Uitspraak /1/A1
|
|
- Willem ter Linde
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Uitspraak /1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 28 februari 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Bouwen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018: /1/A1. Datum uitspraak: 28 februari 2018 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te Velddriel, gemeente Maasdriel, tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland (hierna: de rechtbank) van 22 november 2016 in zaken nrs. 16/3396 en 16/5883 in het geding tussen: [wederpartij A], [wederpartij B], [wederpartij C] en [wederpartij D] (hierna tezamen en in enkelvoud: [wederpartij]), wonend te Velddriel, gemeente Maasdriel, en het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel. Procesverloop Bij besluit van 22 april 2016 heeft het college aan [appellant] omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van een woning met bijgebouw op het perceel [locatie] te Velddriel (hierna: het perceel). Bij besluit van 26 augustus 2016 heeft het college het door [wederpartij] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard, onder verbetering van de motivering. Bij uitspraak van 22 november 2016 heeft de rechtbank het door [wederpartij] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 26 augustus 2016 vernietigd en bepaald dat het college een nieuw besluit op het bezwaar van [wederpartij] neemt. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld. Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
2 Bij besluit van 23 februari 2017 heeft het college het door [wederpartij] tegen het besluit van 22 april 2016 gemaakte bezwaar, onder verbetering van de motivering, opnieuw ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft [wederpartij] beroep ingesteld. Het college en [appellant] hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 15 januari 2018, waar [appellant], bijgestaan door mr. B. Oudenaarden, advocaat te Arnhem, en het college, vertegenwoordigd door mr. J.J. Vogel, zijn verschenen. Voorts is ter zitting [wederpartij B], bijgestaan door mr. E.T. de Jong, advocaat te Arnhem, gehoord. Overwegingen Inleiding 1. [appellant] wil op het perceel een woning met aanbouw en een losstaand bijgebouw realiseren. Hiertoe heeft hij een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) gevraagd. Op de tekening behorende bij de aanvraag, heeft hij aangeduid welke onderdelen volgens hem omgevingsvergunningvrij kunnen worden gerealiseerd. Het college heeft de gevraagde omgevingsvergunning verleend voor het als omgevingsvergunningplichtig aangeduide onderdeel. Volgens hem is het bouwplan in zoverre in overeenstemming met het bestemmingsplan "Kern Velddriel" (hierna: het bestemmingsplan). De rechtbank heeft het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 26 augustus 2016 gegrond verklaard. Daartoe heeft zij overwogen dat het college geen deugdelijk onderzoek heeft gedaan naar de breedte van het perceel, dat het college het bouwplan ten onrechte heeft gesplitst in een omgevingsvergunningplichtig deel en omgevingsvergunningvrije delen en dat het niet op goede gronden tot de conclusie is gekomen dat het bouwplan, voor zover vergund, in overeenstemming met het bestemmingsplan is. [appellant] kan zich niet met deze uitspraak verenigen. Bij het nieuwe besluit op bezwaar van 23 februari 2017 heeft het college de verleende omgevingsvergunning in stand gelaten, uitgaande van een gewijzigde bouwtekening waarop niet langer is aangegeven dat delen van het bouwplan omgevingsvergunningvrij zijn. Het heeft het bouwplan opnieuw in overeenstemming met het bestemmingsplan geacht, met uitzondering van de erker aan de voorzijde van de woning. Hiervoor heeft het college omgevingsvergunning verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2o, van de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 4, aanhef en eerste lid, aanhef en onder b, van bijlage II van het Bor. [wederpartij] kan zich niet met dit besluit verenigen. Het hoger beroep van [appellant] 2. [appellant] betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het college op goede gronden tot de conclusie is gekomen dat het bouwplan, wat betreft de aan te houden minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrenzen, in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Daartoe voert hij aan dat uit kadastrale gegevens kan worden afgeleid dat het perceel breed genoeg is om het bouwplan met inachtneming van deze minimale afstand te realiseren. Volgens hem heeft de rechtbank ten onrechte aanleiding gevonden voor twijfel aan de juistheid van die gegevens en om die reden overwogen dat het besluit van 26 augustus 2016 onvoldoende zorgvuldig is voorbereid Op het perceel rust de bestemming "Woondoeleinden". Artikel van de planregels luidt:
3 "Voor het bouwen van woningen (de aan- en uitbouwen uitgezonderd) gelden de volgende bepalingen: a. Woningen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen de op de kaart aangegeven bebouwingszone. b. Tussen twee niet aaneengebouwde woningen mag de afstand van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 meter bedragen. [ ]" 2.2. Op de bouwtekening behorende bij de omgevingsvergunning van 22 april 2016, zijn de zijdelingse perceelsgrenzen weergegeven. De geprojecteerde woning bevindt zich, de aanbouw niet meegerekend, op een afstand van 3,054 van de westelijke zijdelingse perceelsgrens en op een afstand van 3 m van de oostelijke zijdelingse perceelsgrens. Hierbij is op de bouwtekening uitgegaan van een breedte van het perceel van 11,654 m. Het college is bij toetsing van het bouwplan aan artikel van de planregels van deze breedte uitgegaan Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer de uitspraak van 11 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2749), is bij de vaststelling van de omvang van een bouwperceel de actuele situatie bepalend, waarbij in beginsel wordt uitgegaan van kadastrale percelen. \Langs de westelijke perceelsgrens is een hek en langs de oostelijke perceelsgrens een heg aanwezig. De feitelijk resterende breedte van het perceel is daardoor ongeveer een meter minder dan de breedte van het kadastrale perceel volgens de bouwtekening. Het college heeft hieraan echter terecht geen betekenis toegekend voor de vraag of het bouwplan in overeenstemming met artikel van de planregels is. De enkele aanwezigheid van objecten die behoren bij de aangrenzende percelen en die in afwijking van de kadastrale grenzen zijn geplaatst, maakt niet dat het kadastrale perceel niet langer als de actuele situatie heeft te gelden. De Afdeling ziet verder geen aanleiding om te betwijfelen dat de perceelsgrenzen zoals op de bouwtekening weergegeven overeenkomen met de kadastrale begrenzing van het perceel. Het door [appellant] in beroep overgelegde resultaat van een inmeting van het perceel, bevestigt dat het kadastrale perceel 11,654 m breed is. Overigens leidt een meting aan de hand van informatie van GeoWeb, waarvan het college de resultaten in hoger beroep heeft overgelegd, tot dezelfde uitkomst, zij het dat deze is afgerond op 11,65 m. De door [wederpartij] in beroep overgelegde kopie van een kadastrale kaart kon redelijkerwijs geen twijfel doen rijzen over de juistheid van de hiervoor bedoelde inmeting. Deze kaart heeft een schaal van 1:2000. Voor zover uit een handmatige meting op deze kopie al zou kunnen worden afgeleid dat het perceel slechts een breedte van ongeveer 11 m heeft, kon daaraan geen doorslaggevende betekenis worden toegekend, nu een meting op een kopie van een kaart met deze schaal geen nauwkeurig resultaat oplevert. De rechtbank heeft dit niet onderkend. Het betoog slaagt. 3. [appellant] betoogt voorts dat de rechtbank heeft miskend dat het college het bouwplan mocht splitsen in een omgevingsvergunningplichtig deel en omgevingsvergunningvrije delen. Volgens hem is op de bouwtekening duidelijk aangegeven welke delen van het bouwplan omgevingsvergunningvrij zijn. Wat betreft de als omgevingsvergunningvrij aangeduide aanbouw aan de woning betoogt hij dat deze bouwkundig te onderscheiden is van de omgevingsvergunningplichtige woning, nu de aanbouw bestaat uit één bouwlaag en de woning uit twee bouwlagen en een kap. Uit de Nota van Toelichting bij de wijziging van artikel 2, aanhef en derde lid, van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (hierna: het Bor; Stb 2014, 333, blz ), blijkt bovendien dat de wetgever heeft beoogd splitsing van een bouwplan in een omgevingsvergunningplichtig en een omgevingsvergunningvrij deel mogelijk te maken, ook als deze delen functioneel en bouwkundig niet van elkaar te scheiden zijn, aldus [appellant] Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 4 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:640), kan de aanvrager om omgevingsvergunning, indien hij delen van een
