Samenwerking in beeld. CJG Bloemendaal en Opvoedpoli Haarlem

Transcriptie

1 Samenwerking in beeld CJG Bloemendaal en Opvoedpoli Haarlem

2 Inleiding: samenwerking CJG Bloemendaal met de Opvoedpoli De Opvoedpoli is een samenwerking aangegaan met het CJG in maart De afspraak is dat de Opvoedpoli de coördinatie regelt van alle opvoed -en opgroeivragen die binnenkomen binnen het CJG. Na aanmeldingen start de Opvoedpoli direct met een passende hulpverlener. De Opvoedpoli heeft alle noodzakelijke disciplines in huis (gedragswetenschappers, orthopedagogen en psychologen, spel/creatief/emdr/systeem therapeuten, gezinscoaches, mediator, psychiater) zodat afhankelijk van de vraag direct hulp geboden wordt door een hulpverlener die specifieke kennis in kan zetten. De Opvoedpoli biedt in samenwerking met het CJG gemiddeld vijf gesprekken per traject. Indien er na die vijf gesprekken meer hulp nodig is, krijgt de cliënt de keuzemogelijkheid of men hulp voortgezet wil krijgen vanuit de Opvoedpoli. Op dat moment neemt de Opvoedpoli de zorg over van het CJG en wordt het een cliënt van de Opvoedpoli. Aanmeldingen per maand De Opvoedpoli houdt een overzichtje bij van de hoeveelheid aanmeldingen per maand. In het bijgevoegde overzicht is zichtbaar hoeveel aanmeldingen er gedurende de pilot zijn geweest. Duidelijk wordt uit de cijfers dat er gemiddeld tussen de 10 en 14 aanmelding zijn vanuit het CJG. Met een totaal aantal aanmeldingen van 115 in het afgelopen jaar. De eerste maand was het een rustige start. Toen bekend werd hoe de Opvoedpoli werkt, is er een groter aantal cliënten aangemeld. In de zomer zat er een rustperiode in, hetgeen logisch is vanwege de zomervakantie. Met de aanvang van het nieuwe schooljaar, bleken ook de Bloemendaalse scholen ons te kunnen vinden. 2

3 Verdeling naar Leeftijd De Opvoedpoli houdt bij hoe oud de cliënten zijn die aangemeld worden bij het CJG. Rond de leeftijd van 10 jaar is er een piek zichtbaar. Ook kinderen van 8 en 11 jaar worden vaak aangemeld. Duur van de trajecten Positief is het om te zien dat 71 cliënten voldoende hebben gehad aan het gemiddelde van vijf trajecten binnen de zorg van de gemeente. Uiteindelijk zijn 44 cliënten verder gegaan met hulp van de Opvoedpoli op kosten van de zorgverzekering. Specialisme van de hulpverlener Deze uitdraai toont aan dat de hulp van de orthopedagogen het meeste is ingezet in Bloemendaal. Kennelijk is er in Bloemendaal meer vraag naar orthopedagogische hulp/ kwaliteit. De orthopedagoog/psycholoog wordt vaak ingezet bij vragen over gedragsprobleem dan wel gedragsstoornissen bij kinderen. Zij gaan in gesprek met ouders, doen een observatie op school en indien nodig wordt er verdere (GGZ) hulp ingezet om bijvoorbeeld een diagnostisch traject op te starten. Naast de orthopedagogen/psychologen wordt er hulp uitgevoerd door de gezinscoaches. De gezinscoaches richten zich vooral op (preventieve) pedagogische vragen, zoals opvoedstijlen, zoals ouders op één lijn laten zitten in de opvoeding en handvatten voor bijvoorbeeld gedragsproblemen. 3

4 Ook is te zien dat er over sommige trajecten contact is met of ook uitvoerend werk wordt gedaan door de GZ-psychologen (hoofdbehandelaren). Inzet en gebruik van uitvoerende uren De gemeente Bloemendaal wilde graag dat er zo min mogelijk werd gesproken over cliënten, en zoveel mogelijk werd gepraat, geholpen, begeleid en uitgevoerd werd met cliënten. Uit dit beeld kunnen we opmaken dat dat doel bereikt lijkt te zijn. De meeste uren (450 uur) die de Opvoedpoli heeft ingezet zijn direct naar de uitvoering van de hulpverlening gegaan. Het is ook het streven van de Opvoedpoli om altijd zorg te bieden mét de cliënten, niet over de cliënten en ook niet cliënten door te verwijzen. Aanmeldvragen Er is een bestandje toegevoegd met de inhoud van de aanmeldingen. Deze zijn uiteraard geanonimiseerd. Conclusie Overall kan gezegd worden dat er een duidelijk beeld ontstaat van de samenwerking tussen het CJG Bloemendaal en de Opvoedpoli. Cliënten worden direct geholpen en zij krijgen direct een passende hulpverlener zodat men niet doorverwezen hoeft te worden. Er zijn gemiddeld 10 aanmeldingen per maand. De uitvoering van hulp is met name gedaan door gedragswetenschappers en gezinscoaches. Ouders melden meestal kinderen aan rond de leeftijd van tien jaar. 4

5 Bijlage: Aanmeldvragen maart tot oktober 2012 Vader belt. Zijn dochter A. heeft veel problemen in gedrag. Ze heeft een zeer grote mond, er is nooit iets goed en steeds weer commentaar. Haar gedrag beïnvloed haar functioneren op veel levensgebieden. In ze zomer heeft ze 2 weken huisarrest gehad omdat zij een armband van de moeder van een vriendinnetje gestolen had. Na de straf stal ze weer wat van ouders. Op school gaat het niet goed. Ze presteert onder en er zijn gedragsproblemen. Ze doet alleen wat ze leuk vind. een rijtje sommetjes maken is erg moeilijk voor haar. Ze is erg snel afgeleid. School heeft onderzoek laten doen door de school begeleidingsdienst en die denken aan ADHD. Ouders zijn verwezen naar de Bascule. Daar hoorde ze dat er een wachttijd is van 7 maanden. Wel mochten ze alvast de formulieren invullen. In haar contact met leeftijdgenoten gaat het ook niet goed. Vader geeft aan nog maar weinig rek te hebben. Het wordt hem soms wel veel. A. is een 5 jarig levendig kind met een grote wilskracht. Zij is fel en weet wat ze wil. Zij is onstuimig, linkshandig en humoristisch. Als ze echter haar zin niet krijgt kan ze vastlopen in haar boosheid. Vader is ook driftig en dat kan samen nog wel eens knallen. Er is te veel geschreeuw in huis. Moeder geeft aan dat A. voor veel emoties zorg bij de rest van het gezin. Ze drijft erg haar zin door en dat gaat steeds meer over onredelijk eisen. Zo wilde ze laatst haar haar zwart verven. dat mocht niet en dan gaat zij uit haar dak, krijsen gillen enz...zij geeft zelf aan niet boos te willen worden en zij is er ook erg verdrietig over als het weer gebeurd. Dan is zij ontroostbaar. Het is dan allemaal haar schuld. De ouder zus is veel rustiger en meer een bemiddelaar. Zij heeft veel last van de conflicten en speelt soms het ideale kind om te compenseren. Zij doet zichzelf te kort. A is 16 jaar en heeft ADHD, hier slikt hij op schooldagen Ritalin voor A. is een periode ontzettend moe geweest, zo moe dat hij 1,5 jaar niet naar school kon. Na veel onderzoeken door heel Europa, heeft een neuroloog in Ede vastgesteld dat A. lichaam de hele dag door melatonine aanmaakt waardoor hij dus continu moe is. Toen dat bekend werd, zijn ouders in de weer gegaan met zijn dag en nachtritme waardoor dit nu weer op de rails ligt. A.zit in 3 VMBO-T en heeft de 3de klas overnieuw moeten doen. A. geeft aan ouders aan dat hem niks lukt en dat alles tegen zit. Het gezin heeft nog een dochter van 12 jaar; moeder noemt haar een heel gevoelig meisje en zij hangt erg aan moeder. Dochter wil pleasen om het maar gezellig te houden thuis. Verder gaat het wel goed met haar en loopt ze overal rustig doorheen (VMBO-T advies) Moeder belt om haar zoon A. aan te melden. A. gaat naar de school gr5. In gr 3 is A.naar deze school gegaan vanwege een verhuizing. Het bleek dat hij een achterstand had; op zijn vorige school was er minder aan voorbereidend lezen gedaan. A. werd onzeker op school. nu gaat dat een stuk beter. Wat opvallend blijft is de moeite die A. heeft met concentreren. Hij kan heel dromerig en rommelig/chaotisch zijn. Moeder benoemt dat ze soms 10x iets moet herhalen voordat het binnenkomt. Of dat hij opdrachten onderweg vergeet, staat dan bijvoorbeeld zonder schoenen buiten. Op school is er een handelingsplan; A. krijgt bijv. meer deeltaken en er zijn observaties geweest. Er zijn vermoedens van dyslexie (vader en broer hebben ook dyslexie). met name de automatiseringsvaardigheden zijn zwak. A. houdt wel van lezen. Thuis gaat het oke, A is vrolijk maar kan ook woede-uitbarstingen hebben. deze zijn wel goed te begeleiden geeft moeder aan. A. is de jongste van 4kk. Hij heeft voldoende vrienden. Margreet Vink, verpleegkundige bij CJG meldt het gezin aan: (ouders van A. e B tweeling ) gaan uit elkaar. Ze willen graag hulp mbt hoe ze dit het beste kunnen aanpakken. Graag ook hulp voor financiële afspraken. Vanaf juni heeft vader een andere woning.zowel vader als moeder willen graag mediation. Moeder heeft sinds 2,5 jaar een burn-out en is nu aan de beterende hand. Sinds moeder met deze problemen kampt, zijn de kinderen erg dominant en lopen over moeder heen. Straffen levert geen resultaat op. Moeder geeft aan altijd een beetje te lief te zijn geweest, maar nu heeft ze het niet meer in de hand. De kinderen bepalen wat er gebeurt. Op school zijn er geen echte problemen met de 5

6 kinderen. Moeder belde. Dochter vertoond problemen met haar gedrag. Schreeuwt tegen ouders, rot op, ga weg, jullie zijn mijn ouders niet, enz... Zij heeft tot 6 jaar bij haar oma gewoond. Sinds dien weer bij ouders. School gaat ook niet zo goed. Begonnen op VWO, naar Havo, nu VMBT-T. Ze vind dat ze slechte ouders heeft. Oma vind ze wel goed om bij te wonen maar dat wil ze niet want daar hebben ze geen laptop. Recent ook gespijbeld en toen was ze naar Amsterdam geweest. Ze wil een Blackberry en dan zal ze lief zijn. Moeder belde samen met de IB-er van de school. Op school en thuis zijn er grote gedragsproblemen bij A. te zien. Hij gaat snel in de aanval bij aanspreken en kan verbaal en soms fysiek agressief zijn. volgens moeder is hij erg onzeker en overschreeuwt hij zichzelf. Hij laat al behoorlijk pubergedrag zien. Hij is erg onzeker en heeft een lage frustratie tolerantie. Hij heeft therapie gehad bij 'steuntje in de rug'. Ook nu heeft hij weer therapie daar. School geeft aan dat hij extreme gedragsproblemen heeft. Hij is moeilijk te begeleiden. Op de vorige school is hij verwijderd en hij zit nu voor enkele maanden op de school. Kind met gedragsproblemen thuis en op school. Misschien ADHD. Vooraanmelding gedaan door jeugdarts. Omdat ouders er helemaal doorheen zaten. Machteld heeft kind moeten troosten, want ouders deden dat niet gaf Machteld aan.. Manja heeft daarna met vader gesproken; vader benoemt dat A. zijn grenzen elke keer overschrijd en hij wil graag advies in hoe hij dit beter kan aanpakken. A. heeft een jonger broertje van 2 jaar. A. gaat naar de..school in ijmuiden. Ouders willen graag hulp om de opvoedsituatie te verbeteren. Vader benoemt dat de arts aan adhd denkt, ouders hebben een vragenlijst ingevuld en daar kwamen aanwijzingen voor adhd naar voren. Vader denkt hier zelf niet direct aan maar ziet wel dat A. heel druk is. Vader heeft een aantal vragen omtrent dyslexie welke bij A. gediagnosticeerd is, over schoolkeuze en hoe in gesprek te gaan met school. Mdr komt CJG binnen lopen, is verwezen naar de locatie door IB van school. A. is 10 jaar. Zij heeft een pittig temperament, momenteel is ze erg boos, schreeuwt thuis veel. Kattig reageren en continu om negatieve aandacht vragen. Op school laat A. dit ook zien, moeite met autoriteit en wil haar zin doordrijven. Zij kijkt op tegen haar zus die gymnasium doet. School noemt dat A. het cognitief goed aan lijkt te kunnen, noemen concentratieproblemen en fladderigheid. A. heeft een laag zelfbeeld, 'niemand houdt van mij'. Suïcidale gedachten en heeft gedreigd onder een auto te lopen. A. heeft eczeem en kan extreem krabben waardoor ze wondjes krijgt. A. heeft altijd motivatieproblemen gehad op school; ze wil niet werken ondanks dat zijn haar resultaten prima. A. is wel altijd wat trager geweest dan haar klasgenoten, ze heeft veel aansturing nodig. Mdr herkent A. in oudere dochter maar die gaat er relaxed mee om. Moeder belde. Haar zoon wil niet meer naar school. Hij gaat veel te weinig naar school. Hij gaat alleen als het hem uitkomt. Hij zit op de school omdat hij het te bont maakte op het Haarlemcollege. Leerplicht is ingeschakeld en HALT hangt boven zijn hoofd. Moeder en zoon kunnen samen moeilijk communiceren. Volgens moeder gebruikt hij geen drugs. Hij is, als hij niet naar school is hij de gehele dag aan het gamen. Hij gaat ook wel veel naar buiten. Ouders zijn 8 jaar gescheiden. Er is wel contact met de vader maar erg ongeregeld. Moeder belt. Ze wil een IQ test en een persoonlijkheidsonderzoek. en evt dyslexie onderzoek. Ik vraag wat het gedrag van A. is en de omstandigheden. Ouders hebben beide gezag. Moeder belt. A. zit op school. Moeder is 5 jaar geleden weggegaan bij haar ex. Het was een slepende scheiding. Zeer vertrouwelijk, mag niet vader gezegd worden!!, hebben de kinderen veel meegekregen. vader heeft moeder mentaal/psychisch mishandeld. De kinderen gaan nog steeds naar vader toe. 1x in de twee weken lang weekend en op maandag. Kinderen zijn bang voor vader. De oudste van 11 slaapt heel slecht, en A. zegt 'ik wou dat papa niet bestond'. ze hebben psychisch hulp nodig. 6

7 A. valt op in de klas, grensoverschrijdend gedrag naar leraren toe, storend (clownesk) gedrag in de klas. Op school loopt zij vast, vader moet haar vaak vanwege grensoverschrijdend gedrag ophalen. A. heeft een groeiachterstand en is hartpatiënt, slikt vanaf de kerstvakantie groeihormonen, heeft beneden gemiddeld IQ. A. laat vanaf december meer (opvallende) gedragsproblemen zien. Ouders erkennen de problemen, hebben via JGZ Bloemendaal al 5 keer triple p ondersteuning gekregen. A. is 5 keer gezien door psycholoog. School ziet na deze interventies geen afname gedragsproblemen. Vader benoemt dat A. faalangst heeft en hierdoor recalcitrant gedrag laat zien. Thuis eist zij veel aandacht op. De vaste au-pair van het gezin is na 12 jaar gestopt. Vader benoemt dat A. wellicht te veel verwend is hierdoor 'ontregelt' is. Moeder en stiefvader melden A. aan Zij hebben grote problemen met A., ze luistert niet, houdt zich niet aan afspraken en is brutaal. Moeder en stiefvader willen dat A. leert luisteren. Zij willen dat het gezin (Moeder, stiefvader, tweelingzus n halfbroertje 2jaar) er buiten worden gehouden. A. is als een van een drieling geboren. Een zusje is bij de geboorte overleden. Haar tweelingzus is heel anders. A. doet VMBO, A. doet VWO. A. luistert goed en voegt zich in het gezin. Biologische vader woont niet op zichzelf en heeft afgelopen 10 jaar geen betrokkenheid bij de opvoeding getoond. Moeder is momenteel zwanger van een tweede kind van haar en stiefvader. Stiefvader geeft aan ADHD te hebben en daardoor een moeilijke jeugd. Door structuur en regelmaat heeft hij alles nu onder controle. A. verstoord dit nu. Moeder meldt A. aan. A. moet leren dat ze niet de baas is. Ze speelt graag moeder voor haar twee jongere broertjes ( 15 maanden en 10 weken) als moeder zegt niet je broertje wakker maken doet ze het toch. Ze wil ook de baas spelen over moeder, ze wil bepalen hoe het gaat thuis. Ze wordt boos als ze wordt gecorrigeerd. A. helpt graag anderen maar vergeet haar eigen werk te doen. Als je daar iets van zegt krijg je een grote mond. Ze zegt als ik het niet wil dan doe ik het niet. Zo ook met de cito toets, daar kwam niks van terecht. Ze kan wel goed leren, lezen gaat prima, maar ze doet het niet. Op school is al gewerkt met beloning maar dat hielp niet. Moeder belt: zij wil graag advies in hoe zij haar zoontje A. (2006) en dochter B. positiever kan opvoeden. De kinderen gaan naar de..school, op school gaat het goed. Moeder staat alleen voor de opvoeding. Vader heeft wel gezag over dochter maar wil niets mee te maken hebben. A. en B. gaan 5dg per week naar de BSO; de bso maakt zich zorgen. A. maakt een gespannen indruk. Moeder herkent dit en denkt er al veel over na hoe ze de sfeer thuis meer ontspannen kan maken, wil hier graag hulp in. Moeder is zelf ook gespannen en vaak gehaast bij het ophalen van de kk bij de BSO (' heeft weerslag op de kinderen'), dan thuis eten koken en soms gaat A. hierdoor te laat naar bed. Moeder voelt zich weinig gesteund, wil geen hulp vragen bij vrienden of fam. want die hebben ook hun eigen zorgen. Moeder benoemt dat zij in haar werk ook consequent en positief moet zijn maar dat dit soms bij haar eigen kinderen erg lastig is. Verder begint B. te puberen. Geachte mevrouw, De problemen in de scheiding zijn op de spits gedreven. Misschien kunt u helpen of adviseren. CJG belt haar op: sinds februari is er gedwongen mediation via de rechtbank opgestart. De mediator heeft het teruggeven omdat mediation onmogelijk is. Volgens moeder houdt vader zich niet aan afspraken. Er zijn 2 kk: zoon v 15 jaar (ASS) en dochter van 16 jr. Wonen bij ex in Aerdenhout. Ouders hebben beide gezag. Moeder benoemt dat de kinderen haar uitschelden en beïnvloed worden door vdr. Ze moesten laatst bij moeder spioneren en inbreken. Ex heeft gezegd: 'ik maak je stuk'. En hij doet er alles aan om de kinderen bij moeder weg te houden. Moeder is zowel emotioneel als lichamelijk door vader mishandeld. Hulpvraag van moeder is om beter contact met haar kinderen te krijgen en de band beter te laten orden. Over een paar maanden zal een rechtszaak volgen n.a.v. het gestopte mediation traject. Moeder komt het CJG binnen. Ze heeft zorgen over haar dochter A., 9 jaar, school. Gezin bestaat uit vader, moeder, zus, broer, A. en broertje. Vanaf dat A. een peuter is maakt moeder zich zorgen. A. heeft veel moeite om contact met anderen te maken. Ze is rigide in regels en is weinig flexibel in haar denken en gedrag. Bijvoorbeeld als ze een conflictje met haar broer heeft ziet A. geen oplossingen, ze ziet geen uitweg. Dit gedrag komt ook op school naar voren. A. kan verdriet hebben dat het haar niet 7

8 lukt om contacten te leggen, maar aan de andere kant kan ze ook heel ongeïnteresseerd zijn. Moeder benoemt dat ze wellicht onvoldoende inzicht heeft in sociale situaties. A. heeft een jaar begeleiding psycholoog.ze hebben gewerkt aan het sociale inzicht maar het heeft niets geholpen volgens moeder. De psycholoog heeft aangegeven kenmerken van ASS te zien. Eind groep 4 is er een WISC afgenomen. A. zit in groep 6 op de..school. Eerder is onderzoek gedaan bij de RIAGG en hier kwam ADHD uit. Moeder is hier niet tevreden over; slechte terugkoppeling en haar haar lot overgelaten. Moeder ziet dat A. echt vastloopt en wil hulp thuis en een stuk aanvullende diagnostiek. IB belt op. A. zit sinds twee weken in groep 4. Hij komt van de school, maar is verhuisd naar Overveen. In de klas valt op dat A. vaak met zijn hand in zijn broek aan zijn piemel zit te friemelen. Iber heeft met ouders erover gesproken en die herkennen dit. Thuis zeggen ze dat hij het niet moet doen en hier is het geen probleem. A. stopt ermee als de leerkracht naar hem kijkt, weet dat het niet mag. IB-er maakt zich zorgen, leerkracht heeft aangegeven 'orgastische schokken' bij A. te zien. Ik bespreek met Ib-er dat een verhuizing en wisseling van school veel spanning met zich mee kan brengen en dat dit A. zijn manier kan zijn om even te 'voelen' of ontladen (normaliseren v gedrag). Daarnaast was er vanuit de school al IQ onderzoek geadviseerd; waarschijnlijk discrepantie tussen taal en rekenen. Ook motoriek lijkt zwak. Moeder komt het CJG binnen: A. volgt onderwijs op het Haarlem college, VMBO praktische leerweg. Hij heeft dyslexie. A. doet nu het 3e jaar voor de 2e keer. Op school gaat het niet lekker; de klas waar hij in zit is heel druk, slechte sfeer. School geeft aan dat als A. er is, hij heel passief en weinig gemotiveerd is. A. geeft thuis vaak aan ziek te zijn. Heeft vaak hoofdpijn en buikpijnklachten. Er is dan strijd om hem naar school te krijgen. Hij heeft nu een aantal keer verzuimt (ziek thuis) en moeder heeft straks een gesprek met leerplicht. A. zijn cijfers zijn allemaal net aan voldoende. Moeder benoemt dat A. gesloten is en dat ze weinig contact met hem krijgt. Hij wil nergens over praten en als ouders doorvragen wordt hij geïrriteerd. Ouders weten niet goed wat er in hem omgaat. Deden voorheen vaak leuke dingen samen maar A. wil niet veel meer. Ouders hebben wel goed zicht op zijn vrienden etc. Soms is A. zijn stemming goed. CJG Heemstede meldt gezin aan. CJG doet 'stevig ouderschap' in dit gezin. Gezin bestaat uit vader, moeder en zusje (2005). Er is bij ouders onderling wantrouwen naar elkaar, dit levert stress op. Ook, volgens CJG Heemstede, sprake van huiselijk geweld. Ouders willen graag hulp. Verder betrokken: AMW, helpt met fanancien op orde brengen. Wijkverpleegkundige, kinderarts. Met de kk gaat het goed, is wel spanning thuis. Onderzoek naar concentratieproblemen en achterblijvende schoolprestaties. Moeder belt naar CJG. Wil graag info over waar ze terecht kan voor haar zoon A. A. volgt onderwijs op de..school. Heeft een rugzakje. Diagnose is vermoedelijk ADHD. A. is 2 jaar geleden onderzocht bij het Jeugdriagg. School en moeder willen graag medicatie voor A. i.v.m zijn onrustige gedrag. Hij heeft zeer veel moeite met concentreren en komt hierdoor moeilijk tot werken op school. Thuis gaat het goed. Ouders hebben een tijd ouderbegeleiding via OCK gehad. Thuis is nu geen hulpvraag. De vraag is waar moeder (snel) terecht kan voor medicatie zodat ze kunnen kijken hoe de rest van het schooljaar verloopt met medicatie. Ik bespreek met moeder dat A. bekend is bij het jeugdriagg en dat zijn hele dossier daar is, maar dat ik zal bespreken hoe we dit het beste aan kunnen pakken. Moeder belt. Al een tijd gaat het moeizaam met A. op school. Moeder benoemt dat ze het misschien te lang heeft aangekeken. A. laat geen vooruitgang zien met leren op school. Zijn werktempo is erg traag en zijn resultaten zijn zeer wisselend. Hij heeft moeite met instructies verwerken, moet altijd even individueel op gang worden geholpen en heeft in vergelijking met zijn klasgenoten meer herhaling nodig. A. kan erg dromerig zijn en dwaalt vaak met zijn gedachten af. Instructies gaan langs hem heen, dan doet hij bijv. + waar x moet bij rekenen. Hij krijgt deeltaken en vaak wordt een werkje op A4 voor hem afgedekt tot een half a4-tje (minder afleiding) School heeft aangegeven dat het 8

9 waarschijnlijk niet aan zijn capaciteiten ligt en dat hij de lesstof aan zou moeten kunnen. A. laat geen gedragsproblemen zien, gaat met plezier naar school. Thuis is hij wel snel afgeleid. Loopt bijvoorbeeld de deur uit met zijn kleding binnenstebuiten aan. IB meldt aan: A., groep 4. Hulpvraag van de leerkracht (en gedeeld door ouders): wat zijn de cognitieve mogelijkheden van A.? Vragen we teveel van hem? Wat zijn de mogelijkheden om A. aan het werk te krijgen? Is er sprake van dyslexie? Ouders zijn akkoord met het doen van observatie en onderzoek, zij ondersteunen dit van harte. Graag op zo kort mogelijke termijn. A. zijn werktempo is traag en hij is snel afgeleid. Ook thuis. Ouders hebben al veel ondernomen: een cursus 'ik leer anders', een kinesioloog. anderhalf jaar logopedie en daviscounseling. Niets heeft het beoogde resultaat opgeleverd. A. laat geen vooruitgang in het leren zien. Ouders willen weten hoe dat komt. Moeder belt naar CJG. Dochter van 6 jaar oud met slaapproblemen. Elke 5 minuten komt A. haar bed uit. Moeder zegt dat A. verlatingsangst heeft, haar vader heeft het gezin verlaten toen ze 2 jaar was verlaten en heeft nieuwe relatie. Moeder heeft ook nieuwe relatie en met haar partner een zoontje van 9 maanden. Haar zoontje wordt doordat A. steeds haar bed uitkomt ook wel eens verstoord in zijn slaaprust. Ze wil niet meer dat A. bij haar in bed komt slapen. Moeder trekt het nu niet meer, het begint haar echt op te breken. Ze wil heel graag ondersteuning hoe dit slaapprobleem op te lossen. Beloningssysteem heeft ze geprobeerd, maar zonder het gewenste resultaat. Moeder belt, heeft een folder van CJG in de bus gehad en vraagt via die weg hulp. Gezin; vdr (62 jr), moeder, dochter (23 jaar) en zoon A. (16 jr). A. is altijd een onzekere jongen geweest; weinig zelfvertrouwen, faalangst. Altijd beren op de weg zien, met name bij nieuwe dingen ondernemen. Lijkt soms apathisch noemt moeder en wil dan niks meer. Moeder is 1,5 jr geleden voor A. naar het Lorentzhuis gegaan maar de behandelaar daar vond de problemen niet al te ernstig. Moeder vond de communicatie daar slecht verlopen. Moeder noemt dat vader depressieve klachten heeft. Vdr is 62 jaar. A. is een nakomertje. Vader en A. liggen elkaar niet zo goed, moeder geeft aan dat de relatie tussen vader en moeder ook niet optimaal is. Al 2 keer eerder relatietherapie gehad en dit werkt niet. Moeder wil NIET opnieuw relatietherapie. A. zit op Lyceum in 3 VWO voor de 2de keer. Hij heeft moeite met vriendschappen maar heeft nu wel hele leuke contacten op zijn nieuwe hockeyclub. A. zegt soms dingen als 'ik wil de deur uit'. Moeder is 5 jaar gescheiden van de vader van A.. Er is voor de scheiding veel huiselijk geweld geweest. Na de scheiding heeft vader moeder gestalkt. Moeder vertelde dat A. veel gezien heeft o.a. de ruzies tussen ouders, de ramen er uit geslagen, dat vader een pistool op zijn hoofd zetten i.v.m. dreiging van suïcidaliteit en dat oma moeder tot bloedens toe sloeg, enz...a. heeft hulp gehad van het KJTC maar dat heeft niet geholpen. In die tijd was er ook nog steeds dreiging vanuit vader. Uiteindelijk was er wat rust gekomen en ging het beter totdat vader nu opnieuw via een rechtzaak omgang met zijn kind wil. Tot nu was er geen omgang. A. voelt dat aan en daardoor gaat het weer minder met hem. Hij heeft aangegeven het leven niet meer te zien zitten, hoe kan ik zo snel mogelijk dood, wil niet leven. Hij is tegendraads in zijn gedrag. Moeder zoekt naar positieve dingen maar dat lukt niet altijd. School heeft ook zorgen aangegeven. Hij is erg onrustig op school en er is een kort onderzoekje gedaan. Moeder belt op advies van school. Op school worden er problemen gezien met betrekking tot de concentratie, de auditieve verwerking en waarschijnlijk daardoor leerachterstand. Het concentatieprobleem viel ook al op in de kleuterklas. A. zit nu in groep 3 op de school.a. heeft thuis een zwaar jaar achter de rug, doordat ouders het overbuurmeisje in huis hebben genomen, omdat haar moeder zelfmoord had gepleegd. Hierdoor ging er veel aandacht naar het meisje, A. heeft hier duidelijk onder geleden. Nu het meisje uit huis is, lijkt A. ook weer op te bloeien. Op school lijkt er nu ook weer vooruitgang te zijn, maar hij loopt nog wel achter op alle vakken. Sociaal-emotioneel gaat het goed met A. Moeder wil weten of er sprake is van een stoornis of dat A. slechts geleden heeft onder de thuissituatie. A. is altijd al een laatbloeier geweest, ging lopen met 20 maanden en ging laat praten en ook onverstaanbaar, waarvoor hij nu naar de logopedie gaat en fysiotherapie. A. is een 9

10 grote jongen voor zijn leeftijd. Moeder belt op verzoek van School. Er is twijfel om A. over te laten gaan naar groep 5. Er zijn vermoedens van dyslexie. Oudste zoon heeft het ook. Dus ze willen een dyslexie onderzoek. Mdr komt CJG binnenlopen en vertelt over haar dochter van 3,5 A.. Ze is de middelste in het gezin en een slim temperamentvol meisje. Ze heeft 1 oudere zus van 5,5 waar ze tegen op kijkt. A. wil dezelfde dingen kunnen als haar zus en dit lukt haar ook vaak. Moeder noemt dat zij ook het idee heeft dat A. er echt aan toe is om naar de basisschool te gaan. A. heeft hoge pieken en diepe dalen. Ze kan ontzettend boos worden en er is dan geen land mee te bezeilen. Moeder noemt dat ouders al van alles hebben geprobeerd maar 'na 10 keer negeren, raakt je geduld ook wel eens op'. Graag tips en adviezen over andere inzichten, wat doen we goed of niet goed? Moeder komt binnen via CJG, school. A. zit in groep 2 van de BSV. Vanaf geboorte al bijzonder kind. Zeer slim, hecht grote waarde aan structuur, verbaal zeer sterk. Ouders gescheiden vader geeft wel toestemming Moeder meldt A. aan, moeder geeft aan dat A. op gebied van spelling achteruit gaat; cito D naar E, lezen cito E. Rekenen cito A. A. heeft een jaar bijles op school gekregen, extra ondersteuning in de klas. Dyslexie onvoldoende aanwezig. Daan werd vorig jaar gepest, heeft een vriendentraining gehad, gaat nu beter. A. is 9 jaar, moeder vind hem slim en creatief. A. Moeder belt naar het CJG: A. heeft een flinke achterstand wat betreft spelling/lezen. Zij volgt sinds 1 jr onderwijs op de school. Daarvoor school Haarlem Noord. Op school heeft IB een vooronderzoek dyslexie gedaan en hier komen aanwijzingen voor dyslexie naar voren. Moeder heeft zelf het idee dat de basis bij A. nooit goed aangeleerd is. Dat het probleem niet in haar zit, maar dat ze geen adequaat onderwijs heeft gehad. Volgend jaar gaat A. naar gr 7. Moeder maakt zich zorgen over de achterstand die A. heeft m.b.t. lezen en spellen. De ontwikkeling van A. is goed verlopen. Dagen van de week/klokkijken/maanden van het jaar/kleuren zijn nooit een probleem geweest om te leren. Wel heeft A. soms moeite met concentreren, ze is niet heel geïnteresseerd in leren. Het is een sociaal en creatief kind. Bij A. in de klas heeft OOK gezeten ivm pesten in de klas. A. viel daarbij op. Zijn ouders zijn gescheiden, 3 kinderen wonen in ouderlijk huis en ouders vliegen in. Ouders zijn nu ongeveer 1,5 jaar uitelkaar. A. is een slimme jongen. Ouders maken zich zorgen omdat ze zich afvragen in hoeverre A. gevoelig is voor van alles thuis en op school. Zo is moeder haar baan kwijt en maakt A. zich daar zorgen over. A. vraagt op een negatieve manier aandacht. Waar komt dit vandaan? In groep 3 heeft A. een eng filmpje gezien waar hij heel angstig voor is geweest, d.m.v. integratieve therapie was dit vrij vlot over. A. heeft 2 jongere broertjes, soms jaloers omdat zijn broertje sneller vriendschappen sluit en makkelijker contact legt. Eerder SoVa gehad maar dit liep niet omdat A. het lastig vond om zich goed te gedragen in de groep. A. is verbaal erg sterk, goede cijfers op school. Groep 7 vd school. Vader meldt dochter A. aan. Vader geeft aan dat A. flinke driftbuien kan vertonen, Louise kan hier dan niet snel mee stoppen. Ouders letten op omgevingsinvloeden, kijken naar zichzelf. Willen graag tips om met het gedrag van A. om te gaan. Willen A. graag helpen zelf grip te krijgen op haar gedrag/emoties. Gezin is een half jaar geleden uit Hong Kong verhuisd naar Nederland, alle kinderen zijn in H. K. geboren. A. heeft nog een oudere zus (7) en een jongere broer 3,5. A. liet driftbuien ook al voor verhuizing zien, zijn nu heviger, frequenter. Driftbuien doen zich thuis voor, niet op school. Moeder belde vandaag op omdat haar zoontje, wanneer hij uit huis is nog zeer regelmatig te laat naar het toilet gaat. Met name aan het einde van een lange (school)dag wanneer hij na school ook naar de NSO gaat heeft A. het in zijn broek gedaan. A. is thuis de oudste, hij heeft nog een jonger zusje van bijna 1,5 jaar en beide dragen een luier. Als A. thuis is dan draagt hij geen luier en komt het sporadisch voor dat hij te laat aangeeft dat hij naar het toilet komt. In de nacht doen ouders hem standaard wel een luier om die negen van de tien keer de volgende dag vol zit. 10

11 A. is door moeder aangemeld vanwege concentratie en aandachtproblemen. Moeder doet heraanmelding half sept, dat er toch onderzoek moet komen richting ADD/ concentratieproblematiek. Er is IQ onderzoek gedaan omdat moeder dacht aan dyslectie. Uit het onderzoek kwam dat hij verbaal op 122 zit, performaal,90. Hij heeft een vrienden training gedaan. De trainer vond hem eerlijk en zag ook licht autistische neigingen. Naar aanleiding daarvan is er een nieuwe vraag ontstaan voor verder onderzoek. A. is eerlijk en betrouwbaar. Hij kan moeilijk in contact komen met zijn emoties. Hij is vrolijk en open maar kan ook exploderen. Ook op een technisch clubje vonden ze hem bijzonder. Snel boos, kan soms niet stoppen met praten. Moeder wil graag de school buiten het onderzoek houden en zelf bepalen wat ze met school deelt. Moeder wil graag voor 3 augustus onderzoek afgerond hebben, als dat niet kan dan wil ze snel weten wanneer het onderzoek kan starten zodat ze met haar agenda rekening kan houden.. Ouders willen graag onderzoek bij hun zoon vanwege concentratieproblemen en achterblijvende schoolresultaten. Vraag: dochter: A. (2001) heeft al vanaf babytijd opvallend gedrag rond eten. Moeder is zich bewust interactieproblemen in gezin, gaat (na aandringen wijkverpeegkundige) akkoord met meekijken in gezin. Graag stevige coach. Graag al intake contact voor de zomervakantie, vanaf 20 juli gaan ze op vakantie. Na vakantie graag meekijken in gezin. Wijkverpleegkundige geeft aan zich zorgen te maken om meisje, verkeerd patroon ontwikkeld rond voeding, kwetsbare leeftijd. Kijken naar de vraag achter het eetgedrag, naar verhoudingen/verwachtingen in dit gezin. Wat is de winst van het gedrag voor het meisje, hoe wordt dit in stand gehouden. Moeder geeft aan dat er constant strijd is. Staan niet naast elkaar, wil graag naast dochter staan i.p.v. haar opponent zijn. A. zit in grp 7 op de..school. OOK heeft in zijn klas een training gegeven over pesten wat veel gebeurde in de klas. Daarbij werd A. als opvallend ervaren in de zin van dat hij juist niet opviel en weinig ruimte voor zichzelf innam. Bij het invullen van een lijst over zichzelf gaf A. aan wel gelukkig te zijn maar een laag zelfbeeld te hebben. A. is oudste in een gescheiden gezin van 4. A. woont met zijn broertje en 2 zusjes in het ouderlijk huis. Vader en moeder komen om de week invliegen. A. heeft van baby af aan een sterk karakter. Als eerste kind was hij pittig. A. heeft een lief en gevoelig karakter. Ouders noemen een groot verschil tussen A. thuis en A. in onbekende situaties. A. kijkt de kat uit de boom en durft niet goed voor zichzelf op te komen als hij mensen niet kent.. hangt erg aan zijn jongere broertje (20 maanden jonger), die is extravert en maakt makkelijk contact. Soms spelen vriendjes van A. ook met broertje en dat is voor A. niet echt leuk. A. wil graag winnen. Gezin met 6 kinderen. Gezin is een jaar geleden verhuisd vanuit Zwitserland terug naar Nederland. Hebben de afgelopen 6/ 7 jaar in Zwitserland gewoond. Ze hebben 2 kinderen die al op de middelbare school zitten, daar gaat het goed mee. De oudste is net getest en blijkt hoogbegaafd. Ze hebben 3 kinderen op de school. Kinderen vinden het wel lastig op school, ander schoolsysteem, andere taal, vinden het saai, het is heel anders, lastig om de hele dag in hetzelfde lokaal te moeten zitten. Het gezin heeft in het begin in een tijdelijk huis gewoond en zijn net verhuisd naar een vaste woonplek. Nu voelt het ook definitief dat ze in Nederland blijven. Vraag is voor A., zit in groep 5: Heeft het moeilijk met de verandering, verhuizing, andere school, andere taal. Ouders van A. zijn al een tijdje uit elkaar. Vader heeft 2 jaar geen contact gehad, na uitspraak Hoge Raad nu wel contact. In oktober/november mediation gehad. Dit was prettig en nu lijkt er weer behoefte te zijn aan de mediation. Vader komt zijn dochter niet altijd ophalen, komt afspraken niet na. Moeder is moedeloos, aan de ene kant wil vader dochter zien en aan de andere kant gebeuren er vervelende dingen als afspraken vergeten. Moeder denkt dat vader mediation ook wel ziet zitten. A. gaat na de vakantie naar groep 5. Ze heeft een oudere broer van 12 en een jonger broertje van 4. Moeder noemt dat A. een laag zelfbeeld lijkt te ontwikkelen. Op school haalt ze op de methode gebonden toetsen prima cijfers alleen op de Cito's voor technisch lezen en spellen onvoldoendes. IB denkt niet aan dyslexie. Moeder noemt dat A. dingen niet goed lijkt te horen (gehoor is goed). A. pikt 11

12 woorden uit een zin op en maakt er haar eigen verhaal van. Moeder vertelde gister dat ze met het gezin naar Griekenland gaan, dan nemen ze een boot naar een eiland en dan gaan ze daar bij opa slapen. A. vroeg toen gaan we op de boot slapen? Kleinere broertje zei toen 'nee we gaan op het eiland varen'. Dit soort situaties gebeuren vaker waardoor A. zich bewust wordt dat ze niet alles meteen oppikt. Moeder noemt dat ze het geen punt vindt als A. minder slim is maar ze wil wel zeker weten of het daaraan ligt. WMO, belt: gaat om A.. Moeder A. en baby (2012). Moeder is alleenstaand. Ze heeft vanuit WMO 6 maanden huishoudelijke hulp gehad. Dit kan verlengd worden maar moeder heeft afgezegd omdat ze geen geld heeft. Moeder heeft psychische problemen; ze heeft last gehad van een eetstoornis en kan depressieve gevoelens hebben. Moeder is onzeker over opvoeding. Heeft veel vragen en zou willen dat er iemand met haar meekijkt en meedenkt. WMO legt moeder voor wat het CJG kan bieden en belt dan Manja op om aan te geven of het CJG contact met moeder mag opnemen Moeder komt met A. en zijn vier jarig zusje langs op het inloopspreekuur. Nu op school, vecht en maakt ruzie met iedereen, ook thuis. Wil niet werken op school. Is erg negatief in zijn houding. Vindt niks leuk. Zijn moeder wil dat hij weer positief wordt, Mentor van de..school denkt aan cognitieve therapie. Hij heeft ook een broer van 13,5 jaar en een zus van 12 jaar. Hij is geboren in Australië en daarna 5 a 6 keer verhuist. Moeder belt naar aanleiding van een gesprek op school en bij het centrum jeugd en gezin. A. (6jr) laat zowel thuis als op school gedragsproblemen zien; ze heeft een ontzettend kort lontje, kan heel boos worden en doet andere kinderen pijn. Tevens laat zij seksueel gedrag zien dat niet passend is bij haar leeftijd. Zo gaat ze met de jongens mee naar de WC om hun piemel vast te houden en ze te 'helpen' met plassen. Moeder benoemt dat A. gefixeerd is op piemels. Dit gedrag speelt een half jaar. Op school zijn hier gesprekken over geweest en een half jaar geleden was besloten om het 'seksuele' gedrag van A. goed in de gaten te houden. Het wordt echter zorgelijker en school heeft ook aangegeven dat dit niet passend is bij een normale ontwikkeling. Ouders zijn een jaar geleden gescheiden en ervaren veel spanning onderling. A. krijgt dit mee volgens moeder. School heeft tamelijk gepusht zegt moeder, tijdens het gesprek met de schoolarts moest moeder al direct bellen. Dat heeft ze niet gedaan, moeder wilde zelf beslissen en nadenken daarover. Nu wil moeder wel graag dat we meekijken, maar ze wil geen rare onnodige onderzoeken en diagnoses stempelen als dat niet nodig is. School geeft aan dat A. zich vaak raar gedraagt, hij zwaait met zijn handen, maakte rare geluiden, trekt met zijn gezicht. Hij heeft weinig vriendjes. IB belt om een leerling aan te melden. Ze heet A. en heeft al met 'ons ' kennis gemaakt en weet van de afspraak van Gemeente over kinderen van scholen in Bloemendaal. Vandaar haar aanmelding bij CJG voor 5 gesprekken over opvoed en opgroei vragen. en daarna mogelijk door bij Opvoedpoli. Het gaat om A. die de diagnose ppd-nos heeft gekregen na onderzoek bij Jeugdriagg. Hij heeft eerst op het Spalier gezeten en was begin dit schooljaar klaar om de overstap naar regulier onderwijs te zetten. Nu zit hij op de.. school. Het gaat best heel goed met hem. Ze lopen echter tegen een aantal dingen aan en willen hier graag hulp bij. De IB er van school gaat een rugzakje aanvragen bij het rec 4. Zij vraagt daarbij hulp van het rec. 4 zij bieden ook preventief ambulante begeleid van 5 keer op school waarbij ze o.a. helpen met de papierwinkel. Moeder (ouders) wil graag ondersteuning bij de opvoeding van haar oudste zoon. Er zijn veel spanningen in het gezin ook tussen ouders. A. (4 jaar) is erg bepalend. Alles moet op zijn manier. Hij accepteert nauwelijks dat het anders moet en hij laat zich niet dwingen tot dingen die hij niet van plan was te gaan doen. Bijvoorbeeld: tijdens de vakantie was er sprake van een hittegolf. Ouders wilde veel in het zwembad zijn om een beetje af te koelen. A. weigerde om te gaan zwemmen, hij vond dat hij dat al zo vaak had gedaan. A. heeft de hele vakantie niet gezwommen. A. zeurt. Wanneer ouders iets tegen elkaar zeggen wil hij steeds weten wat. Blijft hiernaar vragen. Ouders raken geïrriteerd door het gedrag van A., weten niet hoe ze dit nog op een pedagogische manier kunnen corrigeren. Ouders hebben het gevoel de controle niet meer te hebben en zijn bang dat het escaleert. A.is samen met zijn 12

13 ouders en jongere broertje net terug uit Australie. Heeft moeite met veranderingen, wil graag controle. Heeft last van allergie, soms s nachts benauwd, slaapt om deze reden bij ouders. Ouders zijn voor deze allergie doorverwezen naar kinderarts. Ouders hebben al triple p en VHT gehad. Moeder geeft aan dat vader niet consequent genoeg is. Ouders waren net samen aanwezig. Gaven betrokken indruk. Willen graag hulp; graag iemand die thuis mee kan kijken. A. doubleert om sociaal emotionele reden. Kan enorm boos worden wanneer hij gefrustreerd raakt, controle verliest. Kan soms al boos worden als hij geen toetje krijg. Kan zo boos worden dat hij het benauwd krijgt. Met schoolarts besproken dat het fijn zou zijn om naast een bezoek aan het ziekenhuis voor zijn allergie tegelijkertijd de begeleiding thuis op te starten. Allergie lijkt functioneel voor A. A. vind het lastig om zijn emoties te reguleren, te uiten. Aanmelding wijkverpleegkundige, die net triple P heeft afgerond. Ze belt terwijl ze bij het gezin thuis is. A. is net 5 jaar geworden. A. heeft 2 moeders die vorig jaar gescheiden zijn en beiden een nieuwe vriendin hebben en daar nu mee samenwonen. In de periode dat A. naar de basisschool is gegaan zijn biologische moeder en moeder gescheiden. De scheiding is zonder heftige ruzies verlopen. Beide moeders hebben een huis naast elkaar gekocht maar nu is de tweede moeder bij haar nieuwe vriendin in Bentveld gaan wonen. Er is co-ouderschap geregeld. A. is altijd een introvert en extreem verlegen meisje geweest. Thuis voelt A. zich op haar gemak. Ze praat met luide stem, weet wat ze wel en niet wil en ze kan geregeld ongehoorzaam zijn. Gezin bestaat uit 3 kinderen, jongen van 8 jr, A. van bijna 6 en een jongetje van 2,5 jaar. Ouders hebben in de vakantie besloten dat ze toch om hulp gingen vragen. A. is van nature een pittige tante. Ze is slim en kan thuis brutaal uit de hoek komen. Als het niet gaat zoals zij wil dan maakt ze een groot drama. Ouders hebben verschillende strafmethodes geprobeerd maar niks hielp, nu negeren ouders A. als zij stout doet en dit werkt beter. Moeder geeft aan dat haar 2 zoons het gedrag van A. gaan kopiëren. Ouders willen graag praktische tips; moeder noemde dat ze op een gegeven moment beiden zo tegen de avond opkijken en dan uitgeteld van al het scheidsrechteren naast elkaar op de bank zaten dat ook haar man het een goed idee vind. A. zit in grp 3 op de..school. Pedagogische advisering in t gezin. Graag zou ik een afspraak willen maken i.v.m. onze dochter A. Wij zijn doorverwezen door logopediepraktijk Haarlem Zuid. A. wordt in nov 8 jaar, zit sinds dit schooljaar op de in Overveen. A. heeft dyslexie (duidelijk aanwezig maar er is nog geen dyslectieverklaring) A. is sinds mei 2012 bij de Logopedie en RM (nu via school) Het is voor A. moeilijk om zich te concentreren en vooral op gebied van spelling en lezen kosten haar moeite. Verder wil ze erg graag zelf de controle houden, zodat ze het kan overzien. Graag willen we met A. een weg vinden om het voor haar makkelijker te maken en om ermee om te leren gaan. Hopelijk is er op de vestiging in Bloemendaal een medewerker die ons verder kan helpen met A. GGD belt met zijn moeder. Ze willen graag hulp m.b.t het zelfvertrouwen van A.. A. zit in gr 8 op de..school. Het gaat eigenlijk hartstikke goed met hem alleen kan hij voor leerprestaties de lat (veel te) hoog voor zichzelf leggen. A. vertelt dat hij altijd zenuwachtig is voor een toets/boekbespreking etc. Vroeger was hij er echt ziek van als hij een proefwerk had (diarree en hoofdpijn/buikpijn), dit is nu minder. A. wil graag hulp zodat hij meer zelfvertrouwen heeft. Bij de voetbal gaat het goed, hier heeft hij al wel genoeg zelfvertrouwen. Ook als hij met zijn vrienden speelt heeft hij zelfvertrouwen. A. wil graag dat de hulp buiten schooltijd op het CJG plaatsvindt. Ik leg uit over samenwerking ovp/cjg en dat er ruimte is voor ongeveer zes gesprekken. A. is een van een tweeling. Ze is op afspraak met haar meer bij wijkverpleegkundige GGD en vertelt dat ze graag met iemand wil praten. A. en moeder komen bij mij: A. kan erg boos worden en wil hiermee om leren gaan. Verder wil ze met iemand praten over dingen die haar dwars zitten, bijv. als ze het erg moeilijk vindt als een vriendin niet wil afspreken hoe ze hiermee om kan gaan. Moeder zou graag willen dat de band tussen haar en A. 'versterkt' wordt, hoe ze het beste met A. kan omgaan en haar kan helpen zich zelfverzekerder/weerbaarder te voelen. A. voelt zich vaak achtergesteld t.o.v. 13

14 haar tweelingzusje. Ze heeft vaak het idee minder mooi/slim/goed etc. te zijn en maakt zich vaak zorgen over schoolprestaties. gaat overigens wel goed op school qua resultatenafspraak: manja wil dit graag zelf oppakken. Ik heb met moeder besproken. A. denkt na over waar ze graag zou willen praten. Op school/bij cjg/thuis en dan maken we donderdag concrete afspraken. ouders en A. zijn op het cjg. Willen graag een aanmelding doen. in overleg met moeder stuurt schoolarts mij de gegevens. A. 2001, wil ik verwijzen in verband met angst om alleen te slapen, angst om alleen thuis te zijn. Twee jaar geleden is er een inbraak gewest in de auto van de buren. Sindsdien durft A. eigenlijk niet goed meer alleen te slapen of alleen in huis te zijn (gaat altijd naar buren toe). Zij is bang dat er iemand kan inbreken. Zolang ouders beneden en wakker zijn gaat t redelijk, maar als ouders gaan slapen wordt A. angstig. Haar tweelingbroer slaapt nu vaak bij haar op de kamer. A. is een lichte slaper. Eerst belt de huisarts om te checken of wij iets kunnen betekenen voor A. Ze is erg timide, eist heel veel van zichzelf en wil zelf ook wel hulp. Huisarts noemt dat het geen zware psychologische vraag is. Iets later belt moeder mij op. Moeder vertelt dat A. eigenlijk heel erg en vaak verdrietig is. A. legt de lat voor zichzelf ontzettend hoog. Ze zit in de 3de en haalt ook alleen maar tienen maar werkt zichzelf uit de naad. Moeder geeft aan dat A. tips wil over hoe ze zich blijer gaat voelen. Moeder werkt zelf op een school en kent ons daarvan. Noemt dat zij en haar man al heel lang weten dat A. bijzonder veel structuur en regelmaat nodig heeft. Hij kan niet omgaan met onverwachte dingen als feestjes en Sinterklaas. Met eten is het altijd problematisch geweest, sommige dingen eet hij echt niet. Thuis is het altijd redelijk behapbaar geweest, op elkaar ingespeeld, nog 2 andere kinderen, weekschema en iedereen kent elkaar makken. A. loopt nu steeds vaker tegen problemen aan; op de TSO veel conflicten, op het voetbalveld bepaalde dingen niet begrijpen, A. legt de verantwoording over negatieve dingen buiten zichzelf. Hij kan dit niet bij zichzelf zoeken. A. zit in grp 7. Kleine school en iedereen kent A.. Eerder heeft de schoolpsycholoog naar hem gekeken en zij heeft ouders aangegeven dat zij kenmerken van PDD-nos ziet. Ouders herkennen dit ook wel. Moeder noemt onderzoek te willen. A. laat concentratieproblemen zien op school. SBD heeft onderzoek gedaan. Intelligentie is normaal, advies was verder onderzoek naar ADHD. Ouders herkennen ADHD niet. Ze hebben contact gezocht met een psycholoog. Hij heeft een aantal onderzoeken gedaan en er bleek geen ADHD. Wel viel op dat hij onder druk uitviel m.b.t. presteren. Hij heeft de hoogreve test gedaan en daar scoorde hij slecht op. In het onderwijs loopt hij daarop vast. Dan moet hij presteren. Op school presteert hij onder de normale druk niet. Hij wordt kwaad, gaat huilen, het lukt niet meer. Uitleg kan hij 1 op 1 erg goed opnemen. Klassikaal is dat moeilijker voor hem. Moeder wil verder onderzoek naar hem en begeleiding bij het schoolse leren. Moeder belt. Het gaat om dochter van drie en een half A.. Ze is pittig, zeer aanwezig zegt moeder. Wel leuk, maar ook veel strijd. Dan vertelt moeder hoe moe ze ervan wordt, zoveel negatieve strijd. Zelf is ze vrij zacht, haar man ook. Het is maar straffen, terwijl niks helpt. Gezin woont sinds kort in Overveen. A. is ook al niet zo een knuffelkind, dit i.t.t. haar oudste. Die zit op de school. A. nog op de oude crèche. Daar geen problemen. Als jong kind veel oorontstekingen, moeizame start met zuivelallergie. Wil graag adviezen, coaching. A. wordt aangemeld via schoolverpleegkundige. A. is 11 jaar en geadopteerd uit China toen zij precies 1 jaar oud was. Ze is met ongeveer 5 dagen naar het weeshuis gebracht. A. is een lief en timide meisje. Ze houdt helemaal niet van knuffelen en heeft dit ook moeten leren en accepteren. Moeder noemt dat ze dit haar eerste levensjaar nooit heeft gehad, waarschijnlijk alleen in bedje gelegen. Ze heeft een 2 jaar jonger zusje, ook geadopteerd, dat een stuk amicaler is. Op school loopt het goed met A., thuis ook in die zin dat ze geen gedragsproblemen heeft. Deze waren er 4 jaar geleden wel een ouders zijn toen bij Basic Trust terecht gekomen, dit hielp heel goed maar ouders en A. willen daar nu niet meer heen. 14

15 A. komt met zijn moeder naar het CJG. 10 maanden geleden is zijn oma (moeder van vader) overleden en A. heeft het hier nog erg moeilijk mee (oma is plots uit A. zijn leven weggerukt, ongeluk bij spoorwegovergang). Hij heeft speltherapie gevolgd. Dit is nu afgerond. Met name als hij naar bed gaat wordt hij verdrietig. Moeder heeft advies gekregen hoe ze A. kan helpen (bijv. op gezette tijden over oma praten). Aan de ene kant mag het verdriet van A. er natuurlijk zijn, maar aan de andere kant is het niet goed dat als hij naar bed gaat dat hij er dan over blijft praten. Moeder weet niet zo goed hoe ze dit aan kan pakken,. Ze wil het gevoel van A. niet 'wegstoppen' maar erin blijven hangen is ook niet goed voor hem. Moeder en A. hebben een oma boek gemaakt met foto's en teksten. A. laat dit boek zien. Moeder heeft soms het idee dat A. zijn bedtijd rekt door over oma te beginnen, maar ze wil hem niet afkappen. Maakt haar erg onzeker. Ze (ook vader) willen graag begeleiding. A. volgt onderwijs op de..school in gr 3. School vond hem in de eerste instantie niet rijp voor gr 3, op verzoek van ouders is hij toch geplaatst. Nu wil school hem misschien terugplaatsen; A. is erg dromerig, hangt over tafel, gaat vaak naar wc en is erg snel afgeleid. Als je hem aanspreekt voelt hij zich niet aangesproken, soms moet je wel 10x zijn naam zeggen. A. is erg gevoelig, als iemand bijv. tegen hem zegt dat hij een klein kinderfietsje heeft kan hij gaan huilen. Verder is hij vaak fysiek richting andere leerlingen moeilijk te begrenzen hierin volgens school. Ouders ervaren thuis geen problemen, moeder wil dat A. in gr 3 blijft. Moeder belt het CJG en meldt A. aan. A. is de jongste van 3kk en volgt onderwijs op de..school. A. heeft een ontzettend sterke eigen wil, gaat vaak in discussie, accepteert moeilijk gezag en is snel verongelijkt als iets niet gaat zoals zij dat in haar hoofd heeft. A. relativeert moeilijk en het is lastig voor haar om zich in te leven. Bij Riagg is PO gedaan. Kwam disharmonisch IQ uit (Viq 125, PIQ 109) en ouders hebben 5x ouderbegeleiding gehad. Hulp is al een tijd afgerond. Moeder zou graag hulp voor A. individueel willen, om haar wat tools mee te geven om zich o.a. flexibeler op te stellen, wat meegaander en niet zo snel verongelijkt als het niet gaat zoals zij wil. Anne heeft een OOK training gevolgd, sindsdien is haar gedrag al een stuk verbeterd. Jacqueline van OOK heeft mdr doorverwezen nr CJG. Moeder heeft de voorkeur dat de begeleiding op school plaatsvindt. Zoals besproken, wil ik A...school, doorverwijzen wegens concentratieprobleem met op school. A. geeft aan dat ze snel afgeleid wordt, in de klas, maar ook thuis aan de keukentafel. Zij loopt regelmatig achter met haar opdrachten. A. geeft zelf aan hier wel hulp voor te willen hebben. A. kan impulsief zijn.graag jullie begeleiding en zo nodig onderzoek Moeder en A. hebben een afspraak bij schoolarts voor hoor en zichtcontrole. Dit is in orde. Manja is bij het gesprek uitgenodigd omdat moeder een aanmelding wil doen. In de klas lijkt het of A.niet goed luistert, ze moet echt 1 op 1 worden aangesproken anders beklijft de info niet. De leerkrachten dachten dat er misschien iets met zicht/gehoor zou zijn, Visus en gehoor zijn nu meerdere malen getest en alles is adequaat. A. haar informatieverwerking lijkt traag, haar concentratie is zeer matig en ze heeft meerdere keren instructie nodig voordat ze de uitleg van de leerkracht begrijpt. A. kan dromerig zijn, aandacht moet dan getrokken worden. Daarnaast is zij door externe prikkels snel afgeleid. A. kan moeilijk stilzitten, is een friemelaar. Zij is impulsief. A.is over het algemeen geen druk kind. Gezin: ouders gescheiden; A. woont samen met jongere zusje, moeder en nieuwe partner moeder. 15