De myoscanner tijdens de logopedische behandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De myoscanner tijdens de logopedische behandeling"

Transcriptie

1 De myoscanner tijdens de logopedische behandeling EEN CASESTUDY NAAR DE ERVARINGEN VAN LOGOPEDISTEN EN ÉÉN CLIËNT BIJ HET GEBRUIK VAN DE MYOSCANNER Jeanine Keulers BACHELOR THESIS LOGOPEDIE HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN 16 JUNI 2014

2 De myoscanner tijdens de logopedische behandeling Een casestudy naar de ervaringen van logopedisten en een cliënt bij het gebruik van de myoscanner Jeanine Keulers Eerste beoordelaar M. Schaub- de Jong Tweede beoordelaar E. de Wit Studentnummer Progress code LOV43SPO Wordcount 4783 woorden SafeAssignment 20% Hanzehogeschool Groningen, 16 juni 2014 Bachelor - thesis Logopedie

3 De myoscanner tijdens de logopedische behandeling Een casestudy naar de ervaringen van logopedisten en een cliënt bij het gebruik van de myoscanner Samenvatting Introductie Elke week behandelen veel logopedisten in Nederland verschillende cliënten op het gebied van Oro MyoFunctionele therapie (OMFT). Tijdens deze behandelingen kan gebruik worden gemaakt van de myoscanner. Deze meet kracht van de lippen, de Mm.masseter en de tong in extensie. In de literatuur worden verschillende redenen gegeven om oro-faciale spieren te meten maar hierin is geen eenduidigheid. Daarbij is er weinig bekendheid over het gebruik van de myoscanner. Om duidelijkheid te krijgen in het gebruik van de myoscanner tijdens de logopedische OMFT behandeling, is een casestudy gestart naar de ervaringen van logopedisten en één cliënt met betrekking tot het gebruik van de myoscanner in de logopedische behandeling Methode Er is een diepte interview afgenomen bij één cliënt en een digitale enquête verspreid onder logopedisten in Nederland. Resultaten 70 logopedisten hebben de digitale enquête ingevuld. De meeste respondenten geven aan de myoscanner te gebruiken om de behandelingen te evalueren en de cliënt te motiveren. Contra-indicaties zijn voor hen afhankelijk van de tijdsduur, locatie en cliënt. Voordelen zijn onder andere: het motiveren van cliënten en het geven van doelgerichtere oefeningen. Nadelen zien de respondenten vooral in het uitvoeren van de metingen en de tijdsduur die dit in beslag neemt. Voor de casus geeft de myoscanner inzicht in de behandelingen en spiersterkte van de oro-faciale spieren. Het stimuleert hem niet tot het doen van oefeningen. Discussie Niet alle indicaties om de myoscanner te gebruiken die in de literatuur worden genoemd, zijn voor de logopedisten reden om de myoscanner te gebruiken tijdens de logopedische behandeling. De contra-indicaties die de logopedisten noemen worden in artikelen over de myoscanner niet genoemd. Logopedisten ervaren tijdens het gebruik van de myoscanner meer voordelen dan nadelen. De geïnterviewde casus ervaart alleen maar voordelen bij het gebruik van de myoscanner. Abstract Introduction In the Netherlands many speech and language therapists treat different clients in the area of OMFT every week. During these treatments the myometer can be used. It measures the strength of the lips, the Mm.masseter and the extension of the tongue. In the literature consulted, many different reasons are mentioned to measure orofacial muscles, but there is no uniformity on this. Besides that, little is known about the use of the myometer. In order to obtain clarity on the use of the myometer during the OMFT treatment, a case study has been started on the experiences of speech and language therapists, using the myometer on one client during the speech and language treatment. Methods An in-depth interview with a patient was held and a digital survey was sent to speech and language therapists in the Netherlands. Results 70 speech and language therapists have completed the digital survey. The great majority of the respondents indicate that they use the myometer to evaluate the treatment and to motivate the client. Contraindications depend on duration, location and client. Advantages are among other things: motivating the clients and giving them purpose-driven exercises. The disadvantages according to the respondents are carrying out the measurements and the time it takes. As for the case, the myometer gives insight into the treatments and the muscular strength of the orofacial muscles. It does not stimulate to do exercises. Discussion Not all of the indications mentioned in the literature concerning the use of the myometer, are reason for the speech and language therapists to use the myometer during their treatments. The contraindications mentioned by the speech and language therapists are not mentioned in the articles on the myometer. Speech and language therapists experience more advantages than disadvantages while using the myometer. The interviewed case only benefits from using the myometer.

