EVALUATIEONDERZOEK BIJSTELLING PARTICIPATIEBELEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EVALUATIEONDERZOEK BIJSTELLING PARTICIPATIEBELEID 2011-2012"

Transcriptie

1 EVALUATIEONDERZOEK BIJSTELLING PARTICIPATIEBELEID

2 EVALUATIEONDERZOEK BIJSTELLING PARTICIPATIEBELEID EINDRAPPORT

3 Colofon In opdracht van: Afdeling Werk en Inkomen, gemeente Purmerend Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Henk-Jaap Batelaan (projectleider) M.m.v. Nick Johansson (stagiair) Publicatiedatum: Mei

4 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...3 Samenvatting Inleiding Aanleiding en doel van het onderzoek Afbakening van het onderzoek Belangrijkste begrippen Vraagstelling Aanpak Leeswijzer Beleid en hun uitvoerders Inleiding Proces intake uitkering en re-integratie Beleid op papier en beleid in de praktijk Samenvatting Cijfers op een rij Inleiding In- en uitstroom Beëindigen van uitkeringen: door re-integratie of vanwege een andere reden? Resultaten Bureau Werk Bewegingen op de Participatieladder Kosten van uitstroom en re-integratie Opbrengsten van uitstroom en re-integratie Samenvatting Cliënten in beeld Inleiding

5 4.2 Ervaringen van cliënten Succes- en faalfactoren Samenvatting Conclusies Inleiding Beantwoording onderzoeksvragen Hoofdconclusies...34 Bijlage

6 Samenvatting Evaluatieonderzoek naar het bijgestelde participatiebeleid Voor u ligt het eindrapport van het evaluatieonderzoek naar de bijstelling van het participatiebeleid gericht op bijstandsgerechtigden van de gemeente Purmerend. 1 De bijstelling van het beleid in 2011 is ingegeven door een lagere bijdrage aan participatiegelden van het Rijk aan de gemeenten. Het geld moet zo slim mogelijk worden uitgegeven: arbeidsparticipatie is het hoogste doel. Hoger nog dan 'deelname aan de samenleving', bijvoorbeeld door deelname aan georganiseerde sociale activiteiten. Met de bijstelling wil Purmerend bereiken dat de participatiegelden zoveel mogelijk terecht komen bij bijstandscliënten met een 'korte afstand tot de arbeidsmarkt', cliënten die goed bemiddelbaar zijn voor een betaalde baan. Kortom: de bijstelling van het beleid beoogt tweeledig succes: een hogere uitstroom uit de uitkering en een verschuiving in de bestedingen van het participatiebudget. Op welke vragen geeft dit rapport antwoord? De evaluatie geeft een antwoord op vragen of de beleidswijziging tot concrete veranderingen in de uitvoering van het beleid leidt, aan welke categorieën cliënten het participatiegeld wordt besteed, hoeveel cliënten uitstromen (en tegen welke kosten), en last but not least wat de ervaringen van cliënten zijn met de uitvoering van het beleid door de casemanagers van de gemeente. Hoe is het onderzoek uitgevoerd? Het onderzoek is gebaseerd op een kwantitatieve analyse van in- en uitstroom in en uit de WWB en een analyse van interviews met beleidsuitvoerders (verder: casemanagers) en bijstandscliënten. Conclusies 1. Aantal WWB-uitkeringen stijgt, een ontwikkeling die door een gemeente moeilijk te keren is Het WWB-bestand in Purmerend groeit. De gemeente heeft nauwelijks tot geen invloed op economische of arbeidsmarktontwikkelingen en zoekt oplossingen voor dit probleem (onder meer) in het ondersteunen van WWB-gerechtigden Bijstelling beleid als gevolg van bezuinigingen door het Rijk Met dalende participatiegelden vanuit het Rijk in het achterhoofd, is het begrijpelijk dat Purmerend zoekt naar een uitvoering van het participatiebeleid waarbij het geld zo veel mogelijk wordt uitgegeven aan cliënten met een hoge kans op arbeidsmarktdeelname. Het feit dat ruim 40 procent van de participatie-uitgaven (aan Bureau Werk) wordt besteed aan ongeveer een vijfde deel van de bijstandscliënten past bij het bijgestelde beleid. 1 Aan het werk in Purmerend. Beleidsnotitie participatie(budget) Daarnaast zet Purmerend andere beleidsinstrumenten in, zoals een actieve werkgeversbenadering of handhaving. Deze (en andere) instrumenten komen in dit onderzoek echter niet ter sprake. 5

7 3. De bestedingen volgen de prioriteiten zoals voorgenomen in het bijgestelde beleid De participatieuitgaven aan alle WWB-cliënten dalen enigszins, ondanks een eenmalige uitgave aan het project Aanval op de bijstand. 3 Zonder deze uitgave waren de bestedingen sterker gedaald. De reintegratieuitgaven aan Bureau Werk, aan de cliënten met arbeidsmarktpotentie en arbeidsmarktmotivatie, blijven stabiel. Deze verdeling van het participatiebudget wijst er op dat de uitvoeringspraktijk past bij het bijgestelde beleid. De uitgaven die niet aan Bureau Werk worden besteed, worden aan een klein deel van de populatie (een kwart) besteed. Dus: het grootste deel van de WWB'ers zoekt een weg naar 'meer participatie' of naar een betaalde baan, weliswaar onder begeleiding van het casemagement van de gemeente, maar zonder inzet van door de gemeente betaalde participatieactiviteiten. Dit past bij het uitgangspunt van het bijgestelde beleid. 4. Het bijgestelde beleid heeft (bescheiden) succes Bij dalende uitgaven aan participatie, is de uitstroom, mede door inspanningen van de gemeente, tussen 2011 en 2012 iets toegenomen. En dat in een verslechterende arbeidsmarktsitutatie. Een positieve ontwikkeling: doeltreffend, want een iets grotere uitstroom in betaald werk, en doelmatig, want gelijkblijvende kosten per uitgestroomde cliënt. De komende jaren moeten uitsluitsel bieden of de resultaten ook zonder Aanval op bijstand op een zelfde niveau blijven. 5. De casemanager bepaalt aan wie participatiegeld wordt uitgegeven Met de bijstelling van het beleid en een daarbij behorende kritische keuze van casemanager ten aanzien van het uitgeven van het participatiebudget, is de rol van de casemanager als toegang tot extern ingekochte re-integratieactiviteiten versterkt. De casemanager bepaalt - binnen de gestelde kaders - welke cliënten voor re-integratietrajecten gericht op betaald werk in aanmerking komen. 6. Bureau Werk is de cruciale speler in de uitvoering van het bijgestelde beleid Bureau Werk, het gemeentelijk re-integratiebedrijf, speelt een cruciale rol in het participatiebeleid gericht op betaald werk. Door de bijstelling van het beleid is hun rol mogelijk groter dan voorheen. Ruim 40 procent van de uitgaven aan participatie worden aan dit bureau besteed. Daar waar de overige participatieuitgaven dalen, blijven de uitgaven aan dit bureau op ongeveer hetzelfde niveau. Bureau Werk selecteert streng aan de poort: 4 op de 10 aangemelde cliënten komt niet voor bemiddeling door dit bureau in aanmerking. Alleen cliënten met 'arbeidsmarktpotentie en -motivatie' worden bemiddeld. Een groot deel van de uitstroom uit de uitkering, bestaat uit cliënten van dit bureau. Het cliëntenbestand dat 'in bemiddeling' is, groeit enigszins. Mogelijk dat een verslechterende arbeidsmarktsituatie hieraan debet is. 3 Dit project is apart geëvalueerd door de afdeling Werk en Welzijng. In dit project ging het niet alleen om reintegratiebegeleiding, maar ook om handhaving en een actieve benadering van potentiële werkgevers. 6

8 7. Ervaringen cliënten: wie ondersteund wordt is zeer tevreden Het grootste deel van de geïnterviewden met een indeling in de treden 4 en 5 is zeer tevreden over de rol van de casemanagers. Dit zijn vooral mensen waarbij de arbeidsmarktpotentie positief is beoordeeld. Zij waarderen de aandacht van de casemanagers en hun regelkracht. 8. Ervaringen cliënten: wie niet (meer) ondersteund wordt is ontevreden Wat het nieuwe beleid betekent voor de WWB'ers die niet worden geholpen, weten we niet precies. Wel hebben we hierover enkele signalen. Uit deze signalen blijkt dat cliënten aanvoelen dat de relatie met hun casemanager belangrijk is voor hun kansen om in aanmerking te komen voor ondersteuningstrajecten of -instrumenten. Ook blijkt dat de relatie tussen casemanager en cliënt na verloop van tijd onder druk kan komen te staan wanneer de ondersteuning niet leidt tot het gewenste resultaat: het re-integratieaanbod is 'uitgeput' en de cliënt heeft nog geen betaalde baan. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de situatie van de hogeropgeleiden, voor wie eigenlijk geen re-integratieaanbod bestaat en die bovendien worden geacht om zelfstandig hun weg te vinden. Ook de cliënten in de treden 1, 2 en 3, die vaak 'in de persoon gelegen' belemmeringen hebben (vaak lichamelijke en/of psychische gezondheidsklachten) om participatiestappen te zetten, verzeilen nogal eens in een situatie waarin de relatie tussen cliënt en casemanager is 'uitgewerkt'. Dit is voor beide partijen een onbevredigende situatie. 7

