Ministeriële inlichting.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ministeriële inlichting."

Transcriptie

1 Exlrucl uit do Pioinncuile Groninger Courant van den 2iiten Jumj ^./VWI/UVA'J^ Ministeriële inlichting. rê^.^^ M. DE R.! Onder bovenstaanden titel vond ik in de Noordstar van den 18den dezer een ingezonden stuk van X., gerigt tegen den minister van koloniën, dat, naar 't mij voorkomt, in een anderen, minder gekuischten toon is gesteld, dan gewoonlijk in dat blad het geval is. De zaak daarbij behandeld geldt de vordering van achterstallig pensioen, door den heer E. Francis in handen gesteld van de tweede kamer. Het kan dien ouden heer zeker niet anders dan pijnlijk aandoen, dat in zulken toon voor hem wordt in de bres gesprongen ; dewijl hij persoonlijk altoos uiterst ingetogen bleef bij al hetgeen hij heeft openbaar gemaakt omtrent zijne zaak voorzegd. Om die reden verzoek ik u beleefd een plaatsje voor 't ondervolgende. 4^<''r< <: 1.. O-I, Qu-^e^^^^ ^- j\k St>»'

2 2 De inzender van de Noordstar heeft blijkbaar bedoeld de ministeriële missive van den 2den, niet van den 5den Meij.l., die opgenomen is in het bijblad van het Staatsblad onder 145 en bij de kamer is ontvangen op den 5den Mei. Bij den aanhet van dien brief heeft de minister het verlangen der kamer willen resumeren, zoo als uit de volgende twee regels blijkt: doch ik zou uit het besluit der kamer van den 27sten November 1872 hebben afgeleid, dat zij niet verlangde te worden ingelicht omtrent het rekwest van den heer Francis, dat als bijlaag tot dat besluit behoorde; maar wel omtrent de bij het besluit geuitte meening der kamer, n.l. dat bij de benoeming van den heer F. tot de bekende betrekking, de regeling omtrent het doen stilstaan van pensioen NIET te pas kon komen. De minister kan de wensch der kamer verkeerd hebben opgevat ; in dit geval was het natuurlijk dat z. e. iets anders rapporteerde dan verwacht was, maar dan vervalt ook een groot deel van hetgeen X heeft gezegd in de Noordstar, vooral de toon van verwijt waarop de minister is aangevallen. De minister heeft gedwaald voila tout. Sedert de heer van Kerkwijk, volgens het Bijblad, op den 9den November 1869 in de tweede kamer verkondigde:»dat de heer Francis zeer hard en onbillijk is behandeld," heb ik getracht na te gaan of de regering dit verwijt had verdiend, dan wel of dit verwijt eene alleenstaande persoonlijke meening was van dien afgevaardigde. Ik ben tot de beantwoording dier vraag in staat gesteld door den genoemden ministeriëlen brief van den 2den Mei j.l., en vond het verwijt ten volle gegrond. De tweede kamer heeft door het deponeren op den 8sten November 1869 van het toen beoordeeld request van den heer F. slechts onwillekeurig medegewerkt, om de gevolgen der betreurenswaardige regeringsdaad langer te laten duren; want de minister de Waal ontweek de zwakke zijden van het standpunt der regering. De heer van Kerkwijk toch vroeg op den 9den November

3 ongeveer hetzelfde als de tweede kamer volle drie jaren later vroeg, n.l.»0f de regering door een besluit eigenmagtig het pensioen van een ambtenaar in N.-I. kan laten stilstaan?" Minister de Waal antwoordde:»tot dusverre heeft dit naar ik meen niet plaats gehad, dan ten gevolge van de aanneming van zekere betrekkingen, en dus in overleg en na overeenkomst met de belanghebbenden." De zaak van den heer Francis ware welligt in Nov nog op nieuw behandeld door de tweede kamer, indien de heer V. K. den minister op even kernachtige wijze had afgevraagd :»0f onder die zekere belrekkingen ook begrepen waren betrekkingen die NIET uit 's lands kas worden bezoldigd? betrekkingen die aanvaard werden zonder te worden hersteld in in actieve landsdienst?" Nu door de tweede kamer op den 27sten November 1872 op den aard der genoten bezoldiging is gewezen, zou ook de beslissing der kamer niet twijfelachtig kunnen zijn ; maar nu loopt zij welligt gevaar te dwalen, omdat minister Fransen van de Putte zich heeft vergist in de strekking van de gewenschte inlichtingen. Het zou mij bijzonder leed doen die dwaling door de tweede kamer te moeten constateren en daarom heb ik de pen opgevat, vooral omdat ik hiervoren het vonnis door den heer va i Kerkwijk geveld, wilde onderschrijven, n.l., DAT DE HEER F. ZEER HARD EN ONBILLIJK IS BEHANDELD, waarvau ik nu de gronden wensch bloot te leggen. Den vrienden van den heer F. was het bekend, dat bij eene geheime aanschrijving van den gouverneur-generaal was voldaan aan eene koninklijke opdragt, n.l. om den heer F. in overweging te geven, om te verzoeken als president van de javasche bank af te treden, door zijn eervol ontslag als zoodanig te vragen. De heer F. was aan die vrienden die opheldering schuldig, want zijne positie als hoofd van een zeei- talrijk gezin verzette zich tegen dit ontslig als in strijd met het beumg der

4 A zijnen, dat hij als goed huisvader in de eerste plaats moest behartigen. Die opheldering werd vooral noodig, toen bij zijne aftreding zooveel en zoo onmiskenbaar ernstig gemeende bewijzen zijn ontvangen, dat de javasche bank den heer F. nog gaarne had behouden als president, althans met diep leedgevoel van hem afscheid nam. De redenen, die het ministerie hebben geleid om in 1863de koninklijke aanmaning om af te treden te provoceren, zijn mij onbekend gebleven, doch kunnen nu, althans bij gissing, gemakkelijk worden afgeleid uit hetgeen de minister zegt omtrent het eerste besluit van afwijzing door den heer F. ontvangen, toen hij zijn pensioen vroeg over 1851 enz. Minister v. d. Putte zegt, dat het indisch besluit van den uden November 1857, no. 7, o. a. inhield: de aanzegging Mlat wanneer hij (de heer F.) MET ONTSLAG UIT ZIJNE BETREK KING van president der Javasche bank pensioen verlangde, hem zulks zou worden verleend;" wijders dat het pensioen met of zonder rappel werd geweigerd zoo lang hij president zou blijven. liet despotieke van de Indische regering waar zij beschikt over particuliere belangen en regten is welligt nog nooit zoo helder in 't licht gesteld, als nu door den minister Fransen van de Putte is gedaan. Het releveren van die houding der regering zou mij kunnen ontslaan van verder betoog, om de hardheid en de onbillïjkheid te constateren, zoo als de heer van Kerkwijk de behandeling van den heer F. kwalificeerde. Ware er alleen sprake van het onthouden van het pensioen, tvaarop hij het regt had behouden, dan legde ik hier de pen neder. Minister F. v. d. P. geeft nu aanleiding om te begrijpen: dat de tweede poging van den heer F. om zijn stilstaand pensioen te bekomen, als gevolg van het gewaarborgd regt, h.lwclk hij bij 't verlaten der dienst had behouden, dien veru.hïolljkto al dadelijk kwam te staan op het verlies van zijne

5 5 betrekking, die hem f 18,000 per jaar aan tractement en een aangename zeer belangrijke -werkkring verschafte; terwijl de javasche bank een goeden dienaar ontijdig verloor, en met meer of minder succes hem heeft moeten remplaceren, bij welke mutatie zij aan jaarwedden f 24,000 meer moest betalen, n.l. f 18,000 meer voor den president en f 6000 meer voor den secretaris. Bij het vergelijken der datums van de door den minister van de Putte genoemde stukken kom ik althans tot de overtuiging, dat de heer F. zijne betrekldng verloor door zijn rekwest van den 14den Nov aan den koning gerigt. Immers tusschen dien datum en het afwijzen der reclame bij besluit van den 16den Junij 1863, no. 32, is het feit voorgekomen van de koninklijke wenk, leidende tot het eervol ontslag als president van de bank, bij besluit van den 20sten April 1863, no. 1. Vermits de javasche bank den heer F. noode liet gaan, moet de aanleiding tot hetgeen de heer F. ondervond, noodwendig alleen gezocht worden in hetgeen hem is toegedicht van den kant der regering, wegens zijn verzet tegen de despotieke handehng, vervat bij het Indisch besluit van den Oden Nov. 1857, no. 7, waarop ik hooger heb gewezen. Toen ik mij voor anderhalfjaar beijverde om bekend te worden met de aanleiding voor de leden der tweede kamer, om het ter hunner dispositie gestelde eerste rekwest van den heer F. rustig te laten liggen ter griffie, bleek het mij: dat het aanhouden om het reeds vroeger geweigerd pensioen door enkelen werd gehouden voor eene handeling, die in stiijd was met hetgeen de gouv.-generaal Rochussen, bij kabinetsmissive d.d. 19 Mei 1851 van den heer F. getuigde, n.l. de bij hem bevonden vereischte vereeniging van het volste vertrouwen van den handelstand met het volste vertrouwen van het gouvernement. Zij, die de zaak van den heer F. min gunstig beoordeelen, waren' niet voldoende doorgedrongen in de consequentién vau die opinie, zood-it zij voorbij zagen, dat in die ongunstige mee-

6 6 ning de verklaring stilzwijgend lag opgesloten:»dat de heer Francis zou hebben afgelegd een valschen eed bij de aanvaarding van zijn presidentschap en dat de gouverneur-generaal Rochussen dien eed zou hebben aangenomen in het volle bewustzijn van vakchhoid daarvan." Ik constateer dus eene nadere dubbele benadeeling als gevolg der wetschendende wilsverklaring van den gouverneurgeneraal, gelastende het stilstaan van het pensioen dat nu wordt gereclameerd, en dat steeds zal gereclameerd moeten worden, zoolang de heer F. en na hem zijne afstammelingen belang stellen in den goeden naam, die nu gezuiverd moet worden van den smet, daarop ten onregte klevende. Of de tweede kamer ook over die nadere benadeeling een oordeel zal uitspreken, nu zij het gepleegd onregt helder voor zich ziet, zal de uitkomst moeten leeren. De inzender van het artikel in de Noordsiar, geplaatst op den ISden dezer, bespreekt ook de scheve voorstelling der houding van den heer F. ten opzigte van het weduwen- en weezenfonds. Ofschoon ik in hoofdzaak met zijne conclusion instem, wensch ik die niet allen gaaf weg te onderschrijven. Ik ben er echter nog veel verder verwijderd van het standpunt waarop minister ii. d. Putte wenscht de tweede kamer te plaatsen, n.l. dat hier het bewijs zou geleverd zijn, dat de heer F. in 1851 zich heeft beschouivd als een uit de dienst ontslagen EN NIET GEPENSIONEERD ambtenaar. Dat betoog is het zwakste van alles wat de minister heeft bijgebragt. Indien toch de heer J''. in stede van een zeer talrijk gezin met nog jonge kinderen te bezitten, geheel alleen had gestaan, dan zou hij zekerlijk gebruik hebben gemaakt van de bevoegdheid om niets te conti-ibueren aan het weduwenfonds, om reden hij toen niets ontving uit 's lands kas. Zijn Ed. mogt het belang van vrouw en kinderen niet verwaarloozen door de aanspraken te laten vei'jaren, die een 35jaiig verpligt contribueren had doen geboren worden bij het civiel weduwen- en weezenfonds. liet is mij bfkend, dat de heer F. bovendien te Batavia eene

7 7 verzekering van f 25,000 op zijn leven had geioten, die later is vervallen, als gevolg der voortdurende onthouding van het landspensioen, dat den heer F. door de wet was gewaarborgd. Hier staan dus de a.s. erfgenamen van den heer F. voor eene belangrijke schade hen toegebragt, door hetgene het hoofd des gezins heeft moeten ondervinden van den kant der regering. Zullen dezen voor die schade vergoeding erlangen? Wij hopen dat deze vraag bevestigend beantwoord zal worden, als compensatie voor de verguizing enz., waaraan de regering den heer Francis jaren lang blootstelde, door zoo spoedig te vergeten wat z.ed. als ambtenaar voor haar 35 jaren lang is geweest. De maatstaf zijner diensten behoeft niet alleen gezocht te worden in het eeremetaal, bij koninklijk besluit van 9 Junij 1839, no. 61, hem geschonken; want de gouverneur-generaal Rochussen getuigde bij kabinets-missive van 19 Mei 1851 : a. dat de heer Francis bezat eene onbevlekte burgerlijke reputatie; b. dat hij een gevaar- en eervolle loopbaan in dienst van den staat had volbragt; c. dat z. e. niets liever wenschte dan de eervolle loopbaan van den heer F., eenen van de trouwste dienaren, met de meest eervolle onderscheiding aan te vullen, n.l. door zijne benoeming tot president van de javasche bank. d. dat het z. e. leed deed, dat de bestaande bepalingen hem hebben belet, den heer F. die onderscheiding te doen toekomen, zonder hem eervol uit 's lands dienst te ontslaan. Dat de heer F. niet had gevraagd om die benoeming, is daaruit ook af te leiden, even als uit den vorm van het ontvangen eervol ontslag, hetwelk niet is verleend»op verzoek."

8 8 Dit de gouv.-gen. niet in onderhandeling over voorwaarden van die benoeming is getreden, ligt daarin evenzeer opgesloten. Ik vlei mij de volle waarheid te hebben verkondigd en hoop dat de aangeslagen toon niet nadeelig zal zijn voor de belangen die ik meende te moeten bespreken in het openbaar; ook omdat het een openbaar belang is, dat eene schending der wet worde gestigmatiseerd als zoodanig. GRONINGEN den 20 Junij A. S. WARMOLTS, oud 0. I. ambtenaar. --XJEtQ^ ks-i^' Het artikel van X. in de Noordstar van den 18den dezer luidt als volgt:

9 Extract uit de Noordstar van 18 Junij IIIIMIjS^TllRIEIii: IIVI.ICHTIIVO. De Tweede Kamer heeft zich onlaugs weder mogen verheugen in het ontvangen eener curieuse inlichting van den Minister van koloniën, waardoor de zaak, bedoeld bij haar besluit van 27 November 1872, zoo mogelijk nog minder helder is geworden dan tot nog toe het geval was. De Minister van koloniën gaf nl. die inlichting bij brief van 5 Mei 1873 in de zaak van den heer E. Francis, die de tnsschenkomst der Tweede Kamer had ingeroepen, om hem te doen uitbetalen het hem toekomend landspensioen van af zijne aftreding als hoofdambtenaar in 1851, tot op zijne aftreding als president der Javasche Bank in 1868, een tijdvak van 12'/4 jaar. Als president was hij in dienst bij een handels ligchaam, dat, met betrekking tot die benoeming, geene verdere bevoegdheid had, dan eene aanbeveling van voor die betrekking geschikte personen bij den Gouverneur-Generaal, welke op zijne beurt de bevoegdheid tot het aanstellen van den president en den secretaris van die bank ontleent aan zijn ambt als landvoogd ; speciaal omdat op dezen ook de pligt rust, om in enkele gevallen op te trtden als vertegenwoordiger van Z. M. den Koning. Er heerscht eene verwarring van denkbeelden die het vertegenwoordigen van den Koning in Ned.-Indie, in enkele gevallen doet zamengaan met het bekleeden van het hoogste ambt in Ned.-Indie; terwijl in het geval der benoeming van den heer Francis niet de regerende hoofdpersoon, maar wel de vertegenwoordiger des Konings handelde, krachtens het octrooi der Javasche Bank, door behoudens de bekrachtiging door den Koning, te voorzien in de bestaande vacature, waarvoor de heer F. was aanbevolen. Zeer teregt heeft de Tweede Kamer zich vereenigd met de conclusie der commissie voor de verzoekschriften, in substantie hierop nederkomende:»dat men mag betwijfelen, of volgens de regeling, die zoowel in Ned.-Indie als hier te lande geldt voor het geheel of gedeeltelijk stilstaan van pensioen, de benoeming tot president van de Javasche Bank hiervoor (nl. voor het stilstaan van het pensioen) wel kon in aanmerking komen, omdat deze betrejcking NIET uit 'slandskas bezoldigd wordt.'"

10 '^ré,~ 'WÉT >'«^w9i^' Immers wanneer do heer F., tijdens zijne diensten voor de Javasclie Bank werden gevorderd, in Nederland verblijf had gehouden b.v. als verlofganger, dan zou zijn eervol ontslag als N. I. hoofdambtenaar door den Koning zijn verleend met toekenning van pensioen, om alsdan in hoedanigheid van gepensioneerde, d. i. als pensioentrekkende nit 's lands kas, te worden benoemd tot president van de Javasche bank op het daartoe gesteld tractement. Dat wordt duidelijk door er op te letten, dat don Indische ambtenaren, in Nederland zgnde, bij hun eervol ontslag, dadelijk pensioen wordt verleend en niet, zoo als in Indie, hel hehoud van regt op pensioen wordt verzekerd, zooals blgkt nit ieder betrekkelijk Koninklijk besluit, laatstelijk nog uit het besluit van 12 dezer ten opzigte van den heer P. van der Meulen. De beteekenis van het bij een eervol ontslag uit 's lands dienst in Indie toegekend hehoud van regt op penjiioen, schijnt bijzonder onduidelijk te zijn voor Nederlanders, zelfs voor hen, die als regters in den Hoogen Raad der Nederlanden zijn gezeten, en toch is die beteekenis eenvoudig EENE DILIGENT-VERKLARIKG. De wetgever heeft de billijkheid daarvan erkend in verband met zijn voorschrift: dat de eervol ontslagen ambtenaar na zijne aftreding aan eenige, soms moeijelijk ie vervullen, eischen heeft te voldoen, die moeten leiden lot vaststelling van het bedrag van het pensioen, doch niet in verband st»an met het rogt op pensioen noch met een anderen datum, dan die waarop de diligeatverklaarde afgetreden ambtenaar ophield een activiteits- of gedeeltelijk activiteits-tractement te ontvangen. In het stelsel van den Minister van koloniën pastte het echter geenszins een betoog in dien geest te leveren, toen hij voor de onmogelijkheid stond om te bewijzen dat de regeling, die geldt voor het geheel of gedeeltelijk stilstaan van pensioenen, in strijd met de meening der Tweede Kamer, AYEL toepasselijk is op de benoeming tot president van de Javasche Bank. De Minister heeft zich bepaald tot het doea eeuer mededeeling van de geschiedenis der reclame van den heer F., waartoe evenwel geeue aanleiding bestond, w.int, volgens Bijblad van 27 Nov. '72 blz. 533, heeft de Tweede Kamer verklaard, dat de zaak haar bekend is door een vroeger request, dat sedert 8 Nov ter griffie is gedeponeerd. Het zal aan de Tweede Kamer, die getoond heeft de zaak van (^en heer F. goed te begrijpen, zei er niet ^ ontgaan, dat de Minister weder zijne gewone taktiek bezigde, n.l. om veel te zeggen bezijden de zaak, ten einde het ontwijken der kwestie minder in het oog te laten vallen. Zoo heeft hij een nieuwe bijzaak, welligt ter verduistering der kwestie, ter sprake gebragt; doch daardoor levens getoond, dat zijne erkende handigheid ook wel eens in eene groote onhandigheid kan veranderen.

11 De Minister releveert n.l. dafe de heer F. loeinig toeken na zijn eervol ontslag by het weduwen- en weezenfonds heeft aangeboden de contributie te betalen over het pensioen waarop hij casu quo zal aanspraak maken. Maar deze handeling str^'dt juist met het stelsel van den Minister, dat de heer F. bij zijn eervol ontslag in 1851 van zijn pensioen zou hebben afstand gedaan hetz^ zwijgende, berustende, of als voorwaarde van benoeming en zich eerst in 1857 aangemeld zou hebben om zijn pensioen te mogen ontvangen. De heer F. heeft, blijkens eigen verklaring des Ministers, wel degelijk dadelijk besloten casu quo zijn pensioen te vorderen van af zijn eervol aftreden als actief ambtenaar. Deze mededeeling door den Minister geeft bovendien nog aanleiding tot de terugvordering van ruim ƒ3000 uit de kas van het ci?iel weduwen en weezenfonds, want de heer F. is toen gedwongen op straffe van zijn deelgenootschap in het fonds te verliezen, waarvoor hij gedurende 35 jaren had gecontribueerd om te contribueren over ƒ 's jaars, in stede van de contributie over zijn pensioen ad ƒ 6750 's jaars, of jaarlijks over ƒ 5250 of in 121/4 jaar over ƒ64312 te veel. De geheele tirade van den Minister over hetgeen voorviel tusschen den heer F ea de directie van het weduwen- en weezenfonds levert ook nog in een ander opzigt het bewijs van het tegenoverstelde van hetgeen de Minister heeft willen betoogen. Het blijkt uit die mededeeling nl., dat ook bij de zamenstelling de- wettelijke verordening betreffende het civiel weduwen- en weezenfonds niet was voorzien in het eenigst geval sedert 1886 voorgekomen en waarin de heer E. Francis volgens het sustenu der regering zou hebben verkeerd, nl. dat hij had behouden zijn regt op peu&ioen, maar dat hem het regt ontnomen was volgens de regering op ^'ETTIGE wijze om dat behouden regt op pensioen ie doen gelden. (ZoodoenJo zou kanselarg-stijl eigenlek met completen onzin gelijk staan). Dewijl de Tweede Kamer in Nov getoond heeft de zaak van den heer E, Francis op te vatten zoo als dat van af 1851 had moeten geschieden, mag men veilig verwachten, dat de toon gepleegde schending der wet door den wetgever met nadruk zal worden gewraakt. De Minister van koloniën zal dan bij de Indische begrooting voor 1874 de gelegenheid hebben om het gepleegd onregt te herstellen, door alsnog gevolg te geven aan het vonnis ter eerste instantie ten laste der Ned. Indische regering gewezen in 't begin van 1863, waarb^, behalve de hoofdsom, zes ten honderd aan intrest is toegekend aan den heer Francis. X.

12 l / ^^ (C l /^c^^a^-^^^^l- ^ r ^ '^, V

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD 'VAN HET KONINGRIJK DER NEDERLANDEN. (ET. 44.) WET van den 2$sten Juli) i85o, ter uitvoering van art, j der Grondwet. WIJ WILLEJI III, BIJ DE GRATIE GODS, KONING DER NEDERLANDEN, PRINS VAN ORANJE

Nadere informatie

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876.

N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. A A (Extract). EXTRACT nit het Register der Resolutien van den Minister van Financien. In- en uitgaande regteu en accijnsen. N 54. 'SGRAVENHAGE, den 10 October 1876. Dc Minister, enz. Heeft goedgevonden

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

Rederlandschlndisde laatschappij

Rederlandschlndisde laatschappij J VAN-PE Rederlandschlndisde laatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. i:, o-i, Handel enz. JK ^f ",. 'T 4 STATUTEN VAN DE Rederlandsch-Indische Maatschappij VAN NIJVERHEID en LANDBOUW. OGILVIE & Co. 1885.

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 3 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2

WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Inhoudsopgave WET MINISTERIËLE VERANTWOORDELIJKHEID... 2 Artikel 1... 3 Artikel 2... 3 Artikel 3... 3 Artikel 4... 3 Artikel 5... 3 Artikel 6... 3 Artikel 7... 3 Artikel 8... 4 Artikel 9... 4 Artikel 10...

Nadere informatie

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS

WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS * - J!" 3^ Ö. "y&s ^ j OVER I)E DRUKKnC WAAHDMIER BET m DOOR G4SBH\\I)EHS GEVOERD MOET WOKÜEN. ö^ I>^)Oil p. L. K IJ K E. ia Overgediukt uit Je Veislagtu eu Medeileehugeü dei K.üuiiiklijke Akademie vrtii

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten pagina 1 van 5 Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren

Nadere informatie

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Tekst geldend op: 26-08-2014) Wet van 25 mei 1937, tot het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859

Brief Syt A , Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Brief Syt A 1859 050-051. 0056-0057, Brief no. 82 en 85. Brief 17 oktober 1859 Zeer Geachte Heer! Naar t mij voorkomt heb ik mij betreffende het corr n van den tweeden druk niet duidelijk uitgedrukt, of

Nadere informatie

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten,

Gezien het overlegde vertoogschrift en de uitgebrachte berichten, 2714 De Raad van Beroep voor de Directe Belastingen te Assen, Gezien het beroepschrift, ingediend door X te Z, d.d. 6 November 1925 tegen de uitspraak van den Inspecteur der directe belastingen te Y op

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 Rapport Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: - bij de afhandeling van zijn klacht van 18 november 2002

Nadere informatie

Datum ondertekening. Bron bekendmaking

Datum ondertekening. Bron bekendmaking Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 16de september 1970 ter

Nadere informatie

Tussen Rijn en Lek Dl Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets ov

Tussen Rijn en Lek Dl Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets ov Tussen Rijn en Lek 1968 3. - Dl.2 3-7- Werkhoven na de Belgische Opstand van 1830door A. Graafhuis. Uit onderstaande stukken blijkt allereerst iets over de situatierondom de stad Utrecht, met name in Werkhoven

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs

Nadere informatie

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368 Rapport Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368 2 Klacht Verzoeker klaagt over de wijze waarop een ambtenaar van het regionale politiekorps Gelderland-Zuid hem na zijn aanhouding op 20 mei 2005

Nadere informatie

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 Rapport Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/312 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) incorrecte informatie heeft verschaft in de brochure en op de

Nadere informatie

K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N.

K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N. K L A A S T I G L E R L E E N, L E E U W A R D E N. Reglement ten behoeve van de registers en de toekenning van een studiebeurs. WERKZAAMHEDEN Artikel 1. Het bestuur dient zorg te dragen voor: a. het bijhouden

Nadere informatie

Wettelijk kader integriteit

Wettelijk kader integriteit Wettelijk kader integriteit Afleggen eed of belofte Provinciewet Artikel 14 lid 1: Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van Provinciale Staten in de vergadering, in handen van de

Nadere informatie

TÉR ZAKE VAN DE EEfoSTE ATJEHSCHE EXPEDITIE.

TÉR ZAKE VAN DE EEfoSTE ATJEHSCHE EXPEDITIE. TÉR ZAKE VAN DE EEfoSTE ATJEHSCHE EXPEDITIE. In een artikel»atjeh" te vinden in»de Gids" van Februari 1875, en in een antwoord aan Generaal de Stuersvan 12 April d.a. v. ('s Gravenhage, van Hoogstraten),

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2010 GT no. 17 Landsverordening Raad van Advies 1 Hoofdstuk 1. Inrichting en samenstelling Artikel 1 1. De Raad van Advies, verder te noemen de Raad, bestaat

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347

Rapport. Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 Rapport Datum: 10 oktober 2006 Rapportnummer: 2006/347 2 Klacht Verzoekster klaagt over de wijze waarop notaris X te Q bij gelegenheid van de afwikkeling van haar echtscheiding heeft gehandeld met een

Nadere informatie

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst

Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst (Tekst geldend op: 18-03-2009) Wet van 24 december 1927, houdende nadere regeling van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048

Rapport. Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048 Rapport Datum: 12 februari 2004 Rapportnummer: 2004/048 2 Klacht Verzoeker, die op 20 juli 2002 is aangehouden op grond van verdenking van belediging van een politieambtenaar, klaagt erover dat het Korps

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348

Rapport. Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 Rapport Datum: 24 augustus 1998 Rapportnummer: 1998/348 2 Klacht Op 10 maart 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer F. te Eindhoven, met een klacht over een gedraging van de

Nadere informatie

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1.

Wet voor het Natuurkundig Gezelschap te Middelburg. Vastgesteld den 13 december 1869. Artikel 1. De oudste nog bewaard gebleven statuten, toen nog wetten, van de vereniging dateren van 1869. Het Gezelschap was nog eigenaar van het Musæum Medioburgense, dat om die reden ook in deze wetten wordt vermeld.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 Rapport Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073 2 Klacht DE ONDERZOCHTE GEDRAGING Het in strijd met het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht niet informeren van betrokkene over de mogelijkheid

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder. Intitulé : Bioscoopverordening Citeertitel: Bioscoopverordening Vindplaats : AB 1990 no. GT 12 Wijzigingen: AB 1997 nos. 33, 34 De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder Artikel 1 1. Het

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 110 Wet van 6 maart 2003 tot aanpassing van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek aan de richtlijn betreffende bepaalde aspecten van de verkoop van

Nadere informatie

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht

Beoordeling. Bevindingen. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) zijn verzoek om een vergoeding van zijn particuliere zorgverzekeringspremie over de periode januari tot mei 2007

Nadere informatie

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384 Rapport Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau bij de te late terugbetaling van een bekeuring niet standaard wettelijke

Nadere informatie

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden.

een ernstige belemmering voor de ontwikkeling van dit onderwijs dreigt te worden. ONDERWIJSRAAD. nkis 2 N". 'S-GRAVENHAGE, WÊÊËÈÈiM ) 9 2 Bericht op schrijven van ^ ^ Ä e n gelieve bij het antwoord n ä$&p dagteekening en 'nummer van Betreffende: MÀ?..?.Ï.Y...Y an 2,KXC, dit schrijven

Nadere informatie

Gew. bij S.B. 1983 no. 104.

Gew. bij S.B. 1983 no. 104. WET van 24 november 1975, tot regeling van het Surinamerschap en het Ingezetenschap (S.B.1975 no.4), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 1983 no. 104, S.B. 1984 no. 55, S.B.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 33 Wet van 22 januari 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens Artikel 1 - Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen.

Staatsblad April WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Staatsblad 302. 23 April 1936. WET tot bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen. Wij WILHELMINA, enz.... doen te weten: Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091

Rapport. Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091 Rapport Datum: 29 maart 2005 Rapportnummer: 2005/091 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hem

Nadere informatie

: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank. Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank

: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank. Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank Intitulé : Landsverordening Sociale Verzekeringsbank Citeertitel: Landsverordening Sociale Verzekeringsbank Vindplaats : AB 1995 no. GT 1 Wijzigingen: Geen Artikel 1 Er is in Aruba een bank, genaamd Sociale

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de verlening van toevoegingen in strafzaken

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. TWEEDE KAMER DER STATEN- 2 GENERAAL Vergaderjaar 2012-2013 33 691 Wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele

Nadere informatie

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag. Algemene wet bestuursrecht Titel 4.1. Beschikkingen Afdeling 4.1.1. De aanvraag Artikel 4:1 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven van een beschikking schriftelijk

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS WERK EN (RE) INTEGRATIE november 2011 Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: a. de commissie : de commissie

Nadere informatie

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken?

Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? Het criterium van de redelijk handelend verzekeraar. Nu5g hulpmiddel of belemmering bij verzwijgingszaken? K. Engel, LLM, BA ACIS Symposium 20 maart 2015 Inleiding (1/2) Inleiding verzwijging. Oud recht:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325

Rapport. Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 Rapport Datum: 18 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/325 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Belastingdienst/Particulieren/Ondernemingen Venlo tot het moment van indienen van de klacht bij de Nationale

Nadere informatie

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 RAPPORT 2007/0087, NATIONALE OMBUDSMAN, 8 MEI 2007 Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5 SAMENVATTING Verzoeker was in 1988 door de kantonrechter veroordeeld

Nadere informatie

VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING

VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING VOORGESCHIEDENIS EN INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE BANK VAN LENING VOORGESCHIEDENIS Op 6 april 1804 wordt bij de magistraat ter tafel gebracht een gedrukt biljet met de aankondiging van de publieke

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen

ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & 2 i j ne Sxc.e Henti de n Minis t er van Onderwijs». Kunsten en Wetenschappen ONDERWIJSRAAD.. IVjo 148 00. 'S-GRAVENHAGE, Jjf&jj>Jfl... 193 & Statenlaan 125. Bericht op schrijven van Meiv^gsèïieve bij het antwoord dagteekening 17. JU\XJ

Nadere informatie

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240 Rapport Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de griffie van de rechtbank Rotterdam, sector civiel, heeft verzuimd om haar op 6 november 2006 ingeleverde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 januari 2003 Rapportnummer: 2003/004

Rapport. Datum: 10 januari 2003 Rapportnummer: 2003/004 Rapport Datum: 10 januari 2003 Rapportnummer: 2003/004 2 Klacht Verzoeker, een gepensioneerd rijksambtenaar, klaagt erover dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hem niet heeft

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086 ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086 Instantie Datum uitspraak 07-07-2006 Datum publicatie 18-07-2006 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 03/1299 AOW en 04/1342

Nadere informatie

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN

DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN DE GRONDWET - ARTIKEL 74 - RECHTSPOSITIE LEDEN 1. De Koning is voorzitter van de Raad van State. De vermoedelijke opvolger van de Koning heeft na het bereiken van de leeftijd van achttien jaar van rechtswege

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (N*. 628.) WET van den 22sten April 1937, tot regeling van het zelfstandig uitoefenen van beroepen en bedrijven door vreemdelingen. BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN

Nadere informatie

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007

Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Verordening Onderzoeksrecht van Provinciale Staten 2007 Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 151a tot en met 151f van de Provinciewet;

Nadere informatie

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87)

Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) Bijlage behorende bij Eilandsverordering vaststelling diverse ontwerp-landsverordeningen land Curaçao (A.B. 2010 no. 87) ---------------------------------------------------------------- LANDSVERORDENING

Nadere informatie

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger)

Ethica van Spinoza. (vertaald door D. Burger) Ethica van Spinoza (vertaald door D. Burger) Deze tekst is uitsluitend voor persoonlijk gebruik. Commercieel gebruik is niet toegestaan. Evenmin is het toegestaan de tekst te wijzigen, bewerken, geheel

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) aan hem als advocaat een machtiging van zijn cliënt heeft gevraagd om stukken bij de IND te kunnen opvragen,

Nadere informatie

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen).

(Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). ^ 1 i>l Caveant consules, ne quid detrimenti res publica capiat!" (Gelden voor de Kweekschool van Militaire Geneeskundigen). Aan de HH. Leden van de Staten-Generaal worden hij al de vorigen nog de volgende

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 Rapport Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/241 2 Klacht Verzoeksters klagen erover dat zij geen contact konden krijgen met de Visadienst kort verblijf van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, ondergebracht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149

Rapport. Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 Rapport Datum: 12 juli 2007 Rapportnummer: 2007/149 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (het CBR) hem onheus heeft bejegend toen hij begin mei 2006

Nadere informatie

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 Rapport Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Instituut Zorgverzekering Ambtenaren Nederland (verder te noemen: IZA) hem voorafgaand aan de behandeling

Nadere informatie

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486

Rapport. Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486 Rapport Datum: 18 december 2003 Rapportnummer: 2003/486 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Belastingdienst/Holland Midden/kantoor Leiden zijn (privé-)agenda niet aan hem heeft geretourneerd. Beoordeling

Nadere informatie

Reglement Bezwarencommissie Functiewaardering Christelijk en Algemeen Bijzonder Primair en Voortgezet Onderwijs

Reglement Bezwarencommissie Functiewaardering Christelijk en Algemeen Bijzonder Primair en Voortgezet Onderwijs Reglement Bezwarencommissie Functiewaardering Christelijk en Algemeen Bijzonder Primair en Voortgezet Onderwijs Oktober 2008 Reglement Bezwarencommissie Functiewaardering Christelijk en Algemeen Bijzonder

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Brabant-Noord hem niet financieel tegemoet heeft willen komen toen hij kort na een huiszoeking een geldbedrag van 1.020 miste.

Nadere informatie

=================================================== Raad van Beroep voor belastingzaken

=================================================== Raad van Beroep voor belastingzaken Intitulé : Landsverordening beroep in belastingzaken Citeertitel: Vindplaats : AB 2001 GT 12 Wijzigingen: AB 2004 no. 11 (inwtr. 12) == HOOFDSTUK 1 Raad van Beroep voor belastingzaken Artikel 1 1. Er is

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203

Rapport. Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 Rapport Datum: 2 juni 1998 Rapportnummer: 1998/203 2 Klacht Op 16 september 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer en mevrouw B. te Ter Apel, met een klacht over een gedraging

Nadere informatie

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet) T W E E D E K A M E R D E R S T A T E N - 2 G E N E R A A L Vergaderjaar 2011-2012 33 313 Voorstel van wet van de leden Sterk en Ortega-Martijn ter bevordering van het sparen door jongeren (Jongerenspaarwet)

Nadere informatie

Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ====================================================================== Artikel 1

Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) ====================================================================== Artikel 1 Intitulé : Landsverordening op stichtingen Citeertitel: Landsverordening op stichtingen Vindplaats : AB 1999 no. GT 3 Wijzigingen: AB 2009 no. 75; AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no. 15) Artikel 1 1. Een

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261 Rapport Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261 2 Klacht Op 27 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw D. te Zeist, met een klacht over een gedraging van het Landelijk

Nadere informatie

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr

Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?eltins^ uil clr Een woord (wer e^'»^ keeraiide der ont?el"tins^ uil clr OUüFiRiJJKI. i'fk/i.«^ 1 i 1 DOOR MEVROUW VLIELANDER HEIN COUPERUS. 'S-GRAVENHAGE, W. P. VAN STOCKUM & ZOON 1908 Prijs 25 cent. Een woord over eene

Nadere informatie

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie

No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie No. 108 PUBLICATIE VAN DE NEDERLANDSCH-INDISCHE WEGENVEREENIGING 2«PRIJSVRAAG VERBETERING VAN KAMPONGWEGEN. «.amixtco.bandoelie PRIJSVRAAG van de N. L W. V- Nu de verschillende stadsgemeenten in Ned.-Indië

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1 WET van 20 december 1988, houdende regels betreffende de samenstelling en de bevoegdheden van de Staatsraad (Wet Staatsraad) (S.B. 1988 no. 95), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij

Nadere informatie

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110

Rapport. Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 Rapport Datum: 24 april 2001 Rapportnummer: 2001/110 2 Klacht Verzoeker, een Afghaanse asielzoeker, klaagt over de lange duur van de behandeling door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat haar dochter, vooral als gevolg van de onduidelijke informatieverstrekking door de Informatie Beheer Groep, niet tijdig over haar OV-studentenkaart heeft

Nadere informatie

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255 Rapport Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255 2 Klacht Verzoeker klaagt over de lange duur van de behandeling door de Directie Informatie, Beheer en Subsidieregelingen van het Ministerie van

Nadere informatie

REGELINGEN HULP VOOR ONBEHUISDEN" TEN DIENSTE VAN HET PERSONEEL VEREENIGING BESTUURSVERGADERING VAN MAART C* DER VASTGESTELD IN DE

REGELINGEN HULP VOOR ONBEHUISDEN TEN DIENSTE VAN HET PERSONEEL VEREENIGING BESTUURSVERGADERING VAN MAART C* DER VASTGESTELD IN DE I REGELINGEN TEN DIENSTE VAN HET PERSONEEL DER VEREENIGING HULP VOOR ONBEHUISDEN" VASTGESTELD IN DE BESTUURSVERGADERING VAN MAART 1923. C* REGELINGEN TEN DIENSTE VAN HET PERSONEEL, -f, ~, '.11 DER VEREENIGING

Nadere informatie

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN.

STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. STAATSBLAD VAN HBT KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. (F. 521.) BESLUIT van den 16den Augustus 1918, houdende nadere voorschriften betreffende het tooezicht op hier te lande vertoevende vreemdelingen. WIJ WILHELMINA,

Nadere informatie

Algemene voorwaarden. 2.3 Het staat partijen vrij te bewijzen dat de overeenkomst op andere wijze tot stand is gekomen.

Algemene voorwaarden. 2.3 Het staat partijen vrij te bewijzen dat de overeenkomst op andere wijze tot stand is gekomen. Algemene voorwaarden Artikel 1 Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsverhoudingen tussen OAMKB Gooi-, Eem- & Flevoland BV, gevestigd te Hilversum, nader aan te duiden

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/192 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie haar klacht van 16 april 2004 over de lange duur van de behandeling

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 augustus 2001 Rapportnummer: 2001/242

Rapport. Datum: 10 augustus 2001 Rapportnummer: 2001/242 Rapport Datum: 10 augustus 2001 Rapportnummer: 2001/242 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat USZO-Zoetermeer; 1. in de beslissing van 21 december 2000 op zijn bezwaarschrift van 29 juni 2000 niet heeft

Nadere informatie

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao; A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD LANDSBESLUIT van de 3 de juni 2014, no. 14/1188, houdende vaststelling van de geconsolideerde tekst van de Sanctielandsverordening. De Gouverneur van Curaçao, Op de voordracht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148

Rapport. Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 Rapport Datum: 23 mei 2003 Rapportnummer: 2003/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de griffie van de rechtbank te Rotterdam zijn brief van 12 januari 2001, die hij op 15 januari 2001 bij de centrale

Nadere informatie

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage,

DE RAAD VAN BEROEP VOOR DE DIRECTE BELASTINGEN TE s-gravenhage, RAAD VAN BEROEP voor de DIRECTE BELASTINGEN te s-gravenhage. Aangeteekend per post aan partijen toegezonden 26 Mei 1937 De Secretaris van den Raad van Beroep voor de directe belastingen te s-gravenhage

Nadere informatie

Intitulé : Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers

Intitulé : Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers Intitulé : Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers Citeertitel: Landsverordening rechtspositionele bepalingen ministers en gewezen ministers Vindplaats : AB 2000 no.

Nadere informatie

REGLEMENT INZAKE DE TUCHTRECHTSPRAAK van de Stichting Rentmeesterskamer

REGLEMENT INZAKE DE TUCHTRECHTSPRAAK van de Stichting Rentmeesterskamer REGLEMENT INZAKE DE TUCHTRECHTSPRAAK van de Stichting Rentmeesterskamer 1. Definities: 1.a. de Stichting: De statutair te Utrecht gevestigde stichting: Stichting Rentmeesterskamer, hierna ook aan te duiden

Nadere informatie

==================================================================== Artikel 1

==================================================================== Artikel 1 Intitulé : LANDSVERORDENING van 29 oktober 1991 houdende nieuwe regeling van de toekenning van uitkering en van pensioen aan statenleden, zomede van pensioen aan hun nabestaanden Citeertitel: Pensioenverordening

Nadere informatie

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 1 t/m 4 Dordtse Leerregels Hoofdstuk 3 en 4 Artikel 1 t/m 4 Werkboek 7 Dordtse Leerregels hoofdstuk 3 en 4 artikel 1 t/m 4 Hoofdstuk 3 en 4 gaat over de bekering. Hoofdstuk 3 en 4 heeft 17 artikelen. In dit werkboek

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011

Rapport. Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk. Datum: 4 augustus 2011 Rapport Rapport over een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk Datum: 4 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/231 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. heeft op 11 april 2011 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van:

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG. heeft op 11 april 2011 het navolgende arbitrale vonnis gewezen in de zaak van: SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/06 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. E.D. Rentema, wonende te Dordrecht, drs. A.G. Vennegoor-Kalter,

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt over de reactie van de staatssecretaris van Financiën op zijn klacht dat bij de ondertekening van zijn aangifte voor de inkomstenbelasting 2007 ook de DigiD-code van

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet in verband met het verbeteren van de kwaliteit van bestuur en toezicht bij verenigingen en stichtingen alsmede de uniformering van enkele bepalingen

Nadere informatie

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BRIDGECLUB V.O.G. DE LEDEN

HUISHOUDELIJK REGLEMENT BRIDGECLUB V.O.G. DE LEDEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT BRIDGECLUB V.O.G. DE LEDEN ART.1 AANNAME NIEUWE LEDEN Zij, die werkend lid wensen te worden van de vereniging, geven van hun verlangen kennis aan het bestuur. Het besluit tot aanneming

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 495 Besluit van 24 oktober 2011, houdende wijziging van het reglement van orde voor de ministerraad in verband met de opheffing van de Nederlandse

Nadere informatie

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder, Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,

Nadere informatie