Eindrapportage Verminderde Circulatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindrapportage Verminderde Circulatie"

Transcriptie

1 Eindrapportage Verminderde Circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit-regeling en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten. Datum: 28 juni 2005 Uitgevoerd in opdracht van en met financiële ondersteuning van: De partijen in de Meerjarenafspraak-Energie Bloembollen (KAVB, PT, LNV, SenterNovem en telers) Uitgevoerd door: DLV Plant BV: marktgroep Bloembollen Lireweg 5c Tolweg PH Nieuw-Vennep 1681 ND Zwaagdijk Tel: PPO Bollen en Bomen Prof. Van Slogterenweg DW Lisse Dit rapport is verkrijgbaar bij DLV Plant BV te Nieuw Vennep voor 15,-

2 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten Samenvatting Het project Verminderde circulatie had tot doel om meer inzicht te krijgen in de juiste instellingen van frequentieregelaars en aan/uit-regelingen van systeemventilatoren ten behoeve van de circulatie in bloembollenbewaarruimten. Om dit te realiseren zijn in drie bloembollenteeltregio s, namelijk het Noordelijk Zandgebied, het West-Friese kleigebied en de Flevopolders op praktijkbedrijven diverse optimalisatie strategieën gedemonstreerd. Hierbij werd met een systeemwand met twee identieke kanten de luchtcirculatie tussen het product in de palletkisten verminderd, waarbij de systeemventilator aan de ene kant via een aan/uit-schakeling en aan de andere kant via een frequentieregeling werd aangestuurd. De demonstratie duurde in elk gebied een week. Gedurende deze week werden de temperatuur, luchtvochtigheid (RV) en CO 2 -concentratie tussen de bollen gevolgd met behulp van een klimaatcomputer. Dit om eventuele schadelijke effecten van verminderde circulatie in kaart te brengen. Uit de demonstraties blijkt onder meer dat het met de gebruikte tulpencultivars goed mogelijk is om vanaf half augustus de bollen met minder circulatielucht te bewaren dan de geadviseerde norm van 500 m 3 per uur per m 3 product. Zowel de aan/uit-regeling als de frequentieregeling is hiervoor bruikbaar. Het gebruik van een aan/uit-geschakelde systeemventilator zorgde in dit project voor pieken en dalen van de CO 2 -concentraties in de lucht tussen de bollen in de palletkist. Tijdens de metingen is nergens de schadegrens van 1% CO 2 overschreden. Tijdens de uit-periode van de aan/uit-geschakelde ventilator ging de RV met maximaal 2% omhoog waarbij de temperatuur hoogstens 0,1 C steeg. Bij de frequentie gestuurde systeemventilator bleef de CO 2 -concentratie op een gelijkblijvend niveau. De temperatuur en luchtvochtigheid bleven bij de frequentieregeling eveneens gelijkmatig. Tijdens twee demonstraties zijn met behulp van Kitagawa-buisjes ethyleenmetingen uitgevoerd. Ook hierbij zijn geen overschrijdingen van de schadegrens van 0,1 ppm ethyleen geconstateerd. Bollen met minder circulatielucht bewaren is, volgens de resultaten uit de demonstraties die in het afgelopen seizoen in het kader van het project Verminderde circulatie zijn uitgevoerd, goed mogelijk. Een besparing van 50% bij aan/uit-regeling tot 70% bij de frequentieregeling op elektra is, in de periode augustus tot aan planten, mogelijk. Tijdens de open dagen op de demonstratiebedrijven werden studieclubs ontvangen en zijn open dagen georganiseerd. Een kleine 200 ondernemers hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich nader in de resultaten en ervaringen te verdiepen. Verder is er door middel van een artikel en persberichten aandacht gevestigd op dit project. Na het verschijnen van dit verslag zal er een artikel voor publicatie in Bloembollenvisie worden geschreven. 2

3 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten Inhoudsopgave 1 Inleiding Projectdoelstelling Inleiding Onderzoeksgedeelte Communicatiegedeelte Werkwijze: Inleiding Opzet proefopstelling Opstellen van de proefopstelling Instellen van de variabelen Referentiewaarden Open dagen/avonden Resultaten en discussie (per bedrijf) Algemeen: Maatschap Kreuk, Andijk Fa J. Th. Kreuk & Zn, Julianadorp Fa Smakman, Creil Communicatie Eindconclusie Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Bijlage 1: Presentatie van oud onderzoek Bijlage 2: Grafieken van de meetwaarden Bijlage 3: Knipsels publicaties in het kader van het project 3

4 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 1 Inleiding Voor een optimale productkwaliteit bij bolgewassen moeten de temperatuur en de luchtvochtigheid tijdens de bewaring op een gewenst niveau blijven. Tevens moet een teveel aan ethyleen (vooral bij tulp) en CO 2, dat tijdens de bewaring onder andere door de bolgewassen wordt geproduceerd, worden afgevoerd. Bij de bewaring van bloembollen in palletkistencellen gebeurt dit door met behulp van systeemventilatoren lucht langs de bollen in de palletkist te laten stromen. Dit is beter bekend als circulatie(lucht), waarvoor normen per uur per m 3 product zijn. Daarnaast vindt er een bepaalde hoeveelheid luchtverversing in de bewaarcel plaats, dit wordt in de praktijk ventilatie(lucht) genoemd. Ook hier zijn normen per m 3 product per uur voor. De circulatie en ventilatie van een bewaarcel vragen een bepaalde hoeveelheid energie. De systeemventilatoren voor de circulatie in een palletkistencel hebben verschillende mogelijkheden voor het regelen van de ventilatoren. In de praktijk komen de volgende systemen voor: geen regeling (het systeem draait continu op maximale capaciteit); tweetoerenventilatoren; ventilatoren met een aan/uit-schakeling op een tijdklok; ventilatoren aangesloten op een frequentieregelaar. Bovenstaande systemen worden, indien mogelijk, gebruikt om de hoeveelheid circulatielucht per tijdseenheid te variëren. Als de bewaarcel niet helemaal vol staat met palletkisten is er bijvoorbeeld minder circulatielucht noodzakelijk. Soms zijn bedrijven van mening dat het beter is voor het product om minder lucht dan de norm van 500 m 3 per m 3 product per uur, dit in verband met uitdroging. Ook zijn er ondernemers die uit het oogpunt van energie- en kostenbesparing minder circuleren. Volgens inschatting van DLV Bloembollen en PPO Bloembollen gebruiken momenteel circa 10 % van de bedrijven frequentieregelaars voor de aansturing van de systeemventilatoren. Verreweg het grootste gedeelte van de bedrijven gebruikt een aan/uit-schakeling om de hoeveelheid circulatielucht per tijdseenheid te kunnen verminderen. Binnen de huidige bedrijfsvoering op bloembollenbedrijven wordt er bij palletkistencellen heel verschillend omgegaan met de hoeveelheid circulatielucht per uur per m 3 product. Dit is het gevolg van het feit dat bij ondernemers vaak de ventilatorkarakteristieken van de verschillende ventilatoren niet bekend zijn. Daardoor ontbreekt het inzicht in het gedrag van de circulatielucht bij de verschillende tegendrukken in het systeem en de verschillende ventilatormotorfrequenties. Het resultaat is dat de systeemventilatoren vaak niet juist ingesteld zijn. Hierbij kiezen ondernemers vaak voor veiligheid boven alles (de slechtste plek in het systeem moet voldoende circulatie hebben) en is er regelmatig sprake van overmatige circulatie. Overmatige circulatie heeft een hoger energieverbruik tot gevolg. Tevens kunnen de bloembollengewassen in de cel door overmatige circulatie teveel uitdrogen. Productbewaring onder suboptimale omstandigheden kan leiden tot niet-optimale gewasgroei en een grotere gevoeligheid voor bewaarziekten. Op basis van waarnemingen ligt het energieverbruikvoor de circulatie in palletkisten in de praktijk 10 tot 25% hoger dan noodzakelijk. Om ondernemers bewust te maken van de mogelijkheden van verminderde circulatie en de manier waarop dat gerealiseerd kan worden (aan/uit-schakeling of d.m.v. frequentieregeling) zijn in de drie belangrijkste tulpenteeltgebieden demonstraties met een aangepaste bewaarwand georganiseerd. Tijdens deze demonstraties zijn de instellingen van de systeemventilatoren gevarieerd en de daarbij behorende productomstandigheden in kaart gebracht. In dit verslag staan de opzet, de meetwaarden, de ervaringen, de resultaten en de conclusies van dit demonstratietraject weergegeven. Het project Verminderde Circulatie; Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij de luchtcirculatie in palletkisten is gefinancierd door de partijen van de Meerjarenafspraak-Energie Bloembollen (KAVB, PT, LNV, SenterNovem en telers). 4

5 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 2 Projectdoelstelling 2.1 Inleiding Het doel van het project Verminderde circulatie is meer inzicht krijgen in de juiste instellingen van frequentieregelaars en aan/uit-regelingen van systeemventilatoren ten behoeve van de circulatie in bloembollenbewaarruimten. Hierdoor kan energie worden bespaard en zal de kwaliteit van het product verbeteren. In het project zijn twee onderdelen te onderscheiden, namelijk een onderzoeks- en een demonstratie- cq. kennisoverdrachtsgedeelte. 2.2 Onderzoeksgedeelte De doelstelling van dit onderdeel van het project is om meer inzicht te krijgen in de minimale circulatienorm, die noodzakelijk is voor een goede productkwaliteit en gewasopbrengst enerzijds en een zo laag mogelijk energieverbruik anderzijds. Uitgangspunt is de nu gangbare circulatienorm van 500 m 3 lucht per m 3 product per uur. De vraag is in hoeverre deze norm verlaagd kan worden. Daarnaast is het de bedoeling om nader te kijken naar de noodzakelijke instellingen van het aan/uitgeschakelde systeem en het frequentiegeregelde systeem bij de minimaal noodzakelijk geachte circulatie. Tevens wordt de eventueel te realiseren energiebesparing in kaart gebracht en wordt er gekeken naar een eventueel verschil in energieverbruik tussen de aan/uit-schakeling en een frequentiegeregeld systeem bij een gelijke hoeveelheid luchtcirculatie. 2.3 Communicatiegedeelte Door het organiseren van een drietal demonstraties en het uitvoeren van andere communicatieactiviteiten als presentaties voor studieclubs en artikelen, wordt de in dit project opgedane kennis en overige relevante informatie binnen de sector verspreid. Het is uiteindelijk de bedoeling dat 70 tot 80 % van de ondernemers in de bloembollensector op de hoogte zijn van de resultaten. Het streven was om tijdens iedere demonstratieperiode minimaal drie studiegroepen op bezoek te krijgen, waaraan nadere informatie over de resultaten wordt verschaft. 5

6 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 3 Werkwijze: 3.1 Inleiding Bij het begin van het project is er afstemming geweest tussen de bij de uitvoering betrokken partijen, te weten PPO; sector Bloembollen, Omnivent Techniek BV en DLV Plant BV; marktgroep Bloembollen. Hierbij is gekeken naar wat wenselijk is om te meten in relatie tot de doelstellingen van het project en de eventuele beperkingen hierbij in de praktijk. Tevens is er een proefopzet gemaakt, zodat de noodzakelijke gegevens die tijdens de drie demonstraties verzameld zijn op een goede en verantwoorde wijze verwerkt kunnen worden. 3.2 Opzet proefopstelling Er is gebruik gemaakt van een systeemwand bestaande uit twee identieke delen. Het ene deel werd geregeld via een aan/uit-schakeling. Het andere deel werd aangestuurd met behulp van een frequentieregeling. De systeemwand heeft aan beide zijden een rechte luchtinlaat. In het deel met de aan/uit-schakeling werd de luchthoeveelheid gevarieerd door de duur van de aan - en uit -periodes per uur te variëren bij één ventilatorstand. In het deel van de systeemwand met een frequentieregeling stroomde continu lucht langs het product in de palletkist en werd de hoeveelheid lucht gevarieerd door middel van een frequentieregelaar. Voor elk deel van de wand zijn acht palletkisten met tulpenbollen geplaatst. De gebruikte bolmaten waren voor beide wanddelen gelijk. Elk bloembollenteeltgebied heeft zijn eigen kistmaat en beluchtingssysteem, om hieraan tegemoet te komen is de bewaarwand geschikt gemaakt voor diverse maten kisten. Tevens is de systeemwand geschikt voor zowel een- als tweelaagssysteem. Bij het éénlaagssysteem heeft de palletkist een dichte palletbodem. De capaciteit van de ventilatoren van de systeemwand is 5000 m 3 per uur bij 150 Pa tegendruk. De systeemwand bestaat uit twee secties met elk een eigen identieke ventilator met frequentieregeling. De centrale aansturing van de wand gebeurde via een computer. Deze computer is per sectie voorzien van twee metersets met elk een RV-meter, een temperatuurvoeler en een CO 2 -meter. Per minuut werden de meetwaarden van de in totaal 12 voelers opgeslagen. Op deze manier is een grote hoeveelheid data verzameld. Het verloop van de verschillende meetwaarden kon daardoor na afloop goed in kaart worden gebracht. Naast de eerder genoemde metingen zijn er in alle 16 kisten ook nog regelmatig (handmatige) temperatuurmetingen gedaan. De achtergrond van deze meting was om een eventuele temperatuursverhoging in de kisten te kunnen vaststellen in de perioden zonder circulatie. 3.3 Opbouwen van de proefopstelling De systeemwand is in drie teeltgebieden gedemonstreerd, namelijk het Noordelijk Zandgebied, het West-Friese kleigebied en de Flevopolders. In deze regio s zijn drie aansprekende bedrijven benaderd om de demonstraties te kunnen organiseren. De demonstraties hebben in de volgende drie plaatsen plaats gevonden: Andijk, Julianadorp en Creil. De wand is telkens op vrijdag geplaatst. Vervolgens zijn de acht palletkisten met tulpenbollen er voorgezet. Het op een juiste wijze aanbrengen van de voelers viel niet altijd mee, mede afhankelijk van het type kisten. Soms moesten de snoeren door de palletopeningen naar voren toe gebracht worden. De voelers zijn op 30 cm diepte tussen de tulpenbollen ingegraven, zodat ze omstandigheden tussen de bollen weergaven. 6

7 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 3.4 Instellen van de variabelen. Bij aanvang van de demonstratieproef op vrijdag is de circulatienorm van de systeemwand ingesteld op ± 500 m 3 per m 3 product per uur. Na het weekeinde is een aanvang gemaakt met het naar beneden bijstellen van deze ventilatienorm. De planning was om in eerste instantie met 10 % per dag minder te gaan circuleren. Na de eerste demonstratie is besloten om in veelvouden van 15 minuten te gaan werken en hiermee te verminderen, omdat de praktijk bij aan/uit-regelingen ook met deze tijdsperiode werkt. Aan het einde van de week zijn op zaterdag de laatste waarden uitgelezen. Bepalend tijdens de proefperiode was de aan/uit-regeling. Vervolgens is de frequentieregeling van het andere deel van de systeemwand hieraan gelijk gesteld, zodat de gecirculeerde hoeveelheid m 3 per uur per product gelijk was aan de hoeveelheid van de aan/uit-geschakelde ventilator. Bijvoorbeeld: de aan/uit-geschakelde ventilator draaide gedurende 15 minuten per half uur op volle kracht. De luchtcirculatie per uur was dan 2200 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten. Vervolgens is de frequentieregeling afgeregeld op een continue luchtcirculatie van 2200 m 3 per uur. 3.5 Referentiewaarden Om de verzamelde meetgegevens te kunnen beoordelen is gebruik gemaakt van onderzoek uit de jaren 70 van de vorige eeuw, waarbij de schadedrempels bij circulatie zijn vastgesteld. De proeven zijn indertijd uitgevoerd gedurende lange periodes van minimaal één week tot wel acht weken bij stilstaande lucht. De grenswaarden met betrekking tot het optreden van schade, afkomstig uit dit onderzoek zijn: 0,1 ppm ethyleen en meer dan 1 % CO 2. Tijdens de demonstraties in 2004 zijn de waarden regelmatig korte tijd iets opgelopen. Het effect van deze korte tijd op de gewasopbrengst is onbekend. Uit het verleden is bekend dat schade aan de bollen te meten is aan de hand van het gewichtsverlies. De mate van gewichtverlies van het proefobject ten opzichte van de normale behandeling, zegt dan wat over eventuele schade. Om een eventueel verschil in gewichtsverlies vast te kunnen stellen, zijn voor aanvang van de proefperioden monsterzakken met bollen in de betreffende palletkisten gedaan. Deze monsterzakken zijn eind oktober opnieuw gewogen. Ethyleen Een lage concentratie ethyleen tijdens de bewaring heeft al ongewenste gevolgen voor de groei van tulpen. Gommen, kernrot of bloemverdroging kunnen het gevolg zijn van hoge concentraties ethyleen, waaraan de tulpen hebben blootgestaan. Andere gevolgen van ethyleen zijn remming van de wortelkrans, het ontwikkelen van slechte en kronkelige wortels, iele planten met lang smal blad en kleine bloemen, stokkeplanten en een sterkere verklistering van de bollen. Voor het voorkomen van gommen, bloemverdroging, kernrot en stokkeplanten zou het voldoende zijn het ethyleengehalte in de lucht beneden de waarde van 0,1 ppm te houden. Een lage concentratie ethyleen tijdens de bewaring gedurende lange tijd heeft twee effecten op de tulpenbollen. Allereerst neemt de ademhaling toe waardoor de tulp meer van zijn voorraad reservestoffen gebruikt. In vergelijking met bollen die in schone lucht zijn bewaard, zal deze bol minder reserves overhouden voor de groei van de plant. Een ander effect is dat de verklistering zal toenemen. Onder normale omstandigheden zal in eerste instantie vooral de hoofdbol uitgroeien (apicale dominantie). Ethyleen verzwakt de onderdrukking van de groei van de klisters door de hoofdbol. De klisters kunnen dus gemakkelijk doorgroeien en de hoofdbol blijft kleiner. Kortom, het aantal grote bollen neemt af en de hoeveelheid plantgoed neemt toe. Dit effect is bij normaal en makkelijk verklisterende bollen een ongewenst effect. Tijdens de bewaring hebben de temperatuur en het ethyleengehalte invloed op de oogst. De invloed van de temperatuur is waarschijnlijk terug te voeren op de gevoeligheid van de tulp voor ethyleen. Bij een hogere temperatuur reageert de tulp sterker op ethyleen dan bij een lagere temperatuur. Bij 20 C is de verklistering door ethyleen minder sterk dan bij 25 C met evenveel ethyleen. Daarnaast is het negatieve effect van ethyleen groter naarmate de tulpenbollen vroeger in de bewaring aan ethyleen worden blootgesteld. Vooral de eerste 6-8 weken na het rooien is dit effect duidelijk. 7

8 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten De belangrijkste bron van ethyleen is zure bollen. Een zure bol maakt als de zuurschimmel actief is ongeveer 0,004 ml ethyleen per uur. Dat lijkt heel weinig, maar een aantal zure bollen in de cel bij elkaar produceert toch snel genoeg ethyleen om het gehalte in de buurt of boven het schadelijke niveau te brengen. Bij 1% zuur zijn dit al ongeveer 250 zure bollen per 1000 liter bollen. Met elkaar leveren die per uur 1 ml ethyleen. Dit is genoeg voor het tienvoudige van de normconcentratie. Door middel van ventilatie met verse buitenlucht en circulatie wordt deze ethyleen afgevoerd. Koolzuurgas (CO 2 ) De tulpen verbruiken tijdens de bewaring door hun ademhaling, reservestoffen en zuurstof (O 2 ). Daarbij produceren de bollen warmte, water en CO 2. Beperking van de ventilatie van verse lucht en circulatie heeft tot gevolg dat de luchtsamenstelling verandert. Het gehalte O 2 neemt af, het CO 2 - gehalte, waterdamp (RV) en eventueel ethyleen nemen toe, evenals de temperatuur. Een hoog CO 2 - gehalte (5%) veroorzaakt een sterke gewichtsafname van 24%, die tevens tot opbrengstderving leidt. Wanneer tegelijk met de verhoging van het CO 2 -gehalte het O 2 -gehalte wordt verlaagd neemt de nadelige invloed van CO 2 toe. Toename van het CO 2 -gehalte tijdens de bewaring leidt tot een toenemende gewichts- en productieafname. De grenswaarde hierbij is 1% CO 2. Overmaat van CO 2 kan worden beperkt door een versterkte luchtcirculatie rond de tulpenbollen of de circulatie op een dusdanig niveau brengen dat ophoping van CO 2 voorkomt. 3.6 Open dagen/avonden Tijdens de open dagen en de rondleidingen van de studiegroepen is aandacht besteed aan de volgende zaken: de opbouw van de demonstratie systeemwand en de proef; de gemeten parameters; de resultaten van de demonstratie aan de hand van grafieken met het verloop van CO 2, relatieve luchtvochtigheid (RV) en temperatuur; een presentatie van het eerder verrichtte onderzoek uit de jaren 70 (zie bijlage 1) de voordelen van de afgeschuinde luchtinlaat in de bewaarwand. 8

9 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 4 Resultaten en discussie (per bedrijf) 4.1 Algemeen: Op alle bedrijven is bij het begin van de proef de hoeveelheid lucht voor beide systemen afgesteld op de norm van 500 m 3 per m 3 bollen per uur. Dit betekent dat als er 8 kisten van 1200 liter per rij staan, er 9600 liter product voor één systeemventilator staat. Totaal is er dan per systeemventilator sprake van 4800 m 3 circulatielucht per uur. Vervolgens is steeds in het aan/uit-geschakelde systeem de aan/uit-frequentie gevarieerd en is in het frequentiegeregelde systeem de hoeveelheid lucht daaraan aangepast (zie tabel 1, kolom m 3 /uur). Onder sommige omstandigheden was het noodzakelijk om ook in het aan/uit-systeem de frequentie te veranderen. In die gevallen kan de luchthoeveelheid en de benodigde energie in het aan/uit-systeem alleen vergeleken worden bij eenzelfde frequentie, bijvoorbeeld 12 aan/18 uit in tabel 1 kan alleen vergeleken worden met 60 aan/0 uit, omdat beide uitgevoerd zijn bij 40 Hz. Per demonstratiebedrijf worden de resultaten weergegeven. Per bedrijf worden eerst de effecten op de omstandigheden tussen de bollen behandeld (temperatuur, RV, CO 2 en ethyleen) en vervolgens de effecten op het energieverbruik. 9

10 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 4.2 Maatschap Kreuk, Andijk Bijzonderheden: dubbellaags beluchting, kistafmeting: 150 x 120 x 92 cm, palletopening: 17 cm kistinhoud: 1200 liter, cultivar: Blenda, bolmaat: 7/op, percentage zuur: 2%, aantal weken na pellen en sorteren: 5-6 weken. Bewaring in een schuur bij 20 C, luchtverversing door andere wanden met een klep voor buitenlucht, die in de zelfde ruimte stonden. Temperatuur In elke kist was een Pt100-temperatuurelectrode ingegraven, waarmee de temperatuur tussen de bollen met een nauwkeurigheid van 0,1 ºC kon worden afgelezen. De vraag was of tijdens de uitperiode de temperatuur zou oplopen als gevolg van de ademhalingswarmte van de bollen. Dit bleek niet het geval te zijn: zelfs bij de langste uitperiode (zie tabel 1) en de laagste frequentie werd geen meetbare verhoging van meer dan 0,1 ºC waargenomen. Relatieve vochtigheid (RV) De RV is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het oppervlak gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). De vraag was hoe ver de RV zou oplopen tijdens de uitperiode, als gevolg van water dat bij de ademhaling geproduceerd wordt. Na meting bleek in de RV geen noemenswaardige veranderingen op te treden tijdens de uit-periode. Bij de langste uit-periode was de grootste toename in RV 2 % (zie grafiek 1) CO 2 -gehalte Het CO 2 -gehalte is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het oppervlak gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). Het verloop van het CO 2 -gehalte in beide systemen bij alle beluchtingsregimes is opgenomen in de bijlage. Hieronder worden drie regimes besproken. 54 min aan/ 6 min uit In grafiek 2 wordt het verloop van het CO 2 -gehalte weergegeven in het aan/uit-regime van 54 minuten aan en 6 minuten uit en het frequentie-geregelde regime bij 30 Hz, wat in beide systemen ongeveer 3500 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur geeft. Tijdens de aan-periode en in het frequentiegeregelde systeem bedraagt het CO 2 -gehalte ongeveer 400 à 500 ppm. Dat is nauwelijks hoger dan in de buitenlucht. Tijdens de uitperiode stijgt het gehalte tot maximaal 1200 ppm ofwel 0,12%, wat zeer acceptabel is. CO 2 wordt pas schadelijk in de bewaring van tulpen bij langdurige concentraties van boven de 1%. 9 min aan/ 6 min uit Bij het regime van 9 minuten aan/6 minuten uit en 22Hz in het frequentiegeregelde systeem (grafiek 3) wordt een vergelijkbaar patroon waargenomen: in de frequentiegeregelde beluchting en tijdens de aan-periode schommelt het CO 2 -gehalte rond de 400 à 500 ppm en tijdens de uitperiode stijgt het tot het acceptabele niveau van 1200 ppm. 48 min aan/ 12 min uit In het regime 48 minuten aan/12 minuten uit en 27 Hz (grafiek 4) stijgt het gehalte tijdens de uitperiode tot ongeveer 2000 ppm, ofwel 0,2%. Tijdens de maximale uitperiode van 18 minuten en 12 minuten aan (grafiek 5) nam het CO 2 -gehalte toe tot ongeveer 2500 ppm (0,25%). In grafiek 5 valt verder op dat de CO 2 -sensor dicht bij de wand veel hogere waarden aangeeft dan de sensor bij de kussens. Dit kan verklaard worden door het feit dat de sensor bij de wand in de onderste kist zit, waar de CO 2 niet weg kan. Bij de sensor die bij de kussens in de bovenste kist zit, kan het opgehoopte CO 2 wegdiffunderen in de cel. 10

11 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten In het frequentiegeregelde systeem valt op dat zelfs bij de laagste stand van 18,12 Hz, met 1649 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, het CO 2 -gehalte niet hoger wordt dan 500 ppm. Ethyleenmeting. Bij Kreuk Andijk is geen ethyleenmeting uitgevoerd. Het kan zijn dat de ethyleen zich gedurende een lange uit-periode ophoopt en dat de concentratie gaat stijgen bij de aanwezigheid van zuur. Het is niet ondenkbaar dat de concentratie de in hoofdstuk 3.5 benoemde grens van 0,1 ppm overschrijdt. Uit de metingen naar gewichtsverlies van de behandelingen blijkt dat er geen verschil is tussen de diverse behandelingen. Hoeveelheid lucht en energieverbruik Bij het verminderen van de hoeveelheid lucht in het aan/uit-systeem door verlengen van de uit-periode van 60/0 naar 54/6, 48/12, etc. daalde het energieverbruik van 138 W/uur bij een aan/uit-regime van 60/0 tot 86 W/uur bij 9/6. Dit is een energiebesparing van 38%. Een andere vergelijking die gemaakt mag worden is die tussen continu aan (60/0) en 12/18, die beide bij 40 Hz zijn uitgevoerd. Hieruit blijkt dat het regime 12/18 50% minder energie verbruikt dan continu aan. In de aan/uit-regimes vermindert de energiebesparing niet rechtevenredig met de lengte van de uitperiode, vooral naarmate er meer en kortere aan/uit-cycli per uur worden gehanteerd. Dit wordt veroorzaakt door aanslag energie van het systeem: tijdens de opstartfase gebruikt de ventilator in korte tijd veel energie. Hoe vaker de ventilator per uur aanslaat, des te geringer het energiebesparende effect. Het frequentiegeregelde systeem kent dit probleem niet en is om die reden veel energiezuiniger, zoals blijkt uit tabel 1. Bij het verlagen van de hoeveelheid lucht van 4760 naar 1649 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, neemt het stroomverbruik af van 221 naar 37 W/uur, een vermindering van 83%. Deze enorme vermindering in hoeveelheid lucht en besparing op energieverbruik hadden géén schadelijk effect op de omstandigheden tussen de bollen. In het aan/uitsysteem bedroeg de energiebesparing bij vergelijkbare luchthoeveelheden ongeveer 50% (de onderste 2 regels in de tabel). Tabel 1. Kreuk Andijk AAN/UIT FREQUENTIE-GEREGELD Aan/uit (min) Frequentie (Hz) Hoev. lucht m 3 /uur E-verbruik W/uur Frequentie (Hz) Hoev. lucht m 3 /uur E-verbruik W/uur 60/0 34, , /6 34, /12 34, , /6 34, , /6 34, , / / , Conclusie Kreuk Andijk: Zelfs bij de langste uit-periode (18 minuten uit, 12 minuten aan) en de laagste stand in het frequentiegeregelde systeem veranderden de temperatuur en de RV niet noemenswaardig. Het CO 2 - gehalte nam toe tot maximaal 2500 ppm (0,25%), wat geen negatieve gevolgen heeft voor de bolkwaliteit. In het aan/uit-systeem kon hiermee een energiebesparing (op de systeemventilator) bereikt worden van ongeveer 50% en in het frequentiegeregelde systeem van 75%. Deze energiebesparing kan in ieder geval benut worden van de laatste week van augustus tot aan planten (7 à 8 weken). 11

12 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 4.3 Fa J. Th. Kreuk & Zn, Julianadorp Bijzonderheden: dubbellaags beluchting, kistafmeting 120 x 100 x 100, palletopening: 12 cm, kistinhoud: 900 liter, cultivar: Queen of Night, bolmaat 8/op, percentage zuur: geen, aantal weken na pellen en sorteren: 8-9 weken. Bewaring in een cel bij 20 C met continue luchtverversing. Temperatuur In elke kist was een Pt100-temperatuurelectrode ingegraven, waarmee de temperatuur tussen de bollen met een nauwkeurigheid van 0,1 ºC kon worden afgelezen. De vraag was of tijdens de uitperiode de temperatuur zou oplopen als gevolg van de ademhalingswarmte van de bollen. Dit bleek niet het geval te zijn: zelfs bij de langste uitperiode (zie tabel 2) en de laagste frequentie werd geen meetbare verhoging van meer dan 0,1 ºC waargenomen. Relatieve vochtigheid (RV) De RV is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het oppervlak gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). De vraag was hoe ver de RV zou oplopen tijdens de uitperiode als gevolg van water, dat bij de ademhaling geproduceerd wordt. Ook in de RV traden geen noemenswaardige veranderingen op tijdens de uit-periode. Bij de langste uit-periode was de grootste toename in RV 2% (zie grafiek 6) CO 2 -gehalte Ook het CO 2 -gehalte is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het oppervlak gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). Het verloop van het CO 2 -gehalte in beide systemen bij alle beluchtingregimes is opgenomen in de bijlagen. Hieronder worden drie regimes besproken. 52 min aan/ 8 min uit In grafiek 7 wordt het verloop van het CO 2 -gehalte weergegeven in het aan/uit-regime van 52 minuten aan en 8 minuten uit en het frequentiegeregelde regime bij 32 Hz, wat in beide systemen ongeveer 3145 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur geeft. Tijdens de aanperiode en in het frequentiegeregelde systeem bedraagt het CO 2 -gehalte ongeveer 500 à 600 ppm. Dat is nauwelijks hoger dan in de buitenlucht. Tijdens de uitperiode stijgt het gehalte tot maximaal 1200 ppm ofwel 0,12 %, wat zeer acceptabel is. CO 2 wordt pas schadelijk in de bewaring van tulpen bij langdurige concentraties van boven de 1%. 20 min aan/ 20 min uit Bij het regime van 20 minuten aan/20 minuten uit en 21 Hz in het frequentiegeregelde systeem (grafiek 8) schommelt het CO 2 -gehalte tijdens de aanperiode en in het frequentiegeregelde systeem rond de 500 ppm. Tijdens de uitperiode stijgt het CO 2 -gehalte bij de wand tot 1400 ppm en bij de kussens tot 1000 ppm. 15 min aan/ 45 min uit In het regime 15 minuten aan/ 45 minuten uit en 15 Hz (grafiek 9) stijgt het gehalte tijdens de uitperiode tot ongeveer 2000 ppm, ofwel 0,2%, waar de tulpen geen schade van ondervinden. In deze grafiek valt verder op dat de CO 2 -sensor dicht bij de wand veel hogere waarden aangeeft dan de sensor bij de kussens. Dit kan verklaard worden door het feit dat de sensor bij de wand in de onderste kist zit, waar de CO 2 niet weg kan. Bij de sensor die bij de kussens in de bovenste kist zit, kan het opgehoopte CO 2 wegdiffunderen in de cel. In het frequentiegeregelde systeem valt op dat zelfs bij de laagste stand, (15 Hz) met 1049 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, het CO 2 -gehalte niet hoger wordt dan 600 ppm. 12

13 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten Ethyleenmeting Met behulp van de techniek met Kitagawa-buisjes, waarmee ethyleengehaltes van 0,1 ppm en hoger gemeten kunnen worden, is vastgesteld dat aan het eind van de langste uitperiode het ethyleengehalte tussen de bollen niet hoger was dan 0,1 ppm. Ook uit de metingen van het gewicht van de bollen bleek dat de bollen geen ander gewichtsverlies hebben dan de standaard behandeling. Hoeveelheid lucht en energieverbruik Op dit bedrijf mogen de energieverbruiken bij de verschillende aan/uitregimes onderling vergeleken worden omdat ze bij eenzelfde frequentie gerealiseerd zijn (38 Hz). Bij het langer worden van de uitperiode neemt het energieverbruik af van ongeveer 175 W/uur tot 53 W/uur. Bij continu aan is het energieverbruik 175 W/uur. Een schatting van de energiebesparing door middel van aan/uit is derhalve 60 à 65%. In de aan-/uitregimes vermindert de energiebesparing niet rechtevenredig met de lengte van de uitperiode, vooral naarmate er meer en kortere aan/uit-cycli per uur worden gehanteerd. Dit wordt veroorzaakt door aanslag energie van het systeem: tijdens de opstartfase gebruikt de ventilator in korte tijd veel energie. Hoe vaker de ventilator per uur aanslaat, des te geringer het energiebesparende effect. Het frequentiegeregelde systeem kent dit probleem niet en is om die reden veel energiezuiniger, zoals blijkt uit tabel 2. Bij het verlagen van de hoeveelheid lucht van 3629 naar 1049 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, neemt het stroomverbruik af van 180 naar 45 W/uur, een vermindering van 75%. Een ander opvallend feit was dat we tijdens deze demonstratie voor minder lucht meer stroom verbruikten. De oorzaak hiervan moet waarschijnlijk worden gezocht in de kleine palletopening van de palletkisten op dit bedrijf, namelijk 14 cm ten opzichte van de 17 cm bij de andere twee bedrijven. Het energieverbruik ligt ongeveer 10% hoger bij de smallere palletopening. Tabel 2, Kreuk Julianadorp AAN/UIT FREQUENTIEGEREGELD Aan/uit (min) Frequentie (Hz) Hoeveelheid m 3 /uur E-verbruik W/uur Frequentie (Hz) Hoeveelheid m 3 /uur E-Verbruik W/uur 52/ / , / , / / , / , / Conclusie Kreuk Julianadorp: Zelfs bij de langste uit-periode (45 minuten uit, 15 minuten aan) en de laagste stand in het frequentiegeregelde systeem veranderden de temperatuur en de RV niet noemenswaardig. Het CO 2 - gehalte nam toe tot maximaal 2000 ppm (0,2%). In het aan/uit-geschakelde systeem kon hiermee een energiebesparing worden bereikt van minstens 60 à 70% en in het frequentiegeregelde systeem van minstens 70%. Deze energiebesparing kan in ieder geval benut worden van de eerste week van september tot aan planten (6 à 7 weken). 13

14 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 4.4 Fa Smakman, Creil Bijzonderheden: éénlaags beluchting, kistafmeting 150 x 120 x 92 cm, palletopening: 17 cm, kistinhoud: 1100 liter, cultivar: Upstar, bolmaat: 5/op, percentage zuur: 0,2%, aantal weken na pellen en sorteren: 8-9 weken. Bewaring in een aparte cel bij 20 C, met continue luchtverversing Temperatuur In elke kist was een Pt100-temperatuurelectrode ingegraven, waarmee de temperatuur tussen de bollen met een nauwkeurigheid van 0,1 ºC kon worden afgelezen. De vraag was of tijdens de uitperiode de temperatuur zou oplopen als gevolg van de ademhalingswarmte van de bollen. Dit bleek niet het geval te zijn: zelfs bij de langste uitperiode (zie tabel 3) en de laagste frequentie werd geen meetbare verhoging van meer dan 0,1 ºC waargenomen. Relatieve vochtigheid (RV) De RV is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het oppervlak gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). De vraag was hoe ver de RV zou oplopen tijdens de uitperiode als gevolg van water, dat bij de ademhaling geproduceerd wordt. Ook in de RV traden geen noemenswaardige veranderingen op tijdens de uit-periode. Bij de langste uit-periode was de grootste toename in RV 2% (zie grafiek 10) CO 2 -gehalte Het CO 2 -gehalte is op twee plaatsen in elk systeem tussen de bollen op ca. 30 cm onder het oppervlak gemeten: in de onderste kist het dichtst bij de wand en in de bovenste kist zo ver mogelijk van de wand (bij de kussens). Het verloop van het CO 2 -gehalte in beide systemen bij alle beluchtingsregimes is opgenomen in de bijlagen. Hieronder worden drie regimes besproken. 22 min aan/ 8 min uit In grafiek 11 wordt het verloop van het CO 2 -gehalte weergegeven in het aan/uit-geschakelde regime van 22 minuten aan en 8 minuten uit en het frequentie-geregelde regime bij 26 Hz. In beide systemen leverde dit 3534 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur op. Tijdens de aanperiode en in het frequentie-geregelde systeem bedraagt het CO 2 -gehalte 400 à 450 ppm. Dat is nauwelijks hoger dan in de buitenlucht. Tijdens de uitperiode stijgt het gehalte tot maximaal 1200 ppm ofwel 0,12%, wat zeer acceptabel is. CO 2 wordt pas schadelijk in de bewaring van tulpen bij langdurige concentraties van boven de 1%. 15 min aan/15 min uit Bij het regime van 15 minuten aan/15 minuten uit en 19,2 Hz in het frequentiegeregelde systeem (grafiek 12) schommelt het CO 2 -gehalte tijdens de aanperiode en in het frequentiegeregelde systeem rond de 500 ppm. Tijdens de uitperiode stijgt het CO 2 -gehalte bij de wand tot 1700 ppm en bij de kussens tot 1000 ppm. 5 min aan/ 25 min uit In het regime 5 minuten aan/ 25 minuten uit en 12,1 Hz (grafiek 13) stijgt het gehalte tijdens de uitperiode tot ongeveer 1600 ppm, ofwel 0,16%, waar de tulpen geen schade van ondervinden. In deze grafiek valt verder op dat de CO 2 -sensor dicht bij de wand veel hogere waarden aangeeft dan de sensor bij de kussens. Dit kan verklaard worden door het feit dat de sensor bij de wand in de onderste kist zit, waar de CO 2 niet weg kan. Bij de sensor die bij de kussens in de bovenste kist zit,kan het opgehoopte CO 2 wegdiffunderen in de cel. In het frequentiegeregelde systeem valt op dat zelfs bij de laagste stand (12,1 Hz), met 1178 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur, het CO 2 -gehalte onder de 500 ppm blijft. 14

15 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten Ethyleenmeting Met behulp van de techniek met Kitagawa-buisjes, waarmee ethyleengehaltes van 0,1 ppm en hoger gemeten kunnen worden, is vastgesteld dat aan het eind van de langste uitperiode het ethyleengehalte tussen de bollen niet hoger was dan 0,1 ppm. Ook uit de bollenmonsters bleek niet dat er schade was opgetreden. Hoeveelheid lucht en energieverbruik Op dit bedrijf kunnen de energieverbruiken van de aan/uitregimes 60/0 t/m 5/25 onderling vergeleken worden omdat ze bij eenzelfde frequentie gerealiseerd zijn (36,08 Hz). De totale luchthoeveelheid nam bij die verlenging van de uitperiode af van 4477 naar 746 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur. De energiebesparing was 82%. In het frequentiegeregelde systeem werd de hoeveelheid lucht teruggebracht van ongeveer 4477 naar 1178 m 3 circulatielucht per systeemventilator per 8 palletkisten per uur. De energiebesparing bedraagt hier 82%. In de aan/uit-regimes vermindert de energiebesparing niet rechtevenredig met de lengte van de uitperiode, vooral naarmate er meer en kortere aan/uit-cycli per uur worden gehanteerd. Dit wordt veroorzaakt door aanslag energie van het systeem: tijdens de opstartfase gebruikt de ventilator in korte tijd veel energie. Hoe vaker de ventilator per uur aanslaat, des te geringer het energiebesparende effect. In het frequentiegeregelde systeem neemt bij vergelijkbare vermindering van de hoeveelheid lucht het energieverbruik veel sneller af dan in het aan/uit-systeem. Tabel 3, Smakman AAN/UIT FREQUENTIE-GEREGELD Aan uit (min) Frequentie (Hz) Hoeveelheid m 3 /uur E-verbruik W/uur Frequentie (Hz) Hoeveelheid m 3 /uur E-verbruik W/uur 60/ /0 36, , /8 36, , /15 36, , /20 36, , /25 36, , Conclusie Smakman: Zelfs bij de langste uit-periode (25 minuten uit, 5 minuten aan) en de laagste stand in het frequentiegeregelde systeem veranderden de temperatuur en de RV niet noemenswaardig. Het CO 2 - gehalte nam toe tot maximaal 1700 ppm (0,17%), wat geen negatieve gevolgen heeft voor de bolkwaliteit. De energiebesparing bedraagt in het aan/uitsysteem rond de 70 tot 80 % en in het frequentiegeregelde systeem eveneens 70 à 80%. Deze energiebesparing kan in ieder geval benut worden van de eerste week van september tot aan planten (4 à 5 weken) 15

16 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 4.5 Communicatie Werving en bereikte ondernemers Om de ondernemers voor de demonstraties te interesseren is een artikel geplaatst in Bloembollenvisie. Verder zijn is naar veel kranten een persbericht verstuurd en geplaatst in onder andere de digitale nieuwsbrief van CNB, vak-, dag- en regionale bladen. Zowel Westweek als Het landbouwblad hebben tijdens de demonstraties foto s gemaakt, die met een kort verhaal in de respectievelijke bladen hebben gestaan. Een verzameling van de geplaatste persberichten, rapportages en artikel is te vinden in bijlage 3. Op het moment dat de Projectgroep haar goedkeuring verleent aan het eindverslag zal een artikel voor Bloembollenvisie worden geschreven, zodat de gehele sector op de hoogte wordt gebracht van de resultaten van het project. Op deze wijze worden ondernemers, die niet in de gelegenheid zijn geweest om de demonstraties te bezoeken, geïnformeerd en de mensen die de demonstraties hebben bezocht op de hoogte gebracht van de eindconclusies. In elke regio waar de demonstraties werden georganiseerd zijn studiegroepen benaderd voor het bezoeken van de proefopstelling bij de demonstraties. De interesse vanuit studieclubs varieerde per regio. De interesse om de georganiseerde open dagen te bezoeken wisselde op de verschillende locaties. Hieronder volgt per locatie een overzicht van de bezoekersaantallen: Andijk: Studieclubs: 2 Bezoekers open dag: 70 Totaal aantal bereikte bedrijven: 85 Julianadorp: Studieclubs: 4 Bezoekers open dag: 12 Totaal aantal bereikte bedrijven: 40 Creil: Studieclubs: 3 Bezoekers open dag: 15 Totaal aantal bereikte bedrijven: 70 Reacties bezoekers De bezoekers van de open dagen waren gemiddeld zeer geïnteresseerd en er werd volop gediscussieerd. Al werden de resultaten van de proef met de nodige scepsis ontvangen. Vooral het niet digitaal kunnen meten van de ethyleenconcentratie werd als een gemis ervaren door een deel van de bezoekende ondernemers. Een ondernemer vertelde minder te installeren dan de huidige circulatienorm aangezien hij van mening is dat als het product in de cel droog is, deze niet zo veel circulatielucht meer nodig heeft. Tijdens de demonstraties gaven een aantal aanwezige ondernemers aan dat zij op hun eigen bedrijf direct aanpassingen gingen doen aan de ventilatorinstellingen. Dit wil zeggen dat het toerental werd verlaagd of dat uit -periode van de systeemventilatoren werd verlengd.uit de gesprekken bleek dat er in de praktijk toch regelmatig met meer dan 500 m 3 per uur per m 3 product wordt gecirculeerd. De presentaties van het oude onderzoek uit de jaren 70 ten aanzien van de effecten van CO 2 en ethyleen tijdens de bewaring van tulp werden in de studieclubs goed ontvangen. Een kanttekening, die daarbij gemaakt werd, was dat het onderzoek al voor de opkomst van de palletkist is uitgevoerd. 16

17 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 5 Eindconclusie De proeven op bedrijfsschaal tussen eind augustus en eind september tonen aan dat op de systeemventilatorenergie minstens 50% bespaard kan worden in een aan/uit-systeem en minstens 70% in een systeem met frequentieregeling zonder dat dit de temperatuur, de RV en het CO 2 -gehalte tussen de bollen nadelig beïnvloedt. Dit geld voor partijen met minder dan 1% zuur. Voor partijen met meer zuur is meer informatie nodig over ethyleenophoping. Op het bedrijf van Kreuk te Andijk zat er dan wel minder dan 2% zuur in het tulpenplantgoed, maar daar zijn geen ethyleenmetingen verricht, dus daar kunnen geen conclusies aan worden verbonden. Volgens de theorie van de productademhaling die in bijlage 1 staat beschreven, was de verwachting dat het effect van niet circuleren een grotere invloed zou hebben op de RV en de temperatuur van de lucht tussen de bollen. De invloed van de ademhaling tijdens de demonstratieperiode ten aanzien van een toename van de temperatuur en RV was beperkt. Ook de toename van de CO 2 -concentratie viel mee. De mogelijke schadegrens van 1% CO 2 werd bij lange na niet gehaald. Een lagere frequentie en daarmee een lager toerental van de ventilator resulteert in minder geproduceerde warmte in de cel. Er hoeft dus per tijdseenheid minder warmte te worden afgevoerd, hierdoor kan vermoedelijk ook de ventilatie verminderd worden. Het effect op de kosten van koelen er verwarmen is moeilijk in te schatten. In koude periodes zal er meer verwarmd moeten worden, in warme periodes minder gekoeld. Een systeemventilator van 2,2 kw neemt per dag 52,8 kw op, waarvan uiteindelijk alle energie in warmte wordt omgezet. Voor een dergelijke ventilator staan in de praktijk ongeveer 45 kisten. De bewaarperiode waarin de voorgestelde bewaring mogelijk is, duurt ongeveer 10 weken. Het totaalverbruik is dan kw per ventilator. Bij een frequentieregeling is dan een besparing van 2587 kw mogelijk en bij een aan/uit-regeling van 1848 kw. Per systeemventilator resulteert dit respectievelijk, bij een elektraprijs inclusief transportkosten van 6,5 ct., tot een besparing van 120,- tot 168,- per systeemventilator per jaar. Gezien de ontwikkelingen van de elektraprijs de laatste jaren, wordt het steeds voordeliger om frequentieregeling toe te passen. 17

18 Eindrapportage project Verminderde circulatie Demonstratie en optimalisering van aan/uit- en frequentieregeling bij luchtcirculatie in palletkisten 6 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek Tijdens de demonstraties zijn er veel opvallende zaken naar voren gekomen. Ervaringen en waarnemingen, die niet paste binnen dit project, maar die zeker een nadere beschouwing en verdere uitwerking en eventueel onderzoek waard zijn. Hier volgen een aantal opvallende zaken uit het project. De systeemventilator die gebruikt is, leverde volgens opgave 5000 m 3 per uur bij 150 Pa. 150 Pa is de waarde die gebruikt wordt bij installatieberekeningen van ventilatoren. Tijdens de demonstraties bleek dat de ventilator op 50 Hz 6000 m 3 circulatielucht per systeemventilator per uur leverde als er acht kisten voor de wand stonden. Het zou zo kunnen zijn dat de meeste ventilatoren in het bewaartraject meer m 3 per uur leveren dan volgens fabrieksopgave. Het verdient aanbeveling om eens nader te kijken naar de juiste tegendruk en de daarbij behorende luchtopbrengst. Op het moment dat de kussens uit de paletopeningen verwijderd werden en de hoeveelheid lucht, die eruit kwam vergeleken werd met de hoeveelheid lucht die erin ging, dan zat daar een verschil tussen. De lucht gaat dus onderweg veel makkelijker door de bollen heen dan verwacht. Een kleinere palletopening zorgde voor een hoger stroomverbruik. Onduidelijk is wat het effect van een kleinere palletopening op de luchtverdeling is. Tijdens dit project is de productbewaring gemonitoord vanaf 20 augustus. Een vraag, die nog niet beantwoord is, is of er ook eerder in het seizoen al mogelijkheden zijn om de luchtcirculatie te verminderen. De tulpenbollen zijn in de eerste weken na het rooien namelijk gevoeliger voor ethyleen, onder andere door de hoge bewaartemperatuur van circa 25 C de eerste 4-6 weken van de tulpenbewaring en de verwachting is dat de ademhaling van het product in de beginfase van de bewaring ook hoger is. Het is dus aan te bevelen een partij tulpenplantgoed vanaf de oogst te volgen met behulp van de beschikbare sensoren. Tijdens deze demonstraties ging het uitsluitend om de luchtcirculatie. Op basis van de waarnemingen zou een kleinere luchtverversing goed mogelijk moeten zijn. Dit zou zeker in de warme maanden veel koelkosten en in het begin van het seizoen de kosten van verwarming besparen. 18

19 Bijlage 1: Presentatie van oud onderzoek Dia 1 Ademhaling Een bol zit vol met zetmeel, die is geproduceerd tijdens de teelt door fotosynthese Fotosynthese: koolzuurgas + water suiker + zuurstof m.b.v. energie uit zonlicht suiker wordt opgeslagen als zetmeel In ademhaling gebeurt het omgekeerde: zetmeel wordt omgezet in suiker, suiker wordt verbrand met behulp van zuurstof Dia 2 Ademhaling 1 molecuul suiker + 6 moleculen zuurstof 6 moleculen koolzuurgas (CO2) + 6 moleculen water hierbij komen bouwstenen en energie vrij voor stofwisseling, groei en ontwikkeling. Een deel van de vrijkomende energie wordt niet benut en komt vrij als warmte Effecten van ademhaling op gassamenstelling in cel: zuurstofconcentratie zakt koolzuurgasconcentratie stijgt RV stijgt Dia 3 Ademhaling Bij onvoldoende ventilatie (voorbeeld): zuurstof zakt van 20.8 naar 17.8 % (niet erg) koolzuurgas stijgt van 0.04 naar 3.04% (wel erg) Normaal bij chemische reacties: product remt de reactie, dus verhoogde koolzuurgasconcentratie zou ademhaling moeten remmen Bij tulp is dat niet zo! Hoog koolzuurgas en laag zuurstof leiden tot een toegenomen gewichtsverlies

20 Dia 4 Ademhaling 1 kg tulpenbollen produceert/verbruikt 10 à 40 ml CO 2 /O 2 per uur Effect van ademhaling op CO 2 -concentratie Voorbeeld cel van 200 m 3 met 30 m 3 bollen (na 1 uur zonder ventilatie): gewone lucht bij 10 ml bij 40 ml CO 2 /O 2 CO 2 /O 2 CO % O Dia 5 Effecten van vocht, CO 2 /O 2 op gewichtsafname van tulpenbollen Gewichtsafname bij behandeling van half augustus tot eind oktober gewichtsafname productiefactor RV 50% 10.3 % 4.3 RV 90% 5.7 % 4.4 Dia 6 Effecten van CO 2 /O 2 op gewichtsafname van tulpenbollen gehalte CO 2 (%) gehalte O 2 (%) gewichtsafname (%) Cultivar Apeldoorn

Kuubskist met golfbodem

Kuubskist met golfbodem Kuubskist met golfbodem Een alternatief uit de praktijk Jeroen Wildschut, Arie van der Lans Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 654 13 December 2013

Nadere informatie

DEMONSTRATIEPROJECT HYACINT E(NERGIE)-LIJN

DEMONSTRATIEPROJECT HYACINT E(NERGIE)-LIJN DEMONSTRATIEPROJECT HYACINT E(NERGIE)-LIJN DEMONSTRATIEPROJECT HYACINT E(NERGIE)-LIJN Energiebesparende maatregelen zijn lonend tijdens heetstook hyacint Bij de teelt van hyacint wordt veel energie gebruikt,

Nadere informatie

CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed

CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed CO 2 -schadedrempel voor lelieplantgoed Ademhaling, warmteproductie en CO 2 -schade Jeroen Wildschut, Casper Slootweg en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Energiebesparing door verminderde circulatie

Energiebesparing door verminderde circulatie Energiebesparing door verminderde circulatie Aan/uit- versus Frequentieregeling Jeroen Wildschut, Henk Gude (PPO) Niels Kreuk, Maurice Kok (DLV) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen PPO

Nadere informatie

Bedrijf 1: Tulpenbroeierij

Bedrijf 1: Tulpenbroeierij Houd de bo(e)l koel! Het koelen van bollen is noodzakelijk om de rust te doorbreken of juist om de bollen in rust te houden. Door slim te koelen is het mogelijk om op energie(kosten) te besparen. Bij het

Nadere informatie

Naar een energiezuiniger klimaatbeheersing bij de bewaring van tulpenbollen

Naar een energiezuiniger klimaatbeheersing bij de bewaring van tulpenbollen Naar een energiezuiniger klimaatbeheersing bij de bewaring van tulpenbollen Praktijkproef EB-01 Dr. H. Gude en Ing. M.H.G.E. Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 33044710

Nadere informatie

Energie-efficiënter drogen en bewaren Gefinancierd door KAVB, PT, PA, LTO, Min.EZ, RVO.nl, bollentelers en akkerbouwers.

Energie-efficiënter drogen en bewaren Gefinancierd door KAVB, PT, PA, LTO, Min.EZ, RVO.nl, bollentelers en akkerbouwers. Energie-efficiënter drogen en bewaren Gefinancierd door KAVB, PT, PA, LTO, Min.EZ, RVO.nl, bollentelers en akkerbouwers. Jeroen Wildschut, Athanasios Sapounas en David van der Schans en Henk Gude 8 maart

Nadere informatie

Voorwaardelijke Ventilatie- en Circulatienormen

Voorwaardelijke Ventilatie- en Circulatienormen Voorwaardelijke Ventilatie- en Circulatienormen Een demonstratiemodel Jeroen Wildschut (WUR/PPO) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 566 00 Maart 2013

Nadere informatie

Vitaal plantgoed door optimale bewaring

Vitaal plantgoed door optimale bewaring Vitaal plantgoed door optimale bewaring Bloembollen 2016, Henk Gude en collega s Inhoud Algemene inleiding bollenteelt Klimaatfactoren bewaring Bewaring tulp Bewaring lelie Bollenteelt en verwerking, het

Nadere informatie

Ventilatie, Ademhaling en CO 2 -schadedrempels

Ventilatie, Ademhaling en CO 2 -schadedrempels Ventilatie, Ademhaling en CO 2 -schadedrempels bij de bewaring van tulp, narcis (tête-à-tête), hyacint, krokus, iris, muscari, allium, scilla, iris reticulata en chionodoxa Jeroen Wildschut, Marga Dijkema,

Nadere informatie

Ethyleengestuurde ventilatie

Ethyleengestuurde ventilatie Ethyleengestuurde ventilatie Energiebesparing in het project Klep Dicht en resultaten van aanvullend onderzoek Jeroen Wildschut, PPO, Leontine Langner-Noort, DLV Plant Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok Penicillium in lelie Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit April 2010

Nadere informatie

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen Resultaten 2011 J. Wildschut, M. van Dam (WUR\PPO) M. Kok, Th. van der Gulik (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business

Nadere informatie

Demonstratie Ethyleengestuurde ventilatie bij de bewaring van tulpenbollen. Jeroen Wildschut, Henk Gude

Demonstratie Ethyleengestuurde ventilatie bij de bewaring van tulpenbollen. Jeroen Wildschut, Henk Gude Demonstratie Ethyleengestuurde ventilatie bij de bewaring van tulpenbollen Jeroen Wildschut, Henk Gude Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, bomen en Fruit PPO nr. 360045 Juli 2006 2006

Nadere informatie

Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO

Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO Verslag Doormeting Energiewinst door toepassing van DCA in vergelijking met ULO Auteur: Bert Verlinden 1 Situering Bij de algemeen toegepast ULO-bewaring van hardfruit wordt het fruit eerst gekoeld tot

Nadere informatie

Energiestroom Lelie. Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant)

Energiestroom Lelie. Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant) Energiestroom Lelie Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.32 360 355 07 September 2007 2007 Wageningen,

Nadere informatie

ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN

ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN ENERGIEBESPARING IN DE AKKERBOUW/OPEN TEELTEN In de akkerbouw/open teelten wordt met name voor de bewaring van producten veel energie gebruikt in de vorm van droging en koeling. De hoeveelheid verbruikte

Nadere informatie

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003

Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003 Waterbroei tulp: Afbroei zuurproeven uit teelt 2003 In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 Ing. H. Meester SAMENVATTING In 2003 zijn door de Zuurgroep West-Friesland een aantal teeltproeven uitgevoerd

Nadere informatie

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen Ing. D. Bos en Dr. Ir. A. Veerman Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector AGV PPO 5154708 2003 Wageningen,

Nadere informatie

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp

Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp Parameters ter bepaling van het optimale rooitijdstip bij tulp M. van Dam en H.Gude Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen Juni 2004 PPO nr. 330628 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2009/2010 Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

De gecombineerde rol van ethyleen en het pelmoment in het ontstaan van zuur in tulp. Martin van Dam, PPO Frank Kreuk, Proeftuin Zwaagdijk

De gecombineerde rol van ethyleen en het pelmoment in het ontstaan van zuur in tulp. Martin van Dam, PPO Frank Kreuk, Proeftuin Zwaagdijk De gecombineerde rol van ethyleen en het pelmoment in het ontstaan van zuur in tulp Martin van Dam, PPO Frank Kreuk, Proeftuin Zwaagdijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR

Nadere informatie

Voorkoming van ethyleenschade bij het containervervoer van bloembollen

Voorkoming van ethyleenschade bij het containervervoer van bloembollen Voorkoming van ethyleenschade bij het containervervoer van bloembollen H. Gude en M.H.G.E. Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen mei 2004 PPO nr. 330453 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown Voortgezet diagnostisch onderzoek 2012 Peter Vink, Peter Vreeburg en Paul van Leeuwen Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen

Nadere informatie

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold In opdracht van V.O.F. Van Kampen, Den Helder. Martin van Dam en Peter Vink Praktijkonderzoek Plant & Omgeving BV Sector Bloembollen

Nadere informatie

In dit plaatje is de rotor als magneet uitgevoerd, maar in gelijkstroomventilatoren wordt de rotor als permanente magneet uitgevoerd.

In dit plaatje is de rotor als magneet uitgevoerd, maar in gelijkstroomventilatoren wordt de rotor als permanente magneet uitgevoerd. 1 -Een gelijkstroommotor heeft een permanente magneet. Het magneetveld hoeft dus niet opgewekt te worden ten koste van een hoeveelheid elektrische energie. Daar zit m het hogere rendement van een gelijkstroommotor

Nadere informatie

Energiestroom Lelie. Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant)

Energiestroom Lelie. Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant) Energiestroom Lelie Jeroen Wildschut (PPO Bloembollen) Maurice Kok (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.32 360 355 07 September 2007 2007 Wageningen,

Nadere informatie

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn:

De mechanische ventilatie type C is in te delen in twee stromingen die nog in de huidige huizen aanwezig zijn: 1 Introductie In een huishouden is ventilatie nodig om ervoor te zorgen dat het huis van schone en gezonde lucht is voorzien. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen natuurlijke ventilatie (type A), en

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje Onderzoek van 2003 t/m 2006 P.J. van Leeuwen, P. Vink en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bollen november 2006 PPO nr.

Nadere informatie

Rapportage Kennismarkt Energie 2014

Rapportage Kennismarkt Energie 2014 Rapportage Kennismarkt Energie 2014 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen: KAVB Productschap Tuinbouw Ministerie van EZ

Nadere informatie

Energiebesparing bij de bewaring van plantgoed van tulp door temperatuurintegratie. Henk Gude en Marga Dijkema

Energiebesparing bij de bewaring van plantgoed van tulp door temperatuurintegratie. Henk Gude en Marga Dijkema Energiebesparing bij de bewaring van plantgoed van tulp door temperatuurintegratie Henk Gude en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 330843 Oktober 2006 2005

Nadere informatie

Energiebesparing bij de bewaring van tulpenbollen door ethyleen gestuurde ventilatie. Dr. H. Gude

Energiebesparing bij de bewaring van tulpenbollen door ethyleen gestuurde ventilatie. Dr. H. Gude Energiebesparing bij de bewaring van tulpenbollen door ethyleen gestuurde ventilatie Dr. H. Gude Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 330842 Oktober 2006 2005 Wageningen,

Nadere informatie

Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen?

Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen? Waterbroei tulp: Ontsmetting van de bollen? juli 2002 Ing. H. Meester Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228) 56 30 29 E-mail: info@proeftuinzwaagdijk.nl

Nadere informatie

2. Gebruik ULO voor bewaring pioenroos

2. Gebruik ULO voor bewaring pioenroos 2. Gebruik ULO voor bewaring pioenroos Thema: Gebruikswaarde-onderzoek 2.1. Doel van de proef In augustus 2007 verscheen in het Vakblad voor de Bloemisterij een artikel waarin werd gemeld dat het via ULO-bewaring

Nadere informatie

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268

1 Hpkklk. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268 1 Hpkklk 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 268 14 Broei Muscari latifolium 14.1 Inleiding De afgelopen jaren nam de vraag naar bollen op pot toe. Naast de 'gewone' blauwe

Nadere informatie

Bossigheid in Zantedeschia

Bossigheid in Zantedeschia Bossigheid in Zantedeschia Is vervroegd afsterven van weefselkweekplantjes en het daarna koud bewaren van de knollen een van de oorzaken van bossigheid P.J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Pythiumbestrijding broeierij tulp

Pythiumbestrijding broeierij tulp Pythiumbestrijding broeierij tulp In opdracht van Productschap Tuinbouw juli 2004 F. Kreuk INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING.. 3 1. INLEIDING 4 2. PROEFOPZET.. 4 3. ALGEMEEN.. 4 4. RESULTATEN. 5 4.1 Teeltgegevens

Nadere informatie

Schadedrempels voor ethyleen tijdens bewaring, preparatie en beworteling van tulpenbollen

Schadedrempels voor ethyleen tijdens bewaring, preparatie en beworteling van tulpenbollen Schadedrempels voor ethyleen tijdens bewaring, preparatie en beworteling van tulpenbollen Henk Gude en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit November

Nadere informatie

Ventielventilatie. Beschrijving

Ventielventilatie. Beschrijving Ventielventilatie Beschrijving Ventielventilatie is enigszins te vergelijken met klepventilatie maar het biedt t.o.v. klepventilatie enkele voordelen: de inkomende lucht wordt door de turbulentie beter

Nadere informatie

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. Papierblad in lelie Naoogst fase Hans Kok en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr. 330919 2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle

Nadere informatie

Voorstudie Duurzaam drogen van bloembollen middels een droogsysteem met zuigende ventilatoren en actieve ontvochtiging

Voorstudie Duurzaam drogen van bloembollen middels een droogsysteem met zuigende ventilatoren en actieve ontvochtiging Voorstudie Duurzaam drogen van bloembollen middels een droogsysteem met zuigende ventilatoren en actieve ontvochtiging Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Stuurgroep

Nadere informatie

Bewaring van lelieplantgoed

Bewaring van lelieplantgoed Bewaring van lelieplantgoed Energiebesparing door vermindering van de circulatie Jeroen Wildschut, Henk Gude (PPO) Guus Braam, Rik Vasen, Geert van Diepen (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie

Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie Mogelijke oorzaken van zwarte spruiten in lelie Praktijkproef bij VWS, in samenwerking met PPO Lyon Looijestein, Gert Sijm Ben Seubring Marga Dijkema, Henk Gude VWS Stagiair HAS Den Bosch PPO Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp

Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp Effect nabewaring op laat zuur en broei in tulp In opdracht van: Productschap Tuinbouw augustus 2008 F. Kreuk B 0830 Proeftuin Zwaagdijk Tolweg 13 1681 ND Zwaagdijk-Oost Telefoon (0228) 56 31 64 Fax (0228)

Nadere informatie

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink Voortgezet diagnostisch onderzoek naar een betere beheersing van een aantasting door de schimmel Colletotrichum acutatum bij de bollenteelt van tulpen cv. Giuseppe Verdi Voortgezet diagnostisch onderzoek

Nadere informatie

Interieur klimaatanalyse

Interieur klimaatanalyse Interieur klimaatanalyse 2 en 3 maart 2015 in Amersfoort Uitgevoerd door: Prof. Dr. Ing. Peter Marx, Beuth Hochschule, Berlin Dipl. Ing. Matthias G. Bumann, DIMaGB, Berlin S A M EN V A T T I N G EN C O

Nadere informatie

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia Welke mijt geeft schade in Zantedeschia P.J. van Leeuwen, C. Conijn, M. Breedeveld, J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen

Nadere informatie

Energieverbruik in de bloembollensector

Energieverbruik in de bloembollensector Energieverbruik in de bloembollensector Multiple Regressie Analyse Monitoring Data 1995-2006 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector bloembollen februari 2008 PPO nr.3236045300

Nadere informatie

Alternatieve bloeiverlating tulp 2007

Alternatieve bloeiverlating tulp 2007 Alternatieve bloeiverlating tulp 2007 In opdracht van: NS Bloembollen B.V. Horizon Flowers B.V. G. Oud & Zn. Tulips B.V. Karel Bolbloemen B.V. Leek Bloembollen B.V. Fa. B.J. Jong & Zn. Fa. E. de Wit &

Nadere informatie

Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector

Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector Effect van broedeitemperatuur en gewichtsverlies op broeduitkomsten van eieren uit de leg/vermeerderingssector Sander Lourens, onderzoeker broederij Inleiding Vooral de temperatuur van eieren is een belangrijke

Nadere informatie

Rapportage Kennismarkt Energie 2011

Rapportage Kennismarkt Energie 2011 Rapportage Kennismarkt Energie 2011 Dit project is uitgevoerd in opdracht van en gefinancierd door de partijen in de Meerjarenafspraak Energie Bloembollen: KAVB Productschap Tuinbouw Ministerie van EL&I

Nadere informatie

PRAKTISCHE AANPAK ZUUR IN TULPEN

PRAKTISCHE AANPAK ZUUR IN TULPEN PRAKTISCHE AANPAK ZUUR IN TULPEN In opdracht van: Productschap Tuinbouw Onderzoek 2003 en 2004 Ing. H. Meester P. Botman Sr. SAMENVATTING Fusarium oxysporum (zuur) vormt een van de grootste bedreigingen

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Koele en warme opslagruimten 9 1.1 Opslagcondities 9 1.2 De Warenwet en de opslag van artikelen 13 1.3 Afsluiting 15 2 Verpakking en kwaliteit van het product 17 2.1 Verpakkingen

Nadere informatie

SUNDISC HET RENDEMENT

SUNDISC HET RENDEMENT SUNDISC HET RENDEMENT Rendement SunDisc zonnecollector systeem. Jarenlange ervaring en ontwikkeling door SunDisc Solar Systems BV hebben van het huidige type SunDisc zonne-energie systeem een hoogwaardig

Nadere informatie

Technieken voor ontvochtiging

Technieken voor ontvochtiging Technieken voor ontvochtiging Energiek Event 5 April 2018, Bram Vanthoor en Feije de Zwart Inhoud Technieken voor ontvochtiging Achtergrond Gepresenteerde technieken Buitenlucht inblazen Verticale schermventilatoren

Nadere informatie

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen Naar een maximale energie-efficiëntie J. Wildschut (PPO) M. Kok en N. Kreuk (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit

Nadere informatie

Voorstudie ultrasone geluidsgolven tegen zuur in tulp

Voorstudie ultrasone geluidsgolven tegen zuur in tulp Voorstudie ultrasone geluidsgolven tegen zuur in tulp Werkt de Bulbsweep tegen Fusariumbesmettingen? Roselinde Duyvesteijn, Suzanne Breeuwsma, Martin van Dam en Marjan de Boer. Praktijkonderzoek Plant

Nadere informatie

PILOT BROCHURE DATA SCIENCE BLOEMBOLLEN Samen realtime meten en monitoren in bewaarproces tulp

PILOT BROCHURE DATA SCIENCE BLOEMBOLLEN Samen realtime meten en monitoren in bewaarproces tulp PILOT BROCHURE DATA SCIENCE BLOEMBOLLEN 2019 Samen realtime meten en monitoren in bewaarproces tulp KAVB PILOTPROGRAMMA i.s.m.30mhz: Realtime meten, monitoren en delen in gezamenlijk KAVB-dashboard in

Nadere informatie

DROGEN. Het energiezuinig drogen van hygroscopische thermoplasten; geen gebakken lucht!

DROGEN. Het energiezuinig drogen van hygroscopische thermoplasten; geen gebakken lucht! Lezing op 24 september 2008 tijdens de Kunststoffenbeurs in Veldhoven Het energiezuinig drogen van hygroscopische thermoplasten; geen gebakken lucht! Spreker: Jurgen Koolhaas Waarom kunststoffen drogen?

Nadere informatie

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie?

Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Sander Pot (Plant Dynamics BV) i.s.m. Govert Trouwborst (Plant Lighting BV) Sander Hogewoning (Plant Lighting BV) Stefan Persoon (Inno Agro BV)

Nadere informatie

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen

Vorstschade bij Zantedeschiaknollen Vorstschade bij Zantedeschiaknollen Voortgezet diagnostisch onderzoek 2010 Peter Vink, Paul van Leeuwen en John Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit PPO nr.

Nadere informatie

Meting energieverbruik decentrale Ventilatie. 12 juli 2018

Meting energieverbruik decentrale Ventilatie. 12 juli 2018 ! Meting energieverbruik decentrale Ventilatie 12 juli 2018 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Aanleiding... 3 2. Methode... 4 2.1 Meting elektriciteitsverbruik... 4 2.2 Meting luchtdebiet... 4 3. Resultaten...

Nadere informatie

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Glastuinbouw PPO nr. 3242008500 juli

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Resultaten na oogst onderzoek inwendige gebreken bij paprika P8 bestuur 4 juli Opzet proef 2 inzet vrijdag 14 juni 2013

Inhoudsopgave. Resultaten na oogst onderzoek inwendige gebreken bij paprika P8 bestuur 4 juli Opzet proef 2 inzet vrijdag 14 juni 2013 Inhoudsopgave Opzet proef 1 en 2 Resultaten na oogst onderzoek inwendige gebreken bij paprika P8 bestuur 4 juli 2013 Beoordeling volgens monitoring Conclusies Toelichting op de resultaten van het onderzoek

Nadere informatie

Invloed duur en methode van bevochtigen t.b.v. de pelbaarheid op Fusarium in tulp

Invloed duur en methode van bevochtigen t.b.v. de pelbaarheid op Fusarium in tulp Invloed duur en methode van bevochtigen t.b.v. de pelbaarheid op Fusarium in tulp In opdracht van: Productschap Tuinbouw januari 2006 F. Kreuk P. Botman Sr. B 0547 Paul Botman Agrarisch Advies Tolweg 13

Nadere informatie

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen

Rapportage Temperatuur- en RV-metingen Rapportage Temperatuur- en RV-metingen Meetadres Jamuflor B.V. Hoofdweg 141 1424 PE De Kwakel Uitgevoerd door: Hoofdweg 1236 2153 LR Nieuw-Vennep 24 februari 2015 5 x 6,4 m = 32 meter 5 x 6,4 m = 32 meter

Nadere informatie

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia Vervolgonderzoek in 2005 P.J. van Leeuwen, A.Th.J. Koster en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen maart 2006 PPO

Nadere informatie

Watergift klein volume substraat lelie

Watergift klein volume substraat lelie Watergift klein volume substraat lelie Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen December 2005 PPO nr331107 2005 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut

Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector Jeroen Wildschut Energiemonitor van de Nederlandse Bloembollensector 2007 Jeroen Wildschut Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. BU Bloembollen, Bomen & Fruit PPO nr 3236064808 April 2009 2009 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria F. van Noort Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw januari 2004 PPO 411724 2003 Wageningen, Praktijkonderzoek

Nadere informatie

DLV Aktua Chrysant. Aanvulling op discussie over beter Coolen

DLV Aktua Chrysant. Aanvulling op discussie over beter Coolen DLV Aktua Chrysant mei 2013 Aanvulling op discussie over beter Coolen De afgelopen week zijn er door Floraholland i.s.m. LTO groeiservice en DLV Plant BV twee bijeenkomsten georganiseerd over het onderwerp

Nadere informatie

Uitdrogingssnelheid en het effect van kleine temperatuursverschillen tijdens de bewaring

Uitdrogingssnelheid en het effect van kleine temperatuursverschillen tijdens de bewaring Uitdrogingssnelheid en het effect van kleine temperatuursverschillen tijdens de bewaring Aanvullingen op het BewaarModel bloembollen Jeroen Wildschut en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Verslag project Aan de slag met intermediairs. Jeroen Wildschut, Arie van der Lans (WUR/PPO)

Verslag project Aan de slag met intermediairs. Jeroen Wildschut, Arie van der Lans (WUR/PPO) Verslag project Aan de slag met intermediairs Jeroen Wildschut, Arie van der Lans (WUR/PPO) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr. 32 361 653 13 november 2013

Nadere informatie

Handleiding Bewaarsysteem

Handleiding Bewaarsysteem Jaritech elektro- en besturingstechniek Handleiding Bewaarsysteem Jaritech Versie 0.1 Goed bewaren is flink besparen Inhoud Inleiding... 2 Bewaren... 3 Drogen... 5 Handbediening... 6 Info... 7 Condens

Nadere informatie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie

Zure bollen herkennen door middel van thermografie Zure bollen herkennen door middel van thermografie DLV Plant Postbus 7001 6700 CA Wageningen Agro Business Park 65 6708 PV Wageningen In opdracht van: Sectorcommissie Bloembollen Gefinancierd door: Productschap

Nadere informatie

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Precisieplant tulp Basis voor precisielandbouw A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij

Nadere informatie

Teelt de grond uit Zomerbloemen

Teelt de grond uit Zomerbloemen Teelt de grond uit Zomerbloemen Teelt in kisten 2012-2013 Casper Slootweg en Marga Dijkema Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele

Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele Warmwaterbehandeling Crocus Grote Gele Onderzoek naar de mogelijkheden voor een cultuurkook P. J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit PPO

Nadere informatie

Vragen. Groeien en bloeien

Vragen. Groeien en bloeien Groeien en bloeien Kamerplanten staan langer in de huiskamer dan een boeket of bloemstuk. Een plant heeft bepaalde zaken nodig om goed te kunnen groeien en bloeien. Om een goed advies te kunnen geven moet

Nadere informatie

Inhoudsopgave pagina

Inhoudsopgave pagina Inhoudsopgave pagina Voorwoord 3 ALGEMEEN Energieverbruik in de bloembollensector 5 Monitoring energieverbruik in de bloembollensector 6 Naar een energieneutrale bloembollensector 8 Klimaatneutrale Bloembollenbedrijven

Nadere informatie

NieuweTelenTulp. Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen

NieuweTelenTulp. Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen NieuweTelenTulp Energiezuinige teeltconcepten voor de broei van tulpen Inleiding Circa 650 bedrijven broeien jaarlijks meer dan twee miljard tulpen. Het gasverbruik hierbij is circa dertig miljoen m 3.

Nadere informatie

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer: 13645.02 In opdracht van de landelijke commissie Chrysant van LTO Groeiservice Gefinancierd door Productschap Tuinbouw Postbus 280 2700 AG Zoetermeer

Nadere informatie

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt

Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt Kennisuitwisseling belichte aardbeienteelt April 2007 Gefinancieerd door Productschap Tuinbouw Uitgevoerd door: Ing. Bart Vromans Bart.vromans@lucel.nl INHOUDSOPGAVE Samenvatting Inleiding Plan van aanpak

Nadere informatie

State of the Art bewaarsysteem tulpenbollen

State of the Art bewaarsysteem tulpenbollen State of the Art bewaarsysteem tulpenbollen Resultaten 29 J. Wildschut, H. Gude, M. van Dam (PPO) A. Sapounas (WUR Glas) M. Kok, Th. van der Gulik (DLV Plant) Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen,

Nadere informatie

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie

Inhoud. Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Intro fotosynthese: het belang van CO 2 Onderzoek luie bladeren Discussie Zuiniger met CO 2 bij gelijkblijvende of hogere productie? Sander Hogewoning (Plant Lighting BV) i.s.m. Govert Trouwborst (Plant Lighting BV) Sander Pot (Plant Dynamics BV) Stefan Persoon (Inno Agro BV)

Nadere informatie

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis Projectverslag Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis PT project nummer: 12569 Effect van schommelingen in luchtvochtigheid

Nadere informatie

Minimaliseren van zwarte vlekken op wortelen.

Minimaliseren van zwarte vlekken op wortelen. Minimaliseren van zwarte vlekken op wortelen. Pagina 1 van 13 Dit is het verslag van het onderzoek wat afgelopen seizoen uitgevoerd is door Hagranop bv en Innoventis bv. Het onderzoek is gedaan om meer

Nadere informatie

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt

Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek Casper Slootweg en Hans van Aanholt Relatie zetmeelgehalte leliebol en takkwaliteit, onderzoek 2010 2012 Casper Slootweg en Hans van Aanholt Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit PPO nr.32 361444 00 PT nummer

Nadere informatie

Interactie Moddus en Actirob

Interactie Moddus en Actirob Interactie Moddus en Actirob Effect op zaadopbrengst Engels raaigras 2011 Expertisecentrum graszaad en graszoden Proefboerderij Rusthoeve en DLV Plant p/a Noordlangeweg 42 4486PR Colijnsplaat C Sam de

Nadere informatie

Het pelmoment van tulpen in relatie tot zuur

Het pelmoment van tulpen in relatie tot zuur Het pelmoment van tulpen in relatie tot zuur In opdracht van: Productschap Tuinbouw december 2008 F. Kreuk P. Botman Sr. B 08237 Proeftuin Zwaagdijk Paul Botman Agrarisch Advies Tolweg 13 Paktuinen39 1681

Nadere informatie

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus

Warmwaterbehandeling Allium en Crocus Warmwaterbehandeling Allium en Crocus Onderzoek naar de mogelijkheden voor een cultuurkook P. J. van Leeuwen en J.P.T. Trompert Praktijkonderzoek Plant & Omgeving Bloembollen, boomkwekerij & fruit Lisse,

Nadere informatie

Spinfeeder laat veel stof opwaaien

Spinfeeder laat veel stof opwaaien Spinfeeder laat veel stof opwaaien Ing. H.H. Ellen, onderzoeker bedrijfsuitrusting en klimaat Tijdens de opfok van vleeskuikenouderdieren heeft het Praktijkonderzoek Pluimveehouderij (PP) Het Spelderholt

Nadere informatie

INFORMATIE & BEGRIPPEN

INFORMATIE & BEGRIPPEN INFORMATIE & BEGRIPPEN 1. Automatisatie & programmatie 3 2. Centralebouw 3 3. Isolatie 3 4. Meet- en registratie-instrumenten 4 5. Snelkoelingen en vriestunnels 4 6. Software 4 7. Studiedienst 5 8. U.L.O.

Nadere informatie

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder

Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld. 31-10-2014, Arie de Gelder Evaluatie, Leerpunten en Plannen Perfecte Roos Energiezuinig geteeld 31-10-2014, Arie de Gelder Opmerkingen vooraf De genoemde punten staan open voor discussie Er is geen prioriteit in de volgorde Als

Nadere informatie

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers

Samenvatting Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers Chemische reacties tussen dampvormige anesthetica en kooldioxide absorbers Koolmonoxide en compound A metingen in een anesthesie cirkelsysteem Anesthesie (ook wel narcose genoemd) is van wezenlijk belang

Nadere informatie

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant?

Opbouw van presentatie: Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s. Bemesting en productkwaliteit. Hoe groeit een plant? Opbouw van presentatie: INLEIDING: Doel / nut van gezonde bodem & plant Hoe groeit een plant? Wat doet de bodembiologie voor ons? Plantsapmetingen verminderen teeltrisico s Bemesting en productkwaliteit

Nadere informatie

B - CIRCULATIEVOUD. Circulatievoud

B - CIRCULATIEVOUD. Circulatievoud B - CIRCULATIEVOUD Circulatievoud Inleiding De temperatuurspreiding in een gekoelde ruimte wordt in belangrijke mate bepaald door het circulatievoud van de lucht. Circulatievoud (in 1/uur) is de verhouding

Nadere informatie

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp

Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp Grote variatie in agressiviteit van Fusarium isolaten uit tulp Onderdeel van project 320791 Epidemiologie en beheersing van Fusarium in tulp S. J. Breeuwsma, M. de Boer Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen

State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen State-of-the-Art bewaarsysteem tulpenbollen Resultaten 2010 J. Wildschut, K. van der Putten, M. van Dam (WUR\PPO) A. Sapounas (WUR Glas) M. Kok, Th. van der Gulik, G. van Diepen (DLV Plant) Praktijkonderzoek

Nadere informatie

Bedrijfsartikelen & Kantinebijeenkomsten

Bedrijfsartikelen & Kantinebijeenkomsten Bedrijfsartikelen & Kantinebijeenkomsten Duurzame energie en energiebesparing 2011 in de paddenstoelenteelt. DLV Plant Postbus 6207 5960 AE Horst Expeditiestraat 16 a 5961 PX Horst T 077 398 75 00 F 077

Nadere informatie