Examentermen Vakman-ondernemer / editie Titel: Financieel plan

Transcriptie

1 Examentermen Vakman-ondernemer / editie 208 Titel: Financieel plan Theorie-examen: Financieel plan Vakman ondernemer: B-K: Start en/of innoveert een onderneming B-K2: Geeft leiding aan een onderneming Theorie-examen Examenonderwerp Examenterm Hoofdstuk Financieel plan Privé begroting. Berekeningen maken ten behoeve van de privé-begroting, zoals: privé-inkomsten, privé-uitgaven, eigen middelen, privé schulden, aftrekposten belastingdienst.2 interpreteren en beoordelen van een privé -begroting.3 beslissingen nemen op basis van een privé -begroting Investeringsbegroting 2. berekeningen maken ten behoeve van een investeringsbegroting, zoals: vermogensbehoefte bepalen, vermogensbeslag verschillende activa, indeling naar beschikkingsduur activa, terug te vorderen btw op investeringen 2.2 interpreteren en beoordelen van een investeringsbegroting 2.3 beslissingen nemen op basis van een investeringsbegroting Financieringsbegroting 3. berekeningen maken ten behoeve van een financieringsplan, zoals: aflossingscapaciteit, berekenen benodigd krediet naar soort en beschikkingsduur 3.2 interpreteren en beoordelen van een financieringsbegroting Examentermen Vakman ondernemer / editie 208 (niveau 4): Financieel plan Uitgeverij Sarphati /

2 3.3 inzicht in de voor- en nadelen van verschillende financieringsvormen 3.4 berekenen van de kosten van een krediet 3.5 uitleggen en beargumenteren van een afweging tussen huur/koop/lease 3.6 beslissingen nemen op basis van de financieringsbegroting Exploitatiebegroting 4. noemen en beschrijven van de functies van begrotingen Liquiditeitsbegroting Balans 4.2 berekenen van de brutowinst, de nettowinst en het economisch resultaat 4.3 uitleggen en berekenen van het resultaat van de onderneming met behulp van de exploitatierekening/exploitatiebudget 4.4 beschrijven en herkennen van de methodieken van begroten en budgetteren (vast, variabel, gemengd en taakstellend budget) en maken van budgetberekeningen 4.5 voorbeelden geven en uitleggen van resultaatverbetering door omzetstijging 4.6 voorbeelden geven en uitleggen van een omzetstijging zonder resultaatverbetering 4. voorbeelden geven en uitleggen van resultaatdaling door dalende omzet 4.8 voorbeelden geven en uitleggen van een omzetdaling met gehandhaafd resultaat 5. interpreteren en beoordelen van een eenvoudige liquiditeitsbegroting 5.2 voorbeelden geven van acties naar aanleiding van een tekort/overschot van liquide middelen 6. interpreteren en beoordelen van een eenvoudige liquiditeitsbalans 6.2 uitleggen van het evenwichtsprincipe van een balans Examentermen Vakman ondernemer / editie 208 (niveau 4): Financieel plan Uitgeverij Sarphati /

3 6.3 uitleggen van het verschil tussen de debet- en creditzijde 6.4 verklaren en bepalen van bezittingen, schulden en eigen vermogen 6.5 verklaren en bepalen van de vaste activa, vlottende activa en liquide middelen 6.6 verklaren en bepalen van het vreemd vermogen en het verschil tussen kort en lang vreemd vermogen 6. verklaren en voorbeelden geven van hoe wijzigingen in post(en) gevolgen hebben voor andere post(en) Theorie-examen Examenonderwerp Examenterm Hoofdstuk Financieel beleid Algemene kennis eisen financiële administratie Kosten en kostenstructuur. kennis en inzicht in de eisen van de financiële administratie 4 (voor verschillende kleine ondernemingen).2 basale kennis boekingsgang 4.3 kennis van de essentiële administratieve begrippen, zoals: 4 (dubieuze) debiteuren, crediteuren, journaalposten, inkoopboek, verkoopboek, bankboek, kasboek, memoriaal, inkoopfactuur, verkoopfactuur, creditnota, kolommenbalans 2. beschrijven en herkennen van de begrippen directe en indirecte 6 kosten, variabele kosten (progressief, proportioneel, degressief) en vaste kosten (constante kosten), cumulatieve kosten, totale kosten en maken van bijbehorende berekeningen 2.2 noemen, herkennen en berekenen van exploitatiekosten: 5 voorraadkosten (3 r s), kosten voor duurzame productiemiddelen (afschrijvingskosten), kosten van arbeid (loonkosten), kosten van grond (huisvestigingskosten), kosten van diensten van derden, kosten van belastingen, rentekosten en verkoopkosten Examentermen Vakman ondernemer / editie 208 (niveau 4): Financieel plan Uitgeverij Sarphati /

4 2.3 beschrijven en herkennen van de begrippen bij duurzame bedrijfsmiddelen: technische- en economische levensduur, complementaire kosten en economische slijtage 2.4 berekenen van de kosten van DPM, afschrijvingssystemen (percentage van de boekwaarde, percentage van de aanschafwaarde, vast bedrag per periode) en economische levensduur 2.5 uitleggen van de voor- en nadelen van afschrijvingsmethoden en welke afschrijvingsmethode in een bepaald geval het beste kan worden toegepast 2.6 herkennen en berekenen van: algemene/overheadkosten, directe en indirecte kosten en kosten van krediet 2. uitleggen van het verschil tussen verspillingen en kosten ,6 Verkoopprijs en resultaat 2.8 bepalen en beoordelen van kengetallen in verband met kosten 6 en opbrengsten: omzet per m 2 WVO, omzet per fte, opbrengst per gewerkt uur 2.9 beredeneren van de mogelijke gevolgen van 6 kostenvermindering voor de kostprijs en brutowinst 2.0 beredeneren van het effect van verandering van variabele 6 en/of vaste kosten op de bedrijfsvoering 2. maken van verbetervoorstellen gericht op kostenreductie uitleggen van het verschil tussen verspillingen en kosten 5 3. kennis van de (voor- en nadelen van) verschillende manieren van (uur)tarief- en/of kostprijsberekeningen, zoals: integrale kostencalculatie, variabel kostencalculatie, opslagmethode, differentiële kostprijs Examentermen Vakman ondernemer / editie 208 (niveau 4): Financieel plan Uitgeverij Sarphati /

5 Break-even analyse 3.2 berekenen van (uur)tarief/kostprijs en/of totaalprijs/verkoopprijs/eindtarief op basis van de integrale kostencalculatie 3.3 herkennen en berekenen van de bruto-omzet 3.4 herkennen en berekenen van de netto-omzet: bruto-omzet - aftrek kortingen 3.5 herkennen en berekenen van de brutomarge in %: per stuk, per transactie van inkoop-verkoopprijs/ inkoop-verkoopwaarde exclusief btw en per periode in % van de omzet exclusief btw 3.6 herkennen en berekenen van de brutowinst over een periode 3. herkennen en berekenen van de brutowinstopslag bedrag (op de inkoopprijs) als bedrag of als percentage voor het behalen van de brutowinst, of een percentage over de inkoopprijs om de verkoopprijs exclusief btw te berekenen 3.8 herkennen en berekenen van het verkoopresultaat: omzet afzet x commerciële kostprijs per stuk 3.9 herkennen en berekenen van de omzet per periode: afzet over periode x verkoopprijs exclusief btw per stuk/uur 4. beschrijven en herkennen van de begrippen en het maken van bijbehorende berekeningen: break-even afzet en omzet, dekkingspercentage en veiligheidsmarge (absoluut en relatief) Financiële analyse met kengetallen 5. beschrijven en herkennen van de begrippen: liquiditeit, solvabiliteit, rentabiliteit en cashflow 5.2 berekenen van financiële kengetallen: liquiditeit: netto werkkapitaal (som van VLA (voorraden + debiteuren + kortlopende vorderingen + liquide middelen) som van VLP (kortlopende schulden)) solvabiliteitspercentage (EV/VV x 00% en EV/TV x 00), solvabiliteitsgraad Examentermen Vakman ondernemer / editie 208 (niveau 4): Financieel plan Uitgeverij Sarphati /

6 Btw-aangifte cashflow (= nettowinst + afschrijvingen of: nettowinst + afschrijvingen investeringen) 5.3 begrijpen en interpreteren van de mogelijkheden om de bovenstaande financiële kengetallen te verbeteren 6. verzorgen van de btw-aangifte van een kleine startende onderneming 2 Examentermen Vakman ondernemer / editie 208 (niveau 4): Financieel plan Uitgeverij Sarphati /