Doel van deze discussienota: basis voor beleidskader zoals gevraagd door VR

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Doel van deze discussienota: basis voor beleidskader zoals gevraagd door VR"

Transcriptie

1 Doel van deze discussienota: basis voor beleidskader zoals gevraagd door VR Premissen: - onze visie blijftdeze van de Vlaamse Regeringuit 2005, die aan de basis lag van de verlenging van de wetenschappelijke richtingen; - de uitwerking van deze visie passen we aan, aan: o nieuwe regelgeving (mogelijkheid 90 SP, indaling SLO) o de ervaringen met de recent ingediende voorstellen o eventuele nieuwe noden anno 2012 o we spreken ons niet specifiek uit over de lerarenopleiding, daarvoor wachten we op het loopbaandebat dat momenteel loopt. Algemeen Vertrekkende vanuit de nota van 2005 als theoretisch kader, de recente ontwikkelingen binnen het HO op regionaal, nationaal en internationaal vlak en de bredere maatschappelijke evoluties, lijkt een verlenging van de masters in het hoger onderwijs slechts opportuun als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Er zijn immers geen gegronde argumenten om op een generieke manier voor alle opleidingen en voor alle finaliteiten binnen eenzelfde opleiding, over te gaan tot een studieduurverlenging. Er zijn trouwens ook opleidingen waarvoor de instellingen géén verlenging aanvroegen. Deze beschouwingen gelden ook voor demasters in toerisme, sociaal werk en verpleegkunde en vroedkunde, die een bijzondere relatie hebben met de respectieve studiegebieden uit het professioneel onderwijs. Een verlenging van de studieduur vereist immers een zware inspanning van verschillende maatschappelijke actoren: in de eerste plaats van de studenten en de gezinnen waar ze deel van uitmaken maar ook van de instellingen, de overheid en de arbeidsmarkt. In het Bologna Implementation Report van 2012 lezen we dat, alhoewel het systeem van 120 ECTS het meest verspreid is in de 42 onderwijssystemen, er toch geen uniek model is van eerste en tweede cyclus in de EHEA. 1 Er bestaat dus een grote differentiatie in de EHEA. Indien het internationaal perspectief een argument is die aangevoerd wordt om een verlenging aan te vragen, dan dient dit argument duidelijk onderbouwd te worden voor de betrokken opleiding. We evolueren wel naar één Europese Hogeronderwijsruimte, maar in die ruimte is er genoeg plaats voor heel wat differentiatie inzake aantal studiepunten en finaliteit van de bachelor- en masteropleidingen. We kiezen dus voor een mogelijkheid tot verlenging op basis van wat een afgestudeerde in een bepaalde opleiding nodig heeft om uit te stromen naar de arbeidsmarkt, om zich verder in een onderzoekomgeving te kunnen ontwikkelen (doctoraat,r&d van bedrijven, ) of om een inhoudelijke verdieping mogelijk te maken. De leerresultaten staan hierin centraal. Dit impliceert tevens dat we ook moeten nadenken of er niet voor sommige 1 P.36 e.v. In the second cycle (Figure 2.4), the 120 ECTS model is by far the most widespread, being present in 42 higher education systems. It is the sole model in Albania, Armenia, Azerbaijan, France, Georgia, Liechtenstein, Luxembourg and Turkey, and is used in more than 75 % programmes in a further 18 systems. The ECTS model is present in 27 countries and dominates in eight systems. The 90 ECTS model is less widespread: while it is present in 21 systems, in only six of them Bulgaria, Cyprus, Ireland, Moldova, Spain and the United Kingdom (Scotland) does it represent at least 50 % of programmes. In 17 higher education systems, there are also programmes with a workload other than 60-75, 90 or 120 ECTS credits. However, with the exception of Andorra, these programmes do not exceed 10 % of provision. The above tendencies were also confirmed by the data on the shares of students enrolled in second-cycle programmes. There is no single model of both first and second-cycle programmes in the EHEA: in the first cycle, most countries have a combination of 180 ECTS and 240 ECTS and/or another duration. In the second cycle, the most common model is 120 ECTS. The ECTS credits ("3+2") model is therefore the most widespread, but a number of other combinations are also present in the EHEA.

2 opleidingen sprake moeten kunnen zijn van een vermindering van studieduur. Het beleidskader moet voorzien in een systeem waarbij studieduurverlenging kan, maar waarbij die verlenging aan duidelijke voorwaarden is gekoppeld. Zodoende kan onze internationale positie in het hoger onderwijs gevrijwaard worden zonder dat dit tot een onnodige belasting van de maatschappij leidt. De lage werkzaamheidsgraad in ons land blijft ten slotte een groot aandachtspunt. 2 Zowel op regionaal, nationaal als internationaal vlak streven we ernaar om die op te krikken om onze welvaart op peil te kunnen houden. Een verlenging van de studieduur heeft uiteraard een directe impact op die werkzaamheidsgraad: elk jaar dat men studeert, werkt men niet. Het is dan ook een bijkomende kost voor de gezinnen en de overheid die de studies mee financieren, maar ook voor de overheid: een volwassene die niet werkt betaalt ook geen bijdragen inzake sociale zekerheid. Dit is dus tevens een argument om geen algemene verlenging van alle masters én alle finaliteitennaar 120 studiepunten door te voeren. Inhoudelijk De overheid voorziet qua studieduur van een masteropleiding decretaal in een differentiatie m.b.t.: 1. aantallen studiepunten: finaliteit van de opleiding Dat geeft het volgende mogelijke schema: - Opleiding van 60 studiepunten vakopleiding; - Opleiding van 90 studiepunten bestaande uit: o 60 studiepunten vakopleiding en een differentiatie van 30 studiepunten (professionele oriëntatie of vakinhoudelijke verdieping of verbreding); o 90 studiepunten vakopleidingen zonder verdere differentiatie; - Opleidingen van 120 studiepunten bestaande uit o 90 studiepunten vakopleiding en een differentiatie van 30 studiepunten (professionele oriëntatie of vakinhoudelijke verdieping of verbreding); Opleidingen van 120 studiepunten met onderzoeksgerichte finaliteit De aanwezigheid van tweejarige, meer op onderzoek gerichte masters sluit niet uit dat ook de afgestudeerden van andere, kortere masteropleidingen alsnog toegang krijgen tot de voorbereiding van het doctoraat. Wat de criteria betreft zoals beschreven in art. 63quater e.v. dienen de volgende verduidelijkingen voorzien te worden in het beleidskader: 1. de voorwaarden voor de erkenning van de kwalificatie zijn gewijzigd : Deze wijziging heeft te maken met nieuwe of aangepaste regelgeving met betrekking tot de toegang het beroep (gereglementeerde beroepen zoals artsen, vroedvrouwen, kinesisten, ). Door die wijzigingen wordt de studieomvang van de vereiste masteropleiding uitgebreid tot 90 of 120 studiepunten of wordt de studieomvang in het geval 2 De werkzaamheidsgraad meet het aandeel werkenden in de bevolking (op beroepsactieve leeftijd). Onder werkenden verstaan we iedereen die in een bepaalde referentieweek minstens één uur betaalde arbeid heeft verricht (definitie van de Internationale Arbeidsorganisatie).

