als a-priori schatting, is de werkelijke emissie onontbeerlijk om de werkelijke milieudruk in te schatten. Mede in het licht van de nietverwaarloosbare bijdrage van CFK s en hun vervangproducten tot de klimaatverandering, is het noodzakelijk om te beschikken over een accurate rekenmethode voor de werkelijke emissie van deze producten. Omwille van deze reden(en) werd in België en Vlaanderen een methodologie ontwikkeld om zowel de potentiële als de werkelijke emissie van ozonafbrekende stoffen en de gefluoreerde broeikasgassen (HFK s, PFK s en SF 6 ) te inventariseren vanaf het jaar 1995 (Econotec/Ecolas, 1999, Econotec, 2001, 2002, 2004a/b). Hierbij werd rekening gehouden met een aantal richtlijnen die door het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) zijn opgesteld voor de berekening en rapportering van de werkelijke emissie van broeikasgassen. Bij de berekening van de potentiële en werkelijke emissie voor de periode werd door Debruyn en Van Rensbergen (1994) en Debruyn (1996) een andere methode (top-down) en enkele andere veronderstellingen gemaakt dan in de studies van Econotec/Ecolas (1999) en Econotec (2001; 2002; 2004a; 2004b). In Tabel 11 zijn deze vroegere veronderstellingen terug te vinden. Tabel 11: Rekenmethode voor de berekende werkelijke emissie van CFK s en hun vervangproducten (periode ) toepassing emissie in jaar (t) reinigingsmiddel (solvent) 50% verbruik (t) + 50% verbruik (t-1) drijfgas 50% verbruik (t) + 50% verbruik (t-1) brandbestrijdingsmiddel 45% verbruik (t) blaasmiddel (kunststofschuim met open 50% verbruik (t) + 50% verbruik (t-1) celstructuur) (kunststofschuim met gesloten 10% onmiddellijk + 4,5% van belading over 20 jaar celstructuur) koelmiddel residentiële koeling 1% verbruik (t) + 85% verbruik (t-15) andere stationaire koeling 17% verbruik (t) + 17% verbruik tot (t-x 6 ) mobiele koeling 33% verbruik (t) + 100% verbruik (t-15) andere 50% verbruik (t)+ 50% verbruik (t-1) [vluchtige emissies] 0,5% van productie (t) [procesemissies] 0,1% van stock (t) Bron: Debruyn, 1996 Figuur 4 en Figuur 5 tonen de potentiële en werkelijke emissie tussen 1970 en 1993, berekend uit de basisgegevens van Tabel 3 en Tabel 4. De volledige tijdreeks van de figuur vindt u in detail in Tabel 12 en Tabel 13. Uit Figuur 4 blijkt dat historisch gezien het december

Milieurapport Vlaanderen MIRA. Themabeschrijving. Aantasting van de ozonlaag

Milieurapport Vlaanderen MIRA. Themabeschrijving. Aantasting van de ozonlaag Milieurapport Vlaanderen MIRA Themabeschrijving Aantasting van de ozonlaag Milieurapport Vlaanderen MIRA Themabeschrijving Aantasting van de ozonlaag juni 2013 1 Coördinerende auteurs: Nathalie Dewolf

Nadere informatie

2.15 Aantasting van de ozonlaag

2.15 Aantasting van de ozonlaag Caroline Polders, Hendrik Van Rompaey, Integrale Milieustudies, Vito Hugo De Backer, Afdeling Waarnemingsstations, KMI Jeroen Van Laer, MIRA, VMM Door de verdunning van de stratosferische ozonlaag stijgt

Nadere informatie

2.11 Aantasting van de ozonlaag

2.11 Aantasting van de ozonlaag Caroline Polders, Integrale Milieustudies, Vito Hugo De Backer, Afdeling Waarnemingsstations, KMI Jeroen Van Laer, MIRA, VMM De emissie van ozonafbrekende stoffen in Vlaanderen is tussen 1995 en 23 met

Nadere informatie

Francis Altdorfer, ECONOTEC Tom Dauwe, VITO. LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012.

Francis Altdorfer, ECONOTEC Tom Dauwe, VITO. LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012. EMISSIE-INVENTARISATIEMETHODE VOOR F-GASSEN IN DE KOELSECTOR Francis Altdorfer, Tom Dauwe, VITO LNE Rondetafelconferentie: F-gassen in koel- en luchtbehandelingsinstallaties 14 mei 2012 1 Inhoud Inleiding

Nadere informatie

Nieuwe duurzame koelconcepten. Rittal B.V. Elbert Raben

Nieuwe duurzame koelconcepten. Rittal B.V. Elbert Raben Nieuwe duurzame koelconcepten Rittal B.V. Elbert Raben Deze lezing wordt u aangeboden door: IT Enclosures IT Cooling IT Power IT Security IT Monitoring IT Services RiMatrix projects Agenda Verbod koudemiddel

Nadere informatie

De aardse atmosfeer. Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado

De aardse atmosfeer. Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado De aardse atmosfeer Robert Parson Associate Professor Department of Chemistry and Biochemistry University of Colorado Vertaling en tekstbewerking: Gjalt T.Prins Cdß, Universiteit Utrecht Inleiding De ozonlaag

Nadere informatie

Bescherming van de ozonlaag; CFK- vrij Suriname vanaf 2010

Bescherming van de ozonlaag; CFK- vrij Suriname vanaf 2010 Bescherming van de ozonlaag; CFK- vrij Suriname vanaf 2010 Nog maar ongeveer 7 tot 8 maanden te gaan en de import en het gebruik van de ozonlaagafbrekende stoffen, met name de categorie CFK s (Chloorfluorkoolstoffen),

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

CFK s als drijfgassen

CFK s als drijfgassen 038 1 CFK s als drijfgassen Inleiding Drijfgassen vinden hun toepassing in spuitbussen. Een groep van verbindingen die aanvankelijk bijzonder geschikt leek als drijfgas, de zogenaamde fluorchloorkoolstofverbindingen

Nadere informatie

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Klimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 14 november 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het Kyoto-protocol en het

Nadere informatie

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Energiebalans aarde: systeemgrens

Energiebalans aarde: systeemgrens Energiebalans aarde: systeemgrens Aarde Atmosfeer Energiebalans Boekhouden: wat gaat er door de systeemgrens? Wat zijn de uitgaande stromen? Wat zijn de ingaande stromen? Is er accumulatie? De aarde: Energie-instroom

Nadere informatie

4 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

4 juli blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker blauw Toelatingsexamen arts en tandarts 4 juli 2017 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Aantal mensen (in miljarden) Stilleestekst deel

Nadere informatie

4 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

4 juli geel. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker geel Toelatingsexamen arts en tandarts 4 juli 2017 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Aantal mensen (in miljarden) Stilleestekst deel

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste

Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Vermeden CO 2 emissies door recycling van e-waste Monitoring 2013 Datum: 6-5-2014 Versie: Eindrapport Project nummer: CL1039 In opdracht van: Hendrik Bijker, Wecycle. Uitgevoerd door: Jorrit Leijting,

Nadere informatie

Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15),

Emissie broeikasgassen in Europa (EU-15), Indicator 14 januari 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van broeikasgassen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.2.2017 COM(2017) 51 final 2017/0016 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de in Kigali goedgekeurde overeenkomst tot wijziging van het Protocol

Nadere informatie

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces

et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces H 2 et broeikaseffect een nuttig maar door de mens ontregeld natuurlijk proces Bij het ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaren geleden, was er geen atmosfeer. Enkele miljoenen jaren waren nodig voor de

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

(EU) nr. 517/2014 (F-gassen) Wat zijn F-gassen? Europese regelgeving F-gassen Aanpassingen VLAREL Aanpassingen VLAREM II

(EU) nr. 517/2014 (F-gassen) Wat zijn F-gassen? Europese regelgeving F-gassen Aanpassingen VLAREL Aanpassingen VLAREM II VLAREM- en VLARELwijzigingen t.g.v. verordening (EU) nr. 517/2014 (F-gassen) Nele Maes Dienst BBT en Erkenningen Afdeling Milieuvergunningen 2 december 2015 VLAREM- en VLARELwijzigingen t.g.v. verordening

Nadere informatie

Emissie broeikasgassen in Europa,

Emissie broeikasgassen in Europa, Indicator 11 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 nam de Europese uitstoot

Nadere informatie

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste

Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste Vermeden broeikaseffect door recycling van e-waste 29-214 Datum: 27 juli 215 Versie: 1.1 In opdracht van: Opgesteld door: Hendrik Bijker Wecycle Laura Golsteijn Marisa Vieira Dit rapport is geschreven

Nadere informatie

Deeltoets TB151-II. Uitwerking vraagstuk 1)

Deeltoets TB151-II. Uitwerking vraagstuk 1) Deeltoets TB151-II Uitwerking vraagstuk 1) a) Ontvangst: straling van de zon (zonlicht) Afstaan: straling van de aarde (warmte-straling, IR van zwart lichaam) Verschil: golflengte Achtergrond: Spiro eq.

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

HET CFK-AKTIEPROGRAMMA EN HET BROEIKASEFFECT

HET CFK-AKTIEPROGRAMMA EN HET BROEIKASEFFECT SEPTEMBER 1990 ECN-I--90-035 HET CFK-AKTIEPROGRAMMA EN HET BROEIKASEFFECT J.R. YBEMA INHOUD 1. INLEIDING 2. HET CFK-AKTIEPROGRAMMA 3. HET BEGRIP GLOBAL WARMING POTENTIAL 4. BROEIKASEFFECT VAN CFK S 5.

Nadere informatie

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. BJZ2011036817, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van, nr. BJZ2011036817, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Besluit van houdende regels ten behoeve van de uitvoering van verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende ozonlaagafbrekende

Nadere informatie

Economische impactmodules voor het EUROS model

Economische impactmodules voor het EUROS model ECONOTEC CONSULTANTS (Contracten CG/67/28a & CG/E1/28B) Economische impactmodules voor het EUROS model Synthese Eindrapport K. Marien, J. Duerinck, R. Torfs, F. Altdorfer Studie in opdracht van de Federale

Nadere informatie

Mondiale milieuproblemen Afbraak van STRATOSFERISCH OZON

Mondiale milieuproblemen Afbraak van STRATOSFERISCH OZON Mondiale milieuproblemen Afbraak van STRATOSFERISCH OZON Erik P.C. ROMBAUT,Master in Biology, Asst. Prof., LUCA. Hoger Architectuurinstituut Sint-Lucas (LUCA, school of Arts), Hoogstraat 51, B-9000 Gent

Nadere informatie

Koudeproductie. Verbod op het gebruik van koelmiddelen die de ozonlaag afbreken = Euthanasie of anesthesie?

Koudeproductie. Verbod op het gebruik van koelmiddelen die de ozonlaag afbreken = Euthanasie of anesthesie? Koudeproductie Verbod op het gebruik van koelmiddelen die de ozonlaag afbreken = Euthanasie of anesthesie? Inhoud I. De uitdagingen : Milieu, Energie en Beschikbaarheid II. Plan van aanpak III. Dalkia

Nadere informatie

Vlaamse regelgeving inzake lekverliezen Studiedag reductie F-gassen in de koelsector 7 juli 2016

Vlaamse regelgeving inzake lekverliezen Studiedag reductie F-gassen in de koelsector 7 juli 2016 Vlaamse regelgeving inzake lekverliezen Studiedag reductie F-gassen in de koelsector 7 juli 2016 Sven Claeys Broeikasgassen en hun Global Warming Potential (GWP) CO 2 1 CH 4 21 N 2 O 310 HFK s, PFK s en

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

De Climalife aanbevelingen

De Climalife aanbevelingen koudemiddelen De Climalife aanbevelingen Toepassing Koudemiddelen Klimaatregeling Airconditioning R-134a R-404A R-507 R-407C R-410A R-417A (ISCEON MO59) R-422D (ISCEON MO29) R-422A (ISCEON MO79) R-427A

Nadere informatie

Klimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen

Klimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen Klimaatmodellen Projecties van een toekomstig klimaat Aan de hand van klimaatmodellen kunnen we klimaatveranderingen in het verleden verklaren en een projectie maken van klimaatveranderingen in de toekomst,

Nadere informatie

Voor deze afvalstoffen zie Spuitbussen Sectorplan 43: Verpakkingen van overige gevaarlijke stoffen

Voor deze afvalstoffen zie Spuitbussen Sectorplan 43: Verpakkingen van overige gevaarlijke stoffen TEKST SECTORPLAN 70 (onderdeel LAP) Sectorplan 70 CFK s, HCFK s, HFK s en halonen I Afbakening Chloorfluorkoolstoffen (CFK s), chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK s) en halonen zijn stoffen die als zodanig

Nadere informatie

Industrie en overheid samen voor een beter milieu. Industrie & Milieu Antwerpen, 25 maart 2010

Industrie en overheid samen voor een beter milieu. Industrie & Milieu Antwerpen, 25 maart 2010 Industrie en overheid samen voor een beter milieu Industrie & Milieu Antwerpen, 25 maart 2010 Industrie en overheid samen voor een beter milieu rol overheid, specifiek EIL (VMM) rol industrie i.k.v. onderbouwing

Nadere informatie

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding

Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Vlaanderen is milieu Literatuurstudie naar de reële emissies van houtverbranding Eindrapport VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ www.vmm.be V Management samenvatting Deze studie geeft een overzicht van de effectieve

Nadere informatie

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN Klimaatverandering Urgentie in Slow Motion Bart Verheggen ECN http://klimaatverandering.wordpress.com/ @Bverheggen http://ourchangingclimate.wordpress.com/ De wetenschappelijke positie is nauwelijks veranderd

Nadere informatie

Actieplan reductie uitstoot van F- gassen Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016

Actieplan reductie uitstoot van F- gassen Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016 Actieplan reductie uitstoot van F- gassen 2015-2020 Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016 Aanleiding voor actie het Vlaams Klimaatbeleidsplan (VKP) 2013-2020) bestaat uit een overkoepelend

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.8.2008 COM(2008) 505 definitief 2008/0165 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

Nadere informatie

VERTALING WIJZIGING VAN HET PROTOCOL VAN MONTREAL BETREFFENDE STOFFEN DIE DE OZONLAAG AFBREKEN. Artikel I. Wijziging

VERTALING WIJZIGING VAN HET PROTOCOL VAN MONTREAL BETREFFENDE STOFFEN DIE DE OZONLAAG AFBREKEN. Artikel I. Wijziging L 236/3 VERTALING WIJZIGING VAN HET PROTOCOL VAN MONTREAL BETREFFENDE STOFFEN DIE DE OZONLAAG AFBREKEN Artikel I Wijziging Artikel 1, lid 4 http://www.emis.vito.be d.d. 14-09-2017 In artikel 1, lid 4,

Nadere informatie

Bewust Duurzaam Bouwen. Deel 1: Waarom?

Bewust Duurzaam Bouwen. Deel 1: Waarom? Bewust Duurzaam Bouwen Deel 1: Waarom? 1 Bewust Duurzaam Bouwen Bron: www.klimaat.be 2 1. Waarom? 1. Milieu 2. Energie 3. Overheid 4. Comfort 3 1. Waarom? 1. Milieu 2. Energie 3. Overheid 4. Comfort 4

Nadere informatie

Herzieningsproject van de Europese Commissie voor het aanpassen van de F-GAS regelgeving N 842/2006

