Instructies I Installatie I Handleiding

Transcriptie

1 I Instructies I Installatie I Handleiding

2

3 Index III Index 1 Veiligheids instructie Safety information for the user Veiligheids instructies voor assemblage en installatie Veiligheidsinstructies voor in bedrijfsstelling Veiligheidsadvies voor installatie Mechanische Installatie Elektrische Aansluiting Inbedrijfsstelling 7 5 Bijlagen 9 III 1.4 Veiligheidsinstructies voor de werking en het gebruik Veiligheidsinstructies voor schoonmaak en onderhoud Garantie Aansprakelijkheid 2 2 Product Identificatie Merk en type aanduiding Productversie/Release nummer/editie van het document Naam en adres van de fabrikant Conformiteit 3 3 Product Beschrijving Inhoud van de levering Onderdelen en Functies Algemene functies en toepassingen Technische specificaties 4 4 Voorbereiding voor in-gebruikname Transport Opslag Veiligheidsmaatregelen voor gebruik Bepalen van een geschikte locatie voor plaatsing en installatie 5

4

5 1 Veiligheids instructie De volgende gegevens zijn zeer belangrijk om om ernstig letsel door stroom van spanning of vonkbruggen of kortsluiting te voorkomen, en garanderen de betrouwbaarheid van het laadapparaat. Reparatiewerkzaamheden aan het laadstation mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel. Het openen van de behuizing van het apparaat mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. 1.1 Safety information for the user Gekwalificeerde en getrainde elektriciens hebben de volgende eisen: Kennis van algemene en specifieke veiligheids- en ongevallen preventievoorschriften, Kennis van de desbetreffende elektrotechnische voorschriften, Mogelijkheid om elekticiteitsgerelateerde gevaren te identificeren 1.3 Veiligheidsinstructies voor in bedrijfsstelling Inbedrijfsstelling Gebruik Dit laadstation mag alleen worden gebruikt op de wijze die wordt beschreven in deze handleiding. Als de lader op een andere manier wordt gebruikt, is er kans op gevaar voor de gebruiker en schade aan de lader. 1.2 Veiligheids instructies voor assemblage en installatie Assemblage en installatie De informatie in deze installatie handleiding moet zorgvuldig worden gevolgd. Een onjuist uitgevoerde installatie kan leiden tot persoonlijk letsel en materiële schade. Er moet voor worden gezorgd dat de mechanische en elektrische installatie professioneel is uitgevoerd. Lokale beschermingsmaatregelen en de eisen van de netbeheerder moeten worden gerespecteerd. De installatie van het laadsysteem mag alleen worden uitgevoerd door een elektricien, of door een persoon die hiervoor is opgeleid. Tijdens de montage moet er gebruik worden gemaakt van een geschikte takel. Dit laadstation mag alleen worden gebruikt op de wijze die wordt beschreven in deze handleiding. Als de lader op een andere manier wordt gebruikt, is er kans op gevaar voor de gebruiker en schade aan de lader. 1.4 Veiligheidsinstructies voor de werking en het gebruik Transport en opslag moeten worden uitgevoerd in een rechtop staande positie. Zie ook sectie Veiligheidsinstructies voor schoonmaak en onderhoud Schoonmaak en onderhoud De exploitant van het laadstation moet ervoor zorgen dat de stations alleen worden gebruikt zoals bedoeld. De veiligheidsfuncties moeten worden gehandhaafd en de veiligheidsmaatregelen moeten worden gerespecteerd. Veranderingen die invoed hebben op de functionaliteit of de veiligheid zijn niet toegestaan. 1

6 1.6 Garantie De werking en veiligheid kunnen alleen worden gegarandeerd, indien de waarschuwing en veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Voor persoonlijk letsel of materiële schade als gevolg van niet-naleving van de waarschuwingen en veiligheidsmaatregelen, is EBG Compleo GmbH niet aansprakelijk. 1.7 Aansprakelijkheid De fabrikant van de oplaadpunten is niet aansprakelijk voor bijkomende schade. De exploitant moet ervoor zorgen dat deoplaadpunten correct zijn geïnstalleerd en gebruikt worden zoals bedoeld. Tijdens deinstallatie en inbedrijfstelling moeten de eisen en voorschriften ter voorkoming van ongevallen worden nageleefd. Deze omvatten onder andere de DIN VDE 0100 deel 600 en de voorschriften ter voorkoming van ongevallen uit DGUV3 en TRBS. Voorafgaand aan de vrijgave van het systeem moet een veiligheidstest worden uitgevoerd. Met deze test is een goede werking gegarandeerd. Daarnaast moet, om de veiligheid van het laadstation te garanderen, cyclisch onderhoud worden uitgevoerd door de eigenaar. 2

7 2 Product Identificatie 2.1 Merk en type aanduiding compleo Advanced GM AO2/AO2 2.2 Productversie/Release nummer/editie van het document Versie 1.2._20_07_ Naam en adres van de fabrikant EBG compleo GmbH An der Wethmarheide Lünen Tel.: (Mo.-Fr. 8:00 16:30) 3 Product Beschrijving Laadsystemen van EBG Compleo zijn gebaseerd op zes decennia ervaring in de energievoorziening en op het gebruik van de nieuwste ontwikkeling en technologie. Ze zijn veilig en robuust gebouwd en hebben een maximale bedrijfszekerheid en hoge beschikbaarheid. De beschreven oplaadsystemen van compleo Advanced GM zijn bedoeld voor montage op een vaste ondergrond. Het laadstation is geschikt voor het opladen van elektrische voertuigen in de binnen- en buitenruimte. 3.1 Inhoud van de levering De volgende onderdelen worden meegeleverd met de Compleo Advanced GM: 2.4 Conformiteit Dit product voldoet aan de volgende standaarden: Low-voltage directive conform 89/336/EWG EMC- directive conform 2014/30/EU CE-conformiteit van het laadstation is verklaard in sectie 2.1. Figuur 1: Onderdelen A B C D E F G Laadstation: compleo Advanced GM LED (RGB) (optioneel) RFID-Card (optioneel) Handleiding incl. Constructie tekeningen Circuit diagram Montage materiaal Vulmateriaalverdichting (optioneel) 3

8 3.2 Onderdelen en Functies 3.4 Technische specificaties Table 1: Technical specifications Standaard laden conform Laadstroom Aantal oplaadpunten IEC 61851/Mode3 20 A/10 A/3~ (Enkel of verdeeld over beide sockets) 2 x Type 2 (met afdek klep; conform IEC ) Input voltage Ue Input stroom Ie RCD MCB 400V/3~/50Hz 20A 30mA, Type B CxxA Figure 2: Charging station a LED (RGB) (optioneel) IP Rating IP44 Interne kast DIN EN (1/5/7) ( IK 10) b Stekker Type 2 c d RFID-interface Vergrendeling met cilinderslot (enkelvoudig of dubbelvoudig afsluitbaar) 3.3 Algemene functies en toepassingen Afmeting (HxBxD) [mm]: Gewicht Omgevingstemperatuur bij gebruik Relatieve luchtvochtigheid 1556 x 470 x 237 ca. 38 kg -25 C tot +40 C; in 24 h 35 C 95 % (niet-condenserend) Het compleo Advanced GM laadsysteem is uitgerust om Mode-3 te laden met een Type 2-stekker. Het systeem is uitgerust met een modem voor verbinding met een backend, onderhoud en andere diensten (optioneel). Onder andere dankzij een extern uitleesbare MID meter wordt het mogelijk gemaakt verrekening toe te passen en hiermee business modellen te hanteren. De authenticatie van de gebruiker wordt uitgevoerd middels een RFIDsysteem of via de modem (optioneel). Behuizing Vergrendeling Tabel 2: Communicatie-Interface Data communicatie Sheet Moulding Compound / fiberglass-versterkt polyester (SMC) Zwenk/hefboom mechanisme met cilinder(s) TCP/IP Backendcommunicatie (optioneel) - OCCP OCCP 1.5 4

9 RFID standard -Mifare Desfire -Mifare Classic 4 Voorbereiding voor ingebruikname 4.1 Transport De levering wordt uitgevoerd in een staande positie en in een beschermende transportverpakking. 4.2 Opslag De opslag moet worden uitgevoerd in een staande positieve en een omgevingstemperatuur van tussen -25 C en + 50 C en een relatieve luchtvochtigheid van 95% (niet-condenserend). 4.3 Veiligheidsmaatregelen voor gebruik Na uitpakken en voor de installatie moet het laadstation grondig worden onderzocht op eventuele beschadigingen die tijdens transport zijn ontstaan. Elke ontstane schade moet onmiddellijk worden gerapporteerd. 4.4 Bepalen van een geschikte locatie voor plaatsing en installatie Voor veilig gebruik van- en obstakelvrije toegang tot het laadstation moeten de volgende punten in overweging worden genomen bij de installatie: Het laadstation moet kunnen worden gebruikt zonder risico voor de gebruiker. De mogelijkheid van het aansluiten van de voeding op het LS-net moet worden gecontroleerd. De omgevingstemperatuur gedurende gebruik moet tussen de -25 C en + 40 C liggen. Het laadstation mag niet worden geplaatst op locaties waar extreme hitte kan optreden. Het laadstation mag niet worden geplaatst in de buurt van brandbare, licht ontvlambare of explosieve materialen. Het laadstation moet worden geplaatst op een vaste ondergrond. Het laadstation mag niet worden geplaatst op locaties waar overstroming mogelijk is. Het plaatsen van aanrijdbeveiliging kan in sommige situaties noodzakelijk zijn. Rond het laadstation is een vrije ruimte van 120 cm vrijgelaten voor service en onderhoud. 4.5 Veiligheidsadvies voor installatie Om ongelukken te voorkomen moet worden voldaan aan de veiligheidsrichtlijnen van de beroepsvereniging Veiligheid. De installatie moet worden uitgevoerd volgens paragraaf 4.6 en Mechanische Installatie De behuizing van het laadsysteem compleo AdvancedGM is ontworpen voor installatie op het grondoppervlak. Het montage-oppervlak moet stabiel zijn en garanderen dat het systeem stevig kan worden bevestigd. De ingraafdiepte d voor de fundering bedraagt d = 600 mm, zodat de hoogte l van het laadsysteem bedraagt l = 956 mm boven de grond. Afhankelijk van de grondsoort of speciale plaatselijke omstandigheden (bijvoorbeeld een talud), is een speciale vulling van schraal beton nodig. Het laadsysteem moet worden neergelaten in de gegraven put waarna de put weer wordt gevuld met het opgegraven materiaal. De laatste 300 mm worden gevuld met basisvulmateriaal. Zorg ervoor dat de vulling het grondniveau van het laadstation bereikt. De stroomkabel wordt centraal geleid door de basis in het laadstation. 5

10 Deurhendel en cilinderslot Lock 1 Lock 2 Figuur 3: Deurhevel met cilinderslot Het laadstation wordt geopend met de hevel met cilinderslot. Gebruik de bijpassende sleutel in de onderste cilinder voor het openen van het laadstation (zie rechter deel van figuur 3). Het is mogelijk dat de netbeheerder een aanvullende tweede cilinder plaatst (zie middelste deel van figuur 3)) Om het laadsysteem te openen, moet de sluiting uit de behuizing worden getrokken en tegen de klok in worden gedraaid. Het is mogelijk om de deur volledig te verwijderen door deze omhoog te tillen na opening met een sleutel. Trekontlasting Figuur 4: Aansluiten van de voedingskabel op de aansluitblokken Het is noodzakelijk de kabel vast te zetten middels de meegeleverde trekontlasting (Zie figuur 4). Na het aansluiten moeten de veiligheidsvoorschriften worden getest (zie 4.8), en moeten de afdekplaten worden bevestigd. Monteren en Aansluiten van de ABB- Meter 4.7 Elektrische Aansluiting De hoofdvoedingskabel moet naar de terminals/blokken worden geleid. De kabel moet aangesloten worden zoals weergegeven in figuur 4 (Klem: L1 / L2 / L3 / N / PE met een lokale aarde en potentiaalvereffening). De plek van aanpellen van de individuele draden moet worden gekozen rekening houdend met de totale kabellengte en manier van inleggen. De zekeringen van hoofdvoedingskabel moeten worden gedimensioneerd volgens de vereisten van de netbeheerder: 25A. Communication interface Figuur 5: Aansluiten van de ABB meter De ABB kwh meter van de netbeheerder moet vertical worden bevestigd op de DINrail. Het aansluiten van de meter is zichtbaar in figuur 5. Houdt rekening met de ingaande en uitgaande kant; deze zijn tegenovergesteld. De communicatie interfa- 6

11 ce bevindt zich aan de rechterzijde (Zie figuur 5). 4.8 Inbedrijfsstelling Bij de inbedrijfstelling moet de effectiviteit van de beschermende maatregelen en de goede werking van de mechanische en elektrische installatie worden gecontroleerd door een gekwalificeerde elektricien. Er moet voor worden gezorgd dat de veiligheidsvereisten volgens DIN VDE 0100 deel 600 zijn en dat aan de eisen van de ongevallenpreventie DGUV3 en TRBS 1201 wordt voldaan. Daarnaast moet de functionaliteit van het laadstation worden onderzocht met een elektrisch voertuig of een test met functionele EV-simulator. Figuur 6 toont de test en simulator apparaat: de Compleo EC 12-1 type II. Met de simulator is het mogelijk om de functies van een elektrisch voertuig simuleren om de functionaliteit van het laadsysteem testen. Figuur 6: Test- en simulatie device 7

12 Controle op juiste installatie en functionaliteit Algemene inspecties Visuele controle van de behuizing op beschadigingen; beschermingsgraad IP44 moet worden gehaald Algemene visuele controle van de bedrading, componenten en verbindingen Reinigen van het station (wanneer nodig) Testen van elektrische componenten en functionele tests Controleer de RCD door op de testknop te drukken. Dit moet elke 6 maanden worden uitgevoerd. Visuele inspectie van de LEDS en het eventuele display Visuele en functionele controle van de energiemeter; het calibratie interval moet worden nageleefd Functionele test van beide stopcontacten door een EV te gebruiken (of de simulator) Controle van de aansluiting conform (DIN VDE 0100 part 600, DGUV 3 en TRBS 1201) Voor een gegarandeerde werking van het laadstation moet de SD kaart jaarlijks worden vervangen. Een format testrapport is toegevoegd in Bijlage 3 en 4 System startup Nadat de voeding is ingeschakeld wordt het system opgestart. Dit duurt ongeveer 60 seconden. Na het opstarten is er een signaal (piep) te horen; hierna is het laadstation gereed voor gebruik. 8

13 5 Bijlagen 9

14

15 Attachment 1 Declaration of Conformity compleo Advanced 1

16 Attachment 2 Test Protocol Side 1 2

17 Attachment 3 Test Protocol Side 2 3

18 Closure with lock cylinder Charging socket Attachment 4: Construction of the compleo Advanced GM 4