Hulpverleningsvariant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hulpverleningsvariant"

Transcriptie

1 Modulebeschrijving Hulpverleningsvariant Pleegzorg!

2 INDE Samenvatting 3 A. Modulebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 5 1. Risico- of probleemomschrijving 5 2. Doel van de module 5 3. Doelgroep van de module 5 4. Aanpak van de module 6 5. Materialen en links 9 B. Onderbouwing van de module Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Samenvatting onderbouwing Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Onderzoek naar de uitvoering van de module 16 C. Effectiviteit Nederlandse effectstudies Buitenlandse effectstudies 19 D. Overige informatie Toelichting op de naam van de module Uitvoering (uitvoerende en/of ondersteunende organisaties en partners) Overeenkomsten met andere modules 20 Bijlage CAP-J classificatieoverzicht (assen en rubrieken) Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 2! /! 30

3 SAMENVATTING De Hulpverleningsvariant wordt ingezet wanneer de opvoedingsproblemen zo hoog oplopen, dat het kind/de jongere niet meer thuis kan of wil blijven wonen. Bij de hulpverleningsvariant is er nog niet besloten wie de dagelijkse opvoeding en verzorging van het kind/de jongere in de toekomst gaat uitvoeren (opvoedingsbesluit) en wordt geprobeerd de oorspronkelijke gezinssituatie te herstellen. Daarom wordt intensieve hulp ingezet voor het kind/de jongere en voor zijn/haar biologische ouders en wordt een pleeggezin gebruikt om de benodigde en gewenste rust te creëren in de huidige situatie zodat er ruimte ontstaat voor veranderingen in de ouder-kind relatie en zodat er nieuwe perspectieven in de opvoedingssituatie komen. Het verblijf van het kind/de jongere in het pleeggezin heeft enerzijds tot doel om de opvoeding van het kind/de jongere zo gewoon mogelijk voort te zetten. Anderzijds dient het verblijf om de doelstellingen te bereiken die in het hulpverleningsplan staan. In deze situatie is er intensief contact tussen de biologische ouders en de pleegouders en een nauwe samenwerking met hulpverleners. Uitgangspunt is dat de plaatsing zo kort mogelijk is (Steensma, 2004). Doel Het doel van een plaatsing in de module hulpverleningsvariant is het perspectief van het kind/de jongere in zo kort mogelijke termijn te bepalen: ófwel opgroeien in het biologische systeem ófwel in een pleeggezin. Het is schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen/jongeren als zij langdurig onzeker zijn over waar ze gaan wonen en opgroeien. Doelgroep Kinderen/jongeren die tot de reguliere doelgroep behoren van Jeugdhulp Friesland en voor wie het opvoedingsperspectief onzeker is. In een (tijdelijke) vervangende opvoedingssituatie, dat wil zeggen in een pleeggezin, wordt het toekomstperspectief onderzocht en de daarbij aansluitende hulpverlening. Aanpak Wanneer kinderen/jongeren (kortdurend of langdurig) gaan wonen in een pleeggezin, vindt voorafgaand aan de plaatsing een kennismakingstraject plaats. Vanaf de start van de plaatsing worden diverse interventies en intensieve begeleiding gezet. De multidisciplinaire methodiek Kiezen voor Kinderen biedt handvatten om een geobjectiveerd, gefundeerd en breed gedragen advies te geven over het opvoedingsperspectief van het kind/de jongere. Alle betrokkenen (kinderen/jongeren, ouders, pleegouders en hulpverleners) worden intensief betrokken in de methodiek. De methodiek is gebaseerd op technieken en interventies uit het systeemgericht- en oplossinggericht werken. Er wordt gebruik gemaakt van methodische uitgangspunten, zoals die zijn geformuleerd in het positioneringstatement (Visie en Missie) van Jeugdhulp Friesland: Dialooggestuurd (binnen Pleegzorg wordt met name gewerkt vanuit de presentiebenadering) Systeemgericht werken Oplossingsgericht Competentiegericht werken Resultaatgericht De benadering Kiezen voor kinderen biedt een belangrijke leidraad in de interventies die ingezet worden binnen pleegzorg. Deze is gebaseerd op technieken uit het systeemgericht- en oplossingsgericht werken. Daarnaast wordt gebruikt gemaakt van de methodiek Safer Caring, waarin aandacht voor gedelegeerde autoriteit van pleegouders en (secundaire) traumatisering centraal staan. Materiaal Binnen pleegzorg wordt gebruik gemaakt van diverse methodiekboeken, folders, tijdschriften en Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 3! /! 30 voorlichtingsmateriaal.

4 Onderzoek Uit onderzoek is gebleken dat helderheid van het perspectief voor kinderen/jongeren en ouders een noodzakelijke voorwaarde is voor een veilige en leeftijdsadequate opvoedingssituatie. De kans op een positieve ontwikkeling is groter wanneer kinderen/jongeren niet te lang onzeker zijn over waar ze gaan wonen en opgroeien. De periode van onzekerheid zal zo kort mogelijk moeten zijn. Een helder antwoord op de perspectiefvraag markeert het beginpunt van het roldifferentiatieproces voor de ouders. Hoe langer ouders in het ongewisse blijven, des te moeilijker wordt het om de nieuwe rol als ouder op afstand te (leren) accepteren of deze nieuwe rol te adopteren (Choy & Schulze, 2009). Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 4! /! 30

5 A. MODULEBESCHRIJVING: PROBLEEM, DOELGROEP, DOEL, AANPAK, MATERIALEN EN UITVOERING 1. Risico- of probleemomschrijving 1 Pleegzorg Algemeen Pleegzorg is een vorm van zorg waarin pleegouders het pleegkind verblijf, verzorging en vervanging van de oorspronkelijke opvoedingssituatie bieden, in combinatie met professionele begeleiding van het pleegkind, de pleegouders en de biologische ouders door een hulpverleningsinstelling (Strijker, 2009). Pleegzorg is een unieke vorm van hulpverlening aan kinderen, omdat die het mogelijk maakt dat kinderen die niet thuis kunnen wonen toch in een gezinssituatie opgroeien (CoAct Consult, 2000). Het betreft zorg voor kinderen/jongeren tussen de 0 en 18 jaar met uiteenlopende problemen, voor wie de plaatsing verschillende doelen dient en daarom ook verschilt in duur. Na het 18 jaar is er bij een duidelijke zorgvraag een verlenging van de pleegzorgplaatsing mogelijk tot 23 jaar. Ook kunnen de pleegouders de plaatsing op vrijwillige basis laten voortduren. Zij krijgen dan echter geen vergoeding en begeleiding meer. Okma-Rayzner (2006) geeft een beeld van de meeste genoemde redenen voor uithuisplaatsing en pleegzorg in ons land. Dat zijn pedagogische onmacht van de biologische ouders (47 procent), emotionele verwaarlozing (31 procent), fysieke verwaarlozing (24 procent) en verslavingsproblemen van de biologische ouders (22 procent). In 22 procent van de gevallen werden er andere redenen genoemd, bijvoorbeeld een echtscheiding of het overlijden van één of beide biologische ouders. Omdat de respondenten in dit onderzoek ook meerdere redenen mochten aangeven voor uithuisplaatsing en pleegzorg komt het totale percentage boven de 100 procent uit. Het uitgangspunt van pleegzorg is dat het kind/de jongere indien mogelijk weer bij zijn of haar biologische ouders gaat wonen. De mogelijkheden hiervoor worden voor ieder kind afgewogen en op basis hiervan wordt bepaald naar wat voor soort pleeggezin het kind/de jongere gaat. Hulpverleningsvariant De Hulpverleningsvariant wordt ingezet wanneer de opvoedingsproblemen zo hoog oplopen, dat het kind/de jongere niet meer thuis kan of wil blijven wonen. Bij de hulpverleningsvariant is er nog niet besloten wie de dagelijkse opvoeding en verzorging van het kind/de jongere in de toekomst gaat uitvoeren (opvoedingsbesluit) en wordt geprobeerd de oorspronkelijke gezinssituatie te herstellen. Uitgangspunt is dat de plaatsing zo kort mogelijk is (Steensma, 2004). 2. Doel van de module Het doel van de inzet van de module hulpverleningsvariant is dat het voor het kind/de jongere op zo kort mogelijke termijn helder wordt wat het toekomstperspectief van het kind/de jongere is. Dus: waar gaat het kind/de jongere wonen, thuis (bij één of beide biologische ouder(s)) of ligt het perspectief in een pleeggezin of elders binnen de 24-uurs zorg. Hierbij wordt altijd gehandeld conform het principe vijf keer gezin (zie par. 6). Daar waar dit binnen het eigen gezin (tijdelijk) niet lukt is een pleeggezin dus het eerstvolgende alternatief. Binnen de pleegzorg gaat vervolgens waar mogelijk de voorkeur uit naar een netwerkgezin. Een helder perspectief is een belangrijke voorwaarde voor een positieve ontwikkeling van het kind/de jongere. Behalve het bepalen van het toekomstperspectief wordt duidelijk óf en welke hulpverlening aansluit bij de geconstateerde opvoed- en opgroeiproblematiek. 3. Doelgroep van de module 3.1 Voor wie is de module bedoeld? Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 5! /! 30 1 Bron: Wat werkt in de pleegzorg (NJi), 2011

6 Kinderen/jongeren die tot de reguliere doelgroep behoren van Jeugdhulp Friesland voor wie het opvoedingsperspectief moet worden vastgesteld. Er wordt onderzocht of terugkeer naar het gezin van herkomst in het belang van het kind/de jongere is en wat hiervoor nodig is. Gedurende deze module verblijft het kind/de jongere in een pleeggezin of in een 24 uurs-setting. 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Jeugdhulp Friesland biedt specialistische jeugdzorg op het gebied van opgroei- en opvoedingsproblemen, in de leeftijdscategorie 0 t/m 18 (met een uitloop tot 23) jaar. Kinderen, jongeren en hun ouders/opvoeders kunnen een beroep doen op Jeugdhulp Friesland. Dit doen zij als de normale ontwikkeling van het kind wordt belemmerd. Mogelijk is er sprake van psychosociale problemen, psychiatrische problemen, gezinsgerelateerde problemen, psychische problemen, gedragsproblemen of een combinatie daarvan. Kinderen en jongeren met een psychiatrische, zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke beperking die redelijk sociaal redzaam zijn, worden ook behandeld en/of opgevangen, als dit past binnen de behandelprogramma s en mogelijkheden van Jeugdhulp Friesland. We nemen ook jeugdigen op met een civielrechtelijke maatregel. In specifieke situaties worden kinderen met een strafrechtelijke maatregel behandeld (Gedragsbeïnvloedende maatregel). De door Jeugdhulp Friesland gehanteerde indicatiecriteria en contra-indicaties zijn uitgebreid beschreven in De Betekenis onder het hoofdstuk Doelgroepenbeleid op pagina 15. Deze folder is te downloaden op onder het tabblad Jeugdhulp Friesland. Voor de module Hulpverleningsvariant gelden naast de algemene indicatiecriteria en contra-indicaties de volgende specifieke indicatiecriteria en contra-indicaties. Vereiste indicatie voor plaatsing in een pleeggezin Het kind/de jongere kan profiteren van een gezinssituatie en is in staat gezag te (leren) accepteren. Contra-indicaties. Kind/jongere bij wie sprake is van onbeheersbare agressieproblematiek dusdanig ernstig dat de veiligheid van het kind/de jongere, medebewoners en/of medewerkers niet gegarandeerd kan worden. 3.3 Toepassing bij migranten De module is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. 4. Aanpak van de module 4.1 Structuur en opbouw Pleegzorgtraject Regiecentrum Bescherming en Veiligheid of wijk-/gebiedsteam levert een verwijzing/beschikking aan met een specifieke vraag naar de hulpverleningsvariant. In dit geval zullen er standaard twee aanspraken zijn, namelijk Jeugdhulp thuis individueel en Verblijf pleegouders 24-uurs. Regiecentrum Bescherming en Veiligheid of wijk-/gebiedsteam levert een verwijzing/beschikking met recente informatie en heeft de verwijzing/beschikking met ouders besproken. In vrijwillige zaken, waarbij wijk/ gebiedsteam de hulpverleningsvariant aanvraagt, levert het wijk/gebiedsteam een hulpverlener, die een belangrijke bijdrage levert in de interventies en afstemmingsmomenten die nodig zijn om tot een geobjectiveerd en gewogen advies te kunnen komen. Indien de vraag om de hulpverleningsvariant vanuit Jeugdhulp Friesland komt, zowel in bestaande als in nieuwe zaken, hoeft er niet een hulpverlener vanuit wijk/gebiedsteam aan gekoppeld te worden. Er wordt gewerkt met zorgteams, een zorgteam bestaat ten minste uit de volgende personen; de ouder waarbij onderzocht wordt of thuis wonen haalbaar is, de onderzoeker en begeleider vanuit pleegzorg (soms hebben we hierbij te maken met twee personen waarbij de onderzoeker zich richt op het onderzoek betreffende het perspectief en de begeleider zich richt op het pleeggezin), de gezinsvoogd/ hulpverlener van wijk/gebiedsteam, pleegouder(s) en eventuele andere betrokken hulpverleners zowel van de ouder(s) als het kind/de jongere. Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 6! /! 30

7 Daarnaast kan Pleegzorg extra (zie bijlage) worden ingezet in pleeggezinnen, waarbij het risico op breakdown aanwezig is. Er kan dan op maat toegesneden extra ondersteuning worden ingezet waardoor deze jeugdige in een gezin kan blijven opgroeien. Hierdoor kan een stabiel en gepland hulpverleningstraject richting het perspectief van een jeugdige zoals geformuleerd in het behandelplan worden gerealiseerd in de context van een gewoon gezinsleven met warmte, voorspelbaarheid en kleinschaligheid. Startgesprek Wanneer: Week één (of twee) Aanwezigen: Pleegzorgbegeleider, ouders, gezinsvoogd/voogd, wijk-/gebiedsteam en eventueel andere belangrijke betrokkenen Doelen startgesprek: Proberen een constructieve samenwerkingsrelatie met alle betrokkenen te creëren Positie en rol van de pleegzorgwerker verhelderen ten opzichte van alle betrokkenen Uitleg over het doel van de fase en van de werkwijze en beoordelingsboog* Toestemming krijgen voor het opvragen van gegevens van derden Aandachtspunten: Wie coördineert de zorg (zorgcoördinator aanwijzen)? Wat wordt er verstaan onder het coördineren van de zorg? Verhelderen van de problematiek, zorgen, aandachtspunten Verhelderen van verwachtingen Taken verdelen; wie doet wat? Afspraken maken over de terugkoppeling, zodat iedereen goed op de hoogte blijft van actuele ontwikkelingen *De beoordelingsboog kent 12 factoren: Vraag en verwachting van de ouders en kind; Aanleiding pleegzorgplaatsing; Resultaat pleegzorg hulp; Competentie ouders; Risico factoren bij ouders en kind; Hulpverleningsgeschiedenis; Psychosociale omgevingsfactoren; Protectieve factoren; Belang van het kind/de jongere; Mening hulpverlener; Mening pleegzorgteam; Consent tussen de zorgaanbieder pleegzorg en Bureau Jeugdzorg. Onderzoeksfase Doel: Het is duidelijk of het kind/de jongere bij zijn/haar ouders kan opgroeien of elders. Duur: 6 tot 12 weken Middelen: de beoordelingsboog, gespreksvoering, rapportages. De pleegzorgwerker verzamelt gedurende de onderzoeksfase aan de hand van factoren uit de beoordelingsboog systematisch informatie over de belangrijkste criteria ten behoeve van advisering over de vraag of thuisplaatsing van het kind - mét of zonder hulp - wel of niet mogelijk is. De uitvoering van het onderzoek bestaat uit: Inventariseren van informatie voor de beoordelingsboog Begeleiding aan ouders Begeleiding aan pleegouders Evaluatie Wanneer: Tussen week 6 en week 12 Aanwezigen: Pleegzorgbegeleider, ouders en gezinsvoogd/hulpverlener wijk/gebiedsteam Aan het eind van de onderzoeksfase vindt er een evaluatie plaats van het onderzoek met behulp van factoren uit de beoordelingsboog. Alle informatie die is verworven tijdens de onderzoeksfase is verwerkt in de beoordelingsboog. Daarnaast hebben de gezinsvoogd/hulpverlener wijk/gebiedsteam en pleegzorgwerker een belangrijke stem. In gedwongen zaken zal uiteindelijk de gezinsvoogd de beslissing nemen. In de evaluatie zal het advies van de pleegzorgwerker en gezinsvoogd/hulpverlener wijk/gebedsteam over het perspectief van het kind/de jongere worden besproken. Er wordt gekozen uit één van de volgende drie adviezen: Terug naar huis: het kind/de jongere gaat, wanneer dit mogelijk is, binnen drie tot zes maanden weer volledig thuis wonen bij ouders. Opvoedingsvariant: het kind/de jongere blijft in het huidige pleeggezin of er wordt een ander pleeggezin gezocht voor het kind/de jongere waar het kan opgroeien. Er bestaat onvoldoende perspectief voor het kind/de jongere om veilig bij zijn ouders op te groeien. Er wordt niet gewerkt aan een terug-naar-huis-plaatsing. Ook kan er naar een andere vorm van behandeling of long stay Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 7! /! 30 verwezen worden.

8 Hulpverleningsfase: het kind/de jongere blijft in het pleeggezin, maar er wordt gewerkt aan een terug-naar- huisplaatsing bij zijn/haar ouders. De situatie bij ouders biedt voldoende perspectief om het kind/de jongere mogelijk zelf een veilige opvoeding te kunnen bieden, maar hiervoor is eerst een hulpverleningsfase nodig om de voorzieningen en/of vaardigheden van ouders te versterken. In de hulpverleningsfase krijgen ouders ondersteuning van de pleegzorgwerker, gezinsvoogd/ voogd en zo nodig andere hulpverlening, om duidelijk zicht te krijgen op de mogelijkheden van ouders. Ouders krijgen drie tot zes maanden (bij kinderen tot zes jaar maximaal drie maanden, bij kinderen/jongeren ouder dan zes jaar maximaal zes maanden) de tijd om hieraan te werken. Dan volgt de beoordelingsfase om te beoordelen of ouders voldoende vorderingen hebben gemaakt om het kind/de jongere daadwerkelijk een veilige thuissituatie en opvoeding te kunnen bieden en te starten met het terug-naar-huis-traject. Hulpverleningsfase Na maximaal 6 maanden intensief gewerkt te hebben in de hulpverleningsfase wordt het duidelijk of een thuisplaatsing realiseerbaar is of niet. Met biologische ouders, kind/jongere vanaf 12 jaar, pleegouders, gezinsvoogd/hulpverlener wijk/gebiedsteam en pleegzorgbegeleider wordt aan het eind van deze periode het opvoedingsbesluit duidelijk. Dit is het markeringspunt tussen de hulpverleningsvariant en de opvoedingsvariant. Het opvoedingsbesluit is een formeel moment waarop gezamenlijk besloten wordt wie de dagelijkse opvoeding en verzorging van het kind/de jongere in de toekomst gaan uitvoeren. Het kind/de jongere kan terug naar huis gaan of aangewezen zijn op het zorgaanbod waaronder pleegzorg. N.B. Pleegzorg heeft in deze module een adviserende rol. Bij een ondertoezichtstelling (OTS) of voogdijmaatregel ligt de eindverantwoordelijkheid voor het opvoedingsbesluit bij de (gezins)voogd. De (gezins)voogd moet vanuit zijn gezagsfunctie zijn besluit verantwoorden aan de kinderrechter. Bij vrijwillige hulpverlening adviseert pleegzorg aan de ouders over de meest passende opvoedingssituatie (gezien de veiligheid, leeftijd en ontwikkelingsfase van het kind/de jongere en de ouder-kind problematiek). Terug naar huis traject Wanneer vanuit de onderzoekfase duidelijk wordt dat het perspectief van het kind/jongere bij zijn/ haar ouder(s) ligt, start het terug-naar-huis traject. De pleegzorgbegeleider ondersteunt opvoeders en het kind/jongere om vanuit de pleeggezinsituatie te werken aan een verantwoorde en veilige manier om terug te keren naar het gezin van (één van) de ouders. Er wordt aangesloten bij de krachten en mogelijkheden van de ouder(s), het kind/jongere en hun directe omgeving. De verantwoordelijkheid wordt zoveel mogelijk bij de ouder(s) gelaten. De pleegzorgbegeleider begeleidt de opvoeders in het gezin van herkomst en het kind/de jongere en ondersteunt de pleegouders in het samenwerken met de opvoeders. Het kind/de jongere is langzamerhand vaker bij de opvoeders in het gezin van herkomst dan in het pleeggezin. De pleegzorgbegeleider richt zich gedurende het traject steeds meer op de voorbereiding van de terugkeer van het kind/de jongere naar huis. Het traject kan worden afgerond als de opvoeders de opvoeding zelf weer volledig op zich kunnen nemen, eventueel met ondersteuning van netwerk en/of professionals. 4.2 Duur 9 tot 12 maanden. Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 8! /! 30

9 4.3 Frequentie Maximaal 7 keer 24 uur verblijf. Wanneer pleegkinderen niet fulltime verblijven in een pleeggezin, maar de vraag om perspectiefbepaling aanwezig is, kan ook in die varianten in deeltijdpleegzorg de module worden ingezet. De begeleiding aan het kind/de jongere varieert van één per week tot één keer per zes weken. De begeleiding aan het gezin van herkomst varieert van één keer per week tot minimaal één keer per zes weken. De begeleiding aan de pleegouder(s) varieert van één keer per week tot één keer per drie weken. De zorgteams komen meerdere malen bij elkaar. Sowieso (1) bij de start van de hulpverleningsvariant, (2) wanneer het advies vanuit pleegzorg duidelijk is en (3) wanneer zich ingrijpende veranderingen voordoen gedurende de HVV die invloed hebben op het wel of niet thuis kunnen wonen van een kind/de jongere. Verder is de frequentie van het bijeenkomen van een zorgteam variabel, dit is o.a. afhankelijk van de duur van de HVV (de ene keer zijn mogelijkheden van ouder(s) sneller duidelijk dan andere keren), ook is het afhankelijk van de onderlinge communicatie en medewerking van betrokkenen. 4.4 Intensiteit De intensiteit is afhankelijk van de duur en aard van het hulpverleningstraject. 4.5 Setting Kind/jongere verblijft bij pleegouders. Bij een terug naar huis traject, verblijft een kind steeds frequenter bij ouders thuis. Begeleidingsgesprekken met pleegouders en pleegkinderen vinden plaats in het pleeggezin. Begeleiding aan het gezin van herkomst vindt plaats bij het gezin van herkomst. Zorgteams vinden plaats op het regiokantoor. 5. Materialen en links Binnen pleegzorg wordt gebruik gemaakt van diverse methodiekboeken, hulpmiddelen, tijdschriften en voorlichtingsmateriaal, zoals: Methodiekboek: Kiezen voor kinderen- Joep Choy & Ellen Schulze (2009) Methodiekboek: Ouderbegeleiding bij roldifferentiatie, Ge Haans en anderen (2010) Methodiekboek: Veilig opgroeien. De oplossingsgerichte aanpak Signs of Safety in Jeugdzorg en Kinderbescherming-, Andrew Turnell & Steve Edwards (2009) Pleegouder-Pleegkind-Interventie (PPI), onderzoek Hans van Andel Folder Pleegzorg (algemene informatie over pleegzorg) Toolkit (Hulpmiddel met betrekking tot kennismaking tussen Kind/jongere en het pleeggezin) Checklist veiligheid fysieke omgeving pleeggezinnen Brochure Kinderen en veiligheid Activiteitenboekje Pleegzorg (Jaarlijks wordt een nieuwe editie verspreid met daarin het scholingsaanbod voor pleegouders) Voorlichtingsmateriaal Mijn Levensboek..voor kinderen in een pleeggezin (verkrijgbaar via Pleegouderservicepunt Pleegouderraad Tolkentelefoon Pleegzorgspel (Hulpmiddel om diverse pleegzorgthema s bespreekbaar te maken met kinderen/ jongeren) Tijdschrift Mobiel (Bij inschrijving krijgen pleegouders een lidmaatschap op dit landelijk voor pleegzorg uitgegeven tijdschrift) Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen ( Pleegzorg Nederland ( Wat werkt in de pleegzorg ( Safer Caring, a new approach, Jacky Slade (2012). Safer Caring, a training programme, Kate Cairns & Eileen Fursland (2007). Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 9! /! 30

10 B. ONDERBOUWING VAN DE MODULE 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak 2 Probleemanalyse Pleegzorg is er voor kinderen/jongeren die (tijdelijk) niet meer bij hun ouders kunnen wonen en worden opgevangen in een ander gezin. Kinderen/jongeren die worden opgevangen in pleeggezinnen hebben vaak een heftige tijd achter de rug. Het is niet uitzonderlijk dat zij zijn mishandeld, verwaarloosd of anderszins traumatische ervaringen hebben opgedaan (Hazen, Connelly, Kelleher, Landsverk & Barth, 2004). Veel pleegkinderen kampen dan ook met gedrags- en ontwikkelingsproblemen, sociale problemen en onderwijsachterstanden (Farmer, Burns, Chapman, Phillips, Angold & Costello, 2001). Pleegkinderen van wie de biologische ouders níet of in wisselende mate hebben kunnen voldoen aan de vraag om contact en bescherming, ontwikkelen vaak een onveilige hechtingsrelatie met hun opvoeders (Strijker en Knorth, 2009). Het kind/de jongere neemt een onveilige hechting en de bijbehorende gedragsstrategieën mee naar het pleeggezin. Dit beïnvloedt in sterke mate de relatie met de verzorgende pleegouder. Als de pleegouder niet met deze gedragsstrategieën van het onveilig gehechte kind kan omgaan, mislukt de aanpassing aan het gezin en volgt veelal een beëindiging van de plaatsing (Benedict, Zuravin, Brandt, & Abbey, 1994; Sinclair, Baker, Gibbs, & Wilson, 2005). Weterings (2000) benadrukt het belang van zekerheid voor het kind/de jongere over het vervolg van de plaatsing. Dit is fundamenteel voor de hechting en de loyaliteit tegenover anderen die moeten worden opgebouwd. Immers, hechting en loyaliteit bepalen in sterke mate de kans van ingroeien in een ander gezin en daardoor de kans op slagen van de pleegzorg. Uit tal van onderzoek is ( ) gebleken dat langer durende onzekerheid over thuisplaatsing van een kind vanuit een pleeggezin of veel wisselingen van verblijfsplek schadelijk zijn voor de ontwikkeling van het kind (Choy & Schulze, 2009, p. 40). Anders geformuleerd: het leidt ertoe dat kinderen meer problemen ondervinden met het goed volbrengen van de hierboven beschreven ontwikkelingstaken. Daarnaast worden kinderen die (tijdelijk) opgroeien in een pleeggezin geconfronteerd met extra ontwikkeltaken, namelijk met betrekking tot gehechtheid, loyaliteit, verlies & rouw, oudercontact, afkomst & identiteit en afkomst & familiecultuur (Ontwikkelmeter Pleegzorg Advies Nederland, 2012). Een helder perspectief draagt bij aan het creëren van bestaanszekerheid bij het kind. (Choy & Schulze, 2009). Het kind heeft verblijfs- en daarmee bestaanszekerheid; het kind weet waar het aan toe is en kan zich daartoe verhouden (Singer, 2996 in: Landelijke Handreiking Pleegzorg, 2014). Bovenstaande inzichten liggen dan ook ten grondslag aan het uitgangspunt vijf keer gezin (Wielink, 2014), met als volgorde van voorkeur: 1. Het eigen gezin; 2. Een netwerk(pleeg)gezin; 3. Een pleeggezin; 4. Een pleeggezin met pleegzorg extra; 5. Een Gezinshûs. Daar waar dit binnen het eigen gezin (tijdelijk) niet lukt is een pleeggezin dus het eerstvolgende alternatief. Binnen de pleegzorg gaat vervolgens waar mogelijk de voorkeur uit naar een netwerkgezin, aangezien uit verschillende onderzoeken blijk dat de kans op hereniging met ouders groter is als er sprake was van een netwerkplaatsing (Kimberlin, Anthony & Austin, 2009, in: Baat & Bartelink, 2013). Beïnvloedbare en werkzame factoren De kwaliteit van pleegzorg wordt bepaald door de eigenschappen en kenmerken van pleegzorg die nodig zijn om aan de behoeften van pleegkinderen, biologische ouders, pleegouders en Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 10! /! 30 2 Bron: Wat werkt in de pleegzorg (NJi, mei 2011)

11 pleegzorgwerkers te voldoen. Deze eigenschappen en kenmerken kunnen worden verdeeld in verschillende factoren: Factoren van de pleegzorgorganisatie Factoren van de pleegouders Factoren van het pleegkind en de biologische ouders Factoren van de pleegzorgorganisatie De pleegzorgorganisatie kan op verschillende manieren bijdragen aan de kwaliteit van pleegzorg. Hieronder staan de factoren waarvan uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat ze de kwaliteit van pleegzorg bevorderen: Het werven, trainen en ondersteunen van goede pleegzorgouders is de sleutel tot succesvolle pleegzorg. Een pleegzorginstelling moet streven naar een bestand van pleegouders dat in staat is om kinderen/jongeren met een diversiteit aan zorg en hulpvragen op te nemen voor een verschillende duur. Op deze manier kan er worden ingespeeld op de grote variëteit aan kinderen/jongeren die binnenkomt voor pleegzorg. Een optimale match hangt af van de relatie tussen de behoeften van het pleegkind, de opvoedingskwaliteiten van de pleegouder, het opvoedingsklimaat in het pleeggezin, de verwerking van de uithuisplaatsing door de biologische ouders en hun houding tegenover het kandidaatpleeggezin. Een pleegkind heeft zo snel mogelijk zekerheid nodig over waar hij definitief gaat wonen: voor langere tijd in een pleeggezin óf terugkeer naar zijn biologische ouders, of elders. Dit heeft namelijk een positieve invloed op de ontwikkeling van het pleegkind. Aankomende pleegouders hebben een gedegen training nodig waarin ze leren hoe ze het pleegkind succesvol kunnen opvoeden. Netwerkpleegouders krijgen meestal geen training vooraf. Extra ondersteuning tijdens de plaatsing is dan ook wenselijk. De pleegzorgbegeleider heeft twee belangrijke taken, namelijk het organiseren van de plaatsing en het bieden van begeleiding aan de pleegkinderen, pleegouders en biologische ouders. Het is belangrijk om met behulp van gestandaardiseerde instrumenten tijdens de plaatsing het emotioneel en gedragsmatig functioneren van het pleegkind te monitoren om plaatsingen met een verhoogd risico op een voortijdige afbreuk van de plaatsing vroegtijdig te signaleren. In de hulpverlening aan het pleegkind en het pleeggezin kan hier vervolgens op worden ingespeeld door met name deze plaatsingen extra ondersteuning en begeleiding te bieden. Het is noodzakelijk dat er de (pleeg)zorgaanbieders specialistische vormen van ambulante hulpverlening, dan wel trainingen voor pleegouders in het omgaan met gedragsproblemen ontwikkelen. Daarnaast is het van belang om bij ernstige emotionele en gedragsproblemen van het pleegkind te zoeken naar een passende hulpverlening voor het pleegkind zelf. De begeleiding van biologische ouders moet voldoen aan een aantal kenmerken, namelijk: duidelijkheid over de eventuele terugkeer van het kind/de jongere, uitleg over het belang van duidelijkheid voor de ontwikkeling van het kind/de jongere, hulp en begeleiding na de uithuisplaatsing en waardering voor moeilijke, maar positieve beslissingen van biologische ouders. Deze taken vragen van de pleegzorgbegeleider aandacht voor de behoeften en interesses van het kind/de jongere, de biologische ouders en het pleeggezin; betrouwbaarheid; goede bereikbaarheid; openheid naar de pleegouders over de problemen van het pleegkind; efficiëntie in het behandelen van betalingen en klachten; ingrijpen wanneer een pleegzorgplaatsing uit de hand dreigt te lopen; het zorgvuldig behandelen van afgebroken plaatsingen. Naast deze succesfactoren zijn er ook factoren waarnaar nog niet voldoende onderzoek is gedaan en waarover dus geen uitspraken kunnen worden gedaan. Ten eerste wordt binnen Jeugdhulp Friesland een variant gehanteerd van de landelijk ontwikkelde voorbereidingsprogramma s STAP en TOP. Nader onderzoek en doorontwikkeling van de diverse landelijke voorbereidingsprogramma s is noodzakelijk. Daarnaast is niet bekend hoe een succesvolle matching gerealiseerd kan worden. Zo wordt de morele voorkeur voor het bij elkaar plaatsen van broers en zussen tot nu toe niet door wetenschappelijk onderzoek bevestigd. Ten derde is er geen onderzoek gedaan naar de wenselijke frequentie en inhoud van de ondersteuning van de pleegzorgorganisaties aan de pleegouders. Een opvallende onderzoeksuitkomst is wel dat pleegouders zich, naarmate de plaatsing vordert, meer en meer belast voelen in de opvoeding van hun pleegkinderen. Dit is tegenstrijdig aan de huidige Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 11! /! 30 ondersteuning in de meeste pleegzorgorganisaties, die in het begin het zwaarst is.

12 Factoren van de pleegouders Niet alleen de pleegzorgorganisatie, maar ook de pleegouders hebben een belangrijk aandeel in de kwaliteit van de pleegzorg. De Child Welfare League of America (CWLA, 1995) heeft criteria geformuleerd voor het kennis- en vaardighedenniveau van de aspirant-pleegouder. Deze criteria komen overeen met de Europese kwaliteitscriteria voor uithuisgeplaatste kinderen. Ze luiden: De pleegouder moet het pleegkind kunnen beschermen en koesteren in een veilige en gezonde omgeving met onvoorwaardelijke positieve steun. De pleegouder moet de relatie tussen het pleegkind, zijn biologische ouders, zijn familie en zijn leeftijdgenoten kunnen ondersteunen. De pleegouder moet aan de ontwikkelingsbehoeften van het pleegkind kunnen voldoen, zoals het pleegkind leren omgaan met scheiding en verlies, het aanbieden van de mogelijkheid tot hechting, het bouwen aan zelfwaardering, het bevorderen van de culturele identiteit, het toepassen van disciplinetechnieken die passen bij de leeftijd van het kind/de jongere zonder hardvochtigheid, vernedering of lichamelijke straf, het stimuleren van de intellectuele groei en schoolprestaties, en het stimuleren van positieve sociale relaties en de verantwoordelijkheden hierin. De pleegouder moet de continuïteit van relaties kunnen ondersteunen. Dit kan gezinshereniging zijn, maar ook andere veilige koesterende relaties die een leven lang duren. De pleegouder moet als volledig lid van een pleegzorgteam kunnen functioneren en bereid zijn de pleegzorg uit te voeren conform het beleid van de zorgaanbieder. Behalve naar deze kwaliteitscriteria is er beperkt onderzoek gedaan naar belangrijke eigenschappen van een pleegouder. Over slechts een aantal zaken bestaat redelijke zekerheid: Netwerkpleegouders hebben vaker een lage sociaaleconomische status dan bestandspleegouders; Netwerkpleegouders ontvangen minder training en ondersteuning van de pleegzorgorganisatie dan bestandspleegouders; Grootouders die voor hun kleinkinderen zorgen hebben meer lichamelijke en geestelijke klachten dan grootouders die dit niet doen. Uit de wetenschappelijke literatuur is gebleken dat er een morele voorkeur bestaat voor netwerkpleegzorg boven bestandspleegzorg. Op basis van wetenschappelijk onderzoek kan er echter geen voorkeur worden uitgesproken voor één van de twee. Volgens Schlonsky en Berrick (2001) hebben beiden vormen van pleegzorg hun eigen krachten en zwaktes en moet per pleegkind worden afgewogen waar het behoefte aan heeft. Mogelijk hangen de volgende factoren samen met de kwaliteit van pleegouderschap: een autoritatieve opvoedingsstijl (Kok, 1997); voldoende steun ontvangen uit de omgeving; goed grenzen kunnen stellen; veel belang hechten aan het welzijn van kinderen/jongeren; openstaan en tolerant zijn voor de achtergrondsituatie van het kind/de jongere; een sterke huwelijksband met openlijke communicatie en wederzijdse ondersteuning; een gezinsstructuur en dagelijkse routine die gekenmerkt worden door heldere regels en verwachtingen voor kinderen/jongeren, consistent optreden naar kinderen/jongeren, maar ook flexibel en easy going zijn. Met andere woorden: in het pleeggezin moet er structuur zijn, maar de structuur moet ook kunnen worden aangepast aan gewijzigde omstandigheden. Op basis van wetenschappelijk onderzoek kan niet met zekerheid worden gezegd dat deze factoren samenhangen met kwalitatief goed pleegouderschap. Factoren van het pleegkind en de biologische ouders Tot slot kunnen ook factoren van het pleegkind en de biologische ouders de kwaliteit van de pleegzorg beïnvloeden. Het gaat om: Factoren die de stabiliteit van een plaatsing kunnen beïnvloeden zoals de leeftijd van het pleegkind, de aanwezigheid van gedragsproblemen en het aantal verplaatsingen. Steunend en sensitief opvoedingsgedrag van de pleegouders dat kan bijdragen aan het verbeteren van de hechting van het pleegkind. Het is nooit te laat voor correctieve hechtingservaringen. Pleegouders kunnen baat hebben bij extra ondersteuning, door middel van korte interventies die worden ondersteund door video. Contact tussen het pleegkind en de biologische ouders dat meestal leidt tot betere uitkomsten van Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 12! /! 30 de pleegzorg. Wat de beste frequentie van dit contact zou kunnen zijn is echter niet onderzocht. Sommige pleegkinderen willen niets te maken hebben met hun biologische ouders, terwijl anderen

13 een bepaalde vorm van continuïteit willen bewaren door geregeld contact met de familie. Beslissingen over bezoek moeten zorgvuldig en op individuele basis worden gemaakt Zorgvuldige en op het individu afgestemde beslissingen over contact tussen het pleegkind en de biologische ouders. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt in contact met verschillende familieleden, voor verschillende doeleinden en in verschillende contexten. Wederzijdse acceptatie tussen de biologische ouders en pleegouders. Dit heeft een gunstige invloed op de aanpassing van het pleegkind en op het aantal contacten tussen de biologische ouders en het kind/de jongere in voorbereiding op hereniging. Psychologische toestemming van de biologische ouder aan het kind/de jongere om in het pleeggezin te verblijven vanwege de positieve invloed op de stabiliteit van de plaatsing. Er is weinig bekend over de manier waarop pleegzorgbegeleiders de wederzijdse acceptatie van biologische ouders en pleegouders en de psychologische toestemming van de biologische ouders aan het kind/de jongere kunnen beïnvloeden. Dergelijke praktische kennis over de pleegzorg is noodzakelijk om de kwaliteit ervan te kunnen optimaliseren. Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Binnen de hulpverleningsvariant van pleegzorg wordt gewerkt aan optimale ontwikkelingskansen voor het pleegkind, door zoveel mogelijk continuïteit en opvoedingszekerheid te bieden. De module hulpverleningsvariant heeft als theoretisch kader Kiezen voor kinderen. De methodiek Kiezen voor kinderen is gebaseerd op principes uit de systeemtherapie, de oplossingsgerichte benadering, het competentiemodel en de cognitieve gedragstherapie. Met behulp van de beoordelingsboog wordt systematisch de vraag onderzocht of een kind/jongere beter thuis of in een pleeggezin (of elders) kan wonen. De basisattitude en -technieken en interventies, die bij de hulpverleningsvariant worden toegepast, zijn gericht op vergroting van de competentie van ouders, op vermindering van problemen bij kinderen/jongeren in het (pleeg)gezin en op bevordering van de kwaliteit van gezinsrelaties. Het proces om tot een advies te komen wordt geobjectiveerd. Verantwoording De begeleiding is gebaseerd op professionele deskundigheid en praktische ervaring van de medewerkers Pleegzorg. Er wordt gebruik gemaakt methodische uitgangspunten zoals die zijn geformuleerd in het positioneringstatement (Visie en Missie) van Jeugdhulp Friesland. Dialooggestuurd (binnen Pleegzorg wordt met name gewerkt vanuit de presentiebenadering) Systeemgericht werken Oplossingsgericht Competentiegericht werken Resultaatgericht De methodiek Kiezen voor kinderen biedt een belangrijke leidraad in de interventies die ingezet worden binnen pleegzorg. De methodiek is gebaseerd op technieken uit het systeemgericht- en oplossingsgericht werken. Daarnaast wordt binnen de module Deeltijd-pleegzorg gebruik gemaakt van Safer Caring, waarin zowel het werken aan een veilige leefomgeving voor pleegkinderen als het voorkomen van secundaire traumatisering bij pleegouders (en pleegzorg-begeleiders) centraal staat. Daarnaast speelt het begrip gedelegeerde autoriteit een centrale rol binnen Safer Caring, waarbij alledaagse beslissingen waar mogelijk worden overgelaten aan de pleegouders. Het is niet alleen onmogelijk maar ook onwenselijk om risico s uit het alledaagse leven van kinderen te bannen, omdat kinderen hierdoor ervan worden weerhouden zelf adequaat risico s in te schatten en hanteren. De sleutel tot goede, veilige zorg draait om een bewustzijn van risico s voor kinderen in verschillende situaties, en het nemen van goed doordachte besluiten, samen met het netwerk van het kind en waar nodig met de pleegzorgwerker. Wanneer pleegouders bij het nemen van alledaagse beslissingen moeten terugvallen op derden die voor ouders van andere kinderen routine zijn (bijvoorbeeld beslissingen over slaapfeestjes of schoolreisjes), dan krijgen pleegkinderen geen vol en normaal leven, verliezen pleegouders autoriteit en wordt het moeilijker om veilige en vertrouwende relaties te ontwikkelen. De methodiek Kiezen voor kinderen biedt een belangrijke leidraad in de interventies die ingezet worden binnen pleegzorg. Deze is gebaseerd op technieken uit het systeemgericht- en oplossinggericht werken. Choy & Schulze (2009) geven het volgende aan met betrekking tot vaardigheden van de Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 13! /! 30 pleegzorgwerker:

14 Van de pleegzorgwerker wordt verwacht dat hij/zij Processen die zich in de pleegzorgcontext afspelen, kan doorgronden, soepel tussen de verschillende niveaus kan schakelen en de samenhang tussen de niveaus bij alle stappen in het pleegzorgproces kan overzien. Regie over de pleegzorgcontext kan voeren, al dan niet in samenspraak met of op delegatie van de (gezins-)voogd. Met het oog op eventuele terugkeer van het kind/de jongere naar het oorspronkelijke gezin hulp kan bieden aan ouders ter vergroting van hun opvoedingsvaardigheden en ter verbetering van de communicatie en interactie tussen ouders en kind. Ofwel extra hulp vanuit ambulante zorgprogramma inzetten/stapelen. Een plan kan maken rond de bezoekregeling tussen ouders en kind en eventuele andere belangrijke personen uit de familie en/of het sociale netwerk, het voorbereiden van betrokkenen op dit bezoek en het incidenteel begeleiden van het bezoek. Op systematische en transparante wijze tot een geobjectiveerd advies kan komen over het perspectief van kind en ouders. Een inschatting kunnen maken met betrekking tot veiligheid, in diverse situaties. Aansluiten bij de ontwikkelingsfasen/taken en de daarbij horende opvoedingsvragen. Pleegouders kan informeren over veel voorkomende reacties van kinderen/jongeren op een pleeggezinplaatsing en hen kan begeleiden bij de hantering van die reacties, alsmede kan begeleiden bij de opvoeding van de kinderen/jongeren. Disfunctionele interactiepatronen in complexe gezinssituaties kan inschatten en de interactie in die patronen kan beïnvloeden. Problemen bij kinderen/jongeren die voorvloeien uit de pleeggezinplaatsing kan herkennen en kan begeleiden. Problemen bij (pleeg)ouders die interfereren bij de opvoeding kan herkennen en hanteren. Voor zover die problemen voornamelijk voortvloeien uit rouw, verdriet of boosheid om de pleeggezinplaatsing, moet hij/zij de ouders kunnen begeleiden bij deze problematiek. Indien nodig kan specialistische ambulante hulp ingezet worden. Problemen bij kinderen en ouders die niet zozeer met de pleeggezinplaatsing samenhangen (maar daar wel toe geleid kunnen hebben) kan herkennen en zorg kan dragen dat daarvoor de geëigende hulp wordt ingeschakeld. Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 14! /! 30

15 7. Samenvatting onderbouwing Op grond van de bevindingen uit de onderzoeksfase van de hulpverleningsvariant en de resultaten van de hulp na de hulpverleningsfase adviseert de pleegzorgbegeleider over het toekomstperspectief van het kind/de jongere. Door dit op een intensieve, gestructureerde manier te doen, is het opvoedingsperspectief van het kind/de jongere binnen een bepaalde (zo kort mogelijke) termijn vastgesteld. Een duidelijk perspectief beïnvloedt de ontwikkeling van het kind/de jongere en de rol van ouders op een positieve manier. 8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Ten aanzien van opleiding en ervaring worden de volgende functie-eisen gesteld aan medewerkers pleegzorg: Een afgeronde HBO-opleiding (MWD/SPH/Pedagogiek). Kennis van: - wet- en regelgeving van en met betrekking tot pleegzorg, zowel in vrijwillig als justitieel kader; - het werkgebied voorlichting; - gedragssystemen en matchingsmethodieken; - pedagogiek en ontwikkelingspsychologie; - systeemgericht werken; - oplossingsgericht werken; - Signs of Safety; - gezinssystemen, de afwijkingen en het disfunctioneren; - Kennis van de methodiek Kiezen voor Kinderen of de bereidheid om zich in bovenstaande verder te ontwikkelen. Communicatieve vaardigheden voor het geven van voorlichting aan (aspirant) pleegouders, het geven van presentaties en cursussen, het verkrijgen van informatie, het voeren van coachings- en begeleidingsgesprekken en voor het onderhouden van contacten met de (sociale) omgeving en externe instanties. Sociale vaardigheden zijn vereist voor het onderhouden van contacten met kind/jongere en pleegouders en in het kader daarvan vermogen tot overtuigen, controleren en corrigeren, motiverend en stimulerend optreden ten behoeve van het succesvol verloop van de plaatsing. Mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid voor het opstellen en ontwikkelen van voorlichtingen, cursusmateriaal, het overdragen van kennis en ervaring (didactische vaardigheden) en voor het opstellen van rapportages. Bereidheid tot het verrichten van bereikbaarheidsdiensten. In bezit van rijbewijs B en de beschikking over een auto. 8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie. De module Pleegzorg- Hulpverleningsvariant is een basis-module, aangezien overeenkomstig de kernopgave pleegzorg deze module dusdanig vaak zal worden ingezet dat het wenselijk is dat deze behoren tot het basisrepertoire binnen het Zorgprogramma Pleegzorg. De module kan dan ook worden uitgevoerd door alle pleegzorgbegeleiders en gedragswetenschappers 8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De kwaliteit van de module wordt bewaakt aan de hand van de resultaten uit de prestatieindicatoren: doelrealisatie, cliënttevredenheid, reden beëindiging hulp en afname ernst problematiek. Jeugdhulp Friesland voldoet aan de kwaliteitsnormen HKZ, hetgeen betekent dat de cliënt centraal staat en er continu gewerkt wordt aan het verbeteren van de hulpverlening. De pleegzorgwerkers worden gecoacht bij de uitvoering door een daartoe aangesteld functionaris. Het coachen en het geven van vakinhoudelijk ondersteuning aan de pleegzorgwerkers individueel of in tweetallen Module Hulpverleningsvariant bij de uitvoering - van Pleegzorg hun taken. Pagina 15! /! Kosten van de module

16 Betrokken professionals: Gedragswetenschapper Ambulant hulpverlener pleegzorg Methodiekcoach Methodisch ouderbegeleider op indicatie - Verblijf: ja - Verzorgingskosten: nee - Pleeggeld: ja - Licentie: nee - Training / opleiding: ja - Specifiek materiaal (bijvoorbeeld camera bij VHT): nee - Overige kosten: bijzondere uitgaven 9. Onderzoek naar de uitvoering van de module Er is nog geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de module. Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 16! /! 30

17 C. EFFECTIVITEIT Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de module in Nederland Voor zover bekend is er in Nederland geen onderzoek gedaan naar pleegzorg als hulpverleningsvariant. In 2006 heeft Biehal de resultaten uit Engels en Amerikaans onderzoek naar de hereniging van uithuisgeplaatste kinderen/jongeren met hun biologische ouders op een rij gezet. Dit biedt wellicht aanknopingspunten voor pleegzorg als hulpverleningsvariant, omdat een succesvolle hereniging met de biologische ouders daarbij het primaire doel is. Een belangrijke kanttekening is wel dat de resultaten heel voorzichtig geïnterpreteerd moeten worden, omdat er grote verschillen zijn tussen de pleegzorg in Nederland en de zorg voor uithuisgeplaatste kinderen/jongeren in Engeland en Amerika. Volgens Biehal (2006) keren veel kinderen/jongeren redelijk snel na de uithuisplaatsing weer terug naar huis. Echter, de kans op terugkeer wordt een stuk kleiner na zes maanden. Uit een gedegen onderzoek uit Amerika blijkt dat dit met name geldt voor kinderen/jongeren die uit huis zijn geplaatst vanwege mishandeling of verwaarlozing. Het geldt niet voor kinderen/jongeren die uit huis zijn geplaatst vanwege hun emotionele of gedragsproblemen of omdat hun ouders niet voor hen konden zorgen. Er wordt vaak gedacht dat het verstrijken van de tijd ervoor zorgt dat de kans op hereniging met de biologische ouders kleiner wordt. Uit onderzoek blijkt echter dat er verschillende factoren zijn die samenhangen met de tijd dat kinderen/jongeren in de zorg verblijven, waaronder: de kenmerken en attituden van biologische ouders en kinderen/jongeren, de redenen voor plaatsing en de kenmerken van de hulpverlening. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de kans op hereniging met biologische ouders groter is als er sprake was van een netwerkplaatsing (Kimberlin, Anthony & Austin, 2009). Het contact tussen het pleegkind en de biologische ouders wordt vaak genoemd als een belangrijke factor voor de hereniging. Er is echter geen onderzoek waaruit blijkt dat dit contact op zich zorgt voor hereniging. Uit onderzoek blijkt wel dat regelmatig bezoek van de biologische ouders een aantal andere factoren kan beïnvloeden die samenhangen met hereniging, waaronder: een positieve relatie en hechting tussen de biologische ouders en het pleegkind en de ouderlijke motivatie om te veranderen. Onderzoek in Amerika heeft aangetoond dat kinderen in de basisschoolleeftijd een grotere kans hebben om met hun biologische ouders te worden herenigd, dan jonge kinderen of jongeren. Dit zou te maken kunnen hebben met verschillende risico-inschattingen, uitstroommogelijkheden of redenen voor uithuisplaatsing voor de verschillende leeftijdsgroepen. Kinderen/jongeren die uit huis zijn geplaatst vanwege gedragsproblemen hebben meer kans om terug naar huis te keren dan kinderen/jongeren die vanwege mishandeling, verwaarlozing of ouderlijke problemen uit huis zijn geplaatst. Daarnaast hebben kinderen/jongeren die vanwege fysieke mishandeling of seksueel misbruik uit huis zijn geplaatst meer kans om terug naar huis te keren dan kinderen/jongeren die vanwege verwaarlozing uit huis zijn geplaatst. Kinderen/jongeren die seksueel misbruikt zijn, hebben een relatief grote kans om snel naar huis terug te keren. Wellicht komt dit doordat het risico snel afneemt als de dader niet meer in hetzelfde gezin woont. Daarnaast zijn er in Amerikaans onderzoek verschillende problemen van biologische ouders gevonden die samenhangen met een kleinere kans op hereniging, zoals: armoede, drugsgebruik en chronische psychische problemen. Ook kinderen/jongeren uit eenoudergezinnen hebben een grotere kans om langer in de zorg te verblijven. Uit Engels onderzoek is gebleken dat de samenstelling van gezinnen vaak veranderd als een kind/jongere uit huis is geplaatst. Veranderingen in het gezin kunnen de kans op een succesvolle hereniging beïnvloeden. Er is beperkt onderzoek waaruit blijkt dat doelgerichte ondersteuning een belangrijk ingrediënt is voor een succesvolle hereniging. Volgens Stein, Gambrill & Wiltse (1978) is het belangrijk dat de pleegzorgbegeleider en de biologische ouders het eens zijn over de geboden ondersteuning tijdens de pleegzorgplaatsing, bijvoorbeeld over de doelen van de pleegzorgplaatsing. Een gezamenlijk gedragen werkwijze bevordert goed contact tussen de biologische ouders, de pleegouders en het pleegkind. Daarnaast coördineert de pleegzorgbegeleider zowel voor, tijdens als na de plaatsing de samenwerking tussen verschillende instanties voor de hulpverlening aan het kind/de jongere en de biologische ouders. Uit onderzoek in Engeland blijkt echter dat terugkeer van kinderen/jongeren naar huis vaak ongepland Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 17! /! 30 3 Bron: Wat werkt in de pleegzorg (mei 2011)

18 is en dat maatschappelijk werkers weinig aandacht besteden aan de hereniging. De hereniging vindt vaak plaats op initiatief van ouders of kinderen of omdat de plaatsing wordt verstoord. Er is soms weinig duidelijkheid over wat er moet veranderen voordat een kind/jongere weer terug naar huis kan. Bovendien worden beslissingen over hereniging soms genomen zonder dat er daadwerkelijk iets is veranderd in de thuissituatie. Uit twee Engelse onderzoeken blijkt bovendien dat de ondersteuning aan gezinnen na hereniging meestal fragmentarisch en van korte duur is. Er is heel weinig onderzoek gedaan naar de psychosociale uitkomsten van pleegzorg als hulpverleningsvariant en hereniging met biologische ouders (Biehal, 2006; Wilson en collega s 2004). Wilson en collega s (2004) menen dat pleegzorg als hulpverleningsvariant de psychosociale ontwikkeling van kinderen/jongeren niet drastisch zal veranderen. Het verblijf is kort en de effectiviteit is afhankelijk van de hulp die pleegkinderen en biologische ouders daarbij krijgen. Als er al een effect is van pleegzorg als hulpverleningsvariant, dan is dit heel moeilijk vast te stellen. Uit het beperkte onderzoek naar de psychosociale uitkomsten van hereniging, lijkt te komen dat kinderen/jongeren die terug naar huis zijn gegaan meer emotionele en gedragsproblemen hebben dan de kinderen/jongeren die in de zorg blijven. Bovendien laat dit onderzoek zien dat sommige kinderen/jongeren die terugkeren naar huis een aanzienlijk risico lopen op verwaarlozing of mishandeling. Een gedegen Amerikaans onderzoek naar terugval in de zorg door mishandeling, laat zien dat kinderen/jongeren die drie jaar of meer in de zorg hadden gezeten en kinderen/jongeren die terugkeerden naar ouders met psychische ziekten, meer kans hadden om opnieuw mishandeld te worden. Ook kinderen/jongeren die veel verschillende plaatsingen achter de rug hadden, waarschijnlijk omdat zij de meeste emotionele en gedragsproblemen hadden, liepen een groter risico opnieuw mishandeld te worden. Resultaten van een beperkt aantal Engelse onderzoeken laten zien dat een derde tot de helft van de kinderen/jongeren die terug naar huis keren, opnieuw in de zorg terecht komen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat 19 tot 24 procent van de kinderen/jongeren in Amerika opnieuw in de zorg terecht komen binnen drie jaar na de hereniging. Het kan zijn dat de terugkeer naar huis te snel was of dat daarbij niet voldoende ondersteuning was. Het kan ook zijn dat zelfs met voldoende ondersteuning de ouder geen veilig thuis kan bieden. Het doel om terug te keren naar huis, was in dat geval geen geschikt doel van de uithuisplaatsing. Daarnaast kan het ook nog zijn dat er na de terugkeer naar huis, onverwachte veranderingen in de gezinssituatie hebben plaatsgevonden. Deze laatste reden is onvoorzien en had niet voorkomen kunnen worden (Kimberlin, Anthony & Austin, 2009). Het is de taak van hulpverleners om de biologische ouders de juiste ondersteuning te bieden die nodig is om een veilige en permanente gezinssituatie voor het kind/de jongere te creëren. Daarnaast is het hun verantwoordelijkheid om zo snel mogelijk te achterhalen of hereniging een verantwoord doel is in het betreffende gezin. Verschillende studies hebben aangetoond dat armoede in het gezin, drugsgebruik van ouders, ernstige persoonlijke problemen en slechte opvoedingsvaardigheden van ouders samenhangen met een groter risico op terugval naar de zorg na de hereniging (Biehal, 2006). Een aantal andere studies noemt ook nog de volgende factoren: psychische problemen van de biologische ouders, sociale isolatie en een gebrekkig sociaal netwerk. Een diepgaand onderzoek in Amerika veronderstelt dat terugval vaak gerelateerd is aan een tekort aan maatschappelijk werkers, een slechte risicotaxatie, een slechte implementatie van hulpverleningsplannen, alsmede beslissingen over terugkeer naar huis zonder dat er veranderingen zijn in de problemen of opvoedingsvaardigheden van ouders. Uit bovengenoemde studies kan geconcludeerd worden dat het niet eenvoudig is om de effectiviteit van de hulpverleningsvariant vast te stellen omdat die afhankelijk is van de hulp die pleegkinderen en biologische ouders daarbij krijgen. Uit het onderzoek is wel gebleken dat de begeleiding door de pleegzorgbegeleider een belangrijke factor is. Bij aanvang van de plaatsing moet duidelijk zijn wat er moet veranderen om het pleegkind weer te kunnen herenigen met de biologische ouders. Pas als die veranderingen zijn gerealiseerd, mag het besluit genomen worden om een kind/jongere weer thuis te plaatsen, weliswaar met intensieve en langdurige nazorg. Het belang van de ondersteuning en nazorg blijkt uit het feit dat een hereniging met de biologische ouders voor een pleegkind niet per definitie positief uitpakt. Uit onderzoek in Engeland en Amerika blijkt dat een deel van de kinderen/jongeren een groot risico loopt om opnieuw mishandeld te worden. Bovendien komt ongeveer een derde van de kinderen/jongeren opnieuw in de zorg terecht Samenvatting Nederlandse effectstudies Conclusie Effectiviteit: Pleegzorg als hulpverleningsvariant De hulpverleningsvariant kan worden ingezet wanneer opvoedingsproblemen zó hoog oplopen, dat het Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 18! /! 30 kind/de jongere niet meer thuis kan of wil blijven wonen. Tegelijkertijd is er nog wel zicht op een

19 oplossing die het mogelijk maakt dat het kind/de jongere uiteindelijk weer thuis kan gaan wonen. In dit geval wordt er kortdurende pleegzorg ingezet. Op basis van de literatuur kan geconcludeerd worden dat het niet eenvoudig is om de effectiviteit van de hulpverleningsvariant vast te stellen omdat die afhankelijk is van de hulp die pleegkinderen en biologische ouders daarbij krijgen. Uit het onderzoek is wel gebleken dat de begeleiding door de pleegzorgbegeleider een belangrijke factor is. Bij aanvang van de plaatsing moet duidelijk zijn wat er moet veranderen om het pleegkind weer te kunnen herenigen met de biologische ouders. Pas als die veranderingen zijn gerealiseerd, mag het besluit genomen worden om een kind/jongere weer thuis te plaatsen, weliswaar met intensieve en langdurige nazorg. Over de werkzame elementen van de begeleiding is het volgende bekend: De ondersteuning moet gebaseerd zijn op een gezamenlijke overeenkomst tussen de pleegzorgbegeleider en de biologische ouders, bijvoorbeeld over de doelen van de pleegzorgplaatsing. Dit bevordert goed contact tussen de biologische ouders, de pleegouders en het pleegkind. De pleegzorgbegeleider coördineert zowel vóór, tijdens als na de plaatsing de samenwerking tussen verschillende instanties voor de hulpverlening aan het pleegkind en de biologische ouders. Ondersteuning en nazorg na terugplaatsing van een kind/jongere zijn belangrijk, omdat een hereniging met de biologische ouders voor een pleegkind niet per definitie positief uitpakt. Ongeveer een derde van de kinderen/jongeren komt opnieuw in de hulpverlening terecht. Uit onderzoek in Engeland en Amerika blijkt dat sommige kinderen/jongeren opnieuw mishandeld worden. De Hulpverleningsvariant van Pleegzorg is voor Spirit Amsterdam doorgelicht door Van Montfoort en het NJi, januari 2009: eindrapport. De eerste aanbeveling was een expliciete theoretische onderbouwing toe te voegen aan de methodiek door de doelgroep, het doel en de methodiek expliciet met elkaar te verbinden. Na toevoeging van deze theoretische onderbouwing is de hulpverleningsvariant te positioneren op het tweede niveau van de effectladder, dit is het niveau van in theorie effectief (Van Yperen & Veerman, 2008). 11. Buitenlandse effectstudies Zie paragraaf 10.1 en Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 19! /! 30

20 D. OVERIGE INFORMATIE 12. Toelichting op de naam van de module De hulpverleningsvariant is een naam die landelijk wordt gebruikt wanneer er sprake is van perspectief zoekende pleegzorg. Ook in het boek Kiezen voor kinderen van Joep Choy en Ellen Schulze is de Hulpverleningsvariant uitgangspunt. 13. Uitvoering (uitvoerende en/of ondersteunende organisaties en partners) Deze module wordt landelijk binnen diverse pleegzorgorganisaties toegepast. 14. Overeenkomsten met andere modules Er zijn geen gegevens over soortgelijke modules. Module Hulpverleningsvariant - Pleegzorg Pagina 20! /! 30

Netwerkonderzoek met en zonder verblijf

Netwerkonderzoek met en zonder verblijf Modulebeschrijving Netwerkonderzoek met en zonder verblijf Pleegzorg INDE Samenvatting 3 A. Modulebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 5 1. Risico- of probleemomschrijving

Nadere informatie

Modulebeschrijving. Deeltijdvariant. Pleegzorg

Modulebeschrijving. Deeltijdvariant. Pleegzorg Modulebeschrijving Deeltijdvariant Pleegzorg! INDE Samenvatting 3 A. Modulebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 5 1. Risico- of probleemomschrijving 5 2. Doel van de

Nadere informatie

Modulebeschrijving. Opvoedingsvariant. Pleegzorg

Modulebeschrijving. Opvoedingsvariant. Pleegzorg Modulebeschrijving Opvoedingsvariant Pleegzorg! INDE Samenvatting 3 A. Modulebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 5 1. Risico- of probleemomschrijving 5 2. Doel van

Nadere informatie

Werkbladen. Wat werkt in de pleegzorg?

Werkbladen.  Wat werkt in de pleegzorg? Werkbladen www.nji.nl/watwerkt Wat werkt in de pleegzorg? Wat werkt in de pleegzorg? Het Nederlands Jeugdinstituut beschrijft in de publicatie Wat werkt in de pleegzorg? wat er uit wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

FACTSHEET PLEEGZORG 2012

FACTSHEET PLEEGZORG 2012 FACTSHEET PLEEGZORG 2012 In Nederland worden veel kinderen door familieleden of bekenden opgevoed wanneer dat door omstandigheden in de thuissituatie niet mogelijk is. Bij deze informele zorg is geen jeugdzorg-

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 3 Pleegzorg

Perceelbeschrijving 3 Pleegzorg Perceelbeschrijving 3 Pleegzorg Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen Kollumerland

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Pleegzorg

Perceelbeschrijving Pleegzorg Perceelbeschrijving Pleegzorg Samenwerkende gemeenten Regio West Friesland Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec Inhoud 1. Pleegzorg... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Wat

Nadere informatie

PLEEGZORG PLEEGZORGPROCES WERKKAART 1

PLEEGZORG PLEEGZORGPROCES WERKKAART 1 PROCES WERKKAART 1 Deze kaart geeft een overzicht van de stappen in het pleegzorgproces. 1. VOORBEREIDING OP PLAATSING Screen pleegouders. Zorg voor een zorgvuldige match tussen pleegkind en ouders en

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Pleegzorg Visie op perspectief

INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Pleegzorg Visie op perspectief INFORMATIE VOOR VERWIJZERS Pleegzorg Visie op perspectief Of een gezin met problemen nu thuis of buitenshuis hulp krijgt, de veiligheid van een kind is wat vóór alles gaat. Altijd. Wanneer je als hulpverlener

Nadere informatie

Pleegzorg staat voor een combinatie van zo gewoon mogelijk opgroeien en professionele hulp.

Pleegzorg staat voor een combinatie van zo gewoon mogelijk opgroeien en professionele hulp. Perceel Pleegzorg 5a. Productbeschrijving en specifieke Eisen Definitie pleegzorg Onder pleegzorg wordt verstaan: een voorziening voor hulpverlening aan jeugdigen en hun ouders/gezin, waarbij tijdelijke

Nadere informatie

Pleegouder worden. een zorgvuldige voorbereiding

Pleegouder worden. een zorgvuldige voorbereiding Pleegouder worden een zorgvuldige voorbereiding De keuze om pleegouder te worden, is een ingrijpende stap. Een pleegouder is de opvoeder van een kind van een ander. Er komt een kind bij in het gezin of

Nadere informatie

Pleegzorg Kompaan en De Bocht

Pleegzorg Kompaan en De Bocht Pleegzorg Kompaan en De Bocht Informatie voor mensen die mogelijk pleegouder willen worden Pleegzorg Kompaan en De Bocht (2012) 3 april 2012 Pleegzorg Kompaan en De Bocht (2012) 2 Inhoud 1. Wat is pleegzorg?

Nadere informatie

Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders

Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders Pleegzorg en De Rading; informatie voor aspirant pleegouders Pleegzorg en De Rading; Ieder kind heeft het recht om op te groeien in een gezin. Soms zijn er thuis problemen en is het beter als een kind

Nadere informatie

Perspectief in Pleegzorg:

Perspectief in Pleegzorg: Perspectief in Pleegzorg: hoe lang zoekend en hoe snel biedend? Peter van den Bergh Pleegzorg Laatste 20 jaar populair Verdubbeling van het aantal plaatsingen Weinig onderzoek naar effectiviteit Veel retrospectief

Nadere informatie

Risico- indicatoren Maart 2014

Risico- indicatoren Maart 2014 Risicoindicatoren Maart 2014 Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Risico-indicatoren ambulante jeugdhulp 5 1.1 Risico-indicatoren 5 1.2 Toelichting op de risico-indicatoren 5 2. Risico-indicatoren bureaus jeugdzorg

Nadere informatie

INFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS. Pleegzorg bij De Rading

INFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS. Pleegzorg bij De Rading INFORMATIE VOOR ASPIRANT PLEEGOUDERS Pleegzorg bij De Rading Ieder kind heeft het recht om op te groeien in een gezin. Soms zijn de problemen thuis zo groot, dat het beter is als een kind tijdelijk of

Nadere informatie

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen

HULPVRAAG Doelgroepen Doelstellingen Zorgmodule Fasehuis Zorgaanspraak: Zorgaanbieder: Verblijf met behandeling Entréa HULPVRAAG Doelgroepen De doelgroep bestaat uit normaal begaafde jeugdigen van 16-18 jaar, woonachtig in de regio Gelderland-Midden

Nadere informatie

Procedure pleegzorg Bestandspleegzorg pleegouderbestand Netwerkpleegzorg

Procedure pleegzorg Bestandspleegzorg pleegouderbestand Netwerkpleegzorg Procedure pleegzorg Er zijn twee manieren waarop aspirant pleegouders in contact kunnen komen met pleegzorg. Dit kan via bestandspleegzorg of via netwerkpleegzorg. Bestandspleegzorg Iemand die geïnteresseerd

Nadere informatie

Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht tot zwaar:

Parlan heeft verschillende vormen van jeugdzorg, van licht tot zwaar: Pleegzorg bij Parlan Parlan is een organisatie voor Jeugd en opvoedhulp in Noord-Holland. Het werkgebied van Parlan omvat drie regio s, de regio Kop van Noord-Holland, de regio West-Friesland en de regio

Nadere informatie

Perceelbeschrijving Pleegzorg 2016

Perceelbeschrijving Pleegzorg 2016 Perceelbeschrijving Pleegzorg 2016 Samenwerkende gemeenten regio West-Friesland Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer, Stede Broec Perceelbeschrijving Pleegzorg Pagina 1 van 6 Inhoud

Nadere informatie

Risico-indicatoren pleegzorg

Risico-indicatoren pleegzorg Risico-indicatoren pleegzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2012 2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Ontwikkeling risico-indicatoren pleegzorg... 5 Hoofdstuk 2 Uitgangspunten... 7 Hoofdstuk 3 Risicomodel...

Nadere informatie

Bijlage 1-3 Bouwstenen Blok C1

Bijlage 1-3 Bouwstenen Blok C1 Nr Hoofdgroep Product beschrijving 1 Time-outvoorziening/ tussenvoorziening Time-outvoorziening/ tussenvoorziening 44A06 38520 0-18 Preventieve voorzieningen bedoeld voor jongeren die even tot rust moeten

Nadere informatie

In overleg met de toeleider worden noodzaak en vorm van overbruggingszorg besproken en indien nodig- gerealiseerd.

In overleg met de toeleider worden noodzaak en vorm van overbruggingszorg besproken en indien nodig- gerealiseerd. Programma van Eisen A. Raamwerk Programma van Eisen Functie Pleegzorg Levering van de zorg 1. Termijn Na aanmelding bij de pleegzorgaanbieder wordt direct gestart met het plaatsingsproces, hetzij binnen

Nadere informatie

Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming Pleegzorg en meer

Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming Pleegzorg en meer Stichting Overijsselse Pleegouders, Nijverdal 10 november 2016 Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming Pleegzorg en meer Mariska de Baat Adviseur Pleegzorg, Nederlands Jeugdinstituut Kennismaken Pleegouders?

Nadere informatie

Pleegzorg doe je samen

Pleegzorg doe je samen Kinderen mogen opgroeien in een gezin Pleegzorg doe je samen Informatie voor professionals Kinderen horen thuis, en als dat niet kan: zo thuis mogelijk. Met dit motto geven we bij Lindenhout vorm aan de

Nadere informatie

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf

E 1.2 Reguliere pleegzorg, inclusief netwerkpleegzorg E 1.3 Crisispleegzorg E 2 Logeren/kortdurend verblijf E. Verblijf (gezinsvervangende opvang) Verblijf is bedoeld voor jeugdigen voor wie wonen in een (veilige) thuissituatie tijdelijk of langdurig niet mogelijk is. Aanbieders en lokale teams streven ernaar

Nadere informatie

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik OUDERS & OPVOEDERS Als er binnen uw gezin sprake is van seksueel misbruik, heeft dat grote invloed. Er is veel verdriet, boosheid, wantrouwen en schuldgevoel.

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

Zorg voor een kind van familie of bekende

Zorg voor een kind van familie of bekende Zorg voor een kind van familie of bekende Netwerkpleegzorg Folder bestemd voor: netwerk pleegouders 0-18 jaar U neemt de zorg voor een kind van een familielid of bekende (tijdelijk) over. Dat noemen we

Nadere informatie

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals

Hulp voor jonge ouders. Informatie voor professionals Hulp voor jonge ouders Informatie voor professionals Zorg voor kwetsbare meiden Meiden tussen de 16 en 27 jaar die zwanger zijn, of een kind hebben gekregen, kunnen terecht bij Vitree. Het gaat om kwetsbare

Nadere informatie

Integrale Zorg. Kom verder! www.ln5.nl INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Integrale Zorg. Kom verder! www.ln5.nl INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Integrale Zorg INFORMATIE VOOR VERWIJZERS Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Kom verder! www.ln5.nl Het zorgarrangement PriZma kent Crisisopvang, Observatie,

Nadere informatie

Wat werkt in de pleegzorg?

Wat werkt in de pleegzorg? Wat werkt in de pleegzorg? 1 2012 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze

Nadere informatie

Vragen risico-indicatoren voor pleegzorg

Vragen risico-indicatoren voor pleegzorg Vragen risico-indicatoren voor pleegzorg Vragenlijst onderdeel B V20160229 Pleegzorg Een pleeggezin neemt voor korte of langere tijd een kind op dat niet thuis kan wonen. De vragen gaan over 24-uurs pleegzorg,

Nadere informatie

- workshop 1 juni pleegzorg

- workshop 1 juni pleegzorg - workshop 1 juni 2016 - pleegzorg wie wij zijn: voorbereiding, selectie en matching: miriam ruis & leon franssen waakzame pleegzorg - nieuwe autoriteit: irène potten factsheet pleegzorg.nl situatie in

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder! Als we over cliënten praten, bedoelen we kinderen, jongeren en hun ouders. Als we over ouders praten, bedoelen we ook eenoudergezinnen, verzorgers, voogden en/of

Nadere informatie

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp Samenwerkende gemeenten Friesland Achtkarspelen Ameland het Bildt Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Franekeradeel De Friese Meren Harlingen Heerenveen

Nadere informatie

PLEEGZORGCONTRACT. Naam instelling : Naam pleegzorgbegeleider : Adres : Postcode : Plaats : Tel. : Fax : E-mail : Pleegouder(s):

PLEEGZORGCONTRACT. Naam instelling : Naam pleegzorgbegeleider : Adres : Postcode : Plaats : Tel. : Fax : E-mail : Pleegouder(s): PLEEGZORGCONTRACT De Rading stelt het zeer op prijs dat u zich als pleegouder beschikbaar heeft gesteld. Zonder pleegouders is het voor De Rading niet mogelijk om kinderen een pleeggezin te bieden. Aan

Nadere informatie

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan

Uw kind gaat naar een pleeggezin. Pleegzorg Parlan Uw kind gaat naar een pleeggezin Pleegzorg Parlan Voor u en uw zoon of dochter is een plaatsing in een pleeggezin een ingrijpende gebeurtenis. U zit waarschijnlijk vol met vragen en gevoelens en uw kind

Nadere informatie

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming Wat is Jeugdbescherming? Jeugdbescherming heette vroeger Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam. Wij dragen bij aan de bescherming van kinderen en daardoor

Nadere informatie

Inkoophandreiking Pleegzorg

Inkoophandreiking Pleegzorg Inkoophandreiking Pleegzorg Deze inkoophandreiking geeft informatie aan de gemeenten over de inhoud en inkoop van pleegzorg. Naast deze inkoophandreiking is er een modelovereenkomst en een programma van

Nadere informatie

Uw kind gaat naar een pleeggezin

Uw kind gaat naar een pleeggezin Parlan biedt verschillende soorten hulp aan kinderen en jongeren van 0 tot 18 jaar en hun ouders/verzorgers of pleegouders. Onze hulp bestaat onder andere uit opvoedkundige ondersteuning en behandeling

Nadere informatie

Q&A PLEEGZORG NEDERLAND SUPERGEWONEMENSENGEZOCHT.NL. Voor de nieuwe publiekscampagne 2015:

Q&A PLEEGZORG NEDERLAND SUPERGEWONEMENSENGEZOCHT.NL. Voor de nieuwe publiekscampagne 2015: Q&A PLEEGZORG NEDERLAND Voor de nieuwe publiekscampagne 2015: SUPERGEWONEMENSENGEZOCHT.NL INHOUD 1. DE CAMPAGNE: SUPERGEWONE MENSEN GEZOCHT 2. VRAGEN OVER DE LANDELIJKE CAMPAGNE 3. VOOR (POTENTIELE) PLEEGOUDERS

Nadere informatie

Modules Jeugdzorg. Gezinsopvang. Centra voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord Kwinkenplein 10-A, 9712 GZ Groningen Tel , Fax.

Modules Jeugdzorg. Gezinsopvang. Centra voor Wonen, Zorg en Welzijn Noord Kwinkenplein 10-A, 9712 GZ Groningen Tel , Fax. Modules Jeugdzorg Gezinsopvang Observatie in pleeggezinnen voor kinderen van 0-12 jaar INHOUD Visie De (CWZW Noord) wil jonge kinderen die in een crisissituatie verkeren en (tijdelijk) niet meer thuis

Nadere informatie

Samen de schouders eronder

Samen de schouders eronder LECTORAAT JEUGD - KENNISCENTRUM GEZONDHEID & WELZIJN Samen de schouders eronder Visie Rapportage Handreiking Toolkit Visie rapportage handreiking toolkit Windesheim zet kennis in werking Samen de schouders

Nadere informatie

Factsheet PLEEGZORG 2018

Factsheet PLEEGZORG 2018 Factsheet PLEEGZORG 2018 Juli 2019 Soms kunnen kinderen (tijdelijk) niet bij hun ouders wonen, omdat het opgroeien of opvoeden daar niet goed gaat. Als ouders vrijwillig hulp vragen of de kinderrechter

Nadere informatie

Landelijke handreiking Samenwerkingsafspraken tussen Bureau Jeugdzorg/Landelijk werkende instelling en de Pleegzorgaanbieder

Landelijke handreiking Samenwerkingsafspraken tussen Bureau Jeugdzorg/Landelijk werkende instelling en de Pleegzorgaanbieder PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Landelijke handreiking Samenwerkingsafspraken tussen Bureau Jeugdzorg/Landelijk werkende instelling en de Pleegzorgaanbieder Versie 1.0 25 juni 2014 1 Inleiding In 2012

Nadere informatie

Pleegouder worden. Hoe gaat dat in zijn werk?

Pleegouder worden. Hoe gaat dat in zijn werk? Pleegouder worden Hoe gaat dat in zijn werk? Sterk Huis is er voor iedereen die hulp nodig heeft. Wij bieden een warme en veilige omgeving waar je terechtkunt met grote opvoedings- en ontwikkelingsvragen.

Nadere informatie

T O E L I C H T I N G V O O R L O P I G P L E E G Z O R G C O N T R A C T

T O E L I C H T I N G V O O R L O P I G P L E E G Z O R G C O N T R A C T T O E L I C H T I N G V O O R L O P I G P L E E G Z O R G C O N T R A C T Toelichting aanhef Contract en pleegouder(s) Het voorlopige pleegzorgcontract is een overeenkomst tussen de pleegzorgaanbieder

Nadere informatie

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg

Wonen Doe Je Thuis: inhoudelijk kader van Combinatie Jeugdzorg Combinatie Jeugdzorg helpt kinderen en ouders vakkundig bij complexe vragen over opvoeden en opgroeien, zodat kinderen zich optimaal ontwikkelen en meedoen in de samenleving. Daarbij worden participatie

Nadere informatie

Wennen in een pleeggezin

Wennen in een pleeggezin Vraag 15 RESULTATEN DATUM: info@pleegzorgpanel.nl Wennen in een pleeggezin In 2010 hebben 24.150 kinderen voor korte of langere tijd in een pleeggezin gewoond. Sommige kinderen woonden toen al in een pleeggezin,

Nadere informatie

Kortdurend intensief verblijf

Kortdurend intensief verblijf Inhoudsopgave De Buitenwereld 4 6 Doelgroep 8 Doelgericht werken 10 Inhoudelijke randvoorwaarden 11 2 3 De Buitenwereld Als je binnen een gezin een kind mag grootbrengen met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Factsheet PLEEGZORG 2017

Factsheet PLEEGZORG 2017 Factsheet PLEEGZORG 2017 Juli 2018 Soms kunnen kinderen (tijdelijk) niet bij hun ouders wonen, omdat het opgroeien of opvoeden daar niet goed gaat. Als ouders vrijwillig hulp vragen of de kinderrechter

Nadere informatie

Stichting Overijsselse Pleegouders

Stichting Overijsselse Pleegouders STICHTINGSPLAN Stichting Overijsselse Pleegouders Huidige naam is: Stichting Pleegouders Overijssel Pagina 1/8 Inhoudsopgave 0. Inleiding... 3 1. Uitgangspunten Overijsselse Pleegouders... 4 1.1. Problematiek

Nadere informatie

Samen sterk. voor jeugdigen 1n gezinnen

Samen sterk. voor jeugdigen 1n gezinnen Samen sterk Ontwikkelagenda pleegzorg van de regio Haaglanden voor jeugdigen 1n gezinnen 15 ontwikkelpunten voor de gemeenten van de regio Haaglanden -J j... c 0 Jeugdige en 'thuis' Thuis blijven wonen/voorkomen

Nadere informatie

Pleegzorg, dat doen we samen. Over de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en Pleegzorg

Pleegzorg, dat doen we samen. Over de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en Pleegzorg Pleegzorg, dat doen we samen Over de samenwerking tussen Bureau Jeugdzorg en Pleegzorg Uw kinderen wonen (tijdelijk) in een pleeggezin of u bent pleegouder die voor deze kinderen zorgt. U krijgt te maken

Nadere informatie

Perceelbeschrijving. VERBLIJF Perceel moet nog aanpast worden met residentieel en crisisopvang. Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland:

Perceelbeschrijving. VERBLIJF Perceel moet nog aanpast worden met residentieel en crisisopvang. Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland: Perceelbeschrijving VERBLIJF Perceel moet nog aanpast worden met residentieel en crisisopvang Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland: Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van De Bascule, zorglijn Therapeutische pleegzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders

Nadere informatie

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders Inhoudsopgave»» Jeugdbescherming»» Wat is een ondertoezichtstelling (OTS)?»» Wat is uw rol bij een OTS?»» Wat gaat er gebeuren?»» Wat zijn uw rechten?»»

Nadere informatie

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

Integrale Zorg. Kom verder!   INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Integrale Zorg INFORMATIE VOOR VERWIJZERS Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking Kom verder! www.ln5.nl Bij het zorgarrangement Uit&Thuis start de behandeling met

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Pleegzorg in Nederland

1 Inleiding. 1.1 Pleegzorg in Nederland 1 Inleiding 1.1 Pleegzorg in Nederland Pleegzorg is een vorm van jeugdhulpverlening waarbij een jeugdige wordt geplaatst in een ander gezin dan het gezin van herkomst (Tilanus, 1997) en heeft tot doel

Nadere informatie

Bijlage x Uitwerking producten, doel en kwaliteit. A. Kennis en advies voor professionals (Christie) B. Diagnostiek (Rosèl)

Bijlage x Uitwerking producten, doel en kwaliteit. A. Kennis en advies voor professionals (Christie) B. Diagnostiek (Rosèl) Bijlage x Uitwerking producten, doel en kwaliteit A. Kennis en advies voor professionals (Christie) B. Diagnostiek (Rosèl) C. Begeleiding (Christie en Albert) D. Behandeling (Rosèl) E. Verblijf Product

Nadere informatie

Samenvatting Zorgmodule Intensief ambulant verblijf (en behandeling)

Samenvatting Zorgmodule Intensief ambulant verblijf (en behandeling) Samenvatting Zorgmodule Intensief ambulant verblijf (en behandeling) Zorgaanspraak: jeugdhulp thuis Zorgaanbieder: Pactum jeugd- en opvoedhulp Doelgroep Deze module is bedoeld voor de ouder(s) en/ of verzorger(s)

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Beleidsanalyse van Rubicon Jeugdzorg Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 1. Aanleiding Het is de taak van pleegzorgaanbieders om er voor te zorgen

Nadere informatie

Er zijn als het moet. Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking

Er zijn als het moet. Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking Er zijn als het moet Visie van de William Schrikker Groep op gespecialiseerde jeugdzorg aan kinderen (van ouders) met een beperking Onze cliënten Jeugdzorg is er in soorten en maten. De William Schrikker

Nadere informatie

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland 1. Individuele sociale vaardigheidstraining 2. Sociale vaardigheidstraining groep 12-/12+ 3. Gezinsbegeleiding (6+) 4. Gezinsbegeleiding (0-6 jaar) 5. Individuele

Nadere informatie

Zorgprogrammering Als je van jezelf vindt dat iedereen naar je moet luisteren, heb je vaak niet zoveel te vertellen.

Zorgprogrammering Als je van jezelf vindt dat iedereen naar je moet luisteren, heb je vaak niet zoveel te vertellen. Zorgprogrammering Jeugdhulp Friesland Jeroen van Oijen Als je van jezelf vindt dat iedereen naar je moet luisteren, heb je vaak niet zoveel te vertellen. Binnen de Jeugdzorg worden complexe problemen behandeld,

Nadere informatie

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten

even Als kinderen en ouders geen raad meer weten even Als kinderen en ouders geen raad meer weten Het ene kind is het andere niet. En de ene ouder is de andere niet. In Nederland groeien de meeste kinderen gelukkig op en hebben een veilig thuis. Voor

Nadere informatie

PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Landelijke handreiking Samenwerkingsafspraken Jeugdbescherming - Pleegzorgaanbieder. Versie 2.

PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Landelijke handreiking Samenwerkingsafspraken Jeugdbescherming - Pleegzorgaanbieder. Versie 2. PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Landelijke handreiking Samenwerkingsafspraken Jeugdbescherming - Pleegzorgaanbieder Versie 2.0 1 januari 2016 1 Inleiding In 2012 constateerde de commissie Samson 1 dat

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Spirit

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Spirit Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Spirit Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

PLEEGCONTRACT. Adres : Postcode en plaats : : 088 1240000 (tijdens kantooruren)

PLEEGCONTRACT. Adres : Postcode en plaats : : 088 1240000 (tijdens kantooruren) PLEEGCONTRACT Pleegzorgaanbieder : Parlan jeugd- en opvoedhulp Afdeling : Pleegzorg Telefoon : 088 1240000 (tijdens kantooruren) Telefoon bereikbaarheid : 06 53815038 (buiten kantooruren) Regiomanager

Nadere informatie

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP

Richtlijn / info voor ouders. Uithuisplaatsing. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. NVO, BPSW en NIP Richtlijn / info voor ouders Uithuisplaatsing Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming NVO, BPSW en NIP Inleiding Een kind opvoeden is niet makkelijk. Zo kan het zijn dat uw kind meer of andere zorg nodig

Nadere informatie

6,4. Werkstuk door een scholier 3137 woorden 4 maart keer beoordeeld. Nederlands. Inhoudsopgave. Inleiding

6,4. Werkstuk door een scholier 3137 woorden 4 maart keer beoordeeld. Nederlands. Inhoudsopgave. Inleiding Werkstuk door een scholier 3137 woorden 4 maart 2007 6,4 82 keer beoordeeld Vak Nederlands Inhoudsopgave Inleiding 1. Wat houdt pleegzorg in? 1. 1 Wat is pleegzorg precies? 1. 2 Om wat voor kinderen gaat

Nadere informatie

Hoofdstuk 13 Triangel, Centrum voor Pleeggezinnen

Hoofdstuk 13 Triangel, Centrum voor Pleeggezinnen Hoofdstuk 13 Triangel, Centrum voor Pleeggezinnen Geschiedenis Pleegzorg maakte vroeger onderdeel uit van meestal ambulante instellingen, zoals de Stichting Jeugdzorg, het Bureau Maatschappelijk Werk,

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Yorneo Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008

Nadere informatie

Informatie voor gezinnen

Informatie voor gezinnen Informatie voor gezinnen Wat is Jeugdbescherming? Jeugdbescherming Regio Amsterdam draagt bij aan de bescherming van kinderen en daardoor aan een blijvend veilige ontwikkeling van kinderen. Kinderen hebben

Nadere informatie

Algemene informatie over Parlan en pleegzorg

Algemene informatie over Parlan en pleegzorg Algemene informatie over Parlan en pleegzorg Parlan is een organisatie voor Jeugd en opvoedhulp in Noord-Holland. Het werkgebied van Parlan omvat drie regio s, de regio Kop van Noord-Holland, de regio

Nadere informatie

u Stel een zorgteam samen (zie hoofdstuk 5).

u Stel een zorgteam samen (zie hoofdstuk 5). Het pleegzorgproces 1 Op deze werkkaart vind je een globaal overzicht van het pleegzorgproces. Per stap geven we enkele belangrijke aandachtspnten en verwijzen we voor meer informatie naar het betreffende

Nadere informatie

PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Samenwerkingsafspraken tussen Stichting Bureau Jeugdzorg en de Pleegzorgorganisaties in Noord-Brabant

PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Samenwerkingsafspraken tussen Stichting Bureau Jeugdzorg en de Pleegzorgorganisaties in Noord-Brabant PLEEGZORG: EEN GEZAMENLIJKE ZORG Samenwerkingsafspraken tussen Stichting Bureau Jeugdzorg en de Pleegzorgorganisaties in Noord-Brabant Ingangsdatum: 1 januari 2012 1 Inhoud Inleiding 3 1. Gezamenlijke

Nadere informatie

(Dag) Behandeling (licht) verstandelijk beperkten

(Dag) Behandeling (licht) verstandelijk beperkten (Dag) Behandeling (licht) verstandelijk beperkten Omschrijving voorzieningen Ons kenmerk: Datum: Oktober 2015 Contactpersoon: Contractbeheer E-mail: contractbeheer@regiogenv.nl INHOUD 1 34118 Behandeling

Nadere informatie

Modulebeschrijving. Terug naar Zorg. 24-uurs jongere jeugd

Modulebeschrijving. Terug naar Zorg. 24-uurs jongere jeugd Modulebeschrijving Terug naar Zorg 24-uurs jongere jeugd Toelichting De onderstaande beschrijving van de module Terug naar Zorg is vooralsnog een korte beschrijving. Hiermee wordt een specifiek en kortdurend

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Colofon MEER KLEUR IN DE PLEEGZORG. een hart met ruimte

Colofon MEER KLEUR IN DE PLEEGZORG. een hart met ruimte Colofon Redactie en samenstelling: * Marjo Daniëls (Maecon Advies en Management) * Bestuur SMKK Deze brochure is mede mogelijk dankzij een financiële ondersteuning van de Provincie Limburg MEER KLEUR IN

Nadere informatie

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl

Welkom. Pedagogische verwaarlozing anno 2013. Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Welkom Pedagogische verwaarlozing anno 2013 Bron: Haren de Krant d.d. 22 april 2010 1 2 Het Kind Eerst (juni 2013) www.hetkindeerst.nl Vraagstelling n.a.v. twitterbericht d.d. 12-06-2013 van Chris Klomp

Nadere informatie

2. VERBLIJF. 2A: Verblijf deeltijd

2. VERBLIJF. 2A: Verblijf deeltijd 2. VERBLIJF 2A: Verblijf deeltijd VF 1: dagbehandeling De jeugdige ontvangt dagbehandeling op locatie van de zorgaanbieder. De hulpverlening is gericht op het achterhalen van de (mogelijke) oorzaak van

Nadere informatie

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG

Uithuisplaatsing van een kind zou nooit in het vrijwillig kader moeten plaatsvinden. TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG Inhoud presentatie TRENDS en ONTWIKKELINGEN in de PLEEGZORG Verworvenheden en knelpunten Dr. Peter M. van den Bergh 1. Uithuisplaatsing 2. Dilemma s in de pleegzorg 3. Terugplaatsing 4. Internationale

Nadere informatie

Dagbehandeling 0-7 jaar Vlaardingen

Dagbehandeling 0-7 jaar Vlaardingen TRIVIUMLINDENHOF Dagbehandeling 0-7 jaar Vlaardingen DAGBEHANDELING 0-7 JAAR VLAARDINGEN Dagbehandeling 0-7 jaar Vlaardingen Dagbehandeling 0-7 jaar wordt ingezet bij vragen rondom complexe ontwikkelings-

Nadere informatie

Richtlijnen Uithuisplaatsing. Cora Bartelink & Matthé Hak

Richtlijnen Uithuisplaatsing. Cora Bartelink & Matthé Hak Richtlijnen Uithuisplaatsing Cora Bartelink & Matthé Hak 18 april 2016 Casus Eline Moet Eline uithuisgeplaatst worden? 2 Opzet Richtlijnontwikkeling Richtlijn Uithuisplaatsing 3 Doel & uitgangspunten Doel:

Nadere informatie

Methode voogdij. Versie 3

Methode voogdij. Versie 3 Methode voogdij Versie 3 Colofon Methode Voogdij Uitgave Tekst Oplage Prijs Bestelwijze ISBN NUR Methode voogdij Inhoud Deel I: inleiding en grondslag 1 Inleiding 1.1 Een methode voor de voogdij 1

Nadere informatie

Bedrijfsmaatschappelijk werker

Bedrijfsmaatschappelijk werker Bedrijfsmaatschappelijk werker Doel Verlenen van hulp aan werknemers met (dreigende) (psycho)sociale moeilijkheden, alsmede adviseren van leidinggevenden over (psycho)sociale vraagstukken, binnen het sociaal

Nadere informatie

MET CARDEA KUN JE VERDER

MET CARDEA KUN JE VERDER MET CARDEA KUN JE VERDER 2 met cardea kun je verder 3 met cardea kun je verder weerslag hebben op het gedrag van een kind. Een team van specialisten met een brede deskundigheid helpt bij het oplossen van

Nadere informatie

AMBULANT HULPVERLENERS IAG/GEZINSCOACHES (voor 25 tot 32 uur per week voor bepaalde tijd)

AMBULANT HULPVERLENERS IAG/GEZINSCOACHES (voor 25 tot 32 uur per week voor bepaalde tijd) Interne en externe oproep Afdeling Ambulant Noord Kinderen en jeugdigen hebben het recht om op een humane en evenwichtige manier op te groeien. De hulpvraag van de cliënt is het uitgangspunt van ons handelen,

Nadere informatie

Pleegzorg. Informatie voor ouders/verzorgers

Pleegzorg. Informatie voor ouders/verzorgers Pleegzorg Informatie voor ouders/verzorgers Voor wie is pleegzorg bedoeld? Pleegzorg is een vervangende opvoedingssituatie voor kinderen van 0 tot 18 jaar in een gezin. Uw kind woont tijdelijk in een pleeggezin,

Nadere informatie

Richtlijn netwerkpleegzorg gemeente - pleegzorgaanbieders

Richtlijn netwerkpleegzorg gemeente - pleegzorgaanbieders Richtlijn netwerkpleegzorg gemeente - s 07-12-2015 Colofon Tekst: Aan de inhoud van deze richtlijn kunnen geen rechten worden ontleend. Ingangsdatum: Beschrijving van de uitgangspunten, samenwerking en

Nadere informatie

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173 Inhoud Inleiding 7 Deel 1: Theorie 1. Kindermishandeling in het kort 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Aard en omvang 13 1.3 Het ontstaan van mishandeling en verwaarlozing 18 1.4 Gevolgen van kindermishandeling

Nadere informatie

Gezinshûsouders (M/V)

Gezinshûsouders (M/V) Externe oproep Gezinshuizen in Friesland Kinderen en jeugdigen hebben het recht om op een humane en evenwichtige manier op te groeien. De hulpvraag van de cliënt is het uitgangspunt van ons handelen, waarbij

Nadere informatie

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00

Informatie over adoptie en pleegzorg. Zorgen voor een. Chapeau voorzijde _Adoptie.indd :00 Informatie over adoptie en pleegzorg Zorgen voor een Chapeau voorzijde Kop kind voorzijde van een ander 305788_Adoptie.indd 1 10-06-13 15:00 Pleegzorg of adoptie U denkt erover om voor een kind van een

Nadere informatie

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar

Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Onderzoek bij Xonar Inspectie jeugdzorg Utrecht, februari 2009 2 Inspectie jeugdzorg Samenvatting De Inspectie jeugdzorg heeft in de tweede helft van 2008 landelijk

Nadere informatie