4 Introductie In 2011 schreven Helderop en Verlinden dat ruim 900 logopedisten in Nederland de cursus voor Oro MyoFunctionele therapie (OMFT) gevolgd hebben (Verlinden en Helderop, 2011a). Het aantal geschoolde logopedisten met betrekking tot de OMFT is gestaag gegroeid en met minimaal zeven cursussen in het vooruitzicht voor 2014 zal dit aantal blijven groeien. Dit is niet verwonderlijk aangezien veel logopedisten in Nederland elke week verschillende cliënten behandelen op het gebied van OMFT. Met behulp van OMFT kunnen tijdens logopedische behandelingen afwijkende mondgewoonten afgeleerd worden en kan de balans tussen de oro-faciale spieren hersteld worden (Benkert, 1997; Gosselink, 2007; Verlinden en Helderop, 2010). Oro-faciale spieren zijn de spieren in en om de mond en een goed gebruik van deze spieren is van essentieel belang voor zuigen, slikken, eten en spreken (Furlan et al, 2011; Malandris & Mahoney, 2004). Zo heeft de tong een belangrijke rol tijdens het slikken (Fei et al, 2013; Tee Tod, Rees Lintzenich, Butler, 2013). Daarnaast zijn de orofaciale spieren van grote invloed tijdens de ontwikkeling van het tand-kaakstelsel (Verlinden & Helderop, 2011a). Er wordt tussen de verschillende oro-faciale spieren door Jansonius-Schultheiss, van Coppenolle & Beyaert (2004) een onderscheid gemaakt tussen de aangezichtspieren, kauwspieren en tongspieren. Wanneer deze spieren in goede balans zijn, worden de gebitselementen in een correcte positie gehouden door een evenwichtige druk van de tong, lippen en wangen (Furlan et al, 2011; Jansonius-Schultheiss et al., 2004; Ruan, Su & Ye, 2007; van Lierde, de Ley, Roman & van Cauwenberge, 2005). Soms is er sprake van een verstoord evenwicht tussen deze spieren. Dit kan ontstaan door afwijkend mondgedrag als duim- of speenzuigen. Een verstoord evenwicht van de oro-faciale spieren wordt zichtbaar in een naar voren bewegende tong tijdens het spreken en/of slikken. Vaak is de tongpositie in rust eveneens te ver naar voren en ligt de tong in rust op de mondbodem (American Speech-Language-Hearing Association [ASHA] (z.d.); Jansonius-Schultheiss et al., 2004). Dit leidt tot afwijkende vormen in het gebit (Seemann, Kundt, & Stahl de Castrillon, 2011; van Lierde et al., 2005). De vorm van het harde gehemelte ontstaat namelijk voor een groot deel door de druk van de tong tijdens het slikken, wat we zo n keer per dag doen (Verlinden & Helderop, 2011b). Naast de functionele afwijking tussen de oro-faciale spieren is er dus ook sprake van een vormverandering van het gebit. Daarom behandelt de orthodontist de vormverandering van het gebit en de logopedist de functionele afwijking tussen de oro-faciale spieren (Verweij & Van der Does, 2011; Mehnert et al., 2009). Een goede samenwerking tussen de orthodontist en logopedist is essentieel om het doel waarmee de cliënt in behandeling is te bereiken (Grabowski, Kundt & Stahl, 2007; Klocke, Korbmacher, Kahl-Nieke, 2000; Seemann, Kundt, & Stahl de Castrillon, 2011). Dit komt doordat vorm en functie directe invloed op elkaar hebben. Zo zijn de oro-faciale spieren van grote invloed op het behandelresultaat van de orthodontist. Tevens voorkomt een goede samenwerking het optreden van een relaps (Gosselink, 2007; Saccomanno et al. 2012; Smithpeter & Covell, 2010; Verlinden & Helderop, 2011a; Verlinden en Helderop, 2010; Verweij & Van der Does, 2011). Om tot een goede samenwerking te komen is het daarom van belang dat afwijkende vormen in het gebit op tijd gesignaleerd worden door de tandarts of orthodontist en dat zij de cliënt op tijd verwijzen naar de logopedist. Dit is belangrijk want hoe eerder wordt gestart met de behandeling, hoe minder groot het probleem zal kunnen worden (Gosselink, 2007; Malandris & Mahoney, 2004; Seemann et al., 2011). Bovendien zal de behandeling bij vroege verwijzing succesvoller zijn (Grabowski et al., 2007). Wat precies het beste moment is om de OMFT behandeling te beginnen, is in de literatuur nog onduidelijk (Klocke et al., 2000). Behandelprocedure OMFT Wanneer een cliënt is verwezen naar de logopedist zal hier eerst een intakegesprek plaatsvinden om mogelijke oorzaken van het afwijkend mondgedrag te achterhalen. Na het intakegesprek worden enkele metingen gedaan om de spierkracht en het gedrag van de oro-faciale spieren in kaart te brengen (Gosselink, 2007). De logopedische behandelingen zullen zich allereerst richten op het afleren van duim-, vinger-, of speenzuigen, liplikken en open mondgedrag. Vervolgens wordt gestart met het aanleren van een correcte tongpositie in rust en een correcte, alveolaire slik (Verlinden en Helderop, 2010; Gosselink, 2007; Benkert, 1997). Met het aanleren van deze correcte slik wordt de spierbalans in en om de mond hersteld, wat invloed heeft op de vorm van het gebit (Gosselink, 2007). Daarnaast wordt, indien nodig, begonnen met het aanleren van een articulatie met een correcte tongpositie aangezien cliënten vaak de alveolairen, /t/, /d/, /n/, /l/, /r/, /z/ en /s/ op dentale of interdentale wijze uitspreken. Tot slot wordt het aangeleerde gedrag geautomatiseerd (Verlinden en Helderop, 2010; Gosselink, 2007; Benkert, 1997). De behandelprocedure kost in totaal zo n tien tot vijftien behandelingen, waarbij het van belang is dat de cliënt thuis goed oefent (Gosselink, 2007).

5 De metingen die tijdens de OMFT behandeling gedaan kunnen worden variëren tussen het maken van foto s tot het meten van de oro-faciale spieren. De Force-Scale bijvoorbeeld is een veelgebruikt meetinstrument tijdens OMFT. Dit is een veerunster die wordt gebruikt om de resistentiesterkte van de M.orbicularis oris te meten (Buist, Hazewinkel, Meijer & Spek, 2012; Verlinden & Helderop, 2011a). Om meer inzicht te bieden in de slik en het gebit van de cliënt is het goed om maandelijks foto s te maken van het gebit (Verweij & Van der Does, 2011). Naast de Force-Scale en het maken van foto s, kan de logopedist gebruik maken van de Paynetechniek. Hierbij wordt de tong op verschillende plaatsen aangestipt met fluorescerende pasta. Vervolgens wordt de cliënt gevraagd te slikken. Na de slik is met behulp van ultraviolet licht te zien hoe de cliënt heeft geslikt (Gosselink, 2007). Om te meten hoe de balans is tussen de oro-faciale spieren en wat het gebruik of misbruik van deze spieren is, kunnen de M.orbicularis oris, de Mm.masseter en de tong in extensie opgemeten worden met behulp van een myoscanner (afbeelding 1) (Gosselink, 2007; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Deze is speciaal ontwikkeld om de druk van de oro-faciale spieren te meten (Horn, Göz, Bacher, Koch, Krcmar, 1995; Lambrechts, De Baets, Fieuws & Willems, 2010; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). De myoscanner bestaat uit een apparaat wat de gemeten scores weergeeft en een probe om de lipkracht te meten. Aan de probe kunnen twee metalen plaatjes geschroefd worden: een tongplaatje om de tong in extensie te meten en een groter plaatje om de spiersterkte van de Mm.masseter te meten (Lambrechts et al., 2010). Bovendien kan de myoscanner aangesloten worden op een computer die de scores van de spiersterkte in een grafiek kan weergeven. Alle scores worden weergegeven in pounds (Verlinden & Helderop, 2011a). Hoewel veel onderzoeken het belang van oro-faciale metingen benadrukken, wordt in slechts vier onderzoeken de myoscanner aangehaald om deze metingen te verrichten (Horn et al., 1995; Lambrechts et al., 2010; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Daarbij komt dat in de literatuur verschillende redenen worden beschreven om oro-faciale spieren te meten maar hierin geen eenduidigheid is. Zo noemen verschillende auteurs dat aan de hand van de metingen van de oro-faciale spieren oefeningen gegeven kunnen worden (Guisti Braislin & Cascella, 2005; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Anderen vermelden dat het belangrijk is ook tijdens de behandelperiode metingen te doen, waarna oefeningen eventueel aangepast kunnen worden of in frequentie vermeerderd of verminderd kunnen worden (Gosselink, 2007; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Naast inzichten en handvatten voor oefeningen geven de metingen de mogelijkheid om de doelgerichtheid en effectiviteit bij een cliënt te kwantificeren (Furlan et al., 2011; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Dit is juist in deze tijd belangrijk omdat door cliënten en zorgverzekeraars steeds hogere eisen worden gesteld aan de effectiviteit van behandelingen (Verlinden & Helderop, 2011a). Bovendien, zo stellen Verweij & Van der Does (2011) is het meten van de spieren een zeer effectief hulpmiddel om cliënten te motiveren. Wat belangrijk is, aangezien een behandeling valt of staat met de motivatie en coöperatie van de cliënt (Verweij & Van der Does, 2011). Het meten van de spieren brengt de spiersterkte van de spieren in kaart, wat tijdens de evaluatie van OMFT erg waardevol is. Daarbij kan worden weergegeven hoe de spieren in relatie met elkaar staan en of deze spieren in balans zijn met elkaar (Furlan et al., 2011; Silva, Giglio, Regalo, de Mello-Filho & Trawitzki, 2013). Het meten van de tong in extensie kan van waarde zijn in de voorspelling van een relaps, bij een lage tongdruk zal deze kans klein zijn (Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Ruan et al. (2007) voegt hieraan toe dat het opmeten van de spiersterkte van de oro-faciale spieren inzicht geeft bij het verhelpen of voorkomen van het ontstaan van een malocclusie bij kinderen. Volgens Trawitzki, Borges, Giglio & Silva (2011) en Furlan et al. (2011) kunnen de objectieve metingen van de tongkracht een hulpmiddel zijn in de diagnose van OMFT en kunnen de metingen een bijdrage leveren aan de behandeling van de oro-faciale spieren. Ook Verweij en Van der Does (2011) zeggen dat de metingen met de myoscanner de logopedist duidelijkheid kunnen geven of behandelen volgens OMFT noodzakelijk is. Horn et al. (1995) spreken dit tegen en concluderen naar aanleiding van hun onderzoek dat het meten van de spiersterkte van de oro-faciale spieren voor diagnostische doeleinden zeer te betwisten is, maar dat het meten van oro-faciale spieren voor andere doeleinden in de behandeling aan te bevelen is. Het gebrek aan eenduidigheid en de minimale informatie over de myoscanner maakt het voor logopedisten lastig om beslissingen te maken met betrekking tot het gebruik van de myoscanner op basis van evidentie. Desondanks wordt wel van logopedisten verwacht dat zij beslissingen maken gebaseerd op een klinisch oordeel en evidence based practice (Braislin & Cascella, 2005). Afbeelding 1: [De Myoscanner 160- B versie Helderop/Verlinden] (z.d.) Overgenomen van Logopedie en tandheelkunde: OMFT via