3 het gaat om een geïntegreerde opleiding uitgebreid tot meer dan vier jaar of meer dan 240 studiepunten:cf. aantal Europese richtlijnen m.b.t. toegang tot beroep. De Europese richtlijn bevat immers alleen geïntegreerde opleidingen en geen opsplitsing bachelor/master. Ook wordt de vereiste er vaak nog in uren uitgedrukt, dit in tegenstelling met de internationale tendens om met leerresultaten en credits (ECTS) te werken. Wijzigingen van de vereiste studieomvang van een opleiding met het oog op toegang tot het beroep zijn door het verplichte regelgevend element zeldzaam. 2. Leerresultaten, studieomvang, stage en masterproef: Het element verhoogde studielast moet formeel en expliciet aangetoond worden. De studielast, die noodzakelijk voortvloeit uit het studieprogramma om de beoogde eindkwalificaties (die noodzakelijk zijn om te voldoen aan de internationale kwaliteitsvereisten) te realiseren, is bewijsbaar groter dan 60 studiepunten Er dient tevens over gewaakt te worden dat een studieduurverlenging de verschillende profielen van bestaande, verwante opleidingen respecteert. Een benchmarking 3 met vergelijkbare opleidingen in het buitenland die dezelfde eindkwalificaties beogen is hierbij aangewezen, maar op zich niet voldoende om de studieduur te verlengen. Daarbij zal tevens rekening moeten gehouden worden met de gehanteerde beginkwalificaties (eindkwalificaties van de bachelor-opleiding). Ook de vraag wie nu het best stage aanbiedt is een element datin de context van een aanvraag tot verlenging dient bekeken te worden. Is het noodzakelijk dat een stage deel uitmaakt van een extra vijfde jaar of is het eerder aangewezen dat stages door het bedrijfsleven worden aangeboden na de opleiding? Of dient er een traject uitgestippeld te worden zoals bij de specialisaties arts die uitgaan van een hybride vorm van onderwijs én doorgedreven stage in de praktijk? In ieder geval is het niet zo dat het loutere feit dat stages dienen voorzien te worden om van iemand bv. een competente ingenieur en jurist te maken voldoende is om de studieduur te verlengen. Al is het maar omdat de maatschappelijke vraag hiernaar wegens krapte op de arbeidsmarkt voor sommige opleidingen in vraag gesteld wordt. Tevens moeten we erover waken dat we de finaliteit van de professionele en academische opleiding niet met elkaar vermengen. De vraag naar extra stages in de master is eigenlijk een vraag naar de beste manier om studenten leerresultaten te laten bereiken. De masterproef is een belangrijk opleidingsonderdeel van een masteropleiding o.a. omdat in het nieuwe kwaliteitszorgsysteem het gerealiseerde eindniveau gemeten wordt aan de hand van de kwaliteit van de masterproef en bijgevolg deze proef een essentiële generieke kwaliteitswaarborg is. Er dient niet alleen aangegeven te worden wat de reële studieomvangis van de proef maar ook over welke periode de studenten die proef spreiden. De instellingen moeten deze noodzaak in hun aanvraag voldoende en 3 De studieomvang van vergelijkbare opleidingen in het buitenland biedt met welke landen vergelijken en waarom met die landen (vergelijkbaar hoger onderwijssysteem, vergelijkbare instroom,..) doch ook rekening houdend met duur van de bachelor-opleiding, de oriëntatie van de opleiding (professioneel versus academisch),

4 explicietonderbouwen. 3. Kwalificaties en de internationale en nationale arbeidsmarkt: De afstemming met de nationale en internationale arbeidsmarkt is belangrijk, deze kan aangetoond worden door bvb.: a. Gemotiveerd en onderbouwd standpunt van beroepsorganisaties, professionele federaties, selectiebureaus, ; b. Surveys van werkgevers; c. Wijzigende behoeften arbeidsmarkt: verdieping van de competenties of verbreding van het competentieprofiel; d. Informatie uit surveys van afgestudeerden en hun professionele activiteiten; e. Positionering op internationale arbeidsmarkt: relatieve concurrentiële positie van onze afgestudeerden op de internationale arbeidsmarkt als die relevant is voor die afgestudeerden.tevens dient afhankelijk van de soort opleiding nagegaan te worden in welke mate dit aspect moet doorwegen bij de aanvraag tot verlenging. De arbeidsmarktgerichtheid van de opleiding is een factor waar rekening mee moet gehouden worden. 4. Internationale programma s De masteropleidingen die als masteropleidingen worden geselecteerd overeenkomstig de bepalingen van een Europees financieringsprogramma ter bevordering van de internationale samenwerking in het hoger onderwijs en waarbinnen multi- of gezamenlijke diplomering wordt vooropgesteld, worden niet beschouwd als nieuwe opleidingen. Er gelden hier geen voorschriften met betrekking tot de duur van de opleiding. De instellingen kunnen deze opleidingen blijven aanbieden zolang er sprake is van die internationale erkenning. Daarna volgen die opleidingen het normale accreditatieregime. In het decreet staat er niets over het beëindigen van die opleidingen als die internationale erkenning wegvalt. Als de opleiding verder als een gezamenlijke opleiding of als een opleiding leidend tot bi- of multidiplomering wordt georganiseerd (met de buitenlandse partners), kan die opleiding aangeboden blijven worden. Het lijkt logisch dat zodra die opleiding niet langer als een gezamenlijke opleiding of als opleiding leidend tot bi- of multidiplomering wordt georganiseerd, de opleiding ophoudt te bestaan. De gezamenlijke opleidingen die onze universiteiten of hogescholen samen met buitenlandse instellingen opzetten buiten dit Europees kader, blijven onderworpen aan de bepalingen met betrekking tot nieuwe opleidingen. Bij instap in zo n masteropleiding in het kader van een Europees financieringsprogramma ter bevordering van de internationale mobiliteit moet er geen aanvraag voor studieduurverlenging aangevraagd worden als het gaat om een nieuwe tweejarige master. 5. Onderzoeksfinaliteit van de master: a. Een masteropleiding van 120 studiepunten met een onderzoeksgerichte finaliteit moet degelijk onderbouwd worden. In het geval de instelling een onderzoeksgerichte masteropleiding aanbiedt, moet ze niet alleen het aantal doctoraten monitoren maar ook de duur

