DOORSCHUIFVAATWASSERS

Transcriptie

1 HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE EN GEBRUIK VAN HYDRO HYDRO 957 DOORSCHUIFVAATWASSERS

2 Instructies voor installatie en bediening van Classeq doorschuifvaatwassers / bordenwassers Deel Titel Pagina 1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 1 2 Het toestel 2 3 De installatie De bediening Het gebruik Het onderhoud Storingen 12-14

3 1.0 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES 1.1 OPGELET: Lees aandachtig deze instructies alvorens het toestel te installeren en in gebruik te nemen! Een foutieve installatie of ingebruikstelling kan onherstelbare schade veroorzaken aan het toestel! Schade veroorzaakt door foutief gebruik of door onacht - zaamheid of door het niet naleven van deze instructies of van de plaatselijk geldende wettelijke bepalingen of door een onaangepast gebruik zal elke aanspraak op garantie door de fabrikant doen vervallen! 1.2 INSTALLATIE De installatie mag enkel door een erkende CLASSEQ -technieker gedaan worden, en dat in overeenstemming met de geldende regelgeving en met deze instructies. 1.3 AANPASSINGEN of VERANDERINGEN CLASSEQ behoudt zich het recht toe om aan de toestellen of aan de inhoud van deze handleiding veranderingen aan te brengen zonder verwittiging. 1.4 BEDIENING Het toestel mag alleen gebruikt worden door een ervaren technieker, en dat volgens de instructies beschreven in deel 5 van deze handleiding. 1.5 STORINGEN/SLECHTE WERKING In het geval van een storing of een slechte werking moeten de water-en de elektriciteitsaansluitingen niet alleen aan de machine maar ook aan de muur uitgeschakeld worden. 1.6 VERVANGINGS- EN RESERVE-ONDERDELEN Het toestel mag alleen hersteld worden door een erkende CLASSEQ -technieker en enkel met de originele CLASSEQ -onderdelen. 1

4 2.0 HET TOESTEL 2.1 HET UITPAKKEN Gebruik de gepaste middelen en een beschermende uitrusting om schade bij het uitpakken en bij het manipuleren van het toestel te vermijden. Verwijder alle uitwendige verpakkingsmaterialen evenals de beschermende film van de buitenste panelen van het toestel alvorens het te installeren. Verzeker u ervan dat alle verpakkingsmaterialen worden verwijderd in regel met de plaatselijk geldende regels. 2.2 BIJGELEVERDE STUKKEN De volgende stukken worden met het toestel geleverd: 4 aanpasbare voetjes en de bijpassende vijzen 2 manden 1 bestekmand 1 darm om het water in te laten stromen 1 afvoerdarm (aan de toestellen met zwaartekracht -afvoersysteem zit die al vast) flessenkits( voor de naspoelmiddel- en detergenttubes) 1 handleiding voor installatie en gebruik van het toestel (deze handleiding MOET bij de klant blijven, want ze bevat ook de garantiekaart zie laatste pagina) 3.0 DE INSTALLATIE 3.1 DE PLAATS Als u het toestel van de transpalet haalt, maak dan de 4 voetjes vast die voorzien zijn aan de onderkant, gebruik hiervoor de bijpassende schroeven). Verzeker u er dan van dat de schroeven goed vast gedraaid zijn en dat elk van de 4 voetjes veilig staan alvorens u het toestel installeert. Verzeker u ervan dat er genoeg plaats is voor de installatie en de bediening van het toestel, en dat de toegang tot alle aansluiting en kranen gemakkelijk is (i.c.electriciteit en water). Verzeker u ervan dat de oppervlakte waarop het toestel zal geplaatst worden voldoende stabiel is en het toestel kan dragen bij normale operaties; op pagina 3 vindt u de appoximatieve gewichten van het toestel, zowel leeg als geladen. Verzeker u ervan dat het toestel, eens dat het geïnstalleerd is, stabiel en veilig staat, met het gewicht gelijk verdeeld over de 4 voetjes; verzeker u er ook van dat het toestel niet meer dan 3 overhelt in gelijk welke richting. Iedere gewenste aanpassing moet gedaan worden door middel van de voetjes die nu aan de machine bevestigd zijn. 2

5 Staat van het toestel leeg volledig geladen Gewicht 83 kg 130 kg 3.2 DE ELEKTRISCHE AANSLUITING Alle electrische aansluitingen moeten uitgevoerd worden door een erkende technieker en dit in overeenstemming met de plaatselijk en de nationaal geldende voorschriften. CLASSEQ drukt erop dat minstens de volgende standaardvereisten opgevolgd worden: alle toestellen moeten aangesloten worden via een R.C.D. of een stopcontact met aarding EN 60204: de voedingskabels moeten een scheidingsisolatie hebben van minimum 3mm EN 60335: dit toestel moet via een equi-potentiaal (aarding) aangesloten worden.de aansluiting bevindt zich aan de achterkant van het toestel (een bijpassende ring is vereist), dit komt nog extra bij de aansluiting via de aarding Alvorens het toestel aan te sluiten, moet u er zich van vergewissen dat de voltage en de zekeringen overeenkomen met het bedradingspaneel en de configuratie op de terminale blok binnen in het toestel ELEKTRISCHE BEDRADING Zowel de CLASSEQ HYDRO 857 als de HYDRO 957 kunnen electrisch lagergeschakeld worden.een dergelijke procedure moet door een erkende CLASSEQ -technieker worden uitgevoerd. OPGEPAST! Het electrisch lagerschakelen van het toestel zal een negatief effect hebben op de prestaties en de uitvoering; daarom beveelt CLASSEQ aan deze procedure slechts in allerlaatste instantie toe te passen. Het lager- en hogerschakelen van het toestel wordt uitgevoerd door configuraties op de terminale blok binnen in het toestel. 3

6 3.3 DE WATERAANSLUITING Het toestel is aangesloten met een afvoerslang ¾ BSP mann naar de waterafvoer toe; na de installatie en het in werking stellen moeten alle verbindingen op lekken gecontroleerd worden en goed waterdicht gemaakt worden BEPERKINGEN VAN DE WATERAFVOER De wateraanvoer moet gelinkt worden aan de temperatuur van het inkomende water 4 c minimum 55 c maximum de dynamische druk van de watertoevoer (air break machines, minimum 0.25 bar waterdruk) 0 tot 2 bar (naspoelpomp noodzakelijk) 2 tot 4 bar (geen aanpassingen vereist) 4 tot 6 bar (beperker vereist) 6 bar plus (een kraan voor de druklimitering vereist) Als bovenstaande vereisten niet worden opgevolgd zal dat zeker de werking van het toestel benadelen! AFVOERSYSTEMEN De toestellen zijn verkrijgbaar met een zwaartekracht-afvoersysteem of met pompafvoersysteem; bij de installatie moet de afvoerslang ingesteld worden zoals getoond wordt in deze handleiding; alle installaties moeten ook gebeuren met een P vorm om de hygiëne te garanderen. ALLE TOESTELLEN Op de toestellen met afvoerpomp moet de flexibele afvoerslang veilig aangebracht worden bij de uitgang aan de onderkant van het toestel; op de toestellen met zwaartekracht afvoersysteem is deze slang al aangesloten De afvoerslang moet naar beneden toe afhellen naar de afvoer diameter 40 mm ( diameter 1 1/2 ) vaste buis noodzakelijk, deze moet lager komen dan de onderkant van het toestel (zie tekening) de afvoerslang moet goed en stevig passen in de afvoerpijp om ongewenste geuren te voorkomen om een correcte afvoer te krijgen, moet de hoogte van de afvoerpijp ten opzichte van de oppervlakte van de machine de volgende zijn: 0 tot 300 mm zwaartekrachtafvoersysteem 0 tot 600 mm afvoerpompsysteem 4

7 4.0 BEDIENING 4.1 NASPOELMIDDEL EN DETERGENT Verzeker u ervan dat de chemische tubes correct zijn aangebracht op de individuele chemische pompen (deze pompen bevinden zich achter het vooraanliggende onderste paneel van het toestel). Plaats de correcte chemische tube aan het flessenuiteinde van de correcte chemische tube. Verzeker u ervan dat de correcte chemische tubes naar de corresponderende chemische flessen gaan. OPGELET! Alleen spoelmiddelen en detergenten die speciaal ontwikkeld zijn voor commerciële glazen- en bordenwassers mogen gebruikt worden. De spoelmiddelen moeten kunnen gebruikt worden bij watertemperaturen vanaf 40 C OPSTARTEN NASPOELMIDDEL Als het naspoelpompsysteem voorzien is door CLASSEQ en gelijk wanneer bij de eerste installatie en in geval dat de naspoelpomp moet opgestart worden moet u: Zet de machine AAN (ON) en klaar om te vullen Verwijder het onderste voorpaneel (raak aan geen enkele draadverbinding) Druk op de knop die zich bevindt bovenop de chemische pomp. U zal zien dat de pomp opstart en weer stopt en weer opstart, dit is hemaal normaal. Om ze volledig aan de gang te krijgen, moet u de schakelaar loslaten gedurende ongeveer 1 ½ minuten. Plaats het paneel terug, onderaan vooraan DETERGENT- EN ZEEPVOORZIENING Wanneer het detergent/zeepsysteem door CLASSEQ zelf is voorzien zal het zichzelf in gang zetten. 5

8 4.1.3 CHEMISCHE DOSERING Wanneer de pompen door CLASSEQ zelf zijn geleverd zullen ze afgeregeld zijn volgens nominale settings. Indien u dat wenst, kan u de dosis verhogen of verminderen om te voldoen aan de vereisten van de individuele plaatsen. De pompen werken alleen dan als er water binnenkomt in het toestel;het aanpassen zal slechts kunnen gebeuren aan het binnenstromende water en niet aan de tijdsduur! VOORAFGEREGELDE WAARDEN (in millimeter) MODEL DOSERING DOSERING SPOELMIDDEL DETERGENT HYDRO ml 8.0 ml HYDRO 957 De correcte afstelling hiervan gebeurt via een afstelschroef die zich bevindt op iedere pomp; de pompen bevinden zich achter het onderste voorpaneel van het toestel. De afstelschroef is beschermd door een klein rond dopje, dat moet er afgenomen worden en er terug opgezet wanneer de afstelling gebeurd is. Om de aanvloei van de pomp te vermeerderen, draai de schroef in de richting van de wijzers van de klok Om de aanvloei te minderen draai in tegenwijzerzin afsteller MODEL DOSIS PER CYCLUS PER DIVISIE dosis spoelmiddel in ml dosis spoelmiddel in ml

9 4.2 TEMPERATUREN VAN DE SPOELTANK EN VAN DE WASTANK De watertemperaturen op het type van machines CLASSEQ zijn niet afstelbaar. Modellen Temperaturen Spoelwater Waswater Hydro 857, Hydro C 55 C 4.3 INTERLOCK OPTIES De toestellen type 857 & 957 hebben 3 interlock opties, iedere optie staat toe dat de cycli starten ongeacht de temperatuur van het water. 2 van de opties verlengen de cyclus tot de gewenste temperatuur bereikt is. Deze selectie wordt gemaakt door configuratie van de draden die zich binnen in de machine bevinden achter het controlepaneel. INTERLOCK WEGNEMEN verbind het zwarte dekseltje met de witte contactdoos. SNELLE START (foutzetting) breidt de cyclus uit tot de temperatuur van de spoeltank 55 c is; verbind het groene dekseltje met de witte contactdoos. INTERLOCK breidt de cyclus uit tot beide tanks hun gewenste temperatuur bereikt hebben. Verbind het rode dekseltje met de witte contactdoos. 4.4 DEMONSTRATIE CLASSEQ beveelt aan dat de installateur, alvorens de installatieplaats te verlaten, de volgende dingen aan de gebruiker demonstreert, en dit om zeker te zijn dat de machine op de juiste manier zal gebruikt en onderhouden worden. Wat doen in een noodgeval? M.a.w hoe de water-en electriciteitsaansluitingen isoleren? (zie sectie 1) de machine AANSLUITEN (ON) de machine BEDIENEN de afvoer REGELEN de machine uitzetten (off) de machine schoonmaken, het wegnemen en schoonmaken en terugplaatsen van de filters hervullen en toevoegen van spoelmiddel en detergent Na het beëindigen van de installatie en het in werking stellen van de machine, MOET deze handleiding bij de gebruiker achtergelaten worden. 7

10 5.0 BEDIENING 5.1 BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL De uitvoering van de commerciële bordenwasser verschilt van die van de huishoudelijke bordenwasser want deze uitvoering is speciaal aangepast om voortdurend en gedurende verschillende uren na elkaar te draaien. Bij de commerciële machines kan het wasresultaat afhankelijk zijn van verschillende uitwendige factoren zoals de temperatuur van het inkomende water, de druk en de hardheid van het water, en de keuze van de chemie. CLASSEQ beveelt u aan uw toestel aan te sluiten op een waterverzachter. Voor verdere details betreffende waterverzachters kan u contact opnemen met de leverancier van uw toestel. 5.2 CONTROLES Alvorens de machine AAN (ON) te zetten moet u er zich van verzekeren dat u vertrouwd bent met de controles aan de voorkant van de machine en met de plaats van de isolator voor water-en electriciteitsaansluiting. 1. ON/OFF schakelaar 2. ON/OFF lamp 3. verwarmde lamp 4. lamp KORTE/LANGE cyclus (korte cyclus wanneer ze brandt ) 5. cycluslamp 6. schakelaar KORTE/LANGE cyclus Bij de toestellen voorzien van een afvoerpomp is er bij de cycluslamp nog een afvoerlamp. 8

11 5.3 SCHAKEL HET TOESTEL AAN: Verzeker u ervan dat het water en de electriciteit zijn aangesloten en aangeschakeld, dan druk de schakelaar ON/OFF in die zich bevindt aan de voorkant van de machine. Het toestel zal nu automatisch vullen en opwarmen, tijdens dat proces moet de deur van het toestel gesloten blijven tot het proces beëindigd is. De machine zal nu automatisch vullen en opwarmen, tijdens dat proces moet de deur gesloten blijven, tot het proces volledig beëindigd is. 5.4 HET TOESTEL IS KLAAR OM IN WERKING GESTELD TE WORDEN Een keer dat de deur gesloten is zal de machine zich in werking stellen. Het zal dus kunnen gebeuren dat een cyclus start voordat de gewenste temperatuur bereikt is, dan zal de cyclus zich uitbreiden tot de gewenste temperatuur bereikt is. 5.5 EEN CYCLUS OPSTARTEN Om een cyclus op te starten doet u de deur open, u laadt de eerste mand en u verzekert zich ervan dat de draai-armen onderaan en bovenaan vrij kunnen bewegen. Sluit de deur en de cyclus zal beginnen; gedurende de hele cyclus zal het cyclus-lampje blijven branden. Eens dat het cycluslampje uitgegaan is (op het einde van de cyclus) moet u de deur opendoen, u haalt de mand eruit, u herlaadt het toestel en doet opnieuw hetzelfde. 5.6 WATERAFVOER Bij een normale inwerkingstelling zal uw toestel automatisch het overtollige water afvoeren. Classic beveelt u aan om de machine volledig te laten aflopen wanneer ze voor een langere periode niet gebruikt wordt. Het is ook aanbevolen het toestel volledig te laten aflopen en te reinigen eens in de 24 uur; dat zal de hygiëne binnenin het toestel te goede komen. toestellen met zwaartekrachtafvoer zet het toestel aan de voorkant af (OFF) verwijder de belangrijkste wasfilters en trek de afvoerstop uit de wastank door de zwaartekracht zou uw machine nu moeten leeglopen 9

12 plaats dan de filters en de stop opnieuw isoleer nu water-en electriciteitstoevoer aan de muur. toestellen met afvoerpomp zet het toestel aan de voorkant af (OFF) open en sluit de kap (de deur) de cyclus lamp zal blijven branden terwijl de afvoercyclus bezig is (3 minuten); een keer klaar gaat de lamp uit OPEN DE KAP/DEUR NIET terwijl de afvoercyclus bezig is ISOLEER HET TOESTEL NIET aan de muur terwijl de afvoercyclus bezig is Eens dat het toestel volledig leeggelopen is en dat de cycluslamp uit is, isoleert u water-en electriciteitsaansluitingen aan de muur. OPGELET! CLASSEQ beveelt u aan om, eens de machine leeg is, de water- en electriciteitsaansluitingen aan de muur te isoleren en de machine te reinigen zoals het aangegeven staat in deel 6 van deze handleiding. Om hygiënische redenen bevelen wij u ook aan om, eens de machine leeggelopen is, de deur open te laten opdat de wasruimte zo goed mogelijk zou kunnen drogen en om de wasruimte en de filters en de was-en spoelarmen en de kap te reinigen zoals het aangegeven staat in deel 6 van deze handleiding. 10

13 6.0 REINIGEN 6.1 Alvorens te reinigen: OPGELET: Schakel de electrische voeding af en isoleer ze alvorens met het reinigen te beginnen! OPGELET: GEBRUIK GEEN reinigingsmiddelen die bleekmiddel of chlorine of hypochloride bevatten. GEBRUIK GEEN staalwol of stalen borstels of ander schadelijk materiaal. SPROEI het toestel NOOIT schoon met een hogedruk- of stoomstraalreiniger, noch aan de binnenkant noch aan de buitenkant 6.2 REINIGEN VAN DE BINNENKANT Verwijder de was- en sproei-armen onderaan en bovenaan uit het toestel.was ze dan in een warm sopje, tot alle aanslag verwijderd is. Alvorens ze terug in elkaar te zetten spoelt u de armen in koud helder water om alle zeepresten te verwijderen. Verwijder alle filters uit het toestel en was ze in een warm sopje, tot alle vuilaanslag verwijderd is. Spoel ze in koud helder water om alle zeepresten te verwijderen. OPGEPAST! Alvorens de wasruimte te reinigen moet u er zich van verzekeren dat alle scherpe voorwerpen die schade kunnen veroorzaken aan de binnenkant van het toestel verwijderd zijn, zoals bvb. glasscherfjes. Alvorens de binnenkant van het toestel te reinigen moet u er zich van verzekeren dat alle afval is verwijderd en dat de waskamer schoon is. Zet de filters en de wasarmen dan opnieuw in het toestel. 11

14 6.3 REINIGEN VAN DE BUITENKANT Veeg de buitenkant van het toestel schoon met een VOCHTIGE (geen natte) spons. Wanneer de buitenkant droog is kan u zacht schoonmaakproduct gebruiken. 7.0 STORINGEN EN PANNES Voordat u contact neemt met de service-dienst, moet u de volgende punten controleren: is het toestel aangesloten op water-en electriciteitstoevoer? Staan ze aan? Wat is het niveau van de chemische spoel-en wasmiddelen? Is de afvoerpijp correct aangesloten op het toestel? (zie sectie van deze handleiding). OPGELET!!! Indien u beroep doet op onze service-dienst wanneer de machine nog onder garantie is en wanneer de storingen blijken veroorzaakt te zijn door onachtzaamheid of door het niet naleven van de instructies van deze handleiding, zal uw oproep aan de gangbare tarieven aangerekend worden. 7.1 HET TOESTEL VULT ZICH NIET HET TOESTEL START NIET OP HET TOESTEL SPOELT NIET Controleer of de wateraansluiting aangesloten is (ON). Controleer of de afvoerslang niet geplooid ligt of dat er geen knik in zit. Controleer of het toestel AAN staat (ON). Laat het toestel volledig leeglopen, probeer dan het toestel volledig terug te vullen, laat opnieuw leeglopen volgens de instructies 5.6 van deze handleiding. 12

15 7.2 HET TOESTEL VULT TE TRAAG Controleer of de waterkraan volledig opengedraaid is. Controleer de druk van de wateraanvoer, die zou meer dan 2 bar moeten zijn; als dat niet het geval is, vraag dan aan uw dealer om een boosterpomp te installeren die de waterdruk doet stijgen. Controleer en reinig de sproei-armen (die bevinden zich op de spoelarmen binnenin het toestel). Controleer of de afvoerdarm niet geplooid ligt of dat er geen knik in is. Verwijder en reinig iedere drukregelaar of drukbeperker in de wateraanvoer, vervang hem eventueel. 7.3 HET TOESTEL WARMT NIET OP Laat het toestel volledig leeglopen, probeer vervolgens om het toestel opnieuw te vullen, laat het opnieuw leeglopen volgens de instructies 5.6 van deze handleiding, vul het opnieuw en controleer de opwarming. Controleer de temperatuur van het inkomende water, want schommelingen in de watertemperatuur hebben hun invloed op de opwarming van het toestel. Controleer of het water in de wasruimte op het juiste niveau staat. 7.4 HET TOESTEL LOOPT NIET LEEG Controleer en reinig de filters binnenin het toestel. Controleer of de afvoerdarm niet gedraaid is of geblokkeerd. 7.5 SLECHTE WASRESULTATEN Controleer en vul de chemie bij, verzeker u ervan dat ze van goede kwaliteit is (indien u er nodig heeft, contacteer dan uw dealer). Controleer en reinig de was- en sproei-armen. Reinig de filters binnenin het toestel en controleer of ze goed geplaatst zijn. Controleer of de wateraanvoer volledig open is (ON). Maak de borden schoon en verwijder alle voedselresten alvorens ze in de bordenwasser te zetten. Glazen moeten misschien vervangen worden. Indien de glazen grijs zijn, heeft u misschien een waterverzachter nodig. Neem contact op met uw dealer om informatie te krijgen over het formaat van waterverzachter dat u nodig heeft. Als de waterverzachter geïnstalleerd is vul dan het zout aan in de waterverzachter volgens de instructies. 13

16 7.6 HET TOESTEL LOOPT OVER Laat het toestel volledig leeglopen, volgens de instructies 5.6 van deze handleiding. Vul het opnieuw en controleer het niveau. Controleer en reinig alle filters binnenin het toestel. Controleer of de afvoerpijp correct geïnstalleerd is volgens de instructies van deze handleiding. Controleer of de afvoerdarm niet gedraaid ligt of geblokkeerd ligt. Indien de machine blijft overlopen, isoleer dan de water- en electriciteitsaansluiting en bel een technieker. 7.7 DE MACHINE KAN NIET AANGEZET WORDEN (ON) Controleer de stekker en herplaats hem in het stopcontact. Indien het toestel dan ook niet opstart isoleer dan de electriciteitsaansluiting aan de muur en bel een technieker. 7.8 DE MACHINE KAN NIET UITGEZET WORDEN (OFF) Isoleer onmiddellijk de electriciteitsaansluiting en bel een technieker. 14