COMPLEXE FUNCTIETHEORIE II: CAUCHY

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "COMPLEXE FUNCTIETHEORIE II: CAUCHY"

Transcriptie

1 COMPLEXE FUNCTIETHEORIE II: CAUCHY Dr N. P. Dekker De Stelling van Cauchy Deze tekst sluit aan op paragraaf van het boek van J.M.Aarts, Complexe Functies (Epsilon- Uitgave 20), dat in het eerste deel van de cursus Complexe Functies gebruikt is. Ook de stof van par.7 over machtreeksen wordt bekend verondersteld. In paragraaf is de zogeheten lokale versie van de Stelling van Cauchy bewezen (zie.3). Deze zegt dat de kringintegraal van een analytische functie nul is, mits de kring zich geheel bevindt binnen een cirkelschijf D die zelf binnen het definitiegebied G van de functie ligt. Het gaat ons er in eerste aanleg om, ons vrij te maken van deze strenge beperkingen. Dit leidt tot de globale versie van de Stelling van Cauchy. In dit dictaat wordt naar het boek van Aarts verwezen met JMA. In het volgende is vaak sprake van een kromme en van een parametrisering van een kromme. Zie voor de definities 2.2. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, zullen alle krommen geacht worden stuksgewijs continu-differentieerbaar te zijn. Als aanduiding voor krommen gebruiken we vaak de letters W of K. Een bijbehorende parametervoorstelling, gedefinieerd op het interval [0,] duiden we standaard aan met t w(t) respectievelijk t k(t). Voor cirkels gebruiken we een aparte notatie: Γ r (a) is de eenmaal linksom doorlopen cirkel om a met straal r; een bijbehorende parameter voorstelling is dus t γ r (a)(t) = a + r exp(2πit), 0 t. Als a = 0 dan laten we deze weg in de notatie; we schrijven dan Γ r respectievelijk γ r (t) = r exp(2πit). Terzijde. In het boekje van Aarts worden krommen doorgaans geacht stuksgewijs glad te zijn. Dat is echter niet nodig voor de definitie van de lijnintegraal [zie 9.. en 9.6]. Een (nu nog niet direct te overzien) voordeel van de minder zware eis is dat een constante kromme w(t) = w 0, t [a, b] wel continu-differentieerbaar (maar niet stuksgewijs-glad) is. We kunnen dus wel degelijk spreken van de integraal van een continue functie langs een puntkromme, welke uiteraard gelijk is aan nul! We beginnen met het introduceren van wat begrippenapparaat. Met name de index van een gesloten kromme t.o.v. een punt, en het begrip homotopie van krommen. Stelling. Zij W een gesloten kromme, en p een punt buiten W. Dan is 2πi z p dz een geheel getal. Bewijs: We zullen bewijzen dat exp( W W z pdz) =, d.w.z., dat w (t) exp( dt) =. 0 w(t) p Definieer daartoe g(s) = exp( s w (t) 0 w(t) p continu-differentieerbaar is, en bekijk de functie t dt). Neem voor het gemak even aan dat W (helemaal) g(t) w(t) p. Deze is dan differerentieerbaar op

2 het interval (0, ) en nog continu in de punten 0 en. De afgeleide ervan is g (t)(w(t) p) w (t)g(t) (w(t) p). 2 Door g (t) uit te rekenen ziet men dat deze afgeleide nul is! De functie is dus constant op heel g(0) w(0) p = g() w() p [0, ]. Dit betekent dat. Maar w(0) = w(). Dus moet g(0) = g(), wat we moesten bewijzen. [Maak zelf de generalisatie voor een stuksgewijs-c kromme.] Het nu volgende is een hulpstelling die laat zien dat in sommige gevallen de differentiatie naar de complexe variabele z onder een integraal mag worden uitgevoerd. Lemma. Laat φ en ψ continue functies [0, ] C zijn. Bekijk de functie g, gedefinieerd op G := C\ψ[0, ] door φ(t) g(z) = ψ(t) z dt. 0 Dan is de functie g in een omgeving van ieder punt p G te ontwikkelen in een machtreeks n=0 a n(z p) n. In het bijzonder is g dus op heel G onbeperkt differentieerbaar. Voor de successieve afgeleiden in z = p geldt: g (n) (p) = n! 0 φ(t) dt. (ψ(t) p) n+ Bewijs: Zij p G en r > 0 zodat de afsluiting van U r (p) in G ligt. Dan is voor alle t [0, ] en z U r (p): ψ(t) p > z p. Dus is ψ(t) z = ψ(t) p (z p) = ψ(t) p z p ψ(t) p = ψ(t) p z p ( ψ(t) p )n. De verzameling ψ[0, ] is compact, en p heeft daartoe een afstand R die groter is dan r. De laatste reeks wordt dus gemajoreerd door een meetkundige reeks met reden r/r, en is dus uniform convergent op [0, ]. Hetzelfde geldt na vermenigvuldiging met de (begrensde!) functie φ(t). Termsgewijze integratie van de ontstane reeks is dus toegestaan: g(z) = (z p) n φ(t) dt. (ψ(t) p) n+ n=0 Hier staat dat g(z) de som is van een convergente machtreeks in de variabele z met coeëffienten Daaruit volgt het gestelde. a n = 0 0 φ(t) dt. (ψ(t) p) n+ Definitie. Zij W een gesloten kromme. Voor iedere z W heet opzichte van de kromme W. Notatie Ind W (z). 2πi W n=0 dw w z de index van z ten We bekijken Ind W (z) als functie van z op C\W. In termen van de parametrisering w(t) van W kunnen we schrijven: Ind W (z) = w (t) 2πi 0 w(t) z dt. Volgens het lemma is dit een continue (want differentieerbare) functie, die volgens de stelling ervoor slechts gehele waarden aanneemt. De index is dus constant op iedere samenhangende deelverzameling van C\W! Voorbeeld. Voor W nemen we de eenmaal linksom doorlopen cirkel Γ r (a). We laten zien dat Ind Γr (a)(z) =, als z a < r, respectievelijk: =0 als z a > r. Welnu: Laat eerst z a < r zijn. Als z = a, hebben we: Ind Γr (a)(a) = 2πi 0 2 2πir exp(2πit) dt =. r exp(2πit)

3 Maar Ind Γr (a) is constant op z a < r; dus geldt op die hele cirkelschijf Ind Γr (a)(z) =. Voor iedere z met z a > r geldt: dw w z 2πr. max ( w Γ r (a) w z ) = 2πr min w Γr (a)( z w ) = 2πr dist(z, Γ r (a)). Γ r(a) Laat z nu een straal vanuit a naar oneindig doorlopen. Dan gaat dist(z, Γ r (a)) naar +. Het quotient gaat dus naar 0. Maar, naar we weten, is de index constant op het buitengebied van de cirkel. Dus is deze daar overal 0. Het voorgaande en berekening van de index voor andere krommen [zie de opgaven O.6, O.7 en O.8] geeft voeding aan de gedachte dat, voor elke gesloten kromme W, het getal Ind W (α) het aantal keren aangeeft, dat de kromme W loopt om het punt α (en wel linksom als de uitkomst positief is, en rechtsom als de uitkomst negatief is); anders gezegd het is de toename van arg(z α) (op een factor 2πi na) als z de kromme W doorloopt. In wat nu volgt is G steeds een gebied. Laat W 0 en W gesloten krommen in G zijn. We gaan definieren wat we bedoelen als we zeggen dat W 0 door continue deformatie binnen G in W is over te voeren. Die krommen zullen dat homotoop in G genoemd worden. Definitie. Laat W 0 en W twee gesloten krommen in G zijn, met bijbehorende, op het interval [0, ] gedefinieerde parametriseringen. W 0 heet homotoop in G met W [Notatie: W 0 G W ] als er een continue functie Φ : [0, ] [0, ] G bestaat met de eigenschappen:. Φ(s, 0) = w 0 (s), s [0, ], 2. Φ(s, ) = w (s), s [0, ], 3. Φ(0, t) = Φ(, t), t [0, ]. Schrijft men w t (s) = Φ(s, t), dan staat hier voor iedere t de parametrisering van een (niet noodzakelijk stuksgewijs-c ) gesloten kromme W t die helemaal in G ligt, een soort tussenkromme tussen W 0 en W. Door t van 0 tot te laten lopen deformeert W 0 gaandeweg (binnen G) tot W. Lemma. G bepaalt een equivalentierelatie binnen de verzameling van alle (stuksgewijs -C ) krommen in G. Dit wil zeggen: G is. reflexief ( W 0 G W 0 voor iedere W 0 ) 2. symmetrisch (W 0 G W W G W 0 ) 3. transitief ((W 0 G W W G W 2 ) W 0 G W 2 ) Verifieer dit! [Zie eventueel: J.B.Conway, Functions of one Complex Variable, IV.4.] We schrijven W 0 G 0 als de gesloten kromme W 0 in G homotoop is met een puntkromme, d.w.z. met een constante kromme: W, w (s) = w, waarin w een vast punt in G. Vanwege de transitiviteit is W 0 dan homotoop met iedere puntkromme in G [Waarom?]; vandaar deze vereenvoudigde notatie (die dus niet impliceert dat het punt 0 in G ligt!). Zo n kromme heet homotoop-nul of samentrekbaar in G. Definitie. Een gebied G heet enkelvoudig samenhangend als iedere gesloten kromme W in G samentrekbaar is. 3

4 Voorbeelden. Verifieer dat de eenheidsschijf Γ (0) enkelvoudig samenhangend is. [Aanwijzing: Φ(s, t) = ( t)w(s).] 2. Verifieer dat het gecoupeerde vlak C\(, 0] enkelvoudig samenhangend is. [Aanwijzing: Φ(s, t) = ( t)w(s) + t] 3. Verifieer dat de gepunteerde eenheidsschijf Γ (0)\0 niet enkelvoudig samenhangend is. [Suggestie: Als het niet lukt, wacht dan tot na Gevolg 3 hieronder.] We komen nu bij de stelling, die centraal staat in de complexe-functietheorie, de stelling van Cauchy. Deze vertelt onder welke condities je mag verwachten dat van een gegeven analytische functie de kringintegraal langs een bepaalde gesloten kromme nul is; of, wat er nauw mee verband houdt, wanneer twee kringintegralen van dezelfde functie aan elkaar gelijk zijn. Stelling van Cauchy. Zij f : G C een analytische functie, en laat W 0 en W gesloten krommen zijn zo dat W 0 G W. Dan is f(z)dz = f(z)dz. W 0 W Bewijs. [vgl J.B.Conway, l.c.]: Dit verloopt in een aantal stappen.. Zij Φ : [0, ] [0, ] G een homotopie-afbeelding volgens de definitie. Daar Φ continu is en [0, ] [0, ] compact, is Φ uniform continu op [0, ] [0, ], en de beeldverzameling Φ([0, ] [0, ]) is een compacte deelverzameling van G. Dit laatste betekent dat Φ([0, ] [0, ]) een positieve afstand heeft tot de rand van G; noem deze afstand r. Uit de genoemde uniforme continuiteit volgt dat er een postief getal δ bestaat zo dat (s s ) 2 + (t t ) 2 < δ 2 Φ(s, t) Φ(s, t ) < r. 2. Laat n een natuurlijk getal zijn zo dat 2/n < δ. Verdeel het eenheidsvierkant in n 2 deelvierkanten : J j,k = [ j n, j + n ] [ k n, k + n ], voor 0 j, k n. De beelden van de hoekpunten van de deelvierkanten geven we aan met Z j,k : Z j,k = Φ( j n, k ) (0 j, k n). n Daar de doorsnede van elke J j,k kleiner is dan 2/n, ligt het beeld onder Φ daarvan geheel in een open schijf rond Z j,k met straal r: Φ[J j,k ] B(Z j,k, r). Bekijk nu (voor willekeurige j, k) de gesloten lijnentrek (polygon) P j,k [Z j,k, Z j+,k, Z j+,k+, Z j,k+, Z j,k ]. Uit de constructie blijkt dat deze geheel binnen de schijf B(Z j,k, r) ligt. Daarop is dus de lokale versie van de Stelling van Cauchy (JMA,.3) van toepassing: P j,k f(z)dz = 0. 4

5 3. Voor iedere k is Q k = [Z 0,k, Z,k, Z 2,k,..., Z n,k ] een gesloten polygon. Merk nu op dat n f(z)dz = f(z)dz f(z)dz. P j,k Q k Q k+ j=0 Aangezien de eerst-vermelde som nul (volgens stap 2.), vinden we f(z)dz = f(z)dz. Q k Q k+ Dit wil zeggen dat de waarde van de kringintegraal langs Q k onafhankelijk is van de waarde van k. Bij gevolg: f(z)dz = f(z)dz. Q 0 Q n 4. Rest nog te bewijzen dat f(z)dz = W 0 f(z)dz, en Q 0 f(z)dz = W f(z)dz. Q n We kijken alleen naar de eerste uitspraak: Bekijk, voor willekeurige vast j, de punten Z j,0 en Z j+,0. Deze liggen beide op de kromme W 0 : Z j,0 = W 0 (j/n), Z j+,0 = W 0 (j + /n). De gesloten kromme W j,0, die bestaat uit het doorlopen van W 0 tussen de parameterwaarden s = j/n en s = (j + )/n en vervolgens (terug) het segment [Z j+,0, Z j,0 ] ligt geheel binnen de schijf B(Z j,0, r). De kringintegraal van f daarlangs is dus nul, opnieuw volgens de lokale Stelling van Cauchy. Tel weer op: n f(z)dz = 0. W j,0 Hier staat precies: j=0 f(z)dz = f(z)dz. W 0 Q 0 Daarmee is de stelling van Cauchy bewezen. Gevolg. Als f : G C analytisch is, en W 0 is samentrekbaar in G, dan is W 0 f(z)dz = 0. Gevolg 2. Als G enkelvoudig samenhangend is, dan geldt voor iedere analytische functie f en iedere gesloten kromme W in G: f(z)dz = 0. W Het voorgaande werpt nieuw licht op de betekenis van de index van een punt t.o.v. een gesloten kromme W. Veronderstel dat a niet op W gelegen is, en dat W door continue deformatie in het 5

6 gebied C \{a} is over te voeren in een k maal doorlopen cirkel Γ zoals in opgave O.7. Dan volgt uit de stelling van Cauchy: Ind W (a) = 2πi W z a dz = 2πi Γ z a dz = Ind Γ(a) = k. Blijkbaar telt de index het aantal omlopen (linksom) van W rond het punt a. Verder blijkt dat enkelvoudige samenhang te maken heeft met de afwezigheid van gaten in G. Immers, als G enkelvoudig samenhangend is, dan geldt voor iedere a buiten G: 2πi W z a dz = Ind W (a) = 0 voor iedere gesloten kromme W in G. M.a.w.: geen enkele gesloten kromme loopt (netto) heen om een punt dat buiten G ligt, oftewel G kent geen gaten. Zo is bijvoorbeeld het gebied C\{0} niet enkelvoudig samenhangend ; immers in dit geval ligt 0 niet in G, terwijl voor de eenmaal linksom doorlopen eenheidscirkel geldt Ind Γ (0) =. De notie homotopie wordt ook toegepast voor niet-gesloten krommen, mits deze hetzelfde begin en eindpunt hebben. Definitie. Laat K 0, K : [0, ] G twee krommen in het gebied G zijn, zo dat K 0 (0) = K (0) = a en K 0 () = K () = b. De krommen K 0 en K heten homotoop in G als er een continue afbeelding Ψ : [0, ] [0, ] G bestaat zo dat:. Ψ(s, 0) = K 0 (s), s [0, ], 2. Ψ(s, ) = K (s), s [0, ], 3. Ψ(0, t) = a, Ψ(, t) = b, t [0, ]. Veronderstel dat zo de kromme K 0 in het gebied G homotoop is met K. Als nu eerst K 0 wordt doorlopen, en vervolgens K in omgekeerde richting, dan ontstaat een gesloten kromme W = K 0 +( K ). Het is een niet moeilijke (maar niet helemaal triviale) oefening om te laten zien dat W homotoop-nul (samentrekbaar) is in G. Dan volgt onmiddellijk [vgl desgewenst Conway, l.c.]: Gevolg 3. Als in G de krommen K 0 en K met beginpunt a en eindpunt b homotoop zijn, dan is voor iedere analytische functie f op G: f(z)dz = f(z)dz. K 0 K Gevolg 4. Als G enkelvoudig samenhangend is, is voor iedere analytische functie f op G, een lijnintegraal van deze functie f alleen afhankelijk van begin- en eindpunt van de integratieweg. Gevolg 5. Als G enkelvoudig samenhangend is, dan heeft iedere analytische functie f op G een primitieve [n.l. bijvoorbeeld: z dw, waarin K(a, z) een willekeurige kromme K(a,z) binnen G van a naar z is.]. Gevolg 6. Als G enkelvoudig samenhangend is en 0 ligt niet in G, dan bestaat op G een tak van log, d.w.z. een analytische functie g zo dat e g(z) = z voor alle z G. 2 Taylorontwikkeling In de hoofdstuk laten we eerst zien dat een functie f die analytisch (d.w.z. continu-differentieerbaar) is op een gebied G, in een cirkelschijf rond elk punt a van G te schrijven is als de som van een 6

7 convergente machtreeks a n (z a) n. Met andere woorden: f(z) is lokaal te ontwikkelen in een machtreeks. Die machtreeks blijkt uniek te zijn, de Taylorreeks van f rond a. Dit feit is van grote betekenis, en contrasteert sterk met de situatie in R. Met functies van het type f(t) = t α sin(/t) [t > 0], f(t) = 0 [t 0], kan men voorbeelden maken van reële functies die k maal continu-differentieerbaar maar niet k + maal differentieerbaar, resp. k maal differentieerbaar zonder k maal continu-differentieerbaar te zijn. Omdat een machtreeks-functie willekeurig vaak differentieerbaar is, bestaat zoiets blijkbaar niet in C. Zelfs bestaan in het reële geval voorbeelden waarbij een functie in een punt oneindig vaak differentieerbaar is, zonder lokaal de som te zijn van haar Taylorreeks; bijvoorbeeld f(t) = exp( /t 2 ) [t > 0], f(t) = 0 [t 0]. We beginnen met een hulpstelling, die in feite een voorlopige versie is van de Integraalformule van Cauchy die we later nog nader zullen tegen komen. Hulpstelling. Zij G een gebied, en f : G C een analytische functie. Zij verder a G en r een positief getal dat zo is gekozen dat de schijf {z z a r} geheel in G ligt. Dan geldt voor iedere z met z a < r: f(z) = 2πi Γ r (a) w z dw. Bewijs: Zij z een punt met z a < r. Uit de gegevens blijkt dat Ind Γr (a)(z) =, en dat dus dw = 2πi. w z Dus ook vanzelfsprekend: Rest dus te bewijzen dat Γ r(a) Γ r (a) f(z) = f(z) 2πi Γ r(a) w z dw. Γ r(a) f(z) dw = 0. w z Noem δ := r a z. Voor iedere ρ < δ ligt de cirkel Γ ρ (z) geheel binnen G, en bovendien is Γ ρ (z) G\z Γ r (a) [Ga na!]. Volgens de stelling van Cauchy is dus f(z) f(z) dw = dw. w z w z voor iedere ρ < δ. Nu is f differentieerbaar in z. Er is dus wel een ɛ > 0, die tegelijk kleiner is dan δ, zodat f(z) f (z) +, w z voor w z < ɛ. Maar dan hebben we voor iedere ρ < ɛ: f(z) dw 2πρ( f (z) + ). w z Γ ρ (z) Omdat ρ overigens willekeurig was, is hiermee bewezen dat de laatstgenoemde integraal nul is. De uitdrukking w z reeks. Bijvoorbeeld aldus: Γ ρ(z) in de integraalformule nodigt uit tot ontwikkelen in een meetkundige w z = w a (z a) = w a z a w a 7 = w a n=0 ( ) n z a, w a

