Richtlijn reductie broeikasgassen airco-installaties in utiliteitsbouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn reductie broeikasgassen airco-installaties in utiliteitsbouw"

Transcriptie

1 Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus AH Apeldoorn TNO-rapport B&O-A R 2005/295 T F Richtlijn reductie broeikasgassen airco-installaties in utiliteitsbouw Datum Oktober 2005 Auteurs Hans van Wolferen Projectnummer Trefwoorden Bestemd voor Broeikasgassen Airco-installaties Utiliteitsbouw SenterNovem t.a.v. de heer Maus Dieleman Postbus RE Utrecht Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van TNO. Indien dit rapport in opdracht werd uitgebracht, wordt voor de rechten en verplichtingen van opdrachtgever en opdrachtnemer verwezen naar de Algemene Voorwaarden voor onderzoeksopdrachten aan TNO, dan wel de betreffende terzake tussen de partijen gesloten overeenkomst. Het ter inzage geven van het TNO-rapport aan direct belanghebbenden is toegestaan TNO

2 TNO-B&O-A R 2005/295 2 van 21 Inhoudsopgave 1. Inleiding Doelstelling Uitstoot van broeikasgassen Berekeningswijze TEWI Stappenplan in de GPG Globaal ontwerp Beperken koudebehoefte Toepassen bodem als koudebron Selecteren efficiënt distributie- en afgiftesysteem Selecteren optimale koelinstallatie Inleiding Koudemiddelen Koudemiddelinhoud Lekverlies Koudefactor Beoordelen en selecteren koelsysteem Gedetailleerd ontwerp Beperken koudebehoefte Toepassen bodem als koudebron Selecteren efficiënt distributiesysteem Selecteren optimale koelinstallatie Beoordelen en selecteren koelsysteem Referenties Verantwoording...21 Bijlage 1. Berekeningswijze TEWI Bijlage 2. Beperken koudebehoefte Bijlage 3. Rendement distributie en afgiftesysteem volgens NEN 2916 Bijlage 4. Wet- en regelgeving koelinstallaties Bijlage 5. Eurovent labels voor koelinstallaties

3 TNO-B&O-A R 2005/295 3 van Inleiding 1.1 Doelstelling Deze richtlijn (GPG Good Practice Guide) is bedoeld voor gebouweigenaren/beslissers, bouwadviseurs en installatiebureaus die bij nieuwbouw of grote renovatie van utiliteitsgebouwen streven naar koelsystemen met een lage uitstoot van broeikasgassen en een laag energiegebruik. Hiermee leveren zij een bijdrage aan het verminderen van de opwarming van de aarde. De richtlijn beperkt zich tot de koelfunctie van klimaatinstallaties in middelgrote en grotere kantoorgebouwen, zorgcentra en verpleeghuizen. De richtlijn is bedoeld voor gebruik in de initiatieffase of globale ontwerpfase als nog weinig gedetailleerde projectgegevens beschikbaar zijn. De richtlijn geeft concrete aanbevelingen voor het Programma van Eisen. Daarnaast kan de richtlijn worden gebruikt in de gedetailleerde ontwerpfase en geeft concrete aanbevelingen voor het Programma van Eisen en voor het bestek. 1.2 Uitstoot van broeikasgassen Broeikasgas is de verzamelnaam voor gassen die een bijdrage leveren aan de opwarming van de aarde door het broeikaseffect. De bijdrage aan het broeikaseffect door een gas wordt uitgedrukt in de hoeveelheid CO 2 die een vergelijkbaar broeikaseffect veroorzaakt: het Globale Warming Potential (GWP in kg CO 2 / kg gas). CO 2 heeft dus een GWP van 1. Koelinstallaties in de utiliteitsbouw veroorzaken bij gebruik op twee manieren uitstoot van broeikasgassen: Indirecte emissie is de CO 2 -emissie die ontstaat door het brandstofverbruik t.b.v. de opwekking van elektriciteit voor aandrijving van de koelmachines en het brandstofverbruik van de koelmachines. Deze indirecte emissie heeft met %.het grootste aandeel in de totale emissie. Directe emissie ontstaat door lekkage van het koudemiddel. De traditionele koudemiddelen hebben een groot broeikasgaseffect (hoge GWP). De directe emissie heeft een aandeel tot 20 % in de totale emissie. De totale uitstoot van broeikasgassen wordt aangeduid met de TEWI (Total Equivalent Warming Impact), de som van directe en indirecte emissies. De TEWI berekening is hieronder uitgewerkt. De TEWI kan op twee manieren worden gepresenteerd: TEWI totaal geeft de totale broeikasgasbijdrage van het gehele koelsysteem in ton CO 2 per jaar. Hiermee kan de score van verschillende uitvoeringen voor één gebouw worden vergeleken.

4 TNO-B&O-A R 2005/295 4 van 21 TEWI specifiek geeft de TEWI per m 2 vloeroppervlak (BVO) in ton CO 2 per jaar per m 2. Hiermee kan tevens de score van verschillende gebouwen worden vergeleken. 1.3 Berekeningswijze TEWI De TEWI van een koelinstallatie tijdens de gebruiksfase is de som van de directe en indirecte emissie; in formule: TEWI = E dir + E indir Waarbij de directe emissie wordt bepaald door de koudemiddelinhoud, het verlies en het Global Warming Potential (GWP) van het koudemiddel; in formule: E dir = M km * V km * GWP km De koudemiddelinhoud is in veel situaties recht evenredig met het koelvermogen: M km = P nom;koel * M km;spec De indirecte emissie voor elektrisch aangedreven koelinstallaties wordt bepaald door het primair energiegebruik voor het elektrisch verbruik, de CO 2 -emissie bij de opwekking van elektriciteit en de GWP van CO 2 (die per definitie gelijk is aan 1): E indir = Q prim;koel * Em CO2;el *GWP CO2 De indirecte emissie voor voor gasgedreven koelinstallaties wordt bepaald door het primair energiegebruik (gas) van de koleinstallatie, de CO 2 -emissie bij het verbruik van aanrdgas en de GWP van CO 2 : E indir = Q prim;koel * Em CO2;gas *GWP CO2 Waarbij het primair energiegebruik voor koeling wordt bepaald door De netto koudebehoefte, het distributie- of systeemrendement en het (primair) opwekrendement van de koelinstallatie: Q prim;koel = Q beh;koel / (η distr;koel * η opw;koel ) Het primair opwekrendement voor elektrisch aangedreven koelinstallaties wordt bepaald door de COP op jaarbasis (ook wel aangeduid of SPF of SEER) en het opwekrendement van de elektrische centrale: η opw;koel = COP koel * η el

5 TNO-B&O-A R 2005/295 5 van 21 Voor gasgedreven koelinstallaties is het primair opwekrendement gelijk aan de COP op jaarbasis: Met: TEWI E dir E indir M km V km GWP km P nom;koel M km;spec Q prim;koel Q beh;koel η distr;koel η opw;koel COP koel η el Em CO2;el Em CO2;gas η opw;koel = COP koel Total Equivalent Warming Effect in ton CO 2 /jr Directe CO 2 emissie in ton CO 2 /jr Indirecte CO 2 emissie in ton CO 2 /jr Koudemiddelinhoud in kg Verlies koudemiddel per jaar als aandeel van de totale koudemiddelinhoud GWP (Global Warming Potential) waarde van het koudemiddel in ton CO 2 / ton koudemiddel Nominaal koelvermogen in kw Specifieke koudemiddelinhoud in kg/kw nom. koelvermogen Jaarlijkse primair energiegebruik t.b.v. koeling van gebouw in MJ/jr Jaarlijkse netto koudebehoefte van gebouw in MJ/jr Distributie(systeem)rendement van het koelsysteem Opwekrendement van de koelinstallatie op bw, inclusief het opwekrendement van de elektrische centrale, indien van toepassing. COP van het koelsysteem op jaarbasis. Opwekrendement van de elektrische centrale op bw. Waarde η el = 0,39 volgens de NEN CO 2 emissie bij de opwekking van elektriciteit in ton CO 2 /MJ primaire energie op bw Waarde 0,61 kg CO2 / kwhe, ofwel 0,066 kg CO 2 / MJprim op bw CO 2 emissie bij het verbruik van aardgas in ton CO 2 /MJ aardgas op bw GWP CO2 GWP (Global Warming Potential) waarde van CO 2 (= 1) 1.4 Stappenplan in de GPG Om in utiliteitsbouw een koelsysteem te kiezen met een lage uitstoot van broeikasgassen en een laag energiegebruik wordt het volgende stappenplan gevolgd:

6 TNO-B&O-A R 2005/295 6 van 21 Start stappenplan Aanbevelingen voor beperken koudebehoefte Aanbevelingen voor toepassen bodemkoeling Aanbevelingen voor keuze efficiënt distributiesysteem Bodemkoeling? ja nee Aanbevelingen voor koelinstallatie met natuurlijke koudemiddelen, laag lekverlies en hoge COP Berekening TEWI Economie Beoordeling / keuze koelsysteem Stop Figuur 1 Stappenplan reductie broeikasgasemissie. In het stappenplan wordt eerst getracht het energiegebruik voor koeling zo laag mogelijk te maken om zodoende de indirecte emissie te verlagen. Hiermee wordt tevens een lage EPC-waarde bereikt. Hiervoor wordt de beproefde werkwijze van de trias energetica gevolgd: beperken koudebehoefte, opwekken met duurzame bronnen, verhogen rendement koudeopwekkers. Om een laag energiegebruik te bereiken wordt aangesloten bij bestaande, op energiebesparing gerichte methodieken, zoals de Energieprestatienorm EPN [1] en de QuickScan warmtepompen (haalbaarheid). Als daar behoefte aan is kan voor een aantal gebouwvarianten en koelsystemen de TEWI worden bepaald. De samenhang tussen het stappenplan en de berekening van de TEWI is gegeven in Bijlage 1. In de hierna volgende paragrafen wordt voor elke stap in het GPG stappenplan de concrete informatie aangereikt, met richtlijnen voor het beoordelen van de varianten.

7 TNO-B&O-A R 2005/295 7 van Globaal ontwerp 2.1 Beperken koudebehoefte Het beperken van de koudebehoefte heeft o.a. de volgende voordelen: lager koelvermogen, dus: - betere mogelijkheden om de bodem als koudebron toe te passen (geen directe emissie); - kleinere koudemiddelinhoud koelinstallatie, dus lagere directe emissie; - kleiner en goedkoper koelsysteem. lager energiegebruik, dus lagere indirecte emissie, lagere energiekosten en een lagere EPC waarde. Voor het beperken van de koudebehoefte zijn reeds uiteenlopende ontwerpinstrumenten (ISSO 37, VA 114, HENK) en beoordelingsinstrumenten (NEN 2916) beschikbaar. Voor het globaal ontwerp is vooral ISSO 37 energiewijzer kantoorgebouwen [2] geschikt. Met de Quickscan warmtepompen [3] kan de resulterende koude- en warmtevraag worden berekend, op basis van een beperkte set invoergegevens. Hierdoor kan zelfs in de initiatieffase van het ontwerp al een goede indicatie worden verkregen van de te verwachten koude- en warmtevraag. De Quickscan kan via Internet worden gebruikt. De richtlijnen voor het beperken van de koudebehoefte in utiliteitsbouw zijn hieronder gegeven. Beperk de zontoetreding buiten het stookseizoen: Buitenzonwering of zonwerende gevels (indien mogelijk) met geautomatiseerde regeling. Binnenzonwering (als buitenzonwering niet mogelijk is) Bescheiden glaspercentage (maximaal 50% aan buitenzijde) Dubbel glas met spectraal selectieve coating (HR++). Als buitenzonwering wordt toegepast kan een hoger glaspercentage worden toegepast zonder grote invloed op de koudebehoefte. Beperk de interne last door verlichting: Kies voor verlichting een laag geïnstalleerd vermogen (bijvoorbeeld HF verlichting). Zorg voor voldoende toetreding van daglicht, zodat het gebruik van verlichting kan worden beperkt (daglichtregeling). Zorg voor een goede, geautomatiseerde regeling van de verlichting (aanwezigheidsdetectie) Beperk de interne last door elektrische apparatuur: Voorkom dat apparatuur standby staat buiten werktijden. Zorg voor een lage luchtdoorlatendheid (goede kierdichtheid) van de gevel en / of op CO 2 concentratie geregelde ventilatie.

8 TNO-B&O-A R 2005/295 8 van 21 Voorkom opwarming met warme buitenlucht door toepassing van warmteterugwinning bij gebalanceerde ventilatie (voornamelijk in dagbedrijf als de buitentemperatuur hoger is dan de binnentemperatuur). Gebruik koude buitenlucht om het gebouw af te koelen (nachtventilatie, voornamelijk in de avond en nacht als de buitentemperatuur lager is dan de binnentemperatuur). Eventueel aanwezige warmteterugwinning wordt hierbij niet benut. De eventueel aanwezige minimum inblaastemperatuur regeling dient te zijn uitgeschakeld. Maak gebruik van de thermische massa van het gebouw om de opwarming overdag te verminderen. Hierdoor wordt het piekvermogen verlaagd en wordt de bijdrage van nachtventilatie vergroot. In Bijlage 2 is een indicatie gegeven van het effect van de verschillende maatregelen. In het algemeen kan gesteld worden dat het gebruik van (buiten)zonwering of een laag glaspercentage en het beperken van de interne last door verlichting de koudebehoefte het meeste verlagen. Nachtventilatie heeft een minder groot effect maar kan in alle systemen met mechanische afvoer (en toevoer) van lucht eenvoudig worden gerealiseerd. Voor het berekenen van de TEWI dient voor één of meer gebouwvarianten de koudebehoefte en het nominaal koelvermogen te worden bepaald. 2.2 Toepassen bodem als koudebron De meest energiezuinige manier van koeling is het gebruik van de bodem als koudebron. De bodem kan op drie manieren als warmte- en koudebron worden gebruikt: Aquifer Bodemwarmtewisselaars Energiepalen (bodemwarmtewisselaar in heipaal) In de regel wordt de bodem gebruikt als bron van warmte èn koude omdat voor het goed functioneren van dergelijke systemen een balans tussen de warmte- en koudevraag over een jaar vereist is. Voor aquifers met een wateropbrengst van meer dan 10 m 3 /h wordt door de provincie een vergunning vereist, waarbij een balans in warmte- en koudevraag een vereiste is. De warmte is in de regel op een te laag temperatuurniveau beschikbaar om direct te gebruiken voor verwarming en wordt naar het gewenste temperatuurniveau gebracht met een warmtepomp. Een verwarmingstoepassing zonder warmtepomp is het voorverwarmen van buitenlucht in de luchtbehandelingskast. Traditionele koelsystemen worden in de regel ontworpen en bedreven op 6 / 12 C. De bedrijfstemperatuur van bodemsystemen is minimaal 10 C, maar kan in de loop van de zomer oplopen. Daarom worden koelsystemen waarvan de temperatuur

9 TNO-B&O-A R 2005/295 9 van 21 door de bodem wordt bepaald aangeduid als hoge temperatuur (HT) koeling, in de regel ontworpen en bedreven op 12 / 18 C. Deze HT- koude kan op twee manieren worden benut: Direct, waarbij het temperatuurniveau van de bodem / het grondwater voldoende laag is om de gewenste koelbehoefte te vervullen. Dit vereist een aangepast ontwerp (groter VO) van het distributie- en afgiftesysteem. Voorbeelden van afgiftesystemen die bij hogere temperaturen werken zijn klimaatplafonds. Als koudebron voor een koelmachine, waarmee koud water voor een traditioneel 6 / 12 C koelsysteem wordt verzorgd. Voor het ontwerp van bodemsystemen zijn de volgende richtlijnen beschikbaar: ISSO 39 Langetermijnkoudeopslag in de bodem, gericht op aquifers [4]. ISSO 73 Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaar [5]. Voor het beoordelen van de haalbaarheid van de bodem als warmte- en koudebron zijn reeds uiteenlopende ontwerpinstrumenten en informatieve websites beschikbaar. Meestal worden de geschiktheid van de bodem en de haalbaarheid van warmtepompen in samenhang beschouwd: Nederlandse Vereniging voor Ondergrondse Energieopslagsystemen Stichting warmtepompen Novem. Hier staat ook bodemkaart informatie waarop men met eigen postcode volledig geïnformeerd wordt over de geschiktheid van de lokale bodem, zoals de meest geschikte watervoerende laag met eventuele bijzondere vergunningsaspecten en de geraamde investeringskosten. Voor het toepassen van bodem als koudebron zijn de volgende aandachtspunten van belang. Beoogde functie van het klimaatsysteem, de warmtepomp(en) en het bodemsysteem Beschikbaarheid van de bodem: overige infrastructuur; Bruikbaarheid van de bodem: waardeoordeel fysische eigenschappen; *) Juridisch: eventueel benodigde vergunningen; *) Financiële middelen: kostenindicatie. *) * zie hiervoor b.v. de bodemkaart op Op basis hiervan kan een keuze over de toepassing van de bodem als koudebron gemaakt worden.

10 TNO-B&O-A R 2005/ van 21 Als de bodem als koudebron wordt gebruikt (zonder verdere inzet van koelinstallaties) mag voor het berekenen van de TEWI een opwekrendement met de waarde 12 * η el worden gehanteerd voor het verbruik van de circulatiepompen van het bronsysteem. (Waarde η el = 0,39 volgens de NEN 2916). 2.3 Selecteren efficiënt distributie- en afgiftesysteem Voor het ontwerp van de installatie (zowel opwekking als distributie, afgifte en regeling) is nog geen samenhangende ontwerpmethodiek beschikbaar. Een aantal instrumenten verdient vermelding, zoals ISSO 43 [6] en ISSO 44 [7], de BOAaanpak voor de globale opbouw van de installatie en de EOS-methode [9] voor optimale instelling van de klimaatinstallatie. Voor de beoordeling is ook hier de NEN 2916 beschikbaar. Deze norm geeft een vrij gedetailleerde differentiatie naar distributiesysteem voor de verliezen (zie Bijlage 3). De koudedistributie kan op zeer uiteenlopende manieren gebeuren en vormt een integraal onderdeel van de klimaatinstallatie voor verwarmen, ventileren, koelen en eventueel ontvochtigen en bevochtigen. Hierbij kunnen drie systemen worden onderscheiden, waarop meerdere varianten mogelijk zijn: Luchtsystemen Hierbij vervult de inblaaslucht de belangrijkste rol in de klimatisering en vooral de koeling van de ruimten. De ventilatielucht wordt centraal voorverwarmd (winter) of voorgekoeld (zomer) volgens een stook- of koellijn. Traditioneel wordt de koeling met een waterkoelinstallatie op 6 / 12 C verzorgd. Het is ook mogelijk met een bodemsysteem mits het VO van de warmtewisselaar in de luchtbehandelingskast vergroot wordt wegens de hogere bedrijfstemperaturen van een bodemsysteem. Kenmerken van deze systemen zijn: - De ventilatiehoeveelheid wordt bepaald door de koel- of verwarmingsbehoefte. Dit veroorzaakt een hogere hoeveelheid inblaaslucht dan vereist is uit oogpunt van ventilatie, dus grote luchtkanalen e.d. en een groter verbruik van hulpenergie voor de ventilatoren. - Regeling van de koeling en verwarming per ruimte is bij een aantal systeemvarianten niet goed mogelijk (single duct, constant volume). - De koeling en verwarming kan bij een aantal systeemvarianten per ruimte worden geregeld door een vorm van hoeveelheidregeling (dual duct of VAV). Watersystemen De naam verwijst naar het cv- en koelwater waarmee de warmte en koude naar de diverse ruimten wordt getransporteerd via 2-, 3- of 4-pijpsystemen om daarmee de fan-coil units, inductie-units, vloer- of plafond systemen te voeden waarmee de verwarming en koeling verzorgd wordt. De naregeling gebeurt meestal met een thermostaat per ruimte. Daarnaast kan de ventilatielucht in de

11 TNO-B&O-A R 2005/ van 21 luchtbehandelingskast worden voorgekoeld of verwarmd. Traditioneel wordt de koeling met een koelinstallatie op 6 / 12 C verzorgd. Om het rendement van de koelmachine te verbeteren wordt tegenwoordig ook hoge temperatuur (HT) koeling toegepast, in de regel ontworpen en bedreven op 12 / 18 C. De koeling kan ook met een bodemsysteem worden verzorgd, mits een HT systeem wordt toegepast. HT systemen vereisen grotere warmtewisselaars of een afgiftesysteem dat hogere temperaturen vereist, zoals klimaatplafonds. De hoeveelheid inblaaslucht is afgestemd op de vereiste ventilatie. De fan-coil en inductie units verwarmen of koelen de inblaaslucht en eventueel circulerende lucht uit de betreffende ruimte. Kenmerken van deze systemen zijn: - De ventilatiehoeveelheid wordt bepaald door de ventilatiebehoefte. Luchtkanalen e.d. op maat. - Goede regelmogelijkheden van verwarming en koeling per ruimte. - In 2-pijpsystemen wordt centraal overgeschakeld van koelen naar verwarmen, - In 3- en 4-pijpsystemen kan tegelijkertijd (in verschillende ruimten ) worden gekoeld en verwarmd. Directe of DX systemen. Directe systemen zijn koelinstallaties waarbij de koude (en warmte voor omkeerbare systemen) met het koudemiddel naar de afgifte-units in de verschillende ruimten wordt getransporteerd. Het direct gebruik van de koude uit een bodemsysteem is dus niet mogelijk. De koelinstallatie kan wel gebruik maken van de bodem als koudebron. Directe systemen kunnen worden gebruikt in combinatie met zowel natuurlijke ventilatie, mechanische afzuiging en gebalanceerde ventilatie. In het laatste geval wordt de inblaaslucht meestal voorbehandeld op dezelfde wijze als bij watersystemen. Voor de systeemkeuze zijn de volgende overwegingen van belang: Luchtsystemen zijn vooral geschikt als de koude- of warmtevraag zodanig laag is dat geen grotere ventilatiehoeveelheid vereist is om het vermogen over te dragen dan uit oogpunt van ventilatiebehoefte vereist is. Bij een grotere warmte- of koudevraag worden watersystemen of directe systemen aanbevolen. Als de koude- of warmtevraag van ruimten onderling grote verschillen vertoont, komen alleen systemen die een goede regeling per ruimte mogelijk maken in aanmerking, waardoor een deel van de luchtsystemen afvalt. In drie-pijps watersystemen wordt het koude en warme retourwater gemengd, waardoor onvermijdelijke energieverliezen optreden. Daarom worden deze systemen in het algemeen ontraden. Goede alternatieven zijn twee-pijps (changeover) en vier-pijps watersystemen. De drie systemen vereisen uiteenlopende ruimte voor de warmte- en koudedistributie. Onderstaande tabel geeft hiervan een illustratie.

12 TNO-B&O-A R 2005/ van 21 Bij toepassing van een bodemsysteem voor de koeling zijn watersystemen het meest voor de hand liggend. Tabel 1 Kenmerken systemen bij 30 kw koelvermogen. Medium Temperaturen Flow Afmetingen distributie Water 6 / 12 C 1 m/s 2 x Ø 40 mm (inwendig) Lucht 14 C, 85 % RV / 6 m/s 2 x 600 x 600 mm 24 C, 50 % RV Koudemiddel vloeistof / gas 0,21 kg/s vloeistof / 20 m/s gas Ø 12,5 mm / Ø 28 mm Na de keuze van het distributiesysteem wordt voor het berekenen van de TEWI het distributierendement bepaald volgens de NEN 2916; zie ook Bijlage 3. Voor systemen waarin de norm niet voorziet wordt een rendement van 90% aangehouden. 2.4 Selecteren optimale koelinstallatie Inleiding Als de bodem niet als koudebron wordt gekozen dient een optimale koelinstallatie te worden gekozen uit het oogpunt van broeikasgasreductie en energiebesparing. De directe emissie door lekkage van het koudemiddel wordt bepaald door: de GWP-waarde (broeikasgaseffect) van het koudemiddel; de koudemiddelinhoud; het jaarlijks lekpercentage; Het energiegebruik en de indirecte emissie worden bepaald door de koudefactor (COP) op jaarbasis van de koelinstallatie. Voor een optimale installatie gelden de volgende richtlijnen: gebruik koudemiddelen met een laag broeikasgaseffect; selecteer een koelinstallatie met een geringe koudemiddelinhoud; beperk het lekverlies van de koelinstallatie; selecteer een koelinstallatie met hoge koudefactor. Deze punten worden hieronder uitgewerkt. In Bijlage 4 is de wet- en regelgeving voor koelinstallaties samengevat.

13 TNO-B&O-A R 2005/ van Koudemiddelen In nieuwe koelinstallaties mogen alleen koudemiddelen worden toegepast die de ozonlaag niet aantasten: HFK s en natuurlijke koudemiddelen. De HCFK s, zoals R22, tasten de ozonlaag aan en mogen niet meer worden toegepast in nieuwe installaties. De koudemiddelen die toegepast kunnen worden in airco-installaties hebben sterk uiteenlopende GWP-waarden. Synthetische koudemiddelen zijn sterke broeikasgassen en hebben een hoog GWP tussen 1300 en Natuurlijke koudemiddelen, zoals ammoniak en propaan, tasten de ozonlaag niet aan en zijn (vrijwel) geen broeikasgassen. Tabel 2 Global Warming Potential (GWP) van koudemiddelen. Koudemiddel GWP (ton CO 2 / ton koudemiddel ) Synthetische koudemiddelen (HFK) R134a 1300 R407C 1610 R410A 1890 Natuurlijke koudemiddelen R717 (ammoniak) 0 R290 (propaan) 3 CO 2 1 Momenteel worden synthetische koudemiddelen het meest toegepast in aircoinstallaties. Toepassing van een natuurlijk koudemiddel met een laag GWP heeft de voorkeur. Bij toepassing van natuurlijke koudemiddelen zijn er echter aanvullende veiligheidsmaatregelen vereist: Ammoniak is van oudsher een belangrijk koudemiddel in de industriële sector en is geen broeikasgas. Toepassing van ammoniak is vanwege z n toxische, en in geringe mate brandbare, eigenschappen omgeven met veiligheidsmaatregelen. Moderne ammoniak installaties streven uit veiligheidsoogpunt naar een zo klein mogelijke koudemiddelinhoud. Indirecte systemen zijn in dit opzicht duidelijk in het voordeel, zowel door een veel kleinere koudemiddelinhoud als door een goede beheersing van de veiligheidsrisico s door concentratie van de ammoniakhoudende systeemdelen. In plaats van traditionele pompsystemen worden ook wel directe expansie systemen toegepast. Koolwaterstoffen zoals propaan (GWP van 3) worden vanwege hun brandbaarheid en de daarmee samenhangende veiligheidsmaatregelen in de industriële koeling tot nu toe alleen toegepast in de olie- en gas industrie, waar reeds een streng veiligheidsregiem heerst.

14 TNO-B&O-A R 2005/ van Koudemiddelinhoud Voor de koudemiddelinhoud mag 0,25 kg koudemiddel per kw koelvermogen worden verondersteld. Voor multi-splitsystemen met lange leidingen (100 m en meer) kan de koudemiddelinhoud oplopen tot 1 kg koudemiddel per kw koelvermogen Lekverlies Als vuistregel mag het jaarlijkse lekpercentage worden gebruikt zoals gegeven in onderstaande tabel. Voor specifieke koelinstallaties zijn hierover in de regel geen specificaties beschikbaar. Tabel 3 Lekverliezen van koelinstallaties. Type koelinstallatie Lekverlies richtwaarde Toelichting Water-koelinstallaties Package unit 2 %. Compacte en robuuste bouw koelinstallatie waarbij het gehele koudemiddelcircuit in de fabriek is gemonteerd en getest. Split systeem 3,5 % Gemonteerd en met koudemiddel gevuld op locatie. Split systemen, DX 3,5 % Gevoelig voor montage. DX in LB-kast 3,5 % Koudefactor Voor de beoordeling van de koudefactor (COP) is ook hier de NEN 2916 beschikbaar. Voor de opwekking is een indeling beschikbaar die nauwelijks onderscheid maakt naar type koudemachine. De inzet van de bodem voor koeling wordt in de NEN 2916 hoog gewaardeerd. Tabel 4 Opwekrendement koelinstallaties volgens NEN 2916 (EPN U-bouw). Koudeleverancier η opw;koel Compressiekoelmachine 4 * η el Absorptiekoelmachine op warmtelevering door derden 0,7 * η equiv;verw;wd op WK 1,0 * ε wk;th Koudeopslag 12 * η el warmtepomp in zomerbedrijf 5 * η el In de praktijk zijn een aantal verschillend etypen koelinstallaties te onderscheiden die hierboven onder de verzamelnaam compressiekoelmachine vallen.

15 TNO-B&O-A R 2005/ van 21 Hieronder is voor deze verschillende typen een indicatie gegeven van de koudefactor op jaarbasis die verwacht mag worden als het koelproces op vergelijkbare wijze is uitgevoerd. Tabel 5 Koudefactor op jaarbasis voor verschillende typen koelinstallaties. Type koelinstallatie Referentie Compressor toerenregeling & elektronisch expansieventiel HT afgiftesysteem (de kolom geeft de extra Kf) Water-koelinstallaties met compressorkoeler Met luchtgekoelde condensor 3, Met verdampingscondensor 4, Met watergekoelde condensor 3,0 3,5 +1 en droge koeltoren Met watergekoelde condensor 4, en natte koeltoren Met watergekoelde condensor en grondwater Water-koelinstallaties met absorptiekoeler Met luchtgekoelde condensor - 1 nvt - 1 Met watergekoelde condensor - 1 nvt - 1 en droge koeltoren Met watergekoelde condensor - 1 nvt - 1 en natte koeltoren Met watergekoelde condensor en grondwater - 1 nvt - 1 Splitsystemen, DX Single-split 3 4,5 nvt Multi-split - Met luchtgekoelde condensor 3,5 5 nvt - Met watergekoelde condensor 3 4,5 nvt en droge koeltoren - Met watergekoelde condensor 4 5,5 nvt en natte koeltoren - Met watergekoelde condensor en grondwater DX in luchtbehandelingskast 3 4 nvt 1 Onvoldoende beschikbare gegevens voor representatieve waarde Voor de verdere TEWI berekening kunnen nu na selectie van de gewenste koelinstallatie(varianten) de volgende gegevens worden bepaald uit de voorgaande tabellen: De GWP van het gekozen koudemiddel De koudemiddelinhoud De fractie lekverlies De koudefactor (COP)

16 TNO-B&O-A R 2005/ van Beoordelen en selecteren koelsysteem Op basis van de hiervoor geselecteerde gebouw(varianten) en installatie(varianten) wordt de TEWI bepaald volgens het berekeningsschema van Bijlage 1. Dit kan voor meerdere varianten gebeuren omdat naast de reductie van broeikasgassen ook economische factoren van belang zijn en een afweging gewenst is. Voor de economische afweging tussen installatievarianten zijn o.a. de volgende aspecten van belang: Kosten (aanvullende) bouwkundige voorzieningen, zoals zonwering. Bouwkundige meerkosten kunnen tot een aanzienlijk kleinere en goedkopere installatie leiden. Investeringskosten koelsysteem Bron, koelinstallatie, distributie en afgifte, regeling. Kosten energiegebruik koelinstallatie Zowel aandrijving als hulpenergie. Vastrecht kan aanzienlijk lager uitvallen bij beperking van aandrijfvermogen koelinstallatie. Onderhoudskosten. In het globaal ontwerp kan alleen met globale kostenkentallen voor de koelinstallatie gewerkt worden. Een indicatie van investeringskosten wordt gegeven in Tabel 6. Systemen met een laag energiegebruik en een lage TEWI vergen vaak hogere investeringskosten dan traditionele systemen. In veel gevallen kunnen deze meerkosten binnen enige jaren worden terugverdiend. Desondanks kan in veel projecten het probleem ontstaan dat de hogere investeringskosten uitvoering onmogelijk maken door budgetbeperkingen. Een mogelijke oplossing hiervoor is het onderbrengen van (een deel van) de energiefuncties bij een energiedienst. Deze energiedienst verzorgt de financiering en exploitatie, waardoor de (meer)investering buiten het investeringsbudget blijft en verrekend wordt in de exploitatielasten.

17 TNO-B&O-A R 2005/ van 21 Tabel 6 Investeringskosten koelinstallaties in Euro/kW koelvermogen (bron: Deerns).

18 TNO-B&O-A R 2005/ van Gedetailleerd ontwerp 3.1 Beperken koudebehoefte De koudebehoefte kan voor een concreet ontwerp worden bepaald met de geëigende hulpmiddelen, zoals VA 114, of HENK. Deze worden meestal reeds ingezet voor de Temperatuur Overschrijdings Berekening. Met de Quickscan warmtepompen [3] kan eveneens de resulterende koude- en warmtevraag worden berekend, op basis van een beperkte set invoergegevens. De Quickscan kan via Internet worden gebruikt. Tenslotte dient voor de EPC berekening de koudebehoefte te worden bepaald volgens NEN Toepassen bodem als koudebron Als wordt gekozen voor toepassing van de bodem als koude- (en warmte)bron kan een globale uitwerking worden gemaakt voor de volgende aspecten: Benadering van: aantal, lengte en plaatsing van de bodemwarmtewisselaars t.o.v. het gebouw en de benodigde ruimte (grondoppervlak); Indicatie van de kosten; Uitgangspunten m.b.t. specifiek piekvermogen van de bodemwarmtewisselaars en jaarlijkse energie-uitwisseling; Randvoorwaarden t.a.v. de laagst en hoogst toelaatbare mediumtemperatuur; Het gebruik van antivries; Randvoorwaarden t.a.v. de toelaatbare hulpenergie; Bouwkundige consequenties i.v.m. muur en/of vloerdoorvoeringen. 3.3 Selecteren efficiënt distributiesysteem Voor het eerdere gekozen distributiesysteem wordt het distributierendement bepaald volgens NEN 2916 (zie Bijlage 3). 3.4 Selecteren optimale koelinstallatie Na de keuze voor een type koelinstallatie te hebben gemaakt dient nu een specifieke koelinstallatie te worden geselecteerd. Hierbij spelen dezelfde aspecten een rol: Koudemiddelinhoud. Conform opgave leverancier. Lekverlies. Hiervan zijn zelden specifieke gegevens bekend. Daarom wordt gebruik van de eerder genoemde richtwaarden aanbevolen.

19 TNO-B&O-A R 2005/ van 21 Koudemiddel. Conform opgave leverancier. Koudefactor op jaarbasis. De koudefactor op jaarbasis kan in de regel niet door de leverancier worden gegeven, behoudens b.v. de systemen waarvoor een gelijkwaardigheidsverklaring is opgesteld. De classificatie van koelinstallaties volgens Eurovent (Bijlage 5) (en soortgelijke) labels is echter geen harde indicatie voor de classificatie van de jaarprestaties, omdat: Het deellastgedrag van de installaties sterk uiteen kan lopen. Sommige installaties leveren in deellast vergelijkbare prestaties als in vollast, andere installaties zien hun prestaties in deellast scherp dalen. De bedrijfscondities over het jaar afhankelijk zijn van het temperatuurniveau van het koelwater (droge koeltoren, natte koeltoren, grondwater) of buitenlucht (geringe of grote opwarming aan de condensor) en van de afgiftetemperaturen, en deze zijn weer bepalend zijn voor de jaarprestaties. 3.5 Beoordelen en selecteren koelsysteem Op basis van de specifieke gebouw(varianten) en installatie(varianten) wordt de TEWI bepaald volgens het berekeningsschema van Bijlage 1. Dit kan voor meerdere varianten gebeuren omdat naast de reductie van broeikasgassen ook economische factoren van belang zijn en een afweging gewenst is. Voor de economische afweging tussen installatievarianten zijn dezelfde aspecten van belang als bij de globale afweging. Nu kan echter een concrete afweging worden gemaakt tussen specifieke systemen en installaties.

20 TNO-B&O-A R 2005/ van Referenties [1] NEN 2916 Energieprestatie van utiliteitsgebouwen - Bepalingsmethode NEN, Delft, december 2001 [2] ISSO publicatie 37 Energiewijzer kantoorgebouwen ISSO, Rotterdam, juli 1995 [3] Quickscan warmtepompen Site: [4] ISSO 39 - Langetermijnkoudeopslag in de bodem ISSO, Rotterdam, 1997 [5] ISSO 73 - Ontwerp en uitvoering van verticale bodemwarmtewisselaar ISSO, Rotterdam, 2005 [6] ISSO 43 - Concepten voor klimaatinstallaties ISSO, Rotterdam, 1998 [7] ISSO 44 Het ontwerp van hydraulische schakelingen voor verwarming ISSO, Rotterdam, 1998 [8] ISSO 48 Klimaatplafonds / koelconvectoren: richtlijnen voor ontwerp en uitvoering ISSO, Rotterdam, 1998 [9] ISSO 68 Energetisch optimale stook- en koellijnen ISSO, Rotterdam, 2002

21 TNO-B&O-A R 2005/ van Verantwoording Naam en adres van de opdrachtgever: SenterNovem t.a.v. de heer Maus Dieleman Postbus RE Utrecht Namen en functies van de projectmedewerkers: Hans van Wolferen Miep Verwoerd Charles Geelen Namen van instellingen waaraan een deel van het onderzoek is uitbesteed: - Datum waarop, of tijdsbestek waarin, het onderzoek heeft plaatsgehad: Januari oktober 2005 Ondertekening: Goedgekeurd door: Ir. J. van Wolferen projectleider Ing. A.A.L. Traversari MBA afdelingshoofd

GPG Airco Utiliteit Achtergrondrapport

GPG Airco Utiliteit Achtergrondrapport Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport B&O-A

Nadere informatie

Keuzewijzer voor koelinstallaties in de utiliteitsbouw

Keuzewijzer voor koelinstallaties in de utiliteitsbouw Keuzewijzer voor koelinstallaties in de utiliteitsbouw (bij nieuwbouw, renovaties en bestaande bouw) Opdracht : SenterNovem Auteurs : TNO en Deerns Begeleidingscommissie: RGD, TNO, TUE, Itho/Daikin Keuzewijzer

Nadere informatie

Beoordeling Legionellaveiligheid StatiqCooling dauwpuntskoeler

Beoordeling Legionellaveiligheid StatiqCooling dauwpuntskoeler Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport 2007-A-R0544/B

Nadere informatie

Koeling in de herziene EPCbepaling:

Koeling in de herziene EPCbepaling: Koeling in de herziene EPCbepaling: wat gaat er veranderen? >> Als het gaat om energie en klimaat Na een jaar of 15 is de bepaling van de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) toe aan groot onderhoud. De

Nadere informatie

Notitie 20091271-02 Gelijkwaardigheidsverklaring ClimaLevel voor NEN 2916 en NEN 5128 Opzet van onderzoek en resultaten

Notitie 20091271-02 Gelijkwaardigheidsverklaring ClimaLevel voor NEN 2916 en NEN 5128 Opzet van onderzoek en resultaten Notitie 0097-0 Gelijkwaardigheidsverklaring ClimaLevel voor NEN 96 en NEN 58 Opzet van onderzoek en resultaten Datum Referentie Behandeld door 4 februari 0 0097-0 M. Ritmeijer/LSC Opzet Climalevel klimaatsysteem

Nadere informatie

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen

Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Slimme keuzes voor woningconcepten met warmtepompen Interactie tussen gevelisolatie, ventilatiesystemen en capaciteit warmtepompsystemen Per 1 januari 2015 worden de EPCeisen aangescherpt. Voor woningen

Nadere informatie

EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw

EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw EPG-norm (NEN 7120): Wijzigingen voor utiliteitsbouw >> Als het gaat om energie en klimaat Met de aanwijzing van NEN 7120 in het Bouwbesluit 2012, voor de bepaling van de energieprestatie van gebouwen,

Nadere informatie

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP

DE WERKING VAN DE WARMTEPOMP De duurzame energiebron is onuitputtelijk, maar heeft een te laag temperatuurniveau om de CV rechtstreeks op aan te kunnen sluiten. De temperatuur zal dus eerst verhoogd moeten worden, waardoor wij onze

Nadere informatie

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies

Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies Deerns ketenanalyse downstream van een van de twee meeste materiele emissies 2013 Inleiding In het kader van de CO 2 prestatieladder is een ketenanalyse uitgevoerd naar de CO 2 productie door verwarming

Nadere informatie

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling

Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Advies Ontwerp Levering Installatiepartners Inbedrijfstelling Een warmtepomp genereert op een efficiënte manier warmte om uw huis comfortabel te verwarmen of van warm water te voorzien. Warmtepompen hebben

Nadere informatie

0,60. Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen

0,60. Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen (Rooding) - Algemene gegevens projectomschrijving variant adres Molweg 28 postcode / plaats 3784 VC Terschuur bouwar 2014 categorie woningbouw aantal woningbouw-eenheden in berekening 1 gebruiksfunctie

Nadere informatie

RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE

RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE RENOVATIE KANTOOR NOTITIE ENERGIEBESPARING EN INVESTERINGEN INHOUDSPOGAVE SAMENVATTING 0. INLEIDING 1. ISOLATIE 2. INSTALLATIE 3. RAMEN EN KOZIJNEN 4. ZONWERING EN KOELING 5. VERLICHTING DIA duurzame auteur:

Nadere informatie

Verdyn & Verdyn Cool. Plug and play. Hoog rendement warmte terugwinning. Energiezuinige ventilatoren. Hoge COP. HR-balansventilatie units

Verdyn & Verdyn Cool. Plug and play. Hoog rendement warmte terugwinning. Energiezuinige ventilatoren. Hoge COP. HR-balansventilatie units Verdyn & Verdyn Cool HR-balansventilatie units Plug and play Hoog rendement warmte terugwinning Energiezuinige ventilatoren Hoge COP HR-balansventilatie units type Verdyn & Verdyn Cool Ventileren is noodzakelijk

Nadere informatie

Woningen met EPC ( 0,8

Woningen met EPC ( 0,8 Een initiatief van in samenwerking met 1 Woningen met EPC ( 0,8 Toelichting wijzigingen en bouwkundige aandachtspunten en duurzame energie - ontwerp- en adviesbureau BNA ir. F.W. den Dulk (Freek) 2 1 Onderwerpen

Nadere informatie

Duurzaam verwarmen en koelen met gas

Duurzaam verwarmen en koelen met gas Duurzame gaswarmtepompen voor o.a.: Kantoorgebouwen Frisse Scholen Verzorgingstehuizen (P4) (P6) (P7) www.gasengineering.nl Duurzaam verwarmen en koelen met gas De voordelen van verwarmen en koelen met

Nadere informatie

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1

NTA Nieuw tijdperk energieprestatie. Normalisatie: De wereld op één lijn 1 NTA 8800 Nieuw tijdperk energieprestatie 1 Toekomstvisie overheid 2015 1 juli 2018 2019 2020 tussenperiode 2050 50% EPC aanscherping Overheids-gebouwen Aansluitplicht aardgas BENG nieuwbouw vervalt Nieuwbouw

Nadere informatie

Warmte in de koudetechniek, een hot item

Warmte in de koudetechniek, een hot item Wijbenga info sheet 5: Warmte in de koudetechniek, een hot item In het ontwerp van een koelinstallatie wordt steeds meer aandacht besteed aan het energieverbruik. Dit kan bereikt worden door een zo hoog

Nadere informatie

Energievoorziening nieuwbouw. Hans van Wolferen 24 november Wageningen

Energievoorziening nieuwbouw. Hans van Wolferen 24 november Wageningen Energievoorziening nieuwbouw Hans van Wolferen 24 november 2016 - Wageningen Van Wolferen Research Ervaring Verwarming, warmtapwater, koeling Rapporteur EPG en EMG (NEN 7120 / 7125) Betrokken bij CEN normen

Nadere informatie

Totale gebruiksoppervlakte fysieke gebouw (woonfunctie, woongebouw en utiliteitsgebouw) Ag;tot 40561,00 m²

Totale gebruiksoppervlakte fysieke gebouw (woonfunctie, woongebouw en utiliteitsgebouw) Ag;tot 40561,00 m² ALGEMENE GEGEVENS Projectomschrijving : 11035; First te Rotterdam Bestandsnaam : J:\11035\5. Berekeningen\EPC bouwaanvraag\11035sd503 EPC berekening First bouwaanvraag.epu Omschrijving bouwwerk : First

Nadere informatie

EPC berekening. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel

EPC berekening. advies- en ingenieursbureau. Nieuwbouw kantoorpand Demostraat, Tiel Nieuwbouwkantoorpand Demostraat,Tiel EPC berekening Adresgegevens Fokkerstraat 39, 3905 KV Veenendaal Postbus 1152, 3900 BD Veenendaal T 0318-75 78 88 F 0318-75 78 87 info@enerpro.nl www.enerpro.nl Voorbeeldbedrijf

Nadere informatie

Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²]

Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²] 736 woongeb. 26 app Halfweg - Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren F2 0,79 Algemene gegevens projectomschrijving Nieuwbouw 26 appartementen te Halfweg - App 26 toren variant F2 straat /

Nadere informatie

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen

Warmtepompen en warmtebronnen. Warmtepompen Warmtepompen en warmtebronnen (augustus 2006) Warmtepompen Wat is een warmtepomp? Warmtepompen zijn duurzame energiesystemen die energie uit de omgeving, zoals buitenlucht, bodem of grondwater, omzetten

Nadere informatie

EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?,

EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?, EPC 0,8: Over welke woningen en installatieconcepten hebben we het?, ir. F.W. (Freek) den Dulk Nieuwe eis per 1 januari 2006 EPC 0,8 Herziening norm: NEN 5128:2004 Energieprestatie van woonfuncties en

Nadere informatie

Themadag Centraal versus decentraal koelen

Themadag Centraal versus decentraal koelen Themadag Centraal versus decentraal koelen Centrale versus decentrale industriële koelsystemen D.R. Wentink Adviesburo Verhoef Centraal versus decentraal koelen. Inhoudsopgave: 1. Definitie en verschillende

Nadere informatie

Beoordeling project Weideveld

Beoordeling project Weideveld oktober 2007 Beoordeling project Weideveld Hans van Wolferen TNO - Apeldoorn Beoordelingsaspecten Energieprestatie verwarming warmtapwater koeling Volksgezondheid (hier niet uitgewerkt) Legionella verbrandingsrisico

Nadere informatie

nergiebesparing in de ICT

nergiebesparing in de ICT nergiebesparing in de ICT Een koud kunstje? 10 April Green IT Energy Solutions Niels Sijpheer 3671 Meter (Q=m.g.h) 100 kg massa en 1 kwh arbeid: Hoe hoog kom ik? A Minder dan100 meter B Tussen 100 en 1000

Nadere informatie

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen

Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen Nieuwe wetgeving koelinstallaties versnelt toepassing warmtepompen Door: Robin Sommers en Erik Deliege, Van Beek DIT IS EEN PUBLICATIE VAN: VAN BEEK INGENIEURS B.V. UTRECHTSESTRAAT 59 6811 LW ARNHEM +31

Nadere informatie

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII

Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Voorwaarden aansluiting appartementen en woningen op WKO bron DSKII Stichting Spaarnesant 04 februari 2014 9X3803 Entrada 301 Postbus 94241 1090 GE Amsterdam +31 20 569 77 00 Telefoon 020-5697701 Fax info@amsterdam.royalhaskoning.com

Nadere informatie

Themadag Centraal versus decentraal koelen. Centrale versus decentrale industriële koelsystemen. D.R. Wentink Adviesburo Verhoef

Themadag Centraal versus decentraal koelen. Centrale versus decentrale industriële koelsystemen. D.R. Wentink Adviesburo Verhoef Themadag Centraal versus decentraal koelen Centrale versus decentrale industriële koelsystemen D.R. Wentink Adviesburo Verhoef Centraal versus decentraal koelen. Inhoudsopgave: 1. Definitie en verschillende

Nadere informatie

Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen?

Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen? Verwarming in de herziene EPC-bepaling: wat gaat er veranderen? >> Als het gaat om energie en klimaat Vanaf 1 juli wordt de EPC voor woningen en utiliteit bepaald volgens de nieuwe norm NEN 7120. Hieronder

Nadere informatie

EPA labelstappen met lucht-naar-water warmtepompen

EPA labelstappen met lucht-naar-water warmtepompen Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn TNO-rapport 034-APD-2010-00337

Nadere informatie

WARMTE UIT KOUDE. Inzet van warmte uit koude (koelinstallaties) Kansen en rentabiliteit. warmte uit koude is geld waard

WARMTE UIT KOUDE. Inzet van warmte uit koude (koelinstallaties) Kansen en rentabiliteit. warmte uit koude is geld waard Inzet van warmte uit koude (koelinstallaties) Kansen en rentabiliteit warmte uit koude is geld waard Fons Pennartz (KWA) Jan Grift (Energy Matters) 1 Wetgeving & timing 1 januari 2010 (bij)vullen met nieuw

Nadere informatie

XTREME XTREME. Jaartaprendement EPN (Hs) 1,15 127,6% XTREME. (Hi) VOOROP IN RENDEMENT

XTREME XTREME. Jaartaprendement EPN (Hs) 1,15 127,6% XTREME. (Hi) VOOROP IN RENDEMENT Jaartaprendement EPN (Hs) 1,15 127,6% (Hi) 819.994-00 WWW.INTERGASVERWARMING.NL VOOROP IN RENDEMENT Extreem hoog rendement op warmwater In de Xtreme van Intergas gaan prestaties, intuïtieve bediening,

Nadere informatie

VERKLARING. wn is het aantal toestellen in de woning of het gebouw;

VERKLARING. wn is het aantal toestellen in de woning of het gebouw; VERKLARING ten aanzien van de geldigheid en toepassing van verklaringen conform norm voor primair hulpenergiegebruik voor verwarming t.b.v. de energieprestatienormen NEN 5128 en NEN 7120. Door TNO zijn

Nadere informatie

H e t W A d u s E P C p a k k e t

H e t W A d u s E P C p a k k e t Uw partner in duurzame energie H e t W A d u s E P C p a k k e t De ultieme oplossing voor uw woning v1.0 april 2009 Voorwoord WAdus BV is een jong en dynamisch bedrijf. Het bedrijf is opgericht in 2008

Nadere informatie

Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6

Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6 Extra oefenopgaven bij hoofdstuk 5 en 6 1 Een splitunit werkt bij een verdampingsdruk van 10 bar en een condensatietemperatuur van 40 C. Zie het principeschema hieronder. Aan het eind van de verdamper

Nadere informatie

System integrator. ing. Ad van der Aa Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV

System integrator. ing. Ad van der Aa Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV System integrator ing. Ad van der Aa Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV Huidige praktijk Gezond EPC DuBo A a n n e m e r Afgifte (St. LTV) Installateur Warmteverlies en koellast Regeltechniek Warmtepompen

Nadere informatie

RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020?

RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020? RENEWABLE COOLING: Wat weten we? Halen we de doelen voor 2020? Week van de Koude, 8 december 2009 Doelen: Schoon en Zuinig in 2020 2% energiebesparing per jaar (verdubbeling) 30% reductie broeikasgassen

Nadere informatie

DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP

DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS HYBRIDE WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS WARMTEPOMP DAIKIN-INTERGAS WARMTEPOMP 890.327-04 WWW.INTERGASVERWARMING.NL Daikin en Intergas, het ultieme duurzame verwarmingskoppel Hoge energiekosten en nieuwe Europese wetgeving op

Nadere informatie

OPWEKKINGSRENDEMENT ALPHA INNOTEC LWD 50A LUCHT-WATER WARMTEPOMPSYSTEEM

OPWEKKINGSRENDEMENT ALPHA INNOTEC LWD 50A LUCHT-WATER WARMTEPOMPSYSTEEM GELIJKWAARDIGHEIDSVERKLARING OPWEKKINGSRENDEMENT ALPHA INNOTEC LWD 50A LUCHT-WATER WARMTEPOMPSYSTEEM In opdracht van Alpha Innotec heeft TNO voor functie ruimteverwarming het opwekkingsrendement bepaald

Nadere informatie

Miel Karthaus Martijn de Gier

Miel Karthaus Martijn de Gier Miel Karthaus Martijn de Gier Fig 1 1/5 13 3 5 1 17 12 11 18 2 11 31 16 15 12 14 8 7 4 6 22 21 20 19 9 10 e versus WarmBouwen 8 Verhouding tussen warmteweerstand en warmtestroomdichtheid

Nadere informatie

Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen

Algemene gegevens. Indeling gebouw. Infiltratie. Bouwkundige transmissiegegevens. Open verbrandingstoestellen 12-07-331 appartementen Voorthuizen - appartementen basis 0,60 Algemene gegevens projectomschrijving appartementen variant basis adres postcode / plaats bouwar categorie woningbouw aantal woningbouw-eenheden

Nadere informatie

17. HOE-woning Bart Geurts, Nieman Raadgevende Ingenieurs. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²]

17. HOE-woning Bart Geurts, Nieman Raadgevende Ingenieurs. Eigenschappen rekenzones type rekenzone omschrijving interne warmtecapaciteit Ag [m²] - basis 0,11 Algemene gegevens projectomschrijving variant basis adres postcode / plaats bouwar categorie woningbouw aantal woningbouw-eenheden in berekening 1 gebruiksfunctie woonfunctie datum opmerkingen

Nadere informatie

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp Meer wooncomfort en minder energieverbruik door een warmtepomp voltalimburg.nl/warmtepomp Tip! Vraag subsidie aan bij de aanschaf van een warmtepomp. Het subsidiebedrag voor een warmtepomp van 5 kw is

Nadere informatie

Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk

Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk Hoe kan ik de restwarmte van datacenters hergebruiken? APAC Airconditioning Martijn Kolk De APAC groep staat voor persoonlijke en betrouwbare dienstverlening. Met meer dan 25 jaar ervaring zijn wij uitgegroeid

Nadere informatie

AT4-CAPRI klimaatbeheersing voor zwembaden

AT4-CAPRI klimaatbeheersing voor zwembaden AT4-CAPRI klimaatbeheersing voor zwembaden Geavanceerde technologie op het gebied van klimaatbeheersing in zwembaden 3-trapswarmteterugwinning binnen- en buitenzijde in kunststof poedercoating uitgevoerd

Nadere informatie

Schilindex. Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG. Gerrit Jan Kuiper NII

Schilindex. Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG. Gerrit Jan Kuiper NII Nederlandse Schilindex Kansen voor energiebesparing met de gebouwschilindicator in de nieuwe NEN 5128 en EPG Gerrit Jan Kuiper 1 Nederlandse Een goede schil is het halve werk 2 Schilindex = logisch denken

Nadere informatie

Inhoud van de presentatie

Inhoud van de presentatie Inhoud Inhoud van de presentatie Duurzaam bouwen met staal Concepten voor energiebesparend bouwen met lichtgewicht constructies Toepassing PCM in vloeren, wanden en plafonds Energieconcept Wilo in Zaandam

Nadere informatie

Cooling & Heating Innovations

Cooling & Heating Innovations Cooling & Heating Innovations W A R M T E P O M P E N D e w a r m t e p o m p a l s w a r m t e b r o n i s d é o p l o s s i n g v o o r onze dagelijkse behoefte aan verwarming met een zo hoog mogelijk

Nadere informatie

2.1 Resumé Ref UN01 (Referentiegebouw)... 3 Gebouwoverzicht... 3.1 Gebouwgegevens Ref UN01 (Referentiegebouw)... 5

2.1 Resumé Ref UN01 (Referentiegebouw)... 3 Gebouwoverzicht... 3.1 Gebouwgegevens Ref UN01 (Referentiegebouw)... 5 Inhoudsopgave 1 Projectgegevens... 2 2 Resultaten... 3 2.1 Resumé Ref UN01 (Referentiegebouw)... 3 3 Gebouwoverzicht... 5 3.1 Gebouwgegevens Ref UN01 (Referentiegebouw)... 5 3.2 Ruimten bouwlaag 1... 5

Nadere informatie

Agentschap NL Theo Haytink, Cursuslicentie Uniec 2.0. datum 20-10-2011 opmerkingen Dit is een voorbeeldwoning om te demonstreren hoe Uniec 2.0 werkt.

Agentschap NL Theo Haytink, Cursuslicentie Uniec 2.0. datum 20-10-2011 opmerkingen Dit is een voorbeeldwoning om te demonstreren hoe Uniec 2.0 werkt. Cursus geregeld - Agentschap NL Tussenwoning met fouten 0,57 Algemene gegevens projectomschrijving variant adres postcode / plaats bouwar categorie aantal woonfuncties in berekening 1 gebruiksfunctie Agentschap

Nadere informatie

Rapport. Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus 10001 5430 CA Cuijk. Documentnummer: 20140075-R04. Projectnaam:

Rapport. Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus 10001 5430 CA Cuijk. Documentnummer: 20140075-R04. Projectnaam: Adviseurs & Ingenieurs Opdrachtgever: Gemeente Mill en St. Hubert Postbus 10001 5430 CA Cuijk Documentnummer: 20140075-R04 Projectnaam: Gemeente Mill, onderzoek CV- en E- installatie. Datum: 9-12-2014

Nadere informatie

DUBO. Energiebesparing in het kantoorpand van HVL Dordrecht

DUBO. Energiebesparing in het kantoorpand van HVL Dordrecht 1 Energiebesparing in het kantoorpand van HVL Dordrecht 2 Voor het energiegebruik zijn de belangrijke punten: - Beperk energieverliezen - Voorkom onnodig energiegebruik - Gebruik zoveel mogelijk oneindige

Nadere informatie

Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel. BIC, 02-12-2011 Hans van Wolferen

Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel. BIC, 02-12-2011 Hans van Wolferen Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel BIC, 02-12-2011 Hans van Wolferen Externe warmtelevering, EPC en energielabel! Achtergrond, doelstelling! Getrapte eis! Invoering! EMG ontwikkeling! EMG

Nadere informatie

Duurzaam verwarmen en koelen op gas

Duurzaam verwarmen en koelen op gas Duurzame gaswarmtepompen voor o.a.: Kantoorgebouwen Frisse Scholen Verzorgingstehuizen (P4) (P6) (P7) www.gasengineering.nl Duurzaam verwarmen en koelen op gas De voordelen van verwarmen en koelen met

Nadere informatie

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten

Concepten EPC 0.4. Bouwkundige uitgangspunten Concepten EPC 0.4 Om een EPC 0.4 te realiseren voor de referentiewoningen zijn er verschillende concepten ontwikkeld die onderling verschillen op de wijze van ventileren en verwarmen. Aan de basis van

Nadere informatie

KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER

KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER KOELING VAN DATACENTERS DOOR DE JAREN HEEN DATA CENTER AGENDA STULZ Groep B.V. Huidige EU doelstelling Energiestromen in een datacenter EER waarde Evolutie koelsystemen Toekomst STULZ GROEP B.V. Airconditioning

Nadere informatie

Info sessie warmtepompen met bodem energie

Info sessie warmtepompen met bodem energie Info sessie warmtepompen met bodem energie Waarom warmtepomp Werking warmtepomp Waarom hybride Werking hybride Leo Janssen TPA Vaillant T.b.v Omgevings Dienst Midden Holland November 2013 Waarom een warmtepomp?

Nadere informatie

BESLUIT VAN 21 FEBRUARI 2013: GEWIJZIGDE BEREKENINGSMETHODE VANAF 1 JANUARI 2014

BESLUIT VAN 21 FEBRUARI 2013: GEWIJZIGDE BEREKENINGSMETHODE VANAF 1 JANUARI 2014 BESLUIT VAN 21 FEBRUARI 2013: GEWIJZIGDE BEREKENINGSMETHODE VANAF 1 JANUARI 2014 Wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen op

Nadere informatie

Trias energetica. Verdiepende opdracht

Trias energetica. Verdiepende opdracht 2015 Trias energetica Verdiepende opdracht Inleiding; In dit onderdeel kun je meer leren over de Trias energetica, een strategie voor het bereiken van een zo duurzaam mogelijke energievoorziening. Pagina

Nadere informatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Beta Testbedrijf E. van Dijk 007 Kleveringweg 12 2616 LZ Delft info@vabi.nl Delft, 8 februari 2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: Opdrachtgever BV A. Bee Projectgegevens: Voorbeeldproject

Nadere informatie

Over de Aqua DX unit. Energiebesparing. Keuze vrijheid. Compact en fluisterstil

Over de Aqua DX unit. Energiebesparing. Keuze vrijheid. Compact en fluisterstil Over de Aqua DX unit De Aqua DX is een watergekoelde condensingunit voorzien van Fuji Electric invertertechniek. De Aqua DX maakt gebruik van water om de warmte te verplaatsen, dit in tegenstelling tot

Nadere informatie

M-Thermal warmtepompen

M-Thermal warmtepompen M-Thermal warmtepompen Lucht/water warmtepompen De systemenen: M-Thermal Introductie Zonnecollectoren Lage temperatuur radiator M-Thermal Monobloc Monobloc unit Zonnecollector Toepassing Verwarmen, koelen,

Nadere informatie

De toekomst van niet-natuurlijke koelmiddelen

De toekomst van niet-natuurlijke koelmiddelen De toekomst van niet-e koelmiddelen Sinds 1 januari 2015 zijn koelmiddelen die chloor bevatten (HCFK s en CFK s) verboden. Koelmiddelen met chlooratomen kunnen zorgen voor een aantasting van de ozonlaag.

Nadere informatie

BE 2 Installatietechniek Bieschboshal warmtepomp

BE 2 Installatietechniek Bieschboshal warmtepomp BE 2 Installatietechniek Bieschboshal warmtepomp Pagina 1 van 7 Joran van Reede MBGOO17B4..-05-2019 Pagina 2 van 7 Inleiding Voor u ligt een verslag over de installatie techniek van de Bieschbos hal. In

Nadere informatie

Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel

Externe warmtelevering, EMG, EPC en energielabel 13 oktober 2010 - Warmtenetwerk Externe warmtelevering, EMG, EPC en Hans van Wolferen Externe warmtelevering, EPC en Achtergrond, doelstelling Getrapte eis Invoering EMG ontwikkeling en inhoud 2 Huidige

Nadere informatie

Opwekkingsrendement warmtapwater t.b.v. de NEN 5128:2004/A1:2008 voor de Alpha InnoTec warmtepomp WZS 31H/KS

Opwekkingsrendement warmtapwater t.b.v. de NEN 5128:2004/A1:2008 voor de Alpha InnoTec warmtepomp WZS 31H/KS TNO Kennis voor zaken Opwekkingsrendement warmtapwater t.b.v. de NEN 5128:2004/A1:2008 voor de Alpha InnoTec warmtepomp WZS 31H/KS In opdracht van Alpha InnoTec is voor de warmte pomp type WZS 31H/KS,

Nadere informatie

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN

ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN 4 juli 2007 19:11 uur Blz. 1 / 8 cursus Luc Volders - 2-7-2007 ENERGIE PRESTATIE ADVIES VOOR WONINGEN Opdrachtgever: FB Projectgegevens: testpand 1234AB Software: EPA-W Kernel 1.09 07-06-2007 Vabi Software

Nadere informatie

Energie Label C behalen met duurzaam klimatiseren voor Kantoren. Door Willem van Dijk

Energie Label C behalen met duurzaam klimatiseren voor Kantoren. Door Willem van Dijk Energie Label C behalen met duurzaam klimatiseren voor Kantoren Door Willem van Dijk Even Voorstellen Willem van Dijk Technisch Commercieel Adviseur 30 jaar praktijk ervaring op het gebied van: Koeltechniek

Nadere informatie

Itho Daalderop Hybride lucht/water warmtepompen. product-

Itho Daalderop Hybride lucht/water warmtepompen. product- 1 Itho Daalderop Hybride lucht/water warmtepompen product- 2 Assortiment hybride lucht/water warmtepompen HP Cube en Base Cube Itho Daalderop heeft twee vrijwel identieke hybride lucht/water warmtepompen

Nadere informatie

Western - Ontwikkeling van natuurlijke en laag GWP koudemiddelen in koelmachines en warmtepompen 29 maart 2017

Western - Ontwikkeling van natuurlijke en laag GWP koudemiddelen in koelmachines en warmtepompen 29 maart 2017 Western - Ontwikkeling van natuurlijke en laag GWP koudemiddelen in koelmachines en warmtepompen 29 maart 2017 Inhoud presentatie Ontwikkeling koelmachines en warmtepompen met rotary, scroll en schroefcompressoren

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw : ENERGIE

Opleiding Duurzaam Gebouw : ENERGIE Opleiding Duurzaam Gebouw : ENERGIE Leefmilieu Brussel THEORETISCHE INLEIDING TOT KOELING Jan Maeyens Cenergie CVBA Doelstellingen van de presentatie Koude-opwekkingsprincipe Technieken en technologieën

Nadere informatie

Itho Daalderop Hybride lucht / water warmtepompen. product- informatie Prodinfo-Luchtwarmtepompen.indd :17

Itho Daalderop Hybride lucht / water warmtepompen. product- informatie Prodinfo-Luchtwarmtepompen.indd :17 1 Itho Daalderop Hybride lucht / water warmtepompen product- informatie 07.93.50.169.2Prodinfo-Luchtwarmtepompen.indd 1 04-04-12 15:17 2 Assortiment Hybride lucht / water warmtepompen HP Cube en Base Cube

Nadere informatie

ZEN en BENG Scenario s voor bijna energieneutrale woningen

ZEN en BENG Scenario s voor bijna energieneutrale woningen ZEN en BENG Scenario s voor bijna energieneutrale woningen Ir. Harm Valk Nieman Groep Platform ZEN 10 december 2015 Routekaart BENG 9-12-2015 2 BENG wat gaat er veranderen Bijna EnergieNeutrale Gebouwen

Nadere informatie

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem 100% duurzame energie van eigen bodem Warmte, warm tapwater en koude Comfortabel én milieuvriendelijk wonen U gaat voor nul! Comfortabel én milieuvriendelijk wonen Warmte, warm tapwater en koude van Eteck

Nadere informatie

Vabi Elements EPG. Air Products

Vabi Elements EPG. Air Products Vabi Elements EPG Projectnummer: ASD1426 Omschrijving: Ontwerp voor de realisatie van een nieuwe distributielocatie met kantoor op het bedrijventerrein PolanenPark te Haarlemmerliede. Berekend op: 28-2-213

Nadere informatie

Its time for Greenovation CBM INDUCTIE UNIT CRYSTAL BEAM MODULE EEN PCM INDUCTIE UNIT. www.oc-autarkis.nl

Its time for Greenovation CBM INDUCTIE UNIT CRYSTAL BEAM MODULE EEN PCM INDUCTIE UNIT. www.oc-autarkis.nl Its time for Greenovation CBM INDUCTIE UNIT CRYSTAL BEAM MODULE EEN PCM INDUCTIE UNIT www.oc-autarkis.nl Inhoudsopgave Crystal Beam Module: PCM inductie units Verschil tussen conventionele en innovatieve

Nadere informatie

Warmtepompen. Wie, wat, hoe, waar, waarom?

Warmtepompen. Wie, wat, hoe, waar, waarom? Warmtepompen Wie, wat, hoe, waar, waarom? Even voorstellen Thomas Engberts Adviseur energietransitie Specialist (hybride) warmtepompen Gasunie Transport Services B.V. Groningen woont SLIM 3 jaar bezig

Nadere informatie

De natuurlijke combinatie

De natuurlijke combinatie Intergas Kombi Kompakt HRE EPC verlaging met 0.35 Informatie installateurs: Daikin Airconditioning Netherlands BV Fascinatio Boulevard 562 Postbus 8585 3009 AN Rotterdam t (088) 324 54 55 f (088) 324 54

Nadere informatie

Optimale prijs/ prestatie energieopslagsystemen

Optimale prijs/ prestatie energieopslagsystemen Meer doen met minder Optimale prijs/ prestatie energieopslagsystemen Met steun van de NOVEM is er een onderzoek gedaan ter verbetering van de prijs/prestatie van energieopslagsystemen. De investeringen

Nadere informatie

BENG. Update

BENG. Update BENG Update 21-12-2018 Congres EPG 2.0 d.d. 20 november 2018 Tijdens het NEN-congres op dinsdag 20 november 2018 maakte het ministerie van BZK de nieuwe concept geadviseerde BENG-eisen bekend. Ook werd

Nadere informatie

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem

100% Warmte, warm tapwater en koude. Comfortabel én milieuvriendelijk wonen. duurzame energie van eigen bodem 100% duurzame energie van eigen bodem Warmte, warm tapwater en koude Comfortabel én milieuvriendelijk wonen U gaat voor nul! Comfortabel én milieuvriendelijk wonen Warmte, warm tapwater en koude van Eteck

Nadere informatie

OPWEKKINGSRENDEMENT VERWARMING t.b.v. de NEN 7120:2011 voor de Alpha InnoTec warmtepompen, type SWC 120HK en SWC 170HK

OPWEKKINGSRENDEMENT VERWARMING t.b.v. de NEN 7120:2011 voor de Alpha InnoTec warmtepompen, type SWC 120HK en SWC 170HK OPWEKKINGSRENDEMENT VERWARMING t.b.v. de NEN 7120:2011 voor de Alpha InnoTec warmtepompen, type SWC 120HK en SWC 170HK In opdracht van Alpha InnoTec heeft TNO voor de functie ruimteverwarming het opwekkingsrendement

Nadere informatie

Verwarming & Sanitair DuraHome warmtepompen

Verwarming & Sanitair DuraHome warmtepompen Verwarming & Sanitair DuraHome warmtepompen Bosta... a perfect fit! Waarom een warmtepomp? Fossiele brandstoffen worden schaars en daardoor kostbaar. Bovendien veroorzaakt het gebruik van fossiele brandstoffen

Nadere informatie

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd:

Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante documenten als uitgangspunten gehanteerd: Project: Brede School Rijswijk Projectnr.: 6.053 Datum: 20 februari 2017 Betreft: Startnotitie Duurzaamheid en Installatieconcept 1. UITGANGSPUNTEN Bij het opstellen van deze notitie zijn de volgende relevante

Nadere informatie

Leidschenhof Den Haag. Uitgebreide omschrijving WKO

Leidschenhof Den Haag. Uitgebreide omschrijving WKO Leidschenhof Den Haag Uitgebreide omschrijving WKO Het project Leidschenhof te Leidschenveen is een zorgcomplex met appartementen dat in opdracht van WoonInvest is ontwikkeld. Het gebouw bestaat uit de

Nadere informatie

Specialist in warmtepompen LORIA LUCHT/WATER WARMTEPOMP DUURZAAM VERWARMEN, KOELEN EN WARM WATER VOOR ELKE WONING

Specialist in warmtepompen LORIA LUCHT/WATER WARMTEPOMP DUURZAAM VERWARMEN, KOELEN EN WARM WATER VOOR ELKE WONING Specialist in warmtepompen LORIA LUCHT/WATER WARMTEPOMP DUURZAAM VERWARMEN, KOELEN EN WARM WATER VOOR ELKE WONING LUCHT/WATER WARMTEPOMP UITSTEKENDE ENERGIEPRESTATIE Aangename warmte in de winter, verfrissende

Nadere informatie

Bestaande huizen van het aardgas af? Hans van Wolferen 18 april 2018 KIVI

Bestaande huizen van het aardgas af? Hans van Wolferen 18 april 2018 KIVI Bestaande huizen van het aardgas af? Hans van Wolferen 18 april 2018 KIVI Van Wolferen Research Ervaring Verwarming, warmtapwater, koeling Rapporteur EPG en EMG (NEN 7120 / 7125) Betrokken bij CEN normen

Nadere informatie

natuurlijke koudemiddelen Ir. Steven Lobregt Studie in opdracht van NEKOVRI en NVKL mede mogelijk gemaakt door SenterNovem

natuurlijke koudemiddelen Ir. Steven Lobregt Studie in opdracht van NEKOVRI en NVKL mede mogelijk gemaakt door SenterNovem Vervangen R22: Kans voor natuurlijke koudemiddelen Ir. Steven Lobregt Studie in opdracht van NEKOVRI en NVKL mede mogelijk gemaakt door SenterNovem Welke HFK s komen in aanmerking Koelen; R134a,R417A,R404A,R507,,

Nadere informatie

D2Recool. Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat. Product informatie

D2Recool. Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat. Product informatie D2Recool Duurzaam klimaatsysteem voor een comfortabel binnenklimaat Product informatie D2Recool: Duurzame en effectieve klimaatbeheersing De D2Recool productlijn is één van de klimaatsystemen van Dutch

Nadere informatie

HR-balansventilatie units. Verdyn & Verdyn Cool.

HR-balansventilatie units. Verdyn & Verdyn Cool. HR-balansventilatie units Verdyn & Verdyn Cool www.oc-verhulst.nl 2 3 Verdyn Verdyn & Verdyn Cool Ventileren is noodzakelijk voor een goed en gezond binnenklimaat. Een goed geventileerd gebouw betekent

Nadere informatie

NOTITIE. 1 Inleiding. 2 Bouwkundige maatregelen

NOTITIE. 1 Inleiding. 2 Bouwkundige maatregelen NOTITIE Project Nieuwbouw Van Lodenstein College Barneveld Datum 7 juni 2011 Onderwerp Conceptenstudie Status Definitief 1 Inleiding Voor de nieuwbouw van het Van Lodenstein College te Barneveld worden

Nadere informatie

Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie. Case. A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V.

Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie. Case. A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Restwarmtebenutting in de vleesverwerkende industrie d.m.v. HT-warmtepompen Case A.(Fons)M.G. Pennartz Ir. Manager team Energie KWA Bedrijfsadviseurs B.V. Aan bod komen: Situatie omschrijving case vleesbedrijf

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw

Opleiding Duurzaam Gebouw 1 Opleiding Duurzaam Gebouw ENERGIE PASSIEF / LAGE ENERGIE Leefmilieu Brussel Theoretische inleiding tot koeling Filip GRILLET Cenergie CVBA Doelstellingen van de presentatie Koude-opwekkingsprincipes

Nadere informatie

Toch is het niet terecht alleen

Toch is het niet terecht alleen Tekst: ing. Henry Ossevoort Energiebesparing en energie-efficiëntie Energy Efficiency - deze woorden hoor je overal in de gebouwde omgeving. Meestal, ik zeg meestal, wordt dit vertaald naar installaties

Nadere informatie

Kees Bakker

Kees Bakker Kees Bakker info@energiehuishelmond.nl Vrijwilliger Energiehuis op cover blad Eigen Huis! Ervaringsdeskundige! Verwarmen van een woning verwarmt met aardgas gestookte CV verwarmt elektrisch met warmtepomp

Nadere informatie

4 Energiebesparingsadvies

4 Energiebesparingsadvies 4 Energiebesparingsadvies 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt het energiebesparingsadvies voor het gebouw gepresenteerd. Allereerst wordt een inventarisatie gegeven van de reeds getroffen en onderzochte

Nadere informatie

Het Varken als kachel. I r. M a u r i c e O r t m a n s

Het Varken als kachel. I r. M a u r i c e O r t m a n s Het Varken als kachel I r. M a u r i c e O r t m a n s Hoeveel warmte produceren varkens? Vo e lbare w a rmteproductie: B ig 23 kg: 4 2 Wa t t Vleesva rken 11 0 k g: 1 2 7 Wa t t K raamzeug: 3 7 5 Wa t

Nadere informatie

White Paper Warmtepompsysteem

White Paper Warmtepompsysteem White Paper Warmtepompsysteem Inleiding Een warmtepompsysteem is voor veel mensen inmiddels een bekend begrip, toch ontstaat er nog steeds veel onduidelijkheid over de werking van het systeem. Dit blijkt

Nadere informatie

Energieverspilling is zinloos

Energieverspilling is zinloos Aan de slag in de Bestaande Bouw Energieverspilling is zinloos in het verleden en daarna samengesteld door: Martin Liebregts Haico van Nunen Donderdag 13 september 2007 Milieu - Aandacht in de tijd 2/31

Nadere informatie