5 van het doctoraatstraject. 4 Het aanbieden van een onderzoeksgerichte masteropleiding is alleen maar rationeel als er een voldoende personeelsbezetting (ZAP, AAP, doctoraatstudenten) kan gerealiseerd worden. Tevens moeten de instellingen nagaan wat het aantal doctoraten is in die discipline die in Vlaanderen en Brussel wordt behaald. Naast kwantitatieve elementen dienen er ook kwalitatieve elementen mee te spelen bij deze oefening; de organisatie van een onderzoeksgerichte masteropleiding moet evenwel aansluiten bij de onderzoekszwaartepunten van de universiteit in die discipline. Verdere aandachtspunten zijn de uitbouw van doctoral schools en de aansluiting vanuit de eenjarige masters (bvb via een soort schakel.). De operationele uitvoering dient ook verder onderzocht te worden. Zo kunnen we bvb voorzien in: i. twee onderscheiden masteropleidingen of ii. een gemeenschappelijkestammet de mogelijkheid om 30, 60 of 90 ECTS bij te doen of iii. We dienen er tevens over te waken dat de onderzoeksgerichtheid van sommige masters niet enkel gericht is op het afleveren van doctores en researchers. In principe is elke master gericht op het verwerven van onderzoekscompetenties. We moeten hier ook rekening mee houden bij het kiezen van een naam voor de onderzoeksgerichte variant van een masteropleiding. 5 b. Gelet op de niet geringe uitbreiding inzake studieduur naar 120 SP en de daaraan gekoppelde inspanningen van student en de instelling (zie verder: capaciteit) lijkt het aangewezen om de toegang tot de onderzoeksgerichte masteropleiding selectief te maken op basis van de geschiktheid van de student om later een doctoraatsonderzoek te verrichten; deze selectiviteit sluit niet uit dat ook de afgestudeerden van andere, kortere masteropleidingen alsnog toegang krijgen tot de voorbereiding van het doctoraat. Er dienen evenwel voldoende waarborgen ingebouwd te worden om de democratisering van het HO in dit latere stadium van de studieloopbaan te waarborgen: de instroom van ondervertegenwoordigde groepen (studenten met toelage, functiebeperkingen, cultureel-etnische minderheden, gender, ) dient gemonitord en bewaakt te worden. Onderzoek in Nederland heeft aangetoond dat bij de invoering van de onderzoeksmasters de instroom eerder beperkt was. De selectie gebeurt dus best door een dialoog tussen de student en de instelling waarbij zij samen nagaan of de keuze voor een meer onderzoeksgerichte master de goede is. Bijkomende vormen van selectie door de instelling zijn mogelijk. 4 Het is niet de bedoeling om het reguliere doctoraatstraject van 4 jaar in te korten, maar wel om door het aanbieden van een meer onderzoeksgerichte master de realiseerbaarheid van een doctoraat in een periode van 4 jaar te verhogen 5 Bijvoorbeeld door toevoeging MPh in History als aanduiding voor de meer onderzoeksgerichte master, dit tegenover de Master of Arts in History.

6 c. De financiering van een meer onderzoeksgerichte master kan verzekerd worden door deze te koppelen aan een meer beperkte instroom. De modaliteiten hiervan kunnen afwijken van het reguliere systeem. 6. Capaciteit: uitbreiding zonder investering is geen optie. Zelfs als in het kader van rationalisatie wordt gedacht op langere termijn, zoals bv. het clusteren van onderzoeksopleidingen in samenwerkingsverbanden, dan nog dient er op korte termijn geïnvesteerd te worden in extra academisch,onderwijzend en administratief personeel om een verlenging te doen slagen. a. De instellingen moeten aan de hand van cijfers aantonen dat ze aan dit criterium voldoen, desgevallend door samenwerking met andere instellingen. b. Een deel van de benodigde capaciteit kan gerealiseerd worden door rationalisatie maar ook door de bijkomende ZAP-plaatsen die voorzien zijn in het integratiedecreet. c. De creatie van een bredere bachelor-opleiding is een mogelijkheid, bv. door het schrappen van opleidingsonderdelen in de bacheloropleidingen ( differentiatiepakketten, keuzepakketten,.) doch met behoud van de bestaande omkadering voor het geheel van de studierichting. d. De uitbreiding van de studieomvang van de masterproef of het invoeren van stages kan niet ingezet worden als zuivere capaciteitswinst. Uitbreiding van de studieomvang van een opleiding vergt extra capaciteit en deze kan gerealiseerd worden door vrijmaking van capaciteit elders dan wel door de inzet van nieuwe capaciteit met de middelen van het integratiedecreet. e. De capaciteit voor de onderzoeksgerichte masteropleiding moet mede aangetoond worden aan de hand van de onderzoeksproductie in die discipline. f. Andere opties: i. het stopzetten van master-na-masteropleidingen en deze deels inbouwen in het curriculum van de initiële masteropleiding na uitbreiding van de studieomvang; ii. heel gespecialiseerde vakken slechts om de twee jaar geven. In het beleidskader moet er duidelijkheid zijn omtrent het al dan niet cumulatief zijn van de voorwaarden van studieduurverlenging. Rationalisatie De verlenging van de studieduur van sommige opleidingen (of bepaalde finaliteiten binnen een opleiding) wordt vaak gekoppeld aan rationalisatie van het HO. Met rationalisatie willen we hetvolgende bereiken: Het doel van optimalisatie en rationalisatie van het opleidingsaanbod is helder. Het gaat meer bepaald om de volgende doelstellingen: de kwaliteit van onderwijs en onderzoek verbeteren door onder meer de kritische massa in personeel en materiële infrastructuur van opleidingen te vergroten; ruimte creëren voor onderwijskundige innovatie en studiebegeleiding, en bijkomend voor de academische opleidingen door de onderzoeksbasis van opleidingen te versterken en zwaartepuntvorming te bevorderen om aldus in Vlaanderen

7 te kunnen excelleren in Europa. Daarnaast denken we aan de verhoging van de maatschappelijke relevantie en macrodoelmatigheid van de opleidingen, onder meer door de opleidingen beter af te stemmen op de maatschappelijke behoefte en op de vraag van studenten, inclusief nieuwe doelgroepen, en door de transparantie in het opleidingsaanbod te vergroten. Ten slotte kunnen we de efficiëntie en doelmatigheid van hogere onderwijsinvesteringen verhogen door een zo optimaal mogelijke verhouding te creëren tussen input (aantal studenten, aantal opleidingen, inzet van middelen) en output (studiesucces, kwaliteit van opleidingen) om ruimte vrij te maken voor nieuwe, toekomstgerichte opleidingen en specialisaties. 6 Het is dan ook belangrijk om te weten wat de instellingen van plan zijn met de voornemens tot het invoeren van brede bachelors of zelfs een liberal arts-model. 7 Alhoewel het voorzien van dergelijke modellen op zich geen argument is om over te gaan tot een verlenging van de studieduur, is er wel een duidelijke impact op de vervolgtrajecten van de masters. Anderzijds voorzien we ingevolge de aanpassing van de wet van 1970 dat academische bachelors ook een einddiploma kunnen vormen met civiele effecten op de arbeidsmarkt. Ook dit element dient meegenomen worden als we het hebben over rationalisatie. Alhoewel de reguliere uitstroom in een academische opleiding de master dient te zijn, moeten we toch de vraag stellen of dit voor alle opleidingen in al haar finaliteiten het geval moet zijn. Procedure - Gezamenlijke indiening Wat de procedure tot aanvraag tot studieverlenging lijkt het opportuun om de aanvraag door alle instellingen samen te laten behandelen zodat de aanbieders ab initio samen dienen te werken aan een dossier. Of dit dient te gebeuren via het huidige systeem van één penvoerende instelling die in naam en voor rekening van de andere instellingen een dossier indient blijft nog de vraag. We zouden bijvoorbeeld ook kunnen werken via een overlegorgaan zoals de VLUHR die na grondige voorbereiding en overleg tussen de instellingen - een verzoek inleidt bij de overheid. Gezamenlijk indienen betekent dat er een gezamenlijk concept is van de opleidingsstructuur in een bepaalde discipline of sub-discipline. Het concrete opleidingsaanbod kan evenwel per instelling verschillen bv. wel of geen onderzoeksmasters, alleen vakopleiding en geen verdere differentiatie meer. Met het gezamenlijk indienen wordt dus vermeden dat de studieomvang van opleidingen met dezelfde finaliteit verschilt van instelling tot instelling. Bij de voorbereiding lijkt een grondige afstemming met de studenten ons in dit stadium absoluut noodzakelijk (bvb in de POC) om een breed gedragen dossier voor te kunnen leggen aan de overheid. In het aanvraagdossier dient dan ook duidelijk opgenomen te worden wat hun standpunt omtrent de verlenging is. - Periodiciteit 6 Optimalisatie en rationalisatie van het hoger onderwijslandschap en aanbod, Rapport van de Ministeriële Commissie aan de heer Frank Vandenbroucke,Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming, Februari 2008, p.9 7 Op vraag van de minister wordt dit aspect overigens bekeken in het kader van de oriëntering van SO naar HO.

8 De mogelijkheid om jaarlijks in te dienen wordt herbekeken. Er wordt immers minstens de indruk gewekt dat er jaarlijks een kans is die moet gegrepen worden. Sommigen gaan er ook van uit dat hoe meer er aangedrongen wordt en nieuwe dossiers ingediend worden, hoe mee er kans op succes is. Dat zorgt voor een druk op de instellingen en de samenstellers van de dossiers, een druk die mogelijks een negatieve invloed heeft op de kwaliteit van de dossiers. Dit wil niet zeggen dat we er bv. voor opteren om enkel maar in 2013, 2016 en 2019 in te dienen. Er is immers een systeem denkbaar dat men voor een bepaalde opleiding na een negatieve beslissing door de Vlaamse Regering bv. drie jaar moet wachten om een nieuw dossier in te dienen voor dezelfde opleiding. Volgend schema bij wijze van voorbeeld: aanvraag beslissing VR start jaar met 120 SP opleiding X juni 2013 positief september 2014 september 2017 opleiding Y juni 2013 negatief --> 2 aanvraag (+3j) juni 2016 positief september 2017 september Adviesprocedure Het lijkt tevens aangewezen dat in het licht van de internationalisering van het hoger onderwijs, o.a. binnen het Bolognaproces, de dossiers die voorgelegd worden aan de overheid door internationale experts bekeken worden die een goede kijk hebben op wat er zich buiten Vlaanderen en Nederland allemaal afspeelt.indien we internationaal de toets van de kwaliteit willen doorstaan, dan moeten we verder kijken dan onze Noorderburen. De vraag is of de Erkenningscommissie daartoe voldoende uitgerust is vandaag. De adviezen van de commissie over de meest recente dossiers studieduurverlenging waren ook zeer ambigu: terwijl de overgrote meerderheid positief werd geadviseerd op individuele basis, kreeg de verlenging in het algemeen een negatief advies. Deze taak was bovendien niet een oorspronkelijke opdracht van de commissie. Gelet op alle bijkomende taken die deze commissie gekregen heeft en nog krijgt moeten we nagaan of en in welke mate de werking van de commissie moet aangepast worden of deze voorbereidende taak zelfs moeten toevertrouwen aan een orgaan dat het Vlaams niveau overstijgt. Een orgaan als de NVAO bezit hierin bv. reeds heel wat expertise. We dienen er evenwel over te waken om géén dure en tijdrovende procedure uit te schrijven met plaatsbezoeken e.d. meer. De experten die zich uitspreken dienen ook complementair te zijn aan elkaar. Start van verlengde opleidingen We willen studenten (in spe) zoveel mogelijk middelen in handen geven om een goede studiekeuze te maken: een goede studiekeuze beïnvloedt duidelijk studierendement en succes. Studenten dienen in dit opzicht dan ook op voorhand te weten hoe lang de studies kunnen duren als ze deze aanvangen. Een eventuele verlenging wordt dus best niet opgedrongen aan studenten die reeds een bewuste keuze gemaakt hebben. Ook worden studenten best op voorhand correct en volledig

9 geïnformeerd. Studenten dienen over duidelijke en accurate informatie te kunnen beschikken om hun studiekeuze om een weloverwogen manier te maken. Als er bv. beslist wordt in december 2013 om de masters te verlengen, dan kan het nieuwe curriculum weliswaar starten in academiejaarjaar 2014/2015 maar de eerste masteropleiding nieuwe stijl start pas in 2017/2018. In geval van een verlengde masteropleiding, studeren de eerste afgestudeerden in principe pas af in 2018/2019. De vroegere invoegetreding kan voorzien worden, bv. als er regelgeving is die de verlenging oplegt, of indien de verlenging slechts voor een bepaalde soort master geldt, bv. de onderzoeksmaster die een bewuste keuze van de student noodzakelijk maakt tijdens de studieloopbaan (tijdens of na derde bachelor, of tijdens éénjarige master). In dit geval is de studieduur van de opleiding afhankelijk van een latere keuze van de student. Dit keuze-element kan nog niet voorzien worden bij aanvang van de studies. Financiering Bij de verlenging van de masters in de wetenschappen in 2005 werd afgesproken om de opgenomen studiepunten niet onmiddellijk om te zetten in financieringspunten. Gedurende 5 jaar was de impact op de werkingsmiddelen van de universiteiten onbestaande. De verlenging ging evenwel - in tegenstelling tot bovenstaand principe - onmiddellijk van start. Het huidige systeem van tijdvensters zou immers betekenen dat het extra aantal studiepunten als gevolg van de studieduurverlenging op basis van een beslissing in december 2013 voor 20% wordt meegenomen in de berekening van de enveloppe Voor de (master)opleidingen die in december 2013 beslist worden en starten in oktober 2017 zou ten vroegste in het begrotingsjaar 2025 de volledige kostprijs van de studieduurverlenging in de enveloppe zitten. Naast de gevolgen van een studieduurverlenging op het financieringssysteem van universiteiten en hogescholen, mogen we niet uit het oog verliezen dat er ook gevolgen zijn op de verdeling van de middelen voor de studentenvoorzieningen en de toekenning van studietoelagen. Vermindering van studieduur Zoals in het begin gesteld dient tevens de vermindering van studieduur besproken te worden. Vanuit maatschappelijk oogpunt (bvb. de werkzaamheidsgraad) is deze vraagmeer dan ooit relevant. Is het anno 2012 nodig dat bv. een jurist er 5 jaar over doet om een competente jurist te worden die klaar is voor de arbeidsmarkt, rekening houdend dat er inzakespecialisatie reeds veel voorhanden is (bv. notariaat) en de toegang tot de advocatuur geregeld wordt door een driejarige stage.. Het weze duidelijk dat het gebruik van de opleiding rechten geldt als provocatief voorbeeld om de discussie te kaderen en dus geen enkele waarde inhoudt over de huidige studieduur. Dezelfde redenering kan bv. ook gevoerd worden over de opleiding psychologie en de toegang tot het beroep. Alhoewel de discussie niet eenvoudig is, zullen de instellingen zich engageren om hierover een discussie te voeren binnen de VLUHR en op basis van deze discussie in dialoog te gaan met de Minister van onderwijs. Deze dialoog wordt ten laatste opgestart in april Of en in welke mate de discussie van de studieduurverkorting moet gekoppeld worden aan de toekenning van studieduurverlenging is een open vraag.

10 Studieduurverlenging in het professioneel onderwijs en hoger kunstonderwijs Alhoewel de aanvankelijke vraag voor studieduurverlenging zich toespitste op masteropleidigen van de universiteiten, dient ook te worden nagedacht over een verlenging van de studieduur van de opleidingen in het professioneel onderwijs van de hogescholen. Met name ten behoeve van de verpleegkunde (vanuit de instellingen) en de vroedkunde (vanuit de beroepsverenigingen) wordt momenteel voor een verlenging gepleit. Tevens moeten we nagaan of en in welke mate er implicaties zijn voor de masters in de kunsten. Ten slotte stelt zich de vraag naar de positie van de ba-na-ba. Wat de professionele bachelors betreftligt er geen algemene vraag voor om de drie bachelorjaren uit te breiden met een vierde jaar. Wel wordt erop aangedrongen om specifiek voor de opleidingen verpleeg- en vroedkunde een structureel antwoord te bieden op de vraag naar de manier waarop kan worden voldaan aan nationale en internationale erkenningsvoorwaarden van de resp. opleidingen. In het dossier verpleegkunde stelt zich bovendien ook de kwestie van het spanningsveld tussen de bacheloropleiding en de verwante HBO5-opleiding. De Ministers van Onderwijs en Welzijn zullen samen zitten om na te gaan hoe de zorgopleidingen beter kunnen aansluiten bij het zorgaanbod dat de samenleving nodig heeft en hoe kan worden beantwoord aan de internationale regelgevingen. Wat de kwestie van de vroedkunde betreft wachten we de uitkomst af van de gesprekken die hierover op federaal niveau worden gevoerd met de gemeenschappen. Wat de ba-na-ba s betreft: deze zijn van groot belang in het professioneel traject van de gezondheidszorg en de lerarenopleiding. Ze zorgen van verdieping van het reeds behaalde diploma. Deze opleidingen dienen dan ook zo behouden te blijven en dus niet op één of andere manier in te dalen. Wat de opleidingen in de kunsten betreft: indien er opleidingen een studieduurverlenging willen aanvragen, dan dient de aanvraag te voldoen aan dezelfde criteria die in het beleidskader worden uitgeschreven voor de universitaire masters, weliswaar waar nodig aangepast aan de specificiteit van de kunsten. Er kan tevens een meer onderzoeksgerichte master mogelijk worden gemaakt. Er dient nagegaan te worden of en in welk mate de bestaande kennis en structuren kunnen geïntegreerd worden. 8 Ten slotte zijn de opleidingen kunsten vragende partij om de cesuur bachelor-master effectief te maken, ttz met uitstroom na een bachelor en een specifieke toelatingsproef voor instroom in de masters. 9 Verdere timing: 1. Sept/okt 2012 Bespreking nota met groep van VLUHR 8 We denken in de eerste plaats aan de hogere kunstinstituten.

11 2. Okt 2012 Informele bespreking met stakeholders a. Rectoren b. Algemeen Directeurs c. VVS 3. Nov 2012 a. Terugkoppeling naar de werkgroep 7 november b. Tussentijds verslag aan VR op basis van deze discussienota begin november c. Opmaken voorstel van beleidskader aan VR 4. Beslissing op VR van 14 december 2012

Uitbreiding studieomvang

Uitbreiding studieomvang Infofiche Uitbreiding studieomvang Om te voldoen aan internationale verwachtingen en de studiedruk te verlagen, werd de mogelijkheid gecreëerd de masteropleidingen in de humane wetenschappen te verlengen

Nadere informatie

Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen

Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen Bijlage. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen als vermeld in artikel 1. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen 13 april 2018 Inhoud 1 Inleiding 4 2 De

Nadere informatie

Standpunt kader uitbreiding studieomvang

Standpunt kader uitbreiding studieomvang Standpunt kader uitbreiding studieomvang Goedgekeurd op de Algemene Vergadering van 6 december 2012 INHOUD 1. Situering... 1 2. Algemene aandachtspunten... 2 Wenselijkheid uitbreiding studieomvang... 2

Nadere informatie

Standpunt kader uitbreiding studieomvang

Standpunt kader uitbreiding studieomvang Standpunt kader uitbreiding studieomvang Goedgekeurd op de algemene vergadering van 6 december 2012 toevoeging onderzoeksmaster goedgekeurd op de algemene vergadering van 6 november 2013 INHOUD 1. Algemene

Nadere informatie

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN Bijlage. Operationeel kader wijziging studieomvang als vermeld in artikel 1. NVAO VLAANDEREN KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN 2019-2025 OPERATIONEEL KADER WIJZIGING STUDIEOMVANG OKTOBER 2018 Pagina 1 van

Nadere informatie

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Decretale context De aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur Dit sjabloon met richtlijnen

Nadere informatie

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling. Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot vaststelling van de vorm van het hogeronderwijsdiploma en

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering

Mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Mededeling aan de leden van de Vlaamse Regering Betreft: Taalregeling hoger onderwijs aanvragen voor het aanbieden van

Nadere informatie

Het hoger onderwijs verandert

Het hoger onderwijs verandert achelor & master Sinds september 2004 is de hele structuur van het hoger onderwijs veranderd. Die nieuwe structuur werd tegelijkertijd ingevoerd in andere Europese landen. Zo sluiten opleidingen in Vlaanderen

Nadere informatie

adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit

adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit adviesnota de 20-20-doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit definities en criteria die gebruikt worden om de studentenmobiliteit te meten en te registreren 1/6 Situering Het Leuven / Louvain-la-Neuve

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Data van indiening van de ingevulde formulieren: Dit beperkt formulier op 4 oktober 2002 Uitgebreider formulier (met o.m. de doelstellingen en eindtermen) uiterlijk

Nadere informatie

Advies over het voorstel van decreet tot wijzigingen aan de studieomvang van opleidingen in het hoger onderwijs

Advies over het voorstel van decreet tot wijzigingen aan de studieomvang van opleidingen in het hoger onderwijs Raad Hoger Onderwijs 11 juni 2013 RHO-RHO-ADV-009 Advies over het voorstel van decreet tot wijzigingen aan de studieomvang van opleidingen in het hoger onderwijs Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6

Nadere informatie

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Associaties, bama-structuur en flexibilisering Frank Baert Jaarlijkse Algemene vergadering van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 25 juni 2004 Europese

Nadere informatie

VR DOC.0177/1BIS

VR DOC.0177/1BIS VR 2019 1502 DOC.0177/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toegang tot en organisatie van de educatieve

Nadere informatie

Advies over de definitie van werkstudenten in het hoger onderwijs naar aanleiding van de conceptnota hbo5

Advies over de definitie van werkstudenten in het hoger onderwijs naar aanleiding van de conceptnota hbo5 Raad Hoger Onderwijs 13 december 2016 RHO-RHO-ADV-1617-002 Advies over de definitie van werkstudenten in het hoger onderwijs naar aanleiding van de conceptnota hbo5 Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus

Nadere informatie

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN

KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN Bijlage. Operationeel kader inrichting onderzoeksmaster als vermeld in artikel 1. NVAO VLAANDEREN KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN 2019-2025 OPERATIONEEL KADER INRICHTING ONDERZOEKSMASTER OKTOBER 2018

Nadere informatie

Advies. Wijzigingen HBO en hoger onderwijs. Brussel, 12 juni 2017

Advies. Wijzigingen HBO en hoger onderwijs. Brussel, 12 juni 2017 Advies Wijzigingen HBO en hoger onderwijs Brussel, 12 juni 2017 SERV_20170612_SenSeHBO_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS COMMISSIE HOGER ONDERWIJS SJABLOON T.B.V. DE AANVRAGENDE INSTELLINGEN EN VLIR EN VLHORA VOOR AANVRAAGDOSSIER MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING /VRIJSTELLING VERPLICHTE AFBOUW Opzet

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Herindiening van Masteropleiding Informatica - 120 studiepunten Juni 2004 I. Indiener 1. Faculteit / Gemeenschappelijke Raad - Onderwijscommissie WETENSCHAPPEN - Onderwijscommissie

Nadere informatie

NOTA. De meer- of minderjarige master. 1. Voorheen

NOTA. De meer- of minderjarige master. 1. Voorheen LOKO ONDERWIJS SAM PLESS Algemeen Bureau 29 oktober 2012 NOTA De meer- of minderjarige master Afgelopen maanden hebben vertegenwoordigers van de instellingen en het ministerie van onderwijs, na lang beraad,

Nadere informatie

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 168 van GRIET COPPÉ datum: 23 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Bachelor in de Verpleegkunde - In- en

Nadere informatie

Brussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland

Brussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland Brussel, 10 december 2003 111903_Advies_accreditatieverdrag Advies Accreditatieverdrag met Nederland Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding en situering adviesvraag... 3 2. Samenvatting... 4 3. Advies...5 2 1.

Nadere informatie

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs

Brussel, 18 februari _Advies_studiefinanciering_HO. Advies. Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs Brussel, 18 februari 2004 180204_Advies_studiefinanciering_HO Advies Studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs 1. Inleiding De Vlaamse Minister van onderwijs en vorming heeft

Nadere informatie

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Naar transparanter hoger onderwijs Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Samenvatting van het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk hoger onderwijs Toegang vanuit [1] Eerste cyclus Tweede

Nadere informatie

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van (datum) betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van (datum) betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de uitvoering van het decreet van (datum) betreffende een geïntegreerd beleid voor de erkenning van verworven competenties DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Data van indiening van de ingevulde formulieren: Dit beperkt formulier op 4 oktober 2002 Uitgebreider formulier (met o.m. de doelstellingen en eindtermen) uiterlijk

Nadere informatie

Bijlage V. Vervolgopdracht aan de Ministeriële Commissie Optimalisatie en rationalisatie van het hoger onderwijslandschap en -aanbod Vervolgopdracht aan de Ministeriële Commissie maart 2008 Frank Vandenbroucke

Nadere informatie

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER Erasmusprogramma Evaluatie Het Erasmusprogramma

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot vaststelling van de vorm van de diploma's en de inhoud van het bijhorend diplomasupplement

Nadere informatie

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009

Concept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009 Concept 8 oktober 2009 Concept Wat vooraf ging... Invoering Bologna Concept Bolognaverklaring 19 juni 1999: verhoging mobiliteit binnen Europa bachelor-masterstructuur studiepunten (credits) uitwisseling

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Toelichting bij de procedure voor het beoordelen van de macrodoelmatigheid van nieuwe opleidingen voor ambtshalve geregistreerde instellingen 1. Situering 1.1. De Commissie

Nadere informatie

Een versterkte positie voor het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen

Een versterkte positie voor het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen Een versterkte positie voor het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen 24 april 2012 BRON: non-paper Vlaamse Overheid Aanleiding: Motie van aanbeveling over de hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs Ontwikkelingen in het hoger onderwijs Liesbeth Hens Departement Onderwijs en Vorming Hoger Onderwijsbeleid liesbeth.hens@ond.vlaanderen.be SLO bachelor na bachelor master na master Professionele bachelor

Nadere informatie

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Reglement betreffende de vormvereisten voor aanvragen tot uitvoering van een accreditatie, een instellingsreview of een toets nieuwe opleiding ten aanzien van opleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet

Nadere informatie

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie

Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie Raad Hoger Onderwijs 8 maart 2016 RHO-RHO-ADV-1516-006 Advies over de moderniseringsagenda hoger onderwijs van de Europese Unie Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99

Nadere informatie

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master

Verder studer e n. Zoek de zeven verschillen: bachelor en master Verder studer e n Zoek de zeven verschillen: bachelor en master Alles over bachelors en masters Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Beleidsdomein Onderwijs Vorming www.hogeronderwijsregister.be Awel,

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].

De lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)]. AFDELING 3 OVERGANGSBEPALINGEN ONDERAFDELING 1 OMVORMING NAAR BACHELOR-MASTERSTRUCTUUR Art. 123. 1. De universiteiten en hogescholen vormen hun academische opleidingen c.q. hun basisopleidingen die zij

Nadere informatie

Toekomstige structuur Vlaams Hoger Onderwijs

Toekomstige structuur Vlaams Hoger Onderwijs Toekomstige structuur Vlaams Hoger Onderwijs standpunt Vlaamse Hogescholenraad 17 maart 2010 Algemeen De VLHORA is tevreden dat de instellingen, die in eerste instantie verantwoordelijkheid dragen voor

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Standpunt rationalisering

Standpunt rationalisering Standpunt rationalisering Het kabinet vindt dat het hoger onderwijsaanbod moet gerationaliseerd worden. Het kabinet stelt dat de perceptie bestaat dat het hoger opleidingsaanbod niet rationeel is, met

Nadere informatie

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement

Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement Algemene Raad 20 december 2012 AR-AR-ADV-010 Advies over het voorstel van onderwijskwalificatie graduaat in het winkelmanagement Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99

Nadere informatie

HERVORMING LERARENOP LEIDINGEN - BASISUITGANGSPUNTE N -

HERVORMING LERARENOP LEIDINGEN - BASISUITGANGSPUNTE N - HERVORMING LERARENOP LEIDINGEN - BASISUITGANGSPUNTE N - Werkdocument 02.10.2002 1. Woord vooraf...2 2. Basiscompetenties...2 3. Karakterisering van de opleiding...2 4. Stage...3 5. Soorten opleidingen...3

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

EQF Level 5 in Vlaanderen. dr. ir. Toon Martens, algemeen directeur University College Leuven-Limburg Voorzitter HBO5-platform Vlaanderen

EQF Level 5 in Vlaanderen. dr. ir. Toon Martens, algemeen directeur University College Leuven-Limburg Voorzitter HBO5-platform Vlaanderen EQF Level 5 in Vlaanderen dr. ir. Toon Martens, algemeen directeur University College Leuven-Limburg Voorzitter HBO5-platform Vlaanderen Wettelijk kader EQF level 5=HBO5 2009: Besluit Vlaamse kwalificatiestructuur

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK

Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK Hoger onderwijs Kostprijs De materiële

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april 2012 INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

NAAR EEN TWEEJARIGE MASTER? 30 mei 2010

NAAR EEN TWEEJARIGE MASTER? 30 mei 2010 NAAR EEN TWEEJARIGE MASTER? 30 mei 2010 Studenten kunnen slechts instemmen met een studieduurverlenging indien voldaan is aan onderstaande aandachtspunten en eisen. Er kan slechts overgegaan worden tot

Nadere informatie

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd, verder

Nadere informatie

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN

BESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN Reglement betreffende de erkenning van evaluatieorganen die een coördinerende taak hebben ten aanzien van de externe beoordeling van hogeronderwijsopleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet op het decreet

Nadere informatie

Advies over de erkenning van een nieuw structuuronderdeel in het gewoon voltijds secundair onderwijs: Productontwerpen - tweede graad

Advies over de erkenning van een nieuw structuuronderdeel in het gewoon voltijds secundair onderwijs: Productontwerpen - tweede graad Raad Secundair Onderwijs 18 februari 2016 RSO-RSO-ADV-1516-009 Advies over de erkenning van een nieuw structuuronderdeel in het gewoon voltijds secundair onderwijs: Productontwerpen - tweede graad Vlaamse

Nadere informatie

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Nieuwe ontwikkelingen en impulsen op sociaal, cultureel,

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zitting 2008-2009 25 maart 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zie: 2158 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet 5571 OND 2 AMENDEMENT Nr. 1 Artikel 7 In a), tweede

Nadere informatie

BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. VLOR 24 oktober 2018

BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. VLOR 24 oktober 2018 BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN VLOR 24 oktober 2018 Samenvatting 1. De structuur van het hoger onderwijs 2. Aspecten van de onderwijsloopbaan: Flexibilisering

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

Mobiliteitsactieplan

Mobiliteitsactieplan Infofiche Mobiliteitsactieplan Het Leuven-communiqué stelt dat tegen 2020, 20% van de studenten een internationale ervaring moet opdoen. Om deze norm te halen werkt de Vlaamse regering aan een mobiliteitsactieplan.

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2001 Nr. 38

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2001 Nr. 38 1 (2001) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2001 Nr. 38 A. TITEL Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België inzake de transnationale

Nadere informatie

Advies over een vereenvoudigd studiegeldenmechanisme

Advies over een vereenvoudigd studiegeldenmechanisme Raad Hoger Onderwijs 8 januari 2013 RHO-RHO-ADV-003 Advies over een vereenvoudigd studiegeldenmechanisme Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32 2 219 81 18 www.vlor.be

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147-

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2008-147- Vlaams Parlement Vragen en Antwoorden Nr.2 November 2008 47 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN FRANK VANDENBROUCKE VICEMINISTERPRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN WERK, ONDERWIJS

Nadere informatie

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3;

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, inzonderheid op artikel 15/1, 15/2 en 15/3; Nota van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie betreffende de validatie van de gezamenlijke domeinspecifieke leerresultaten van de HBO5-opleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet op het decreet

Nadere informatie

betreffende het Onderwijs XXIII

betreffende het Onderwijs XXIII stuk ingediend op 2066 (2012-2013) Nr. 5 19 juni 2013 (2012-2013) Ontwerp van decreet betreffende het Onderwijs XXIII Amendementen Stukken in het dossier: 2066 (2012-2013) Nr. 1: Ontwerp van decreet Nr.

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 pagina 2 Inhoud Pag. Profiel van de onderzoeksmaster 4 Beoordeling

Nadere informatie

26 maart 2015. 1. Algemene regels

26 maart 2015. 1. Algemene regels Je inschrijving wijzigen of stoppen met studeren tijdens het academiejaar en de gevolgen hiervan voor de kinderbijslag en de studietoelagen van de Vlaamse overheid 26 maart 2015 1. Algemene regels Wanneer

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

VR DOC.1528/2BIS

VR DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 mei 2003 betreffende

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 1 april 2014. INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

Advies over de uitstroomfinaliteit. gerichte bacheloropleiding

Advies over de uitstroomfinaliteit. gerichte bacheloropleiding Raad Hoger Onderwijs 10 december 2013 RHO-RHO-ADV-004 Advies over de uitstroomfinaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit houdende de wijziging van diverse bepalingen van het besluit van 2 februari 2018 van de Vlaamse Regering houdende

Nadere informatie

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België Yvette Michotte 27 februari 2016 10-3-2016

Nadere informatie

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten HOGER ONDERWIJS Studenten A Hoger beroepsonderwijs 1 cursisten HBO5 verpleegkunde (1) 3 inschrijvingen in de specifieke lerarenopleiding (1) 1 inschrijvingen naar finaliteit (1)(2) go vgo ogo Totaal cursisten

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

MEMORANDUM. voor het beleid op politiek en academisch vlak

MEMORANDUM. voor het beleid op politiek en academisch vlak MEMORANDUM voor het beleid op politiek en academisch vlak Academiseren? Laat het ons dadelijk goed doen! VIK-memorandum voor het beleid op politiek en academisch vlak. - 2 - De graad en het diploma van

Nadere informatie

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement Goedgekeurd door de RvB AUHL op 12.11.2013 Situering Dit reglement geeft uitvoering aan artikel 65 van het structuurdecreet van 4 april 2003 en aan artikel 49, 2 van

Nadere informatie

H O G E R O N D E R W I J S in beeld

H O G E R O N D E R W I J S in beeld 2008-2009 H O G E R O N D E R W I J S in beeld S T U D E N T E N HOGESCHOLENONDERWIJS aantal inschrijvingen (bachelor- en masteropleidingen, en basisopleidingen en initiële lerarenopleidingen (afbouw))

Nadere informatie

ZA4986. Flash Eurobarometer 260 (Students and Higher Education Reform) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish)

ZA4986. Flash Eurobarometer 260 (Students and Higher Education Reform) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish) ZA4986 Flash Eurobarometer 260 (Students and Higher Education Reform) Country Specific Questionnaire Belgium (Flemish) FLASH 260 STUDENTS AND HIGHER EDUCATION REFORM Uw locaal interviewernummer Naam plaats

Nadere informatie

VR DOC.0178/1

VR DOC.0178/1 VR 2019 1502 DOC.0178/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de

Nadere informatie

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad Advies Proefproject LZV s Brussel, 24 juni 2011 Mobiliteitsraad Wetstraat 34-36 1040 Brussel T +32 2 209 01 25 F +32 2 217 70 08 info@mobiliteitsraad.be www.mobiliteitsraad.be Adviesvraag: Proefproject

Nadere informatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie

Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK) Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK) GEZ Gezondheidszorg Departement Gezondheidszorg Campus Oude Luikerbaan 79 3500 Hasselt Verantwoordelijke EVK Ann Bancken (ann.bancken@khlim.be) Academiejaar

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding

Specifieke lerarenopleiding Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules. Algemene informatie De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting.

Nadere informatie

WORKSHOP 1P4. Internationale samenwerking goed voor de onderwijskwaliteit? Arie van Scheepen. Docent Technische Bedrijfskunde bij IED-FNT

WORKSHOP 1P4. Internationale samenwerking goed voor de onderwijskwaliteit? Arie van Scheepen. Docent Technische Bedrijfskunde bij IED-FNT WORKSHOP 1P4 Internationale samenwerking goed voor de onderwijskwaliteit? Arie van Scheepen Docent Technische Bedrijfskunde bij IED-FNT 11.00-12.00 uur / SkyTheater 2 Inhoudsopgave Onderwerp/ aanleiding

Nadere informatie

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding

Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding Hoorzitting Commissie Onderwijs Conceptnota lerarenopleiding Lerarenopleidingen versterken Visie hogescholen bij de conceptnota Johan Veeckman, voorzitter VLHORA 1 Algemene aandachtspunten Nood aan promotie

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de

Nadere informatie

Standpunt. Inclusief ondersteuningsmodel. Zie kader hieronder

Standpunt. Inclusief ondersteuningsmodel. Zie kader hieronder Standpunt Inclusief ondersteuningsmodel Rapporteur & Co-rapporteur Senna de Graaf Datum goedkeuring bureau 18 mei 2017 Datum goedkeuring av 8 juni 2017 Contactpersoon Liesbeth Maene (Sociaal@vvs.ac) Probleemstelling,

Nadere informatie

Kwaliteitszorg en accreditatie

Kwaliteitszorg en accreditatie Infofiche Kwaliteitszorg en accreditatie Om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen, worden opleidingen en instellingen beoordeeld. Enerzijds is er interne kwaliteitszorg die binnen de hogeschool of universiteit

Nadere informatie

Advies. Uitbouw hoger beroepsonderwijs. Brussel, 23 mei 2016

Advies. Uitbouw hoger beroepsonderwijs. Brussel, 23 mei 2016 Advies Uitbouw hoger beroepsonderwijs Brussel, 23 mei 2016 SERV_20160523_CNhogerberoepsonderwijs_ADV.docx Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be

Nadere informatie

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019

Advies BVR EVC-GKK. Brussel, 5 maart 2019 Advies Brussel, 5 maart 2019 SERV_20190305_EVC_GKK_ADV Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen Wetstraat 34-36, 1040 Brussel T +32 2 209 01 11 info@serv.be www.serv.be Adviesvraag: Besluit van de Vlaamse

Nadere informatie