De positie van de vrederechter bij ouderenmis(be)handeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De positie van de vrederechter bij ouderenmis(be)handeling"

Transcriptie

1 De positie van de vrederechter bij ouderenmis(be)handeling Meester Dieter Vanoutrive, advocaat en plaatsvervangend vrederechter Congres Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling 12 juni 2009 Waarom een burgerlijke procedure? In deze voordracht wordt de aanpak van ouderenmis(be)handeling gesitueerd in het burgerlijk recht. Gezien de aard van de problematiek zou men het echter eerder in het strafrecht situeren. Vaak is er bij ouderenmis(be)handeling immers sprake van een misdrijf. Kiezen voor een strafrechtelijke aanpak is niet altijd aangewezen. Dit omwille van 4 redenen: 1. Het bewijsstelsel: Een louter vermoeden volstaat niet om iemand te laten straffen. Daarvoor zijn concrete bewijzen nodig. Soms blijken vermoedens van ouderenmis(be)handeling immers niet te kloppen. Vooral bij mensen met dementie kan dit een valkuil zijn. Maar ouderenmis(be)handeling speelt zich vaak achter gesloten deuren af. Concrete bewijzen zijn niet altijd voorhanden. Daarom is ouderenmis(be)handeling ook zo moeilijk te bewijzen. Een medisch attest bijvoorbeeld bewijst wel dat er verwondingen zijn, maar niet wie deze verwondingen heeft toegebracht. 2. Een strafonderzoek vraagt veel tijd 3. Slachtoffers zijn vaak geen vragende partij voor een strafklacht. Dit speelt vooral wanneer de pleger een naaste is. Slachtoffers weten soms niet beter en denken dat dit een normale situatie is. Sommige ouderen willen ook kost wat kost thuis blijven. Zij zijn bereid om hier heel veel voor op te geven en te verdragen. 4. In sommige omstandigheden biedt een strafrechtelijke aanpak geen soelaas. Zo is diefstal tussen kinderen en ouders niet strafbaar. De burgerlijke procedure heeft 2 duidelijke voordelen:

2 1. Het is minder beschuldigend naar de vermoedelijke dader toe. 2. de partijen hebben de zaak zelf nog in handen en kunnen zelf bij sturen. Eens men het strafrecht inschakelt geeft men de zaak uithanden en beslist de procureur des Konings of de onderzoeksrechter wat er verder zal gebeuren. Het burgerlijk wetboek biedt echter niet altijd een pasklare oplossing: 1. Soms is een tussenkomst van het strafrecht nodig. Slachtoffer beschermen soms immers de plegers 2. het gaat uit van de bekwaamheid van het individu. Een aantal technieken van het burgerlijk wetboek zijn enkel een oplossing voor mensen die officieel geestesziek zijn verklaard. Er wordt geen rekening gehouden met onder druk staan. Technieken uit het burgerlijk wetboek 1. Oproepen tot minnelijke schikking: Dit kan schriftelijk en mondeling aangevraagd worden. Deze procedure is kosteloos. In het bureau van de vrederechter wordt met alle partijen overlegd. Alles is bespreekbaar. Men probeert tot een overeenkomst te komen. Hiervan wordt een procesverbaal opgesteld. Dat heeft dezelfde waarde als een vonnis. Indien één van de partijen de overeenkomst niet naleeft kan deze afgedwongen worden. Het is mogelijk dat deze techniek geen soelaas biedt. Het brengt de griffier en de vrederechter echter wel op de hoogte van het bestaan van de problematiek. Deze techniek heeft een aantal nadelen: - Het slachtoffer moet betrokken worden. - Indien de tegenpartij niet komt opdagen kan de vrederechter niets doen. - De tegenpartij wordt op de hoogte gebracht van het feit dat het slachtoffer stappen wil ondernemen. Hierdoor heeft de tegenpartij de mogelijkheid de bewijzen te vernietigen. - De inspanning die geleverd wordt is afhankelijk van vrederechter tot vrederechter Tip: Breng op voorhand de griffier op de hoogte. Deze kan de rechter reeds op de hoogte brengen van de ernst van de zaak. 2. Vordering tot uithuiszetting Hiervoor moet aan verscheidene voorwaarden worden voldaan: - de dader moet meerderjarig zijn - de dader moet het goed bezetten zonder recht of titel. Wanneer hij (mede)eigenaar of (mede)huurder is zal deze techniek geen soelaas

3 brengen. Het is wel bruikbaar wanneer het slachtoffer enkel het vruchtgebruik heeft. Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan moet er geen ouderenmis(be)handeling bewezen worden. Bovendien kan een procedure bij de vrederechter op vrij korte termijn afgerond worden. Er zijn echter ook enkele nadelen verbonden aan deze techniek: - Het moet gebeuren bij dagvaarding. Het slachtoffer moet zich dus tot een deurwaarder richten. - Het initiatief moet van het slachtoffer komen. Hij of zij moet zelf naar de deurwaarder gaan. - Pleger kan procedurevertragende maatregelen nemen: o Wanneer men geen ouderenmis(be)handeling kan bewijzen zal men aan de pleger een redelijke termijn geven om te verhuizen. o Pleger kan een tegenvordering instellen. De zoon kan bijvoorbeeld aanhalen dat hij geen geld heeft aangezien hij nog studeert. De vrederechter kan in dat geval onderhoudsgeld toekennen - Er is een beroepsmogelijkheid. Het is aangewezen aan de rechter te vragen het vonnis bij voorraad uitvoerbaar te maken. In dat geval moet het vonnis uitgevoerd worden in afwachting van een uitspraak in beroep. 3. Collocatie Hiervoor gelden zeer strenge voorwaarden: - De persoon moet geestesziek zijn. Alcoholisme is geen geestesziekte. Ook een normale stoornis in gevolge van een hoge leeftijd volstaat niet. - De persoon moet zijn eigen veiligheid of die van een ander in gevaar brengen - Er mag geen andere geschikte handeling mogelijk zijn. Er zijn 2 mogelijk procedures: de normale procedure en de spoedprocedure. De normale procedure is in onbruik geraakt. De spoedprocedure is nu de regel. Een collocatie kan door ieder belanghebbende worden aangevraagd. Er moet wel een geneeskundig verslag aan toegevoegd worden. Dit is niet altijd evident. Wanneer men dit wel heeft of men de procureur kan overtuigen kan het snel gaan. Deze maatregel is maar geldig voor een beperkte duur! 4. Toevoegen van een wettelijk vertegenwoordiger

4 Er is een onderscheid tussen een wettelijk vertegenwoordiger m.b.t. goederen en een wettelijk vertegenwoordiger m.b.t. de persoon Er zijn 3 technieken te onderscheiden: b. verlengde minderjarigheid c. Onbekwaamverklaring Dit is het meest verregaande. Er wordt een voogd aan gesteld die bevoegd is voor de goederen en de persoon. Deze techniek is echter volledig in onbruik geraakt. Het is een zeer logge procedure die maar door een beperkt aantal personen kan worden aangevraagd (echtgenoot of bloedverwant of de Procureur des Konings indien er geen echtgenoot of bloedverwant is) De rechtbank van 1 ste aanleg is bevoegd. Het is een procedure die maanden kan aanslepen. d. Voorlopige bewindvoering Dit gaat enkel om het beheer van de goederen en gelden. Voordeel is dat het een soepele procedure is. Er zijn echter 2 nooduitgangen in deze wet waardoor de bewindvoerder toch nog een zekere bevoegdheid heeft over de persoon - De bewindvoerder moet het geld van de persoon aanwenden voor lotsverzachting. Dit kan ruim bekeken worden. - Er moet een jaarlijks verslag worden overgemaakt aan de rechter waarbij de levensituatie beschreven wordt en hoe de bewindvoerder hierop heeft ingespeeld. Er zijn 3 voorwaarden om voorlopige bewindvoering aan te vragen - persoon moet meerderjarig zijn - persoon is niet in staat zijn goederen te beheren - omwille van zijn geestelijke gezondheidstoestand Dit laatste kan ruim geïnterpreteerd worden. Elke belanghebbende kan voorlopige bewindvoering aanvragen. Dit kan via een verzoekschrift bij de vrederechter van de verblijfplaats. Je kan een voorstel doen wie wel of niet bewindvoerder kan worden. De vrederechter kan in het kader van een aanvraag tot voorlopige bewindvoering bij iedereen info gaan vragen. De voorlopige bewindvoerder staat onder voortdurende controle van de vrederechter. Problematiek van het medisch attest Bij de aanvraag van een bewindvoerder moet een attest van verblijfplaats van maximum 15 dagen oud worden bijgevoegd. Ook moet een medisch attest zijn bijgevoegd (maximum 15 dagen oud). Dit is dikwijls een probleem omdat de huisarts weigert dit attest af te leveren. Om de arts te overtuigen kan men :

5 - hem wijzen op de wettelijke verplichting om het attest bij het verzoekschrift te voegen ; - hem wijzen op het feit dat zijn aansprakelijkheid in het gedrang kan worden gebracht (aangetekende brief) ; de weigering een attest af te leveren wanneer de arts weet dat de persoon effectief niet meer in staat is zijn goederen te beheren zou m.i. kunnen beschouwd worden als schuldig verzuim - hem wijzen op het feit dat dit geen schending van het beroepsgeheim uitmaakt gezien het een wettelijke uitzondering is. Kan men een andere arts raadplegen als de huisarts weigert? - wettelijk geen probleem ; - deontologisch wel : advies nat. Raad 24/4/02. De derde arts moet verwijzen naar de behandelende arts. Weigert deze, dan kan de derde arts met de behandelende arts contact opnemen met vraag de persoon samen te onderzoeken. Zoniet moet de derde arts een beroep doen op de Provinciale Raad waarbij de huisarts is ingeschreven om te bemiddelen. Problemen uit de praktijk : - artsen die een nietszeggend attest afleveren ; bv. : x is niet in staat om zijn goederen te beheren - is niet omstandig ; - de arts maakt hier een juridische analyse, geen medische. in de praktijk zijn de Vrederechters zeer soepel. - artsen die het attest enkel aan de patiënt afleveren : * proberen het te pakken te krijgen voor de 15 dagen verstreken zijn - artsen die het attest enkel wil afleveren op verzoek van de Vrederechter zelf ; zie hoger. Sommige Vrederechters bellen in de praktijk de arts op. - artsen die het attest onder gesloten omslag afleveren, enkel te openen door de Vrederechter ; gebaseerd op een advies van de Nationale Orde van Geneesheren van 21 oktober 2006 (bevestiging van vroeger advies). Dit advies is ridicuul : hoe kan een verzoeker (of zijn advocaat) beoordelen of zijn vordering gegrond is als hij geen kennis kan nemen van de inhoud van het attest??? Het verzoekschrift moet gemotiveerd zijn, hoe dan dat zonder kennis te kunnen nemen van het medisch attest.

6 Motivatie : vermijden van onwettige verspreiding : op te vangen door mee te delen dat het attest enkel afgeleverd wordt om gevoegd te worden bij verzoekschrift aanvraag bewindvoering. Maakt men dan toch voor andere doeleinden gebruik, dan is er sprake van misbruik van vertrouwen. Indien er om redenen van dringendheid geen geneeskundige verklaring bij het verzoekschrift is gevoegd, gaat de vrederechter na of het aangevoerde motief van dringendheid gerechtvaardigd is. In bevestigend geval, vraagt de vrederechter binnen acht dagen na de datum waarop het verzoekschrift is ontvangen dat de verzoeker een omstandige geneeskundige verklaring bezorgt, die voldoet aan de vereisten bepaald in het eerste tot derde lid. In de praktijk wordt soms aanvaard dat de verzoeker zich beroept op overmacht wat het medisch attest betreft. Sommige Vrederechters begeven zich dan ter plaatse met een deskundige. Vertrouwenspersoon In het kader van een voorlopig bewind kan de Vrederechter een vertrouwenspersoon aanstellen die dan de bewindvoerder op de hoogte kan stellen van problemen of de Vrederechter kan inlichtingen als de bewindvoerder zijn werk niet naar behoren doet. Andere controlemechanismen - jaarverslagen ; - bepaalde handelingen mogen enkel met machtiging van de Vrederechter worden gesteld ; - in de praktijk kan iedereen problemen aan de Vrederechter signaleren ; de Vrederechter onderzoekt en stuurt ev. bij. Besluit m.b.t. bewindvoering De taak van de voorlopig bewindvoerder is strikt genomen, beperkt tot het beheer van goederen en gelden. In de prakijk doet de bewindvoerder veel meer en kan hij de betrokkene, via de wijze van beheer, ook in een bepaalde richting sturen. De Vrederechter houdt echter steeds een oogje in het zeil en kan ten allen tijde tussenkomen. Dikwijls zal de Vrederechter zelf ook meewerken om de betrokkene te overtuigen. De praktijk leert dat vele betrokkene ontzag hebben voor een professioneel bewindvoerder en zeker voor de Vrederechter.

7 Algemeen besluit : de taak van de Vrederechter Vooral in het kader van het voorlopig bewind heeft de Vrederechter een belangrijke en voortdurende taak die sterk afwijkt van de normale taak van een rechter. Normaal wordt de rechter gevat om een probleem op te lossen, verleent hij vonnis en is hiermee zijn taak beëindigd. In het kader van een voorlopig bewind blijft de Vrederechter het dossier voortdurend opvolgen, kan hij bijsturen, aanpassen, informatie inwinnen, de uitvoering van zijn vonnis controleren en desgevallend een totaal nieuwe beslissing nemen naar gelang de omstandigheden Hij kan daarbij volledig vrij handelen en is door geen enkele (wettelijke) richtlijn gebonden. Hij heeft een enorme beoordelingsvrijheid, en hij kan (of moet soms) zelf initiatief nemen. Impliciet blijkt uit de wet dat de Vrederechter meer voor ogen moet hebben dan het louter patrimoniaal belang van de beschermde persoon. Hij moet ook oog hebben voor de levenskwaliteit, wat soms regelrecht tegen het patrimoniaal belang zal indruisen. In de literatuur worden volgende voorbeelden gegeven : - moet een professioneel bewindvoerder aangesteld worden als een op het eerst gezicht weinig betrouwbare nabije kennis, op wie de te beschermen persoon zeer gesteld is, zich kandidaat stelt? - moet een huis verkocht worden als het budget zeer nipt is maar de persoon zeer aan het huis gehecht is (bv. bejaarde die nooit nog kan terugkeren naar huis maar er nog één keer per maand komt en er dan ook echt van geniet)? - moet een procedure wegens verduistering ingesteld worden jegens naasten die de enigen zijn die de beschermde persoon nog op zijn sterfbed verzorgen? In de praktijk is er dikwijls ook een informeel contact tussen de bewindvoerder en de Vrederechter en worden problemen soms informeel besproken alvorens er eventueel een machtiging om een handeling te stellen wordt gevraagd en verleend. Dergelijke besprekingen zijn uiteraard delicaat. Zij zijn normaal niet alleen ongebruikelijk maar zelfs niet tolereerbaar. Maar Vrederechter en de bewindvoerder hebben hier nu eenmaal wettelijk dezelfde taak, weze het elk op hun gebied, nl. de bescherming van de beschermde persoon. In de praktijk werkt dit. In de literatuur raadt men wel aan zoveel mogelijk contacten schriftelijk te laten verlopen. Hoewel de ervaringen positief zijn houdt deze enorme vrijheid ook gevaren in. Sowieso zal de invulling van de taak van de Vrederechter hier veel afhangen van persoon tot persoon en van temperament tot temperament. Maar ook hier geldt : vragen staat vrij. Het Vredegerecht is door de band genomen een erg laagdrempelige rechtbank. Het wettelijk verbod aan rechters en griffiers om juridisch advies te verlenen staat niet in de weg dat zij informatie kunnen verschaffen. Aarzel niet om wanneer u met een praktisch probleem geconfronteerd wordt de Vrederechter, via de griffie, te contacteren. Door de band zal men er u graag helpen.

8 Zijn er toch ernstige klachten over een Vrederechter die buiten de beroepsmogelijkheden vallen, dan kan men zich wenden tot de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg, die hier als tuchtoverste fungeert. Men vraagt dan best eerst een mondeling onderhoud waarna men eventueel de klacht schriftelijk kan formuleren.