6 Om duidelijkheid te krijgen in het gebruik van de myoscanner tijdens de logopedische OMFT behandeling, is een casestudy onderzoek gestart met de volgende vraagstelling: Wat zijn de ervaringen van logopedisten en één cliënt met betrekking tot het gebruik van de myoscanner in de logopedische behandeling? Het doel van deze casestudy is om inzicht te krijgen in de keuzes die logopedisten maken voor het wel of niet gebruiken van de myoscanner tijdens de logopedische behandeling, wat voor hen de meerwaarde is van het gebruik van de myoscanner en inzicht te krijgen in de ervaringen met de myoscanner van verschillende logopedisten en één cliënt. Casusbeschrijving Jeroen (gefingeerde naam). Jeroen is een jongen van 13;8 jaar en is in behandeling bij de logopedist voor OMFT. Hij is verwezen door zijn orthodontist. Daar is hij in behandeling gekomen vanwege een sagittale overbeet (SOB) van 9 mm met diastemen. Van januari 2012 tot juli 2013 heeft hij zowel aan boven- als ondergebit vaste apparatuur met brackets (een slotjesbeugel) gehad. Met behulp van elastiekjes is de onderkaak naar voren gebracht. Inmiddels is sprake van een klasse I relatie en een lichte bimaxillaire protrusie aan boven- en ondertanden. Zo is er lateraal beiderzijds geringe inkijk op twee punten. Jeroen heeft een goede lipsluiting, maar heeft een lage, addentale tongligging in rust. De Paynetechniek toont aan dat de slik lateraal is en de tong met name links de kiezen raakt. Metingen met de myoscanner bij aanvang van de behandelperiode leveren de volgende resultaten op: - M.orbicularis oris: 1,4 pound (2 keer zo sterk, normale waarde: 0,6-0,8 pound) - Tong in extensie: 1,15 pound (normaal, normale waarde: 0,8-1,2 pound) - M.masseter links: 1,1 pound (1 keer zo sterk, normale waarde: 0,6-0,8 pound) - M.masseter rechts: 1,48 pound (2 keer zo sterk, normale waarde: 0,6-0,8 pound) Jeroen geeft aan vooral met rechts te kauwen. De logopedische conclusie was als volgt: de M.orbicularis oris en Mm.masseter zijn erg sterk. De tong is in verhouding met de M.orbicularis oris en de Mm.masseter zwak (al valt de gemeten waarde binnen de normale range van 0,8-1,2 pound) en wordt zichtbaar slap aangezogen. Methode In deze casestudy is een zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek uitgevoerd. Voor de beantwoording van de onderzoeksvraag is gebruik gemaakt van een diepte interview en een digitale enquête. Het doel was inzicht te krijgen in de ervaringen van logopedisten en een casus met betrekking tot het gebruik van de myoscanner tijdens de logopedische behandeling. Ethische aspecten Omdat de casus die voor het onderzoek werd gebruikt minderjarig is, zijn zijn ouder(s)/verzorger(s) gevraagd toestemming te verlenen om mee te werken aan het onderzoek. Aan de cliënt is een toestemmingsverklaring en een begeleidende brief meegegeven. Deze zijn opgesteld volgens de Wet Medisch Wetenschappelijk Onderzoek Mensen (1998). De gegevens die tijdens dit onderzoek zijn verkregen, zijn volledig anoniem verwerkt en geluidsmateriaal is vernietigd na afloop van het onderzoek. Dataverzameling digitale enquête Er is een digitale enquête verspreid onder logopedisten die werken met de myoscanner. De items van de digitale enquête zijn samengesteld op basis van uitspraken in literatuur over zowel de myoscanner als het doen van orofaciale metingen. Met behulp van de website Thesistools is de digitale enquête gemaakt en gepubliceerd. De logopedisten kregen een met een link naar de digitale enquête. Door de digitale enquête te maken en in te laten vullen op een website werd de anonimiteit gewaarborgd en konden respondenten de enquête makkelijker invullen (Brinkman, 2011). Omdat relatief weinig praktijken in Nederland met de myoscanner werken (veel minder dan het aantal logopedisten die de cursus gevolgd hebben) en aangezien er altijd een aantal logopedisten zijn die niet reageren, is ervoor gekozen de digitale enquête over heel Nederland te verspreiden. De enquête is op drie verschillende manieren verspreid. Allereerst werden via Google praktijken opgezocht die met de myoscanner werken. Hiervoor zijn de volgende termen ingevoerd: logopedie+myoscanner, logopedie+friesland, logopedie+overijssel. Wanneer op de website te vinden was dat de praktijk gebruik maakte van OMFT, is de desbetreffende praktijk telefonisch benaderd. Op deze manier zijn 55 praktijken telefonisch benaderd. Met 44 logopediepraktijken is daadwerkelijk telefonisch contact geweest. Tien

