ECLI:NL:RBNNE:2014:3655
|
|
- Frank Mulder
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RBNNE:2014:3655 Uitspraak RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling Strafrecht Locatie Groningen Parketnummer 18/ Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 24 juli 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte [verdachte], geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats], wonende te Tsjechië, [adres 1], zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 juli Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. J.B. Boone, advocaat te Wijk bij Duurstede, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd. Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R.J. Wildeman. Tenlastelegging Aan verdachte is ten laste gelegd dat: 1. hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2005 tot 1 november 2005, in de gemeente Groningen gemeente Leeuwarden (elders) in Nederland, in Tsjechie, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) A een ander, te weten [slachtoffer 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben (aan)geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]; B
2 een ander, te weten [slachtoffer 1], heeft/hebben aangeworven medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling; C een ander, te weten [slachtoffer 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid diensten dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handelingen heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid diensten; D opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van een ander, te weten [slachtoffer 1]; E een ander, te weten [slachtoffer 1], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen dan wel heeft/hebben bewogen verdachte zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst(en) van haar seksuele handelingen met of voor een derde; bestaande die dwang, dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) die dreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en), misleiding dan wel dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht misbruik van een kwetsbare positie dat getrokken voordeel de overige hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte zijn mededader(s), meermalen, althans eenmaal, (telkens) - die [slachtoffer 1] heeft verteld dat ze in Nederland in de prostitutie meer geld kon verdienen, - een paspoort voor die [slachtoffer 1] heeft geregeld, - die [slachtoffer 1] vanuit het buitenland (Tsjechie) naar Nederland (Groningen) heeft gebracht laten brengen, al dan niet onder de valse voorstelling van zaken dat zij, [slachtoffer 1], in Nederland, in vrijheid (veel meer) geld kon
3 verdienen met werkzaamheden als prostituee, - de reis van die [slachtoffer 1] (vanuit Tsjechie) naar Nederland geheel of gedeeltelijk heeft betaald geregeld, - die [slachtoffer 1] heeft verteld dat bij grenscontroles zij moest zeggen dat zij op vakantie naar vrienden ging(en) in Nederland, - die [slachtoffer 1] in een kwetsbare positie heeft gebracht gehouden doordat zij, [slachtoffer 1], de Nederlandse taal niet machtig was en niet over inkomsten beschikte, - die [slachtoffer 1] in een vitrine heeft geplaatst of laten plaatsen, althans een kamer/vitrine voor haar heeft geregeld of laten regelen, - die [slachtoffer 1] als prostituee heeft laten werken haar werktijden heeft bepaald instructies heeft gegeven, - die [slachtoffer 1] (onder meer telefonisch) onder controle heeft gehouden laten houden, door (onder meer) haar verdiensten door te laten geven door die [slachtoffer 1] dreigend een SMS-bericht te sturen met de tekst "Waarom neem je de telefoon niet op, wacht maar dat ik kom dan zal ik je in elkaar slaan" door die [slachtoffer 1] te bellen dat ze niet mocht slapen, - die [slachtoffer 1] heeft gedwongen door te werken als ze ongesteld was, - die [slachtoffer 1] (een groot deel) van de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte zijn mededader(s) heeft laten afdragen, - die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezegd dat zij niet met de politie mocht praten, anders zou hij, verdachte, haar vermoorden en dat hij, verdachte, haar altijd zou weten te vinden, - de SIM-kaart uit de telefoon van die [slachtoffer 1] heeft gehaald de telefoon van die [slachtoffer 1] heeft vernield, - een tas van die [slachtoffer 1], waarin zich de paspoort, geld, telefoon en documenten van die [slachtoffer 1] bevonden, heeft weggenomen/afgepakt; 2. hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 1 mei 2006, in de gemeente Groningen (elders) in Nederland, in Tsjechie, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) A een ander, te weten [slachtoffer 2], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben (aan)geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest opgenomen, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 2]; B
4 een ander, te weten [slachtoffer 2], heeft/hebben aangeworven medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 2] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling; C een ander, te weten [slachtoffer 2], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid diensten dan wel onder voornoemde omstandigheden enige handelingen heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 2] zich daardoor beschikbaar stelde tot het verrichten van arbeid diensten; D opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit de uitbuiting van een ander, te weten [slachtoffer 2]; E een ander, te weten [slachtoffer 2], door dwang, geweld of een andere feitelijkheid of door dreiging met geweld of een andere feitelijkheid, door misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie, heeft/hebben gedwongen dan wel heeft/hebben bewogen verdachte zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst(en) van haar seksuele handelingen met of voor een derde; bestaande die dwang, dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) die dreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en), misleiding dan wel dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht misbruik van een kwetsbare positie dat getrokken voordeel de overige hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte zijn mededader(s), meermalen, althans eenmaal, (telkens) - die [slachtoffer 2] heeft verteld dat ze in Nederland in de prostitutie meer geld kon verdienen, - die [slachtoffer 2] vanuit het buitenland (Tsjechie) naar Nederland (Groningen) heeft gebracht laten brengen, al dan niet onder de valse voorstelling van zaken dat zij, [slachtoffer 2], in Nederland, in vrijheid (veel meer) geld kon verdienen met werkzaamheden als prostituee,
5 - de reis van die [slachtoffer 2] (vanuit Tsjechie) naar Nederland geheel of gedeeltelijk heeft betaald (o.a. benzinekosten) geregeld, - die [slachtoffer 2] in een vitrine heeft geplaatst of laten plaatsen, althans een kamer/vitrine voor haar heeft geregeld of laten regelen, - die [slachtoffer 2] als prostituee heeft laten werken haar werktijden heeft bepaald instructies heeft gegeven, - die [slachtoffer 2] (onder meer telefonisch) onder controle heeft gehouden laten houden, door (onder meer) haar verdiensten het aantal klanten door te laten geven, - die [slachtoffer 2] (een groot deel) van de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte zijn mededader(s) heeft laten afdragen. Ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vervolging Undue delay Namens verdachte is betoogd dat de officier van justitie niet ontvankelijk moet worden verklaard, omdat sprake is van een dusdanig ernstige mate van overschrijding van de redelijke termijn dat de vaste rechtspraak van de Hoge Raad over deze kwestie niet van toepassing is en daarop een uitzondering moet worden gemaakt. Pas 7 jaar nadat de feiten zouden hebben plaatsgevonden, is er voor het eerst een vorm van objectief verhoor geweest door de rechter-commissaris. Daardoor is de kwaliteit van de waarheidsvinding ernstig in het gedrang gekomen. De officier van justitie heeft aangevoerd dat er weliswaar sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, maar dat dit volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad niet kan leiden tot nietontvankelijkverklaring van de officier van justitie. Het verzuim dient tot strafvermindering te leiden. Daarbij heeft de officier van justitie aangegeven dat de zaak vanaf mei 2011 enkele malen op een zitting was gepland, maar dat de zaak telkens moest worden ingetrokken of aangehouden om verschillende redenen, waaronder een verzoek tot het horen van getuigen en verhindering van de raadsman. Vanaf 2013 is getracht de zaak opnieuw op zitting aan te brengen, maar de zaak moest toen telkens wijken voor andere, meer spoedeisende, zaken. Uiteindelijk is het pas in juli 2014 gelukt om de zaak op een zitting te plannen. Al met al is sprake van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad leidt overschrijding van de redelijke termijn niet tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de strafvervolging, ook niet in uitzonderlijke gevallen. Regel is dat overschrijding van de redelijke termijn wordt gecompenseerd door vermindering van de straf die zou zijn opgelegd indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden. Deze vermindering is afhankelijk van de mate van overschrijding. De rechtbank stelt vast dat er aldus een jurisprudentiële regeling is voor de beoordeling van gevallen van overschrijding van de redelijke termijn, óók in (uitzonderlijke) gevallen als het onderhavige. In hetgeen door de raadsman is aangedragen, ziet de rechtbank geen reden om de voornoemde jurisprudentiële regeling niet van toepassing te achten op het onderhavige geval van overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat de overschrijding van de redelijke termijn, zoals deze ook door de rechtbank wordt vastgesteld, zal moeten worden gecompenseerd door een verlaging van de eventueel op te leggen straf. Bewijsvraag Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 1 sub A, B, D en E en het onder 2 sub B ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Van de overige onderdelen dient verdachte
6 te worden vrijgesproken, evenals van het medeplegen. Bij het onder 1 ten laste gelegde kunnen alle feitelijke gedragingen worden bewezen. Met betrekking tot het onder 1 sub B en 2 sub B ten laste gelegde heeft de officier van justitie daarbij opgemerkt dat verdachte beide vrouwen naar Nederland heeft gebracht, hetgeen door hem zelf ook wordt erkend. Bij dit onderdeel hoeft niet bewezen te worden dat sprake was van enig dwangmiddel. Het enkele oogmerk de vrouwen tot prostitutie te brengen is voldoende en dat oogmerk had verdachte, hij wist namelijk dat zij actief zouden zijn in de prostitutie. Met betrekking tot het onder 1 sub A ten laste gelegde heeft de officier van justitie aangevoerd dat sprake was van misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, misbruik van een kwetsbare positie en misleiding, gelet op de voorgeschiedenis die verdachte en [slachtoffer 1] samen hadden in Tsjechië voorafgaand aan hun komst naar Nederland en de gedragingen van verdachte daarna in Nederland. Met betrekking tot het onder 1 sub E ten laste gelegde heeft de officier van justitie opgemerkt dat sprake was van dwingen tot en bewegen tot. De officier van justitie heeft tot slot aangevoerd dat de aangifte van [slachtoffer 1] betrouwbaar moet worden geacht, omdat deze aangifte op voldoende punten wordt ondersteund door andere bewijsmiddelen. Voor wat betreft [slachtoffer 2] geldt dat haar verklaring niet in voldoende mate steun vindt in andere bewijsmiddelen, met uitzondering van het naar Nederland brengen, zoals ten laste gelegd onder sub B. Standpunt van de verdediging Door de raadsman van verdachte is gewezen op een mogelijke onregelmatigheid in het vooronderzoek, in die zin dat de zogenoemde Salduz-criteria mogelijk niet op een juiste wijze door de politie zijn toegepast bij de verhoren van verdachte. De raadsman heeft de rechtbank verzocht om dit mogelijke verzuim te controleren. De raadsman van verdachte heeft voorts vrijspraak bepleit van zowel het onder 1 als het onder 2 ten laste gelegde. Daarbij heeft hij aangevoerd dat in het dossier melding wordt gemaakt en ook verklaringen zijn opgenomen van veel meer slachtoffers dan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. Die zaken zijn echter niet aan verdachte ten laste gelegd. Ook verkrachting is niet ten laste gelegd. Hieruit valt af te leiden dat de politie en het openbaar ministerie zelf twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van de verschillende vrouwen. De verklaring van [slachtoffer 1] wordt niet door enig ander bewijsmiddel ondersteund. [slachtoffer 1] beschikte ook steeds over haar paspoort, zodat zij op elk gewenst moment kon stoppen met werken voor verdachte. Voor wat betreft [slachtoffer 2] geldt dat haar verklaring als niet betrouwbaar moet worden aangemerkt, nu zelfs de rechtercommissaris die haar 7 jaar nadat de feiten zouden hebben plaatsgevonden heeft gehoord, twijfelde aan haar verklaring. Bovendien staat ook haar verklaring geheel op zichzelf en wordt deze niet ondersteund door ander bewijs. Uit haar verklaring blijkt tot slot dat zij volledig vrijwillig werkte, zodat van enige indicatie voor mensenhandel niet kan worden gesproken. Beoordeling van het bewijs Salduz-verweer De rechtbank beschouwt het verweer niet als een nadrukkelijk onderbouwd standpunt, dat is voorzien van een ondubbelzinnige conclusie met betrekking tot het daaraan te verbinden rechtsgevolg. Het verweer behoeft daarom geen bespreking. Gedeeltelijke vrijspraak De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte in nauwe en bewuste samenwerking heeft gehandeld met een of meerdere mededaders. Het dossier biedt daarvoor onvoldoende aanknopingspunten. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen. De rechtbank acht met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde enkel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer 2] naar Nederland heeft vervoerd/gebracht met het oogmerk haar ertoe te brengen zich in Nederland beschikbaar te stellen voor de prostitutie. Naast de verklaring
7 van [slachtoffer 2] bevindt zich in het dossier onvoldoende bewijs dat haar verklaring kan ondersteunen, zodat deze verklaring voor het overige te zeer op zichzelf staat om tot wettig en overtuigend bewijs te komen. Van het anders dan onder 2 sub B ten laste gelegde zal verdachte daarom worden vrijgesproken. Bewijs met betrekking tot het onder 1 ten laste gelegde De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 1 ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe. De inhoud van een zaaksdossier, onderzoek Vleugel, gesloten op 18 november 2010, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder: 1. een ambtsedig proces-verbaal van aangifte, d.d. 26 januari 2006 (p. 767 e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1]: Ik kom uit Slowakije uit de plaats Nitra. Mijn ouders hebben mij als baby afgestaan, waardoor ik in een kindertehuis ben opgegroeid. Toen ik 18 jaar was, moest ik het kindertehuis verlaten en kon ik bij een vriendin die ik in het tehuis had leren kennen, wonen. Deze vriendin woonde bij haar vader die nogal veel alcohol dronk. Toen hij een keer teveel had gedronken, wees hij mij de deur. Ik heb toen drie dagen buiten rond gelopen en sliep op bankjes. Ik liep op straat toen er een auto stopte met zigeuners. Ze zeiden dat ik maar mee moest gaan naar Tsjechië en dat ik het daar veel beter zou krijgen. Ik wist niet wat ik moest doen en ben toen met hen meegegaan naar Tsjechië. Er zaten twee jongens in de auto, waarvan één genaamd [betrokkene 1]. Zij namen mij mee naar Teplice. Onderweg in de auto vertelden die jongens mij dat ze nog meer Slowaakse vrouwen in huis hadden die voor hen werkten. Zij vertelden ook dat deze vrouwen in de prostitutie werkten. Ik had geen onderdak en kon nergens naar toe. Ze namen mij mee naar een seksclub. [betrokkene 1] zei tegen mij dat ik ook in die seksclub moest werken. Ik heb mij toen niet verzet, omdat ik nergens anders onderdak had. Ik kon eigenlijk geen kant op. Ik ben toen in die seksclub gaan werken. Al mijn verdiende geld werd afgepakt. [betrokkene 1] verkocht mij vervolgens in Chomutov in club [naam] voor 1000 euro aan een man genaamd [verdachte]. Hierna moest ik voor [verdachte] werken in een bordeel in Chomutov. Ik kreeg een kamer in de woning van [verdachte]. [verdachte] zei dat ik al mijn verdiende geld aan hem moest geven, omdat ik de kosten terug moest betalen die hij voor mij had betaald. Hij zei ook dat ik nooit iets tegen de politie mocht vertellen. Ik heb zo'n drie jaar voor [verdachte] in de prostitutie gewerkt. Na een jaar werd het steeds moeilijker om veel geld te verdienen. [verdachte] werd toen agressief tegen mij. In het tweede jaar begon hij mij te slaan en wilde hij ook seks met mij. Hij werd steeds agressiever en dwong mij tot seks. Hij schopte en sloeg mij op mijn hele lichaam. Volgens mij was het begin 2005 toen [betrokkene 2] contact opnam met [verdachte]. [betrokkene 2] stelde voor om naar Nederland te gaan om daar in de prostitutie te werken, omdat je daar meer kon verdienen. Ik had geen paspoort en ging met [verdachte] naar Slowakije om een paspoort voor mij te regelen. Dit was op 14 februari Hierna vertrokken wij met drie auto's naar Nederland. Ik ging met een zilverkleurige Citroën Picasso van [verdachte] vanuit Tsjechië naar Nederland. Wij reden naar de prostitutiebuurt in Groningen. We gingen met z n allen naar [getuige 1] om een vitrine te huren. Wij huurden een vitrine van [getuige 1] voor 450 euro per week. De mannen hebben dit bedrag rechtstreeks aan [getuige 1] betaald, want we hadden zelf geen geld. Daarna hebben we condooms en gel gekocht wat ook door de mannen werd betaald. Nadat de mannen de eerste huur voor de vitrine hadden betaald, moesten wij daarna zelf de vitrine betalen van ons verdiende geld. Wij zijn daarna direct in de vitrine gaan werken. Wij mochten niet langer dan drie uur rusten en moesten dan al weer gaan werken. Hierna belde [verdachte] mij iedere dag hoeveel geld ik had verdiend. Na zes dagen had ik 2000 euro verdiend, waarna [verdachte] vanuit Tsjechië naar Groningen kwam om het geld op te halen.
8 Ik had toen veel pijn aan mijn vagina, maar [verdachte] wilde dat ik gewoon door bleef werken. Ook als ik ongesteld was en pijn had, kon ik eigenlijk niet werken, maar mocht niet stoppen. Ik moest dan met een sponsje werken. Als ik eigenlijk niet kon werken, zette ik ook wel eens de telefoon uit. Ik kreeg dan een SMS-je "Waarom neem je de telefoon niet op, wacht maar dat ik kom dan zal ik je in elkaar slaan". Ik was dan erg bang en moest huilen. Ik moest dan wel weer gaan werken, anders zou ik grote problemen krijgen. Ik ging ook wel eens eerder slapen, maar dan ging de telefoon dat ik niet mocht gaan slapen en direct moest gaan werken. Ik moest van [verdachte] om uur opstaan en om uur gaan werken. Ik moest dan doorwerken tot uur in de ochtend en mocht daarna gaan slapen. Zelfs toen ik jarig was, moest ik werken. Ik had geen vrije dag en moest altijd werken, ook als ik erg veel pijn had. [verdachte] kwam in het begin iedere week om mijn verdiende geld op te halen. Hij gaf mij dan 40 euro per week om eten te kunnen kopen. Ik heb drie maanden hier in Groningen in de raamprostitutie gewerkt. Ik kreeg vriendschap met een vaste klant, [getuige 2]. Ik vertelde hem dat [verdachte] mij had verboden om met de politie te gaan praten, anders zou hij mij vermoorden en hij zou mij altijd wel weten te vinden. 2. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 18 september 2006 (p. 782 e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1]: In Tsjechië zijn wij bij Hora Svateho Sebastiana de grens over gegaan. Wij werden daar door Duitsers gecontroleerd. [verdachte] heeft tegen mij gezegd dat als we bij de grens gecontroleerd zouden worden dat ik dan moest zeggen dat we op vakantie naar vrienden gingen in Nederland. 3. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor ten overstaan van de rechter-commissaris, d.d. 11 juni 2012, los bijgevoegd, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 1]: Ik ben volgens mij in mei 2005 weggegaan bij [verdachte]. Ik heb zelf gezien dat [betrokkene 1] mij verkocht aan [verdachte]. [betrokkene 1] gaf mijn ID aan [verdachte] en [verdachte] gaf hem geld, waarna ik met hem mee moest. Toen ik bij [verdachte] kwam zei hij dat ik het geld dat hij voor mij had betaald moest terugverdienen. Ik moest neuken voor het geld. Na 3 jaar voor [verdachte] gewerkt te hebben ben ik door hem naar Nederland gebracht. Hij zei dat we in Tsjechië niet genoeg geld konden verdienen en dat we het ergens anders moesten proberen. Ik wist wel dat ik als prostituee aan het werk moest. Ik kon daar niets tegenin brengen. Ik moest aan het werk, anders kreeg ik klappen. We zijn met drie auto s naar Nederland gereden. Ik moest van [verdachte] zeggen in geval van een controle dat we op vakantie gingen. [verdachte] heeft de reis betaald van het geld dat ik in Tsjechië had verdiend. Toen we in Nederland kwamen, gingen we direct aan het werk. [verdachte] heeft voor mij in Slowakije reisdocumenten geregeld. Ik moest van 13:00 uur tot 4:00 uur werken. Als ik geld kreeg dan moest ik hem bellen hoeveel ik verdiend had en als ik weinig verdiende werd hij boos. Van het geld dat ik verdiende kreeg ik van [verdachte] 50 euro per week. Ik werkte iedere dag en verdiende gemiddeld tussen de 300 en 500 euro per dag. Ik had ook wel eens een uitschieter van 800 euro per dag. Ik heb een maand of 2, 3 voor [verdachte] gewerkt. Bij binnenkomst in Groningen sprak ik geen Nederlands. Het klopt dat ik drie jaar bij verdachte en zijn vrouw in Tsjechië heb gewoond en werd geslagen door [verdachte]. Ik heb gedurende die drie jaren al mijn verdiensten afgedragen aan [verdachte]. [verdachte] heeft de vitrine de eerste keer betaald van het geld dat ik in Tsjechië had verdiend. De vitrine werd voor 1 week gehuurd. Na die week moest ik de maandag steeds de vitrine betalen van het geld dat ik die week had verdiend, 450 euro per week. [verdachte] kwam één keer per twee weken. Hij kwam naar mij kijken, nam het geld en ging terug naar Tsjechië. Ik gaf het geld contant in zijn hand, in een garage of in de vitrine. In het begin kreeg ik 50 euro per week voor eten en later
9 mocht ik 1 dag van de verdiensten voor mijzelf houden. Dit was pas de laatste 3 of 4 weken. Ik had gemiddeld 5 tot 7 klanten per dag. Ik rekende 50 euro voor een half uur en 100 euro voor een uur. 4. een ambtsedig proces-verbaal van bevindingen, d.d. 4 november 2010 (p. 99) opgemaakt in weergegeven: Op woensdag 2 maart 2005 omstreeks 1:30 uur zagen wij, verbalisanten, tijdens toezicht op de prostitutie, in de omgeving Gedempte Zuiderdiep, in de directe omgeving van de Nieuwstad te Groningen, een personenauto, merk Citroën, type Xsara Picasso, kleur grijs, voorzien van het Tsjechische kenteken [kenteken] rijden. Bij controle bleek ons dat de inzittenden van deze auto waren: [betrokkene 2], geboren op [geboortedatum 2], en [verdachte], geboren op [geboortedatum 1]. 5. een ambtsedig zaaksproces-verbaal, d.d. 18 november 2010 (p. 47) opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven: Tijdens een prostitutiecontrole op 3 maart 2005 is in perceel Nieuwstad [nummer 1] als prostituee werkend aangetroffen [slachtoffer 1] en in werkkamer [nummer 2] [betrokkene 3]. Dit was volgens [betrokkene 3] haar tweede werkdag en zij deelde mee dat ze per auto naar Nederland was gebracht. 6. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 18 september 2006 (p. 804 e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van [getuige 2]: In april/mei 2005 kwam ik [slachtoffer 1] tegen in de Nieuwstad te Groningen. Zij was daar werkzaam als prostituee in een van de aldaar aanwezige panden. 7. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 18 september 2006 (p. 806 e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van [getuige 2]: [slachtoffer 1] is nu mijn vriendin. [slachtoffer 1] had mij een en ander verteld over [verdachte], namelijk dat [verdachte] haar verdiende geld afpakte en dat zij regelmatig door hem in elkaar was geslagen. Verder heeft [slachtoffer 1] mij verteld dat nadat zij het "grote huis" in Tsjechië (de rechtbank begrijpt: Slowakije) moest verlaten zij letterlijk op straat kwam. Dat "grote huis" kan wel een kindertehuis zijn geweest. [slachtoffer 1] kwam na wat omzwervingen terecht bij een man die haar na enige tijd voor 1000 euro heeft verkocht aan [verdachte]. [verdachte] heeft [slachtoffer 1] in de prostitutie gezet. 8. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 5 oktober 2010 (p e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van [getuige 3]: Ik ken de persoon op foto nr. 2, dat is [slachtoffer 1], die daar ook werkte, zij is afkomstig uit Slowakije. Ze is daar ooit met [verdachte] geweest. Vraag: welke meisjes werkten voor [verdachte]? Antwoord: [slachtoffer 1] en [betrokkene 4]. [verdachte] werkte als pooier in de Nieuwstad in Groningen. 9.
10 een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 9 juli 2010 (p e.v.), opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 1]: Ook een mij bekende Tsjechische man, [verdachte], huurde op de [adres 2], te Groningen, een appartement. (Opmerking: getuige is een foto getoond van [verdachte]) Ja, dat is de [verdachte] die ik bedoel. Ik herinner mij dat [slachtoffer 1] hier gewerkt heeft. Zij was hier toen met die [verdachte]. Dat is al weer jaren geleden. 10. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 3 juli 2010 (p. 600 e.v.), opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 4]: [slachtoffer 1] en [verdachte] waren samen in Chomutov. [slachtoffer 1] werkte al in de prostitutie. [verdachte] bracht haar naar Nederland in 2005 om in de prostitutie te werken. 11. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 22 juli 2010 (p. 726 e.v.), opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte: Ik heb twee kennissen naar Nederland gebracht, een daarvan was [slachtoffer 1]. Wij zijn met een Honda of een zilvergrijze Citroën Picasso naar Nederland gereisd. Ze vertelde dat ze uit Slowakije kwam. Ik weet dat ze is afgestaan en in een kindertehuis had gezeten. [slachtoffer 1] heeft twee á drie jaar bij mij en [betrokkene 5] gewoond. Ik kwam de eerste keer in Nederland ongeveer maart/april Bewijs met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 2 ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe. De inhoud van een zaaksdossier, onderzoek Vleugel, gesloten op 18 november 2010, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder: 1. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 7 oktober 2010 (p. 820 e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 2]: Ik heb in Nederland in de prostitutie gewerkt. Ik was in Nederland vanaf de zomer van [verdachte] heeft mij verteld dat ik in Nederland goed kon verdienen. Hij heeft beschreven hoe daar prostitutie werd bedreven. Wij zijn voor het eerst naar Nederland gereisd met zijn auto. 2. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 22 juli 2010 (p. 726 e.v.), opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte: Over [slachtoffer 2] kan ik verklaren dat ik haar naar Nederland heb vervoerd. Ze wilde in Groningen als gezelschapsdame werken. Ze gaat met mannen en wordt dan voor haar diensten betaald. 3. een ambtsedig proces-verbaal van verhoor, d.d. 25 augustus 2010 (p. 757 e.v.), opgemaakt in weergegeven, als verklaring van verdachte: In mei 2005 heb ik [slachtoffer 2] naar Nederland gebracht.
11 Bewijsoverweging De rechtbank overweegt dat op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel. De rechtbank acht de aangifte van [slachtoffer 1] voldoende betrouwbaar om tot bewijs te dienen. Deze verklaring wordt ook op voldoende punten ondersteund en bevestigd door de overige hierboven opgesomde bewijsmiddelen. De verklaring van aangeefster is dan ook voldoende ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in andere bewijsmiddelen, zodat van die verklaring kan worden uitgegaan. Dit leidt tot het bewijs voor de hieronder bewezen verklaarde onderdelen van de tenlastelegging. De verklaring van [slachtoffer 2] wordt door verdachte zelf bevestigd, waar het gaat om haar vervoer naar Nederland. Verdachte wist ook dat zij als prostituee in Groningen zou gaan werken. Bewezenverklaring De rechtbank acht het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat: 1. hij in de periode van 1 maart 2005 tot 1 juni 2005, in de gemeente Groningen in Tsjechië, A [slachtoffer 1], door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft aangeworven, vervoerd en gehuisvest, met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]; en B [slachtoffer 1], heeft aangeworven en medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 1] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling; en C [slachtoffer 1], door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid diensten; en D opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer 1]; en E [slachtoffer 1], door dreiging met geweld, door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en door misbruik van een kwetsbare positie, heeft bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengsten van haar seksuele handelingen met of voor een derde; bestaande die dreiging met geweld dat misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht dat misbruik van een kwetsbare positie dat getrokken voordeel de overige hierboven omschreven handelingen hieruit dat verdachte - die [slachtoffer 1] heeft verteld dat ze in Nederland in de prostitutie meer geld kon verdienen en - een paspoort voor die [slachtoffer 1] heeft geregeld en
12 - die [slachtoffer 1] vanuit het buitenland (Tsjechië) naar Nederland (Groningen) heeft gebracht en - de reis van die [slachtoffer 1] (vanuit Tsjechië) naar Nederland heeft betaald en geregeld en - die [slachtoffer 1] heeft verteld dat bij grenscontroles zij moest zeggen dat zij op vakantie naar vrienden gingen in Nederland en - die [slachtoffer 1] in een kwetsbare positie heeft gebracht en gehouden doordat zij, [slachtoffer 1], de Nederlandse taal niet machtig was en niet over inkomsten beschikte en - die [slachtoffer 1] in een vitrine heeft geplaatst of laten plaatsen en - die [slachtoffer 1] als prostituee heeft laten werken en haar werktijden heeft bepaald en instructies heeft gegeven en - die [slachtoffer 1] (onder meer telefonisch) onder controle heeft gehouden, door haar verdiensten door te laten geven en door die [slachtoffer 1] dreigend een SMS-bericht te sturen met de tekst "Waarom neem je de telefoon niet op, wacht maar dat ik kom dan zal ik je in elkaar slaan" en door die [slachtoffer 1] te bellen dat ze niet mocht slapen en - die [slachtoffer 1] heeft gedwongen door te werken als ze ongesteld was en - die [slachtoffer 1] een groot deel van de verdiensten uit de prostitutie aan verdachte heeft laten afdragen en - die [slachtoffer 1] dreigend heeft gezegd dat zij niet met de politie mocht praten, anders zou hij, verdachte, haar vermoorden en dat hij, verdachte, haar altijd zou weten te vinden; 2. hij in mei 2005, in Tsjechië, B [slachtoffer 2], heeft medegenomen met het oogmerk die [slachtoffer 2] in een ander land, te weten Nederland, ertoe te brengen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht. De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad. Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op: 1. mensenhandel, meermalen gepleegd 2. mensenhandel Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten. Strafbaarheid van verdachte De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken. Strafoplegging Vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd die
13 verdachte reeds in voorlopige hechtenis en uitleveringsdetentie heeft doorgebracht. Daarbij heeft de officier van justitie aangevoerd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een moderne vorm van slavernij door misbruik te maken van een jonge vrouw die in een moeilijke positie verkeerde. De psychische schade voor slachtoffers van mensenhandel is vaak groot. Voor een dergelijk feit is in beginsel een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats. De oudheid van de feiten en de beperkte periode werken strafmatigend. Verdachte heeft geen strafblad en woont niet meer in Nederland. De officier van justitie heeft aangegeven dat zij, zonder rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn, een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden zou hebben geëist. De officier van justitie heeft dus een strafvermindering van 6 maanden toegepast ter compensatie van deze termijnoverschrijding. Standpunt van de verdediging De raadsman heeft zich niet uitgelaten over een eventueel op te leggen straf, maar wel bepleit dat, mocht de rechtbank niet overgaan tot niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie, de overschrijding van de redelijke termijn moet worden verdisconteerd in de straf. Strafmotivering Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman. De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel, door twee vrouwen vanuit Tsjechië naar Nederland over te brengen om hen hier in de prostitutie te laten werken. Eén van deze vrouwen had hij in Tsjechië van een andere man gekocht en aldaar reeds lange tijd voor zich laten werken als prostituee, waarbij hij haar veelvuldig met bedreigingen en geweld onder grote druk zette. Hij heeft haar vervolgens naar Nederland gebracht omdat zij in Nederland veel meer zou kunnen verdienen. In Groningen heeft hij haar in de prostitutie te werk gesteld en haar gedurende drie maanden voor zich laten werken, waarbij hij haar verdiensten grotendeels heeft ingenomen. Verdachte heeft daarmee op grove wijze misbruik gemaakt van de kwetsbare positie waarin zij verkeerde. Zij had als jonge vrouw in Tsjechië geen onderdak en geen inkomen. Verdachte bood haar onderdak en beloofde een goed inkomen, maar stelde zijn eigen financieel gewin boven het belang van deze vrouw. Hij heeft daarbij inbreuk gemaakt op zowel haar lichamelijke als haar geestelijke integriteit. De rechtbank houdt met al deze feiten en omstandigheden rekening bij de bepaling van de straf. In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank rekening met het feit dat hij niet eerder in Nederland is veroordeeld voor strafbare feiten. Alles afwegende acht de rechtbank voor dergelijke ernstige feiten een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op zijn plaats en de rechtbank hanteert daarbij als uitgangspunt een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden. De rechtbank zal daarop, ter compensatie van de overschrijding van de redelijke termijn, drie maanden in mindering brengen. Vordering van de benadeelde partij (m.b.t. het onder 1 bewezen verklaarde) [slachtoffer 1] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit alsmede de gronden waarop deze berust.
14 Standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering gedeeltelijk bij wijze van voorschot zal worden toegewezen met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. De vordering dient, voor zover deze ziet op de periode waarin aangeefster in Tsjechië werkte, niet ontvankelijk te worden verklaard. Om die reden dient ook de gevorderde immateriële schade te worden gematigd tot een bedrag van 5.000,--. De rechtsbijstandskosten à 750,-- kunnen worden toegewezen, en de inkomstenderving voor de tijd waarin aangeefster in Nederland voor verdachte werkte, dient te worden bepaald aan de hand van het in de rechtspraak gehanteerde forfaitaire bedrag van 100,-- per dag. Uitgaande van drie maanden, levert dat een bedrag op van 9.000,--. In totaal moet de vordering dan ook voor een bedrag van ,-- worden toegewezen. Standpunt van de verdediging De raadsman heeft, nu hij voor vrijspraak heeft gepleit, betoogd dat de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard. Subsidiair dient in ieder geval het gedeelte dat ziet op de werkzame periode in Tsjechië niet ontvankelijk te worden verklaard. Beoordeling De rechtbank is van oordeel dat de vordering voor zover deze ziet op de post 'verdiensten Tsjechië' niet ontvankelijk moet worden verklaard. De periode waarin aangeefster werkzaam is geweest voor verdachte in Tsjechië valt niet onder het bereik van de bewezenverklaring en er is daarom geen rechtstreeks verband tussen deze schade en het bewezen verklaarde. De rechtbank is van oordeel dat de overige gestelde materiële schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die voor wat betreft dit gedeelte niet dan wel onvoldoende door de raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar. De rechtbank gaat daarbij uit van de berekening zoals deze is gemaakt door de politie in het kader van het financieel onderzoek, te vinden op pagina 472 e.v. van het dossier. Hierbij is uitgegaan van een periode van drie maanden, derhalve een zelfde periode als door de rechtbank bewezen is verklaard. De materiële schade bedraagt, zo volgt uit deze berekening, ,60. De rechtbank zal dit bedrag dan ook toewijzen. De rechtbank is voorts van oordeel dat de immateriële schade gedeeltelijk voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met het door verdachte gepleegde strafbare feit, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. Het gevorderde bedrag is niet enkel gebaseerd op de periode dat aangeefster in Groningen werkzaam was, maar ook op de periode dat zij in Tsjechië voor verdachte heeft gewerkt. Met de Tsjechische periode kan de rechtbank geen rekening houden bij de beoordeling van de schade, nu dit niet onder het bereik van de bewezenverklaring valt en daarom geen rechtstreeks verband houdt met het bewezen verklaarde. De rechtbank acht voor de bewezen verklaarde periode een bedrag van 5.000,-- redelijk en billijk, hetgeen in lijn is met uitspraken in vergelijkbare zaken. Voor het overige zal de rechtbank aangeefster op dit punt niet ontvankelijk verklaren in haar vordering. In totaal komt de rechtbank tot toewijzing van de vordering tot een bedrag van ,60, bestaande uit ,60 aan materiële schade en 5.000,-- aan immateriële schade. Voor het overige zal de rechtbank aangeefster niet ontvankelijk verklaren in haar vordering. De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank zal het toe te wijzen bedrag niet bij wijze van voorschot opleggen nu dit niet past in het wettelijk systeem.
15 De rechtbank zal ook de door de officier van justitie gevorderde wettelijke rente niet toewijzen, nu de benadeelde partij zelf deze rente niet heeft gevorderd en de officier van justitie geen partij is bij de vordering die volgens de regels van het civiele recht moet worden beoordeeld. Tot slot veroordeelt de rechtbank verdachte in de kosten voor rechtsbijstand, tot op heden begroot op 750,--. Toepasselijke wettelijke voorschriften De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36f, 57 en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde. DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT: Verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar. Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij. Veroordeelt verdachte tot: een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden. Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering voorlopige hechtenis en uitleveringsdetentie doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht. Beslissing op de vordering van de benadeelde partij (m.b.t. het onder 1 bewezen verklaarde) Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van ,60 (zegge: dertigduizendnegenhonderdvijfentachtig euro en zestig cent). Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet ontvankelijk is in haar vordering en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht. Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op 750,- -. Legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], te betalen een bedrag van ,60 (zegge: dertigduizendnegenhonderdvijfentachtig euro en zestig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 189 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit ,60 aan materiële schade en 5.000,-- aan immateriële schade. Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de staat van dit bedrag komt te vervallen. Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. Agema, voorzitter, mr. M.J.B. Holsink en mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, rechters, bijgestaan door mr. A.J. van Baren, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 juli 2014.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2577
ECLI:NL:GHARL:2015:2577 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Strafrecht Parketnummer: 21-008157-13 Datum uitspraak: 9 april 2015 Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:4039
ECLI:NL:RBGEL:2013:4039 Uitspraak RECHTBANK GELDERLAND Team strafrecht Zittingsplaats Zutphen Meervoudige kamer Parketnummer: [jw.sys.1.verdachte_1_parketnummer]05/860948-13 Uitspraak d.d. 22 oktober 2013
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:1473
ECLI:NL:RBNNE:2017:1473 Instantie Datum uitspraak 20-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/830019-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125
ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2125 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-01-2012 Datum publicatie 27-01-2012 Zaaknummer 06/850686-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002
ECLI:NL:RBMAA:2011:BP5002 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 16-02-2011 Datum publicatie 17-02-2011 Zaaknummer 03-702714-08 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884
ECLI:NL:RBZUT:2011:BT8884 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 21-10-2011 Datum publicatie 21-10-2011 Zaaknummer 06/940112-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2007:BB8355
ECLI:NL:RBASS:2007:BB8355 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 20-11-2007 Datum publicatie 21-11-2007 Zaaknummer 19.830186-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:3064
ECLI:NL:GHARL:2014:3064 Instantie Datum uitspraak 15-04-2014 Datum publicatie 15-04-2014 Zaaknummer 21-000541-12 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek
ECLI:NL:GHDHA:2015:80 Uitspraak Rolnummer: 22-002584-14 Parketnummers: 10-750263-13, 22-003524-12 (TUL) en 22-004272-11 (TUL) Datum uitspraak: 27 januari 2015 TEGENSPRAAK Gerechtshof Den Haag meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:1805
ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieHet hoger beroep De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
ECLI:NL:GHARL:2015:7181 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 25-09-2015 Datum publicatie: 25-09-2015 Zaaknummer: 21-004143-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:3340
ECLI:NL:RBOVE:2015:3340 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 09-07-2015 Datum publicatie: 13-07-2015 Zaaknummer: 08.963556-14 (LP) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:3990
ECLI:NL:GHDHA:2016:3990 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 23-06-2016 Datum publicatie 04-01-2017 Zaaknummer 22-004558-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Vindplaatsen
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2016:935
ECLI:NL:GHDHA:2016:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 31-03-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer 22-004068-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2016:10161
ECLI:NL:RBROT:2016:10161 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-11-2016 Datum publicatie 13-01-2017 Zaaknummer 10/710336-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356
ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ2356 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 22-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 24-000037-11 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBLEE:2010:BO9043, Meerdere
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2016:5552
ECLI:NL:RBNNE:2016:5552 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 19-12-2016 Zaaknummer 18-730123-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg -
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:709
ECLI:NL:GHAMS:2016:709 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2016 Datum publicatie 23-03-2016 Zaaknummer 23-001797-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieGERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA ZITTINGSPLAATS BONAIRE STRAFVONNIS in de zaak tegen de verdachte: [verdachte]., geboren op [geboortedatum] 1994 in Curaçao, wonende te [adres]
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2014:2715
ECLI:NL:RBROT:2014:2715 Uitspraak Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 09-04-2014 Datum publicatie: 09-04-2014 Zaaknummer: 10/750175-11 Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken,
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BR5599
ECLI:NL:RBASS:2011:BR5599 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 23-08-2011 Datum publicatie 23-08-2011 Zaaknummer 19.810178-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715
ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7907 Instantie Datum uitspraak 30-11-2010 Gerechtshof Leeuwarden Datum publicatie 20-12-2010 Zaaknummer 24-001016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2015:5690
ECLI:NL:RBMNE:2015:5690 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 14-07-2015 Datum publicatie: 17-08-2015 Zaaknummer: 16-994267-14 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Uitspraak RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2010:BN9788
ECLI:NL:RBALK:2010:BN9788 Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak: 07-10-2010 Datum publicatie: 08-10-2010 Zaaknummer: 14.810141-07 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2015:10245
ECLI:NL:RBAMS:2015:10245 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 25-11-2015 Datum publicatie 23-06-2017 Zaaknummer 13/845106-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116
ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ1116 Instantie Datum uitspraak 27-01-2011 Datum publicatie 13-04-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-000016-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2014:2799
ECLI:NL:RBNNE:2014:2799 Uitspraak Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak: 05-06-2014 Datum publicatie: 05-06-2014 Zaaknummer: 18/670632-11 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575
ECLI:NL:GHSGR:2011:BR4575 Instantie Gerechtshof 's-gravenhage Datum uitspraak 09-08-2011 Datum publicatie 10-08-2011 Zaaknummer 22-000623-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:1041
ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieVonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige kamer voor strafzaken,
ECLI:NL:RBLIM:2013:5859 Uitspraak RECHTBANK Limburg Zittingsplaats Maastricht Strafrecht Parketnummer : 03/993017-11 Datum uitspraak : 17 september 2013 Tegenspraak Vonnis van de rechtbank Limburg, meervoudige
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7744
ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:2624
ECLI:NL:RBNNE:2017:2624 Instantie Datum uitspraak 17-07-2017 Datum publicatie 19-07-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18-830277-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2012:BW7835
ECLI:NL:RBASS:2012:BW7835 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 08-06-2012 Datum publicatie 08-06-2012 Zaaknummer 19.830044-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:4611
ECLI:NL:GHARL:2013:4611 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer: 24-002670-09 Uitspraak d.d.: 1 juli 2013 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2017:1213
ECLI:NL:GHAMS:2017:1213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-03-2017 Datum publicatie 10-04-2017 Zaaknummer 23-000918-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BM5215 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BM5215 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 21-05-2010 Datum publicatie 27-05-2010 Zaaknummer 24-002849-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2012:BW6312
ECLI:NL:RBASS:2012:BW6312 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 23-05-2012 Zaaknummer 19.605400-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369
ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3959
ECLI:NL:GHDHA:2014:3959 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 2200224312 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AX3957
ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 16 februari 2017 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2017:1898 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2017 Datum publicatie 24-05-2017 Zaaknummer 23-002215-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2014:7911
ECLI:NL:RBAMS:2014:7911 Instantie: Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak: 21-11-2014 Datum publicatie: 06-01-2015 Zaaknummer: 13-730021-13 Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg- meervoudig Uitspraak Vonnis
Nadere informatievonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
ECLI:NL:RBNNE:2014:830 RECHTBANK NOORD-NEDERLAND Afdeling strafrecht Locatie Groningen parketnummer 18/850452-13 vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 20 februari 2014
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:3298
ECLI:NL:RBROT:2017:3298 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 03-03-2017 Datum publicatie 06-06-2017 Zaaknummer 10/090568-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:264
ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2013:320
ECLI:NL:RBOVE:2013:320 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 22-04-2013 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 07-681022-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 2 februari 2016 TEGENSPRAAK Promis
ECLI:NL:GHARL:2016:10657 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 02-02-2016 Datum publicatie 15-05-2017 Zaaknummer 21-002071-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:789, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:551
ECLI:NL:RBDHA:2017:551 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12-01-2017 Datum publicatie 26-01-2017 Zaaknummer 09/842579-16 en 10/178688-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:CA1193
ECLI:NL:GHARL:2013:CA1193 Instantie Datum uitspraak 12-02-2013 Datum publicatie 28-05-2013 Zaaknummer 21-004366-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2015:7578
ECLI:NL:RBNHO:2015:7578 Instantie Datum uitspraak 03-09-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer 15/871690-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM parketnummer: X uitspraak: 21 juli 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572
ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatiearrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3838
ECLI:NL:GHDHA:2014:3838 Instantie: Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak: 13-11-2014 Datum publicatie: 28-11-2014 Zaaknummer: 22-000767-14 Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Uitspraak
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992
ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)
Nadere informatiegewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam
Nadere informatieHet hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Hof Amsterdam 19 januari 2011, nr. 23-001234-09 VERKORT ARREST VAN HET GERECHTSHOF AMSTERDAM gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Haarlem van 16 december 2008 in de
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:9416
ECLI:NL:GHARL:2014:9416 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 04-12-2014 Datum publicatie: 17-12-2014 Zaaknummer: 21-005710-13 Formele relaties: Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2013:1485
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:2351
ECLI:NL:GHDHA:2014:2351 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 14-07-2014 Datum publicatie 14-01-2015 Zaaknummer 22-003067-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2012:BX2401
ECLI:NL:RBZUT:2012:BX2401 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 24-07-2012 Datum publicatie 24-07-2012 Zaaknummer 06/865052-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:5140
ECLI:NL:RBOVE:2016:5140 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 15-12-2016 Datum publicatie 27-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 08/963658-14 (LP) (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2015:1985
ECLI:NL:RBOVE:2015:1985 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-04-2015 Datum publicatie 20-04-2015 Zaaknummer 08/951389-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2013:7844
ECLI:NL:RBMNE:2013:7844 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 12-09-2013 Datum publicatie: 01-05-2014 Zaaknummer: 16/800236-12 (P) vonnis van de meervoudige strafkamer van 12 september
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696
ECLI:NL:RBZUT:2008:BD0696 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 06/460549-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatie