Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Website: Urk, 2 oktober 2015.

Transcriptie

1 Vlaak 12, 8321 RV Urk Tel: Fax: Aan: de leden van VisNed, Website: Urk, 2 oktober Verzoek verhoging TAC 2016 voor tong. In het door ICES eind juni uitgebracht advies voor Noordzee-tong wordt als TAC voor 2016 een roll-over voorgesteld, met andere woorden een gelijke TAC als dit jaar. Dit ondanks de geconstateerde toename van het bestand en ook de gemiddelde goede jaarklassen die in de nabije toekomst beschikbaar komen. Belangrijkste reden voor de roll-over is de neerwaartse aanpassing van de Fmsy (toegestane visserijsterfte op duurzaam niveau) met 10 %. Daarmee komt deze uit op het extreem lage getal van F 0,2. Onlangs heeft VisNed opdracht gegeven aan Imares om in een notitie aan te geven wat de gevolgen zouden zijn voor het bestand als de TAC 2016 met 10 of 15 % verhoogd zou worden. Vorige week vrijdag hebben wij de inhoud van deze notitie met Imares en EZ besproken. We moeten vaststellen dat bij zowel tong als schol de Fmsy door ICES op inmiddels extreem lage waarden zijn gesteld; bij tong op F 0,2 en bij schol zelfs op F 0,19. Het komt er feitelijk op neer dat de wetenschap het beheer pas duurzaam acht wanneer het paaibestand op tong structureel naar minimaal ton gaat waarbij jaarlijks max ton weggevist wordt en bij schol naar een bestand van boven 1 miljoen ton waarvan jaarlijks ongeveer ton weggevist wordt. De omvang van het tongbestand schijnt in de zestiger jaren van de vorige eeuw eens een keer kort op dit niveau gestaan te hebben en de huidige omvang van het scholbestand met ton en de huidige F bij schol zijn all time records en nog vindt ICES dit kennelijk niet voldoende. Als de wens van de Europese Commissie gehonoreerd wordt om in 2016 Fmsy te realiseren zou dankzij de door ICES vastgestelde heel lage Fmsy volgend jaar de TAC voor schol, ondanks de doorgaande spectaculaire stijging van het bestand, met 22 % gekort moeten worden. Wij raken er dan ook steeds meer van overtuigd dat ICES en in de slipstream hiervan kennelijk ook Imares elke realiteitszin uit het oog dreigt te verliezen is. Een goede verklaring waarom de Fmsy door ICES verder naar beneden gebracht is kon niet gegeven worden. In ieder geval was er in de begin dit jaar gehouden benchmark (5-jaarlijkse evaluatie van de toestandsbeoordeling) van tong geen enkele aanleiding waarom de Fmsy naar beneden bijgesteld moest worden maar ACOM (de instantie die dergelijke adviezen beoordeeld) vond aanpassing kennelijk wel nodig, voor ons maar ook voor de wetenschappers die de benchmark hebben uitgevoerd, een onbegrijpelijke ontwikkeling. Overigens blijkt ook de pelagische sector met dezelfde problematiek geconfronteerd te worden: bestanden die heel goed gaan en toch worden aanzienlijke reducties voorgesteld, de geloofwaardigheid van het wetenschappelijk advies is in het geding! Terug naar het door Imares op ons verzoek opgestelde document; als in 2016 de TAC voor tong met 10 of 15 % verhoogd wordt heeft dat een klein beetje invloed op het bestand en de visse- 1

2 rijsterfte maar niet van dien aard dat er spanning of gevaar dreigt. Als we een dergelijke aanpassing zien in het licht van de middellange termijn (tot 2020) blijft het bestand groeien en kan Fmsy zeker in de komende jaren gerealiseerd worden. Het zal dan ook een kwestie zijn van politieke bereidheid om nu een dergelijke verhoging ten behoeve van de TAC-2016 te bepleiten. Wij gaan daarop bij de staatsecretaris van EZ, mevrouw Dijksma, aandringen. Wij rekenen graag op haar ondersteuning. Noordzee-AC vergaderde. Vorige week kwam het Uitvoerend Comité (ExCom) en de Algemene Ledenvergadering van de Noordzee-AC in Brussel bijeen. Vanzelfsprekend domineerde de Aanlandplicht weer de agenda. Grote zorgen zijn er toch over de betrokkenheid in de besluitvorming in de Scheveningengroep. Veel zaken zijn nog steeds onduidelijk en dat amper 3 maanden voordat de Aanlandplicht in de demersale visserij van kracht gaat worden. De Scheveningengroep heeft een plan van aanpak opgesteld met een gefaseerde invoering van de Aanlandplicht en STECF (Het wetenschappelijke bureau van de EU) heeft hierover een advies gegeven. Hierbij zijn lang niet alle vragen beantwoord en ook niet altijd duidelijke adviezen gegeven. STECF geeft bijvoorbeeld aan dat zij geen mening heeft over het begrip hoge overleving, daarover moet de politiek zelf een uitspraak doen. Vorige week kwamen de lidstaten ook 2 dagen in Brussel bijeen om met de Commissie te overleggen hoe volgend jaar de TAC s vastgesteld moeten worden als er sprake zal zijn van een quota-uplift (verhoging) om de onder de Aanlandplicht vallende soorten te kunnen aanvoeren. 7 oktober as. komt de Scheveningengroep weer bij elkaar in Parijs. De ExCom keurde de notities goed die geproduceerd waren door een Focusgroep Pulsvisserij en een Focusgroep Garnalenvisserij. De voorzitter van de Focusgroep Puls, Peter Breckling uit Duitsland gaf aan dat er in korte tijd toch een belangrijk document geproduceerd is. Breckling memoreerde dat dit mede te danken was aan de zeer coöperatieve opstelling van de Nederlandse overheid en de medewerking om zoveel mogelijk informatie te verzamelen en vragen te beantwoorden. In het Puls-document zijn diverse zaken verwoord over het wetenschappelijk onderzoek dat opgetuigd gaat worden en de betrokkenheid hierin door tenminste jaarlijks een bijeenkomst met de (internationale) stakeholders. De Europese Commissie gaf een update over de Technische Maatregelen. Aangegeven werd dat eind dit jaar eindelijk een nieuw voorstel zal worden gepresenteerd (wanneer hebben we dat meer gehoord). Maar dit is nu wel dringend gewenst omdat veel regels uit de Technische Maatregelen straks keihard in aanvaring zullen komen met de bepalingen uit de Aanlandplicht. De Commissie heeft herhaald dat zij werkt aan een heel duidelijke versimpeling van de regels, waarbij regionalisering ook een belangrijk element zal vormen. Toegezegd werd dat de gesloten gebieden op basis van visserijmaatregelen ook kritisch onder de loep genomen zullen worden en dat biedt voor de sector de kans de Scholbox weer aan de orde te stellen. Wij zijn ervan overtuigd, ondersteund door de feiten als naar de bestandsontwikkeling van schol en tong gekeken wordt, dat de Scholbox geen enkele meerwaarde oplevert. Deze dient geschrapt te worden. In de Algemene ledenvergadering van de NSAC werden diverse huishoudelijke en statutaire zaken afgewikkeld, zoals de Financiën en goedkeuring van het werkprogramma Verder werd er gestemd over een drietal aanvragen om lid te worden van de ExCom. Deze kwamen uit de hoek van de NGO s. De zetels in de ExCom zijn verdeeld: 60 % voor de aanvoersector en 40 % voor de Overige stakeholders waaronder NGO s waarbij nu gevraagd werd om 3 vacatures in laatstgenoemde 40 % in te mogen vullen. Na een presentatie van de betrokken organisaties vond een discussie en uiteindelijk een stemming plaats waarbij de wereldwijd opererende Oceana en de uit Nederland afkomstige NGO,The Dutch Elasmobranch Society werden geaccepteerd maar de Blue Fish organisatie, die haar wortels in Frankrijk heeft, kreeg onvoldoende stemmen. De Nederlandse Elasmobranchen Vereniging (NEV) is een NGO die opkomt voor de belangen van kraakbeenvissen (haaien en roggen), zo lezen we op de website van deze club. Directeur is Irene Kingma. De NGO wordt gefinancierd door subsidies van de NL-overheid en vanuit de Postcodeloterij. Op de website 2

3 van de NEV staat o.a. Helaas gaat het bijzonder slecht met veel soorten haaien en roggen. Ze worden bedreigd door overexploitatie, vernietiging van hun habitat en omdat ze veel worden bijgevangen in visserij op andere soorten. Het is in de afgelopen jaren moeilijk gebleken om goed beleid te ontwikkelen om dit tij te keren met name omdat er grote lacunes bestaan in de kennis die we hebben over haaien en roggen in Nederlandse wateren. De NEV ziet voor haarzelf een belangrijke rol weggelegd om een bijdrage te leveren in het verbeteren van de situatie van de kraakbeenvissen. Wij hopen wel op enige realiteitszin. Tenslotte besloot de NSAC om haar volgende jaarvergadering DV eind september 2016 te houden in Den Haag. Maatregelen Zeebaars. Al geruime tijd wordt aangegeven dat het Zeebaarsbestand te zwaar wordt bevist. In het advies van ICES wordt aangegeven dat de Visserijinspanning met meer dan een factor 5 naar beneden gebracht wordt. De vangsten voor dit jaar worden geschat op ongeveer ton terwijl volgens ICES dit minder zou moeten zijn dan ton om herstel van bestand te realiseren. Complicerende factor is dat er ook een groot aandeel recreatieve visserij is; de verhouding: gerichte visserij commerciële bijvangst en recreatieve visserij wordt geschat op %. Er wordt overleg gevoerd om te komen tot een beheerplan voor zeebaars, hierbij