De Wilde appel is bedreigd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Wilde appel is bedreigd"

Transcriptie

1 Vlaams Driemaandelijks tijdschrift over natuurstudie & -beheer december 2008 jaargang 7 nummer 4 Verschijnt in MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER Natuur.focusToelating gesloten verpakking Afgiftekantoor Antwerpen X P Retouradres: Natuurpunt, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen Bosontwikkeling onder begrazing De Wilde appel is bedreigd Korstmossen verraden milieukwaliteit Studie

2 128 Natuur.focus Artikels Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Ammoniak en temperatuursstijging als sturende factoren Korstmossen reageren sterk en snel op veranderingen in milieukwaliteit. Verhoogde concentraties aan zwaveldioxide en ammoniak doen soorten verdwijnen en verschijnen. Sommige soorten zijn koudeminnend, andere verkiezen net warmte. In werd de korstmosflora van Limburg en Vlaams-Brabant in kaart gebracht. Dit artikel bespreekt wat deze inventarisatie ons leert over de luchtkwaliteit en andere milieuomstandigheden in deze provincies. Luchtverontreiniging vormt een belangrijk deel van de globale leefmilieuproblematiek. Het aantal verontreinigende stoffen in de atmosfeer is groot en het effect van elk van deze stoffen op de mens, het aardsysteem en de natuur is zeer divers. De verzuring van het natuurlijk milieu en natuurgebieden in Vlaanderen hangt samen met de atmosferische depositie van zwaveldioxide en ammoniak. Als stikstofverbinding heeft ammoniak, net als stikstofoxiden, eveneens een vermestend effect. Naast deze directe verontreinigingen, wordt ook de impact van de zogenaamde broeikasgassen zoals koolstofdioxide, methaan en lachgas steeds groter. De toenemende atmosferische concentraties van deze stoffen versterken de broeikaswerking van de atmosfeer, waardoor de aarde geleidelijk opwarmt. Wat op zijn beurt weer sterke gevolgen heeft voor de natuur. De korstmosflora op Zomereiken is een goede sensor voor milieukwaliteit. Een groepje gelijkaardige bomen zoals hier in Leopoldsburg vormt een ideaal meetpunt. (foto: Marc Herremans) Korstmossen en luchtverontreiniging De bruikbaarheid van korstmossen als milieu-indicatoren voor luchtverontreiniging is al lang bekend. Nylander maakte in 1866 als eerste melding van de korstmossenarmoede in het centrum van Parijs (Nylander 1866). Later kon deze armoede toegeschreven worden aan de invloed van zwaveldioxide (SO 2 ). Zwaveldioxide is een verbinding die vooral vrijkomt bij het verbranden van zwavelhoudende fossiele stoffen zoals bruinkool en steenkool. Begin jaren 80 van vorige eeuw bleek dat veel korstmossen ook sterk reageren op ammoniak (NH 3 ) (bv. Van der Knaap 1980, Søchting & Johnsen 1987, de Bakker & van Dobben 1988). Ammoniak komt vooral in de atmosfeer terecht bij de productie en gebruik van dierlijke mest in de landbouw. Hoge zwaveldioxide-concentraties leiden tot een drastische afname van het aantal korstmossoorten. Blootstelling aan ammoniak leidt daarentegen eerder tot een verschuiving in de soortensamenstelling: zuurminnende soorten verdwijnen, stikstofminnende soorten worden gestimuleerd. Dit komt in de eerste plaats omdat ammoniak een base is die de schors van de bomen minder zuur maakt. Dit is vooral goed zichtbaar bij Zomereiken Quercus robur. De zuurtegraad (ph) van de schors van een Zomereik is normaal ongeveer 4, maar kan bij ammoniakblootstelling stijgen tot 6,5 (van Herk 1990, 1997). Recent is aangetoond dat een aantal veranderingen in de korstmossenvegetatie ook sterk samenhangt met de opwarming van

3 Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Artikels Natuur.focus 129 de aarde ten gevolge van het broeikaseffect (van Herk et al. 2002, Aptroot & van Herk 2006). Monitoring van luchtverontreiniging De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) meet met het depositiemeetnet verzuring, de natte en droge depositie van onder meer ammoniak en zwaveldioxide. Dit meetnet bestaat uit 10 meetplaatsen verspreid over Vlaanderen. Aanvullend zijn er nog een 60-tal meetpunten voor zwaveldioxide (VMM 2004a). Daarnaast maakt de VMM ook schattingen van de uitstoot van (potentieel) verzurende en vermestende stoffen (zwaveldioxide, stikstofoxiden, ammoniak). Zo wordt de jaarlijkse emissie van ammoniak berekend op basis van veetellingen, het gebruik van kunstmest, de uitstoot door het wegverkeer (productie door katalysatoren) en de industrie. De som van al deze emissies wordt uitgedrukt in potentiële zuurequivalenten. De term potentieel wordt gebruikt omdat de werkelijke verzuring sterk afhangt van de processen die zich in de bodem en het (oppervlakte) water afspelen en van de grensoverschrijdende emissies (VMM 2004b). De grote gevoeligheid van korstmossen voor zwaveldioxide, ammoniak en temperatuur maakt dat korstmossen zeer geschikt zijn als bio-indicator voor luchtverontreiniging en milieukwaliteit. Korstmossen vestigen zich en verdwijnen relatief snel onder veranderende milieuomstandigheden als af- of toenemende zwaveldioxide- of ammoniakbelasting en bij veranderende temperaturen (van Herk 1990). Dit maakt dat de korstmosflora op een gegeven plaats en tijdstip bruikbaar is als maat (indicator) voor het geïntegreerde effect van wijzigende milieuomstandigheden. Omdat het meten van korstmossen bovendien veel goedkoper is dan een fysico-chemisch meetnet, vormen ze een ideale soortgroep om een effectgericht meetnet voor luchtkwaliteit mee op te zetten. Ter vergelijking: in een klassiek meetnet voor ammoniakdepositie vinden gedurende het ganse jaar op regelmatige tijdstippen (bv. om de 14 dagen of om de maand) metingen plaats. Hierbij worden passieve samplers opgehangen die opgehaald moeten worden en chemisch geanalyseerd. Bij korstmossen volstaat een jaarlijkse meting met een goedkopere techniek. Mede in dit verband hebben we de voorbije jaren de korstmosflora in Limburg en Vlaams-Brabant grondig in kaart gebracht. In dit artikel bespreken we wat de huidige samenstelling van de korstmosflora ons leert over de ecologische impact van luchtkwaliteit en andere milieu-invloeden. Inventarisatie van korstmossen in Limburg en Vlaams-Brabant In werden in de provincies Limburg en Vlaams-Brabant punten onderzocht op epifytische (op bomen groeiende) korstmossen met de bedoeling de ammoniak- en zwaveldioxidebelasting en het effect van klimaatverandering in kaart te brengen (Van den Broeck et al. 2006, 2007). Een opnamepunt bestond in de meeste gevallen uit een groepje Zomereiken Quercus robur of populieren Populus x canadensis, van bij voorkeur 10 individuen. Per uurhok (4 x 4 km²) werden drie tot vijf opnamepunten gekozen. Invloed ammoniak De ammoniakbelasting werd in kaart gebracht door een combinatie van twee indicatiewaarden: de nitrofiele indicatiewaarde (NIW) en de acidofiele indicatiewaarde (AIW). De NIW wordt bekomen door het voorkomen van een aantal stikstofminnende kensoorten (nitrofyten) per opnamepunt bij elkaar op te tellen. Soorten die in ruime hoeveelheden aanwezig zijn worden dubbel geteld. Een voorbeeld: op een rij van 10 bomen komt Kapjesvingermos Physcia adscendens (Figuur 1) op acht van de 10 bomen voor, telkens met één of enkele exemplaren, Groot dooiermos Xanthoria parietina (Figuur 1) zit op elke boom en bedekt er meer dan 1 dm² per boom. Kapjesvingermos krijgt voor elke boom waarop het voorkomt 1 punt, Groot dooiermos 2 punten. Als we deze scores optellen, komen we aan = 28. Deze score delen we door het aantal onderzochte bomen. Dit geeft een NIW van 2,8. De AIW wordt op gelijkaardige wijze berekend op basis van de aanwezigheid van zuurminnende kensoorten (acidofyten). Bijvoorbeeld: op een rij van zes bomen vinden we één exemplaar van Eikenmos Evernia prunastri (Figuur 1) op boom 1 en boom 5. Er zijn geen andere zuurminnende soorten aanwezig. De AIW is dan 0,3 (aantal keren dat de soort op een boom gevonden werd/ aantal bomen, dus 2/6). De NIW/AIW methode werd ontwikkeld door van Herk om nauwkeuriger dan tot dan toe mogelijk was het voorkomen van respectievelijk stikstof- en zuurminnende soorten in een opname in een getal te kunnen uitdrukken (van Herk 1990). Tot de stikstofminnende en zuurminnende soorten werden alle tot dan toe in Nederland erkende stikstofminnende, respectievelijk zuurminnende soorten gerekend (De Bakker & van Dobben 1988, Aptroot 1989). Multivariate analysetechnieken (canonische analyse en canonische correspondentieanalyse) leverden een diagram waarin de a priori gekozen nitro- en acidofytische soorten fraai gescheiden waren (van Herk 1990). Het in situ meten van de ammoniakconcentratie met in eiken opgehangen samplers leverde een zeer sterk positieve correlatie op tussen de jaargemiddelde ammoniakconcentratie en de NIW (r = +0,77) en een sterke negatieve correlatie met de AIW (r = 0,65) (van Herk 1998, 1999). Invloed zwaveldioxide Voor het bepalen van de zwaveldioxidebelasting gebruikten we twee verschillende methoden: de Q-som en de soortenrijkdom. Figuur 1. Het Kapjesvingermos (links) en het Groot dooiermos (midden) zijn twee stikstofminnende korstmossoorten. Het Eikenmos is een zuurminnende soort. (foto s: Marc Herremans)

4 130 Natuur.focus Artikels Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Figuur 2. Ruimtelijk patroon van de nitrofiele indicatiewaarde in Limburg ( ) en in Vlaams-Brabant ( ). Gegevens van alle boomsoorten, na ruimtelijke interpolatie door kriging. Hogere waarden wijzen op hogere ammoniakbelasting. De Q-som is afgeleid van de door Barkman (1963) in het leven geroepen Q-soorten, die in de jaren 50 sterk achteruit bleken te gaan onder invloed van de luchtverontreiniging. Barkman kende aan iedere Q-soort een waarde toe, die een afspiegeling was van de gevoeligheid voor zwaveldioxide. De Q-som van een opnamepunt is de som van de Q-waarden van alle Q-soorten die er voorkomen (van Herk 1990). De soortenrijkdom van korstmossen wordt in de literatuur dikwijls opgevat als een goede relatieve maat voor de zwaveldioxidebelasting (bv. De Wit 1976, Van Dobben 1993). Dit gaat speciaal op voor situaties waarin zwaveldioxide de belangrijkste luchtvervuilingcomponent is. Naarmate de SO 2 -concentraties lager zijn komen andere, natuurlijke factoren meer tot uitdrukking. Nu de SO 2 -belasting veel lager is dan vroeger, wordt het steeds moeilijker om de soortenrijkdom nog als een zuivere variabele te gebruiken. Ook laat de soortenrijkdom per opnamepunt binnen een beperkt gebied altijd grote verschillen zien als gevolg van standplaatsfactoren. Daarom is het beter het totale aantal soorten per uurhok als graadmeter te nemen om de patronen tot uiting te laten komen (van Herk 2002). De Q-som en de soortenrijkdom werden in Nederland het meest gebruikt om de zwaveldioxidebelasting door middel van korstmossen in kaart te brengen (bv. Masselink- Beltman 1978, van Dobben 1993, van Herk 1990, 2002). Dat de Q-som een geschikte maat is om de SO 2 -belasting aan te duiden (indien deze voldoende hoog is, zie verder) bleek onder andere uit de sterke correlatie (r = 0,52) tussen deze som en de zwaveldioxide-meetwaarden van het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (van Herk 1990). Ook de soortenrijkdom bleek in deze studie gecorreleerd met de zwaveldioxidebelasting (r = 0.42) (van Herk 1990). Oorzaken van veranderingen in de tijd Zowel in Limburg als in Vlaams-Brabant zijn historische opnames van de korstmosflora voorhanden. In deze studie hebben we veranderingen in de tijd van het voorkomen en de talrijkheid van soorten berekend voor twee gebieden. In Midden-Limburg op basis van de gegevens uit 1960 (Barkman 1963) en (Van den Broeck et al. 2006) en in de Vlaams-Brabantse Denderstreek tussen 1962 (De Sloover & Lambinon 1965) en (Van den Broeck et al. 2007). De tussenliggende waarnemingen van Quanten (1986) voor Midden-Limburg en van Caekebeke (1986) en Van Eetvelde (2004) voor de Denderstreek werden voor deze berekeningen niet gebruikt omdat een groter tijdsinterval de veranderingen duidelijker weergeeft. In tweede instantie gingen we na in hoeverre wijzigingen in milieucondities de veranderingen in talrijkheid of aanwezigheid van soorten verklaren. Hiertoe werden alle soorten gegroepeerd volgens hun Ellenbergwaarden voor zuurtegraad, stikstof en temperatuur (Wirth 1991). Ellenberggetallen karakteriseren de gevoeligheid van soorten voor o.a. zuurtegraad, temperatuur en voedselrijkdom door middel van een cijferwaarde. Ze zijn beschikbaar voor een selectie van korstmossoorten (Wirth 1991). Door vervolgens de relatieve veranderingen tussen en van de onderscheiden soortengroepen te berekenen, kunnen de ecologische factoren bepaald worden die de opgetreden veranderingen het best verklaren. Onderzoekers Kok Van Herk en Dries Van den Broek in actie in het Pijnven. (foto: Marc Herremans) Sterke invloed van ammoniak Nitrofiele en acidofiele indicatiewaarden Figuur 2 toont de spreiding van de nitrofiele indicatiewaarde in Limburg en Vlaams- Brabant. Deze kaart geeft een kwantitatief en ruimtelijk beeld van de belastingsgraad van de korstmosflora met ammoniak. In

5 Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Artikels Natuur.focus 131 Figuur 3. Ruimtelijk patroon voor de acidofiele indicatiewaarde in in Limburg en Vlaams-Brabant. Gegevens van eik, na ruimtelijke interpolatie door kriging. Hogere waarden wijzen op gebieden met geringere ammoniak-belasting. Nederland stelde men vast dat een NIW tussen 1,5 en 3,0 op een matige invloed van ammoniak duidt, tussen 3 en 5 beschouwt men de invloed als vrij ernstig en tussen 5 en 7 als ernstig. Waarden groter dan 7 zouden overeen komen met een zeer ernstige verontreiniging (bv. van Herk 2002, Sparrius 2003). Nederlands onderzoek gaf eveneens aan dat NIW-waarden ruwweg omgezet kunnen worden naar ammoniakconcentraties in de omgevingslucht: een NIW van 2 kwam overeen met 5 µg NH 3 /m 3, een NIW van 6 met 20 µg NH 3 /m 3 (van Herk 1998). Hoge stikstofindicatiewaarden geven aan waar veel zogenaamd nitrofytische soorten aanwezig zijn, wat wijst op het regelmatig optreden van hoge concentraties ammoniak. Dit zijn gewoonlijk gebieden waar de weinig verdunde ammoniakpluim laag over de grond scheert. Lagere waarden zijn te vinden in gebieden met een minder grote emissiedichtheid of in gebieden op grotere afstand van veehouderijen, waar door verdunning van de ammoniakpluim de NH 3 - concentraties lager zijn. De milieuschade bij lage ammoniakconcentraties is beter na te gaan met de acidofiele indicatiewaarde, omdat veel ammoniakgevoelige soorten al bij uiterst lage NH 3 - belastingen verdwijnen. In gebieden met een hoge uitstoot zijn ammoniakgevoelige soorten gewoonlijk grotendeels of geheel verdwenen. Daar is de praktische bruikbaarheid van de acidofiele indicatiewaarde kleiner dan de nitrofiele indicatiewaarde (van Herk 2002, Sparrius 2003). De ruimtelijke verdeling van de acidofiele indicatiewaarde is enkel weergegeven voor opnames op eiken (Figuur 3) omdat die het best de verschillen tussen gebieden aangeeft (van Herk 1997). Op andere boomsoorten blijft de AIW immers overal onder de 1,3. De AIW gedraagt zich tegengesteld aan de NIW: een hoge AIW geeft aan waar de ammoniakbelasting laag is. Een AIW lager dan 3 duidt op een sterke invloed van ammoniak, waarden tussen 5 en 7 op een matige invloed en waarden boven 7 op een geringe invloed (bv. van Herk 2002, Sparrius 2003). Er blijken maar enkele gebieden te zijn waar de ammoniakbelasting zo laag is dat zuurminnende soorten nog talrijk aanwezig zijn (Figuur 3). In Vlaams-Brabant zijn dit de regio s van het Zoniënwoud en van het Meerdaalwoud, in Limburg vooral het militair domein Kamp van Beverlo en de natuurgebieden Terhaagdoornheide, Teut en Mechelse heide. Correlaties met emissie van ammoniak Zowel in Limburg als in Vlaams-Brabant werden de via korstmossen bekomen resultaten (NIW, AIW) vergeleken met door de Vlaamse Milieumaatschappij berekende emissies van ammoniak (Figuur 4). In beide provincies Figuur 4. Ruimtelijke verdeling van de ammoniakuitstoot per gemeente in Vlaams-Brabant en in Limburg. Bron: Vlaamse Milieumaatschappij

6 132 Natuur.focus Artikels Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Figuur 5. Ruimtelijk patroon van het voorkomen van zwaveldioxidegevoelige soorten in Vlaams-Brabant ( , links) en in Limburg ( , rechts). Indicatiewaarde is som van Q-waarden per opnamepunt, na ruimtelijke interpolatie door kriging. blijkt op eiken een significant positieve correlatie tussen de ammoniakemissie en de NIW en een significant negatieve correlatie met de AIW (Van den Broeck et al. 2006, 2007). De korstmosflora op Zomereiken blijkt dus zeer geschikt te zijn om de ammoniakbelasting in kaart te brengen. Geringe zwaveldioxidebelasting Het voorkomen van Q-soorten (soorten die volgens Barkman gevoelig zijn voor luchtverontreiniging) in Vlaams-Brabant en Limburg is weergegeven in Figuur 5. Er blijken nauwelijks gebieden voor te komen met een Q-som kleiner dan 21. Anderzijds komen in elk uurhok nog minstens één of meer zwaveldioxidegevoelige soorten voor, terwijl de Q-som wel sterke ruimtelijke variatie vertoont. Dit zou erop kunnen wijzen dat de zwaveldioxidebelasting dermate afgenomen is dat de destijds geselecteerde Q-soorten hun indicatieve waarde ten aanzien van de resterende SO 2 -vervuiling verloren hebben. Van de zogenaamde epifytenwoestijnen, gebieden waar nauwelijks of geen korstmossen aanwezig zijn, is in beide provincies geen spoor meer te merken. Zowel in Limburg als in Vlaams-Brabant zijn er nauwelijks gebieden waar maar weinig soorten voorkomen. Vermoedelijk is het patroon van de zwaveldioxidebelasting nauwelijks of niet (meer) in de soortenrijkdom herkenbaar. Deze situatie doet zich ook al enige tijd voor in Nederland (van Herk 1997). Basen- en warmteminnende soorten nemen toe Naast bovenstaande ruimtelijke analysen met indicatiegetallen, kunnen we de resultaten van onze veldcampagnes tijdens voor twee deelgebieden vergelijken met gegevens van inventarisaties uit de periode Zo kunnen we veranderingen in absolute en relatieve talrijkheden van individuele soorten of soortgroepen nagaan. De korstmosflora anno blijkt sterk te verschillen van deze opgetekend in Tijdens ons onderzoek werden zowel in Midden-Limburg als in de Vlaams- Brabantse Denderstreek 99 soorten korstmossen aangetroffen op de onderzochte bomen. In Midden-Limburg kwamen 51 van deze soorten er niet voor in 1960, in de Vlaams-Brabantse Denderstreek zijn er dat 35 (in vergelijking met 1962). Anderzijds werden in Midden-Limburg en de Vlaams-Brabantse Denderstreek respectievelijk 17 en 9 historische soorten niet teruggevonden. Figuur 6. Zowel de Groene schotelkorst (links) als het Gewoon schorsmos (rechts) zijn voormalige algemene soorten, die de voorbije 45 jaar zeer sterk achteruit zijn gegaan. (foto s: Karl Hellemans, Marc Herremans)

7 Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit Artikels Natuur.focus 133 Figuur 7. Veranderingen in het voorkomen van (a) Groene schotelkorst, (b) Gewoon schorsmos, (c) Kapjesvingermos en (d) Groot dooiermos in Limburg en in Vlaams-Brabant. Globaal gezien is het aantal korstmossoorten in beide gebieden dus sterk toegenomen tijdens de voorbije 45 jaar. Dit hangt nauw samen met het herstel van de zware impact van zwaveldioxide op de korstmosflora tijdens de meetcampagne in de jaren 60. Daarnaast kenden een aantal soorten een spectaculaire toename terwijl andere soorten dan weer zeer sterk achteruit gingen. Wij bespreken hier enkele opvallende voorbeelden. De Groene schotelkorst Lecanora conizaeoides (Figuren 6 en 7a) is zowel in Midden-Limburg als in de Vlaams-Brabantse Denderstreek de soort met de grootste achteruitgang. In beide provincies was de soort een halve eeuw geleden zeer talrijk, terwijl ze nu in Vlaams-Brabant nog nauwelijks voorkomt. Ook Gewoon schorsmos Hypogymnia physodes (Figuren 6 en 7b) is een voormalige zeer wijdverspreide soort die in beide gebieden sterk achteruit is gegaan. De nitrofyten Kapjesvingermos en Groot dooiermos (Figuren 1, 7c en 7d) daarentegen kenden een spectaculaire toename. Het Kapjesvingermos komt momenteel op meer dan dubbel zoveel staalnameplaatsen voor als in de periode Het Gewoon dooiermos is vooral in Limburg zeer sterk toegenomen. Een analyse aan de hand van Ellenberggetallen (zie hoger) gaf aan dat de meest uitgesproken veranderingen van de korstmossamenstelling samenhangen met ph- en Figuur 8. Veranderingen in voorkomen ( t.o.v ) van korstmossoorten (a) naargelang hun voorkeur (of tolerantie) voor zure, neutrale of meer basische omstandigheden en (b) naargelang hun voorkeur voor warme en koude omstandigheden.

8 134 Natuur.focus Artikels Korstmossen als indicatoren voor milieukwaliteit temperatuurgevoeligheid van soorten. In Figuur 8a is te zien dat sterk zuurminnende soorten gemiddeld licht toenamen (+3,6% over 45 jaar), terwijl meer basenminnende soorten met meer dan 10% toenamen over dezelfde periode. Indeling van soorten volgens hun temperatuursgevoeligheid toont evenwel de meest frappante evolutie: koudeminnende soorten namen significant af, warmteminnende soorten zijn nu veel talrijker dan 45 jaar geleden (Figuur 8b). Besluit Zowel in de provincie Limburg als in de provincie Vlaams-Brabant blijken zuur- en koudeminnende soorten het veel minder goed te doen dan warmteminnende en meer basenminnende soorten. De gebieden waar de eerste groep nog in ruimere mate aanwezig zijn situeren zich allen in grote aaneengesloten natuur- en bosgebieden, nl. de grote bosgebieden in Vlaams-Brabant en de grote heidegebieden in Limburg. Het significante verband tussen de ammoniakemissies en de nitrofiele en acidofiele indicatiewaarden toont aan dat de uitstoot van ammoniak een grote invloed heeft op de korstmosflora. Acidofiele soorten blijken ook eerder koudeminnend en nitrofiele soorten eerder warmteminnend, waardoor aanhoudend hoger-dan-gemiddelde temperaturen dit patroon versterken. Tussen de twee meetperioden ( en ) hebben zich grote veranderingen in de korstmosflora voltrokken. Deze veranderingen kunnen primair toegeschreven worden aan de nieuwe vestiging en toename van warmteresistente of warmteminnende soorten die een minder zure schors verkiezen. Deze veranderingen zijn het gevolg van een toegenomen ammoniakbelasting en de opwarming tijdens de voorbije jaar. Er is geen effect (meer) merkbaar van de verminderde zwaveldioxidebelasting. Summary Box: Van den Broeck D. & Herremans M Influences of air pollution and environmental conditions on lichens in the provinces Limburg and Vlaams-Brabant (Belgium). Natuur.focus 7(4): [in Dutch] This study reports on the evolution of lichen populations on trees in the provinces Limburg and Vlaams-Brabant between and Considerable changes in species composition and abundance have occurred over this period. The species richness during is far greater than that during Those changes can be linked to the influence of ammonia pollution and climate change. Acidophilic and cold species have disappeared or are occurring less frequently, while non-acidophilic species and hot species have strongly expanded. The occurrence of acidophilic and cold species is nowadays limited to a few large nature and forest reserves. Ammonia emissions seem to be the main driver of the disappearance of acidophilic species outside these areas. As acidophilic species are to a large extent also cold species, the gradual increase in temperature over the past 20 years has likely contributed as well to this evolution. The increase in species richness since is largely due to the colonization and establishment of hot and nitrophilic species, preferring less acidic to neutral bark conditions. Traditional SO 2 -indices as Q-sum and species richness did not demonstrate a significant impact of elevated sulphur dioxide levels on lichen populations. Dank: Dit project werd in belangrijke mate gefinancierd door de provincies Limburg en Vlaams-Brabant. Tim Polfliet, Pieter Van Dorsselaer en Wouter Vanreusel, allen werkzaam bij Natuurpunt Studie vzw, hielpen bij de opmaak van de kaarten en de figuren. AuteurS: Dries Van den Broeck en Marc Herremans zijn resp. projectmedewerker en diensthoofd bij Natuurpunt Studie vzw. Contact: Dries Van den Broeck, Natuurpunt Studie vzw, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen. dries. vandenbroeck@telenet.be Referenties Aptroot A. & van Herk C.M Further evidence of the effects of global warming on lichens, particulary those with Trentepholia phycobionts. Environmental Pollution 146: Aptroot A Veranderingen in de epifytenflora van de Provincie Utrecht over de periode Provincie Utrecht, dienst Ruimte en Groen, Utrecht, Nederland. Barkman J.J De epifyten-flora en -vegetatie van Midden-Limburg (België). Ver. Kon. Nederl. Akad. Wetensch. Afd. Natuurk. 2de reeks 54: Caekebeke G Vergelijkende studie van de epifytische lichenen in de Denderstreek: Licentiaatsthesis, Rijksuniversiteit Gent, Faculteit wetenschappen, Gent. De Bakker A.J. & van Dobben H.F Effecten van ammoniak-emissie op epifytische korstmossen, een correlatief onderzoek in de Peel. RIN-rapport 88/35, Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum, Nederland. De Sloover J. & Lambinon J Contribution à l etude des lichens corticoles du bassin de la Dendre. Bull. Soc. Roy. Bot. Belg. 98: De Wit T Epiphitic lichens and air pollution in The Netherlands. Verhandeling 8, Rijksinstituut voor Natuurbeheer, Leersum, Nederland. Masselink-Beltman H.A Korstmossen in Drenthe (inclusief verspreidingskaartjes van ruim 30 soorten). Provinciale Waterstaat van Drente, Assen, Nederland. Nylander W Les lichens du Jardin du Luxembourg. Bull. Soc. Bot. France 13: Quanten E Vergelijkende studie van de epifytenflora in Midden-Limburg: Licentiaatsthesis. Rijksuniversiteit Gent, Faculteit Wetenschappen, Gent. Søchting U. & Johnsen I Overvagning af de danske likenheder. URT 14: 4-9. Sparrius L.B Monitoring van ammoniak met korstmossen in Friesland Studie in opdracht van de Provincie Fryslân, Gouda, Nederland. Van den Broeck D., Herremans M., Polfliet T., Vanreusel W. & Van Dorsselaer P Monitoring van ammoniak en zwaveldioxide met korstmossen in Vlaams-Brabant. Rapport Natuurpunt Studie 2007/7, Mechelen, België. Van den Broeck D., Polfliet T., Herremans M., Vanreusel W. & Verbeylen G Monitoring van ammoniak en zwaveldioxide met korstmossen in Limburg. Eindverslag Bijzonder Leefmilieuproject i.s.m. Provincie Limburg Rapport Natuurpunt Studie 2006/5, Mechelen, België. van der Knaap W.O Onderzoek naar de epifytische lichenen en mossen in de provincie Utrecht in Provinciale Waterstaat Utrecht, afdeling Ecologie, rapport nr. 29. Utrecht, Nederland. van Dobben H.F Vegetation as a monitor for deposition of nitrogen and acidity. Proefschrift, Universiteit Utrecht, Nederland. Van Eetvelde J Evolutie van de epifytenflora in de Denderstreek sinds 1962: leiden veranderingen in luchtvervuilingstoestand tot soortenshifts? Licentiaatsthesis, Universiteit Gent, Faculteit wetenschappen, Gent, België. van Herk C.M Epifytische korstmossen in de provincies Drenthe, Overijssel en Gelderland. Provincie Overijssel, Hoofdgroep Ruimtelijke Ordening en Inrichting, Bureau Natuur en Landschap i.s.m. de Provincies Drenthe, en Gelderland en de Ministeries van LNV en VROM, Nederland. van Herk C.M Onderzoek naar de relatie tussen de ammoniakconcentratie en epifytische korstmossen. LON in opdracht van Stichting Vernieuwing Gelderse Valei, provincie Friesland en provincie Noord-Brabant, Nederland. van Herk C.M Mapping of ammonia pollution with epiphytic lichens in the Netherlands. Lichenologist 31: van Herk C.M Monitoring van epifytische korstmossen in de provincie Utrecht, LON in opdracht van de provincie Utrecht, dienst Water en Milieu en dienst Ruimte en Groen, Soest, Nederland. van Herk C.M., Aptroot A. & van Dobben H Long-term monitoring in the Netherlands suggests that lichens respond to global warming. Lichenologist 34: van Herk, C.M, Monitoring van ammoniak met korstmossen in Zeeland. LON in opdracht van de provincie Zeeland, directie Ruimte, Milieu en Water, Soest, Nederland. Vlaamse Milieumaatschappij. 2004a. Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Jaarverslag immissiemeetnetten. Kalenderjaar 2003 en meteorologisch jaar , Erembodegem, België. Vlaamse Milieumaatschappij. 2004b. Lozingen in de lucht Vlaamse Milieumaatschappij, Aalst, België. Wirth, V., Zeigerwerte von Flechten. In: Zeigerwerte von Pflanzen in Mitteleuropa (H. Ellenberg, H.E. Weber, R. Düll, V. Wirth, W. Wermer & D. Paulissen). Scripta Geobotanica 18:

Epifytische. lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann. Inleiding. Zuidoost-België, enerzijds. uit de jaren zestig (Iserentant & Margot, 1963; Barkman, 1963;

Epifytische. lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann. Inleiding. Zuidoost-België, enerzijds. uit de jaren zestig (Iserentant & Margot, 1963; Barkman, 1963; 4 Buxbaumiella 6 (1995) Epifytische lichenen in Vlaanderen M. Hoffmann Inleiding Vlaanderen heeft in vergelijking met haar omringende gebieden zoals ZuidoostBelgië, NoordNederland of de Boulonnais (NWFrankrijk)

Nadere informatie

Korstmossen en ammoniak C. van Herk. kartering. bijvoorbeeld de Zomereik (ph ca. 4,5) pas voor als er

Korstmossen en ammoniak C. van Herk. kartering. bijvoorbeeld de Zomereik (ph ca. 4,5) pas voor als er 43 Korstmossen en ammoniak C. van Herk The pollution of the air with ammonia is in the Netherlands a big problem. Since 1989 lichens on oaktrees are used to map and monitor the effects of the pollution.

Nadere informatie

Publications. Van den Broeck D. (2004) Schildmossen (Parmelia s.l.). Sleutel voor de schorsbewonende soorten in Vlaanderen. Natuur.focus 3-1: 17-23.

Publications. Van den Broeck D. (2004) Schildmossen (Parmelia s.l.). Sleutel voor de schorsbewonende soorten in Vlaanderen. Natuur.focus 3-1: 17-23. 02/2014 2003 Publications Van den Broeck D. (2003) Waar men gaat langs Vlaamse wegen komt zelfs een beginner veel lichenen tegen. Een onderzoek van tien Vlaamse kerkhoven. Muscillanea 22: 11-20 Van den

Nadere informatie

Meetresultaten verzuring 1 HET MEETNET VERZURING

Meetresultaten verzuring 1 HET MEETNET VERZURING ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetresultaten verzuring //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Meetresultaten verzuring en vermesting

Meetresultaten verzuring en vermesting /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Meetresultaten verzuring en vermesting ////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),

Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem januari 2019

Toestand van het watersysteem januari 2019 Toestand van het watersysteem januari 2019 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - januari 2019 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

2018D Lijst van vragen

2018D Lijst van vragen 2018D01559 Lijst van vragen De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de PAS Monitoringsrapportage

Nadere informatie

Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet

Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief. Bo Van den Bril en David Roet Meten en modelleren: vaststellingen en toekomstperspectief Bo Van den Bril en David Roet Overschrijding kritische last 2/05/2016 2 Afname vermestende deposities 50 45 Vermestende depostie (kg N/(ha.jaar)

Nadere informatie

Emissies door de zeescheepvaart,

Emissies door de zeescheepvaart, Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke

Nadere informatie

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? De annual air quality kaarten tonen het resultaat van een koppeling van twee gegevensbronnen: de interpolatie van luchtkwaliteitsmetingen (RIO-interpolatiemodel)

Nadere informatie

Datarapport Ammoniakmetingen

Datarapport Ammoniakmetingen Datarapport Ammoniakmetingen 2007-2014 Albert Bleeker Arnoud Frumau Arjan Hensen Mei 2015 ECN-E--15-019 Verantwoording Dit rapport is het resultaat van de ECN-projecten 7.0172 en 6.00797 en is uitgevoerd

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015.

Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Provincie Noord-Brabant Rapportage van de luchtkwaliteit gemeten in De Peel van 2008 tot en met 2015. Rapport no. 4257342, 8 maart 2016 Projectverantwoordelijke: J. van Loon Provincie Noord-Brabant Cluster

Nadere informatie

Vegetatie van loof- en gemengde bossen,

Vegetatie van loof- en gemengde bossen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In loofbossen en gemengde bossen

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 11 december 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Samenvatting van de belangrijkste wetenschappelijke inzichten

Samenvatting van de belangrijkste wetenschappelijke inzichten (/Zoeken) Samenvatting van de belangrijkste wetenschappelijke inzichten wetenschappelijk comité CurieuzeNeuzen Vlaanderen, Universiteit Antwerpen Vlaamse Milieumaatschappij VITO et citizen-scienceproject

Nadere informatie

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Eikenprocessierups en klimaatverandering, Indicator 31 januari 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

Tabel IV.49: DAGWAARDEN NH 3 PERCENTIEL P98. JAARPERIODE : JANUARI - DECEMBER [ Concentratie in µg/m 3 ]

Tabel IV.49: DAGWAARDEN NH 3 PERCENTIEL P98. JAARPERIODE : JANUARI - DECEMBER [ Concentratie in µg/m 3 ] 4.10 AMMONIA (NH 3 ) Gasvormig ammonia behoort niet tot de 13 prioritaire stoffen, vermeld in annex I van de EGrichtlijn 96/62/EG. De NH 3 -uitstoot in de atmosfeer levert nochtans een niet te verwaarlozen

Nadere informatie

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant

Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant Samenvatting eindrapport Ammoniakmetingen in Noord-Brabant 2007-2013 ECN-O--14-044 augustus 2014 Auteur: Bleeker, A. ECN Environment & Energy Engineering Postbus 1 1755 ZG Petten T: +31 88 515 4130 a.bleeker@ecn.nl

Nadere informatie

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE...

Nota. Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit. Inhoudstafel. Datum: 19/12/17 0. INLEIDING STATISTISCHE ANALYSE... Nota Datum: 19/12/17 Aan: VLM Auteur: TFR Nazicht: MVR Documentref: I/NO/11504/17.375/TFR Betreft : Samenvatting statistische analyse waterkwaliteit Inhoudstafel 0. INLEIDING... 2 1. STATISTISCHE ANALYSE...

Nadere informatie

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers

Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Biodiversiteit in Vlaanderen: de cijfers Myriam Dumortier Natuurrapport www.natuurindicatoren.be www.nara.be www.inbo.be Haalt Vlaanderen de 2010-doelstelling? Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend

Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend Resultaten meetcampagne luchtkwaliteit in Gent bekend Na een oproep van de Stad Gent stelden vijftig Gentenaars hun gevel ter beschikking om de invloed van het verkeer op de Gentse luchtkwaliteit te onderzoeken.

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

De NH 3 -uitstoot speelt, via de vorming van ammoniumzouten (secundair aërosol), ook een zeer belangrijke rol bij de problematiek van fijn stof.

De NH 3 -uitstoot speelt, via de vorming van ammoniumzouten (secundair aërosol), ook een zeer belangrijke rol bij de problematiek van fijn stof. 4.10 AMMONIA (NH 3 ) Gasvormig ammonia behoort niet tot de 13 prioritair te volgen stoffen, vermeld in annex I van de EG-richtlijn 96/62/EG. De NH 3 -uitstoot in de atmosfeer levert nochtans een niet te

Nadere informatie

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst

memo Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst memo aan: van: Gemeente Overbetuwe SAB: Johan van der Burg, Nicol Hesselink-Lodewick datum: 21 mei 2013 betreft: Voortoets vermesting en verzuring uitbreiding manege Rijksweg Noord 123, Elst project: 80917.18

Nadere informatie

Professionele Bachelor Agro- en Biotechnologie Groenmanagement

Professionele Bachelor Agro- en Biotechnologie Groenmanagement Professionele Bachelor Agro- en Biotechnologie Groenmanagement EPIFYTISCHE LICHENEN ALS BIO-INDICATOR VOOR AMMONIAK EN ZWAVELDIOXIDE IN MIDDEN-LIMBURG Specialisatie: natuur- en bosbeheer Interne promotor

Nadere informatie

Ammoniak in Nederland

Ammoniak in Nederland Ammoniak in Nederland Een noordoostelijke spelbreker De impact van een foutief geplaatst meetstation op het Nederlandse ammoniakbeleid Geesje R. Rotgers en Jaap C. Hanekamp Ammoniak in NL: 6 stations (4

Nadere informatie

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Hoofdlijnen Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Hoofdlijnen Natuurrapport 2007 Biodiversiteit Verstoringen/bedreigingen Duurzaam gebruik Toestand plant-

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem november 2018

Toestand van het watersysteem november 2018 Toestand van het watersysteem november 218 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - november 218 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Eikenprocessierups en klimaatverandering, Indicator 26 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Sinds de eerste waarneming van

Nadere informatie

Natuurverkenning 2030

Natuurverkenning 2030 Natuurverkenning 2030 Aanpak Terrestrische verkenning Scenario s Verlies en versnippering van leefgebied Vermesting Klimaatverandering Aquatische verkenning Scenario s Verontreiniging Versnippering van

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke

Nadere informatie

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR

MIRA-T Kwaliteit oppervlaktewater. Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten DPSIR Belasting van het oppervlaktewater met zuurstofbindende stoffen en nutriënten belasting oppervlaktewater (1995=100) 120 100 80 60 40 P landbouw N landbouw N huishoudens P huishoudens CZV huishoudens N

Nadere informatie

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,

Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1990-2009 Indicator 19 oktober 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem februari 2019

Toestand van het watersysteem februari 2019 Toestand van het watersysteem februari 219 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - februari 219 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

Het klimaat verandert, wat nu?

Het klimaat verandert, wat nu? Het klimaat verandert, wat nu? Lesley De Cruz, Rozemien De Troch Koninklijk Meteorologisch Instituut De Limburgse Klimaattop, 18 september 2017 De Cruz et al. (KMI) Klimaatverandering 20170918 1 / 23 1

Nadere informatie

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014 Klimaateffectschetsboek Scheldemondraad: Actieplan Grensoverschrijdende klimaatbeleid, 11 september 2009 Interregproject

Nadere informatie

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht

Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Luchtvervuiling in Nederland in kaart Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage 2013 Luchtvervuiling in Nederland in kaart gebracht Hoofdpunten uit de GCN/GDN-rapportage

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018 Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de energievoorziening,

Emissies naar lucht door de energievoorziening, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke

Nadere informatie

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer

NO, NO2 en NOx in de buitenlucht. Michiel Roemer NO, NO2 en NOx in de buitenlucht Michiel Roemer Inhoudsopgave Wat zijn NO, NO2 en NOx? Waar komt het vandaan? Welke bronnen dragen bij? Wat zijn de concentraties in de buitenlucht? Maatregelen Wat is NO2?

Nadere informatie

Luchtkwaliteit: een Europees perspectief

Luchtkwaliteit: een Europees perspectief Luchtkwaliteit: een Europees perspectief Conferentie Luchtkwaliteit Brussel, 5 december 2014 Dr Hans Bruyninckx Executive Director European Environment Agency EEA rapporten 2014 Luchtverontreiniging een

Nadere informatie

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds Nieuwe verdeelmodel provinciefonds vertaling ijkpunten naar inclusief actualisering Eindrapport Cebeon, 24 mei 2011 I Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Bestuur... 4 3 Verkeer en vervoer... 6 4 Water en

Nadere informatie

Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België)

Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België) Schriftmossen (Opegrapha) en andere lichenen met een Trentepohlia-photobiont in opmars in Vlaanderen (België) Dries VAN DEN BROECK Nationale Plantentuin van België, Domein van Bouchout, B-1860 Meise [dries.van.den.broeck.@br.fgov.be]

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling

Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten. Joost Wesseling Luchtkwaliteit in Nederland: cijfers en feiten Joost Wesseling Inhoud: Doorsneden door de luchtkwaliteit Concentraties: de laatste decennia; EU normen; Nederland in de EU. Luchtkwaliteit en gezondheid.

Nadere informatie

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,

Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.)

4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.) 4.4 VLUCHTIGE ORGANISCHE STOFFEN (V.O.S.) Het gehalte vluchtige organische stoffen in de omgevingslucht wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 6 verschillende plaatsen gemeten, n.l. te Molenbeek

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4 Rapport Luchtkwaliteit 2012 Doetinchem Oktober 2013 INHOUD 1. Inleiding... 4 2. Algemeen... 5 2.1 Wet luchtkwaliteit... 5 2.2 Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit... 5 2.3 Bronnen van luchtverontreiniging...

Nadere informatie

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs 1999-2003 Eindrapport Een onderzoek in opdracht van het Vervangingsfonds Frank Schoenmakers Rob Hoffius B3060 Leiden, 21 juni 2005 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Verantwoording:

Nadere informatie

Werken binnen bestaand bebouwd gebied,

Werken binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Uitbreiding van bedrijfsvestigingen

Nadere informatie

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018 Basisscholen in krimpgebieden in 2017/2018 In welke provincies sluiten de meeste basisscholen? Aan het begin van 2017/2018 zijn in Groningen, Zeeland, Limburg en Flevoland rond 2% van de basisscholen gesloten

Nadere informatie

Emissies naar lucht door huishoudens,

Emissies naar lucht door huishoudens, Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Opbrengstproeven De Marke en Den Eelder 2015 en 2016 Meting NH 3 emissie De Marke

Nadere informatie

1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE

1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE 1. HET DPSIR-MODEL : VOOR EEN GEÏNTEGREERDE AANPAK VAN DE 1.Inleiding BESCHERMING VAN DE LUCHTKWALITEIT De lucht die wij inademen is in uiteenlopende mate bezoedeld door vervuilende stoffen (gassen, deeltjes,

Nadere informatie

Flora van naaldbossen,

Flora van naaldbossen, Indicator 7 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de naaldbossen in Nederland

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen

Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen Luchtkwaliteit in Steden Probleemschets, Aandachtspunten, Tendensen Frans Fierens, Gerwin Dumont (*) (*)Medewerkers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) gedetacheerd naar de Intergewestelijke Cel voor

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw

Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Rapport: duurzaamheid van de Vlaams-Brabantse land- en tuinbouw Economische, ecologische en sociale indicatoren Ine Vervaeke en Jona Lambrechts Inleiding Aanleiding: 20 jaar Vlaams-Brabant Duurzaamheid:

Nadere informatie

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld.

In de volgende figuur is het aandeel in de stikstofdepositie van verkeer en industrie rood omcirkeld. Achtergrondinformatie voor achterbanberaad milieubeleid regio Eemsdelta Het milieubeleid omvat veel onderwerpen. Teveel om in één keer allemaal te behandelen. Op basis van onze ervaringen in de regio en

Nadere informatie

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma

Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017 Graydon kwartaal monitor 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht t.o.v. voorgaande kwartalen 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in Zeist

Luchtkwaliteit in Zeist Luchtkwaliteit in Zeist Inleiding In een eerder artikel is gesproken over Samen het milieu in Zeist verbeteren en de vier pijlers onder het uitvoeringsplan, zie het artikel op deze website van 7 juni en

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens

Nadere informatie

Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij

Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij Varianten binnen de wet Verantwoorde Groei Melkveehouderij Carin Rougoor en Frits van der Schans CLM Onderzoek en Advies Achtergrond Begin juli 2014 heeft staatssecretaris Dijksma het voorstel voor de

Nadere informatie

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn, Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q3 216, Q4 216 en Q1 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland

Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Effecten van steenmeel op de bodemecologie gefinancierd door provincies Noord-Brabant en Gelderland Jaap Bloem 1, Gert-Jan van Duinen 2, Maaike Weijters 3 1 Wageningen Environmental Research 2 Stichting

Nadere informatie

Verzurende depositie,

Verzurende depositie, Indicator 21 mei 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De verzurende depositie bedroeg

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest. Koen Toté - VMM Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Koen Toté - VMM Overzicht presentatie Luchtkwaliteit 2017 getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van fijn stof en stikstofdioxide

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland

Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland Effecten van klimaatsverandering op planten in Nederland W.L.M. Tamis*, M. van t Zelfde** & R. van der Meijden* * Nationaal Herbarium Nederland/Leiden branch, Postbus 9514, 2300 RA Leiden; e-mail: tamis@cml.leidenuniv.nl,

Nadere informatie

LON. Monitoring van korstmossen in de provincie Drenthe, C.M. van Herk. adviesbureau voor korstmosonderzoek

LON. Monitoring van korstmossen in de provincie Drenthe, C.M. van Herk. adviesbureau voor korstmosonderzoek adviesbureau voor korstmosonderzoek Monitoring van korstmossen in de provincie Drenthe, 1991 2016 C.M. van Herk 2017 Monitoring van korstmossen in de provincie Drenthe, 1991 2016 Lichenologisch Onderzoekbureau

Nadere informatie

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL. Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL. Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij IRCEL Hoorzitting MINA raad, 14 maart 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Van alleen

Nadere informatie

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied, Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel uitbreiding van

Nadere informatie

DeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht

DeNOx-installatie. Onmisbaar voor schone lucht DeNOx-installatie Een DeNOx-installatie is niets meer dan een uit de kluiten gewassen autokatalysator. Net als de installatie onder uw vierwieler zorgt een DeNOx-installatie ervoor dat schadelijke stoffen

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord 13. Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19

INHOUD. Voorwoord 13. Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 23 1. Inleiding

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Gezonde Ruimtelijke Ordening 25 februari 2009

Gezonde Ruimtelijke Ordening 25 februari 2009 Stedelijk groen en luchtkwaliteit Waarom luchtzuiverend groen in de ruimtelijke planvorming? Gezonde Ruimtelijke Ordening 25 februari 2009 fred@tripleee.nl Het probleem van fijn stof? Stadsgroen en luchtkwaliteit

Nadere informatie

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013

Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2012/2013 Samenvatting De luchtverontreiniging door vuurwerk is op 1 januari 2013 beperkt gebleven. Alleen in het eerste uur na de jaarwisseling zijn hoge concentraties

Nadere informatie

Vegetatie duinen,

Vegetatie duinen, Indicator 5 december 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In zowel droge als vochtige

Nadere informatie

Temperatuur oppervlaktewater,

Temperatuur oppervlaktewater, Indicator 13 december 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gemiddelde watertemperatuur

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Bezoekadres Bezuidenhoutseweg

Nadere informatie

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP 17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP Geïnspireerd door het verschil in O 3 -concentratie tussen werkdagen en niet-werkdagen werd het concentratieverloop van de gemiddelde week berekend. Bij de berekening van het concentratieverloop

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal Graydon kwartaal monitor Kwartaal 2 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-215, Q1 216 en Q2 216 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen

Nadere informatie

Droogterapport 26 juli 2017

Droogterapport 26 juli 2017 Droogterapport 26 juli 217 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Droogterapport - 26 juli 217 Samenstellers Afdeling Operationeel Waterbeheer, VMM Dienst Hoogwaterbeheer, Dienst Grondwater en

Nadere informatie

PAS. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) De PAS is op 15 juni 2015 vastgesteld en treedt op 1 juli 2015 in werking.

PAS. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) De PAS is op 15 juni 2015 vastgesteld en treedt op 1 juli 2015 in werking. Programmatische Aanpak Stikstof () De is op 15 juni 2015 vastgesteld en treedt op 1 juli 2015 in werking. De is de Programmatische Aanpak Stikstof: een programma waarin overheden, natuurorganisaties en

Nadere informatie

Vermesting in meren en plassen,

Vermesting in meren en plassen, Indicator 18 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De vermesting in de meren en plassen

Nadere informatie