9 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek Op 1 januari 2011 heeft Purmerend bijstandsgerechtigden (Wet Werk en Bijstand, WWB). Hieronder zijn ongeveer 60 jongeren; zij vallen onder de Wet Investeren in Jongeren (WIJ). Alle bijstandsgerechtigden zijn beoordeeld op de mate waarin zij maatschappelijk participeren. Dit is gebeurd volgens de landelijk ontwikkelde Participatieladder. De ladder bestaat uit 6 treden: 1. geïsoleerd 2. sociale contacten buitenshuis 3. deelname aan georganiseerde activiteiten 4. onbetaald werk 5. betaald werk met ondersteuning 6. betaald werk De Participatieladder 'meet' de mate van deelname van de cliënt aan de samenleving. De ladder heeft niet het oogmerk om zijn of haar afstand tot de arbeidsmarkt in beeld te brengen. Dit betekent dat een hoogopgeleide werknemer, die via de WW in de bijstand is geraakt en ook relevante werkervaring heeft, in trede 2 kan zijn ingedeeld. Bijvoorbeeld omdat deze cliënt geen vrijwilligerswerk doet, noch lid is van een vereniging. In dit voorbeeld kan het wel zo zijn dat deze cliënt heel goed bemiddelbaar is, een korte afstand tot de arbeidsmarkt heeft en alsnog een baan vindt. In dat geval stijgt de cliënt van trede 2 naar trede 6. In april 2011 is het Participatiebeleid van de gemeente Purmerend bijgesteld. 4 De beleidsprioriteit is verschoven van maximale participatie van alle bijstandsgerechtigden, naar maximale uitstroom naar betaald werk, voor diegenen die daarop de meeste kans maken. De reden hiervoor is gelegen in de ontwikkeling dat van Rijkswege minder middelen beschikbaar worden gesteld voor participatie. De middelen moeten daarom meer worden ingezet voor cliënten met een arbeidsmarktperspectief en veel minder aan cliënten voor wie sociale contacten en deelname aan activiteiten op korte termijn het hoogst haalbare is (treden 2 en 3). De WWB-cliënten die zijn ingedeeld in de treden 4 en 5 hebben doorgaans het meeste perspectief op betaald werk. Zij vormen de primaire doelgroep voor het besteden van het participatiebudget. Het voorbeeld hierboven geeft echter aan dat er ook cliënten op de lagere treden zijn die mogelijk goed bemiddelbaar zijn. Daarom moet bij alle cliënten scherp worden beoordeeld of het participatiebudget wordt uitgegeven. Participatie in vrijwilligerswerk gebeurt zonder kosten. Een traject gericht op betaalde arbeid kost geld zonder dat het resultaat is gegarandeerd. De wijziging in beleid moet daarom ook zichtbaar zijn in de uitgaven: het budget moet worden besteed aan uitstroom uit de bijstand en niet zozeer aan 'meer participatie'. De beleidsnotitie van april 2011 formuleert het aldus: 4 Aan het werk in Purmerend. Beleidsnotitie participatie(budget) , 11 april

10 Arbeidsparticipatie als hoogste doel, prioriteit bij cliënten op treden 4 en 5 (pagina 12). 5 Voor de genoemde primaire doelgroep (trede 4 en 5) wordt gezocht naar re-integratietrajecten die zo direct mogelijk naar werkgevers toeleiden. De kortste weg naar de arbeidsmarkt wordt gevolgd. De inzet van het participatiebudget is minder gericht op het aanbod van bemiddelingsbureaus en reintegratiebedrijven en meer gericht op resultaat op de korte termijn. Gezocht wordt naar een manier van begeleiden waarbij cliënten zelf het initiatief nemen. De vraag daarbij is daarom ook wat cliënten uit de genoemde doelgroep vinden van hun begeleiding door de casemanagers die dit beleid uitvoeren. Het doel van het onderzoek is daarom tweeledig: 1. het verkrijgen van inzicht in hoeverre de beleidswijziging heeft geleid tot veranderingen in de uitvoering van het beleid en in de resultaten van dit beleid 2. het verkrijgen van inzicht in de ervaringen van bijstandscliënten met de begeleiding door het casemanagement van Werk en Inkomen. 1.2 Afbakening van het onderzoek Het onderzoek richt zich op alle WWB-cliënten. Vanwege de aparte bemoeienis van het Jongerenloket met cliënten jonger dan 27 jaar, en de veranderingen in de vormgeving van dit loket in de afgelopen jaren, interviewen we alleen de reguliere cliënten tussen 28 en 65 jaar over hun ervaringen met de afdeling Werk en Inkomen. In de kwantitatieve analyse van het uitkeringenbestand is de jonge doelgroep wel meegenomen. Binnen de WWB-groep hebben we verder extra aandacht voor de cliënten die zijn ingedeeld in de treden 4 en 5: dat zijn immers de cliënten op wie de beleidswijziging zich richt. Het onderzoek richt zich niet op het eenmalige project Aanval op de bijstand. Dit project wordt apart geëvalueerd. In dit project is overigens niet alleen geïnvesteerd in re-integratieondersteuning van cliënten, maar ook in handhaving en een actieve werkgeversbenadering. 1.3 Belangrijkste begrippen Voor een goed begrip van dit onderzoeksrapport definiëren we hieronder de belangrijkste begrippen: Participatie: deelname aan de samenleving. Het begrip is geoperationaliseerd in de Participatieladder. Re-integratie: arbeidsmarktdeelname door middel van een betaalde baan, al dan niet in deeltijd. Dit kan eventueel met een vorm van ondersteuning, betaald uit het participatiebudget. Uitstroom: een gedeeltelijke of volledige stopzetting van de WWB-uitkering. Dit kan gebeuren wanneer iemand een betaalde baan vindt, al dan niet fulltime, maar ook omdat iemand 65 wordt (en AOWgerechtigd wordt), verhuist of met een partner gaat samenwonen die een betaalde baan heeft. 5 Aan het werk in Purmerend. Beleidsnotitie participatie(budget) , 11 april

11 1.4 Vraagstelling Hoofdvragen 1. Heeft de beleidswijziging geleid tot daadwerkelijke veranderingen in de uitvoering in de periode ? 2. Heeft de beleidswijziging geleid tot een hogere uitstroom uit de uitkering in betaald werk in de periode ? 3. Wat kunnen we zeggen over de kosten van re-integratietrajecten en de hierdoor bespaarde uitkeringsgelden? 4. Hoe ervaren WWB-cliënten met een perspectief op de arbeidsmarkt (cliënten op trede 4 of 5), de door de gemeente gefinancierde re-integratietrajecten of aangeboden activiteiten? Deelvraag hoofdvraag 1 a. Op welke wijze voeren casemanagers de beleidswijziging door in hun uitvoeringspraktijk? b. Welke succes- en faalfactoren bij re-integratie onderscheiden casemanagers? Deelvragen hoofdvraag 2 a. Hoe ontwikkelt het WWB-bestand zich? Wat zijn de in- en uitstroomcijfers en hoeveel van de cliënten re-integreren in een betaalde baan? b. Welke verschuivingen in het participatieniveau van de WWB-cliënten en in het bijzonder van de cliënten op trede 4 en 5 van de Participatieladder, zijn zichtbaar in de periode ? c. Laten deze verschuivingen het door het beleid gewenste opwaartse effect zien? Deelvragen hoofdvraag 3 a. Welke kosten zijn gemoeid met deze trajecten of activiteiten? b. Wat zijn de gerealiseerde besparingen op uitkeringsgeld door uitstroom naar betaald werk? Deelvragen hoofdvraag 4 a. Wat zijn volgens de WWB-cliënten (in trede 4 en 5) de doorslaggevende factoren voor het welslagen van de re-integratie? b. Welke factoren belemmeren hen daarentegen in het welslagen van de re-integratie? c. In hoeverre is de rol van cliënten (achtergrondkenmerken als uitkerings- en arbeidsverleden [CV], opleidingsniveau, vaardigheden, netwerk etc.) van belang en in hoeverre het aanbod van of begeleiding door gemeente en/of re-integratiebedrijven? 1.5 Aanpak Het is de vraag of de bijstelling van het beleid tot veranderingen heeft geleid in de uitvoering van het beleid. Het ligt het voor de hand om dan ook aan de cliënten te vragen wat hun ervaringen zijn met de 10

12 door de gemeente gefinancierde re-integratietrajecten. Daarnaast kijken we uiteraard naar de ontwikkeling van het uitkeringenbestand: hoeveel uitkeringen worden jaarlijks verstrekt en welke ontwikkelingen zijn daarin zichtbaar? Het onderzoek heeft daarom een kwantitatief en een kwalitatief deel. Het kwantitatieve deel gebeurt door een analyse van de gegevens zoals geregistreerd in Cognos en door de in- en uistroomgegevens van Bureau Werk te raadplegen, het gemeentelijk reintegratiebedrijf. Cognos geeft inzicht in de bewegingen van het cliëntenbestand op de genoemde Participatieladder. Omdat een deel van de cliënten niet in Cognos wordt gevolgd voor wat betreft hun beweging op deze ladder - te weten de cliënten die kortdurend (maximaal een jaar) gebruikmaken van de WWB -, zijn de gegevens van Bureau Werk belangrijk. Juist dit bureau is een belangrijke 'speler' in de beleidswijziging: zij bemiddelen de meest kansrijke, vaak in trede 4 en 5 ingedeelde, cliënten naar werk. Per trede en per jaar kunnen de 'participatiebewegingen' op de ladder, naar boven en naar beneden, in kaart worden gebracht. Helaas kan in dit systeem niet gezocht worden welke activiteit of welk traject, op basis van de getallen, het grootste opwaartse effect heeft. Wel kan iets worden gezegd over de reden van het beëindigen van uitkeringen. Dit kan zijn vanwege een betaalde baan, maar ook vanwege redenen zoals een verhuizing, het bereiken van de 65-jarige leeftijd of het stopzetten van de uitkering wegens fraude. Daarnaast kunnen we bezien welke kosten gemoeid zijn met de diverse activiteiten. Het kwalitatieve deel bestaat uit enkele gesprekken met de uitvoerders van het beleid (casemanagers) en 12 diepte-interviews met cliënten uit treden 4 en 5. De cliënten zijn gevonden door in een eerdere klanttevredenheidsenquête 6 te vragen of mensen bereid zijn om geïnterviewd te worden over hun ervaringen met re-integratie. Daarnaast zijn enkele cliënten aangemeld door hun casemanager (in onderling overleg). Ten slotte is een groepsgesprek met 11 WWB-cliënten gehouden die zijn ingedeeld in de treden 1, 2 en 3. Zij werpen mogelijk ook een licht op de prioriteitswijziging van meer participatie voor iedereen naar vooral arbeidsdeelname van kansrijke cliënten. 1.6 Leeswijzer In hoofdstuk 2 gaan we kort in op de wijze waarop cliënten 'instromen in de WWB' en hoe de reintegratiebegeleiding is georganiseerd. Dit doen we op basis van enkele interviews met casemanagers. Bovendien beschrijven we op welke wijze zij het bijgestelde beleid uitvoeren. In hoofdstuk 3 presenteren we de resultaten van de kwantitatieve analyse: hoeveel bijstandsgerechtigden vinden een betaalde baan? En hoeveel cliënten stijgen op de Participatieladder? Hoofdstuk 4 gaat in op de 12 interviews met cliënten die ervaring hebben met de re-integratiebegeleiding door de gemeente. In het slothoofdstuk beantwoorden we de onderzoeksvragen. 6 Klanttevredenheidsonderzoek WWB en Minimabeleid, uitgevoerd door BMC/SGBO,

13 2 Beleid en hun uitvoerders 2.1 Inleiding In april 2011 is het participatiebeleid van de gemeente Purmerend bijgesteld. De beleidsprioriteit is verschoven van 'maximale participatie' naar 'maximale uitstroom naar betaald werk'. Het is (onder meer) de vraag op welke wijze en in welke mate deze verschuiving leidt tot veranderingen in de praktijk van het uitvoerende werk van de casemanagers. We hebben deze vraag voorgelegd aan een leidinggevende en een medewerker van Bureau Werk en aan twee casemanagers van de Afdeling Werk en Inkomen. Voor het gemak noemen wij hen allen 'casemanager'. 2.2 Proces intake uitkering en re-integratie De casemanagers schetsen het intakeproces als volgt: 1. Een potentiële WWB-cliënt meldt zich aan de balie van de afdeling Werk en Inkomen. Een 'intaker' beoordeelt de rechtmatigheid van de aanvraag. Deze onderzoekt bijvoorbeeld of een aanvrager een partner heeft die financieel voor hem kan zorgdragen of dat er mogelijk een recht is op een andersoortige uitkering. Dit soort aanvragers wordt uitgesloten van een bijstandsuitkering. 2. Nadat het recht op WWB is vastgesteld, volgt een intakegesprek tussen de aanvrager en een casemanager re-integratie. De casemanager beoordeelt of de cliënt mogelijk ontheven moet worden van een arbeids- of participatieplicht. Wanneer dit niet het geval is, dan worden er reintegratieafspraken met de cliënt gemaakt. De casemanager deelt de betreffende cliënt in op de Participatieladder, aan de hand van een aantal landelijk opgestelde vragen over de 'participatiesituatie' van de cliënt: a. of de cliënt een (gedeeltelijk) betaalde baan heeft (trede 6), b. al dan niet met ondersteuning van een re-integratieinstrument (trede 5), c. of de cliënt onbetaald werk verricht (trede 4) 7, d. of de cliënt minimaal 1 x per week deelneemt aan georganiseerde activiteiten (trede 3), e. of de cliënt minimaal een keer per week contact heeft met mensen die geen huisgenoten zijn (ja: trede 2; nee: trede 1). Een persoonlijke inschatting van de casemanager speelt hierbij een rol. 3. Soms gaat een aanvrager eerst zelfstandig aan de slag om een betaalde baan te vinden. Soms wordt de aanvrager direct doorverwezen naar een re-integratiebedrijf. 4. De cliënten in trede 4 of 5, die waarschijnlijk 8 een korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben, 7 Deze trede wordt nog uitgesplitst in treden 4a en 4b, waarbij in het eerste geval 'geen in de persoon gelegen belemmeringen voor werkaanvaarding' aanwezig zijn, in het geval van 4b wel. 8 De trede-indeling van de Participatieladder brengt de mate waarin iemand deelneemt aan de samenleving in kaart en niet iemands afstand tot de arbeidsmarkt, zie 1.1, p

14 komen, zoals het beleid beoogt, als eerste in aanmerking voor re-integratietrajecten. Niettemin hebben de casemanagers ook oog voor cliënten die slechts beperkt deelnemen aan de samenleving, maar wel een behoorlijke bemiddelbaarheid hebben. De cliënten met een korte afstand tot de arbeidsmarkt én een hoge arbeidsmotivatie, worden doorverwezen naar Bureau Werk. Dit is het re-integratiebedrijf van de gemeente dat gespecialiseerd is in deze doelgroep. Cliënten die willen werken zonder een sterke voorkeur voor bepaalde werkzaamheden, worden vaak naar een extern re-integratiebedrijf verwezen. Dit is ook de aanbieder die met 'niet-willers' werkt Bureau Werk, dat bij uitstek met cliënten werkt met een grote kans op arbeidsmarktdeelname op de korte termijn, verwijst op grond van een eigen intake sommige cliënten terug naar de Afdeling Werk en Inkomen. In die gevallen wordt een andere vorm van re-integratiebegeleiding gekozen. 2.3 Beleid op papier en beleid in de praktijk Allereerst blijkt dat de casemanagers een behoorlijke vrijheid hebben om hun werk uit te voeren. 10 Volgens één van de geïnterviewden kan dit leiden tot verschillen in de werkvoorraad van medewerkers: "Je caseload is afhankelijk van je manier van werken en van je eventuele taakaccenten". Een andere geïnterviewde zegt: "Ik houd de in- en uitstroom van elke klant dagelijks bij. Dat noem ik mijn kasboek. Ook deel ik mijn klanten zelf in: mensen met en zonder groeikansen. Op die manier kan ik zelf jaarlijs evalueren en mijn doelen bijstellen. Zo weet ik dat mijn bestand, ondanks de recessie, stabiel blijft: ongeveer evenveel instroom als uitstroom. Dan concludeer ik dat ik mijn werk redelijk goed doe. Ik kom in de buurt van zelfsturing". Weer een ander benadrukt dat casemanagers de ruimte hebben of kunnen pakken "om afspraken te maken buiten de gebaande paden om, zoals het goedkoop laten leasen van een auto door een cliënt, opdat hij 's morgens zeer vroeg op een moeilijk bereikbare locatie kan werken. Dit kost uiteraard geld, maar leidt wel tot duurzame uitstroom." Toch is de uitvoeringsruimte niet onbegrensd. Eén van de casemanagers betreurt het bijvoorbeeld dat het budget voor scholing is teruggebracht: "Soms is scholing het beste voor een cliënt, maar dat kan ik dan niet aanbieden. Dit is het beleid en dat voer ik loyaal uit, al ben ik het er niet mee eens." De tweede rode draad is dat casemanagers 'het beleid' niet zeggen te kennen of menen dat dit beleid voor hun dagelijkse praktijk niet veel betekent. Slechts één van vier geïnterviewden heeft de nieuwe beleidsnota gelezen, twee anderen zeggen wel de inhoud te kennen. Deze twee hebben de nota weliswaar niet gelezen, maar hebben bijeenkomsten bijgewoond over het nieuwe beleid. Eén zegt de inhoud van de nota niet te kennen. Dat de casemanagers in de uitvoering kiezen voor cliënten met een korte afstand tot de arbeidsmarkt, herkennen ze allemaal. Eén van hen zegt: "Bij een verdubbeling van de caseload gaan casemanagers vanzelf andere prioriteiten stellen, in die zin lopen wij altijd wat voor op het beleid. Het begint ermee dat je het jaarlijkse gesprek met veel 9 De term 'niet-willers' blijkt te behoren tot regulier taalgebruik van casemanagers. Alle vier geïnterviewde casemanagers gebruiken dit woord. Het is eveneens een label waaronder geregistreerd wordt in het cliëntdossier. Ook een van de geïnterviewde cliënten (zie hoofdstuk 4) blijkt dit woord te kennen. 10 Hierin is Purmerend geen uitzondering. Het blijkt bijvoorbeeld uit een proefschrift van Paul van der Aa, Activeringswerk in uitvoering. Bureaucratische en professionele dienstverlening in drie sociale diensten, Universiteit van Utrecht (2012) 13

15 cliënten terugbrengt van twee naar een keer per jaar. Of je geeft iemand niet meer een ontheffing van de arbeidsplicht voor een jaar, maar langer, bijvoorbeeld cliënten van 62 jaar of ouder. Met een hogere caseload moet je doelmatig werken. Als je veel aan je cliënten overlaat kan je je energie steken in klanten die het echt nodig hebben." De derde rode draad is dat de indeling in treden op de Participatieladder door de casemanagers wordt gerelativeerd. Ze gebruiken deze nauwelijks om hun klantenbestand mee te analyseren. Voor hen is het beoordelen van de arbeidsmarktpotentie belangrijker. Ze geven de volgende voorbeelden waaruit blijkt dat de trede-indeling niet maatgevend is voor het traject dat cliënten krijgen aangeboden: "Iemand in trede 2 kan soms het beste geholpen worden met werk. Bijvoorbeeld omdat een gebrek aan dag- en weekritme en onvoldoende sociale contacten de situatie van de cliënt verergeren. Als deze cliënten weer in een werkritme zitten, kan met succes aan andere problemen worden gewerkt." Een ander voorbeeld: "Zo had ik onlangs een metaalbewerker. Altijd gewerkt. Nu werkeloos geraakt buiten zijn schuld, door een faillissement. Veel werkervaring. Trede 5, zou je denken. We konden hem direct bemiddelen naar werk. En wat gebeurde? Hij zakte door het ijs. Wat bleek? Bij zijn voormalige werkgever werd hij enorm uit de wind gehouden. Een hele beschermde omgeving. Nu hebben we hem op een werkervaringsplek geplaatst om zicht te krijgen op zijn mogelijkheden en beperkingen. Een trede omlaag dus." Alle casemanagers benadrukken dat hun expertise, opgebouwd door ervaring, van doorslaggevend belang is voor het inschatten van arbeidsmarktmogelijkheden. Zonder het beleid heel goed te kennen, lijkt de uitvoeringspraktijk, waarbij een beoordeling van de arbeidsmarktpotentie de voorkeur krijgt boven de beoordeling van de mate waarin iemand deelneemt aan de samenleving, goed aan te sluiten bij 'de geest' van het bijgestelde beleid. De vierde rode draad is gelegen in de verschillende opvattingen die de vier geïnterviewden hebben over de succes- en faalfactoren bij re-integratie. Deze opvattingen sluiten elkaar niet uit. Ze leiden mogelijk wel tot verschillende benadering van cliënten. De opvattingen representeren verschillende zienswijzen van medewerkers: de één wijst ten eerste op factoren die in de cliënt gelegen zijn, de ander juist op de interactie tussen cliënt én casemanager ("als jij open bent tegen mij, dan ga ik voor je aan de slag") en de volgende daarentegen op externe factoren zoals de arbeidsmarktsituatie: "Een reëel beeld van de cliënt van zijn mogelijkheden. Daarnaast intrinsieke arbeidsmotivatie." "De arbeidsmarkt is cruciaal. Daarna de relatie tussen cliënt en casemanager." 2.4 Samenvatting De uitvoering van het participatiebeleid wordt gekenmerkt door een belangrijke rol voor Bureau Werk, het gemeentelijke re-integratiebedrijf, in de bemiddeling van kansrijke cliënten, een behoorlijke mate van uitvoeringsvrijheid voor casemanagers, een globale kennis van het beleidskader, maar wel een uitvoeringspraktijk die lijkt te passen bij de bijstelling van het beleid in 2011 eerder individuele keuzes en afwegingen van casemanagers 'op maat', dan systematisch afgewogen keuzes op basis van geobjectiveerde (achtergrond-)kenmerken van cliënten verschillende zienswijzen casemanagers in de beoordeling van re-integratiemogelijkheden van cliënten. 14

16 3 Cijfers op een rij 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk brengen we in beeld van hoeveel uitkeringsgerechtigden de uitkering wordt beëindigd, hoeveel van hen een baan heeft gevonden, hoeveel daarvan parttime en fulltime werk hebben gevonden en hoe het zit met de bewegingen van de cliënten op de Participatieladder. 3.2 In- en uitstroom In tabel 3.1 is de ontwikkeling van het aantal WWB-uitkeringen in Purmerend te zien. Allereerst laat de tabel zien dat elk jaar ongeveer de helft van het aantal uitkeringen wordt beëindigd. Tegelijkertijd wordt het bestand elk jaar net zo hard weer aangevuld. Het aantal WWB-uitkeringen neemt elk jaar toe: de instroom is elk jaar hoger dan de uitstroom. Dat betekent dat de hogere uitstroom een positief resultaat telkens teniet wordt gedaan. De instroom is een nauwelijks door de gemeente te beïnvloeden externe factor. Het betreft hier immers een factor die wordt bepaald door economische of arbeidsmarktontwikkelingen. Ten slotte geeft de tabel weer dat er ook een aandeel uitkeringsgerechtigden is dat een parttime baan heeft. De zogenoemde deeltijduitstroom is in 2012 behoorlijk hoger dan in voorgaande jaren. Het cijfers is gestegen van 244 in 2009 naar 308 in De ontwikkeling van het volume in Purmerend verloopt minder goed dan in Nederland als geheel. Het Purmerendse bestand groeit harder dan het landelijke bestand. Tabel 3.1: In en uitstroom in de WWB per jaar, aantallen uitkeringen* Voor beleidswijziging Gerealiseerd 31/12 Voor beleidswijziging Gerealiseerd 31/12 Na beleidswijziging Gerealiseerd 31/12 Na beleidswijziging Gerealiseerd 31/12 Stand Instroom** Uitstroom** Gedeeltelijke uitstroom Bronnen: Purmerend in Cijfers en CBS, Statline (Nederland) * De cijfers tellen het aantal uitkeringen, niet het aantal cliënten. Een echtpaar ontvangt één uitkering. ** De in- en uitstroomcijfers van een bepaald kalenderjaar tellen niet op tot een standcijfer van het volgende jaar. Bij zowel in- als uitstroom 'telt' de registratie op het moment van de mutatie. De meeste mutaties van beëindigingen vinden achteraf, met terugwerkende kracht plaats. 15

17 3.3 Beëindigen van uitkeringen: door re-integratie of vanwege een andere reden? Tabel 3.2 geeft net als tabel 3.1 weer dat in 2011 en 2012 respectievelijk 502 en 529 uitkeringen volledig zijn beëindigd. Hieronder zijn ook de cliënten van Bureau Werk begrepen. Onderstaande tabel geeft weer in hoeverre beëindiging het resultaat is van re-integratie op de arbeidsmarkt: het percentage uitstromers naar een betaalde baan is van 23% in 2011 gestegen naar 30% Deze uitstroom is, overall, gerealiseerd door middel van ruim 70 activiteiten. We zien dat de uitkeringsduur van deze uitstromers korter is geworden, hij is van bijna 2 jaar gedaald naar 1,7 jaar gemiddeld. 11 Daarnaast is te zien dat in 2012 een groter aantal en aandeel uitstromers 'zonder activiteit', is uitgestroomd: respectievelijk 72 cliënten (14% van de 502 uitstromers) in 2011 en 182 cliënten (34% van de 529 uitstromers) in Tabel 3.2: Beëindigde uitkeringen: diverse resultaten Activiteiten Soorten activiteiten Uitstromers zonder activiteit Mannen Vrouwen Uitstromers naar betaalde arbeid Uitstromers totaal Percentage uitstroom naar betaalde arbeid 23% 30% Gemiddelde leeftijd Gemiddelde uitkeringsduur 1,9 1,7 Gemiddelde aantal activiteiten per cliënt 2,4 1,8 Bron: GWS4all/Cognos Het beëindigen van een uitkering gebeurt aldus in de meeste gevallen om een andere reden dan vanwege uitstroom naar een betaalde baan (re-integratie), bijvoorbeeld een voorliggende voorziening 12, het bereiken van de 65-jarige leeftijd (AOW), een verhuizing. Tabel 3.3 laat ook zien dat een flink deel van de re-integratie plaatsvindt zonder dat hierbij een door de gemeente gefinancierd traject is gevolgd: 11 De gemiddelde uitkeringsduur, gerekend over het gehele bestand, ligt in de afgelopen jaren rond de vijf jaar. Dit is echter een ander gegeven dan de uitkeringsduur van de mensen die uitstromen, waarvan in dit hoofdstuk sprake is. 12 Kortweg: een andere uitkering. Zoals onder andere AOW en ANW (Sociale Verzekeringsbank), en WIA, WW of ZW (Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen, UWV). 16

18 Tabel 3.3. Reden beëindiging 2011 en Reden beëindiging Aantal cliënten Reden beëindiging Aantal cliënten Arbeid n.a.v. traject 61 Arbeid n.a.v. traject 82 Arbeid zonder traject 53 Arbeid zonder traject 76 Alle andere redenen (geen re-integratie in betaald werk) 388 Alle andere redenen (geen re-integratie in betaald werk) 371 Totaal 502 Totaal 529 Bron: GWS4all/Cognos 3.4 Resultaten Bureau Werk Alvorens de bewegingen op de Participatieladder in beeld te brengen, zoomen we eerst in op de resultaten van Bureau Werk, het gemeentelijke re-integratiebedrijf. Dit doen we omdat zij veelal cliënten bemiddelen die (veel) korter dan één jaar gebruikmaken van de WWB. Zij worden vaak niet gevolgd op de Participatieladder. 13 Het bestand dat op deze ladder wordt gevolgd, staat centraal in de volgende paragraaf. Tabel 3.4 geeft een snelle blik op de in- en uitstroom van Bureau Werk. Het aantal aanmeldingen door de Afdeling Werk en Inkomen is ongeveer gelijk gebleven in de afgelopen twee jaar. Het aantal 'terugmeldingen' is ook stabiel. Wel duidt het forse aandeel terugmeldingen (2011: 41% en 2012: 42%) op een strenge selectie aan de poort van Bureau Werk. In 2011 en 2012 zijn respectievelijk 112 en 115 cliënten bemiddeld naar een betaalde baan met minimaal een halfjaarcontract én een besparing van 50% op de uitkering. Ook blijkt dat het aantal cliënten dat nog niet is uitgestroomd, toeneemt (van 233 naar 270). Het bestand dat 'doorlopend in bemiddeling is', is gegroeid. Tabel 3.4: In en uitstroom bij Bureau Werk Aangemeld bij Bureau Werk Teruggemeld aan Afdeling Werk en Inkomen In bemiddeling bij Bureau Werk Uitstroom naar werk via Bureau Werk* Doorlopend in bemiddeling bij Bureau Werk Bron: gegevens Bureau Werk * Uitstroom: minimaal 50% besparing op de uitkering én minimaal een contract voor een half jaar. 13 Het verdient aanbeveling om ook deze mensen te volgen, dat geeft een vollediger beeld. 17

19 3.5 Bewegingen op de Participatieladder Inleiding Voor het in kaart brengen van bewegingen op de Participatieladder, maken we gebruik van gegevens uit GWS4all. Dit is een registratiesysteem van uitkeringsgerechtigden en participatieactiviteiten. In een Purmerendse toepassing, Cognos, wordt in elk kalenderjaar, met 1 januari als peildatum, van alle uitkeringsgerechtigden vastgesteld of zij de potentie hebben om te stijgen op de Participatieladder. Wanneer cliënten een ontheffing van de participatieplicht krijgen, dan worden ze niet gevolgd op de Participatieladder. De populatie op de ladder volgen we in de jaren 2011 en Het betreft 742 mensen in 2011 en 955 mensen in De analyse van deze populatie heeft een beperking: Als iemand ná 1 januari 2011 instroomt, behoort hij niet tot de populatie die we volgen. En als deze cliënt vervolgens vóór 31 december 2012 weer uitstroomt, behoort hij evenmin tot de populatie die we op 1 januari 2012 selecteren. Dit betekent dat we informatie verliezen van mensen die kortdurend in de uitkering zitten. Dit zijn bijvoorbeeld schoolverlaters (in het voorjaar), die later in het jaar een baan vinden, of seizoenswerkers met onvoldoende WW-rechten, die een gedeelte van het jaar van de uitkering gebruikmaken. Het zijn ook vaak cliënten van (bijvoorbeeld) Bureau Werk: na kortdurend WWB-gebruik een snelle bemiddeling naar een baan. Hieronder zitten mogelijk de genoemde schoolverlaters en seizoenswerkers. We weten bijvoorbeeld dat in de afgelopen twee jaar achtereenvolgens 112 en 115 mensen zijn bemiddeld naar een betaalde baan door Bureau Werk (zie 3.4). Een deel van deze mensen zit niet in de gevolgde populatie op de Participatieladder. We weten niet hoe groot dit deel is. De analyse van deze populatie is betrouwbaar en relevant: Het bestand van 742 mensen in 2011 en 955 mensen in 2012, uit een totaalbestand van ongeveer mensen, waarin bovendien de snelle uitstromers niet zijn opgenomen, beschouwen we als een betrouwbare afspiegeling van het totaalbestand waarop het participatiebeleid zich ook richt. Het betreft immers alle mensen zonder ontheffing van de plicht op re-integratie, ofwel, mensen met de potentie te stijgen op de Participatieladder en de potentie om te re-integreren in betaalde arbeid. Bevindingen: beweging op de Participatieladder? In 2011 volgen we 742 mensen. Hiervan zijn er 165 ingedeeld in de treden 4 en 5 (22%). Van hen zijn er 63 gestegen op de Participatieladder (38%). Zie tabel 3.5 hieronder. Er zijn in totaal 142 cliënten gestegen op de Participatieladder. Dit is ongeveer 20% van de totale populatie. Het gros (56%) zit aan het einde van 2011 in dezelfde trede als aan het begin van het jaar. We zien bovendien dat 88 mensen (12%) een betaalde baan hebben gevonden of behouden (trede 5 en 6). Wanneer we 'stijging' en zittende cliënten in trede 5 en 6 bij elkaar optellen ( ), dan zien we dat 25% van de populatie op 1 januari 2011 een jaar later een positief resultaat (stijging of een indeling in trede 5 of 6 door betaald werk) heeft gehaald of behouden. 18

20 Tabel 3.5: Beweging in 2011 / 4e kwartaal ten opzichte van 1e kwartaal Trede Omschrijving gelijk daling stijging onbekend totaal 0 Diagnose en/of ontheffing Sociaal geïsoleerd Sociale contacten buiten de deur Maatschappelijke participatie a Onbetaald werk (met belemmering) b Onbetaald werk (zonder belemmering) Betaald werk (met ondersteuning) Betaald werk (zonder ondersteuning) Geen trede Totaal Bron: GWS4all/Cognos In 2012 volgen we 955 mensen, waarvan 227 in de treden 4 en 5 (24%). Hiervan zijn er 59 gestegen op de Participatieladder (26%). Zie tabel 3.6 hieronder. Van de 955 mensen zijn er in totaal 145 cliënten gestegen op de Participatieladder. Dit is ongeveer 15% van de totale populatie. Het gros (67%) zit ultimo 2012 in dezelfde trede als aan het begin van het jaar. We zien bovendien dat 177 mensen (19%) in trede 5 of 6 zijn ingedeeld. Wanneer we 'stijging' en de zittende cliënten in trede 5 en 6 bij elkaar optellen ( ), dan zien we dat 29% van de populatie op 1 januari 2012 een jaar later een positief resultaat (stijging of betaald werk gevonden/behouden) heeft gehaald. Tabel 3.6: Beweging in 2012 / 4e kwartaal ten opzichte van 1e kwartaal Trede Omschrijving gelijk daling stijging onbekend totaal 0 Diagnose en/of ontheffing Sociaal geïsoleerd Sociale contacten buiten de deur Maatschappelijke participatie a Onbetaald werk (met belemmering) b Onbetaald werk (zonder belemmering) Betaald werk (met ondersteuning) Betaald werk (zonder ondersteuning) Geen trede Totaal Bron: GWS4all/Cognos 19

21 Bij deze conclusies behoort een kanttekening. Uit een diepere analyse van de mensen die in de treden van 5 en 6 zijn ingedeeld, blijkt dat zij de stap naar trede 5 of 6 vaak hebben gezet in een jaar voorafgaand aan het peiljaar 2011 en Dat betekent dat de positieve waardering van deze positie weliswaar terecht is, maar dat deze positie niet altijd te verklaren is door inspanningen in hetzelfde peiljaar. 14 In de tabellen 3.7 en 3.8 gaan we na aan hoeveel cliënten participatiegeld wordt uitgegeven, in welke trede deze cliënten zijn ingedeeld en of deze uitgaven leiden tot een hogere sport op de Participatieladder. Dit betreft alle betalingen, maar niet de betalingen aan Bureau Werk. 15 Tabel 3.7 geeft weer dat de meeste betalingen voor participatieactiviteiten in 2011 en 2012 plaatsvinden aan cliënten in de treden 2 en 3 (respectievelijk 57 en 68% van het alle cliënten). In 2011 en 2012 worden aan de cliënten in treden 4 en 5 in respectievelijk 24 en 30% van de gevallen betaalde activiteiten ingezet. Tabel 3.7: Betalingen per cliënt per trede per jaar* Diagnose en/of ontheffing 8 4% 0 0% 1 Sociaal geïsoleerd 29 15% 20 10% 2 Sociale contacten buiten de deur 62 31% 65 34% 3 Maatschappelijke participatie 51 26% 46 24% 4a Onbetaald werk (met belemmering) 36 18% 39 20% 4b Onbetaald werk (zonder belemmering) 1 1% 9 5% 5 Betaald werk (met ondersteuning) 10 5% 10 5% 6 Betaald werk (zonder ondersteuning) 2 1% 4 2% Totaal % % Bron: GWS4all/Cognos * Betalingen aan Bureau Werk zijn niet in deze tabel opgenomen. Wanneer we het aantal betalingen vergelijken met de bewegingen op de Participatieladder, dan blijkt (zie tabel 3.8) dat de meeste betalingen voor participatieactiviteiten (voor zover niet gericht aan Bureau Werk) zijn besteed aan cliënten die geen vooruitgang hebben geboekt, respectievelijk 44 (2011) tot 59% (2012) van de cliënten met een traject of activiteit waarvoor is betaald. Een kleiner aandeel cliënten dat heeft deelgenomen aan betaalde activiteiten is gestegen op de Participatieladder. Dit betreft respectievelijk 30 en 22%: 14 Dit probleem is te verhelpen wanneer casemanagers niet alleen een ingangsdatum van de trede-indeling muteren, maar ook een einddatum. Het systeem dwingt de casemanagers om deze data in te voeren bij de stappen tussen de treden 1 t/m 4, maar niet bij een mutatie in trede 5 of De betalingen aan Bureau Werk worden in een ander informatiesysteem geregistreerd dan de betalingen aan externe reintegratiebedrijven. 20

22 Tabel 3.8: Betalingen aan aantallen cliënten en hun beweging op de Participatieladder* Beweging stilstand 87 44% % groei 60 30% 42 22% daling 25 13% 18 9% onbekend 27 14% 19 10% totaal % % Bron: GWS4all/Cognos * Betalingen aan Bureau Werk zijn niet in deze tabel opgenomen. 3.6 Kosten van uitstroom en re-integratie Het resultaat van het participatiebeleid in 2011 en 2012, zoals in 3.4 en 3.5 beschreven, kan als volgt worden samengevat: Een kwart tot maximaal 29% van de cliënten uit de gevolgde populatie stijgt en/of is in trede 5 of 6 ingedeeld; Bijna een kwart (23%) tot 30% van alle uitgestroomde WWB ers vindt een fulltime baan 16 ; Een flink deel van het bestand (ongeveer een vijfde deel) bestaat uit mensen met een parttime baan en een aanvullende bijstandsuitkering. Deze resultaten zijn (onder meer) bereikt door het inzetten van participatieactiviteiten, betaald door de gemeente. 17 In 2011 en 2012 is in totaal steeds iets meer dan 2 miljoen uitgegeven aan particiapatieactiviteiten of - trajecten. In beide jaren is ruim een ton uitgegeven aan re-integratie binnen het eenmalige project Aanval op de Bijstand. 18 Het gemiddeld uitgegeven bedrag per cliënt is gedaald van tot (zie tabel 3.9). Verder is in tabel 3.9 zichtbaar dat een flink deel van het budget wordt besteed aan (trajecten van) Bureau Werk. Dit aandeel stijgt bovendien tot ruim 40 procent van het uitgegeven budget (43%). Wanneer we kijken naar het bestand 'cliënten op de Participatieladder', zien we een daling van de uitgaven aan participatie, voor zover niet betaald aan Bureau Werk. In 2011 blijkt het geld uitgegeven aan 27% (199 van 742) en in 2012 aan 20% (193 van 955) van de gevolgde populatie. Dit betekent dat het gros van de mensen dat begeleid wordt door casemanagers (niet-zijnde de medewerkers van Bureau Werk), zonder specifieke inzet van activiteiten of trajecten die door de gemeente worden betaald. 16 Dit resultaat overlapt overigens voor een deel met het aandeel cliënten dat aan het eind van het steekproefjaar is ingedeeld in trede Uiteraard zijn er ook resultaten geboekt zonder dat de gemeente hiervoor activiteiten of trajecten heeft ingekocht. 18 Binnen het project Aanval op de bijstand zijn ook uitgaven gedaan aan handhaving en een actieve werkgeversbenadering 21

23 Tabel 3.9: Betaalde kosten van uitstroom, participatie en re-integratie in 2011 en 2012 Betalingen voor participatieactiviteiten of -trajecten WWB-bestand, totaal 2011 Geboekt (31/12)* 2012 Geboekt (31/12)* Totaal aan WWB-cliënten Aantal WWB-uitkeringen (stand per 1 januari) Per WWB-uitkering Bestand van Bureau Werk Totaal aan cliënten van Bureau Werk Percentage budget Bureau Werk op totaal 39% 43% Aantal cliënten Bureau Werk 'in bemiddeling' Per cliënt van Bureau Werk Andere participatie-uitgaven (totaal minus Bureau Werk); o.a. trajecten, diagnosen, scholing en loondispensatie Per WWB-uitkering, exclusief Bureau Werk Cliënten op de Participatieladder, exclusief betalingen aan Bureau Werk Peildatum: 31/12, o.b.v. populatie per 1/1 Peildatum: 31/12, o.b.v. populatie per 1/1 Totaal aan cliënten op de Participatieladder, exclusief betalingen aan Bureau Werk Aantal cliënten met een betaald traject of activiteit, exclusief cliënten van Bureau Werk Per cliënt met een betaald traject of activiteit, exclusief cliënten van Bureau Werk Bron: GWS4all/Cognos en Gegevens Bureau Werk / * inclusief uitgaven aan Jongerenloket en het eenmalige project Aanval op de bijstand Samengevat: De participatie-uitgaven aan alle WWB-cliënten gezamenlijk, dalen licht. De daling wordt getemperd door de eenmalige besteding aan het project Aanval op de bijstand. Omdat het aantal cliënten stijgt, dalen de uitgaven per cliënt sterker. De re-integratie-uitgaven aan Bureau Werk, aan de kansrijke cliënten, blijven stabiel (stijgen licht). Omdat ook Bureau Werk een groter aantal cliënten doorlopend in behandeling heeft, dalen ook hier de uitgaven per cliënt. De participatie-uitgaven aan de populatie op de Participatieladder dalen evenzeer, zowel als totaal, als gemiddeld per cliënt. De prioriteit ligt bij de cliënten met arbeidsmarktpotentie (veelal bij Bureau Werk in bemiddeling). Dit blijkt uit de verdeling van de uitgaven. Ook de geconstateerde afname in bestedingen aan 22

24 cliënten die niet bij Bureau Werk in bemiddeling zijn, alsmede de lichte toename in bestedingen aan cliënten van Bureau Werk, wijst er op dat de uitvoeringspraktijk past bij het bijgestelde beleid. 3.7 Opbrengsten van uitstroom en re-integratie Uitstroom Cliënten die uitstromen maken geen gebruik meer van de WWB. We weten dat dit er in 2011 en 2012 respectievelijk 502 en 529 waren (zie tabel 3.1). Dat bespaart elke keer een volledige uitkering van ongeveer per jaar. Het totaalbedrag ramen we in beide jaren op ruim 7 miljoen (tabel 3.10). Re-integratie We ramen de opbrengsten van re-integratie in een betaalde baan, met inzet van gemeentelijke ondersteuning bij de re-integratieactiviteiten. De gemeentelijke ondersteuning kan bestaan uit alleen de begeleiding door de casemanager van team Werk en Inkomen (en verder een zelfstandige cliënt), maar ook uit de betaalde ondersteuning door Bureau Werk of externe re-integratiebedrijven. We weten dat in 2011 en 2012 respectievelijk 114 en 158 van de beëindigde uitkeringen vanwege uitstroom naar betaalde arbeid is (zie 3.3, tabel 3.2). Dat bespaart elke keer een volledige uitkering van ongeveer per jaar. We ramen het bespaarde bedrag in 2011 daarom globaal op ongeveer en in 2012 op ongeveer Zie tabel Gedeeltelijke uitstroom of re-integratie Er zijn vervolgens ook cliënten die gedeeltelijk werken en gedeeltelijk een uitkering ontvangen. Het aantal cliënten met een gedeeltelijk betaalde baan is gestegen van 218 mensen in 2011 naar 308 mensen in Deze deeltijduitstroom levert de gemeente een besparing van maximaal iets meer dan in Tabel 3.10: Opbrengsten van uitstroom uit de uitkering en re-integratie in een betaalde baan Aantal beëindigde uitkeringen, om welke reden dan ook Raming besparing per jaar, door uitstroom ± ± Aantal beëindigde uitkeringen door re-integratie Raming besparing per jaar, door re-integratie ± ± Aantal cliënten met betaald werk en aanvullende uitkering Geboekte besparing per jaar door deeltijduitstroom = = Dit zijn grote bedragen. We moeten ons daarom realiseren dat de besparing aan de ene kant teniet wordt gedaan door de instroom van nieuwe bijstandsgerechtigden aan de andere kant. Sterker nog, de besparing is kleiner dan de kosten van de nieuwe instroom (zie tabel 3.1: instroom is hoger dan uitstroom). 23

25 3.8 Samenvatting WWB-bestand De uitstroom stijgt sinds 2009 elk jaar. Van ruim 350 (2009) naar ruim 500 in Het aantal deeltijduitstromers is in 2012 (308) hoger dan in de jaren daarvoor (ruim 200). De uitstroom is echter ook altijd lager dan de instroom. Het totaalbestand aan WWB-uitkeringen is daarom gegroeid van bijna in 2009 tot ruim aan het einde van Het WWB-bestand in Purmerend is harder gegroeid dan het bestand in Nederland als geheel. Uitstroom en re-integratie totaalbestand WWB Het gros van de uitstroom uit de WWB heeft te maken met redenen als verhuizing, een andere uitkering, pensionering (AOW i.p.v. WWB), een nieuwe partner met een inkomen of overlijden. Het percentage re-integratie in een betaalde baan is in 2011 en 2012 respectievelijk 23 en 30%. Resultaten Bureau Werk Het aantal cliënten dat door Bureau Werk wordt begeleid naar een betaalde baan (al dan niet in deeltijd) is in 2011 en 2012 ongeveer gelijk, te weten respectievelijk 112 en 115 cliënten. Het aantal cliënten dat nog in bemiddeling is, is met 37 mensen opgelopen tot 270 in Het aantal aanmeldingen bij Bureau Werk is in 2012 ongeveer gelijk aan Het aantal 'terugmeldingen' is ook stabiel. Het forse aandeel terugmeldingen (2011: 41% en 2012: 42%) duidt op een strenge selectie aan de poort van Bureau Werk. Bewegingen op de Participatieladder Een klein deel van alle cliënten stijgt op de Participatieladder: 15% in 2011, 20% in Het gros (56%) zit aan het einde van 2011 in dezelfde trede als aan het begin van het jaar. In 2012 stijgt dit aandeel tot 67%. In 2011 stijgt 38% van de cliënten in trede 4 of 5 naar een hogere trede op de Participatieladder. In 2012 betreft dit aandeel een kwart (26%). Wanneer we stijging op de Participatieladder of een indeling in trede 5 of 6 (betaald werk, eventueel parttime) bij elkaar optellen, dan blijkt dat in % van de gevolgde populatie een positief resultaat te boeken of te behouden. In 2012 komt het uit op 29%. De participatie-uitgaven per cliënt binnen de gevolgde populatie dalen. Het participatiegeld dat niet aan Bureau Werk wordt uitgegeven, wordt aan een relatief klein deel (maximaal aan 27%) van de gevolgde populatie op Participatieladder uitgegeven. Dit betekent dat de meeste cliënten 'op eigen kracht' (hoewel wel begeleid door het casemanagement) proberen te stijgen op de Participatieladder. 24

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport)

Eerste ijkmoment Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport) Eerste ijkmoment 2011 Programma 2 Werken en meedoen Inclusief Rapportage voortgang participatiebeleid (oude statusrapport) Ontwikkeling cliëntenbestand WWB/WIJ 1.450 1.400 1.350 1.300 1.250 1.200 1.150

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 1e e half 2014 gemeente Landsmeer Afdeling Zorg en Welzijn September 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage over de uitvoering van de Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie

Quick scan re-integratiebeleid. Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Quick scan re-integratiebeleid Een oriënterend onderzoek door de rekenkamercommissie Doetinchem, 16 december 2011 1 1. Inleiding De gemeenteraad van Doetinchem heeft op 18 december 2008 het beleidsplan

Nadere informatie

Startnotitie Werken naar Vermogen

Startnotitie Werken naar Vermogen Startnotitie Werken naar Vermogen 1. ACHTERGROND 1.1. Aanleiding Voor u ligt de Startnotitie Werken naar Vermogen. Concrete aanleiding voor deze Startnotitie is de aangenomen motie van het CDA van 15 november

Nadere informatie

Tegenprestatie naar Vermogen

Tegenprestatie naar Vermogen Tegenprestatie naar Vermogen Beleidsplan Tegenprestatie in het kader van de Participatiewet 2015 Hof van Twente, oktober 2014-1 - De Tegenprestatie naar Vermogen Inleiding Al vanaf 1 januari 2012 kunnen

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Werkloosheid 50-plussers

Werkloosheid 50-plussers Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen

Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag 2013 Werk en inkomen Beleidsverslag Werk en inkomen 2013 1/11 Inhoud Beleidsverslag 2013...1 Werk en inkomen...1 Inhoud...2 1 Inleiding...2 2.1 Ontwikkeling van de omvang van het uitkeringsbestand...3

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018

Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Deelplan Participatiewet Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. groep... 4 3. en en uitgangspunten... 5 3.1.

Nadere informatie

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen.

2. Bijgaande begrotingswijziging vast te stellen. Agendapunt : 7. Voorstelnummer : 05-029 Raadsvergadering : 12 mei 2011 Naam opsteller : Laureen Hulskamp Informatie op te vragen bij : tst.: 170 Portefeuillehouders : Alwin Hietbrink Onderwerp: Beleidsnota

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand NO: De raad van de gemeente Hoogeveen, gelezen het voorstel van het college van... ; gelet op de Wet werk en bijstand; gezien het advies van de raadscommissie Samenleving; overwegende dat op grond van

Nadere informatie

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE

TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE TOEVOEGING BIJLAGE NIJMEGEN AAN REGIONALE VERORDENING TEGENPRESTATIE Op grond van artikel 5 lid 1 sub c MGR en artikel 6 lid 1 MGR is de MGR bevoegd tot het opdragen van een tegenprestatie aan de wettelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 729 Evaluatie Wet inkomensvoorziening oudere werklozen Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ 2015 DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015 nr. TB 15.5037761; gelet op artikel 8a,

Nadere informatie

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015

Agendapuntnr.: Renswoude, 27 oktober Nr.: Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015 Agendapuntnr.: Nr.: 149997 Behandeld door: M.H.T. Jansen Onderwerp: Verordening Tegenprestatie Renswoude 2015 Renswoude, 27 oktober 2015 Aan de gemeenteraad Geachte raad, Inleiding Sinds 2012 beschikken

Nadere informatie

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand

Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Uitvoeringsbesluit Reïntegratieverordening Wet Werk en Bijstand Paragraaf 1 Algemene Bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit besluit wordt verstaan onder: a. uitkeringsgerechtigden: personen

Nadere informatie

Stuknummer: blo8.00054. Managementinformatie. Afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Derde kwartaal 2007

Stuknummer: blo8.00054. Managementinformatie. Afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Derde kwartaal 2007 Stuknummer: blo. Managementinformatie Afdeling Werk, Inkomen en Zorg (WIZ) Derde kwartaal Tabel 1. Aantal uitkeringen op grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB) WWB-uitkeringen Aantal uitkeringen Instroom

Nadere informatie

In uw brief zijn onderstaande vragen gesteld.

In uw brief zijn onderstaande vragen gesteld. Gemeente Haarlem Retouradres Participatieraad Haarlem Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 11 november 2014 2014/411388 Eric Dorscheidt 0235114010 edorscheidt@haarlem.nl Ongevraagd

Nadere informatie

Vragen en antwoorden. Antwoord: Leeftijdsopbouw WWB-bestand: 27 tot 45 jaar 67 personen 45 tot 60 jaar 82 personen 60 tot 65 jaar 22 personen

Vragen en antwoorden. Antwoord: Leeftijdsopbouw WWB-bestand: 27 tot 45 jaar 67 personen 45 tot 60 jaar 82 personen 60 tot 65 jaar 22 personen Aanvullende vragen burgerraadslid mw. A. van Esch (fractie PK) betreffende plan van aanpak re-integratie van uitkeringsgerechtigden (n.a.v. Politieke avond d.d. 12 maart 2009) en beantwoording. Politieke

Nadere informatie

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211

Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten Onze ref.: 100211 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de minister mr J.P.H. Donner Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG Utrecht, 10 mei 2010 Onderwerp: inzicht in uitgaven en bereik re-integratiemiddelen gemeenten

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning.

Inhoudsopgave. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland. Opdracht aan het college. Aanspraak op ondersteuning. Verordening Re-integratie WWB, IOAW en IOAZ 2011 Gemeente Lemsterland Inhoudsopgave Artikel 1: Artikel 2: Artikel 3: Artikel 4: Artikel 5: Artikel 6: Artikel 7: Artikel 8: Artikel 8a: Artikel 9: Artikel

Nadere informatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Wajongers aan het werk met loondispensatie Wajongers aan het werk met loondispensatie UWV, Directie Strategie, Beleid en Kenniscentrum Dit memo gaat in op de inzet van loondispensatie bij Wajongers en op werkbehoud en loonontwikkeling. De belangrijkste

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT-14-13314

Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT-14-13314 Verordening tegenprestatie participatiewet 2015 Documentnummer INT-14-13314 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET 2015 GEMEENTE BEVERWIJK De raad van de gemeente Beverwijk; gelet op artikel 8a, eerste

Nadere informatie

Factsheet Uitkeringsbestand juli 2018 gemeente Olst-Wijhe. Nadere toelichting op de cijfers

Factsheet Uitkeringsbestand juli 2018 gemeente Olst-Wijhe. Nadere toelichting op de cijfers Factsheet Uitkeringsbestand juli 2018 gemeente Olst-Wijhe Nadere toelichting op de cijfers In deze tabellen ziet u een nadere toelichting op de cijfers zoals deze zijn opgenomen in de nota Evaluatie Bestuursopdracht

Nadere informatie

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER Raadsvergadering: 19 december 2012 Registratienummer: TB 12.3407403 Agendapunt: 8 Onderwerp: Voorstel: Toelichting: Wijziging Re-integratieverordening Wet werk en bijstand

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20%

Participatiewet. Figuur 2: Personen met bijstandsuitkering: verdeling naar leeftijd januari 2015 december % 80% 49% 54% 60% 40% 42% 37% 20% Participatiewet Sinds 1 januari 215 is de Participatiewet van kracht. Deze wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Agendanummer: 11-31 Registratienummer raad: 612390 Behorend bij het B&W-advies met registratienummer: 612389 Moet in elk geval behandeld zijn in

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Kwartaalrapportage 3 kwartaal 2013

Kwartaalrapportage 3 kwartaal 2013 e Kwartaalrapportage 3 kwartaal 2013 Gemeente Stadskanaal Afdeling Werk & Inkomen 10-12-2013 Afdeling Werk en Inkomen Historische jaarcijfers en actuele stand 2013 Deel 1: Inkomensverstrekking Aantallen

Nadere informatie

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Inleiding Op 1 februari 2007 is de gemeente Boxmeer, in samenwerking met IBN Arbeidsintegratie gestart met het zogenaamde Groenproject. Dit project, waarbij

Nadere informatie

Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers. Tekst Marlijn Migchels April 2016

Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers. Tekst Marlijn Migchels April 2016 Bijstand en werk in 2016 De WWB doelgroep in cijfers Tekst Marlijn Migchels April 2016 Bestandsanalyse laat zien: bijstandsgerechtigden kunnen en willen vaak werken Hoe gedegen matching bijdraagt aan duurzame

Nadere informatie

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan

2. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan Aan de gemeenteraad 26 juni 2007 Onderwerp: Ontheffingen arbeidsverplichting WWB 1. Voorstel 1. Het beleid ten aanzien van ontheffing van de arbeidsverplichting wijzigen en aan alleenstaande ouders met

Nadere informatie

Samenvatting van het onderzoek naar De Voorspellende Waarde van Fasering

Samenvatting van het onderzoek naar De Voorspellende Waarde van Fasering TNO Arbeid TNO 25342-I Samenvatting van het onderzoek naar De Voorspellende Waarde van Fasering Polarisavenue 151 Postbus 718 2130 AS Hoofddorp www.arbeid.tno.nl T 023 554 93 93 F 023 554 93 94 Datum 13

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak - 2017 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding... 3 1: Werkzaam zijn en blijven... 4 1a: Werkzaam zijn en blijven

Nadere informatie

De raad van de gemeente Schiermonnikoog,

De raad van de gemeente Schiermonnikoog, De raad van de gemeente Schiermonnikoog, Gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, eerste lid, onderdeel e van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Effectmeting re-integratie

Effectmeting re-integratie Effectmeting re-integratie Gemeente Noordoostpolder Mei 2014 Versie 1.3 1. Inhoudsopgave 1. Inhoudsopgave...2 1.1. Versiebeheer... 2 2. Inleiding... 3 3. Re-integratie... 4 3.1. Wat is re-integratie...

Nadere informatie

Rapportage uitstroomresultaten Wet werk en bijstand (Wwb)

Rapportage uitstroomresultaten Wet werk en bijstand (Wwb) Rapportage uitstroomresultaten Wet werk en bijstand (Wwb) 2 e kwartaal 2013 Kenmerk: Z-13-07029 Versiedatum: juli/augustus 2013 Afdeling Ruimte en Welzijn Denise Last 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Vooraf

Nadere informatie

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard);

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard); Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Sociale Dienst Bommelerwaard (hierna te noemen Sociale Dienst Bommelerwaard); gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 20 november 2014;

Nadere informatie

J A N U A R i 2 0 1 1

J A N U A R i 2 0 1 1 MONITOR KREDIETCRISIS J A N U A R i 2 0 1 1 Colofon In opdracht van: De directie Coördinatie en samenstellen rapportage: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Bert Mentink Inhoud rapportage: Diverse

Nadere informatie

Jaarrapportage WWB 2009 Gemeente Ten Boer

Jaarrapportage WWB 2009 Gemeente Ten Boer Jaarrapportage WWB Gemeente Ten Boer Ontwikkeling klantenbestand 5 5 5 5 15 5 1-jan 5 7 7 7 7 1-feb 1-mrt 1-apr 1-mei 1-jun 1-jul 1-aug 1-sep 1-okt 1-nov 1-dec 1-jan Op 1 januari bedraagt het aantal bijstandsdossiers

Nadere informatie

Onderwerp: Rekenkamercommissie Emmen: Onderzoek Re-integratiebeleid Emmen.

Onderwerp: Rekenkamercommissie Emmen: Onderzoek Re-integratiebeleid Emmen. svoorstel jaar stuknr. Onderwerp: Rekenkamercommissie Emmen: Onderzoek Re-integratiebeleid Emmen. Portefeuillehouder: C. Bijl Griffie Griffie A.S.Heine, telefoon (0591-68 95 04) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 Definitieve versie 30-10-2014 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 De raad van de gemeente Montferland; Gelezen het

Nadere informatie

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers

In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers In 2015 is NV schade opnieuw goed beoordeeld door werknemers en werkgevers Samenvatting KTO NV schade 2015 31 maart 2016 Situatie en centrale vraagstelling Onderzoek naar de tevredenheid en loyaliteit

Nadere informatie

Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken

Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken Parttime ondernemen in de bijstand De stand van zaken Onderzoek bij 36 Nederlandse gemeenten over het re-integratie-instrument parttime ondernemen Karen Smit Raynor Reinink Bob de Levita April 2019 Parttime

Nadere informatie

UWV Tijdreeksen 2017

UWV Tijdreeksen 2017 UWV Tijdreeksen 217 Inhoudsopgave Inleiding 2 1. WW 3 2. WIA (IVA + WGA) 4 2.1. WIA Totaal 4 2.2. IVA 5 2.3. WGA 6 3. WAO 7 4. WAZ 8 5. Wajong 9 6. Ziektewet 1 7. Uitgekeerde bedragen 11 Colofon 12 UWV

Nadere informatie

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ

Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ Gemeente Groesbeek 2 e Rapportage Participatiewet / IOAW / IOAZ / BBZ 2 e Kenmerk: Z-15-28447 Versiedatum: 11-9-215 Afdeling Sociale Zaken M. Nijkamp 1 Gemeente Groesbeek 2 e Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015 Wetstechnische informatie 1. Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Officiële naam regeling Verordening tegenprestatie participatiewet

Nadere informatie

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015

VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015 VERORDENING TEGENPRESTATIE PARTICIPATIEWET, IOAW en IOAZ ASTEN 2015 De raad van de gemeente Asten, gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 19 mei 2015; gehoord het advies van de Commissie

Nadere informatie

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005

REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 -1.833.52 REÏNTEGRATIEVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND RIJSWIJK 2005 HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet : de WWB b. WWB:

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden.

Tijdens het begrotingsonderzoek heb ik toegezegd u nog aanvullende informatie toe te zenden. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a Den Haag Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333

Nadere informatie

Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen. Gemeente Borne

Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen. Gemeente Borne Beleidsnota Tegenprestatie naar vermogen Gemeente Borne Borne, september 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Inhoud van de wet... 4 3 De tegenprestatie en ons re-integratie- en participatiebeleid...

Nadere informatie

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend Colofon In opdracht van: De directeur Beleid Coördinatie en samenstellen rapportage: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Inhoud rapportage:

Nadere informatie

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0%

Ontwikkeling bijstandsuitkeringen Drechtsteden 2014 en ,0% -7,5% -5,0% -2,5% 0,0% 2,5% 5,0% 7,5% 10,0% Horizontale as: % +/- t.o.v. jaar eerder Bijstandsuitkeringen Ontwikkeling bijstandsuitkeringen 24 en 25 - -7,5% - 2% 5% % 5% 25-2,5% % -5% -% -5% -2% 24 2,5% 7,5% Verticale as: afwijking t.o.v. landelijk

Nadere informatie

Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne

Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne Beleidsnota 'Tegenprestatie naar vermogen' gemeente Borne Borne, september 2014 Inleiding Al vanaf 1 januari 2012 kunnen gemeenten aan mensen die een WWB-uitkering ontvangen of aanvragen, de verplichting

Nadere informatie

De markt beweegt verder Rechte tellingen. Rapport: nog te verschijnen

De markt beweegt verder Rechte tellingen. Rapport: nog te verschijnen De markt beweegt verder Rechte tellingen Rapport: nog te verschijnen September 2010 Projectnummer: 09/516 V. Veldhuis, MSc drs T.J. Veerman m.m.v. drs. D.A.G. Arts J.W. van Egmond AStri Beleidsonderzoek

Nadere informatie

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand Tussenrapportage Sociaal Domein januari - augustus 2018 Ridderkerk Eind 2017 is gestart met het ontwikkelen van een nieuwe tussenrapportage Sociaal Domein, die is gekoppeld aan de P&C-cyclus. Hierbij treft

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-081 8 juli 2005 9.30 uur De in dit persbericht genoemde cijfers over de bijstandsuitkeringen zijn aangepast. Zie hiervoor de persmededeling van 11 augustus

Nadere informatie

Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie

Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie 22 september 2006 Georganiseerd door: Met medewerking van: Baas ZoEKT BAAN aan de slag met Re-integratie Workshop Re-integratiebeleid, welke keuzes kunt u

Nadere informatie

Cylin Participatie. Nieuwe toekomst voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt

Cylin Participatie. Nieuwe toekomst voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt Cylin Participatie Nieuwe toekomst voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt Nieuwe toekomst voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt De overheid vindt het belangrijk dat iedereen deelneemt aan de

Nadere informatie

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017. Bijlage 2 Cijfers uitvoering Participatiewet Bijstandsvolume stabiliseert Er zijn duidelijke signalen dat de economie en de arbeidsmarkt zich aan het herstellen zijn van de crisis. Het aantal mensen met

Nadere informatie

Onderzoek Sluitende aanpak 2006

Onderzoek Sluitende aanpak 2006 Publicatiedatum CBS-website: 31 augustus 2007 Onderzoek Sluitende aanpak 2006 Instroom in 2005 en langdurig geregistreerden (gemeentedomein) Henk Amptmeijer, Caroline Bloemendal, Dennis Lanjouw, Antoinette

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004

Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2004 RAADSBESLUlT De raad van de gemeente Papendrecht; gelezen het voorstel van het college d.d. 18 juni 12004; nummer 041 12004; gelet op anikei 147, eerste lid van de Gemeentewet, de anikelen 7 en 8 en 10

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Castricum 2015 De raad van de gemeente Castricum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober [nummer]; gelet op

Nadere informatie

Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein)

Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein) Eindrapport Sluitende aanpak 2005 (gemeentedomein) Uitstroom en begeleiding naar werk van bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigen Han van den Berg en Antoinette van Poeijer Centraal Bureau

Nadere informatie

Kortetermijnontwikkeling

Kortetermijnontwikkeling Artikel, donderdag 22 september 2011 9:30 Arbeidsmarkt in vogelvlucht Het aantal banen van werknemers en het aantal openstaande vacatures stijgt licht. De loonontwikkeling is gematigd. De stijging van

Nadere informatie

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: 1) Context 2) Drie niveaus van sturing: - bestuurlijk niveau - managementteam niveau - operationeel niveau 3) Vragen en verdiepen Context: maatschappelijke

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Voorschoten Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Voorschoten September 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Omnibusenquête onder gemeenten

Omnibusenquête onder gemeenten Annejet Kerckhaert, Lennart de Ruig Omnibusenquête onder gemeenten Onderzoek uitgevoerd door Research voor Beleid in opdracht van de Raad voor Werk en Inkomen De Raad voor Werk en Inkomen is het overlegorgaan

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015

Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015 Toelichting behorende bij de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Oldenzaal 2015 (vastgesteld bij raadsbesluit van 15 december 2014, nr. 498) Het college is bevoegd een belanghebbende

Nadere informatie

Divosa-monitor factsheet: In- en uitstroom uit de bijstand 2012

Divosa-monitor factsheet: In- en uitstroom uit de bijstand 2012 Koningin Wilhelminalaan 5 3527 LA Utrecht Postbus 2758 3500 GT Utrecht T 030-233 23 37 info@divosa.nl Postbank 194416 KvK 40532318 Midden-Nederland Divosa-monitor factsheet: In- en uitstroom uit de bijstand

Nadere informatie

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015

Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015 Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ gemeente Enschede 2015 De raad van de gemeente Enschede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, gelet op artikel

Nadere informatie

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het

Nadere informatie

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). Raadsmemo Datum: 16 juni 2015 Aan: Gemeenteraad van Kopie aan: Van: Voor informatie: Onderwerp: P. van Zwanenburg Hans Tadema, Ontwikkeling Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB). 1. Aanleiding

Nadere informatie

Beschut werk in Aanleiding

Beschut werk in Aanleiding Beschut werk in 2015 1. Aanleiding Op 1 januari jl. is de Participatiewet in werking getreden. Een nieuwe voorziening onder deze wet is beschut werk nieuwe stijl 1. Gemeenten zijn onder deze wet verplicht

Nadere informatie

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst

io-fó-m nr. 6293^ n Heemst ' oort bij raadsbesii' io-fó-m nr. 6293^ n Heemst Verordening tegenprestatie Participatiewet Heemstede 2015 De raad van de gemeente Heemstede; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet; Verordening tegenprestatie Participatiewet Ede 2015 De raad van de gemeente Ede; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014 gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van

Nadere informatie

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I In deze economische monitor vindt u cijfers over de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt van de gemeente Ede. Van de arbeidsmarkt zijn gegevens opgenomen van de tweede helft

Nadere informatie

Reïntegratieverordening. werk en bijstand

Reïntegratieverordening. werk en bijstand Reïntegratieverordening werk en bijstand Midden-Delfland, augustus 2004 1 De Raad van de gemeente Midden-Delfland, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2004,

Nadere informatie

Toelichting. Artikelsgewijs

Toelichting. Artikelsgewijs Toelichting Algemeen Deze verordening regelt de ondersteuning die de gemeente biedt bij de arbeidsinschakeling van werklozen die horen tot de doelgroep. De opdracht om die ondersteuning te bieden is geregeld

Nadere informatie

Uw brief van: - Ons kenmerk: Uw kenmerk: - Contact: Regine Suijker Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer:

Uw brief van: - Ons kenmerk: Uw kenmerk: - Contact: Regine Suijker Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: Raadsinformatiebrief De gemeenteraad van Albrandswaard Uw brief van: - Ons kenmerk: 51922 Uw kenmerk: - Contact: Regine Suijker Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: +31180451212 E-mailadres: Datum: 2 april 2019

Nadere informatie

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept

Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Beleidsregels Tegenprestatie in de Participatiewet ingaande 1 januari 2015 concept Sinds 1 januari 2012 beschikken gemeenten op basis van art.9, lid 1 sub c van de WWB over de mogelijkheid om een Tegenprestatie

Nadere informatie

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen.

M E M O. : de gemeenteraad. : het college van burgemeester en wethouders. Datum : oktober : analyse en maatregelen. M E M O Aan Van : de gemeenteraad : het college van burgemeester en wethouders Datum : oktober 2015 Onderwerp : analyse en maatregelen Inleiding: Met de invoering van de Participatiewet is de Incidentele

Nadere informatie

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp

Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp Algemene toelichting Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Pijnacker-Nootdorp Het college is bevoegd een belanghebbende te verplichten naar vermogen een tegenprestatie te verrichten,

Nadere informatie

Beleidsregels Het verrichten van zelfstandige werkzaamheden op bescheiden schaal gemeente Olst-Wijhe

Beleidsregels Het verrichten van zelfstandige werkzaamheden op bescheiden schaal gemeente Olst-Wijhe Vastgesteld door het college op 25 maart 2014 Publicatie in Huis aan Huis op 9 april 2014 Inwerkingtreding op 10 april 2014 Olst-Wijhe, 17 maart 2014 doc. nr.: 14.013240 Het verrichten van zelfstandige

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Evaluatie 2009 Wat hebben wij in 2009 gedaan aan re-integratie en wat is hiervan het resultaat?

Evaluatie 2009 Wat hebben wij in 2009 gedaan aan re-integratie en wat is hiervan het resultaat? BELEIDSPLAN RE-INTEGRATIE 2010 Inleiding Vanuit de WWB worden twee opdrachten aan de gemeenten gegeven. Ten eerste ervoor zorgen dat zoveel mogelijk cliënten zo duurzaam mogelijk kunnen voorzien in hun

Nadere informatie

Participatie in arbeid

Participatie in arbeid 7 Participatie in arbeid De economische crisis zorgt voor veranderingen op de arbeidsmarkt. Welke groepen Amsterdammers doen het goed op de arbeidsmarkt en welke minder goed? Hoe heeft de werkloosheid

Nadere informatie

Document2 HET REINTEGRATIEPALET VAN DE GEMEENTE AMERSFOORT

Document2 HET REINTEGRATIEPALET VAN DE GEMEENTE AMERSFOORT HET REINTEGRATIEPALET VAN DE GEMEENTE AMERSFOORT INHOUDSOPGAVE bladzijde 1. Inleiding 3 2. Doelstelling... 3 3. Onze cliënten. 4 4. Het reïntegratiepalet.. 5 5. Werktrajecten 6 6. Overige trajecten...

Nadere informatie