7 logopediepraktijken gaven aan met de myoscanner te werken en waren bereid de enquête in te vullen. Eén logopedist gaf aan de digitale enquête te willen verspreiden via Facebook. Zij heeft een oproep geplaatst voor het invullen van de enquête op een pagina op Facebook, uitsluitend bedoeld voor logopedisten. Deze Facebookpagina had op het moment dat de enquête op de pagina geplaatst werd 2436 leden. Tot slot is e- mailcontact geweest met de heer Verlinden, die samen met meneer Helderop cursussen verzorgen voor OMFT en de myoscanner verkopen voor logopedisten. Zij hebben de enquête via een verspreid onder 162 logopedisten die de myoscanner gebruiken. De enquête is drie weken open gesteld. Na de sluiting van de enquête zijn de gegevens geanalyseerd met behulp van Microsoft Excel. De resultaten zijn weergegeven in taartdiagrammen aan de hand van aantal respondenten. In een aantal gevallen konden logopedisten hun antwoord invullen of toelichten. Deze antwoorden zijn verzameld en beschrijvend weergegeven bij de desbetreffende vraag. Dataverzameling diepte interview Tot slot heeft er een diepte-interview plaatsgevonden met de casus. Tijdens dit interview is dieper ingegaan op de ervaringen van de cliënt met de myoscanner, de meerwaarde van de myoscanner volgens de cliënt en de functie die de myoscanner had voor de cliënt. Er is gekozen voor een face-to-face interview omdat hierbij meer informatie verkregen kon worden en je op deze manier beter kon doorvragen. Van het interview is een geluidsopname gemaakt die later is getranscribeerd. De gegevens uit het interview zijn beschrijvend weergegeven waarbij enkele uitspraken zijn geciteerd. Op deze manier is getracht een zo n betrouwbaar mogelijk beeld te geven van de uitspraken van de casus. Resultaten Digitale enquête Van de benaderde logopedisten hebben 88 logopedisten gereageerd op de enquête. Van deze 88 logopedisten hebben 70 logopedisten de enquête daadwerkelijk ingevuld. Van de 70 respondenten geeft 48,57% aan de myoscanner langer dan één maar korter dan drie jaar te gebruiken. Zestien respondenten (22,86%) gebruiken de myoscanner korter dan één jaar en zeventien respondenten (24,29%) langer dan drie maar korter dan vijf jaar. Slechts drie respondenten (4,29%) gebruiken de myoscanner langer dan vijf jaar. Op de vraag wat voor scholing de logopedisten gevolgd hebben om met de myoscanner te leren werken waren meerdere antwoorden mogelijk. Bijna alle respondenten (90%) hebben leren werken met de myoscanner tijdens een cursus OMFT. Van de respondenten geeft 7,14% aan een aparte of aanvullende scholing te hebben gehad van Berry Verlinden en/of Peter Helderop. Een groter aantal respondenten (11,43%) heeft leren werken met de myoscanner door uitleg van één of meerdere collega s. Tot slot geeft 24,29% aan de instructie dvd geraadpleegd te hebben. Het merendeel van de respondenten gebruikt de myoscanner bij elke OMFT cliënt, te zien in figuur 2. bij elke OMFT cliënt bij 75% tot 100% van de OMFT cliënten bij 50% tot 75% van de OMFT cliënten 35 bij 25% tot 50% van de OMFT cliënten 19 bij minder dan 25% van de OMFT cliënten Figuur 2 het gebruik van de myoscanner bij het aantal OMFT cliënten door logopedisten, weergegeven in aantal respondenten. Van de respondenten geeft 57,14% aan de myoscanner tijdens de logopedische behandelingen niet altijd te gebruiken. De redenen hiervoor zijn voor veel respondenten afhankelijk van de tijdsduur, locatie of de cliënt. Zo

8 geven respondenten bij de antwoord optie anders namelijk aan de metingen niet uit te voeren bij cliënten met hoge scores, die na uitleg meteen goed slikken, die niet mee willen werken of wiens houding of karakter de meetresultaten nadelig beïnvloeden. Anderen vinden zichzelf niet vaardig genoeg, vinden de metingen niet altijd even betrouwbaar of vinden de betrouwbaarheid van de meting moeilijk te beoordelen. Andere antwoorden zijn te vinden in figuur 3. Het kost teveel tijd Uitsluitend bij het stellen van de diagnose en niet tijdens de behandelingen De cliënt krijgt OMFT maar is mijns inziens te jong om de metingen bij uit te voeren 17 8 Anders namelijk Figuur 3 redenen van logopedisten om de myoscanner niet te gebruiken tijdens de logopedische behandeling, weergegeven in aantal respondenten. Van de respondenten geeft 87% aan voordelen te ervaren ten aanzien van het gebruik van de myoscanner. Deze voordelen zijn weergegeven in figuur 4. De dertien respondenten die het antwoord: anders namelijk hebben ingevuld geven aan dat zij op deze manier SMART werken, objectief meten, een duidelijkere diagnose kunnen stellen en meer inzichten hebben in de oro-faciale spieren. Ook geven zij aan dat oefeningen beter afgestemd kunnen worden en de metingen de vorderingen van de cliënt in kaart brengen waar de zorgverzekeraar, verwijzer en cliënt belang bij hebben. Tot slot ziet één respondent het instrument ook als een manier om zichzelf te profileren. Het maakt deze logopedist anders dan de andere logopedisten in zijn/haar buurt. Ik kan mijn behandeling beter verantwoorden Ik kan de clënt motiveren Ik kan doelgerichtere oefeningen geven aan de cliënt Anders namelijk 51 Figuur 4 de voordelen voor logopedisten bij het gebruik van de myoscanner. Op deze vraag konden meerdere antwoorden gegeven worden. Weergegeven in aantal respondenten. Door 79,69% van de respondenten worden ook nadelen ervaren in het gebruik van de myoscanner. De volgende nadelen worden genoemd bij de antwoordmogelijkheid anders namelijk : te weinig handigheid in het uitvoeren van de metingen, het zien van wisselende uitkomsten bij dezelfde cliënt en de gevoelige apparatuur is nadelig bij het vervoer van het apparaat. Tot slot geven drie logopedisten aan de meting van de Mm.masseter niet te gebruiken. Andere antwoorden zijn te zien in figuur 5. De gegeven tegendruk kan bepalend zijn voor de uitkomst van de meting Het uitvoeren van de metingen kost veel tijd Bij een niet volledige plaatsing van de meetsonde is de uitkomst onbetrouwbaar ik ervaar geen nadelen Anders namelijk Figuur 5 nadelen die logopedisten ervaren bij het gebruik van de myoscanner. Bij deze vraag waren meerdere antwoorden mogelijk. Weergegeven in aantal respondenten

9 De digitale enquête bevatte ook 15 stellingen. Deze zijn opgesteld om inzicht te krijgen in de ervaringen van logopedisten bij het gebruik van de myoscanner. Hieruit valt op te merken dat veel respondenten de metingen met de myoscanner wel gebruiken om de doelgerichtheid en effectiviteit te verwoorden aan de cliënt maar niet bij de zorgverzekering. Zie verder tabel 1. Tabel 1 stellingen met betrekking tot het gebruik van de myoscanner waarbij n=62 respondenten. Nooit Soms Altijd Het gebruik van de myoscanner helpt mij om oefeningen te geven aan de OMFT cliënt Na het gebruik van de myoscanner pas ik oefeningen aan Na het gebruik van de myoscanner vermeerder ik oefeningen Na het gebruik van de myoscanner verminder ik oefeningen Ik gebruik de myoscanner om de doelgerichtheid van de OMFT behandeling te kwantificeren bij de cliënt Ik gebruik de myoscanner om de doelgerichtheid van de OMFT behandeling te kwantificeren bij de zorgverzekering Ik gebruik de myoscanner om de effectiviteit van de OMFT bij te kwantificeren bij de cliënt Ik gebruik de myoscanner om de effectiviteit van de OMFT bij te kwantificeren bij de zorgverzekering Ik gebruik de myoscanner om de cliënt te motiveren Ik gebruik de myoscanner bij de evaluatie van de OMFT behandelingen Ik gebruik de myoscanner om weer te geven of de oro-faciale spieren in balans zijn met elkaar Ik gebruik de myoscanner bij de voorspelling van een relaps bij een cliënt Ik gebruik de myoscanner bij het verhelpen van een malocclusie Ik gebruik de myoscanner om het ontstaan van een malocclusie te voorkomen Ik gebruik de myoscanner om te bepalen of OMFT noodzakelijk is Diepte interview met casus Jeroen De metingen met de myoscanner zijn halverwege de behandelperiode en aan het eind van de behandelperiode van Jeroen herhaald. Het interview is afgenomen vlak voor de laatste meting. Tijdens het interview is zowel gesproken over de ervaringen van Jeroen bij de eerste meting als over zijn ervaringen bij de tweede meting. Jeroen heeft het gebruik met de myoscanner als positief ervaren hoewel hij zijn eerste indruk van het apparaat omschrijft als raar. Nadat hij, toen hij het apparaat voor de eerste keer zag, uitleg had gekregen zowel mondeling als visueel, met behulp van afbeeldingen, vond hij het logisch dat het apparaat werd ingezet. Achteraf heeft hij een goed gevoel bij het apparaat en geen negatieve ervaringen met de myoscanner. Jeroen zegt het volgende over de metingen met de myoscanner: het is niet echt apart ofzo, niet echt ongemakkelijk ( ) gewoon prima eigenlijk. Op een later moment zegt hij: het is gewoon leuk om te weten Jeroen vindt de myoscanner een meerwaarde hebben tijdens de logopedische behandeling. Deze meerwaarde is voor hem de kennis over de spierkracht en wat de spierkracht voor hem betekend. Zo zegt hij het volgende: het positieve aan de myoscanner is dat ik weet hoe sterk mijn kaken zijn, hoe sterk m n tong is en hoe sterk mijn lippen zijn. Of het te sterk is of dat ik er meer aan moet werken. Dat is wel fijn om te weten. De myoscanner heeft voor Jeroen een duidelijke functie tijdens de logopedische behandeling. Dit geeft hem duidelijkheid over de spierkracht van de oro-faciale spieren en of er sprake is van verbetering. Doordat hij weet wat hij kan doen om de balans tussen de oro-faciale spieren te herstellen, geven de metingen hem inzicht in de behandelingen. Het stimuleert hem echter niet om oefeningen te doen. Jeroen beschrijft de functie van de

10 myoscanner als volgt: het meet de spierkracht van m n kaken, van m n tong, van m n lippen. Hoe sterk die zijn en of ik ze goed gebruik, of ze goed in balans zijn. Discussie Tijdens deze casestudy is inzicht verkregen in de ervaringen van logopedisten en één cliënt met betrekking tot het gebruik van de myoscanner in de logopedische behandeling. Hierbij is onderzocht welke keuzes logopedisten maken voor het wel of niet gebruiken van de myoscanner tijdens de logopedische behandeling en wat voor hen voor- en nadelen zijn in het gebruik. Uit de enquête is gebleken dat de respondenten de myoscanner tijdens verschillende stadia van de behandelperiode inzetten. Een grote meerderheid van de respondenten (83,87%) gebruikt de oro-faciale metingen in de diagnostische fase om te beslissen of OMFT noodzakelijk is. Dit is in lijn met de recente onderzoeken waarin staat dat het doen van oro-faciale metingen kunnen bijdragen bij het stellen van een diagnose (Trawitzki et al., 2011; Furlan et al., 2011; Verweij en Van der Does, 2011). In de literatuur wordt aanbevolen om ook tijdens de behandelperiode oro-faciale metingen uit te voeren (Gosselink, 2007; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Toch blijkt uit de enquête dat het merendeel van de respondenten gedurende de behandelperiode deze metingen niet altijd uitvoert. De leeftijd van de cliënt en de tijdsduur van de metingen worden als contra-indicatie aangevoerd voor het gebruik van de myoscanner. In artikelen over de myoscanner wordt niet geschreven over deze contra-indicaties. De myoscanner wordt door bijna alle respondenten soms of altijd gebruikt tijdens de evaluatie van de behandelperiode. Dit sluit aan bij de stellingen die in de literatuur worden gegeven dat het meten van oro-faciale spieren erg waardevol kan zijn tijdens de evaluatie van de behandelingen (Furlan et al., 2011; Silva, Giglio, Regalo, de Mello-Filho & Trawitzki, 2013). Zowel uit het diepte interview met Jeroen als uit de enquête worden verschillende voordelen genoemd. De voordelen zoals de respondenten die verwoorden zijn in lijn met de voordelen zoals beschreven in de literatuur. Opvallend hierbij is dat zowel uit de enquête als uit de literatuur blijkt dat het motiveren van de cliënt een belangrijk voordeel is bij het gebruik van de myoscanner. Dit wordt niet bevestigd in het diepte interview. Jeroen geeft aan dat de metingen hem niet motiveren oefeningen te doen. Hij beschrijft wel andere voordelen: inzicht in de spierkracht van de oro-faciale spieren en het hebben van inzicht in de logopedische behandeling. Andere voordelen die de respondenten beschrijven zijn: het beter kunnen verantwoorden van de behandelingen, het kunnen geven van doelgerichtere oefeningen en voor enkele respondenten helpen de metingen bij het stellen van een duidelijkere diagnose. Het gebruiken van de metingen met de myoscanner om de doelgerichtheid en effectiviteit van de behandelingen te kwantificeren bij de cliënt wordt door veel respondenten gebruikt. Opvallend is dat een meerderheid van de respondenten de metingen niet gebruikt om de doelgerichtheid en effectiviteit te kwantificeren bij de zorgverzekering hoewel in de literatuur genoemd staat dat juist in deze tijd het belangrijk is de doelgerichtheid en effectiviteit van de behandeling te kwantificeren omdat steeds hogere eisen worden gesteld door zorgverzekeraars en cliënten (Verlinden & Helderop, 2011a). In verschillende artikelen wordt beschreven dat oefeningen gegeven, aangepast en vermeerderd of verminderd kunnen worden (Furlan et al., 2011; Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011; Guisti Braislin & Cascella, 2005). Uit de gegevens van de digitale enquête blijkt dat de meerderheid van de respondenten dit ook doet en de oefeningen soms of altijd aan te passen, te vermeerderen of verminderen. In de literatuur worden geen nadelen bij het gebruik van de myoscanner beschreven maar in de praktijk worden wel nadelen ervaren. Zo halen de respondenten aan bij het gebruik van de myoscanner het precisiewerk van de metingen als nadelig te ervaren. Bovendien vinden veel respondenten het nadelig dat de uitkomst onbetrouwbaar is bij een niet volledig correcte plaatsing van de meetsonde en dat de gegeven tegendruk bepalend kan zijn voor de uitkomst van de meting. Een ander gedeelte van de respondenten vindt het nadelig dat de metingen veel tijd in beslag nemen en er wisselende uitkomsten kunnen zijn bij dezelfde cliënt. Een klein gedeelte van de respondenten ervaart geen nadelen bij het gebruik van de myoscanner. Ook Jeroen geeft aan geen nadelen te ervaren bij het gebruik van de myoscanner.

11 In een aantal gevallen wordt de myoscanner niet gebruikt terwijl dit in de literatuur wel wordt aanbevolen. Zo wordt in de literatuur aangegeven dat het meten van de tong in extensie van waarde kan zijn in de voorspelling van een relaps (Verlinden & Helderop, 2011a; Verweij & Van der Does, 2011). Toch blijkt uit de enquête dat een derde van de respondenten de myoscanner hier nooit voor gebruikt en meer dan de helft de myoscanner hier soms voor gebruikt. Ook in het verhelpen of voorkomen van een malocclusie wordt de myoscanner weinig gebruikt door de respondenten terwijl dit door Ruan (2007) wel wordt aanbevolen. Zo geeft een derde aan de myoscanner nooit te gebruiken bij het verhelpen van een malocclusie en bijna de helft aan de myoscanner nooit te gebruiken in het voorkomen van een malocclusie. Opvallend is dat drie van de 64 respondenten de meting voor de Mm.masseter niet gebruiken. Slechts één respondent geeft hiervoor een toelichting: hij/zij vindt het te ingewikkeld de meting betrouwbaar uit te voeren. Over de meting van de Mm.masseter met de myoscanner is in de literatuur weinig bekend. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de metingen van de Mm.masseter. Volgens Jeroen motiveren de metingen met de myoscanner hem niet tot het doen van oefeningen. Dit staat lijnrecht tegenover de reden die de respondenten aangeven de myoscanner te gebruiken. Een grote meerderheid geeft namelijk aan de myoscanner te gebruiken om de cliënt te motiveren. Helaas is een diepte interview beperkt en exploreert deze slechts een klein deel van de ervaringen. Daarnaast kan de leeftijd (puber) van de cliënt van invloed zijn geweest op de motivatie en beleving. Ook het feit dat Jeroen een jongen is kan kleuring aan zijn antwoorden hebben gegeven. Om uit te zoeken of het gebruik van de myoscanner een motiverende werking heeft voor cliënten zal in verder onderzoek een bredere populatie gevraagd moeten worden naar de ervaringen en motivatie. Deze casestudy heeft zich beperkt tot de logopedisten die de myoscanner in gebruik hebben. Zij waren al bekend met de myoscanner. De reden waarvoor logopedisten de myoscanner niet hebben aangeschaft of wel hebben aangeschaft maar niet gebruiken is niet onderzocht. Dit kan een mogelijke kleuring geven aan de data. Omdat dit een eerste, verkennend onderzoek is, naar de ervaring van logopedisten bij het gebruik van de myoscanner is de keerzijde, het niet gebruiken van dit apparaat, wellicht interessant om tijdens vervolgonderzoek mee te nemen. Hierbij is het van belang willekeurige logopedisten te benaderen om mee te doen aan het onderzoek. Samenvattend kan gezegd worden dat een grote meerderheid van de logopedisten de myoscanner gebruiken voor het stellen van een diagnose en voor het evalueren van de behandeling. Niet alle indicaties om de myoscanner te gebruiken die in de literatuur worden genoemd, zijn voor de logopedisten reden om de myoscanner te gebruiken tijdens de logopedische behandeling. Contra-indicaties zijn voor logopedisten afhankelijk van de tijdsduur, locatie en cliënt. Deze worden in artikelen over de myoscanner niet genoemd. Tot slot ervaren logopedisten tijdens het gebruik van de myoscanner meer voordelen dan nadelen. De geïnterviewde casus ervaart alleen maar voordelen bij het gebruik van de myoscanner.

12 Literatuur American Speech-Language-Hearing Association (ASHA) (z.d.). Orofacial Myofunctional Disorders. Spring96, 38, (2), Benkert, K.K. (1997). The effectiveness of orofacial myofunctional therapy in improving dental occlusion. The international journal of orofacial myology, 23, Brinkman, J. (2011). Cijfers spreken: overtuigen met onderzoek en statistiek. Nederland, Groningen: Noordhoff Buist, P., Hazewinkel, I, Meijer, M, Spek, B. (2012). Metingen binnen oromyofunctionele therapie: is de Force Scale betrouwbaar? Logopedie en foniatrie, 5, Fei, T., Cliffe Polacco, R., Hori, S.E., Molfenter, S.M., Peladeau-Pigeon, M., Tsang, C. & Steele, C.M. (2013). Age related differences in tongue-palate pressures for strengt hand swallowing tasks. Dysphagia, 28, doi: /s Furlan, R.M.M.M., Valentim, A.F., Motta, A.R., Barroso, M.F.S., da Costa, C.G. & de La Casas, E.B. (2011). Devices to measure tongue force a critical analysis. ABCM, 21, Gosselink, K. (2007). Myofunctionele therapie: het nut van logopedie voor de tandheelkunde. Nederlands Tandartsenblad. 16. Grabowski, R., Kundt, G. & Stahl, F. (2007). Interrelation between Occlusal Findings and Orofacial Myofunctional Status in Primary and Mixed Dentition Part III: Interrelation between Malocclusions and Orofacial Dysfunctions. Journal of Orofacial Orthopedics, 68, doi: /s y Guisti Braislin, M.A. & Cascella, P.W. (2005). A preliminary investigation of the efficacy of oral motor exercises for childeren with mild articulation disorders. International Journal of Rehabilitation Research, 28, Helderop, P. & Verlinden, B.P.M. (z.d.) Logopedie en tandheelkunde: OMFT. Verkregen op 27 maart 2014, via Horn, H., Göz, G., Bacher, M., Koch, J. & Krcmar, D.A. (1995). Maximallkraftmessungen des Lippen- und Zungendrucks und ihre Bedeutung für die klinische Diagnostik orofazialer Dyskinesien. Fortschr. Kiefenorthop, 56, Jansonius-Schultheiss, K., van Coppenolle, L. & Beyaert, E. (2004). Afwijkende mondgewoonten, inleiding, onderzoek en behandeling. Leuven, België: Acco Klocke, A., Korbmacher, H. & Kahl-Nieke, B. (2000). Influence of Orthodontic Appliances on Myofunctional Therapy. Journal of Orofacial Orthopedics, 61, Lambrechts, H., De Baets, E., Fieuws, S. & Willems, G. (2010). Lip and tongue pressure in orthodontic patiens. European Journal of Orthodontics, 32, doi: /ejo/cjp137 Malandris, M. & Mahoney, E.K. (2004). Aetiology, diagnosis and treatment of posterior cross-bites in the primary dentition. International Journal of Paediatric Dentistry, 14, Logopedie en Foniatrie, 5, Mehnert, J., Landau, H., Orawa, H., Kittel, A., Krause, M., Engel, S., Brinkmann, P-G.J. & Müller-Hartwich, R. (2009). Validity and Reliability of Logopedic Assessments of Tongue Function. Journal of Orofacial Orthopedics, 70, doi: /s y Ruan, W-H., Su, J-M. & Ye, X-W. (2007). Pressure from the lips and the tongue in children with class III malocclusion. J Zhejiang Univ Sci B, 8 (5), Saccomanno, S., Antonini, G., D Alatri, L., D Angelantonio, M., Fiorita, A. & Deli, R. (2012). Causal relationship between malocclusion and oral muscles dysfunction: a model of approach. European journal of paediatric dentistry, 4, Seemann, J., Kundt, G. & Stahl de Castrillon, F. (2011). Relationship between occlusial findings and orofacial myofunctional status in primary and mixed dentition part IV: interrelation between space conditions and orfacial dysfunctions. Journal of Orofacial Orthopedics, 72, doi: /s

13 Silva, J.B.D-A., Giglio, L.D., Regalo, S.H., de Mello-Filho, F.V. & Trawitzki, L.V.V. (2013). Effect of dentofacial deformity on maxmimum isometric tongue strength. Journal of Oral Rehabillitation, 40, Smithpeter, J. & Covell, D. (2010). Relaps of anterior open bites treated with orthodontic appliances with and without orofacial myofunctional therapy. American Jounal of Orthodontics and Dentofacial Orthopedics, 137, doi: /j.ajodo Tee Todd, J., Rees Lintzenich, C. & Butler, S.G. (2013). Isometric and Swallowing Tongue Strength in Healthy Adults. The Laryngoscope, 123, Trawitzki, L.V.V., Borges, C.G.P., Giglio, L.D. & Silva, J.B. (2011). Tong strength of healthy young adults. Journal of Oral Rehabillitation, 38, Van Lierde, K.M., De Ley, S., Roman, T. & Van Cauwenberge, P. (2005). Effectiviteit van de verschillende behandelingsstrategieën voor open mondgedrag, mondademen, voorwaartse tonghouding in rust en tongperen. Logopedie en Foniatrie, 7/8, Verlinden, B.P.M. & Helderop, P. (2010). Oromyofunctionele therapie (1): belastend of belovend?. Logopedie en Foniatrie, 12, Verlinden, B.P.M. & Helderop, P. (2011a). Oromyofunctionele therapie (2): meten is weten. Logopedie en Foniatrie, 1, 4-9. Verlinden, B.P.M. & Helderop, P. (2011b). Oromyofunctionele therapie (3): voorkom relaps door OMFT. Logopedie en Foniatrie, 2, Verweij, C. & Van der Does, E. (2011). Logopedie en tandheelkunde: OMFT, de mond is meer dan een rij tanden.

Oromyofunctionele therapie (1) Belastend of belovend? pre-orthodontie - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Casus 1: Piet B.

