Certificeringsreglement Grootfruitgewassen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Certificeringsreglement Grootfruitgewassen"

Transcriptie

1 Certificeringsreglement Grootfruitgewassen vastgesteld op 27 februari 1996 en gewijzigd door het bestuur van Naktuinbouw bij besluit nr. 2012/01 d.d. 17 februari 2012 BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1 Gelet op het bepaalde in artikel 87 van de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Stcrt. 20 januari 2006, nr. 15) bevat dit Reglement voorschriften overeenkomstig de voorwaarden, genoemd in artikel 6 en 7 van Richtlijn EG/93/48. Dit Reglement neemt de begripsomschrijvingen over van de Keuringsreglementering, tenzij hiervan hiernavolgend uitdrukkelijk is afgeweken. In dit Reglement en de daarop berustende voorschriften wordt verstaan onder: a. Gewas: veldeenheid van planten van één ras en type, met eenzelfde tussen- of onderstam of combinatie daarvan; b. Partij: een aantal eenheden van één product, identificeerbaar door zijn homogene samenstelling en oorsprong; c. Kandidaatplanten: planten waaruit materiaal wordt geselecteerd, bestemd voor de opkweek van prebasismoederplanten; d. Prebasismoederplanten: e. Prebasismateriaal: f. Basismoederplanten: moederplanten die rechtstreeks zijn opgekweekt uit voort-kwekings mate riaal afkomstig van kandidaatplanten en dienen voor de produc tie van prebasis materi aal; voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van prebasis moe der plan ten en dient voor de productie van basismoe der planten; moederplanten die rechtstreeks of in geval van onderstammen in ten hoogste één extra vermeerde ringsstap zijn opgekweekt uit prebasis materiaal en dienen voor de productie van basismateriaal; g. Basismateriaal: voortkwekings materiaal, dat rechtstreeks afkomstig is van basismoe der planten en dient voor de productie van gecerti-ficeerde moeder planten; h. Gecertificeerde moederplanten: i. Originele moederplanten: j. Origineel materiaal: k. Erkende moederplanten: moederplanten, die rechtstreeks opgekweekt zijn uit basis-ma teriaal en dienen voor de productie van gecertificeerd materi aal; individuele moederplanten waarvan door middel van officiële inspectie(s) is vastge steld dat zij volledig aan alle rasechtheidseisen voldoen en visueel vrij zijn van ziekten en plagen als in dit Regle ment en de daarop berustende voorschriften omschreven; voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van originele moederplanten en dient voor de productie van erkende moeder planten; moederplanten die rechtstreeks of in ten hoogste één extra ver meer deringsstap zijn opgekweekt uit origineel materiaal en dienen voor de productie van gecertificeerd materiaal;

2 l. Gecertificeerd materiaal: voortkwekingsmateriaal, recht streeks afkomstig van erkende of gecertificeerde moederplan ten, waaronder begrepen rechtstreeks daaruit geteel de planten als bedoeld in artikel 15 van dit Reglement; m. Officiële inspectie: inspectie verricht door Naktuinbouw; n. Certificaat: zendingbegeleidend document houdende de door Naktuin-bouw afgege ven officiële verklaring dat het daarop verantwoorde teeltma teriaal voldoet aan de eisen, opgenomen in dit Regle ment en de daarop berus tende voorschrif ten, op grond waarvan het in de betreffende categorie wordt gecertificeerd. o. Waarmerkstrookje: op of aan de planten aangebracht certificaat in de vorm van een label houdende de door Naktuinbouw afgege ven officiële verkla ring dat het daarop verant woorde teeltma teriaal voldoet aan de eisen, opge nomen in dit Regle ment en de daar-op berus tende voorschrif ten; p. Virusvrij materiaal:(v.f.) materiaal dat volgens internationaal erkende we tenschappelij ke methoden is getest en vrij is be vonden van besmetting, dat bij inspecties tijdens de groei vrij is bevonden van sympto men van virussen of virusachtige ziekteverwekkers, dat in stand is gehouden op een wijze die infectie voorkomt en geacht wordt vrij te zijn van alle virussen en virusachtige ziekteverwekkers, waarvan bekend is dat zij in de Europese Unie bij de betrokken soort voorkomen, als in bijlage IV bij dit Reglement benoemd. Materiaal dat generatief of vegetatief en in rechte lijn in een speci fiek aantal stadia uit dergelijk materiaal is voortgekweekt als be paald in dit Reglement, dat bij inspectie tijdens de groei vrij is bevonden van symptomen van virussen of virusachtige ziektever wekkers en dat is geproduceerd en in stand gehou den op een wijze die infectie voor komt en overeenkomstig het bepaalde in dit Reglement, wordt eveneens geacht virusvrij te zijn; q. Luisdichte kas: een ruimte die voorzien is van een toegang door een sluis en die door zijn inrichting voldoende garantie biedt dat deze vrij is en blijft van lui zen en waarbij de maaswijdte van het gebruikte luizengaas maximaal 0.4 x 0.4 mm bedraagt; r. Keuringsreglement: s. Rassenlijst Naktuinbouw: alle voorschriften, waaraan leverancier en teeltmateriaal moeten voldoen als neergelegd in hoofdstuk 6 van de Zaaizaad- en Plantgoedwet 2005 (Stb. 2005, nr. 184), het Besluit verhandeling teeltmateriaal (Stb. 2005, nr, 654), de Regeling verhandeling teeltmateriaal (Stscrt. 20 januari 2006, nr. 15, p. 16 e.v.) en het Keuringsreglement Naktuinbouw 2006, alsmede door Naktuinbouw uitgevaardigde beleidsregels, eventueel zoals deze reglementering zal zijn gewijzigd dan wel de reglementering die daarvoor in de plaats zal zijn getreden; lijst van door Naktuinbouw officieel geregistreerde rassen die vóór 1 januari 1993 in Nederland in de handel zijn gebracht en die een officiële beschrijving hebben. TOEPASSELIJKHEID ARTIKEL 2 1. Dit Reglement heeft betrekking op bedrijfsmatig geproduceerd aan Naktuinbouw ter certifi cering aangebo den teeltmateriaal van rassen en onderstammen van grootfruitgewassen, als in bijlage I bij dit Regle ment ge noemd. Het bepaalde in het Keuringsreglement is op deze rassen en onderstammen onverkort van toepassing. 2. Teeltmateriaal dat ter certificering wordt aangeboden door een leverancier, die niet aan de eisen als neergelegd in het Keuringsre glement voldoet, komt niet voor certifice ring in aanmerking.

3 3. Dit Reglement is niet van toepassing op: a. CAC-materiaal; b. in vitro vermeerderd teeltmateriaal van grootfruitgewassen en daaruit vermeerderde nakomelin gen, tenzij dit materiaal naar het oordeel van Naktuinbouw volledig op identiteit is gecontroleerd; c. teeltmateriaal uit het buitenland, tenzij dit teeltmateri aal geproduceerd is in een gelijkwaardige ver meerde rings- en certifice ringssyste matiek als in Nederland voor teeltmateri aal van grootfruitgewassen gehanteerd, blijkens een door Naktuinbouw of door de ver ant woor delijke officië le instantie aldaar of onder verant woor delijk heid van deze instantie afgegeven verkla ring. Wordt aan deze eisen voldaan, dan kan het teeltmateri aal door Naktuinbouw in het certificeringssysteem worden opgenomen. Daartoe dient de importe rende leverancier aan Naktuinbouw alle relevante bewijsstukken te overleggen, waaron der certificaat en certificaatlabel, waarop ten minste de volgende gegevens zijn vermeld: het land van herkomst, de klasse waarin het materiaal is ingedeeld, de in het model van bijlage VI en VII van dit Reglement bedoelde gegevens en, indien van toepassing, de naam van de officiële instantie aldaar, die de certificering heeft verricht. AANGIFTE Artikel 3 1. Gewassen dienen bij aanvang van de teelt door de leverancier aange meld te worden voor certificering door middel van een door Naktuinbouw ter beschik king gesteld formulier, dan wel op een andere door Naktuinbouw geaccepteerde wijze. De betreffende gegevens dienen vóór een door Naktuinbouw vastgesteld tijdstip in het bezit van Naktuinbouw te zijn. 2. Indien door de bij Naktuinbouw geregistreerde voor de teelt van gecertificeerde planten gebruik gemaakt zal gaan worden van door een andere organisatie dan Naktuinbouw gecertificeerd voortkwekings ma teriaal, dient de geregistreerde dit bij Naktuinbouw te melden, zodat deze bij aankomst van het materiaal een con-trole kan uitvoeren en de daarbij vereiste documenten kan verifiëren. EISEN BEDRIJFSVOERING EN VER PLICHTINGEN LEVERANCIER Artikel 4 1. De leverancier dient een gedetailleerde administratie te voeren, die zodanig is inge richt en bijgehouden, dat daaruit op eenvoudige wijze is na te gaan: a. waar de originele, erkende, prebasis-, basis- en gecertificeerde moederplanten, alsmede de gecertificeer de planten zich bevinden. Daartoe dient de leverancier een platte grond en een plantboek te kunnen overleggen; b. de afstamming van het materiaal en voor elke ver meerde ringsfa se de con-troles, (na)toetsin gen en alle andere hande lingen, die in het kader van certifi cering door hem verricht zijn; c. door welke leverancier elk van de aanwezige partijen in de bewaarruimte of kuilhoek is inge bracht, de datum waarop dat geschiedde, de grootte van de partij, het ras, de omstandig heden waaronder de bewaring geschiedde, de rooidatum en de datum van beëindiging van de bewaring; d. aan wie, onder opgave van namen, adressen en data, elk van de gecertificeerde partijen geheel of gedeeltelijk zijn afgeleverd. 2. Ten aanzien van de bewaring van teeltmateriaal, gelden de volgende voor schriften: a. partijen ingebracht in een bewaarruimte of kuilhoek, dienen door middel van duidelijk zichtbare etiketten eenvoudig identificeerbaar te zijn; b. de ruimte waarin het teeltmateriaal wordt bewaard - waaronder begre pen gekoeld - dient speciaal daarvoor en doelmatig daartoe te zijn ingericht. In de gekoelde ruimte dienen zodanige voorzieningen te zijn aange bracht, dat

4 het teeltmateriaal gedurende de daarvoor geldende periode onder de juiste omstandigheden van temperatuur en vochtigheid kan worden bewaard. Voorts moet deze ruimte zijn voorzien van betrouwbare controleappa ratuur en vrij zijn van ethyleen en ethyleenproduceren de producten; c. in de bewaarruimte of kuilhoek mag geen gecertificeerd of te certifice ren teeltmate riaal te zamen met CAC- of andersoortig materiaal worden onder-gebracht, tenzij het gecertificeer de of te certificeren teeltmateriaal zodanig is gescheiden van het genoem de andere materiaal dat vermen ging en verwis-seling gedurende de gehele bewaarperi ode uitgesloten is. Op de verpakking van de overige partijen dienen zodanig duidelijke aanduidingen te zijn geplaatst dat elke partij daardoor wat betreft genoem de gegevens op eenvou di ge wijze kan worden geïdentificeerd; d. de verpakking, waarin het teeltmateriaal zich bevindt, moet voor het doel geschikt zijn en moet de mogelijkheid bieden, dat daaruit op eenvoudige wijze een monster kan worden genomen. CULTUURVOORSCHRIFTEN Artikel 5 1. Bij het planten dienen de voorschriften in acht te worden genomen, welke Naktuinbouw heeft gesteld en dienen de aanwijzingen op te worden gevolgd door of namens de directie van Naktuinbouw gegeven, onder meer om ver-warring tussen teeltmateriaal van in uiterlijke kenmerken met elkaar over-een stemmende rassen te voorkomen en de uitvoering van de certificering van het gewas op betrouwba re wijze mogelijk te maken. Aan het gewas dienen alle noodzakelijke cultuurzorgen te worden besteed, met name wat betreft gewasbescherming en onkruidbestrijding. 2. Teeltmateriaal te velde dient ordelijk op rijen te worden geplant en wel zo, dat in één rij planten behoren de tot één ras, zonder vermenging van planten van een ander ras, voorkomen. 3. De reeks planten van elk ras dient te zijn aangegeven door de eerste plant van een duidelijk gemerkt steek- of hangetiket te voorzien, dan wel op een andere wijze op aanwijzing van Naktuinbouw getroffen voorziening, zodanig, dat de beoordeling en certifice ring van het gewas door de functionaris van Naktuinbouw deugdelijk kan geschieden. 4. In het geval van pot- of containerteelt dienen de planten en partijen zodanig gelabeld te zijn dat vermenging en verwisseling van partijen en rassen wordt voorkomen. 5. Om terugval naar juveniliteit zoveel mogelijk te voorkomen dienen moederbomen: a. opgekweekt te worden met meerdere hoofdtakken/gesteltakken, b. ook na snoei nog voldoende hout te hebben en c. gesnoeid te worden op stompen. 6. Onkruidbestrijding in het voorjaar dient zodanig te worden uitgevoerd dat bladscha de, met name aan veredelde onder stammen, zoveel mogelijk wordt voorkomen. 7. Wortelopslag of «wild» van handveredelingen en/of uitgeplante slapende ogen mag pas verwijderd worden, nadat Naktuinbouw daarvoor toestem ming heeft verleend. 8. De in het gewas afwijkende planten dienen op het moment van herkenning te worden verwijderd of, indien het een ander ras betreft, goed te worden gekenmerkt. 9. Het is niet toegestaan voortkwekingsmateriaal te veredelen, terwijl dat nog deel uitmaakt van de moederplant. 10. Doorenten is slechts toegestaan indien materiaal dat wordt doorgeënt goed identifi ceer baar is en daarbij is voldaan aan de eisen als bedoeld in artikel 15 van dit Reglement. 11. Teeltmateriaal mag niet eerder te worden gerooid of geknipt, dan nadat het voldoen de is uitge rijpt. Tussen 15 april en 21 september mogen geen planten, geteeld in de volle grond, worden gerooid en verhandeld. De directie van

5 Naktuinbouw kan, al naar gelang van de omstan dig heden in een bepaald jaar, afwijkende tijdstippen vaststellen waarop planten, eventueel van bepaalde soorten of rassen, mogen worden gerooid. 12. Stek-, ent- en oculatiehout dient genomen te worden van de buitenkant van de moeder boom en mag niet worden genomen van waterlot of scheuten, gegroeid uit sphaeroblasten of wondcal lus. Het is niet toegestaan wortelopslag te gebruiken als voortkwekingsma teri aal. 13. Bij het rooien van planten, welke vaststaand op het perceel zijn gewaar merkt, dient het wortelge stel gezond te zijn en met name praktisch vrij te zijn van wortel knob bel. Het is niet toegestaan plan ten af te leveren, waarop wortelknob bel zichtbaar is. Is door verwijde ring van zieke delen beschadi ging ontstaan van enige beteke nis, dan dient een partijkeuring te worden aangevraagd. 14. Teeltmateriaal dient zorgvuldig en deugdelijk te worden gerooid, verpakt, behandeld, bewaard, vervoerd en afgeleverd, zodat uitdrogen van met name het wortelgestel wordt voorkomen. PARTIJ- EN VELDINSPECTIES Artikel 6 1. Gedurende de gehele teelt worden door Naktuinbouw zoveel (veld)inspecties verricht als voor certifi cering noodzakelijk wordt geacht. 2. Bij de inspecties als in lid 1 bedoeld keurt Naktuinbouw op raszuiverheid, ras-echt heid, gezond heid en kwaliteit. Indien daarbij wordt geconstateerd dat partijen teeltmateriaal gedurende de teelt aantastingen vertonen van de ziekten en plagen, als in bijlage III bij dit Regle ment vermeld, dienen de maatregelen te worden getroffen als daarbij aangegeven. 3. Bij veldinspectie worden open plaatsen buiten beschouwing gelaten indien aan nemelijk is gemaakt dat zij zijn ontstaan door verwijdering of uitval anders dan in verband met ziekten. In alle andere gevallen worden open plaatsen, aangetroffen bij de veldinspectie geacht te zijn veroorzaakt door ziekten of plagen en aangemerkt als verdacht open plaatsen. 4. Indien er om certificering wordt verzocht, voert Naktuinbouw voor het rooien en afleveren nog een laatste veldinspectie uit. Voorts kan, gedurende de bewaring en het afleveren, een partijkeu ring worden uitgevoerd. Bij de laatste veldinspectie en eventueel uitgevoerde partijkeu ring wordt nagegaan of de planten voldoen aan de bij of krachtens deze voorschriften gestelde eisen en wordt beoor deeld of deze overeenstemmen met de gevraagde kwalifica tie. De definitieve kwalificatie vindt plaats na genoemde veldin spectie. 5. Indien Naktuinbouw constateert, dat een ter certificering aangeboden partij niet aan de eisen van dit Reglement of de daarop berustende voorschriften voldoet, wordt certificering voor de betrokken partij geweigerd. Indien op aanwijzing van Naktuinbouw maatre gelen genomen zijn, kan opnieuw een beoordeling worden aangevraagd, zodat alsnog certificering kan volgen, indien de partij op dat mo-ment aan alle eisen voldoet. KWALIFICATIES Artikel 7 1. Een gewas en/of het daarvan afkomstige teeltmateriaal wordt blijkens officiële inspecties gecertificeerd, indien het rasecht, raszuiver, voldoende gezond en van voldoende kwaliteit is, zoals voor de betrokken categorie en rassen aangegeven in bijlagen II, III, IV en V behorend bij dit Reglement. 2. Bij certificering van teeltmateriaal of (moeder)planten vindt indeling plaats in categorieën en wel in de categorie origineel, erkend, prebasis, basis of gecertificeerd. Indien van toepassing wordt de kwalificatie virusvrij gebruikt. Categorie en kwalificatie worden bij aflevering op certificaat en/of waarmerkstrookje vermeld. 3. Bij veredeling van planten met gebruikmaking van voortkwekingsmateriaal van verschil lende kwalificaties, geldt voor de aldus ontstane, veredelde plant de laagste kwalificatie van het gebruikte voortkwekingsmateri aal.

6 ORIGINELE MOEDERPLANTEN Artikel 8 1. Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in de categorie origineel indien: a. zij geteeld worden op een daartoe ingericht perceelsgedeelte of als afzonderlijk vaststaande planten zijn geïdentificeerd; b. zij voldoende gezond zijn en met name visueel vrij zijn van ziekten en plagen welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven en indien bij con-stateren van genoem de ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen; c. zij individueel door Naktuinbouw volledig op identiteit zijn gecontroleerd volgens voorschrift in bijlage II en daarbij volkomen rasecht zijn bevonden. 2. Voortkwekingsmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van originele moeder-planten en zelf bovendien voldoet aan de eisen als in bijlage III bedoeld, wordt gecertificeerd als origineel materiaal. ERKENDE MOEDERPLANTEN Artikel 9 1. Moederplanten worden door de Naktuinbouw ingedeeld in de categorie erkend indien zij: a. rechtstreeks of in maximaal één extra vermeerderingsstap zijn geteeld uit origineel materiaal; b. zodanig geteeld worden dat goed geïdentificeerd is in welke hoeveelheden zij zich op welke plaats bevinden; c. voldoende gezond zijn en met name visueel vrij zijn van ziekten en plagen welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven en indien bij constateren van genoem de ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen; d. blijkens officiële inspectie volkomen rasecht en raszuiver zijn. Voldaan dient te zijn aan de voorschriften genoemd in bijlage II. 2. Voortkwekingsmateriaal dat rechtstreeks afkomstig is van erkende moeder-planten en zelf bovendien voldoet aan de eisen als in bijlage III bedoeld, wordt ingedeeld in de categorie gecertifi ceerd materiaal. KANDIDAATPLANTEN Artikel Kandidaatplanten worden door Naktuinbouw gecontroleerd op identiteit. Van iedere kandi daatplant dient materiaal te worden gebruikt ten behoeve van een volledige identiteits- en pomologi sche controle, als aangegeven in bijlage II. 2. Kandidaatplanten waarvan de virusstatus wordt onderzocht dienen te zijn ge-teeld in een, van een sluis voorziene, afgesloten luisdichte kas, waarin uitsluitend kandidaatplanten voorkomen, in ziektevrije grond alsmede los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers. De kandidaatplanten moeten op een door Naktuinbouw geaccepteerde wijze worden getoetst op ten minste alle virussen, als in bijlage IV bij dit Reglement aangege ven. 3. Kandidaatplanten die, of voortkwekingsmateriaal dat hiervan afkomstig is en bij de toetsingen als in lid 2 bedoeld vrij is/ zijn bevonden van de onderwerpelijke pahtogenen en bovendien zelf vrij is/zijn bevonden van de ziekten en plagen als genoemd in bijlage III van dit Reglement, wordt/worden door Naktuinbouw aangemerkt als virusvrij kandidaatma teriaal.

7 INDELING IN CATEGORIE PREBASIS Artikel Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in de categorie prebasis en gekwalifi ceerd als virusvrij indien: a. zij geteeld worden met gebruikmaking van volledig gecontroleerd kandi-daatmateri aal, of rechtstreeks zijn verkregen uit prebasismateriaal; b. zij geteeld worden in een, van een sluis voorziene, luisdichte kas, waarin uit-sluitend virusvrije prebasismoederplanten voorkomen; c. zij geteeld worden los van ondergrond, afzonderlijk in potten of containers en in ziektevrij teeltmedium; d. zij bloesemvrij gehouden worden; e. zij overeenkomstig de in bijlage IV opgestelde voorschriften vrij zijn bevon-den van de daar genoemde pathogenen; f. zij voldoende gezond zijn en met name vrij van ziekten en plagen, welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven en indien bij constateren van genoemde ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen; g. de omgeving tot tenminste 250 meter vrij gehouden wordt van aantastingen door bacterievuur, voor zover er in de luisdichte kas met prebasismoeder-planten bacterie vuurwaardplanten worden geteeld. 2. Op prebasismateriaal dient een identiteits- en pomologische controle te worden uitge voerd, zoals aangegeven in bijlage II. 3. Voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van prebasismoederplanten en bovendien zelf voldoet aan de in bijlage III bij dit Reglement bedoelde eisen, wordt gecertificeerd als prebasis mate riaal met de kwalificatie virusvrij. 4. Naktuinbouw kan ertoe overgaan om virusvrije prebasismoederplanten te toetsen op virus. Bij constatering van virusbesmet ting worden de planten en/of het gewas uitgeslo ten van certificering en dienen de planten verwijderd te worden uit de luisdichte kas. INDELING IN CATEGORIE BASIS Artikel Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in de categorie basis en gekwalificeerd als virusvrij indien: a. zij in geval van rassen rechtstreeks of in geval van onderstammen in ten hoogste één extra vermeerderingsstap geteeld zijn uit prebasis ma teriaal; b. zij geteeld worden op een speciaal daartoe ingericht perceelsgedeelte, waarop uitsluitend planten van de categorie basis voorkomen, waarbij de planten duidelijk en correct zijn gekenmerkt. Indien in kassen wordt geteeld dient de grond, het stek- en bewortelingsmedium ziektevrij te zijn; c. zij voldoende gezond zijn en met name vrij van ziekten en plagen, welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven en indien bij constateren van genoemde ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen; d. zij voldoende bloesemvrij gehouden worden; e. de omgeving tot tenminste 250 meter vrij gehouden wordt van aantastingen door bacterievuur, voor zover op het betreffende perceel met basismoederplanten bacterie vuurwaardplanten worden geteeld; f. in het geval het Prunus of Juglans betreft, zij worden geteeld op grond waarin bij bemonstering geen virusoverdragende aaltjes zijn aangetroffen;

8 g. zij geteeld worden op een afstand tot niet-virusvrije planten die tenminste 50 meter bedraagt; h. zij overeenkomstig de in bijlage IV opgestelde voorschriften vrij zijn bevon-den van de daar genoemde pathogenen. 2. Voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van basismoederplanten en boven dien zelf voldoet aan de in bijlage III bij dit Reglement opgenomen eisen, wordt gecertifi ceerd als basismate riaal met de kwalificatie virusvrij. 3. Naktuinbouw kan ertoe overgaan om virusvrije basismoederplanten te toetsen op virus. Bij constatering van virusbesmetting worden de planten en/of het gewas uitgesloten van certifice ring en dienen de planten verwijderd te worden uit de kas of van het perceel. 4. Een goede identiteitsbewaking van de basismoederplanten dient plaats te vinden. Naktuinbouw kan voorschrijven deze moederplanten nader te (laten) beoordelen op identiteit, zoals aangegeven in bijlage II. INDELING IN CATEGORIE GECERTIFICEERD Artikel Moederplanten worden door Naktuinbouw ingedeeld in de categorie gecertificeerd en gekwalificeerd als virusvrij indien: a. zij rechtstreeks geteeld zijn uit tenminste basismateriaal; b. zij geteeld worden op een speciaal daartoe ingericht perceelgedeelte, waarop uitslui tend planten van de categorie gecertificeerd voorkomen, waarbij het gewas planten duidelijk en correct is gekenmerkt; c. zij voldoende gezond zijn en met name vrij van ziekten en plagen, welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven, en indien bij constateren van genoemde ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen; d. de omgeving tot tenminste 250 meter vrij gehouden wordt van aantastin gen door bacterie vuur, voor zover op het betreffende perceel met gecertificeerde moederplan ten bacterievuurwaardplanten worden geteeld; e. in het geval het Prunus of Juglans betreft, zij worden geteeld op grond waarin bij bemon stering geen virusoverdragende aaltjes zijn aangetroffen; f. zij geteeld worden op een afstand tot niet-virusvrije planten, die ten minste 5 meter bedraagt; g. zij overeenkomstig de in bijlage IV opgestelde voorschriften vrij zijn bevonden van de daar genoemde virusziekten. 2. Voortkwekingsmateriaal, dat rechtstreeks afkomstig is van gecertifi ceer de moederplanten en bovendien zelf voldoet aan de in bijlage III bij dit Reglement opgenomen eisen, wordt gecertificeerd als gecertificeerd mate riaal met de kwalifi catie virusvrij. Indien voortkwe kingsmateriaal wordt beworteld, verstapeld of doorgekweekt dient het perceel en het materiaal aan de in dit artikel gestelde eisen te blijven voldoen. 3. Naktuinbouw kan ertoe overgaan om virusvrije gecertificeerde moederplanten te toetsen op virus. Bij constatering van virusbesmetting wordt het gewas uitgesloten van certificering en dienen de planten en de belendende planten verwijderd te worden van dit perceelsge deelte. 4. Een goede identiteitsbewaking van de gecertificeerde moerderplanten dient plaats te vinden. Naktuinbouw kan voorschrijven deze moederplanten nader te (laten) beoordelen op identiteit, zoals aangegeven in bijlage II.

9 ZAAILINGONDERSTAMMEN Artikel Zaailingonderstammen komen slechts voor certificering in aanmerking indien: a. zij zijn geteeld uit zaden of voortgeteeld uit planten welke door Naktuinbouw zijn gecertificeerd en ten bewijze daarvan bege leid door een geldig certificaat van Naktuinbouw of door Naktuinbouw voor certificering zijn geaccepteerd; b. het gewas waarvan de planten deel uit maken egaal en gelijkmatig van groei is en vol doende type- of soortzui ver; c. zij voldoende gezond zijn en met name vrij van ziekten en plagen, welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven en dat bij constateren van genoemde ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen en d. in het gewas geen verdacht open plaatsen zijn aangetroffen als bedoeld in artikel 6 lid 3 van dit Reglement. 2. Gecertificeerde zaailingonderstammen kunnen worden gekwalificeerd als virus-vrij indien boven dien: a. de onderstammen in het geval van Prunus geteeld zijn uit Tested for Seed transmit table Viruses (TSV)- gecertificeerd zaad. Ten aanzien van de geslachten Malus en Pyrus wordt zaad geacht virusvrij te zijn; b. moederbomen en zaad overeenkomstig de in bijlage IV opgestelde voorschriften vrij zijn bevonden van de daar genoemde zaadoverdraagbare virusziekten. 3. Zaailingonderstammen kunnen worden ingedeeld in de categorieën prebasis, basis of gecertificeerd indien aan de voorschriften voor het materiaal als omschre ven in de artikelen 11,12 en 13 van dit Reglement is voldaan. GECERTIFICEERDE PLANTEN Artikel Planten worden door Naktuinbouw ingedeeld in de categorie gecertificeerd indien: a. deze rechtstreeks zijn geteeld uit gecertificeerd materiaal. Veredeling op tijdens de groei beoordeelde, nietgecertificeerde zaailingonderstammen is toegestaan, voor zover in deze onderstammen bij Naktuinbouw-inspectie geen rasafwijkingen en/of ziekten en plagen zijn aangetroffen; b. deze voldoende gezond zijn en met name vrij van ziekten en plagen, welke in bijlage III bij dit Reglement zijn aangegeven en dat bij constateren van genoemde ziekten en plagen de voorgeschreven maatregelen zijn genomen. 2. Gecertificeerde planten kunnen worden gekwalificeerd als virusvrij indien de planten boven dien: a. geteeld zijn uit virusvrij gecertificeerd materiaal; b. gescheiden worden geteeld van niet-virusvrije planten, zodanig dat besmet-ting door wortelcontact wordt voorkomen.

10 DOCUMENTEN Artikel Teeltmateriaal, ingedeeld in categorieën origineel, prebasis, basis en/of gecertifi ceerd dient voorzien van een certificaat, volgens het model in bijlage VI, behorend bij dit Regle ment, in het verkeer te worden gebracht en verder te worden verhan deld, en daarbij tevens voor het tijdstip van aflevering voorzien te zijn van een waarmerkstrookje van Naktuinbouw op de wijze als op bijlage VII bij dit Reglement en in artikel 17 aangegeven. Indien gecertificeerde planten per stuk zijn gewaarmerkt is het gebruik van het certificaat niet verplicht. 2. Het certificaat verliest zijn geldigheid indien verpakkingseenheden zijn verbroken of waarmerkstrookjes zijn verwijderd. 3. Het certificaat is slechts geldig indien het is voorzien van dienststempel en paraaf van de bevoegde functionaris van Naktuinbouw. Het certificaat dient de zending te vergezellen of kort na de aflevering te worden verzonden. In geval van meer-dere deelleveringen mag een verzamelcertificaat afgegeven worden kort na de laatst verzonden deellevering. 4. Een certificaat wordt per partij afgegeven. Op een certificaat kunnen twee of meer partijen worden omschreven, indien voor de aangeduide partijen dezelfde geldigheidsduur van toepassing is en de onderwerpelijke partijen aan dezelfde eisen, die voor het betrokken materiaal gelden, voldoen. 5. Indien binnen het bedrijf gebruik gemaakt wordt van voortkwekingsmateriaal af-komstig van moeder planten uit eigen bedrijf, vervalt de verplichting tot waarmerking en documentge bruik als bedoeld in dit artikel, mits materiaal doorlopend en zorgvuldig is geïdentificeerd. 6. Indien de teelt van virusvrije Prunus heeft plaatsgevonden op een perceel dat door middel van grondbemonstering vrij is bevonden van Xiphinema en Longidorusaaltjes kan op verzoek een certificaat en waarmerkstrookje worden afgegeven met de aanduiding FXL (free from Xiphinema and Longidorus). 1. Waarmerking zal slechts geschieden: WAARMERKEN Artikel 17 a. nadat de in ras afwijkende planten uit het gewas zijn verwij derd dan wel op voldoen de duurzame wijze zijn gekenmerkt. Naktuinbouw kan bepalen, dat de in ras afwijkende planten steeds uit het gewas moeten worden verwij-derd, indien er anders naar inzicht van Naktuinbouw bij de waarmerking gerede aanleiding tot het maken van vergissingen bestaat; b. indien in het overigens door Naktuinbouw goedgekeurde gewas voor ziekten of plagen, genoemd in bijlage III van dit Reglement, de v oorge schreven maatregelen zijn geno men alsmede de andere ziekten en plagen, waarop bij de keuring van de betrokken soort of het betreffen de ras speciaal wordt gelet, op afdoende wijze zijn bestreden; c. indien de afzonderlijke planten voldoen aan de uitwendige kwaliteitseisen, die zijn opgenomen in bijlage V bij dit Reglement. 2. Waarmerkstrookjes worden aan veredelde planten vóór het rooien te velde aangebracht. Onder toezicht van Naktuinbouw kan waarmerking kort voor het tijdstip van verhande len plaatsvinden mits correct geïdentificeerd. Onderstammen, al dan niet met slapend oog of handveredeling, alsmede voort kwekingsmate ri aal, worden kort voor het tijdstip van verhandeling gewaar merkt. 3. Veredelde en meerjarige planten worden per stuk gewaarmerkt. 4. Op verzoek van de geregistreerde is onder toezicht van Naktuinbouw het waar-merken in bossen van veredelde planten mogelijk met inachtneming van onderstaande voorwaarden en condities: - aflevering vindt uitsluitend plaats aan eindgebruikers; - de afnemer van het teeltmateriaal verzoekt eveneens om het waarmerken in bossen. Dit wordt op het certificaat vermeld;

11 - aan Naktuinbouw dient vóóraf gemeld te worden wanneer men gaat rooien, sorteren en verhandelen; - op het bedrijf van geregistreerde is uitsluitend certificeerbaar teeltmateriaal van het betreffende ras voorhanden; - bossen worden door bindband van Naktuinbouw gesloten. Ander bindmateriaal wordt door een plombe van Naktuinbouw gesloten. 5. Onderstammen, al dan niet met slapend oog of handveredeling worden gewaarmerkt in bossen of in afgesloten kratten of containers. Het bepaalde in de laatste zin van het vorige lid is van overeen komstige toepassing. 6. Voortkwekingsmateriaal wordt in eenheden of gebost gewaarmerkt. Het bepaalde in de laatste zin van lid 4 is van overeenkomstige toepassing. WEIGERING TOT CERTIFICERING EN INTREKKEN VERSTREKTE DOCUMENTATIE Artikel Indien Naktuinbouw constateert, dat een ter certificering aangeboden partij niet aan de eisen van dit Reglement of de daarop berustende voorschriften voldoet, wordt certificering voor de betrokken partij geweigerd. Indien op aanwijzing van Naktuinbouw maatregelen genomen zijn, kan een herstelkeuring worden aangevraagd, zodat alsnog certificering kan volgen, indien de partij na herstelkeuring aan alle eisen voldoet. 2. Naktuinbouw beslist op aanvraag over de afgifte van certificaten. Zij is tevens bevoegd afgegeven certificaten in te trekken, indien wordt vastgesteld dat het betrokken materiaal of de betrokken deelnemer niet langer aan de gestelde eisen voldoet. 3. De beslissing van Naktuinbouw ten opzichte van een deelnemende leverancier genomen om terzake van één of meerdere partijen niet tot certificering over te gaan, is vatbaar voor bezwaar en beroep. 4. Het bezwaar als in het vorige lid bedoeld dient te worden neergelegd in een bezwaarschrift, dat voldoet aan het bepaalde in artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht en dient te worden gericht aan de het Hoofd Keuringen van Naktuinbouw. 5. Indien tegen het besluit van Naktuinbouw om niet over te gaan tot certificering bezwaar is gemaakt, kan de Voorzieningenrechter te Den Haag op verzoek van de indiener van het bezwaarschrift een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. 6. Behoudens het geval dat de aanwezigheid van quarantaine-organisme(n) is vastgesteld, is de leverancier te allen tijde gerechtigd een herstelkeuring te verzoeken bij het Hoofd Keuringen van Naktuinbouw. 7. Indien een deelnemer zijn financiële verplichtingen, ook die uit andere hoofde dan certificering, jegens Naktuinbouw niet nakomt en in verzuim is, kan deze haar certificeringsactiviteiten opschorten tot aan de datum van algehele voldoening. SLOTBEPALINGEN Artikel Dit Reglement kan worden aangehaald als Certificeringsreglement Grootfruitgewassen van Naktuinbouw 2. In de gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist het Hoofd Keuringen van Naktuinbouw. 3. Dit Reglement is vastgesteld op 27 februari 1996 en laatstelijk gewijzigd op 17 februari 2012.

12 Bijlage 1 Voor certificering komt in aanmerking teeltmateriaal van alle rassen van grootfruitgewassen, die zijn beschreven/gedocumenteerd in: a) het Nederlands Rassenregister b) het Europees Rassenregister c) Rassenlijst voor fruitgewassen d) Rassenlijst Naktuinbouw Ook indien een ras op een andere wijze zodanig is beschreven en geïdentificeerd dat naar het oordeel van de Naktuinbouw aan de rasbeschrijvingseisen is voldaan, kan teeltmateriaal van het ras voor certificering in aanmerking komen. Naktuinbouw geeft periodiek een sortimentslijst fruitgewassen uit die alle rassen waarvan certificering kan plaatsvinden vermeldt. Deze sortimentslijst is openbaar.

13 Bijlage 2 Nadere voorschriften met betrekking tot de identiteitscontrole van in de certificeringskeuring op te nemen teeltmateriaal grootfruitgewassen. Algemeen In alle fases van de produktie wordt nauwlettend toegezien op een correct benamen van plantmateriaal. In het geval van twijfel kan door Naktuinbouw een controle op de identiteit worden voorgeschreven. Voor als instabiele gekenmerkte rassen gelden strengere controlebepalingen. Instabiel zijn die rassen die een groei, bloei of vruchtvorming laten zien die op de afzonderlijke plant waarneembaar afwijkt van de standaard en standaardbeschrijving van het ras. Indien het afwijkingspercentage lager ligt dan 2% van de op de planten van dit ras voorkomende bladeren, bloemen of vruchten wordt in dit verband niet gesproken van instabiele rassen. Kandidaatplanten/originele moederplanten Kandidaatplanten zelf of voortkwekingsmateriaal van elke afzonderlijke kandidaatplant of originele moederplanten dienen voor een volledige controle op identiteit gebruikt te worden. De te controleren planten dienen geteeld te worden op een wijze die een volledige controle mogelijk maakt. In het geval van virusvrij gemaakte kandidaatplanten dient ter vergelijking materiaal van het (ingezonden) ras opgeplant te worden. Bevestiging van de correcte identiteit van kandidaatplanten of originele planten vindt plaats door Naktuinbouw. Prebasismoederplanten (PBM) Bij opname van planten in de categorie prebasis worden telkenmale dat daaruit vermeerdering gaat plaatsvinden een deel van het materiaal gebruikt voor een volledige identiteitscontrole. De betreffende ogen/enten worden veredeld op de voor dat gewas/ras in de teeltpraktijk meest gebruikte onderstam. Deze bomen worden op een gescheiden perceel geteeld en vervolgens vindt gedurende enige jaren een identiteitsbeoordeling met vruchtcontrole plaats. Indien wordt vastgesteld in de identiteitscontrole dat een beoordeelde plant volledig afwijkingen vertoont dan zal de vermeerdering van materiaal afkomstig van dezelfde prebasismoederplant niet meer voor certificering in aanmerking kunnen komen. Basismoederplanten (BM) Per plant/boom is geregistreerd van welke PBM-plant deze afkomstig is. Door de producent van het basismateriaal wordt een beoordeling op identiteit uitgevoerd. Gecertificeerde en erkende moederplanten (GM) Per partij moederplanten is geregistreerd door de eigenaar van het materiaal van welke originele moederplanten of basismoederplanten deze afkomstig zijn. Bij voorkeur is per plant een verbinding te leggen. Door de producent van gecertificeerd voortkwekingsmateriaal dient de identiteit van gecertificeerde of

14 erkende moederplanten bewaakt te worden. Voor de rassen die niet als instabiele rassen gekenmerkt worden is in deze vermeerderingsfase niet voorgeschreven dat zij volledig op bloei en vruchtvorming/vruchtuiterlijk moeten worden gecontroleerd. Planten van rassen die als instabiel gekenmerkt zijn en dus in de loop van het vermeerderingsproces normaal gesproken een percentage afwijkers zullen laten zien, zullen tenminste 1 maal een goede bloei en vruchtcontrole dienen te doorlopen. Dit kan plaatsvinden voordat tot opplanting van deze plant op het definitieve moederplantenperceel wordt overgegaan of op het perceel waarop de moederplanten zijn geplant. Indien uit waarnemingen (o.a. van Naktuinbouw) uit de teeltpraktijk blijkt dat zich problemen met rasechtheid en/of raszuiverheid voordoen kan een nieuwe volledige identiteitscontrole worden voorgeschreven. Gecertificeerde planten In deze fase is geen specifieke identiteitscontrole voorzien.

15 Bijlage 3 Gezondheidsvoorschriften en eisen (in aanvulling op het bepaalde in het Naktuinbouw-keuringsreglement) voor te certificeren teeltmateriaal grootfruit gewassen. Ziekte/plaag Maatregelen tijdens de teelt Maximum tolerantie (visueel) bij aflevering Eisen* Categorie PBM/origineel BM GM/ GP erkend Virusziekten Prunus Necrotic Ringspot 2 Visueel vrij Virus (necrotische-kringvlekken virus van Prunus) Prune Dwarf Virus 2 Visueel vrij (pruimesmalbladvirus) Overige virusziekten 2 Visueel vrij Bacterieziekten Pseudomonas syringae pv. 2 Visueel vrij morsprunorum (Bacteriekander) Pseudomonas syringae pv. 2 Visueel vrij syringae (Hagelschotziekte, knop- en bloesemsterfte) Xanthomonas campestris pv. 2 Visueel vrij juglandis (bacteriebrand) Overige bacterieziekten 2 Visueel nagenoeg vrij Agrobacterium tumefaciens (wortelknobbel, kroongal) 2 Visueel vrij Schimmelziekten Armillariella spp. (Honingzwam) 2 Visueel vrij Chondrostereum purpureum 2 vrij, visueel nagenoeg vrij (Loodglans) Nectria galligena (vruchtboomkanker) 2 vrij, visueel nagenoeg vrij Phytophthora spp. (o.a. 2 vrij, visueel nagenoeg vrij Stambasisrot) Verticillium spp. (Verwelkingsziekte) 2 Visueel vrij Venturia spp. (Schurft) 3 visueel nagenoeg vrij Overige schimmelziekten 3 visueel nagenoeg vrij Geleedpotigen 3 Visueel nagenoeg vrij

16 Ziekte/plaag Maatregelen tijdens de teelt Maximum tolerantie (visueel) bij aflevering Eisen* Categorie PBM/origineel BM GM/erkend GP Nematoden Meloidogyne spp. Pratylenchus spp. Trichodorus spp. Xiphinema spp. en Longidorus spp bij Prunus en Juglans Na rooien symptoombeoordeling Bemonstering voorafgaand aan teelt virusvrije moederplanten. Bemonstering op verzoek voor FXL-aanduiding op certificaat Visueel nagenoeg vrij vrij vrij vrij n.v.t. vrij vrij vrij vrij * Verklaring codes maatregelen tijdens de teelt 1. Zichtbaar aangetaste planten dienen onmiddellijk verwijderd te worden. Overige belendende planten worden nauwgezet gecontroleerd. Certificering van teeltmateriaal uit het betreffende gewas of de betreffende partij zelf vindt in het lopende seizoen niet plaats. 2. Gedurende de teelt dienen zichtbaar aangetaste planten verwijderd te worden. Voortkwekingsmateriaal mag uitsluitend worden genomen van gewassen die (weer) visueel vrij zijn bevonden. 3. Het totale gewas gecertificeerde planten mag gedurende de teelt niet meer dan 2% geïnfecteerde planten bevat hebben. Indien opschoning goed heeft plaatsgevonden kan certificering van de betreffende partij teeltmateriaal plaatsvinden. 4. Gedurende de teelt dient direkt een doelmatige gewasbescherming plaats te vinden waardoor het niveau van de aantastingen tot nagenoeg vrij wordt gereduceerd.

17 Bijlage 4 Nadere voorschriften met betrekking tot toetsing op pathogenen van teeltmateriaal grootgewassen. Van de volgende geslachten kan teeltmateriaal als virusvrij worden gecertificeerd als aan de gestelde voorwaarden in dit certificeringreglement is voldaan: Malus, Cydonia, Prunus en Pyrus. De Kwalificatie virusvrij wordt verleend indien uit toetsing van kandidaatplanten op een door Naktuinbouw erkende wijze is gebleken dat de volgende, in dat geslacht Europa bekende, virusziekten niet zijn aangetroffen. APPEL (Malus) Virusvrij: Apple chlorotic, leafspot clostervirus (Chlorotisch-bladvlekkenvirus van appel) Apple mosaic ilarvirus (appelmozaïekvirus) Apple stem grooving capillovirus (appelhoutgroefvirus) Apple proliferation MLO (heksenbezemziekte van appel) Chat fruit (kleinvruchtigheidsviroïde) Green crinkle Horseshoe wound Rough skin (appelsterbarstvirus) Ring spot Russet ring (appelkringerigheidsvirus) Rubbery wood (rubberhout) Flat limb (lijstenziekte) Russet wart Stem pitting (appelhoutputjesvirus) Spy epinasty and decline (appel-spy 227-epinasty en afstervingsvirus) Platycarpa scaly bark ((Malus) platycarpa-schilferbarstvirus) PEER en KWEE (Pyrus en Cydonia) Virusvrij: Apple chlorotic leafspot closterovirus (chlorotische-bladvlekkenvirus van de appel) Pear decline MLO (pere-aftakelingsziekte) Bark split Bark necrosis [Perebastnecroseviroïde] Blister canker (pereblaasjeskankerviroïde) Rough bark [pereruwebastviroïde] Quince scooty ringspot Rubbery wood (rubberhout) Quince yellow blotch (kweegeelvlekvirus) Stony pit (perestenigheidsvirus) Vein yellows/red mottle (perenerfmozaïekvirus) Stem pitting (appelhoutputjesvirus)

18 PRUIM (Prunus) Virusvrij: Apple chlorotic leafspot closterovirus (chlorotische-bladvlekkenvirus van appel) Apple mosaic ilarvirus (appelmozaïekvirus) Myrobalan latent ringspot nepovirus Plum pox potyvirus (pruimesharkavirus) Prune dwarf ilarvirus (pruimesmalbladvirus) Prunus necrotic ringspot ilarvirus (necrotische-kringvlekkenvirus van Prunus) Apricot chlorotic leafroll MLO (abrikozebladrolziekte) KERS (Prunus) Virusvrij: Apple chlorotic leafspot closterovirus (chlorotische-bladvlekkenvirus van de appel ) Apple mosaic ilarvirus (appelmozaïekvirus) Arabis mosaic nepovirus (arabis-mozaïekvirus) Cherry green ring mottle virus Cherry leaf roll nepovirus (kersebladrolvirus) Detrimental canker Prune dwarf ilarvirus (pruimesmalbladvirus) (necrotische-kringvlekkenvirus van Prunus) Raspberry ringspot nepovirus (frambozekringvlekkenvirus) Strawberry latent ringspot nepovirus (latent aardbeikringvlekkenvirus) Tomato black ring nepovirus (tomatezwartkringvirus) Little cherry Necrotic rusty mottle (necrotische-roestvlekkenvirus van de kers) Rusty mottle (American and European) (kerseroestvlekkenvirus Amerikaans/Europees) Shirofugen stunt ABRIKOOS (Prunus) Virusvrij: Apple chlorotic leafspot closterovirus (chlorotische-bladvlekkenvirus van appel) Apple mosaic ilarvirus (appelmozaïekvirus) Plum pox potyvirus (pruimesharkavirus) Prune dwarf ilarvirus (pruimesmabladvirus) Prunus necrotic ringspot ilarvirus (necrotische-kringvlekkenvirus van Prunus) Apricot chlorotic leafroll MLO (abrikozebladrolziekte) Reach asteroid spot

19 PERZIK (Prunus) Virusvrij: Apple chlorotic leafspot closterovirus (chlorotische-bladvlekkenvirus van de appel) Apple mosaic ilarvirus (appelmozaïekvirus) Cherry green ring mottle virus Plum pox potyvirus (pruimesharkavirus) Prune dwarf ilarvirus (pruimesmalbladvirus) Prunus necrotic ringspot ilarvirus (necrotische-kringvlekkenvirus van Prunus) Strawberry latent ringspot nepovirus (latent aardbeikringvlekkenvirus) Tomato black ring nepovirus (tomatezwartkringvirus) Apricot chlorotic leafroll MLO (abrikozebladrolziekte) Peach latent mosaic viroid (perzikzwakmozaïekviroïde Peach asteroid spot WALNOOT (Juglans) Virusvrij: Cherry leaf roll nepovirus (kerse bladrolvirus)

20 Annex bij bijlage 4 Naderen voorschriften met betrekking tot controletoetsing en omgevingseisen voor te certificeren teeltmateriaal grootfruitgewassen Algemeen Virustoetsingen en overige voorgeschreven toetsingen op pathogenen dienen te worden uitgevoerd door een door Naktuinbouw geaccepteerde instelling op een door Naktuinbouw geaccepteerde wijze. Bemonstering van basis- en gecertificeerde moederplanten vindt plaats door of onder toezicht van een keurmeester van Naktuinbouw. Instandhouding en bemonstering van prebasismoederplanten vinden plaats door een door Naktuinbouw geaccepteerde instelling/bedrijf. 1. virusvrije prebasismoederplanten (artikel 11) Prebasisplanten dienen telkenmale bij verjonging (instandhoudingsvermeerdering) of tenminste eenmaal per 20 jaar te worden getoetst op alle virussen, genoemd in bijlage IV. Voorts dient er tenminste jaarlijks een controletoetsing van alle planten van de relevante soorten plaats te vinden op met luizen of met stuifmeel overdraagbare virussen (necrotic ringspot ilarvirus (PNRSV), prune dwarf ilarvirus (PDV), plum pox potyvirus (PPV)). Voorts dient er tenminste eens per 5 jaar een controletoetsing van de relevante soorten plaats te vinden op nepovirussen door middel van sapinoculatie op kruidachtige planten. Virusvrije planten van Prunus dienen geteeld te worden in een kas in een omgeving die in een straal van tenminste 250 meter vrij gehouden wordt van PNRSV, PDV en PPV. Door de eigenaar van deze moederplanten dient hierop aktief te worden toegezien d.m.v. visuele beoordeling en waar nodig toetsing. Bij aantreffen dienen de planten verwijderd te worden. Indien dit niet of onvoldoende gebeurt, zal een intensivering van de controletoetsingen worden voorgeschreven. Door de eigenaar van de in het certificeringssysteem opgenomen virusvrije prebasismoederplanten dient jaarlijks inzicht verstrekt te worden in de toetsingsresultaten van deze planten. 2. virusvrije basismoederplanten (artikel 12) Alle basismoederplanten van de relevante Prunussoorten en rassen dienen tenminste 1 maal per jaar te worden getoetst op plum pox potyvirus en voor zover het gewassen met bloemen betreft tenminste 1 maal per jaar op prune dwarf ilarvirus en prunus necrotic ringspot ilarvirus. Basismoederplanten dienen tenminste 1 maal per 5 jaar door middel van een representatieve steekproef te worden getoetst op nepovirussen door middel van sapinoculatie van mengmonsters op kruidachtige planten. Moederplanten van Prunus dienen geteeld te worden in een kas of op een perceel in een omgeving die in een straal van tenminste 250 meter vrij gehouden wordt van PNRSV, PDV en PPV. Door de eigenaar van de basismoederplanten dient hierop aktief te worden toegezien d.m.v. visuele beoordeling en waar nodig toetsing. Bij aantreffen dienen de planten verwijderd te worden. Indien dit niet of onvoldoende gebeurt, zal een intensivering van de controletoetsingen worden voorgeschreven. Moederplanten van Malus, Pyrus, Cydonia, Juglans dienen geteeld te worden op een perceelsgedeelte dat tenminste 50 meter verwijderd is van een gedeelte waarop niet-virusvrije planten van hetzelfde geslacht worden geteeld.

21 Er zijn geen standaard controletoetsingen voorgeschreven. 3. gecertificeerde moederplanten (artikel 13) Gecertificeerde moederplanten (van relevante Prunussoorten en rassen) dienen tenminste 1 maal per jaar steekproefgewijs op plum pox potyvirus te worden getoetst en voor zover het gewassen met bloemen betreft 1 maal per jaar op prunus necrotic ringspot ilarvirus en prune dwarf ilarvirus. Moederplanten van Prunus dienen geteeld te worden in een omgeving die in een straal van tenminste 250 meter vrij gehouden wordt van PNRSV, PDV en PPV. Door de teler van deze moederplanten dient hierop aktief te worden toegezien d.m.v. visuele beoordeling en waar nodig toetsing. Bij aantreffen dienen de planten verwijderd te worden. Indien dit niet of onvoldoende gebeurt, zal een intensivering van de controletoetsingen worden voorgeschreven. 4. gecertificeerde planten (artikel 14) Geen standaard controletoetsingen voorgeschreven.

22 Bijlage 5 Nadere voorschriften met betrekking tot uitwendige kwaliteitseisen voor te certificeren teeltmateriaal grootfruitgewassen 1. ALGEMEEN 1.1. Het wortelgestel moet voldoende beworteld en vertakt zijn en zodanig gerooid zijn, dat het van voldoende lengte is Het wortelgestel en de gehele plant moeten praktisch vrij zijn van mechanische, parasitaire, chemische en klimatologische beschadigingen Bij een veredelde plant moet de lengte van het ondergrondse gedeelte van de onderstam ten minste 15 cm bedragen De ent of oculatie moet recht op de stam staan en daarmee stevig zijn vergroeid. Een te grote k romming in de stam is niet toegestaan De plant dient aan een vakkundige snoei te zijn onderworpen De vroegste rooidatum voor gecertificeerd teeltmateriaal van fruitgewassen is 21 september. Jaarlijks kan door de direktie van Naktuinbouw tot vervroeging/verlating van deze datum worden besloten. Een beslissing daartoe wordt in de laatste week augustus of in de eerste week september genomen en via de vakpers en/of via een schrijven aan aangeslotenen bekend gemaakt. 2. EISEN AAN EENJARIG VRUCHTGOED, LAAG VEREDELD 2.1. Een laag veredelde plant wordt als éénjarig beschouwd indien het meerjarige stamgedeelte, inclusief de onderstam, gemeten vanaf de begane grond een lengte heeft van maximaal 40 cm De veredelingsplaats moet zich steeds bevinden op ten minste 15 cm hoogte. In afwijking hier van geldt voor peer en voor alle veredelingen op zaailingonderstammen een minimum verede lingshoogte van 10 cm boven de grond De plant gemeten vanaf de grond moet een lengte hebben van ten minste 75 cm De diameter van de plant gemeten op 10 cm boven de basis van de éénjarige scheut c.q. boven de ent moet ten minste 8 mm bedragen.

Certificeringsvoorschriften. Select Plant Hosta

Certificeringsvoorschriften. Select Plant Hosta Certificeringsvoorschriften Select Plant Hosta CERTIFICERINGSVOORSCHRIFTEN SELECT PLANT HOSTA Vastgesteld door het Bestuur Naktuinbouw 11 juli 2014 Begripsbepalingen Artikel 1. Deze certificeringsvoorschriften

Nadere informatie

BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1

BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1 Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam, blauwe bes) Ten eerste vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw bij besluit nr. 2006/02 herziening steeds vastgesteld

Nadere informatie

BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1

BEGRIPSBEPALINGEN ARTIKEL 1 Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam,vaccinium) Ten eerste vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw bij besluit nr. 2006/02 herziening het laatst vastgesteld

Nadere informatie

Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam, blauwe bes) vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw

Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam, blauwe bes) vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw Certificeringsreglement Naktuinbouw Elite Softfruit (aardbei, framboos, braam, blauwe bes) vastgesteld door het bestuur van Naktuinbouw Inhoudsopgave Artikel 1 : Begripsbepalingen Artikel 2 : Toepasselijkheid

Nadere informatie

Landbouwkwaliteitswet : Landbouwkwaliteitswet; Landbouwkwaliteitsregeling : Landbouwkwaliteitsregeling 2007;

Landbouwkwaliteitswet : Landbouwkwaliteitswet; Landbouwkwaliteitsregeling : Landbouwkwaliteitsregeling 2007; Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst heeft, gelet op het bepaalde in artikel 10 lid 2 van de Landbouwkwaliteitswet, in zijn vergadering van 9 april 2013 vastgesteld het navolgende reglement,

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Soort-Crocus

Uitvoeringsrichtlijn Soort-Crocus Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN

DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN DE KEURING VAN POOTAARDAPPELEN De omstandigheden in Nederland, zoals klimaat en grondsoort, zijn zeer geschikt voor het telen van pootaardappelen. Daarnaast is het vakmanschap van de Nederlandse telers

Nadere informatie

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD 11.10.2016 MONITEUR BELGE 69245 VLAAMSE OVERHEID Landbouw en Visserij [C 2016/36445] 25 AUGUSTUS 2016. Ministerieel besluit betreffende de uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de

Nadere informatie

Studiemiddag Kleinfruit Steenfruit Vlamings BV 1

Studiemiddag Kleinfruit Steenfruit Vlamings BV 1 11 februari 2015 Studiemiddag Klein en Steenfruit Vlamings B.V. Hans Konings Virusziekten in Blauwe Bes, ander houtig kleinfruit en Steenfruit. Inhoud Virussen algemeen Ziektenbeelden in blauwe bessen

Nadere informatie

Vegaplan Standaard Niet Eetbare Tuinbouwproducten: Minimum EG kwaliteit siergewassen. Studiedag boomkwekerij 21 februari 2019

Vegaplan Standaard Niet Eetbare Tuinbouwproducten: Minimum EG kwaliteit siergewassen. Studiedag boomkwekerij 21 februari 2019 Vegaplan Standaard Niet Eetbare Tuinbouwproducten: Minimum EG kwaliteit siergewassen Studiedag boomkwekerij 21 februari 2019 Inhoud 1. Wettelijke basis 2. Toepassingsgebied 3. Kwaliteitscontrole door leverancier

Nadere informatie

HANDLEIDING keuring Fruitgewassen Naktuinbouw

HANDLEIDING keuring Fruitgewassen Naktuinbouw HANDLEIDING keuring Fruitgewassen Naktuinbouw tot uitvoering van het bepaalde in Regeling verhandeling teeltmateriaal, gebaseerd op Richtlijn 2008/90/EG (alsmede richtlijnen; 2014/96, 2014/97, 2014/98

Nadere informatie

HANDLEIDING keuring Fruitgewassen Naktuinbouw

HANDLEIDING keuring Fruitgewassen Naktuinbouw HANDLEIDING keuring Fruitgewassen Naktuinbouw tot uitvoering van het bepaalde in Regeling verhandeling teeltmateriaal, gebaseerd op Richtlijn 2008/90/EG (alsmede richtlijnen; 2014/96, 2014/97, 2014/98

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Hyacint

Uitvoeringsrichtlijn Hyacint Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 4.2.2017 NL L 31/29 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/198 VAN DE COMMISSIE van 2 februari 2017 betreffende maatregelen ter voorkoming van de insleep en verspreiding in de Unie van Pseudomonas syringae pv. actinidiae

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Dahlia

Uitvoeringsrichtlijn Dahlia Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

Vlaanderen is landbouw & visserij CERTIFICERING VAN POOTAARDAPPELEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ

Vlaanderen is landbouw & visserij CERTIFICERING VAN POOTAARDAPPELEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Vlaanderen is landbouw & visserij CERTIFICERING VAN POOTAARDAPPELEN DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ In Vlaanderen worden hoogwaardige pootaardappelen geteeld. Dit is de verdienste van een vijftigtal producenten

Nadere informatie

Vlaamse overheid. Besluit van de Vlaamse regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van

Vlaamse overheid. Besluit van de Vlaamse regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van Vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO

Presentatie. Afsterven steenfruitbomen. Klantendag Stonefruitconsult. Echteld Donderdag 7 maart. Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO oetermeer Presentatie Afsterven steenfruitbomen Klantendag Stonefruitconsult Echteld Donderdag 7 maart Met medewerking van Marcel Wenneker van PPO Boomuitval Grotere verliezen aan bomen binnen steenfruit

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Narcissus

Uitvoeringsrichtlijn Narcissus Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

Certificeringsreglement Naktuinbouw Select Plant Laan- en Sierbomen

Certificeringsreglement Naktuinbouw Select Plant Laan- en Sierbomen Certificeringsreglement Naktuinbouw Select Plant Laan- en Sierbomen Inhoudsopgave Artikel 1 : Begripsbepalingen Artikel 2 : Toepasselijkheid Artikel 3 : Aangifte Artikel 4 : Eisen bedrijfsvoering en verplichtingen

Nadere informatie

CONCEPT. Elite Certificering Naktuinbouw Grootfruit

CONCEPT. Elite Certificering Naktuinbouw Grootfruit Elite Certificering Naktuinbouw Grootfruit Inhoudsopgave Artikel 1 : Begripsbepalingen Artikel 2 : Toepasselijkheid Artikel 3 : Teeltaangifte Artikel 4 : Eisen bedrijfsvoering en verplichtingen deelnemer

Nadere informatie

Eis 6.3.2 Schadelijke organismen en ziekten niveau 1

Eis 6.3.2 Schadelijke organismen en ziekten niveau 1 Eis 6.3.2 Schadelijke organismen en ziekten niveau 1 Indien tijdens de teelt schadelijke quarantaine organismen en ziekten met betrekking tot de gezondheid van mens, dier en plant werden vastgesteld dienen

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid,

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1995D0232 NL 31.12.1998 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 27 juni 1995

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Overige Bolgewassen

Uitvoeringsrichtlijn Overige Bolgewassen Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst, gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling 2007,

Nadere informatie

De keuring van pootaardappelen

De keuring van pootaardappelen De keuring van pootaardappelen De omstandigheden in Nederland, zoals klimaat en grondsoort, zijn zeer geschikt voor het telen van pootaardappelen. Daarnaast is het vakmanschap van de Nederlandse telers

Nadere informatie

Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie 3, 21 januari 2014

Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie 3, 21 januari 2014 Controle- en certificeringsreglement PROduCERT gecertificeerd Scharrelkippenvlees, versie, januari 0 Artikel Registratieverplichting Ieder bedrijf dat bij wege van bedrijf scharrelkippenvlees verhandelt

Nadere informatie

KWALITEITS - CONTROLE - BUREAU

KWALITEITS - CONTROLE - BUREAU KWALITEITS - CONTROLE - BUREAU Louis Pasteurlaan 6 Zoetermeer Controlereglement van de Stichting: Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB), gevestigd te Zoetermeer ------------------ AANHEF Het KCB is, op basis

Nadere informatie

Certificering Grootfruitgewassen

Certificering Grootfruitgewassen Certificering Grootfruitgewassen Gerben Mellema Manager keuringen 18 oktober 2016 U gaat in 2017 vruchtbomen telen (1) Alle rassen die u teelt zijn geregistreerd Zowel gecertificeerde als CAC rassen Vermeld

Nadere informatie

Vo (EG) Nr. 1455/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 2706/00; Vo (EG) Nr. 2147/02; Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 PAPRIKA'S

Vo (EG) Nr. 1455/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 2706/00; Vo (EG) Nr. 2147/02; Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 PAPRIKA'S Vo (EG) Nr. 1455/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 2706/00; Vo (EG) Nr. 2147/02; Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 PAPRIKA'S I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Deze norm heeft betrekking op paprikavariëteiten

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 35741 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE Landbouw en Visserij [C 2006/36080] 29 JUNI

Nadere informatie

Reglement op het gebruik en toezicht van het collectieve Naktuinbouw-kwaliteitsmerk

Reglement op het gebruik en toezicht van het collectieve Naktuinbouw-kwaliteitsmerk Reglement op het gebruik en toezicht van het collectieve Naktuinbouw-kwaliteitsmerk (Artikel 2.37 Beneluxverdrag inzake de intellectuele eigendom) Artikel 1. Definities: a. Houdster van het ingeschreven

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE L 38/32 Publicatieblad van de Europese Unie 7.2.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/20/EU VAN DE COMMISSIE van 6 februari 2014 tot vaststelling van EU-klassen voor basispootgoed en gecertificeerd pootgoed van

Nadere informatie

De keuring van pootaardappelen

De keuring van pootaardappelen De keuring van pootaardappelen Nederlandse Algemene Keuringsdienst De omstandigheden in Nederland, zoals klimaat en grondsoort, zijn zeer geschikt voor het telen van pootaardappelen. Daarnaast is het vakmanschap

Nadere informatie

Administratieve Audit

Administratieve Audit 2980 AB Roelofarendsveen, 05-12-2014 Hierbij zenden wij u de resultaten van de administratieve audit die onze keurmeester, op bij u heeft gehouden. Administratieve Audit Algemeen gegevens Aanpassingen:

Nadere informatie

L 267/8 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

L 267/8 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN L 267/8 Publicatieblad van de Europese Unie 8.10.2008 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/90/EG VAN DE RAAD van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede

Nadere informatie

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE L 125/16 13.5.2016 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/715 VAN DE COMMISSIE van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen

Nadere informatie

Kwaliteit uit Nederland

Kwaliteit uit Nederland Kwaliteit uit Nederland Wie certificeert? In Nederland worden vruchtbomen en vruchtboomonderstammen geïnspecteerd en op vrijwillige basis gecertificeerd door Naktuinbouw. Naktuinbouw is hiervoor als officiële

Nadere informatie

Virusziekten bij het gewas Eucomis

Virusziekten bij het gewas Eucomis Virusziekten bij het gewas Eucomis Voortgezet diagnostisch onderzoek 2011 Peter Vink, Paul van Leeuwen en Khanh Pham Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen, Boomkwekerij en Fruit Januari 2013

Nadere informatie

Vo (EG) Nr. 1677/88, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 KOMKOMMERS

Vo (EG) Nr. 1677/88, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 KOMKOMMERS Vo (EG) Nr. 1677/88, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 KOMKOMMERS I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Deze norm heeft betrekking op komkommers van de variëteiten (cultivars)

Nadere informatie

Hout100% Kwaliteits- & zekerheidsregeling. Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Hout100% Kwaliteits- & zekerheidsregeling. Artikel 1: Begripsomschrijvingen Hout100% Kwaliteits- & zekerheidsregeling (1 juli 2018) Artikel 1: Begripsomschrijvingen a) Stichting Stichting Garantie Timmerwerk; b) Aangeslotene de aangesloten onderneming, als bedoeld in artikel 12

Nadere informatie

Afhankelijk van het gebruiksdoel zal Naktuinbouw na uw melding een controle uitvoeren op de inzameling.

Afhankelijk van het gebruiksdoel zal Naktuinbouw na uw melding een controle uitvoeren op de inzameling. Ons kenmerk BO/WLi/14-081 Behandeld door W.N. van Liere Doorkiesnummer 071-3326288 Uw kenmerk «Relatie_Nr» Datum 08 September 2014 Geachte relatie, Binnenkort starten de jaarlijkse inzamelingen van boomzaden.

Nadere informatie

AANWIJZING AL-01 INTERNATIONAAL VERVOER ZAAIZAAD 2015

AANWIJZING AL-01 INTERNATIONAAL VERVOER ZAAIZAAD 2015 NWIJZING L-01 INTERNTIONL VERVOER ZIZD 015 De vaste commissie voor zaaizaden heeft de volgende aanwijzingen voor internationaal vervoer van zaaizaad vastgesteld. De aanwijzingen zijn per hoofdstuk als

Nadere informatie

Overwegende dat de produktie van wijn en van tafeldruiven. van geschikt pootgoed ; dat derhalve sommige

Overwegende dat de produktie van wijn en van tafeldruiven. van geschikt pootgoed ; dat derhalve sommige 17. 4. 68 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 93/ 15 RICHTLIJN VAN DE RAAD van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken (68/193/EEG)

Nadere informatie

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ; Het bestuur van CBD heeft, Overwegende, dat uniforme basisvoorwaarden dienen te worden vastgesteld waaronder kan worden overgegaan tot certificatie in het kader van een kwaliteitbeheersingssysteem in de

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 5. 12. 83 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 339/ 19 VERORDENING (EEG) Nr. van 14 november 1983 3351/83 VAN DE RAAD betreffende de regeling ter vergemakkelijking van de afgifte van certificaten

Nadere informatie

Eisen aan het plantenpaspoort

Eisen aan het plantenpaspoort Eisen aan het plantenpaspoort Richtlijn 92/105/EEG beschrijft, om te komen tot enige mate van standaardisatie, de eisen welke gesteld worden aan het plantenpaspoort. Deze eisen hebben betrekking op; uitvoering(vorm)

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2008L0090 NL 16.12.2010 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 2008/90/EG VAN DE RAAD van 29 september

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 362/21

Publicatieblad van de Europese Unie L 362/21 9.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 362/21 BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 1 december 2004 tot vaststelling van uitvoeringsregels volgens welke de lidstaten toestemming kunnen geven voor het

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Lilium

Uitvoeringsrichtlijn Lilium Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE EI-KEURMERK IKB

REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE EI-KEURMERK IKB REGLEMENT OP HET GEBRUIK VAN EN TOEZICHT OP HET COLLECTIEVE EI-KEURMERK IKB Het bestuur van de Stichting IKB EI, hierna te noemen: de Stichting, in aanmerking nemende dat, het Productschap Pluimvee en

Nadere informatie

AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN 2015-2016

AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN 2015-2016 AANWIJZING ZZ-13 ERKENNING VAN CERTIFICERING DOOR BEDRIJVEN 2015-2016 De vaste commissie voor zaaizaden heeft de volgende aanwijzingen vastgesteld voor de erkenning van certificering door bedrijven. De

Nadere informatie

Reglement Doorlopend Toezicht

Reglement Doorlopend Toezicht Reglement Doorlopend Toezicht Vastgesteld 21 juni 2018 Postbus 42530 3006 DA Rotterdam 010-31 61 200 info@nrvt.nl www.nrvt.nl 2/9 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Algemeen 3 3 Doorlopend toezicht per Kamer 5 4 Vormen

Nadere informatie

A. Stichting: de Stichting Keurmerk Bloembollen Holland te Hillegom; C. BKD: de Stichting Bloembollen Keuringsdienst te Lisse;

A. Stichting: de Stichting Keurmerk Bloembollen Holland te Hillegom; C. BKD: de Stichting Bloembollen Keuringsdienst te Lisse; REGLEMENT KEURING EN AANSLUITING S.K.B.H. ARTIKEL 1 In dit reglement wordt verstaan onder: A. Stichting: de Stichting Keurmerk Bloembollen Holland te Hillegom; B. PT: het Productschap Tuinbouw; C. BKD:

Nadere informatie

Keurmerkreglement IKB Ei

Keurmerkreglement IKB Ei Definities Artikel 1 1. Dit reglement is een bijlage bij de AV IKB Ei. in dit reglement zijn de definities van de AV IKB Ei overgenomen, in aanvulling hierop wordt verstaan onder: 1. Aangewezen rechtspersoon:

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Lilium

Uitvoeringsrichtlijn Lilium Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

I.~\ DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ. i " Vlaanderen. MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2018/25. Onderwerp: Referentie:

I.~\ DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ. i  Vlaanderen. MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2018/25. Onderwerp: Referentie: DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ MEDEDELING Dept. LV/AKKV/KWA/TPT/2018/25 Onderwerp: Nieuw Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 houdende vaststelling van de retributies voor de toelating van

Nadere informatie

Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen. Wijziging Technische Bepalingen. Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd. Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw

Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen. Wijziging Technische Bepalingen. Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd. Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw TECHNISCHE BEPALINGEN Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen Wijziging Technische Bepalingen Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw Overzicht vervallen bepalingen toegevoegd

Nadere informatie

EU, WOR WORTELEN I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT

EU, WOR WORTELEN I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Vo (EG) 730/99, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 WORTELEN I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Deze norm heeft betrekking op wortelen van variëteiten (cultivars) afgeleid van Daucus carota L.,

Nadere informatie

Little Cherry Virus Dinsdag 9 september 2014

Little Cherry Virus Dinsdag 9 september 2014 Little Cherry Virus Dinsdag 9 september 2014 Samen sterk voor de Haspengouwse kersen Toon Vanrykel, pcfruit Diensten aan Telers Proefcentrum Fruitteelt vzw Fruittuinweg 1, B-3800 Sint-Truiden 0032 (0)11

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2001R1207 NL 18.02.2008 002.002 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 VERORDENING (EG) Nr. 1207/2001 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

DEEL 5: NORM VOOR PERZIKEN EN NECTARINES

DEEL 5: NORM VOOR PERZIKEN EN NECTARINES DEEL 5: NORM VOOR PERZIKEN EN NECTARINES I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Deze norm heeft betrekking op perziken en nectarines van de variëteiten (cultivars) van Prunus persica Sieb. et Zucc. die bestemd zijn

Nadere informatie

A. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

A. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3 24.11.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3 UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1097/2012 VAN DE COMMISSIE van 23 november 2012 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 tot uitvoering van

Nadere informatie

1 maart Kiwa-Reglement voor Partijkeuring op afnemerseisen

1 maart Kiwa-Reglement voor Partijkeuring op afnemerseisen 1 maart 2010 Kiwa-Reglement voor Partijkeuring op afnemerseisen 1 maart 2010 Kiwa-Reglement voor Partijkeuring op afnemerseisen 2010 Kiwa N.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden

Nadere informatie

W E B S H O P V O O R W AARDEN BRAAIMASTER

W E B S H O P V O O R W AARDEN BRAAIMASTER W E B S H O P V O O R W AARDEN BRAAIMASTER ARTIKEL 1. DEFINITIES 1. Braaimaster: de gebruiker van deze algemene voorwaarden, gevestigd te Medemblik, ingeschreven in het Handelsregister onder KvK-nummer

Nadere informatie

CertifiCering van pootaardappelen. Het keuringsverloop in een notendop

CertifiCering van pootaardappelen. Het keuringsverloop in een notendop CertifiCering van pootaardappelen Het keuringsverloop in een notendop In Vlaanderen heersen gunstige omstandigheden voor de teelt van pootaardappelen. Een vijftigtal pootgoedtelers produceren ongeveer

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Gladiolus

Uitvoeringsrichtlijn Gladiolus Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006;

Gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening Baarn 2006; Burgemeester en wethouders van Baarn Overwegende dat het wenselijk is aanvullende regels te geven voor de subsidieverlening ten behoeve van de organisatie van activiteiten op het gebied van gemeentelijke

Nadere informatie

Nieuwe regelgeving fruitgewassen per John van Ruiten, Directeur Naktuinbouw

Nieuwe regelgeving fruitgewassen per John van Ruiten, Directeur Naktuinbouw Nieuwe regelgeving fruitgewassen per 1-1-2017 John van Ruiten, Directeur Naktuinbouw Even in herinnering In EU sinds 1993 richtlijn fruitgewassen 92/34 Geregistreerde bedrijven + CAC Certificering nationaal

Nadere informatie

Wat is voor de leliebroeierij belangrijk te weten over virussen?

Wat is voor de leliebroeierij belangrijk te weten over virussen? Wat is voor de leliebroeierij belangrijk te weten over virussen? Casper Slootweg, Maarten de Kock LTO bijeenkomst 23 sept 2014 Opzet Welke virussen in lelie? En hoe kom je er aan en hoe kom je er af? Welke

Nadere informatie

BASISREGELING INVOER HENNEP(ZAAD) UIT DERDE LANDEN

BASISREGELING INVOER HENNEP(ZAAD) UIT DERDE LANDEN Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling IMM Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93119 2509 AC Den Haag www.rvo.nl T 088 0424242 BASISREGELING INVOER

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

Versie januari 2015 DEEL 8: HANDELSNORM VOOR PAPRIKA'S

Versie januari 2015 DEEL 8: HANDELSNORM VOOR PAPRIKA'S DEEL 8: HANDELSNORM VOOR PAPRIKA'S I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Deze norm heeft betrekking op paprika's van de variëteiten 1 (cultivars) van Capsicum annuum L. die bestemd zijn voor levering als vers product

Nadere informatie

Voorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2

Voorschriften IKB Ei voor pakstations, versie 3.2 BIJLAGE VI: VOORSCHRIFTEN PAKSTATIONS (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Het bestuur van de Stichting IKB Ei heeft, gelet op Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden IKB Ei, ter zake de voorschriften

Nadere informatie

Reglement op het gebruik en toezicht

Reglement op het gebruik en toezicht Het bestuur van CoMore Bedrijfsdiensten B.V., hierna te noemen CBD, heeft, gelet op de Regeling IKB Varken op 26 februari 2007 het reglement op het gebruik en toezicht van het collectieve vleeskeurmerk

Nadere informatie

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998;

Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR44079_1 21 november 2017 BESLUIT INFORMATIEBEHEER GRONINGEN Gelet op artikel 7 van de Verordening Informatiebeheer gemeente Groningen 1998; BESLUITEN: vast

Nadere informatie

het EU-depot van het collectieve woord- / beeldmerk IKB is ingeschreven, d.d. 26 mei 2004, onder nummer 002864593;

het EU-depot van het collectieve woord- / beeldmerk IKB is ingeschreven, d.d. 26 mei 2004, onder nummer 002864593; Het bestuur van de regelinghouder, in aanmerking nemende dat: het EU-depot van het collectieve woord- / beeldmerk IKB is ingeschreven, d.d. 26 mei 2004, onder nummer 002864593; het collectieve woord- /

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2001 Nr. 25 Standplaatsverordening 2001 (raadsbesluit van 31 mei 2001) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 mei 2001 Besluit vast te stellen

Nadere informatie

Invoer en binnenbrengen van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw

Invoer en binnenbrengen van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw Omzendbrief NCPP/30 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Administratie Beheer en Kwaliteit Landbouwproductie Afdeling Kwaliteit Dienst Normering en Controle Plantaardige Productie Simon Bolivarlaan 30

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2018/2019

Uitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2018/2019 Uitvoeringsregeling Toegestane Shuttles 2018/2019 Het bestuur heeft in zijn vergadering op juli 2018 op basis van het Algemeen Wedstrijdreglement, Hoofdstuk II, artikel 4, lid 1 voor het seizoen 2018/2019

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE L 298/16 16.10.2014 UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE van 15 oktober 2014 tot uitvoering van Richtlijn 2008/90/EG van de Raad wat betreft de registratie van leveranciers en van rassen en

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2017 COM(2017) 643 final 2017/0297 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2003/17/EG van de Raad wat betreft

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Species-Crocus

Uitvoeringsrichtlijn Species-Crocus Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

BASISREGELING INVOER HENNEP(ZAAD) UIT DERDE LANDEN

BASISREGELING INVOER HENNEP(ZAAD) UIT DERDE LANDEN Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Marktordening Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93119 2509 AC Den Haag www.rvo.nl T regelgeving 088-6026850

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie 7.2.2017 L 32/35 UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2017/204 VAN DE COMMISSIE van 3 februari 2017 tot machtiging van de lidstaten om tijdelijk af te wijken van een aantal bepalingen van Richtlijn 2000/29/EG van de

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2017 COM(2017) 133 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad inzake het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de Regionale Conventie

Nadere informatie

Uitvoeringsrichtlijn Lilium

Uitvoeringsrichtlijn Lilium Het bestuur van de Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD), gelet op richtlijn 98/56/EG, artikel 9 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en de toelichting behorende bij de Landbouwkwaliteitsregeling

Nadere informatie

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College

Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College Reglement Commissie van Beroep voor de Examens Friesland College I. Begripsbepalingen In dit reglement wordt verstaan onder: - beroepsschrift een schrijven, ingediend door de cursist, waarin beroep wordt

Nadere informatie

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel;

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Het bestuur van het bureau architectenregister; Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Besluit: Hoofdstuk I Definities Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder a. wet:

Nadere informatie

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013

NCAE. Toelichting handelsnormen voor eieren - verzamelaars november 2013 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN VOOR EIEREN VERZAMELAARS Inhoud 1 Algemeen 2 Vergunning / registratie 3 Ontvangst, transportverpakking, begeleidend document eieren 4 Intraverkeer van eieren 5 Merken van de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003

PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003 PRODUCTSCHAP DRANKEN VERPAKKINGSVERORDENING PRODUCTSCHAP DRANKEN 2003 Verordening d.d. 13 november 2002 van het Productschap Dranken, houdende regels terzake van de aan de onder het Productschap Dranken

Nadere informatie

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht

Keurmerkreglement voor registratie en toezicht Keurmerkreglement voor registratie en toezicht Stichting Keurmerk Leegstandbeheer Versie 2 1 januari 2018 REGLEMENT REGISTRATIE De Stichting Keurmerk Leegstand Beheer beheert een register van gecertificeerde

Nadere informatie

Vo (EG) Nr. 1292/81, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 Vo (EG) Nr. 1135/01 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 AUBERGINES

Vo (EG) Nr. 1292/81, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 Vo (EG) Nr. 1135/01 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 AUBERGINES Vo (EG) Nr. 1292/81, gewijzigd bij Vo (EG) Nr. 888/97 Vo (EG) Nr. 1135/01 en Vo (EG) Nr. 46/03, Vo (EG) Nr. 907/04 AUBERGINES I. DEFINITIE VAN HET PRODUCT Deze norm heeft betrekking op aubergines, vruchten

Nadere informatie

Bewerkersovereenkomst. Afnemer Logius. behorende bij het aanvraagformulier MijnOverheid

Bewerkersovereenkomst. Afnemer Logius. behorende bij het aanvraagformulier MijnOverheid Bewerkersovereenkomst Afnemer Logius behorende bij het aanvraagformulier MijnOverheid De ondergetekenden: [ ], verder te noemen : Afnemer en De Staat der Nederlanden, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

PRIVACY REGLEMENT TERSCHELLING ENERGIE COÖPERATIEF U.A.

PRIVACY REGLEMENT TERSCHELLING ENERGIE COÖPERATIEF U.A. PRIVACY REGLEMENT TERSCHELLING ENERGIE COÖPERATIEF U.A. Reglement ter bescherming van de gegevens in de ledenregistratie. Gelet op artikel 24 van de wet Persoonsregistraties, waarin wordt bepaald dat voor

Nadere informatie

BIJLAGE 4: KEURMERKREGLEMENT IKB KIP

BIJLAGE 4: KEURMERKREGLEMENT IKB KIP BIJLAGE 4: KEURMERKREGLEMENT IKB KIP Het bestuur van de Stichting PLUIMNED, in aanmerking nemende dat het Kip-keurmerk IKB staat ingeschreven bij het Benelux Merkenbureau, ten behoeve van de herkenbaarheid

Nadere informatie

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines (Tekst geldend op: 30-12-2008) Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie