Artikel 1 Begripsbepalingen. Artikel 2 Zetels A en B. Artikel 3 Kiesgerechtigd. Artikel 4 Profielschets

Transcriptie

1 Verkiezingsreglement voor Verkiezingen van leden van het verantwoordingsorgaan van Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) die de deelnemers, gewezen deelnemers of pensioengerechtigden vertegenwoordigen Artikel 1 Begripsbepalingen Dit reglement verstaat onder: Pensioenfonds: Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek Bestuur: Het bestuur van het pensioenfonds Verantwoordingsorgaan: Het verantwoordingsorgaan van het pensioenfonds Deelnemer: De persoon die pensioen opbouwt en/of verwerft en daarnaast geen pensioen op grond van het pensioenreglement ontvangt. Gewezen deelnemer: De persoon van wie de deelname is beëindigd, anders dan door het bereiken van de pensioeningangsdatum of door overlijden en die aanspraken aan het pensioenreglement PMT kan ontlenen. Pensioengerechtigde: persoon voor wie op grond van het pensioenreglement PMT het pensioen deels of volledig is ingegaan. Verkiezingen: Het kiezen van vertegenwoordigers van deelnemers en gewezen deelnemers en vertegenwoordigers van pensioengerechtigden, als lid in het verantwoordingsorgaan. Verkiezingscommissie: Het orgaan dat namens het bestuur belast is met de organisatie en uitvoering van de verkiezingen. Lijstencombinatie: een situatie waarin partijen afzonderlijk mee doen aan verkiezingen, maar voorafgaand aan de verkiezingen de afspraak maken reststemmen met elkaar te delen. Artikel 2 Zetels A en B Er vinden verkiezingen plaats voor (vertegenwoordigers van) deelnemers en gewezen deelnemers (zetels A) en voor (vertegenwoordigers van) pensioengerechtigden (zetels B). Er zijn 8 zetels A en 5 zetels B. Artikel 3 Kiesgerechtigd 1. Kiesgerechtigd voor zetels A is iedere persoon van 18 jaar en ouder die op 1 februari 2018 deelnemer is in de zin van dit reglement. 2. Kiesgerechtigd voor zetels B is iedere persoon van 18 jaar en ouder die 1 februari 2018 pensioengerechtigde is in de zin van dit reglement. Artikel 4 Profielschets 1. Het verantwoordingsorgaan stelt een profielschets vast. 2. In de profielschets zijn deskundigheidseisen, vereiste competenties en eisen met betrekking tot professioneel gedrag opgenomen. Tevens is een indicatie van het tijdsbeslag vermeld. 1/5

2 Artikel 5 Verkiesbaar 1. Verkiesbaar voor zetel A is iedere persoon die als vertegenwoordiger van deelnemers of gewezen deelnemers op wil treden en die kan voldoen aan de profielschets die het verantwoordingsorgaan heeft opgesteld. 2. Verkiesbaar voor zetel B is iedere persoon die als vertegenwoordiger van pensioengerechtigden op wil treden en die kan voldoen aan de profielschets die het verantwoordingsorgaan heeft opgesteld. Artikel 6 Verkiezingscommissie 1. De organisatie van de verkiezingen geschiedt onder verantwoordelijkheid van het bestuur. 2. Het bestuur benoemt een verkiezingscommissie die belast is met de organisatie van de verkiezingen. De verkiezingscommissie bestaat uit twee leden van het verantwoordingsorgaan, twee leden van het bestuur en een functionaris van het bestuursbureau. Het bestuursbureau verzorgt het secretariaat van de verkiezingscommissie. 3. De leden van het verantwoordingsorgaan bedoeld in artikel 6 lid 2 zijn niet verkiesbaar. 4. De verkiezingscommissie onderzoekt of de kandidaten voldoen aan de profielschets en de eisen van dit reglement. De verkiezingscommissie laat alleen kandidaten die voldoen aan de profielschets en eisen van dit reglement toe tot de kandidatenlijsten. Direct na de vaststelling van de definitieve kandidatenlijsten worden kandidaten op de hoogte gesteld of zij wel of niet op de lijsten zijn opgenomen. 5. De verkiezingscommissie legt verantwoording af aan het bestuur. Artikel 7 Organisatie van de verkiezingen 1. Het bestuur bepaalt de periode van de verkiezingen, alsmede de tijdstippen van aanvang en einde van de stemming. 2. Het verantwoordingsorgaan maakt de profielschets voor de in te vullen zetels in het verantwoordingsorgaan openbaar. 3. Het verantwoordingsorgaan bepaalt op welke wijze de verkiezingen onder de aandacht van de deelnemers en pensioengerechtigden worden gebracht. Het verantwoordingsorgaan geeft daarbij de periode en de plaats aan waar een verkiesbare persoon zich kandidaat kan stellen. Artikel 8 Kandidaatstelling 1. Kandidaatstelling geschiedt op daartoe bestemde kandidatenlijsten. Eén of meer deelnemers, gewezen deelnemers resp. pensioengerechtigden of organisaties die (gewezen) deelnemers of pensioengerechtigden vertegenwoordigen, kunnen kandidatenlijsten met kandidaatstelling(en) indienen. 2. Deze kandidatenlijsten en eventuele lijstencombinaties moeten worden ingediend bij het secretariaat van de verkiezingscommissie. 3. Iedere verkiesbare persoon geeft bij zijn kandidaatstelling aan op welke wijze door hem wordt voldaan aan de profielschets. 4. De kandidaatstelling is alleen geldig indien de voorgedragen persoon schriftelijk verklaart dat hij/zij de kandidatuur aanvaardt. 5. Tot uiterlijk 6 weken voor aanvang van de verkiezingen kunnen kandidaten worden gesteld. Kandidatenlijsten en eventuele lijstencombinaties dienen uiterlijk 6 weken voor aanvang van de verkiezingen te zijn ingediend. 6. De verkiezingscommissie stelt uiterlijk 2 weken voor aanvang van de verkiezingen de definitieve kandidatenlijsten vast. 2/5

3 Artikel 9 Aantal kandidaten, kandidatenlijsten en zetels 1. Indien er niet meer geschikte kandidaten zijn dan er openstaande zetels A zijn voor vertegenwoordigers van (gewezen) deelnemers in het verantwoordingsorgaan, dan vinden geen verkiezingen voor zetels A plaats. De kandidaten worden in dat geval geacht te zijn verkozen. 2. Indien er niet meer geschikte kandidaten zijn dan er openstaande zetels B zijn voor vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan, dan vinden geen verkiezingen voor zetels B plaats. De kandidaten worden in dat geval geacht te zijn verkozen. 3. Indien er slechts 1 kandidatenlijst is voor de verkiezingen van vertegenwoordigers van (gewezen) deelnemers in het verantwoordingsorgaan, dan vinden geen verkiezingen voor zetels A plaats. De kandidaten worden in dat geval geacht te zijn verkozen, voor zover er zetels A beschikbaar zijn. 4. Indien er slechts 1 kandidatenlijst is voor de verkiezingen van vertegenwoordigers van pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan, dan vinden geen verkiezingen voor zetels B plaats. De kandidaten worden in dat geval geacht te zijn verkozen, voor zover er zetels B beschikbaar zijn. Artikel 10 Wijze van stemming 1. De volgorde van de kandidatenlijsten op het stembiljet wordt bepaald door loting. 2. De verkiezingen vinden plaats door digitale stemming. Alle kiesgerechtigden worden schriftelijk uitgenodigd om hun stem uit te brengen. Zij ontvangen daartoe een wachtwoord en een inlogcode. 3. Indien een kiesgerechtigde geen gebruik kan of wenst te maken van digitale stemming, dan kan een papieren stembiljet worden aangevraagd en kan schriftelijk worden gestemd. Artikel 11 Aantal stemmen Iedere kiesgerechtigde brengt maximaal één stem uit. Er wordt niet gewerkt met machtigingen. Artikel 12 Geldigheid stemmen Ongeldig zijn de (papieren) stembiljetten a. die niet door de verkiezingscommissie zijn verzonden, of b. waaruit niet duidelijk een keuze blijkt, of c. ontvangen na de vastgestelde einddatum van de verkiezingen. Artikel 13 Zetelverdeling 1. Voor de zetels A en voor de zetels B wordt de zetelverdeling afzonderlijk vastgesteld. De bepalingen in de artikelen 13 tot en met 16 van dit reglement worden afzonderlijk toegepast voor de kandidatenlijsten en lijstencombinatie voor zetels A, onderscheidenlijk voor zetels B, ten behoeve van de zetelverdeling van zetels A, respectievelijk de zetelverdeling van zetels B. 2. Van elke kandidatenlijst wordt na de stemming het aantal op iedere kandidaat geldig uitgebrachte stemmen vastgesteld en de som van deze aantallen. Deze som wordt het stemcijfer van de kandidatenlijst genoemd. 3. Een lijstencombinatie geldt voor het bepalen van het aantal daaraan toe te wijzen zetels als één lijst. Het stemcijfer van een lijstencombinatie is gelijk aan de som van de stemcijfers van de kandidatenlijsten waaruit lijstencombinatie bestaat. Een lijstencombinatie wordt slechts in aanmerking genomen, indien aan ten minste twee van de verbonden kandidatenlijsten een zetel zou zijn toegewezen, indien geen lijstencombinaties zouden zijn gevormd. Verbonden kandidatenlijsten die zelfstandig geen zetel zouden hebben verworven, worden geacht geen deel uit te maken van de lijstencombinatie. 3/5

4 4. De som van de stemcijfers van alle kandidatenlijsten voor zetels A, onderscheidenlijk voor zetels B, wordt gedeeld door het aantal te verdelen zetels A, respectievelijk door het aantal te verdelen zetels B. Het aldus verkregen quotiënt wordt de kiesdeler voor zetels A, respectievelijk de kiesdeler voor zetels B genoemd. 5. Het stemcijfer van een kandidatenlijst of lijstencombinatie voor zetels A, onderscheidenlijk voor zetels B, wordt gedeeld door de kiesdeler voor zetels A, respectievelijk door de kiesdeler voor zetels B. Het resultaat van de deling geeft voor de komma het aantal volle zetels A, respectievelijk het aantal volle zetels B, dat bij de eerste verdeling aan iedere kandidatenlijst of lijstencombinatie wordt toegewezen. 6. De overblijvende zetels A, onderscheidenlijk de overblijvende zetels B, die restzetels A, respectievelijk restzetels B worden genoemd, worden, zoals beschreven in artikel 15 achtereenvolgens toegewezen aan de kandidatenlijsten of lijstencombinaties voor zetels A, respectievelijk aan de kandidatenlijsten of lijstencombinaties voor zetels B, die na toewijzing van de zetel het grootste gemiddelde aantal stemmen per toegewezen zetel A, respectievelijk per toegewezen zetel B hebben. 7. Als kandidatenlijsten of lijstencombinaties gelijke aantallen stemmen behalen, en er niet voldoende restzetels zijn voor eventuele toewijzing ervan aan deze kandidatenlijsten of lijstencombinaties, wordt geloot welke kandidatenlijst of lijstencombinatie de restzetel krijgt. 8. Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een kandidatenlijst of lijstencombinatie meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op één of meer van de overige kandidatenlijsten, waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen. Artikel 14 Zetelverdeling binnen lijstencombinatie 1. De verdeling van de aan een lijstencombinatie toegewezen zetels over de kandidatenlijsten welke zijn gecombineerd, geschiedt als volgt. Het stemcijfer van de lijstencombinatie wordt gedeeld door het aantal aan de lijstencombinatie toegewezen zetels. Het aldus verkregen quotiënt wordt combinatiekiesdeler genoemd. Zoveel maal als de combinatiekiesdeler is begrepen in het stemcijfer van elk van de kandidatenlijsten waaruit de combinatie bestaat, wordt aan die lijst een van de aan de combinatie toegewezen zetels toegewezen. 2. De restzetels worden achtereenvolgens toegewezen aan de kandidatenlijsten binnen de combinatie waarvan de stemcijfers bij deling door de combinatiekiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden kandidatenlijsten die geen overschot hebben, geacht kandidatenlijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschotten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot. 3. Indien bij de toepassing van de vorige bepalingen aan een kandidatenlijst meer zetels zouden moeten worden toegewezen dan er kandidaten zijn, gaan de overblijvende zetel of zetels door voortgezette toepassing van die bepalingen over op een van de andere kandidatenlijsten binnen de combinatie, waarop kandidaten voorkomen aan wie geen zetel is toegewezen. 4. Zijn er na toepassing van het voorgaande nog zetels toe te wijzen, dan worden deze toegewezen volgens het stelsel van de grootste gemiddelden zoals beschreven in artikel 15 Artikel 15 Restzetelverdeling volgens het systeem van de grootste gemiddelden 1. Eerst wordt voor alle kandidatenlijsten en lijstencombinaties berekend hoeveel stemmen per zetel op een kandidatenlijst of lijstencombinatie zouden zijn uitgebracht, als die kandidatenlijst of lijstencombinatie één zetel extra zou krijgen. De stemcijfers van de kandidatenlijst of lijstencombinatie worden daarvoor gedeeld door het aantal behaalde volle zetels plus één. De uitkomsten van deze berekening zijn gemiddelden. 2. De eerste restzetel gaat naar de kandidatenlijst of lijstencombinatie met het grootste gemiddelde. Voor deze kandidatenlijst of lijstencombinatie wordt opnieuw berekend wat het gemiddelde nu is, uitgaande van het aantal volle zetels, de toegewezen restzetel en één extra zetel. Als er nog een restzetel te verdelen is, wordt deze toegewezen aan de kandidatenlijst of lijstencombinatie met nu het grootste gemiddelde. Deze procedure wordt zo nodig herhaald, totdat alle restzetels verdeeld zijn. 4/5

5 Artikel 16 De toewijzing van de zetels aan de kandidaten De zetels toegewezen aan de kandidatenlijsten, worden aan de kandidaten van de desbetreffende kandidatenlijst toegewezen in volgorde van de lijst. Indien een kandidaat is overleden, wordt deze bij de toepassing van deze bepaling buiten beschouwing gelaten. Artikel 15 Uitslag en bekendmaking van de uitslag 1. De verkiezingscommissie stelt de uitslag van de verkiezingen vast. 2. De verkiezingscommissie stelt tevens vast: het aantal blanco stemmen, het aantal ongeldige stemmen en het opkomstpercentage. 3. De verkiezingscommissie maakt de uitslag bekend binnen 2 weken na de einddatum van de verkiezingen. Artikel 17 Tussentijdse invulling van zetel(s) 1. Bij een tussentijdse invulling van een zetel A of B in het verantwoordingsorgaan wordt zo spoedig mogelijk na het ontstaan hiervan voorzien. 2. Bij een tussentijdse invulling van een zetel A wordt de kandidaat die het hoogst op de kandidatenlijst staat (van waaruit het aftredende lid namens deelnemers of gewezen deelnemers was benoemd) en nog niet vanuit deze lijst is benoemd, schriftelijk voor deze invulling gevraagd. De kandidaat die een tussentijdse benoeming niet aanvaardt, behoudt zijn plek op de kandidatenlijst. 3. Bij een tussentijdse invulling van een zetel B wordt de kandidaat die het hoogst op de kandidatenlijst staat (van waaruit het aftredende lid namens pensioengerechtigden was benoemd) en nog niet vanuit deze lijst is benoemd, schriftelijk voor deze invulling gevraagd. De kandidaat die een tussentijdse benoeming niet aanvaardt, behoudt zijn plek op de kandidatenlijst. 4. Indien bij de toepassing van de bepalingen in lid 2 en 3 op een kandidatenlijst geen kandidaten meer beschikbaar zijn, gaan de tussentijds in te vullen zetel of zetels, door voortgezette toepassing van de bepalingen in artikel 13, lid 6, 7 en 8, over op één of meer van de overige kandidatenlijsten, waarop kandidaten beschikbaar zijn. 5. De kandidaat die overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande leden is benoemd als lid van het verantwoordingsorgaan, treedt af op het tijdstip waarop zijn voorganger had moeten aftreden. Artikel 18 Bewaartermijn De online verkiezingsgegevens en/of de gebruikte stembiljetten worden door het secretariaat van het verantwoordingsorgaan ten minste 5 jaar bewaard. Artikel 19 Bevoegdheid bestuur In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur Artikel 20 Klachten en bezwaar Klachten en bezwaren met betrekking tot de uitvoering van het verkiezingsreglement kunnen conform de algemene klachten- en bezwaarprocedure schriftelijk aan het fonds worden gemeld. Artikel 21 Inwerkingtreding Dit reglement is goedgekeurd tijdens de vergadering van het bestuur van 23 mei 2017 en treedt in werking op 1 juni 2017 Voor gewaarmerkt: Voorzitter en vicevoorzitter 5/5