Oromyofunctionele therapie (1) Belastend of belovend? pre-orthodontie - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Casus 1: Piet B. pre-orthodontie - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Oromyofunctionele therapie (1) Belastend of belovend? De ontwikkeling van het tand-kaakstelsel wordt in belangrijke mate gestuurd

Nadere informatie

Oromyofunctionele therapie (2) Meten is weten. orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Casus

Oromyofunctionele therapie (2) Meten is weten. orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Casus orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Oromyofunctionele therapie (2) Meten is weten De ontwikkeling van het tand-kaakstelsel wordt in belangrijke mate gestuurd

Nadere informatie

Oromyofunctionele therapie (4)

Oromyofunctionele therapie (4) Oromyofunctionele therapie (4) Het gebruik van trainers in de praktijk Berry Verlinden, Peter Helderop In drie voorgaande nummers van Logopedie en Foniatrie zijn de algemene beginselen van OMFT aan bod

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Oromyofunctionele therapie (1)

Oromyofunctionele therapie (1) Oromyofunctionele therapie (1) Belastend of belovend? B.P.M. Verlinden, P. Helderop Inleiding In een viertal artikelen wordt uitgebreid ingegaan op de behandelingsmogelijkheden van patiënten met afwijkend

Nadere informatie

Beroepsomschrijving van de logopedist. Overeenkomende indicatiegebieden

Beroepsomschrijving van de logopedist. Overeenkomende indicatiegebieden Inleiding Deze brochure is bedoeld voor tandartsen en orthodontisten. Het doel van deze brochure is informatie te verstrekken over de werkzaamheden van de logopedist binnen het werkveld van de tandarts

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Het gebruik van Trainers in de praktijk

Het gebruik van Trainers in de praktijk orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Oromyofunctionele therapie (4, slot) Het gebruik van Trainers in de praktijk In drie voorgaande nummers van TP zijn de algemene

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

LOGOPEDISCHE PATHOLOGIE BIJ ORTHODONTISCHE PATIËNTEN

LOGOPEDISCHE PATHOLOGIE BIJ ORTHODONTISCHE PATIËNTEN LOGOPEDISCHE PATHOLOGIE BIJ ORTHODONTISCHE PATIËNTEN Laurence Becue, Master in de Logopedische en Audiologische wetenschappen (UGent) K.M. Van Lierde, A. Luyten, E. D haesleer, G. Van Maele, L. Becue,

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Oromyofunctionele therapie (3) Voorkom relaps door OMFT. orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist*

Oromyofunctionele therapie (3) Voorkom relaps door OMFT. orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* orale functieleer - door B.P.M. Verlinden, tandarts, en P. Helderop, logopedist* Oromyofunctionele therapie (3) Voorkom relaps door OMFT Verreweg het grootste deel van de patiënten die door tandarts of

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

en Tandheelkunde: OMFT De mond is meer dan een rij

en Tandheelkunde: OMFT De mond is meer dan een rij Logopedie en Tandheelkunde: OMFT De mond is meer dan een rij tanden. Ciska Verweij en Esther van der Does Inleiding Op 28 januari 2011 vond voor de eerste keer het symposium Logopedie en Tandheelkunde:

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen

De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale. Veerkracht en Demografische Variabelen Running head: INVLOED VAN DAGELIJKSE STRESS OP BURN-OUT KLACHTEN De Invloed van Dagelijkse Stress op Burn-Out Klachten, Gemodereerd door Mentale Veerkracht en Demografische Variabelen The Influence of

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Oromyofunctionele therapie (2)

Oromyofunctionele therapie (2) Oromyofunctionele therapie (2) Meten is weten Berry Verlinden, Peter Helderop Inleiding In een viertal artikelen wordt uitgebreid ingegaan op de behandelingsmogelijkheden van patiënten met afwijkend mondgedrag

Nadere informatie

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and

Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback. The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Onrechtvaardigheid, bevlogenheid en feedback 1 Relatie Tussen Organisatie-Onrechtvaardigheid, Bevlogenheid en Feedback The Relationship Between the Organizational Injustice, Engagement and Feedback Nerfid

Nadere informatie

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly

Dysphagia Risk Assessment for the Community-dwelling Elderly DYSPHAGIA RISK ASSESSMENT FOR THE COMMUNITY-DWELLING ELDERLY (DRACE) Miura, H., Kariyasu, M., Yamasaki, K., & Arai, Y. (2007). Evaluation of chewing and swallowing disorders among frail community-dwelling

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

tudievragen voor het vak TCO-2B

tudievragen voor het vak TCO-2B S tudievragen voor het vak TCO-2B 1 Wat is fundamenteel/theoretisch onderzoek? 2 Geef een voorbeeld uit de krant van fundamenteel/theoretisch onderzoek. 3 Wat is het doel van fundamenteel/theoretisch onderzoek?

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Oromyofunctionele therapie (3)

Oromyofunctionele therapie (3) Oromyofunctionele therapie (3) Voorkom relaps door OMFT Berry Verlinden, Peter Helderop Inleiding In een viertal artikelen wordt uitgebreid ingegaan op de behandelingsmogelijkheden van patiënten met afwijkend

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht

Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Inventarisatie enquête over het gebruik van videofragmenten bij het onderwijs van Inleiding Staats- en Bestuursrecht Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden Afdeling ICT&O, Cleveringa Instituut,

Nadere informatie

Logopedie en apps. Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen. Kennis in Bedrijf 27 november 2014. Ilse Hoeben

Logopedie en apps. Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen. Kennis in Bedrijf 27 november 2014. Ilse Hoeben Logopedie en apps Apps binnen de logopedische therapie bij kinderen Kennis in Bedrijf 27 november 2014 Ilse Hoeben MSc en Logopedist Docent opleiding logopedie Technologie 27 november 2014 2 Invloed digitale

Nadere informatie

Opleiding Orthopedische Manuele Therapie. 18 april 2013

Opleiding Orthopedische Manuele Therapie. 18 april 2013 Opleiding Orthopedische Manuele Therapie 18 april 2013 Opleiding Orthopedische Manuele Therapie Is Orthopedische Manuele Therapie nog Orthopedische Manuele Therapie? Zijn de huidige paradigma shifts wenselijk?

Nadere informatie

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf Evidence-based logopedie - wat is er in 10 jaar veranderd? GEFELICITEERD! Dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf 15 mei 2014 @hannekekalf Evidence-based logopedie:

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen. Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam Zuidoost om zich bij de Soa-polikliniek van de GGD Amsterdam te laten Testen op Soa s en Hiv A Qualitative Research

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM Read Online and Download Ebook ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM DOWNLOAD EBOOK : ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK STAFLEU

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1

WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 WERKZAAMHEID VAN CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met internaliserende Problematiek: Affect als Mediator Effectiveness of Child-Centered Play Therapy

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7 Media en creativiteit Winter jaar vier Werkcollege 7 Kwartaaloverzicht winter Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7 Les 8 Opbouw scriptie Keuze onderwerp Onderzoeksvraag en deelvragen Bespreken onderzoeksvragen

Nadere informatie

De beugelbehandeling. Het verloop van de behandeling

De beugelbehandeling. Het verloop van de behandeling De beugelbehandeling Het verloop van de behandeling Eerste consult Bij het eerste consult kijken we naar uw gebit, de kaken en het gezicht. We vragen u naar uw verwachtingen en eventuele tandheelkundige

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Oral Health Assessment Tool

Oral Health Assessment Tool Oral Health Assessment Tool (OHAT) Chalmers JM., King PL., Spencer AJ., Wright FAC., Carter KD. (2005) The Oral Health Assessment Tool Validity and Reliability Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie