Voorstel raad en raadsbesluit

Transcriptie

1 Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B B Landgraaf, 17 april 2018 ONDERWERP: Vaststelling nieuwe lijst van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenkingen is vereist Raadsvoorstelnummer: 37 PROGRAMMA 9. Volkshuisvestiging, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV) Verantwoordelijke portefeuillehouder(s): E.J.M. Dreissen Behandelend ambtenaar voor technische vragen: R. Förster Telefoonnummer: Organisatieonderdeel: Ruimtelijke Ontwikkeling en Grondzaken Behandeld in BenW d.d.: 24 april 2018 Behandeling in oordeelvormende raad d.d.: 17 mei 2018 Ruimtelijk en Fysiek Behandeling in besluitvormende raad d.d.: 31 mei Samenvatting In artikel 2.12 van de Wabo zijn diverse mogelijkheden opgenomen om met een omgevingsvergunning van een bestemmingsplan of beheersverordening af te wijken, indien dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening gewenst is. Eén van die mogelijkheden betreft het zogenoemde projectafwijkingsbesluit. Een onderdeel van de procedure voor een projectafwijkingsbesluit is dat een zogenoemde verklaring van geen bedenkingen (VVGB) moet worden gevraagd en verkregen bij de gemeenteraad, alvorens een omgevingsvergunning voor het project kan worden verleend. Ingevolge artikel 6.5, tweede lid Besluit omgevingsrecht kan de gemeenteraad de VVGB slechts weigeren in het belang van een goede ruimtelijke ordening. De gemeenteraad kan er ook voor kiezen om een lijst van gevallen vast te stellen waarvoor een VVGB niet langer vereist is (hierna: lijst van gevallen). De grondslag daarvoor is gelegen in artikel 6.5, derde lid Besluit omgevingsrecht. Voorgesteld wordt om een nieuwe lijst van gevallen vast te stellen waarvoor een VVGB van de gemeenteraad niet is vereist. De oude lijst van gevallen van 1 juli 2010 kan dan worden ingetrokken. Samenhangend daarmee zal de bevoegdheid van het college inzake het vaststellen van een exploitatieplan bij dergelijke omgevingsvergunningen ook moeten worden aangepast. Die bevoegdheid is namelijk nu nog gekoppeld aan de lijst van gevallen uit Voorgesteld wordt om de bevoegdheid om een exploitatieplan vast te stellen te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders, voor zover het betreft de gevallen die op grond van de nieuwe lijst door het college kunnen worden afgedaan zonder VVGB van de

2 gemeenteraad en bij wijziging van een bestemmingsplan ex artikel 3.6, eerste lid Wro. Het oude delegatiebesluit van 23 september 2010 kan dan worden ingetrokken. 2. Waarom naar de raad Lijst van gevallen Ingevolge artikel 6.5, eerste lid Besluit omgevingsrecht (Bor) berust de bevoegdheid om een VVGB af te geven bij de gemeenteraad. Ingevolge artikel 6.5, derde lid Bor, berust de bevoegdheid om een lijst van gevallen vast te stellen waarvoor een VVGB niet langer is vereist, eveneens bij de gemeenteraad: 1. Voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet, wordt de omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de wet wordt afgeweken van het bestemmingsplan of de beheersverordening, niet verleend dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft, tenzij artikel 3.2, aanhef en onder b, van dit besluit of artikel 3.36 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. 2. De verklaring kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening. 3. De gemeenteraad kan categorieën gevallen aanwijzen waarin een verklaring niet is vereist. Vaststellen exploitatieplan Op grond van artikel 6.12, eerste en tweede lid Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen om bij bepaalde bouwplannen de kosten te kunnen verhalen op de initiatiefnemer. Daarnaast heeft de gemeenteraad de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden te besluiten om géén exploitatieplan vast te stellen. Artikel 6.12, derde lid Wro biedt de mogelijkheid aan de raad om deze bevoegdheden te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders: 3. Met betrekking tot een omgevingsvergunning als bedoeld in het tweede lid alsmede bij een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, kan de gemeenteraad de bevoegdheden, bedoeld in het eerste en tweede lid, delegeren aan burgemeester en wethouders. 3. Doelstelling en beoogd meetbaar effect Als de raad geen lijst van gevallen vaststelt, dan is een VVGB altijd vereist. Als de raad een lijst van gevallen vaststelt waarin een VVGB niet langer noodzakelijk is, dan is voor bepaalde categorieën vergunningen niet langer een VVGB vereist. De procedure is als volgt: B Pagina 2 van 8

3 Wanneer een omgevingsvergunning wordt aangevraagd zal het college eerst beoordelen of zij het bevoegd gezag is. In de meeste gevallen is het college bevoegd gezag. Vervolgens beoordeelt zij voor welke activiteiten vergunning wordt aangevraagd. Daarbij zal ook blijken welke procedure van toepassing is op de afhandeling van de aanvraag. Indien de aanvraag strijdig is met een vigerend bestemmingsplan of een beheersverordening, dan moet het college ook bekijken of het wenselijk is om af te wijken van het ruimtelijk plan. Het criterium daarvoor is of sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Indien afwijken mogelijk en wenselijk is, dan kan het college tot de conclusie komen dat een projectafwijkingsbesluit noodzakelijk is om de aangevraagde activiteit te vergunnen. In dat geval zal het college de lijst van gevallen raadplegen. Dan kan het twee kanten op: 1. De aangevraagde activiteit valt binnen een categorie die is opgenomen in de door de raad vastgestelde lijst van gevallen. Een VVGB is dan niet noodzakelijk. Het college kan de aanvraag verder afhandelen, een ontwerpbesluit opstellen, ter inzage leggen voor een ieder en na behandeling van eventuele zienswijzen een definitief besluit opstellen en de vergunning verlenen. 2. De aangevraagde activiteit valt niet binnen een categorie die is opgenomen in de door de raad vastgestelde lijst van gevallen, of voldoet niet aan de voorwaarden van die categorie, of de raad heeft in het geheel geen lijst van gevallen opgesteld. Een VVGB is dan altijd noodzakelijk. Het college stuurt de aanvraag met alle benodigde gegevens naar de raad en verzoekt om een ontwerp VVGB af te geven. Indien er bij de raad geen bezwaar bestaat tegen de afgifte van een VVGB (de VVGB kan slechts worden geweigerd in het belang van een goede ruimtelijke ordening), dan wordt een ontwerp VVGB afgegeven. De ontwerp VVGB van de raad wordt samen met het ontwerpbesluit van het college ter inzage gelegd. Een ieder heeft de mogelijkheid om zienswijzen in te dienen. Eventuele zienswijzen tegen de ontwerp VVGB worden aan de raad toegezonden waarna het college de raad zal verzoeken om een definitieve VVGB af te geven. Vervolgens kan het college met behulp van de definitieve VVGB het definitieve besluit op de omgevingsvergunning nemen. Wordt de VVGB door de raad niet afgegeven, dan dient ook de omgevingsvergunning geweigerd te worden. De VVGB wordt met andere woorden integraal onderdeel van het besluit op de aanvraag om omgevingsvergunning. De enige acceptabele weigeringsgrond is zoals gezegd het belang van een goede ruimtelijke ordening. De totale duur van de procedure is in geval 2 langer omdat de gemeenteraad twee keer moet worden geraadpleegd. Huidige lijst van gevallen De gemeenteraad hanteert thans al een lijst van gevallen. Deze lijst van gevallen is op 1 juli 2010 door de raad vastgesteld. Destijds is besloten aansluiting te zoeken bij de activiteiten zoals opgenomen in de lijst ex artikel 19, tweede lid van de oude Wet op de Ruimtelijke B Pagina 3 van 8

4 Ordening, zoals die destijds door de Provincie Limburg was vastgesteld. De huidige lijst van gevallen (2010) is bij dit raadsvoorstel gevoegd. De huidige lijst kent een aantal problemen: De huidige lijst roept in de praktijk vragen op omtrent de reikwijdte ervan. Dat wordt verder in de hand gewerkt omdat een verhelderende toelichting bij de lijst ontbreekt; De huidige lijst van gevallen is een kopie van een provinciale lijst, die onvoldoende is toegesneden op de gemeente (dat was ook niet de bedoeling van de provinciale lijst); Sommige onderdelen van de huidige lijst van gevallen zijn verouderd. Zo bestaan groene servicewinkels voor zover bekend niet meer, zijn een aantal zaken die in de lijst staan inmiddels vergunningvrij geworden en wordt op diverse plaatsen verwezen naar kaarten en perspectieven uit het Provinciaal Omgevingsplan Limburg 2006 (POL 2006), wat tegenwoordig niet meer geldt en is vervangen door het recentere POL Nieuwe lijst van gevallen De nieuwe lijst van gevallen die thans voorligt voor besluitvorming, is gemoderniseerd en uitgebreid ten opzichte van de lijst van gevallen van 1 juli Daar zijn diverse redenen voor: De afgelopen jaren heeft de raad veel kaderstellend beleid vastgesteld (Structuurvisie Wonen Zuid-Limburg, Structuurvisie Ruimtelijke Economie, Ontwikkelingskader Buitengebied, etc.). Het college toetst hieraan. Als een ontwikkeling passend is binnen die kaders, dan ligt het niet voor de hand om hiervoor dan evengoed nog een VVGB van de raad nodig te hebben. Het komt dus voor dat initiatieven die op grond van vigerend (door de raad vastgesteld) beleid wenselijk zijn, toch voor een VVGB naar de gemeenteraad moeten worden gestuurd, omdat de huidige lijst hierin niet voorziet. Dat is in feite dubbel werk en het verlengt bovendien de duur van procedures onnodig; Het past in de huidige trend om meer zaken integraal door het college te laten afhandelen en alleen de echt wezenlijke of afwijkende zaken aan de gemeenteraad voor te leggen voor een VVGB (bijvoorbeeld zaken waar nog geen beleid voor is). Dat versterkt enerzijds de uitvoerende taak van het college én past anderzijds beter bij de kaderstellende/controlerende rol van de gemeenteraad; De geconstateerde problemen met de huidige lijst, zoals geschetst onder het vorige kopje, worden hierdoor ook opgelost. Met deze redenen indachtig, is de nieuwe lijst van gevallen opgesteld. De nieuwe lijst van gevallen is, met toelichting per categorie, als bijlage bij dit voorstel gevoegd. Op deze plaats wordt ermee volstaan om inhoudelijk te verwijzen naar de nieuwe lijst van gevallen met de daarbij behorende algemene en artikelsgewijze toelichting. Delegatiebesluit Bij besluit van 23 september 2010, heeft de gemeenteraad besloten een delegatiebesluit te nemen m.b.t. de bevoegdheid van het college om in plaats van de gemeenteraad een B Pagina 4 van 8

5 exploitatieplan vast te stellen. Die bevoegdheid is gekoppeld aan de lijst van gevallen van 1 juli Als die lijst wordt ingetrokken, dan is het logisch om het delegatiebesluit ook in te trekken en bij de vaststelling van de nieuwe lijst van gevallen, ook een nieuw delegatiebesluit te nemen. Dit voorstel voorziet daar ook in. Voorgesteld wordt om de bevoegdheid om een exploitatieplan vast te stellen, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders, voor zover het betreft de gevallen die op grond van de nieuwe lijst van gevallen door het college kunnen worden afgedaan zonder VVGB van de gemeenteraad, dan wel bij de wijziging van een bestemmingsplan ex artikel 3.6 eerste lid Wro (ongewijzigd). 4. Argumentatie en alternatieven Met de nieuwe lijst van gevallen worden de volgende doelen bereikt: Voortvarendheid in de procedure door kortere doorlooptijden. De periode vanaf agendering van een voorstel voor afgifte van een ontwerp VVGB tot en met de behandeling ervan in de BV-raad bedraagt circa 6 weken. Indien zienswijzen worden ingediend tegen de afgegeven ontwerp VVGB, dan zal nogmaals een raadsvoorstel moeten worden opgesteld om een definitieve VVGB te verkrijgen. Dan komen daar dus nog eens circa 6 weken bij. In een worst case scenario is dat in totaal dus circa 12 weken. De interne voorbereidingstijd voor het opstellen van de betreffende college- en raadsstukken is hier niet bij opgeteld. De periode van 12 weken betreft dus enkel al de totale "wacht"-periode tot besluitvorming in de BV-raad plaatsvindt. Met de nieuwe lijst van gevallen zal dat dus in minder gevallen aan de orde zijn; Er wordt inhoudelijk aangesloten op recent, bestaand gemeentelijk en regionaal beleid; Snellere besluitvorming doordat één bestuursorgaan (college) is betrokken en de aanvraag kan afdoen; Vermindering van de administratieve lasten en inspanningen, zowel voor de gemeente als de burger (vermindering regeldruk). Door de bevoegdheid om een exploitatieplan vast te stellen te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders, voor zover het betreft de gevallen die op grond van de lijst van gevallen als bedoeld in het vorige lid door het college kunnen worden afgedaan zonder VVGB van de gemeenteraad, dan wel bij de wijziging van een bestemmingsplan ex artikel 3.6 eerste lid Wro, wordt de bestaande situatie bestendigd. In een procedure waarin conform de nieuwe lijst van gevallen geen VVGB noodzakelijk is, dan wel bij de wijziging van een bestemmingsplan ex artikel 3.6 eerste lid Wro, kan het college de gehele aanvraag, inclusief het vaststellen van een eventueel exploitatieplan, geheel zelfstandig afronden. Dat is wel zo efficiënt. B Pagina 5 van 8

6 5. Hoe gaan we dat bereiken en is er evaluatie nodig De lijst van gevallen zal worden gehanteerd door de afdeling KCC, bij het afhandelen van aanvragen om omgevingsvergunningen (projectafwijkingsbesluiten). De Afdeling ROG kan adviseren over de toepassing van de lijst. Voorgesteld wordt om geen evaluatiemoment in te bouwen. Dat heeft te maken met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, naar verwachting Zodra dat gebeurt, vervalt de wettelijke bevoegdheid van de raad om een VVGB af te geven. Met andere woorden: het instrument verdwijnt. Er komt een adviesbevoegdheid voor in de plaats. De nieuwe lijst van gevallen kan in ieder geval tot die tijd een rol van betekenis spelen om dit wettelijke instrument zo efficiënt mogelijk in te zetten en procedures in dat kader te versnellen en te stroomlijnen. Het wordt vooralsnog niet zinvol geacht om in de periode de nieuwe lijst te evalueren, gelet op het feit dat het instrument dus uiteindelijk zal verdwijnen. 6. Communicatie De vaststelling van een nieuwe lijst van gevallen is een besluit van algemene strekking. Conform de vereisten uit de Algemene wet bestuursrecht zal van het vaststellingsbesluit kennis worden gegeven in het Gemeenteblad, de 1Landgraaf en via de gemeentelijke website. Het besluit treedt in werking na bekendmaking. Het is niet mogelijk om tegen het besluit tot vaststelling van de lijst van gevallen zienswijzen, bezwaar of beroep in te dienen. Aangezien het om een interne aangelegenheid van de raad gaat (de wijze van gebruikmaking van de eigen bevoegdheden), ligt het bovendien niet in de reden om hieraan voorafgaand inspraak te houden op grond van de gemeentelijke Inspraakverordening. 7. Kosten, baten, dekking, risico's Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente. De baten van het voorstel zijn dat een oude, niet meer op Landgraaf toegespitste lijst van gevallen wordt vervangen door een nieuwe, actuele lijst van gevallen, met meer mogelijkheden voor het college om omgevingsvergunningen af te geven zonder VVGB. Dat komt ten goede aan de initiatiefnemers, die kunnen rekenen op een kortere proceduretijd van hun vergunning en minder kosten en administratieve inspanningen. B Pagina 6 van 8

7 8. Het voorstel Gelet op het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid sub c, 2.12, eerste lid, sub a.3 en artikel 2.27 Wabo, artikel 6.5, eerste en derde lid Bor en artikel 6.12, derde lid Wro, en met inachtneming van het gestelde in dit voorstel, stellen wij voor om: 1. het besluit van 10 juli 2010, betreffende de aanwijzing van categorieën van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, in te trekken; 2. het besluit van 23 september 2010, betreffende het delegatiebesluit m.b.t. de bevoegdheid van het college om in plaats van de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen, in te trekken; 3. de bij dit raadsvoorstel gevoegde lijst van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, met de daarbij behorende algemene en artikelsgewijze toelichting, vast te stellen; 4. de bevoegdheid om een exploitatieplan vast te stellen te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders, voor zover het betreft de gevallen die op grond van de lijst van gevallen als bedoeld in het vorige lid door het college kunnen worden afgedaan zonder VVGB van de gemeenteraad, dan wel bij de wijziging van een bestemmingsplan ex artikel 3.6 eerste lid Wro. Burgemeester en wethouders van Landgraaf, de secretaris, de burgemeester, ir. J.M.C. Rijvers mr. R.J.H. Vlecken 9. a. Stukken behorende bij het besluit De vast te stellen lijst: Lijst van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, met de daarbij behorende algemene en artikelsgewijze toelichting. b. Onderliggende stukken De in te trekken besluiten: Het besluit van 10 juli 2010, betreffende de aanwijzing van categorieën van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist; Het besluit van 23 september 2010, betreffende de delegatie inzake besluiten tot het vaststellen van een exploitatieplan. B Pagina 7 van 8

8 Besluit Gelet op het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid sub c, 2.12, eerste lid, sub a.3 en artikel 2.27 Wabo, artikel 6.5, eerste en derde lid Bor en artikel 6.12, derde lid Wro, en met inachtneming van het gestelde in dit voorstel, besluiten wij om: 1. het besluit van 10 juli 2010, betreffende de aanwijzing van categorieën van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, in te trekken; 2. het besluit van 23 september 2010, betreffende het delegatiebesluit m.b.t. de bevoegdheid van het college om in plaats van de gemeenteraad een exploitatieplan vast te stellen, in te trekken; 3. de bij dit raadsvoorstel gevoegde lijst van gevallen waarvoor een verklaring van geen bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist, met de daarbij behorende algemene en artikelsgewijze toelichting, vast te stellen; 4. de bevoegdheid om een exploitatieplan vast te stellen te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders, voor zover het betreft de gevallen die op grond van de lijst van gevallen als bedoeld in het vorige lid door het college kunnen worden afgedaan zonder VVGB van de gemeenteraad, dan wel bij de wijziging van een bestemmingsplan ex artikel 3.6 eerste lid Wro. Aldus besloten in de openbare besluitvormende raad, gehouden op 31 mei De griffier, De voorzitter, B Pagina 8 van 8