8 mits z a w a <. Dit gebruiken we in het bewijs van de hoofdstelling. Hoofdstelling (Taylor-ontwikkeling). Zij G een gebied, a G, en f : G C een analytische functie. Zij verder r een positief getal zo dat de schijf {z z a r} geheel in G ligt. Dan bestaat er een machtreeks a n (z a) n die convergeert op de schijf, en waarvoor geldt: f(z) = a n (z a) n n=0 voor alle z met z a < r. De coeëffienten van a n van de machtreeks zijn onafhankelijk van de waarde van r. De convergentiestraal R van de machtreeks is (dus) tenminste gelijk aan dist(a, G c ). De machtreeksvoorstelling geldt dus tenminste op de grootste cirkelschijf om a die nog binnen G ligt. De coeëffienten van de ontwikkeling zijn uniek; daarvoor gelden twee formules:. a n = f (n) (a), n! 2. a n = dw, 2πi Γ r (a) (w a) n+ waarin r een willekeurig positief getal kleiner dan dist(a, G c ) is. Bewijs: Zij z a < r. Volgens de hulpstelling geldt: f(z) = 2πi w z dw. Γ r (a) We maken gebruik van de bovenvermelde ontwikkeling van w z in een meetkundige reeks. Merk op dat, daar w op de cirkel w a = r ligt, wordt voldaan aan de eis z a w a <. We vinden: f(z) = 2πi = 2πi Γ r(a) n=0 Γ r (a) n=0 w a ( ) n z a dw w a (w a) n+ (z a)n dw. De vraag is nu of integratie en sommatie mogen worden verwisseld. Daartoe valt aan te tonen dat de reeks achter het som-teken, voor vaste a en z, uniform (in w) convergeert op de cirkel Γ r (a). Dit laatste volgt uit het kriterium van Weierstrass: w Γ r (a) : (z a)n (w a) n+ M f z a n r n+, waarin M f = max{ f(z) : z Γ r (a)}. De laatste meetkundige reeks convergeert omdat de reden kleiner is dan. Na het omwisselen van de volgorde van sommatie en integratie staat er: f(z) = 2πi n=0 Γ r(a) (w a) n+ (z a)n dw = Dit heeft de vereiste vorm met coeëffienten a n, a n = 2πi Γ r (a) [ 2πi n=0 dw, (w a) n+ Γ r(a) (w a) n+ dw](z a)n. 8

9 die inderdaad onafhankelijk zijn van de keuze van z (mits z a < r). Nu is vastgesteld dat f(z) = n=0 a n(z a) n voor alle z met z a < r, volgt ook dat a n = f (n) (a). n! Dit impliceert dat de voorstelling uniek is, en in het byzonder dat de waarde van de integraal in de eerste voorstelling van a n onafhankelijk is van r [wat ook volgt uit de stelling van Cauchy]. De voorstelling in de vorm van een Taylorreeks geldt voor alle z met z a < dist(a, G c ). Voor voorbeelden, zie JMA paragraaf 9. Uit de stelling blijkt dat iedere continu-differentieerbare functie vanzelf onbeperkt differentieerbaar is (zelfs lokaal ontwikkelbaar is een machtreeks). De vraag rijst of er dan wel differentieerbare complexe functies zijn die niet continu-differentieerbaar zijn. Het antwoord is ontkennend; de stelling die dit uitspreekt wordt aangeduid als de stelling van Goursat. Het bewijs ervan loopt via de stelling van Morera, waarmee we in JMA,.4 kennis maakten. We schetsen van de laatste stelling een wat eleganter bewijs: Stelling van Morera. Zij G een gebied, en f : G C een continue functie, zo dat R f = 0 voor iedere standaardrechthoek R die geheel in G ligt. Dan is f analytisch op G. Bewijs: Omdat analyticiteit een lokale eigeschap is, mogen we zonder bezwaar aannemen dat G een cirkelschijf U r (a) is. We zullen aantonen dat f op U r (a) een primitieve F heeft. Die primitieve is dan blijkbaar continu-differentieerbaar, en dus op de schijf te schrijven als som van een machtreeks: F (z) = n=0 A n(z a) n. Iets dergelijks geldt dan voor f omdat immers F (z) = f(z) voor alle z. Om de functie F te definieren, een opmerking vooraf: In de definitie komt een integraal voor langs twee zijden van een standaardrechthoek, van een hoekpunt (bijvoorbeeld) z naar het overstaande hoekpunt (bijvoorbeeld) w. In dit verband duiden we de beide overige hoekpunten aan met z w, resp. w z, waarbij z w het hoekpunt is met Iz w = Iz. d.w.z. dus links of rechts van z. Verder is L z,w de polygonweg [z, z w, w]. Merk op dat uit de gegevens volgt dat de integraal van f langs L z,w gelijk is aan die langs [z, w z, w], als z en w binnen de schijf liggen. Voor iedere z U r (a) definieren we F (z) = f(u)du. L a,z We laten zien dat F een primitieve van f op U r (a) is. Neem daartoe een willekeurig punt z is de schijf, en laat w een ander (variabel) punt daarin zijn. Bezie de uitdrukking F (w) F (z). Omdat de kringintegraal f(u)du = 0, is Bij gevolg is [a z,a w,z w,z,a z] F (w) = F (z) + f(u)du. L z,w F (w) F (z) f(z) = L z,w (f(u) f(z))du l(l z,w) w z w z w z max { f(u) f(z) : u L z,w}. Nu is l(l z,w) w z 2, en f is continu in het punt z zo dat max{ f(u) f(z) : u L z,w } 0, voor w z. 9

10 Daarmee is bewezen dat F (z) = f(z). Stelling van Goursat. Zij G een gebied, en f : G C een differentieerbare functie. Dan is f analytisch op G. Bewijs: Merk eerst weer op dat z.b.d.a. aangenomen mag worden dat G een open cirkelschijf is. Zie nu het bewijs in JMA, 6.. Daar wordt aangetoond dat f = 0 voor iedere standaardrechthoek R die geheel in G ligt. De stelling volgt nu uit de stelling van Morera. R 3 Gehele functies. Een functie die analytisch is op geheel C heet een gehele functie (eng.: entire function). Daarvoor geldt dus een machtreeksvoorstelling f(z) = a n z n, n=0 met convergentiestraal. Breekt deze voorstelling af (a n = 0 voor n > m) dan is f(z) een veelterm of polynoom; de hoogste n waarvoor a n 0 is de graad van het polynoom. Anders is f(z) een gehele transcendente functie. Voor gehele functies geldt een befaamde stelling: Stelling van Liouville. Een begrensde gehele functie is constant. Voor het bewijs maken we gebruik van een hulpstelling, die overigens direct volgt uit de aard van de Taylor-ontwikkeling: Hulpstelling: Afschattingen van Cauchy. Zij f een functie die analytisch is op de schijf U R (a), en veronderstel dat f(z) M voor alle z U R (a). Dan geldt voor alle n: f (n) (a) n!m R n. Bewijs: Bekijk de Taylor-ontwikkeling van f(z) op U R (a). Volgens de hoofdstelling uit het vorige hoofdstuk zijn er twee formules om de coeëffienten van de machtreeks voor te stellen. Daaruit blijkt: voor iedere r < R. Dus Neem nu de limiet r R. f (n) (a) n! = 2πi Γ r(a) dw, (w a) n+ f (n) (a) n! 2π M n!m 2πr = rn+ r n. Bewijs van de stelling van Liouville: Zij f een begrensde gehele functie: f(z) M voor alle z C. Zij verder f(z) = a n z n, n=0 de voorstelling van f(z) als machtreeks met centrum 0. Daar de convergentiestraal + is, gelden de afschattingen van Cauchy voor iedere waarde van R: a n = f (n) (0) n! M R n. 0

11 Hieruit volgt dat a n = 0 voor alle n. Dit betekent dat f een constante functie is. [Voor een iets ander bewijs, zie JMA, 3.8.] Bij wijze van toepassing bewijzen we: Hoofdstelling van de algebra. Ieder polynoom van graad n heeft een nulpunt. Bewijs: Zij p(z) een polynoom van graad n. Veronderstel dat p geen nulpunten heeft. Dan is f(z) = /p(z) een gehele functie. Omdat lim z p(z) = [Ga na!], is f begrensd op heel C, en dus, volgens Liouville, constant. Maar dan is p ook constant, een tegenspraak. Als a nu een nulpunt is van p(z) dan kan een factor (z a) buiten haakjes worden gehaald: p(z) = (z a) p (z). waarin p (z) een veelpterm van de graad n is. Immers, toepassing van de delings-algorithme geeft p(z) = (z a) p (z) + c waarin p (z) de graad n heeft en c een constante is. Substitutie van z = a toont dat c = 0. Als n 2 is, kan de hoofdstelling weer worden toegepast op p (z), enzovoorts. Zo ziet men dat p(z) kan worden ontbonden in precies n lineaire factoren: p(z) = α(z a )(z a 2 )... (z a n ). 4 Nulpunten van analytische functies Als a een nulpunt is van de veelterm p(z), dan kunnen daaruit, zoals we zagen, een of meer factoren (z a) worden uitgedeeld. D.w.z. p(z) = (z a) k q(z), waarin q(z) een continue functie (weer een veelterm) is, met q(a) 0. We zeggen dat p(z) een nulpunt van de orde k heeft in a. Iets soortgelijks vindt men bij sommige gecompliceerder functies. Zo is de reële functie log x in de buurt van het nulpunt x = te schrijven als log x = (x )h(x), waarin h een functie is die in de buurt van x = continu is met h() 0. Men kan dus zeggen dat log een nulpunt van eerste orde in x = heeft. Bij een functie als f(x) = x 3 met betrekking tot x = 0 geldt dit echter niet: na eenmaal uitdelen van een factor x blijft een factor over die nog steeds nul is in x = 0, maar bij uitdelen van x 2 blijft een functie over die discontinu is in x = 0. Het nulpunt heeft dus geen orde. Een andere kwestie t.a.v. het nulpunts-gedrag van reële functies, wordt geillustreerd aan een functie als f(x) = x 2 sin(/x) (x 0), f(0) = 0. Deze functie is differentieerbaar op heel R, met oneindig veel nulpunten, die zich verdichten naar het nulpunt x = 0. Deze wanorde doet zich niet voor in de complexe-functietheorie: daar heeft ieder nulpunt van een analytische functie een welbepaalde orde. En: nulpunten van een analytische functie kunnen zich niet verdichten naar een punt van het definitiegebied; in het bijzonder bevat ieder compact deel van het definitiegebied maar eindig veel nulpunten. Definitie. Zij f een functie van R naar R, of van C naar C, a een punt van het definitiegebied D van f. We noemen a een regulier nulpunt van f met orde of multipliciteit k, indien f(a) = 0 en er een continue functie g bestaat zo dat voor alle t D in een omgeving van a. g(a) 0, en f(t) = (t a) k g(t),

12 Stelling. Zij G een gebied, en f : G C een analytische functie, die niet identiek nul is op G. Als a een nulpunt is van f, dan geldt:. Er is een r > 0 zo dat op de schijf U r (a) het punt a het enige nulpunt van f is. [M.a.w.: de nulpunten van f verdichten zich niet in G.] 2. a is een regulier nulpunt, met een welbepaalde orde k. [M.a.w.: ieder nulpunt heeft een orde.] Bewijs: Zie daarvoor JMA, Bewijs van 20.. In dit bewijs wordt f(z) in de buurt van a geschreven als f(z) = (z a) k (γ k + γ k+ (z a) +...), met γ k 0. De nulpuntsorde van a is dus k. Omdat γ k = f (k) (a)/k!, is de orde ook zonder Taylor-ontwikkeling aldus vast te stellen: Gevolg. Zij a een nulpunt van f. Dan is de orde k bepaald door: f(a) = 0, f (a) = 0,..., f (k ) (a) = 0, f (k) (a) 0. De stelling impliceert dat, als de nulpunten van f zich verdichten naar een punt van het gebied G, f identiek nul is op G. Daaruit volgt: Identiteitsstelling. Zij G een gebied, en f, g : G C twee analytische functies. Laat V een deelverzameling van G zijn met een verdichtingspunt in G [bijvoorbeeld een convergent rijtje punten van G, een cirkelschijf in G, een segment, o.i.d.]. Als f(z) = g(z) in de punten van V, dan is f(z) = g(z) in alle punten van G [m.a.w. f g]. Als x f(x) een op een interval I gedefinieerde reële (of complex-waardige) functie is, en we slagen erin een gebied G C en een analytische functie F : G C aan te wijzen zo dat I G, en F (x) = f(x), x I, dan zeggen we dat F een analytische voortzetting van f tot G is. Zo is de functie log z een analytische voortzetting van de op (0, ) gedefinieerde reële functie ln x tot G = C \ (, 0]. Uit de identiteitsstelling volgt: Stelling (eenduidigheid van analytische voortzetting). Als F en F 2 analytische voortzettingen zijn van dezelfde reële functie f tot hetzelfde gebied G, dan is F F 2. Dit betekent bijvoorbeeld dat uit de, voor reële x bekende betrekking sin(π/2 x) = cos x onmiddellijk volgt: sin(π/2 z) = cos z voor alle z C. Evenzo volgt de relatie cosh 2 (z) sinh 2 (z) = voor alle complexe z onmiddellijk uit de corresponderende reële uitspraak. Men noemt dit wel het principe van permanentie van een functionaalvergelijking. 5 Singulariteiten We beschouwen weer een analytische functie f, gedefinieerd op een gebied (of algemener, open verzameling) G. Een punt op de rand van G (waar f dus niet is gedefinieerd) wordt soms aangeduid als een singulariteit van f. [Men zou immers geneigd zijn, via limietovergang de waarde van f in dat punt ook te definieren, maar er gebeurt dan iets bijzonders.] Men onderscheidt ge-isoleerde en niet-geisoleerde singulariteiten. 2

13 Definitie. Een punt a G c heet een geisoleerde singulariteit van f als er een gereduceerde omgeving U r (a) \ {a} is die geheel in het definitiegebied G van f ligt. Zo is z = 0 een geisoleerde singulariteit van de functies sin z z, z, exp z, maar niet van log z of van / sin( z ). Onze beschouwing richt zich geheel op geisoleerde singulariteiten. Het blijkt dat er 3 soorten te onderscheiden zijn. De eerste (en eenvoudigste) zijn de ophefbare singulariteiten. Definitie. Zij a een geisoleerde singulariteit van f, en r zo gekozen dat U r (a) \ {a} G. Dan heet a ophefbaar als f in a zo gedefinieerd kan worden dat f daardoor analytisch wordt op geheel U r (a). Zo is z = 0 een ophefbare singulariteit van de functie sin z z, want door de formule g(z) = ( ) n z 2n (2n + )! n=0 wordt kennelijk een analytische functie gedefinieerd op heel C die samenvalt met de gegeven functie voor z 0. De byzondere aard van complexe analytische functies maakt dat van ophefbaarheid een aantal equivalente definities te geven is: Continuiteitsstelling van Riemann. Zij a een geisoleerde singulariteit van de functie f. Dan zijn de volgende uitspraken equivalent:. a is een ophefbare singulariteit; 2. lim z a f(z) bestaat (eindig); 3. lim z a f(z) is eindig; 4. f(z) is begrensd op een gereduceerde omgeving van a; 5. lim z a (z a)f(z) = 0. Bewijs: Alle implicaties van boven naar beneden zijn evident. Voor de implicatie (5) (), zie JMA, het bewijs van Stelling De daar geconstrueerde functie h(z) is analytisch, en zet f voort in z = a. Met dit resultaat kunnen we een algemener versie van de Integraalformule van Cauchy bewijzen, dan we eerder tegenkwamen: Stelling (Integraalformule van Cauchy). Zij G een gebied, f : G C een analytische functie, en W een gesloten kromme in G, waarvoor geldt W G 0. Dan geldt voor iedere z G \ W : Ind W (z)f(z) = 2πi W w z dw. Bewijs: Neem z vast, zoals aangegeven. Bekijk de functie w f(z). w z 3

14 Daar f analytisch is in z, heeft deze functie een ophefbare singulariteit in het punt z. Daar de functie overigens analytisch is op G, kan daarop de Stelling van Cauchy worden toegepast: f(z) dw = 0. w z Dus W w z dw = W W f(z) dw = f(z) w z W w z dw = 2πi Ind W (z)f(z). De stelling van Riemann nodigt uit tot het volgende onderscheid tussen geisoleerde singulariteiten: (O): Voor a geldt lim z a f(z) < +, (P): Voor a geldt lim z a f(z) = +, (E): Voor a geldt lim z a f(z) bestaat niet. In geval (O) is sprake van een ophefbare singulariteit. Deze singulariteiten worden vaak niet tot de echte singulariteiten gerekend: substitutie van een geschikte waarde in a maakt van f daar een reguliere (analytische) functie. In geval (P) noemt men a een pool; in geval (E) heeft men een essentiële singulariteit. Voorbeelden:. De functie z heeft een pool in z = 0, want lim z 0 z = De functie exp z heeft een essentiële singulariteit in z = 0, want lim z 0 exp z bestaat niet, immers de limiet voor z = x 0 heeft een andere waarde dan die voor z = x 0. We kijken nu in het bijzonder naar het verschijnsel pool : Laat a een pool zijn van f. Uit definitie volgt dat dan lim z a /f(z) = 0. Definieer nu (op een omgeving van a): g(z) = (z a), g(a) = 0. f(z) Dan is g analytisch (op een omgeving van a) met een nulpunt in a. Dit nulpunt heeft een orde k. Dus g(z) is te schrijven als: We concluderen: g(z) = (z a) k g 0 (z), met g 0 analytisch en g 0 (a) 0. Stelling. Als a een pool is van f dan bestaat een gereduceerde omgeving U r (a) \ {a} van a waarop f(z) te schrijven is als: f(z) = (z a) k h(z), waarin h een op U r (a) analytische functie is met h(a) 0. Het getal k is uniek; het heet de orde of multiplicteit van de pool a. Een pool a is dus op te heffen door f(z) met een voldoend hoge macht van (z a) te vermenigvuldigen. De orde van een pool a is dus de laagste macht van (z a) waarmee f(z) vermenigvuldigd moet worden om de pool juist op te heffen. 4

15 Het voorgaande duidt op een correspondentie tussen de polen van f en de nulpunten van /f (die twee kanten op gaat). Kortweg: Voorbeelden: a : pool[nulpunt] van orde k van f a : nulpunt[pool] van orde k van /f.. De functie f(z) = z (z 2 3z+2)(z 2) heeft een pool van tweede orde in z = 2, want lim f(z) = +, lim (z 2)f(z) = +, lim (z z 2 z a z a 2)2 f(z) = 2. Bovendien heeft de functie een eerste-orde pool in z =. 2. De functie f(z) = sin z z heeft een eerste-orde pool in z = 0, want zf(z) = sin z 2 z ophefbare singulariteit in 0. heeft een We kunnen tegen de zaak ook nog op een andere manier aankijken. Zij f(z) = (z a) k h(z) de schrijfwijze van f(z) zoals in de stelling aangegeven. Omdat h analytisch is op U r (a) met h(a) 0, is h(z) te ontwikkelen in een machtreeks b n (z a) n met b 0 0. Dus: We schrijven: en = f(z) = (z a) k {b 0 + b (z a) +...} b 0 (z a) k + b (z a) k b k z a + b k + b k+ (z a) S(z) = b 0 (z a) k + b (z a) k b k z a, T (z) = b k + b k+ (z a) +... = b n (z a) n k. S(z) heet het hoofddeel of het singuliere deel van f(z) bij a, en T (z) het Taylordeel. We concluderen: Stelling Als a een pool is van f dan bestaat een gereduceerde omgeving U r (a) \ {a} van a waarop f(z) te schrijven is als: f(z) = S(z) + T (z), waarin S(z) een rationale functie is met slechts één pool, e.w. in a en van dezelfde orde als voor f, en T (z) een functie die analytisch is op U r (a). Een pool van de orde k in a kan men dus (ook) opheffen door van f(z) een geschikte rationale functie (n.l. een veelterm van de graad k in /(z a)) af te trekken. Zo is sin z z 2 = z3 {z z2 3! +...} = z + { z 3! +...}. Het hoofddeel in z = 0 is dus /z. Tenslotte zijn er de essentiële singulariteiten, die echter in de toepassingen een veel minder grote rol spelen. Daarover bestaat een fraaie stelling, de stelling van Casorati en Weierstrass. Deze zegt ruwweg dat in willekeurig kleine omgeving van de singulariteit ieder complex getal nog willekeurig dicht wordt benaderd. De precieze formulering is te vinden in JMA, Er is trouwens een, minder gemakkelijk te bewijzen, stelling van Picard die zegt dat in iedere omgeving van een essentiële singulariteit alle waarden van C worden aangenomen, op ten hoogste een na! Verifieer dat juist dit het gedrag is dat men treft bij de functie exp(/z) en het punt z = 0. n=k 5

16 6 Breuksplitsing We kijken speciaal naar de consequenties van het voorgaande voor rationale functies. Gegeven is een rationale functie r(z) = p(z) q(z), met onderling ondeelbare veeltermen p(z) en q(z). De enige singulariteiten op C zijn polen, en wel precies in de nulpunten van q(z). We maken gebruik van de hoofdstelling van de algebra : q(z) is te schrijven als product van lineaire factoren q(z) = β.(z b ) m... (z b n ) m n, waarin b j, (j =,..., n) de nulpunten van q(z) zijn met bijbehorende multipliciteiten m j. Dit betekent dat r(z) een pool heeft in elke b j met multipliciteit m j. Het hoofddeel van r(z) bij b j is dus te schrijven als m j A j,k S j (z) = (z b j ) k. Nu is S j (z) zelf een rationale functie met maar één pool, namelijk b j, en dus is r(z) k= n S j (z) j= een rationale functie met uitsluitend ophefbare singulariteiten; dat is dus een polynoom P (z)! Voor r(z) vinden we zo de volgende schrijfwijze: We concluderen: r(z) = P (z) + n S j (z), Hulpstelling. Iedere rationale functie r(z) is te schrijven als de som van een polynoom en een A eindig aantal breuken (met verschillende a en/of k). Deze schrijfwijze is uniek (op volgorde (z a) k der termen na); zij heet de breuksplitsing van r(z). Rekenvoorbeeld: Bepaal de breuksplitsing van r(z) := j= (z 2 + )(z ) 3. De functie heeft eerste-orde polen in i, i en een derde-orde pool in. breuksplitsing de volgende vorm heeft: We weten dus dat de met S i (z) = r(z) = P (z) + S i (z) + S i (z) + S (z), A z i, S i(z) = B z + i, S (z) = C z + D (z ) 2 + E (z ) 3. Het polynoom P (z) is nul omdat r(z) 0 voor z. De vijf constanten bepalen we als volgt: A = lim(z i)r(z) = lim z i z i (z + i)(z ) 3 = i, 8 B = lim (z + i)r(z) = lim z i z i (z i)(z ) 3 = i 8, 6

17 E = lim(z ) 3 r(z) = lim z z z 2 + = /2. Tenslotte C en D; daarvoor kijken we preciezer naar de uitdrukking (z ) 3 r(z) = (z ) 3 (S i (z) + S i (z)) + C(z ) 2 + D(z ) + E. Het rechterlid is continu in z =. Voor het linkerlid mogen we dus, ook in z =, lezen z 2 +. Differentieer nu naar z; men vindt 2z (z 2 + ) 2 = d dz ( z 2 + ) = d (...) + 2C(z ) + D. dz Substitueer nu z =, dan volgt er D = /2. We hebben niet de moeite genomen om de eerste term rechts te differentieren: deze heeft een derde-orde nulpunt in z = ; na substitutie daarvan in de afgeleide is de uitkomst toch nul! Differentieer nogmaals: Substitueer weer z =, dan volgt C = /4. Dus 6z 2 2 (z 2 + ) 3 = d2 (...) + 2C. dz2 r(z) = i 8(z i) + i 8(z + i) + /4 z + /2 (z ) 2 + /2 (z ) 3. 7 Laurent-ontwikkeling Laat n= b nw n een machtreeks zijn met positieve convergentiestraal ρ (eventueel ). Substitueer hierin w = z a. Dan ontstaat een reeks oftewel n= n= b n (z a) n, a n (z a) n, waarin a k = b k, die convergeert voor z a > /ρ (resp. z a > 0, als ρ = ), en wel uniform op ieder compact deel van {z : z a > /ρ}. Als nu verder n=0 a n(z a) n een gewone machtreeks is met convergentiestraal R > /ρ, dan convergeert de reeks op een ring n= a n (z a) n := n= a n (z a) n + a n (z a) n n=0 ann(a; r, R) = {z C : r < z a < R}, waarin r = /ρ eventueel 0, en R eventueel + kan zijn. De convergentie is absoluut is ieder punt z van de ring, en uniform op iedere compacte deelverzameling van de (open) ring. Een reeks van dit type heet een Laurentreeks. Een Laurentreeks stelt blijkbaar op zijn convergentiering een analytische functie voor. We stellen nu de omgekeerde vraag: Gegeven is een functie die analytisch is op een gebied G. Neem aan dat de ring ann(a; r, R) geheel in G ligt. Is f(z) dan op ann(a; r, R) voor te stellen als som van een convergente Laurentreeks? Het antwoord geeft de stelling van Laurent: 7

18 Stelling (Laurent-ontwikkeling). Zij G een gebied, f een functie die analytisch is op G, en a C, alsmede r en R zo gekozen dat ann(a; r, R) niet leeg is en geheel in G ligt. Dan is f te ontwikkelen in een Laurentreeks: f(z) = a n (z a) n, z ann(a; r, R), met coeëffienten a n : n= a n = dw, 2πi Γ ρ (a) (w a) n+ voor alle n Z, waarin ρ willekeurig is te kiezen zo dat r < ρ < R. De convergentie is absoluut voor alle z in de ring, en uniform op compacte deelverzamelingen van de ring. De voorstelling is bovendien uniek: Als f(z) op de ring ann(a; r, R) geschreven is als som van een Laurentreeks f(z) = n= b n(z a) n, dan is dit vanzelf de Laurentontwikkeling, d.w.z. b n = a n voor alle n. Bewijs: Hiervoor verwijzen we naar JMA, 2.. en 2.2. Daarbij valt een kanttekening te maken. Cruciaal in het bewijs is, dat geldt: f(z) = 2πi w z dw, waarin de daar gedefinieerde kromme W = K +C 2 K +C voorstelt. [pag 96, onder het midden.] Dit is als volgt te verantwoorden: De functie w w z is analytisch (voor vaste z), en de kromme W is in G \ {z} homotoop met een cirkel Γ ɛ (a) met voldoend kleine straal ɛ [Ga na.]. Omdat, volgens de Integraalformule van Cauchy, f(z) = 2πi w z dw, W Γ ɛ (a) volgt het gewenste direct uit de hoofdstelling van Cauchy. Voor voorbeelden wordt verwezen naar JMA, Merk daarbij op dat in de voorbeelden. en 2. het uitvoeren van de breuksplitsing overbodig is; dit geldt niet bij voorbeeld 3.. Als a een geisoleerde singulariteit is van een functie f, dan kan men de stelling van Laurent toepassen op een gepunteerde cirkel om a, d.w.z. een ring van de vorm ann(a; 0, R). De Laurentontwikkeling hierop bevat informatie over de aard van de singulariteit. Stelling. Zij f(z) = n= a n (z a) n, z ann(a; 0, R) de Laurentontwikkeling van f op een gepunteerde schijf rond een geisoleerde singulariteit a van f. Dan geldt: Als a n = 0, n < 0 dan is a een ophefbare singulariteit. Als, voor zekere k > 0, a k 0 terwijl a n = 0, n < k dan is a een pool van orde k. Als a n 0 voor oneindig veel negatieve n, dan is a een essentiële singulariteit. Het bewijs volgt onmiddellijk uit de betreffende definities. Dat de functie sin z z 3 een tweede orde pool heeft in z = 0, volgt dus direct uit de voorstelling: sin z z 3 = z 3 {z z3 /3! +...} = /z 2 /3!

19 Dat exp(/z) een essentiële singulariteit heeft in 0 is te zien uit exp(/z) = + z + 2z De residuenstelling Zij G een open verzameling in C. We bekijken functies f(z), die analytisch zijn op G behoudens in een (eventueel oneindig) aantal in G gelegen, geïsoleerde singulariteiten van f. Zijn alle singulariteiten ophefbaar, dan heet f ook wel holomorf op G: men kan dan f wel opvatten als een op heel G gedefinieerde analytische functie. Komen er in G wel polen maar geen essentiële singulariteiten van f voor, dan heet f meromorf op G. Een meromorfe functie is op te vatten als een continue functie van G naar de Riemann-sfeer [vgl JMA, 4.9], als men in elke pool a de waarde f(a) definieert door f(a) :=. Veronderstel dat a G een geïsoleerde singulariteit van f is. De Laurent-ontwikkeling van f(z) op een gepunteerde schijf rond a zij gegeven door: f(z) = n= a n (z a) n, (0 < z a < r). ( ) Door f(z) te integreren langs een (eenmaal linksom doorlopen) cirkel Γ r (a) met straal kleiner dan r, vindt men (omdat termsgewijze integratie is toegestaan!): f(z)dz = 2πi.Ind Γr (a)(a).a = 2πi.a. Γ r(a) Definitie Zij (*) de Laurent-ontwikkeling van f(z) op een gepunteerde schijf rond een geïsoleerde singulariteit a. Dan heet de coëfficiënt a het residu van f(z) in het punt z = a. Notatie: a = Res(f(z), a). De bovenstaande formule is een bijzonder geval van de Residuenstelling: Zij G een open verzameling, en f een functie die analytisch is op G behoudens in een eindig aantal in G gelegen geïsoleerde singulariteiten z, z 2,..., z m. Laat W een (als steeds stuksgewijs continu-differentieerbare) gesloten kromme in G zijn, die door geen der punten z j, j =,..., m gaat, terwijl W G 0. Dan geldt: W m f(z)dz = 2πi.( Ind W (z j )Res(f(z), z j )). j= Bewijs: De functie g, gedefinieerd door g(z) := f(z) m S j (z) waarin S j (z) het hoofddeel van de Laurentontwikkeling van f(z) rond het punt a j is, is holomorf op G. [Ga na waarom!] Pas nu de stelling van Cauchy toe. Dan volgt het gestelde direct. Om de integraal f(z)dz te berekenen moet men dus de residuen uitrekenen in alle singulariteiten z j die binnen W gelegen zijn, preciezer, waarvan de index t.o.v. W niet nul is. Als W a een essentiële singulariteit is, dan is het bepalen van Res(f(z), a) niet eenvoudig, tenzij men j= 9

20 bijvoorbeeld toevallig de Laurentontwikkeling van f(z) rond z = a kent. Is a een pool, dan is het residu doorgaans wel gemakkelijk uit te rekenen. Lemma. Is a een pool van f van de orde k, en g de analytische voortzetting van de functie z (z a) k f(z) op een omgeving van a, dan is Res(f(z), a) = (k )! g(k ) (a). Bewijs: Omdat a een pool van orde k is, ziet de Laurent-ontwikkeling van f(z) rond z = a er aldus uit: f(z) = a k (z a) k a z a + a 0 + a (z a) Dus g(z) = a k +... a (z a) k + a 0 (z a) k De coefficient a vindt men dus zoals aangegeven. In de meeste gevallen die men tegenkomt gaat het om een pool van eerste orde. De formule luidt dan: Res(f(z), a) = lim z a (z a)f(z). Deze limiet is soms niet zo gemakkelijk uit te rekenen. Dan helpt vaak de volgende truc: Lemma 2. Zij a een pool van eerste orde van de functie f. Neem aan dat f(z) geschreven staat (of kan worden) als f(z) = g(z) h(z) waarbij a een eerste-orde nulpunt is van h, terwijl g(a) 0. Dan is Bewijs: Res(f(z), a) = g(a) h (a). g(z) Res(f(z), a) = lim. z a h(z) Omdat h(a) = 0 staat in de noemer het differentiequotient van h(z) bij a. Omdat verder g(z) continu is in a, volgt de formule nu direct. [Waarom is zeker dat h (a) 0?]. Residu-rekening kan ondermeer worden toegepast bij het berekenen van sommige reële (vaak oneigenlijke) integralen en het sommeren van reeksen. Voorbeelden zijn: JMA 3.7, 5.6, en 9.3. Laat f analytisch zijn op C \ {a,..., a n } en laat C R = {z : z = R} zodanig zijn dat a i < R voor alle i. Dan definiëren we het residu van f in oneindig als volgt: Res(f(z), ) = f, 2πi C R waarbij C R rechtsom doorlopen wordt. Als we de sleutelgat methode toepassen in combinatie met de Stelling van Cauchy dan vinden we voor f: Propositie. Res(f(z), ) + n i= Res(f(z), a i) = 0. We kunnen Res(f(z), ) ook direct berekenen met behulp van de transformatie z = /w: Res(f(z), ) = f(z) dz = ( ) f dw 2πi C R 2πi C /R w w 2 ( ( ) = Res f ) z z 2, 0. z a 20

21 9 Meromorfe functies Neem aan dat f : G C een meromorfe functie is met een eindig aantal polen p, p 2,..., p m herhaald naar multipliciteit d.w.z. eenzelfde pool wordt zovaak vermeld als zijn multipliciteit bedraagt. De nulpunten van f zijn z, z 2,..., z n, eveneens herhaald naar multipliciteit. We leiden eerst een formule af voor de logarithmische afgeleide van f(z), d.w.z. voor de uitdrukking f (z) f(z). De verzameling polen duiden we aan met P, de verzameling nulpunten met Z. We bekijken eerst f op G \ P. Daarop laat f(z) zich schrijven als f(z) = (z z )... (z z n ) g(z), met g analytisch, zonder nulpunten op G \ P. Dus f (z) = (z z )... (z z n ) g (z) + Dus geldt: voor alle z G \ (P Z). n (z z )... (z z l )(z z l+ )... (z z n ) g(z). l= f (z) f(z) = n l= + g (z) z z l g(z), De functie g heeft polen in p, p 2,..., p m, dezelfde als f. Dus is de functie h, gedefinieerd door h(z) = (z p )... (z p m ) g(z), een functie zonder polen of nulpunten in heel G. Net als boven geldt: voor alle z G \ P. h (z) m h(z) = + g (z) z p k g(z), k= Beide formule tezamen geven de volgende formule voor de logarithmische afgeleide van f(z): f (z) f(z) = n l= z z l m k= + h (z) z p k h(z), voor alle z G \ (P Z). Daarin is h /h een functie die analytisch is op geheel G. Dit voert tot de volgende stelling: Stelling (Argument-principe). Zij f een functie die meromorf is op G met polen in p, p 2,..., p m herhaald naar multpliciteit en nulpunten in z, z 2,..., z n, eveneens herhaald naar multipliciteit. Laat W gesloten kromme in G zijn zo dat W G 0, die niet gaat door een van de polen of nulpunten van f. Dan geldt: f (z) 2πi W f(z) dz = n l= Ind W (z l ) m Ind W (p k ). Bewijs: Dit volgt direct uit de formule voor de logarithmische afgeleide, door toepassing van de stelling van Cauchy. Als, zoals in JMA 24.2 wordt aangenomen, W een gesloten kromme is die om elk nulpunt en elke pool één keer heen loopt in positieve zin, dan is n l= Ind W (z l ) juist het aantal nulpunten van k= 2

22 f binnen W, en m k= Ind W (p k ) het aantal polen van f binnen W, beide geteld naar multipliciteit. Men is gewend het eerste getal aan te geven met N, en het tweede met P : n N := Ind W (z l ), P := l= m Ind W (p k ). k= Dan staat er: f (z) dz = N P. 2πi W f(z) Men noemt de stelling ook wel de N-P stelling. De benaming argument-pricipe berust op het volgende: Zij t w(t) een parametrisering van W op het interval [0,]. Dan is f (z) 2πi W f(z) dz = f (w(t))w (t) dt = (f w) 2πi 0 f(w(t)) 2πi 0 f w = dw 2πi f(w ) w = Ind f(w )(0). Dit laatste is dus de index van de beeldkromme f(w ) ten opzicht van 0, oftewel (intuitief) het aantal windingen dat f(z) rond 0 maakt als z de kromme W doorloopt. Of, nog anders gezegd, de toename van arg(f(z)) als z de kromme W doorloopt (op een factor 2π na). Samengevat: (N P ) 2π = de toename van arg(f(z)) als z de kromme W doorloopt. Een befaamde toepassing van het Argument-principe is de stelling van Rouché. Deze zegt, in algemene termen, dat het aantal nulpunten binnen een contour W van een functie f niet verandert als men op f een op W relatief kleine verstoring aanbrengt. Stelling van Rouché. Zij f op G een analytische functie, en W een gesloten kromme in G zo dat W G 0, en die niet gaat door de nulpunten van f. Zij g een op G eveneens analytische functie zo dat z W : g(z) < f(z). Dan is N f+g = N f. [Hierin is N f+g het boven gedefinieerde getal N voor de gestoorde functie f + g.] Bewijs: Merk eerst op dat, ook F g geen nulpunten op W heeft; immers Welnu, omdat in dit geval P = 0: N f+g N f = 2πi { Na enige herleiding vindt men: z W : F g (z) = f(z) + g(z) f(z) g(z) > 0. W N f+g N f = 2πi F g f F g W f } = 2πi { { f + g W f + g f f } W ( + g/f) + g/f = dw 2πi h(w ) w, waarin h = + g/f. Nu is voor alle z W : h(z) = g(z)/f(z) <. Dit wil zeggen dat beeld van W onder de functie h geheel in het rechter halfvlak ligt. Dus is volgens de stelling van Cauchy dw h(w ) w = 0. We concluderen: N f+g = N f. Het is mogelijk de stelling van Rouché te veralgemenen tot meromorfe functies. De uitspraak heeft dan betrekking op N P. [Zie Conway, V.3.8.]. Voor een voorbeeld, zie JMA,

23 0 Het maximumprincipe. Een cursus Complexe-functietheorie kan niet worden afgesloten zonder vermelding van het maximumprincipe van analytische functies. Dit heeft betrekking op het gedrag van de absolute-waarde functie f als f zelf analytisch is. Het blijkt dat f op een gebied G zelfs geen lokaal maximum kan aannemen, tenzij de functie f zelf constant is. Voor het bewijs kan men gebruik maken van een gevolg van de Integraalformule van Cauchy, dat wel de Middelwaardestelling van Gauss wordt genoemd: Hulpstelling. Zij f analytisch op de cirkelschijf U R (a), en 0 < r < R. Dan is f(a) = 2π 2π 0 f(a + re it )dt. [Dus, de waarde van f in het middelpunt van de cirkel is gelijk aan het gemiddelde van zijn randwaarden.] Bewijs: Pas de integraalformule van Cauchy toe, en parametriseer de resulterende integraal. Dan komt er: f(a) = 2πi Γ r (a) w a dw = 2π f(a + re it ) 2πi 0 re it ire it dt = 2π f(a + re it )dt. 2π 0 Maximum-modulus stelling. Zij G een gebied, en f een op G analytische functie en a een punt van G. Als de functie f in a een lokaal maximum aanneemt, dan is f constant. Bewijs: Laat δ > 0 zo zijn dat U δ (a) G en f(z) f(a) op U δ (a). Zij 0 < r < δ. Uit de Hulpstelling volgt dat f(a) 2π f(a + re it ) dt. 2π 0 Nu is f(a + re it ) f(a) voor 0 t 2π. Voor geen enkele waarde van t is f(a + re it ) < f(a) anders zou door de continuïteit het rechterlid van de ongelijkheid kleiner dan f(a) worden. Dus f(a + re it ) = f(a) voor elke t [0, 2π) en elke r (0, δ). Voor elke z U δ (a) geldt dus f(z) = f(a). Met opgave 7.8. in JMA kunnen we nu concluderen dat f(z) = f(a) op de schijf U δ (a). Omdat G samenhangend is volgt nu uit de Identiteitsstelling van 4 dat f(z) = f(a) op geheel G. Gevolg. Zij G een begrensd gebied, met rand G, en laat K de (dus) compacte verzameling K = G G, de afsluiting van G zijn. Laat verder f : K C een continue functie zijn, die analytisch is op G. Dan neemt f zijn maximum op de rand G aan: max{ f(z) : z K} = max{ f(z) : z G}. Vanzelfsprekend is er ook een minimum-modulus stelling. Bijvoorbeeld aansluitend op het laatstvermelde Gevolg : Als aan de gegeven condities is voldaan, dan geldt: ofwel f heeft een nulpunt op G, of f neemt zijn minimum aan op de rand G van G. [Ga na.] EINDE 23

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.10, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 23 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline 1 2 3 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, uur. TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Functietheorie (2Y480) op 25 november 1998, 9.00-12.00 uur. Dit tentamen bestaat uit 5 opgaven. De uitwerkingen van deze opgaven dienen

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op ,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op , 1 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking van het tentamen Functietheorie (2Y480) op 25-11-1998, 9.00-12.00 uur Opgave 1 1. Formuleer de Cauchy-Riemann-vergelijkingen.

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 30 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 33 Outline 1 2 Algemeenheden Gedrag op de rand Machtreeksen

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse (September 2008)

Examen Complexe Analyse (September 2008) Examen Complexe Analyse (September 2008) De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Omdat het hier over weinig studenten gaat, heb ik geen puntenverdeling meegegeven. Vraag. Je had eerst

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie week 4.8, maandag Faculteit EWI TU Delft Delft, 6 juni, 2016 1 / 33 Outline 1 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz 2 2 / 33 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz Maximum-modulusprincipe Stelling

Nadere informatie

Tentamen Analyse 4. Maandag 16 juni 2008, uur

Tentamen Analyse 4. Maandag 16 juni 2008, uur Tentamen Analyse 4 Maandag 16 juni 2008, 14-17 uur Vermeld uw naam (met voornaam en voorletters) en uw studentnummer. Er zijn geen hulpmiddelen toegestaan. Dit tentamen bestaat uit zes opgaven. Vergeet

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.9, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 13 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 41 Outline III.6 The Residue Theorem 1 III.6 The

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 38 Outline 1 Rekenregels 2 K. P. Hart TW2040: Complexe

Nadere informatie

Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010

Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010 Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010 Hier volgt een bespreking van het examen van Complexe Analyse op 18 juni. De bedoeling is je de mogelijkheid te geven na te kijken wat je goed en wat je minder

Nadere informatie

Tentamen Analyse 4 (wi2602) 17 juni 2011, uur. ) (1 gratis)) Deel 2: opgaven 2b, 4ab, 5, 6 (normering: 2 + (

Tentamen Analyse 4 (wi2602) 17 juni 2011, uur. ) (1 gratis)) Deel 2: opgaven 2b, 4ab, 5, 6 (normering: 2 + ( TU Delft Mekelweg 4 Faculteit EWI, DIAM 68 CD Delft Tentamen Analyse 4 (wi6) 7 juni, 4-7 uur Het tentamen bestaat uit twee delen: Deel : opgaven, a, 3ab, 4c (normering: + + ( + ) + + ( gratis)) Deel :

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse vrijdag 20 juni 2014, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen. Het examen bestaat uit 4 schriftelijke vragen.

Examen Complexe Analyse vrijdag 20 juni 2014, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen. Het examen bestaat uit 4 schriftelijke vragen. Examen Complexe Analyse vrijdag 0 juni 04, 4:00 8:00 uur Auditorium De Molen Naam: Studierichting: Het examen bestaat uit 4 schriftelijke vragen. Elke vraag telt even zwaar mee. Het boek Visual Complex

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse vrijdag 21 juni 2013, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen

Examen Complexe Analyse vrijdag 21 juni 2013, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen Examen Complexe Analyse vrijdag 1 juni 013, 14:00 18:00 uur Auditorium De Molen Naam: Studierichting: Het examen bestaat uit 4 schriftelijke vragen. Elke vraag telt even zwaar mee. Er is een bonusvraag

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y480) op 22 november 1999,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y480) op 22 november 1999, TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (Y480) op november 999, 4.00-7.00 uur Formuleer de uitwerkingen der opgaven duidelijk en schrijf ze overzichtelijk

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002,

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Tentamen Functietheorie (2Y480) op 23 januari 2002, TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Functietheorie (2Y8) op 23 januari 22, 9.-2. uur De uitwerkingen der opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk

Nadere informatie

3 Opgaven bij Hoofdstuk 3

3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 Opgave 3. Voor k beschouwen we de functie f k : x sin(x/k). Toon aan dat f k 0 uniform op [ R, R] voor iedere R > 0. Opgave 3.2 Zij V een verzameling. Een functie f : V C heet

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.9, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 16 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline III.7 Applications of the Residue Theorem

Nadere informatie

Tentamen Functies en Reeksen

Tentamen Functies en Reeksen Tentamen Functies en Reeksen 6 november 204, 3:30 6:30 uur Schrijf op ieder vel je naam en bovendien op het eerste vel je studentnummer, de naam van je practicumleider (Arjen Baarsma, KaYin Leung, Roy

Nadere informatie

Enkele bedenkingen bij het examen Complexe Analyse

Enkele bedenkingen bij het examen Complexe Analyse Enkele bedenkingen bij het examen Complexe Analyse De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Eerst een paar algemene opmerkingen. Vele antwoorden zijn slordig opgeschreven wat het lezen

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Complexe functies 2019

Complexe functies 2019 Complexe functies 019 Extra opgaves Opgave A Laat zien dat R voorzien van de bewerkingen a + b := (a 1 +b 1,a +b ) a b := (a 1 b 1 a b,a 1 b +a b 1 ) isomorf is met C. Wat is i in deze representatie? Opgave

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica

2 de Bachelor IR 2 de Bachelor Fysica de Bachelor IR de Bachelor Fysica 6 augustus 05 Er worden 4 vragen gesteld. Vul op ieder blad je naam in. Motiveer of bewijs iedere uitspraak. Los alle vragen op, op een apart blad! Het examen duurt u30.

Nadere informatie

COMPLEXE ANALYSE: Hoofdstuk 1. Jan van Casteren

COMPLEXE ANALYSE: Hoofdstuk 1. Jan van Casteren COMPLEXE ANALYSE: Hoofdstuk Jan van Casteren - - Complexe Analyse. Elementaire eigenschappen van holomorfe functies. Definitie Laat Ω een open deel zijn van C. Laat f een complex-waardige functie zijn,

Nadere informatie

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban Opgaven Functies en Reeksen E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Augustus 2014 1 Opgaven bij Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Zij f : R n R partieel differentieerbaar naar iedere variabele

Nadere informatie

Complexe e-macht en complexe polynomen

Complexe e-macht en complexe polynomen Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten

Nadere informatie

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1 WIS6 1 6 Complexe getallen 6.1 Definitie Rekenen met paren De vergelijking x 2 + 1 = 0 heeft geen oplossing in de verzameling R der reële getallen (vierkantsvergelijking met negatieve discriminant). We

Nadere informatie

Mathematical Modelling

Mathematical Modelling 1 / 64 Mathematical Modelling Ruud van Damme Creation date: 09-11-09 2 / 64 Niet overal analytisch: een rangschikking 2. De hoofdklasse A: rationale functies: f (z) = z5 + z 2 + 3z + 4 z 3 + 4z 2 + 5z

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

Bespreking van het examen Complexe Analyse (tweede zittijd)

Bespreking van het examen Complexe Analyse (tweede zittijd) Bespreking van het examen Complexe Analyse (tweede zittijd) Bekijk ook de bespreking van het examen van de eerste zittijd (op Toledo). Het valt hier op dat de scores op sommige vragen wel heel slecht zijn.

Nadere informatie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30) Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Signalen en Transformaties

Signalen en Transformaties Signalen en Transformaties 201100109 Docent : Anton Stoorvogel E-mail: A.A.Stoorvogel@utwente.nl 1/29 Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica EWI Complexe getallen z D a C bi We definiëren de complex

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.3, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 34 Outline 1 Conforme afbeeldingen 2 K. P. Hart TW2040:

Nadere informatie

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u == en Tentamen Analyse, WI6 == Maandag januari, 4.-7.u Technische Universiteit Delft, Faculteit EWI. Gegeven is de functie + e + e arctan,, f = +, >. a Beargumenteer dat f continu is op R. b Bepaal de

Nadere informatie

Bestaat er dan toch een wortel uit 1?

Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Complexe getallen en complexe functies Jan van de Craats Universiteit van Amsterdam, Open Universiteit CWI Vacantiecursus 2007 Wat zijn complexe getallen? Wat zijn

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

Het uitwendig product van twee vectoren

Het uitwendig product van twee vectoren Het uitwendig product van twee vectoren Als u, v R 3, u = u 1, u 2, u 3 en v = v 1, v 2, v 3 dan is het uitwendig product van u en v gelijk aan een vector in R 3 en wel u 2 v 3 u 3 v 2, u 3 v 1 u 1 v 3,

Nadere informatie

Irreguliere Singuliere Punten van Differentiaalvergelijkingen

Irreguliere Singuliere Punten van Differentiaalvergelijkingen M.A. Oort Irreguliere Singuliere Punten van Differentiaalvergelijkingen Bachelorscriptie, 6 november 2014 Scriptiebegeleider: dr. R.J. Kooman Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2

Polynomen. + 5x + 5 \ 3 x 1 = S(x) 2x x. 3x x 3x 2 + 2 Lesbrief 3 Polynomen 1 Polynomen van één variabele Elke functie van de vorm P () = a n n + a n 1 n 1 + + a 1 + a 0, (a n 0), heet een polynoom of veelterm in de variabele. Het getal n heet de graad van

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Approximatietheorie. De Stelling van Carleman. Mies Versloot. 14 juli Bachelorproject Begeleiding: prof. dr. Jan Wiegerinck

Approximatietheorie. De Stelling van Carleman. Mies Versloot. 14 juli Bachelorproject Begeleiding: prof. dr. Jan Wiegerinck Approximatietheorie De Stelling van Carleman Mies Versloot 14 juli 2017 Bachelorproject Begeleiding: prof. dr. Jan Wiegerinck Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Waarom functies met complexe getallen?

Waarom functies met complexe getallen? Waarom functies met complexe getallen? Joost Hulshof Een essentieel onderdeel van iedere studie wiskunde of natuurkunde is het leren werken met en begrijpen van de basistechnieken voor complexe functies,

Nadere informatie

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP003B 4 november 04,.30 5.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en

Nadere informatie

3 Rijen en reeksen van functies

3 Rijen en reeksen van functies 3 Rijen en reeksen van functies 3.1 Uniforme convergentie van een rij functies Met het oog op latere toepassingen op machtreeksen en Fourierreeksen werken we in het vervolg steeds met complexwaardige functies.

Nadere informatie

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten) 8.I.00 Wiskundige Analyse I, theorie 60% van de punten) Beantwoord elk van de vragen I,II,III en IV op één van de dubbele geruite bladen. Schrijf op elk van die dubbele geruite bladen, bovenaan de eerste

Nadere informatie

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a

Nadere informatie

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen Aanvulling bij de cursus Calculus 1 Complexe getallen A.C.M. Ran In dit dictaat worden complexe getallen behandeld. Ook in het Calculusboek van Adams kun je iets over complexe getallen lezen, namelijk

Nadere informatie

ax + 2 dx con- vergent? n ln(n) ln(ln(n)), n=3 (d) y(x) = e 1 2 x2 e 1 2 t2 +t dt + 2

ax + 2 dx con- vergent? n ln(n) ln(ln(n)), n=3 (d) y(x) = e 1 2 x2 e 1 2 t2 +t dt + 2 Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NPB 8 januari 3, 8.3.3 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden. Maak uw redenering

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren a = (a 1,..., a s ) en b = (b 1,..., b s ). Toepassing van deze Cauchy Schwarz-ongelijkheid levert

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij

Nadere informatie

Tentamen Topologie, Najaar 2011

Tentamen Topologie, Najaar 2011 Tentamen Topologie, Najaar 2011 27.01.2012, 08:30-11:30, LIN 8 (HG00.308) Toelichting: Je mag geen hulpmiddelen (zoals aantekeningen, rekenmachine, telefoon, etc.) gebruiken, behalve de boeken van Gamelin/Greene

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.4, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 9 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 40 Outline 1 f : [a, b] C f : C C Primitieven 2 K.

Nadere informatie

Complexe functies. 2.1 Benadering door veeltermen

Complexe functies. 2.1 Benadering door veeltermen Wiskunde voor kunstmatige intelligentie, Les Complexe functies Nadat we de complexe getallen hebben leren kennen, is het een voor de hand liggende vraag of hiervoor net als voor de reële getallen ook functies

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking Proeftentamen 3 Functies van één veranderlijke (15126 De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk

Nadere informatie

== Hertentamen Analyse 1 == Dinsdag 25 maart 2008, u

== Hertentamen Analyse 1 == Dinsdag 25 maart 2008, u == Hertentamen Analyse == Dinsdag 5 maart 8, 4-7u Schrijf op ieder vel je naam en studentnummer, de naam van de docent (S Hille, O van Gaans) en je studierichting Geef niet alleen antwoorden, leg elke

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat lim y 0 y = 0. (b) Bewijs lim y 0 y 3 = 0 uit de definitie van limiet. (c)

Nadere informatie

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015,

Technische Universiteit Delft. ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW2030 Vrijdag 30 januari 2015, Technische Universiteit Delft Faculteit EWI ANTWOORDEN van Tentamen Gewone differentiaalvergelijkingen, TW23 Vrijdag 3 januari 25, 4.-7. Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven. Alle antwoorden dienen beargumenteerd

Nadere informatie

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien Inleiding Analyse Opgaven E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien 0 1 1 Limieten en continuïteit Opgave 1.1 (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat

Nadere informatie

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN

TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN TENTAMEN WISKUNDIGE BEELDVERWERKINGSTECHNIEKEN Vakcode: 8D. Datum: Donderdag 8 juli 4. Tijd: 14. 17. uur. Plaats: MA 1.44/1.46 Lees dit vóórdat je begint! Maak iedere opgave op een apart vel. Schrijf je

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking tentamen Functies van één veranderlijke (5260) op donderdag 25 oktober 2007, 9.00 2.00 uur. De uitwerkingen van de opgaven

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f

Nadere informatie

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle.

Doe de noodzakelijke berekeningen met de hand; gebruik Maple ter controle. De n-de term van de numerieke rij (t n ) (met n = 0,, 2,...) is het rekenkundig gemiddelde van zijn twee voorgangers. (a) Bepaal het Z-beeld F van deze numerieke rij en het bijhorende convergentiegebied.

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013, Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 013, 8.30 11.30 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

Complexe Functie Theorie Deel 1 (Wiskunde ), Complexe Functies (Natuurkunde ), studiewijzer

Complexe Functie Theorie Deel 1 (Wiskunde ), Complexe Functies (Natuurkunde ), studiewijzer omplexe Functie Theorie Deel (Wiskunde 400386), omplexe Functies (Natuurkunde 4009), studiewijzer omplexe Functie Theorie Deel (Wiskunde 400386) en omplexe Functies (Natuurkunde 4009) vallen samen. ollege:

Nadere informatie

college 6: limieten en l Hôpital

college 6: limieten en l Hôpital 126 college 6: ieten en l Hôpital In dit college herhalen we enkele belangrijke definities van ieten, en geven we belangrijke technieken om ieten van functies (eigenlijk en oneigenlijk) te bepalen. In

Nadere informatie

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A,

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A, Dit college wordt gegeven aan de hand van het boek The Way of Analysis van Robert S. Strichartz (Jones and Bartlett, ISBN 0-7637-1497-6), dat ook gebruikt wordt bij het vervolgcollege in het tweede jaar

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm

5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm 5.8. De Bessel differentiaalvergelijking. Een differentiaalvergelijking van de vorm x y + xy + (x ν )y = met ν R (1) heet een Bessel (differentiaal)vergelijking. De waarde van ν noemt men ook wel de orde

Nadere informatie

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit Analyse Handout ieten en continuïteit Rogier Bos Inhoudsopgave Limieten 2. Intuïtief ieten bepalen........................ 2.2 Rekenen aan ieten........................... 4.3 Limieten als spel.............................

Nadere informatie

(x x 1 ) + y 1. x x 1 x k x x x k 1

(x x 1 ) + y 1. x x 1 x k x x x k 1 Les Taylor reeksen We hebben in Wiskunde een aantal belangrijke reële functies gezien, bijvoorbeeld de exponentiële functie exp(x) of de trigonometrische functies sin(x) en cos(x) Toen hebben we wel eigenschappen

Nadere informatie

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n. Radboud Universiteit Tentamen Calculus A NWI-WP025 25 januari 208, 8.30.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen

Antwoorden. 1. Rekenen met complexe getallen 1. Rekenen met complexe getallen 1.1 a. 9 b. 9 c. 16 d. i e. 1 1. a. 1 b. 3 c. 1 d. 4 3 e. 3 4 1.3 a. 3 i b. 3 i c. i d. 5 i e. 15 i 1.4 a. 33 i b. 7 i c. 4 3 i d. 3 5 i e. 5 3 i 1.5 a. 1 ± i b. ± i c.

Nadere informatie

Infi A oefententamen ψ

Infi A oefententamen ψ Infi A oefententamen ψ Aanwijzingen Motiveer alle antwoorden. Werk rustig, netjes en duidelijk. Zorg dat je uitwerking maar één interpretatie toelaat. Alle informatie op dit opgavenblad mag bij alle (deel)opgaven

Nadere informatie

(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1

(x x 1 ) + y 1. x x k+1 x k x k+1 Les Talor reeksen We hebben in Wiskunde een aantal belangrijke reële functies gezien, bijvoorbeeld de exponentiële functie exp(x) of de trigonometrische functies sin(x) en cos(x) Toen hebben we wel eigenschappen

Nadere informatie

De wortel uit min één. Jaap Top

De wortel uit min één. Jaap Top De wortel uit min één Jaap Top IWI-RuG & DIAMANT j.top@rug.nl 20 maart 2007 1 Marten Toonder, verhaal de minionen (1980) 2 3 4 5 Twee manieren om complexe getallen te beschrijven: algebraïsch, als uitdrukkingen

Nadere informatie

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 1.11 Vraagstukken Vraagstuk 1.11.1 Beschouw het beginwaardeprobleem = 2x (y 1), y(0) = y 0. Los dit beginwaardeprobleem op voor y 0 R en maak een

Nadere informatie

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden.

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden. Technische Universiteit elft Tentamen Calculus TI06M - Uitwerkingen Opmerkingen:. Het gebruik van de rekenmachine is NIET toegestaan.. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden. 3. Bij iedere vraag

Nadere informatie

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran Aanvulling aansluitingscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de Aansluitingscursus staan. Die onderwerpen zijn: complexe getallen en volledige

Nadere informatie

4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra

4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra 4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra Positieve en niet-negatieve matrices komen veel voor binnen de stochastiek (zoals de PageRank matrix) en de mathematische fysica: temperatuur, dichtheid,

Nadere informatie

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling

2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr.

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr. Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor Opgedragen aan Th. J. Dekker H. W. Lenstra, Jr. Uit de lineaire algebra is bekend dat het aantal oplossingen van een systeem lineaire vergelijkingen gelijk

Nadere informatie

Oefeningen Analyse I

Oefeningen Analyse I Inleiding Oefeningen Analyse I Wil je de eventuele foutjes melden. Met dank, Yannick Meers e-mail: meers@skynet.be Hoofdstuk 7: Functiereeksen Oefening Gevraagd: We gaan opsplitsen voor x : GEVAL : x

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam and Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott.htm Overzicht Boek: Optimization: Insights and Applications,

Nadere informatie

f : z z 2 + c. x n = 1 2 z n dan krijgen we z n+1 = z 2 n + a 2 a2 4 De parameter c correspondeert dus met a middels c = a 2 a2 4

f : z z 2 + c. x n = 1 2 z n dan krijgen we z n+1 = z 2 n + a 2 a2 4 De parameter c correspondeert dus met a middels c = a 2 a2 4 Juliaverzamelingen en de Mandelbrotverzameling In de eerste twee colleges hebben we gezien hoe het itereren van een eenvoudige afbeelding tot ingewikkelde verschijnselen leidt. Nu gaan we dit soort afbeeldingen

Nadere informatie

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Aanwijzingen bij vraagstukken distributies

Aanwijzingen bij vraagstukken distributies Aanwijzingen bij vraagstukken distributies Vraagstuk 9.7 Voor het eerste deel, test x x + iε 1 met een testfunctie. Voor het laatste deel: vind eerst bijzondere oplosssingen door de gesuggereerde procedure

Nadere informatie

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 10 januari 2008

Analyse I. 1ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar ste semester 10 januari 2008 ste Bachelor Ingenieurswetenschappen Academiejaar 007-008 ste semester 0 januari 008 Analyse I. Bewijs de stelling van Bolzano-Weierstrass: elke oneindige begrensde deelverzameling van R heeft minstens

Nadere informatie

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn.

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 8 juli 2011, 14.00 17.00 Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis I. Geef

Nadere informatie

Classificatie van algebraïsche oppervlakken die invariant zijn onder S 3. door Ruben Meuwese

Classificatie van algebraïsche oppervlakken die invariant zijn onder S 3. door Ruben Meuwese Classificatie van algebraïsche oppervlakken die invariant zijn onder S 3. door Ruben Meuwese 1 Introductie van algebraïsche oppervlakken. Een algebraïsche oppervlak in R 3 wordt gegeven door een polynoom

Nadere informatie

Inleiding Complexe Functietheorie

Inleiding Complexe Functietheorie Dictaat Inleiding Complexe Functietheorie voor TN behorende bij het gelijknamige college met vakcode wi243tn G. Sweers versie van juli 2003 Inhoud Inleiding. Enkelebegrippen..... Complexegetallen.....2

Nadere informatie

n 2 + 2n + 4 3n 2 n + 4n n + 2n + 12 n=1

n 2 + 2n + 4 3n 2 n + 4n n + 2n + 12 n=1 Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 2 NWI-NP004B 6 april 205, 8.00 2.00 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten

Nadere informatie