Hoogseizoen, maar toch werkloos?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoogseizoen, maar toch werkloos?"

Transcriptie

1 Hoogseizoen, maar toch werkloos? Onderzoek naar de oorzaken en oplossingsrichtingen van langdurige werkloosheid in de schildersbranche 22 januari 2008 Projectnummer 0709 Ir. Carla van Deursen, BSZ beleidsonderzoek Drs. Ilse Hento, Hento policy support 1

2 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE ACHTERGROND ONDERZOEK EN ONDERZOEKSVRAGEN OPZET VAN HET ONDERZOEK TYPERING VAN DE WERKLOZE SCHILDERS ACHTERGRONDKENMERKEN WERKVERLEDEN CONCLUSIE BETEKENIS WERKLOOSHEID VOOR DE SCHILDERS ARBEIDSMOTIVATIE WERKZOEKINTENTIE FINANCIEEL BELANG VAN WERK CONCLUSIE WERK ZOEKEN EN HULP VAN INSTANTIES HET ZOEKEN NAAR WERK BELEMMERINGEN BIJ HET KRIJGEN VAN WERK ONTVANGEN EN BENODIGDE HULP CONCLUSIE OORZAKEN EN OPLOSSINGSRICHTINGEN SAMENVATTING MET CONCLUSIES EN OPLOSSINGSSENARIO'S ANTWOORDEN OP DE ONDERZOEKSVRAGEN BESCHOUWING VAN DE OORZAKEN SCENARIO'S VOOR OPLOSSINGEN BIJLAGE 1. VRAGENLIJST

3 1. Achtergrond onderzoek en onderzoeksvragen 4seizoenenonderhoud De werkloosheid in de schilderbranche volgt een vast seizoenspatroon, met de grootste piek in januari t/m maart en het dal in september en oktober 1. Om de winterwerkloosheid aan te pakken hebben de ondernemersorganisatie FOSAG en de werknemersorganisaties FNV Bouw en CNV Schilders in 2005 een Integraal Plan Winterwerkgelegenheid (IPW) met elkaar afgesproken. De uitvoering vindt plaats bij een projectbureau: het IPW-bureau. Dit bureau voert een campagne om de winterwerkloosheid aan te pakken. Deze campagne heet 4seizoenenonderhoud. Doel hiervan is opdrachtgevers te bewegen hun binnenschilderwerk in de winterperiode aan te besteden, zodat de werkgelegenheid evenredig verspreid wordt over het jaar. Dankzij de gunstige conjunctuur is sinds medio 2005 de werkloosheid bij de schilders over de hele linie aan het dalen. Seizoensschommelingen zijn op dit moment nog wel zichtbaar. Structurele werklozen baren zorg Ondanks het feit dat in de (na)zomerperiode de werkloosheid relatief laag is, is ook in deze periode een substantiële groep schilders werkloos. Zo zaten in september 2006 circa schilders in de WW. Begin 2007 heeft UWV een bestandsanalyse uitgevoerd op deze groep. Hieruit blijkt dat het niet om kortdurend werklozen gaat: een groot deel is langdurig werkloos (langer dan een jaar). Verder blijkt dat ongeveer de helft al vaker werkloos is geweest binnen de schildersbranche en er relatief veel ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten onder de werklozen zijn. Hoewel de werkloosheid sindsdien afgenomen is (in juli 2007 zitten 'nog maar' 721 schilders in de WW), baart deze groep zorgen. Het gaat immers om een hardnekkige groep, die vanwege het arbeidsverleden, gezondheidsproblemen en leeftijd wellicht minder aantrekkelijk is voor een ondernemer. Om meer zicht te krijgen op de oorzaken van de werkloosheid en de oplossingsrichtingen heeft de stuurgroep IPW BSZ beleidsonderzoek gevraagd om een enquêteonderzoek uit te voeren onder de septemberwerklozen van Afgeleid van overzicht aantal werklozen per maand tot en met juli 2007, zoals gepubliceerd op 3

4 Onderzoeksvragen Het doel van het onderzoek is dus om meer zicht te krijgen op de oorzaken van de werkloosheid en de oplossingsrichtingen. Hiervoor beantwoorden we de volgende deelvragen: 1. Wat zijn de achtergrondkenmerken van schilders die zelf in september werkloos zijn? (demografische kenmerken, (vak)opleiding, duur werkloosheid, regio, reden ontslag, ervaring in andere sectoren) 2. Hoe ligt de motivatie en financiële noodzaak voor het vinden van werk? 3. Hoe zoeken ze werk, tegen welke belemmeringen lopen ze aan en krijgen ze (voldoende) hulp hierbij? 4. Welke oorzaken en oplossingsrichtingen zien de werklozen zelf? 5. Tot welke mogelijke oplossingsscenario's leiden de uitkomsten? Indeling van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft de opzet van het onderzoek, waaronder de respons en representativiteit van de deelnemers. In hoofdstuk 3 t/m 6 worden de eerste 4 onderzoeksvragen beantwoord, met aan het einde van het hoofdstuk telkens de conclusie. In hoofdstuk 7 volgen (nogmaals) de conclusies als antwoorden op de onderzoeksvragen en worden enkele oplossingsscenario's geschetst. Dit hoofdstuk dient tevens als samenvatting. 4

5 2. Opzet van het onderzoek Selectie en benadering schilders Het IPW heeft de Raad van Bestuur van UWV om medewerking aan het onderzoek gevraagd, bestaande uit het selecteren en aanschrijven van de septemberwerklozen. Na instemming van de Raad van Bestuur heeft UWV medio oktober een selectie gemaakt van alle 745 personen uit de schildersbranche die in de maand september 2007 een werkloosheidsuitkering ontvingen. UWV heeft hen op 31 oktober een brief gestuurd, met daarbij de enquête en een portvrije antwoordenvelop. De brief is opgesteld door UWV en ondertekend door de directeur van Strategie, Beleid en Kennis (SBK). De antwoordenvelop is geadresseerd aan BSZ Beleidsonderzoek. De vragenlijst is opgesteld door de onderzoekers en bevat een brief namens het IPW, ondertekend door FOSAG, FNV Bouw en CNV Schilders (bijlage 1). Op 13 november heeft UWV een herinneringsbrief gestuurd. Omdat de vragenlijsten geen kenmerk bevatten aan de hand waarvan de deelnemer te herleiden is, is de herinneringsbrief naar iedereen gestuurd. Aangegeven is dat men de brief als niet verzonden kan beschouwen, als men de vragenlijst al heeft teruggestuurd. Om de respons te bevorderen zijn 10 cadeaubonnen verloot onder de deelnemer. Om voor de loting in aanmerking te komen moest men minimaal het telefoonnummer opgeven in de vragenlijst en daarmee de anonimiteit doorbreken. Iets minder dan de helft van de deelnemers wilde aan de loting deelnemen. Respons en andere reacties Telefonische reacties In de brief en op de vragenlijst is een telefoonnummer en adres van de onderzoekers vermeld, voor vragen over het onderzoek of hulp bij het invullen. Van het adres is geen gebruik gemaakt. Dit geeft naar onze mening aan dat de doelgroep minder dan gemiddeld vertrouwd is met deze vorm van communicatie. We hebben ongeveer 30 telefoontjes ontvangen, het grootste deel kort nadat de vragenlijsten verstuurd waren en kort na de rappel. Het grootste deel daarvan hebben we gesproken, een kleiner deel heeft alleen een bericht op het antwoordapparaat ingesproken. Een aantal respondenten heeft ook schriftelijk gereageerd, gebruikmakend van de antwoordenvelop. De reacties waren zijn in de volgende categorieën te plaatsen: 1. Vragen of het gezien de leeftijd (bijna 65 of bijna prepensioen) nog wel zin heeft om mee te doen. In dat geval gaven we aan dat het onderzoek voor henzelf waarschijnlijk niets meer zal veranderen, maar dat ze daar wel andere werklozen mee helpen. Dat overtuigde hen in de regel om mee te doen. 2. Mededeling dat men niet (meer) tot de schildersbranche behoort en/of niet (meer) werkloos is. Bij doorvragen bleek soms dat men wel degelijk tot de schildersbranche behoorde. Sommigen koppelden hieraan het verzoek uit het werklozenbestand van de schildersbranche verwijderd te worden. 3. Behoefte aan het geven van een mondelinge toelichting op de antwoorden in de vragenlijst. Het betreft vooral personen die uitleggen waarom hun motivatie om werk te 5

6 zoeken verloren hebben (herhaalde afwijzing vanwege leeftijd). Ook geven enkele personen aan nu als zelfstandige aan de slag te zijn en nog voor slechts enkele uren WW te ontvangen. 4. Uitleg waarom men niet de enquête niet invult. Twee echtgenoten belden dat hun man vanwege de gezondheid niet meer als schilder mag werken en de vragenlijst daarom erg pijnlijk en confronterend is. Focus op schilders in plaats van schildersbranche In de brief van UWV en op de vragenlijst is het onderzoek gepresenteerd als een onderzoek onder schilders. Feitelijk vormen echter niet alleen de schilders, maar iedereen die vanuit de schildersbranche werkloos is geworden doelgroep voor dit onderzoek. Dit heeft een aantal werklozen op het verkeerde been gezet. Men gaf in de vragenlijst of telefonisch aan dat men geen schilder was, en daarom niet meedeed. In de vragenlijst is wel rekening gehouden met andere functies en de lijst blijkt ook wel degelijk ook door anderen dan schilders ingevuld te zijn. Waarschijnlijk was het aandeel echter groter geweest als de aankondiging ook naar hen verwezen had. Respons Het werklozenbestand van de schildersbranche van de maand september bevat 749 personen. Na koppeling aan de adresgegevens resteerden 745 personen. In totaal zijn 239 van de 745 verstuurde vragenlijsten retour gekomen voor de sluitingsdatum van 24 november. Dit is een respons van 32 procent. Daarvan zijn er 201 bruikbaar voor de analyse (bruikbare respons: 27 procent). De overige 38 vragenlijsten betreft voornamelijk personen die op het moment van de enquête niet meer werkloos zijn (23x) of naar eigen mening niet tot de branche behoren (12x). De overige 3 vragenlijsten kwamen blanco retour. Representativiteit Tabel 2.1 laat zien hoe de verdeling naar leeftijd en geslacht is van de totale aangeschreven groep en van de 201 respondenten die binnen de doelgroep van dit onderzoek vallen. De ouderen blijken oververtegenwoordigd te zijn onder de deelnemers. Van de onderzoekdeelnemers is bijna driekwart ouder dan 55 jaar, terwijl van de totale groep septemberwerklozen maar de helft ouder dan 55 is. Het responspercentage neemt dan ook toe met de leeftijd, van 0 bij de jongste leeftijdsgroep tot 39 bij de ouderen. Slechts 20 deelnemers zijn jonger dan 45 jaar, 34 zijn tussen de 35 en 44 jaar. Dit heeft als consequentie dat het beeld dat dit onderzoek schetst van de situatie van de jongere werklozen in de schildersbranche heel globaal is, en dat de representativiteit voor de totale groep van jongere werklozen twijfelachtig is. Ook in eerdere onderzoeken onder UWV-cliënten bleek overigens dat de deelnamebereidheid onder ouderen groter is dan onder jongeren. 6

7 Tabel 2.1 Aantallen van totale septembergroep en onderzoeksdeelnemers, naar leeftijd en geslacht* alle septemberwerklozen deelnemers enquête aantal kolom% aantal kolom% respons% leeftijd jonger dan 25 jaar 22 3% 0 0% 0% 25 t/m 34 jaar 50 7% 4 2% 8% 35 t/m 44 jaar % 16 8% 13% 45 t/m 54 jaar % 34 17% 19% 55 tot 57½ / 58 jaar** 81 11% 29 15% 36% 57½/58 jaar en ouder % % 39% geslacht mannen % 190 5% 27% vrouwen 45 6% 10 95% 22% totaal % % 27% *De leeftijds- en geslachtspecifieke aantallen zijn inclusief de 4 personen die afvielen na koppeling aan de adressen. **De afbakeningen lopen niet precies gelijk. UWV legt de grens exact bij 57½ jaar. Op basis van de enquête is dit niet mogelijk, omdat alleen het geboortejaar gevraagd is. Deelnemers relatief lang in WW en relatief vaak een WAO-uitkering Om meer zicht te krijgen op de representativiteit is bij UWV extra informatie opgevraagd over de verdeling van het oorspronkelijk aangeschreven bestand naar werkloosheidsduur en aandeel met een WAO-uitkering, uitgesplitst voor 55-plussers en 55-minners (tabel 2.2). De enquêtedeelnemers blijken relatief vaak langer dan een jaar in de WW te zitten. Dit geldt zowel voor de werklozen jonger dan 55 jaar, als voor de ouderen. Vooral voor de deelnemers jonger dan 55 jaar geldt dat ze vaker dan gemiddeld een WAO-uitkering hebben. We kunnen hieruit concluderen dat de deelnemers ook niet geheel representatief zijn wat werkloosheidsduur en gezondheidsproblemen betreft. Vooral voor de deelnemers jonger dan 55 jaar geldt dat de afstand tot de arbeidsmarkt vanwege hun gezondheidsproblemen en werkloosheidsduur groter is dan bij de niet-deelnemers. 7

8 Tabel 2.2 Verdeling werkloosheidsduur en WAO-ers onder alle septemberwerklozen en binnen doelgroep* alle septemberwerklozen deelnemers enquête < 55 jaar 55 jaar totaal < 55 jaar 55 jaar totaal WW-duur < half jaar 36% 11% 23% 17% 6% 9% half tot 1 jaar 26% 8% 17% 31% 3% 11% 1 tot 2 jaar 20% 16% 18% 31% 20% 23% 2 tot 5 jaar 16% 53% 35% 17% 56% 45% > 5 jaar 2% 11% 7% 4% 15% 12% totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% WAO/WIA* WAO-uitkering 27% 27% 27% 44% 31% 35% geen WAO-uitkering 73% 73% 73% 56% 69% 65% totaal 100% 100% 100% 100% 100% 100% *UWV heeft alleen de WAO-uitkeringen, en niet de WIA-uitkeringen geteld. Naar verwachting heeft de grote meerderheid van de arbeidsongeschikten echter ook een WAO- en geen WIA-uitkering. Data-entry en analyse De antwoorden op de vragenlijsten zijn handmatig ingevoerd in een SPSS-databestand, waarop de statistische analyse met SPSS plaatsvinden. De data-entry is door de onderzoekers zelf uitgevoerd. Omdat de aantallen niet groot zijn, zijn alleen eenvoudige analyses uitgevoerd: frequentie-uitdraaien en kruistabellen of gemiddelden naar achtergrondkenmerken. 8

9 3. Typering van de werkloze schilders In dit hoofdstuk schetsen we de achtergrond van de respondenten. In de eerste paragaaf gaan we in op achtergrondkenmerken als leeftijd, opleiding, geslacht, functie binnen de schildersbranche en de duur van de WW. In paragraaf 3.2 behandelen we het werkverleden van de respondenten. Hoe lang hebben ze als schilder gewerkt, wat voor dienstverband hadden ze en om welke reden werken ze niet meer als schilder? In de laatste paragraaf trekken we een aantal conclusies op hoofdlijnen. 3.1 Achtergrondkenmerken Leeftijd, opleiding, woonsituatie en geslacht De respondenten bestaan conform verwachting grotendeels uit mannen: 95 procent van de respondenten is man, 5 procent is vrouw. Bijna driekwart van de respondenten is 55 jaar of ouder, meer dan de helft van de respondenten valt zelfs in de hoogste leeftijdscategorie: 59 tot 65 jaar. Het opleidingsniveau is over het algemeen lager (beroeps)onderwijs (77 procent). Bijna een kwart van de respondenten heeft middelbaar (beroeps)onderwijs gevolgd, een enkeling hoger onderwijs. Meer dan de helft van de respondenten woont met een partner in huis, zonder kinderen. Ongeveer 20 procent woont met partner en kinderen in huis, en eenzelfde percentage woont alleen. In tabel 3.1 staan de gegevens opgenomen. Tabel 3.1 Achtergrondkenmerken van de werklozen geslacht n=200 opleiding n=198 man 95% lager (beroeps) 77% vrouw 5% middelbaar (beroeps) of hoger 23% leeftijd n=199 woonsituatie n= jaar 2% met partner, zonder kinderen 54% jaar 8% met partner, met kinderen 20% jaar 17% alleen 22% jaar 15% anders 5% jaar 58% 55-plussers versus 55-minnners Omdat het aantal deelnemers jonger dan 55 jaar niet zo groot is, is het niet mogelijk deze groep uit te splitsen in analyses. In het vervolg van dit rapport vergelijken we daarom steeds de 55-plussers (de ouderen) met de groep jonger dan 55 jaar (de 'jongeren'). Functie: merendeel schilders Aan de respondenten is gevraagd welke functie zij hadden bij het laatste bedrijf waar ze hebben gewerkt. Van de 201 respondenten die de vragenlijst hebben ingevuld is 78 procent werkzaam geweest als schilder. Sommige respondenten geven aan meerdere type schilders- 9

10 werkzaamheden te hebben verricht (bijvoorbeeld onderhoudschilder en glaszetter). Iedereen die werkzaam is geweest als onderhoudsschilder, nieuwbouwschilder, constructieschilder, scheepsschilder en/of glaszetter beschouwen we als schilder. Bijna 17 procent heeft als uitvoerder gewerkt of heeft een andere functie vervult zoals bedrijfsleider of projectleider en 6 procent heeft administratief werk verricht. De schilders zijn over het algemeen lager opgeleid dan de uitvoerders of administratief medewerkers. Ook zijn de mannen onder de schilders beter vertegenwoordigd dan in de andere functies. In tabel 3.2 voor elke functie de verdeling naar opleiding en geslacht. Tabel 3.2 Functie binnen schildersbranche, naar opleiding en geslacht (kolom%) schilder uitvoerder/anders administratief totaal opleiding (n=196) lager 84% 67% -% 77% middelbaar of hoger 16% 33% 100% 24% geslacht (n=198) man 99% 94% 46% 95% vrouw 1% 6% 54% 5% LTS schilderen belangrijkste vakopleiding Eerder zagen we dat 78 procent van de respondenten als schilder heeft gewerkt in de branche. Aan hen is gevraagd of en zo ja, welke vakopleiding zij hebben gevolgd. Van alle schilders die hebben meegedaan aan dit onderzoek heeft 69 procent een vakopleiding als schilder gevolgd. De meeste van hen hebben deze opleiding ook met een diploma afgerond. 18 procent van de schilders heeft de vakopleiding gevolgd zonder dat een diploma is behaald. De overige respondenten hebben de opleiding met een diploma afgerond (34 procent) of zelfs meer dan één opleiding gehaald (48 procent). De meeste schilders hebben aan de LTS hun vakdiploma behaald. Daarna zijn Savantis niveau 3 en de BeroepsBegeleidende Leerweg de opleidingen waar de meeste schilders hun diploma behalen, waarbij ongeveer 70 procent dit combineert met een diploma van LTS schilderen. De oudere schilders hebben iets vaker een vakopleiding gevolgd dan de jongeren: 63 versus 72 procent. 55-plussers al lang in de WW Meer dan de helft van de deelnemers (57 procent) zit al geruime tijd in de WW: 45 procent zit twee tot vijf jaar in de WW, 12 procent heeft al meer dan vijf jaar een WW-uitkering. Eén op de vijf respondenten zit korter dan één jaar in de WW, de overigen (23 procent) tussen de één en twee jaar. De 55-plussers zitten langer in de WW dan degenen die jonger zijn dan 55 jaar (figuur 3.3). Ruim eenderde van de respondenten (35 procent) heeft naast de WW-uitkering ook een WAO of WIA/WGA-uitkering. Dit is vaker het geval bij de jongeren (44 procent) dan bij de ouderen (31 procent). 10

11 Figuur 3.3 Duur van de WW-uitkering naar leeftijd (n=198) 60% 56% 50% 40% 32% 32% 30% 20% 17% 20% 17% 15% 10% 6% 4% 4% 0% < half jaar half tot 1 jaar 1 tot 2 jaar 2 tot 5 jaar > 5 jaar < 55 jaar 55 jaar 3.2 Werkverleden Vaak vast contract voor WW-intrede en bij meerdere bedrijven werkzaam geweest Aan de respondenten is gevraagd wat voor soort dienstverband zij hadden voordat zij in de WW kwamen en bij hoeveel verschillende schildersbedrijven ze hebben gewerkt. Bijna tweederde van de respondenten (65 procent) had voorafgaand aan het ontslag een vast contract bij het schildersbedrijf. Precies 30 procent had een flexibel contract, waarvan de meeste contracten een looptijd van een half jaar tot twee jaar hadden. Een kleine 5 procent werkte via het uitzendbureau of een detacheringbureau. Het vaste contract duidt niet op een langdurig arbeidsverleden bij één bedrijf. Van degenen die een vast contract hadden in het verleden heeft 20 procent bij één bedrijf heeft gewerkt, 45 procent bij twee tot vijf bedrijven en 36 procent bij meer dan vijf bedrijven. Bij de groep die geen vast contract had op het moment van ontslag, komt het vaker voor dat men bij vijf of meer verschillende bedrijven gewerkt heeft, namelijk bij 57 procent. Bedrijfsgrootte en regio van laatste werkgever De grootte van de bedrijven waar men als laatste werkte voordat men in de WW kwam varieert. Ruim eenderde (34 procent) werkte bij een klein bedrijf (minder dan 10 werknemers), 46 procent bij een middelgroot bedrijf (11 tot 50 werknemers) en 19 procent bij een groot bedrijf, bestaande uit meer dan 50 werknemers. De bedrijven waar de werklozen uit de schildersbranche hebben gewerkt liggen redelijk gelijk 11

12 verspreid over het land. De meeste hebben in het westen van het land gewerkt (30 procent), gevolgd door het zuiden (27 procent), het midden (26 procent) en het noorden (17 procent). WW'ers hebben lang arbeidsverleden, ruim de helft is collectief ontslagen De meeste werklozen in de schildersbranche hebben een lang arbeidsverleden in de branche, alvorens zij in de WW terecht zijn gekomen. De grote meerderheid (85 procent) heeft langer dan 10 jaar gewerkt in de branche. De gehanteerde antwoordcategorieën, met meer dan 10 jaar als hoogste, deden niet geheel recht aan de praktijk. Veel respondenten gaven handmatig in de vragenlijst aan dat ze al meer dan 40 jaar als schilder werken. Slechts 15 procent heeft korter dan 10 jaar gewerkt. Deze laatste groep bestaat, zoals te verwachten is, relatief vaker uit personen die jonger zijn dan 55 jaar. We hebben de deelnemers gevraagd of men alleen ontslagen is, of dat er tegelijkertijd ook collega's ontslagen zijn. Dit laatste beschouwen we hier als 'collectief ontslag' 2. Opvallend is dat er vaak sprake is van een collectief ontslag bij de ondervraagde werklozen in de schildersbranche: bij meer dan de helft (57 procent) van de respondenten. Voor 43 procent was er sprake van een individueel ontslag. Eén van hen geeft aan gedeeltelijk ontslagen te zijn en daarnaast nog enkele dagen te werken. Er is geen samenhang tussen de aard van het ontslag en de leeftijd van respondenten. Jonge werklozen hebben relatief gezien net zo vaak te maken met een collectief ontslag als de oudere werklozen. Overigens geven nog enkele andere respondenten in open vragen aan dat ze slechts voor een deel van de werkweek in de WW zitten. Met deze situatie is bij de constructie van de vragenlijst geen rekening gehouden, waardoor het niet systematisch in kaart gebracht is. Reden van ontslag Aan de respondenten is gevraagd welke factoren een rol speelden bij hun ontslag. Zij konden daarbij verschillende factoren aankruisen die volgens hen geen, een kleine, of een grote rol hebben gespeeld bij hun ontslag. In tabel 3.4 staan de factoren weergegeven. Tabel 3.4 De mate waarin een aantal specifieke factoren een rol speelt bij het ontslag factoren voor ontslag geen rol kleine rol grote rol leeftijd (n=192) 70% 8% 21% gezondheid (n=191) 71% 6% 24% geen werk meer (n=193) 57% 6% 37% het bedrijf is gesloten (n=190) 83% 1% 17% arbeidscontract liep af (n=192) 83% 2% 16% werkgever ontevreden over respondent (n=192) 94% 3% 3% er was sprak van een conflict (n=192) 87% 2% 12% te weinig ervaring (n=192) 99% 1% - niet meer gemotiveerd (n=192) 98% 2% 1% met de vut/prespensioen gegaan (n=192) 98% 2% 1% in de WAO/WIA terecht gekomen (n=192) 76% 2% 22% 2 Dit betekent niet dat er ook formeel sprake was van collectief ontslag. 12

13 Uit de tabel blijkt dat er vooral bedrijfseconomische redenen zijn voor het ontslag. 37 procent van de respondenten geeft aan dat het feit dat de werkgever geen werk meer had een grote rol heeft gespeeld bij hun ontslag, 17 procent geeft aan dat het bedrijf gesloten is. Andere factoren die een belangrijke rol hebben gespeeld zijn meer persoonsgebonden factoren als leeftijd (21 procent) en de gezondheid (24 procent). 42 procent van de respondenten noemt één factor als reden voor hun ontslag, 31 procent noemt twee factoren en 24 procent noemt drie of meer factoren. De top drie van meest voorkomende combinaties van factoren is: 1. leeftijd en werkgever had geen werk meer; 2. gezondheid en in de WAO/WIA terecht gekomen; 3. leeftijd en gezondheid. Bedrijfseconomische redenen vormen vaak de belangrijkste reden voor ontslag Vervolgens is in gevraagd in eigen woorden aan te geven, wat nu de belangrijkste reden is geweest voor hun ontslag. Hieruit ontstaat een soortgelijk beeld. Verreweg de meeste respondenten noemen bedrijfseconomische redenen als de belangrijkste reden voor hun ontslag. Zo geeft 36 procent aan dat er geen werk meer was bij de werkgever en nog eens 18 procent noemt een faillissement of het sluiten van het bedrijf als oorzaak voor hun ontslag. Beide redenen zijn van bedrijfseconomische aard. Daarnaast speelt ook de gezondheid van de respondenten een belangrijke rol bij hun ontslag. 18 procent van de werklozen in de schildersbranche noemt gezondheid als belangrijkste reden voor hun ontslag en nog eens 8 procent noemt een combinatie van WAO/WIA en niet in deeltijd kunnen werken wegens hun gezondheid als reden. De redenen voor ontslag hangen samen met de aard van het ontslag. Werklozen die collectief ontslagen zijn geven vaker als reden op dat er geen werk meer is of het bedrijf failliet is gegaan. Bij werknemers die individueel ontslagen zijn is de gezondheid vaker een reden voor het ontslag. De redenen voor het ontslag van schilders hangen niet samen met het feit of schilders wel of niet een vakopleiding hebben gevolgd. Bij jongeren speelt gezondheid vaker een rol Om een compleet beeld te krijgen van de ontslagfactoren, hebben we de antwoorden op beide vragen gecombineerd. Hieruit blijkt dat al met al bij 61 procent bedrijfseconomische redenen een factor bij ontslag zijn, bij 42 procent de gezondheid, bij 29 procent de leeftijd en bij 13 procent een conflict. Het zijn vooral de 55-plussers waar bedrijfseconomische redenen een rol speelden bij ontslag. Bij de 'jongeren' (de 55-minners) spelen gezondheidsredenen en diverse 'overige redenen' relatief vaak een rol (figuur 3.5). 13

14 Figuur 3.5 Percentage waarbij economische redenen, gezondheid, leeftijd en conflict een rol speelden bij het ontslag, naar leeftijd 80% 70% 68% 60% 57% 50% 40% 41% 36% 34% 30% 20% 13% 16% 12% 10% 0% bedrijfseconomisch gezondheid leeftijd conflict <55 jaar 55 jaar Bijna de helft heeft in andere sector gewerkt Aan de werklozen in de schildersbranche is gevraagd of zij in het verleden wel eens in een andere sector of beroep hebben gewerkt. Dit is bij minder dan de helft het geval: 42 procent geeft aan wel eens in een andere sector of ander beroep te hebben gewerkt. Personen die niet als schilder in de schildersbranche werkzaam zijn geweest hebben vaker dan de schilders ervaring met het werken in een andere sector of beroep. Toch heeft ook eenderde van de schilders ervaring met het werken in een andere sector of branche. De sector die het meest wordt genoemd is de bouw. Maar ook sectoren als de horeca, de schoonmaak en het metaalbedrijf worden regelmatig genoemd. Als het gaat om beroepen wordt vaak het beroep van chauffeur genoemd. Van degenen met werkervaring in een andere branche heeft 30 procent langer dan tien jaar in een andere sector of beroep gewerkt. De overigen hebben minder lang in deze sector gewerkt: 14 procent korter dan een jaar, 19 procent een tot twee jaar, 27 procent twee tot vijf jaar en 11 procent vijf tot tien jaar. Krappe arbeidsmarkt meest genoemde reden voor verlaten andere sector De reden van het verlaten van de (andere) sector heeft wederom te maken met de arbeidsmarkt: 39 procent van de werklozen in de schildersbranche geeft aan dat er geen werk meer was of dat het bedrijf is overgenomen of failliet is gegaan. De gezondheid wordt als tweede reden genoemd voor het verlaten van de andere sector (22 procent). Een enkeling geeft als reden voor het verlaten van de andere sector aan dat zij een baan in de schildersbranche aangeboden hebben gekregen. 14

15 3.3 Conclusie WW-ers relatief oud, laag opgeleid en al langere tijd in de WW De onderzochte werklozen uit de schildersbranche zijn vrijwel allemaal man. Met een gemiddelde leeftijd van 56 jaar zijn de werklozen in de schildersbranche relatief oud. Meer dan de helft van de ondervraagden is zelfs 59 jaar of ouder. De werklozen in de schildersbranche zijn over het algemeen lager opgeleid: driekwart heeft lager onderwijs of lager beroepsonderwijs gevolgd. Bijna eenderde van de schilders in dit onderzoek heeft geen vakopleiding gevolgd. Ruim tweederde heeft dat wel gedaan, waarvan zo'n 80 procent deze opleiding ook met een diploma heeft afgerond. Meer dan de helft van de 55-plussers heeft al geruime tijd, dat wil zeggen minimaal twee jaar, maar een deel ook al minimaal vijf jaar, een WW-uitkering. De conclusie is dat we te maken hebben met een groep werklozen die relatief oud en laag opgeleid is en al langere tijd een WW-uitkering heeft. Over het algemeen kenmerken die een eventuele uitstroom uit de WW niet vereenvoudigen. Meeste werklozen hebben langdurig arbeidsverleden Gezien de gemiddelde leeftijd van de werklozen is het niet verrassend dat de overgrote meerderheid van hen reeds lange tijd in de schildersbranche heeft gewerkt. De meeste als schilder, een deel heeft als uitvoerder of administratief medewerker gewerkt. Ook heeft een substantieel van de onderzochte groep wel eens in een andere sector (bouw) of beroep (chauffeur) gewerkt. Het zijn relatief vaak de administratieve krachten, uitvoerders, projectleiders en bedrijfsleiders die elders hebben gewerkt. Ontslag heeft vaak een bedrijfseconomische achtergrond, maar ook gezondheid speelt rol De bedrijfseconomische situatie speelt de werklozen in de schildersbranche parten. Meer dan de helft van de onderzochte werklozen is niet individueel ontslagen, maar samen met collega's. De werkgever heeft geen werk meer of het bedrijf is failliet gegaan. Bij werknemers die individueel zijn ontslagen speelt de gezondheid relatief vaak een rol bij het ontslag. Op basis van de kenmerken van het werkverleden kunnen we stellen dat een deel van de ondervraagden door de tegenvallende economie of een slechte bedrijfsvoering werkloos is geworden. Met name de ouderen lijken daarna niet meer aan de slag te komen. Bij de 'jongeren' speelt relatief vaak de slechte gezondheid of andere redenen van persoonlijke aard een rol. 15

16 4. Betekenis werkloosheid voor de schilders In dit hoofdstuk gaan we in op de betekenis van de werkloosheid voor schilders. Achtereenvolgens komen de arbeidsmotivatie, de intentie om werk te zoeken en het financiële belang van het hebben van betaald werk aan bod. In de slotparagraaf van dit hoofdstuk worden conclusies getrokken over de betekenis van de werkloosheid voor de schilders en de andere werklozen uit de schildersbranche. 4.1 Arbeidsmotivatie Uitkomsten op vragen rond arbeidsmotivatie zeggen waarschijnlijk weinig over werkelijke motivatie De motivatie om weer te gaan werken is gevraagd door vijf stellingen voor te leggen. Deze stellingen zijn afkomstig uit een grootschalig landelijk representatief onderzoek onder werklozen van de Rijksuniversiteit Groningen. De uitkomsten zijn voor een deel beschreven in de kwartaalrapportages van UWV 3. De bedoeling was om de scores op de vijf vragen op te tellen en te vergelijken met de uitkomsten van het landelijke onderzoek. Een vrij groot deel van de deelnemers heeft echter één of meer van de motivatievragen niet ingevuld. Uit opmerkingen in de vragenlijst en uit telefonische reacties, blijkt dat sommige langdurige werkloze, oudere schilders moeite hebben met de vragen naar motivatie. Zo schrijft één deelnemer in de kantlijn bij de motivatievragen: "Ik was altijd gemotiveerd om ander werk te krijgen. Maar nu ik al zo lang thuis ben en gezien mijn leeftijd en dat ik niet meer mijn oude beroep uit kan oefenen, ben ik minder gemotiveerd". Waarschijnlijk geldt voor meer werklozen dat men in het begin van de werkloosheidsperiode nog gemotiveerd was. Door de lange duur van de werkloosheid en de afwijzingen bij sollicitaties, verliest men de motivatie. Men vindt het echter moeilijk om gewoon aan te kruisen dat men niet gemotiveerd is: men vult dan niets in, geeft een neutraal antwoord of kruist gewoon aan dat men het eens is met de stelling. Binnen deze groep meten deze vragen daarom niet wat ze beogen te meten en zijn daarom niet goed vergelijkbaar met de landelijke referentie. We geven daarom in tabel 4.1 alleen de antwoorden op de stellingen weer, zonder een vergelijking met landelijke gegevens te maken. Om eerder genoemde redenen moeten de antwoorden 'met een korreltje zout' genomen worden: met name bij de oudere, langdurig werklozen, zal de motivatie op dit moment zal een stuk minder zijn, dan de antwoorden suggereren. 3 UWV Kwartaal Verkenning 2007-II, Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, Amsterdam, juli

17 Tabel 4.1 Antwoorden op de vijf stellingen rond arbeidsmotivatie oneens neutraal eens - werken is zeer belangrijk voor mij (n=180) 8% 29% 63% - ook al zou een uitkering even hoog zijn als een salaris dan nog zou ik liever willen werken (n=177) - werk betekent voor mij meer dan alleen maar geld verdienen (n=173) - werk geeft inhoud aan mijn leven (n=179) - ik ben zeer gemotiveerd om te gaan werken (n=173) 14% 40% 46% 10% 34% 56% 6% 26% 69% 9% 31% 60% Jongeren gemotiveerder dan ouderen om te werken Wat wel relevant is, is een vergelijking in antwoorden tussen oudere en jongere schilders. In figuur 4.2 staan daarom de verschillen tussen jongere en oudere werklozen op de stellingen over de arbeidsmotivatie weergegeven. Te zien is dat de jongeren over de hele linie gemotiveerder zijn dan de ouderen. Figuur 4.2 Percentage dat het eens is met de vijf stellingen rond arbeidsmotivatie, naar leeftijd 100% 90% 85% 83% 88% 80% 70% 60% 53% 53% 64% 53% 62% 50% 44% 47% 40% 30% 20% 10% 0% werken is belangrijk voor mij ook als salaris en uitkering even hoog werk meer dan geld verdienen werk geeft leven inhoud ik ben zeer gemotiveerd om te werken < 55 jaar 55 jaar Motivatie neemt af naarmate WW langer duurt Ook de duur van de WW uitkering hangt samen met de motivatie om te werken. Van degenen die korter dan een jaar een WW-uitkering heeft, is 80 procent het eens met de stelling ik ben zeer gemotiveerd om te werken. Van degenen die al langer dan een jaar een uitkering ont- 17

18 vangen is 64 procent het eens met deze stelling. Ongeveer de helft van degenen die twee tot vijf jaar of langer dan vijf jaar een WW-uitkering ontvangen is gemotiveerd om te werken. Voor de motivatie is het dus van belang de duur van de uitkeringsperiode zo kort mogelijk te houden. 4.2 Werkzoekintentie Om te bepalen in hoeverre de ondervraagde werklozen de intentie hebben om werk te zoeken en weten hoe ze dit aan moet pakken, zijn hierover vijf stellingen voorgelegd. Ook deze stellingen zijn afkomstig uit het landelijke onderzoek. Respondenten vonden het moeilijk deze stellingen te beantwoorden. Gemiddeld 20 procent van de respondenten heeft geen enkele stelling beantwoord. De antwoorden van degenen die de stellingen wel hebben beantwoord staan in tabel 4.3. Tabel 4.3 Antwoorden op de vijf stellingen over werkzoekintentie stellingen oneens neutraal eens - ik ben van plan er de komende maand alles aan te doen om werk te vinden (n=161) 12% 39% 49% - mij staat helder voor ogen waar ik de komende maand ga proberen werk te vinden (n=155) - mij staat helder voor ogen hoe ik de komende maand kan proberen werk te vinden (n=158) - ik ben zeer gemotiveerd om de komende maand werk te zoeken (n=161) - ik ben van plan de komende maand veel tijd te steken in het vinden van een baan (n=161) 27% 51% 22% 20% 48% 33% 17% 39% 45% 7% 40% 43% Meeste werklozen hebben niet helder waar en hoe ze de komende maand werk gaan zoeken Ongeveer de helft van de werklozen geeft aan er de komende maand alles aan te doen om werk te vinden (49 procent) en 45 procent geeft aan zeer gemotiveerd te zijn om komende maand werk te zoeken. Het is voor de meeste werklozen niet zo duidelijk waar en hoe zij de komende maand werk proberen te vinden. Slechts respectievelijk 22 en 33 procent van de respondenten heeft hier een duidelijk beeld van. Intentie tot werk zoeken het hoogst bij jongeren en kortdurende werkloosheid Ook hier is de leeftijd van belang in hoeverre men aangeeft actief bezig te zijn met het zoeken naar werk. In figuur 4.4 staan de verschillen in werkzoekintentie tussen werklozen jonger en ouder dan 55 jaar weergegeven. Uit de figuur valt te lezen dat werklozen die jonger zijn dan 55 jaar veel vaker van plan zijn dan de 55-plussers om er nog alles aan te doen om werk te vinden. Ook zijn zij vaker gemotiveerd om de komende maand werk te zoeken en bereid er veel tijd in te steken. Omdat de leeftijd samenhangt met de uitkeringsduur (zie hoofdstuk 3) is het niet verwonderlijk dat ook de WW duur samenhangt met in hoeverre men bereid is actief 18

19 bezig te zijn met het zoeken naar werk. Naarmate de werkloze langer in de WW zit is de bereidheid om actief in te zetten op het zoeken naar werk minder aanwezig. Op alle stellingen zijn de langdurig werklozen (>2 jaar) het minder vaak eens dan de recent(ere) werklozen. Dit duidt op een lage(re) bereidheid actief bezig te zijn met het zoeken naar werk. Zo hebben zij vaker geen duidelijk beeld van waar zij de komende maand werk kunnen vinden of hoe zij werk kunnen vinden. Figuur 4.4 Percentage dat het eens is met de vijf stellingen rond werkzoekintentie, naar leeftijd 90% 80% 77% 70% 65% 68% 60% 50% 49% 40% 30% 37% 35% 25% 35% 30% 20% 17% 10% 0% wil er alles aan doen heeft helder waar werk te zoeken heeft helder hoe werk te zoeken gemotiveerd te zoeken gaat veel tijd investeren in baan < 55 jaar 55 jaar Meeste ouderen beschouwen het zoeken naar een betaalde baan als uitzichtloos Aan de werklozen is gevraagd een inschatting te geven van de nut en noodzaak van het zoeken van een betaalde baan. Zij konden door middel van het omcirkelen van een cijfer van 1 tot en met 5 aangeven in hoeverre zij het voordelig of nadelig vonden, prettig of onprettig, nodig of onnodig, kansrijk of uitzichtloos, nuttig of nutteloos. Op vier van de vijf vragen heeft de helft van de respondenten geen antwoord gegeven 4. Rapportage over de uitkomsten is daarom niet zinvol en laten we achterwege. Alleen de beoordeling of de respondenten het zoeken van een betaalde baan kansrijk of uitzichtloos vinden is redelijk beantwoord. Bijna de helft (47 procent) van de 150 respondenten die deze vraag heeft beantwoord, beoordeelt het zoeken naar een betaalde baan als uitzichtloos. Eén op de vijf respondenten acht het zoeken van een 4 We vermoeden dat hier twee factoren een rol spelen. De eerste is dat sommigen de bedoeling van de vraag niet begrepen, vooral ouderen met minder taalvaardigheid. De andere is dat men het vanwege de oudere leeftijd of lange werkloosheidsduur inhoudelijk lastig vond de vragen te beantwoorden. Wij beschouwen het als veelzeggend dat men vooral aangaf het zoeken naar een baan uitzichtloos te vinden. Veel respondenten hebben ook het woord uitzichtloos omcirkeld in plaats van één van de cijfers. 19

20 betaalde baan voor zichzelf nog wel kansrijk. Onder hen bevinden zich voornamelijk de werklozen die jonger zijn dan 55 jaar en nog geen jaar een WW-uitkering hebben. Niet-werken vinden de werklozen overwegend nadelig In de vragenlijst is gesteld dat niet werken zo zijn voor- en nadelen heeft. Gevraagd is of men, als men nu de voor en nadelen tegen elkaar afweegt, alles bij elkaar genomen de situatie van niet werken overwegend voordelig of nadelig vindt. Weinig respondenten zien vooral voordelen aan het niet werken: slechts 8 procent beoordeelt de situatie van niet-werken als overwegend voordelig. Bijna de helft (49 procent) beoordeelt het als even voordelig als nadelig en 43 procent beoordeelt het niet-werken als overwegend nadelig. Onder de laatste groep bevinden zich relatief veel werklozen die jonger zijn dan 55 jaar. Schilders zien minder vaak nadelen als landelijke werklozen De beoordeling van de werklozen van hun situatie is vergeleken met de groep werklozen uit het onderzoek van de Universiteit Groningen (figuur 4.5). Landelijk gezien beoordelen de werklozen de situatie van niet-werken als nadeliger dan de werklozen uit de schildersbranche (60 tegenover 43 procent). Het kan zijn dat de werklozen in de schilderbranche over het algemeen een gunstige regeling hebben als zij werkloos zijn, of relatief goed verdienen, waardoor ander werk minder aantrekkelijk is. Waarschijnlijk speelt ook de gemiddeld hoge leeftijd en lange werkloosheidsduur van de schilders een rol. In dat geval heeft men vaak al een nieuw evenwicht gevonden in het huidige bestaan, met vervangende activiteiten als hobby's, vrijwilligerswerk of mantelzorg. Figuur 4.5 Voor- en nadelen van niet werken, volgens werklozen schildersbranche en landelijk (%) werklozen landelijk 8% 31% 60% werklozen schildersbranche 9% 49% 43% voordelig neutraal nadelig 20

21 4.3 Financieel belang van werk Om een indruk te stellen over de financiële noodzaak om weer aan het werk te gaan, hebben we hierover een aantal vragen gesteld. Net als bij de vragen naar motivatie, verwachten we niet dat iedereen hierop een eerlijk antwoord heeft gegeven. En sommige deelnemers hebben één of meer vragen over de financiën ook overgeslagen. Wel geeft het een tendens aan, daar waar de antwoorden vergeleken worden met landelijke gegevens, of wanneer ouderen met jongeren worden vergeleken. WW-uitkering vaak niet voldoende om rond te komen De werklozen in de schildersbranche is gevraagd of zij kunnen rondkomen van hun inkomen. Het betreft hier het gehele inkomen van het huishouden, dus inclusief het eventuele inkomen van de partner. De helft van de respondenten zegt dat ze moeilijk of helemaal niet rond kunnen komen. Dat betekent dat zij schulden moeten maken of hun spaargeld moeten aanspreken. De andere helft kan wel rondkomen (40 procent) of zelfs redelijk tot goed rondkomen (10 procent). Deze laatste groep houdt iets tot voldoende over aan hun inkomen. Het feit of men rond kan komen van het inkomen of niet hangt niet samen met de leeftijd: 55-plussers hebben net zo veel moeite rond te komen van hun uitkering als de werklozen die jonger zijn dan 55 jaar. De woonsituatie doet er wel toe: de samenwonenden zonder kinderen, zijn over het algemeen in het voordeel: zij kunnen (goed) rondkomen van het inkomen. Samenwonend mét kinderen en alleenstaanden - met én zonder kinderen - vinden het vaker moeilijk rond te komen van het inkomen. Dertig procent verwacht geen verbetering in financiële situatie na vinden van werk Bijna 70 procent denkt dat hun financiële situatie zal verbeteren als zij een betaalde baan vinden, de overige 30 procent verwacht van niet. Bij de laatste groep hebben we hebben in een open vraag geïnformeerd naar de reden waarom men er niets mee opschiet. Genoemd worden de gezondheid in relatie met weinig uren kunnen werken, alsmede het bijna bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Maar ook de onzekerheid van een nieuwe baan en het feit dat men een goed salaris had, noemt men als reden voor het niet verbeteren van de inkomenssituatie met het vinden van een betaalde baan. In onderstaand kader staan enkele illustratieve citaten uit de vragenlijsten. Omdat ik maar voor een bepaald aantal uren in de week kan werken. Omdat ik voor 50% ben afgekeurd. Omdat ik al bijna na twee jaar gepensioneerd ben. Ik had een goed salaris en krijg daar 70% van. Ik krijg niet meer als ik een HW baan krijg. Ik heb goed verdiend en dus een redelijke uitkering, maar moet nu voor minder aan het werk.. 21

22 Voor ouderen financiële noodzaak voor vinden van werk minder groot Om een indruk te krijgen van de urgentie van het vinden van een betaalde baan, hebben we gevraagd hoe belangrijk het financieel gezien is om binnen twee maanden een baan te vinden. Hierop zegt 37 procent dat het niet zo belangrijk is. Onder hen bevinden zich vrijwel uitsluitend werklozen die ouder zijn dan 55 jaar (figuur 4.6). Voor 40 procent is het vinden van een betaalde baan op korte termijn belangrijk en voor 22 procent zeer belangrijk. In de laatste groep bevinden zich juist veel werklozen die nog geen 55 jaar zijn. Het financiële belang vertaalt zich ook in een meer dan gemiddelde zoekintentie. Degenen die het financieel gezien belangrijk vinden binnen twee maanden werk te vinden gaan vaker dan gemiddeld er alles aan doen werk te vinden en zijn zeer gemotiveerd de komende maand werk te zoeken. Ook hebben zij vaker een beter beeld van waar zij de komende maand werk gaan vinden of hoe zij dat gaan doen. Figuur 4.6 Financieel belang om binnen twee maanden werk te vinden, naar leeftijd 60% 50% 48% 43% 45% 40% 39% 30% 20% 12% 13% 10% 0% niet zo belangrijk belangrijk zeer belangrijk < 55 jaar 55 jaar Financiële noodzaak afhankelijk van gezinssituatie Niet alleen de leeftijd maakt uit of men het van belang vindt op korte termijn werk te vinden, ook de woonsituatie en de uitkeringsduur hangen hier mee samen. Samenwonenden mét kinderen en alleenstaanden (met én zonder kinderen) vinden het urgenter dan de samenwonenden om, gezien het financiële belang, snel werk te vinden. Daarnaast zijn werklozen die relatief gezien nog niet zo lang een WW-uitkering hebben (korter dan een jaar) er veel meer op gebrand snel werk te vinden gezien hun financiële situatie. 22

23 Schildersbranche vergeleken met werklozen landelijk De vergelijking met de landelijke groep werklozen levert niet veel verschil op. De groep werklozen uit de schildersbranche vindt het net iets minder belangrijk om, financieel gezien, binnen twee maanden een betaalde baan te vinden (figuur 4.7). Terugkomend op de bevinding dat werklozen in de schildersbranche het niet-werken iets minder nadelig vinden dan de landelijke groep werklozen en net iets minder gebrand zijn op het snel vinden van een betaalde baan lijkt het erop dat de werklozen in de schildersbranche iets minder noodzaak hebben snel en actief werk te zoeken. Hoewel een substantieel deel aangeeft moeilijk rond te kunnen komen van hun inkomen, is men iets minder geneigd snel aan het werk te gaan. De leeftijd speelt hierin een belangrijke rol. Veel van onderzochte werklozen zien het gezien hun leeftijd niet meer zitten om serieus en actief naar een nieuwe baan te zoeken. Zeker als het ouderen betreft met gezondheidsproblemen. Voor hen is nieuw of ander werk niet meer zo belangrijk. Figuur 4.7 Financieel belang om binnen twee maanden werk te vinden, schildersbranche versus landelijk werklozen landelijk 32% 38% 30% werklozen schildersbranche 37% 41% 22% niet zo belangrijk belangrijk zeer belangrijk 23

24 4.4 Conclusie Motivatie en financiële noodzaak voor werk vinden bij jongeren het grootst Werklozen jonger dan 55 jaar geven vaker dan de oudere werklozen aan gemotiveerd te zijn om te werken, dat werken het leven inhoud geeft en dat werken belangrijk is voor hen. De jongere werklozen hebben dus een grotere arbeidsmotivatie. Eenzelfde beeld doet zich voor als het gaat om de intenties om werk te zoeken. De jongere werklozen willen er vaker alles aan doen om werk te vinden en zijn bereid er veel tijd in te steken. Opvallend is dat werklozen over het algemeen geen duidelijk beeld hebben waar zij werk kunnen en hoe dat aan te pakken. Dit geldt in iets mindere mate voor jonge werklozen dan voor ouderen. Vooral oudere werklozen vinden het zoeken naar werk uitzichtloos. Jongere werklozen zijn hier iets optimistischer in. Zij beschouwen ook vaker dan de oudere werklozen het niet-werken als overwegend nadelig. Ook vinden zij het gezien hun financiële situatie veel urgenter om binnen twee maanden werk te vinden. Vergelijking met landelijke gegevens over werklozen Vergeleken met de landelijke situatie lijkt de onderzochte groep werklozen zich iets meer in hun lot te hebben beschikt. Zo beoordelen de werklozen in de schildersbranche de situatie van niet-werken als minder nadelig dan de landelijke groep werklozen. Ook is de financiële noodzaak om binnen twee maanden werk te vinden minder groot. Vermoedelijk heeft alles te maken met de relatief oude groep werklozen die aan dit onderzoek hebben meegedaan. Zij zien het vanwege de leeftijd niet meer zitten om serieus en actief naar een nieuwe baan te zoeken en achten dit financieel gezien ook minder belangrijk. 24

25 5. Werk zoeken en hulp van instanties In dit hoofdstuk belichten we de activiteiten van de werklozen in de schildersbranche om werk te zoeken. Welke activiteiten hebben ze in de afgelopen periode verricht en wat zijn ze van plan om te gaan doen (paragraaf 5.1)? In paragraaf 5.2 gaan we in op de eventuele belemmeringen die werklozen ondervinden om aan werk te komen en paragraaf 5.3 gaat in op de gekregen en nog benodigde hulp. Paragraaf 5.4 vat de conclusies samen. 5.1 Het zoeken naar werk Sinds 2004 ook sollicitatieplicht vanaf 57½ jaar Voor mensen met een WW-uitkering geldt een sollicitatieplicht. Dat houdt in dat men minstens één keer in de week moet solliciteren en men verplicht is mee te werken aan reintegratietrajecten. In 2004 is de wetgeving veranderd. Voor 2004 werd men onder andere - vrijgesteld van de sollicitatieplicht bij het bereiken van de leeftijd van 57½ jaar. Na 2004 zijn de regels ten aanzien van de sollicitatieplicht aangescherpt en moeten ook mensen met een WW-uitkering die 57½ jaar of ouder zijn, voldoen aan de sollicitatieplicht. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Eén van die uitzonderingen is het verrichten van mantelzorg. Verrichtte werkzoekactiviteiten Aan de respondenten zijn zeven activiteiten voorgelegd, gericht op het vinden van werk. De activiteiten variëren van passief (vacatures kijken in de krant) tot actief (bedrijven benaderen voor werk). Gevraagd is welke van deze activiteiten zij in de afgelopen drie maanden hebben verricht. Door de sollicitatieplicht ontstaat het beeld dat de werklozen in deze branche redelijk actief zijn. De meest voorkomende zoekactiviteit is het kijken naar vacatures in de krant (67 procent). Ook zoekt men bij het CWI (54 procent) en op internet naar vacatures (46 procent). Het in verband met de WW verplichte solliciteren op vacatures wordt door 63 procent verricht. Een actieve activiteit als het bellen of schrijven van bedrijven (open sollicitaties) wordt zelfs door 70 procent van de ondervraagden verricht. We vermoeden dat het binnen de schildersbranche meer dan in andere branches gebruikelijk is om zelf op bedrijven af te stappen, omdat men dit gewend is na een periode van winterwerkloosheid. In mindere mate nemen de ondervraagden nog contact op met hun oude werkgever of praten ze over het zoeken van werk met bekenden. In figuur 5.1 staat het overzicht van de verrichtte activiteiten. De grote meerderheid verricht één of meer activiteiten (54 procent), de overige 13 procent heeft in de drie maanden voorafgaand aan het invullen van de enquête geen enkele zoekactiviteit verricht. 25

26 Tabel figuur 5.1 Verrichtte zoekactiviteiten in de voorgaande drie maanden 80% 70% 67% 63% 69% 60% 54% 50% 46% 49% 40% 30% 28% 20% 10% 0% vacatures in krant vacatures op internet vacatures bij het cw i solliciteren op vacatures bedrijven bellen of langsgaan praten met anderen contact oude w erkgevers Bijna een derde is momenteel niet actief op zoek naar werk Naast de vraag naar de zoekactiviteiten die in de afgelopen drie maanden verricht zijn, hebben we ook gevraagd of men op dit moment actief op zoek is naar werk. De zoekactiviteiten kunnen immers pro forma zijn, of men kan gewoon uit interesse de vacatures in de krant bekijken. Van de ondervraagden is 31 procent op het moment van ondervraging niet actief op zoek naar werk. De helft van hen heeft dan ook geen enkele zoekactiviteit verricht in de afgelopen vier maanden. De overige helft dat zegt niet actief op zoek te zijn, voert toch een aantal van de verplichte activiteiten uit, zoals het kijken naar en solliciteren op vacatures. Conform verwachting zoeken de 55-plussers minder actief naar werk dan de jongere werklozen. Van de 55-plussers is 37 procent niet actief op zoek naar werk tegenover 15 procent van de mensen die jonger zijn dan 55 jaar. Redenen om niet actief te zoeken: vrijstelling, leeftijd of gezondheid We hebben de werklozen die momenteel niet actief zoeken gevraagd naar de reden hiervoor. En kwart noemt als reden dat men vrijgesteld is van de sollicitatieplicht, of dat men vrijwilligerswerk verricht. Daarbij geven enkelen aan dat ze mantelzorg geven aan hun zieke echtgenote. Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd vormt voor 35 procent de reden om niet meer actief te zoeken naar werk: ik heb 42 jaar gewerkt, ik vind het wel goed zo, en nog zes maanden en dan AOW. Voor 24 procent is de gezondheid de belangrijkste reden nu niet actief op zoek te zijn naar werk: momenteel zit ik met rugklachten thuis, of ik ben geopereerd aan mijn rug. Slechts 1 op de 5 werklozen verwacht binnen een half jaar betaald werk te hebben Aan de respondenten is gevraagd of men verwacht binnen een half jaar betaald werk te heb- 26

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Alfahulp en huishoudelijke hulp Rapportage Ons kenmerk: 11110 Juni 2014 Inhoudsopgave Geschreven voor Achtergrond & doelstelling 3 Conclusies 5 Resultaten 10 Bereidheid tot betalen 11 Naleven regels 17

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. InterLuceo Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van InterLuceo Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: InterLuceo Inleiding Voor u ligt de definitieve rapportage van het tevredenheidsonderzoek van

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding

Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Gezondheidsbeleving en werkhervatting 35-minners (april 2010) Aanleiding Het is de vraag of het in alle gevallen reëel is om van werkgevers en de desbetreffende werknemers te verwachten dat zij (in het

Nadere informatie

Als ik mijn baan kwijtraak. Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering?

Als ik mijn baan kwijtraak. Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering? Als ik mijn baan kwijtraak Voorkom dat u werkloos wordt Hoe komt u weer aan werk? Wat moet u doen voor een WW-uitkering? Werk boven uitkering UWV verstrekt tijdelijk inkomen in het kader van wettelijke

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 10. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht circa zeven op de tien

Nadere informatie

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek

Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek Digipanel: Financiële armoede s-hertogenbosch Augustus 2006, Bureau Onderzoek en Statistiek Inleiding In opdracht van de Taskforce Armoede heeft het Bureau Onderzoek en Statistiek acht stellingen over

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf December 2011 Auteurs: Leonie Oosterwaal, beleidsmedewerker ABU Judith Huitenga en Marit Hoffer, medewerkers Servicepunt

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Artemis Coaching Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Artemis Coaching Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Artemis Coaching Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN? ONDERZOEKSRAPPORT November 2018 20845 INHOUDSOPGAVE GESCHREVEN DOOR 1. INLEIDING P AGINA 3 2. CONCLUSIES P AGINA 5 3. RESULTATEN P AGINA 7 BERTINA RANSIJN

Nadere informatie

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie

Bedrijfsnummer: 159. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Matchcare re-integratie Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Matchcare re-integratie April 2009 1 Bedrijfsnaam: Matchcare re-integratie Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Onderzoek werknemers met kanker

Onderzoek werknemers met kanker Onderzoek werknemers met kanker Dinsdag 15 april 2013 Over dit onderzoek Dit onderzoek is gehouden in samenwerking met de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Aan het onderzoek

Nadere informatie

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V.

Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Renga B.V. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Renga B.V. Juni 2008 1 Bedrijfsnaam: Renga B.V. Inleiding Voor u ligt het rapport van het tevredenheidsonderzoek van Blik op Werk

Nadere informatie

1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3

1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 2 2 ALGEMENE VRAGEN... 3 2.1 STAAT UW TURBINE IN FRYSLÂN?... 3 2.2 BENT U DE ENIGE EIGENAAR?... 3 2.3 ZO NIET, WELK AANDEEL IS UW EIGENDOM?... 4 2.4 HOEVEEL TURBINES HEEFT

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Hoofdstuk 43. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 43. Financiële situatie Samenvatting Circa tweederde van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, ruim een kwart komt net rond en kan moeilijk

Nadere informatie

WERKLOZEN AAN HET WOORD

WERKLOZEN AAN HET WOORD WERKLOZEN AAN HET WOORD EEN ONDERZOEK NAAR REÏNTEGRATIE IN LEIDEN LEIDEN Inleiding Zonder onderzoek geen recht van spreken. Dat is één van de lijfspreuken van de Socialistische Partij. Regelmatig gaat

Nadere informatie

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs.

TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS. Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs. ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers TEVREDEN WERKEN IN HET PRIMAIR ONDERWIJS Onderzoek naar de tevredenheid en werkbeleving van personeel in het primair onderwijs april 2016 1

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

Onderzoek financieel fitte werknemers

Onderzoek financieel fitte werknemers Onderzoek financieel fitte werknemers Een onderzoek naar de wensen en behoeften rondom hulp van de werkgever bij financiële vragen 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële gevolgen

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen Onderzoek in opdracht van Pensioenkijker.nl Projectleider Kennisgroep : Vivianne Collee : Content Unit Financiën Datum : 09-11-010 Copyright:

Nadere informatie

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld

Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Hoe staat het met de balans tussen werk en privé in de woonbranche? Nieuwegein, augustus 2010 Jeroen Kleingeld Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Respons... 3 1.4 Representativiteit...

Nadere informatie

Amsterdam-Noord en de recessie

Amsterdam-Noord en de recessie Amsterdam-Noord en de recessie Sinds november 2009 kunnen bewoners van Amsterdam-Noord lid worden van het digitale bewonerspanel. In deze rapportage worden de resultaten van de eerste meting gepresenteerd.

Nadere informatie

Ongekende mogelijkheden

Ongekende mogelijkheden Ongekende mogelijkheden overzicht van de mogelijkheden bij het in dienst nemen van 45-plussers Heeft u vragen, opmerkingen of suggesties naar aanleiding van deze brochure, neemt u dan contact op met het

Nadere informatie

Ouders op de arbeidsmarkt

Ouders op de arbeidsmarkt Ouders op de arbeidsmarkt Ingrid Beckers en Johan van der Valk De bruto arbeidsparticipatie van alleenstaande s is sinds 1996 sterk toegenomen. Wel is de arbeidsparticipatie van paren nog steeds een stuk

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie

Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 5. Trendvragen financiële situatie Samenvatting Hfst 5. Trendvragen financiële situatie Na twee jaar van stijgende inkomens zien Leidenaren dit jaar hun inkomenspositie verslechteren. Het zijn

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Gemeente Breda. Omnibusenquête 2015. Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer Gemeente Breda Onderzoek en Informatie Omnibusenquête 2015 Bekendheid Alarmnummer Publicatienummer: 1790 Datum: december 2015 In opdracht van: Kabinet van de Burgemeester Uitgave: Gemeente Breda BBO/Onderzoek

Nadere informatie

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken

Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Inventarisatie medewerkers met een arbeidsbeperking in openbare bibliotheken Januari 2015 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 1.1 Opzet... 5 1.2 Leeswijzer... 6 2. Inventarisatie medewerkers arbeidsbeperking...

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Rapportage resultaten enquête project derdengelden

Rapportage resultaten enquête project derdengelden Rapportage resultaten enquête project derdengelden Inleiding De verplichting om een stichting derdengelden ter beschikking te hebben is sinds de introductie in 1998 een terugkerend onderwerp van discussie

Nadere informatie

Bedrijfsnummer: 469. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent

Bedrijfsnummer: 469. Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van. Stichting ActiefTalent Rapportage tevredenheidsonderzoek onder cliënten en opdrachtgevers van Stichting ActiefTalent Juni 2009 1 Bedrijfsnaam: Stichting ActiefTalent Inleiding Voor u ligt het definitieve rapport van het tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten

BIJLAGEN. Wel of niet aan het werk. Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten BIJLAGEN Wel of niet aan het werk Achtergronden van het onbenut arbeidspotentieel onder werkenden, werklozen en arbeidsongeschikten Patricia van Echtelt Stella Hof Bijlage A Multivariate analyses... 2

Nadere informatie

Dienstverlening Amsterdam-Noord

Dienstverlening Amsterdam-Noord Dienstverlening Amsterdam-Noord tweede meting bewonerspanel Projectnummer: 9151 In opdracht van stadsdeel Amsterdam-Noord Rogier van der Groep Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Gediplomeerden 2015 SOMA College

Gediplomeerden 2015 SOMA College Gediplomeerden 2015 SOMA College Samenvattende rapportage van de uitkomsten van het onderzoek onder gediplomeerden van het SOMA College Utrecht, september 2016 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent van Grinsven

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

Ouderen en de arbeidsmarkt. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Ouderen en de arbeidsmarkt. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1 Inhoudsopgave 1...1 2 Hoofdsectie...2 1 In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stellingen met betrekking tot ouderen van 55 + en de arbeidsmarkt?...2 2 Oudere werknemers moeten goedkoper

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016

Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong. Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Vakantiewerk onderzoek 2016 FNV Jong Hans de Jong & Anouk Vermeulen Juni/juli 2016 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 410 Respondenten SAMPLE CRITERIA WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA Gemeente Leiderdorp Januari 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/10 Datum Januari

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden Projectnummer: 10203 In opdracht van: Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer drs. Merijn Heijnen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL

Nadere informatie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 LEVV Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007 De meeste

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018

Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong. Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018 Vakantiewerk onderzoek 2018 FNV Jong Hans de Jong & Marieke Kooiman Juli 2018 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 400 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding.

Nadere informatie

Maatschappelijke Participatie

Maatschappelijke Participatie Maatschappelijke Participatie Marjolein Kolstein September 2016 www.os-groningen.nl BASIS VOOR BELEID 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding van het onderzoek 3 1.2 Doel van het onderzoek 3 1.3 Opzet van het onderzoek

Nadere informatie

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

Toeslagenonderzoek. Hoe gaan Nederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek?

Toeslagenonderzoek. Hoe gaan Nederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek? Toeslagenonderzoek Hoe gaan ederlanders om met de nieuwe Toeslagensystematiek? Utrecht, maart 2006 Inleiding Begin 2006 is er van alles veranderd in het huishoudboekje van veel ederlanders. Huursubsidie

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek schulddienstverlening gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Datum Juli 2018 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen december 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Contactpersoon: Marieke Selten

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Hoofdstuk 10. Financiële situatie Hoofdstuk 10. Financiële situatie Samenvatting Hfst 9. Trendvragen financiële situatie Jaarlijks worden drie trendvragen gesteld die inzicht geven in de financiële positie van de Leidenaar. De resultaten

Nadere informatie

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland Maart 2015 INHOUDSOPGAVE Kennis en houding wet werk en zekerheid 3 Ervaring met wet werk en

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong. Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017

Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong. Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017 Vakantiewerk onderzoek 2017 FNV Jong Hans de Jong & Robin Koenen Juni 2017 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 409 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding. Hierbij

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Onderzoek postpartum depressie HvdM mei 2018

Onderzoek postpartum depressie HvdM mei 2018 Onderzoek postpartum depressie HvdM mei 2018 Contact: Maaike Jongsma T: 050-3171777 E: maaikejongsma@kienonderzoek.nl Groningen / Haarlem W: www.kienonderzoek.nl twitter.com/panelwizardnl facebook.com/panelwizardnl

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Rapportage enquête Jaarurenmodel 2015 Sector Hoveniers

Rapportage enquête Jaarurenmodel 2015 Sector Hoveniers Rapportage enquête Jaarurenmodel 2015 Sector Hoveniers 11 november 2015 Rapportage enquête jaarurenmodel 2015 Sector Hoveniers In opdracht van Branchevereniging VHG, FNV Agrarisch Groen en CNV Vakmensen

Nadere informatie

Feitendossier IPW donderdag 26 maart 2009

Feitendossier IPW donderdag 26 maart 2009 Feitendossier IPW donderdag 26 maart 2009 Inleiding CAO-partijen in de schilders- en onderhoudsbedrijfstak, FOSAG, FNV Bouw en CNV Hout en Bouw, hebben in 2005 een plan vastgesteld (Integraal plan Winterwerkgelegenheid

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Onderzoek werknemers met kanker

Onderzoek werknemers met kanker Onderzoek werknemers met kanker Dinsdag 15 april 2013 Over dit onderzoek Dit onderzoek is gehouden in samenwerking met de Nederlandse Federatie voor Kankerpatiëntenorganisaties (NFK). Aan het onderzoek

Nadere informatie

Vrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs.

Vrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs. Rapportage flitsenquête ActiZ Vrijwilligersbeleid Voor ActiZ, organisatie van zorgondernemers Van ICSB Marketing en Strategie Drs. Yousri Mandour Datum 7 maart 2011 Pag. 1 Voorwoord Voor u liggen de resultaten

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010 Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de Nibud, 2010 Inleiding In dit rapport staan de resultaten beschreven van een peiling onder lezers van De Telegraaf over hun kennis en gedrag omtrent de. De

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor

Bijlage uitkomsten dagloonmonitor Bijlage uitkomsten dagloonmonitor In verband met de tijd die gemoeid was met implementatie van de wijzigingen is het dagloonbesluit op 1 juni 2013 in werking getreden, na de inwerkingtreding op 1 januari

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

LeidenPanel en Regiopanel DZB Leiden. BELEIDSONDERZOEK I I

LeidenPanel en Regiopanel DZB Leiden. BELEIDSONDERZOEK I I LeidenPanel en Regiopanel 2018 DZB Leiden BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I www.leidenincijfers.nl Inleiding De afdeling Marketing en Communicatie van DZB Leiden heeft de opdracht

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016

Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Uitgevoerd door Dimensus Huishoudelijke Hulp gemeente Oosterhout 2016 Inleiding Met de transities in het sociale domein in 2015 zijn de voorwaarden en criteria voor het verkrijgen van huishoudelijke hulp

Nadere informatie

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs

Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs Schoolverlaters uit het Beroepsonderwijs Digitale en schriftelijk Schoolverlaters - Panelonderzoek 12 WoonWerk Jonna Stasse Woerden, augustus 2006 In geval van overname van het datamateriaal is bronvermelding

Nadere informatie

Hoofdstuk 12. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 12. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 12. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht 7-74% betaald werk voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 7. Financiële situatie Stadsenquête Leiden Hoofdstuk 7. Financiële situatie Samenvatting Bijna driekwart van de Leidenaren geeft aan gemakkelijk rond te komen met het huishoudinkomen, twee op de tien komt net rond en bijna een

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-VERVOER GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-vervoer gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Gemeente Ridderkerk Datum Augustus 2017 Auteur Tessa Schoot

Nadere informatie