Herzieningsproject van de Europese Commissie voor het aanpassen van de F-GAS regelgeving N 842/2006 Herzieningsproject van de Europese Commissie voor het aanpassen van de F-GAS regelgeving N 842/2006 Voorstellen van de europese commissie voor het aanpassen van de europese regelgeving F-Gas N 842-2006

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1375 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1375 VAN DE COMMISSIE L 194/4 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/1375 VAN DE COMMISSIE van 25 juli 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1191/2014 tot vaststelling van de vorm en indieningswijze van het verslag

Nadere informatie

Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen,

Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen, Indicator 12 november 2004 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De concentratie van ozonlaagafbrekende

Nadere informatie

Herziene F-gassenverordening

Herziene F-gassenverordening Herziene F-gassenverordening Schakeldag 2014 26 juni 2014 Harald van der Bol Inhoud Inleiding Samenvatting belangrijkste onderdelen F-gassenverordening Nederlandse regelgeving Aandachtspunten voor Toezicht

Nadere informatie

Reductieplan Overige Broeikasgassen.

Reductieplan Overige Broeikasgassen. Reductieplan Overige Broeikasgassen (ROB) www.robklimaat.nl Kansen en bedreigingen in de electriciteitssector Erik ter Avest 29 juni 2006 1 Wat is het ROB? Andere vragen? Discussie Enkele begrippen wat

Nadere informatie

MEMORIE VAN TOELICHTING I. HET DOEL VAN HET VOORONTWERP VAN INSTEMMINGSDECREET

MEMORIE VAN TOELICHTING I. HET DOEL VAN HET VOORONTWERP VAN INSTEMMINGSDECREET Voorontwerp van decreet houdende instemming met het Amendement op het Protocol van Montreal inzake substanties die de ozonlaag aantasten, aangenomen te Kigali op 15 oktober 2016 MEMORIE VAN TOELICHTING

Nadere informatie

De implementatie van het Montreal Protocol in Suriname

De implementatie van het Montreal Protocol in Suriname De implementatie van het Montreal Protocol in Suriname In het vorige artikel hebben wij het gehad over het ontstaan van het Montreal Protocol en de ozonlaag. Wij zijn ingegaan op onder andere de functie

Nadere informatie

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Page 1 of 6 Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland Hoe voorspeld? Klimaatscenario's voor Nederland (samengevat) DOWNLOAD HIER DE WORD VERSIE In dit informatieblad wordt in het kort klimaatverandering

Nadere informatie

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk Achtergronden Klimaatverandering en klimaatscenario s Prof Dr Bart van den Hurk Watis 06 hetmondiale klimaatprobleem? Klimaatverandering is van alle tijden Natuurlijke invloeden: Interne schommelingen

Nadere informatie

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme

Zonnestraling. Samenvatting. Elektromagnetisme Zonnestraling Samenvatting De Zon zendt elektromagnetische straling uit. Hierbij verplaatst energie zich via elektromagnetische golven. De golflengte van de straling hangt samen met de energie-inhoud.

Nadere informatie

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Fotochemische luchtverontreiniging: oorzaken en effecten Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 14 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Fotochemische luchtverontreiniging

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

Dikte van de ozonlaag,

Dikte van de ozonlaag, Indicator 24 september 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De dikte van de ozonlaag is

Nadere informatie

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Methodologische fiche INDICATOR: EMISSIES VAN TROPOSFERISCHE OZONPRECURSOREN (NO X, COV, CO EN CH 4 ) THEMA: LUCHT 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vraag achter de indicator: Hoe

Nadere informatie

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Methodologische fiche INDICATOR: EMISSIES VAN TROPOSFERISCHE OZONPRECURSOREN (NO X, COV, CO EN CH 4 ) THEMA: LUCHT 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vraag achter de indicator: Hoe

Nadere informatie

SYNTHESE RAPPORT Projecten EV/35/6A en EV/35/6B Antropogene en biogene invloeden op de oxiderende capaciteit van de atmosfeer

SYNTHESE RAPPORT Projecten EV/35/6A en EV/35/6B Antropogene en biogene invloeden op de oxiderende capaciteit van de atmosfeer SYNTHESE RAPPORT Projecten EV/35/6A en EV/35/6B Antropogene en biogene invloeden op de oxiderende capaciteit van de atmosfeer J.F. Müller, IASB-BIRA (coordinator) C. Vinckier, KULeuven Context De oxiderende

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.12.2013 COM(2013) 917 final 2013/0448 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanvaarding van de wijziging van het Protocol van 1999 inzake vermindering

Nadere informatie

Bescherming Ozonlaag. Een gezonde ozonlaag lijkt dichterbij dan verstandig zongedrag. Brochure voor Wereldozondag, 16 september 2013

Bescherming Ozonlaag. Een gezonde ozonlaag lijkt dichterbij dan verstandig zongedrag. Brochure voor Wereldozondag, 16 september 2013 Bescherming Ozonlaag Een gezonde ozonlaag lijkt dichterbij dan verstandig zongedrag Brochure voor Wereldozondag, 16 september 2013 Uitgave van KNMI en RIVM Ministerie van Infrastructuur en Milieu 2 Bescherming

Nadere informatie

Kenniscentrum. Inhoud

Kenniscentrum. Inhoud Kenniscentrum Ozon Twintig Vragen en Antwoorden over de Ozonlaag 30 augustus 2011 David Fahey, Michaela Hegglin, vrij vertaald door Mark Kroon(KNMI) Wetenschappers wereldwijd zijn al decennialang geïnteresseerd

Nadere informatie

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen. BROEIKASEFFECT Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen. HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Levende wezens hebben energie nodig om te overleven. De energie die het leven op aarde in stand

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect Werkstuk door een scholier 1310 woorden 20 juni 2006 6,2 45 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het Broeikaseffect Inhoudsopgave Inleiding 1.0 Wat is het broeikaseffect?

Nadere informatie

Evolutie van het klimaat in België

Evolutie van het klimaat in België Hans Van de Vyver Koninklijk Meteorologisch Instituut 11 januari 2013 Introductie wetenschappelijke activiteiten MERINOVA-project: Meteorologische risico s als drijfveer voor milieukundige innovatie in

Nadere informatie

CO2 impact kringloopbedrijven

CO2 impact kringloopbedrijven CO2 impact kringloopbedrijven CO2 besparing gerealiseerd in 2014 door Stichting Aktief Dhr. G. Berndsen Gildenstraat 43 7005 bl Doetinchem Tel. 0314330980 g.berndsen@aktief-groep.nl Samenvatting Met 1

Nadere informatie

Problematiek van F-gassen en opportuniteiten voor natuurlijke koelmiddelen

Problematiek van F-gassen en opportuniteiten voor natuurlijke koelmiddelen Problematiek van F-gassen en opportuniteiten voor natuurlijke koelmiddelen Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid tel: 02/553.11.29 --- fax: 02/553.11.45

Nadere informatie

Samenvatting NLT Aërosolen

Samenvatting NLT Aërosolen Samenvatting NLT Aërosolen Samenvatting door L. 2268 woorden 26 oktober 2015 6,9 26 keer beoordeeld Vak NLT 3.1 Wat zijn aërosolen? Aërosolen zijn kleine vaste of vloeibare deeltjes die in de lucht zweven.

Nadere informatie

5,9. Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Broeikaseffect. Inhoudsopgave:

5,9. Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei keer beoordeeld. Scheikunde. Broeikaseffect. Inhoudsopgave: Werkstuk door een scholier 2016 woorden 21 mei 2007 5,9 37 keer beoordeeld Vak Scheikunde Broeikaseffect. Inhoudsopgave: Deelvragen: - Wat is de oorzaak van het broeikaseffect? - Wat zijn de gevolgen van

Nadere informatie

Geachte mevrouw, heer,

Geachte mevrouw, heer, Ingenieursbureau Wolter & Dros B.V. Groningen Rostockweg 3 9723 HG Groningen Postbus 390 9700 AJ Groningen Telefoon 050-547 14 71 Fax 050-541 34 88 groningen@wolterendros.nl www.wolterendros.nl Rabobank

Nadere informatie

Werkstuk ANW Ozonproblematiek

Werkstuk ANW Ozonproblematiek Werkstuk ANW Ozonproblematiek Werkstuk door een scholier 2070 woorden 3 mei 1999 6,8 34 keer beoordeeld Vak ANW De term 'ozongat' is bij iedereen bekend. Maar wat is het? Hoe groot is het? Wat veroorzaakt

Nadere informatie

Bepalingen voor koelinstallaties met F-gassen en/of ozonlaag afbrekende stoffen -...

Bepalingen voor koelinstallaties met F-gassen en/of ozonlaag afbrekende stoffen -... pagina 1 van 7 Vlaanderen LNE.BE CONTACTEER ONS Milieuvergunningen Erkenningen Milieueffect- rapportage Milieuvorm Home Beleid en regelgeving Beleidsthema's Klimaat F-gassen Bepalingen voor koelinstallaties

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering 8-10-2012. Klimaatverandering Zonne-energie 2012: prijs 21 ct per kwh; 2020 prijs 12 ct kwh Groen rijden; energiehuizen, biologisch voedsel Stimular, de werkplaats voor Duurzaam Ondernemen Stichting Stimular www.stimular.nl 010 238

Nadere informatie

Milieurapport Vlaanderen MIRA. Themabeschrijving. Klimaatverandering

Milieurapport Vlaanderen MIRA. Themabeschrijving. Klimaatverandering Milieurapport Vlaanderen MIRA Themabeschrijving Klimaatverandering Milieurapport Vlaanderen MIRA Themabeschrijving Klimaatverandering November 2012 1 Coördinerend auteur Johan Brouwers, MIRA, VMM Laatst

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 april 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 april 207 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 207/006 (E) 7725/7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: CLIMA 73 ENV 294 MI 278 DEVGEN 48 ONU 47 BESLUIT

Nadere informatie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 december 2013 (OR. en) 18165/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0448 (NLE) VOORSTEL van: ingekomen: 20 december 2013 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 1234 ENER 599

Nadere informatie

Ecologische Duurzaamheid

Ecologische Duurzaamheid Ecologische Duurzaamheid GRI-data De scope van de gerapporteerde milieu-indicatoren is in de meeste gevallen beperkt tot de relevante O&O- en productievestigingen te Beerse, en Olen. De voetafdruk van

Nadere informatie

sectorplan 31 Oplosmiddelen en koudemiddelen

sectorplan 31 Oplosmiddelen en koudemiddelen sectorplan Oplosmiddelen en koudemiddelen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Halogeenarme oplosmiddelen, halogeenhoudende oplosmiddelen, glycolen, koudemiddelen 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Axima Refrigeration. 100% cooling technology. www.aximaref-gdfsuez.be

Axima Refrigeration. 100% cooling technology. www.aximaref-gdfsuez.be Axima Refrigeration 100% cooling technology www.aximaref-gdfsuez.be Het doel heiligt de middelen Quiz algemene koeltechnische kennis? Zijn er natuurlijke koudemiddelen beschikbaar onder het kritische punt

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke

Nadere informatie

Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen,

Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen, Indicator 12 juli 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De concentratie van ozonlaagafbrekende

Nadere informatie

Stratosfeer en ozonlaag. Dr. Michiel van Weele Atmosfeer- en Klimaatonderzoek KNMI, De Bilt

Stratosfeer en ozonlaag. Dr. Michiel van Weele Atmosfeer- en Klimaatonderzoek KNMI, De Bilt Stratosfeer en ozonlaag Dr. Michiel van Weele Atmosfeer- en Klimaatonderzoek KNMI, De Bilt De lezing van vandaag De start zien begrijpen klimaat effecten checken reactie verwachten In den beginnne Life

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 4 juni 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

Koudemiddelen en wetgeving

Koudemiddelen en wetgeving 112 1 Koudemiddelen en wetgeving door P. G. H. Uges Nederlandse Vereniging voor Koude Het Koudetechnisch Centrum Deventer 1. Inleiding 112 3 2. De plaats van de koudetechniek in de huidige maatschappij

Nadere informatie

HSE World Event 2018 Koelinstallaties: Beter voorbereid op controles

HSE World Event 2018 Koelinstallaties: Beter voorbereid op controles HSE World Event 2018 Koelinstallaties: Beter voorbereid op controles Patsie Puype Extern milieucoördinator / zaakvoerder APIS Milieuadvies bvba 31 mei 2018 Inhoud sessie Inleiding types koelmiddelen Kort

Nadere informatie

Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen,

Concentratie ozonlaagafbrekende stoffen, Indicator 2 oktober 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De concentratie van ozonlaagafbrekende

Nadere informatie

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort

SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort SonEnergie, 25 maart 2019 Jacques Hagoort Klimaat & Klimaatverandering Gevolgen klimaatverandering Opwarming van de Aarde Broeikaseffect Klimaatmodellen An Inconvenient Truth VN - Akkoord van Parijs Nederlands

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Dit proefschrift behandelt de relatie tussen de vraag naar koeling, klimaatverandering en het hieraan gerelateerde milieubeleid. Inleiding Koelsystemen worden op allerlei

Nadere informatie

HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning) en Koeling zijn essentiële elementen voor gezondheid, welzijn en comfort in ons dagelijks leven

HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning) en Koeling zijn essentiële elementen voor gezondheid, welzijn en comfort in ons dagelijks leven HVAC en Koeling HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning) en Koeling zijn essentiële elementen voor gezondheid, welzijn en comfort in ons dagelijks leven Huizen, commerciële en industriële gebouwen

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL KLIMAAT Brussel, 19 december 2018 Rev1 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN GEFLUOREERDE BROEIKASGASSEN

Nadere informatie

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten? Yorick de Wijs (KNMI) Veenendaal - 09 05 2019 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut 1 Klimaatverandering Oorzaken en risico s wereldwijd Trends en

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

Multiplicatoren: handleiding

Multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten Multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren van het finaal gebruik behelzen een klassieke toepassing van het traditionele inputoutputmodel

Nadere informatie

1. Inleiding. 1.1. Toxiciteit / invloed op het leefmilieu. 1.2. Oorsprong van de BKG. De gegevens van het BIM : "Lucht basisgegevens voor het plan"

1. Inleiding. 1.1. Toxiciteit / invloed op het leefmilieu. 1.2. Oorsprong van de BKG. De gegevens van het BIM : Lucht basisgegevens voor het plan De lezer die belangstelling heeft voor de wetgevingsaspecten van de broeikasgassen (BKG), zal ter aanvulling van deze fiche de gedocumenteerde fiches Lucht 3 en 4 moeten raadplegen. Laatstgenoemde fiche

Nadere informatie

Wat is de Environmental Product Declaration (EPD)?

Wat is de Environmental Product Declaration (EPD)? Wat is de Environmental Product Declaration (EPD)? In een Environmental Product Declaration of EPD wordt in een 11-tal impactcategoriën de milieu-impact van een product uitgedrukt in getallen. Het is een

Nadere informatie

KNMI 06 klimaatscenario s

KNMI 06 klimaatscenario s KNMI 06 klimaatscenario s Stof tot nadenken? Opzet presentatie Klimaatverandering en het (versterkte) broeikaseffect Waargenomen klimaatverandering De nieuwe KNMI-klimaatscenario s Mogelijke effecten 1

Nadere informatie

Wetgeving en beleid rond koelmiddelproblematiek

Wetgeving en beleid rond koelmiddelproblematiek Wetgeving en beleid rond koelmiddelproblematiek Sven Claeys Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afd. Lucht, Hinder, Risicobeheer, Milieu & Gezondheid Dienst Klimaat tel: 02/553.11.29 sven.claeys@lne.vlaanderen.be

Nadere informatie