Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd? Hoge Raad Jelles/Zwolle revisited. P.G.F.A. Geerts 1 en J.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd? Hoge Raad Jelles/Zwolle revisited. P.G.F.A. Geerts 1 en J."

Transcriptie

1 Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd? Hoge Raad Jelles/Zwolle revisited P.G.F.A. Geerts 1 en J. Becker 2 1. In het Jelles/Zwolle-arrest heeft de Hoge Raad beslist dat de vernietiging van een werk niet kan worden aangemerkt als een aantasting van het werk in de zin van art. 25 lid 1 onder d Aw. Maar, zo vervolgt de Hoge Raad in r.o. 4.6: Dat betekent niet dat het de eigenaar van een voorwerp (een onroerende zaak daaronder begrepen) waarin een auteursrechtelijk beschermd werk is belichaamd - een exemplaar van het werk - steeds vrijstaat dat voorwerp aan vernietiging prijs te geven en dat de belangen van de maker aan de beschikkingsmacht van die eigenaar steeds ondergeschikt zijn. De vernietiging van een exemplaar van het werk kan immers misbruik van zijn bevoegdheid door de eigenaar opleveren in gevallen als in art. 3:13, lid 2 BW bedoeld, dan wel anderszins onrechtmatig jegens de maker zijn. Ook een derde die een zodanig voorwerp vernietigt, kan daarmee onrechtmatig jegens de maker handelen. Van zodanig misbruik of anderszins onrechtmatig handelen zal eerder sprake zijn, naarmate er minder exemplaren van dat werk bestaan. Gaat het om unieke exemplaren, zoals veelal bij gebouwen het geval is, dan kan van de eigenaar onder omstandigheden verlangd worden dat hij slechts dan tot vernietiging overgaat indien daarvoor een gegronde reden bestaat en hij zich de gerechtvaardigde belangen van de maker ten minste in zoverre aantrekt dat hij er desgevraagd voor zorg draagt het bouwwerk behoorlijk te doen documenteren, althans de maker de gelegenheid biedt daartoe zelf het nodige in het werk te stellen Het is ons in deze bijdrage vooral te doen om de laatste zin uit deze rechtsoverweging. 4 De zin die ziet op het vernietigen van unieke exemplaren van een werk. Wij vinden dit ruim 10 jaar na dato nog steeds een moeilijk te begrijpen zin. Wat heeft de Hoge Raad daar precies willen zeggen? Om wat beter grip op deze zin te krijgen delen wij hem in drie stukken op: Gaat het om unieke exemplaren, zoals veelal bij gebouwen het geval is, (i) dan kan van de eigenaar onder omstandigheden verlangd worden (ii) dat hij slechts dan tot vernietiging overgaat indien daarvoor een gegronde reden bestaat (iii) en hij zich de gerechtvaardigde belangen van de maker ten minste in zoverre aantrekt dat hij er 1 Prof. mr. P.G.F.A. Geerts is bijzonder hoogleraar intellectueel eigendomsrecht Rijksuniversiteit Groningen, zelfstandig juridisch adviseur en redacteur van dit tijdschrift. 2 Mr. J. Becker is advocaat bij Dirkzwager advocaten te Arnhem. 3 HR 6 februari 2004, IER 2004/19, m.nt. Grosheide, AMI 2004/12, m.nt. Seignette, NTBR 2004/72, m.nt. Van Maanen en Quanjel-Schreurs, BR 2004/79, m.nt. Adriaanse, Vastgoedrecht 2004, p , m.nt. Van der Zijpp. 4 Mede naar aanleiding van Hof Arnhem-Leeuwarden 12 november 2013 (Virtuele Boteringepoort), hebben wij deze rechtsoverweging nog eens goed onder de loep genomen. In deze bijdrage verwijzen wij op een aantal plaatsen naar dit arrest, dat in dit nummer is gepubliceerd IER 2015/3. Het Virtuele Boteringpoort-arrest is ook gepubliceerd in AMI 2014, m.nt. Kabel, p. 36 en IEF 13309, m.nt. Van den Hout. 1

2 desgevraagd voor zorg draagt het bouwwerk behoorlijk te doen documenteren, althans de maker de gelegenheid biedt daartoe zelf het nodige in het werk te stellen. 3. Wij beginnen met een bespreking van het tweede deel van de zin (ii) waarin de woorden een gegronde reden voorkomen. Die woorden zouden tot onduidelijkheid kunnen leiden. Het is voor het eerst in het arrest dat de Hoge Raad die woorden gebruikt. Wat bedoelt de Hoge Raad hiermee? 4. Uit voornoemde zinsnede zou men kunnen afleiden dat van de eigenaar wordt verlangd dat hij moet aantonen dat er zwaarwegende belangen aanwezig zijn die de vernietiging van het werk kunnen rechtvaardigen; dat zijn belang om het werk te vernietigen zwaarder weegt dan het belang van de maker bij instandhouding van het werk. De woorden dat hij slechts dan tot vernietiging overgaat indien daarvoor een gegronde reden bestaat, zouden die lezing kunnen versterken. Als wij ons niet vergissen dan legt Adriaanse (die eigenaren van een werk overigens een warm hart toedraagt) de woorden een gegronde reden inderdaad zo uit, daar waar hij in zijn noot onder het Jelles/Zwolle-arrest schrijft dat de eis van een gegronde reden verder gaat dan waar art. 3:13 BW ruimte voor laat Met Adriaanse zijn wij van mening dat art. 3:13 lid 2 BW voor een dergelijke interpretatie geen ruimte laat. Sterker nog, wij menen dat indien van de eigenaar zou worden verlangd dat hij moet aantonen dat zijn belangen zwaarder wegen, de wereld op zijn kop wordt gezet. 6 Niet vergeten moet immers worden dat (ook) de laatste zin van r.o. 4.6 in de sleutel van art. 3:13 BW staat en van misbruik van bevoegdheid pas gesproken kan worden wanneer er een krasse wanverhouding bestaat tussen het gediende belang (van de eigenaar) en het aangetaste belang (van de maker). 7 De toepassing van misbruik van bevoegdheid (of misbruik van recht) is door Stein daarom terecht onderscheiden van de belangenafweging die normaliter plaatsvindt onder toepassing van de maatstaf van redelijkheid en billijkheid: Om misbruik van recht aanwezig te achten, is een zuivere belangenafweging onvoldoende. Vereist is dat er een grote onevenwichtigheid geconstateerd kan worden tussen het gediende en het aangetaste belang. Daardoor onderscheidt misbruik van bevoegdheid zich van een handeling die in strijd wordt geacht met redelijkheid en billijkheid (...). Terwijl in de door redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhoudingen voldoende is dat het aangetaste belang meer gewicht toekomt dan het gediende belang om de handelwijze ongeoorloofd te doen zijn, is bij de toepassing van misbruik van bevoegdheid vereist dat er een grote discrepantie is. De wet brengt dat tot uitdrukking met de uitdrukking grote onevenredigheid en [...] dat de handelende 5 In deze zin zo lijkt het ook Van Maanen en Quanjel-Schreurs in hun NTBR-annotatie onder het Jelles/Zwolle-arrest waar zij (op p. 395) schrijven dat in r.o. 4.6 van het Jelles/Zwolle-arrest tot uitdrukking komt dat het eigendomsrecht van een auteursrechtelijk beschermd werk stevige beperkingen kent. 6 Wij beseffen heel goed dat de Hoge Raad in het Jelles/Zwolle-arrest spreekt over misbruik of anderszins onrechtmatig handelen. Met Quaedvlieg vragen wij ons echter af wat de vernietiging nog onrechtmatig kan doen zijn, in het bijzonder tegenover de maker, als het niet het door art. 25 lid 1 onder d Aw gewraakte feit mag betreffen van een aantasting die nadeel toebrengt aan de eer en goede naam van de maker; A.A. Quaedvlieg, Scheppers en slopers. Het nieuwe recht van verzet tegen vernietiging van kunst, IER 2005/45, p Vandaar dat wij in deze bijdrage ook de nadruk leggen op de het leerstuk van misbruik van recht. 7 Zie E.J.H. Schrage, Mon. BW A4, Misbruik van Bevoegdheid (Kluwer 2012), nr

3 partij in redelijkheid niet tot deze uitoefening van recht en bevoegdheid had mogen komen. Men spreekt dan van marginale toetsing Wil de uitoefening van een bevoegdheid op grond van het bepaalde in art. 3:13 BW misbruik ervan opleveren, dan moet zij in hoge mate onredelijk en onbillijk zijn. 9 Dat betekent dat de maatstaf van misbruik van bevoegdheid zwaardere eisen stelt aan de stelplicht dan de maatstaf van redelijkheid en billijkheid. 10 Immers: De verhouding tussen de begrippen misbruik van bevoegdheid enerzijds, en de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid (goede trouw) anderzijds is die van species en genus, waarbij de eerste zich in het bijzonder van de tweede onderscheidt door de bijzondere nadruk op de hoedanigheid van rechthebbende, die bij de belangenafweging een zwaarwegende rol speelt Het is onzes inziens dus veeleer zo, dat de maker die zich op misbruik van bevoegdheid beroept dient te stellen (en in geval van voldoende tegenspraak dient te bewijzen) welke zwaarwegende belangen aanwezig zijn die meebrengen dat het werk niet vernietigd mag worden. 12 Of in de woorden van art. 3:13 lid 2 BW: vastgesteld moet kunnen worden dat door de vernietiging van het werk de maker onevenredig zal worden geraakt. Wij kunnen ons niet voorstellen dat de Hoge Raad zonder enige nadere motivering van deze hoofdregel heeft willen afwijken. Wij lezen de woorden een gegronde reden in het Jelles/Zwolle-arrest dan ook zo, dat zij de uitkomst zijn van de belangenafweging in de zin van art. 3:13 lid 2 BW: kan niet worden aangetoond dat door de vernietiging van het werk de maker onevenredig zal worden geraakt dan valt de belangenafweging in het voordeel van de eigenaar uit, waardoor hij om in de woorden van de Hoge Raad te spreken een gegronde reden heeft om het werk te vernietigen. Zo ziet het Hof Arnhem-Leeuwarden het in het Virtuele Boteringpoortarrest kennelijk ook, daar waar het in r.o oordeelt dat de Hoge Raad in het Jelles/Zwollearrest een nadere invulling heeft gegeven aan het onevenredigheidscriterium van art. 3:13 lid 2 BW. Wij citeren de genoemde rechtsoverweging: 3.11 In het arrest 6 februari 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AN7830) heeft de Hoge Raad een nadere invulling gegeven van het onevenredigheidscritrium indien het gaat om de vernietiging van een auteursrechtelijk beschermd werk. Uit dit arrest volgt dat er eerder sprake is van misbruik van bevoegdheid of anderszins onrechtmatig handelen indien er minder exemplaren van een werk bestaan. Indien het gaat om de vernietiging van een uniek werk, of zoals in het onderhavige geval de verwijdering van een uniek werk, dan dient door de eigenaar van het werk te worden aangetoond dat voor de verwijdering daarvan een gegronde reden bestaat. Dat betekent niet, zoals de Gemeente onder grief III terecht aanvoert, dat het in de eerste plaats op de weg van Gemeente ligt om aan te tonen dat zij voldoende belang bij verwijdering heeft. Nu M. zich beroept op de rechtgevolgen van artikel 3:13 lid 2 BW dient hij, met inachtneming van de beperkingen van de kort geding procedure, aannemelijk te maken dat zijn belangen door de verwijdering van het werk onevenredig worden geschaad. Van de Gemeente kan 8 Stein, GS Vermogensrecht, art. 3:13 BW, aant E.J.H. Schrage, Mon. BW A4, Misbruik van Bevoegdheid (Kluwer 2012), nr W.D.H. Asser, Bewijslastverdeling (Kluwer 2004), nr E.J.H. Schrage, Mon. BW A4, Misbruik van Bevoegdheid (Kluwer 2012), nr Zie in dit verband E.J.H. Schrage, Mon. BW A4, Misbruik van Bevoegdheid (Kluwer 2012), nr. 2.6 en Hof Arnhem-Leeuwarden 12 november 2013, AMI 2014, m.nt. Kabel, p. 36, IER 2015/3, IEF 13309, m.nt. Van den Hout (Virtuele Boteringepoort). 3

4 vervolgens worden verlangd dat zij, gelet op de vereiste gegronde reden, haar beslissing om het kunstwerk te verwijderen genoegzaam motiveert. 8. Quaedvlieg heeft in een fraai overzicht laten zien met welke belangen de rechter zoal rekening moet houden om misbruik van bevoegdheid al dan niet vast te stellen: De eerste en grootste categorie betreft de factoren die opgevoerd kunnen worden als reden voor behoud c.q. vernietiging van het werk. Vrijwel basisvoorwaarde voor het verzet tegen vernietiging of sloop is dat (nog) slechts één uniek exemplaar van het werk bestaat, zoals bij architecturale werken en sculpturen. Bij de redenen tot behoud worden voorts de eigenschappen van het werk meegewogen zoals aard, bestemming, representativiteit of kwaliteit, zeldzaamheid. Ook ziet men de rechter de vraag stellen of afbreuk denkbaar is aan de werfkracht van het werk doordat het publiek er geen kennis meer van kan nemen. De redenen tot behoud worden afgezet tegen de redenen die kunnen bestaan voor sloop, zoals wijziging van bestemming, moderne functionele eisen, kosten van onderhoud en restauratie en dergelijke. De weging van deze elementen resulteert in een antwoord op de vraag of er een gegronde reden is voor de sloop of vernietiging. De tweede categorie betreft de eisen voor de procedure die geleid heeft tot het besluit tot vernietiging: is deze zorgvuldig geweest, is de kunstenaar tijdig op de hoogte gebracht, is aangeboden om het werk te documenteren of is ten minste de kunstenaar zelf daartoe de gelegenheid verschaft. De derde en vierde categorie betreffen subjectieve omstandigheden gerelateerd aan de auteur respectievelijk de eigenaar. Met de auteur verbonden is bijvoorbeeld de vraag of het een belangrijk werk uit diens oeuvre betreft, en of hij een kunstenaar is van enige naam. Bij aan de eigenaar gebonden elementen kan men denken aan de vraag of de eigenaar tevens de opdrachtgever was tot het maken van het werk. Daarnaast kan een rol spelen, of de eigenaar een instelling of organisatie is waarop de morele taak rust, met zorg om te gaan met haar cultuurbezit Weliswaar is dit een opsomming van de (auteursrechtelijke) factoren waarmee in het pre Jelles/Zwolle-tijdperk rekening werd gehouden (toen vernietiging van een werk nog met een beroep op art. 25 lid 1 onder d Aw werd bestreden), maar wij menen met Quaedvlieg dat bij de (civielrechtelijke) toepassing van art. 3:13 lid 2 BW de rechter met precies dezelfde factoren rekening dient te houden. 14 Genoemde factoren bieden de rechter (nog steeds) een fraai instrumentarium om een doordacht en fijnzinnig antwoord te geven op vragen omtrent sloop en vernietiging van (kunst)werken (zie echter ook nog nr. 13 hierna). 15 Het Virtuele Boteringepoort-arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden is daarvan het levende bewijs. Voor het Hof is van doorslaggevend belang dat de gemeente zich voldoende heeft ingespannen om het werk te behouden (r.o. 3.14). De kosten van onderhoud en restauratie zijn kennelijk de pan 13 A.A. Quaedvlieg, Scheppers en slopers. Het nieuwe recht van verzet tegen vernietiging van kunst, IER 2005/45, p A.A. Quaedvlieg, Scheppers en slopers. Het nieuwe recht van verzet tegen vernietiging van kunst, IER 2005/45, p Op p. 209 schrijft hij: Er is sprake van een bewuste juridische operatie waarbij een bestaand auteursrechtelijk cultuurgoed op een nieuwe dogmatische sokkel geplaatst wordt. 15 Alle factoren moeten worden meegewogen. Dat betekent dus ook dat de sloop onrechtmatig kan zijn ondanks het feit dat het werk goed gedocumenteerd is: documentatie is geen vrijbrief voor sloop (zie hierna ook nog nr. 12 e.v.). Zie over deze kwestie Seignette in haar AMI-annotatie (2004, p. 152) onder het Jelles/Zwolle-arrest. 4

5 uitgerezen (r.o. 3.13) en wanneer de maker daar onvoldoende tegenover weet te stellen (r.o. 3.12) kan dat, net zoals in het pre Jelles/Zwolle-tijdperk (zie nr. 8), een gegronde reden voor sloop opleveren (r.o. 3.17). 10. Kortom: wij menen dat de woorden een gegronde reden in het Jelles/Zwolle-arrest zien op de uitkomst van de belangenafweging in de zin van art. 3:13 lid 2 BW. Anders dan sommige commentaren op het arrest lijken te suggereren, betekent dit dat de Hoge Raad eigenlijk niets bijzonders heeft gezegd. In onze eigen woorden zegt hij: de eigenaar kan slechts dan tot vernietiging van een uniek werk overgaan indien de belangenafweging in zijn voordeel is uitgevallen (hij een gegronde reden heeft). Dat spreekt voor zich. Immers, valt de belangenafweging niet in het voordeel van de eigenaar van het werk uit (heeft hij geen gegronde reden ) dan is sprake van misbruik van bevoegdheid en mag hij het werk niet vernietigen. 11. Wanneer dit een juiste interpretatie is van de woorden een gegronde reden, dan komen de woorden onder omstandigheden in de eerste zinsnede (i) en die voorafgaan aan de zojuist besproken tweede zinsnede (ii), in een merkwaardig daglicht te staan. Die woorden suggereren dan namelijk dat voor het vernietigen van een werk slechts onder omstandigheden sprake hoeft te zijn van een gegronde reden en dat de eigenaar een werk ook mag vernietigen wanneer hij daarvoor geen gegronde reden heeft (de belangenafweging niet in zijn voordeel is uitgevallen). 16 Dat zou in onze ogen echter onaanvaardbaar zijn. De eigenaar van een werk moet altijd een gegronde reden hebben voor het vernietigen van een werk: de belangenafweging moet in zijn voordeel uitvallen, anders mag hij niet slopen. Wij denken dan ook dat de woorden onder omstandigheden op een verkeerde plek in de zin staan. Die moeten vóór de derde zinsnede (iii) staan. Wij denken dus dat de Hoge Raad in de laatste zin van r.o. 4.6 het volgende heeft willen zeggen: Gaat het om unieke exemplaren, zoals veelal bij gebouwen het geval is, dan kan de eigenaar slechts dan tot vernietiging overgaan indien daarvoor een gegronde reden bestaat. Heeft de eigenaar een gegronde reden dan kan van hem onder omstandigheden verlangd worden dat hij zich de gerechtvaardigde belangen van de maker ten minste in zoverre aantrekt dat hij er desgevraagd voor zorg draagt het bouwwerk behoorlijk te doen documenteren, althans de maker de gelegenheid biedt daartoe zelf het nodige in het werk te stellen. 12. Wat in deze lezing van het Jelles/Zwolle-arrest opvalt, is dat de eigenaar van het werk nadat de belangenafweging heeft plaatsgevonden en die in zijn voordeel is uitgevallen, zich onder omstandigheden toch nog de gerechtvaardigde belangen van de maker moet aantrekken. Dat is wat het arrest in onze ogen bijzonder maakt: er kan onder omstandigheden nog aanleiding zijn voor een correctie. Dat kan heel redelijk zijn. Immers, stel dat de procedure die geleid heeft tot het besluit tot sloop van het unieke exemplaar niet helemaal zorgvuldig is geweest omdat bijvoorbeeld onvoldoende gelegenheid is geboden om het werk te documenteren, maar de belangen gemoeid met de vernietiging van het werk (veel) zwaarder wegen. Dat betekent dat de eigenaar een gegronde reden heeft om te slopen. Hoewel de omstandigheid dat onvoldoende gelegenheid is geboden om het werk te documenteren niet genoeg gewicht in de schaal heeft gelegd om de belangenafweging in het voordeel van de maker te laten uitvallen, wil dat echter nog niet zeggen dat de eigenaar zich 16 Opmerkelijk detail is dat in het Virtuele Boteringepoort-arrest het Hof Arnhem-Leeuwarden de woorden onder omstandigheden niet noemt. 5

6 helemaal niets meer van de belangen van de maker hoeft aan te trekken. Want wat is er bijvoorbeeld op tegen dat de eigenaar de maker alsnog in de gelegenheid dient te stellen het werk behoorlijk te doen documenteren, indien het werk nog niet gesloopt is en daar verder ook niet veel haast mee geboden is? Helemaal niets denken wij. Dat is een redelijke correctie van de uitkomst van de belangenafweging die in het voordeel van de eigenaar van het werk is uitgevallen. Of er ruimte is voor zo n correctie hangt uiteraard af van de concrete omstandigheden van het geval ( onder omstandigheden ). Is er ruimte voor deze redelijke correctie, dan is dat voor de maker overigens niet meer dan een schrale troost. Hij kan immers de vernietiging van het werk uiteindelijk niet tegenhouden. Maar het is beter dan niets. 13. Hierboven hebben wij uitvoerig stilgestaan bij de woorden een gegronde reden. In nr. 7 hebben wij verdedigd dat deze woorden zien op de uitkomst van de belangenafweging in de zin van art. 3:13 lid 2 BW. Vervolgens hebben wij in nr. 8 en 9 verdedigd dat de rechter bij de invulling van deze civielrechtelijke belangenafweging met precies dezelfde auteursrechtelijke factoren uit het pre Jelles/Zwolle-tijdperk rekening dient te houden, waardoor aan zowel de belangen van de maker als de eigenaar recht gedaan kan worden en de rechter een fijnzinnig antwoord kan geven op vragen omtrent sloop en vernietiging van (kunst)werken. Een belangrijke aanvulling is hier echter nog wel op zijn plaats. Een verschil met het pre Jelles/Zwolle-tijdperk zou wel eens kunnen zijn, dat destijds slechts sprake was van een zuivere belangenafweging. Zoals wij hierboven in nr. 5 en 6 al opgemerkt hebben is bij art. 3:13 lid 2 BW een zuivere belangenafweging echter niet voldoende. Vereist is dat er een ontoelaatbare onevenredigheid geconstateerd kan worden tussen het gediende en het aangetaste belang. Het lijkt er dus op dat de bewijslat voor de maker na het Jelles/Zwollearrest (nog) hoger is komen te liggen. 17 Het blijft speculeren maar niet uitgesloten kan worden dat de Hoge Raad dit ook heeft gezien, en om die reden de maker nog enigszins tegemoet heeft willen treden door hem bij de sloop van een uniek exemplaar onder omstandigheden de mogelijkheid te bieden om nog een beroep te doen op wat wij in nr. 12 de redelijke correctie hebben genoemd. 14. Hoe die verhouding met het pre Jelles/Zwolle-tijdperk verder ook is, van misbruik van bevoegdheid zal niet snel sprake zijn. Er moet immers een krasse wanverhouding bestaan tussen het gediende belang (van de eigenaar) en het aangetaste belang (van de maker). Het ligt op de weg van de maker om aan te tonen dat hij door de vernietiging van zijn werk onevenredig in zijn belangen wordt geraakt. Dat is een hele opgave. In de Virtuele Boteringepoort-zaak heeft de maker dat bewijs ook niet weten te leveren. Die uitkomst laat zien dat de betekenis van het Jelles/Zwolle-arrest uit oogpunt van de maker niet overschat moet worden. Maar voor doemdenken is onzes inziens evenmin plaats. Zo spreekt Kabel in zijn AMI-annotatie (2014, p. 36) onder het Virtuele Boteringepoort-arrest over het tamelijk duivelse bewijs dat de maker moet leveren en dat dit het laatste stapje is in de afbraak van de bevoegdheid van de maker zich te verzetten tegen vernietiging van zijn werk. Dat gaat ons (veel) te ver. Zoals wij in nr. 9 hebben verdedigd, bieden de pre Jelles/Zwolle-factoren de rechter (nog steeds) een fraai instrumentarium om een doordacht en fijnzinnig antwoord te geven op vragen omtrent sloop en vernietiging van (kunst)werken. 17 In deze zin zo lijkt het ook A.A. Quaedvlieg, ALAI Brussels 2014, Moral rights in the 21st century. Questionnaire Report The Netherlands, p

Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd? Hoge Raad Jelles/Zwolle revisited

Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd? Hoge Raad Jelles/Zwolle revisited Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd? Hoge Raad Jelles/Zwolle revisited Citeerwijze: P.G.F.A. Geerts 1 en J. Becker 2, Wanneer mag een uniek exemplaar van een werk worden vernietigd?

Nadere informatie

PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN

PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN AIPPI Zeist 2018 PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN / 14 maart 2018 / AIPPI Zeist / Arnout Groen 1 NOS JOURNAAL 7 MAART 2017 PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN / 14 maart 2018 / AIPPI Zeist / Arnout

Nadere informatie

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars)

Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B (Nestlé/Mars) De art. 6:193a e.v. BW, art. 6:194 BW en art. 6:194a BW Paul Geerts, Rijksuniversiteit Groningen Noot onder Vzr. Rb. Amsterdam 25 november 2010, B9 9243 (Nestlé/Mars) 1. In Vzr. Rb. Amsterdam 25 november

Nadere informatie

Noot onder Blackstone v. Brainwave

Noot onder Blackstone v. Brainwave Noot onder Blackstone v. Brainwave Citeersuggestie: P.G.F.A. Geerts, Noot onder Hof Arnhem-Leeuwarden 26 november 2013 (Blackstone/Brainwave), publicatie volgt in IER 2014. 1. Eiser (Blackstone) meent

Nadere informatie

Opzegging van kredietovereenkomsten na. ING/De Keizer. Michiel Peeters en Robin Thevissen

Opzegging van kredietovereenkomsten na. ING/De Keizer. Michiel Peeters en Robin Thevissen Opzegging van kredietovereenkomsten na ING/De Keizer Michiel Peeters en Robin Thevissen Juridische kwalificatie Zakelijke kredietovereenkomst is een onbenoemde duurovereenkomst (let op! consumentenkredietovereenkomsten:

Nadere informatie

Exit Decaux/Mediamax?

Exit Decaux/Mediamax? Exit Decaux/Mediamax? In de uitspraak Stokke/Fikszo van het Hof s-gravenhage (B9 8029) staat een aantal interessante rechtsoverwegingen over het auteursrechtelijke totaalindrukken-criterium. Het hof neemt

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht ARTIKEL I De Auteurswet wordt als volgt gewijzigd: Tekst voorontwerp Artikel 2 1.

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken. RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.0156 (004.05) ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen 'verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp

Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen van: Raad vanstatc 201105933/1/V2. Datum uitspraak: 6 september 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de hoger beroepen

Nadere informatie

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg

Symposium Omkering van bewijslast. 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Symposium Omkering van bewijslast 27 oktober 2017 Rotterdam Studiekring Normatieve Uitleg Wettelijk vermoeden en omkering van de bewijslast Daan Asser 1 1. Feiten en recht Rechtsfeit is het feit of het

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling REGELING INZAKE HET OMGAAN MET EEN VERMOEDEN VAN EEN MISSTAND HOOFDSTUK 1. DEFINITIES Artikel 1. Definities In deze regeling worden de volgende definities gebruikt: betrokkene: degene die al dan niet in

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) De opzetclausule in aansprakelijkheidsverzekeringen Prof. dr. M.L. Hendrikse Inleiding: de aard van de aansprakelijkheidsverzekering (1) Art. 7:952 BW (eigen

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie

Regeling melding misstanden

Regeling melding misstanden Regeling melding misstanden 6 december 2017 1 van 7 Inhoudsopgave Overwegingen 3 De procedure in een notendop 3 Reglement 4 1. Definities 4 2. Rechtsbescherming 5 Procedure interne melding 5 3. Melding

Nadere informatie

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om:

7. Bij de planvaststelling heeft de raad (voor zover in casu relevant) besloten om: Bijlage 2. Juridische uiteenzetting De onderbouwing van dit raadsbesluit is juridisch complex door de chronologie van besluitvorming (in de procedures voor aanlegvergunning en vaststelling bestemmingsplan)

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201111794/1 A/2. Datum uitspraak: 12 oktober 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen. Reactie op de brief van de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) inzake het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek in verband met het limiteren van de hoogte van de

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-160 d.d. 22 mei 2012 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, prof. mr. M.L.Hendrikse en mr. E.M. Dil-Stork, leden, en mr. E.E. Ribbers, secretaris)

Nadere informatie

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer

Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer Actualiteiten over het retentierecht van de aannemer 11 februari 2016 Mr. L.A. (Leonie) Dutmer Overzicht retentierecht van de aannemer Elementen retentierecht Feitelijke macht en kenbaarheid Retentierecht

Nadere informatie

W E B S H O P V O O R W AARDEN BRAAIMASTER

W E B S H O P V O O R W AARDEN BRAAIMASTER W E B S H O P V O O R W AARDEN BRAAIMASTER ARTIKEL 1. DEFINITIES 1. Braaimaster: de gebruiker van deze algemene voorwaarden, gevestigd te Medemblik, ingeschreven in het Handelsregister onder KvK-nummer

Nadere informatie

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates

Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates Nieuwsbrief NOvA Tuchtrecht Updates 2019-1 Nummer 1, 2019 INHOUDSOPGAVE 1. Wat een behoorlijk advocaat betaamt Raad van Discipline Amsterdam, ECLI:NL:TADRAMS:2019:28 05-02-2019 Dekenbezwaar. Verweerster

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 pagina 1 van 5 Uitspraak 201404071/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 28 januari 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201404071/1/R2. Datum uitspraak: 28 januari 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties

Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/175368

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad van State 201200615/1/V4. Datum uitspraak: 13 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 ECLI:NL:RBMNE:2015:8351 Instantie Datum uitspraak 27-11-2015 Datum publicatie 23-12-2015 Zaaknummer UTR 15/612 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Belastingrecht

Nadere informatie

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht

Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht Wijziging van de Auteurswet en de Wet op de naburige rechten in verband met de aanpassing van het auteurscontractenrecht VOORONTWERP enz. enz. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder.

het college van bestuur van de Hogeschool van Amsterdam (hierna: de hogeschool), verweerder. Zaaknummer : 2013/249 Rechter(s) : mrs. Troostwijk, Lubberdink, Borman Datum uitspraak : 9 mei 2014 Partijen : Appellant tegen CvB Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bedreigingsgevaar, belangenafweging,

Nadere informatie

RAAD VAN BEROEP VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS UITSPRAAK. inzake

RAAD VAN BEROEP VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS UITSPRAAK. inzake Zaaknummer: RvB VRC 2012-001 Datum uitspraak: 11 februari 2014 RAAD VAN BEROEP VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS UITSPRAAK inzake 1. ( ), wonende te ( ), 2. ( ), wonende te ( ), 3. ( ), wonende te ( ),

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies.

De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies. De aansprakelijkheid van de bindend adviseur: de betekenis van de Greenworld-maatstaf bij zuiver en onzuiver bindend advies Pauline Ernste Maatstaven voor aansprakelijkheid Handelen Arbiter Bindend adviseur

Nadere informatie

1.2 De toepasselijkheid van de door de opdrachtgever gehanteerde algemene voorwaarden wordt uitdrukkelijk uitgesloten.

1.2 De toepasselijkheid van de door de opdrachtgever gehanteerde algemene voorwaarden wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Algemene voorwaarden J&S Diensten 1. Algemeen 1.1 Al onze aanbiedingen, overeenkomsten en uitvoering daarvan, worden uitsluitend beheerst door de onderhavige voorwaarden. Afwijkingen dienen uitdrukkelijk

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE STICHTING PAARD 11 december 2013 Inhoudsopgave Afdeling 1: Algemene Bepalingen Afdeling 2: Geschillenbeslechting Bindend Advies Afdeling 3: Slotbepalingen Reglement geschillencommissie

Nadere informatie

AANVULLING GRONDEN VAN BEZWAAR

AANVULLING GRONDEN VAN BEZWAAR LE POOLE @ BEKEMA AANGETEKEND College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Postbus 15072 1001 MB AMSTERDAM Bas Le Poole Advocaat bas@lepoolebekema.com T +31 23 303 4643 Vooruit per e-mail aan:

Nadere informatie

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan

De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling

Klokkenluidersregeling Klokkenluidersregeling Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand ( Klokkenluidersregeling PO ) 26-06-2017 goedkeuring RvT 04-07-2017 instemming GMR 01-08-2017 vaststelling bestuurder

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig

het college van burgemeester en wethouders van Hoogeveen Eerste aanleg - meervoudig uitspraak deze uitspraak Essentie uitspraak: Bevi niet van toepassing indien verandering geen nadelig gevolg heeft voor het plaatsgebonden risico. Via milieubeheervergunning kunnen, buiten het Bevo om,

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

Raadsvoorstel van de Commissie voor bezwaarschriften. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 22 december 2005 / 225/2005.

Raadsvoorstel van de Commissie voor bezwaarschriften. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 22 december 2005 / 225/2005. Datum raadsvergadering / Nummer 22 december 2005 / 225/2005 Onderwerp bezwaar Programma / Programmanummer Kunst en cultuur / 6310 Portefeuillehouder T. Hirdes Voorstel van het College van Burgemeester

Nadere informatie

Verwerkersovereenkomst

Verwerkersovereenkomst Verwerkersovereenkomst De Verwerkersovereenkomst. in aanmerking nemende dat Verwerkingsverantwoordelijke met zijn klanten een overeenkomst heeft gesloten en Verwerkingsverantwoordelijke voor de uitvoering

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-375 (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. D.B. Holthinrichs, secretaris) Klacht ontvangen op : 10 oktober 2016 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR

Nadere informatie

DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS

DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS DE TOELATINGSREGELING BIJ SERVICEFLATS Bij serviceflats komt het regelmatig voor, dat een ballotageregeling van toepassing is. Wat betekent een dergelijke ballotageregeling eigenlijk? En is een dergelijke

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 37 d.d. 17 februari 2011 (mr. P.A. Offers, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. A.W. H. Vink) Samenvatting Consument claimt tweemaal

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

t twaalfuurtje van deze week 10 december 2014

t twaalfuurtje van deze week 10 december 2014 t twaalfuurtje van deze week 10 december 2014 Deze week een eigen zaak waarin de Rechtbank Gelderland, Zittingsplaats Zutphen, geoordeeld heeft over de derdenwerking van een exoneratiebeding in een taxatierapport.

Nadere informatie

Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V.

Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V. Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V. 1. Algemeen 1.1 Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle aanbiedingen en overeenkomsten van Direttore B.V.

Nadere informatie

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VISA2CHINA

ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VISA2CHINA ALGEMENE VOORWAARDEN VAN VISA2CHINA Artikel 1. Werkingssfeer 1. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen Visa2china en opdrachtgevers. 2. Visa2china is bevoegd om bij

Nadere informatie

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823

JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, , ECLI:NL:GHARL:2013:6823, , (annotatie) ECLI:NL:GHARL:2013:6823 JIN 2013/174 JIN 2013/174, Hof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2013, ECLI:NL:GHARL:2013:6823, 200.090.368, (annotatie) INHOUDSINDICATIE Personenvennootschappen, Ontvankelijkheid maatschap GA DIRECT NAAR GEGEVENS

Nadere informatie

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)

Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : /0 1 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team T zaaknummer : 200.097.924/0 1 zaaknummer rechtbank Amsterdam : 434569/HA ZA 09-2443 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer

Nadere informatie

Opzegging duurovereenkomst. Mr. dr. H. Wammes

Opzegging duurovereenkomst. Mr. dr. H. Wammes Opzegging duurovereenkomst Mr. dr. H. Wammes * HR 1 juli 2014, NJ 2015,2 (noot T.T.T.) Eneco beëindigt sponsorovereenkomst met organisator en gaat de Benelux Tour zelf organiseren. * HR 10 oktober 2014,

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling )

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs. ( Klokkenluidersregeling ) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar Onderwijs ( Klokkenluidersregeling ) Preambule De regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Ons Middelbaar

Nadere informatie

Bewerkersovereenkomst

Bewerkersovereenkomst Bewerkersovereenkomst Datum: 25-04-2015 Versie: 1.1 Status: Definitief Bewerkersovereenkomst Partijen De zorginstelling, gevestigd in Nederland, die met een overeenkomst heeft gesloten in verband met het

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 6 november 2015 Uitleg van verzekeringsvoorwaarden Prof. mr. drs. M.L.

Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 6 november 2015 Uitleg van verzekeringsvoorwaarden Prof. mr. drs. M.L. Amsterdam Centre for Insurance Studies (ACIS) ACIS 6 november 2015 Uitleg van verzekeringsvoorwaarden Prof. mr. drs. M.L. Hendrikse Uitleg van verzekeringsvoorwaarden (1)! Inleiding: het 2-fasen uitlegmodel

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

Jurisprudentie contractenrecht

Jurisprudentie contractenrecht Jurisprudentie contractenrecht W.L. Valk senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden senior onderzoeker Radboud Universiteit Programma Twee arresten van de Hoge Raad: HR 12 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3593

Nadere informatie

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures

Nieuwsbrief Zorg. 10 december 2015. De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Nieuwsbrief Zorg 10 december 2015 De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures Inleiding Het Gerechtshof van Den Bosch heeft in het arrest van 12 mei 2015 bij wijze

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht

Aansprakelijkheid van toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht Aansprakelijkheid van toezichthouders wegens inadequaat handhavingstoezicht VIDE Jaarcongres 15 juni 2012 A.J. (Lian) van Poortvliet aj.vanpoortvliet@pelsrijcken.nl June 17, 2012 Programma Juridisch kader

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

De hierna en hiervoor in deze Bewerkingsovereenkomst vermelde, met een hoofdletter geschreven begrippen, hebben de volgende betekenis:

De hierna en hiervoor in deze Bewerkingsovereenkomst vermelde, met een hoofdletter geschreven begrippen, hebben de volgende betekenis: 1 De ondergetekenden: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd te Den Haag, te dezen vertegenwoordigd door de Minister/Staatssecretaris van (naam portefeuille), namens deze, (functienaam

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 MEI 2011 C.10.0496.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0496.F STAD NAMEN, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen N. N., Mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem

De vaststellingsovereenkomst. Prof. mr dr Edwin van Wechem De vaststellingsovereenkomst Prof. mr dr Edwin van Wechem Wat is een vaststellingsovereenkomst? Artikel 7:900 BW Bij een vaststellingsovereenkomst binden partijen, ter beëindiging of ter voorkoming van

Nadere informatie

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde.

De Centrale Raad van Toezicht geeft de volgende uitspraak in de zaak van: de heer F. H. aangesloten NVM-Makelaar, kantoorhoudende te H, beklaagde. Onjuiste informatie: garage niet geïsoleerd. Verwijzing naar verkeerd artikel in koopakte en tekening in spiegelbeeld. Klager koopt een woning die bij beklaagde in verkoop was. Hij verwijt de makelaar

Nadere informatie

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding

MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN. 1 Inleiding MEMORANDUM ALGEMENE VOORWAARDEN 1 Inleiding 1.1 In Nederland wordt in de praktijk door ondernemingen veel gebruik gemaakt van algemene voorwaarden ( AV ). Hoewel het gebruik van AV over het algemeen als

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987

GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987 GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te

Nadere informatie

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling

WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling WGBO boek 7, afdeling 5 Burgerlijk wetboek (BW) Citeren als: artikel 7:446, lid 1 BW etc. Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige

Nadere informatie

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid

Kluwer Online Research Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Bedrijfsjuridische berichten Verruiming van de zorgplicht en werkgeversaansprakelijkheid Auteur: Mr. T.L.C.W. Noordoven[1] Hoge Raad 23 maart 2012, JAR 2012/110 1.Inleiding Maakt het vanuit het oogpunt

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

DE KOZIJNEN; WAT MOET DE VVE DAARMEE? Inleiding

DE KOZIJNEN; WAT MOET DE VVE DAARMEE? Inleiding DE KOZIJNEN; WAT MOET DE VVE DAARMEE? Inleiding Het komt maar al te vaak voor dat binnen een VvE onduidelijkheid ontstaat over het onderhoud en de vervanging van kozijnen. Veel gehoorde vragen zijn: Wie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:146

ECLI:NL:GHSHE:2017:146 ECLI:NL:GHSHE:2017:146 Instantie Datum uitspraak 19012017 Datum publicatie 20012017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 'shertogenbosch 200.181.917_01 Personen en

Nadere informatie

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan:

2. Onder handelingen op het gebied van de geneeskunst worden verstaan: Artikel 446 1. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling - in deze afdeling verder aangeduid als de behandelingsovereenkomst - is de overeenkomst waarbij een natuurlijke persoon of een rechtspersoon,

Nadere informatie

Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73

Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73 Zaaknummers : CBHO nrs. 93/69 t/m 93/73 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 5 januari 1994 Partijen : Appellanten tegen Christelijke Hogeschool Noord-Nederland Trefwoorden : bevoegdheid voorzitter

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MAART 2018 C.17.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.17.0067.N E.A. eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

NON USUS VERENIGING VOOR AUTEURSRECHT 5 JUNI 2015 MARGRIET KOEDOODER

NON USUS VERENIGING VOOR AUTEURSRECHT 5 JUNI 2015 MARGRIET KOEDOODER VERENIGING VOOR AUTEURSRECHT 5 JUNI 2015 MARGRIET KOEDOODER - GEREGELD IN DE WET? - WETSVOORSTEL AUTEURSCONTRACTENRECHT - WAT ZEGT DE JURISPRUDENTIE? BEPERKING TOT MUZIEK OUD BW TOT 1992 ARTIKEL 754 LID

Nadere informatie

Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand Preambule De klokkenluidersregeling/ regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Vitus

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 2005.5331 (171.05) ingediend door: hierna te noemen klaagster, tegen: hierna te noemen verzekeraar. De Raad van Toezicht Verzekeringen

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-144 (prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. M.H.P. Leijendekker, secretaris) Klacht ontvangen op : 12 april 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Uitspraak /1/R2

Uitspraak /1/R2 1 van 5 20-05-2015 15:54 Uitspraak 201406459/1/R2 Datum van uitspraak: woensdag 20 mei 2015 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201406459/1/R2. Datum uitspraak: 20 mei 2015 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Nadere informatie

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling)

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling) Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling) Preambule De regeling betreffende het omgaan met een vermoeden van een misstand binnen Signum biedt een beschrijving

Nadere informatie

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5

Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 Burgerlijk Wetboek Boek 7, Afdeling 5 (Tekst geldend op: 19 02 2015) Afdeling 5. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling Artikel 446 4. De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling in deze

Nadere informatie

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE ENERGIELABEL per 7 juli 2015 Begripsomschrijving Artikel 1. In dit reglement wordt verstaan onder: stichting : de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken; commissie

Nadere informatie

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen: Verzekeraar

: London General Insurance Cy. Ltd, gevestigd te Amsterdam, verder te noemen: Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-813 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. B.F. Keulen en mr. A.M.T. Wigger, leden en mr. G.A. van de Watering, secretaris) Klacht

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147

Rapport. Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013. Rapportnummer: 2013/147 Rapport Rapport over een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Limburg. Datum: 16 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/147 2 Aanleiding Op 7 april 2013 om 16.52 uur komt er bij de regionale eenheid

Nadere informatie

Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee

Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee Verduidelijking antwoord op vraag 4.8 uit de Nota van Inlichtingen ter zake het project Herhuisvesting brigades Koninklijke Marechaussee Naar aanleiding van de op 30 juli jl. gepubliceerde Nota van Inlichtingen

Nadere informatie

Recht week 1 15-4-2013

Recht week 1 15-4-2013 Recht week 1 15-4-2013 Intellectueel eigendomsrecht * Uitsluitend recht van de mens op de producten van zijn denkarbeid * Geestelijk eigendom (want gaat over wat je denkt, eigenaar van eigen ideen) * een

Nadere informatie

4 februari 2013 2013/01. : Besluit van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland d.d. 14 september 2012

4 februari 2013 2013/01. : Besluit van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland d.d. 14 september 2012 BESLISSING Datum uitspraak : 4 februari 2013 Zaaknummer : 2013/01 Appellant : Me and More c.v. h.o.d.n. icloudi Webdesign and More Verweerder : Stichting Internet Domeinregistratie Nederland Beroep tegen

Nadere informatie

ROC Rivor 23 mei Privacyreglement

ROC Rivor 23 mei Privacyreglement ROC Rivor 23 mei 2018 Privacyreglement Artikel 1. Algemene en begripsbepalingen Tenzij hieronder uitdrukkelijk anders is bepaald, worden termen in dit reglement gebruikt in de betekenis die de Algemene

Nadere informatie