4 bouwplan buiten de aanvraag wil laten, omdat deze volgens hem vergunningvrij kunnen worden gebouwd, dat primair doen door deze delen niet in een aanvraag op te nemen. Indien de onderdelen niettemin in de aanvraag zijn opgenomen, dient uit een oogpunt van rechtszekerheid van derden en ter bepaling van wat het oorspronkelijke hoofdgebouw is, uit de aanvraag om omgevingsvergunning onmiskenbaar te blijken voor welke onderdelen van het bouwplan wel en waarvoor geen omgevingsvergunning wordt aangevraagd en wat de oppervlakte is van het bouwplan waarvoor vergunning wordt gevraagd. Op de bouwtekening staat een afzonderlijke plattegrond afgebeeld, waarop onderdelen van het bouwplan zijn gearceerd. Daarbij is vermeld dat deze arcering staat voor "vergunningsvrij". De gearceerde onderdelen betreffen een losstaand bijbehorend bouwwerk achter de woning en de aanbouw aan de zijkant en achterzijde van de woning. Deze aanbouw bestaat blijkens de bouwtekening uit twee ruimten, aangeduid als een bijkeuken en een wasruimte, en uit een deel van de als keuken aangeduide ruimte op de begane grond. De grens tussen het als omgevingsvergunningplichtig aangeduide hoofdgebouw en de als omgevingsvergunningvrij aangeduide aanbouw loopt door deze ruimte heen. Naar het oordeel van de Afdeling heeft [appellant] op deze wijze op zichzelf voldoende duidelijk aangegeven welke onderdelen volgens hem omgevingsvergunningvrij kunnen worden gerealiseerd en zijn beoogd buiten de aanvraag te laten. De arcering is voldoende nauwkeurig en niet voor meerdere uitleg vatbaar. De rechtbank heeft dat niet onderkend. Het betoog is in zoverre terecht voorgedragen, maar leidt, gelet op het hierna volgende, niet tot vernietiging van de aangevallen uitspraak Zoals de Afdeling eveneens eerder heeft overwogen (uitspraak van 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1770), is splitsing van een bouwplan dat uit verschillende onderdelen bestaat in beginsel niet mogelijk. Het bouwplan dient als één geheel te worden beschouwd. Een bouwplan kan alleen worden gesplitst indien het bestaat uit onderdelen die in functioneel en bouwkundig opzicht van elkaar kunnen worden onderscheiden. De passage uit de Nota van Toelichting over splitsing van een bouwplan, waarop [appellant] zich beroept, heeft betrekking op een wijziging van artikel 2, aanhef en derde lid, van bijlage II van het Bor. Op grond van deze bepaling zijn bijbehorende bouwwerken onder omstandigheden omgevingsvergunningvrij. Bij de wijziging is ook de uitbreiding van een bijbehorend bouwwerk onder de reikwijdte van deze bepaling gebracht. In het voorliggende bouwplan is echter geen uitbreiding van een bijbehorend bouwwerk aan de orde, maar een hoofdgebouw dat wordt uitgebreid met een aanbouw, die op zichzelf als bijbehorend bouwwerk kan worden aangemerkt. Reeds daarom bieden de wijziging van artikel 2, derde lid, van bijlage II van het Bor en de toelichting daarop geen grond om thans terug te komen van de hiervoor aangehaalde jurisprudentie. De grens tussen het als omgevingsvergunningplichtig aangeduide hoofdgebouw en de door arcering als omgevingsvergunningvrij aangeduide aanbouw loopt door de ruimte heen die op de bouwtekening als keuken is aangeduid. Blijkens de bouwtekening vormt de keuken echter één ruimte, die niet op enige wijze functioneel en bouwkundig is te onderscheiden in twee afzonderlijke onderdelen. Dat het als omgevingsvergunningvrij aangeduide deel van de keuken uit één bouwlaag bestaat, en het als hoofdgebouw aangeduide deel van de keuken uit twee bouwlagen en een kap, maakt niet dat de keuken op de begane grond functioneel en bouwkundig kan worden onderscheiden in twee afzonderlijke onderdelen. In zoverre heeft de rechtbank terecht overwogen dat het college het bouwplan ten onrechte heeft gesplitst in een omgevingsvergunningplichtig en een omgevingsvergunningvrij deel. 4. [appellant] betoogt verder dat de rechtbank heeft miskend dat de in het bouwplan voorziene erker aan de voorzijde van de woning in overeenstemming is met het bestemmingsplan. Door te overwegen dat artikel 3.3.3, aanhef en onder c, van de planregels alleen van toepassing is op portieken en
5 serres, en niet op erkers, heeft de rechtbank volgens hem een te beperkte uitleg aan die planregel gegeven Artikel van de planregels luidt, voor zover hier van belang: "Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende bepalingen: [ ] c. Op de gronden die op de kaart zijn aangeduid als voorerf, mag bij elke woning ten hoogste één aanof uitbouw (portiek of serre) worden gebouwd. Voor deze aan- of uitbouw geldt een oppervlakte van maximaal 6 m2 en een hoogte van maximaal 3 m. [ ]" De tekst van onderdeel c van deze planregel biedt, door het gebruik van het woord "of" tussen portiek en serre, geen ruimte voor het oordeel dat dit onderdeel niet alleen betrekking heeft op portieken en serres, maar ook op andere vormen van aan- en uitbouwen. In de tekst is niet tot uiting gebracht dat, zoals [appellant] stelt, de vermelde portiek en serre slechts hebben te gelden als voorbeelden van onder deze bepaling begrepen aan- en uitbouwen. Dat, zoals [appellant] heeft aangevoerd, in de toelichting bij het bestemmingsplan is vermeld dat op als voorerf aangeduide grond een beperkte aanof uitbouw mag worden opgericht, zonder dat daarbij is vermeld dat slechts een portiek of serre is toegestaan, biedt onvoldoende aanleiding voor een andere uitleg van deze planregel. Uit deze vermelding blijkt niet dat nadrukkelijk is beoogd ook andere vormen van aan- of uitbouwen toe te staan. De rechtbank heeft dan ook terecht overwogen dat deze bepaling de bouw van een erker op het voorerf niet mogelijk maakt. 5. Nu de rechtbank, gelet op hetgeen onder 3.2 en onder 4.1 is overwogen, het besluit van 26 augustus 2016 terecht heeft vernietigd, is het hoger beroep ongegrond en dient de aangevallen uitspraak, met verbetering van de gronden waarop deze rust, te worden bevestigd. Het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 23 februari Het besluit van 23 februari 2017, waarbij het college opnieuw heeft beslist op het bezwaar van [wederpartij] en het besluit van 22 april 2016 wederom in stand heeft gelaten, wordt, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb), gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, geacht tevens voorwerp te zijn van het geding. 7. Bij het besluit van 23 februari 2017 heeft het college het bouwplan getoetst aan de hand van een gewijzigde bouwtekening van 26 januari Daarop is niet langer een onderscheid aangebracht tussen een gesteld omgevingsvergunningplichtig deel en omgevingsvergunningvrije onderdelen. Het college heeft het bouwplan in overeenstemming met het bestemmingsplan geacht, met uitzondering van de erker aan de voorzijde van de woning. Met het oog op deze erker heeft het, met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, onder 2o, van de Wabo, gelezen in samenhang met artikel 4, aanhef en onder 1, van bijlage II van het Bor, omgevingsvergunning verleend voor het bouwen in afwijking van het bestemmingsplan. 8. [wederpartij] betoogt dat het college, bij toetsing van het bouwplan aan artikel van de planregels, nog altijd onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de breedte van het perceel Zoals de Afdeling hiervoor heeft overwogen, is het college terecht uitgegaan van het kadastrale perceel en bestaat geen aanleiding om eraan te twijfelen dat de breedte daarvan op de bouwtekening juist is weergegeven. Gelet hierop bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat het college het bouwplan niet op juiste gronden in overeenstemming met artikel van de planregels heeft geacht.
6 9. [wederpartij] betoogt dat uit het besluit van 23 februari 2017 onvoldoende blijkt op welke wijze het gewijzigde bouwplan, met name de aanvankelijk als omgevingsvergunningvrij buiten de aanvraag gelaten aanbouw, aan het bestemmingsplan is getoetst. Volgens [wederpartij] is deze aanbouw in strijd met het bestemmingsplan, nu deze gedeeltelijk buiten de bebouwingszone is gesitueerd. Ter zitting heeft [wederpartij] hieraan toegevoegd dat het bouwplan ook in zoverre niet kan worden gesplitst, nu het als aanbouw aangeduide onderdeel functioneel en bouwkundig niet kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw. Ook is volgens hem niet duidelijk of de maximale oppervlakte van aan- en uitbouwen op het achtererf niet wordt overschreden. Verder is volgens [wederpartij] niet gebleken dat het gewijzigde bouwplan is getoetst aan redelijke eisen van welstand Artikel van de planregels luidt, voor zover hier van belang: "Voor het bouwen van bijgebouwen en aan- en uitbouwen gelden de volgende bepalingen: a. Bijgebouwen en aan- en uitbouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd binnen de op de kaart aangegeven bebouwingszone en het achtererf, onverminderd het bepaalde onder c. [ ] d. Op elk bouwperceel mag de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen, voorzover gelegen binnen het achtererf, niet meer bedragen dan 50 m2, met dien verstande dat de volgende bebouwingspercentages per bouwperceel niet mogen worden overschreden: - 30% voor vrijstaande woningen (V); [ ] e. Indien het oppervlak van het bouwperceel meer dan 400 m2 bedraagt, mag de onder d. genoemde oppervlakte worden vermeerderd met 10% van deze overmaat tot een totale bebouwde oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen van maximaal 150 m2; de onder d. genoemde bebouwingspercentages mogen hierbij niet worden overschreden. [ ]" 9.2. In het besluit van 23 februari 2017 heeft het college uiteengezet dat, hoewel er in het besluit van 22 april 2016 van is uitgegaan dat de aanbouw omgevingsvergunningvrij was, het bouwplan daarin toch in zijn geheel is getoetst aan het bestemmingsplan en aan redelijke eisen van welstand. Bij het besluit van 22 april 2016 heeft het college onder meer gemotiveerd dat de aanbouw is geprojecteerd op het achtererf, dat de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen en aan- en uitbouwen, voor zover gelegen op het achtererf, in dit geval maximaal 150 m2 mag bedragen, en dat dit maximum niet wordt overschreden. Wat betreft de toetsing aan redelijke eisen van welstand heeft het college in het besluit van 22 april 2016 gewezen op het positieve advies van de welstandscommissie van 5 april Ter zitting heeft het onweersproken naar voren gebracht dat daarbij ook de verschijningsvorm van de te bouwen woning is beoordeeld, hetgeen erop duidt dat ook de aanvankelijk als omgevingsvergunningvrij aangemerkte onderdelen bij de beoordeling zijn betrokken. Gelet hierop mocht het college in het besluit van 23 februari 2017 in zoverre volstaan met de overweging dat het bouwplan in zijn geheel is getoetst aan het bestemmingsplan en aan redelijke eisen van welstand Artikel 1 van de planregels luidt: "In deze voorschriften wordt verstaan onder: [ ] 5. aan- of uitbouw: een ruimte die aan het hoofdgebouw is gebouwd, die functioneel één geheel vormt
7 met het hoofdgebouw, maar die ruimtelijk een ondergeschikte aanvulling vormt op het hoofdgebouw; [ ]" De onder 3.1 aangehaalde jurisprudentie, inhoudende dat een bouwplan alleen kan worden gesplitst indien het bestaat uit onderdelen die in functioneel en bouwkundig opzicht van elkaar kunnen worden onderscheiden, is niet van belang voor de uitleg van een bestemmingsplan of de toetsing van een bouwplan aan dat bestemmingsplan. Hetgeen [wederpartij] heeft aangevoerd biedt dan ook geen grond voor het oordeel dat het college de keuken, voor zover gelegen op het achtererf, bij de toetsing van het bouwplan aan het bestemmingsplan ten onrechte als aanbouw in de zin van de planregels heeft aangemerkt Gelet op het voorgaande wordt in hetgeen [wederpartij] heeft aangevoerd geen grond gevonden voor het oordeel dat het college op onjuiste gronden dan wel ontoereikend gemotiveerd tot de conclusie is gekomen dat het bouwplan in overeenstemming met redelijke eisen van welstand is en, de erker uitgezonderd, ook in overeenstemming met het bestemmingsplan. 10. [wederpartij] betoogt dat onduidelijk is of de erker, ten behoeve waarvan het college afwijking van het bestemmingsplan heeft toegestaan, binnen of buiten de bebouwingszone is geprojecteerd. Volgens [wederpartij] is dat van belang omdat de erker zijn uitzicht zal aantasten. Dit heeft het college volgens hem ten onrechte niet bij het nemen van het besluit betrokken Het college heeft opnieuw op het bezwaar van [wederpartij] beslist met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank. Daarin is overwogen dat de erker in strijd is met artikel 3.3.3, aanhef en onder c, van de planregels, omdat een erker niet kan worden aangemerkt als een portiek of een serre. In overeenstemming met deze uitspraak heeft het college zich in het besluit van 23 februari 2017 op het standpunt gesteld dat de erker is geprojecteerd op het voorerf, oftewel buiten de bebouwingszone. De geprojecteerde erker bevindt zich op de begane grond aan de voorgevel van de woning en is 0,66 m diep en 3,12 m breed. Het college heeft deze afwijking van het bestemmingsplan in redelijkheid aanvaardbaar kunnen achten. Daarbij heeft het van belang mogen achten dat het perceel is gelegen binnen de bebouwde kom, dat ter plaatse een portiek of serre is toegestaan van gelijke afmetingen als die van de geprojecteerde erker en dat de uitstraling van een erker niet wezenlijk anders is dan die van een serre. Gelet hierop, en gelet op de bescheiden afmetingen van de erker, bestaat geen grond voor het oordeel dat het college in de gevolgen voor het uitzicht van [wederpartij] grond had moeten vinden om de gevraagde omgevingsvergunning in zoverre te weigeren. 11. Het beroep van [wederpartij] tegen het besluit van 23 februari 2017 is ongegrond. 12. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: I. bevestigt de aangevallen uitspraak; II. verklaart het beroep van [wederpartij A], [wederpartij B], [wederpartij C] en [wederpartij D] tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Maasdriel van 23 februari 2017 ongegrond.
8 Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. J. Kramer en mr. G.T.J.M. Jurgens, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Driel, griffier. w.g. Slump w.g. Van Driel voorzitter griffier Uitgesproken in het openbaar op 28 februari
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2015:7684, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:313 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-02-2017 Datum publicatie 08-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600609/1/A1 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1997
ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste
Nadere informatieWet algemene bepalingen omgevingsrecht. OGR-Updates.nl JOM 2017/58 AR 2017/177 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7492
ECLI:NL:RVS:2017:20 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600568/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieUitspraak /1/A1
pagina 1 van 5 Uitspraak 201506029/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 14 september 2016 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied:
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=br1...
pagina 1 van 5 LJN: BR1463, Raad van State, 201011448/1/H1 Datum 13-07-2011 uitspraak: Datum 13-07-2011 publicatie: Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van
Nadere informatieUitspraak /1/R2
1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201701470/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 7 maart 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Staphorst Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201710086/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 12 december 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Wijchen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Hoger Beroep - Bestuursdwang
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1481
ECLI:NL:RVS:2017:1481 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 07-06-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604831/1/A1 Eerste
Nadere informatie2. Beoordeling. 2.4 Artikel 2.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo)
LJN: BP4832,Voorzieningenrechter Rechtbank Breda, 11/816 Print uitspraak Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 16-02-2011 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Voorlopige voorziening
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:1433
ECLI:NL:RVS:2016:1433 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-05-2016 Datum publicatie 25-05-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201505186/1/A1 en
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:2989
ECLI:NL:RVS:2015:2989 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-09-2015 Datum publicatie 23-09-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201502358/1/A1 Eerste
Nadere informatieLJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207
LJN: BP5782,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/3720 en 11/207 Datum uitspraak: 16-02-2011 Datum publicatie: 25-02-2011 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige voorziening+bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:2173
ECLI:NL:RVS:2017:2173 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201605492/1/A1 Eerste
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201803876/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 17 oktober 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Cranendonck Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI:
Nadere informatieJOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543
ECLI:NL:RVS:2017:695 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201602860/1/A1 Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ4936
ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2009:BI2655
ECLI:NL:RVS:2009:BI2655 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-04-2009 Datum publicatie 29-04-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806326/1/H1 Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201303623/1/R3. Datum uitspraak: 30 oktober 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: J.M.M. Jaspers en N.A.C.M. Jaspers-Teunissen (hierna tezamen en in enkelvoud:
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1897
ECLI:NL:RVS:2017:1897 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-07-2017 Datum publicatie 12-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604650/1/A1 Eerste
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste
Nadere informatieLJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012
LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:2013
ECLI:NL:RVS:2017:2013 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604962/1/A2 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4621
ECLI:NL:RVS:2012:BX4621 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201205237/1/A4 en 201205237/2/A4
Nadere informatieUitspraak /1/A3
Uitspraak 201707842/1/A3 Datum van uitspraak: woensdag 22 augustus 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Den Haag Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Boete ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2782
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:
ECLI:NL:RVS:2014:539 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304989/1/A1 Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatieBestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening. Vastgesteld
Bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening Vastgesteld Vastgesteld, d.d. 28 juni 2018 bestemmingsplan Doublet- en Geleenstraat 1e herziening (vastgesteld) Inhoudsopgave Bijlagen bij de toelichting
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BP3671
Uitspraak 201006127/1/H2 Datum van uitspraak: woensdag 9 februari 2011 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Borne Hoger beroep Algemene kamer - Hoger Beroep
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 juli 2013 in zaak nr. 12/4468 in het geding tussen:
Uitspraak 201306462/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juni 2014 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep 201306462/1/A1.
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3368
ECLI:NL:RVS:2014:3368 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 10-09-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311559/1/A4 Eerste
Nadere informatie[appellant A] en [appellant B], beiden wonend te Roosendaal (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant]), appellanten,
ECLI:NL:RVS:2017:63 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201608206/1/A1 en 201608206/2/A1 Omgevingsrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:2812
ECLI:NL:RVS:2014:2812 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-07-2014 Datum publicatie 23-07-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201404677/1/A1 en 201404677/2/A1 Bestuursrecht
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:8291, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:220 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 01-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600116/1/A1 Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. I.P». Feis 070-4264578
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak IN14.0053S llltillullllllilllill College van burgemeester en wethouders van Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD GEMEENTE BEÜNt, ocn INGEKOMEN 0 3 FEB 2011
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste
Nadere informatieAfdeling bestunrsreclitspraak. Behandelend ambtenii;ir J. Jhauw 070-4264845
Raad vanstate Afdeling bestunrsreclitspraak It ' V GESCAND OP 11 SEP. 2014 Raad van de gemeente Oostzaan Postbus 1 5 1510 AA OOSTZAAN Gemeente Oostzaan D.itLim Ons mimnicr Uw kenmerk 1 o september 201
Nadere informatieUitspraak /1/R6
pagina 1 van 5 Uitspraak 201502181/1/R6 Datum van uitspraak: woensdag 16 september 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: de raad van de gemeente Beverwijk Eerste aanleg - enkelvoudig Ruimtelijke-ordeningskamer
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BW8140
ECLI:NL:RVS:2012:BW8140 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-06-2012 Datum publicatie 13-06-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111524/1/A1 en
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY7283
ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-12-2012 Datum publicatie 27-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208291/1/R1 en 201208291/2/R1
Nadere informatieUitspraak /1/A2
Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum
Nadere informatieLJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065
LJN: BO2154,Voorzieningenrechter Rechtbank 's-hertogenbosch, AWB 10/2913 en 10/3065 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-10-2010 Datum publicatie: 29-10-2010 Rechtsgebied: Bouwen Soort procedure: Voorlopige
Nadere informatieUitspraak /1/A1
Uitspraak 201800454/1/A1 Datum van uitspraak: woensdag 25 juli 2018 Tegen: het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Kapvergunningen ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:2524
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB1302
ECLI:NL:RVS:2007:BB1302 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-08-2007 Datum publicatie 08-08-2007 Zaaknummer 200609244/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3854
ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB0409
ECLI:NL:RVS:2007:BB0409 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-07-2007 Datum publicatie 25-07-2007 Zaaknummer 200608913/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 30 maart 2016 in zaak nr. 15/2894 in het geding tussen:
ECLI:NL:RVS:2017:850 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2017 Datum publicatie 29-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201603553/1/A3 Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak 201403254/1/A4
1 van 7 8-3-2015 21:16 Uitspraak 201403254/1/A4 Datum van uitspraak: woensdag 14 januari 2015 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied:
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:1061
ECLI:NL:RVS:2016:1061 Instantie Raad van State Datum uitspraak 20-04-2016 Datum publicatie 20-04-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201506028/1/A1 Omgevingsrecht Hoger
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste
Nadere informatieUitspraak 201306462/1/A1
Uitspraak 201306462/1/A1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 25 juni 2014 TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug Hoger beroep Algemene kamer - Hoger
Nadere informatieMusselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009
Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:1951
ECLI:NL:RVS:2013:1951 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-11-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201304593/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1722
1 van 5 16-9-2014 16:37 ECLI:NL:RVS:2014:1722 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-05-2014 Datum publicatie 14-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden 201306176/1/R2 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:2365
ECLI:NL:RVS:2015:2365 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-07-2015 Datum publicatie 29-07-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408647/1/A1 Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige
Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY2512
ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste
Nadere informatieUitspraak /1/R2
pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Datum 27 januari 2016 ECLI:NL:RVS:2016:155
M en R 2016 afl. 5 Eventuele toekomstige gaswinning hoeft niet te worden betrokken bij de beoordeling of in verband met de exploratieboring een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Instantie Afdeling
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201112017/1/V2. Datum uitspraak: 4 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het
Nadere informatieUitspraak /1/R2
Uitspraak 201307623/1/R2 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=... pagina 1 van 5 02-05-2014 Uitspraak 201307623/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1791
ECLI:NL:RVS:2015:1791 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-06-2015 Datum publicatie 10-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201408896/1/A1 Eerste
Nadere informatieUitspraak /1/A2 en /1/A2
Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603
Nadere informatieUitspraak. Partijen. Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie:
Auteurs: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: mrs. M.A.J. West & D. Fejzović de Gemeentestem (Gst.), augustus 2018, Afl. 7476, Gst. 2018/116 augustus 2018 Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1169
ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Boxtel
*201608078/1/A1, 04 oktober 2017, kwetsbaar object Essentie uitspraak: Appellant vindt dat zijn woning ten onrechte is aangemerkt als beperkt kwetsbaar object, omdat er twee woningen binnen de PR10-6 contour
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BW3855
ECLI:NL:RVS:2012:BW3855 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-04-2012 Datum publicatie 25-04-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201107720/1/A1 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:7224, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:477 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-02-2017 Datum publicatie 22-02-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201504596/1/A2 Eerste
Nadere informatieWet algemene bepalingen omgevingsrecht. JOM 2017/165 JM 2017/36 met annotatie van G.A.J.M. Hoevenaars
pagina 1 van 5 ECLI:NL:RVS:2017:260 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 01-02-2017 Zaaknummer 201509267/1/A1 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:8027, Meerdere
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
i 201307056/1/R3. Datum uitspraak: AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: en de vennootschap onder firma A2 Catering en Organisatie, gevestigd te Waalre, waarvan de vennoten zijn
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Den Haag, appellant,
LJN: BJ8902, Raad van State, 200900441/1/H3 Datum uitspraak: 30-09-2009 Datum publicatie: 30-09-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij besluit van 29
Nadere informatieUitspraak /1/R1
pagina 1 van 6 Uitspraak 201509453/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 6 juli 2016 Tegen: de raad van de gemeente Haaksbergen Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBOBR:2013:5574, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2015:258 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-02-2015 Datum publicatie 04-02-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201309828/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2017:2366
ECLI:NL:RBAMS:2017:2366 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 01-02-2017 Datum publicatie 12-04-2017 Zaaknummer AMS 16/4084 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOBR:2017:3205
ECLI:NL:RBOBR:2017:3205 Instantie Datum uitspraak 12-06-2017 Datum publicatie 21-06-2017 Zaaknummer 17_175 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant Omgevingsrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB4709
ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Limburg van 17 maart 2016 in zaak nr. ROE 15/2616 in het geding tussen:
ECLI:NL:RVS:2017:29 Instantie Raad van State Datum uitspraak 11-01-2017 Datum publicatie 11-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201603023/1/A3 Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:3470
ECLI:NL:RVS:2016:3470 Instantie Raad van State Datum uitspraak 28-12-2016 Datum publicatie 28-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600232/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak /2/R3
pagina 1 van 6 Uitspraak 201506928/2/R3 Datum van uitspraak: woensdag 11 januari 2017 Tegen: de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:2419
ECLI:NL:RVS:2013:2419 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-12-2013 Datum publicatie 11-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden 201309155/1/A1 en 201309155/2/A1 Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Voorlopige
Nadere informatieUitspraak /1/R1
Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BT6665
ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:2861
ECLI:NL:RVS:2016:2861 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-11-2016 Datum publicatie 02-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601473/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak /1
1 van 5 24-11-2015 21:22 Uitspraak 200305677/1 Datum van uitspraak: donderdag 6 mei 2004 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: ECLI: 200305677/1. Datum uitspraak: 6 mei 2004 het college van burgemeester
Nadere informatieEssentie uitspraak: Casus: Noot
Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieRaad. . te- 13. vanstate. -6 FEB. 2(m. Afdeling bestuursrechtspraak GEMEEME SOEST. Ingek. Nr. Afd.: ^ (
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Ingek. Nr. GEMEEME SOEST -6 FEB. 2(m Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Afd.: ^ ( Datum 5 februari 2014 Onderwerp Soest bp. Soesterberg Ons
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BO4829
ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Essentie uitspraak: De jurisprudentie over het begrip "bijgebouw" in de zin van het Bro is niet bepalend voor de uitleg van het Bevi. Een berging valt op zichzelf niet onder de definitie van kwetsbaar
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AV7550
ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2006 Datum publicatie 29-03-2006 Zaaknummer 200506819/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1463
ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak 200904084/1/R2 gevonden via '' d eze uitsp raa k il de ze uitsp ra ak Page 1 of 4 Uitspraken ZAAKNUMMER 200904084/1/R2 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag 24 maart 2010 TEGEN het college van gedeputeerde
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 3 mei 2016 in zaak nr. 15/6422 in het geding tussen:
ECLI:NL:RVS:2017:659 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604395/1/A2 Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatie