GEZONDHEIDSENQUETE 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEZONDHEIDSENQUETE 2013"

Transcriptie

1 GEZODHEIDSEQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VA GEZODHEIDS- E WELZIJSDIESTE

2 Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat 14 B-1050 Brussel sabine.drieskens@wiv-isp.be Depotnummer: D/2015/2505/01 Intern referentienummer PHS Report

3 13. Patiëntervaringen AUTEUR Johan VA DER HEYDE

4 Gelieve bij het verwijzen naar resultaten van dit hoofdstuk de volgende referentie te gebruiken: Van der Heyden J. Patiëntervaringen. In: Drieskens S, Gisle L (ed.). Gezondheidsenquête Rapport 3: Gebruik van gezondheids- en welzijnsdiensten. WIV-ISP, Brussel, 2015

5 IHOUDSTAFEL Samenvatting Inleiding Vragen Indicatoren Resultaten Wachttijd om een afspraak te maken met de arts Wachttijd in de wachtkamer van de arts Voldoende tijd voor de patiënt Zaken op een verstaanbare manier uitleggen De gelegenheid geven om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling Voldoende betrokken zijn in beslissingen van de arts over zorg en behandeling Vergelijking met andere OESO-landen Uitstel van zorg om niet-financiële redenen Bespreking Bibliografie Tabellen PATIËTERVARIGE Inhoudstafel 835

6

7 SAMEVATTIG Het leveren van een gezondheidszorg die beantwoordt aan de noden van de bevolking en patiëntgericht is, wordt in het gezondheidsbeleid van heel wat landen steeds belangrijker. Het meten en monitoren van patiëntervaringen verhoogt de empowerment van patiënten en het publiek, betrekt hen in beslissingen rond gezondheidszorg en geeft inzicht in de mate dat ze over gezondheidsvaardigheden beschikken en controle hebben over de behandeling die ze krijgen. In de Gezondheidsenquête 2013 komen vragen aan bod over patiëntervaringen bij de huisarts en ambulante specialistische zorg. Dertien percent van de patiënten die op consultatie bij de huisarts gaan, doet dit zonder afspraak en 57% krijgt een afspraak op de dag dat ze de arts contacteren. In slechts 1% van de gevallen duurt het langer dan een week vooraleer de patiënt kan gezien worden. Bij de specialist liggen die cijfers uiteraard anders: slechts 2% gaat naar de specialist zonder afspraak en 16% kan nog dezelfde dag bij de specialist terecht; 38% moet langer dan 2 weken wachten, wat dus ook betekent dat 6 op de 10 patiënten binnen de 2 weken bij de specialist terecht kunnen. Slechts 1% van de patiënten heeft een probleem met de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts; voor een afspraak met de specialist is dit 10%. In het Brussels Gewest is dit een stuk hoger: 5% heeft er een probleem met de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en 18% een probleem met de wachtijd voor het vastleggen van een afspraak met de specialist. De slechtere cijfers voor het Brussels Gewest hebben wellicht voor een stuk te maken met het groter aanbod aan specialistische zorg in Brussel, eigen aan een grootstad, dat ervoor zorgt dat ook heel wat patiënten uit Vlaanderen en Wallonië een beroep doen op specialisten in Brussel, wat de wachttijden voor afspraken doet toenemen. In ongeveer de helft van de raadplegingen is de wachttijd in de wachtzaal van de arts minder dan een kwartier en in 80% van de gevallen minder dan een half uur. In 8% van de gevallen moet de patiënt echter langer dan een uur wachten. De cijfers zijn ongeveer dezelfde bij de huisarts als bij de specialist. Meer dan 90% van de patiënten heeft geen probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de arts. Toch zijn ook hier patiënten die in het Brussels Gewest wonen minder positief: 14% van de patiënten uit het Brussels Gewest heeft een probleem met de lange wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en 21% een probleem met de lange wachttijd in de wachtkamer van de specialist. Ook dit kan te maken hebben met karakteristieken van een grootstad: drukkere consultaties, een multicultureel patiëntenbestand, meer sociale problemen PATIËTERVARIGE Samenvatting Laagopgeleiden geven vaker aan dat ze een probleem hebben met de wachttijd in de wachtkamer van de specialist dan hoogopgeleiden. Tegelijkertijd is het percentage laagopgeleiden dat een specialist contacteert lager. Voor raadplegingen bij de huisarts zien we deze opleidingsverschillen niet, noch voor wat betreft de kans op een contact met de huisarts, noch voor wat betreft een probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts. Dit zou er op kunnen wijzen dat een langere wachttijd een negatieve impact kan hebben op de neiging een arts te consulteren. 837

8 In de Gezondheidsenquête komen de volgende vragen aan bod over hoe patiënten de zorg ervaren: Besteedt de arts voldoende tijd aan de patient? Legt de arts zaken op een verstaanbare manier uit? Geeft de arts de gelegenheid om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling? Is de patiënt voldoende betrokken bij beslissingen van de arts over zorg en behandeling? Op elk van deze vragen antwoordt meer dan 95% van de patiëntenpopulatie positief. Een vergelijking van de Belgische resultaten met deze van andere OESO-landen geeft aan dat België hier uiterst goed scoort. PATIËTERVARIGE Samenvatting 838 Het percentage personen dat deze vragen positief beantwoordt vertoont geen noemenswaardige verschillen in functie van de opleiding als het gaat over raadplegingen bij de huisarts. Personen met een lage opleiding geven ook in dezelfde mate als hoogopgeleiden aan dat de specialist voldoende tijd aan hen besteedt. Laagopgeleiden geven echter minder vaak dan hoogopgeleiden aan dat de specialist zaken op een verstaanbare manier uitlegt, dat ze de gelegenheid krijgen om bij de specialist vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling en dat ze voldoende betrokken zijn in beslissingen van de specialist over zorg en behandeling. Een mogelijke hypothese hiervoor is dat laagopgeleiden wellicht minder gezondheidsvaardigheden hebben om te communiceren met de specialist. De Gezondheidsenquête bevestigt grotendeelds de bevindingen van het bevolkingsonderzoek dat het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) tussen september en november 2013 liet uitvoeren ter gelegenheid van haar gouden jubileum en waaruit bleek dat er over het algemeen een grote tevredenheid is met de gezondheidszorg en met de wijze waarop de patiënten door de zorgverleners worden geïnformeerd, maar dat er toch enkele knelpunten zijn, meer bepaald de lange wachtrijen en wachttijden bij de specialist, het onvoldoende geïnformeerd worden door de specialist en het gevoel dat de specialist te weinig tijd uittrekt voor zijn patiënten. De Gezondheidsenquête stelt in het licht dat de knelpunten bij de specialist zich hoofzakelijk voordoen bij de laagst opgeleiden. In dit hoofdstuk werd verder ook gepeild naar uitstel van zorg om niet-financiële redenen, dit in aanvulling van uitstel van zorg om financiële redenen, wat aan bod komt in het hoofdstuk rond toegankelijkheid van zorg. Slechts 1% van de bevolking geeft aan zorg te hebben moeten uitstellen omwille van de afstand of transportproblemen, maar bijna 4% van de bevolking geeft aan zorg te hebben moeten uitstellen omdat het te lang duurde vooraleer een afspraak kon worden vastgelegd. In het Brussels Gewest is dit zelfs 9%. Dit is zeker niet verwaarloosbaar en komt overeen met de vaststelling dat patiënten in het Brussels Gewest langer moeten wachten om een afspraak vast te leggen met de specialist. De vragen i.v.m. uitstel van zorg laten niet toe om een onderscheid te maken tussen het soort zorg dat diende te worden uitgesteld. Aangezien in Brussel relatief meer gebruik gemaakt wordt van specialistische zorg en minder van de huisarts, is het zeer aannemelijk dat vooral specialistische zorg moet worden uitgesteld. In België, en zeker ook in het Brussels Gewest, raadplegen nog heel veel mensen rechtstreeks de specialist, ook voor problemen die door de huisarts kunnen worden aangepakt. Een opwaardering van de huisartsgeneeskunde in het Brussels Gewest kan er misschien voor zorgen dat personen minder vlug zorg moeten uitstellen omdat het te lang duurde eer een afspraak kon worden vastgelegd met een arts.

