Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst Pagina 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Toelichting Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst Pagina 1"

Transcriptie

1 Pagina 1

2 Algemene toelichting. Vanaf 1 januari 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (hierna: de wet) van kracht. In artikel 5 van de wet is bepaald dat gemeenten bij verordening regels te stellen. Relevant bij het stellen van regels is dat bij amendement het compensatiebeginsel aan de wet is toegevoegd. Dit begrip vormt de kern van de wet. Het begrip is afkomstig van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg en vertaald bij amendement en in de wet opgenomen. Het is vooral de toelichting op het amendement dat informatie geeft over de bedoeling van de wetgever met het begrip compensatieplicht. De toelichting stelt: Ter vervanging van de verplichting gedurende drie jaar om te voorzien in met name genoemde producten en diensten strekt het nieuw geformuleerde artikel ertoe de algemene verplichting aan gemeenten op te leggen om beperkingen in de zelfredzaamheid op het gebied van het voeren van een huishouden, het zich verplaatsen in en om de woning en om zich lokaal per vervoermiddel te verplaatsen, weg te nemen. Onder zelfredzaamheid wordt in dit verband verstaan het lichamelijke, verstandelijke, geestelijke en financiële vermogen om zelf voorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeer mogelijk maken. Onder normale deelname aan het maatschappelijke verkeer wordt in ieder geval verstaan het kunnen voeren van een huishouden; het normale gebruik van een woning; het zich in en om de woning kunnen verplaatsen; het zich zodanig kunnen verplaatsen dat aansluiting kan worden gevonden bij regionale, bovenregionale en landelijke vervoerssystemen; het kunnen ontmoeten van andere mensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier te kunnen deelnemen aan het lokale sociaal-maatschappelijk leven. Voor de gemeentelijke uitvoeringspraktijk biedt de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF classificatie) een uniform begrippenkader dat als grondslag kan dienen om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen. De opdracht om compenserende voorzieningen te treffen wordt met dit artikel bij wet gegeven. De normering ervan wordt overeenkomstig de bestuurlijke structuur van de wet op het lokale niveau bepaald met inachtneming van alle bepalingen over de totstandkoming van het lokale beleid en de betrokkenheid van burgers en cliënten daarbij. Omdat een begripsomschrijving van het compensatiebeginsel in zowel de wet als in het amendement ontbreekt is in de verordening maatschappelijke ondersteuning Voorst een begripsomschrijving opgenomen, in artikel 1.0. onderdeel h. In de verordening is vorm gegeven aan het compensatiebeginsel zonder de regels van de Wet voorzieningen gehandicapten () en de regels rond de functie huishoudelijke verzorging uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) geheel los te laten. Dit vooral omdat het overgangsrecht zoals geregeld in de wet, personen die al een voorziening ontvangen, maximaal één jaar het behoud van de oude rechten op grond van de of de AWBZ biedt. Het overgangsrecht gaat er ook van uit dat voor alle nieuwe aanvragen tot drie maanden nadat de gemeentelijke verordening maatschappelijke ondersteuning is vastgesteld, de regels uit en AWBZ gelden. Het compensatiebeginsel geldt op grond van artikel 4, lid 1 van de wet voor de onderdelen: a. een huishouden te voeren, b. zich te verplaatsen in en om de woning, c. zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en d. medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Uitgaande van het overgaan van de voormalige voorzieningen: de woonvoorzieningen, de vervoersvoorzieningen en de rolstoelen uitgebreid met de functie huishoudelijke verzorging uit de AWBZ naar de WMO worden de onderdelen uit artikel 4 van de wet in deze modelverordening als volgt uitgewerkt: a. onder het voeren van een huishouden wordt verstaan: zowel het wonen, met name de woonvoorzieningen, als de functie huishoudelijke verzorging; Pagina 2

3 b. zich verplaatsen in en om de woning: de rolstoel inclusief (uitsluitend) de sportrolstoel; c. zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel: de vervoersvoorzieningen uit de ; d. het ontmoeten van medemensen en het daaruit volgende aangaan van sociale verbanden wordt beschouwd als doelstelling voor de eerste drie verstrekkingenterreinen. Deze indeling is in deze verordening terug te vinden in de hoofdstukindeling. In artikel 4 van de wet wordt de gemeente opgedragen ten behoeve van de compensatie "voorzieningen te treffen". De wet stelt dus niet dat het steeds om individuele voorzieningen moet gaan. Om te voorzien in het snel en regelarm treffen van veel voorkomende eenvoudige voorzieningen is in deze modelverordening het begrip "algemene voorzieningen" opgenomen. In deze verordening wordt het begrip algemene voorziening geïntroduceerd voor alle onderdelen van het compensatiebeginsel. De mogelijkheid wordt geschapen voor algemene woonvoorzieningen, algemene hulp bij het huishouden, algemene vervoersvoorzieningen en algemene rolstoelvoorzieningen. Bij algemene voorzieningen kan het gaan om scootermobielpools, rolstoelen voor incidenteel gebruik (rolstoelpools), klussen- en boodschappendiensten. Deze opsomming is uitdrukkelijk niet limitatief, aangezien het een nieuw type voorziening betreft, waarvoor de komende jaren nieuwe invullingen zullen ontstaan. Met name op het terrein van hulp bij het huishouden is het een nieuw begrip. Op dit moment zullen de algemene voorzieningen maar op beperkte schaal ingezet kunnen worden, omdat deze nog nader uitgewerkt moeten worden voordat ze als adequaat instrument ingezet kunnen worden. In de verordening is mede daarom opgenomen dat als de algemene voorziening niet adequaat is of niet aanwezig is, recht bestaat op een collectieve voorziening of een voorziening in natura. Algemene voorzieningen zullen in de regel met een minimum aan procedures kunnen worden aangeboden: met geen of slechts een lichte toegangstoets en zonder eigen bijdragen. De voordelen van deze algemene voorzieningen zijn een snelle en simpele oplossing van de problemen, zonder bureaucratie. In plaats van de soms complexe advisering wordt in dit kader van het veel lichtere begrip toegangsbeoordeling gebruik gemaakt. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van deze algemene voorzieningen om daarmee de mogelijkheid van de aanvrager tot het kiezen voor een PGB in te perken. De algemene voorziening is alleen bedoeld voor het bieden van compensatie bij kortdurende, niet complexe of incidentele hulpvragen. In de wet komen voorzieningen uit de Welzijnswet en voorzieningen uit de en de AWBZ bij elkaar. Voorzieningen die tot 1 januari 2007 onder de Welzijnswet vielen en na die datum onder de wet, worden als voorliggende voorzieningen aangeboden en worden daarom niet in deze verordening opgenomen. De verschillende verstrekkingenterreinen worden in de volgende hoofdstukken behandeld. De laatste hoofdstukken zijn gereserveerd voor procedurele aspecten. Pagina 3

4 Artikelsgewijze toelichting. Voor zover de onderdelen voor zich spreken wordt geen toelichting opgenomen. Zo wordt voorkomen dat de opmerking spreekt voor zich op meerder punten in de tekst terugkomt. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1.0 Begripsbepalingen Ad b. Algemeen gebruikelijk Evenals onder de WVG het geval was, is het ook onder de WMO niet de bedoeling dat de gemeentelijke overheid voorzieningen verstrekt, waarover de aanvrager, gezien zijn individuele situatie, ook zonder zijn handicap of beperking, zou kunnen beschikken. Deze voorzieningen worden als algemeen gebruikelijk beschouwd. Wat in een concrete situatie als algemeen gebruikelijk te beschouwen is, hangt af van de geldende maatschappelijke normen van het moment van de aanvraag. Het begrip algemeen gebruikelijk is geconcretiseerd jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep. Het begrip heeft vaak voor verwarring gezorgd, omdat algemeen gebruikelijke voorzieningen soms wel specifiek voor een handicap worden aangeschaft, maar vanwege hun algemeen gebruikelijke karakter toch niet vergoed worden. Om duidelijk te maken wat in de wet verstaan wordt onder dit begrip is de begripsomschrijving vanuit jurisprudentie in de verordening opgenomen. Het gaat daarbij om voorzieningen die: - in de reguliere handel verkrijgbaar zijn; - niet speciaal voor gehandicapten bedoeld zijn; - niet aanzienlijk duurder zijn dan vergelijkbare producten met hetzelfde doel. Ad c. Algemene voorziening Het gaat hier om direct of uit voorraad beschikbare voorzieningen, die met een minimum aan bureaucratie kunnen worden verstrekt. Daarbij valt te denken aan een scala van al bestaande of nog te ontwikkelen voorzieningen: collectief vervoer, scootmobielpools, algemene woonvoorzieningen als klussendiensten en voorzieningendepots, rolstoelpools en vrijwilligersdiensten. De verstrekkingprocedure is eenvoudiger dan bij individuele voorzieningen: een beperkte toegangsbeoordeling, geen beschikking maar een informerende brief, en geen eigen bijdragen. In de regel gaat het om eenvoudige en veel voorkomende voorzieningen die bedoeld zijn voor incidenteel of kortdurend gebruik. Kenmerk van algemene voorzieningen is dat zij in natura verstrekt worden en nooit als financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget. Overigens wordt wel een beschikking afgegeven als aanvrager hier om vraagt. Ook wordt een beschikking afgegeven als aanvrager geen algemene voorziening wil. Belangrijk is immers dat de rechtsbescherming gewaarborgd blijft. Ad d. Beperking De term beperking is ontleend aan de ICF, de International Classification of Functioning, Disability, and Health, opgesteld door de Wereld Gezondheidsorganisatie (World Health Organisation, onderdeel van de Verenigde Naties). Het amendement-miltenburg stelt over de ICF: Voor de gemeentelijke uitvoeringspraktijk biedt de International Classification of Functions, Disabilities and Impairments (ICF classificatie) een uniform begrippenkader dat als grondslag kan dienen om de behoefte aan voorzieningen in individuele gevallen vast te stellen. De beperking wordt op basis van een (medische) indicatie, en met in acht nemen van de ICF classificatie vastgesteld Ad e. Besparingsbijdrage Wanneer een voorziening wordt verstrekt welke in de plaats komt van een algemeen gebruikelijk goed (er wordt een driewielfiets verstrekt, de fiets is algemeen gebruikelijk en maakt daar onderdeel van uit: men hoeft zelf geen fiets meer te kopen) zou sprake kunnen zijn van besparing: er hoeft immers geen algemeen gebruikelijke voorziening meer aangeschaft te worden. Aangezien verstrekking binnen de wet zich beperkt tot de meerkosten, kan in die situatie Pagina 4

5 van de aanvrager het bedrag dat bespaard wordt, gevraagd worden als besparingsbijdrage. Dit is geen vorm van eigen bijdrage of eigen aandeel, zodat de regels wat dat betreft niet van toepassing zijn. Wel gelden voor een besparingsbijdrage strikte regels zodat het niet vanzelfsprekend is dat een besparingsbedrag in rekening wordt gebracht. Ad f. Budgethouder De invoering van het persoonsgebonden budget maakt het opnemen van het begrip budgethouder noodzakelijk. De budgethouder is de persoon die de beschikking krijgt over het budget en over de besteding daarvan ook verantwoording af dient te leggen. Ad h. Compensatiebeginsel Het compensatiebeginsel is via het amendement-miltenburg c.s. (30 131, nr. 65) aan het wetsvoorstel toegevoegd. In het amendement ontbreekt een begripsomschrijving. Gevolg hiervan is dat er in de wet een begripsomschrijving van het cruciale begrip compensatiebeginsel ontbreekt. Daarom staat de begripsomschrijving van het compensatiebeginsel in de verordening. Voor de begripsomschrijving is gebruik gemaakt van het briefadvies van de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg, de uitvinder van het compensatiebeginsel. Voor wat betreft de gelijkwaardige uitgangspositie is gebruik gemaakt van de toelichting op het amendement, evenals voor wat betreft de termen zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie. Ad i. Eigen bijdrage of eigen aandeel De bevoegdheid voor het vragen van een eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten van een voorziening vloeit voort uit artikel 15 lid 1 en artikel 19 lid 1 van de wet. De eigen bijdrage of het eigen aandeel wordt bepaald aan de hand van het inkomen van aanvrager. Aan de mogelijkheid om nadere regels te stellen op grond van artikel 15 lid 3 is uitvoerig gegeven. Bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn nadere regels gesteld over de maximaal in rekening te brengen eigen bijdrage of eigen aandeel. Ad j. Financiële tegemoetkoming Een financiële tegemoetkoming is een geldbedrag dat is bedoeld om een bepaalde voorziening te verwerven. Het is niet perse een kostendekkende vergoeding, maar een bedrag, bedoeld als tegemoetkoming in de kosten. Ad k. Gemeenschappelijke ruimte Bij deze term gaat het om verbijzondering van het verstrekken van woonvoorzieningen voor ruimten die niet tot de afzonderlijke woonruimte van de aanvrager behoren maar wel noodzakelijk zijn om de woonruimte te bereiken. Ad l. Gebruikelijke Zorg Gebruikelijke zorg is per definitie zorg waarop geen aanspraak bestaat op grond van deze verordening. Het is de normale, dagelijkse zorg die partners of ouders (of andere meerderjarigen) en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden omdat ze als leefeenheid een huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden. Gebruikelijke zorg is alleen aan de orde bij een leefeenheid die een gezamenlijk huishouden voert. Ad m. Huisgenoot Het uitgangspunt van deze begripsomschrijving ligt in het Protocol Gebruikelijke zorg, zoals tot aan de invoering van de wet door het Centrum Indicatiestelling Zorg werd toegepast als verzameling beleidsregels voor de AWBZ-indicatiestelling voor huishoudelijke zorg. Ad n. Hoofdverblijf De term hoofdverblijf is overgenomen uit de WVG. Voorzieningen worden alleen verstrekt aan personen die in de gemeente Voorst wonen. Een uitzondering wordt gemaakt voor het aanpassen van een woning voor een persoon die nog niet in de gemeente Voorst woont, maar na aanpassing van de woning daar wel gaat wonen. Pagina 5

6 Ad p. Individuele voorzieningen De voorzieningen welke ingezet worden als een algemene voorziening niet adequaat of niet aanwezig is. Voor het bepalen van het recht op een individuele voorziening zal het op de persoonlijke situatie afgestemde (medische) advies vaak van belang zijn. Individuele voorzieningen zijn voorzieningen welke in bruikleen of in eigendom verleend kunnen worden. Ad q. Leefeenheid De term leefeenheid is overgenomen uit de regels van indicatiestelling voor AWBZ-voorzieningen van het CIZ. Het is behulpzaam om te bepalen in hoeverre mensen in de omgeving van een aanvrager bij kunnen dragen aan de zelfredzaamheid en participatie. Ad r. Maatschappelijke participatie Met het begrip maatschappelijke participatie wordt een relatie gelegd met het amendement- Miltenburg c.s., dat het compensatiebeginsel aan de wet heeft toegediend. Ad s. mantelzorger Het begrip mantelzorger is ontleend aan de begripsomschrijving van mantelzorg in artikel 1 lid 1 onderdel b van de wet. Ad t. Meerkosten Het begrip meerkosten hangt nauw samen met het begrip algemeen gebruikelijk.meerkosten zijn de kosten, die in een direct oorzakelijk verband staan met het compenseren van de ondervonden beperking of het psychosociaal probleem, zoals die zijn genoemd in artikel 1, lid 1, onder g. van de wet. Een met de persoon als de aanvrager vergelijkbaar persoon zonder die beperking of dat psychosociale probleem heeft deze meerkosten per definitie niet, omdat daarvoor in diens situatie geen noodzaak is. Mede op de bestrijding van deze meerkosten, dus de kosten die voor een persoon als de aanvrager niet algemeen gebruikelijk zijn, is de wet gericht. Ad u. Persoon Met de term persoon wordt een relatie gelegd met de wettekst, artikel 1 lid g onder 5 en 6. Ad v. Persoonsgebonden budget Persoonsgebonden budget: een geldbedrag dat de aanvrager mag besteden aan een compenserende voorziening naar zijn keuze, binnen de door het college gestelde voorwaarden en met in acht neming van eventuele uit een (medisch) advies volgend pakket van eisen. Ad w. Naturavoorziening Voorzieningen die niet in de vorm van enigerlei financiële tegemoetkoming worden verstrekt. Daarbij kan worden gedacht aan verstrekking in huur, in bruikleen, in eigendom of in de vorm van dienstverlening. Ad y. Woonruimte De definitie van woonruimte was ook al in de gangbaar en is van belang om te bepalen of een ruimte in beginsel in aanmerking kan komen voor aanpassing voor een persoon. Ad z. Zelfredzaamheid Ook deze begripsomschrijving komt uit de toelichting op eerder al genoemde amendement- Miltenburg c.s., dat het compensatiebeginsel aan de wet heeft toegevoegd. Pagina 6

7 Artikel 1.1 Beperkingen Artikel 1 onderdeel a Wat langdurig noodzakelijk is, is afhankelijk van de concrete situatie. Het kan, in tijd uitgedrukt, gaan om twee maanden, bijvoorbeeld bij mensen die in een terminaal ziektestadium verkeren. Het kan ook gaan om veertig jaar, in situaties waarin de beperking bijvoorbeeld aangeboren is en stabiel van aard is. Kenmerk is in beide genoemde situaties dat de ondervonden beperking, naar de stand van de medische wetenschap op het moment van de aanvraag, onomkeerbaar is. Er is dus redelijkerwijs geen verbetering te verwachten in de situatie van de aanvrager. In dit kader zal de prognose van groot belang zijn. Zegt de prognose dat de betrokkene na enige tijd zonder de benodigde hulpmiddelen of aanpassingen zal kunnen functioneren, dan mag men van kortdurende noodzaak uitgaan. Bij een wisselend beeld, waarbij verbetering in de toestand periodes van terugval opvolgen, kan echter uitgegaan worden van een langdurige noodzaak. De medisch adviseur speelt bij het antwoord op de vraag of er al dan niet sprake is van een langdurige noodzaak voor de betreffende voorziening een belangrijke rol. Voor langere tijd betekent in ieder geval dat wie tijdelijke beperkingen heeft, bijvoorbeeld door een ongeluk, terwijl vast staat dat de handicap van voorbijgaande aard is, niet voor een voorziening in het kader van deze verordening in aanmerking komt. Betrokkene kan een beroep doen op de hulpmiddelendepots van de thuiszorgorganisaties die opgezet zijn in het kader van de AWBZ. Waar precies de grens ligt tussen kortdurend en langdurig ligt zal van situatie tot situatie verschillen. onderdeel b Voorzieningen die in het kader van deze verordening worden verstrekt dienen naar objectieve maatstaven gemeten zowel adequaat als de meest goedkope voorziening te zijn. Met nadruk wordt hierbij gesteld dat met het begrip adequaat bedoeld wordt: volgens objectieve maatstaven toereikend. Hoewel datgene wat de aanvrager als adequaat beschouwt mee zal moeten wegen in de beoordeling van het adequaat zijn van de voorziening, zal ook het criterium van het goedkoop zijn, de kosten van de voorziening, een rol spelen bij de uiteindelijke beoordeling van het al dan niet adequaat zijn van een voorziening. Eigenschappen die kostenverhogend werken zonder dat zij de voorziening meer adequaat maken, zullen in principe niet voor vergoeding in aanmerking komen. Daarbij kan een overweging zijn dat de bruikbaarheid van een voorziening niet alleen door technische en functionele aspecten bepaald wordt. Ook is het denkbaar dat een product dat duurder is dan een vergelijkbaar product, langer meegaat en dus uiteindelijk goedkoper is. Wat betreft het kwaliteitsniveau waarvan uitgegaan kan worden, mag het duidelijk zijn dat bij een verantwoord niveau dient te worden aangesloten. onderdeel c Het probleem van het individu dient op grond van de wet te worden gecompenseerd. Dat individuele probleem staat dan ook centraal bij de beoordeling van de aanvraag voor een voorziening op grond van de wet. Artikel 2 Een uitzondering op de regel dat de aangevraagde voorziening langdurig noodzakelijk moet zijn, wordt gevormd door situaties waarin voor een afzienbare periode hulp bij het huishouden nodig is, bijvoorbeeld bij ontslag uit het ziekenhuis na een opname of bij een ontregeld huishouden. Vanzelfsprekend geldt daarbij dat voor het overige aan de voorwaarden van de wet voldaan moet worden. Artikel 3 onderdeel a Algemeen gebruikelijk wordt als term al jaren gehanteerd in de sociale wetgeving (AAW/WAO, Wet Rea en de WVG) en heeft tot een omvangrijke jurisprudentie geleid, die is vastgelegd in de definitie van dit begrip, zoals opgenomen in artikel 1.0 onder b. van deze verordening. Wat in een Pagina 7

8 concreet geval algemeen gebruikelijk is, hangt in beginsel af van de aard van de gevraagde voorziening. Daarnaast speelt de -financiële- situatie van de aanvrager een rol, bezien in relatie tot de maatschappelijke normen op het moment van de aanvraag. Vooral de financiële situatie van de aanvrager kan leiden tot een uitzondering op het beginsel dat geen algemeen gebruikelijke voorzieningen worden verstrekt. Uit de bovengenoemde jurisprudentie blijkt immers dat een dergelijke uitzondering zich voordoet als het inkomen van de aanvrager mede ten gevolge van aantoonbare kosten ten gevolge van zijn beperking, onder het in diens situatie geldende bijstandsniveau dreigt te geraken. Een andere uitzondering is het ten gevolge van een plotseling optredende handicap moeten vervangen van zaken die nog niet zijn afgeschreven; dat zou zonder die handicap immers ook niet gebeuren. onderdeel b In de wet is, in tegenstelling tot de situatie onder de WVG geen specifieke bepaling opgenomen waaruit blijkt dat de compensatieplicht zich beperkt tot in de gemeente woonachtige personen, hoewel artikel 11 van de wet spreekt over ingezetenen. Dit artikel is derhalve opgenomen, mede omdat bij de voorbereidingen rond de wet is gesteld dat het niet de bedoeling is bestaand beleid nadrukkelijk te verruimen of te versmallen en hiermee het bestaande WVG-beleid wordt voortgezet. Een "tenzij-bepaling" is opgenomen om het bezoekbaar maken van een woning conform WVG-beleid te kunnen voortzetten. onderdeel c Deze regel is gebaseerd op artikel 2 van de wet waarin wordt gesteld dat geen aanspraak bestaat op maatschappelijke ondersteuning als recht bestaat op ondersteuning op grond van een andere wettelijke bepaling. Niet alles is echter wettelijk bepaald; soms kan de aanvrager recht doen gelden op een niet wettelijke regeling die als voorliggende voorziening beschouwd kan worden. onderdeel d Een persoon wordt geacht eerst zover mogelijk zelf te zorgen zaken zo te regelen en te organiseren dat die bijdragen aan zijn zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie, voordat hij een beroep doet op deze verordening. onderdeel e Van een persoon wordt verwacht dat hij zoveel mogelijk voorkomt dat hij een beroep op deze verordening moet doen en zich niet door eigen handelen in een situatie brengt waardoor beroep gedaan moet worden op de wet. onderdeel f Wat globaal verstaan kan worden onder het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw is te herleiden uit het Bouwbesluit Woonvoorzieningen die op dat uitrustingsniveau worden verstrekt, zijn in beginsel toereikend en van voldoende kwaliteit. Andere of duurdere voorzieningen hoeven niet te worden verstrekt. Een duidelijke begrenzing daarom. Garages bijvoorbeeld vallen daarom niet onder dit niveau. Alleen in die gevallen dat bijvoorbeeld vanuit welstandstoezicht hogere eisen worden gesteld, kan het college hierop een uitzondering maken. Over de hiermee gepaard gaande kosten moeten in een concrete situatie afspraken gemaakt worden. Ook bij hulp bij het huishouden speelt deze bepaling een rol. Indien bijvoorbeeld aanzienlijk meer hulp wordt gevraagd door het feit dat men in een veel grotere of meer luxe woning woont, geeft deze bepaling een duidelijke grens aan. Hoewel de benaming uitrustingsniveau voor sociale woningbouw formeel geen bestaande benaming meer is, is gekozen deze term te hanteren nu deze in de WVG-historie tot een duidelijk begrip is geworden. onderdeel g In sommige gevallen gebruiken mensen al jaren voorzieningen en vragen zij na het optreden van een beperking voorzieningen aan, die in hun situatie tot de conclusie kunnen leiden dat het optreden van beperkingen geen meerkosten met zich meebrengt. Het betreft dan algemeen gebruikelijke kosten. Pagina 8

9 onderdeel h Hier wordt gedoeld op de situatie dat aanvrager een voorziening aanvraagt nadat al is gestart met het realiseren van de voorziening, de voorziening al is gerealiseerd of al aangeschaft is. Omdat het college dan geen mogelijkheden meer heeft de voorziening volgens het vastgestelde beleid te verstrekken, noch anderszins invloed heeft op de te verstrekken voorziening, kan in deze situatie de voorziening worden geweigerd. Zo mag bijvoorbeeld pas nadat het college een beslissing op een aanvraag voor een woningaanpassing heeft genomen, begonnen worden met de werkzaamheden. Pas op dat moment heeft het college alle op de aanvraag betrekking hebbende gegevens beoordeeld en op grond hiervan een besluit genomen over de te treffen voorziening. Hiermee wordt voorkomen dat een voorziening uiteindelijk niet overeenstemt met het pakket van eisen of dat deze niet als goedkoopst adequate voorziening wordt beschouwd. Pas nadat advies is verkregen en de gemeente een afweging heeft gemaakt welke oplossing het meest adequaat is kan de aanvrager tot het realiseren of aanschaffen van de voorziening overgaan. In bepaalde gevallen kan het echter nodig zijn dat de aanvrager snel moet beslissen. Dit kan vooral bij woonvoorziening het geval zijn waarbij bijvoorbeeld verhuiskosten als goedkoopst adequate voorziening wordt aangemerkt en een geschikte woning anders aan een andere woningzoekende wordt toegewezen. In deze of andere dringende gevallen is het geven van toestemming van het college ook voldoende. Maar in alle gevallen dient aanvrager voorafgaand aan het starten met, of het realiseren of aanschaffen van de voorzieningen schriftelijk toestemming van de gemeente te hebben verkregen. Primair geldt dat een voorziening vooraf aangevraagd moet worden. Op basis van jurisprudentie wordt in geval van een aanvraag achteraf, maar binnen een redelijke termijn, wel beoordeeld of de medische noodzaak achteraf is vast te stellen. onderdeel i In dit artikel wordt aangegeven dat een voorziening geweigerd kan worden als het gaat om een vergoeding of verstrekking die al eerder heeft plaatsgehad, terwijl het de aanvrager verwijtbaar is dat het middel verloren is gegaan, bijvoorbeeld door roekeloosheid of verwijtbare onachtzaamheid, dus niet indien de aanvrager geen schuld treft. Indien een ander aansprakelijk is voor het verloren gaan, dient bekeken te worden of het mogelijk is deze derde door de aanvrager hiervoor aansprakelijk te laten stellen om zodoende de kosten te kunnen verhalen. onderdeel k De wet wijkt ten aanzien van voorzieningen welke een therapeutische grondslag hebben niet af van de WVG. Voorzieningen welke op therapeutische basis worden aangevraagd vallen daardoor ook buiten de werkingssfeer van de wet. Pagina 9

10 Hoofdstuk 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen. Artikel 2.0 Keuzevrijheid. De in artikel 6 van de wet genoemde verplichting om bij een aanspraak op een individuele voorziening de keuze te bieden tussen een persoonsgebonden budget en een naturaverstrekking, is niet absoluut. Er kunnen overwegende bezwaren bestaan om niet over te gaan tot verstrekking van een persoonsgebonden budget. Het college kan regels stellen om af te wegen in welke gevallen er sprake is van bezwaren van overwegende aard, die reden zijn om geen persoonsgebonden budget te verstrekken. Naast deze keuzevrijheid bestaat er nog een tweede vorm van keuzevrijheid: namelijk de vrijheid om bij voorzieningen in natura te kiezen uit meerdere aanbieders. Dit zal vooral bij huishoudelijke verzorging een rol spelen. In deze keuzevrijheid wordt voorzien door het afsluiten van overeenkomsten met meerdere aanbieders. Artikel 2.1 Voorziening in natura Lid 1 en 2 Het doel van deze bepaling is het vastleggen van de rechten en plichten van het college en de aanvrager bij het verstrekken van een voorzieningen in natura. De bepaling in lid 1 ziet toe op de situatie waarin het college eigenaar blijft van de verstrekte naturavoorziening of het college de zorg in natura zelf geregeld heeft. De bepaling in lid 2 ziet toe op de situatie waarin het college een derde inschakelt voor verstrekking van naturavoorzieningen en deze derde eigenaar blijft van de verstrekte voorziening of wanneer het college een derde inschakelt voor het verlenen van zorg. Voor zover een naturavoorziening in eigendom wordt verstrekt is een overeenkomst niet nodig. Artikel 2.2 Financiële tegemoetkoming Om te waarborgen dat de verstrekte financiële tegemoetkoming wordt besteed aan een noodzakelijke voorziening, en niet aan zaken die los staan van de doelen die met de wet worden beoogd, worden bij beschikking voorwaarden verbonden aan de verstrekking van een tegemoetkoming op grond van de wet. Deze bepaling, die moet worden bezien in relatie tot de bepalingen uit hoofdstuk 7 van deze verordening, biedt daartoe de mogelijkheid. Artikel 2.3 Persoonsgebonden budget. Lid 1 verwijst naar de in artikel 6 van de wet gestelde keuzemogelijkheid voor een voorziening in de vorm van een persoonsgebonden budget. De in onderdeel a. genoemde bepaling sluit eveneens op de bepaling in artikel 6 van de wet. Hierin is immers vastgelegd dat alleen bij toekenning van individuele voorzieningen in beginsel de keuze voor een persoonsgebonden budget moet worden geboden. Algemene voorzieningen vallen hier buiten. Onderdeel b. bepaald dat de hoogte van het persoonsgebonden budget is gekoppeld aan de tegenwaarde van de te verstrekken goedkoopst adequate voorziening. Er moet immers een referentiebedrag zijn, waarop het persoonsgebonden budget kan worden gebaseerd. Goedkoopst adequaat is, mede op basis van jurisprudentie, een objectief vaststelbaar referentiepunt. Verder kan een aanvullend bedrag worden vastgesteld voor de instandhoudingkosten van de voorziening. Onderdeel c. bepaalt dat het college de wijze waarop, inclusief de hoogte, en de voorwaarden waaronder een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, bepaalt. Het kan immers gaan om een veelheid van verschillende persoonsgebonden budgetten voor verschillende voorzieningen waarvoor richtlijnen zullen gelden. Invulling van deze richtlijnen vindt plaats in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst en de beleidsregels. Onderdeel d bepaald dat bij toekenning van een persoonsgebonden budget de gemeentelijke overeenkomst persoonsgebonden budget van toepassing is om de gestelde voorwaarden te borgen. Pagina 10

11 Lid 2 bepaalt dat in elk geval de belangrijkste aspecten van het persoonsgebonden budget in de toekenningsbeschikking worden vastgelegd. Het gaat om de omvang ervan (de hoogte van het budget), maar het kan ook gaan om de periode waarover het persoonsgebonden budget wordt toegekend. Het spreekt voor zich dat dergelijke beschikkingen zorgvuldig worden geformuleerd. In lid 3 is bepaald dat, uiteraard voor zover dit onderdeel is van het (medisch) advies het program van eisen, waarin wordt aangegeven aan welke eisen de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening moet voldoen aan de toekenningsbeschikking wordt toegevoegd. Als niet aan het program van eisen wordt voldaan kan dat gevolgen hebben voor de afrekening van het toegekende budget. In lid 4 wordt het college belast met het vaststellen van een controlesysteem naar de besteding van het persoonsgebonden budget. In lid 5 wordt tenslotte bepaald dat het college, indien een persoonsgebonden budget gebruikt is om een voorziening aan te schaffen en deze voorziening niet meer gebruikt wordt omdat deze niet meer nodig is of omdat het gebruik niet meer mogelijk is, de voorziening kan terughalen. Door de voorziening terug te halen, kan de voorziening worden herverstrekt, waardoor zorgvuldig wordt omgegaan met gemeenschapsgeld en dit optimaal wordt gebruikt. De gebruiker is verplicht het niet meer gebruiken van de voorzieningen aan het college door te geven. Deze plicht vloeit voort uit artikel 7.4 van deze verordening. Ook door de budgethouder bij aanschaf ingezette eigen middelen kunnen op afschrijvingsbasis worden overgenomen of terugbetaald. Omdat een persoonsgebonden budget een vorm van een in eigendom verstrekte voorziening is kan aan dit artikel alleen uitvoering worden gegeven als dit vooraf is overeengekomen. Artikel 2.4 Eigen bijdragen en eigen aandeel, inkomensgrens en besparingbijdrage Lid 1 en 2 Artikel 15 van de wet biedt de mogelijkheid bij verstrekking van voorzieningen in natura of persoonsgebonden budgetten eigen bijdragen te vragen. Artikel 19 van de wet biedt de mogelijkheid de hoogte van financiële tegemoetkomingen af te stemmen op het inkomen van degene aan wie maatschappelijke ondersteuning wordt verleend: het zogeheten eigen aandeel. In dit artikel wordt bepaald dat het college van deze mogelijkheid gebruik maakt. Verder wordt bepaald dat het college een besparingsbijdrage kan vragen. De wijze waarop dit wordt uitgevoerd, wordt door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst vastgelegd. Pagina 11

12 Hoofdstuk 3. Hulp bij het huishouden. Artikel 3.0 Vormen van huishoudelijke verzorging In artikel 4 lid 1 van de wet wordt het college opgedragen om voorzieningen aan te bieden ter ondersteuning van het voeren van een huishouden. In deze verordening wordt dit onderdeel opgesplitst in twee onderdelen. In hoofdstuk 3 van deze verordening gaat het om de voorziening huishoudelijke verzorging, in hoofdstuk 4 om woonvoorzieningen. Overigens gebruikt de VNG het begrip hulp bij het huishouden, maar dat is gedaan om een onderscheidt te maken tussen huishoudelijke verzorging onder de AWBZ en onder het WMO. Inhoudelijk is er geen verschil. Omdat de wet de term huishoudelijke verzorging gebruikt, sluit deze verordening hier bij aan. Bij het interpreteren van het begrip voeren van een huishouden is er van uitgegaan dat een persoon pas behoefte kan hebben aan hulp huishoudelijke verzorging als dat huishouden in een voor hem geschikte woning plaatsvindt. Derhalve zijn de onder de WVG bestaande woonvoorzieningen onder dit begrip gebracht. Hulp bij huishoudelijke verzorging kan in drie vormen als voorziening worden aangeboden. Onder a. wordt genoemd de algemene voorziening; een snelle en eenvoudige oplossing voor kortdurende persoonlijke dienstverlening bij een niet complexe zorgvraag en zonder veel administratieve rompslomp voor aanvrager en gemeente. Onder b. wordt de huishoudelijke verzorging in natura genoemd. Ook hier gaat het om een vorm van persoonlijke dienstverlening, net als bij de onder a. genoemde vorm. Het verschil zit echter in de toekenningprocedure, die meer op de persoon is afgestemd, en meer geschikt voor de meer complexe en langduriger behoefte aan hulp. Onder c. is genoemd het persoonsgebonden budget voor hulp bij huishoudelijke verzorging. Met dit persoonsgebonden budget moet de aanvrager de hulp zelf inhuren. Artikel 3.1 Primaat van de algemene hulp bij huishoudelijke verzorging In aanmerking komen in eerste instantie personen met een aantoonbare beperking ten gevolge van ziekte of gebrek waarbij sprake is van zorgbehoefte voor korte duur. Verder komen in aanmerking mantelzorgers in het kader van de zogenaamde respijtzorg, dus om mantelzorgers te ontlasten. Het is daarbij niet de bedoeling van de wetgever dat het huishouden van de mantelzorger wordt overgenomen, maar overname van het huishouden van degene die de mantelzorg ontvangt is wel degelijk mogelijk. Algemeen aangeboden is in de vorm van een primaat in deze verordening neergelegd. Dat houdt in dat in eerste instantie wordt bezien of deze vorm van hulp bij huishoudelijke verzorging het probleem op adequate wijze kan oplossen. Als de in het lid 1 genoemde algemene voorziening onvoldoende adequaat of niet aanwezig is, komt de individuele voorziening voor hulp bij huishoudelijke verzorging aan de orde. Lid 2 moet dus in samenhang met lid 1 worden gelezen. De individuele voorziening kan bestaan uit een voorziening in natura of uit een persoongebonden budget. Om administratieve rompslomp te voorkomen wordt een persoonsgebonden budget alleen toegekend als de verwachte gebruiksduur van de voorziening langer dan 3 maanden is. Artikel 3.2 Gebruikelijke zorg. Bij het vaststellen van de aanspraak op hulp bij het huishouden wordt allereerst bezien of en in hoeverre eventueel andere personen binnen de leefeenheid zelf de problemen kunnen oplossen. Deze ontwikkeling is al onder de AWBZ-indicatiestelling in gang gezet vanaf medio Voor zover de ondervonden problemen door middel gebruikelijke zorg kunnen worden opgelost, is er geen aanspraak op hulp bij het huishouden. Pagina 12

13 Artikel 3.3 Omvang van de hulp bij huishoudelijke verzorging Omdat hulp bij het huishouden uiteindelijk altijd in de vorm van dienstverlening zal worden verstrekt, moet de omvang in tijd worden vastgesteld. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst wordt door het college de omvang vastgelegd. Artikel 3.4 Omvang van het persoonsgebonden budget. Het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke verzorging was in de AWBZ maximaal 75% van de naturawaarde. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst wordt door het college het passende bedrag voor een persoonsgebonden budget vastgelegd waarbij het bestaande beleid uitgangspunt kan zijn. Pagina 13

14 Hoofdstuk 4. Woonvoorzieningen. Artikel 4.0 Woonvoorzieningen. De woonvoorziening kan worden verstrekt in vier hoofdvormen: Ad a. De algemene woonvoorziening. Hierbij moet worden gedacht aan een mogelijkheid om snel oplossingen te bieden voor meestal minder complexe woonproblemen. Te denken valt aan inzet van klussendiensten, snel beschikbare voorzieningen uit depot en mogelijk andere, nog te ontwikkelen voorzieningen; Ad b. Een woonvoorziening in natura. Deze vorm is vergelijkbaar met de voorziening zoals deze ook onder de WVG werden verleend. Het kan bijvoorbeeld gaan om een roerende of een onroerende woonvoorziening; Ad c. Het persoonsgebonden budget, bijvoorbeeld een verhuiskostenvergoeding; Ad d. De financiële tegemoetkoming. De voorziening welke aan de eigenaar van de woning wordt uitbetaald op grond van artikel 7 lid 2 van de wet. Artikel 4.1 Primaat collectieve woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen. Lid 1 en 2 In eerste instantie zal worden bezien of een woonprobleem kan worden opgelost met een algemene voorziening. Deze voorziening heeft voorrang bij het zoeken naar een oplossing voor een voor de wet relevant woonprobleem, dus een probleem bij het normale gebruik van de woning. Als een algemene voorziening niet volstaat als oplossing of niet aanwezig is in de gemeente, moet het probleem door middel van een individuele voorziening worden opgelost; dat kan een woonvoorziening in natura zijn of een persoonsgebonden budget. Artikel 4.2 Soorten woonvoorzieningen. Ad a. Het college kan besluiten om een tegemoetkoming te verstrekken in de verhuis- en inrichtingskosten, indien verhuisd wordt naar een aangepaste of naar een goedkoper aan te passen woning dan de al bewoonde woning. Het college maakt de afweging tussen verstrekking van een tegemoetkoming in de verhuiskosten en een woningaanpassing. Een woonvoorziening, en dus ook een verhuiskostenvergoeding is volgens jurisprudentie alleen bedoeld voor situaties waarin de ondervonden problemen in direct oorzakelijk verband staan met bouwkundige of woontechnische aspecten van de (te verlaten) woning zelf. Omgevingsfactoren als lawaai, stank, onveiligheidsgevoelens, overlast en dergelijke zijn dus niet van belang. Uitgangspunt is dat zo mogelijk gebruik wordt gemaakt van de voorraad aangepaste woningen in de gemeente. Ad b en c. Een bouwkundige of woontechnische woningaanpassing is een aanpassing van de woning zelf, ter compensatie van de problemen die in de woning spelen ten aanzien van de bewoner met een beperking. Onder een woonvoorziening waarbij geen sprake is van een ingreep van bouw- of woontechnische aard kunnen de hulpmiddelen worden begrepen voor baden, wassen en douchen die niet nagelvast aan de woning zijn bevestigd, evenals mobiele patiëntenliften. Deze categorieën roerende woonvoorzieningen worden in de vorm van een voorziening in natura verstrekt zodat hergebruik mogelijk is. Ook een woningsanering in verband met CARA 1 valt onder deze vorm van woningvoorziening. 1 CARA, de afkorting van Chronische Aspecifieke Respiratoire Aandoeningen, is geen ziekte op zich, maar een verzamelnaam voor een aantal chronische longaandoeningen (respiratoir houdt in dat de aandoeningen betrekking hebben op de ademhaling). De belemmering van het uitstromen van lucht, die zich bij de patiënt uit als kortademigheid, is bij deze groep ziekten een van de belangrijkste verschijnselen. Pagina 14

15 Ad d. De uitraaskamer is overgenomen uit de verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Voorst en aan deze verordening toegevoegd. Dit ook vanuit de gedachte dat de WMO beoogd inhoudelijke beleidsterrein ten opzichte van de voormalige WVG niet nadrukkelijk te verruimen of te versmallen. Een uitraasruimte is een ruimte wordt gedefinieerd als een verblijfsruimte, waarin een persoon die tengevolge van een beperking in de vorm van een ernstige gedragsstoornis ernstig ontremd gedrag vertoont, zich kan afzonderen of tot rust kan komen. Een daarom zeer specifieke voorziening, die alleen op basis van een specifieke noodzaak en een specifieke beperking kan worden verstrekt. Het zal in de regel gaan om een kleine, veilige en prikkelarme ruimte. Ad e. Naast het verstrekken van voorzieningen is het ook noodzakelijk om deze in stand te houden. Hiervoor is onderhoud, keuring en reparatie noodzakelijk. De kosten hiervan maken deel uit van de voorziening. Ad f. Soms is het noodzakelijk dat vanwege een daadwerkelijke aanpassing aan een woning, de persoon tijdelijk elders gehuisvest moet worden. Omdat er een directe relatie is tussen het realiseren van de aanpassing en de extra kosten voor huisvesting elders, komen deze kosten in aanmerking voor vergoeding. Artikel 4.3 Primaat van de verhuizing. Al onder de WVG gold de regel dat bij een aanvraag voor een woningaanpassing eerst werd bezien of verhuizing naar een andere woning een oplossing kon bieden. Dit is het zogenaamde primaat van de verhuizing. In feite gaat het om een uitwerking van de regel dat in beginsel wordt gekozen voor de goedkoopst adequate voorziening. De mogelijkheid tot het hanteren van het primaat van de verhuizing is onder de WVG in de jurisprudentie erkend, zij het dat wel enkele duidelijke voorwaarden zijn gesteld. In de eerste plaats moeten de financiële gevolgen van de verhuizing voor de toekomstige woonlasten binnen aanvaardbare financiële grenzen vallen, een eis die ook onder de wet gesteld kan worden. Verder moet duidelijk zijn dat de oplossing in de vorm van een verhuizing kan worden gerealiseerd binnen een uit het advies blijkende medisch verantwoorde termijn. Dat houdt in dat er zicht moet zijn op de woningvoorraad om zo een indicatie te kunnen geven van de mogelijkheden om binnen die medisch verantwoorde termijn te kunnen verhuizen naar een geschikte aangepaste of goedkoper aan te passen woning. Ook diverse andere relevante (sociale) aspecten spelen, afhankelijk van de situatie, een rol bij de afweging betreffende het toepassen van het primaat van de verhuizing in een concreet geval. Artikel 4.4 Vergoeding verhuis- en (her-)inrichtingskosten In artikel 4.4. worden de (aanvullende) voorwaarden waaronder en in welke situaties een woonvoorziening in de vorm van verhuis- en (her)inrichtingskosten wordt verleend en, volgend uit de formulering, bij het hieraan niet voldoen, wordt geweigerd. Hierbij kan ten aanzien van het onder a genoemde, in navolging van wat gesteld is in de toelichting op artikel 1.1. derde lid onder h. (laatste tekstblok), bij een achteraf, maar binnen redelijke termijn, ingediende aanvraag, beoordeeld worden of de medische noodzaak tot verhuizen achteraf is vast te stellen. Dit wordt betrokken bij de besluitvorming. Artikel 4.5 Primaat van de losse woonunit Onder de Wet voorzieningen gehandicapten kon de gemeente woningaanpassingen duurder dan ,00 onder bepaalde voorwaarden declareren bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Onder de wet is deze mogelijkheid vervallen en zijn de kosten voor rekening van de gemeente. Als het gaat om grote aanpassingen aan huurwoningen die opnieuw kunnen worden verhuurd voor de huisvesting van mensen met beperkingen, kan de investering over een Pagina 15

16 langere periode afgeschreven worden. In gevallen waarin dat niet speelt, wordt in principe uitgegaan van het primaat van losse woonunits. In concrete situaties waarin de mogelijkheid bestaat, wordt aan gebruik van een dergelijke unit voorrang gegeven door middel van deze bepaling. Onderdeel van het toepassen van dit primaat is het vooraf beoordelen van de juridische en planologische haalbaarheid hiervan. Artikel 4.6 tot en met 4.8 Zie het hier voorgaande onder punt 4.2. Artikel 4.9 Uitsluitingen. Een woonvoorziening wordt alleen verstrekt voor het treffen van voorzieningen aan woonruimten die in het kader van de Wet op de huurtoeslag als zelfstandige woonruimte aangemerkt worden. De in dit artikel genoemde woonruimten vallen hier niet onder. Verder worden, behoudens de uitzondering op grond van artikel 4.12 onderdeel c van deze verordening, geen woonvoorzieningen verstrekt voor gemeenschappelijke ruimten van woongebouwen voor ouderen of gehandicapten of voorzieningen die in dergelijke gebouwen of wooneenheden, bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten (hadden) kunnen worden meegenomen. Artikel 4.10 Hoofdverblijf. Lid 1. In tegenstelling tot in de WVG wordt in de wet niet expliciet vermeld dat de gemeentelijke compensatieplicht alleen geldt voor de inwoners van de gemeente. Zie ook onder artikel 1.1. lid 2 onderdeel b. In eerste instantie geeft de gemeentelijke basisadministratie uitsluitsel. Voor bepaalde gezondheidszorginstellingen geldt dat de bewoners een briefadres elders kunnen aanhouden. De gemeente waar de aanvrager van de voorziening daadwerkelijk verblijft, heeft de verplichting tot compensatie van beperkingen. In het geval van AWBZ bewoners heeft deze verplichting geen betrekking op de woonvoorzieningen. De zinsnede 'of zal hebben' is opgenomen voor situaties waarin de aanvrager naar een andere gemeente wil verhuizen en in die gemeente een woning wil laten bouwen of aanpassen voordat deze daadwerkelijk wordt betrokken. Hiermee wordt geregeld dat een voorziening kan worden verleend aan een persoon die (nog) niet in de gemeente woont. Lid 2 tot en met 4 Onder de WVG waren AWBZ -bewoners uitgesloten van het recht op woonvoorzieningen. Een bovenwettelijke uitzondering hierop werd door gemeenten gemaakt voor het zogenaamd bezoekbaar maken van een woonruimte voor bezoek aan vooral ouders. Deze uitzondering was gebaseerd op de verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Voorst. Ten aanzien van het bezoekbaar maken is aansluiting gezocht bij het WVG-beleid zodat het bezoekbaar maken ook in deze verordening is opgenomen. Voorwaarde is dat het een bezoekbaar te maken woning in de gemeente Voorst betreft. Bezoekbaar maken wordt in de verordening gelimiteerd tot het bereikbaar maken van de woonruimte zelf en enkele essentiële ruimten daarin, en kan bovendien in financiële zin op grond van het vierde lid van dit artikel worden gemaximeerd. Verdere verplichtingen dan genoemd in deze verordening heeft de gemeente niet nu het formeel een bovenwettelijke regeling betreft. Om toepassing van deze onderdelen mogelijk te maken is in artikel 1.1. derde lid onder b. een "tenzij-bepaling opgenomen. Pagina 16

17 Artikel 4.11 Beperkingen. Om in aanmerking te komen voor woonvoorzieningen moet er een duidelijke samenhang zijn tussen de ondervonden woonproblemen en de beperkingen die men heeft. Aanvragen voor woonvoorzieningen die hun oorzaak vinden in andere factoren dan die beperkingen, kunnen worden geweigerd op grond van dit artikel. onderdeel a Onder a. wordt de verhuizing naar een inadequate woning genoemd als weigeringsgrond voor woonvoorzieningen. Niet de ondervonden beperking, maar de verhuizing naar een niet geschikte woning is dan de voornaamste oorzaak van de ondervonden problemen. Deze bepaling heeft voornamelijk betrekking op situaties waarin men gaat verhuizen zonder specifieke reden, maar gewoon omdat men daar zin in heeft. Uitzondering in deze bepaling is de zogeheten belangrijke reden. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan verhuizing in verband met aanvaarding van werk elders of samenwonen / huwelijk en andere in deze verordening genoemde beperkingen toekenning niet uitsluiten. onderdeel b Als een persoon met beperkingen verhuist, zal deze, in relatie tot die beperkingen, moeten zoeken naar een zo geschikt mogelijke woning. Het is niet de bedoeling dat men zo maar een ongeschikte woning kiest en vervolgens de rekening voor aanpassingen bij de gemeente indient. Met verhuizen wordt hier overigens niet alleen gedoeld op de feitelijke verhuizing, maar ook op alle onomkeerbare handelingen die normaal gesproken voorafgaan aan een verhuizing, zoals het tekenen van een koop-, huur- of erfpachtcontract. Voor de toepassing geldt dat de gemeente zicht moet hebben op de aangepaste of gemakkelijk aan te passen woningvoorraad. Daarnaast zal de gemeente haar burgers goed moeten informeren over de gang van zaken bij dit soort verhuizingen. Alleen dan kan worden gemotiveerd dat iemand al dan niet is verhuisd naar de voor zijn situatie meest geschikte woning. onderdeel c Op basis van het feit dat voorzieningen op grond van de wet in hoofdzaak zijn gericht op het individu, worden in beginsel geen voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten van wooncomplexen verstrekt. Evenals onder de WVG, zijn er uitzonderingen gemaakt voor de hier genoemde voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten. De opsomming is limitatief, dat wil zeggen dat er niet meer hoeft te worden verstrekt dan hier genoemd. onderdeel d Onder d. wordt onder andere gedoeld op verhuiskostenvergoedingen; veel verhuizingen zijn als algemeen gebruikelijk te beschouwen, ook los van de beperking die men heeft. Te denken valt aan verhuizingen van het ouderlijk huis naar een zelfstandige woonruimte, verhuizing van een eengezinswoning naar een kleinere woning o seniorenwoning, omdat de eengezinswoning te bewerkelijk is geworden en kinderen zelfstandig zijn gaan wonen. onderdeel e Verhuizingen naar AWBZ- en andere zorginstellingen leiden ertoe dat deze aanvragers buiten de werkingssfeer van de wet vallen; zij hebben geen aanspraak op woonvoorzieningen, ook al omdat ze die onder de WVG ook niet hadden. Een verhuizing volgend uit het voor het eerst zelfstandig gaan wonen valt evenmin onder de wet. Deze kosten zijn in principe algemeen gebruikelijk en te voorzien nu iedereen deze kosten kan verwachten. Ook verhuizing naar een woning welke niet geschikt en bedoeld is voor permanente bewoning valt buiten de wettelijke bepalingen. Hierbij gaat het immers om niet legale of tijdelijke huisvesting. In dergelijke situaties is er, evenals onder de WVG geen aanspraak op woonvoorzieningen wat al herhaaldelijk door de Centrale Raad van Beroep is bevestigd. Pagina 17

18 onderdeel f Onder f worden beperkingen gesteld ten aanzien van een belemmering in het gebruik van de woning die voortkomt uit de aard van de in de woning gebruikte materialen of die het gevolg is van toerekenbare achterstand in onderhoud. Artikel 4.13 Terugbetaling bij verkoop. De verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Voorst bevatte een zogenaamde antispeculatiebepaling. Deze bepaling komt in deze verordening. Op grond van lid 1 is de eigenaarbewoner van een woning die een onroerende woonvoorziening heeft ontvangen verplicht de verkoop van de woning te melden. Op grond van lid 2 kan het college (een deel) van investering door de eigenaar-bewoner te laten terugbetalen. Op deze manier wordt kapitaalverlies tegengegaan. Op grond van lid 3 treden de erven van de eigenaar-bewoner in de plaats van de eigenaar-bewoner bij verkoop door de erven. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst stelt het college nadere regels voor deze terugbetaling. Pagina 18

19 Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Artikel 5.0 Vormen van te verstrekken voorzieningen onderdeel a Ook ten aanzien van vervoersvoorzieningen kan een algemene voorziening worden aangeboden als de voorziening voor korte duur of incidenteel gebruik bedoeld is. Als de voorziening niet adequaat of niet beschikbaar is wordt een andere vorm van vervoersvoorziening ingezet. Hierbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheid van de collectieve vervoersvoorziening als primaat. onderdeel b De collectieve vervoersvoorziening is al bekend als vorm van het collectief vraagafhankelijk vervoer, zoals dat zich vanaf 1994 onder de WVG heeft ontwikkeld. Deze vorm van vervoer is weer als primaat in de verordening opgenomen. Dit primaat berust mede op de uitkomst van het Algemeen Overleg over een aan de WMO gerelateerde zaak, het bovenregionaal vervoer Valys. De Tweede Kamer heeft op 29 maart 2006 uitgesproken dat de regel voor keuzevrijheid niet bedoeld is om goed draaiende vervoerssystemen, bijvoorbeeld een collectief vervoerssysteem, in gevaar te brengen. Voor diegenen die afhankelijk zijn van een collectief vervoersysteem zou dan immers de vervoersvoorziening wegvallen. onderdeel c Individuele voorzieningen in natura kunnen bestaan ten aanzien van verschillende vormen van vervoermiddelen net zoals onder de WVG. In het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst en in de beleidsregels wordt nader uitgewerkt onder welke voorwaarden men voor een bepaald soort voorziening in aanmerking komt, inclusief de hoogte van een eventuele financiële tegemoetkoming. onderdeel d Belangrijkste aanvulling ten opzichte van de WVG is het persoonsgebonden budget. De vaststelling van de hoogte van het persoonsgebonden budget wordt door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst uitgewerkt. Artikel 5.1 Het recht op een algemene voorziening Criterium om in aanmerking te kunnen komen voor een algemene vervoersvoorziening is dat ten gevolge van een aantoonbare beperking er een noodzaak aanwezig is voor een vervoersvoorziening en deze noodzaak zich kortdurend of incidenteel voordoet. Artikel 5.2 Het primaat van het collectief vervoer Om voor een vervoersvoorziening in de vorm van een collectieve vervoersvoorziening in aanmerking te kunnen komen geldt de voorwaarde het geen gebruik kunnen maken of het niet kunnen bereiken van het openbaar vervoer. Deze regel stamt uit de aan de WVG voorafgaande AAW en wordt in de praktijk beoordeeld door te kijken naar de loopafstand van een aanvrager (de uit jurisprudentie bekende 800-metergrens). Doordat de streekbus, bijvoorbeeld voor iemand met een functionele beperking niet toegankelijk is, heeft men recht op een vervoersvoorziening. Psychische problemen (men durft niet in een drukke bus, men is bang voor de trein) zijn daardoor in principe geen indicatie voor een vervoersvoorziening. Hier moet wellicht een adequate voorziening getroffen worden buiten de wet, bijvoorbeeld therapie waardoor de belemmering opgeheven kan worden. Als zo een oplossing geboden wordt voor het ondervonden probleem voldoet ze niet aan de voorwaarde van langdurig noodzakelijk. Anders wordt het als blijkt dat het probleem niet therapeutisch opgelost kan worden. Dan is wel een langdurige Pagina 19

20 noodzaak aanwezig en kan wel een vervoersvoorziening verstrekt worden. Mogelijk bestaat dan ook een noodzaak voor een individuele vervoersvoorziening. Artikel 5.3. Het recht op een individuele vervorsvoorziening Als het collectief vervoer geen adequate oplossing biedt wordt het recht op een individuele voorziening beoordeeld. Ook voor de korte afstand kan een individuele voorziening worden ingezet, bijvoorbeeld in de vorm van een scootmobiel. Deze individuele voorzieningen kan ook in aanvulling op het gebruik van een collectief systeem verstrekt worden. Dit is het geval wanneer het collectieve systeem de vervoersbehoefte van de aanvrager die een aanspraak heeft niet volledig dekt. Dit is volgens WVG-jurisprudentie van bijzonder belang bij mensen die slechts zeer beperkt mobiel zijn (mensen met een loopafstand van maximaal circa 100 meter). Alleen collectief vervoer is voor deze categorie mensen geen adequate voorziening. De individuele vervoersvoorziening kan ook het in artikel 5.0 onderdeel d bedoelde persoonsgebonden budget betreffen. Artikel 5.4 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen. Uit WVG-jurisprudentie volgt dat het stellen van een inkomensgrens voor een vervoersvoorziening, bij een inkomen van 1,5 x de bijstandsnorm, niet in strijd is met de geldende zorgplicht. Het kan dan gaan om zowel een vervoersvoorziening in de vorm van een financiële tegemoetkoming als voor een Regiotaxipas. Iemand met een inkomen hoger dan 1,5 de bijstandsnorm wordt geacht de kosten van het lokaal vervoer of bezit en gebruik van een auto zelf te kunnen dragen. Er is een duidelijke relatie met het begrip algemeen gebruikelijk ; indirect worden de kosten van vervoer in relatie tot het inkomen algemeen gebruikelijk geacht. Voor zover het een aanvraag om een autoaanpassing betreft gaat het vergelijk met algemeen gebruikelijk uiteraard niet op. Artikel 5.5 Omvang in gebied en in kilometers. In het eerste lid ziet toe op het gebied van de vervoersvoorziening. Onder de WVG is de zorgplicht voor vervoer beperkt tot verplaatsingen in het kader van het leven van alledag in de directe woon- of leefomgeving; de wet spreekt nu in artikel 4 lid 1, onder c. over het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Dit lijkt beperkter te zijn dan de zorgplicht onder de Wet voorzieningen gehandicapten, maar aangezien met de wet niet is beoogd de reikwijdte van de WVG te beperken of uit te breiden, is er geen reden om aan te nemen dat alleen de letterlijk lokale verplaatsingen onder de wet zullen vallen. Vandaar dat in artikel 5.4, conform de onder de WVG gevormde jurisprudentie, wordt uitgegaan van de eigen woon- of leefomgeving, met als uitzondering de bovenregionale zorgplicht, zoals die ook in de WVG- jurisprudentie is omschreven. Het tweede lid ziet toe op het aantal te vergoeden kilometers. Sinds maart 2002 houdt de vaste jurisprudentie onder de WVG in dat een vervoersvoorziening of een combinatie van voorzieningen de mogelijkheid moet bieden om op jaarbasis minimaal kilometer af te leggen. Deze regelt werd onder de WVG toegepast en wordt overgenomen in deze verordening. Artikel 5.5 Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst Het college kan in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst, uitgewerkt in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Voorst nadere regels stellen voor het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel. Pagina 20

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning Samenvatting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning en Besluit maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Waarover

Nadere informatie

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden.

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden. Bijlage 3 (vervolg) Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden. Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke

Nadere informatie

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014;

De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari 2014; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Millingen aan de Rijn. Nr. 18997 7 april 2014 De raad van de gemeente Millingen aan de Rijn; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 februari

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 INHOUD Algemene toelichting 1. Algemene bepalingen 2. Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen

Nadere informatie

Pagina 1 van 28. Toelichting. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2009

Pagina 1 van 28. Toelichting. Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2009 Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Coevorden 2009 Inleiding Dit is de derde verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning van de gemeente Coevorden.

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN Inhoudsopgave Pag. Inleiding 4 Algemene toelichting 5 Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1 : Begripsbepalingen 8 Artikel 2

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2009 Inleiding Alle bedragen en bijbehorende regelgeving worden opgenomen in een door burgemeester en wethouders vast te stellen

Nadere informatie

Toelichting op de modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerenveen.

Toelichting op de modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerenveen. Toelichting op de modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Heerenveen. Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. INLEIDING. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Ad a. Deze bepaling spreekt voor zich; zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen citeertitel van de wet.

Ad a. Deze bepaling spreekt voor zich; zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen citeertitel van de wet. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING. HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Begripsbepalingen Ad a. Deze bepaling spreekt voor zich; zie ook de in artikel 43 van de Wet maatschappelijke ondersteuning opgenomen

Nadere informatie

Algemene toelichting

Algemene toelichting Algemene toelichting Artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt over de door het college op aanvraag van inwoners te verlenen individuele

Nadere informatie

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke

B E S L U I T : vast te stellen de navolgende verordening tot wijziging van de Verordening voorzieningen maatschappelijke Nummer: 106-10 Portefeuillehouder: Onderwerp: B.G. Schalkwijk vaststellen van wijzigen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waterland 2007 De raad van de gemeente Waterland,

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 2 Inhoud pagina Hoofdstuk Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 5 Artikel 2 Beperkingen 6 Hoofdstuk Vorm van te

Nadere informatie

Algemene toelichting.

Algemene toelichting. Pagina 1 van 23 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning, gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006).

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Alkmaar INHOUDSOPGAVE Algemene toelichting... 4 Artikelsgewijze toelichting... 5 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 5 Artikel 1. Begripsbepalingen...

Nadere informatie

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009

Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 Raadsbesluit nr. 8 Betreft: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tynaarlo 2009 De raad van de gemeente Tynaarlo; gelezen het besluit van burgemeester en wethouders van 29 juli

Nadere informatie

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen.

Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Modelverordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Achtkarspelen. Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1. Begripsbepalingen. In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 CVDR Officiële uitgave van Hoogeveen. Nr. CVDR1408_1 29 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoogeveen 2008 De Raad van de gemeente Hoogeveen; gelezen het voorstel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Drimmelen 2011 Versie : 2 Datum : 23 november 2010 Samengesteld door : Maatschappelijke aangelegenheden Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellevoetsluis Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR

(concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR (concept) VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING ZEVENAAR 2007 TOELICHTING 2 Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

2 Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.

2 Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 2 Toelichting op de verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 2.1 Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal CVDR Officiële uitgave van Roosendaal. Nr. CVDR10539_4 1 maart 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Roosendaal Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Verordening voorzieningen

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen (geldig vanaf 01-01-2010)

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen (geldig vanaf 01-01-2010) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dalfsen (geldig vanaf 01-01-2010) Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam van de regeling

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek.

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldebroek. INLEIDING. Aan de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is een behandeling voorafgegaan die door de vele

Nadere informatie

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, H-I- Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht, Zwijndrecht. (Concept 16 oktober 2006) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning, de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Toelichting Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Boxmeer 2008

Toelichting Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Boxmeer 2008 Toelichting Verordening Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Gemeente Boxmeer 2008 Inleiding Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Deze wet geeft nieuwe regels

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding

Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Toelichting op de Verordening maatschappelijke ondersteuning Inleiding Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning, de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE UITGEEST 2010 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 17 december 2009, nummer R2009.0084, in werking getreden met ingang van 1 januari

Nadere informatie

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN

VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN TOELICHTING VERORDENING WMO VOORZIENINGEN GEMEENTE GRONINGEN Inleiding Dit is de tweede verordening nadat de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vanaf 1 januari 2007 van toepassing is. In de eerste

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE STRIJEN INGANGSDATUM: 1 JANUARI 2010 VASTGESTELD IN DE RAADSVERGADERING VAN 15 DECEMBER 2009 Inhoudsopgave Pag. Inleiding 4 Algemene toelichting

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2007

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2007 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Deventer 2007 De verordening maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is op 20 september 2006 door de raad vastgesteld. De verordening Wmo

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 CVDR Officiële uitgave van Katwijk. Nr. CVDR88040_1 15 november 2016 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE KATWIJK 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen VERORDENING VOORZIENINGEN

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten B12.002392 Gemeente Dronten Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Dronten Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Gemeente Dronten Officiële

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen DE RAAD DER GEMEENTE HAREN, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 juli 2006, nr. 20; b e s l u i t : vast te stellen de volgende: Modelverordening maatschappelijke ondersteuning Hoofdstuk

Nadere informatie

Dienst Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2007

Dienst Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2007 Dienst Publiekszaken Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Tilburg 2007 Datum vaststelling 18 september 2006 Datum inwerkingtreding 1 januari 2007 Laatste wijziging 12 maart

Nadere informatie

Toelichting op de verordening Wmo 2007

Toelichting op de verordening Wmo 2007 Toelichting op de verordening Wmo 2007 Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo),

Nadere informatie

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo

Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Gewijzigde verordening individuele voorzieningen in het kader van de Wmo Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1: begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. wet: Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving

Nadere informatie

Wijzigingen ten opzichte van de concept-verordening van juli 2006

Wijzigingen ten opzichte van de concept-verordening van juli 2006 Bijlage V Wijzigingen ten opzichte van de concept-verordening van juli 2006 Artikel 1.1 begripsbepalingen: Artikel 1.1 lid 1 sub b: compensatiebeginsel compensatieplicht In de algemene toelichting (p.17,

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Etten-Leur 2011

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Etten-Leur 2011 CVDR Officiële uitgave van Etten-Leur. Nr. CVDR138751_1 11 december 2018 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Etten-Leur 2011 De raad van de gemeente Etten-Leur, gezien het

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011

TOELICHTING OP DE VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 TOELICHTING OP DE VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE EEMNES 2011 INHOUD HOOFDSTUK 0 ALGEMENE TOELICHTING... 2 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 15 HOOFDSTUK 3 HULP BIJ HET

Nadere informatie

gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning,

gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 29 mei 2008, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2008, gelet op artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2006

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2006 CVDR Officiële uitgave van Hilversum. Nr. CVDR56095_1 20 februari 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2006 De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008

Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 CVDR Officiële uitgave van Sittard-Geleen. Nr. CVDR2865_1 15 mei 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning Sittard-Geleen 2008 De raad van de gemeente Sittard-Geleen gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie

Nadere informatie

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Inleiding. Aan de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is een behandeling voorafgegaan die door de vele amendementen de Wet

Nadere informatie

Toelichting verordening individuele voorzieningen Wmo maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2009

Toelichting verordening individuele voorzieningen Wmo maatschappelijke ondersteuning gemeente Kerkrade 2009 Wmo Toelichting verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2 INHOUDSOPGAVE AFDELING I ALGEMEEN...3 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...3 Hoofdstuk 2. Vormen van te verstrekken individuele

Nadere informatie

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009

WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 WMO verordening gemeente Zoetermeer Versie geldig van 9 januari 2007 tot 5 juni 2009 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan

Nadere informatie

Verordening. individuele verstrekkingen. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Midden-Delfland

Verordening. individuele verstrekkingen. maatschappelijke ondersteuning. gemeente Midden-Delfland Verordening individuele verstrekkingen maatschappelijke ondersteuning gemeente Midden-Delfland 2007 Afdeling Inwonerszaken augustus 2006 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Artikel 1 Begripsbepalingen In

Nadere informatie

Toelichting. Verordening Individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010

Toelichting. Verordening Individuele voorzieningen. Gemeente Tiel 2010 Toelichting Verordening Individuele voorzieningen Gemeente Tiel 2010 Gemeente Tiel Afdeling Werk, Inkomen en Zorg Unit Wmo Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen...3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 Artikel

Nadere informatie

Wetstechnische informatie

Wetstechnische informatie Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig tot (als de vervaldatum is vastgesteld) Onderwerp gemeente

Nadere informatie

Afdeling Inwoners. Verordening Voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2010

Afdeling Inwoners. Verordening Voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2010 Afdeling Inwoners Verordening Voorzieningen Maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2010 Voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Borne 2010 Versie 15 oktober 2009 Hoofdstuk 1. Algemene

Nadere informatie

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2010

Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2010 Toelichting op de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente De Ronde Venen 2010 Inleiding Aan de invoering van de Wmo per 1 januari 2007 is een behandeling voorafgegaan die door

Nadere informatie

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum

Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum Verordening Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Bedum De raad van de gemeente Bedum, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2006. Gelet op artikel 4 van de Wet maatschappelijke

Nadere informatie

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007

Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Verordening Voorzieningen Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Leiderdorp 2007 Datum: augustus 2006 Status: definitief Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening

Nadere informatie

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009

Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Verordening Wmo gemeente Appingedam 2009 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gemeente Appingedam op 17 december 2009 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen 3 Artikel 1. Begripsbepaling

Nadere informatie

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren.

Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Slochteren. CONCEPT CONCEPT CONCEPT Toelichting op Besluit individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente. Inleiding Naast een Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Nummer: /8 Zorg. Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Hellevoetsluis HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Nummer: /8 Zorg. Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Hellevoetsluis HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Hellevoetsluis. Nr. CVDR96381_1 7 november 2017 Verordening WMO 2009 Nummer: 28-05-09/8 Zorg. Verordening Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Hellevoetsluis HOOFDSTUK 1 ALGEMENE

Nadere informatie

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning

Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Wijzigingsverordening en wijzigingsbesluit Maatschappelijke ondersteuning Afdeling Samenleving 24 februari 2011 1 Inhoud 1. Wijzingen in de Verordening Maatschappelijke ondersteuning... 2 2. Wijzigingen

Nadere informatie

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2007 TOELICHTING VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2007 INLEIDING In de Wet Maatschappelijke

Nadere informatie

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2009; de Verordening Individuele verstrekkingen gemeente Beek vast te stellen.

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 2009; de Verordening Individuele verstrekkingen gemeente Beek vast te stellen. CVDR Officiële uitgave van Beek. Nr. CVDR51593_1 20 november 2018 Verordening Individuele verstrekkingen 2010 DE RAAD VAN DE GEMEENTE BEEK; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Langedijk 2013 De raad van de gemeente Langedijk; - gelet op de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning per 1 januari 2007; - gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van gemeente Langedijk; besluit:

Nadere informatie

TOELICHTING FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING

TOELICHTING FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING TOELICHTING FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2010 TOELICHTING FINANCIEEL BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2008 Inleiding. In de Wet Maatschappelijke

Nadere informatie

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2010.

Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2010. Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Waalwijk 2010. Inleiding. Op 1 januari 2007 is de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (verder te noemen Wmo) in werking

Nadere informatie

Verordening Individuele verstrekkingen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Beek

Verordening Individuele verstrekkingen In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Gemeente Beek In het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning Gemeente Beek Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen... 6 Hoofdstuk 3 Hulp bij

Nadere informatie

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009

Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 versie 18 december 2009 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Valkenswaard 2009 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oosterhout

Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oosterhout Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oosterhout Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig

Nadere informatie

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012

VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 VERORDENING VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012 Verordening vastgesteld bij Raadsbesluit van 12 december 2011, nummer R2011.0080, gepubliceerd 21 december 2011, in werking getreden met ingang

Nadere informatie

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011

TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE BUSSUM 2011 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN...1 HOOFDSTUK 2 BIJZONDERE REGELS OVER HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET...2 HOOFDSTUK 3

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR300157_2. Wmo verordening 2013

CVDR. Nr. CVDR300157_2. Wmo verordening 2013 CVDR Officiële uitgave van Neder-Betuwe. Nr. CVDR300157_2 22 mei 2018 Wmo verordening 2013 De gemeenteraad stelt de volgende regeling vast. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1

Nadere informatie

Stuknummer: bl08.02187

Stuknummer: bl08.02187 gemeente Den Helder Stuknummer: bl08.02187 Raadsvergadering d.d.: Raadsbesluit Besluit nummer: Onderwerp: Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Helder 2009 De raad van de

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen 6. Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 10

Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen 6. Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel 10 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 algemene bepalingen` 3 Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen 6 Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden 7 Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen 8 Hoofdstuk 5 Het zich

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2008 gemeente Amstelveen

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2008 gemeente Amstelveen CVDR Officiële uitgave van Amstelveen. Nr. CVDR70314_1 8 mei 2018 Verordening maatschappelijke ondersteuning 2008 gemeente Amstelveen HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsbepalingen In deze

Nadere informatie

Verordening Individuele WMO voorzieningen 2010

Verordening Individuele WMO voorzieningen 2010 Verordening Individuele WMO voorzieningen 2010 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Utrecht Officiële naam regeling Verordening Individuele WMO voorzieningen

Nadere informatie

Toelichting op Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag (2009) Gewijzigd per 1 januari 2013

Toelichting op Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag (2009) Gewijzigd per 1 januari 2013 Toelichting op Verordening individuele voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning gemeente Den Haag (2009) Gewijzigd per 1 januari 2013 Algemene toelichting Gemeenten zijn sinds de invoering van

Nadere informatie

De raad van de gemeente Goirle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10-11-2009;

De raad van de gemeente Goirle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10-11-2009; De raad van de gemeente Goirle; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10-11-2009; gelezen het advies van de commissie d.d. 24-11-2009; gelet op de Gemeentewet; b e s luit: de volgende

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie

Nadere informatie

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân

BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING Súdwest-Fryslân BESLUIT VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2013 Súdwest-Fryslân 1 INHOUDSOPGAVE Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11

Nadere informatie

Toelichting verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen

Toelichting verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen Toelichting verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Bergen Inleiding. Het op 27 mei 2005 ingediende wetsvoorstel 30 131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning,

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2009;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 17 maart 2009; GEMEENTE LOPIK Nr.: 9 Onderwerp: Verordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Lopik De raad van de gemeente Lopik; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2008 nr.12 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2008

GEMEENTEBLAD 2008 nr.12 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2008 GEMEENTEBLAD 2008 nr.12 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2008 VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING NIEUWE WATERWEG NOORD 2008 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel

Nadere informatie

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlem 2013 (Vvmo 2013)

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlem 2013 (Vvmo 2013) CVDR Officiële uitgave van Haarlem. Nr. CVDR280534_1 25 oktober 2016 Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Haarlem 2013 (Vvmo 2013) De raad van de gemeente Haarlem, gelezen

Nadere informatie

Overzicht wijzigingen in de verordening WMO 2011 t.o.v. de verordening WMO 2007.

Overzicht wijzigingen in de verordening WMO 2011 t.o.v. de verordening WMO 2007. Overzicht wijzigingen in de verordening WMO 2011 t.o.v. de verordening WMO 2007. In dit overzicht zijn de belangrijkste wijzigingen in de verordening weergegeven. Artikel 1 onder t: Inkomen Reeds vanaf

Nadere informatie

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2009

Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2009 Toelichting Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oldenzaal 2009 (Vastgesteld bij besluit van de raad van 1 april 2009, nr. 300, reg.nr. INT-09-00167) Hoofdstuk 1 - Algemene

Nadere informatie

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009

Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Toelichting Besluit Nadere Regelen Maatschappelijke Ondersteuning 2009 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 3 Hoofdstuk 2 Bijzondere regels over het persoonsgebonden

Nadere informatie

TOELICHTING. Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013

TOELICHTING. Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 TOELICHTING Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 INHOUD HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1 Begripsbepalingen... 3 HOOFDSTUK 2 COMPENSATIEPLICHT... 6 Artikel 2.1 Reikwijdte compensatieplicht...

Nadere informatie

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Doetinchem

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2013 gemeente Doetinchem gemeente Doetinchem HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN... 2 Artikel 1 Begripsbepalingen (op alfabetische volgorde)... 2 HOOFDSTUK 2 COMPENSATIEPLICHT... 5 Artikel 2.1 Reikwijdte compensatieplicht gemeente...

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 mei 2012; BESLUIT:

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 mei 2012; BESLUIT: RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Hilversum, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 mei 2012; Vast te stellen: BESLUIT: 1. De navolgende Verordening voorzieningen maatschappelijke

Nadere informatie

Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen:

Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen: Wijzigingen Verordening maatschappelijk ondersteuning gemeente Strijen: Wijziging nr. 1: Artikel 6. Persoonsgebonden budget Lid 5. b. 2. de budgethouder is verplicht om op verzoek van het college schriftelijk

Nadere informatie

TOELICHTING OP DE GEMEENTE WATERLAND. 2007 1e wijziging 1 juli 2011

TOELICHTING OP DE GEMEENTE WATERLAND. 2007 1e wijziging 1 juli 2011 Met opmaak: Links: 2,49 cm, Rechts: 2,41 cm, Boven: 1,8 cm, Onder: 1,5 cm, Afstand van koptekst tot rand: 0,51 cm, Afstand van voettekst tot rand: 1,25 cm TOELICHTING OP DE VERORDENING MAATSCHAPPELIJKE

Nadere informatie

Toelichting. Artikel 2

Toelichting. Artikel 2 Toelichting Algemeen De systematiek van de verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Utrechtse Heuvelrug is dat steeds algemene voorzieningen, waaronder het collectief vervoer, het primaat hebben.

Nadere informatie

Verordening Individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010

Verordening Individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010 CVDR Officiële uitgave van Tiel. Nr. CVDR55885_2 31 augustus 2018 Verordening Individuele voorzieningen gemeente Tiel 2010 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen 1. In deze verordening

Nadere informatie

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011

Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 Toelichting op het besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Beemster 2011 2 INHOUDSOPGAVE Toelichting

Nadere informatie

verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oostzaan 2013

verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oostzaan 2013 CVDR Officiële uitgave van Oostzaan. Nr. CVDR244510_2 28 november 2017 verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Oostzaan 2013 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen

Nadere informatie

VERORDENING: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE NUTH 2013

VERORDENING: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE NUTH 2013 VERORDENING: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE NUTH 2013 1 Inhoudsopgave 1. maatschappelijke ondersteuning.... 3 1.1. Algemene bepalingen.... 3 1.2 Vorm van te verstrekken

Nadere informatie