Studiewijzer

Transcriptie

1 Studiewijzer Informatie voor studenten van de opleiding Juridisch Medewerker ZD niveau 4, sprint leerweg BOL Crebonummer(s): MBO College Zuid Locatie: uropaboulevard

2 Inhoudsopgave 1. WLKOM JOUW SCHOOL: HT MBO COLLG Dit vinden wij belangrijk: Wat zijn jouw rechten en plichten? HT BROP Inhoud beroep Verder studeren na je opleiding HT LRN OP ONZ SCHOOL Leren en je ontwikkeling Leren in de praktijk Leren en beoordelen Het aantal uren Aanvullende eisen D STRUCTUUR VAN D OPLIDING Kwalificatiedossier Kerntaken en werkprocessen Generiek Nederlands- Rekenen- ngels Loopbaan en Burgerschap Overige onderdelen HT ONDRWIJSPROGRAMMA VAN J OPLIDING De eerste leerperiode Leereenheden IJken en meten van studievoortgang HT XAMNPROGRAMMA JURIDISCH MDWRKR De beroepsgerichte examinering ngels - generiek Loopbaan en burgerschap in het mbo BPV Diplomering Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen Totaaloverzicht examens Juridische Dienstverlening Herkansingen AANWZIGHID Wanneer moet ik op school aanwezig zijn? Wat moet ik doen als ik niet kan komen? Wat gebeurt er als ik zonder reden afwezig ben? STUDIKOSTN Wettelijke kosten Opleidingskosten INSPRAAK Inspraak via het ROC van Amsterdam Inspraak van studenten

3 10.3 Inspraak via JOB PROBLMN OF KLACHTN Wat moet ik doen als ik een probleem heb? Wat moet ik doen als mijn eigen opleiding het probleem niet kan oplossen? Waar kan ik terecht? OVRIG INFORMATI VAN HT ROC Verzekeringen Begeleiding bij zorg en handicap Topsportregeling Vakantierooster MR WTN OVR MBO COLLG ZUID? Vastgesteld op 1 juli 2015 door Sonja Hoogendoorn namens de directie van het MBO College - 3 -

4 1. Welkom Welkom bij het MBO College Zuid afdeling Juridische Dienstverlening. Met deze Studiewijzer informeren wij je over je opleiding en algemene zaken die te maken hebben met je studie. De opleidingsinformatie in deze Studiewijzer gaat over de opbouw van je opleiding, de stageperiodes, wat je moet kunnen om examens te mogen doen en wanneer je die kunt afleggen. Ook vind je informatie over wie jou begeleidt bij je studie, vakantiedata en het melden van absentie en waar je met klachten terecht kunt. We informeren je bijvoorbeeld ook over de kosten van je opleiding. Veel van deze zaken kun je ook elders vinden, zoals op de website van het ROC onder Info voor studenten. Dat is ook de plek waar je handige formulieren of het studentenstatuut en het examenreglement e.d. kunt vinden en downloaden. Actuele informatie zoals roosterwijzigingen of de lokalen waar je les hebt, wordt bijgehouden op de website/portal die bij jouw opleiding hoort. Tot slot vertellen wij wat we belangrijk vinden om jou goed onderwijs te kunnen bieden en vind je in deze Studiewijzer de regels waaraan iedereen zich moet houden. Is iets niet duidelijk of wil je meer weten? Dan kun je natuurlijk altijd terecht bij je docenten en begeleiders. Wij wensen je veel succes en plezier met je opleiding! Mbo College Zuid Afdeling Juridische Dienstverlening Dhr. R. Brouwer, opleidingsmanager - 4 -

5 2. Jouw school: het MBO College Het allerbelangrijkste is dat jij goed onderwijs en een waardevol diploma krijgt. Daar zetten wij ons samen met jou voor in. Daartoe hebben wij voor het onderwijs vijf belangrijke uitgangspunten opgesteld, die je hieronder kunt lezen. n we verwijzen je naar jouw rechten en plichten op dit gebied. 2.1 Dit vinden wij belangrijk: 1. Je krijgt onderwijs dat is gericht op de beroepspraktijk. Wij leiden je op voor een beroep dus daar moet ons onderwijs op afgestemd zijn. De lessen op school zijn daarom gericht op de beroepspraktijk en je volgt tijdens je opleiding een of meerdere stages. Je krijgt les van goede, enthousiaste en vakbekwame docenten. 2. Het onderwijs sluit aan bij wat jij nodig hebt. Aan het begin van je opleidingen krijg je enkele testen. Als je ondersteuning nodig hebt, bijvoorbeeld omdat je een leerprobleem hebt of vanwege persoonlijke omstandigheden, wordt van je verwacht dat je dit zelf tijdig aangeeft. Mogelijk is dit al bij de intake ter sprake gekomen. Als de ondersteuningsbehoefte pas tijdens de opleiding duidelijk wordt, moet je dit aangeven bij je mentor. Waar nodig en waar mogelijk word je eventueel aanvullend getest om te beoordelen of en hoe er kan worden voorzien in de ondersteuning die je nodig hebt. Dit zal worden opgenomen in een ondersteuningsplan of een studieadvies. We verwachten van je dat jij je studieloopbaan serieus neemt en dat je gemotiveerd bent om mee te werken aan eventuele extra begeleiding. 3. Jouw school is jouw plek. Je volgt een opleiding op je eigen school. Daar ken je de docenten en medestudenten, je moet je thuis voelen. r is een goede sfeer. Jouw school is een leuke plek om elkaar te ontmoeten! 4. Jouw school is goed georganiseerd. We geven je structuur en houvast. Op het ROC werken we met een rooster en onderwijsperiodes. Zo weet je precies welke lesonderdelen je wanneer en waar moet volgen. Dat geeft je structuur en houvast. Bovendien krijg je bij ons een vaste mentor die jou helpt als je problemen hebt. 5. Doorstroming naar een hoger mbo niveau of hbo Als je dat wilt en kunt, ga je na jouw opleiding door naar een hoger mbo niveau of naar het hbo. Volg je een opleiding op mbo niveau 1 of 2 of 3, dan kijken we samen met jou of je kunt doorstromen naar een hoger mbo niveau nadat je je diploma hebt gehaald. Wij zorgen voor een goede aansluiting. Volg je een niveau 4 opleiding, dan bekijken we samen of je door kunt stromen naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Wij stimuleren je om je goed te verdiepen in de mogelijkheden en begeleiden je bij het maken van een goede keuze. 2.2 Wat zijn jouw rechten en plichten? Je rechten en plichten zijn in verschillende documenten te vinden die gepubliceerd zijn op de website zoals: het Studentenstatuut de OOK (onderwijsovereenkomst) en/of de examenovereenkomst waaronder de algemene bepalingen de BPV (of stage)-overeenkomst waaronder de algemene bepalingen deze Studiewijzer met de onderwijs- en examenregeling de Studiehandleidingen en de BPV-handboeken de algemene omgangsregels en eventuele specifieke schoolregels per opleiding, mbo college of locatie In het Studentenstatuut staat een volledig overzicht van alle documenten die van toepassing zijn

6 Het Studentenstatuut In het Studentenstatuut staan de rechten en de plichten van elke mbo-student. r wordt uitgelegd hoe die rechten en plichten vorm krijgen in de school. Voorbeelden zijn het recht op gelijke behandeling, de bescherming van je privacy en een veilige school. Je vindt het Studentenstatuut op de site van het ROC van Amsterdam ( onder: Info voor studenten. De onderwijsovereenkomst (OOK) Voordat je aan de opleiding begint, gaan we samen een OnderwijsOvereenKomst ofwel OOK aan. In de OOK leggen wij onze afspraken schriftelijk vast. Het zijn de rechten en de plichten van het ROC en van jou, waar wij ons beiden aan gaan houden. Ben je jonger dan 18, dan moet jouw ouder of verzorger de overeenkomst ondertekenen. Nadat alle partijen (jij, eventueel je ouder/verzorger en de school) handtekeningen hebben gezet onder de OOK, mag je de lessen gaan volgen en kun je echt beginnen aan je opleiding! Wij verwachten ook iets van jou, namelijk dat ook jij je bijdrage levert aan een goede sfeer op school. n dat je met een positieve instelling deelneemt aan je opleiding, dat je alle lessen volgt en dat je daar op tijd aanwezig bent. We verwachten van je dat je op een positieve manier met de docenten en je mentor in gesprek gaat over je opleiding

7 3. Het beroep De opleiding Juridisch Medewerker Openbaar Bestuur/ Zakelijke Dienstverlening is een beroepsopleiding. Aan het einde van je opleiding moet je het beroep waar je voor opgeleid wordt kunnen uitoefenen en als goede burger kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. De onderwijsonderdelen die je in je opleiding krijgt, zijn hierop gericht. 3.1 Inhoud beroep De inhoud van je beroep is vastgelegd in een kwalificatiedossier. Dit kwalificatiedossier wordt vastgesteld door het ministerie van OCW. In een kwalificatiedossier staan de kerntaken en werkprocessen van jouw beroep (zie hoofdstuk 5). Je kunt het volledige kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op kwalificatiesmbo.nl (onderdeel Kwalificatiedossiers). Hieronder volgt een korte beschrijving van je beroep uit het kwalificatiedossier: Wat doet een Juridisch medewerker? Het werk van een Juridisch medewerker bestaat uit vier kerntaken: 1. Verricht front-office werkzaamheden Als juridisch medewerker geef je informatie en win je informatie in om de klant zo goed mogelijk te kunnen helpen. 2. Behandelt aanvragen en opdrachten Ook behandel je aanvragen en opdrachten. Ter voorbereiding op een te nemen besluit of als onderdeel van een lopende procedure verricht je als juridisch medewerker dossieronderzoek. Je controleert gegevens en bewijsstukken, onderzoekt de juistheid, volledigheid en relevantie van dossiergegevens en brengt een logische ordening aan. Je stelt (juridische) documenten op of ondersteunt de leidinggevende daarbij. Daarnaast beheer je het dossier en bewaak je de (wettelijke) termijnen per dossier en houd jij overzicht op het verloop van de procedure. 3. Ondersteunt bij de uitvoering van onderzoek en beleid Als juridisch medewerker in het openbaar bestuur voer je in opdracht van een collega of leidinggevende activiteiten uit in het kader van beleidsvoorbereiding en evaluatie. Jij selecteert en verwerkt gegevens voor behoefte- draagvlak- en evaluatieonderzoek. Jij verwerkt de gegevens in bijvoorbeeld tabellen en grafieken en presenteert de gegevens vervolgens mondeling of schriftelijk. 4. Verricht marketingactiviteiten Als juridisch medewerker in de zakelijke dienstverlening verricht je activiteiten in het kader van marketing en promotie. Jij verzamelt en verwerkt (markt) gegevens voor het management en verwerkt de gegevens in bijvoorbeeld tabellen en grafieken. Ook kan jij ingezet worden om promotieactiviteiten uit te voeren ten behoeve van het eigen kantoor of de klant, door bijvoorbeeld een stand te bemensen op een evenement of een bijdrage te leveren aan promotiemateriaal

8 3.1.2 Waar werkt een juridisch medewerker? Juridisch medewerkers kunnen werken bij organisaties in zowel de overheids-, profit- als nonprofitsfeer. Deelnemers die de opleiding Juridisch medewerker volgen, hebben de keus af te studeren als Juridisch medewerker openbaar bestuur of Juridisch medewerker zakelijke dienstverlening. Juridisch medewerkers openbaar bestuur kunnen werkzaam zijn bij gemeenten, provincies, waterschappen, ministeries, de Belastingdienst, rechterlijke instanties en zelfstandige bestuursorganen. Juridisch medewerkers zakelijke dienstverlening kunnen werkzaam zijn in de rechtsdienstverlening: ter ondersteuning van het notariaat, de deurwaarderspraktijk, de advocatuur, bedrijfsjuristen, alsmede bij de Kamer van Koophandel, de makelaardij en het verzekeringswezen Wat moet een juridisch medewerker kunnen? Allereerst moet je administratief, juridisch en communicatief vaardig zijn en omdat er veel verschillende en onvoorspelbare werkzaamheden zijn, moet je goed overzicht kunnen houden en prioriteiten kunnen stellen. Ook moet je in kunnen schatten hoeveel tijd je aan een bepaalde taak kunt besteden zodat je aan voldoende klussen toe komt, zonder dat de kwaliteit daaronder leidt. Klantvriendelijkheid en klantgerichtheid zijn heel belangrijk in de juridische dienstverlening, maar tegelijkertijd mag de juridisch medewerker zijn eigen grenzen, de doelstellingen van de eigen organisatie en de eisen van wet- en regelgeving niet uit het oog verliezen. De juridisch medewerker moet integer zijn, in het bijzonder wanneer hij werkzaam is bij de overheid. Hij moet het beleid zonder aanzien des persoons kunnen uitvoeren, ook als hij er niet volledig achter staat. Omdat de juridisch medewerker vaak te maken krijgt met vertrouwelijke informatie en bedacht moet zijn op fraude en oneigenlijk gebruik is risico awareness' een belangrijke eigenschap voor hem. Voor de uitstroom Zakelijke dienstverlening geldt bovendien dat hij een commerciële instelling moet hebben en er alles aan moet doen om bij te dragen aan de organisatiedoelstellingen. Dat betekent dat hij een goede balans moet weten te vinden in de hoeveelheid tijd die hij besteedt aan de klant en de opbrengsten van het betreffende contact. Verder moet de juridisch medewerker slagvaardig, onderzoekend van aard, proactief en assertief zijn en beschikken over uitstekende mondelinge en schriftelijke vaardigheden. 3.2 Verder studeren na je opleiding Na de opleiding Juridisch medewerker, kun je onder andere doorstromen naar de volgende vervolgopleidingen op het mbo en hbo: Uitstroom Openbaar bestuur De Juridisch Medewerker Openbaar Bestuur kan na zijn opleiding onder andere de HBO-opleiding Bestuurskunde of Rechten gaan volgen. Uitstroom Zakelijke dienstverlening De Juridisch Medewerker Zakelijke Dienstverlening kan na zijn opleiding onder andere hbo-rechten, hbo Sociaal Juridische Dienstverlening of hbo Management conomie en Recht gaan volgen. Bovenstaande opleidingen sluiten inhoudelijk het beste aan. Je kunt ook andere hbo-opleidingen gaan doen, echter er kunnen dan aanvullende eisen gesteld worden. Zie kwalificatiedossier Juridisch Medewerker 2010 deel B (2.4 loopbaanperspectief) - 8 -

9 4. Het leren op onze school 4.1 Leren en je ontwikkeling De maatschappij is veranderlijk, beroepen passen zich daarbij aan en veranderen of verdwijnen. Soms ontstaan er nieuwe beroepen. Zo worden er voortdurend wisselende vaardigheden van beroepsbeoefenaars gevraagd. Daar passen wij ons onderwijs op aan. Maar wij kijken net zo goed ook naar onze studenten. Want wat willen en kunnen zij? Niet alleen beroepen zijn in ontwikkeling maar jij als student ook. Wij ondersteunen jouw leerontwikkeling zo zorgvuldig mogelijk, daar heeft jouw mentor een hoofdrol in. Loopbaanbegeleiding: de twee plannen Het uitgangspunt van je studie is jouw loopbaan. lke student draagt zelf verantwoordelijkheid voor zijn of haar leertraject, maar met ondersteuning van een mentor. Die volgt jou van het begin tot het einde van je opleiding. Persoonlijke ontwikkeling Je mentor volgt jouw resultaten in een leerlingvolgsysteem. Zo houdt hij/zij steeds inzicht in hoe jij ervoor staat. Je maakt na elke lesperiode afspraken met je mentor over hoe je je verder kunt ontwikkelen op het gebied van: je leerdoelen voor de beroepsvaardigheden wat je wilt bereiken in je persoonlijke ontwikkeling de planning en ontwikkeling van jouw (leer)activiteiten voor de komende periode de adviezen van de school en de docenten en eventuele afspraken 4.2 Leren in de praktijk Om een beroep goed te leren moet je natuurlijk in de praktijk aan de slag. en belangrijk deel van je opleiding breng je door bij een bedrijf of instelling. Het bedrijf of de instelling maakt met de school afspraken over wat jij in de praktijk gaat leren en hoe je daarbij wordt begeleid. De school en het bedrijf of de instelling zorgen er samen voor, dat wat je op school en in de praktijk leert, op elkaar is afgestemd. Beroepspraktijkvorming (BPV) Tijdens je opleiding leer je in de praktijk tijdens je BPV (stage). Dan draai je een periode volledig mee in een bedrijf of instelling en doe je praktische ervaring op. Tijdens je stage moet je ook een aantal opdrachten uitvoeren, die staan beschreven in het BPV-boek van je opleiding. Tijdens BPV doe jij enorm veel ervaring op en kunnen wij je prestaties in de praktijk boordelen. Wij ondersteunen en begeleiden je tijdens BPV en bespreken regelmatig jouw ervaringen en voortgang. Praktijkovereenkomst (POK) of BPV-overeenkomst De wet wil dat voor elke stage een aantal afspraken wordt gemaakt. De afspraken worden vastgelegd in de POK ofwel Praktijkovereenkomst. In de POK staat precies wat je gaat leren in de praktijk en hoe je begeleid en beoordeeld wordt en door wie. Lees de POK altijd goed door en als je het eens bent met de inhoud, dan onderteken je de overeenkomst. De school en het BPV-bedrijf of instelling moeten de POK ook ondertekenen. Pas als iedereen een handtekening heeft gezet, kun je aan de BPV beginnen

10 4.3 Leren en beoordelen Leerlingvolgsysteem Tijdens de opleiding is het voor jou belangrijk dat je weet hoe je ervoor staat. Voor je docenten en begeleiders is het belangrijk dat ze weten hoe je vooruit gaat in je opleiding. Al jouw resultaten worden bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem. Daarin is te zien welke onderdelen jij met succes hebt afgerond en welke niet. Het is een handvat voor gesprekken met je mentor, waarin jullie samen bekijken hoe het gaat en hoe jouw traject er verder uitziet. Op vaste momenten wordt bepaald of je verder mág met je opleiding. Om dat te kunnen vaststellen, is het natuurlijk van belang dat je goed beoordeeld wordt. Dat doen wij op twee manieren. Ontwikkelingsgericht beoordelen Als we ontwikkelingsgericht (of formatief) toetsen, willen we beoordelen of je voldoende geleerd hebt en voldoende op niveau bent om je studieloopbaan zonder vertraging voort te zetten. We noemen deze toetsen meestal voortgangstoetsen. Kwalificerend beoordelen Kwalificerende toetsen, ook wel examens of summatieve toetsen genoemd, zijn bedoeld om te beoordelen of je aan de exameneisen voldoet. De resultaten van deze toetsen tellen mee voor de slaag-/zakregeling, tellen mee voor het behalen van het diploma. xamenregeling De regels voor het afnemen van examens staan in het examenreglement van het ROC en zijn te vinden op de website onder Info voor Studenten. Iedere opleiding moet precies beschrijven hoe de opleiding eruit ziet en met welke examens je te maken krijgt. Iedere opleiding heeft regels voor het onderwijs en de examens. Niet alleen de examens op school bepalen trouwens of je een diploma krijgt. De beoordeling van je BPV telt ook mee bij de examinering. Als je alle examens van de opleiding met voldoende resultaat hebt afgesloten, ontvang je een diploma met daarbij een lijst van je resultaten. In het examenreglement vind je wat je moet doen als je het niet eens bent met de uitslag van het examen. xtraneus of examendeelnemer Wil je uitsluitend examen of een examenonderdeel doen, dan kan dat onder bepaalde voorwaarden. en reden kan zijn dat je enkele examens of examenonderdelen nog niet hebt behaald tijdens de normale duur van de opleiding. Je kunt je dan inschrijven als extraneus of examendeelnemer. Dan volg je geen onderwijs en je hebt geen recht op loopbaanbegeleiding. Je hebt ook geen recht op studiefinanciering en een ov-jaarkaart. De looptijd van de examenovereenkomst is maximaal één schooljaar. Je gebruikt dan de examenperiodes in één schooljaar. r worden hiervoor kosten in rekening gebracht. Bij examens die door een externe partij worden afgenomen, komen de kosten voor het externe examen daar nog bovenop. Het Team xamencommissie (TC) beoordeelt of je extraneus wordt

11 4.4 Het aantal uren Het aantal uren onderwijs dat je per studiejaar krijgt, verschilt per leerweg. Het middelbaar onderwijs beroepsonderwijs kent twee leerwegen: Beroepsopleidende leerweg (BOL) Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) De school is wettelijk verplicht te voldoen aan een vastgesteld aantal onderwijsuren: Studiebelastingsuren lke week ben je fulltime bezig met je opleiding: op school, in de praktijk en thuis. en schooljaar bestaat meestal uit 40 weken. BPV-uren zijn de uren waarin je stage loopt. Je loopt in het tweede leerjaar stage, 24 uur per week stage verdeeld over drie werkdagen. Begeleide onderwijsactiviteiten (BGL) zijn uren die je onder begeleiding van een docent, instructeur of praktijkopleider doorbrengt. Dat zijn dus de lessen, de toetsuren, de beroepspraktijkvorming en de examenuren. en studiejaar is verdeeld in vier periodes van zo n tien weken. lke onderwijsperiode heb je minimaal 220 contacturen. lke week breng je (gemiddeld) 22 uur door onder begeleiding op school en/of op een leerwerkplek. BOL BOT uren BPV uren TOT uren Studiejaar Studiejaar BOT Begeleide onderwijstijd door de school (zonder bpv) zijn alle uren die je onder begeleiding van een docent of instructeur doorbrengt. Dat zijn dus de lessen, de toetsuren en de examenuren. BPV klokuren BPV of stage TOT = BOT + BPV 4.5 Aanvullende eisen De wet stelt soms speciale eisen aan de uitoefening van je beroep. Als dat ook voor jouw beroep zo is, dan worden ze hieronder genoemd: Verklaring Omtrent het Gedrag Bij bepaalde bedrijven is het hebben van een VOG wettelijk verplicht indien men daar wil werken of stage wil lopen. Dit komt regelmatig voor bij opleidingen in de domeinen Orde en Veiligheid, Sport en Zorg. Zonder VOG kun je niet toegelaten worden tot de BPV omdat bedrijven je dan niet mogen aannemen. Schiphol screening Als je je BPV wilt doen in de beveiligde gebieden van Schiphol, dan voert de Marechaussee een papieren screening uit. Het kunnen overleggen van een VOG is niet altijd een garantie dat je goed door de screening komt. Als je een strafblad hebt of drugs hebt gebruikt, kun je ook op die gronden een verbod krijgen om op de luchthaven of op de naastgelegen douanezones te werken. Indien deze situatie zich voordoet zal het ROC in overleg met jou naar een andere passende opleiding op zoek gaan

12 5. De structuur van de opleiding Wat je precies moet kunnen binnen je beroep, is vastgelegd in een kwalificatiedossier. Daarin staan de werksituaties en taken van jouw beroep. Het onderwijsprogramma wordt dus niet zomaar samengesteld. Het onderwijs moet ervoor zorgen dat je straks voldoet aan alle eisen die aan jou als beginnend beroepsbeoefenaar gesteld worden. Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op (onderdeel Kwalificatiedossiers). Naast het beroepsgerichte deel van je opleiding, is er een meer algemene deel van je opleiding. Dit algemene deel moet ervoor zorgen dat je als burger in de Nederlandse samenleving goed kunt functioneren. Dit algemene deel heeft de overheid verplicht gesteld voor alle mbo-opleidingen. Dat onderdeel van je opleiding heet Loopbaan en burgerschap. Verder stelt de overheid eisen aan het algemeen niveau van Nederlands, Rekenen en voor de niveau 4 opleidingen ook bij ngels. Daarnaast kan je opleidingstijd ook gevuld zijn met sport- en bewegen, ondernemerschap, doorstroomprogramma s voor het hbo, verdieping en verbreding van bestaande vakken enz. 5.1 Kwalificatiedossier De inhoud van je beroep is vastgelegd in een kwalificatiedossier geldig vanaf 1 augustus Het kwalificatiedossier kun je vinden op de site van de cabo: Kies juridisch cohort t/m Alle scholen in Nederland die deze opleiding aanbieden, moeten zich houden aan de eisen in het kwalificatiedossier. Uitstroom De opleiding Juridisch Medewerker heeft de volgende uitstromen: U1 - Juridisch Medewerker Openbaar bestuur, crebonummer U2 - Juridisch Medewerker Zakelijke Dienstverlening, crebonummer Kerntaken en werkprocessen In het kwalificatiedossier staan voor elk beroep verschillende kerntaken (kt): dat zijn belangrijke werkzaamheden die centraal staan in dat beroep. lke kerntaak bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen heten werkprocessen (wp). Om een werkproces en dus een kerntaak uit te voeren heb je kennis, vaardigheden en de juiste houding nodig. In onderstaande tabel staan de kerntaken en werkprocessen van je opleiding. In de laatste kolom van de tabel zie je bij welke uitstroomrichtingen de kerntaken en werkprocessen horen

13 Kerntaak Werkproces Uitstroom 1 Kerntaak 1: Verricht frontoffice werkzaamheden 2 Kerntaak 2: Behandelt aanvragen en opdrachten 3 Kerntaak 3: Ondersteunt bij de uitvoering en onderzoek van beleid 4 Kerntaak 4: Verricht marketingactiviteiten 1.1 Verstrekt informatie en advies U1, U2 1.2 Wint informatie in U1 1.3 Verwijst door U1, U2 2.1 Verifieert gegevens U1 Typeert, interpreteert en ordent U1, U2 2.2 gegevens 2.3 Stelt documenten op U1, U2 2.4 Beheert het dossier U1, U2 2.5 Bewaakt termijnen en procedures U1, U2 3.1 Selecteert en verwerkt gegevens U1 3.2 Presenteert gegevens U1 Genereert en verwerkt marktgegevens U Voert promotieactiviteiten uit U2 5.3 Generiek Nederlands- Rekenen- ngels Generiek Nederlands en Rekenen en ngels Nederlands en Rekenen zijn belangrijke vakken die je nodig hebt om je opleiding goed te kunnen volgen. Maar ook in je latere beroep en om goed te kunnen functioneren in de samenleving is het nodig dat je deze vakken goed beheerst. Dat vindt de overheid ook en deze heeft in het mbo per niveau ongeacht de opleiding algemene of generieke eisen voor Nederlands en Rekenen bepaald. In ons onderwijs werken we er al aan dat je aan het eind van de opleiding het vereiste niveau van taal en Rekenen haalt. Ben jij niet zo goed in taal of rekenen? Vraag bij je mentor naar de mogelijkheden voor extra ondersteuning. Voor de niveau-4-opleidingen gelden net als bij Nederlands en Rekenen ook generieke eisen voor ngels. Nederlands Vaardigheid Gesprekken Luisteren Spreken Lezen Schrijven / Taalverzorging Niveau 3F 3F 3F 3F 3F Rekenen Vaardigheid Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Niveau 3F 3F 3F 3F ngels Vaardigheid Luisteren Lezen Gesprekken voeren Spreken Schrijven Niveau B1 B1 A2 A2 A2-13 -

14 5.4 Loopbaan en Burgerschap Bij loopbaanoriëntatie wordt aandacht besteed aan je capaciteiten en motivatie, aan het plannen van je loopbaan, het zoeken van een baan en aan netwerken. Tijdens de opleiding leer je hoe je hierin verder kunt ontwikkelen. Je leert bijvoorbeeld om na te denken over wat je wilt bereiken in je opleiding of je beroep en hoe je dit kunt bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat je leert hoe je actief deel uit kunt maken van de Nederlandse samenleving. Daarbij kun je onder andere denken aan het maken van politieke keuzes, op tijd op je werk komen en als kritische consument kunnen functioneren. Dit alles leer je bij het onderdeel "Loopbaan en Burgerschap" (L&B). Om je diploma te kunnen behalen, moet je ook voldoen aan de eisen voor L&B. 5.5 Overige onderdelen Sport en beweging Wij vinden het belangrijk dat je leert hoe je gezond kunt leven. Beweging is daar een belangrijk onderdeel van. Daarom streven we er bij het ROC naar om bewegingsonderwijs op te nemen in alle BOLopleidingen

15 6. Het onderwijsprogramma van je opleiding 6.1 De eerste leerperiode Oriëntatie erst doen we een aantal onderzoeken om te bepalen of deze opleiding voor jou wel de juiste is. Als dat niet zo is, dan kun je in de eerste weken nog overstappen naar een andere opleiding die beter bij jou past. Startprofiel Als je aan een opleiding begint stel je een startprofiel op waarin staat wat jouw persoonlijke kwaliteiten zijn. Verder beschrijf je er in wat je wil bereiken en welke competenties (vaardigheden) je al hebt. Dit startprofiel vergelijk je met het profiel van je opleiding en beroep. Met de mentor bekijk je of het startprofiel bij de opleiding past. In het startprofiel komen dus samengevat de volgende onderdelen aan bod: Wie ben ik? (je persoonlijke kwaliteiten) Wat wil ik? (je loopbaanwensen en ambities) Wat kan ik? (de competenties die je al hebt) Nulmetingen Als je start met je opleiding, moet jouw beginniveau van Nederlands, Rekenen en ngels gelijk zijn aan het vereiste eindniveau van het vmbo. Dat bepalen we door een test. Op basis van de resultaten proberen we jou een passend programma aan te bieden. Voor ngels of een andere moderne vreemde taal krijg je alleen een test als je deze taal later voor je beroep nodig hebt. 6.2 Leereenheden en opleiding bestaat uit leereenheden, leeractiviteiten en stages. en stage heet in het mbo trouwens beroepspraktijkvorming (BPV). lk studiejaar bestaat uit verschillende onderwijsperiodes en BPV-periodes, dat zie je in de tabel hieronder. Het is een zogenaamde begeleidingstabel (lessentabel) die de hele studieduur beslaat. Overigens wordt de tabel aan het begin van iedere onderwijsperiode zo nodig bijgesteld. De geplande uren zijn per vak of onderdeel opgenomen in de tabel. Per leereenheid en BPV-periode is aangegeven welke kerntaken en werkprocessen aan bod moeten komen

16 Curriculum ZD sprint B A S I S F A S S M S T R 1 kerntaak vak voortgang examen klokuren per week project Opdrachten, portfolio, toets, 6 beroepshouding Personen familie & erfrecht Basisrecht Nederlands lezen/luisteren Nederlands schrijven/spreken/ taalverzorging Nederlands Taalverzorging RT ngels Rekenen Getallen,hoeveelheden en maten LB: Politiek Burgerschap P1 conomisch Burgerschap P2 ICT tekstverwerken, typevaardigheden, PP P1: toets basisrecht P2: toets basisrecht P1: opdrachten en toets P2: opdrachten en toets P1: opdrachten en toets P2: opdrachten en toets P1: opdrachten en toets P2: opdrachten en toets P1: opdrachten en toets P2: opdrachten en toets P1: opdrachten en toets P2: opdrachten en toets P2 : Personen familie & erfrecht P2:schrijven A2 P2: spreken A2 aftekendossier 1 mentorles (1) Naam op rooster Sport en bewegen aftekendossier 2 Totaal aantal klokuren per week

17 Curriculum ZD sprint B R O P S V O O R B R I D N D F A S S M S T R 2 kerntaak vak voortgang examen klokuren per week project Opdrachten, portfolio, toets, 6 beroepshouding Privaatrecht P4: privaatrecht 3 Arbeidsrecht Burgerlijk procesrecht Nederlands lezen/luisteren Nederlands schrijven/spreken/ taalverzorging ngels Rekenen LB: P3:Sociaal, Vitaal P4:economische dimensie BPV voorbereiding/mentorles P3: Arbeidsrecht P4: Burgerlijk procesrecht P3: opdrachten en toets P4: opdrachten en toets P3: opdrachten en toets P4: opdrachten en toets P4: gesprekken voeren P3: opdrachten en toets P4: opdrachten en toets P3: opdrachten en toets P4: opdrachten en toets P3: opdrachten en toets P4: opdrachten en toets Lezen B1 Luisteren B1 gesprekken voeren A2 Sport en bewegen aftekendossier Naam op rooster Totaal aantal klokuren per week

18 Curriculum ZD sprint H O O F D F A S S M S T R 3 kerntaak vak voortgang examen klokuren per week 1, 2 BPV: BPV: inoefenen kerntaken d.m.v. praktijkopdrachten per werkproces BPV opdrachtenmap, portfolio intervisie 1 Bestuurs- en bestuursprocesrecht Nederlands bestuurs- en bestuursprocesrecht CO (lezen en luisteren)3f Spreken 3F Rekenen CO Naam op rooster Totaal aantal klokuren per week 29,5 uur

19 A F S L U I T N D F A S S M S T R 4 P1 kerntaak vak voortgang examen klokuren per week BPV: kerntaken afronden d.m.v. proeve van bekwaamheid per kerntaak. Proeve van bekwaamheid kerntaak 1, 2 en 4 intervisie 1 strafrecht strafrecht 4 Nederlands schrijven 3F 1 Herkansen CO Rekenen Herkansen CO 1 Totaal aantal klokuren per week Naam op rooster A F S L U I T N D F A S S M S T R 4 P2 kerntaak vak voortgang examen klokuren per week HBO competenties aftekendossier 2 bedrijfsrecht bedrijfsrecht 4 Nederlands Herkansen vaardigheden 1 ngels Herkansen vaardigheden 1 Recht extra Herkansen rechtvakken 4 mentorles 1 Totaal aantal klokuren per week 13 Naam op rooster

20 6.3 IJken en meten van studievoortgang Je ontvangt minimaal twee keer per jaar een overzicht van de voortgang van je studie. Dit bespreek je met jouw mentor. Het is voor jou, je docenten en begeleiders belangrijk om te weten hoe je ervoor staat, of je voldoende voortgang boekt, of je extra ondersteuning nodig hebt en of je verder mág met je opleiding. r zijn twee manieren van beoordelen: ontwikkelingsgericht (opdrachten, toetsen) en kwalificerend (examen). Ontwikkelingsgericht beoordelen/voortgang Als we ontwikkelingsgericht beoordelen, willen we vooral inzicht krijgen in hoe jij je ontwikkelt. Het gaat er dan niet om dat je een bepaald niveau haalt, maar dat je te horen krijgt wat je al beheerst en waar je je verder in moet ontwikkelen. Met die informatie kun jij dan verder aan de slag. Zo n beoordeling, bijvoorbeeld een toets, telt dus niet mee voor het behalen van je diploma of voor een certificaat, maar bepaalt wel of je niveau voldoende is om verder te kunnen naar een volgende opleidingsfase. Aan het eind van semester 1 en semester 2 wordt gekeken of je voldoet aan de eisen om dat semester met voldoende resultaat af te sluiten. In het sprinttraject wordt er na de eerste periode van 8 weken gekeken of je beroepshouding en resultaten goed genoeg zijn om het sprinttraject kunt blijven volgen. Is dit niet het geval dan kun je instromen in het reguliere die jarige traject. Semester 1 heb je doorlopen met goed gevolg als: - je het project hebt behaald (voldoende aanwezigheid, voldoende beroepshouding, 80% totaal aantal opdrachten voldoende). Ten aanzien van de aanwezigheid gaan wij ervan uit dat je 100% deelneemt aan de projectdagen. r is een marge van 20%, waarin ruimte is voor bijzondere omstandigheden. Uiteraard moet jouw mentor daar tijdig van op de hoogte zijn gesteld. Minder dan 80% aanwezigheid is daarom per definitie een onvoldoende voor het project. - je niet meer dan 2 vakken onvoldoende hebt, niet lager dan een Van alle gemaakte examens mag je er maar één onvoldoende hebben niet lager dan een 4.0. Als je semester 1 onvoldoende afsluit stroom je in in het reguliere 3 jarige traject. Semester 2 heb je doorlopen met goed gevolg als: - je het project hebt behaald (voldoende aanwezigheid, voldoende beroepshouding, 80% totaal aantal opdrachten voldoende). Ten aanzien van de aanwezigheid gaan wij ervan uit dat je 100% deelneemt aan de projectdagen. r is een marge van 20%, waarin ruimte is voor bijzondere omstandigheden. Uiteraard moet jouw mentor daar tijdig van op de hoogte zijn gesteld. Minder dan 80% aanwezigheid is daarom per definitie een onvoldoende voor het project. - je niet meer dan 2 vakken onvoldoende hebt, niet lager dan een het vak BPV-voorbereiding moet voldoende zijn; - Van alle gemaakte examens mag je er maar drie onvoldoende hebben niet lager dan een 4.0. Als je semester 2 onvoldoende afsluit stroom je in in het reguliere 3 jarige traject. Na iedere toetsweek bespreek je de resultaten en beroepshouding met je mentor in een functioneringsgesprek. Ook word je door middel van je rapport en een brief geïnformeerd over hoe jij er voor staat. Bij minderjarigen wordt de brief naar de ouders/verzorgers verstuurd. In de brief staan drie opties opgenomen: 1. Het gaat goed, als dit het rapport zou zijn van het einde van het semester, kun je door naar de volgende fase 2. Met je huidige rapport zou je nog niet door kunnen naar het volgende semester, je zult er wat harder aan moeten trekken. Met je mentor wordt besproken wat, de gemaakte afspraken hierover worden vastgelegd in duarte. 3. De behaalde resultaten en/of beroepshouding staan zo ver af van de gestelde eisen, dat de verwachting is dat je aan het einde van het semester niet door kunt gaan met de sprintopleiding. Je kunt instromen in het reguliere driejarige traject

21 4. Bindend studieadvies: De behaalde resultaten en/of beroepshouding staan zo ver af van de gestelde eisen, dat de verwachting is dat je aan het einde van het semester niet door kunt gaan met de (sprint)opleiding. Je bent verplicht om je voor het einde van het schooljaar ingeschreven te hebben bij een andere opleiding en kunt daarbij gebruik maken van de tweedelijnsbegeleiders. Met je mentor volgt hier een gesprek over, de gemaakte afspraken hierover worden vastgelegd in Trajectplanner. Bij blijvend onvoldoende resultaat kan een bindend studieadvies of doublure volgen. Bindende studieadviezen: 1. Het bindend studieadvies is gebaseerd op een dusdanig gebrek aan goede studieresultaten over de gehele linie dat niet verwacht kan worden dat de student een diploma haalt in de gekozen beroepsrichting. 2. Het bindend studieadvies wordt schriftelijk vastgelegd. 3. Vooraf wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. 4. Het bindend studieadvies wordt schriftelijk beargumenteerd. r kan tegen dit advies in beroep worden gegaan. Bezwaar maken tegen een bindend studieadvies Als een student het niet eens is met de beslissing van het bindend studieadvies kan hij (schriftelijk binnen 10 werkdagen) bezwaar maken bij de opleidingsmanager. De opleidingsmanager beoordeelt dan of het bezwaar terecht is. Is de student het niet eens met de beslissing van de opleidingsmanager dan kan deze nog in beroep gaan bij de directie van het college (binnen 10 werkdagen). Herkansen voortgangstoetsen Herkansingen zijn aan het eind van iedere periode. Wanneer je het project voldoende hebt, mag je gebruik maken van de mogelijkheid om te herkansen. Je mag dan alle vakken die je onvoldoende hebt één keer herkansen. Hier is maar één gelegenheid voor. Mis je die dan kun je niet meer herkansen. Herkansingen beslaan in principe de lesstof van het hele semester. Deeltoetsen kunnen dus niet worden herkanst. Herkansing van het project vindt zoveel mogelijk binnen het project plaats. Voor waar geen tijd en ruimte meer was op de projectdagen zelf, kan ruimte worden gereserveerd in de toetsweek. Het totale project kan niet herkanst worden. Onderdelen uit het project, worden tijdens het project herkanst met toestemming van de projectdocenten. Voor sport en bewegen kun je herkansen door een aanvullende/ vervangende opdracht als je door fysieke redenen niet kunt sporten. Je dient dit aan te tonen bij je mentor of bij de sportcoördinator. Je hebt voor een periode een onvoldoende als je in een periode meer dan 2 keer afwezig bent geweest zonder aantoonbare en geldige argumenten. Je ontvangt minimaal twee keer per jaar een overzicht van de voortgang van je studie. Deze bespreek je met jouw mentor. Planning en beschrijving van voortgangstoetsen en examens: zie curriculum hoofdstuk

22 Herkansen examens De examens die je onvoldoende haalt kun je voor semester 1 en 2 direct herkansen in de herkansingsweek van de voortgangstoetsen. De examens van semester 3, semester 4 en 5 kun je herkansen in de eerst volgende examenweek. Dus examens uit semester 3 in semester 4, semester 4 in semester 5 en examens uit semester 5 in 6. Voor semester 6 volgt een aparte herkansingsweek. Bezwaar en beroep voortgangstoetsen Wanneer je het niet eens bent met de beslissing van het docententeam, kun je binnen 1 week schriftelijk bezwaar maken. In je bezwaarschrift geef je aan waarom jij denkt dan de beslissing van de vergadering niet juist is. Ook vermeld je duidelijk de datum, je naam, je klas, je telefoonnummer en je adres. Je levert het bezwaarschrift in bij de opleidingscoördinator Rifka Münninghoff munninghoffr@rocva.nl, Uiterlijk 1 week na het indienen van je bezwaar ontvang je antwoord. Je mag elk examen maximaal twee keer herkansen met toestemming van het TC. Ben je het met dit antwoord nog steeds niet eens, dan kun je schriftelijk beroep aantekenen bij de opleidingsmanager. Je vermeldt duidelijk de datum, de reden van beroep en jouw persoonlijke gegevens. Wat je moet doen als je het niet eens bent met de uitslag van een examen, volg je de procedure uit het examenreglement. Kwalificerend beoordelen Als de uitslag van een beoordeling meetelt voor het diploma, noemen we dat kwalificerend beoordelen. Het gaat dan om een examen. In deze studiewijzer staat precies welke examens je krijgt (zie hoofdstuk 7). Als je alle examens van de opleiding met voldoende resultaat hebt afgesloten, ontvang je een diploma met daarbij een lijst van je resultaten. Niet alleen de examens op school bepalen trouwens of je een diploma krijgt. De beoordeling van je BPV telt ook mee bij de examinering (zie hoofdstuk 7). De Inspectie van het Onderwijs bewaakt de kwaliteit van de examens. xamenreglement De regels rond examinering staan in het examenreglement van het ROC. In het examenreglement staat bijvoorbeeld waar je je aan moet houden, maar ook wat je moet doen als je het niet eens bent met de uitslag van een examen

23 7 Het xamenprogramma Juridisch Medewerker Het examen van de opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Beroepsgericht deel Nederlands Rekenen ngels (MBO 4) Loopbaan en burgerschap Om het diploma van de opleiding te behalen, moet je daarbij voldoen aan de eisen die de school stelt voor de BPV. Voordat je aan je examens begint, krijg je de richtlijnen rond examinering. In deze richtlijnen staat wat je rechten en plichten zijn bij het maken van examens. 7.1 De beroepsgerichte examinering Beoordeling beroepsgericht examen: Het beroepsgericht examen bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Theorie-examens 2. Praktijkexamens (proeven van bekwaamheid en/of examenprojecten) Theorie examens examineren alleen de belangrijke vakkennis en vaardigheden, die onvoldoende aan bod komen in de praktijkexamens. Je moet voor het behalen van je diploma alle theorie-examens voldoende hebben (5,5 of meer). (zie verder 7.1.1) In de praktijkexamens worden kerntaken met de werkprocessen geëxamineerd. De kerntaak is behaald wanneer alle bijbehorende werkprocessen voldoende zijn. (zie verder 7.1.2) Wanneer je voor al je praktijkexamens slaagt, toont je aan dat je de kerntaken kan uitvoeren, zoals van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. De resultaten van de praktijkexamens bepalen dan ook het maximaal haalbare resultaat op kerntaakniveau en daarmee ook de beoordeling zoals die op de officiële cijferlijst bij je diploma komt. Het resultaat dat behaald is voor een praktijkexamen geldt pas als eindbeoordeling op kerntaakniveau als alle theorie-examens met een voldoende zijn afgerond. Het eindoordeel van de kerntaak wordt daarbij uitgedrukt in een driepuntschaal: goed, voldoende of onvoldoende. Daarnaast moet je voldoen aan de gestelde eisen voor beroepsgerichte talen en rekenen ( zie verder t/m 7.1.6)

24 Berekening resultaat van een kerntaak Theorie examens Praktijkexamen (PvB -P) resultaat kerntaak alle theorie-examens 5,5 of meer voldoende of goed voldoende of goed Theorie examens Praktijkexamen (PvB-P) resultaat kerntaak alle theorie examens 5,5 of meer onvoldoende onvoldoende Theorie examens Praktijkexamen (PvB-P) resultaat kerntaak een of meer theorieexamens minder dan 5,5 voldoende goed geen

25 BRKNING INDOORDL VAN N KRNTAAK 1. Het resultaat dat behaald is voor een praktijkexamen geldt pas als eindbeoordeling op kerntaakniveau als alle theorie-examens met een voldoende (5,5 of meer) zijn afgerond. 2. De kerntaak is behaald wanneer alle bijbehorende werkprocessen voldoende zijn. 3. Het eindoordeel van de kerntaak wordt daarbij uitgedrukt in een driepuntschaal: goed, voldoende of onvoldoende. 4. Voor het eindoordeel van de kerntaak geldt de volgende berekeningswijze: - Allereerst wordt de driepuntschaal uitgedrukt in een cijfer: Onvoldoende (O) = 4,0 Voldoende (V) = 6,0 Goed (G) = 8,0 - Daarna wordt het gemiddelde berekend (na 1 decimaal wordt gekapt ->6,45 = 6,4) - Daarna wordt het gemiddelde omgezet in een driepuntschaal gemiddelde cijfer van 1,0 t/m 5,4 = onvoldoende voor de kerntaak gemiddelde cijfer van 5,5 t/m 7,4 = voldoende voor de kerntaak gemiddelde cijfer van 7,5 t/m 8,0 = goed voor de kerntaak VOORBLD 1 Resultaten voor je theorie-examens: Theorie-examen 1 7,5 Theorie-examen 2 8,0 Theorie-examen 3 5,3 Theorie-examen 4 6,0 Resultaat praktijkexamen Kerntaak 1 Werkproces 1.1 V Werkproces 1.2 V Werkproces 1.3 V Werkproces 1.4 V Werkproces 1.5 V BRKNING Geen -> Theorie-examen 3 is 5,3 Je voldoet niet aan criterium

26 VOORBLD 2 Resultaten voor je theorie-examens: Theorie-examen 1 7,5 Theorie-examen 2 8,0 Theorie-examen 3 5,6 Theorie-examen 4 6,0 Resultaat praktijkexamen Kerntaak 1 Werkproces 1.1 G Werkproces 1.2 G Werkproces 1.3 O Werkproces 1.4 V Werkproces 1.5 V BRKNING Theorie-examens zijn allemaal voldoende. Resultaat Kerntaak: onvoldoende Reden: werkproces 1.3 is (O) onvoldoende. Je voldoet niet aan criterium 2 VOORBLD 3 Resultaten voor je theorie-examens: Theorie-examen 1 7,5 Theorie-examen 2 8,0 Theorie-examen 3 5,6 Theorie-examen 4 6,0 Resultaat praktijkexamen Kerntaak 1 Werkproces 1.1 V Werkproces 1.2 V Werkproces 1.3 G Werkproces 1.4 G Werkproces 1.5 V BRKNING Theorie-examens zijn allemaal voldoende. Resultaat Kerntaak: voldoende Reden: gemiddelde kerntaak 1 = (6,0 + 6,0 + 8,0 + 8,0 + 6,0):5 = 34 : 5 = 6,8 -> voldoende

27 VOORBLD 4 Resultaten voor je theorie-examens: Theorie-examen 1 7,5 Theorie-examen 2 8,0 Theorie-examen 3 5,6 Theorie-examen 4 6,0 Resultaat praktijkexamen Kerntaak 1 Werkproces 1.1 G Werkproces 1.2 V Werkproces 1.3 G Werkproces 1.4 G Werkproces 1.5 G BRKNING Theorie-examens zijn allemaal voldoende. Resultaat Kerntaak: goed Reden: gemiddelde kerntaak 1 = (8,0 + 6,0 + 8,0 + 8,0 + 8,0):5 = 38 : 5 = 7,6 -> goed

28 Bij diplomering geldt: alle Theorie examens alle kerntaken diploma voldoende Voldoende of Goed cijferlijst kerntaak V of G alle Theorie examens 1 of meer kerntaken geen diploma voldoende Onvoldoende kerntaak onvoldoende 1 of meer Theorie examens kerntaak geen diploma onvoldoende geen resultaat niet alle theorie-examens voldoende-> KT geen reslutaat

29 Crebo Juridisch medewerker Zakelijke dienstverlening (4) In onderstaande tabellen zie je welke beroepsgerichte examenonderdelen geëxamineerd worden. In de tabel kun je lezen in welke vorm het examen wordt afgenomen, waar en op welk moment van de opleiding Theorie-examens Theorie-examens Vakkennis en Vaardigheden Cesuur xamentoets of - Personenrecht, familierecht en erfrecht 5,5 onderdeel xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets SPL Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 1 xamentoets of - Privaatrecht: vermogensrecht 5,5 onderdeel xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets SPL Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 2 xamentoets of - Arbeidsrecht 5,5 onderdeel xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets SPL Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 5 xamentoets of - onderdeel Bestuursrecht en bestuursprocesrecht Juridisch medewerker 5,5 xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets SPL Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 3 xamentoets of - Strafrecht en strafprocesrecht 5,5 onderdeel xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets SPL Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 6 xamentoets of - Bedrijfsrecht 5,5 onderdeel xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets SPL Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 6 xamentoets of - Burgerlijk procesrecht 5,5 onderdeel xamenvorm Theorie- / vaardighedentoets Plaats van afname Op school Periode van afname Semester 3 Cesuur: en ondergrens voor een toets. Bij een resultaat lager dan de cesuur is slagen voor het gehele examen niet mogelijk

30 Praktijkexamens Praktijkexamen Verricht frontofficewerkzaamheden Cesuur Kerntaak 1 xamentoets of Verstrekt informatie en advies V,G,O onderdeel 1.3 Verwijst door xamenvorm Proeve Plaats van afname In de bpv Periode van afname Semester 5 indwaardering Als alles voldoende of goed is V,G,O kerntaak 1 Cesuur: en ondergrens voor een toets. Bij een resultaat lager dan de cesuur is slagen voor het hele examen niet mogelijk. Praktijkexamen Kerntaak 2 xamentoets of - onderdeel Behandelt aanvragen / opdrachten 2.2 Typeert, interpreteert en ordent gegevens 2.3 Stelt documenten op 2.4 Beheert het dossier 2.5 Bewaakt termijnen en procedures Proeve In de bpv xamenvorm Plaats van afname Periode van afname Semester 5 indwaardering Als alles voldoende of goed is kerntaak 2 Cesuur: Cesuur V,G,O V,G,O en ondergrens voor een toets. Bij een resultaat lager dan de cesuur is slagen voor het gehele examen niet mogelijk. Praktijkexamen Verricht marketingactiviteiten Cesuur Kerntaak 4 xamentoets of Genereert en verwerkt marktgegevens V,G,O onderdeel 4.2 Voert promotieactiviteiten uit xamenvorm Proeve of examenproject Plaats van afname Op school of in de bpv Periode van afname Semester 5 of 6 indwaardering Als alles voldoende of goed is V,G,O kerntaak 4 Cesuur: en ondergrens voor een toets. Bij een resultaat lager dan de cesuur is slagen voor het hele examen niet mogelijk

31 Beroepsgericht Nederlands Het kwalificatiedossier stelt ook eisen aan Nederlands in de beroepspraktijk (zie deel C van het kwalificatie-dossier.) De eisen voor beroepsgericht Nederlands zijn in deel C beschreven als benodigde vakkennis en vaardigheden bij een werkproces en/of in de prestatie-indicatoren. Het niveau daarvoor is indicatief (zie deel D van het kwalificatie-dossier) In onderstaande tabellen zijn die (indicatieve) niveaus aangegeven. Vaardigheid Mondelinge Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Taalverzorging Taalvaardigheid + Taalbeschouwing Niveau 3F 3F 3F 3F Het beroepsgericht Nederlands wordt binnen de Proeve van Bekwaamheid en/of de xamenprojecten getoetst en beoordeeld. De cesuur voor Nederlands binnen de Proeve en/of de xamenprojecten is verantwoord en is zodanig opgesteld dat bij de beoordeling recht wordt gedaan aan het vereiste taalniveau. NB. Als de eis voor Nederlands zeer specifiek is geformuleerd bij een bepaald werkproces, dan wordt de beheersing ervan expliciet getoetst en beoordeeld worden binnen de examinering van dat werkproces Beroepsgericht Rekenen Het kwalificatiedossier stelt ook eisen aan Rekenen in de beroepspraktijk (zie deel C van het kwalificatie-dossier). De beroepsgerichte Rekeneisen zijn in deel C beschreven als benodigde vakkennis en vaardigheden bij een werkproces en/of in de prestatie-indicatoren. Het niveau daarvoor is indicatief (zie deel D van het kwalificatie-dossier) In onderstaande tabellen zijn die (indicatieve) niveaus aangegeven. Rekenen Vaardigheid Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Niveau 3F 3F n.v.t. 3F Het beroepsgericht Rekenen wordt binnen de Proeve van Bekwaamheid en/of de xamenprojecten getoetst en beoordeeld. De cesuur voor Rekenen binnen de Proeve en/of de xamenprojecten is verantwoord en is zodanig opgesteld dat bij de beoordeling recht wordt gedaan aan het vereiste rekenniveau. NB. Als de eis voor Rekenen zeer specifiek is geformuleerd bij een bepaald werkproces, dan wordt de beheersing ervan expliciet getoetst en beoordeeld binnen de examinering van dat werkproces Beroepsgericht ngels (MVT) Het kwalificatiedossier stelt ook eisen aan ngels in de beroepspraktijk (zie deel C van het kwalificatie-dossier.) De eisen voor beroepsgericht ngels zijn in deel C beschreven als benodigde vakkennis en vaardigheden bij een werkproces en/of in de prestatie-indicatoren. Het niveau daarvoor is indicatief (zie deel D van het kwalificatie-dossier)