MORAALFILOSOFIE; LIJST VAN MOGELIJKE EXAMENVRAGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "MORAALFILOSOFIE; LIJST VAN MOGELIJKE EXAMENVRAGEN"

Transcriptie

1 MORAALFILOSOFIE; LIJST VAN MOGELIJKE EXAMENVRAGEN 1. Welk verschil is er tussen de legitimiteits- en de doelmatigheidsvraag? De legitimiteitsvraag gaat over wie het recht had om recht te maken, sommigen meenden dat god het recht had, anderen de soevereine vorst, de representatieve democratie. De legitimiteitsvraag is een 1 ste ethische probleem. De doelmatigheidsvraag gaat over de effectiviteit van het recht, zijn de rechtsregels wel in staat om de beoogde doelen te realiseren en doen zij dit op de meest optimale manier. De doelmatigheidsvraag is ook een ethisch probleem. 2.Wat betekent de evolutie van een formeel naar een materieel rechtsbegrip? Oorspronkelijk was het recht van formele aard, en had het dus vooral tot doel de beginselen van de heerschappij v h recht te respecteren. Begin 19 de eeuw Men ging er van uit dat iedereen gelijk was en evenveel rechten had. Het recht was er echter vooral om de belangen van de heersende klasse te ondersteunen en te verdedigen. Vb.: de wet Le Chapelier verbod op vereniging door arbeiders. Rest 19 de eeuw Revolte door de arbeiders, maar ook op wetenschappelijk gebied. Er kwamen steeds meer wetten die misbruik van afhankelijkheid tegen wilden gaan. Vb De evolutie in het stemrecht de oorlogen hebben veel veranderd. W.O.I: mannen vechten aan het front = risico op de dood na de oorlog moet men iets in ruil geven, want iedereen moest wapens inleveren ( en liefst zonder protest) = meervoudig stemrecht. W.O. II: de economie was op de vrouwen afgestemd mannen waren aan het front vrouwen hadden een belangrijke positie in de maatschappij stemrecht voor de hele meerderjarige bevolking. De bevolking kreeg inspraak in de maatschappij = van formele naar materiële gelijkheid. Door die meer materiële invulling van het burgerrecht moet de overheid ook meer instaan voor enkele fundamentele rechten zoals recht op onderwijs, recht op gezondheidszorg 3. Welke verschijnselen duidt men aan als erosie van het recht? De verruiming van het burgerschap en de democratisering van de staat hebben aan de heerschappij van het recht een andere betekenis gegeven. Door de democratisering werden mensen en groepen met zeer verschillende macht in de wereld van het recht opgenomen en dit kon maar pas door rekening te houden met de verschillen tussen mensen, waar die relevant geacht werden. Het recht werd meer een beleidsinstrument voor het verwerkelijken van zeer specifieke materiële doelen. De rule of law werd vervangen door the responsive law. ( Zichtbaar in arbeidsverhoudingen/ economie: de overheid trad actiever op en raakte meer verstrengeld met de privaatsfeer/openbare nutsvoorzieningen/...) De integratie van lagere klassen heeft de juridische instellingen gewijzigd: de macht van het parlement is verminderd, de rechterlijke macht kreeg grotere bevoegdheid om wetten te toetsen, er wordt veel belang gehecht aan het recht op openbaarheid van het bestuur. Rechtsregels worden dus complexer en specifieker. Ze veranderen voortdurend en worden gedetailleerder. Zij richten zich meer op specifieke groepen of specifieke problemen. De klassieke idee van heerschappij van het recht erodeerde, het recht instrumentaliseerde. Rechtsregels worden complexer, veelvuldiger en specifieker. Ze veranderen voortdurend en worden gedetailleerder. Ze richten zich meer en meer op specifieke groepen en problemen en ze zijn steeds minder algemeen. Particuliere belangengroepen = particuliere belangen als algemene belangen aanzien. heerschappij van het recht erodeert recht instrumentaliseert enkel nog maar plichten, geen wetten meer De idee zelf van het recht werd aangetast door het steeds veranderen van de rechten en wetten.

2 4. Welke verschijnselen duidt men aan als explosie van het recht? Er is een grote toename van de wetgeving in ruime zin. Jaarlijks verschijnen er duizenden wetten en decreten. De veronderstelling dat iedereen geacht wordt de wet te kennen heeft iedere plausibiliteit verloren. Het is het complexer worden van de samenleving die aanzet tot een complexer wordende samenleving. Verschijnselen van explosie van het recht: 1) er zijn meer rechtszaken, hier zijn verschillende oorzaken voor: burgers zijn mondiger geworden, toename van het aantal gerechtelijke geschillen. De toename van het aantal rechtszaken drukt niet alleen een groeiende mondigheid uit van de burgers maar ook als een uiting van groeiend onvermogen van diezelfde burger om zelf nog oplossingen te bedenken voor een conflict. 2)meer juristen; er zijn steeds meer advocaten, magistraten,... niet te verwonderen: de toenemende juridisering van de samenleving vergt de inzet van steeds meer juridische deskundigen om te bemiddelen in maatschappelijke problemen. Op zijn beurt leidt het inzetten van steeds meer juristen wellicht ook tot een toenemende juridisering van de samenleving. 3)een proliferatie aan rechten; de meeste wetten impliceren een toenemend aantal verplichtingen waaraan diverse groepen moeten voldoen. Het gaat hier niet om een toename van rechten, vaak gaat het om een beperking van reeds bestaande grondrechten. Vb de rechten van de patiënt vb de vrouwenrechten. Nieuw zijn dan wel de implementatie van kinderrechten 5.Welke basisnormen onderschragen the rule of law? 1) de algemeenheidsnorm impliceert dat wetten een algemene strekking moeten hebben en niet voor een concrete persoon of een concreet geval mogen worden uitgevaardigd. Zij vereist zowel onpartijdigheid als onpersoonlijkheid. 2) De vrijheidsnorm impliceert dat de staatsmacht wordt beperkt door voor alle burgers als rechtssubjecten zeker onvervreemdbare rechten te erkennen. 3) De openbaarheidsnorm vereist dat alle wetten kenbaar moeten worden gemaakt aan de rechtssubjecten en dat er geen geheime wetgeving mag bestaan. 4) De formele gelijkheidsnorm of het non discriminatiebeginsel vereist dat alle gevallen een gelijke behandeling zouden krijgen. 5) De duidelijkheidsnorm vereist dat wetten voor iedereen begrijpelijk moeten zijn. 6) De legaliteitsnorm impliceert dat de overheid slechts op grond van de wet mag optreden 7) De vereiste van non-retroactiviteit houdt in dat de wet slecht voor de toekomst, en niet voor het verleden kan beschikken. 8) De vereiste van consistentie impliceert dat wetten onderling elkaar niet mogen tegenspreken. 9) De vereiste van stabiliteit vergt dat wetten niet voortdurend mogen gewijzigd worden. 10) De vereiste van onafhankelijkheid van de rechterlijke macht impliceert dat de wetten door een van de wetgever onafhankelijke instantie consistent moeten worden geïnterpreteerd en toegepast..6. Wat wordt bedoeld met het evenwicht der machten? Een maatschappij waarin het recht regeert heeft als centraal ordeningsmechanisme een rechtssysteem als een ordening van algemene openbare regels die gericht zijn tot vrije en gelijke personen met het oog op het reguleren van hun handelen. De wetgever ontwerpt hierbij het algemene kader, dat door de burgers zelf, in geval van conflict, door de rechter nader ingevuld moet worden. Een rechtsstaat wordt gekenmerkt door een evenwichtige machtenspreiding, dat is niet hetzelfde als een scheiding van machten. Volgens de thans geldende documenten is het de grondwet die zowel de respectieve bevoegdheden van de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht bepaalt, als hun onderlinge verhoudingen. Centraal staat hierin de gedacht dat de overheidsmacht door recht wordt beperkt.

3 7. Wat betekent de scheiding tussen het private en het publieke? De scheiding tussen het private en het publieke is een noodzakelijk gevolg van de erkenning van een pluraliteit aan levensbeschouwingen en morele opvattingen. Het publieke karakter van normen wordt door 4 mechanismen van de rechtsstaat verzekerd. het moet gaan om regels die door een meerderheid in een representatieve wetgevende vergadering in rechtsregels werden vastgelegd de regels moeten aan zekere voorwaarden voldoen die hun onpartijdigheid of neutraliteit verzekeren. er wordt over de naleving en interpretatie gewaakt door een relatief onafhankelijk gerechtelijk apparaat. ook de wetgever moet gebonden zijn door een grondwet Het private zijn die handelingsgebieden waarvan men vindt dat de overheid zich daar niet mee mag inlaten. Het is alles wat zich in de persoonlijke leefsfeer afspeelt, op voorwaarde dat datgene de openbare orde niet verstoort. De moderne maatschappij berust op man made law, waarbij het gegeven dat het om regels gaat die door mensen werden ontworpen en slechts voor mensen gelden de enige grondslag vormt voor hun gelding. En fundamenteel probleem is de vraag welke regels een openbaar karakter toekomt. private = terrein van ethiek, moraal. Leefbeschouwingen invullen van het goede leven. Publieke = overheid mag zich hiermee bemoeien alles wat van publieke orde is. The right the good Publieke private 8. Welke normen vormen de grondslag van de levensbeschouwelijke neutraliteit van de staat? Een politieke cultuur waarin de scheiding tussen kerk en staat consequent wordt doorgetrokken zou zich naar de volgende normatieve beginselen moeten richten: (1) de staat dient de vrijheid te verzekeren van iedere burger om eender welke godsdienst of levensbeschouwing te beleven en om daartoe alle nodige infrastructuur uit te bouwen in de mate waarin een gelijk recht van anderen niet in gedrang komt vrijheid. (2) de staat heeft niet het recht om in zijn beleid en organisatie een voorkeur uit te drukken voor een specifieke levensbeschouwing. Hij dient onpartijdig te zijn gelijkheid. (3) de staat neemt het op zich ervoor te zorgen dat de diverse godsdiensten en levensbeschouwelijke op een niet-agressieve manier kunnen samenleven en om uitingen van fanatisme uit de openbare sfeer te bannen. tolerantie. (4) kerk en levensbeschouwelijke verenigingen mogen hun invloed niet aanwenden om van de staat een zekere voorkeursbehandeling te verwerven. neutraliteit. (5) kerken en levensbeschouwelijke verenigingen behoren de feitelijke pluraliteit aan godsdiensten en levensbeschouwingen te aanvaarden. pluralisme (6) individuen en politieke partijen mogen geen wetten of beleidsmaatregelen bepleiten die de menselijke vrijheid beperken indien zij slechts op basis van één specifieke levensbeschouwing kunnen worden gejustificeerd. Iedere wet en ieder beleid moet minstens tegelijk ook op wereldlijke redenen berusten, waarvan de geldigheid niet afhankelijk is van één specifieke levensbeschouwing. seculariteit. 9. Wat stelt het schadebeginsel van John Stuart Mill? De scheiding tussen het private en het publieke vinden we terug bij John Stuart Mill, waarin de scheiding waarin de scheiding wordt geïnterpreteerd als die tussen liberty en authority. Uitgangspunt is dat individuen zelf het best geplaatst zijn om uit te maken wat goed voor hen is en dat de maatschappij slechts mag interfereren in hun handelen, indien er schade wordt aangericht door anderen. Hoewel dit schade beginsel ruimte biedt voor verschillende interpretaties reikt het toch een criterium aan op grond waarvan legitieme politieke interventie kan worden getoetst, indien schadeclaims intersubjectief erkende goederen betreffen. Individuele vrijheid vormt het vertrekpunt: afwijkingen zullen op grond van algemene regels moeten verantwoord worden. Vb je vrijheid eindigt waar die van anderen begint. Rokers <-> niet rokers verplichte rookvrije zones, maar toch blijven ze passief meeroken (=veel schade)

4 10. Wat is het verschil tussen tolerantie en permissiviteit? tolerantie: respect, als je het gedoogd If we can t beat you, we will tolerate you vb: wet op softdrugs: overheid tolereert het gebruik. Permissiviteit: onverschilligheid het kan me niet schelen vb: boeken stelen, joyride, belastingen niet betalen we worden meer en meer permissief. 11. In welke zin is de toenemende permissiviteit een gevaar voor de tolerantienorm? Een 1 ste probleem is dat een maatschappij waar de regels van de levensbeschouwelijke tolerantie worden gerespecteerd, niet kan verhinderen dat veel mensen levensbeschouwelijk gedesinteresseerd geraken. Ze worden dan permissief of onverschillig in plaats van tolerant. En omdat onverschilligen niet meer door een moreel motief worden geïnspireerd tot verdraagzaamheid jegens andersdenkenden, kan dergelijke onverschilligheid snel omslaan in intolerantie,waar men meent dat de eigen voorkeuren tekort worden gedaan. Populistische ontvoogding, een ontvoogding die geen enkele norm meer kent. amoraliteit. Daarom moet een verdraagzame samenleving de morele betekenis van die verdraagzaamheid voortdurend activeren en duidelijk laten weten dat tolerantie, gebaseerd op respect voor de ander iets fundamenteel anders is dan permissiviteit die gebaseerd is op onverschilligheid. Iemand in hogere graad van permissiviteit geen tolerantie meer. Vb racisme: is een moreel feit, maar de racisten zien het meer als een voorkeur geen tolerantie. 12. Geef minstens 4 verschillen tussen recht en ethiek. (1) het recht incorporeert niet alleen morele waarden maar het is ook een resultante van heersende machtsverhoudingen in een samenleving. Het hedendaagse recht heeft een compromis karakter. (2) Het moderne recht wordt gekenmerkt door de erkenning van een zekere graad aan morele vrijheid, waarbij wordt aanvaard dat ethiek en levensbeschouwing intrinsiek met elkaar verbonden zijn. In een samenleving waarin de vrijheid van levensbeschouwing en dus het levensbeschouwelijke pluralisme wordt erkend dient het recht een zekere terughoudendheid of neutraliteit in acht te nemen in ethische controversen. (3) Het recht laat zich in het beginsel slechts in met het uiterlijke handelen van mensen, niet met hun motieven. (4) Verder bakent precies het gebruik van dwangmiddelen de ethische bevoegdheid af van het recht. (5) Recht is een moeilijk te vatten entiteit. Volgens sommigen is het recht niet meer dan een lappendeken van tegenstrijdige regels en beginselen of een argumentatie arsenaal dat voor zéér verschillende doeleinden kan worden ingezet. (6) Recht is geïnstitutionaliseerd, ethiek niet Tussen recht en ethiek zijn er verschillende spanningsvelden, wie spreekt over de relatie tussen recht en ethiek moet er zich voor hoeden om beiden te essentialiseren, met andere woorden een eenheid en een identiteit toe te schrijven die ze misschien niet hebben.

5 13. Geef 3 benaderingen van het burgerschap en werk uit met een vb a) De burger als vrij mens: in deze benadering zijn de burgers, in de eerste, zoniet de enige, plaats dragers van onvervreemdbare rechten, die geen enkel politiek gezag met voeten mag betreden. Het burgerschap beperkt zich tot formele gehoorzaamheid aan de wet, die de negatieve vrijheid van de burger beschermt. Een goed burger is hij die de rechten en de vrijheden van anderen niet met de voeten treedt.(hayek) vb : een persoon in de maatschappij die zich aan de normen houdt beschouwt men als een goed burger maar van zodra deze een overtreding begaat,vb overval dan wordt hij hiervoor gestraft en in de gevangenis opgesloten, hij heeft dan geen politieke rechten, het beperkt zich tot formele gehoorzaamheid aan de wet en de overheid beschermt de burger van de negatieve vrijheid. b) De burger als nutsmaximeerder: in deze benadering worden burgers vooral opgevat als enerzijds producenten en als anderzijds consumenten. En goed burger is hij die door zijn arbeid en nijverheid bijdraagt tot het verhogen van de maatschappelijke welvaart.(bentham). vb: een handelaar, arbeider, deze produceren en consumeren en ze dragen bij tot de maatschappelijke welvaart. c) De burger als participant: in deze benadering is de burger in de eerste plaats een zoon politikon dat samen of tegen anderen de structuur van de samenleving normeert. Een goed burger is hij die zich met public spirit inzet voor de staatszaak en voor het algemeen belang.(rousseau en socialistische auteurs). Vb: een politieker. 14. Wat is het verschil tussen een praktische en een theoretische autoriteit? Politieke autoriteit als praktische autoriteit: politieke machthebbers hebben gezag omdat ze verkozen worden, en ze worden verkozen omdat de mensen er vertrouwen in hebben. Een politieke autoriteit is pas legitiem indien zij haar verhouding tot de maatschappij en tot de burger als een dienstbaarheidsverhouding ziet. Een politieke autoriteit is pas legitiem indien haar beslissingen gebaseerd zijn op redenen die over het algemeen en op zich als goede redenen worden erkend en indien de burgers haar beslissingsbevoegdheid over het algemeen erkennen. Een politieke autoriteit is daarom ook steeds beperkt. Politieke autoriteit is niet de theoretische autoriteit die een geleerde of een expert heeft. Theoretische autoriteit: autoriteit die een expert of een geleerde heeft = door bekwaamheid verkregen. Praktische autoriteit: autoriteit hebben omdat je verkozen bent, wat je kwaliteiten ook mogen zijn. Zij is slechts legitiem als haar beslissingen gebaseerd zijn op redenen die over het algemeen en op zich als goede redenen worden erkend en als de burgers haar beslissingsbevoegdheid over het algemeen erkennen. De autoriteit is ook niet onbegrensd. Ze is afhankelijk van de grondwet: - Voor wat betreft het soort handelingen dat ze kan reguleren. - Voor wat betreft de redenen waarop zij zich kan beroepen bij haar beslissingen. - Voor wat betreft de redenen die zij kan opzijschuiven bij haar beslissingen. - Voor wat betreft de soort oplossingen dat zij kan voorschrijven om gestelde problemen te regelen. De autoriteit beperkt zich tot het algemene.

6 15. Wat stelt de intrinsieke theorie van het recht? (1 ste reden waarom men gehoorzaamt aan rechtsregels) het recht wordt hier nageleefd omdat het moreel geldend recht is. Men hoort aan dat recht te gehoorzamen omdat het intrinsiek goed recht is of omdat het door een moreel gezaghebbende autoriteit werd uitgevaardigd. Het gehoorzamen aan een over het algemeen rechtvaardig recht vindt dan zijn reden in intrinsieke kenmerken van dat recht of rechtsorde. Een intrinsieke theorie van het recht is meestal verbonden met een theorie waarin zekere voorwaarden worden gesteld aan dat recht opdat het de naam recht waardig zou zijn. In de intrinsieke benadering is de aantrekkingskracht duidelijk; indien het recht inderdaad de vertolker is van de rechtvaardigheid dan is dat moreel een voldoende om het recht na te leven. KANT: handel slechts volgens die ene stelregel, waarvan je tegelijk kunt willen dat hij tot algemene wet wordt. FULLER: interne moraliteit van het recht PERELMAN: verwijst naar de gelijkheidsregel gelijke gevallen moeten gelijk behandeld worden en verschillende gevallen moeten verschillend behandeld worden, in verhouding tot hun verschillend zijn. DWORKIN: de beginselen van het recht RAZ: idee van recht die een toetssteen vormen om bestaande juridische normen te waarderen. PROBLEEM MET DEZE BENADERING: haar bewijskracht en bestaat het objectieve of de ware gerechtigheid wel. 16. Wat stelt de beveltheorie van het recht? (2 de reden waarom men aan de rechtsregels gehoorzaamt) het recht wordt hier nageleefd omdat men daartoe gedwongen wordt.(hobbes) centraal zijn hier noties als gehoorzaamheid, angst of voorzichtigheid en straf. Maar angst is geen moreel motief. Er zijn verschillende gradaties in angst: ** Objectieve (situationele) gradaties ** Subjectieve (karakteriële) gradaties vb in de 19 e eeuw: vrij contractenrecht = de arbeider mocht kiezen om voor de kapitaalkrachtige zich te laten uitbuiten ofwel te verhongeren. Juridisch waren zij vrij om al dan niet te gaan werken, maar de feitelijke situatie was dwang. Normovertreding is dan voorspelbaar bij het wegvallen of verwijderd zijn van de bestraffende instantie. De beveltheorie of dwangtheorie is een paternalistische rechtstheorie. Dwang is immers pas nodig waar de doelen of waarden van het recht indruisen tegen de preferenties van mensen. AUSTIN: recht is een bevel gesteund op macht, en door die macht wordt het dan ook nageleefd.

7 17. Wat stellen de consensustheorieën van het recht? (3 de reden waarom men aan rechtsregels gehoorzaamt) het recht wordt hier nageleefd omdat de instemming de grondslag vormt van normnaleving. Men volgt de regels na omdat men er vooraf heeft mee ingestemd. De consensustheorie valt uiteen in 3 stellingen: o (1) omdat ik heb ingestemd met de regels, ben ik erdoor gebonden. Dit is de consensusdoctrine in haar zuivere vorm. o (2) omdat ik heb ingestemd met de instituties, heb ik ook ingestemd met de beslissingen van deze instituties. Dit is de theorie van de democratische legitimiteit: door deel te nemen aan verkiezingen stem ik ermee in dat de meerderheid beslist en ben ik gebonden aan hun beslissingen. o (3) omdat ik heb ingestemd met de beslissingen van zekere instituties, heb ik ook ingestemd met deze instituties. PROBLEEM: democratie berust niet op consensus, wel op de meerderheidsregel. Waarom zou de minderheid dan gebonden zijn? = de radicaal tegengestelde van de dwangtheorie instemming vormt grondslag van normnaleving. Vb: ** instemmen met huwelijk: gebonden aan huwelijksinstituut ** trouw zweren aan grondwet + en wetten van het land zijn aan ambtenaren gebonden. Democratie berust niet op consensus, maar op de meerderheidsregel wanneer je je niet akkoord stelt met de wetten, moet je volgens de consensustheorie ook de wetten niet gehoorzamen. KANT: historische consensus = omdat onze voorouders hebben ingestemd zijn wij door de rechtsorde gebonden. Is daar niet mee akkoord HUME: stilzwijgende consensus = door in een bepaald land te verblijven heeft men stilzwijgend ingestemd met het daar geldende recht. Is daar niet mee akkoord ROUSSEAU: wel akkoord RAWLS: hypothetische consensus = indien het geldende recht vooraf in een hypothetische ideale situatie zou zijn gevraagd, konden we dit niet rationeel en neutraal overwegen waardoor we misschien niet zouden hebben ingestemd. Verband met het recht: consensustheorie valt uiteen in 3 fundamentele stellingen: 1) instemmen met de regels: consensusdoctrine in haar zuivere vorm. Wie niet ingestemd heeft met de regels, is er niet aan gebonden. 2) Instemmen met instituties/procedures: - theorie van democratische legitimiteit: door passief of actief deel te nemen aan de verkiezingen, stem je ermee in dat de meerderheid beslist, en dat je gebonden bent aan die beslissing. Dus als je instemt met de procedure, moet je ook instemmen met de resultaten. - Theorie van de proceduriële legitimiteit: als je aanvaard om het spel te spelen, dan ben je ook gebonden aan de regels van het spel en kan je geen externe criteria inroepen om je van je verbintenis ontslagen te achten. 3) Instemmen met beslissingen van instellingen

8 18. Wat stelt de voordeeltheorie van het recht? (4 de reden waarom men aan recht gehoorzaamt) het recht wordt hier nageleefd omdat men er voordeel uit haalt. De nuttigheidstheorie is complex: (1) Eerst moet men een onderscheid maken tussen objectieve en subjectieve nuttigheid. o Objectieve nuttigheid: hier gaat men uit van de belangen van iemand, onafhankelijk wat hij er zelf van denkt. o Subjectieve nuttigheid: dan wordt de nuttigheid bepaald op grond van subjectieve preferenties van een persoon. (2) de nuttigheid kan individueel, groepsmatig of collectief worden begrepen. (3) de nuttigheid kan een particuliere handeling, dan wel een algemene regel betreffen. De nuttigheidstheorie geeft aanleiding tot een instrumentele rechtsopvatting, waarin rechtsregels geen intrinsieke waarde hebben, maar middelen zijn om een bepaald goed te realiseren, het is een consequentionalistische rechtstheorie waarin intrinsieke rechten geen waarden hebben. Nuttigheidsoverwegingen vormen een wezenlijk element in de legitimering van het recht in een paternalistische welvaartsmaatschappij. De nuttigheidstheorie kan dwang verantwoorden waar algemene regelopvolging de collectieve welvaart verhoogt. BENTHAM: nutteloos politiek gezag verliest iedere legitimiteit terwijl revolutie verantwoord is telkens kan worden aangetoond dat een machtswissel voordelig is voor de meerderheid van de bevolking. Nuttigheidsoverwegingen worden voortdurend ingeroepen tijdens verkiezingscampagnes, terwijl de legitimiteit van de welvaartsstaat in belangrijke mate berust op zijn aanspraken de welvaart van de bevolking als centrale doelstelling ten harte nemen. Onderscheid tussen: ** Objectieve nuttigheid: men gaat uit van de belangen van de persoon, ongeacht wat de persoon er zelf over vindt. ** Subjectieve nuttigheid: nuttigheid wordt bepaald op grond van subjectieve preferentie van een persoon. Vervolgens kan die nuttigheid individueel, groepsmatig of collectief begrepen worden. 19. Vergelijk de consensustheorie met de voordeeltheorie van het recht? In de consensustheorie wordt het recht nageleefd omdat men vooraf ermee ingestemd heeft. In de voordeeltheorie wordt het recht nageleefd omdat men er zelf voordeel uit haalt. De voordeeltheorie stelt zich forward looking op ze kijkt naar de toekomst, zal deze ons voordeel opleveren? De consensustheorie stelt zich backward looking op ze kijkt naar de verleden omstandigheid om de geldigheid van een regel te begronden. Een democratische staat zonder welvaartsstructuur is even labiel als een welvaartstaat zonder democratisch draagvlak. In de consensustheorie is dwang legitiem waar zij mensen tot vrijheid dwingt. In de nuttigheidstheorie is dwang legitiem wanneer zij de collectieve welvaart verhoogt. 20. Vergelijk de intrinsieke met beveltheorie van het recht? In de intrinsieke theorie wordt het recht nageleefd omdat dat recht tegelijk het moreel geldende recht is. In de beveltheorie wordt het recht nageleefd omdat men ertoe gedwongen wordt. In de beveltheorie staat angst centraal. Angst is geen moreel motief. Zij is integendeel een reden om morele verantwoordelijkheid aan iemand ontzeggen; hij kon niets anders zeggen, hij was bang. Is gedwongen worden geen moreel motief tot regelopvolging dan stelt zich des te meer de vraag naar de morele verantwoording van dwang. Die zou kunnen gestoeld zijn op een intrinsieke regelopvatting; indien de normen van het recht objectief goede waarden vertolken, dan is het legitiem die waarden af te dwingen. Dat is niet evident. Dat iets waardevol is justifieert nog niet dat het afgedwongen mag worden. En iets kan juist zijn waardevol karakter verliezen doordat het afgedwongen wordt(vb liefde). Toch is een verwijzing naar dergelijk intrinsiek referentiepunt de enige mogelijkheid om dwang eventueel moreel te verantwoorden en dergelijke verwijzing blijft, zoals reeds gezegd, steeds precair.

9 21. Wat stelt de fair-play theorie van het recht? Rechtsaanvaarding kan in verband worden gebracht met de plicht tot regelopvolging op grond van het fair-play beginsel. ( Herbert hart, later verfijnd door Rawls). Men is, aldus die laatste, gebonden door de plicht om zelf bij te dragen tot het in stand houden en bevorderen van een maatschappelijk samenwerkingsverband indien; a) Het om een samenwerkingsverband gaat dat (1) tot wederzijds voordeel strekt en (2) rechtvaardig is. Hier wordt utilitair met een intrinsiek criterium gecombineerd in een opvatting van recht als verzekering. b) De sociale samenwerking minstens een zekere inperking vergt van de vrijheid van haar leden. Anders zou het immers geen plichtkarakter hebben. c) De voordelen die uit het samenwerkingsverband voortvloeien minstens in bepaalde omstandigheden ook kunnen worden verworven door personen die niet meer samenwerken. De fair-play plicht is immers tegen free riders gekant. d) Men de voordelen vrijwillig aanvaardt (consensus) en duidelijk blijk geeft die voordelen ook verder op prijs te stellen. reciproke solidariteitsplicht. Aan een rechtssysteem dat aan dergelijke voorwaarden voldoet zijn we, aldus Rawls, moreel gebonden in die zin dat we de morele plicht hebben zijn regels op te volgen en omdat het een rechtvaardig systeem is en omdat we er voordeel bij hebben en omdat we vrijwillig met die voordelen hebben ingestemd. De fair play kan een rol spelen bij het naleven van regels die men eigenlijk onterecht of onrechtvaardig vindt. Men doet dit dan uit respect voor de medeburgers die er zekere gedragsverwachtingen hadden op gebaseerd, niet uit gehoorzaamheid aan de politieke macht. 22. Welke verschillen zijn er tussen de fair play doctrine van Hart en Rawls? Herbert Hart heeft de play faire theorie geformuleerd en later verfijnd door Rawls. Herbert Hart zei dat regelaanvaarding in verband kan gebracht worden met de plicht tot regelopvolging op grond van het fair play beginsel. Rawls: aan een rechtssysteem dat aan dergelijke voorwaarden ( voorwaarden zie vorige vraag) voldoet zijn we moreel gebonden in die zin dat we de morele plicht hebben regels op te volgen en omdat het een rechtvaardig systeem is en omdat we er voordeel bij hebben en omdat we vrijwillig met die voordelen hebben ingestemd. De aantrekkelijkheid van de aldus Rawls geformuleerde reciproke solidariteitsplicht is precies die combinatie van intrinsieke, utilitaire en consensuele criteria terwijl zij ons een duidelijke toetssteen biedt aan de hand waarvan bestaande rechtstelsels kunnen worden beoordeeld. ** Utilitaristische theorie van Hart ** Theorie van Rawls: 4 voorwaarden: - oordeelsovergave - machtsafstand - zelfbinding - politieke autoriteit en arbeidsdeling.

10 23. Wat is de oordeelovergave en wat is het verband met het recht? (vorm van zelfbinding) soms kan het rationeel zijn dat je je vrijwillig aan zekere controle onderwerpt. Vb blz Vervolgens zijn er tal van praktische autoriteiten die hun gezag niet in de eerste plaats en zelfs niet noodzakelijk putten uit hun kennis maar wel uit hun bevoegdheid blindende beslissingen op te leggen aan anderen. Zij oefenen normatieve macht uit. oordeelsovergave wordt hier een vorm van machtsafstand die door rationele gronden kan gemotiveerd zijn. Verband met recht: = wanneer je een autoriteit een zekere controle laat uitoefenen, je beslissingen overdraagt en aan wiens oordeel je je overgeeft. Gebeurt voortdurend: - mensen beroepen op autoriteit en volgen het oordeel bijna blindelings. - Autoriteiten vinden het vanzelfsprekend dat hun oordelen gevolgd worden. = soms in strijd met de autonomie van een persoon. Vb: theoretische autoriteiten ( = mensen die hun gezag hebben of claimen op grond van kennis) wijnexpert wanneer hij zegt dat het een goede wijn is, en het grootste aantal keer komt het overeen met je smaak, dan ga je hem beginnen blindelings geloven = zijn oordeel opvolgen. Dokter stelt diagnose + proces van genezing = we geloven hem blindelings, zoniet halen we er een tweede dokter bij, maar dan moeten we een keuze maken wie we geloven. Wanneer je genezen bent is het nog de vraag of het door de bekwaamheid van de dokter is dat je genezen bent, of dat het gewoon is overgegaan. Diagnoses worden gesteld op grond van waarschijnlijkheid, ze kunnen nooit 100% zeker zijn. Recht => psychiatrische of psychologische autoriteiten inschakelen om op juridische of morele vragen te antwoorden. Vb ontoerekeningsvatbaarheid. De rechter moet de expert geloven. 24. Wat is machtsafstand en wat is het verband met het recht? (vorm van zelfbinding) machtsafstand is een vorm van zelfbinding, zoals in het geval waarbij vakbonden en ondernemers vrijwillig een autoriteit aanvaarden om een sociaal conflict te beslechten als ze beroep doen op een bemiddelaar is er sprake van oordeelsovergave als die de bevoegdheid krijgt een definitief einde aan het geschil op te leggen is er sprake van machtsafstand. Een institutionele variant op de figuur van machtsafstand vinden we in het idee van de rechtsstaat,waarbij een parlement zich ertoe verbindt zich in haar werking aan de grondwet te houden, met name de erin vervatte procedure om de grondwet te wijzigen. In België bestaat er iets vergelijkbaars met de vernietigingsbevoegdheid van de raad van state. Een autoriteit is legitiem indien en slechts indien haar beslissingen gebaseerd zijn op redenen die op zich goede redenen zijn en indien het gegeven dat zij het is die beslist volstaat om haar beslissing na te volgen. Geen autoriteit is algemeen of absoluut, zij is het steeds in functie van specifieke doelstellingen en is daartoe beperkt. De democratie kan ook beschouwd worden als een vorm van machtsafstand.(door het volk) Verband met het recht: Machtsafstand = vorm van zelfbinding. Vb: vakbonden + ondernemer vrijwillig een autoriteit aanvaarden om een sociaal Conflict te beslechten. Wanneer zij beroep doen op een sociale bemiddelaar is er Sprake van oordeelsovergave. Als die sociale bemiddelaar de bevoegdheid krijgt Een definitief eind te maken aan het geschil = machtsafstand. Machtsafstand in de idee van de rechtsstaat: - België: parlement houdt zich in haar werking aan de grondwet. - V.S.: congres en federale machten onder het gezag van de Supreme court - Duitsland: politieke macht doet afstand van iedere inmengbevoegdheid In het beleid van de bundesbank. Overheid: nooit inmengen met openbare universiteit of openbare omroep. geen autoriteit is algemeen of absoluut, is steeds in functie van zekere specifieke doelstellingen en is daartoe beperkt.

11 25. Wat is zelfbinding en wat is het verband met het recht? Zelfbinding is een daad van voorverbintenis die gemotiveerd kan zijn door het rationele inzicht in de eigen irrationaliteit of in de pluraliteit aan zelven die je persoonlijkheid samenstellen en die niet allen rationeel zijn. Zij is een keuze voor externe controle over je handelen vanuit het besef dat je wil eventueel te zwak zal zijn om datgene te doen wat je rationeel meent te moeten doen. Mensen binden zich voortdurend, zij het niet op rationele grond. Talrijke contracten (vb huwelijksovereenkomst) beperken de latere keuzealternatieven. Vb blz Vb1 mensen die samenwonen en niet huwen maken afspraken over de wijze Gemeenschappelijke goederen zullen worden verdeeld wanneer ze uit elkaar gaan Omdat ze beseffen dat ze zich op dergelijk moment te zeer door hun emoties Zullen laten leiden. Vb2 geld laten beheren door derden anders geld verkwisten. Zelfbinding is niet steeds in strijd met individuele autonomie of irrationeel. Integendeel, ze kan autonomie mogelijk maken. 26. Aan welke voorwaarden moet een handeling voldoen om als een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid te worden beschouwd? Werk uit met een eigen voorbeeld. 1) BO is een politiek protest waarbij mensen specifieke rechtsregels bewust overtreden met het oog op hun verandering of afschaffing, zonder dat het algemene kader van het rechtssysteem ter discussie staat. 2) BO ontstaat waar een groep burgers ervan overtuigd is dat de bestaande institutionele kanalen zijn uitgeput en dat hun bezwaren niet zullen worden aangehoord tenzij zij openlijk de geldende regels met voeten treden. 3) Het burgerlijke in burgerlijke ongehoorzaamheid slaat op (1) het naleven van een algemene burgerzin, waarbij de geldigheid van het geldende recht over het algemeen wordt erkend en alleen een specifiek regelgeheel ter discussie wordt gesteld. (2) het niet gewelddadige karakter van het verzet waarin geweldloosheid en politieke actie centraal staan. (3) het beschaafd en het geordende karakter van het verzet. (4) het openbare karakter van het verzet. (5) het naar andere burgers of de publieke opinie gericht zijn van het verzet. 4) BO kan niet alleen legitiem zijn, zij kan zelfs een uiting zijn van burgerzin, waar bepaalde geldende rechtsregels een manifeste inbreuk zijn op bepaalde fundamentele waarden of beginselen. Burgerzin is geen blinde gehoorzaamheid aan de wet en kan zich tegen de wet keren. 5) BO is een vorm van politieke handelen die gericht is tot de politieke maatschappij en haar uitnodigt tot politieke bezinning over en verandering van haar regels. Ze spruit niet voort uit eigenbaat maar uit morele verontwaardiging, tegenover uitingen van proceduriële willekeur. 6) BO is nauw verwant met de antiterroristische en anti totalistische ethiek van de revolte van Albert Campus. Zij is in voortdurende kritische actie in de werkelijkheid die rekening houdt met de werkelijkheid en haar maat vindt in die werkelijkheid. De kenmerken van burgerlijke ongehoorzaamheid: 1) De handeling is illegaal (juridische dimensie) vb boeken stelen in bib. 2) De handeling is gewetensvol (morele dimensie) vb men weet dat het niet mag, maar toch doet men het. 3) Er is een betekenissamenhang tussen bekritiserend object en gekozen handelingswijze (tussen doel en middel) 4) De handeling is weloverwogen ( rationele dimensie) vb de risico s en de beloning werden gewikt en gewogen. 5) De handeling geschiedt openlijk vb het stelen van iets gaat niet in het geniep gebeuren, maar iedereen zal het zien. 6) Men werkt vrijwillig mee aan arrestatie Vb men biedt geen weerstand bij arrestatie en men antwoord op alle vragen, dus schuld bekennen. 7) Men werkt vrijwillig mee aan vervolging. 8) Men heeft van te voren legale middelen uitgeprobeerd. (politieke dimensie) vb men heeft eerst geprobeerd geld te verdienen op een eerlijke manier, maar dat heeft niet genoeg opgebracht zodat men naar illegale middelen heeft gegrepen. 9) De handeling is geweldloos vb het stelen van een boek in de bib zal niet met geweld gestolen worden. 10) De rechten van anderen worden zoveel mogelijk in acht genomen. (dimensie van medeburgerschap) vb door geen geweld te gebruiken en niemand zijn burgerrechten af te pakken en te beknotten. Voorbeeld: Kleine Brogel

12 27. Geef de 4 oorzaken voor de erosie van de burgerzin in onze samenleving. 1) De ervaring van de grote groepen mensen uitgestoten te zijn van en in de democratische welvaartsstaat. 2) Een sterk consumeristisch-utilitaire positionering van de burger tegenover overheidsinstellingen kunnen een rem vormen op het ontwikkelen van de burgerzin 3) + 4 )De cultuur van het privatisme en van het expressieve individualisme kan zich keren tegen de publieke identiteit van het burgerschap, waar individuen iedere belangstelling verliezen voor la chose publique en volledig opgaan in het affectief emotieve register van de privaatsfeer. Een gebrek aan burgerzin komt tot uiting in een tanend gebrek aan respect en interesse voor de openbaarheid zowel in ruimtelijke zin(openbare gebouwen) als in institutionele zin(openbare diensten). (burgerzin: wat? Lezen blz ) 28. Wat zijn moraliteitswetten? Dat is het recht dat mensen verplicht om zekere normen en waarden na te leven. Vb de drugswetgeving, euthanasie,... Het aantal moraliteitswetten is in de loop der tijden afgenomen, terwijl bestaande wetten steeds ruimer geïnterpreteerd worden. Vb het afdwingen van de goede zeden <-> pornografie: is niet strafbaar, maat wordt moreel wel afgekeurd door een bepaalde groep mensen. Dit alles betekent niet dat het recht geen morele waarden meer zou afdwingen. Het gebeurt minder in privé-sfeer, maar des te meer in publieke sfeer, waar mensen gedwongen worden tot sociale solidariteit. Moraliteitswetten zijn niet altijd strafbaar door de wet, maar er zijn altijd mensen die tegen de moraliteit van een bepaald fenomeen zijn en anderen niet. 29. Wat wordt bedoeld met het recht om immoreel te handelen? Alhoewel een rechter bevoegdheid heeft tot een marginale toetsing bij kennelijk immoreel gedrag en moet waken over het naleven van de openbare orde en goede zeden, kan men moeilijk zeggen dat die juridische openbare orde en goede zeden het ganse terrein van de moraal zouden betrijken. Bovendien zijn rechters geen morele experts, en worden ze beperkt door procedureregels. Het legale is dus niet per definitie het morele en het illegale is niet per definitie het immorele. Dat het recht zekere immorele handelingen mogelijk maakt - niet bestraft - is dus juist, maar dat maakt het recht nog niet noodzakelijk immoreel, tenzij de immorele handeling de meest gebruikelijke manier zou zijn waarmee het recht gemaakt wordt. (19 de eeuw: vrijheid om arbeidscontracten af te sluiten uitbuiting) Een klassiek voorbeeld van immoreel recht is de doodstraf; volgens velen is het recht van de overheid om zware criminelen te doden immoreel. De doodstraf is dan ook in de meeste westerse landen afgeschaft. Naargelang de morele opvattingen die men erop na houdt kunnen nog tal van ander recht of wetten als immoreel worden opgevat. Vb sommigen beschouwen het dragen van een autogordel immoreel, omdat het recht niet toekomt burgers tegen zichzelf te beschermen. Er zijn vele rechten waarvan de moraliteit in vraag kan gesteld worden. 30. Welke vergelijkingspunten zijn er tussen het recht en de (westerse) moraal? Een radicale scheiding tussen recht en moraal is niet meer vol te houden. Recht wordt voortdurend moreel bevraagd en morele opvattingen dringen door in het recht, terwijl veranderende opvattingen van het morele perspectief invloed hebben op het recht. Aan procesvorming van recht liggen vaak uitgesproken morele intenties ten grondslag; het bestrijden van grove onrechtvaardigheden,... Recht en moraal baseren zich op en zuiver menselijk perspectief dat op de wereld gericht is - argumenteren, motiveren - morele en juridische beginselen en rechten - universaliteit - tekstualiteit

13 31. Geef de uitgangspunten van een consequentialistische ethiek? Consequentialistische ethieken zijn pogingen om de meest omvattende rationaliteit te verwoorden. Volgens consequentionalisten valt het omvattende samen met het streven naar het grootste geluk voor het grootste aantal, waarbij dat geluk nader kan worden gespecifieerd in termen van welvaart,welzijn of levenskwaliteit. = de weegtheorie (= baten + nadelen afwegen) Het resultaat legitimeert de daad Handeling uit plicht Het doel heiligt de middelen vb: de maximumsnelheid op de autosnelweg van 120km/u naar 130km/u. - voordeel: sneller op werk: economische voordelen - nadelen: 7 à 8 doden meer per jaar Voordelen en nadelen afwegen 32. Geef de uitgangspunten van de deontologische ethiek? Deontologische ethieken zijn pogingen om de meest omvattende rationaliteit te verwoorden. Volgens deontologen impliceert de meest omvattende rationaliteit categorische imperatieven die een absoluut respect vertolken voor de menselijke waarheid. De kwaliteit van de handeling bepaalt er het ethische gehalte van. KANTIANISME: fundamentele rechten mogen niet aangetast worden, ook al komt het de mensheid ten goede. Mensen mogen niet liegen, anders is communicatie onmogelijk tussen mensen. 33. Geef de uitgangspunten van de perfectionistische ethiek? Perfectionistische of deugdethieken zijn pogingen om de meest omvattende rationaliteit te verwoorden. Volgens deugdethieken slaat het meest omvattende op de perfectibiliteit van de mens en zijn handelen. Handelingen zijn slechts ethisch waardevol indien zij aan zekere standaarden van uitmuntendheid beantwoorden. DEUGDETHIEKEN: prijzen voor goede prestatie paternalisme pluraliteit aan deugden 34. In welke zin beschermt het recht tegen misbruik van afhankelijkheid? Geef een voorbeeld. Dmv de sociale grondrechten. Door bvb. het uitkeren v e werkloosheidsvergoeding, zorgt de overheid ervoor dat werklozen niet ten prooi vallen aan bedrijven die gebruik zouden maken van de zwakke positie v deze mensen en hun aan een hongerloon laten werken 35. Wat is het verschil tussen open en doelgebonden rechten? het recht op vrije meningsuiting is het meest open recht en het minst doelgebonden. Dat heeft alles met onze geschiedenis te maken. Men vereenzelvigt het recht op vrije meningsuiting met het recht dat staat voor Verlichting. Vb vrijheid van meningsuiting je bent vrij om je mening te verkondigen en er is niet rechtstreeks een doel aan gebonden. De vrijheid van meningsuiting wordt begrepen als een vrijheid van de samenleving tegenover de staatsmacht, als een negatieve vrijheid. De vrijheid van meningsuiting wordt ook opgevat als een grondrecht, dat de mogelijkheidsvoorwaarde vormt voor een pluralistische democratie. Sociale grondrechten zijn doelgebonden en instrumentele rechten; zij beogen een bepaald doel te realiseren. Open rechten mogen in principe niet instrumentalistisch ingevuld worden. Open rechten: men kan het op verschillende manieren interpreteren vrije meningsuiting. => heeft ruime betekenis Doelgebonden rechten: zij vinden hun grondslag in een specifiek maatschappelijk probleem waarop zij een specifiek antwoord formuleren.

14 36. Wat is het verschil tussen vrijheidsrechten en beschermingsrechten? Vrijheidsrechten: rechten die je een bepaalde vrijheid geven, die je vrijstellen van een of andere manier van dwang. Vrijheidsrechten zijn onlosmakelijk verbonden aan het inperken van de machtsstaat, aan het ontwapenen van de staat op zekere gebieden. Beschermingsrechten: rechten die je beschermen tegen misbruik van afhankelijkheid. Zij viseren niet alleen machtsmisbruik door de overheid, maar ook door maatschappelijke actoren zoals bedrijven, huiseigenaars, verkopers, mannen, artsen, ouders, Het zijn dus rechten die je moeten beschermen tegen schadeberokkening en waarbij de overheid zekere waarden en waarheden in bescherming neemt, en die dus in zekere zin ook de vrijheid (van meningsuiting) inperken Racisme, seksisme, negationisme. 37. Welk verschil is er tussen een negatieve en een positieve vrijheidsopvatting? Negatieve vrijheidsrechten: veronderstellen een onthouding vanwege de overheid vrijheid van meningsuiting = vrijheid v d samenleving tegenover de staatsmacht Positieve vrijheidsrechten: veronderstellen een ingrijpen van de overheid sociale grondrechten 38. Geef de uitgangspunten van het recht op bescherming van de vrijheid van meningsuiting? Het is een formeel grondrecht dat geen substantiële waarden impliceert. Haar geldigheid is niet afhankelijk van de vraag of de betreffende meningsuitingen wel in het teken van menselijke emancipatie of wetenschappelijke verlichting staan. Het werd als een algemeen en inhoudsonafhankelijk recht geformuleerd om te voorkomen dat de overheid controlerecht zou verwerven over de strekking van zekere meningen. negatief vrijheidsrecht De staat beschermt dus ook immorele en onware meningsuitingen tenzij ze schade berokkenen of, zwakker, weigert het inzetten van dwangmiddelen om dergelijke meningsuitingen te bestrijden. 39. Welke morele argumenten kunnen ingeroepen worden ter verdediging van het eigendomsrecht? Het bevordert de zorgzaamheid tegenover de goederen Het stimuleert de creativiteit van mensen om telkens weer nieuwe goederen te ontwikkelen Het komt de economische productiviteit en efficiëntie ten goede. Het komt dus ook het totale maatschappelijke welzijn ten goede. Het zou verbonden zijn met menselijke vrijheid want zonder eigendomsrecht zou de mens nauwelijks een persoonlijke levenssfeer hebben. Het stimuleert arbeid / nijverheid Volgens van Neste moet het eigendomsrecht ethisch getoetst worden aan de vraag naar de nuttigheid die het creëert. Dat is een utilitaristische toetsteen. Goederen produceren die, economisch beschouwd, nutteloos zijn, is ethisch beschouwd, onverantwoord. Als eigenaar nalaten om nuttigheid te creëren is eveneens ethisch laakbaar. Die nuttigheid dient voorts voor zoveel mogelijk mensen te worden verwezenlijkt. Dat zal afhangen van de aard van de goederen. Sommige goederen kunnen slechts nuttig zijn voor een beperkt aantal personen, andere goederen kunnen slechts nuttig zijn voor een groot aantal personen. Goederen die voor de ene persoon of groep nuttig zijn lijken voor een andere persoon of groep onnuttig. Vb scheenbeschermers voor voetballers. Mensen die ballet doen vinden scheenbeschermers nutteloze producten. Voetballers vinden dit daarentegen wel nuttig omdat de Scheenbeschermers ervoor zorgen dat er geen scheenbreuken zijn.

15 40. In welk opzicht verschillen intellectuele eigendomsrechten van andere eigendomsrechten? Intellectuele eigendomsrechten zijn rechten op immateriële goederen die principieel niet schaars zijn door de immaterialiteit. Het zijn ook beschikkingsrechten over (artistieke of technologische) scheppingen van de menselijke geest. Dit bemoeilijkt het gebruik van de toe-eigeningsnotie, omdat men iets kan wegnemen zonder dat er iets weg is. Belang ervan neemt in deze informatie- of kennismaatschappij zienderogen toe. Evenals de problemen om er adequate beschermingsmechanismen en beschermingsregels voor te ontwikkelen. Intellectuele eigendomsrechten zijn ook allen beperkt in tijd doordat kennis en cultuur uiteindelijk een collectief goed moeten zijn. 41. Wat zijn publieke goederen? Tot de publieke goederen behoren openbare wegen openbare diensten. Zij hebben als kenmerk dat, indien zij er zijn, de meeste mensen er nuttigheid uit kunnen halen. Ze kunnen niet individueel verstrekt worden, alleen collectief. Daarom worden dergelijke goederen ook door de overheid verstrekt en uit belastingen gefinancierd. Ze zijn niet vatbaar voor private toe-eigening. Tenslotte sluit het publieke karakter van dergelijke goederen niet noodzakelijk hun private toe-eigening uit, indien de eigenaar de goederen doelgebonden exploiteert. Vb de het privaat uitbaten van autosnelwegen in sommige landen. Vb: publieke goederen: openbare wegen, openbare diensten Vb: gemeenschappelijke goederen: lucht, water in zeeën. Kenmerk: ** de meeste mensen halen er nuttigheid uit. ** Ze kunnen enkel collectief verstrekt worden ** wordt uit de belastingen gefinancierd ** Niet vatbaar voor privatisering Maar sommige autowegen in bepaalde landen worden privaat uitgebaat. Ook opkomende privatisering van het luchtverkeer, media. Bepaalde dingen worden ook als publiek goed in vraag gesteld. vb luchtverkeer: niet iedereen maakt er gebruik van. 42. Wat stelt het principle of redress van Rawls? Sociale grondrechten, als rechten op solidariteit die plichten tot solidariteit veronderstellen, hebben als belangrijke eigenschap dat zij stoelen op een zekere opvatting van menselijke verantwoordelijkheid en wel in die zin dat zij des te onvoorwaardelijker zijn in de mate waarin men de betrokkene des te minder verantwoordelijk acht voor de noodtoestand waarin hij zich bevindt. Zij vertolken aldus het Rawliaanse principle of redress, de opvatting dat een samenleving compensatie dient te geven aan wie, buiten zijn eigen schuld, in een toestand van ontbering terecht komt. Door handicap, ziekte, werkloosheid of armoede. Omgekeerd rijzen hierover controversen: tegenwoordig groeit de tendens om hun lot in moraliserende termen van schuld te duiden, alsof zij enige invloed kunnen uitoefenen op wereldomvattende processen. Een samenleving moet compensatie geven aan wie, buiten zijn eigen schuld, in een toestand van ontbering terechtkomt. Vb: door handicap of ziekte; werkeloosheid, armoede. 43. In welke zin is iedere gelijkheidsnorm ook een uitsluitingsnorm? Sociale uitsluiting is niet zomaar een lot, maar altijd ook een sociale verhouding. Ieder denkbaar samenlevingsverband produceert vormen van uitsluiting. Vb.: Mocht ons onderwijssysteem met gebarentaal communiceren, dan zou er geen nood zijn aan een speciaal onderwijs voor gehoorgestoorden, maar zouden weer andere groepen worden uitgesloten. We moeten ons bij dergelijke nieuwe systemen die vormen van uitsluiting met zich meebrengen de volgende 4 vragen stellen: - kan de normaliteitsnorm verantwoord worden? - kan haar dominantie over andere sferen verantwoord worden? - zijn de voorzieningen die getroffen worden voor de uitgeslotenen optimaal? - zorgen die voorzieningen ook voor de mogelijkheid om uit de rol van uitgeslotene te geraken?

16 44. Waarom zijn organisaties belangrijk in de realisatie van sociale grondrechten? Sociale grondrechten zijn doelgebonden rechten: zij vinden hun grondslag in een specifiek maatschappelijk probleem waarop zij een specifiek antwoord formuleren. Het zijn ook geen volstrekt gesloten rechten, hun uitoefening laat een zekere vrijheid toe. Sociale grondrechten zijn individuele rechten, en individuele rechten staan niet los van gemeenschappen en kunnen dus collectieve verantwoordelijkheden met zich mee brengen. Er is steeds een positief verband tussen de organisatiegraad en de reële gelding van rechten. Het zijn juist groepen met een lage organisatiegraad en mensen die deel uitmaken van zwakke sociale netwerken die door de mand vallen. Rechtsnormen werken maar indien men: o (a) de normen kent en begrijpt o (b) in staat is ernaar te handelen o (c) bereid is ernaar te handelen vanuit het inzicht dat zij in eigen -individuele of collectieve - belang zijn o (d) de overtuiging heeft dat het de overheid menens is met die norm. Precies in de socialisering van grondrechten spelen organisaties een rol want zij zijn in staat om de betekenis van dergelijke normen horizontaal te verankeren en te verwerkelijken. Sociale grondrechten kunnen daarom niet los gezien worden van hun participatierechten en organisatierechten, en om die rechten hard te maken en om de hervormingsopgerichte opzet van die rechten te verwezenlijken. Voorzieningen om grondrechten te verwerkelijken moeten niet alleen oog hebben voor directe strategieën maar ook voor indirecte strategieën waarbij de zelforganisatie van mensen wordt gestimuleerd. (info rond sociale rechten blz ) 45. Geef de uitgangspunten van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer heeft een recent verleden. Het stijgende belang van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer is toe te schrijven aan de opkomst van de moderne media en telecommunicatiesystemen. Recht op privacy behoort tot het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De persoonlijke levenssfeer heeft zowel territoriale, informationele als psychisch - fysieke dimensies. Het recht op privacy is niet alleen een klassiek vrijheidsrecht, het is ook een sociaal beschermingsrecht dat mensen beschermt tegen het misbruik dat kan worden gemaakt van hun afhankelijkheid. 1) onschendbaarheid van de woning en het recht op ruimtelijke privacy 2) bescherming van brief- en telefoongeheim 3) het recht om niet te worden afgeluisterd 4) het recht om niet bespied te worden 5) het recht om niet ongevraagd te worden gefotografeerd 6) het recht om niet ongevraagd in de media te verschijnen 7) het recht op bescherming van persoonlijke gegevens 8) het recht dat persoonlijke gegevens, in databanken opgeslagen, niet ongevraagd door derden kunnen worden opgevraagd en verwerkt 9) het recht om niet onvrijwillig te worden onderworpen aan medische of psychologische onderzoeken 46. In welke zin wordt onze privacy bedreigd door het gebruik van elektronische bankkaarten. In een maatschappij waarin informatie een steeds belangrijker product en productiemiddel wordt dringt de nood aan bescherming van persoonsgegevens zich op. Door het opslaan, combineren en verwerken van dergelijke gegevens in databanken kan men immers macht verwerven over een persoon, waarvan eventueel misbruik kan gemaakt worden. En dan gaat het niet enkel om officiële gegevensbanken, maar vooral om private gegevensbanken, zoals bankkaarten. Het uitgangspunt moet zijn dat niemand, zonder de toestemming van de betrokkene, het recht heeft om dergelijke gegevensbanken te exploiteren.

17 47. Bespreek 3 artificiële reproductietechnologieën (1) kunstmatige inseminatie in vivo: die ofwel homoloog kan zijn, wanneer de gehuwde vrouw wordt geïnsemineerd met semen van haar man, ofwel heteroloog is, wanneer dit gebeurt met donor-semen. (2) In vitro fertilisatie: hier worden eicellen bij de vrouw weggenomen en in een labo homoloog of heteroloog bevrucht en na de bevruchting ingeplant in de baarmoeder. (3) Embryotransfer of eiceldonatie: hier levert een donormoeder een eicel die op homologe of heterologe manier wordt bevrucht en vervolgens wordt ingeplant in de baarmoeder van de vrouw. Lezen specifieke behandeling blz Welke grenzen moeten er volgens u worden gesteld aan artificiële reproductietechnologieën. (1) bij een eiceldonatie moet de vrouw van wie de eicellen een papier ondertekenen waarop staat dat zij nooit het recht kan opeisen om aanspraak te maken op het kind, ze moet vooraf hier wel duidelijk over geïnformeerd zijn en haar toestemming geven. (2) Bij kunstmatig inseminatie, die heteroloog verloopt, moet men zich de vraag stellen waarom de vrouw nooit gehuwd is, geen seksuele betrekkingen heeft. Men moet zich verdere vragen stellen over de opvoeding van het kind, is zij wel in staat om het kind alleen een goede opvoeding te geven. 49. Bespreek de ethiek van het draagmoederschap. Bij draagmoederschap baart de vrouw een kind voor een andere vrouw, de vraagmoeder. In België is draagmoederschap juridisch uitgesloten. Maar hoe staat men ethisch tegenover draagmoederschap? Wat het niet - commerciële draagmoederschap betreft kan worden gewezen op de waarde van de intermenselijke solidariteit: niet artificieel draagmoederschap heeft overigens een lang verleden: reeds in de bijbel vindt men verhalen over vrouwen die zich door de man van hun onvruchtbare zuster laten bevruchten om aldus het koppel een nakomeling te geven. Bij het hedendaagse draagmoederschap komt er zelfs geen seksualiteit aan te pas. Welke ethische bezwaren kunnen er tegen dergelijke daad van intervrouwelijke solidariteit worden ingebracht? En wat indien de draagmoeder zich bedenkt? Moeilijker is het commerciële draagmoederschap: ten eerste is het moeilijk te bepalen wanneer het draagmoederschap om commerciële redenen wordt opgenomen want het ligt voor de hand dat de draagmoeder recht heeft op een vergoeding voor alle kosten. Maar valt het ethisch te verantwoorden dat zij het om den brode doet? In ethisch opzicht zijn er geen redenen om iedere vorm van draagmoederschap a priori te verbieden. 50. In welke zin is liefde de negatie van het recht? Liefde en recht blijken immers totaal aan elkaar tegengestelde relatievormen. Liefde is spontaan, emotioneel, onberekenbaar, onplanbaar en niet afdwingbaar, terwijl het recht juist gekenmerkt wordt door zakelijkheid, rationaliteit, voorspelbaarheid en afdwingbaarheid. De betekenis van de liefdesfiguur heeft belangrijke historische ontwikkelingen doorgemaakt. Lange tijd gold zij geenszins als grondslag voor een duurzame relatievorming,liefde werd beschouwd als een wellustige ondeugd. Pas vanaf de romantiek krijgt de liefde een hartstochtelijke inhoud.

18 51. Wat zijn de moderne normatieve grondslagen van relatievorming? De implicaties van een op vrijheid en liefde gebaseerde relatievorm werden steeds verder uitgekristaliseerd. Het gedwongen huwelijk verloor iedere legitimiteit. Een gelijkberechtiging van mannen en vrouwen De klassieke romantische liefdesfiguur thematiseerde vooral de overgave en onderwerping van de vrouw, nu wordt de vrijheid van de partners bij het sluiten van een huwelijk, steeds meer gekoppeld aan hun gelijkberechtiging. De gelijkheid tussen de partners is een norm van openbare orde, waarvan de echtgenoten niet kunnen afwijken In dit huwelijk, in het kielzog van de toenemende psychologisering van intermenselijke relaties worden steeds meer therapeutische functies toegeschreven. De hedendaagse liefdesfiguur, heeft onder invloed van het feminisme, afstand genomen van de romantische liefde, voor een liefdesinhoud die streeft naar een zuivere intieme relatie, ontdaan van rolpatronen en machtsverhoudingen. In de voortvloeiende liefde ( in Bellah s expressief individualisme) kunnen de partners zichzelf spontaan en onbemiddeld zijn. Er is een dejuridisering van het huwelijk, het huwelijk wordt steeds door minder dwingende rechtsbepalingen geregeld Juridische regulering ruimt plaats voor sociale regulering, gezien het recht steeds meer het recht op privacy dient te respecteren. De maritale macht werd afgeschaft, ten voordele van de echtgenoten. Willekens bestwist de dejuridisering want de verschillende vormen van samenleven ( gehuwd niet gehuwd - lat relatie) leiden tot een uitbreiding van de juridische regulering. Liefdesinhoud die streeft naar een zuivere intieme relatie, ontdaan van rolpatronen en machtsverhoudingen. 52. Welke morele normen liggen aan de basis van een echtscheiding? De echtscheidingsgronden en procedures zijn de laatste jaren versoepeld. Niemand wordt verplicht om in een liefdeloze relatie te blijven. De redenen om uit de echt te scheiden zijn; Ontrouw Geweld Alcoholisme Liefdeloosheid Incompatibele karakters Steeds meer echtscheidingen worden in onderlinge toestemming uitgesproken. Wederzijdse toestemming is een noodzakelijke maar ook een voldoende voorwaarde om uit de echt te scheiden. De rol van de rechter is minimaal; hij acteert als het ware de interindividuele beslissing. De evolutie tendeert naar vlottere procedures die worden ontdaan van ieders schuldvraag maar ook naar een beperking van de onderhoudsplicht die de ex-partners elkaar nog verontschuldigd zijn. Toch blijkt dat een louter juridische benadering van het echtscheidingsproces de betrokkenen al eens onvoldoende affectief-emotieve voldoening schenkt. Daarom is de echtscheidingsbemiddeling in opmars, die de partners in staat stelt ook hun emotionele grieven te uiten. Dergelijke bemiddeling kan echter niet verplicht gemaakt worden omdat zij dan haar ethische meerwaarde zou verliezen. 53. Wat zijn schijnhuwelijken? De rechtsgevolgen die aan het huwelijk verbonden zijn, maken dat huwelijk ook interessant voor andere doeleinden dan het duurzaam bekrachtigen van een liefdesrelatie. (= schijnhuwelijk) vb zo wordt het voor vreemdelingen gemakkelijker om een verblijfsvergunning en zelfs de Belgische nationaliteit te verwerven. Dergelijke huwelijken worden schijnhuwelijken genoemd, d.w.z. huwelijken waarbij het doel van het huwelijk wordt afgewend. De ambtenaar van de burgerlijke stand kan weigeren om dergelijke huwelijken te bekrachtigen en het openbaar ministerie kan er de nietigheid van vorderen. Het probleem is dat een motie van wantrouwen groeit tegenover gemengde huwelijken dreigt te groeien, als zou ieder gemengd huwelijk tussen een vreemdeling en een Belg te kwader trouw zijn. Dat is een moreel verwerpelijke ontwikkeling, niet alleen omdat het recht zich in principe niet inlaat met motieven waarom mensen huwen, maar bovendien omdat hierdoor discriminatie wordt gevestigd tussen Belgen. Optreden tegen schijnhuwelijken is om de vrouwenhandel en de illegale immigratie tegen te gaan.

19 54. Bespreek 3 vormen van levensbeëindiging en bespreek. a) Palliatieve zorg: deze kan de omstandigheden van het sterven verzachten,maar garandeert geen mooie dood,zeker niet waar de stervende dermate is afgetakeld door uitputting en verdoving,dat ieder communicatie is uitgesloten. De palliatieve zorg richt zich vooral op het sterven zelf van de menselijke persoon in zijn geheel, ze gaan de persoon voorbereiden op het sterven. Patiënten die kiezen voor palliatieve zorg dienen de onafwendbaarheid van hun sterven te aanvaarden. Zij zien af van verdere genezing en kiezen voor een pijnverlichtende gerichte verzorging. Ze moeten wel ingelicht worden over hun terminale toestand. De keuze van de patiënt moet gerespecteerd worden door personeel en artsen. b) Staken van een behandeling: de geneeskunde heeft een belangrijke bijdrage geleverd tot de verlenging van de levensduur en tot de toename van levenskwaliteit, ook op hogere leeftijd. Maar tegelijk heeft zij ook meer zwaar zorgbehoevenden gecreëerd, zij heeft voortdurend de grenzen van het leven verlengd. Die medicalisering heeft met zich meegebracht dat bejaarden zichzelf als zieken gaan zien/als zieken gingen gedragen. De persoon beschikt over zelfbeschikkingsrecht, daardoor kan hijzelf kiezen om de behandeling te staken / geen nieuwe operaties te laten uitvoeren. c) Euthanasie: wanneer een patiënt geen zin meer heeft, geen zin meer ziet om nog verder te leven dan moet hij de kans krijgen om door barbituraten in een diepe slaap gebracht te worden waarna hem een spierverlammend middel wordt ingespoten dat de ademhaling stillegt. Dat recht moet met de nodige zorgvuldigheid worden begeleid. Het moet gaan om herhaaldelijke verzoeken vanwege de stervende die geestelijk en lichamelijk erg lijdt aan een ongeneeslijke ziekte zonder enig uitzicht op verlichting. Geen arts kan gedwongen worden tot euthanasie. Over de zinvolheid van het sterven oordeelt, finaal, alleen de stervende zelf. 55. Wat zijn voorafgaande wilsbeslissingen? Dit is de wel van de patiënt en deze wordt neergeschreven in een levenstestament. In een levenstestament moet ruimte voorzien worden waarin de patiënt duidelijk maakt welke vorm van levensbeëindiging zij kiest. Er moet een wetgevend initiatief komen dat duidelijk bepaalt op welke manier een dergelijk levenstestament in de stervensbegeleiding een rol kan spelen, maar ook welke handelingen een patiënt dient te stellen opdat diens levenstestament zou kunnen worden geactualiseerd. Vandaag de dag ontbreekt een dergelijk kader en kan de arts handelen alsof een dergelijke wilsbeslissing niet zou bestaan, hoeft hij er geen enkele rekening mee te houden. Precies om misbruiken van afhankelijkheid in deze context tegen te gaan is er nood aan een duidelijk juridische regeling. 56. Wat wordt bedoeld met therapeutische hardnekkigheid? Al lang hebben geprobeerd het sterven uit de natuur te bannen. We hebben het sterven moeilijk, onaanvaardbaar gemaakt. In onze cultuur waarvan de therapeutische hardnekkigheid maar 1 aspect vormt zijn we onze onafwendbare eindigheid ontvlucht. De therapeutische hardnekkigheid dient op zich niet veroordeeld te worden, tenzij zij omslaat in verbetenheid. Dank zij haar heeft de geneeskunde gigantische vooruitgang geboekt in het verlengen maar ook in het verbeteren van het leven. Maar zij heeft ons wat verblind en van het sterven te zeer een kwestie van menselijk falen gemaakt. Zij heeft het verouderen tot ziekteverschijnselen gereduceerd. Onze cultuur is doodsbang van de dood. Er treedt een vervreemding op dat ieder spreken over sterven bemoeilijkt. Men wil niet spreken over de dood, over euthanasie. Het is door het debat op afstand te houden, dat men de illusie schept dat men de dood op afstand kan houden. Door hem te negeren, probeert men hem te vergeten.

20 57. In welke zin is volgens u het vigerende drugsbeleid al of niet legitiem. Het probleem is dat de overheid niet consequent is in het drugsbeleid. Een duidelijk verslavend genotsmiddel als tabak wordt niet verboden, terwijl een niet-verslavend maar hooguit gewennend bewustzijnsveranderend middel als cannabis verboden wordt. Een verdovend middel als alcohol is algemeen aanvaard terwijl een stimulerend product als cocaïne niet. Het is met drugs zoals met vele producten in de maatschappij; het is de overdaad die schaadt. Het probleem is dus ook de overdaad die inderdaad schadelijk is, en dat kan beter door een preventief en een voorlichtingsbeleid worden aangepakt, dan via repressie. Om deze redenen lijkt het misschien het beste om het drugsgebruik te depenaliseren en om de drugshandel te reglementeren. Dat zou een zware slag zijn voor de drugsmaffia, omdat de prijzen in elkaar zouden storten en omdat hun belangrijkste bron van inkomen zou opdrogen. Tegelijk dient de overheid dan een degelijk informatie- en voorlichtingsbeleid te voeren over de implicaties en gevaren van drugsgebruik. De gebruiker dient dan geen criminele milieus meer te frequenteren. Wat de zwaar verslaafden betreft is het beter om hen de drug via de medische weg te verschaffen dan dat zij er voor moeten stelen. Een dergelijk beleid zou in ethisch opzicht niet alleen humaner zijn, het zou bovendien ook goedkoper zijn. Drugsbeleid: men kan hier 2 vragen stellen: (1) een legitimiteitsvraag: heeft de overheid wel het recht om het gebruik van zekere verdovende, stimulerende of bewustzijnsveranderende middelen te verbieden? (2) De doelmatigheidsvraag: is de overheid wel in staat om dit verbod adequaat te doen naleven? 58. Schets de evolutie van de positie van het kind in ons rechtstelsel. Men kan ten aanzien van juridisch onbekwame minderjarigen zeker vormen van zelfbeslissingsrecht erkennen. Bij kinderen is het probleem niet dat ze niet in staat zouden zijn om hun wil te kennen te geven, maar wel dat men zich vragen kan stellen of zij wel over voldoende geestelijke bekwaamheid beschikken om een juiste keuze te maken. Het verdrag voor de rechten van het kind erkent niet alleen zekere vrijheidsrechten voor het kind, maar ook tal van sociale economische grondrechten De beweging van kinderrechten beoogt meer dan de loutere erkenning van een aantal subjectieve rechten van kinderen. Zij wenst ook de omgeving kindvriendelijker te maken en kinderen in maatschappelijke instituties een belangrijkere plaats te geven. Kinderen worden schaarser en dus ook kostbaarder. Kinderen bevinden zich doorgaans in een paternalistische relatie, ondanks een onoverkomelijke afhankelijkheid, zekere respectregels niet in de weg staan, want kinderen blijven niettemin dat zijn afhankelijk zijn van hun ouders, familie, personen. 59. Wat wordt bedoeld met context- en leeftijdsafhankelijke rechten voor kinderen? Kinderrechten dienen aan kinderen contextueel variabele en leeftijdsvariabele beslissingsbevoegdheden te verlenen, ongeacht de specifieke kenmerken van kinderen. Contextvariabelen in die zin dat juridische heldere verschillen gemaakt worden tussen soorten beslissingen in soorten contexten die het kind alleen of in samenspraak met anderen mag of niet mag maken. Leeftijdsvariabelen in die zin dat men juridisch heldere grenzen tussen diverse leeftijdscategorieën en in functie van die leeftijdsvariabelen bekwaamheden erkent. Dergelijke leeftijdsgrenzen worden, overheen de algemene minderjarigheidgrens, steeds in talrijke Amerikaanse staten erkend voor wat betreft beslissingen over medische ingrepen. Binnen beide variabelen geldt voor de beslissing een weerlegbaar vermoeden van bekwaamheid. De reden om dit vermoeden weerlegbaar te maken is vooreerst omdat anders onrecht wordt gedaan aan de grote verschillen die er tussen kinderen binnen dezelfde leeftijdsgrenzen kunnen ontstaan en vervolgens omdat een kind ook het recht moet blijven behouden om niet te hoeven beslissen en om geen verantwoordelijkheid voor een beslissing te hoeven dragen. Een kind heeft ook recht op paternalisme. Men zou kunnen opwerpen dat het weerlegbaar maken van een vermoeden van bekwaamheid toch weer de deur openzet voor discretionaire beslissingen over de hoofden heen van de betrokken kinderen, dit is niet het geval. Kinderen zijn niet altijd in staat om zonder hulp van hun ouders beslissingen te maken. Men kan verder opwerpen dat de erkenning van een zeker zelfbeslissingsrecht van kinderen in medische contexten niet meteen veralgemeenbaar is voor andere contexten. Maar wat is de precieze draagwijdte van dit argument? Vb erkennen van erkennen van seksuele volwassenheid en erkennen van burgerlijke volwassenheid = verschilt.

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.

Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie

Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie Bijzonder procesdoel 4: beleven van de democratie Eerste leerjaar B 4.1. Herkennen en verkennen Mijn gedrag - hoe gedraag ik mij en waarom? - mijn waarden: - aan welke waarde(n) hecht ik belang? - thuis

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek

Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek Samenvatting door een scholier 1751 woorden 21 mei 2003 7,2 53 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Filosofie: Wijsgerige ethiek Paragraaf 1: Het morele

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

ISSAI 30 Ethische code

ISSAI 30 Ethische code ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980 Noot van de editor De beginselprogramma's zijn gescand, en zover nodig gecorrigeerd. Hierdoor is het mogelijk dat de tekst niet meer

Nadere informatie

Charter van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog

Charter van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog Charter van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog I. Preambule Levensbeschouwingen zijn waardevol in onze samenleving. Ze zijn een belangrijke zingever voor mensen en dragen bij aan de gemeenschapsvorming.

Nadere informatie

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen   B EUR 2de bach PSW Mediarecht Lesnotities Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B17 3.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be MEDIARECHT 2014-2015 INHOUD

Nadere informatie

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken. 1 Toespraak door viceminister-president en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand Geert BOURGEOIS Bezoek aan de Al Fath Moskee Gent, 16 juni 2012

Nadere informatie

Inleiding. Definitie recht

Inleiding. Definitie recht Inleiding Wat is recht? Dat is de centrale vraag in deze cursus. In de inleiding zullen we ons niet al te veel verlaten in een academische waterval aan tekstblokken en moeilijk woorden. We gaan meteen

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE OUDERLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een toenemende convergentie

Nadere informatie

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs Fenneke Zeldenrust Vrijheid van onderwijs, artikel 23 Grondwet - Vrijheid van stichting - Vrijheid van richting - Vrijheid van inrichting Een

Nadere informatie

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS

Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS Van Rechtswege(n) Politìeke en rechtsfilosofische stromingen door de eeuwen heen KOENRAES & DIEDERIK VANDENDRIESSCHE ACADEMIA PRESS Inhoudstafel Woord vooraf. Deell HlSTORISCH OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE

Nadere informatie

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg 1 2 wat ga ik behandelen? wat is mediasociologie bij CMDA/IAM? wat gaan we doen en hoe doen we dat? wat is sociologie eigenlijk en hoe zien wij

Nadere informatie

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief - Het christelijke belemmert de politiek niet, maar maakt haar juist mogelijk en waardevol - Pieter Jan Dijkman Vereniging voor Wijsbegeerte

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 4 Samenvatting door een scholier 1623 woorden 10 december 2007 5,4 53 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Hoofdstuk 1: Idee

Nadere informatie

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Deontologische Code inzake notariële bemiddeling Aangenomen door de algemene vergadering op 7 oktober 2003 Gewijzigd door de algemene vergadering op 24 oktober 2006) Art.

Nadere informatie

De Verlichting. De Verlichting

De Verlichting. De Verlichting De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie

Nadere informatie

Wat is een rechtsstaat?

Wat is een rechtsstaat? Wat is een rechtsstaat? Nederlanders hebben veel vrijheid. We hebben bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting: we mogen zeggen en schrijven wat we willen. Toch heeft deze vrijheid grenzen. Zo staat er in

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

VWO 4 FILOSOFIE Wat is ethiek en het utilisme

VWO 4 FILOSOFIE Wat is ethiek en het utilisme VWO 4 FILOSOFIE Wat is ethiek en het utilisme Wat is ethiek? Ethiek legt het verschil uit tussen goed en fout Ook kijkt men in de ethiek naar hoe mensen besluiten nemen Ethiek is descriptief Het gaat over

Nadere informatie

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden

2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden 2.1 Exploreren, verkennen en integreren van waarden Opmerking:dit procesdoel zal normaal gezien bij elke les terugkomen. Het belang ervan is dat leerlingen beseffen dat heel veel keuzes in het leven waardegeladen

Nadere informatie

Eindexamen filosofie havo 2007-I

Eindexamen filosofie havo 2007-I Opgave 2 Sociale utopieën tussen fantasie en werkelijkheid 8 maximumscore 3 het noemen en uitleggen van het principe van Bloch: hoop 1 een toepassing van het principe hoop op het ontstaan van utopische

Nadere informatie

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma

Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma Contract Law as Fairness. A Rawlsian Perspective on the Position of SMEs in European Contract Law J.G. Klijnsma Samenvatting Contract Law as Fairness geeft een Rawlsiaans perspectief op de positie van

Nadere informatie

Reciprociteit in de zorg voor Ouderen

Reciprociteit in de zorg voor Ouderen Reciprociteit in de zorg voor Ouderen Congres Ouderenpsychiatrie Leuven, 24 oktober 2013 Prof. Toon Vandevelde Hoger Instituut voor Wijsbegeerte KULeuven Mensbeeld Homo oeconomicus: mens streeft naar (maximeert?)

Nadere informatie

Voorwoord 11 Inleiding 13

Voorwoord 11 Inleiding 13 Voorwoord 11 Inleiding 13 1 Een gemeenschappelijk perspectief 13 2 Herkenning, reflectie en argumentatie 14 2.1 Herkenning 14 2.2 Reflectie 14 2.2.1 Ethisch kader 14 2.2.2 Términologisch kader 15 2.3 Argumentatie

Nadere informatie

Hervorming geestelijke gezondheidszorg 107 voor volwassenen Toekomstige hervorming voor kinderen Sector Arbeids- & Organisatiepsychologie

Hervorming geestelijke gezondheidszorg 107 voor volwassenen Toekomstige hervorming voor kinderen Sector Arbeids- & Organisatiepsychologie Deontologische vragen m.b.t. samenwerken in teams en netwerken Prof. Adélaïde BLAVIER, PhD Centre d Expertise en Psychotraumatismes et Psycho-Légale Département de Psychologie, Université de Liège (ULg)

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht

Hoofdstuk 1: Recht. Alternatieven voor recht Hoofdstuk 1: Recht Alternatieven voor recht Recht is zoals al gezegd een instrument om de maatschappij te ordenen. Alles is recht, kan een bepaalde houding zijn (die dan nog eens intrinsiek op alles toepasbaar

Nadere informatie

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen:

UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen: UNIVERSELE VERKLARING van de RECHTEN van de MENS: De 30 artikelen: Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

De Verlichting. Maar voor de helft geslaagd?

De Verlichting. Maar voor de helft geslaagd? De Verlichting Maar voor de helft geslaagd? Moderne wetenschap Moderne filosofie Moderne cultuur De Verlichting methodische twijfel God garandeert rede scepticisme optimisme kritiek ongeduld ik denk rede

Nadere informatie

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas

Beroepsgeheim, deontologie en antiwitwas 1. Magistraten, Revisoren en Advocaten: drie beroepen met zware vereisten van morele orde die hun oorsprong vinden In de deontologische regels sensu stricto In de beroepsregels In de disciplinaire bepalingen

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Opgave 3 De gewapende overval

Opgave 3 De gewapende overval Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk

Nadere informatie

filosofie havo 2017-II

filosofie havo 2017-II Opgave 1 Internationale drugshandel 1 maximumscore 3 een uitleg dat een handelend persoon gezien kan worden als iemand die de vrijheid heeft om zijn eigen leven vorm te geven 1 een uitleg dat een hulpeloos

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven:

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven: Pagina B 1 Samenvatting inleidende les ethiek 8/02/06 ETHIEK. Filosofie is denken, hard nadenken over vanalles en nog wat, en hoort eigenlijk bij ethiek. Ethiek zelf kan me ook een beetje vergelijken met

Nadere informatie

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg

Zorg om de zorg. Menselijke maat in de gezondheidszorg Zorg om de zorg Menselijke maat in de gezondheidszorg Prof.dr. Chris Gastmans Prof.dr. Gerrit Glas Prof.dr. Annelies van Heijst Prof.dr. Eduard Kimman sj Dr. Carlo Leget Prof.dr. Ruud ter Meulen (red.)

Nadere informatie

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda

Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda Thinking War in the 21st Century. Introducing Non-State Actors in Just War Theory H.A. Noorda Thinking War in the 21 st Century Introducing Non-State Actors in Just War Theory Hadassa Noorda Samenvatting

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam BEGINSELVERKLARING Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam 1. Missie en Visie De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) wil een Nederland waar mensen de ruimte

Nadere informatie

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten

BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN. Tegenbewegende stijlen. Meebewegende stijlen. = duwen = trekken. evalueren aansporen en onder druk zetten BEÏNVLOEDINGSSTIJLEN Er zijn verschillende beïnvloedingsstijlen te onderscheiden. De stijlen kunnen worden onderverdeeld in: TEGENBEWEGENDE STIJLEN MEEBEWEGENDE STIJLEN = duwen = trekken Tegenbewegende

Nadere informatie

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten Eerste leerjaar B 3.1. Mijn rechten Beroepsvoorbereidend leerjaar 3.1. Mijn rechten Wie ben ik? * De leerlingen ontdekken wie ze zelf zijn - de mogelijkheden

Nadere informatie

Gedragscode Commissies van Toezicht bij de justitiële inrichtingen

Gedragscode Commissies van Toezicht bij de justitiële inrichtingen Gedragscode Commissies van Toezicht bij de justitiële inrichtingen November 2011 Inleiding Een fatsoenlijke samenleving wordt wel omschreven als een samenleving waarin mensen niet worden vernederd door

Nadere informatie

Dilemmamethode. Formuleer het dilemma:

Dilemmamethode. Formuleer het dilemma: Dilemmamethode (zie: Jacques Graste, Omgaan met dilemma s. Een methode voor ethische reflectie hoofdstuk 2 in Henk Manschot en Hans van Dartel In gesprek over goede zorg. Overlegmethoden voor ethiek in

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 1 Kroatië toegetreden tot de EU 1 maximumscore 2 beschrijving van het eerste kenmerk van staatsvorming (interne soevereiniteit) ondersteund door een gegeven uit de inleiding 1 beschrijving van het

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten?

Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten? DIRECTORAAT-GENERAAL INTERN BELEID BELEIDSAFDELING C: BURGERRECHTEN EN CONSTITUTIONELE ZAKEN JURIDISCHE ZAKEN Waarom wordt bemiddeling niet vaker gebruikt als alternatief om geschillen te beslechten? SAMENVATTING

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?

Inhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken? >> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?

Nadere informatie

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN 3.1 Exploreren, verkennen en integreren van de mogelijkheden van de mens 3.2 Exploreren, verkennen en integreren van de grenzen van de mens 3.3 Ontdekken

Nadere informatie

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848. 3. Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode? DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: 1815-1848 ACHTERGRONDINFORMATIE PERIODE 1815-1848 DE EERSTE JAREN VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN Tussen 1795 en 1813 was Nederland overheerst geweest door de Fransen. In

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2011 tijdvak 2 dinsdag 21 juni 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Toezicht en moraliteit.

Toezicht en moraliteit. Toezicht en moraliteit. Over professionele waarden in de zorgsector Gabriël van den Brink Congres-NVTZ 10-11-2016 1 Moral sentiments in modern society Adam Smith (1723-1790) The Wealth of Nations (1776)

Nadere informatie

P R O F. I G N A A S D E V I S C H D U F F E L, 6 D E C E M B E R

P R O F. I G N A A S D E V I S C H D U F F E L, 6 D E C E M B E R (ON)MACHT IN DE ZORG P R O F. I G N A A S D E V I S C H D U F F E L, 6 D E C E M B E R 2 0 1 7 SOMMIGE WOORDEN DOEN ERTOE: ZORG, MACHT EN ETHIEK Reflectie hierover Niet uit de praktijk (ik heb geen kliniek,

Nadere informatie

Uw rechten en plichten als 18-jarige

Uw rechten en plichten als 18-jarige Uw rechten en plichten als 18-jarige Hoofdstuk 5 Een 18 de verjaardag is vaak een mijlpaal waarop men zelfstandiger en onafhankelijker wordt, maar het is ook het moment van wettelijke meerderjarigheid.

Nadere informatie

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen

Hoofdstuk 3. Geloof, waarden, ervaringen Hoofdstuk 3 Geloof, waarden, ervaringen Kennis en geloof Kennis is descriptief Heeft betrekking op feiten Is te rechtvaardigen Geloof is normatief Heeft betrekking op voorschriften Is subjectief Geldt

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties

Hoofdstuk 6: waarden, normen en. instituties Hoofdstuk 6: waarden, normen en Begrippen hoofdstuk 6: Normen Sancties Socialisatie Waarden Belangen Instituties Anticiperen Internalisatie Vertraging instituties vervolg Taboe Folkways en mores Universals

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK INHOUDSTAFEL INLEIDING Een integraal en solidair humanisme a) Bij het aanbreken van het derde millennium 1 b) De betekenis van dit document 3 c) Ten dienste van

Nadere informatie

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn

Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn Naam patiënt:.. Geboortedatum patiënt:... Naam afnemer: Datum afname: Inschatting wilsbekwaamheid volgens KNMG richtlijn 1. Wilsbekwaamheid wordt altijd beoordeeld ter zake een bepaald onderzoek of bepaalde

Nadere informatie

Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij. Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013

Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij. Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013 Zelfrespect en solidariteit in de prestatiemaatschappij Evelien Tonkens, Universiteit van Amsterdam Filosofisch Café Hoogeveen 26 november 2013 Prestatiedruk, Solidariteit onder druk, Zelfrespect fragiel

Nadere informatie

A. De wens van de soeverein

A. De wens van de soeverein A. De wens van de soeverein Overal om ons heen vinden we regels. We houden ons aan regels en verwachten ook dat anderen dit doen. Sommige regels zijn aan te merken als rechtsregels, maar er zijn ook sociale

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6 Samenvatting door M. 804 woorden 17 juni 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Bronnen Samenvatting geschiedenis Hoofdstuk 6 Burgers en stoommachines,

Nadere informatie

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie Praktische-opdracht door K. 1845 woorden 5 januari 2015 8,2 10 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Inleiding: Ik zag een

Nadere informatie

filosofie havo 2015-II

filosofie havo 2015-II Opgave 1 Bloed, zweet en luxeproblemen 1 maximumscore 2 een argumentatie of de uitleg van het inkomensverschil tussen Benjamin en de arbeiders gerechtvaardigd is aan de hand van de Romeinse definitie van

Nadere informatie

CAT B / Cursusafhankelijke toets

CAT B / Cursusafhankelijke toets Oefentoets CAT B1.2.4 0809 / Cursusafhankelijke toets Cursus B1.2 4 0708 het verhaal van de patiënt Cursuscoördinator dr. A.K. Oderwald 4 Opdrachten, gesloten boek, open vragen, MET antwoord aanwijzingen

Nadere informatie

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Deontologische Code inzake notariële bemiddeling (Aangenomen door de A.V. op 7 oktober 2003; gewijzigd door de A.V. op 24 oktober 2006 en gewijzigd door de A.V. van 22 oktober

Nadere informatie

in de school Adv ocaat

in de school Adv ocaat Advocaat in de school LAGER ONDERWIJS Wat is het recht? Scheiding der machten Iemand pesten is niet tof, door het rode licht fietsen of lopen is gevaarlijk, met mes en vork eten is beleefd, roepen in de

Nadere informatie

Verdieping Rechtsfilosofie Referaat n.a.v. de Grondrechtennota 2004: Grondrechten in een pluriforme samenleving. Auteur: Linde

Verdieping Rechtsfilosofie Referaat n.a.v. de Grondrechtennota 2004: Grondrechten in een pluriforme samenleving. Auteur: Linde Verdieping Rechtsfilosofie Referaat n.a.v. de Grondrechtennota 2004: Grondrechten in een pluriforme samenleving Auteur: Linde Inleiding Dit referaat gaat over de nota grondrechten in een pluriforme samenleving,

Nadere informatie

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte

Geluk en Capabilities: een filosofische analyse. Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk en Capabilities: een filosofische analyse Ingrid Robeyns Erasmus Universiteit Rotterdam Faculteit der Wijsbegeerte Geluk: welke bijdrage door filosofen? De academische filosofie is veel heterogener

Nadere informatie

filosofie havo 2016-II

filosofie havo 2016-II Opgave 3 2025: een ruimte-utopie 11 maximumscore 3 een uitleg dat een maatschappelijk verdrag een oplossing is voor een onhoudbare/onwenselijke natuurtoestand 1 een uitleg dat de kolonisten zich wel in

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Kromrecht. een klachtenbundel. ongerechtigheid in de rechtspraak & het morele verval van de advocatuur

Kromrecht. een klachtenbundel. ongerechtigheid in de rechtspraak & het morele verval van de advocatuur Kromrecht een klachtenbundel ongerechtigheid in de rechtspraak & het morele verval van de advocatuur Kromrecht draait om de volgende vragen... Zijn alle advocaten rechtschapen en financieel bescheiden,

Nadere informatie

Waar sta jij? (Uit: Kompas)

Waar sta jij? (Uit: Kompas) Waar sta jij? (Uit: Kompas) Dit is een discussieactiviteit over: de basisvoorwaarden van menselijke waardigheid, het respectievelijke belang van burgerlijke en politieke rechten en van sociale en economische

Nadere informatie

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed

Nadere informatie

Maatschappelijke oorzaak

Maatschappelijke oorzaak Recht-Op hanteert het maatschappelijk schuldmodel inzake armoede. De organisatie van de maatschappij, de heersende structuren en regelgevingen veroorzaken armoede, bestendigen of vergroten ze zelfs. Modaliteit

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Toon Vandevelde. Economische en menselijke rationaliteit

Toon Vandevelde. Economische en menselijke rationaliteit Toon Vandevelde Economische en menselijke rationaliteit uit: F. Verbeure en L. Apostel (reds), Verwijdering of ontmoeting? Pelckmans, 1994, 88-105 Inleidende beschouwingen: geen consensus over wat de economische

Nadere informatie

Levensbeschouwing hoofdstuk 2.

Levensbeschouwing hoofdstuk 2. Levensbeschouwing hoofdstuk 2. Boek Menswaardigheid In deze module ging het om de vraag hoe je kunt bepalen waardoor/waarom bepaalde levenshoudingen niet deugen. We hebben ontdekt dat het begrip menswaardigheid

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder Uitgaande van de filosofie milieuhandhaving: Bestuurlijke handhaving boven strafrechtelijke Probleem helpende handhaving boven bestraffende Van zacht naar

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR

BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR BESLISSING VAN 18 OKTOBER 2007 BETREFFENDE DE GEDRAGSCODE VAN DE ERKENDE BEMIDDELAAR SECTIE 1: AANSTELLING VAN DE BEMIDDELAAR ARTIKEL 1 Bij vrijwillige bemiddeling wijzen de partijen in onderlinge overeenstemming

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Handelingsbekwaamheid is de geschiktheid om de rechten en plichten waarvan men drager is zelf uit te oefenen, zonder tussenkomst van derden.

Handelingsbekwaamheid is de geschiktheid om de rechten en plichten waarvan men drager is zelf uit te oefenen, zonder tussenkomst van derden. Voorwaarden om te starten als zelfstandige. 1. Attest Bedrijfsbeheer 2. Handelingsbekwaanheid 3. Meerderjarigheid 4. Vestigingswet 1. Attest bedrijfsbeheer. Het attest bedrijfsbeheer is een voorwaarde

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Onderhandelen op basis van win win. Drs. Anna T. de Boer

Onderhandelen op basis van win win. Drs. Anna T. de Boer Onderhandelen op basis van win win Drs. Anna T. de Boer Stijlen van conflicthantering D o e l g e r i c h t Wedijveren Doordrukken Vermijden Compromis Samenwerken Aanpassen Aandacht voor de relatie (belang

Nadere informatie

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15 U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/ COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe(2008)D/ Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie Herrmann-Debrouxlaan 48 1160 Brussel Betreft:

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting Maatschappijleer Politiek Samenvatting door een scholier 1031 woorden 22 juni 2007 7,7 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer samenvatting 1. Democratie Wetten:

Nadere informatie

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan

Ons economische zelf. Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan Ons economische zelf Over leven in een verdeelde wereld en hoe we samen ongedwongen naar huis kunnen gaan Plaatjes invoegen Contrast tussen overvloed en gebrek Contrast tussen genieten van materie en uitbuiten

Nadere informatie