Verslag over de controle van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van KOGEKA 8 te Geel

Transcriptie

1 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan BRUSSEL Verslag over de controle van bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van KOGEKA 8 te Geel Hoofdstructuur SO Pedagogische eenheid 30494, 30098, , , , , , Instellingsnummer Instelling KOGEKA 8 Directeur Lisette HERMANS Pas GEEL Telefoon Fax sintmariainstituut@kogeka.be Website/URL Bestuur van de instelling K.S.O. Geel-Kasterlee (KOGEKA) te GEEL Technische-Schoolstraat GEEL Scholengemeenschap/Consortium SGKSO KOGEKA te GEEL Technische-Schoolstraat GEEL CLB Vrij CLB Kempen te TURNHOUT Korte Begijnenstraat TURNHOUT Dagen van het doorlichtingsbezoek 27/02/2012 TOT 02/03/2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 2/03/2012 Datum bespreking verslag met de 26/03/2012 instelling Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Herman Ros Teamleden Ria Coenen Martine Zaman KOGEKA 8 te Geel 1

2 INHOUDSOPGAVE INLEIDING 3 1. RELEVANTE KENMERKEN 4 2. FOCUS VAN DE CONTROLE 4 3. ASPECTEN VAN HET WELZIJNSBELEID Organisatie Veiligheid van de leer- en werkomgeving Gezondheid en hygiëne Milieu 5 4. STERKTES EN ZWAKTES Relevante aspecten waarin de instelling goed is Relevante aspecten die de instelling kan verbeteren Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren 6 5. ADVIES 7 6. REGELING VOOR HET VERVOLG KOGEKA 8 te Geel 2

3 INLEIDING Op 27/02/2012 TOT 02/03/2012 bezocht de onderwijsinspectie van de Vlaamse Gemeenschap uw instelling. Zij deed dit in het kader van haar decretale opdracht om voor de overheid toezicht uit te oefenen op de kwaliteit en de kwaliteitszorg van onderwijsinstellingen. Zij is daarbij bevoegd voor: de controle van het studiepeil; de naleving van de onderwijsregelgeving; de controle op naleving van de wet op de veiligheid, het welzijn en de hygiëne. Overeenkomstig het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid van art om het toezicht inzake bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne afzonderlijk van de doorlichting uit te voeren. Tijdens deze controle voert de inspectie volgende activiteiten uit: onderzoek en analyse van documenten en gegevens, observaties en gesprekken. Het onderzoek mondt uit in een verslag. Dat begint met een opsomming van de relevante kenmerken van de instelling. Daarna volgt een overzicht van de aspecten inzake het welzijnsbeleid van de instelling die onderzocht worden. Het verslag eindigt met het advies en de regeling voor het vervolgtoezicht. Het verslag van de controle bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne resulteert in één van drie mogelijke adviezen: gunstig; gunstig beperkt in de tijd; ongunstig. Een gunstig advies is noodzakelijk, wil de instelling verder erkend worden en/of verder opgenomen worden in de financierings- of subsidiëringsregeling. Het verslag moet binnen een termijn van 30 kalenderdagen na ontvangst op een personeelsvergadering integraal besproken worden. Het verslag is openbaar en kan ongeveer drie maanden na de doorlichting geraadpleegd worden op de website van het departement onderwijs op het adres of op Het verslag mag niet gebruikt worden voor publicitaire doeleinden (bijvoorbeeld met het oog op leerlingenwerving) KOGEKA 8 te Geel 3

4 1. RELEVANTE KENMERKEN Contextuele kenmerken Situationele factoren 2. FOCUS VAN DE CONTROLE Aspecten van het welzijnsbeleid die in aanmerking kwamen voor onderzoek: Organisatie van het welzijnsbeleid Veiligheid van de leer- en werkomgeving Gezondheid en hygiëne Milieu Ja Neen Neen Ja 3. ASPECTEN VAN HET WELZIJNSBELEID 3.1 Organisatie Het bestuur van de instelling Het bestuur van de instelling beschikt over een dynamisch welzijnsbeleid. Toelichting: Niveau SG. Een groot gedeelte van het WZB-beleid van de Kogeka-scholen wordt gevoerd op het niveau van de scholengemeenschap (SG). Het wordt aangestuurd door de algemeen directeur en ondersteund door een coördinerend preventieadviseur (CPA), een financieel directeur en de algemeen technisch directeur. De algemene doelstellingen uit de beleidsverklaring worden geconcretiseerd in een globaal preventieplan (GPP) met een scope van vijf jaar en via jaaractieplannen (JAP) of 'open punten'-plannen (OPP). Deze worden opgesteld op basis van rondgangen door de lokale preventieadviseurs in de verschillende vestigingsplaatsen, eventueel aangevuld door een rondgang door de CPA. Het OPP bestaat uit een selectie van de werkpunten die tijdens de verschillende rondgangen worden genoteerd, waarvoor financiële middelen worden begroot. Die budgettering is momenteel evenwel niet opgenomen in het GPP. Op de verschillende vestigingsplaatsen kunnen daarnaast ook specifieke jaaractieplannen worden opgemaakt Comité 1 Het comité preventie en bescherming op het werk/ander overlegorgaan voert de wettelijk voorziene opdrachten voldoende uit Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (PBW) De interne dienst preventie en bescherming op het werk functioneert voldoende. 1 Comité: het comité preventie en bescherming op het werk of een ander overlegorgaan (overlegcomité, personeelsvergadering, werkgroep ) dat in die gevallen waar het wettelijk mogelijk is de taken van het comité preventie en bescherming op het werk op zich neemt KOGEKA 8 te Geel 4

5 3.1.4 Samenwerking met externe dienst voor preventie en bescherming op het werk (PBW) De externe dienst preventie en bescherming op het werk is gedeeltelijk betrokken bij het welzijnsbeleid. Toelichting: Niveau SG. Op de meeste vestigingsplaatsen is de laatste twee jaren (vaak zelfs langer) geen rondgang gehouden door een arbeidsgeneesheer. In het contract met de externe dienst wordt vooral dienstverlening gevraagd op het vlak van 'opleiding en opvolging psychosociale aspecten' en 'medische toezichten'. Een heronderhandeling van dat contract dringt zich op. Niveau Sint-Maria. De arbeidsgeneesheer heeft de jongste 2 jaren geen rondgang in de school gehouden. De geneesheer bezoekt de vestigingsplaats op 2 maart 2012, het verslag wordt verwacht tegen 12 maart 2012 en zonder uitstel aan de onderwijsinspectie voorgelegd Aankoop- en indienststellingsbeleid Interne en externe preventiedienst hebben de wettelijk voorziene inbreng in het aankoop- en indienststellingsbeleid. 3.2 Veiligheid van de leer- en werkomgeving 3.3 Gezondheid en hygiëne 3.4 Milieu Omgaan met gevaarlijke producten De omgang met gevaarlijke producten kan geoptimaliseerd worden. Toelichting: De inventaris van gevaarlijke producten is onvolledig en wordt niet regelmatig geactualiseerd. De verantwoordelijken hebben de stroom gevaarlijke producten in de school onvoldoende onder controle Zwembaden Niet van toepassing KOGEKA 8 te Geel 5

6 4. STERKTES EN ZWAKTES 4.1 Relevante aspecten waarin de instelling goed is De aansturing en ondersteuning van het locale welzijnsbeleid vanuit de scholengemeenschap. De opvolging van het welzijnsbeleid door de interne preventieadviseur. 4.2 Relevante aspecten die de instelling kan verbeteren Het contract met de externe dienst preventie en bescherming op het werk, meer in het bijzonder het aantal rondgangen door de arbeidsgeneesheer. De inventaris van gevaarlijke producten vervolledigen en actualiseren. 4.3 Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren KOGEKA 8 te Geel 6

7 5. ADVIES In uitvoering van het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies gunstig voor de erkenningsvoorwaarden met betrekking tot bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Relevante aspecten die de instelling moet verbeteren: 6. REGELING VOOR HET VERVOLG Nihil Namens het inspectieteam, de inspecteur-verslaggever Herman Ros Datum: Voor kennisname namens de directie/het schoolbestuur: Lisette HERMANS KOGEKA 8 te Geel 7