zijn ook de NWWAC en NSAC bij betrokken omdat het verspreidingsgebied van zeebaars de westelijke wateren en de Noordzee betreft. Begin dit jaar zijn er door de Europese Commissie een aantal noodmaatregelen afgekondigd: de eerste 4 maanden van 2015 geen gerichte visserij op zeebaars in de westelijke wateren en een aantal gesloten gebieden die bestempeld zijn als paaigebieden, ook deze lagen in het Engelse Kanaal. Daarnaast is er een baglimit voor recreatieve vissers vastgesteld: per dag mag een visser maximaal 3 zeebaarzen houden. Voor de beroepsvisserij zijn inmiddels ook 2 maatregelen afgekondigd, namelijk een catchlimit per maand en een aanpassing van de minimum maat. De catchlimit geldt per maand per vaartuig: Vistuig: Catchlimit per maand: OTM en PTM (mid-water otter of pair trawl) OTB, SDN en SSC all types GN drift and trammel nets LL longliners PS purse seiners kg kg kg kg kg De vistuigcode TBB staat niet in het overzicht, waardoor wij er vanuit gaan dat boomkorvaartuigen niet onder de catchlimit-regeling vallen. De minimum maat is verhoogd van 36 naar 42 cm. Dit geldt wel voor alle vissers, ongeacht vistuig en geldt ook voor de recreanten. Beide maatregelen zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU, er wordt gewerkt aan een publicatie in de Staatscourant die binnen 2 weken verwacht wordt. Juridisch gezien betekent dit dat er tot die tijd strafrechtelijk geen vervolging kan plaats vinden bij overtredingen van de vangstlimiet per maand maar wel al voor overtredingen van de minimum maat. Maar in beide gevallen kan er wel bestuursrechtelijk gehandhaafd worden, wat betekent dat bij overtredingen er strafpunten aan schipper en Visserijbedrijf kunnen worden toegekend. Bij overtreding van de vangstlimiet kan dat 6 punten zijn, bij overtreding van de minimum maat kan 5 punten worden toegekend. Wij verzoeken onze leden goede nota te nemen van bovenstaande. Maandag 5 oktober as. vindt bij de RVO te Den Haag een vervolgbespreking plaats over de zeebaarsmaatregelen. Er wordt terug geblikt en er wordt gesproken over de reeds genomen maatregelen en ook wordt gekeken naar de toekomst. Belangrijk is aan de weet te komen welke maatregelen onderdeel gaan vormen van het nog op te stellen beheerplan. 3

4 Blackbox in Garnalenvisserij. Zoals bekend moeten garnalenvissers in het kader van VisWad en Vibeg-afspraken aantonen of er gevist of gestoomd wordt en waar ze dit doen op de Waddenzee (per ) en/of NLkustzone (uiterlijk per ). De garnalenvissers moeten uitgerust worden met een Blackbox die deze activiteiten vastlegt. In de discussie hierover is erg lang gekeken of bovenstaande te combineren was met het vastleggen van de gegevens van de hoofmotor; de controle op het toegepaste motorvermogen. VisNed heeft vanaf het begin grote twijfels geuit over de haalbaarheid van een dergelijk systeem voor de controle op het motovermogen. Niet omdat wij dat niet zouden willen maar wel omdat we grote twijfels hadden of dit het ei van Columbus was en we na 1 of 2 jaar na introductie weer moesten vaststellen dat er een systeem was uitgedacht, die de sector veel geld had gekost, en we in dit al decennia lopende dossier weer geen stap verder waren gekomen. Voor de aanschaf van de Blackbox heeft de overheid een subsidieregeling opgesteld waardoor de garnalenvisser maximaal 40 % subsidie ontvangt op de aanschaf en installatie van een door de overheid goedgekeurde Blackbox. Tot voor kort werd er vanuit gegaan dat alle vaartuigen uitgerust zouden worden met een apparaat van DCI Electronics BV. In de subsidieaanvraag werd ook een offerte van dit bedrijf meegestuurd. Echter, DCI trok zich 2 weken onverwacht terug toen uit testen, uitgevoerd door TNO, bleek dat het apparaat niet fraudebestendig was. Dit heeft nogal wat commotie te weeg gebracht en voor een uitgebreid overzicht van de gang van zaken en meningen verwijzen wij naar de artikelen in Visserijnieuws van vandaag. Grote bottleneck is het verhaal rond de Vermogensmeting waarbij door TNO bevestigd is waar VisNed al bang voor was. Enkele maanden geleden was VisNed al benaderd door Alphatron Marine BV die aangaf dergelijke apparatuur ook te kunnen leveren waarbij tevens het voordeel is dat bepaalde functies gecombineerd kunnen worden. Vorige week dinsdag, 22 september jl., ontving Alphatron hiervoor de goedkeuring van de overheid (RVO en NVWA). Het apparaat, TRITON ADVANCED genaamd, dat Alphatron in samenwerking met CLS (voorheen Argos) op de markt brengt, kent 3 functies: VMS, Blackbox en ERS (E-catch). De huidige verplichtingen van VMS en E-logboek kunnen dus gecombineerd worden met de nieuwe verplichting Blackbox (plaatsbepaling en activiteit). Deze combinatie is in het apparaat van DCI Electronics overigens niet mogelijk. De verdere ontwikkeling en plaatsing van het apparaat van Alphatron vindt plaats in samenwerking met het bedrijf Marble uit Urk (dochter van Piet Brouwer Electro). Betreffende deze wijziging is over de mogelijke gevolgen voor de subsidieverlening contact geweest met de RVO en hieruit is gebleken dat deze verandering geen gevolgen heeft voor het subsidietraject. Als het apparaat geïnstalleerd is kan bij de aanvraag voor de subsidie de wijziging doorgevoerd worden betreffende de leverancier van de Blackbox. De RVO heeft ons schriftelijk bevestigd dat nu geen wijzigingsformulier hoeft worden ingediend maar dat de wijziging gelijktijdig met de vaststelling ingediend kan worden waarbij de volgende documenten moeten worden bijgevoegd: - de ondertekende opdrachtbevestiging, - de factuur en betalingsbewijs - de goedkeurende verklaring van een onafhankelijk deskundige (verzorgt Alphatron). Op korte termijn ontvangen alle betreffende leden informatie van Alphatron (o.a. offerte en opdrachtbevestiging etc.). Gezien de korte tijd die nog resteert, is het dringende verzoek om per omgaande hierop te reageren. Indien er nog vragen zijn kan contact opgenomen worden met Alphatron; Maerten van Uggelen ( ; m.van.uggelen@alphatronmarine.com) of Lucas Buikema ( l.buikema@alphatronmarine.com) Hoorzitting Europese Parlement. Vorige week woensdag organiseerde het Visserijcomité van het Europese Parlement een hoorzitting. Het onderwerp was dit keer meerjarige beheersplannen. De visie vanuit de Nederlandse platvissector op dit onderwerp mocht Pim Visser presenteren. In zijn presentatie legde hij uit dat, 4

5 wat onze sector betreft, er gestuurd wordt op de hoofddoelsoorten. Dus primair voor de platvisvissers op tong en schol en voor de andere vissers op kabeljauw, schelvis en kreeftjes. De quota voor de bijvangstsoorten, zoals bijvoorbeeld tarbot, griet, schar en rog, mogen niet leidend zijn in het visserijmanagement. Ook ging hij in op het gebruik en de toepassing van het begrip Maximaal Duurzame Oogst (MSY). Het is een theoretisch begrip wat in de praktijk niet eenvoudig toepasbaar is. Maar het lijkt er in Europa wel op dat dit begrip door tegenstanders van de visserij aangegrepen wordt om te pas en te onpas op reductie van visserijactiviteiten aan te dringen. Daarmee kwam Pim nogal confronterend in botsing met de vertegenwoordiger van de, met Amerikaans geld gefinancierde, milieuorganisatie PEW. De vertegenwoordiger van PEW greep zijn inspraakmogelijkheid aan om, tot op het onredelijke af, te hameren op het aambeeld van de overbevissing. Een onbegrijpelijke insteek nu de visbestanden in Noordwest Europa er zo goed voor staan. Aansluitend aan de hoorzitting vond de Seafood Showcase van de Europese koepelorganisatie Europêche plaats. VisNed had vanuit Nederland hieraan bijgedragen met overheerlijke verse scholfilet. Tijdens dit inmiddels jaarlijkse netwerkevenement in het Europese Parlement, presenteert de Europese visserij-industrie zich op dit platform door vanuit alle windstreken van Europa prachtige vis en visproducten naar Brussel te halen. Zo horen de aanwezigen op deze receptie niet alleen het verhaal van duurzame visserij, of lezen ze het op de informatiepanelen, maar proeven ze de duurzame vis! Visserijpoort. Al weer voor de derde keer organiseren VisNed en de PFA in het Haagse perscentrum Nieuwspoort een bijeenkomst over een actueel visserijonderwerp. Die bijeenkomst heet Visserijpoort en wordt dit keer op 5 november as. gehouden. De titel is is Nederland klaar voor de Aanlandplicht. Dat onderwerp is zeer actueel, want we zijn op 5 november nog maar minder dan 2 maanden verwijderd van de invoering in de kottersector. Vanuit de pelagische sector zullen de ervaringen tot nu toe met de Aanlandplicht worden gedeeld. Vanuit de kottersector zullen de vele vragen, onduidelijkheden en onmogelijkheden opgesomd worden. Het belooft een interessante bijeenkomst te worden met volop mogelijkheid tot gedachtewisseling en natuurlijk ook het aanhalen van oude banden en het leggen van nieuwe contacten. De registratie voor deze Visserijpoort is heel simpel te realiseren door op deze link te klikken: 5-november-2015-tickets Belgisch Ruimtelijk Plan. Vorige week vergaderde in Brussel de Ruimtelijke Ordenings-werkgroep van de Noordzee AC. Het Belgische ruimtelijke plan voor de Noordzee werd daar toegelicht en besproken. Vanuit VisNed was dit plan en alle onderliggende documenten bestudeerd en geanalyseerd. Onze wetenschappers Wouter van Broekhoven en Jurgen Batsleer hadden een helder document opgesteld waarin de argumentatie van de Belgische overheid op een effectieve wijze onderuit werd gehaald. In ons stuk wordt namelijk haarscherp aangetoond dat de ecologische argumenten door de Belgen simpelweg misbruikt werden om de Nederlandse vissers, onder de Belgische en de Nederlandse vlag, te benadelen. De argumenten die door België worden aangevoerd en waarmee ze de exclusieve zone van 3 op 4,5 mijl proberen te leggen zijn zeer zwak, of ontbreken volkomen! Het is niet meer en niet minder dan een discriminerende actie tegenover de Nederlandse vissers. Die boodschap hebben Geert Meun en Pim Visser, die aan de Noordzee AC vergaderingen deelnamen, overduidelijk meegegeven! Gelukkig weten we ons in dit dossier gesteund door de NL-overheid. Doggersbank op ICES conferentie. De aandacht voor Ruimtelijke Ordening op zee wordt steeds groter. Op de grote jaarlijkse ICESwetenschapsconferentie, die in Kopenhagen werd gehouden, was vorige week een aparte sessie van een hele dag aan dit onderwerp gewijd. Pim Visser mocht daar de ervaringen met het Doggersbank proces en vooral de lessen die we daaruit geleerd hebben, presenteren. Hij merkte op 5

6 dat het maken van fouten niet erg is. Maar dat het niet leren van fouten, hoewel heel menselijk, niet slim is. Kwaliteitsdenken is zelfs gebaseerd op het principe dat fouten gemeld worden om ervan te leren. Als sector hebben wij veel van dit proces geleerd: dat we onszelf niet moeten overschatten, dat zoiets veel tijd en energie kost, dat je goed beslagen ten ijs moet komen, dat je serieuze voorstellen moet doen en dat de vertegenwoordigers van de visserij met voldoende mandaat aan tafel komen. Allemaal lessen die we inmiddels in andere processen toepassen. Daarbij gaat het primair om gebiedsbescherming, maar Ruimtelijke Ordening gaat verder. Dat gaat ook over scheepvaartroutes, zandwinning, windparken etc. Met die constructieve houding proberen we ons voordeel te doen en zoveel mogelijk gebieden voor onze vissers bevisbaar te houden. En het Doggersbankproces is eigenlijk gestruikeld over alle niet voorziene hordes van interne verdeeldheid binnen lidstaten, de herziening van het GVB en ontbrekende wetenschappelijke onderbouwing. Inmiddels worden de voorstellen van de lidstaten in procedure genomen, maar volgens ons lopen ze achter bij de actualiteit. De meest recente gegevens die gebruikt worden dateren immers van 2009 en dat is toch al weer een flink tijdje geleden, in onze ogen te ver terug, kijk alleen maar naar de ontwikkeling van de schol-tac sindsdien en daardoor het belang van de Doggersbank voor de vloot. Dit jaar ging tijdens deze ICES-bijeenkomst de grootste sessie over de samenwerking tussen onderzoek en visserij. Dit staat symbool voor de verandering die de laatste jaren heeft plaatsgevonden waarbij onderzoek steeds meer in samenwerking met vissers plaatsvindt. Uit de hele wereld werden hiervan voorbeelden gepresenteerd. Toch was duidelijk dat in veel gevallen nog vooral sprake was van halen bij de sector en veel minder voor brengen. Er werd op dat gebied veel van elkaar geleerd. Nederland oogstte internationaal lof met de verschillende onderzoekssamenwerkingen, en met de omslag in de manier waarop onderzoekers en vissers elkaar zien. Onderzoeker Martin Pastoors van de Nederlandse pelagische reders presenteerde samen met Deense collega Claus Sparrevohn en onze Jurgen Batsleer en Wouter van Broekhoven een poster. De poster bood een doorkijkje van manieren waarop de kennis uit de vloot ingezet zou kunnen worden om voor alle partijen betere inzichten te genereren. Ook bij ICES zelf wordt met grote interesse naar deze ontwikkeling gekeken. Hier liggen kansen voor de sector om zelf meer de leiding te nemen en in de ontwikkeling van visserijbeleid in de toekomst steeds meer aan tafel in plaats van op tafel plaats te kunnen nemen. Werkbezoek VVD. Vandaag (vrijdag 2 oktober), beginnen we de dag in IJmuiden met een werkbezoek van het VVDkamerlid Perjan Moors. Het onderwerp is Arbo en Veiligheid. Dat sluit mooi aan bij het gesprek tussen de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder leiding van Tjibbe Joustra en de visserijsector van afgelopen week, waar onze voorzitter Maarten Drijver aan heeft deelgenomen. We beginnen het werkbezoek in de visafslag van IJmuiden, gevolgd door een bezoek aan een kotter. Vervolgens spreken Pim Visser en Ment van der Zwan, vanuit de Sectorraad Visserij, over actualiteit, veiligheid, scholing en opleiding in de kotter- en trawlersector. Het werkbezoek wordt afgerond met het bezoek aan een vriestrawler. Werkbezoek Europese Commissie en Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging. Vanmiddag (vrijdag 2 oktober) bezoekt een delegatie vanuit de Europese Commissie (DG Mare) Vlissingen. Ook aan dit werkbezoek leveren wij een bijdrage. Aan boord van de ARM 22 praten we natuurlijk over de Aanlandplicht. Het gaat dan over de bijdrage die schipper Jan Marijs en zijn bemanning aan diverse onderzoeken en projecten hebben geleverd en nog steeds leveren. Aan de kottersector is vanuit Zeeland gevraagd om het gezelschap bij te praten op het gebied van de actualiteit vanuit de kottersector. Vanuit VisNed geeft Pim Visser invulling aan dit verzoek. 6

7 Hornsea windpark. Afgelopen woensdag hebben we kennis gemaakt met de nieuwe eigenaren van het Hornsea windpark dat 100 km uit de kust ter hoogte van Hull wordt gebouwd. De organisatie die het plan heeft ontwikkeld, heeft dat plan verkocht aan Dong Energy die het park daadwerkelijk gaat bouwen. De vertegenwoordiger van Dong was even uit Engeland over gekomen voor dit kennismakingsgesprek, wat we op Schiphol hadden georganiseerd. Dat was nuttig, want het is altijd goed om de mensen te kennen die anders achter ( )-correspondentie schuil gaan. De technologie ontwikkelt zich steeds verder, wat ook voor dit park betekent dat er minder turbines zullen worden geplaatst. Het oppervlak van het park blijft echter gelijk, maar de onderlinge afstand van de palen wordt groter, ongeveer 1 kilometer. De doorvisbaarheid van deze parken wordt gegarandeerd. De kabels worden diep genoeg ingegraven en het risico op aanvaring of aandrijving acht men beperkt. Wij blijven ons keer op keer verbazen dat op dezelfde Noordzee aan de westkant zoveel pragmatischer wordt gewerkt en de risico s zo veel lager worden ingeschat dan bij ons! Banc de Flandres. Na enige vertraging zal er op 12 oktober as een vergadering van de Franse werkgroep Visserij Ban de Flandres in Duinkerken plaatsvinden. De vergadering zal voornamelijk ingaan op de impact-analyse uitgevoerd door het Agence des Aires Marines Protégées, de Franse instantie die zich bezig houdt met gesloten gebieden. Hier komt ook de impact van de Nederlandse beroepsvisserij aan bod. VisNed en de Nederlandse Vissersbond zetten zich al geruime tijd in om te zorgen dat deze analyse op feiten gebaseerd is en dat ongefundeerde meningen niet de overhand krijgen. Wouter en Jurgen zullen namens VisNed bij deze vergadering aanwezig zijn. Naar verwachting zal er begin november ook een vergadering van de werkgroep Visserij gehouden worden over de gebieden Caps (Cap Gris-Nez en Recifs Griz-Nez Blanc-Nez) en Ridens (Ridens et Dunes Hydroliques du détroit du pas-de Calais). Wetenschappelijke publicatie transitie naar puls visserij. Deze week werd een studie over invloed van de aanlandplicht op de transitie van boomkorvisserij naar de puls visserij gepubliceerd. Deze studie is onderdeel van het promotieonderzoek van Jurgen Batsleer bij de universiteit Wageningen/IMARES. In de studie wordt gebruik gemaakt van een simulatiemodel. Het model rekent binnen vastgestelde randvoorwaarden uit wat de meest optimale (winstgevende) keuze is van een individuele schipper met betrekking tot waar, wanneer en op welke soort te vissen. Stap 2 is vervolgens onder verschillende scenario s (weinig quota naar veel quota) uit welke effecten deze verandering heeft op de keuzes en de winstgevendheid van een schip. Resultaten laten zien dat bij volledige naleving van de regelgeving en lage quota zowel de traditionele boomkor als de puls sterk beperkt worden in het aantal dagen dat gevist kan worden. De resultaten bevestigen dat de traditionele boomkor nog harder geraakt wordt door de implementatie van de Aanlandplicht. Met puls kan er langer op gunstige tongbestekken worden gevist omdat het quota voor schol minder snel uitgeput wordt. De Aanlandplicht versterkt de economische prikkel om de omschakeling te maken naar puls visserij. De studie is gepubliceerd bij Fisheries Research: of kan bij Jurgen opgevraagd worden. PAP-plan schol. Maandag as. gaat een nieuwe vierweekse periode in voor de aanvoer van schol in het kader van het PAP-plan voor deze vissoort. De aanvoer van de afgelopen periode geeft in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar het volgende beeld te zien: 7

8 weeknr. totale aanvoer aanvoer schol4 prijs totaal prijs schol4 totale aanvoer aanvoer schol4 prijs totaal prijs schol ton 503 ton 1,48 1, ton 413 ton 1,17 0, ton 487 ton 1,44 1, ton 492 ton 1,20 0, ton 513 ton 1,36 1, ton 513 ton 1,16 0, ton 426 ton 1,37 1, ton 430 ton 1,18 0, ton 356 ton 1,38 1, ton 309 ton 1,17 0, ton 295 ton 1,49 1, ton 231 ton 1,28 0, ton 261 ton 1,61 1, ton 275 ton 1,26 0, ton 438 ton 1,56 1, ton 350 ton 1,28 0, ton 420 ton 1,57 1, ton 353 ton 1,37 1, ton 415 ton 1,60 1, ton 318 ton 1,46 1, ton 366 ton 1,72 1, ton 440 ton 1,38 1, ton 370 ton 1,68 1, ton 496 ton 1,32 0, ton 476 ton 1,78 1, ton 451 ton 1,30 0, ton 490 ton 1,73 1, ton 447 ton 1,33 0, ton 428 ton 1,76 1, ton 417 ton 1,36 1,04 40 Deze week, week 40, is de laatste van de 4-weekse periode week 37 t/m 40. De PAP-regeling heeft voor de vloot niet tot knellende situaties geleid. Verder geven de marktontwikkelingen en verwachtingen voor de komende periode besproken geen aanleiding de PAP-schol-regeling te wijzigen. Besloten is dan ook om de aanvoerregeling in de periode, die volgende week 41 ingaat (week 41 t/m 44 van 5 tot/met 31 okt) ongewijzigd te laten op 100 % van het PAP-plan. In praktische zin betekent dat geen beperking. De regeling luidt als volgt: Een vaartuig met een basiscontingent schol van meer dan ton mag in deze 4- weekse periode max. 130 ton schol aanvoeren en per week max. 35 ton schol. Een vaartuig met een basiscontingent schol tot ton mag in deze 4-weekse periode max. 100 ton schol aanvoeren en per week max. 30 ton schol. KIWA-aanvraag Vaarbevoegdheden. Naar aanleiding van de publicatie in het Visserijnieuws van 18 september jl. betreffende het aanvragen vaarbevoegdheden hebben we wat vragen ontvangen over de geldigheid van diploma s. In het artikel wordt gesteld dat de schooldiploma s na 4 jaar niet meer geldig zouden zijn echter deze regel is niet van toepassing voor visserijdiploma s SW5 of 6. Onder de huidige regelgeving blijven deze diploma s hun geldigheid behouden, ook 4 jaar na het behalen van het diploma op school, kan ten allen tijde een vaarbevoegdheid worden aangevraagd. Mits er voldoende vaartijd is gemaakt (tenminste 3 maanden boven sterkte). Opvarenden die nog NIET beschikken over een vaarbevoegdheid wordt wel dringend aangeraden om dit alsnog te regelen omdat vaartijd die behaald is zonder een geldig VBB niet meetelt voor het aanvragen van een hogere bevoegdheid (zoals bijv. schipper < 60 M, 3000 kw, onbeperkt vaargebied). Ook voor opvarenden van Engelse vlagkotters die al beschikken over een CEC (Certificate of Equivalent Competency, het zgn. groene boekje) is het belangrijk om ook een NL-vaarbevoegdheid aan te vragen voor zover dit nog niet gebeurd is. Veel van de huidige CEC s zijn uitgegeven op basis van een schooldiploma. Dit is echter niet meer mogelijk en tegenwoordig kan een CEC alleen verkregen worden na het overleggen van een Nederlandse Vaarbevoegdheid. In feite zegt de naam het al, je ontvangt een Certificaat van Gelijkwaardigheid aan de Nederlandse bevoegdheid. Voor opvarenden die dus alsnog een eerste aanvraag willen doen voor een VBB telt de vaartijd die behaalt is vòòr 2007 ook mee voor de aan te vragen functie én tenminste 3 maanden vaartijd 8

9 in het afgelopen jaar. Hierdoor kan dus gelijk de hoogste bevoegdheid aangevraagd worden op basis van de diploma s zonder eerst te hoeven beginnen als plaatsvervangend schipper. Aanvragen voor VBB of cursussen voor Marcom, radar of andere visserij gerelateerde opleidingen voor opvarenden van de Engelse NSFO schepen worden met ingang van heden vergoed door de PO NSFO. Voor verdere informatie kan er contact opgenomen worden met J. Romkes tel: of jromkes@visned.nl Nieuw Kinderboek over Visserij. Het nieuwste kinderboek van Caroline Melissant met de titel Walter & Poes, aan boord van de vissersboot is vanaf nu verkrijgbaar. Het is het tweede in de reeks Visserijavonturen waarmee Caroline peuters en kleuters wil leren waar het visje op het bord vandaan komt en hoe deze gevangen wordt door de Nederlandse vissersvloot. Er komt een serie van in totaal vier educatieve zoekboeken die elk gaan over een schakel in de visketen. Na het lezen van alle boekjes kennen kinderen precies de weg die de vis aflegt vanaf de vangst op zee tot in de winkel. Het tweede boek neemt de lezertjes mee aan boord. Ze leren een kotter van binnen kennen en weten hoe de vis gevangen en verwerkt wordt. De flyshooter GO1 stond model voor de illustraties in het boek. Het boek kost 12,95 en is te bestellen via of caroline@trendsinzee.nl RTC s oktober Hieronder treft u aan de coördinaten van de voor oktober 2015 ingestelde RTC s die van toepassing zijn voor Nederlandse schepen opererend met bordentrawl, twinrig en fly shoot (TR - niet voor NL-bokkers) en voor Engelse vaartuigen in dezelfde categorieën maar ook voor de VKboomkorvaartuigen (BT). Het bijbehorende kaartje van deze RTC s is te vinden op: 32-F2-e RTC 604 IVc 'N 'E 37F2-n RTC 609 IVb 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 37F3-b RTC 605 IVb 'N 'E 39E9-e RTC 610 IVc 'N 'W 'N 'E 'N 'W 'N 'E 'N 'W 'N 'E 'N 'W 36F1-o RTC 606 IVb 'N 'E 37F3-j RTC 611 IVb 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 32F2-m RTC 607 IVc 'N 'E 37F3-e RTC 612 IVb 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 31F2-c RTC 608 IVc 'N 'E 'N 'E 'N 'E 'N 'E 9

10 VIRIS-overzicht Hieronder het overzicht 2015 betreffende de benutting van de belangrijkste quota. Peildatum is 17 september 2015; dit zal betekenen dat het de aanvoer betreft tot en met week 36 van dit jaar. In het overzicht zijn de uit 2014 mee genomen hoeveelheden tong, schol en Noorse kreeft verwerkt die toegewezen zijn in het kader van de 10%-flexibiliteits-regeling. Het gaat hierbij om: 977 ton tong, ton schol en 132 ton Noorse kreeft. Ter vergelijking ook het overzicht van de benutting van de quota per 11 september 2014 (week 35) ( ) ( ) Vissoort: Quotum: Vangst: Uitputting: Quotum: Vangst: Uitputting: Tong % % Schol % % Kabeljauw % % Wijting % % Tarbot/Griet % % Schar/bot % % Tongschar % % Langoustines % % Rog % % PO-maatregelen. Ook voor 2015 hebben alle Nederlandse PO s in CVO-verband een aantal PO-maatregelen genomen om de benutting van een aantal nationale quota zo duurzaam mogelijk te laten plaatsvinden en om vroegtijdige sluiting van het quotum proberen te voorkomen. Deze maatregelen zijn: Rog: De maximaal aan te voeren hoeveelheid per vaartuig per week of reis langer dan 7 dagen is door de PO s vastgesteld op 175 kg doodgewicht. De minimum maat is 55 cm. Aanvoer van rog kleiner dan 55 cm en/of meer dan 100 kg is verboden en de PO s hebben een extra heffing van 3,00 per kg ingesteld voor overtredingen. Tarbot, griet: voor deze soorten geldt een minimum aanvoermaat van 27 cm; bij aanvoer kleiner dan 27 cm wordt een extra heffing van 3,00 per kg toegepast. Tongschar: voor tongschar geldt een minimum maat van 25 cm waarbij de tongschar van cm moet worden gesorteerd in een aparte klasse: tongschar IIIb of tongschar IV. Noorse kreeft: Voor de Noorse kreeft is de aanvoer en verhandeling van meer dan 35 stuks per kilogram door leden van PO verboden. Verder: max. 10% kreeftstaartjes per aanlanding. Sluitingen: 27 juli 2015: Bijvangstpot Horsmakreel (JAX/4bc7d). Overzicht uitputting zeedagenbeleid Onderstaand treft u het overzicht aan betreffende de uitputting 2015/2016 van de zeedagen in de verschillende mandjes, stand van zaken per 29 september 2015 ( t/m week 37 van 2015). Zoals bekend mag worden verondersteld loopt het jaar van de zeedagen van 1 februari 2015 tot en met 31 januari Gezien de hoge uitputting van het mandje TR1B zijn vanuit het mandje GN kw-dagen overgeheveld naar TR1B waardoor dit mandje, gezien de kabeljauw-coëfficiënt, met kwdagen verhoogd is. 10

11 Mandje Toegestane Visserij-inspanning feb 2015 t/m jan 2016 transitie Toegestane Visserij-inspanning feb 2015 t/m jan 2016 na transitie Uitputting per Uitputtingspercentage van inspanning hele jaar. TR1 A* % TR1 B % TR1 C % TR % TR % BT % BT % GN % GT 0 In bovenstaand overzicht is de ruil van BT-effort ( kw-dagen) ten behoeve van de TRmandjes ( kw-dagen) verwerkt. * Onder TR1A vallen de kabeljauwvissers die deelnemen in CCTV en daardoor vrijgesteld zijn van zeedagen. Met vriendelijke groet, Coöp. Kottervisserij Nederland (VisNed), Geert / Pim. 11