9 1. ILEIDIG Het leveren van een gezondheidszorg die beantwoordt aan de noden van de bevolking en patiëntgericht is, wordt in het gezondheidsbeleid van heel wat landen steeds belangrijker. Het meten en monitoren van patiëntervaringen verhoogt de empowerment van patiënten en het publiek, betrekt hen in beslissingen rond gezondheidszorg en geeft inzicht in de mate dat ze over gezondheidsvaardigheden beschikken en controle hebben over de behandeling die ze krijgen (1). Het meten van patiëntervaringen is relatief recent. Voorheen lag de focus vooral op patiëntentevredenheid. Patiëntentevredenheid is een cruciaal aspect van de kwaliteit van de zorg. Het ultieme criterium hierbij is in welke mate de zorg tegemoetkomt aan de (subjectieve en objectieve) noden van de patiënt. Het is immers vooral de patiënt die kan bepalen of de toegediende zorg er toe bijdroeg om zijn/haar gezondheidstoestand of levenskwaliteit te verbeteren. iet alleen de uitkomst in termen van gezondheidswinst of beantwoorde noden is belangrijk, maar ook de manier waarop de zorg wordt toegediend: de toegankelijkheid van de zorg, de organisatie van de diensten, de houding van de gezondheidswerkers, de voorlichting van de patiënt en de manier waarop de communicatie tussen hulpverlener en patiënt verloopt. Zowel beleidsmensen als zorgverstrekkers zijn zich steeds meer bewust van de centrale rol van de patiënt bij het bepalen van optimale zorg en kwaliteitsbevordering. De betrokkenheid van de patiënt speelt niet enkel een rol vanuit een ethisch perspectief. Patiënten zijn heel wat beter geïnformeerd dan voorheen en vormen dan ook een waardevolle partner in discussies over de optimale aanpak van hun aandoening. Patiënten hebben dikwijls andere verwachtingen, wensen en prioriteiten dan de zorgverleners. Voor de organisatie van een doelmatige zorg is het belangrijk om zich daar rekenschap van te geven. Bovendien is het ook voor een groot stuk de patiënt die de uitkomst van de zorgverlening bepaalt. Of de verleende zorg leidt tot een optimale uitkomst hangt in grote mate af van patiëntenfactoren, patiëntengedrag en patiëntengetrouwheid. Sinds de late jaren negentig wordt de zinvolheid om de kwaliteit van zorg te meten via patiëntentevredenheid echter in vraag gesteld (2). Een van de problemen die optreedt bij patient- of gebruikerstevredenheid is de dubbelzinnigheid ervan. Tevredenheid is een multidimensioneel concept, gebaseerd op de relatie tussen ervaringen en verwachtingen. Daarbij werd geargumenteerd dat het in het kader van kwaliteitsverbetering zinvoller is om de onderliggende concepten te bekijken: verwachtingen en ervaringen. Hoewel patiëntervaringen op een significante manier geassocieerd zijn met het gezondheidszorgsysteem, hangt de tevredenheid van mensen over het gezondheidssysteem meer af van factoren die extern zijn aan het gezondheidssysteem dan van hun ervaringen als patiënt. Een studie in 21 EU landen in het kader van de World Health Survey in 2003 gaf aan dat patiëntervaringen slechts 10% van de variatie uitlegde van het concept tevredenheid (3). Uit een studie in het Verenigd Koninkrijk bleek dat wanneer aan patiënten één enkele vraag werd gesteld over hoe tevreden ze waren over hun praktijk, slechts 4,6% van de variatie in de tevredenheidsscore het resultaat was van verschillen tussen de praktijken; de rest van de variatie had te maken met verschillen tussen de patiënten en de toevallige foutmarge. Wanneer men daarentegen vroeg naar hun ervaringen m.b.t. de gemiddelde wachttijd voor het vastleggen van een afspraak, was meer dan 20% van de variatie in de antwoorden het resultaat van verschillen tussen praktijken (4). PATIËTERVARIGE 1. Inleiding 839 Variatie in patiëntentevredenheid wordt dus niet enkel beïnvloed door patientervaringen, maar ook door variatie in de standaarden, verschillende verwachtingen, de geaardheid van de patiënt, de tijd sinds de zorg werd verleend en eerdere ervaringen. Kwalitatief onderzoek geeft aan dat patiënten positieve tevredenheidheidscores geven, zelfs bij negatieve ervaringen, behalve als ze geloven dat de mindere zorg onder de directe controle is van de persoon die ze evalueren (5). Bijvoorbeeld, ze kunnen betreuren dat de communicatie met hun arts te vlug verliep, maar zullen toch een adequate score geven omdat ze er van uitgaan dat dit het gevolg was van tijdsgebrek, en niet door een gebrek aan intrinsieke vaardigheden (6).

10 Redenen om patiëntervaringen te bestuderen kunnen verschillen, maar in essentie gaat het om dezelfde redenen als deze om patiëntentevredenheid te meten. Het kan gaan om externe verantwoording door zorgverleners, het helpen maken van keuzes door de patient, kwaliteitsverbetering of het meten van de performantie van het gezondheidszorgsysteem in het algemeen. In het kader van een bevolkingsenquête is in essentie dit laatste relevant. Een module over patiëntervaringen in een gezondheidsenquête heeft een aantal nadelen en voordelen t.o.v. specifieke enquêtes voor het meten van patiëntervaringen. adelen zijn dat de bevraging niet aansluit op het gebruik van de gezondheidsvoorzieningen, zodat een belangrijk herinneringseffect kan optreden, en de noodzaak om het aantal vragen te beperken. Toch zijn er ook een aantal belangrijke voordelen: Een gezondheidsenquête geeft een meer algemeen beeld omdat ze zich niet beperkt tot een specifieke patiëntenpopulatie. Een gezondheidsenquête biedt de mogelijkheid om de patiëntenervaringen te meten bij verschillende soorten hulpverleners en deze met elkaar te vergelijken. Daar waar gebruik gemaakt wordt van instrumenten die ook in andere landen gebruikt worden, zijn internationale vergelijkingen mogelijk. PATIËTERVARIGE 1. Inleiding Ook hier is één van de belangrijkste pluspunten van de Gezondheidsenquête dat indicatoren i.v.m. patiëntervaringen kunnen worden nagegaan in functie van een aantal belangrijke potentiële determinanten: achtergrondkenmerken van de patiënt, gezondheidstoestand In vorige Gezondheidsenquêtes (2001 en 2008) waren er modules over patiëntentevredenheid. Het onderwerp patiëntervaringen komt in Gezondheidsenquête 2013 echter voor het eerst aan bod. Het gaat om patiëntervaringen bij artsen in een ambulante setting, zowel huisartsen als specialisten. 840

11 2. VRAGE In de Gezondheidsenquête 2013 wordt gevraagd naar de patiëntenervaringen bij personen die in het jaar voorafgaand aan het interview op consultatie gingen bij een arts (huisarts en/of specialist). Huisbezoeken werden niet in rekening gebracht, telefonische consultaties enkel indien het ging om vragen die ook relevant waren voor dit soort consultaties. Respondenten werden ondervraagd over hun laatste consultatie. Dit kon zowel een consultatie bij de huisarts als bij de specialist zijn. Vragen werden gesteld aan personen van 15 jaar en ouder. De vragen werden niet gesteld ingeval van een proxy-interview. Een eerste vraag had als doelstelling na te gaan om welk soort consultatie het ging. De vraag werd enkel gesteld aan personen die eerder in het interview hadden aangegeven dat ze in de afgelopen 12 maanden een huisarts en/of een specialist hadden geconsulteerd. De precieze versie die gehanteerd werd verschilde naargelang de patiënt in het afgelopen jaar enkel een huisarts had geconsulteerd, enkel een specialist, of beiden. PE0101 PE0102 PE0103 Eerder in deze enquête hebt u aangegeven dat u de afgelopen 12 maanden zowel een huisarts als een specialist geraadpleegd hebt. Ik ga nu enkele vragen stellen over uw ervaringen als patiënt tijdens de laatste consultatie met één van deze twee hulpverleners. Opgepast, het gaat enkel om consultaties in het kabinet van de arts en telefonische consultaties. Huisbezoeken en contacten tijdens een ziekenhuisopname tellen dus niet mee. Kan u me aangeven welk soort contact uw laatste consultatie was? (1. Consultatie in het kabinet van de huisarts - 2. Consultatie bij een specialist in het ziekenhuis (zonder opname) - 3. Consultatie bij een specialist buiten het ziekenhuis - 4. Telefonische consultatie bij een huisarts of specialist). Eerder in deze enquête hebt u aangegeven dat u in de afgelopen 12 maanden een huisarts hebt gecontacteerd. Ik ga u nu enkele vragen stellen over uw ervaringen als patiënt tijdens de laatste consultatie met een huisarts. Opgepast, het gaat enkel om consultaties in het kabinet van de huisarts en telefonische consultaties. Huisbezoeken tellen dus niet mee. Kan u me aangeven welk soort contact uw laatste consultatie was? (1. Consultatie in het kabinet van een huisarts - 2. Telefonische consultatie bij een huisarts - 3. Ik heb in de afgelopen 12 maanden geen consultatie in het kabinet van een huisarts of telefonische consultatie gehad) Eerder in deze enquête hebt u aangegeven dat u in de afgelopen 12 maanden een specialist hebt geconsulteerd. Ik ga u nu enkele vragen stellen over uw ervaringen als patiënt tijdens de laatste consultatie met een specialist. Kan u eerst aangeven welk soort contact uw laatste consultatie was? (1. Consultatie bij een specialist in het ziekenhuis (zonder opname) - 2. Consultatie bij een specialist buiten het ziekenhuis - 3. Telefonische consultatie bij een specialist) PATIËTERVARIGE 2. Vragen 841 Een tweede reeks vragen is afkomstig van een expert groep rond Health Care Quality Indicators van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dit instrument wordt door de OESO aanbevolen om vergelijkbare gegevens over patiëntervaringen te verzamelen in alle lidstaten en bestaat uit vier vragen die betrekking hebben op consultaties in het kabinet van de arts, maar niet op telefonische consultaties en vier vragen die zowel betrekking hebben op consultaties in het kabinet van de arts als op telefonische consultaties.. Vragen die enkel betrekking hebben op consultaties in het kabinet van de arts, maar niet op telefonische consultaties PE02 Hoe vlug kreeg u een afspraak om deze arts te zien? (0 dagen (= zelfde dag) - 1 dag (= volgende dag) - 2 tot 5 dagen (= aantal dagen) - 6 tot 7 dagen (= net iets minder dan een week) - 8 tot 14 dagen (= meer dan 1 week) - 15 tot 30 dagen (= meer dan 2 weken) - 31 tot 60 dagen (= meer dan 1 maand) - 61 tot 90 dagen (= meer dan 2 maanden) - 91 dagen of langer (= meer

12 dan 3 maanden) - Ik maakte geen afspraak, ik ging rechtstreeks naar de arts - De afspraak was reeds gemaakt tijdens een vorige consultatie) PE03 PE04 PE05 Was de wachttijd voor het maken van een afspraak een probleem voor u? (Ja / een) Op de dag van de consultatie, hoe lang hebt u moeten wachten (bijvoorbeeld in de wachtkamer) voor u eigenlijk gezien werd? (Tot 15 minuten (= tot een kwartier) - Meer dan 15 tot 30 minuten (= tot een half uur) - Meer dan 30 tot 60 minuten (= tot een uur) - Meer dan 1 uur tot 2 uur - Meer dan 2 uur tot 4 uur - Meer dan 4 uur tot 8 uur - Meer dan 8 uur - Ik vertrok die dag vooraleer de arts te zien) Was de wachttijd vooraleer u gezien werd een probleem voor u? (Ja / een) Vragen die zowel betrekking hebben op consultaties in het kabinet van de arts als op telefonische consultaties PE06 PE07 Besteedde de arts voldoende tijd aan u? (Ja, zeker en vast / Ja, in zekere mate / een, niet echt / een, zeker niet) Gaf deze arts uitleg op een manier die makkelijk te begrijpen was? (Ja, zeker en vast / Ja, in zekere mate / een, niet echt / een, zeker niet) PATIËTERVARIGE 2. Vragen 842 PE08 PE09 Gaf deze arts u de gelegenheid om vragen te stellen of bezorgdheden te uiten in verband met de aanbevolen behandeling? (Ja, zeker en vast / Ja, in zekere mate / een, niet echt / een, zeker niet) Betrok deze arts u zoveel als u wilde in beslissingen over de zorg en de behandeling? (Ja, zeker en vast / Ja, in zekere mate / een, niet echt / een, zeker niet) Daarnaast werden in een meer algemene context ook twee vragen gesteld over uitstel van gezondheidszorg om niet-financiële redenen. Deze vragen maken deel uit van de Europese Gezondheidsenquête (EHIS). PE10 PE11 Viel het in de afgelopen 12 maanden voor dat u het krijgen van gezondheidszorg hebt moeten uitstellen omdat het te lang duurde om een afspraak te maken? (Ja / een / Ik had geen gezondheidszorg nodig). Viel het in de afgelopen 12 maanden voor dat u het krijgen van gezondheidszorg hebt moeten uitstellen omwille van de afstand of transportproblemen? (Ja / een / Ik had geen gezondheidszorg nodig).

13 3. IDICATORE De indicatoren i.v.m. patiëntencontacten betreffen telkens de laatste consultatie met een arts (huisarts of specialist) bij personen die het afgelopen jaar een contact hadden met de huisarts en/of de specialist. Voor elk item werden drie indicatoren berekend: een indicator die betrekking heeft op de ambulante consultaties van artsen in het algemeen; een indicator die enkel betrekking heeft op huisartsconsultaties; een indicator die enkel betrekking heeft op ambulante specialistische consultaties; In de bespreking worden de resultaten meestal apart besproken voor de huisarts en de specialist. In de basistabellen op het eind van dit hoofdstuk worden ook resultaten vermeld voor artsen in het algemeen. Een eerste reeks indicatoren heeft te maken met wachttijden, zowel de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak, als de wachttijd in de wachtkamer van de arts. PE02_1 Verdeling van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de arts PE02_2 Verdeling van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts PE02_3 Verdeling van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de specialist PE03_1 PE03_2 PE03_3 PE04_1 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts Percentage van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de huisarts Percentage van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de specialist Verdeling van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de arts PATIËTERVARIGE 3. Indicatoren PE04_2 Verdeling van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts 843 PE04_3 Verdeling van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de specialist PE05_1 PE05_2 PE05_3 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de arts Percentage van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts Percentage van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de specialist

14 De volgende indicatoren betreffen vier specifieke aspecten van patiëntervaringen: Besteedt de arts voldoende tijd aan de patient? Legt de arts zaken op een verstaanbare manier uit? Geeft de arts de gelegenheid om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling? Is de patiënt voldoende betrokken in beslissingen van de arts over zorg en behandeling? Personen hadden voor deze vragen 4 antwoordmogelijkheden: 1. Ja, zeker en vast 2. Ja, in zekere mate 3. een, niet echt 4. een, zeker niet Voor de laatste twee vragen konden ze ook aangeven dat de vraag niet van toepassing was en voor de laatste dat ze niet wensten betrokken te worden bij beslissingen van de arts over de zorg of behandeling. PATIËTERVARIGE 3. Indicatoren 844 De hier voorgestelde indicatoren geven het percentage weer dat op de vragen Ja, zeker en vast of Ja, in zekere mate geantwoord heeft. Voor de twee laatste vragen werden personen die aangaven dat de vraag niet van toepassing was of dat ze niet wensten betrokken te worden bij beslissingen van de arts over de zorg of behandeling, niet in rekening gebracht. De indicatoren die besproken worden, zijn de volgende: PE06_4 PE06_5 PE06_6 PE07_4 PE07_5 PE07_6 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts voldoende tijd aan hen besteedde Percentage van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de huisarts voldoende tijd aan hen besteedde Percentage van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de specialist voldoende tijd aan hen besteedde Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts zaken op een verstaanbare manier uitlegde Percentage van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de huisarts zaken op een verstaanbare manier uitlegde Percentage van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de specialist zaken op een verstaanbare manier uitlegde PE08_4 PE08_5 PE08_6 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling Percentage van de patiëntenpopulatie van de huisart (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de huisarts de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling Percentage van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de specialist de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling

15 PE09_4 PE09_5 PE09_6 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de arts over zorg en behandeling Percentage van de patiëntenpopulatie van de huisarts (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de huisarts over zorg en behandeling Percentage van de patiëntenpopulatie van de specialist (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de specialist over zorg en behandeling De laatste twee indicatoren gaan specifiek over uitstel van zorg om niet-financiële redenen. PE10_1 PE11_1 Percentage van de bevolking dat zorg diende uit te stellen omdat het te lang duurde vooraleer een afspraak kon worden vastgelegd Percentage van de bevolking dat zorg diende uit te stellen door afstand of transportproblemen Aspecten over uitstel van zorg om financiële redenen op het niveau van het huishouden worden behandeld in het hoofdstuk Financiële toegankelijkheid van gezondheidszorgen. PATIËTERVARIGE 3. Indicatoren 845

16

17 4. RESULTATE 4.1. WACHTTIJD OM EE AFSPRAAK TE MAKE MET DE ARTS BELGIË Tabel 1 geeft een overzicht van de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist. Het betreft enkel consultaties in het kabinet van de arts. Deze indicator is niet relevant voor telefonische consultaties. Tabel 1 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Huisarts ( = 4747) Specialist ( = 1135) Zelfde dag 57,3 15,5 Volgende dag 16,5 5,2 Enkele dagen 10,6 13,3 Ongeveer een week 1,9 10,7 Tussen 1 en 2 weken 0,5 14,5 Meer dan 2 weken 0,6 38,4 Had geen afspraak 12,6 2,4 Slechts 1,4% van de patiënten had een probleem met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de huisarts. Voor het maken van een afspraak met de specialist was dit percentage 10,2%. Uiteraard hangt het percentage patiënten dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts samen met de duur van de wachttijd. Dit wordt geïllustreerd in Tabel 2. Tabel 2 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist volgens de duur van de wachttijd, Gezondheidsenquête, 2013, België PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Huisarts Specialist Duur van de wachttijd % * % * 847 Volgende dag 3, ,4 57 Enkele dagen 4, ,1 136 Ongeveer een week 7, ,0 129 Tussen 1 en 2 weken 6, ,3 165 Meer dan 2 weken 12, ,1 428 * Aantal personen waarop dit percentage berekend werd

18 Analyse volgens leeftijd en geslacht Figuur 1 geeft het percentage patiënten (van 15 jaar en ouder) weer dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts, volgens leeftijd en geslacht. och leeftijd, noch geslacht blijken op een significante manier samen te hangen met problemen met de wachttijd voor het maken van een afspraak. Figuur 1 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Huisarts Specialist PATIËTERVARIGE 4. Resultaten 848 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken a correctie voor leeftijd en geslacht blijkt het percentage patiënten dat problemen had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met een arts (huisarts of specialist) niet significant te verschillen in functie van het opleidingsniveau. Het percentage patiënten dat problemen had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met een arts is echter significant (na correctie voor leeftijd en geslacht) hoger in stedelijke (14,3% als het gaat over consultaties bij de specialist, 2,3% als het gaat over consultaties bij de huisarts) dan in landelijke gemeenten (6,3% als het gaat over consultaties bij de specialist, 1,0% als het gaat over consultaties bij de huisarts) REGIO S Problemen met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts komen significant vaker voor in het Brussels Gewest dan in het Vlaams en het Waals Gewest. In het Brussels Gewest rapporteert 5,2% van de patiënten dat ze problemen had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de huisarts; 18,2% had problemen met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de specialist. In het Vlaams Gewest zijn deze cijfers respectievelijk 1,1% en 8,4%; in het Waals Gewest 1,0% en 10,0%. De verschillen tussen het Brussels Gewest en de andere gewesten zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. Op het niveau van de gewesten zijn de aantallen te klein om significante verschillen te noteren in functie van de achtergrondkenmerken. De cijfers lijken op het eerste gezicht echter de resultaten te bevestigen die worden vastgesteld op het niveau van België. Vlaams Gewest Tabel 3 geeft een overzicht van de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist in het Vlaams Gewest. Het betreft enkel consultaties in het kabinet van de arts. Deze indicator is niet relevant voor telefonische consultaties.

19 Tabel 3 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Vlaams Gewest Huisarts ( = 1855) Specialist ( = 308) Zelfde dag 52,8 14,4 Volgende dag 18,4 4,4 Enkele dagen 12,5 17,3 Ongeveer een week 1,7 8,1 Tussen 1 en 2 weken 0,3 14,0 Meer dan 2 weken 0,4 38,6 Had geen afspraak 13,8 3,1 In het Vlaams Gewest had 1,1% van de patiënten een probleem met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de huisarts. Voor het maken van een afspraak met de specialist was dit percentage 8,4%. Uiteraard hangt het percentage patiënten dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts samen met de duur van de wachttijd. De steekproef op het niveau van de gewesten is echter te klein om hieromtrent voldoende precieze cijfers te produceren. Brussels Gewest Tabel 4 geeft een overzicht van de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist in het Brussels Gewest. Het betreft enkel consultaties in het kabinet van de arts. Deze indicator is niet relevant voor telefonische consultaties. Tabel 4 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Brussels Gewest Huisarts ( = 1063) Specialist ( = 363) PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Zelfde dag 56,9 14,7 Volgende dag 16,1 7,4 849 Enkele dagen 11,7 11,2 Ongeveer een week 4,5 13,1 Tussen 1 en 2 weken 0,7 13,5 Meer dan 2 weken 2,0 36,0 Had geen afspraak 8,1 4,2 In het Brussels Gewest had 5,2% van de patiënten een probleem met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de huisarts. Voor het maken van een afspraak met de specialist was dit percentage 18,2%.

20 Uiteraard hangt het percentage patiënten dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts samen met de duur van de wachttijd. De steekproef op het niveau van de gewesten is echter te klein om hieromtrent voldoende precieze cijfers te produceren. Waals Gewest Tabel 5 geeft een overzicht van de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist in het Waals Gewest. Het betreft enkel consultaties in het kabinet van de arts. Deze indicator is niet relevant voor telefonische consultaties. Tabel 5 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd voor het vastleggen van een afspraak met de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Waals Gewest Huisarts ( = 1829) Specialist ( = 464) Zelfde dag 67,0 17,3 Volgende dag 12,5 5,6 Enkele dagen 6,3 8,5 PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Ongeveer een week 1,5 13,5 Tussen 1 en 2 weken 0,8 15,4 Meer dan 2 weken 0,5 38,9 Had geen afspraak 11,3 0,8 In het Waals Gewest had 1,0% van de patiënten een probleem met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de huisarts. Voor het maken van een afspraak met de specialist was dit percentage 10,0%. Uiteraard hangt het percentage patiënten dat een probleem had met de wachttijd voor het maken van een afspraak met de arts samen met de duur van de wachttijd. De steekproef op het niveau van de gewesten is echter te klein om hieromtrent voldoende precieze cijfers te produceren. 850

21 4.2. WACHTTIJD I DE WACHTKAMER VA DE ARTS BELGIË Tabel 6 geeft een overzicht van de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist. Het betreft enkel consultaties in het kabinet van de arts. Deze indicator is niet relevant voor telefonische consultaties. Tabel 6 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Huisarts ( = 4746) Specialist ( = 1134) Minder dan een kwartier 52,2 51,4 Een kwartier tot een half uur 26,5 29,3 Een half uur tot een uur 13,6 11,8 Tussen 1 en 2 uur 6,4 5,4 Meer dan 2 uur 1,3 2,0 Ging door vooraleer de arts te zien die dag 0,0 0,0 8,1% van de patiënten had een probleem met de wachttijd in de wachtkamer met de huisarts. Voor de wachttijd in de wachtkamer van de specialist was dit percentage 9,5%. Uiteraard hangt het percentage patiënten dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de arts samen met de duur van de wachttijd. Dit wordt geïllustreerd in Tabel 7. Tabel 7 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist volgens de duur van de wachttijd, Gezondheidsenquête, 2013, België Huisarts Specialist Duur van de wachttijd % * % * PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Een kwartier tot een half uur 6, , Een half uur tot een uur 24, ,5 138 Tussen 1 en 2 uur 36, ,8 61 Meer dan 2 uur 61, ,1 26 * Aantal personen waarop dit percentage berekend werd Analyse volgens leeftijd en geslacht Figuur 2 geeft het percentage patiënten (van 15 jaar en ouder) weer dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de arts, volgens leeftijd en geslacht. och leeftijd, noch geslacht blijken op een significante manier samen te hangen met problemen met de wachttijd in de wachtkamer van de arts. Toch lijkt het er op dat dit percentage, zeker voor wat betreft problemen met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts, bij 65-plussers iets lager ligt.

22 Figuur 2 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de arts, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Huisarts Specialist PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Opleidingsniveau hangt niet op een significante manier samen met het rapporteren van problemen met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts. a correctie voor leeftijd en geslacht rapporteren de laagst opgeleiden (12,8%) echter significant vaker dat ze problemen hadden met de wachttijd in de wachtkamer van de specialist dan de hoogst opgeleiden (8,6%). Urbanisatiegraad blijkt ook een factor van betekenis. Personen die wonen in steden hebben significant vaker een probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts (9,3%) en de specialist (12,5%) dan personen die wonen in halfstedelijke gemeenten (6,2% voor de huisarts en 4,2% voor de specialist). De resultaten voor landelijke gemeenten liggen tussen de twee in (8,4% voor de huisarts en 9,3% voor de specialist) REGIO S Problemen met de wachttijd in de wachtkamer van de arts komen significant vaker voor in het Brussels Gewest dan in het Vlaams en het Waals Gewest, en dit zowel voor consultaties bij de huisarts als bij de specialist. In het Brussels Gewest rapporteert 14,2% van de patiënten dat ze problemen hadden met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en voor consultaties bij de specialist is dit 20,8%. In het Vlaams Gewest zijn deze cijfers respectievelijk 6,6% en 6,2%; in het Waals Gewest 9,4% en 10,1%. De verschillen tussen het Brussels Gewest en de andere gewesten zijn significant na correctie voor leeftijd en geslacht. 852 Op het niveau van de gewesten zijn de aantallen te klein om significante verschillen te noteren in functie van de achtergrondkenmerken. De cijfers lijken op het eerste gezicht echter de resultaten te bevestigen die worden vastgesteld op het niveau van België.

23 Vlaams Gewest Tabel 8 geeft een overzicht van de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist. Tabel 8 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Vlaams Gewest Huisarts ( = 1855) Specialist ( = 308) Minder dan een kwartier 54,3 51,0 Een kwartier tot een half uur 26,0 28,3 Een half uur tot een uur 13,1 12,7 Tussen 1 en 2 uur 5,7 6,7 Meer dan 2 uur 0,9 1,4 Ging door vooraleer de arts te zien die dag 0,0 0,0 In het Vlaams Gewest had 6,6% van de patiënten een probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts. Voor de wachttijd in de wachtkamer van de specialist was dit percentage 6,2%. Uiteraard hangt het percentage patiënten dat een probleem had met de wachttijd in de wachtkamer van de arts samen met de duur van de wachttijd. De steekproef op het niveau van de gewesten is echter te klein om hieromtrent voldoende precieze cijfers te produceren. Brussels Gewest Tabel 9 geeft een overzicht van de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist. Tabel 9 Verdeling (in %) van de populatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Brussels Gewest Huisarts ( = 1063) Specialist ( = 363) Minder dan een kwartier 51,0 45,4 Een kwartier tot een half uur 25,3 30,6 PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Een half uur tot een uur 14,5 13,7 853 Tussen 1 en 2 uur 6,6 6,7 Meer dan 2 uur 2,5 3,6 Ging door vooraleer de arts te zien die dag 0,0 0,0 In het Brussels Gewest had 14,2% van de patiënten een probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts. Voor de wachttijd in de wachtkamer van de specialist was dit percentage 20,8%. Waals Gewest Tabel 10 geeft een overzicht van de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist. Tabel 10 Verdeling (in %) van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) volgens de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts en de specialist, Gezondheidsenquête, 2013, België Waals Gewest

24 Huisarts ( = 1828) Specialist ( = 463) Minder dan een kwartier 47,9 53,9 Een kwartier tot een half uur 27,8 30,4 Een half uur tot een uur 14,4 10,0 Tussen 1 en 2 uur 8,0 3,3 Meer dan 2 uur 1,9 2,3 Ging door vooraleer de arts te zien die dag 0,1 0,0 In het Waals Gewest had 9,4% van de patiënten een probleem met de wachttijd in de wachtkamer van de huisarts. Voor de wachttijd in de wachtkamer van de specialist was dit percentage 10,1% VOLDOEDE TIJD VOOR DE PATIËT PATIËTERVARIGE 4. Resultaten BELGIË In België geeft 97,5% van de patiënten aan dat de arts voldoende tijd aan hen besteedde. Voor de huisarts is dit 97,7%, voor de specialist 96,3%. Analyse volgens leeftijd en geslacht Zowel bij mannen als vrouwen en in alle leeftijdsgroepen wordt deze hoge score waargenomen (Figuur 3). Figuur 3 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts voldoende tijd aan hen besteedde, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Huisarts Specialist 854 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Het percentage personen dat aangeeft dat de specialist voldoende tijd aan hen besteedde is iets hoger bij personen met een opleiding hoger onderwijs (97,6%) dan in de andere groepen (tussen 94,7% en 96,5%). a correctie voor leeftijd en geslacht is er enkel een significant verschil met de personen met een diploma hoger secundair. Voor de huisarts zijn er geen significante verschillen. Er zijn na correctie voor leeftijd en geslacht geen verschillen in functie van de urbanisatiegraad.

25 REGIO S In het Brussels Gewest is het percentage patiënten dat aangeeft dat de arts voldoende tijd aan hen besteedde iets kleiner (96,0%) dan in het Vlaams (97,9%) en het Waals Gewest (97,2%). Enkel het verschil tussen het Brussels en het Vlaams Gewest is na correctie voor leeftijd en geslacht significant. In het algemeen zijn de percentages in alle gewesten, ook als we dit afzonderlijk bekijken voor de huisarts en de specialist, zeer hoog (zie Tabel 11). Tabel 11 Percentage van de patiënten (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts voldoende tijd aan hen besteedde Huisarts Specialist Vlaams Gewest 98,0 97,1 Brussels Gewest 96,6 93,9 Waals Gewest 97,5 96,1 Op het niveau van de gewesten zijn de aantallen te klein om significante verschillen te noteren in functie van de achtergrondkenmerken. De cijfers lijken op het eerste gezicht echter de resultaten te bevestigen die worden vastgesteld op het niveau van België ZAKE OP EE VERSTAABARE MAIER UITLEGGE BELGIË In België geeft 97,7% van de patiënten aan dat de arts zaken op een verstaanbare manier uitlegde. Voor de huisarts is dit 98,2%, voor de specialist 95,5%. Analyse volgens leeftijd en geslacht Zowel bij mannen als vrouwen en in alle leeftijdsgroepen wordt deze hoge score waargenomen (Figuur 4). Personen van 75 jaar en ouder lijken iets minder vaak (91,7%) aan te geven dat de specialist zaken op een verstaanbare manier uitlegde dan personen jonger dan 55 jaar (tussen 96,5% en 97,9%), maar de verschillen zijn niet significant na correctie voor geslacht. PATIËTERVARIGE 4. Resultaten 855

26 Figuur 4 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts zaken op een verstaanbare manier uitlegde, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Huisarts Specialist PATIËTERVARIGE 4. Resultaten Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Op het niveau van de consultatie van de huisarts zijn er voor deze indicator geen verschillen in functie van de opleiding. Het percentage personen dat aangeeft dat de specialist zaken op een verstaanbare manier uitlegde is echter lager (85,5%) bij de laagst opgeleiden dan bij de hoogst opgeleiden (98,2%), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd en geslacht. De urbanisatiegraad van de gemeente waar men woont, hangt niet samen met deze indicator REGIO S In het Brussels Gewest is het percentage patiënten dat aangeeft dat de arts zaken op een verstaanbare manier uitlegde iets kleiner (96,4%) dan in het Vlaams (98,0%) en het Waals Gewest (97,6%), maar de verschillen zijn na correctie voor leeftijd en geslacht niet significant. In het algemeen zijn de percentages in alle gewesten zeer hoog, ook als we dit afzonderlijk bekijken voor de huisarts en de specialist (zie Tabel 12). Tabel 12 Percentage van de patiënten (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts zaken op een verstaanbare manier uitlegde 856 Huisarts Specialist Vlaams Gewest 98,3 96,0 Brussels Gewest 97,4 93,2 Waals Gewest 98,2 95,7 Op het niveau van de gewesten zijn de aantallen te klein om significante verschillen te noteren in functie van de achtergrondkenmerken. De cijfers lijken op het eerste gezicht echter de resultaten te bevestigen die worden vastgesteld op het niveau van België.

27 4.5. DE GELEGEHEID GEVE OM VRAGE TE STELLE OF ZORGE TE UITE OVER DE AABEVOLE BEHADELIG BELGIË In België geeft 97,6% van de patiënten aan dat de arts de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling, in zoverre dit van toepassing was. Voor de huisarts is dit 98,1%, voor de specialist 95,3%. Analyse volgens leeftijd en geslacht Zowel bij mannen als vrouwen en in alle leeftijdsgroepen wordt deze hoge score waargenomen (Figuur 5). Personen in de leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder lijken iets minder vaak (91,8%) dan personen in de jongere leeftijdsgroepen (tussen 94% en 99%) aan te geven dat de specialist de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten, maar de verschillen zijn niet significant. Figuur 5 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Huisarts Specialist Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Op het niveau van de consultatie van de huisarts zijn er voor deze indicator geen verschillen in functie van opleiding. Het percentage personen dat aangeeft dat de specialist de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling is echter lager (88,7%) bij de laagst opgeleiden dan bij de hoogst opgeleiden (96,7%), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd en geslacht. De urbanisatiegraad van de gemeente waar men woont, hangt niet samen met deze indicator. PATIËTERVARIGE 4. Resultaten REGIO S In de drie gewesten is het percentage patiënten, dat aangeeft dat de huisarts de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling, ongeveer gelijk. Het percentage patiënten dat aangeeft dat de specialist de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling is lager in het Brussels Gewest dan in het Vlaams en het Waals Gewest, maar na correctie voor leeftijd en geslacht is enkel het verschil tussen het Brussels en het Waals Gewest significant. In het algemeen zijn de percentages in alle gewesten zeer hoog (Tabel 13). Tabel 13 Percentage van de patiënten (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat de arts de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling.

28 Huisarts Specialist Vlaams Gewest 98,6 95,4 Brussels Gewest 96,9 91,9 Waals Gewest 97,4 96,4 Op het niveau van de gewesten zijn de aantallen te klein om significante verschillen te noteren in functie van de achtergrondkenmerken. De cijfers lijken op het eerste gezicht echter de resultaten te bevestigen die worden vastgesteld op het niveau van België VOLDOEDE BETROKKE ZIJ I BESLISSIGE VA DE ARTS OVER ZORG E BEHADELIG BELGIË PATIËTERVARIGE 4. Resultaten In België geeft 95,2% van de patiënten aan dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de arts over zorg en behandeling, in zoverre dit van toepassing was. Voor de huisarts is dit 95,8%, voor de specialist 92,1%. Analyse volgens leeftijd en geslacht Zowel bij mannen als vrouwen en in alle leeftijdsgroepen wordt deze hoge score waargenomen (Figuur 6). Er lijken geen verschillen te zijn in functie van leeftijd en geslacht. Figuur 6 Percentage van de patiëntenpopulatie (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de arts over zorg en behandeling, volgens leeftijd en geslacht, Gezondheidsenquête, België, 2013 Huisarts Specialist 858 Analyse volgens socio-economische achtergrondkenmerken Op het niveau van de consultatie van de huisarts zijn er voor deze indicator geen verschillen in functie van opleiding. Het percentage personen dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de specialist over zorg en behandeling is echter lager (87,1%) bij de laagst opgeleiden dan bij de hoogst opgeleiden (93,5%), een verschil dat significant is na correctie voor leeftijd en geslacht. De urbanisatiegraad van de gemeente waar men woont, hangt niet samen met deze indicator.

29 REGIO S In de drie gewesten is het percentage patiënten dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de arts over zorg en behandeling ongeveer gelijk: 95,4% in het Vlaams Gewest, 94,3% in het Brussels Gewest en 95,1% in het Waals Gewest. In het algemeen zijn de percentages in alle gewesten zeer hoog, ook als we dit afzonderlijk bekijken voor de huisarts en de specialist (Tabel 14). Tabel 14 Percentage van de patiënten (van 15 jaar en ouder) dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de arts over zorg en behandeling Huisarts Specialist Vlaams Gewest 96,0 91,8 Brussels Gewest 95,0 92,0 Waals Gewest 95,8 92,5 Op het niveau van de gewesten zijn de aantallen te klein om significante verschillen te noteren in functie van de achtergrondkenmerken. De cijfers lijken op het eerste zicht echter de resultaten te bevestigen die worden vastgesteld op het niveau van België VERGELIJKIG MET ADERE OESO-LADE In het rapport Health at a Glance van de OESO van 2013 werden resultaten over patiëntervaringen gepubliceerd van 14 andere OESO-landen. Het gaat om informatie op basis van dezelfde vragen als deze in de Gezondheidsenquête De resultaten hadden echter betrekking op 2010 (in sommige landen 2011 of 2012). Ook al moet met vergelijkingen tussen landen in deze context voorzichtig worden omgesprongen omwille van een aantal criteria (o.a. steekproefgrootte, representativiteit, participatiegraad, enz.), toch is het interessant om de resultaten van vier indicatoren die zowel in het rapport van de OESO als in de Gezondheidsenquête 2013 aan bod komen te vergelijken. Het betreft telkens het laatste contact met een arts. Omdat contacten met huisartsen frequenter zijn dan met specialisten, wegen deze eersten dus meer door. De indicatoren zijn: voldoende tijd besteden aan de patiënt; zaken op een verstaanbare manier uitleggen; de patiënt de gelegenheid geven om vragen te stellen of zorgen te uiten over de aanbevolen behandeling; de patiënt voldoende betrekken in beslissingen van de arts over zorg en behandeling. De gepubliceerde cijfers zijn voor leeftijd en geslacht gestandaardiseerde cijfers, waarbij de OESOpopulatie van 2010 als referentiepopulatie werd gebruikt. Om te kunnen vergelijken werden ook de Belgische resultaten gestandaardiseerd, waarbij dezelfde referentiepopulatie werd gebruikt. De resultaten worden voorgesteld in Figuur 7 tot Figuur 10. Uit deze resultaten blijkt dat België voor wat betreft patiëntervaringen bij artsen in de ambulante praktijk zeer goed scoort. PATIËTERVARIGE 4. Resultaten 859

30 Figuur 7 Percentage van de patiënten dat aangeeft dat de arts* voldoende tijd aan hen besteedde. Vergelijking tussen België en 14 andere OESO landen. PATIËTERVARIGE 4. Resultaten *In landen met asterisk gaat het om patiëntervaringen met om het even welke arts, in landen zonder asterisk om de vaste arts Bronnen: Health at a Glance OESO 2013 Gezondheidsenquête, België, 2013 Figuur 8 Percentage van de patiënten dat aangeeft dat de arts* zaken op een voldoende verstaanbare manier uitlegde. Vergelijking tussen België en 14 andere OESO landen. 860 *In landen met asterisk gaat het om patiëntervaringen met om het even welke arts, in landen zonder asterisk om de vaste arts Bronnen: Health at a Glance OESO 2013 Gezondheidsenquête, België, 2013

31 Figuur 9 Percentage van de patiënten dat aangeeft dat de arts* de gelegenheid gaf om vragen te stellen of zorgen te uiten. Vergelijking tussen België en 13 andere OESO landen. *In landen met asterisk gaat het om patiëntervaringen met om het even welke arts, in landen zonder asterisk om de vaste arts Bronnen: Health at a Glance OESO 2013 Gezondheidsenquête, België, 2013 Figuur 10 Percentage van de patiënten dat aangeeft dat ze voldoende betrokken waren in beslissingen van de arts* over zorg en behandeling. Vergelijking tussen België en 13 andere OESO landen. PATIËTERVARIGE 4. Resultaten 861 *In landen met asterisk gaat het om patiëntervaringen met om het even welke arts, in landen zonder asterisk om de vaste arts Bronnen: Health at a Glance OESO 2013 Gezondheidsenquête, België, 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Patiëntentevredenheid

Patiëntentevredenheid Patiëntenheid Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@wiv-isp.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Inleiding. Sabine Drieskens

Inleiding. Sabine Drieskens Inleiding Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail : sabine.drieskens@wiv-isp.be

Nadere informatie

Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.)

Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) GEZONDHEIDSENQUETE 2013 Rapport 3: Gebruik van gezondheidsen welzijnsdiensten Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZODHEIDSEQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VA GEZODHEIDS- E WELZIJSDIESTE Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Contacten met de huisarts

Contacten met de huisarts Contacten met de huisarts Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail

Nadere informatie

Ambulante contacten met de specialist

Ambulante contacten met de specialist Ambulante contacten met de specialist Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Toegang tot de gezondheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

Houdingen ten aanzien van het levenseinde

Houdingen ten aanzien van het levenseinde Houdingen ten aanzien van het levenseinde Stefaan Demarest Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Toegang tot Gezonheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Toegang tot Gezonheidszorg Gezondheidsenquête, België, 1997 8.2.1. Inleiding Er wordt in België sinds enkele jaren een progressieve toename vastgesteld van het deel dat door de patienten voor rekening wordt genomen van de kosten van gezondheidszorgen. In 1997 zal

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

Kankerscreening. Jean Tafforeau

Kankerscreening. Jean Tafforeau Kankerscreening Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Uitgaven voor Gezondheidszorgen Gezondheidsenquête, België, 1997 7.7.1. Inleiding De basisprincipes van het huidige Belgische gezondheidssysteem zijn: vrije keuze van geneesheer door de patiënten, therapeutische vrijheid voor de practiserende geneesheren en toegankelijkheid

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 2 Gezondheidstoestand IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Brussels Gewest Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1

6.7.1.1. Inleiding. Bespreking 5.3.7.1.2. pagina 1 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 6 Gezondheid en Samenleving IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Contacten met paramedische zorgverstrekkers

Contacten met paramedische zorgverstrekkers Contacten met paramedische zorgverstrekkers Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Prenatale Opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de Huisarts Gezondheidsenquête, België, 1997 7.1.1. Inleiding De huisarts vervult een essentiële rol binnen het geheel van de gezondheidszorg. Deze rol is bovendien in volle evolutie. Thema s zoals het globaal medisch dossier en de echelonnering

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 5 Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail :

Nadere informatie

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden

Mondgezondheid. Johan Van der Heyden Mondgezondheid Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail: johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels. Datum aanmaak rapport:

Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels. Datum aanmaak rapport: Patiënten oordeel huisarts, feedback van de patiënten enquêtes: Poels Datum aanmaak rapport:28-04-2015 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Patiënten oordeel De Europep patiënten oordeel vragenlijst

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Introductie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Medische consumptie. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Medische consumptie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 79 Bestudeerde indicatoren... 81 1. Contacten met zorgverstrekkers... 81

Nadere informatie

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Risicofactoren voor wiegendood Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.4.1. Inleiding Er werd reeds vroeger bewezen dat een prematuur respiratoir systeem een oorzaak was voor wiegendood. Het gevaar bestond vooral tijdens de slaap. Met de huidige kennis van zaken zijn

Nadere informatie

Opname in het ziekenhuis

Opname in het ziekenhuis Opname in het ziekenhuis Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50 25 E-mail :

Nadere informatie

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde Gezondheidsenquête, België, 1997 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVENTIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Screening van suikerziekte

Screening van suikerziekte Screening van suikerziekte Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 55 E-mail : edith.hesse@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE EN SOCIALE OMGEVING Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête?

FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Wat is het doel van een Gezondheidsenquête? FAQs Ik heb een brief van Statbel ontvangen aangaande de Gezondheidsenquête. Over wat gaat het? Het gaat om een enquête die georganiseerd wordt door het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid die verantwoordelijk

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 1 Deel Medische Consumptie IPH/EPI REPORTS nr - Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 1 1 Brussel Tel : /.7.9 e-mail : his@iph.fgov.be http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/

Nadere informatie

Preventie van wiegendood bij zuigelingen

Preventie van wiegendood bij zuigelingen Preventie van wiegendood bij zuigelingen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZODHEIDSEQUETE 2013 RAPPORT 5: PREVETIE Stefaan Demarest, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat 14

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 2: GEZONDHEIDSGEDRAG EN LEEFSTIJL Lydia Gisle, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Vaccinatie. Jean Tafforeau

Vaccinatie. Jean Tafforeau Vaccinatie Jean Tafforeau Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : jean.tafforeau@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Resultaten voor België Contacten met de arts-specialist Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Contacten met de arts-specialist Gezondheidsenquête, België, 1997 7.2.1. Introductie Ambulante contacten met een arts-specialist maken vooral in België, waar de tweede lijn direct toegankelijk is voor de patiënt, een belangrijk deel uit van de medische consumptie. Informatie

Nadere informatie

Passief roken. Edith Hesse

Passief roken. Edith Hesse Passief roken Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Oationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 71 E-mail : his@wiv-isp.be Wetenschap

Nadere informatie

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde)

Onderzoeksteam : (in alfabetische volgorde) Afdeling Epidemiologie FOD Economie - Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Juliette Wystmansstraat 14 Leuvenseweg 40 1050 Brussel 1000 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZODHEIDSEQUETE 2013 RAPPORT 4: FYSIEKE E SOCIALE OMGEVIG Rana Charafeddine, Stefaan Demarest (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen

Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen Contacten met beoefenaars van niet-conventionele geneeswijzen Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 4 Preventie IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Prenatale opvolging Gezondheidsenquête, België, 1997 6.7.1.1. Inleiding Algemeen wordt erkend dat de prenatale consultaties een fundamentele rol spelen inzake de gezondheid van de moeder en het toekomstige kind, maar de rol van respectievelijk de huisarts,

Nadere informatie

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden

Huishoudens die niet gecontacteerd konden worden 4.2. Participatiegraad Om de vooropgestelde steekproef van 10.000 personen te realiseren, werden 35.023 huishoudens geselecteerd op basis van het Nationaal Register. Met 11.568 huishoudens werd gepoogd

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten

Belangrijkste resultaten Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance juni 2010 Brussel, België Nr interne referentie : 2010/029 Depotnummer : D/2010/2505/23 ISSN : 2032-9172 Belangrijkste resultaten Gezondheidsenquête,

Nadere informatie

Het gebruik van tabak

Het gebruik van tabak Het gebruik van tabak Lydia Gisle Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 53 E-mail : lydia.gisle@iph.fgov.be

Nadere informatie

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Gezondheidsklachten Gezondheidsenquête, België, 1997 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Cnossen Datum aanmaak rapport:26-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 31-10-2013 tot 10-4-2014

Nadere informatie

Contacten met de dienst spoedgevallen

Contacten met de dienst spoedgevallen Contacten met de dienst spoedgevallen Sabine Drieskens Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 50

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 5.4.1. Inleiding De meerwaarde van een gezondheidsenquête in vergelijking met de traditioneel verzamelde gezondheidsinformatie bestaat er o.a. uit dat ook gepeild wordt naar klachten waarvoor niet persé

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Roeleveld

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Roeleveld Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Roeleveld Datum aanmaak rapport:24-01-2018 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 20-5-2017 tot 10-6-2017

Nadere informatie

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid

Samenvatting van de IMA-studie. Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid 1 Samenvatting van de IMA-studie Sociaaleconomisch profiel en zorgconsumptie van personen in primaire arbeidsongeschiktheid Het aantal arbeidsongeschikten alsook de betaalde uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: M.H.J.L. Pannekoek (2517-2)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: M.H.J.L. Pannekoek (2517-2) Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: M.H.J.L. Pannekoek (2517-2) Datum aanmaak rapport:28-08-2016 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van:

Nadere informatie

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001

Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Gezondheidsenquête door middel van Interview België 2001 Deel 1 Methoden IPH/EPI REPORTS nr 2002-22 Afdeling Epidemiologie Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel Tel : 02/642.57.94 e-mail : his@iph.fgov.be

Nadere informatie

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

GEZONDHEIDSENQUETE 2013 GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 3: GEBRUIK VAN GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSDIENSTEN Sabine Drieskens, Lydia Gisle (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance

Nadere informatie

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre

Gezondheidsvaardigheden in de Nederlandse volwassen bevolking Het doel van het eerste deel van dit proefschrift, was te onderzoeken in hoeverre Samenvatting Inleiding In Nederland wordt van burgers verwacht dat zij een zelfstandige en verantwoordelijke rol vervullen met betrekking tot hun gezondheid en zorg. Dit is het gevolg van verschillende

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Dekker

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Dekker Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Dekker Datum aanmaak rapport:06-10-2016 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 8-2-2014 tot 13-6-2014

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts:

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: 1 2 3 4 Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: 5 M.K. Kate (1107-2) 6 7 Datum aanmaak rapport:17-11-2016 8 9 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: S.M. Janssen

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: S.M. Janssen Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: S.M. Janssen Op de volgende pagina s ziet u een patiënttevredenheidsonderzoek. Wij vinden het van groot belang dat wij op de hoogte zijn

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: ZwartV Datum aanmaak rapport:08-05-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 15-4-2017 tot 15-4-2017

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Bakkum Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017 tot 1-7-2017

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: G.M. Bekkering

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: G.M. Bekkering Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: G.M. Bekkering Datum aanmaak rapport:15-03-2018 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 17-10-2015

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: LibertonI

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: LibertonI Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: LibertonI Datum aanmaak rapport:26-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 31-10-2013 tot 9-11-2013

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de arts-specialist Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Contacten met de arts-specialist Gezondheidsenquête, België, 1997 7.2.1. Introductie Ambulante contacten met een arts-specialist maken vooral in België, waar de tweede lijn direct toegankelijk is voor de patiënt, een belangrijk deel uit van de medische consumptie. Informatie

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Buckley

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Buckley Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Buckley Datum aanmaak rapport:20-05-2016 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 26-3-2016 tot 16-4-2016

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie