Focus in de opsporing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Focus in de opsporing"

Transcriptie

1 Focus in de opsporing

2

3 314 Onderzoek en beleid Focus in de opsporing Een onderzoek naar de implementatie en uitvoering van de maatregelen uit het Programma Versterking Opsporing en Vervolging en het Programma Permanent Professioneel tegen de achtergrond van het voorkomen van tunnelvisie C.M.B. Liedenbaum C.J. de Poot E.K. van Straalen R.F. Kouwenberg

4 Onderzoek en beleid De reeks Onderzoek en beleid omvat de rapporten van onderzoek dat door en in opdracht van het WODC is verricht. Opname in de reeks betekent niet dat de inhoud van de rapporten het standpunt van de Minister van Veiligheid en Justitie weergeeft. Exemplaren van dit rapport kunnen worden besteld bij het distributiecentrum van Boom Lemma uitgevers: Boom distributiecentrum te Meppel Tel Fax De integrale tekst van de WODC-rapporten is gratis te downloaden van Op is ook nadere informatie te vinden over andere WODC-publicaties. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (art. 16 Auteurswet) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. ISBN ISBN (e-book) NUR 820

5 Voorwoord In 2005 verscheen het Evaluatierapport van de Commissie-Posthumus naar aanleiding van de Schiedammer Parkmoord. Uit dit rapport werd duidelijk dat tunnelvisie in het opsporingsonderzoek één van de belangrijkste oorzaken is geweest van de rechterlijke dwaling in de Schiedammer Parkmoord. Sindsdien hebben politie en OM vele maatregelen genomen die in brede zin moeten bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit en professionaliteit binnen de opsporing en vervolging. Het gaat om maatregelen uit het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) en uit het Programma Permanent Professioneel (PP). Een beperkter aantal maatregelen kan ook meer specifiek in verband gebracht worden met het tegengaan van tunnelvisie in de opsporing. Tien jaar na de invoering van PVOV en vijf jaar na de invoering van PP dient de vraag zich aan wat de maatregelen concreet hebben opgeleverd als het gaat om het scheppen van voorwaarden ter voorkoming van tunnelvisie in de opsporing. Doel van dit rapport is inzicht bieden in 1) de factoren die bijdragen aan het ontstaan van tunnelvisie en de wijze waarop de maatregelen aansluiten op de in de theorie gevonden barrières tegen tunnelvisie, 2) de mate waarin PVOV en PP volgens de vooraf bedachte plannen binnen de politieeenheden en arrondissementsparketten zijn geïmplementeerd en 3) de wijze waarop de maatregelen die gericht zijn op het tegengaan van tunnelvisie in de praktijk worden uitgevoerd en de mate waarin zij voorwaarden kunnen scheppen om tunnelvisie te voorkomen. De bevindingen uit dit onderzoek zijn gebaseerd op literatuuronderzoek, een documentenanalyse, observatieonderzoek en interviews. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in drie politie-eenheden en drie arrondissementsparketten. Centraal daarbij stonden de zogenoemde Teams Grootschalig Optreden (TGO s). Door middel van veldonderzoek en interviews met betrokkenen van politie en OM bij dergelijke TGO s is in kaart gebracht hoe de maatregelen uit PVOV en PP die gericht zijn op het voorkomen van tunnelvisie in de praktijk zijn geïmplementeerd en worden uitgevoerd. Aan de hand hiervan zijn inzichten verkregen in de bijdrage die de maatregelen kunnen leveren aan het tegengaan van tunnelvisie binnen TGO s. Bovendien geeft dit rapport vanuit het perspectief van rechercheurs en officieren van justitie een beeld van de meerwaarde, gevolgen en neveneffecten van de invoering van deze maatregelen. Dit rapport had niet tot stand kunnen komen zonder de medewerking van velen. Mede namens de auteurs dank ik alle personen die door hun medewerking aan de interviews, het verlenen van toegang en het verstrekken van informatie hebben bijgedragen aan dit onderzoek. De openheid en de bereidheid van medewerkers van politie en justitie om aan dit onderzoek mee te werken, is van grote waarde geweest voor de totstandkoming ervan. Daarnaast gaat mijn dank uit naar de leden van de begeleidingscommissie (zie bijlage 1), die met hun kritische vragen en hun zorgvuldige commentaar

6 6 Focus in de opsporing op de geschreven stukken een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan dit rapport. Prof. dr. Frans Leeuw Directeur WODC

7 Inhoud Afkortingen 11 Samenvatting 13 1 Inleiding Historische schets Ontwikkelingen na de IRT-affaire Ontwikkelingen na de Schiedammer Parkmoord Ontwikkelingen na Sierra en Tom Poes Vraagstelling Relevantie van dit onderzoek Onderzoek naar het opsporingsproces Onderzoek naar PVOV en PP Opnieuw een keerpunt in de opsporing? Slot 44 2 Opzet en uitvoering onderzoek Opzet onderzoek Analyse afgesloten strafzaken Analyse beleidsprogramma s Selectie van regio s en TGO-zaken Onderzoek in drie regio s Afgesloten TGO s Lopende TGO s Dataverzameling en -analyse 56 3 Tunnelvisie Het begrip tunnelvisie Gerichte visie in de opsporing Focus in het opsporingsonderzoek Beperkingen in het opsporingsonderzoek Tunnelvisie in de opsporing Tunnelvisie op individueel niveau Tunnelvisie op groepsniveau Barrières tegen tunnelvisie Barrières tegen denkfouten Barrières tegen groepsdenken Een analyseschema 75 4 Tunnelvisie in afgesloten strafzaken Verantwoording analyse afgesloten strafzaken Tunnelvisie in zaak Ina Post Beschrijving zaak Ina Post Context van het opsporingsonderzoek Van focus naar denkfouten Invloed van groepsdenken 89

8 8 Focus in de opsporing Gemiste kansen om tunnelvisie tegen te gaan Tunnelvisie in Schiedammer Parkmoord Beschrijving Schiedammer Parkmoord Context van het opsporingsonderzoek Van focus naar denkfouten Invloed van groepsdenken Gemiste kansen om tunnelvisie tegen te gaan Een vergelijkende analyse Slot Maatregelen bij politie en OM Het Programma Versterking Opsporing en Vervolging Ontstaan van het programma Maatregelen bij politie en OM Het Programma Permanent Professioneel Ontstaan van het programma Maatregelen bij OM Aansluiting maatregelen op barrières tegen tunnelvisie Barrières tegen denkfouten Barrières tegen groepsdenken Barrières tegen disbalans in opsporingsonderzoeken Slot Implementatie maatregelen bij politie en OM Implementatie PVOV en PP Stand van zaken bij drie politie-eenheden Ontwikkelingen na Posthumus Huidige inrichting TGO s Opleiding en certificering Opstarten van TGO s bij politie Stand van zaken bij drie arrondissementsparketten Huidige inrichting Bureau Recherche Opleiding en certificering Opstarten van TGO s bij het OM Slot Omgang met informatie Verzamelen van informatie Forensisch onderzoek Tactisch onderzoek Analyseren van informatie Rol informatiecoördinator en operationeel analist Rol tactisch analist Invulling scenarioanalyse Vastleggen van informatie 234

9 Inhoud Rol van de dossiermaker Invulling dossier Slot Sturing en besluitvorming Het VKL-overleg Posities binnen de VKL Betrokken distantie van de officier Verslaglegging en monitoring gemaakte afspraken Binding met de VKU Het stuurploegoverleg Het TGO-criterium Zicht op voortgang van TGO Sturen op TGO-onderzoek Het regionaal zaaksoverleg Het zicht-op-zaken-systeem Het regionale zaaksoverleg Slot Reflectie en tegenspraak Reflectie binnen een TGO-team Briefings, brainstormsessies en evaluaties Reflectie op de werkvloer Reflectie bij het OM De reflectiekamer Reflectie op de werkvloer Tegenspraak bij de politie Inzet van tegensprekers Borging in de cultuur Tegenspraak bij het OM Inzet van tegensprekers Borging in de cultuur Slot Meerwaarde, neveneffecten, waarborgen en uitdagingen Meerwaarde van PVOV en PP Neveneffecten van PVOV en PP Waarborgen tegen tunnelvisie Uitdagingen na PVOV en PP Slot Conclusie Ontstaan van tunnelvisie Maatregelen tegen tunnelvisie Implementatie van PVOV en PP Voorwaarden op organisatorisch niveau 389

10 10 Focus in de opsporing 11.5 Voorwaarden op inhoudelijk niveau Reflectie en tegenspraak Toekomstige uitdagingen politie en OM Slot 408 Summary 411 Literatuur 421 Bijlage 1 Samenstelling begeleidingscommissie 427 Bijlage 2 Analyse afgesloten strafzaken 429 Bijlage 3 Veldonderzoek 433 Bijlage 4 Certificering en ervaring 437

11 Afkortingen ABRIO Aanpak Bedrijfsvoering, Recherche, Informatiehuishouding en Opleiding ACAS Adviescommissie Afgesloten Strafzaken AVR Aanwijzing Auditief en Audiovisueel Registreren van Verhoren BOB Bijzondere Opsporingsbevoegdheden BVH Basisvoorziening Handhaving BVO Basisvoorziening Opsporing CEAS Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken CIE Criminele Inlichtingen Eenheid CPDU Coördinator Plaats Delict Unit CTC Centrale Toetsingscommissie CSV Criminele Samenwerkingsverbanden CVO Centrum Versterking Opsporing DACTY Dactyloscopie, vingerafdrukkenonderzoek DCS Digitale Communicatie Sporen FO Forensische Opsporing FT-normen Forensisch Technische normen GBK Gemeenschappelijke BOB-Kamer IRT Interregionaal Rechercheteam IRC Internationaal Rechtshulp Centrum LDM Landelijke Deskundigheidsmakelaardij LTVK Landelijk Team Verankering Kwaliteitsinstrumenten LSV Landelijk Sporen Volgsysteem NFI Nederlands Forensisch Instituut OLL-R Operationele Leergang Leidinggevende Recherche OM Openbaar Ministerie OVC Opname van Vertrouwelijke Communicatie PD Plaats Delict PVO Programmabureau Versterking Opsporing PVOV Programma Versterking Opsporing en Vervolging PG Procureur-Generaal PP Permanent Professioneel OM Openbaar Ministerie Raio Rechterlijke ambtenaar in opleiding RBT Recherche Bijstand Team RIO Regionale Informatie Organisatie RID Regionale Inlichtingendienst TCI Team Criminele Inlichtingen TLL-R Tactische Leergang Leidinggevende Recherche TGO Team Grootschalig Optreden VKL Vaste Kern Leidinggevenden VKU Vaste Kern Uitvoerenden VKV Verhoor Kwetsbare Verdachte VUG Verhoor Uitgebreid Gecompliceerd

12 12 Focus in de opsporing VVH WOD ZwaCri Verdieping Verhoor Werken Onder Dekmantel Zware Criminaliteit

13 Samenvatting Aanleiding en centrale onderzoeksvraag In 2005 verscheen het Evaluatierapport van de Commissie-Posthumus naar aanleiding van de Schiedammer Parkmoord. Dit rapport maakte vele kwetsbaarheden zichtbaar in het proces van de opsporing en vervolging. Op basis van de aanbevelingen van de Commissie-Posthumus is al kort na het verschijnen van het Evaluatieonderzoek (september 2005) het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) tot stand gekomen (november 2005). Dit verbeterprogramma omvat vele maatregelen die in brede zin moeten bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit en professionaliteit binnen de opsporing en vervolging. Een beperkter aantal maatregelen kan ook meer direct in verband worden gebracht met het tegengaan van tunnelvisie in het opsporingsonderzoek. Hiertoe behoren bijvoorbeeld maatregelen op het terrein van het in kaart brengen van alternatieve opsporingsscenario s, het monitoren van beslissingen tijdens het opsporingsproces en het organiseren van tegenspraak en reflectie. Deze maatregelen richten zich voornamelijk op zaken waarin zogenoemde Teams Grootschalige Opsporing (TGO s) rechercheonderzoek verrichten. Bij TGO s gaat het om zaken waarbij onder meer sprake is van voltooide opzettelijke levensdelicten en zeer ernstige zedendelicten die veel maatschappelijke beroering wekken. Na de invoering van de PVOV-maatregelen zijn met de komst van het Programma Permanent Professioneel (PP) in november 2010 verdere investeringen gedaan in de kwaliteitsverbetering en professionalisering bij het OM. De maatregelen uit PP kunnen als een aanvulling en verdieping worden gezien op de maatregelen die voor het OM in het Programma Versterking Opsporing en Vervolging zijn getroffen. Zij richten zich onder meer op het monitoren van lopende onderzoeken door actief te kijken naar kwetsbaarheden en afbreukrisico s. Daarnaast wordt in PP aandacht besteed aan de evaluatie en reflectie van zaken. Met de maatregelen uit PP en PVOV is er in de afgelopen tien jaar veel gedaan om niet alleen de kwaliteit en de professionaliteit binnen de opsporing te verbeteren, maar ook om risico s op een eventuele tunnelvisie van de zijde van het rechercheteam of van de officier van justitie te voorkomen. Tien jaar na de invoering van PVOV en vijf jaar na de invoering van PP dient zich in het bijzonder de vraag aan wat de maatregelen concreet hebben opgeleverd als het gaat om het scheppen van voorwaarden om tunnelvisie in de opsporing te voorkomen. Centrale vraagstelling van het onderzoek is: Welke gevolgen hebben de maatregelen uit het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) en uit Permanent Professioneel (PP) die gericht zijn

14 14 Focus in de opsporing op het voorkomen van tunnelvisie voor de praktijk van de opsporing en in welke mate scheppen zij voorwaarden om tunnelvisie te voorkomen? In dit rapport is niet gekeken of en hoe vaak tunnelvisie zich binnen de TGOpraktijk voordoet en of de maatregelen een daadwerkelijke bijdrage hebben geleverd aan het verminderen ervan. Dit enerzijds omdat er geen voormetingen zijn (en er ook geen controlesituatie kan worden gecreëerd) waartegen eventuele bevindingen zouden kunnen worden afgezet. Anderzijds omdat pas met zekerheid kan worden vastgesteld of sprake is van dwalingen als gevolg van tunnelvisie als ook echt vaststaat bij voorkeur door onherroepelijke veroordeling van iemand anders voor hetzelfde strafbare feit dat een onschuldige verdachte heeft vastgezeten. In dit rapport is dan ook bovenal aandacht uitgegaan naar de implementatie en uitvoering van de maatregelen uit PVOV en PP die gericht zijn op het voorkomen van tunnelvisie en de mate waarin zij voorwaarden scheppen om tunnelvisie te voorkomen. Methode van onderzoek In de eerste fase van het onderzoek is in kaart gebracht wat in de wetenschappelijke literatuur onder het begrip tunnelvisie wordt verstaan. Verder is aan de hand van een uitgebreide literatuurstudie bekeken welke factoren een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van tunnelvisie en welke barrières kunnen worden opgeworpen tegen het ontstaan van tunnelvisie binnen een opsporingsonderzoek. In de tweede fase hebben de maatregelen uit het Programma Versterking Opsporing en Vervolging en het Programma Permanent Professioneel centraal gestaan. Op basis van een analyse van de beide beleidsprogramma s is in kaart gebracht hoe de maatregelen zich verhouden tot de bestaande theorie over tunnelvisie. Daarna is in kaart gebracht hoe de implementatie van de maatregelen in de praktijk is verlopen. Hiervoor werden bij drie politie-eenheden en drie arrondissementsparketten interviews gehouden. Deze interviews over de implementatie van de maatregelen zijn onderdeel geweest van een veel uitgebreider onderzoek naar de uitvoering van de maatregelen, dat centraal stond in de derde fase van het onderzoek. In de derde fase van het onderzoek heeft veldonderzoek naar de uitvoering van de maatregelen plaatsgevonden bij drie politie-eenheden en drie arrondissementsparketten. Daarbij is in elk van de eenheden gestart met een dossieronderzoek naar een afgesloten TGO. Daarnaast zijn interviews gehouden met teamleden en de officier van justitie die betrokken waren bij het afgesloten TGO. Tijdens het onderzoek naar het afgesloten TGO is in elk van de eenheden ook begonnen met observatieonderzoek binnen een net gestart TGO. Hier werden onder meer briefings, brainstormsessies en overleggen bijgewoond. Daarnaast konden tijdens het veldonderzoek allerlei documenten worden ingezien en werden aanvullende gesprekken en interviews gehouden

15 Samenvatting 15 met teamleden en officieren van justitie. In totaal vonden in het onderzoek 64 interviews en gesprekken plaats. Het ontstaan van tunnelvisie Elk opsporingsproces begint met het zoeken naar een bepaalde focus aan de hand van slimme en snelle heuristieken die rechercheurs helpen bij het nemen van beslissingen in een complexe zaak. De scheidslijn tussen het zoeken van een bepaalde focus en het ontwikkelen van tunnelvisie is zeer diffuus. Onder bepaalde omstandigheden kan in het opsporingsonderzoek de focus vertroebeld raken en kan een te eenzijdige focus leiden tot tunnelvisie. Tegelijkertijd hoeft een verkeerde focus niet te leiden tot tunnelvisie, omdat een rechercheteam tijdens het opsporingsproces de mogelijkheid heeft om terug te komen op eerdere besluiten. Omdat het opsporingsproces en het zoeken naar een bepaalde focus zeer dynamisch verlopen en de overgang tussen het zoeken naar focus en het ontwikkelen van tunnelvisie zich op een glijdende schaal bevindt, is het in de praktijk moeilijk waarneembaar wanneer er sprake is van tunnelvisie. Op basis van wetenschappelijke literatuur is in dit rapport vastgesteld dat tunnelvisie kan ontstaan als gevolg van denkfouten in het opsporingsonderzoek of als gevolg van groepsdenken. Denkfouten kunnen in de eerste plaats het gevolg zijn van het gebruik van ongefundeerde ijkpunten (meestal aan de start van een opsporingsonderzoek) op basis waarvan het onderzoek in een bepaalde richting wordt geduwd. Daarnaast kunnen denkfouten zich voordoen als tijdens het opsporingsonderzoek informatie te eenzijdig binnen één bepaalde context wordt geplaatst als gevolg waarvan ook het zoekgedrag van rechercheurs een te eenzijdige invulling krijgt. Bovendien kunnen denkfouten het gevolg zijn van een neiging om gedurende het opsporingsonderzoek vooral op zoek te gaan naar bewijs dat de bestaande overtuiging bevestigt. Ook kan de neiging ontstaan om tijdens het opsporingsonderzoek vast te houden aan een bestaande overtuiging ook al is er bewijs beschikbaar dat deze overtuiging ondermijnt. Verder kunnen denkfouten ontstaan als op basis van een bepaalde overtuiging ook een beeld over de gewenste uitkomst wordt gevormd. Het gevaar bestaat dan dat achteraf het eindverhaal in het onderzoeksdossier wordt bijgesteld om dit in overeenstemming te brengen met de gewenste uitkomst. Groepsdenken kan zich voordoen bij een hoge mate van cohesie in een rechercheteam, als gevolg waarvan het risico kan ontstaan dat teamleden hun onafhankelijk kritisch denken aanpassen aan de mening van de groep. Teamleden kunnen daarbij te maken krijgen met zelfoverschatting (een gevoel dat weinig mis kan gaan), collectieve blikvernauwing (het collectief

16 16 Focus in de opsporing construeren van argumenten om negatieve feedback op besluiten te pareren) en conformeringsdruk (twijfels worden niet geuit vanwege de harmonie in de groep). Doordat het belang van de eenheid in het team voorop staat, kan bij teamleden de neiging ontstaan om mogelijke tegenstrijdigheden in een rechercheonderzoek uit de weg te gaan. Dit kunnen zij doen door na te laten alternatieve onderzoeksrichtingen te verkennen. Als men eenmaal overtuigd is geraakt van een bepaald alternatief, kan een situatie ontstaan waarin oorspronkelijk verworpen alternatieven niet meer in heroverweging worden genomen en teamleden terughoudend worden in het verzamelen van aanvullende informatie. Ook kan het voorkomen dat teamleden informatie vertekend weergeven om tegenstrijdigheden ten aanzien van het eigen voorkeursalternatief uit de weg te gaan. Maatregelen tegen tunnelvisie Om te zien of PVOV en PP voorwaarden kunnen scheppen om tunnelvisie tegen te gaan, is in kaart gebracht of de maatregelen uit beide programma s aansluiten op de in de wetenschappelijke literatuur gevonden barrières voor het ontstaan van denkfouten en groepsdenken. Na analyse van de beleidsprogramma s van PVOV en PP bleken de volgende maatregelen aan te sluiten op de in de wetenschappelijke literatuur aangewezen barrières tegen denkfouten: 1 Beslissingen en gedachtevorming in een onderzoek dienen volgens PVOV te worden vastgelegd in een afsprakenjournaal en een OM-journaal. 2 De consistentie van de gemaakte afspraken en beslissingen in een rechercheonderzoek dient volgens PVOV door de ambtelijk secretaris te worden getoetst. 3 Tijdens een TGO moet volgens PVOV met hypothesen en scenario s worden gewerkt. Deze hypothesen en scenario s worden door de tactisch analist opgesteld. 4 De kern van de rol van de tactisch analist bestaat uit het toetsen van de gekozen onderzoeksrichtingen en het weerleggen van bewijs ten aanzien van scenario s. 5 Volgens PVOV dient tijdens een opsporingsonderzoek op en tussen elk niveau (strategisch, tactisch en operationeel) binnen de recherche reflectie plaats te vinden. Volgens PP kan de officier van justitie bepaalde dilemma s en problemen in een opsporingsonderzoek voorleggen aan de reflectiekamer. 6 Bij de dossiervorming dient volgens PVOV naast belastend bewijs ook aandacht te zijn voor ontlastend bewijs. Bovendien stelt PVOV als eis dat bij de dossiervorming wordt teruggegrepen op de oorspronkelijke informatiebron.

17 Samenvatting 17 Naast dat maatregelen uit PVOV en PP aansluiten op de in de wetenschappelijke literatuur aangedragen barrières tegen denkfouten, zijn er ook parallellen te vinden tussen de maatregelen en de barrières tegen groepsdenken. Na analyse van PVOV en PP bleken de volgende maatregelen aan te sluiten op de in de wetenschappelijke literatuur aangedragen barrières tegen groepsdenken: 1 De teamleider van een TGO dient volgens PVOV een continue vorm van reflectie te bevorderen door middel van werkoverleggen, briefings, brainstormsessies en evaluaties. 2 De teamleider richt zich volgens PVOV tevens vanuit een kritische en objectieve positie op de strategie en tactiek van een rechercheonderzoek. De officier van justitie richt zich volgens PVOV vanuit betrokken distantie op het rechercheonderzoek. 3 Officieren van justitie kunnen de eigen bevindingen uit het opsporingsonderzoek terugkoppelen en bespreekbaar maken bij het Bureau Recherche. Onderdeel van het Bureau Recherche zijn de rechercheofficier, CIE-officier, informatieofficier, forensisch officier en de kwaliteitsofficier. Zij houden zicht op de lopende zaken en op de officieren die de zaken doen. 4 Officieren van justitie hebben op basis van PP de mogelijkheid om dilemma s voor te leggen aan de reflectiekamer. Mensen die niet rechtstreeks betrokken zijn bij de zaak worden uitgenodigd om in de reflectiekamer te reflecteren op belangrijke beslispunten in de zaak. 5 Op basis van bepaalde criteria dient volgens PVOV bij TGO s tegenspraak te worden georganiseerd, waarbij de teamleider en de officier van justitie door tegensprekers van tegenspraak worden voorzien. 6 Bij het OM wordt op grond van PP gewerkt met een zicht-op-zakensysteem. Gevoelige zaken met een afbreukrisico dienen door de officier van justitie in dit systeem te worden gemeld. In het regionale zaaksoverleg kunnen vervolgens de gevoeligheden worden besproken. Implementatie in de praktijk Voor het scheppen van voorwaarden ter voorkoming van tunnelvisie is het allereerst van belang om vast te stellen of de organisatorische kaders uit PVOV en PP zijn geïmplementeerd zoals de plannen dat voorzagen. Het TGOraamwerk en het Bureau Recherche zijn de kaders waarbinnen invulling wordt gegeven aan de maatregelen uit PVOV en PP. Daarbij is het Bureau Recherche vooral gericht op het zicht houden op zaken en op mensen binnen het arrondissementsparket. Het TGO-raamwerk geeft invulling aan functies en rollen die essentieel zijn voor het verloop van het opsporingsonderzoek.

18 18 Focus in de opsporing Implementatie bij de politie De politie heeft grote inspanningen moeten leveren om het TGO-raamwerk te implementeren. Uit dit rapport is gebleken dat vijf van de zeven onderzochte regio s na 2006 dit relatief voortvarend hebben opgepakt. Bij twee onderzochte regio s waar dit minder goed van de grond kwam, bleek men vast te houden aan de oude werkwijze of accepteerde men dat er op punten werd afgeweken van het TGO-raamwerk. Mede onder invloed van de recente reorganisatie bij de politie is de invulling van het TGO-raamwerk zich verder aan het vormen. Bepaalde functies en rollen worden sindsdien meer conform PVOV ingevuld, zoals de rol van de ambtelijk secretaris en de tactisch analist. Daarnaast hebben er verschuivingen plaatsgevonden bij de aanlevering van TGO-personeel in de opstartfase van een TGO. Sinds de samenvoeging van de politieregio s komt het uitvoerende recherchepersoneel uit de districten. De aanlevering van het uitvoerend personeel voor TGO s wordt in de nieuwe situatie als kwetsbaar ervaren. Er bestaat onzekerheid bij de TGOteamleiders over de kwaliteit van het uitvoerend personeel dat uit de districten wordt geleverd, evenals over de aanlevering van verhoorders en dossiermakers. Dit speelt zich af in een situatie waarbij de voormalige politieregio s in een relatief kort tijdsbestek moesten gaan samenwerken. De veranderingen die dat heeft opgeleverd moeten zich nog verder gaan vormen. Implementatie bij het OM In vergelijking met de ontwikkelingen op TGO-gebied de afgelopen tien jaar, kent het Bureau Recherche een veel kortere geschiedenis. Sinds 2010 hebben zich alleen verschuivingen voorgedaan ten aanzien van een meer virtuele of meer fysieke invulling van het Bureau Recherche. Daarbij lijkt bovenal het fysieke Bureau Recherche het meest zichtbaar voor officieren van justitie, aangezien de rechercheofficier, kwaliteitsofficier, CIE-officier, forensisch officier en informatieofficier als onderdeel van dit bureau beter benaderbaar zijn op één fysieke plek binnen het parket voor officieren van justitie. Verder heeft Permanent Professioneel in de parketten geleid tot een duidelijkere invulling van onder meer de rollen van de rechercheofficier, kwaliteitsofficier en maatwerkteamleider. De rechercheofficier is nadrukkelijker betrokken bij de strategische keuzes in grotere en/of gevoelige opsporingsonderzoeken. De kwaliteitsofficier heeft een belangrijke rol gekregen in de coaching van officieren van justitie en de monitoring van kwaliteit van de werkzaamheden. De maatwerkteamleider moet tegenwoordig inhoudelijk beter op de hoogte zijn van de zaken die binnen zijn team door de officieren worden afgehandeld.

19 Samenvatting 19 Voorwaarden om het ontstaan van tunnelvisie te voorkomen Hoe vanuit het TGO-raamwerk en het Bureau Recherche invulling wordt gegeven aan de uitvoering van de maatregelen is bepalend voor de mate waarin voorwaarden aanwezig zijn om tunnelvisie te voorkomen. Op organisatorisch niveau is de mate waarin deze voorwaarden aanwezig zijn afhankelijk van de positionering van onder meer de teamleider, officier van justitie, ambtelijk secretaris, tactisch analist en dossiervormer binnen een TGO. Op inhoudelijk niveau is de mate waarin deze voorwaarden aanwezig zijn afhankelijk van onder meer de zorgvuldige omgang met informatie, een gedegen scenarioanalyse, een goede verslaglegging van de besluitvorming en het melden van gevoelige zaken met een afbreukrisico door officieren van justitie. Voorwaarden op organisatorisch niveau Om tunnelvisie te voorkomen is het van belang dat de TGO-teamleider zich als procesbewaker opstelt en op afstand het overzicht houdt op de operationele uitvoering. Daarnaast is het van belang dat de teamleider de ambtelijk secretaris dusdanig in een TGO positioneert dat hij of zij kritisch kan reflecteren op de consistentie van de besluitvorming binnen het rechercheonderzoek. Bovendien dient de teamleider de tactisch analist de ruimte te geven om als kritische sparringpartner op te treden als het gaat om de reflectie op de gedachtevorming en beslissingen van de teamleiding ten aanzien van de onderzoeksscenario s in een TGO. Tevens kan de dossiermaker vanuit zijn kennis over de brondocumenten van het opsporingsonderzoek een rol spelen bij het reflecteren op beslissingen die worden genomen. Verder is het van belang dat de officier vanuit een betrokken distantie het rechercheonderzoek overziet. In dit rapport zijn er tussen de onderzochte TGO s verschillen geconstateerd in hoe in de praktijk invulling wordt gegeven aan de rol van de teamleider, ambtelijk secretaris, tactisch analist, dossiermaker en officier van justitie. Daarmee zal het ook per TGO verschillen of er al dan niet voldoende voorwaarden aanwezig zijn om op organisatorisch niveau barrières in te bouwen tegen het ontstaan van tunnelvisie. Voor het scheppen van voorwaarden op organisatorisch niveau is de positionering van de bovengenoemde rollen binnen een TGO-team een belangrijk aandachtspunt. Voorwaarden op inhoudelijk niveau Ter voorkoming van tunnelvisie is het van belang dat er continu zorgvuldig wordt omgegaan met een grote hoeveelheid aan informatie. Uit dit onderzoek bleek dat de registratie van bewijsmateriaal in de praktijk niet altijd eenduidig is waardoor verwarring kan ontstaan over het bewijsmateriaal. Daarnaast bleken er verschillen te zijn tussen de TGO s in hoe diepgaand alternatieve scenario s worden opgesteld en of daarmee mogelijkheden wor-

20 20 Focus in de opsporing den gegenereerd om kritisch te zijn op de door de teamleiding gekozen onderzoeksrichting. Bovendien laat dit rapport zien dat verslaglegging van de besluitvorming in een opsporingsonderzoek door officieren van justitie nog niet altijd zorgvuldig plaatsvindt doordat het systeem waarmee officieren werken als onwerkbaar wordt gezien. Als gevolg hiervan maken officieren gebruik van het afsprakenjournaal van de politie, waarin de ambtelijk secretaris de besluitvorming vastlegt. Ook het melden van gevoelige zaken in het zicht-op-zaken-systeem wordt door officieren als lastig ervaren. Alleen als dit systeem afdoende wordt gevoed, kan zicht worden gehouden op de gevoelige zaken die binnen het arrondissementsparket spelen. Verder blijkt dat bij het opstellen van het dossier meer rekening wordt gehouden met alternatieve scenario s die een verdachte mogelijk kunnen vrijpleiten en dat officieren van justitie zo transparant mogelijk willen zijn over zowel het belastende als het ontlastende bewijsmateriaal in een opsporingsonderzoek. Uiteindelijk zal het afhankelijk zijn van de zorgvuldige registratie van bewijsmateriaal, de wijze waarop de scenarioanalyse plaatsvindt, de zorgvuldigheid waarmee de besluitvorming wordt vastgelegd, de mate waarin het zicht-op-zakensysteem door de officieren wordt gevoed en de transparantie in het dossier ten aanzien van belastend en ontlastend bewijsmateriaal of er voldoende voorwaarden aanwezig zijn voor het voorkomen van tunnelvisie. Reflectie en tegenspraak Op het moment dat op inhoudelijk of organisatorisch niveau bepaalde voorwaarden om tunnelvisie te voorkomen ontbreken, kunnen reflectie en tegenspraak hieraan tegenwicht bieden. Zowel bij de politie-eenheden als ook de arrondissementsparketten kan op basis van PVOV en PP reflectie en tegenspraak worden georganiseerd. Bij de politie dient interne reflectie plaats te vinden tijdens briefings, brainstormsessies en evaluaties binnen TGO s. De ruimte die de teamleiding hiertoe geeft, is bepalend voor de mate waarin deze reflectie plaatsvindt. In de praktijk zijn er teamleiders die openstaan voor reflectie en dit ook als zodanig uitdragen. Toch worden door sommigen ook twijfels geuit of de cultuur op de werkvloer inmiddels zodanig is ontwikkeld dat reflectie binnen het team altijd geborgd is en of daarmee voldoende voorwaarden aanwezig zijn om tunnelvisie te voorkomen. Deze borging van de cultuur van interne reflectie op de werkvloer wordt des te belangrijker tegen de achtergrond van de inzet van het instrument tegenspraak. In twee van de drie onderzochte politieeenheden wordt op dit moment alleen in uitzonderlijke gevallen van dit instrument gebruikgemaakt. Verder duiden huidige ontwikkelingen erop dat tegenspraak steeds vrijblijvender wordt ingezet. Gezien de in dit onderzoek geuite twijfels over de borging van de interne reflectie, is het de vraag of het

21 Samenvatting 21 vrijblijvend invullen van tegenspraak wel voldoende voorwaarden biedt om tunnelvisie te voorkomen. Tegenspraak kan, mits het goed wordt ingevuld, een ultimum remedium zijn om tunnelvisie te voorkomen. Het is daarom van belang het instrument tegenspraak opnieuw tegen het licht te houden. Bij de arrondissementsparketten heeft reflectie met de komst van de reflectiekamer een formeel karakter gekregen. De reflectiekamer wordt binnen de parketten als een geschikt instrument gezien voor officieren van justitie om bij moeilijke beslissingen in een opsporingsonderzoek de zaak nog eens voor te leggen aan anderen die geen directe betrokkenheid hebben bij de zaak. Ook blijkt onder invloed van zowel PVOV als PP de interne cultuur op de werkvloer te zijn veranderd. Er wordt nu meer dan in het verleden van een officier van justitie verwacht dat hij of zij open is over zijn of haar eigen twijfels en dilemma s. Hoewel er een meer open cultuur blijkt te zijn ontstaan, is de cultuur waarin alles wordt gedeeld nog niet bij iedere officier van justitie aanwezig. Niet iedere officier weet de weg te vinden naar de reflectiekamer. Het blijvend bevorderen van een cultuur van reflectie is noodzakelijk tegen de achtergrond van de inzet van tegenspraak in de arrondissementsparketten. In dit onderzoek is gebleken dat in de drie onderzochte arrondissementsparketten het instrument tegenspraak niet of nauwelijks wordt ingezet. Omdat in de praktijk niet door iedere officier van justitie gebruik wordt gemaakt van de reflectiekamer, is het de vraag of een vorm van tegenspraak toch niet wenselijk zou zijn. Een centrale rol hierbij kan de kwaliteitsofficier spelen, die vanuit zijn of haar coachende rol kan bevorderen dat de officier gebruikmaakt van de reflectiekamer en ook waar nodig de officier inhoudelijk kan tegenspreken. Het zou wenselijk zijn om in dit kader de rol van kwaliteitsofficieren te behouden en te versterken. Meerwaarde, neveneffecten en uitdagingen Of voorwaarden aanwezig zijn om tunnelvisie tegen te gaan, blijft afhankelijk van de wijze waarop in de TGO-praktijk invulling wordt gegeven aan de maatregelen en instrumenten uit PVOV en PP. Uit interviews met politiemensen en officieren van justitie is gebleken dat de maatregelen uit PVOV en PP meer in het algemeen een bijdrage hebben geleverd aan een kwaliteitsverbetering en verdere professionalisering van het werken binnen TGO s. Ook heeft PVOV een belangrijke meerwaarde gehad bij het creëren van bewustwording over tunnelvisie. Bovendien hebben PVOV en PP een bijdrage geleverd aan een meer open cultuur binnen de arrondissementsparketten waarin dilemma s kunnen worden besproken. Tegelijkertijd geven de respondenten in dit onderzoek aan dat PVOV en PP ook bepaalde neveneffecten hebben gehad. Rechercheurs en officieren ervaren deze neveneffecten onder meer als het gaat om de krampachtige wijze waarmee aan de

22 22 Focus in de opsporing TGO-structuur wordt vastgehouden, de stroperige wijze waarop de besluitvorming binnen een TGO plaatsvindt en de neiging als gevolg van PVOV om een onderzoek te lang te breed te houden om maar niet de verkeerde tunnel in te duiken. Meer in het bijzonder zijn in dit rapport ook uitdagingen voor de politie en het OM uiteengezet. Op basis van interviews is duidelijk geworden dat het gedachtegoed van PVOV aan een kentering onderhevig is en dat de focus op TGO s dreigt te verslappen. Dit zou te maken hebben met de gedachte dat TGO s te veel capaciteit kosten en dat het TGO-raamwerk overgeorganiseerd is. Ook zijn er aanwijzingen dat TGO s in de toekomst meer moeten gaan concurreren met andere rechercheonderzoeken. Met de toenemende concurrentie van andere rechercheonderzoeken kan er een situatie ontstaan waarin de verworvenheden van PVOV binnen TGO s onder druk komen te staan. Hoewel niet duidelijk is hoe de ontwikkelingen rond het TGO-raamwerk zich gaan vormgeven, kan op basis van dit rapport worden vastgesteld dat er een aantal uitdagingen voor de politie zijn ten aanzien van TGO s die te maken hebben met de interne bedrijfsvoering. Een eerste uitdaging is om de aanlevering van personeel voor TGO s zodanig te organiseren, dat daarbij de bedrijfsvoering van de staande rechercheorganisatie niet te veel wordt verstoord. Een tweede uitdaging is het vinden van een middenweg tussen enerzijds de vaste TGO-structuur en anderzijds het inbouwen van een bepaalde flexibiliteit in het rechercheonderzoek. Een derde uitdaging is het behoud van PVOV-waarborgen binnen TGO s en het doorsijpelen van deze waarborgen naar andere niveaus binnen de opsporing. Naast uitdagingen voor de politie, kunnen ook een aantal uitdagingen voor het OM worden onderscheiden. Centraal hierbij staat de (invulling van de) rol van de officier van justitie. De eerste uitdaging is om de magistratelijke rol en de betrokken distantie van de officier een duidelijker gezicht te geven. Officieren van justitie vinden het soms moeilijk om hieraan invulling te geven. Een tweede uitdaging is gelegen in het feit dat het OM in de huidige situatie afhankelijk blijft van de officier van justitie voor het aandragen van dilemma s binnen de reflectiekamer en het voeden van het zicht-op-zaken-systeem. Een derde uitdaging is hoe in een ingewikkeld werkveld blijvend ondersteuning kan worden gegeven aan het werk van de officier van justitie. Met name de coachende rol van de kwaliteitsofficier is in dit kader van belang.

23 1 Inleiding In 2005 verscheen het Evaluatierapport van de Commissie-Posthumus naar aanleiding van de Schiedammer Parkmoord. Dit rapport maakte vele kwetsbaarheden zichtbaar in het proces van de opsporing en vervolging (TK 2005/06, VI, nr. 32, p. 1). Het evaluatieonderzoek vond plaats omdat er in de Schiedammer Parkmoord sprake was van een rechterlijke dwaling als gevolg waarvan een onschuldige man jarenlang heeft vastgezeten. De evaluatie maakte een crisis in de opsporing en vervolging zichtbaar, die door de toenmalige Minister van Justitie als volgt werd verwoord: Ik zal u niet verhelen dat ik de bevindingen en conclusies van het rapport zorgwekkend acht omdat het vele onvolkomenheden in de opsporing en het strafrechtelijk onderzoek in deze zaak bloot legt. En verder: Een vraag die naar aanleiding van de bevindingen onvermijdelijk rijst, is of gevreesd moet worden dat een soortgelijke aaneenschakeling van tekortkomingen en beoordelingsfouten zich ook in andere zaken heeft voortgedaan, met als gevolg dat nog andere mensen ten onrechte zijn veroordeeld en van hun vrijheid zijn beroofd (TK 2004/05, VI, nr. 168, p. 3-4). Uit het Evaluatieonderzoek van de Commissie-Posthumus werd bovenal duidelijk dat tunnelvisie in het opsporingsonderzoek één van de belangrijkste oorzaken is geweest van de rechterlijke dwaling in de Schiedammer Parkmoord. Volgens de Commissie-Posthumus bestaat juist in onderzoeken waar de schuldvraag van de verdachte niet onproblematisch is, het gevaar dat zij die langere tijd betrokken zijn geweest bij een onderzoek (...) hun objectieve blik op het onderzoek (...) verliezen. Dat kan leiden tot het niet onder ogen (willen) zien van alternatieve scenario s (Posthumus, 2005, p. 75). Het belang van het voorkomen van tunnelvisie is zeker na het Evaluatieonderzoek Schiedammer Parkmoord breed onderkend. In brieven aan de Tweede Kamer neemt de toenmalige Minister van Justitie de aanbevelingen van de Commissie-Posthumus ten aanzien van het voorkomen van tunnelvisie dan ook over. Hiertoe behoort onder meer het structureel en niet-vrijblijvend organiseren van tegenspraak binnen de politieorganisatie en het Openbaar Ministerie teneinde het ontstaan van tunnelvisie te voorkomen (TK 2004/05, VI, nr. 168, p. 5 en TK 2005/06, VI, nr. 32, p. 3). De constatering van de Commissie-Posthumus over tunnelvisie stond niet op zich. Ook ten aanzien van andere strafzaken werd geconstateerd dat tunnelvisie een probleem vormt in het opsporingsonderzoek. Blaauw (2002, p. 307) zegt over de Puttense Moordzaak het volgende: Politie en OM hebben zich in deze zaak vanaf het begin door eigen overtuiging van schuld laten meeslepen, en zodoende de mogelijkheid van onschuld van de verdachten geheel uit het oog verloren. Israëls (2010, p. 111) komt op basis van de zaak Ina Post tot de conclusie: De voornaamste fout in deze zaak is eenvoudig vast te stellen. Dat is een fout die veel vaker optreedt bij rechterlijke dwalingen: een te eenzijdige fixatie van de politie op één verdachte. In de zaak Lucia de B. wordt ook deze eenzijdige fixatie op één verdachte geconstateerd: [...] naar het oordeel van het driemanschap [is] te snel verdachtegericht gezocht en is

24 24 Focus in de opsporing er te weinig oog geweest voor alternatieve scenario s (Grimbergen et al., 2007, p. 44). Naast de vele onvolkomenheden die het Evaluatierapport van de Commissie- Posthumus heeft blootgelegd, werden in het rapport ook duidelijke aanbevelingen gedaan. Op basis van de aanbevelingen van de Commissie-Posthumus is al kort na het verschijnen van het Evaluatieonderzoek (september 2005) het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) tot stand gekomen (november 2005). Dit verbeterprogramma, dat door politie, OM en NFI werd opgesteld, omvat vele maatregelen die in brede zin moeten bijdragen aan het vergroten van de kwaliteit en professionaliteit binnen de opsporing en vervolging. Een beperkter aantal maatregelen kan ook meer direct in verband worden gebracht met het tegengaan van tunnelvisie in het opsporingsonderzoek. 1 Eén van de maatregelen, zoals hiervoor ter sprake kwam, is het structureel organiseren van tegenspraak bij politie en OM. In het verlengde hiervan worden in PVOV ook voorstellen gedaan ten aanzien van het ontwikkelen van reflectie tijdens een rechercheonderzoek. Daarnaast zijn er maatregelen onder meer op het gebied van informatieverzameling, scenarioanalyse, dossiervorming en journalisering die ook in verband kunnen worden gebracht met het voorkomen van tunnelvisie. De maatregelen uit PVOV die gericht zijn op het voorkomen van tunnelvisie richten zich voornamelijk op TGO-waardige zaken. 2 Een delict is volgens PVOV TGO-waardig indien er sprake is van: een kapitaal misdrijf met de typering (mogelijk) opzettelijk levensdelict, zeer ernstig zedendelict, brandstichting met ernstige gevolgen, gijzeling, ontvoering en andere misdrijven tegen de lichamelijke integriteit waarop een strafbedreiging van 12 jaar gevangenisstraf of meer staat en met een (te verwachten) grote maatschappelijke impact en waarbij geen ondubbelzinnig daderschap kan worden vastgesteld (Politie et al., 2006b, p. 49). Met de komst van PVOV in 2005 is er in de jaren daarna veel tijd, menskracht en geld geïnvesteerd om de maatregelen te implementeren. In verschillende voortgangsrapportages en audits van politie en OM uit 2007, 2008, 2009 en 2010 wordt de stand van zaken omtrent de implementatie van de maatregelen omgeschreven. In de laatste slotrapportage uit 2010 wordt door zowel politie als ook het OM gesproken over de verworvenheden van PVOV vijf jaar na het ontstaan van het programma. Tegelijkertijd wordt ook kenbaar gemaakt dat met de invoering van de maatregelen politie en OM er nog niet zijn. Een permanente aandacht voor de PVOV-verworvenheden wordt noodzakelijk geacht. De nu voorliggende rapportage getuigt van de resultaten van het veranderproces, dat onder de noemer Programma Versterking Opsporing binnen de politie tot stand is gebracht. Een proces dat heeft geleid tot een 1 Zie hoofdstuk 5 voor een nadere uitwerking van de maatregelen uit PVOV. 2 De maatregelen uit PVOV die gericht zijn op het voorkomen van tunnelvisie zijn met name op TGO-niveau geïmplementeerd, hoewel een bredere scope was beoogd (College van procureurs-generaal, 2010, p. 9).

