Remeha P 500. Technische informatie. Overdrukketel. Vermogen: kw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Remeha P 500. Technische informatie. Overdrukketel. Vermogen: 635-1900 kw"

Transcriptie

1 Remeha P 500 Technische informatie Overdrukketel Vermogen: kw

2 Remeha P 500 INHOUD Voorwoord 3 1. Toestelomschrijving Algemeen Branders 3 2. Constructiegegevens Algemeen Leden Bemanteling 4 3. Rendementsgegevens Waterzijdig rendement Stooktechnisch rendement 4 4. Technische gegevens en afmetingen Overdrukketel Clysan ventilatorbrander voor aardgas 4.3 Monarch ventilatorbrander voor aardgas Clysan en Monarch ventilatorbranders voor olie 7 5. Toepassingsgegevens 5.1 Algemeen 5.2 Warmwateruitvoering Watertemperatuur Waterdruk Watercirculatie Waterbehandeling 5.3 Economisers 5.4 Low NOx uitvoering Geluidsproductie 9 5. Rookgasafvoersysteem 5.7 Olietoevoer. Plaatsingsvoorschriften 11.1 Voorschriften 11.2 Opstellingsmogelijkheden in het ketelhuis 11.3 Steunoppervlak Componenten van de regel- en beveiligingsapparatuur 7.1 Overdrukunit voor aardgas Unit met Clysan ventilatorbrander voor aardgas Unit met Monarch ventilatorbrander voor aardgas 7.2 Overdrukunit voor olie. Montagerichtlijnen en installatievoorschriften voor het waterzijdig gedeelte 13.1 Algemeen 13.2 Ketelmontage 13.3 Wateraansluitingen Installatievoorschrift voor de elektrotechnische installateur Algemeen Elektrotechnische gegevens Brandschakelaar Niveaubeveiliging Bedieningspaneel Stroomkringschema 1. Inbedrijfstellingsvoorschrift 17.1 Overdrukketel met gasbrander.1.1 In bedrijf stellen Uit bedrijf nemen 17.2 Overdrukketel met oliebrander.2.1 In bedrijf stellen Uit bedrijf nemen Richtlijnen voor het lokaliseren en opheffen van storingen Overdrukketel met gasbrander Maximaalthermostaat vergrendelt Niveaubeveiliging vergrendelt Gasdrukstoring of luchtdrukstoring vergrendelt Overdrukketel met oliebrander Maximaalthermostaat vergrendelt Niveaubeveiliging vergrendelt 1. Onderhoudsvoorschrift 19.1 Algemeen 19.2 Het reinigen van het ketelblok 19.3 Het onderhouden van de brander De gasbrander De oliebrander 19.4 Inspectie op rookgaszijdige lekkage 19.5 Op goede werking testen en zonodig opnieuw afstellen van de regel- en beveiligingsapparatuur 19. Controle van de verbranding d.m.v. meting van de rookgassen 19.7 Controle van de wateraansluitingen 19 2

3 VOORWOORD Deze technische informatie bevat nuttige en belangrijke informatie voor het goed functioneren en onderhouden van de Remeha c.v.-ketel, model P 500. Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om vóór het in bedrijf stellen en tijdens het in bedrijf zijn van de ketel mogelijke ongevallen en ernstige beschadigingen te voorkomen en een zo veilig en storingvrij mogelijk functioneren van de ketel mogelijk te maken. Lees vóór het in werking stellen van de ketel deze handleiding goed door, maak u met de werking en de bediening van de ketel goed vertrouwd en volg de gegeven aanwijzingen stipt op. Indien u nog vragen heeft of verdere uitleg wenst aangaande specifieke onderwerpen die op deze ketel betrekking hebben, aarzelt u dan niet met ons contact op te nemen. De in deze technische informatie gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen. Wij behouden ons het recht voor op ongeacht welk moment de constructie en/of uitvoering van onze producten te wijzigen zonder verplichting eerder gedane leveranties dienovereenkomstig aan te passen. 1. TOESTELOMSCHRIJVING 1.1 Algemeen Type: Overdrukketel, geschikt voor het stoken van aardgas en huisbrandolie, door middel van een ventilatorbrander. De ketel is gekeurd op essentiële eisen van onderstaande richtlijnen: - Gasrichtlijn nr. 90/39/EEG en voldoet aan de volgende richtlijnen: - Laagspanningsrichtlijn nr. 73/23/EEG - EMC-richtlijn nr. 9/33/EEG Type indeling i.v.m. rookgasafvoer: B23 Levering: Met brander als unit of als losse ketel zonder brander. Ook leverbaar met ECO (alleen voor aardgas). 1.2 Branders In principe kunnen alle CE-gekeurde ventilatorbranders worden toegepast, mits aangepast aan de ketelcapaciteit en ketelconstructie. De combinatie gasbrander/ketel dient op de brandervoorkeurlijst van Remeha voor te komen. 3

4 Remeha P CONSTRUCTIEGEGEVENS 2.1 Algemeen Het ketelblok bestaat uit gietijzeren leden, die door middel van conische nippels worden samengebouwd. De ketel is ontworpen volgens het 3-treks-principe. Het ketelblok is geïsoleerd met 0 mm dik glaswol. 2.2 Leden De leden zijn van perlitisch gietijzer. Gewichten en afmetingen van de leden: Voorlid : 220 kg; Hoogte x Breedte 52 x 1130 mm Tussenlid : 250 kg; Hoogte x Breedte 3 x 1130 mm Achterlid : 250 kg; Hoogte x Breedte 3 x 1130 mm. 2.3 Bemanteling De ketel is voorzien van een stabiele, plaatstalen bemanteling. De frontdeur is draaibaar uitgevoerd, naar keuze links- of rechtsdraaiend. Op de frontdeur bevindt zich een aansluiting voor een rookgasrecirculatieleiding. 3. RENDEMENTSGEGEVENS 3.1 Waterzijdig rendement Gem. 90,2% t.o.v. Hi (1,3% t.o.v. Hs) bij vollast en gem. 92,5% t.o.v. Hi (3,3% t.o.v. Hs) bij deellast. Gem. watertemperatuur 70 C (0/0 C). 3.2 Stooktechnisch rendement Gem. 91,2% t.o.v. Hi (2,2% t.o.v. Hs) bij vollast en gem. 93,0% t.o.v. Hi (3,% t.o.v. Hs) bij deellast. 4

5 4. TECHNISCHE GEGEVENS EN AFMETINGEN 4.1 Overdrukketel vooraanzicht achteraanzicht Afb. 01 Afmetingen overdrukketel zijaanzicht Flenzen volgens DIN 233 Voor maten K, L, M en N: zie de branderspecificaties in par. 4.2 en par Aantal leden Nominaal vermogen kw Nominale belasting Hi Hs kw kw kg/h Rookgaszijdige weerstand * mbar Waterinhoud Rookgaszijdige inhoud m 3 Waterzijd. weerst. Æt=20 C mbar Waterzijd. weerst. Æt= C mbar Rookgashoeveelheid l Gewicht ca. kg A Afmetingen in mm B C Ø D * Bepaald bij een luchtovermaat van 20% 1,7 2,3 3,0 3, 3,9 4, 5,0 5,9 5,5,0,5 7,0 0, 0,9 1,0 1,1 1,2 1,3 1,4 1,5 1, 1,7 1, 1,

6 Remeha P Clysan ventilatorbrander voor aardgas 00 VK RC 20 VK RC 00 VK RC 20 VK RC 00 VK RC Afb. 02 Afmetingen Clysan ventilatorbrander voor aardgas Type 00/20 VK LN 00/20 VK LN 00 VK LN A B C D E H Afmetingen in mm Aantal leden Brandertype Nominaal vermogen Nominale belasting Gasverbruik * Gasvoordruk Gasaansluiting** Gewicht brander ca. Afmetingen gasstraat kw Hi kw Hs kw m 3 s /h mbar kg K mm L mm M mm N mm 9 00 VK RC /0 2"/11/4 " VK RC /0 DN5/ 2 " VK RC /0 DN5/ 2 " VK RC /0 DN5/ 2 " VK RC /0 DN5/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " VK RC /0 DN0/ 2 " Regeling H/L Units 9 t/m 20 leden voldoen aan de CE voorschriften * Cal. waarde 29,25 MJ/m 3 s. ** 11/2 en 2" is draadaansluiting DN5 + DN0 zijn flensaansluitingen. Motorgegevens 00/20 VK RC 230/400 V 2,2 kw,3/3, A omw./min. 00/20 VK RC 230/400 V 2,2 kw,3/3, A omw./min. 00 VK RC 230/400 V 5,5 kw 1/9 A omw./min.

7 4.3 Monarch ventilatorbrander voor aardgas G 5 G 7 G30 G40 Afb. 03 Afmetingen Monarch ventilatorbrander voor aardgas Type G5 G7 G30 G40 E F H Afmetingen in mm Aantal leden Nominaal vermogen Nominale belasting Brandertype Gasverbruik * Gasvoordruk Gasaansluiting ** Gewicht brander ca. Afmetingen gasstraat G5/1-D-ZNA G7/1-D-ZNA G7/1-D-ZNA G7/1-D-ZNA G7/1-D-ZNA G7/1-D-ZNA G30/2-A-ZMNA G40/1-B-ZMNA G40/1-B-ZMNA G40/2-A-ZMNR G40/2-A-ZMNR G40/2-A-ZMNR kw Hi kw Hs kw m 3 s /h mbar 25/0 25/ mm DN0/R 11/2" DN0/R 11/2" R 11/2" R 2" R 2" R 2" DN5 DN5 DN5 DN5 DN5 DN5 kg K mm 350/ / L mm 70/ / M mm 420/409 30/ N mm /150 / Regeling H/L Units 9 t/m 20 leden voldoen aan de CE-voorschriften * Cal. waarde 29,25 MJ/m 3 s. ** Flensaansluiting Motorgegevens G5 G7 G30 G40/1 G40/2 230/400 V 230/400 V 400 V 400 V 400 V 1,4 kw 2,2 kw 4,5 kw 5,5 kw 7 kw,3/3,5 A 9,/5,7 A 9,5 A 11,5 A 14 A 220 omw./min. omw./min omw./min omw./min omw./min. 4.4 Clysan en Monarch ventilatorbranders voor olie Op aanvraag 7

8 Remeha P TOEPASSINGSGEGEVENS 5.1 Algemeen De ketel is toe te passen in alle ketelhuizen zowel in nieuwbouw als in bestaande bouw en daar waar, door de constructie van het rookgasafvoersysteem en de ketelafmetingen, het plaatsen van een compacte ketel noodzakelijk is. 5.2 Warmwateruitvoering Watertemperatuur Warmwater tot 1 C. De maximale bedrijfstemperatuur is 95 C. De minimaal toegestane retourtemperatuur bedraagt zowel voor gas- als voor oliegestookte ketels 40 C, bij een waterdoorstroming overeenkomend met een Æt van 20 C bij een nominale belasting Waterdruk De ketel is toepasbaar voor open en gesloten warmwaterinstallaties tot een maximale bedrijfsdruk van,0 bar en een minimale bedrijfsdruk van 0, mbar. Dak- of kelderopstelling van de ketel is zonder bezwaar mogelijk Watercirculatie De minimale watercirculatie door de ketel volgt uit de formule: nominaal vermogen (kw) =... m 3 /h 70 Met deze circulatie wordt voorkomen, dat b.v. bij dichtlopen van installatiemengkleppen op het moment dat de ketel in bedrijf is, de maximaalthermostaat wordt aangesproken. De nominale watercirculatie door de ketel (Æt=20 C) volgt uit de formule: nominaal vermogen (kw) 23 =... m 3 /h Waterbehandeling Waterbehandeling is onder normale omstandigheden niet vereist (zie onze publicatie waterkwaliteitsvoorschrift). 5.3 Economisers ECO's kunnen op aanvraag geleverd worden. Aanpassing van het brandertype kan noodzakelijk zijn. Voor specificatie zie onze Technische Informatie ECO 13/14/15 (alleen voor aardgas).

9 5.4 Low NOx uitvoering De Remeha P 500 ketels in combinatie met de in dit document vermelde Clysan en Monarch gasbranders, voldoen aan het Besluit emissie-eisen stookinstallaties milieubeheer A en B (BEES A en BEES B). De NOx-uitstoot bedraagt bij deze combinaties namelijk minder dan 70 mg/m 3 bij O 2 =3%. Bij de Clysan RC-branders, wordt deze NOx-uitstoot verkregen door rookgasrecirculatie vanuit de tweede trek van de ketel. De Clysan RC-branders worden geleverd inclusief geïsoleerde rookgasrecirculatie, die op de daarvoor bestemde aansluiting op de frontdeur van de ketel wordt aangesloten. Bij de Monarch NA- en NR-branders, wordt de lage NOx-uitstoot verkregen door de verbranding in twee fasen te laten plaatsvinden, nl. een onderstoichiometrische eerste en een overstoichiometrische tweede bij lagere vlamtemperatuur. Raadpleeg voor meer informatie onze afdeling Marketing & Sales support. 5.5 Geluidsproductie Het gemeten ketelhuisgeluidsniveau op 1 meter afstand rond de ketel, bedraagt ca. 75 tot 90 dba. Het uitmondingsgeluidsniveau van het rookgasafvoersysteem zal, afhankelijk van belasting, branderfabrikaat en uitvoering van het rookgasafvoersysteem, zonder geluidsdemper variëren van 75 tot 90 dba gemeten op 1 meter afstand van de uitmonding. Indien deze geluidsproductie aanleiding geeft tot problemen in de directe omgeving, dan dienen hiertoe geluidswerende of -absorberende maatregelen te worden genomen. Remeha P 500 met Clysanbrander (met geluiddempkap) Remeha P 500 met Monarchbrander (zonder geluiddempkap) De gemeten geluidswaarden zijn gemiddelden uit diverse metingen en gemeten op ca. 1 m afstand rond de ketel op een hoogte van ca. 1m. Afb. 04 Geluidswaarneming overdrukketel met brander 9

10 Remeha P Rookgasafvoersysteem Voor het afvoeren van de rookgassen is geen schoorsteentrek vereist. De druk, gemeten op het rookgasaansluitstuk van de ketel, moet tussen de -0,5 en +0,5 mbar liggen. Bij een te verwachten overdruk in het rookgasafvoerkanaal wordt geadviseerd de ketel en brander in overleg met onze afdeling Marketing & Sales support te selecteren. Bij een te verwachten trek van meer dan 0,5 mbar wordt geadviseerd een trekregelaar toe te passen. De aansluiting op en de uitvoering van het rookgasafvoerkanaal overeenkomstig NEN Olietoevoer De olieleidingen moeten zodanig aan de brander worden gemonteerd, dat de olieslangen spanningsvrij kunnen worden aangesloten. Er moet op gelet worden dat de brander eenvoudig kan openzwenken. In de zuigleiding dient een filter met snelafsluiter te worden gemonteerd. De mazen van het filter dienen 0,0 mm groot te zijn. De overdruk aan de zuigzijde van de pomp mag maximaal 2 bar bedragen. Na montage dienen de olieleidingen te worden afgeperst. Deze controle vindt plaats met perslucht of stikstof bij een minimale druk van 5 bar. De brander mag tijdens het afpersen van de olieleidingen niet oliezijdig zijn aangesloten. De totale lengte van de leiding is de lengte van alle horizontale en verticale leidingen en bochten. De statische zuighoogte H (max. 3,0 m) is de loodrechte afstand tussen pomp en voetklep in de tank. De zuigweerstand mag 0,4 bar niet overschrijden. Bij hoger vacuüm wordt de pomp beschadigd, terwijl tevens een hevig geruis zal optreden. Afb. 05 Olietoevoer Legende: 1. Oliebrander 5. Terugslagventiel 2. Filter. Retourleiding 3. Snel afsluiter 7. Olietank 4. Zuigleiding. Voetklep Filter Het inbouwen van een oliefilter biedt grote voordelen. Deze vangt het vuil in de olie en het montagevuil uit de leidingen op. Indien geen filter wordt toegepast, kunnen de volgende storingen optreden: - het verstoppen van de pompzeef. - het blokkeren van het magneetventiel. - het verstoppen van de verstuiver. Hoogteverschil tussen pomp en voetklep bij lager liggende olietank H (m) 0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 Bij een pompcapaciteit 50 L/h Lengte van de zuigleiding in m Bij een pompcapaciteit 70 L/h Lengte van de zuigleiding in m De gemiddelde weerstanden van filter, voetklep, afsluiter en bochten zijn in deze tabel verwerkt

11 . PLAATSINGSVOORSCHRIFTEN.1 Voorschriften Voor de ketelopstelling dienen de normen NEN en NEN 7 (GAVO 197) of NEN 207 te worden geraadpleegd. De installatie dient voorzien te zijn van een veiligheidsklep, overeenkomstig NEN (art..3 en )..2 Opstellingsmogelijkheden in het ketelhuis De noodzakelijke minimale opstellingsruimte van de ketel volgt uit onderstaande tekening..3 Steunoppervlak Aantal leden A mm H = 0 mm zonder trillingdemper H = 0 mm met trillingdemper Afb. 07 Steunoppervlak * Volgens NEN 302 Afb. 0 Opstellingsruimte 11

12 Remeha P COMPONENTEN VAN DE REGEL- EN BEVEILIGINGSAPPARATUUR 7.1 Overdrukunit voor aardgas Unit met Clysan ventilatorbrander voor aardgas Deze bestaat uit: - Remeha-overdrukketel type P 500 voorzien van: - bedieningspaneel (par. 9.5) - complete set tegenflenzen. - Clysan ventilatorgasbrander, voorzien van: - kunststof geluiddempkap - compleet bedrade gasstraat, geheel volgens CE-voorschriften, die naar keuze links of rechts langs de ketel gemonteerd kan worden - schakelpaneel, onder de kunststofkap op de brander gebouwd en waarin ondergebracht de complete branderregeling - complete bekabeling van gasstraat naar brander - aansluiting op bedieningspaneel d.m.v. stekers - gaskraan en gasfilter. Opmerkingen: - De elektrische voeding en de gasaansluiting worden niet door Remeha aangebracht. - Inbedrijfstellen wordt door Remeha verzorgd. - Aanwezigheid van Remeha-personeel bij inspectie in het kader van de wet milieubeheer (voorheen Visainspectie) is mogelijk (tegen meerprijs). - Tegen meerprijs is een modulerende branderregelaar leverbaar. - Tegen meerprijs kunnen de branders geschikt gemaakt worden voor rookgasrecirculatie. De recirculatieleiding die dan meegeleverd wordt, kan op de daarvoor bestemde aansluiting op de frontdeur van de ketel worden aangesloten (par. 5.4) Unit met Monarch ventilatorbrander voor aardgas Deze bestaat uit: - Remeha-overdrukketel type P 500 voorzien van: - bedieningspaneel (par. 9.5). - complete set tegenflenzen - Monarch ventilatorgasbrander, voorzien van: - compleet bedrade gasstraat, geheel volgens CE-voorschriften, die naar keuze links of rechts langs de ketel gemonteerd kan worden - afhankelijk van brandertype, een ingebouwd schakelpaneel of een op de gasstraat gebouwde schakelkast - complete bekabeling van gasstraat naar brander - aansluiting op bedieningspaneel d.m.v. stekers - gaskraan en gasfilter. Opmerkingen: - De elektrische voeding en de gasaansluiting worden niet door Remeha aangebracht. - Inbedrijfstellen wordt door Remeha verzorgd. - Aanwezigheid van Remeha-personeel bij inspectie in het kader van de wet milieubeheer (voorheen Visainspectie) is mogelijk (tegen meerprijs). - Voor een laag geluidsniveau is een verrijdbare geluiddempkast leverbaar (tegen meerprijs). - Tevens zijn er NA-gasbranders leverbaar, die volgens het zogenaamde getrapte verbrandingsprincipe werken (par. 5.4). 7.2 Overdrukunit voor olie Op aanvraag

13 . MONTAGERICHTLIJNEN EN INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN VOOR HET WATERZIJDIG GEDEELTE.1 Algemeen De Remeha ketel P 500 wordt in losse delen geleverd. De afmetingen zijn zodanig, dat alle delen via een normale toegangsdeur in het ketelhuis kunnen worden gebracht. De bemanteling en de apparatuurdelen worden in verpakkingseenheden geleverd. De ketel kan eventueel zonder bemanteling in bedrijf gesteld worden. Later kan de bemanteling zonder demontage van de wateraansluitingen worden aangebracht..2 Ketelmontage De installatie van de ketel mag alleen door een erkende installateur plaatsvinden, overeenkomstig de door Remeha samengestelde montagehandleiding. De installatie moet voldoen aan de veiligheidseisen voor centrale verwarmingsinstallaties (NEN 302 en NEN7 - GAVO 197 of NEN 207). De plaatselijke voorschriften van de energiebedrijven dienen te worden nageleefd..3 Wateraansluitingen De wateraansluitingen bevinden zich aan de achterzijde van de ketel. De aanvoer- en retouraansluiting bestaan uit aansluitstukken met flens volgens DIN 233. Bij de unit-uitvoeringen worden voor deze aansluitstukken voorlas-tegenflenzen Ø 150 mm meegeleverd. De bovenste blindflens aan de voorzijde van de ketel is voorzien van 3 x G 1 / 2 " draadgaten voor de montage van de niveaubeveiligingselektrode en dompelbuizen. Het retouraansluitstuk is voorzien van een G 3 / 4 " draadgat, waarin een vul- en aftapkraan wordt gemonteerd. De ketel moet voorzien zijn van een veiligheidsklep, die qua afmeting en plaatsing dient te voldoen aan de eisen, zoals gesteld in NEN 302/19 (art..3 en ). 13

14 Remeha P INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR 9.1 Algemeen De elektrische aansluitingen en -voorzieningen moeten worden uitgevoerd volgens NEN en de voorschriften van de plaatselijke energiebedrijven. De elektrische aansluitingen dienen overeenkomstig de meegeleverde en de in par. 9. weergegeven schema's te worden uitgevoerd. De bedrading dient overeenkomstig NEN in doorvoerbuizen of kabelkanalen gelegd en op deugdelijke wijze aan het toestel gemonteerd te worden. Alle aan te sluiten onderdelen dienen voorzien te zijn van een deugdelijke aarding. 9.2 Elektrotechnische gegevens Voeding : 230/400 V - 50 Hz.(brander) Maximale zekeringswaarde: /1 A Aansluitkabel : 2 1 / 2 mm 2 Stuurspanning : 230 V - 50 Hz Maximale zekeringswaarde: A Verbindingskabel : 1 1 / 2 mm Brandschakelaar Overeenkomstig NEN 302 dient buiten de stookruimte een zgn. brandschakelaar te worden gemonteerd om in geval van calamiteiten de voeding naar het toestel te kunnen verbreken. 9.4 Niveaubeveiliging De niveaubeveiligingsautomaat is ondergebracht in het Remeha bedieningspaneel. De niveaubeveiliging is vergrendelend uitgevoerd en de elektrode wordt gemonteerd in de bovenste blindflens van het gietijzeren ketelblok. Technische gegevens Fabrikaat : Dungs. Type : DWEB 53E. Voeding : 230 V - 50 Hz. Opgenomen vermogen : 5 W. Elektrode spanning : 42 V (AC). Werkgebied : ca. 0,5 en 1,5 ma (AC). 14

15 9.5 Bedieningspaneel Het bedieningspaneel bevat alle benodigde besturingsen meetinstrumenten om de ketel te regelen. Alle aansluitingen zijn voorbedraad en de branderkabels zijn uitgevoerd met stekers. De capillairen en voelerleiding, die uit het bedieningspaneel komen, worden in de dompelbuizen geplaatst, welke voor in de ketel zijn gemonteerd. Het bedieningspaneel is voorzien van een niveaubeveiligingsautomaat Afb. 0 Bedieningspaneel 1. Bedrijfsschakelaar Aan/Uit. 2. Regelthermostaat Aan/Uit, instelling tussen 35 en 95 C. 3. Regelthermostaat Hoog/Laag, instelling tussen 35 en 95 C. 4. Urenteller totaal branduren. 5. Urenteller vollast branduren.. Analoge thermometer ketelwatertemperatuur. 7. Maximaalthermostaat 1 C (vergrendelend).. Centrale storingslamp, rood. 9. Resetschakelaar niveaubeveiligingsautomaat met optische signalering, geel.. Inbouwmogelijkheid voor een rematic weersafhankelijke ketelregeling. 15

16 9. Stoomkringschema Remeha P ) Externe aansturing laag 2.) Externe aansturing hoog Afb. 09 Stroomkringschema 1

17 . INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT.1 Overdrukketel met gasbrander.1.1 In bedrijf stellen De eerste inbedrijfstelling is bij de prijs inbegrepen en dient derhalve door Remeha-personeel te worden uitgevoerd. Wanneer de ketel na een periode van stilstand opnieuw in bedrijf genomen moet worden, gaat u als volgt te werk: a. Open de hoofdgaskraan. b. Stel de weersafhankelijke regeling (indien gemonteerd) in op handbediening. c. Stel de thermostaten in op warmtevraag (hoogste stand). d. Schakel de circulatiepomp in. e. Schakel de hoofdschakelaar t.b.v. de ketel in. f. Schakel de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel in. Het volgende zal nu plaatsvinden: De ventilator van de gasbrander gaat draaien en de vuurhaard wordt gedurende de spoeltijd geventileerd met geheel geopende luchtklep. De luchtklep zal dan naar startstand gaan. De ontsteking wordt ingeschakeld en de startgasklep geopend. De aansteekvlam ontstaat en wordt gecontroleerd. Vervolgens geeft de beveiligingsautomaat het signaal vrij de brander naar vollast te sturen. Zet de weersafhankelijke regeling weer in de bedrijfsstand..1.2 Uit bedrijf nemen Het is voldoende de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel uit te schakelen. Het verdient aanbeveling om bij werkzaamheden aan de brander ook de hoofdgaskraan te sluiten..2 Overdrukketel met oliebrander.2.1 In bedrijf stellen De eerste inbedrijfstelling is bij de prijs inbegrepen en dient derhalve door Remeha-personeel te worden uitgevoerd. Wanneer de ketel na een periode van stilstand opnieuw in bedrijf genomen moet worden, gaat u als volgt te werk: a. Open de olietoevoer (par. 5.7). b. Stel de weersafhankelijke regeling (indien gemonteerd) in op handbediening. c. Stel de thermostaten in op warmtevraag (hoogste stand). d. Schakel de circulatiepomp in. e. Schakel de hoofdschakelaar t.b.v. de ketel in. f. Schakel de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel in. Het volgende zal nu plaatsvinden: De ventilator en de oliepomp van de oliebrander gaan draaien en de vuurhaard wordt gedurende de spoeltijd geventileerd met geheel geopende luchtklep. Daarna gaat de luchtklep naar de startstand. De ontsteking wordt ingeschakeld en de olietoevoer wordt vrijgegeven. De vlam ontstaat en wordt gecontroleerd. De beveiligingsautomaat geeft het signaal vrij de brander naar vollast te sturen. Zet de weersafhankelijke regeling weer in de bedrijfsstand..2.2 Uit bedrijf nemen Het is voldoende de bedrijfsschakelaar in het bedieningspaneel uit te schakelen. Het verdient aanbeveling om bij werkzaamheden aan de brander en bij langdurige stilstand ook de olietoevoer af te sluiten. 17

18 Remeha P RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN 11.1 Overdrukketel met gasbrander Maximaalthermostaat vergrendelt - Controleer de watercirculatie (circulatiepomp). Ontgrendel de maximaalthermostaat (ontgrendelknop bevindt zich in het bedieningspaneel onder de afdekkap van de maximaalthermostaat). - Waarschuw de installateur bij hervergrendeling Niveaubeveiliging vergrendelt (gele signaallamp op bedieningspaneel brandt). Mogelijke oorzaken: - Het waterniveau in de ketel (installatie) is te laag. - Lekkage: de oorzaak van de lekkage opsporen en opheffen; ketel (installatie) hervullen en de niveaubeveiliging ontgrendelen d.m.v. de resetschakelaar in het bedieningspaneel. - Bij hervergrendeling: installateur waarschuwen! - De niveaubeveiligingselektrode is vervuild. - Ketel aftappen. Niveaubeveiligingselektrode demonteren en reinigen. Na reiniging van de elektrode deze weer monteren, de ketel hervullen en de niveaubeveiliging ontgrendelen. - Beschadiging of breuk van de kabel van de niveaubeveiligingselektrode. - Kabel vervangen en de niveaubeveiliging ontgrendelen. - Toevoegingen aan het installatiewater - Hierdoor kan de stroom bij de niveaubeveiligingselekrode buiten het werkgebied vallen. Sluit voor het meten van deze stroom een universeelmeter in serie aan met de elektrode. De gemeten stroom dient tussen 0,5 en 1,5 ma ~AC te liggen Overdrukketel met oliebrander Maximaalthermostaat vergrendelt - Controleer de watercirculatie (circulatiepomp). Ontgrendel de maximaalthermostaat (ontgrendelknop bevindt zich in het bedieningspaneel onder de afdekkap van de maximaalthermostaat). - Waarschuw de installateur bij hervergrendeling Niveaubeveiliging vergrendelt (gele signaallamp op bedieningspaneel brandt). Mogelijke oorzaken: - Het waterniveau in de ketel (installatie) is te laag. - Lekkage: de oorzaak van de lekkage opsporen en opheffen; ketel (installatie) hervullen en de niveaubeveiliging ontgrendelen d.m.v. de resetschakelaar in het bedieningspaneel. - Bij hervergrendeling: installateur waarschuwen! - De niveaubeveiligingselektrode is vervuild. - Ketel aftappen. Niveaubeveiligingselektrode demonteren en reinigen. Na reiniging van de elektrode deze weer monteren, de ketel hervullen en de niveaubeveiliging ontgrendelen. - Beschadiging of breuk van de kabel van de niveaubeveiligingselektrode. - Kabel vervangen en de niveaubeveiliging ontgrendelen. - Toevoegingen aan het installatiewater - Hierdoor kan de stroom bij de niveaubeveiligingselektrode buiten het werkgebied vallen. Sluit voor het meten van deze stroom een universeelmeter in serie aan met de elektrode. De gemeten stroom dient tussen 0,5 en 1,5 ma ~AC te liggen Gasdrukstoring of luchtdrukstoring vergrendelt (signalering door signaallamp): - Ontgrendel de betreffende storing. - Waarschuw de installateur bij hervergrendeling. 1

19 . ONDERHOUDSVOORSCHRIFT.1 Algemeen Het ketelblok en de voorzetbrander dienen, afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden, één of meerdere malen per jaar te worden nagezien en gereinigd. De voor het onderhoud te verrichten werkzaamheden omvatten:.2 Het reinigen van het ketelblok - Stel de ketel buiten bedrijf. - Open de frontdeur, zonodig na demontage van de brander. - Verwijder de retarders. - Reinig de vuurhaard en de rookgaskanalen. Doe dit met behulp van een passende borstel (verkrijgbaar bij Remeha). - Reinig de uitgenomen retarders (9 t/m 1 leden). - Demonteer de achtermantel van de ketel en verwijder het schoonmaakdeksel (dit bevindt zich aan de onderzijde van de rookkast). - Zuig de ketel en de rookkast schoon. - Zonodig de pakking van de frontdeur na reiniging van de ketel vernieuwen. - Monteer de losgenomen onderdelen en sluit de frontdeur. - Monteer de brander (indien deze was losgenomen)..3 Het onderhouden van de brander.3.1 De gasbrander Het is noodzakelijk minstens éénmaal per jaar de brander een goede onderhoudsbeurt te geven om verzekerd te zijn van een goede en veilige werking. De volgende punten moeten dan worden nagezien: - Meet de gasdichtheid van de gas- en hoofdgaskleppen. - Controleer de afstelling van de gas- en luchtregelkleppen. - Ontdoe het schoepenwiel van afgezet vuil. - Demonteer de branderkop door het ventilatorhuis open te schanieren. Draai hierna de drukbout boven op het branderhuis los, waarna de branderkop in zijn geheel kan worden uitgenomen. - Controleer stand en betrouwbaarheid van de ontstekings- en ionisatie-elektroden: bij twijfel vernieuwen. - Trek de bouten van de branderring opnieuw aan en test deze op lekkage. - Vervang de pakking, monteer de branderkop weer en schanier het ventilatorhuis weer dicht. - Stel vervolgens de brander in bedrijf en controleer alle afstellingen en beveiligingen. Raadpleeg hierbij ook de documentatie van de brander..3.2 De oliebrander Het is noodzakelijk minstens éénmaal per jaar de brander een goede onderhoudsbeurt te geven om verzekerd te zijn van een goede en veilige werking. De volgende punten zijn hier van belang: - Controleer en reinig: - de stuwplaat; - de vlambeker; - het schoepenwiel; - de nozzles (zonodig vervangen); - de ontstekingselectroden; - het zuigfilter. - Controleer tevens de afstelling van: - de stuwplaat; - de ontsteking; - de pompdruk; - het vlambeeld. Raadpleeg hierbij ook de documentatie van de brander..4 Inspectie op rookgaszijdige lekkage.5 Op goede werking testen en zonodig opnieuw afstellen van de regel- en beveiligingsapparatuur. Controle van de verbranding d.m.v. meting van de rookgassen.7 Controle van de wateraansluitingen 19

20 Copyright Alle in deze technische informatie vervatte technische en technologische informatie alsmede eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen en technische beschrijvingen blijven ons eigendom en mogen zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet worden vermenigvuldigd. Wijzigingen voorbehouden Art.nr /5000/0.9/Bo. ISO 9001 sinds 19 Remeha B.V. Postbus 32 7 AA Apeldoorn Tel.: Fax: remeha@remeha.com