Consumptief krediet = Krediet dat gebruik wordt voor consumptieve doeleinden bv het kopen van een auto of huis
|
|
- Eva Bosman
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Boekverslag door J woorden 22 november keer beoordeeld Vak M&O Eenmanszaak deel 1 Hoofdstuk 1 Consumptief krediet = Krediet dat gebruik wordt voor consumptieve doeleinden bv het kopen van een auto of huis Rente / interest = Vergoeding die je vraagt voor het uitlenen van geld Voor degene die de lening verstrekt is het een vergoeding, en degene die leent zijn het kosten. Naast de rente moet je ook de lening zelf terug betalen, dit is aflossen van de lening. Door de aflossing neemt je schuld af, niet door rente. Het oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen (=) noem je schuldrest. Annuïteit = Periodiek gelijkblijvend bedrag dat je terugbetaald, dit bestaat uit een aflossing- en een rentebestanddeel. De eerste perioden bestaat het meer uit rente dan aflossing, maar dit veranderd geleidelijk. Voordeel is dat je als geldnemer steeds te maken hebt met vaste lasten, wat je niet b ij de hypothecaire lening hebt. Persoonlijke lening = Lening aan een consument voor aanschaf van duurzame consumptiegoederen (auto, meubels enz.). Voor deze lening moet je meerderjarig zijn en de omvang van de lening hangt af van de hoogte van je inkomen. Meteen beginnen met aflossen van de lening. Doorlopend krediet = Consumptief krediet, waarbij met de bank een bepaald bedrag wordt afgesproken dat maximaal geleend mag worden. Het maximaal te lenen bedrag is het kredietlimiet. Is afhankelijk van netto-inkomen van kredietnemer. Er wordt alleen rente betaald over de opgenomen bedragen. Zakelijke variant is rekeningcourantkrediet. Pagina 1 van 14
2 Koop op afbetaling = Er wordt een goed gekocht, geleverd en nadat er een aanbetaling is gedaan wordt de rest naderhand in termijnen betaald. Huurkoop = Wordt een aanbetaling gedaan en wordt de rest betaald in termijnen, maar het goed is pas van jou als je de laatste termijn betaald hebt. Grote voordeel van alle vormen van krediet voor de geldnemer is dat hij nu iets kan kopen zonder over het geld te beschikken. Nadeel is de vaak hoge rente die betaald moet worden en je soms jarenlang aan het aflossen vast zit. Voor de geldgever geldt als voordeel de rente en als nadeel dat sommige geldnemers vaak teveel lenen waardoor de geldgever soms naar zijn geld kan fluiten. Huurkoop en koop op afbetaling hebben als nadeel dat ze vastzitten aan de koop van een bepaald goed. Bij de doorlopend krediet kun je doen en laten wat je wilt zolang je onder kredietlimiet blijft, bij de andere 3 zit je vast aan maandelijkse termijn bestaand uit rente en aflossing. Hypotheeklening = Lening die je krijgt op onderpand van onroerend goed. Hypotheek = Zakelijke zekerheidsrecht op het onroerend goed van iemand anders. Ongedekt krediet / blanco krediet = Lening die een bank verstrekt zonder enige vorm van zekerheid. Hypotheekgever = eigenaar van het onroerend goed Hypotheeknemer = de bank Als je een hypothecaire lening hebt moet er een hypotheekakte worden opgemaakt door de notaris; deze zorgt er ook voor dat de hypotheek wordt ingeschreven in het hypotheekregister. In de hypotheekakte staat de looptijd van de lening, het rentepercentage enz. Executiewaarde = De opbrengst van het onroerend goed op een veiling, deze opbrengst is meestal lager dan de opbrengst bij een vrijwillige verkoop. Basishypotheek = De lening die de bank verstrekt dat ongeveer 75 tot 90% van de executiewaarde bedraagt. Pagina 2 van 14
3 Tophypotheek = Als je een hogere lening wilt hebben dan de basishypotheek. Lineaire hypotheek = Bij deze lening los je elk jaar een vast bedrag af en wordt er rente betaald over het nog niet afgeloste deel van de hypotheeklening. Spaarhypotheek = Bij deze lening wordt gedurende de looptijd van de lening niets afgelost en wordt er gedurende de looptijd van de lening rente over het totale hypotheekbedrag betaald. Je betaald ook premie, deze bestaat uit spaarpremie en een premie voor een overlijdensrisicoverzekering. Met de maandelijkse spaarpremie wordt een kapitaal gespaard. Hierover wordt een spaarrente vergoedt. Het gespaarde bedrag samen met de bijgeboekte rente is precies voldoende om aan het einde van de looptijd de hypotheek af te lossen. Enkelvoudige interest = Interest wordt steeds berekend over de hoofdsom; de interest wordt dus nooit berekend over de hoofdsom plus de interest uit eerdere jaren. Samengestelde interest = Interest wordt berekend over de hoofdsom plus de bijgeschreven interest uit eerdere jaren, ook wel rente over rente. Het aflossen van een lening kan op 3 manieren 3: 1. de aflossing ineens op het einde van de looptijd 2. elke periode een gelijk bedrag 3. in het begin van de looptijd weinig aflossen en op het eind van de looptijd veel Eindwaarde = Het eindbedrag (beginkapitaal plus alle gevormde interest) vb x (1,08)² De formule van de eindwaarde is: Contante waarde = Wat is een vast bedrag in de toekomst op dit moment waard vb. X = 20000/(1,07)²º Hoofdstuk 2 Als je een eigen zaak begint moet je de volgende dingen afhandelen: 1. de vestigingsvergunning Je hebt de juiste diploma s nodig, je moet weten hoe je moet administreren en je moet kennis hebben van het product dat je gaat verkopen. Een vestigingsvergunning krijg je bij de Kamer van Koophandel 2. Toestemming voor de vestigingsplaats Je kunt niet zomaar een bedrijf in een pand beginnen. Sommige buurten in een gemeente zijn alleen Pagina 3 van 14
4 woongebied en andere voor industriegebied. Het vestigen moet passen binnen het plan van de gemeente. Ook de toestemming in een bepaald pand verkrijg je bij de Kamer van Koophandel. 3. Speciale vergunningen Bij de gemeente moet je informeren over de Warenwet, de Milieuwetten en de Hinderwet. Ook moet je voor brandveiligheidsvoorschriften naar de gemeente. 4. Inschrijven in het Handelsregister De naam van elk bedrijf wordt bij de Kamer van Koophandel ingeschreven in het Handelsregister. Bij inschrijving wordt gekeken of de naam niet misleidend is of al bestaat. 5. De administratie Volgens het Wetboek van Koophandel is ieder bedrijf verplicht op een zodanige wijze administratie te voeren, dat daaruit altijd alle rechten en verplichtingen blijken. Elk jaar moet een bedrijf een balans opmaken en alle papieren moet zij tien jaar bewaren. 6. De vestigingsplaats Je moet kijken wat het pand kost en of je een hypotheeklening kan regelen. Je kan een staatsgarantie krijgen, dat betekent dat de staat voor alles opdraait als zij hun hypotheekverplichtingen niet meer na kunnen komen. In zo n geval is de bank bereid om een hogere hypotheeklening te verstrekken. 7. De investeringsbegroting Hierop staan alle zaken die je moet aanschaffen om een bedrijf te beginnen. Hiermee kun je ongeveer zien hoeveel geld je nodig hebt om een bedrijf te beginnen. Zo n begroting is een raming van de financieringsbehoefte. 8. De resultatenbegroting Hierin staat hoe hoog je opbrengsten en kosten zullen zijn in een toekomstige periode. De winst die resteert nadat je de kosten hebt afgetrokken van de opbrengsten kun je gebruiken om zelf van te leven. Zo n raming is nodig om te bepalen of je je hoofd boven water kunt houden. 9. De liquiditeitsbegroting Hierop komen alle betalingen en ontvangsten te staan die je in een toekomstige periode moet doen. Geeft aan of je genoeg liquide middelen hebt in kas en op de bank. 10. De rechtsvorm Elk bedrijf moet een bepaalde rechtsvorm hebben. Dit is de juridische vorm waarin een bedrijf gedreven wordt en is bepalend voor hoe je belasting moet betalen en hoe de aansprakelijkheid is geregeld en wie er overeenkomsten mag sluiten. De belangrijkste kenmerk van een eenmanszaak is dat er juridisch geen scheiding is tussen het privé- en het zakelijk vermogen. De ondernemer is hoofdelijk aansprakelijk, dit houdt in dat als je failliet gaat dan je niet alleen je onderneming kwijt bent maar ook heel je privé-vermogen. De eigenaar van een eenmanszaak is ook de directeur, hij neemt beslissingen en sluit overeenkomsten af met leveranciers en klanten. Je kunt zelf snel besluiten nemen. Nadeel is dat banken niet snel geld uitlenen omdat slechts één persoon geld in de zaak gestoken heeft, de zaak is afhankelijk van één persoon. Bij ziekte komt de continuïteit in gevaar en bij overlijden houdt de zaak op met bestaan. Vermogen = alle bezittingen minus de schulden van iemand op een bepaald tijdstip 11. De verzekeringen Verzekeren op risico verlies te maken kan niet. Andere risico s kun je wel verzekeren: Pagina 4 van 14
5 a. een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering is een verzekering tegen schade die de verzekerde toebrengt aan derden b. een opstalverzekering voor het geval er brand uitbreekt, er waterschade optreedt enz c. de inventaris (= de inboedel van een bedrijf en bestaat uit de vloerbedekking, gordijnen, verlichting, archiefkasten, bureau, computer enz.) en de voorraden voor het geval er schade optreedt door bv brand, storm of diefstal d. een overlijdensrisicoverzekering voor het geval de eigenaar zou komen te overlijden e. een bedrijfsschadeverzekering vergoedt de schade als gevolg van het niet kunnen doordraaien van een bedrijf omdat er bv brand of storm is geweest 12. De financiering Waar je geld dat je nodig hebt vandaan moet halen en hoeveel geld je in je bedrijf steekt. 13. Diversen Het openen van een girorekening bij de Postbank en een bankrekening. Het zoeken van leveranciers van meubels, verlichting, vloerbedekking, gordijnen, enzovoort. BTW = Belasting op de Toegevoegde Waarde en wordt ook wel omzetbelasting genoemd. Over alle goederen en diensten die een onderneming verkoopt moet BTW berekend worden. Deze belasting wordt door de bedrijven betaald aan de overheid. Bedrijven berekenen deze belasting door in hun verkoopprijs waardoor uiteindelijk de consument deze belasting betaald. De BTW maakt goederen en diensten voor de consument duurder. Het is daarom een zogenaamde prijsverhogende belasting. De heffing van de BTW werkt als volgt. Iedere ondernemer moet BTW in rekening brengen over alle goederen en diensten die hij verkoopt. Als hij goederen verkoopt, ontvangt hij van de afnemer BTW. Dit moet hij afdragen aan de fiscus (belastingdienst). Wanneer een ondernemer zelf afnemer is, dus goederen inkoopt, dan moet hij BTW aan zijn leverancier betalen. Deze betaalde BTW krijgt hij terug van de fiscus. Het verschil tussen wat hij moet betalen aan de fiscus omdat hij goederen verkocht heeft en wat hij mag terugvorderen van de fiscus omdat hij goederen heeft ingekocht, moet hij afdragen aan de belastingdienst. De BTW wordt altijd berekend over de verkoopprijs excl. BTW. BTW hoort niet tot kosten van een onderneming en heeft geen invloed op winst of verlies. Toegevoegde waarde = De waarde die de ondernemer toevoegt aan de ingekocht goederen. Als je een bank voor 2200 excl BTW inkoopt en verkoopt voor 4000 excl BTW, dan is de toegev. waarde De voorraad is het belangrijkste wat je moet aanschaffen als je een onderneming gaat beginnen. Met behulp van een plattegrond kun je inplannen hoeveel je moet inkopen en waar je dat dus allemaal neer gaat zetten. Aan de hand van de plattegrond maak je een inkooplijst. Er dient een investeringsbegroting te worden gemaakt om vast te stellen hoe groot de financieringsbehoefte is. De investeringen kunnen worden ingedeeld in drie posten: - Vaste Activa Alle goederen die langer dan één jaar worden vastgelegd. Wordt ook wel vast kapitaal genoemd. Met kapitaal worden de goederen bedoeld die je nodig hebt om te kunnen produceren. Deze producten zijn Pagina 5 van 14
6 aan slijtage onderhevig. Het rekening houden met de waardevermindering van de vaste activa door slijtage noemen we afschrijven. Elk jaar moet er een gedeelte van de aanschaffingsprijs van de vaste activa worden gereserveerd zodat na een aantal jaren met het gereserveerde geld nieuwe vast activa kunnen kopen ter vervanging van de versleten vaste activa. Het bedrag van de waardevermindering noemen we de afschrijvingskosten. Bij het berekenen van de verkoopprijs van goederen moet je rekening houden met deze afschrijvingskosten. - Vlottende Activa Alle goederen die niet langer dan één jaar worden vastgelegd. Binnen één jaar komt al het geïnvesteerde geld weer vrij. Ook wel vlottend kapitaal. Paar voorbeelden: A. Voorraden Deze kom je ook wel tegen onder de naam (handels)goederen. Deze heb je om op korte termijn te verkopen, het geld dat ligt opgesloten in de voorraden komt daarom in de regel binnen een jaar vrij. B. Debiteuren Debiteuren zijn de afnemers/klanten van wie een bedrijf nog geld tegoed heeft. De afnemers hebben wel iets gekocht, maar nog niet betaald. De onderneming treedt als leverancier op en verstrekt krediet aan zijn klanten, daarom val debiteuren tot verstrekt leverancierskrediet. C. Nog te ontvangen bedragen Als een ondernemer nog geld moet krijgen van anderen dan klanten. Deze vorderingen noem je nog te ontvangen bedragen. Bv de huur die nog ontvangen moet worden. D. Vooruitbetaalde bedragen Als je een bestelwagen gaat huren en de huur voor een jaar vooruit betaald. Als je de huur na 1 maand opzegt krijg je de huur van 11 maanden terug. Na elke maand huur neemt de vordering op de verhuurder af totdat op het eind van het jaar vordering 0 is. E. Te vorderen BTW De BTW wordt meestal een keer per kwartaal verrekend met de fiscus. De BTW die de ondernemer mag terugvorderen behoort tot de vlottende activa en moet men te vorderen BTW, het gaat immers om een bezitting. - Liquide Activa Dat zijn de geldmiddelen die je nodig hebt om je dagelijkse betalingen te doen. Ook wel liquide middelen of liquide kapitaal genoemd. Dit bestaat ui het geld dat je in kas hebt en het geld dat op je giro- en bankrekening staat. Vermogensbehoefte = Vermogensbehoefte van een onderneming wordt bepaald door alle kapitaalgoederen die een onderneming nodig heeft of bezit Eigen vermogen = Eigen geld, de bedoeling van eigen vermogen is dat het voor altijd ter beschikking van de onderneming staat. Dit is dus geschikt voor de financiering van vaste activa. Vreemd vermogen = Geleend geld Pagina 6 van 14
7 Lang vreemd vermogen / lang krediet / langdurig tijdelijk vermogen = Leningen die een looptijd hebben van langer dan één jaar. Vaste activa kun je hiermee financieren. Kort vreemd vermogen / kort krediet / kortstondig tijdelijk vermogen = Leningen die een looptijd hebben van korter dan één jaar. Liquide activa kun je hiermee financieren. Lang vreemd vermogen A. De hypotheeklening of hypothecaire lening Lening die je krijgt op onderpand van onroerend goed. Als je je niet houd aan de aflossings- en renteverplichtingen wordt het onroerend goed openbaar verkocht. Dit heet ook wel executeren. B. De onderhandse lening Bij deze lening bestaat er persoonlijk contact tussen de geldgever, degene die geld uitleent, en de geldnemer, degene die geld leent. Bij dit contact wordt er onderhandeld over de voorwaarden van de lening. Vaak kom je bij leningen de toevoeging o/g tegen dat betekent opgenomen geld. Onderneming heeft dan geld geleend van geldgever en is er sprake van een schuld. Soms kom je ook de toevoeging u/g tegen. U/g betekent uitgeleend geld, in zo n geval heeft de onderneming geld uitgeleend aan iemand anders en is er sprake van een bezitting. Kort vreemd vermogen A. Het rekening-courantkrediet Dat is een krediet waarbij de onderneming tot een bepaald maximum bedrag geld mag opnemen bij de bank. Alleen over de opgenomen bedragen wordt rente gerekend. B. Het ontvangen leverancierskrediet Dat is krediet dat je krijgt van leveranciers. Wanneer de leverancier goederen aan een onderneming levert en deze onderneming de goederen pas over een maand hoeft te betalen dan leent de leverancier in feite geld uit aan deze onderneming. De schuld die de onderneming aan de leverancier heeft, heet (ontvangen) leverancierskrediet. Ook wel crediteuren. C. Het ontvangen afnemerskrediet Dat is krediet dat je ontvangt van een afnemer. De klant betaalt vooruit en krijgt hij de goederen pas later geleverd. Soms wordt een deel vooruitbetaald, dit is aanbetaling. D. Vooruit ontvangen bedragen Als je een woning verhuurt en je krijgt de huurt voor een heel jaar vooruit betaald. E. Nog te betalen bedragen Bedragen die de ondernemer nog moet betalen. Hieronder valt o.a. energienota, huur F. Te betalen BTW De BTW wordt meestal een keer per kwartaal afgerekend met de fiscus. Dit noemt men te betalen BTW of te betalen omzetbelasting. Omdat hij de BTW één keer in het kwartaal wordt afgerekend, ontstaat er een schuld aan de fiscus. Een balans is een overzicht op een bepaald tijdstip, dat enerzijds laat zien hoe een bedrijf aan zijn Pagina 7 van 14
8 vermogen is gekomen en anderzijds hoe het vermogen is aangewend in het bedrijf. Aan de creditzijde (de rechterkant) van de balans staat het eigen en vreemd vermogen. Ook wel passivakant. Aan de debetzijde (de linkerkant) van de balans staan de bezittingen. Ook wel activakant. Omdat de balans altijd in evenwicht is geldt: Bezittingen = eigen vermogen + vreemd vermogen Vermogensaanwending = De linkerkant (debetkant) van de balans Vermogensverkrijging = De rechterkant (creditkant) van de balans Hoofdstuk 3 Bruto verkoopresultaat = Verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen. In het geval van positief resultaat spreken we van brutowinst. Als je bedrijfskosten in mindering brengt op het bruto resultaat vind je het nettoresultaat. In het geval van een positief resultaat spreken we van nettowinst. Nettoloon = Brutoloon na aftrek van de loonbelasting en sociale premies. Resultatenbegroting is geen tijdstipgrootheid maar een periodegrootheid en geeft een overzicht van de oorzaken waardoor het eigen vermogen in een bepaalde periode veranderd. Als de opbrengsten groter zijn dan de kosten is er sprake van een positief resultaat (winst) waardoor het eigen vermogen groter wordt. Daarnaast kan het eigen vermogen veranderen doordat de eigenaar geld stort in de eigen onderneming of geld uit de onderneming haal voor privé-doeleinden. Verandering EV = nettowinst + privé-stortingen privé-opnamen Kosten = De geldwaarde van een noodzakelijk geofferde productiemiddelen ten behoeve van de productie van goederen en diensten. Om een goed en/of dienst te produceren heeft een ondernemer productiemiddelen nodig. Deze kun je indelen in twee hoofdgroepen, arbeid en kapitaal. Arbeid = Elke geestelijke of lichamelijke inspanning van de mens gericht op productie. Kapitaal = Pagina 8 van 14
9 Alle geproduceerde productiemiddelen, het kapitaal van een onderneming vind je terug aan de debetzijde van de balans. Produceren bestaat nu uit het combineren van de productiemiddelen, arbeid en kapitaal, op een zodanige manier dat er goederen en diensten worden voortgebracht tegen een zo hoog mogelijke winst. De berekening van de kosten heeft drie functies: 1. Berekening van de kostprijs Kostprijs kun je omschrijven als de kosten per eenheid product. Die berekent men vaak om de verkoopprijs van een product te bepalen. Bovenop de kostprijs komt een winstopslag en zo vind je de gewenste verkoopprijs. De berekening is ook nodig voor de planning en de beheersing van het productieproces. De kosten worden van te voren berekend en daarom spreekt men ook wel van een voorcalculatie van kosten. Bij de bepaling van de werkelijke kosten en de toegestane kosten gaat het om een nacalculatie. Met de voor- en nacalculatie kun je vaststellen wat de oorzaken zijn van het kostenverschil. 2. Hulpmiddel bij de balanswaardering en de bepaling van het resultaat Je moet zowel de opbrengsten als de kosten berekenen om het resultaat over een periode te kunnen vaststellen. Omzet kosten = resultaat (winst) 3. Hulpmiddel bij het nemen van beslissingen Kostenberekening wordt o.a. gebruikt als hulpmiddel bij het nemen van investeringsbeslissingen. Kosten kunnen op drie manieren worden ingedeeld: a. naar soort b. naar de functie die ze hebben in het productieproces c. al naar gelang ze contant of variabel zijn Als je een overeenkomst sluit bij een aankoop van een goed of dienst, dan zijn er altijd twee partijen betrokken. De verkoper is verplicht tot het leveren van een goed of dienst en de koper is verplicht aan de betaling. Als de koper zijn betalingsverplichting niet inlost, krijgt hij een schuld aan de verkoper. Een betaling is altijd aan een bepaald tijdstip gebonden, je noemt een betaling daarom ook wel een tijdstipgrootheid. Kosten zijn niet gebonden aan een tijdstip maar aan een periode, periodegrootheid. Het opnemen in een resultatenoverzicht van de kosten en opbrengsten die daadwerkelijk toebehoren aan de periode waarover het resultatenoverzicht verslag doet heet permanentie. Meestal passen ondernemers de permanentie met de maandelijkse resultatenbepaling toe, maar het komt ook voor dat men per kwartaal of jaar het resultaat bepaalt. Door toepassing van de permanentie krijg je op de balans te maken met zogenaamde overlopende posten. Hieronder valt o.a. nog te betalen huur, omdat er sprake is van een schuld op korte termijn en valt daarom onder overlopende passiva. In de maanden voor de betaling van de huur houd je al rekening met de kosten. Je loopt vooruit, anticipeert op de betaling op een laster tijdstip en daarom heet het anticipatiepost. De vooruitbetaalde huur behoort ook tot overlopende posten maar hier is sprake van een bezitting en hoort daarom bij het overlopende activa. Het rekening houden met de kosten wordt uitgesteld, daarom Pagina 9 van 14
10 heet het ook wel uitstelpost. Categoriale kostenindeling = Men kijkt naar de categorie (soort) productiemiddelen die de kosten veroorzaakt. Er zijn 7 kostensoorten: 1. De kosten van het vermogen De vermogensbehoefte van een onderneming wordt bepaald door alle kapitaalgoederen die een onderneming nodig heeft of bezit. Aan de creditzijde staat hoe er aan de vermogensbehoefte is voldaan en in welke vorm (vv, vkv, vlv). Het aantrekken van vermogen kost geld, daarom heet het vermogenskosten. Hierbij horen interest- of rentekosten. 2. De kosten van de grond De kosten van de grond bestaan alleen uit de interestkosten van het in de grond geïnvesteerde vermogen. Wanneer een ondernemer de grond gebruikt voor de winning van delfstoffen dan daalt de waarde van de grond in de loop van de tijd. De kosten van de grond bestaan in zo n geval niet alleen uit interestkosten maar ook uit afschrijvingskosten. Pacht wordt niet gerekend tot kosten van de grond maar tot de kosten van diensten van derden, omdat je het huurt van iemand. 3. De kosten van arbeid Loonkosten bestaat uit brutoloon plus het werkgeversaandeel in de premies voor de werknemersverzekeringen plus het werkgeversaandeel in de pensioenpremie. Als je de hoogte van iemands loon wilt vaststellen en je uitsluitend naar de prestaties kijkt die iemand levert, kijk je naar de prestatieloon. Als de prestatie te meten is in stuks dan spreek je van stukloon. Tijdloon is het loon dat afhankelijk is van de tijd dat men werkt. Sociale verzekeringen zijn verplichte verzekeringen die door de overheid worden opgelegd. Dit is bedoeld om mensen die hun inkomen verliezen of bepaalde hoge kosten hebben te helpen. Het bestaat uit volkverzekeringen en werknemersverzekeringen. Volksverzekeringen gelden voor alle Nederlanders en daarom moet elke Nederlander premie betalen voor deze verzekeringen als hij een inkomen heeft. Werknemersverzekeringen gelden alleen voor werknemers en dat zijn mensen die in dienst zijn van een werkgever. Zij zijn ook degenen die de premies voor deze verzekeringen moeten betalen. Er zijn de volgende sociale verzekeringen: * De volksverzekeringen - AOW (algemene ouderdomswet). Iedereen die 65 jaar of ouder is krijgt dit. - ANW (algemene nabestaanden wet). Iemand waarvan de partner overlijdt. - AKW (algemene kinderbijslagwet). Voor iedereen die kinderen onder de 18 heeft. - AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten). Ziektekosten worden vergoed. - WAZ (wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) * De werknemersverzekeringen - WW (werkloosheidswet). Werknemers die onvrijwillig werkloos worden krijgen WW van 70% van laatstverdiende loon. - WAO (wet op de arbeidsongeschiktheid). Na 1 jaar ziekte krijgt hij deze uitkering - ZFW (Ziekenfondswet) Als je minder dan verdient is dit verplicht. Pagina 10 van 14
11 Loonbelasting en premies voor de volksverzekeringen worden via loonheffing geïnd. Werkgever houdt de loonheffing op je loon in en draagt dit aan de belastingdienst af. Ook sociale premies worden van je loon afgehaald. Deze premies gaan naar UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen). Deze heeft een controlerende functie: is een werkloze werkelijk werkloos etc. Nettoloon = Brutoloon loonheffing sociale premies Als een ondernemer iemand in dienst neemt wordt er een arbeidsovereenkomst gesloten. De werknemer verplicht zich tot het verrichten van arbeid en de werkgever tot het betalen van loon. Voor de werkgever ontstaat een betalingsverplichting. Het bedrag aan premies werknemersverzekeringen dat door de werknemer wordt betaal, noemt men ook wel het werknemersaandeel in de sociale premies. Premies voor pensioenregeling worden pensioenlasten genoemd en behoren tot de loonkosten. 4. De kosten van diensten van derden Er wordt praktisch altijd producten gekocht van mensen buiten de onderneming, die mensen noem je derden. Deze producten kunnen tastbaar zijn. Als ze niet tastbaar zijn spreek je van diensten. 5. De inkoopwaarde van de verkochte producten Door van spaargeld veel zonnebrillen te kopen maak je geen kosten. Je hebt je geld bezitting verruild in bezitting van zonnebrillen. Pas als je de brillen verkoopt, neemt je voorraad af en die afname van de voorraad wordt beschouwd als kosten. Omdat de voorraad afneemt door de verkoop van de brillen spreek je ook wel van de inkoopwaarde van de verkochte producten of inkoopwaarde van de omzet. Inkoopkosten zijn kosten als telefoon-, fax- en portokosten. Met inkopen wordt bedoeld voor welk bedrag je hebt ingekocht. Matching-beginsel is dat de kosten altijd dienen te worden toegerekend aan de producten die in een bepaalde periode worden verkocht. 6. De kosten van duurzame productiemiddelen Duurzame productiemiddelen worden gerekend tot het vaste kapitaal. Het gaat meerdere jaren of meerdere productieprocessen mee. Slijtage veroorzaakt een waardedaling van het duurzaam productiemiddel. Hiermee moet je rekening houden, dit heet afschrijven. Het bedrag waarover mag worden afgeschreven bestaat uit het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de restwaarde van het duurzaam productiemiddel. Aanschaffingsprijs van een duurzaam productiemiddel bestaat uit: 1. de aankoopprijs van het productiemiddel en 2. de installatiekosten die vaak voorkomen bij machines. Dit heet soms ook wel het bedrijfsklaar maken van het productiemiddel. Met de restwaarde van een duurzaam productiemiddel wordt de waarde van het productiemiddel op het eind van de gebruiksduur bedoeld. Sloopkosten, die gemaakt worden wanneer een duurzaam productiemiddel wordt afgedankt, moeten in mindering gebracht worden op de restwaarde. Technische levensduur is de periode gedurende welke het productiemiddel prestaties levert. De economische levensduur is de periode gedurende welke het duurzaam productiemiddel prestaties levert die waarde hebben voor de onderneming. Een afschrijvingsmethode is afschrijven met een vast % van de aanschaffingsprijs. Het verschil tussen de aanschaffingsprijs en de som van alle gedane afschrijvingen noemt men de boekwaarde. Omdat een duurzaam productiemiddel meerdere jaren meegat wordt de uitgave in een bepaald jaar niet als kosten beschouwd voor dat jaar. De uitgave wordt uitgesmeerd over de jaren dat het duurzaam productiemiddel economische rendabel is voor de onderneming. De Pagina 11 van 14
12 afschrijvingsrekening is een soort correctierekening of tegenrekening om de eigenlijke waarde (boekwaarde) van het duurzame productiemiddel vast te stellen. Er zijn twee systemen: De methode van afschrijven met een vast percentage van de aanschaffingsprijs wordt ook wel lineaire afschrijving genoemd. 7. De kostprijsverhogende belastingen Dit zijn belastingen die geheven worden op goederen en diensten en die opgenomen worden in de kostprijs. De belastingen worden doorgerekend in de verkoopprijs van zijn producten zodat uiteindelijk de afnemer/consument deze belastingen betaalt. Daarnaast is er belasting op de winst van een onderneming, deze belasting is men alleen verschuldigd indien er winst gemaakt wordt en daarom vormt deze belasting geen bestanddeel van de kostprijs. De belasting op de winst van een eenmanszaak wordt inkomstenbelasting genoemd terwijl de belasting op de winst van een NV of BV vennootschapsbelasting genoemd word. Volgens het matching-beginsel worden de kosten altijd toegerekend aan de producten die in een bepaalde periode worden verkocht. Voor een ondernemer is de omzet de belangrijkste opbrengst. In de maanden voor de ontvangst van de huur houd je al rekening met de opbrengsten. Hoofdstuk 4 Liquiditeit = De mate waarin een onderneming op de korte termijn in staat is zijn kort vreemd vermogen te betalen. Als de som van het liquide en vlottend kapitaal groter is dan het kort vreemd vermogen is de onderneming theoretisch gezien liquide. Het nadeel hiervan is dat het de liquiditeit op een bepaald tijdstip weergeeft. Een bedrijf kan van de een op de andere dag illiquide worden en daardoor in betalingsproblemen komen. Om een liquiditeitspositie in de toekomst te beoordelen stelt een onderneming een zogenaamde liquiditeitsbegroting op, dat is een overzicht van alle ontvangsten en betalingen van een onderneming in een toekomstige periode. Toekomstige ontvangsten worden meestal bepaald door de verkopen, terwijl de toekomstige uitgaven meestal bepaald worden oor de inkopen en de aanschaf van andere activa, de betaling van diensten, lonen, belastingen, heffingen enz. Bij een liquiditeitsbegroting gaat het om de verwachte ontvangsten en de verwachte betalingen in een toekomstige periode. Bij het maken van zo n begroting moet je je steeds afvragen of een bepaald financieel feit leidt tot een verandering van de kas, bank of giro, als dit zo is dan wordt het financiële feit opgenomen in de liquiditeitsbegroting. Kosten hebben altijd betrekking op een periode terwijl betalingen altijd plaats vinden op een bepaald tijdstip. Pagina 12 van 14
13 Opbrengsten hebben altijd betrekking op een periode terwijl ontvangsten plaatsvinden op een bepaald tijdstip. Als debiteuren gemiddeld 1 maand later betalen spreek je ook wel van een gemiddelde krediettermijn van debiteuren van 1 maand. Als de gemiddelde krediettermijn van crediteuren 2 maanden is dan wil dat zeggen dat de ondernemer zijn leveranciers 2 maanden nadat de goederen geleverd zijn betaald. In een liquiditeitsbegroting wordt precies opgeschreven in welke periode welke betalingen gedaan moeten worden en in welke periode welke ontvangsten verkregen zullen worden; op deze wijze is precies vast te stellen of men in een bepaalde periode meer ontvangt dan men betaalt of dat men meer betaalt dan ontvangt. Voor een startende onderneming geeft een liquiditeitsbegroting aan hoeveel geld de ondernemer moet investeren in zijn liquide middelen (kas, bank, giro). Voor een ondernemer die al een tijdje draait geeft de liquiditeitsbegroting aan of hij teveel of te weinig liquide middelen heeft. Resultatenbegroting / resultatenraming = Een overzicht van alle opbrengsten en kosten van een onderneming in een toekomstige periode. De resultatenbegroting geeft aan of de onderneming in de toekomst winst of verlies zal maken. De resultatenbegroting lijkt heel veel op de liquiditeitsbegroting, alleen gaat het nu niet om ontvangsten en betalingen maar om opbrengsten en kosten. Als je beschikking hebt over een beginbalans dan is het mogelijk om m.b.v. de resultatenbegroting en de liquiditeitsbegroting een verwachte balans af te leiden. Zo n balans noem je een geprojecteerde balans of ook wel een voorcalculatorische balans. Het nieuwe eigen vermogen wordt bepaald door: Het begrote nettoresultaat is het saldo van de resultatenbegroting en de begrote privé-stortingen en privé-opnamen vind je terug in de liquiditeitsbegroting. De voorraad neemt toe door inkopen en neemt af door de inkoopwaarde van de verkopen. Inkoopwaarde van de verkopen (kosten verkopen) vind je terug op de resultatenbegroting. Door betalingen van klanten neemt de post debiteuren af en door verkopen op rekening neemt debiteuren toe. De ontvangsten van debiteuren staan op de liquiditeitsbegroting. De verkopen op rekening (incl. BTW) kun je niet zonder meer uit de resultatenbegroting halen omdat alle bedragen in deze begroting exclusief BTW zijn. Bovendien is het mogelijk dat in de resultatenbegroting alle verkopen op een hoop zijn gegooid en dan kun je de verkopen op rekening niet splitsen van de contante verkopen zonder extra gegevens. Pagina 13 van 14
14 Voor crediteuren geldt eigenlijk hetzelfde verhaal. De betalingen aan de crediteuren vind je op de liquiditeitsbegroting. De inkopen op rekening (incl. BTW) kun je meestal niet direct uit de liquiditeitsbegroting halen daarvoor heb je extra gegevens nodig. De vaste activa nemen af door afschrijvingen die je terug kunt vinden op de resultatenbegroting en kunnen verder veranderen door investeringen in nieuwe vaste activa en door de verkoop van oude vast activa. De investeringen en desinvesteringen vind je terug op de liquiditeitsbegroting denk er wel aan dat je alle excl. BTW bekijkt. Leningen nemen af door aflossingen en nemen toe door het aangaan van nieuwe leningen, beide mutaties op de liquiditeitsbegroting. Een ondernemer die een pand huurt waarvan de huur jaarlijks achteraf betaald moet worden, krijgt op de balans te maken met een post te betalen huur. Deze post te betalen huur neemt toe als de ondernemer huurt (huurkosten) en neemt af als de ondernemer huur betaalt. De huurkosten vind je terug op de resultatenbegroting en de huuruitgaven op de liquiditeitsbegroting. Indien de huur vooruitbetaald wordt en deze vooruitbetaling niet samenvalt met de datum waarop de balans wordt samengesteld dan heb je te maken met de bezetting vooruitbetaalde huur. Zodra je de huur vooruitbetaalt wordt de bezitting groter, de post vooruitbetaalde huur neemt natuurlijk af door elke maand dat je huurt. Een ondernemer kan ook een pand verhuren. Als de huur door de huurder jaarlijks achteraf wordt betaald dan krijgt de verhuurder op zijn balans te maken met de bezitting nog te ontvangen huren. Deze vordering neemt toe door huuropbrengsten en neemt af door huurontvangsten. Wanneer de huur vooruit ontvangen wordt krijg je: Dezelfde verbanden krijg je natuurlijk bij interest, energiekosten, abonnementskosten, enz. je moet alleen goed opletten bij kosten en opbrengsten die onder de BTW vallen, want als dat het geval is dan zijn alle genoemde posten hiervoor incl. BTW behalve de posten op de resultatenbegroting die zijn allemaal excl. BTW. Je zult bij de bedragen van de resultatenrekening dan de BTW moeten optellen. Pagina 14 van 14
Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter
Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.
Nadere informatieHet verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen
Samenvatting door F. 643 woorden 19 juni 2013 6,4 23 keer beoordeeld Vak M&O 4.2 De verandering van het eigen vermogen: het resultaat Een niet-productieonderneming koopt goederen in en probeert die goederen
Nadere informatieSamenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5
Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5 Samenvatting door een scholier 1437 woorden 10 juni 2017 7 6 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Hoofdstuk 3 De firma Vennootschap onder firma: een overeenkomst
Nadere informatieDe Eenmanszaak deel 1
De Eenmanszaak deel 1 Hoofdstuk 1 Paragraaf 1.1 Annuïteitenlening: Een periodiek gelijkblijvend bedrag dat bestaat uit een aflossings en een rentebestanddeel. Deze lening bestaat de eerste periode meer
Nadere informatie1.1 Inleiding. 1.2 De persoonlijke lening. 1.3 Het doorlopend krediet. 1.4 Huurkoop en koop op afbetaling.
Samenvatting door een scholier 3180 woorden 3 juni 2005 7 557 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting: Eenmanszaak deel 1. Hoofdstuk 1: Rode Kees. 1.1 Inleiding. - Voor degene die leent hoort de interest
Nadere informatie6.8. Boekverslag door W woorden 5 augustus keer beoordeeld
Boekverslag door W. 3000 woorden 5 augustus 2010 6.8 175 keer beoordeeld Vak M&O H1: Rode Kees. 1.1 Inleiding. Consumptief krediet: leningen die gebruikt worden voor consumptieve doeleinden, zoals het
Nadere informatieDE EENMANSZAAK DEEL 1 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 1 VWO
De Eenmanszaak deel 1 VWO DE EENMANSZAAK DEEL 1 VWO SAMENVATTING Jannes Timmers Copyright Jannes Timmers 2015 Niets uit deze samenvatting mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt op een
Nadere informatie7,3. Samenvatting door een scholier 3316 woorden 6 mei keer beoordeeld. Eenmanszaak deel 1
Samenvatting door een scholier 3316 woorden 6 mei 2011 7,3 67 keer beoordeeld Vak M&O Eenmanszaak deel 1 H1: Rode Kees Een annuïteitenlening is een lening waarbij je het geleende bedrag in termijnen terug
Nadere informatieEENMANSZAAK DEEL 1. Hoofdstuk 4 De categoriale kostenindeling
EENMANSZAAK DEEL 1 Hoofdstuk 4 De categoriale kostenindeling VERANDERING VAN HET EIGEN VERMOGEN: RESULTAAT Bruto verkoopresultaat/brutowinst = verkoopopbrengst inkoopwaarde Nettoresultaat = brutoresultaat
Nadere informatieRente is een vergoeding voor de geldgever. Voor de geldnemer zijn het kosten.
Samenvatting door Anna 2983 woorden 7 februari 2017 4 3 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting eenmanszaak; hoofdstuk 1 Consumptief krediet wordt gebruikt voor consumptieve doeleinden(persoonlijke lening,
Nadere informatieEENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2
EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 Hoofdstuk 2 Opgaven 35 t/m 58 HOOFDSTUK 2 Maak opgaven 35 t/m 40 STARTEN VAN EEN ONDERNEMING Onderzoek welke vergunningen je nodig hebt & welke wetgeving op jouw onderneming
Nadere informatieBij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.
De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een
Nadere informatieKamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.
Samenvatting door Sem 1018 woorden 25 januari 2018 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Samenvatting economie hoofdstuk 3 + 4 + 5 Paragraaf 3.1 Kamer van Koophandel (KvK): hier
Nadere informatieM & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.
Antwoorden door een scholier 1631 woorden 8 april 2005 7,1 39 keer beoordeeld Vak M&O M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat. Resultatenbegroting
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Personeel & Organisatie H1
Samenvatting Management & Organisatie Personeel & Organisatie H1 Samenvatting door een scholier 1371 woorden 26 juni 2008 5,1 7 keer beoordeeld Vak M&O Personeel en organisatie hoofdstuk 1 Annuïteitenlening
Nadere informatieSamenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld
Samenvatting door G. 1623 woorden 12 maart 2016 8,4 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O 200% M&O Samenvatting M&O periode 1 Hoofdstuk 13 Financieel beleid niet-commerciële organisaties (nco) Paragraaf 1
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1
HOOFDSTUK 5 DEEL 1 Opgave 1 a. Noem enkele redenen om begrote kosten en opbrengsten te budgetteren. 1. Er is een toetsing mogelijk tussen de begrote uitgaven/ontvangsten en de werkelijke uitgaven en ontvangsten.
Nadere informatieBedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst)
www.jooplengkeek.nl Interne verslaggeving Kosten en uitgaven Bedrijven zijn verplicht 1 maal per jaar een balans op te stellen en een winst & verliesrekening te maken. (voor de belastingdienst) Meestal
Nadere informatieVormen van lang vreemd vermogen: Kenmerken onderhandse lening: Obligatie = op lange termijn: Gezond financieren / Broers regels
Samenvatting door een scholier 1435 woorden 6 juli 2008 7 74 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O H12, H13, H14 en H15 Vormen van lang vreemd vermogen: 1. Onderhandse lening 2. Obligatielening
Nadere informatieBECO: DE BALANS - THEORIE
BECO: DE BALANS - THEORIE W a t i s e e n b a l a n s? Een balans is een overzicht waarin staat welke bezittingen een organisatie heeft én met wat voor soort vermogen deze bezittingen zijn gefinancierd.
Nadere informatieFinanciële aspecten van de planning
14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,
Nadere informatieBeginner. Beginner. Beginner
Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)
Nadere informatieDe resultatenrekening
De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De
Nadere informatiea. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.
Opdracht 1 De Wilde en Timmer De dames De Wilde en Timmer gaan een autobedrijf beginnen: zij kopen auto s en accessoires in en verkopen die. Om het autobedrijf te kunnen openen op 1 januari 2006 zijn in
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie H11 en 12
Samenvatting Management & Organisatie H11 en Samenvatting door een scholier 2398 woorden 26 april 2003 5,9 28 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 11 De vermogensmarkt 11.1 Oriëntatie Elk balans bestaat uit
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7
HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3
HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 Opgave 3 De liquiditeitsbegroting De betaling van de verkopen Verkopen Ontvangsten Maand ex btw btw incl btw 1 maand later Januari 780.000 163.800 943.800 Februari 720.000 151.200
Nadere informatieOpgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.
Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft
Nadere informatieHoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan
www.jooplengkeek.nl Ondernemingsplan Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan Persoonlijk plan Persoonsgegevens Motivatie om ondernemer te worden Sterke punten & zwakke punten 1 Ondernemingsplan
Nadere informatieHoofdstuk 25, 30 en 31
V5 M&O Samenvatting SE2 Hoofdstuk 25, 30 en 31 1 Hoofdstuk 25 Breakeven analyse Variabele kosten zijn afhankelijk van de productie/afzet. Proportioneel variabele kosten stijgen in dezelfde mate als de
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie De vereniging
Samenvatting Management & Organisatie De vereniging Samenvatting door een scholier 2814 woorden 8 februari 2007 5,4 64 keer beoordeeld Vak M&O Het bestuur is wettelijk belast met het besturen van de vereniging,
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 2013 woorden 2 december 2004 6,3 126 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 De Vereniging 1.2 Rechtsvormen Commerciële
Nadere informatieManager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2. Budgettering. Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting. Aangepaste versie
Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2 Budgettering Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting Aangepaste versie Uitge Sarph Opdracht Bekijk het filmpje en beantwoord de vragen. www.use.li/e18/0221
Nadere informatieTOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016
TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieEENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 en 4
EENMANSZAAK DEEL 1 Periode 3 en 4 HOOFDSTUK 1 Geld lenen kost geld Intrest (ook wel rente genoemd) is de vergoeding die je betaalt aan de gene die jou het geleende bedrag ter beschikking stelt. Intrest
Nadere informatieManagement & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16
Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 16 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Hartenstijn bv heeft op 1 januari de volgende balans opgesteld: Balans 1 januari 2009 --------------------------------------------------------------
Nadere informatiefun house fun house fun house Pink
fun house fun house fun house Pink financieringsbegroting bezit en vermogen vaste activa - vlottende activa eigen vermogen - vreemd vermogen voorbeelden Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl
Nadere informatieAlleen beoefenaren van vrije beroepen hoeven niet te worden ingeschreven in het handelsregister. Dit geldt bijvoorbeeld voor artsen en advocaten.
De eenmanszaak Algemeen De eenmanszaak is een onderneming waarvan het eigendom bij één persoon is. Wanneer je een eenmanszaak start, bent je zowel oprichter als eigenaar van het bedrijf en bent je helemaal
Nadere informatie- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven.
Management en Organisatie VWO 6 Herhaling CE Begrotingen nummer 2 Opgave 1 Gegeven is de volgende balans van Fitna bv: Balans per 1/1 2008 --------------------------------------------------------------
Nadere informatieManagement & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.
Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2 Samenvatting door een scholier 1707 woorden 15 januari 2013 5,2 12 keer beoordeeld Vak M&O M&O: Eenmanszaak deel 2 Hoofdstuk 1: Niet-productie onderneming:
Nadere informatieUIT balans en resultatenrekening
Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie H13+H14
Samenvatting Management & Organisatie H13+H14 Samenvatting door een scholier 2187 woorden 22 maart 2009 7,1 44 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 13 13.1 Leverancierskrediet Leverancierskrediet: krediet
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 1719 woorden 9 december 2009 7,4 76 keer beoordeeld Vak M&O Management en Organisatie Hoofdstuk 1 Commercieel en niet-commercieel
Nadere informatieOndernemersplan. Bedrijfsnaam
Ondernemersplan Bedrijfsnaam 1. De ondernemer 1.1 Persoonlijke gegevens Naam : Adres : Postcode : Woonplaats : Telefoonnummer : E-mailadres : Geboortedatum : Geboorteplaats : Nationaliteit : Burgerservicenummer
Nadere informatieHoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:
www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.
Nadere informatieEen balans is altijd in evenwicht (het debettotaal moet altijd gelijk zijn aan het credittotaal).
Samenvatting door Floor 3156 woorden 9 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak M&O Inhoudsopgave Hoofdstuk 3: balans en winst-en-verliesrekening; Hoofdstuk 9: enkelvoudige en samengestelde interest; Hoofdstuk
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Berekeningen
Samenvatting Management & Organisatie Bereke Samenvatting door een scholier 834 woorden 7 november 2003 6,5 127 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoe uit te rekenen Lineaire lening: 1. Bereken
Nadere informatieVlottende activa: Kas Totaal investering
H1 Investering opgave 3 Investeringsbegroting Investeringsbegroting per 1 april Vaste activa: Kano s 20 x 1.000 20.000 Kajaks 6 x 1.500 9.000 Trailer 5.000 Mountainbikes 18.000 Klein materiaal 7.000 Klimmaterialen
Nadere informatieBoekingsboek. Overzicht van een aantal soorten boekingen.
Boekingsboek Overzicht van een aantal soorten boekingen. * contant * op rekening * met en zonder BTW * transitorische posten * hoe ga je om met de BTWboekingen * balans, V&Wrekening, liquiditeitsoverzicht
Nadere informatieBoekverslag door C. 946 woorden 11 december keer beoordeeld
Boekverslag door C. 946 woorden 11 december 2003 5 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Bij het verkrijgen van vermogen kun je verschil maken tussen: 1) Eigen vermogen 2) Vreemd vermogen op lange
Nadere informatieSamenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld
Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni 2014 6 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Management en Organisatie Hoofdstuk 26 paragraaf 1 'Kostensoorten' Kostensoorten binnen een industriële
Nadere informatieHoofdstuk 30 Interne verslaggeving
Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving We spreken van permanentie als een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keren per jaar een balans en winst-en-verliesrekening opstelt. Het doel van de permanentie
Nadere informatieM&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting
Nadere informatieOndernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.
Samenvatting door I. 1003 woorden 21 januari 2013 5,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 10 : VERMOGENSMARKT Aan de vragers kant van de vermogensmarkt zijn er 3 vragers: Consumenten:
Nadere informatieVerdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo
Sectie economie 2012-2013 1 Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo In de bovenbouw kunnen jullie in de vrije ruimte het vak M&O opnemen. Het is daarom handig om dit jaar al een aantal lessen
Nadere informatieAntwoorden hoofdstuk 4
Antwoorden hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Vaste activa Eigen Vermogen Pand 42.000 Aandelenvermogen 78.000 Inventaris 22.000 Reserves 37.000 Overige vaste activa 17.000 115.000 81.000 V.V. lang Vlottende activa
Nadere informatie6,6. Begrippenlijst door een scholier 1664 woorden 11 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 1
Begrippenlijst door een scholier 1664 woorden 11 november 2012 6,6 13 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 commerciële organisatie = onderneming: het is een organisatie die als doel heeft winst maken. v
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Stichting & Vereniging
Samenvatting Management & Organisatie Stichting & Vereniging Samenvatting door D. 1914 woorden 15 januari 2013 5,5 2 keer beoordeeld Vak M&O Mno S&V Samenvatting 1.2 RECHTSVORMEN Wat er vastgesteld moet
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22 Samenvatting door een scholier 1676 woorden 10 september 2004 5,8 20 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent M&O samenvatting H21 Intern verslag
Nadere informatieAppendix Bedrijfseconomie
Appendix Bedrijfseconomie De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB). Voor het
Nadere informatieBij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.
Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Warenhuis V&D bv is eind 2015 failliet gegaan. In deze opgave wordt teruggeblikt op
Nadere informatieExamen VWO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Voorbeeldopgaven Händel
Examen VWO 2017 Voorbeeldopgaven Händel Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid Händel Voorbeeldopgave VWO.doc - 23-6-2016 1 / 12 lees verder Voorbeeldopgave nieuwe programma onderdelen
Nadere informatieHoofdstuk 13 Kostensoorten
Hoofdstuk 13 Kostensoorten Paragraaf 13.1 1. Kosten zijn onder andere in te delen in kostensoorten a. Wat zijn kostensoorten? b. Welke zes kostensoorten onderscheidt men meestal? c. Waarom worden de kosten
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3 Samenvatting door een scholier 1298 woorden 30 november 2008 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 1. 1.1 Organisaties. Organisatie:
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Stichting en Vereniging
Samenvatting Management & Organisatie Stichting en Vereniging Samenvatting door een scholier 2010 woorden 15 januari 2013 3,4 4 keer beoordeeld Vak M&O Samenvatting M&O Stichting en Vereniging Havo 4 en
Nadere informatieDit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.
Financiering niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak 1 en 2, Naamloze Vennootschap, Stichting en Vereniging
Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak 1 en 2, Naamloze Vennootschap, Stichting en Vereniging Samenvatting door A. 4149 woorden 26 mei 2013 6,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Eenmanszaak
Nadere informatieSamenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie
Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie Samenvatting door J. 1369 woorden 10 februari 2014 5,5 2 keer beoordeeld Vak Economie 3.1 a -werken als werknemer: in dienst van bedrijf, solliciteren
Nadere informatie10. Break the Code. Registratieformulier Break the Code. Namen groepsleden. Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3
10. Break the Code Registratieformulier Break the Code Namen groepsleden Code poging 1 Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 Code poging 2 (indien nodig) Puzzel 1 Puzzel 2 Puzzel 3 Puzzel 1: woordzoeker Instructies
Nadere informatieBeginner. Beginner. Beginner
Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Nummer 3 Rolverdeling: transportbedrijf (intern) Omschrijving: aangezien er dit jaar (2014) veel met de auto gereden is, heeft hij niet meer dezelfde waarde
Nadere informatieKengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.
Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt
Nadere informatiePROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden
PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met
Nadere informatiePRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010
FINANCIËLE ADMINISTRATIE DE LEKKERE HAP PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010 1. Met behulp van de volgende grootboekrekeningen kan het verkoopresultaat worden
Nadere informatieExamen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 maandag 12 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2014 tijdvak 1 maandag 12 mei 13.30-16.30 uur management & organisatie Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatie7,2. Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 3301 woorden 5 maart 2012 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lang termijn Paragraaf 1. Onderhandse lening Een onderhandse lening
Nadere informatie9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2
Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..
Nadere informatieSamenvatting M&O Stichting en vereniging
Samenvatting M&O Stichting en vereniging Samenvatting door een scholier 2821 woorden augustus 2010 7,3 30 keer beoordeeld Vak M&O H1: Stichting of Vereniging. 1.2 Rechtsvormen. Commercieel en niet-commercieel
Nadere informatieJaarstukken Stichting Koinonia
Jaarstukken 2012 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina
Nadere informatieVerwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing
Hoofdstuk 1 Verwerken van financiële mutaties met betrekking tot duurzame productiemiddelen en leasing 1.1 Inleiding In het boek Elementaire kennis Bedrijfsadministratie heb je geleerd om boekingen te
Nadere informatieZakelijk krediet. Een financiering die past bij uw plannen
Zakelijk krediet 1 Zakelijk krediet. Een financiering die past bij uw plannen In deze algemene brochure leest u wat de twee belangrijkste zakelijke kredieten van ABN AMRO zijn, en wat de kenmerken en risico
Nadere informatie1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans 78.200,-
Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 1. Debet 020 Inventaris Credit 1 feb Van balans 78.200,- Debet 060 Eigen vermogen Credit 1 feb Van balans 86.180,- Debet 071 4% Onderhandse lening o/g Credit 1 feb Van balans 44.000,-
Nadere informatieManagement en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43
Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 25 januari 2011 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Handelsonderneming Astan bv heeft gegevens verzameld. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van de
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieEen onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.
Samenvatting door een scholier 1246 woorden 20 januari 2005 6,8 5 keer beoordeeld Vak M&O Hst 4 De vermogensmarkt is het geheel van vraag en aanbod. --> geldmarkt en kapitaalmarkt Op de geldmarkt wordt
Nadere informatieInhoudsopgave. Mijnondernemingsplan.rtf Pagina 2 van 20Mijnondernemingsplan.rtf Pagina 2 van 20
Ondernemingsplan Inhoudsopgave 1. Ondernemer... 4 1.1. Persoonlijke gegevens... 4 1.1.1. Persoonlijke gegevens... 4 1.1.2. Opleiding... 4 1.1.3. Arbeidssituatie... 4 1.2. Medeondernemer... 4 1.2.1. Medeondernemer(s)...
Nadere informatieRente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?
Rente Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente? Als een bedrijf een nieuwe machine wil kopen, is daar niet
Nadere informatieJaarstukken Stichting Koinonia
Jaarstukken 2013 2. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 Opdracht Pagina 3 1. Resultaten Pagina 4 2. Financiele positie Pagina 5 3. Kengetallen Pagina 6 4. Balans Activa Pagina 8 5. Balans Passiva Pagina
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 4
Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 7
Samenvatting Economie Hoofdstuk 7 Samenvatting door een scholier 1796 woorden 2 april 2005 10 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 7 Waaruit bestaat het vreemd vermogen? Uit de schulden
Nadere informatieKennis Bedrijfseconomie
Kennis Bedrijfseconomie Kennis Bedrijfseconomie Ad Bakker Opmaak: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam ISBN 978 90 3724 617 9 2018 uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke overneming of reproductie
Nadere informatieTOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)
TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd
Nadere informatieExploitatiebegroting Croco Shop Netto omzet Brutowinst Operationele kosten Bedrijfsresultaat (voor bel.)
[ 1 9 ] W W W. E X C E L B U S I N E S S T O O L K I T S. C O M Exploitatiebegroting Croco Shop 218 % 1 Netto omzet 18.783 25.116 19.259 2.25 24.34 22.396 2.764 23.277 26.294 19.49 23.247 28.492 271.626
Nadere informatieJe koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. De afnemer ontvangt het leverancierskrediet
www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op korte termijn Leverancierskrediet Je koopt iets dat pas later hoeft te worden betaald. Leverancierskrediet is dus krediet dat de leverancier verleent aan de afnemer
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5
HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel
Nadere informatieManagement & Organisatie
Management & Organisatie Hoofdstuk 1 Managen = iemand iets laten doen waarvan jij vindt dat het nodig is. Dit gaat d.m.v. communicatie. Een organisatie is een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde
Nadere informatieProefexamen BOEKHOUDEN
Proefexamen BOEKHOUDEN Beschikbare tijd: 9 minuten 15623 1 Proefexamen HET EXAMEN BESTAAT UIT 12 GENUMMERDE PAGINA'S, waarin opgenomen: 2 OPDRACHTEN, gericht op toetsing van de vaardigheid om de basisregels
Nadere informatie