25 Inleiding 25 werkwijze waar het risico op tunnelvisie aanzienlijk is teruggebracht en waar meer aantoonbaar integer wordt gewerkt. Opsporing is weer een vakgebied geworden, waar het handhaven van het professionele niveau voorop staat. [...] Toch is terughoudendheid op zijn plaats. Weliswaar zijn de maatregelen in het kader van PVO voor het overgrote deel succesvol ingevoerd, er is nog veel meer te doen in de opsporing. Immers aandacht voor kwaliteit is een permanent proces. (PVO, 2010, p. i) Er zijn enorme inspanningen geleverd, en worden nog steeds geleverd, om de kwaliteit van het OM en de professie van officieren van justitie te versterken. Samenvattend kan gesteld worden dat de TGO-onderzoeken voldoen aan de afgesproken kwaliteit. [...] Er worden zwaardere eisen gesteld aan officieren van justitie die leidinggeven aan een groot rechercheonderzoek. Er is bepaald dat in strafzaken met een hoog afbreukrisico er een dubbele officierenbezetting dient te zijn. Er zijn bindende afspraken gemaakt over de kwaliteit, werkwijze, validatie van werkwijzen in zowel de opsporing- als de vervolgingsfase en over de certificering van opleidingen. Tegenspraak wordt veelal in TGO-zaken en in gevoelige zaken toegepast. Dankzij tegenspraak gaan officieren van justitie kritischer te werk en is de cultuur meer open geworden. [...] Gelijktijdig moet worden vastgesteld dat we er nog niet zijn. Naast de blijvende aandacht voor de PVOV-verworvenheden in de TGO-kwaliteit en de borging daarvan, zal geïnvesteerd moeten worden in de kwaliteit van de zaken die onder TGO-niveau liggen (College van procureurs-generaal, 2010, p ). Na de verschijning van de slotrapportages over de invoering van de PVOVmaatregelen zijn verdere investeringen gedaan in de kwaliteitsverbetering en professionalisering. Als gevolg van enkele concrete zaken 3 werd binnen het OM de urgentie ervaren voor nadere uitwerking, implementatie en borging van kwaliteitsinstrumenten (OM, 2010, p. 2). Dit heeft geresulteerd in het Programma Permanent Professioneel (dat in november 2010 in werking is getreden), waarin niet alleen voor TGO-zaken, maar ook voor zaken die onder TGO-niveau liggen (Frielink & Haverkate, 2011, p. 167) maatregelen werden genomen voor het scheppen van een professioneel leerklimaat waarin evaluatie, discussie en correctie veilig en vanzelfsprekend zijn (OM, 2010, p. 2). De maatregelen uit Permanent Professioneel 4 (PP) kunnen als een aanvulling en verdieping worden gezien op de maatregelen die voor het OM in het Programma Versterking Opsporing en Vervolging zijn getroffen. 3 Het gaat hier om de zaak Sierra en de zaak Tom Poes. Later in dit hoofdstuk wordt nader op deze zaken ingegaan. 4 Zie hoofdstuk 5 voor een nadere uitwerking van de maatregelen uit PP.

26 26 Focus in de opsporing Met de maatregelen uit PP en PVOV is er in de afgelopen tien jaar veel gedaan om niet alleen de kwaliteit en de professionaliteit binnen de opsporing te verbeteren, maar ook om risico s op een eventuele tunnelvisie van de zijde van het rechercheteam of van de officier van justitie te voorkomen. Tien jaar na de invoering van PVOV en vijf jaar na de invoering van PP dringt zich in het bijzonder de vraag op wat de maatregelen concreet hebben opgeleverd als het gaat om het scheppen van voorwaarden om tunnelvisie in de opsporing te voorkomen. De voortgangsrapportages die zijn geschreven over PVOV geven wel een algemeen beeld over de stand van zaken met betrekking tot de invoering van deze maatregelen, maar geven geen inzicht wat dit heeft betekend voor de dagelijkse opsporingspraktijk binnen grootschalige opsporingsonderzoeken. Ook voor PP is tot dusver onduidelijk gebleven wat de invoering van de maatregelen heeft betekend voor hoe in de praktijk met opsporingsonderzoeken wordt omgegaan, en welke positie de officier van justitie daarin inneemt. Daarom is het van belang een onderzoek te doen waarbij niet alleen naar de invoering van beide programma s in de opsporingspraktijk wordt gekeken, maar waarbij zeker ook aandacht is voor de wijze waarop maatregelen uit PVOV en PP worden uitgevoerd. 1.1 Historische schets Om de totstandkoming van PVOV en PP beter te begrijpen is het van belang om, voordat wordt ingegaan op de vraagstelling (paragraaf 1.2) en relevantie (paragraaf 1.3) van dit onderzoek, eerst inzicht te krijgen in de historische ontwikkelingen in de opsporing sinds de jaren tachtig en negentig. Volgens Fijnaut (2010) was er in die tijd sprake van een nagenoeg totale veronachtzaming van de opsporing. Dit werd volgens hem ingegeven door het rapport Politie in verandering (1977). [...] de onbezonnen manier waarop dit rapport in de jaren tachtig en negentig zowel op het niveau van de justitiële diensten als op dat van de individuele rechercheurs in de praktijk werd gebracht, is ongetwijfeld één van de oorzaken van de zogenoemde rechterlijke dwalingen die zich in de voorbije jaren in dit land hebben afgespeeld. Want zoals deskundigen al eeuwen weten: rechterlijke dwalingen manifesteren zich uiteindelijk in gerechtsgebouwen, maar zij beginnen oorspronkelijk in de verhoorkamers van de politie. De kwalitatieve neergang van de recherche in de jaren tachtig wordt volgens Fijnaut (2010, p. 14) bezegeld door de reorganisatie van het politiebestel in Bij deze reorganisatie speelde de opsporing van zware criminaliteit in welke vorm dan ook geen belangrijke rol. In de jaren daarna beleefde Fijnaut naar eigen zeggen een reality shock, waarbij hij na bestudering van rechercheonderzoeken moest constateren dat de Nederlandse recherche vrijwel compleet was ingestort! Sinds het begin van de jaren negentig zijn drie gebeurtenissen bepalend geweest voor de ontwikke-

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

Onderzoek als project

Onderzoek als project Onderzoek als project Onderzoek als project Met MS Project Ben Baarda Jan-Willem Godding Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie:

Nadere informatie

Preadviezen Content.indd :55:32

Preadviezen Content.indd :55:32 Preadviezen 2016 Content.indd 1 01-11-16 13:55:32 Content.indd 2 01-11-16 13:55:32 Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2016 Noodtoestand in het publiekrecht

Nadere informatie

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 1 Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 2 Hou het eenvoudig 30-09-2008 09:10 Pagina 3 Arie Quik Hou

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid

Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Model Inkoopbeleid voor de (semi)overheid Mr. drs. T.H.G. Robbe model inkoopbeleid voor de (semi)overheid Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001 LB Amsterdam

Nadere informatie

Check je en brief

Check je  en brief Check je e-mail en brief Check je e-mail en brief Tips en checklists voor betere e-mails en brieven Eric Tiggeler TWEEDE DRUK Omslagontwerp: Textcetera, Den Haag Opmaak binnenwerk: Villa Y, Henxel Eric

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Ontwerp omslag: www.gerhardvisker.nl Ontwerp binnenwerk: Ebel Kuipers, Sappemeer Omslagillustratie:

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010

WIJZIGINGSBLAD A2. BORG 2005 versie 2 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 2.2. Publicatiedatum : 31 maart 2010. Ingangsdatum : 1 april 2010 WIJZIGINGSBLAD A2 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A2 Publicatiedatum :

Nadere informatie

Vernieuwing en versterking binnen het Nederlandse opsporingsproces

Vernieuwing en versterking binnen het Nederlandse opsporingsproces Vernieuwing en versterking binnen het Nederlandse opsporingsproces Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) 2006-2010 Martin van Bochove, MPA Voormalig Programmadirecteur PVOV CPS Studiedag,

Nadere informatie

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte

Gebruik ruimte. Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte Gebruik ruimte Over het herverdelen van gebruiksruimte in het omgevingsplan en de verbinding met het beleidsconcept gebruiksruimte mr. R. Sillevis Smitt Eerste druk s-gravenhage - 2018 1 e druk ISBN 978-94-6315-037-8

Nadere informatie

De Kern van Veranderen

De Kern van Veranderen De Kern van Veranderen #DKVV De kern van veranderen marco de witte en jan jonker Alle rechten voorbehouden: niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand,

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012

WIJZIGINGSBLAD A2. Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING. Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 april 2012 WIJZIGINGSBLAD A2 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A2 Publicatiedatum : 1 april 2012 Ingangsdatum : 1 april 2012 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING VOORWOORD A2:2012/BMI 2002 Pagina 2/5 Dit wijzigingsblad

Nadere informatie

Cultureel erfgoed en ruimte

Cultureel erfgoed en ruimte Cultureel erfgoed en ruimte gebieds- en ontwikkelingsgerichte erfgoedzorg in de ruimtelijke ordening Mr. J. Poelstra, Ir. A. E. de Graaf en Ir. R.J.M.M. Schram Mr. T.H.H.A. van der Schoot (eindredactie)

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik

Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo

Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden. Het wetsvoorstel Wabo Prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Mr. A.G.A. Nijmeijer Mr. J.A.M. van der Velden Het wetsvoorstel Wabo Stichting Instituut voor Bouwrecht s-gravenhage 2007 ISBN: 978-90-78066-11-8 NUR 823 2007, F.C.M.A.

Nadere informatie

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord

Grondexploitatiewet. vraag & antwoord Grondexploitatiewet vraag & antwoord Grondexploitatiewet vraag & antwoord drs. P.C. van Arnhem J.W. Santing Msc RE MRICS mr. G.I. Sheer Mahomed GRONDEXPLOITATIEWET - VRAAG & ANTWOORD Berghauser Pont Publishing

Nadere informatie

De basis van het Boekhouden

De basis van het Boekhouden De basis van het Boekhouden Werkboek Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Hans Dijkink de basis van het boekhouden Niveau 3 BKB/elementair boekhouden Werkboek Hans Dijkink Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis s-gravenhage, 2015 Omslagfoto Het voorbereiden van renovatiewerkzaamheden

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012

Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2012 1 e druk ISBN 978-90-78066-56-9 NUR 822 2012, Stichting Instituut

Nadere informatie

Leidraad inbrengwaarde

Leidraad inbrengwaarde Leidraad inbrengwaarde Leidraad inbrengwaarde drs. ing. F.H. de Bruijne RT ir. ing. T.A. te Winkel RT ISBN: 978-90-78066-47-7 NUR 820-823 2010, Instituut voor Bouwrecht Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR

ABC voor Raadsleden INKIJKEXEMPLAAR ABC voor Raadsleden ABC voor Raadsleden Termen, woorden en uitdrukkingen in en om de raadzaal toegelicht en verduidelijkt mr. O. Schuwer abc voor raadsleden Berghauser Pont Publishing Postbus 14580 1001

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Bedrijfsadministratie MBA Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

Bestuursrecht, en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie

Bestuursrecht,  en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie Bestuursrecht, e-mail en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie 2011 A.M. Klingenberg/ Boom Juridische uitgevers Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie

Bedrijfsadministratie Bedrijfsadministratie Opgaven Niveau 5 MBA Peter Kuppen Frans van Luit Bedrijfsadministratie MBA Niveau 5 Opgaven Opgaven Bedrijfsadminstratie MBA Niveau 5 P. Kuppen F. van Luit Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 38 Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet prof. mr. J.M.

Nadere informatie

Externe veiligheid en Ruimte

Externe veiligheid en Ruimte Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor Het beheersen van risico s van activiteiten met gevaarlijke stoffen in het ruimtelijk spoor mr. E. Broeren Berghauser

Nadere informatie

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Serie: Elementaire theorie accountantscontrole Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M. Majoor RA Auteurs Drs. B.A. Heikoop-Geurts RA M.J.Th. Mooijekind RA Drs. H.L. Verkleij

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek Niveau 4 PDB Mariëlle de Kock elementaire praktijk van de financiering Niveau 4 PDB Werkboek Mariëlle de Kock Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp

Nadere informatie

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk opgaven- en werkboek Henk Fuchs GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 1e druk Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Geconsolideerde jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Eerste druk Noordhoff

Nadere informatie

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk Fiscale Jaarrekening Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN Tweede druk Fiscale jaarrekening Uitwerkingen opgaven Fiscale jaarrekening Uitwerkingen opgaven Henk Fuchs Yvonne van de Voort Tweede

Nadere informatie

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Jaarrekening Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Jaarrekening Opgaven- en werkboek Jaarrekening Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Tweede druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Opmaak binnenwerk:

Nadere informatie

Belastingwetgeving 2015

Belastingwetgeving 2015 Belastingwetgeving 2015 Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Uitgeverij Educatief Belastingwetgeving Opgaven Niveau 5 MBA Peter Dekker RA Ludie van Slobbe RA Eerste druk Uitgeverij

Nadere informatie

Nulmeting Pilot Virtuele Flexibele Netwerk Teams

Nulmeting Pilot Virtuele Flexibele Netwerk Teams P%UTIE * Konnemefbnd Nulmeting Pilot Virtuele Flexibele Netwerk Teams versie 1.0 Opdrachtgever Mw. ].A. van den Berg Korpschef 10-2-E 17 november 2011 Dit rapport bevat 22 pagina's inclusief voorzijde.

Nadere informatie

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn

Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Communiceren met ziel en zakelijkheid Effectiviteit = Kwaliteit x Acceptatie Silvia Blankestijn Copyright: Uitgeverij Boom Nelissen, Amsterdam & Silvia Blankestijn, 2012 Omslag: Bart van den Tooren, Bureau

Nadere informatie

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid

CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid CIOT-bevragingen Proces en rechtmatigheid 2015 Veiligheid en Justitie Samenvatting resultaten Aanleiding Op basis van artikel 8 van het Besluit Verstrekking Gegevens Telecommunicatie is opdracht gegeven

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Boekhouden geboekstaafd Opgaven Boekhouden geboekstaafd Wim Broerse, Derk Jan Heslinga, Wim Schauten 13 e druk Boekhouden geboekstaafd 1 Drs. W.J. Broerse Drs. D.J.J. Heslinga Drs. W.M.J. Schauten Dertiende druk Noordhoff Uitgevers

Nadere informatie

Basiskennis Calculatie

Basiskennis Calculatie Basiskennis Calculatie Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Derde druk Basiskennis Calculatie Uitwerkingen Basiskennis Calculatie Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Derde druk Noordhoff

Nadere informatie

12 merken, 13 ongelukken

12 merken, 13 ongelukken 12 merken, 13 ongelukken Karel Jan Alsem & Robbert Klein Koerkamp Eerste druk Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten Ontwerp omslag: G2K Designers, Groningen/Amsterdam Aan de totstandkoming van deze uitgave

Nadere informatie

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005

Woord vooraf. Zoetermeer, augustus 2005 i Woord vooraf Op basis van het aantal in omloop gebrachte varianten in fittersboekjes kan verondersteld worden, dat aan dergelijke boekjes een grote behoefte bestaat. Een aantal bij de VOMI, Branchevereniging

Nadere informatie

Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland

Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland Herstelbemiddeling voor jeugdigen in Nederland Majone Steketee Sandra ter Woerds Marit Moll Hans Boutellier Een evaluatieonderzoek naar zes pilotprojecten Assen 2006 2006 WODC, Ministerie van Justitie.

Nadere informatie

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek Inleiding Administratieve Organisatie Opgavenboek drs. J.P.M. van der Hoeven Vierde druk Stenfert Kroese, Groningen/Houten Wolters-Noordhoff bv voert

Nadere informatie

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Verpleegkundig redeneren en CanMEDS-rollen in de eerste lijn Henk Rosendal Reed Business Education, Amsterdam Reed Business, Amsterdam 2015 Omslagontwerp

Nadere informatie

SAMENWERKEN WERKT. Norm voor de werkwijze van een publiek-privaat samenwerkingsverband VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN. door Het CCV. versie 1.

SAMENWERKEN WERKT. Norm voor de werkwijze van een publiek-privaat samenwerkingsverband VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN. door Het CCV. versie 1. SAMENWERKEN WERKT Norm voor de werkwijze van een publiek-privaat samenwerkingsverband door Het CCV versie 1.0 datum 24 juni 2013 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN VOORWOORD pagina 2/13 In deze norm zijn de criteria

Nadere informatie

Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken

Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken Stijn Sieckelinck Sanne van Buuren & Halim El Madkouri (redactie) Hoe burgers zelf de gezagscrisis aanpakken 288 Analyse > De praktijk Ik heb geen enkel belang Kenmerken van een brugfiguur volgens Ilonka

Nadere informatie

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Goed- en afkeurcriteria bouwkundige brandveiligheid INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID bouwkundige brandveiligheid Versie : 1.0 Publicatiedatum : 1 augustus 2014 Ingangsdatum : 1 augustus 2014 VOORWOORD Pagina 2/6 De Vereniging van Inspectie-instellingen

Nadere informatie

Basisstudie in het boekhouden

Basisstudie in het boekhouden OPGAVEN Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren, P. Kuppen, E. Rijswijk Zevende druk Basisstudie in het boekhouden Opgavenboek Opgavenboek Basisstudie in het boekhouden M.H.A.F. van Summeren

Nadere informatie

Praktisch Verbintenissenrecht

Praktisch Verbintenissenrecht Praktisch Verbintenissenrecht Mr. dr. C. Phillips 2 e druk Toegang tot online studiehulp Als koper van dit e-book kun je een unieke code aanmaken die toegang geeft tot de website bij het e-book. 1. Ga

Nadere informatie

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda

DOORDRINKEN DOORDRINGEN. Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting. Jos Kuppens Henk Ferwerda DOORDRINGEN of Effectevaluatie Halt-straf Alcohol Samenvatting DOORDRINKEN Jos Kuppens Henk Ferwerda In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum,

Nadere informatie

Eindrapportage OM-programma Versterking Opsporing en Vervolging

Eindrapportage OM-programma Versterking Opsporing en Vervolging College van procureurs-generaal Parket-Generaal Eindrapportage OM-programma Versterking Opsporing en Vervolging Mei 2010 1 Inhoud 1 Inleiding.. 3 2 Algemene Kwaliteitsverbeteringen.. 5 2.1 Versterking

Nadere informatie

De aansprakelijkheidsverzekering

De aansprakelijkheidsverzekering De aansprakelijkheidsverzekering Dit boek is het achtste deel van een boekenreeks van Uitgeverij Paris: de ACIS-serie. ACIS staat voor het UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies. Dit multidisciplinaire

Nadere informatie

BOUWBESLUIT 2012 EN REGELING BOUWBESLUIT mr. A. de Jong ir. J.W. Pothuis

BOUWBESLUIT 2012 EN REGELING BOUWBESLUIT mr. A. de Jong ir. J.W. Pothuis BOUWBESLUIT 2012 EN REGELING BOUWBESLUIT 2012 mr. A. de Jong ir. J.W. Pothuis Beide betrokken bij de totstandkoming van het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012 Mr. A. de Jong is wetgevingsjurist

Nadere informatie

Financiële rapportage en analyse MBA

Financiële rapportage en analyse MBA Financiële rapportage en analyse MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN Tweede druk Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Financiële rapportage en analyse Uitwerkingen Henk Fuchs Sarina

Nadere informatie

Projectontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet Een praktische handleiding

Projectontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet Een praktische handleiding Projectontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet Een praktische handleiding Projectontwikkeling onder de Crisis- en herstelwet Een praktische handleiding Mr. M.C. Brans Mr. J.C. Ellerman ISBN: 978-90-78066-48-4

Nadere informatie

Samenvatting. Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek. prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr.

Samenvatting. Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek. prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr. Samenvatting Evaluatie regeling DNAverwantschapsonderzoek prof. dr. Heinrich Winter mr. dr. Rolf Hoving mr. Christian Boxum mr. Christine Veen Groningen, maart 2019 Samenvatting Inleiding In dit onderzoek

Nadere informatie

POLITIE ALMANAK

POLITIE ALMANAK POLITIE ALMANAK 2014-2015 PAL2014-2015_BOEK.indb 1 15-09-14 15:32 PAL2014-2015_BOEK.indb 2 15-09-14 15:32 POLITIE ALMANAK 2014-2015 Handboek voor de Politie in haar gehele omvang, de Rechterlijke Macht,

Nadere informatie

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Vakbekwaamheid en ervaring INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRANDVEILIGHEID Publicatiedatum : 1 augustus 2014 Ingangsdatum : 1 augustus 2014 VOORWOORD Pagina 2/7 De Vereniging van Inspectie-instellingen voor Veiligheid en Brandveiligheid (VIVB)

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk)

Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk) Praktische toelichting op de UAV 2012 (2 e druk) Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis bewerkt door mr. dr. H.P.C.W. Strang Tweede druk s-gravenhage - 2018 2 e druk ISBN

Nadere informatie

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

Wetgeving sociaal recht 2009 / 2010

Wetgeving sociaal recht 2009 / 2010 Wetgeving sociaal recht 2009 / 2010 G.].]. Heerma van Voss (red.) Boom Juridische uitgevers Den Haag 2009 2009 G.].]. Heerma van Voss / Boom ]uridische uitgevers Behoudens de in of krachtens de Auteurswet

Nadere informatie

Doe-het-zelfsurveillance

Doe-het-zelfsurveillance Doe-het-zelfsurveillance Doe-het-zelfsurveillance Een onderzoek naar de werking en effecten van WhatsApp-buurtgroepen Shanna Mehlbaum Ronald van Steden m.m.v. Meintje van Dijk In opdracht van: Programma

Nadere informatie

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Realiseer meer en beter woonzorgvastgoed H. K. van den Beld D. van Zalk 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld

Ik ben oké. Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld Ik ben oké Een cognitief gedragstherapeutische training voor kinderen met een negatief zelfbeeld drs. N.S. Martel, drs. M.D. Mostert-Uijterwijk & drs. A.M.J. Braber CCD Uitgevers Arnhem 2015 N.S. Martel,

Nadere informatie

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan

Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Basisboek marketingcommunicatie Projecthandleiding marketingcommunicatieplan Esther de Berg (red.) Elyn Doornenbal Werner Kleiss Gabriëlle Kuiper Rutger Mackenbach bussum 2011 1/8 Deze hoort bij Basisboek

Nadere informatie

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw

Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw Praktijkboek verjarings- en vervaltermijnen in de bouw ISBN 978-90-78066-42-2 NUR 822 2010, S.J.H. Rutten, Stichting Instituut voor Bouwrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen

Ambitie.info. BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen Ambitie.info BPV Werken in de detailhandel, goederen komen binnen Colofon Uitgeverij: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Auteur: M. Steenbergen Redactie: Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Inhoudelijke redactie:

Nadere informatie

Sociale psychologie en praktijkproblemen

Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen tweede, herziene druk Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem

Nadere informatie

POLITIE ALMANAK

POLITIE ALMANAK POLITIE ALMANAK 2015-2016 POLITIE ALMANAK 2015-2016 Handboek voor de Politie in haar gehele omvang, de Rechterlijke Macht, de Gemeentebesturen en verdere Overheidsorganen Reed Business Information, Amsterdam

Nadere informatie

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk Periodeafsluiting Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Periodeafsluiting Opgaven- en werkboek Periodeafsluiting Opgaven- en werkboek Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring INSPECTIE GASDETECTIEBEVEILIGING Publicatiedatum : 1 februari 2016 Ingangsdatum : 1 februari 2016 VOORWOORD Pagina 2/7 De Vereniging van Inspectie-instellingen voor Veiligheid en Brandveiligheid (VIVB)

Nadere informatie

Beleidsplan Integriteit

Beleidsplan Integriteit Beleidsplan Integriteit Datum 8 september 2009 Versie Versie 1.0 Ambtelijk opdrachtgever: Opdrachtnemer: Onderzoeksteam: Tjeerd van der Zwan Concern control Marije Lamsma 2 1. Inleiding Waarom is integriteit

Nadere informatie

BORG 2005 versie 2 / A10: Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 mei 2018

BORG 2005 versie 2 / A10: Versie : 1.0. Publicatiedatum : 1 mei 2018 WIJZIGINGSBLAD A10 Nationale Beoordelingsrichtlijn BORG 2005 versie 2 Procescertificaat voor het ontwerp, de installatie en het onderhoud van inbraakbeveiliging BORG 2005 versie 2 / A10: 2018 Publicatiedatum

Nadere informatie

Lijst van afkortingen DEEL I BASIS ONDERZOEK NAAR OFFICIEREN VAN JUSTITIE. Hoofdstuk 1 Officieren van justitie: ambtenaren, werkers en magistraten 9

Lijst van afkortingen DEEL I BASIS ONDERZOEK NAAR OFFICIEREN VAN JUSTITIE. Hoofdstuk 1 Officieren van justitie: ambtenaren, werkers en magistraten 9 Lijst van afkortingen xi Inleiding 1 DEEL I BASIS ONDERZOEK NAAR OFFICIEREN VAN JUSTITIE Hoofdstuk 1 Officieren van justitie: ambtenaren, werkers en magistraten 9 Hoofdstuk 2 Onderzoek naar officieren

Nadere informatie

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken

Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een Outlook.com-account aanmaken Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een Outlook.com-account aanmaken hoort bij

Nadere informatie

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk Blommaert Blommaert & Bedrijfseconomische Analyses Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief OPGAVEN Zevende druk Bedrijfseconomische Analyses Opgaven en uitwerkingen Bedrijfseconomische Analyses

Nadere informatie

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek Niveau 4 P Mariëlle de Kock elementaire praktijk van de kostencalculatie Niveau 4 (P) Werkboek Mariëlle de Kock Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten

Nadere informatie

Persoonsgerichte zorg

Persoonsgerichte zorg Persoonsgerichte zorg C.J.M. van der Cingel J.S. Jukema Persoonsgerichte zorg Praktijken van goede zorg voor ouderen Houten 2014 ISBN 978-90-368-0448-6 DOI 10.1007/978-90-368-0449-3 ISBN 978-90-368-0449-3

Nadere informatie

WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002

WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 WIJZIGINGSBLAD A1 Regeling Brandmeldinstallaties 2002 BMI 2002 / A1 Publicatiedatum : 1 juli 2010 Ingangsdatum : 1 juli 2010 VEILIGHEID DOOR SAMENWERKING VOORWOORD A1:2010/BMI 2002 Pagina 2/6 Dit wijzigingsblad

Nadere informatie

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen

INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen INSPECTIE BOUWKUNDIGE BRAND- VEILIGHEID Specifieke normen en verwijzingen Publicatiedatum : 1 augustus 2014 Ingangsdatum : 1 augustus 2014 VOORWOORD Pagina 2/5 De Vereniging van Inspectie-instellingen

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie MBA

Bedrijfsadministratie MBA Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK Tweede druk Bedrijfsadministratie MBA Opgaven- en werkboek Bedrijfsadministratie MBA Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren Tweede

Nadere informatie

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen

Colofon. Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Colofon 1 Colofon Titel: Xact groen Wiskunde deel 2 ISBN: 978 90 3720 834 4 NUR: 124 Trefwoord: Wiskunde groen Uitgeverij: Edu Actief b.v. Meppel Auteurs: E. Benthem, J. Broekhuizen, H. La Poutré, J. Bruinsma,

Nadere informatie

INSPECTIE BRANDBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring

INSPECTIE BRANDBEVEILIGING Vakbekwaamheid en ervaring INSPECTIE BRANDBEVEILIGING Versie : 2.0 Publicatiedatum : 1 september 2012 Ingangsdatum : VEILIGHEID DOOR SAMENWERKEN VOORWOORD Inspectie Brandbeveiliging Pagina 2/18 Het CCV is de beheerder van de CCV

Nadere informatie

Bijzonder geschikt voor het werk

Bijzonder geschikt voor het werk Bijzonder geschikt voor het werk Bijzonder geschikt voor het werk H.J.M. van Mierlobundel onder redactie van: E.W.J. de Groot en R.D. Harteman ISBN 978-90-78066-71-2 NUR 820-823 2012, Stichting Instituut

Nadere informatie

Veiligheid in de ggz

Veiligheid in de ggz Veiligheid in de ggz Alette Kleinsman en Nico Kaptein VEILIGHEID IN DE GGZ Leren van incidenten en calamiteiten ISBN 978-90-368-2039-4 ISBN 978-90-368-2040-0 (ebook) DOI 10.1007/978-90-368-2040-0 Bohn

Nadere informatie

Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail

Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Wegwijs in Windows 8 Handleiding Een e-mailadres van een provider toevoegen in de app E-mail Hannie van Osnabrugge u i t g e v e r ij c o u t i n h o c bussum 2013 Deze handleiding over een e-mailadres

Nadere informatie

Spreken en gesprekken voor 1F

Spreken en gesprekken voor 1F NEDERLANDS Spreken en gesprekken voor 1F Deel 2 van 5 Colofon Auteur: Hanneke Molenaar Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Redactie: Edu Actief b.v. Vormgeving: Crius Group Illustraties: Edu Actief b.v.

Nadere informatie

Leidraad inbrengwaarde (2 e druk) drs. ing. F.H. de Bruijne MRICS RTsv ir. ing. T.A. te Winkel MRICS RTsv RMT

Leidraad inbrengwaarde (2 e druk) drs. ing. F.H. de Bruijne MRICS RTsv ir. ing. T.A. te Winkel MRICS RTsv RMT Leidraad inbrengwaarde (2 e druk) drs. ing. F.H. de Bruijne MRICS RTsv ir. ing. T.A. te Winkel MRICS RTsv RMT ISBN: 978-90-78066-96-5 NUR 820-823 2015, Instituut voor Bouwrecht Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie