Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 2014

Transcriptie

1 CVDR Officiële uitgave van Almelo. Nr. CVDR3683_ 3 juni 06 Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 04 Gemeentelad van Almelo Geldende tekst regelingnummer : 485 Nr. 3 Raadsesluit van 3 decemer 03, houdende vaststelling van verordening op de heffing en invordering van haven-, kade-, opslag en liggelden 04. De Raad van de Gemeente Almelo; gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 9 novemer 03; gelet op artikel 9, eerste lid, aanhef en onderdeel a en van de Gemeentewet; esluit: de volgende verordening vast te stellen. Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade-, opslag en liggelden 04. Artikel Aard Krachtens deze verordening wordt geheven: a. havengeld;. kade- en opslaggeld; c. liggeld. Artikel Begripsomschrijvingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a.. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. vaartuigen gezagvoerder of schipper reis havenmeester etmaal of dag week maand kwartaal jaar gemeentelijk vaarwater Historisch schip Woonoot Bedrijvenaonnement Waterverplaatsing: meetrief meter (lengte) meter (vierkante) pleziervaartuig jaarplaats Winterplaats Zomerplaats alle soorten van drijvende lichamen, welke wegens hun drijfvermogen worden geezigd dan wel estemd of geschikt zijn voor het vervoer te water of geschikt zijn voor het vervoer te water van personen en/of goederen; degene die op het vaartuig met de leiding is elast of feitelijk de leiding in handen heeft. het innenkomen en ligplaats kiezen van een vaartuig in en het weer verlaten van het gemeentelijk vaarwater. de havenmeester van de gemeente Almelo diens plaatsvervanger een tijdvak van 4 uren, aanvangende te 0.00 uur; een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen; een tijdvak van dertig achtereenvolgende dagen; een kalenderkwartaal; een kalenderjaar. het in eigendom aan de gemeente toeehorende of ij haar in onderhoud of eheer zijnde openaar vaarwater; Een schip dat is opgenomen in het Nationaal Register varende monumenten van de Federatie Oude Nederlandse Vaartuigen (FONV) en voldoet aan zowel de algemene criteria van het Register als aan de specifieke criteria volgens de etreffende ehoudsorganisatie- voor het type schip; een vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak geezigd wordt of estemd is voor ewoning; een aonnement voor degene die op verzoek het havengeld voldoet als ontvanger of verzender van goederen die met enig vaartuig in gemeentelijk vaarwater zijn gelost of geladen; de in volumen uitgedrukte waterverplaatsing ij de grootste toegelaten diepgang van het vaartuig, volgens een ij het vaartuig ehorende geldige meetrief; het document als edoeld in artikel 78, vierde lid van het Wetoek van koophandel, juncto het esluit van 4 oktoer 983, St. 548 (Besluit innenschependocument); De lengte van een vaartuig wordt gemeten over de grootste lengte op de waterlijn inclusief oegspriet; vierkante meter, gemeten over de grootste lengte x de grootste reedte; een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk is estemd of wordt geruikt voor sportieve of recreatie recreatieve doeleinden, niet zijnde eroeps- of edrijfsmatige activiteiten. periode van januari tot en met 3 decemer van het etreffende elastingjaar periode van januari tot en met 3 maart en oktoer tot en met 3 decemer van het etreffende elastingjaar periode van april tot en met 30 septemer van het etreffende elastingjaar

2 Hoofdstuk VAN HET HAVENGELD Artikel 3. Belastaar feit Onder de naam van havengeld wordt een recht geheven ter zake van het geruik van het voor de openare dienst estemde gemeentelijk vaarwater door vaartuigen die worden geezigd dan wel estemd of geschikt zijn voor het vervoer van goederen of van andere voor de openare dienst estemde werken of inrichtingen en voor het genot van de diensten die in verand daarmee worden verleend. Artikel 4. Belastingplicht Belastingplichtig is de schipper, de reder of de eigenaar van het vaartuig dat geruik maakt van gemeentelijk vaarwater, dan wel degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt. In afwijking van het eerste lid is voor een edrijvenaonnement elastingplichtig de aanvrager van het aonnement. Artikel 4a. Meldingsplicht Degene, die geruik maakt of doet maken van gemeentelijk vaarwater is verplicht terstond daarvan aangifte te doen ten kantore van de havenmeester. Artikel 5. Vrijstellingen Geen havengeld wordt geheven: a.. c. d. d. f. voor vaartuigen met ijehorende roeioten, welke onmiddellijk of middellijk in geruik zijn ij het rijk voor de naleving of de handhaving van de scheepvaartreglementen en het eheer en onderhoud van de Twentekanalen. voor vaartuigen ehorende aan de gemeente Almelo. roeioten, ehorende ij vaartuigen, waarvoor havengeld verschuldigd is. voor vaartuigen, waarmede uitsluitend geruik wordt gemaakt van het gemeentelijk vaarwater voor doorvaart of om van vaarrichting te veranderen. voor vaartuigen die uitsluitend voor het uitvoeren van reparaties in gemeentelijk vaarwater verlijven; indien en voor zover het voortgezet verlijf uitsluitend een gevolg is van de stremming van de scheepvaart door ijs of andere natuurlijke onmacht of door het onklaar worden van vitale delen van het Twentekanaal, als sluizen en dergelijke. Artikel 6. Maatstaf van heffing en tarief De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk van de ij deze verordening ehorende tarieventael, met inachtneming van de in de verordening en tarieventael gegeven aanwijzigen en ijzondere epalingen. Voor de erekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventael genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 7 Tarieftoepassing Voor de toepassing van de tarieven: a. wordt ij gereke van een meetrief of enig ander document of ij weigering om één van genoemde stukken te vertonen, wordt de waterverplaatsing door de gemeenteamtenaar elast met de heffing van gemeentelijke elastingen als edoeld in artikel 3, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet vastgesteld en wordt het havengeld naar de uitkomst daarvan geheven;. wordt het te etalen edrag per vaartuig van het havengeld naar eneden op gehele eurocenten afgerond. De heffing van havengeld voor een reis geeft recht op een onafgeroken geruik van het gemeentelijk vaarwater gedurende veertien achtereenvolgende dagen, doch niet op een vaste ligplaats. 3 Indien de in het tweede lid genoemde termijn van veertien dagen eindigt op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag, wordt deze termijn verlengd met zoveel dagen als er zon- en feestdagen na het einde van de voornoemde termijn, direct daarop aansluitend, volgen, vermeerderd met één. 4 Bij een voortgezet verlijf wordt voor vaartuigen waarvoor het havengeld is geheven na afloop van het in het tweede lid van dit artikel genoemde tijdvak en voorts telkens na verloop van een tijdvak van veertien achtereenvolgende dagen het havengeld opnieuw geheven; dit havengeld wordt uitsluitend erekend naar de waterverplaatsing. Artikel 8. Belastingtijdvak Met etrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het elastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

3 In andere dan in het eerste lid edoelde gevallen, is het elastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het elastare feit zich voordoet of heeft voorgedaan. Artikel 9. Ontstaan van de elastingschuld Het havengeld wordt geheven vanaf de eerste dag waarop het geruik en/of genot als edoeld in artikel 3 van deze verordening plaats vindt. In afwijking van het eerste lid ontstaat de elastingschuld indien een aonnement wordt genomen, op het tijdstip waarop het aonnement wordt verleend. Artikel 0. Overschrijving, verrekening, teruggaaf en ontheffing Indien het geruik met een vaartuig van het in artikel 3 edoelde vaarwater in de loop van een aonnementsperiode eindigt kan het aonnement met toestemming van het college van urgemeester en wethouders worden overgeschreven op een vervangend vaartuig. Indien een vaartuig waarvoor het havengeld ij wijze van aonnement is geheven, in de loop van de aonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een grotere waterverplaatsing, dan wordt over het verschil alsnog havengeld geheven. Het nog te heffen havengeld edraagt alsdan het verschil tussen het havengeld erekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig en het oorspronkelijk geheven havengeld, een en ander erekend over de periode dat er nog volle maanden in het aonnement overlijven. Indien een vaartuig, waarvoor het havengeld ij wijze van aonnement is geheven, in de loop van de aonnementsduur wordt vervangen door een vaartuig met een kleinere waterverplaatsing, dan vindt op verzoek teruggaaf van havengeld plaats voor het verschil. Het terug te geven havengeld edraagt alsdan het verschil tussen het oorspronkelijk geheven havengeld en het havengeld erekend naar de waterverplaatsing van het vervangende vaartuig, een en ander erekend over de periode dat er nog volle maanden in het aonnement overlijven. Indien de elasting ij wijze van aonnement is geheven, wordt voor een vaartuig dat in de loop van de aonnementsperiode het gemeentelijke vaarwater heeft verlaten en daarin door overmacht niet heeft kunnen terugkeren, op aanvraag ontheffing van elasting verleend over het aantal volle maanden dat de overmachtsituatie heeft estaan. Het estaan van overmachtsituatie en de duur daarvan moeten schriftelijk worden aangetoond. Hoofdstuk 3 VAN HET KADE- EN OPSLAGGELD Artikel Belastaar feit Onder de naam kade- en opslaggeld wordt een recht geheven voor het geruik van voor de openare dienst estemde werken en inrichtingen door de gemeente ten ehoeve van de scheepvaart gemaakt, die in eheer of onderhoud zijn ij de gemeente en voor het genot van de diensten die in verand daarmee worden verleend. Artikel Belastingplicht Belastingplichtig is degene, die geruik maakt van de gemeentelijke kade of het gemeentelijk opslagterrein, voor het daarop plaatsen van goederen of voor het laden of lossen van voor de kade liggende vaartuigen. Artikel 3 Maatstaf van heffing en elastingtarief De rechten wordt geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 3 van de ij de verordening ehorende tarieventael, met inachtneming van de daarin gegeven aanwijzingen en ijzondere epalingen. Voor de erekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventael genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. 3. Het recht wordt erekend naar de oppervlakte van de grond, welke men nodig is voor de activiteit van overslag, welke door de goederen aan het geruik of verkeer wordt onttrokken.. Artikel 4 Belastingtijdvak Met etrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het elastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. In andere dan in het eerste lid edoelde gevallen, is het elastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het elastare feit zich voordoet of heeft voorgedaan. Artikel 5 Ontstaan van de elastingschuld De elastingschuld ontstaat ij aanvang van het geruik van de gemeentelijke kade en/of het opslagterrein, dan wel ij aanvraag van het genot van de dienst. Artikel 6 Teruggaaf Indien voor het verstrijken van de termijn het geruik, waarvoor het onder Hoofdstuk 3, lid, onder genoemde opslaggeld is etaald, niet meer plaatsvindt, wordt teruggaaf verleend van het gedeelte der etaalde gelden het welk overlijft na aftrek van de opslaggelden, welke voor het plaatsgevonden geruik worden geheven. 3

4 Teruggaaf van opslaggeld vindt plaats wanneer ten gevolge van overmacht geen afvoer per schip van de ter verzending geplaatste goederen kan plaatsvinden. Hoofdstuk 4 VAN HET LIGGELD Artikel 7 Belastaar feit Onder de naam liggeld wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig, kano, roeioot en/of woonoot op de aangewezen ligplaatsen innen de gemeente. Artikel 8 Belastingplicht Belastingplichtig is degene, die met een pleziervaartuig, kano, roeioot of woonoot geruik maakt van een ligplaats in de gemeentelijke jachthaven. Artikel 9. Maatstaf van heffing en tarief De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in hoofdstuk 4 de ij deze verordening ehorende tarieventael, met inachtneming van de in de verordening en tarieventael gegeven aanwijzigen en ijzondere epalingen. Voor de erekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventael genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt. Artikel 0. Belastingtijdvak Indien voor een ligplaats een vergunning wordt afgegeven, dan is het elastingtijdvak de periode waarvoor een vergunning voor een ligplaats geldt, met dien verstande dat ij een vergunning voor meer dan een jaar het elastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar. In andere dan in het eerste lid edoelde gevallen, is het elastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het elastare feit zich voordoet of heeft voorgedaan. Artikel Ontstaan van de elastingschuld In de gevallen als edoeld in artikel 0, eerste lid, is het liggeld verschuldigd ij de aanvang van het elastingtijdvak of, zo dit later is, ij de aanvang van de elastingplicht. In de gevallen, anders dan die edoeld in artikel 0, lid, is het liggeld verschuldigd ij aanvang van het geruik van de ligplaats. Hoofdstuk 5 SLOTBEPALINGEN Artikel Wijze van heffing De rechten worden geheven ij wege van aanslag of ij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt egrepen een nota of andere schriftuur. Artikel 3. Termijn van etaling In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 990 moet het recht worden etaald ingeval: a. Bij wege van aanslag wordt geheven, innen een maand na dagtekening van de aanslag;. Bij wege van schriftelijke kennisgeving wordt geheven als edoeld in artikel, op het moment van uitreiken van de kennisgeving. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijnen. Artikel 4. Kwijtschelding Bij de invordering van het haven-, kade-, opslag-, en liggeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 5. Nadere regels door het dagelijks estuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente Het dagelijks estuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met etrekking tot de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten. Artikel 6. Overgangsrecht De Verordening haven- en opslaggelden 03 vastgesteld op 8 novemer 0, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 7, tweede lid genoemde datum van ingang van heffing met dien verstande dat zij van toepassing lijft op elastare feiten die zich voor die datum heen voorgedaan. Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 7, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, lijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende elastare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in die periode plaatsvindt. 4

5 Artikel 7. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van januari 04. De datum van ingang van de heffing is januari 04. Artikel 8. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 04. Gedaan ter openare vergadering van 3 dec emer 0 3, de griffier, de vicevoorzitter drs. C.M. Steenergen ir. J.J. Stapel TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING HAVEN-, OPSLAG-, KADE- EN LIGGELD 04 Hoofdstuk Algemeen Alle in deze verordening opgenomen tarieven zijn exclusief omzetelasting. Een gedeelte van een eenheid (dag, week, etc.) wordt voor een volle eenheid aangemerkt Hoofdstuk Havengelden 3 4 a c Het havengeld edraagt voor vaartuigen: per kuieke meter waterverplaatsing of gedeelte daarvan per vaartuig, tenzij het gewicht van de geloste en/of geladen goederen de helft of minder per ruto tonnage van het vaartuig edraagt, in welk geval het havengeld wordt erekend naar de helft van de inhoudsgrootte of van het laadvermogen, wederom met een minimum van Het havengeld edraagt voor vaartuigen ten dienste van ondernemingen, aan wie door het college van urgemeester en wethouders een vaste ligplaats is aangewezen, per kuieke meter waterverplaatsing of gedeelte daarvan gedeelte daarvan Het havengeld kan ook per maand of per jaar ij aonnement worden voldaan, in welk geval per kuieke meter waterverplaatsing het recht edraagt: voor geruik ten hoogste iedere twee weken eenmaal, per maand en per jaar per vaartuig en per jaar voor geruik ten hoogste iedere twee weken tweemaal, per maand en per jaar per vaartuig en per jaar; voor oneperkt geruik per maand en per jaar Het havengeld edraagt per kuieke meter waterverplaatsing of gedeelten daarvan ij toepassing van een edrijvenaonnement 0, 5,00 5,00 0,8 5,00 0,4,90 87,0 0,6 5,05 5,65 0,8 6,35 59,0 0,06 Hoofdstuk 3 Kade- en opslaggelden a Het opslaggeld edraagt: voor het geruik van kaden of loswallen voor de plaatsing van losse goederen per etmaal en per m door de goederen in eslag genomen ruimte voor de overige aan of ij het gemeentelijke vaarwater gelegen terreinen, dienstig voor de opslag van goederen, voor zover de terreinen van verharding zijn voorzien: per m per week per m per maand per m² per jaar voor zover de terreinen niet van verharding zijn voorzien: per m per week per m per maand per m per jaar 0, 0,60,60 3,60 0,0 0,40 3,90 Hoofdstuk 4 Liggelden Het liggeld edraagt: a voor een pleziervaartuig, op een daartoe ingerichte ligplaats per strekkende meter voor één dag of gedeelte daarvan: 0,94 5

6 3 c d a c d e twee of drie dagen (3= regeling): vier dagen: vijf of zes dagen (4=6 regeling); verhoogd met per dag extra Voor een kano of roeioot daarna op een daartoe ingerichte ligplaats per dag In afwijking van het epaalde onder a. worden ij door het college van urgemeester en wethouders als zodanig aangewezen nautische evenementen de onder a. genoemde tarieven verminderd met 50% in afwijking van het epaalde onder a. worden de onder a. genoemde tarieven verminderd met 30% indien 0 of meer pleziervaartuigen collectief ligplaatsen innemen en het liggeld wordt voldaan door een vertegenwoordiger van het collectief. Het liggeld voor jaarplaatsen edraagt voor pleziervaartuigen: voor een jaarplaats ingenomen door een historisch schip per vierkante meter voor een jaarplaats ingenomen door een kano of roeioot voor een jaarplaats ingenomen door andere vaartuigen dan hiervoor onder a en genoemd per vierkante meter voor een winterplaats per vierkante meter per kwartaal voor een zomerplaats per vierkante meter Het tarief edraagt voor het innemen van een ligplaats met een woonoot, voor zover het verlijf in de gemeente veertien al dan niet achtereenvolgende dagen innen hetzelfde kalenderjaar te oven gaat: per maand: per strekkende meter met een minimum per oot van per jaar: per strekkende meter met een minimum per oot van,87,8 3,74 0,6 0,94 8,78 3,50 3,7 3,0 8,84,05 3,55 3,05 89,35 Behoort ij esluit van de raad van 3 decemer 03 de raadsgriffier van Almelo, 6