Een gouden toekomst voor Zilverkamp

Transcriptie

1 1

2 Een gouden toekomst voor Zilverkamp Extra bijlage bij het Verslag ontwerpend onderzoek scholencomplex Ot en Sienpad, Huissen d.d. 2 juni Stichting Mevrouw Meijer, 15 september 2014 Inhoud: 1. Inleiding 2. Kernwaarden gebouw en locatie 3. Onderwijskundige visies en wensen 4. Twee varianten: ontwerp 5. Twee varianten: kostenraming 6. Conclusies en advies Mevrouw Meijer Bijlage 1. Ontwerpen Marco Henssen BV Bijlage 2. Calculatie Winket BV met bijlagen 2

3 1. Inleiding Begin juli 2014 heeft stichting Mevrouw Meijer met wethouder Helga Witjes en Fred Koeman van de gemeente Lingewaard overlegd over de afronding van het ontwerpend onderzoek naar het scholencomplex De Zilverkamp. Afgesproken is om het onderzoek zodanig af te ronden dat de gemeente een volgende stap kan zetten naar de renovatie en transformatie van het scholencomplex. In het ontwerpend onderzoek zijn dit voorjaar twee ontwerpen gepresenteerd en besproken die antwoord geven op de wensen van de diverse partijen (Marco Henssen Architecten, Nexit Architecten). Het onderzoek gaf ook inzicht in de te verwachten kosten. De financiële situatie van de gemeente en de schoolbesturen biedt echter onvoldoende ruimte om aan alle ambities te voldoen en tevens het achterstallig onderhoud weg te nemen. In het gesprek is afgesproken om de ambities en de financiële mogelijkheden op elkaar af te stemmen. Hoewel na het verkennende rapport van SBM van 4 november 2013 bekend was dat de financiële kaderstelling door de gemeenteraad slechts voldoende is om de gebouwen weer op een redelijk onderhoudsniveau te brengen, blijft de wens bestaan om ook enkele (ruimtelijke) vernieuwingen door te voeren. De opgave wordt voor een deel verlicht doordat er sinds het onderzoek een wijziging in het programma is opgetreden. Een van de drie basisscholen, Het Tweespan, heeft besloten de locatie Zilverkamp te verlaten. Hiermee vervalt een aanzienlijk deel van het programma. In het gesprek vroeg de gemeente Mevrouw Meijer voorts een overzicht van de onderwijskundige visies van de scholen en de ruimtelijke wensen die hieruit voortvloeien, met daarbij aangegeven welke wensen in ieder geval moeten worden meegenomen. Deze bijlage bevat het antwoord van Mevrouw Meijer op de aanvullende vragen van de gemeente. Aan de orde komen de kernwaarden van gebouw en locatie, de onderwijskundige visies en wensen, de twee varianten, en de conclusies van Mevrouw Meijer. In overleg is het nader onderzoek, met een verkleind programma en binnen het gestelde budget, uitgevoerd op basis van het faseerbare plan van Marco Henssen. Twee varianten zijn uitgewerkt en door Bureau Winket financieel geraamd. Beide varianten komen uit op een bedrag van circa twee miljoen euro. In deze varianten is een deel van de wensen gerealiseerd. Ook is (achterstallig) onderhoud in de raming meegenomen. In de verdere planuitwerking kunnen de gemeente en de schoolbesturen nadere keuzen maken. Doordat er na het vertrek van Het Tweespan minder ruimte nodig is, gaan beide varianten uit van een deel sloop. Hieronder staat links Variant 1, rechts Variant 2. Zij komen verderop uitgebreider aan de orde. 3

4 2. Kernwaarden gebouw en locatie Gebouw 1. De school in Huissen is een zogeheten bloemkoolschool, een type dat vooral is gebouwd in de periode Nieuwbouwwijken uit de jaren zeventig waren welbewust informeel ontworpen. De losse stedenbouwkundige structuur was een reactie op de strakke stratenpatronen uit de jaren daarvoor. Met z n gebogen straten leek de structuur van de wijk vanuit de lucht op de kronkelingen van een bloemkool. Vandaar de bijnaam bloemkoolwijk. Deze vormen zijn terug te vinden in de scholenbouw. 2. In de bloemkoolschool staan de lokalen in een lossere ordening dan in de voorgaande periode De lokalen staan niet meer strak in de rij. Dankzij hun lossere plaatsing creëren ze een binnenruimte in de vorm van onder meer gangen, hallen en aula s. De plattegrond lijkt op die van een klein stadje, met de lokalen als huizen en daartussen straten en pleintjes. Een groot deel van het leven van de school speelde zich hier af. 3. De school is dus gebouwd als een wereld op zich, als een levendig geheel dat geborgenheid biedt en stimuleert tot leren en ontmoeten. De school is sterk naar binnen gericht. De relatie met de buitenruimte is secundair. 4. Aan de ogenschijnlijk losse vorm lag overigens een weloverwogen relatieschema ten grondslag. Er was goed nagedacht over de plaatsing van de verschillende ruimten, en de verschillende sferen waarin de kinderen hun onderwijs genoten. 5. De school in de Zilverkamp stamt uit 1975 en is ontworpen door H. Roebbers en W.G. Klein Douwel. In het boek Nederland naar school (het standaardwerk over schoolgebouwen) wordt het vermeld als kenmerkend voor de bouwstijl uit de jaren zeventig. De school heeft een lange staat van dienst voor een grote groep kinderen. De geschiedenis van de school is verweven met die van de bloemkoolwijk Zilverkamp. 6. Het ontwerp uit de jaren zeventig heeft kenmerken die ook nu en in de toekomst bijzonder bruikbaar zijn. Het heeft een heldere structuur van gangen en lokalen. De middenruimten (telkens tussen vier lokalen) bieden veel gebruiksmogelijkheden. 7. De school is daarnaast bijzonder flexibel ingedeeld. Alle ruimten kunnen met elkaar worden verbonden, en worden vergroot of verkleind. 8. De middenruimte kan op verschillende manieren worden gebruikt. Het kan een echte werkplek zijn, maar je kunt deze ook koppelen met de lokalen. 9. Er is een goede verbinding tussen de afzonderlijke scholen. In oude tekeningen zag je dat de gang af en toe breder werd, en op verschillende plekken uitzicht had. Het was meer een straat dan een gang, met de mogelijkheid om functies te delen. Deze verbinding is in de loop der tijd in onbruik geraakt, maar kan eenvoudig worden hersteld. 10. De lokalen zijn ruim en licht. Locatie 1. De wijk Zilverkamp vergrijst. Een groeiend deel van de huidige bevolking heeft hierdoor geen directe band met de basisscholen. De vraag is wat de toekomstige ontwikkeling van de wijk zal zijn. Kan de wijk nieuwe belangstellenden aantrekken die zich er t.z.t. willen vestigen? Het antwoord hangt af van het woningbestand maar ook van de kwaliteit van de leefomgeving en de voorzieningen. Bij de woningkeuze van jonge gezinnen is de aanwezigheid van goede en aantrekkelijke scholen een belangrijke vestigingsfactor. Het scholencomplex kan daarom een troef zijn voor de toekomst van Zilverkamp. Het gaat erom deze troef goed uit te spelen. 2. De Zilverkamp is, zoals gezegd, opgebouwd in de losse structuur van een bloemkoolwijk. De wijk kenmerkt zich door afwisseling en veel groen en water. Het scholencomplex vormt het hart van de wijk. Het is onmiddellijk gekoppeld aan het 4

5 winkelcentrum en de sporthal aan de ene kant, en de groene long aan de andere kant. Zo heeft het een sleutelpositie tussen wonen, groen, water en winkels. Het is bovendien goed bereikbaar: te voet, op de fiets, met de auto en met de bus. Het voorplein van de scholen is een ontmoetingsruimte voor de hele wijk. 3. Door de geleidelijke ontwikkelingen uit de afgelopen veertig jaar is de oorspronkelijke opzet inmiddels minder goed herkenbaar. Zoals: de uitbreiding van het winkelcentrum, de uitbreiding van parkeerruimte, het plaatsen van hekken om het schoolplein. Ook is de bevolkingssamenstelling veranderd. In de beginjaren woonden er veel gezinnen met jonge kinderen in Zilverkamp, voor wie de school een vanzelfsprekend trefpunt was. In de vergrijzende wijk is die band verzwakt. Voorts is de mobiliteit toegenomen, met als gevolg dat de schoolkeuze minder wijkgebonden is dan voorheen. Ook nu nog heeft de school een waardevolle, bindende functie in een wijk, maar de invulling daarvan gaat niet automatisch. 4. Het scholencomplex behoudt een wijkfunctie maar heeft ook een groeiende regionale functie. Dat is bijvoorbeeld te merken aan het leerlingenbestand van t Holthuus. Steeds meer ouders uit een wijdere omgeving kiezen voor deze school. Dat zal nog worden versterkt wanneer de school niet alleen aantrekkelijk onderwijs biedt, maar ook een uitstekend verzorgd gebouw in een aantrekkelijke omgeving. Het scholencomplex kan als trekker de populariteit van Zilverkamp (en Huissen in het algemeen) vergroten. 5. Hiervoor is het nodig om de bestaande kwaliteiten van het gebouw en de locatie te versterken. Sommige oorspronkelijke kwaliteiten zijn in de loop der tijd verrommeld, maar kunnen worden hersteld. Er kunnen nieuwe kwaliteiten worden toegevoegd, bijvoorbeeld door het water beter bereikbaar te maken. Concreet: de troef voor Zilverkamp is een hoogwaardig gerenoveerde school in het groen, op een ruime locatie in het hart van de wijk, pal naast andere voorzieningen, gunstig gelegen in de regio, en goed bereikbaar. 5

6 3. Onderwijskundige visies en wensen Bij de volgende samenvatting van de onderwijskundige visies en ruimtelijke wensen is geput uit de bestaande visiedocumenten van de betrokken instellingen en uitvoerige gesprekken met betrokkenen. Ook is gebruik gemaakt van de toelichtingen die tijdens de bijeenkomsten van Mevrouw Meijer zijn gegeven door: - Nelleke Remerie, schooldirectrice t Holthuus - Henny Pasman, schooldirectrice Het Drieluik - Karin Morina, locatiedirectrice BSO Toverspan. - Joke Rasing, directrice Peuterspeelzaalwerk / Vlindertuin In deze samenvatting ligt het accent op die onderdelen van de visie die duidelijk gevolgen hebben voor de eisen die aan het schoolgebouw worden gesteld. De visie van Het Tweespan is hier achterwege gelaten omdat deze school niet langer onderdeel is van de toekomstplannen voor het scholencomplex. t Holthuus t Holthuus laat zich inspireren door de scholen uit het Italiaanse Reggio Emilia. Het motto luidt: Een kind spreekt honderd talen. Dat wil zeggen: een kind heeft oneindig veel mogelijkheden. De school gaat uit van de eigenheid en uniciteit van ieder kind. Het kind wordt uitgedaagd om op onderzoek uit te gaan en een antwoord te vinden op zijn leervragen. De school verbindt theorie en praktijk, en er is veel aandacht voor creativiteit, sociaalemotionele ontwikkeling en wereldoriëntatie. Er wordt een groot beroep gedaan op de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van kinderen, en op hun vermogen om samen te werken. Samenwerken gebeurt niet alleen binnen de eigen leeftijdsgroep, maar ook in groepen waarin uiteenlopende leeftijden samenkomen. Er wordt samengewerkt aan projecten en in gesprekskringen. Ook op het niveau van de school als geheel is saamhorigheid waardevol; vandaar de gezamenlijke wekelijkse midweekviering. Bij de school leeft de wens van een Integraal Kind Centrum, zodat kinderen van 0 tot 12 jaar binnen hetzelfde pedagogische klimaat opgroeien. Het schoolgebouw speelt een belangrijke rol in deze visie. Reggio Emilia onderscheidt drie pedagogen : de kinderen zelf (ze steken elkaar aan), de leerkrachten, en de omgeving (het gebouw, de inrichting, het materiaal, de buitenruimte). Het schoolgebouw moet dus een pedagogische kwaliteit hebben. Het moet een uitdagende en stimulerende leeromgeving bieden. Het moet geschikt zijn voor alle honderd talen. Naast reguliere lokalen zijn er uiteenlopende ruimten nodig voor projectgroepen, zelfwerkzaamheid, schoolvieringen, en voor specifieke activiteiten zoals wetenschap, techniek, drama, schilderen, zingen, dansen, koken, en een stilteplek. Om het schoolgebouw maximaal te benutten als leer- en vormingsomgeving is een flexibele indeling gewenst. Concreet komen uit deze visie de volgende (ruimtelijke) wensen voort: - Voor een uitdagende een stimulerende omgeving zijn enkele verbeteringen gewenst: goede akoestiek, goede ventilatie, mooie vormgeving. - Er wordt zowel op de gang als in de lokalen gewerkt. De gangen en hallen moeten dus volwaardige werkplekken bieden. Met name goede ruimte voor de laboratorium opstelling waar onderzoek gedaan kan worden naar diverse thema s die op dat moment in de lessen wordt behandeld. Wanneer mogelijk, meer ruimte op de gang door wegwerken garderobe. 6

7 - De school moet geschikt zijn voor veel verschillende en wisselende activiteiten. Wensen: meer flexibiliteit, en ateliers voor specifieke activiteiten, zoals koken, techniek, werk, stilteplek,drama, dans enzovoorts. Plus ruimte voor exposities. - De centrale hal speelt een belangrijke rol. Wensen: een (vast) podium, coulissen, geluid, mogelijkheid om centrale hal eventueel te vergoten d.m.v. schuifwanden rondom. Of het erbij trekken van de speelzaal. - Ook voor de buitenruimte is meer kwaliteit gewenst: beter contact tussen binnen en buiten, meer mogelijkheden om de buitenruimte bij het onderwijs te betrekken. - Bij de school leeft de wens van een Integraal Kind Centrum binnen het complex Zilverkamp. - t Holthuus wil graag ruimten delen met anderen, bijvoorbeeld lokalen voor techniek, muziek, handenarbeid en gymnastiek. - Naast deze kwalitatieve wensen speelt bij t Holthuus voor de toekomst ook een kwantitatieve ontwikkeling: het aantal leerlingen groeit. Al jaren is er veel zijinstroom vanwege het onderwijsconcept en het goede sociaal-emotionele klimaat. Naar verwachting zet deze groei door. Uitgangspunt is nu tien groepen. Hiervan zijn opgenomen in het aangepaste plan van Henssen (in beide varianten): - Ruimere, goed zichtbare entree met directiekamer en extra ruimten. - De centrale hal is deels opgeschoond, waardoor de hallen beter te gebruiken zijn. - Nieuwe, ruime speelzaal voor gezamenlijk gebruik door Drieluik, Holthuus en KDV/PSZ. De speelzaal is binnendoor bereikbaar en kan worden gekoppeld aan de multifunctionele ruimte. Het huidige speellokaal van Holthuus komt vrij voor ander gebruik. - Alle voorzieningen van het integraal kindcentrum zijn centraal ondergebracht met een eigen entree. Ze zijn binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat. - Extra lokalen zijn binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat. Het Drieluik Het Drieluik is een protestants-christelijke Daltonschool. Het uitgangspunt is dat kinderen leren vanuit voorstelbare, herkenbare en concrete leefsituaties. Het Daltonmotto, Vrijheid in gebondenheid, biedt ieder kind de ruimte, maar wel zodanig ingekaderd dat het kind zich begeleid voelt. Het kind kan zelf de ruimte nemen die het aankan, en het leert zo om te gaan met zelfstandigheid. De leertaken zijn aangepast aan de mogelijkheden van de individuele leerling. De 4 keer wijzer -methode gaat ervan uit dat een kind het meest leert als het geïnteresseerd is; daarom krijgen kinderen de ruimte om hun sterke kanten verder te ontwikkelen, of dit nu taligheid of timmeren is. Ook samenwerken is belangrijk. Een belangrijke pijler onder het onderwijs is respect voor elkaar. Wereldoriëntatie is eveneens een belangrijk onderdeel. Het Drieluik heeft de ambitie om in passend onderwijs te voorzien. Ook wil de school graag voorschoolse opvang bieden in een Integraal Kind Centrum. Het motto Vrijheid in gebondenheid is ook van toepassing op de eisen die het Daltononderwijs aan het schoolgebouw stelt. Het gebouw moet ruimte én kaders bieden aan uiteenlopende onderwijsvormen en activiteiten. Kinderen werken in het klaslokaal, maar ook daarbuiten. Ze krijgen de instructie van hun leerkrachten afwisselend in grote en kleine groepen. In de hal werken ze aan samenwerkingsopdrachten of individuele opdrachten. Ook creatieve activiteiten vinden daar plaats. Er zijn ruimten nodig voor de verscheidenheid aan 4 keer wijzer -activiteiten. Concreet komen uit deze visie de volgende (ruimtelijke) wensen voort: - Er wordt zowel op de gang als in de lokalen gewerkt en instructie gegeven. De gangen en hallen moeten dus volwaardige werkplekken bieden. Om meer ruimte te creëren, kan 7

8 de garderobe een andere plaats krijgen. Dit geldt ook voor de kasten met boeken en keuzewerkopdrachten die momenteel in de hal van de bovenbouw staan. - Wens: een mediatheek waarin een grote groep kinderen aan werkstukken kan werken. - Wens: een grote ruimte voor festiviteiten en presentaties van de hele school. - Wens: de mogelijkheid om kunstwerken van kinderen in gangen of hallen te exposeren. - De school wil passend onderwijs aanbieden. Op dit moment worden de ruimtelijke eisen hiervan verkend. - Bij de school leeft de wens om de ontwikkeling van het kind ook te volgen voordat het op de basisschol begint; idealiter is het kind van nul tot dertien jaar bij het Drieluik. Vandaar de wens van een Integraal Kind Centrum. - Het Drieluik wil graag ruimten delen met anderen, bijvoorbeeld lokalen voor techniek, muziek, handenarbeid en kleutergym, en een kantine. Hiervan zijn opgenomen in het aangepaste plan van Henssen (in beide varianten): - Ruimere, goed zichtbare entree met directiekamer en extra ruimten. - De centrale hallen zijn deels opgeschoond van bergingen en sanitaire voorzieningen, waardoor ze beter te gebruiken zijn voor werken buiten het lokaal. - Nieuwe, ruime speelzaal voor gezamenlijk gebruik door Drieluik, Holthuus en KDV/PSZ. De speelzaal is binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat, en kan worden gekoppeld aan de multifunctionele ruimte. Deze ruimte kan tevens dienst doen als vieringruimte voor Drieluik. - Alle voorzieningen van het integraal kindcentrum zijn centraal ondergebracht met een eigen entree. Ze zijn binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat. - In variant 1 is geen extra ruimte opgenomen voor de mediatheek of extra kamers voor passend onderwijs. In variant 2 zijn twee extra lokalen zonder functie opgenomen, die hiervoor zouden kunnen worden gebruikt. Het Tweespan (Vervallen.) BSO Toverspan (SKAR) SKAR, waarvan Toverspan deel uitmaakt, is de oudste van alle organisaties in het scholencomplex, en heeft al heel wat ontwikkelingen binnen kinderopvangland meegemaakt. Op dit moment is het concept van het Integraal Kind Centrum in trek, zoals de brede school dat enkele jaren geleden was. Ook het passend onderwijs is genoemd. SKAR vindt het belangrijk dat de doorstroom van de voorschoolse voorziening naar het onderwijs goed kan verlopen. De BSO Toverspan zit nu al in het scholencomplex (in een lokaal bij t Tweespan); het kinderdagverblijf van SKAR zit op een steenworp afstand op een mooie groene plek. Dit kinderdagverblijf kan eventueel in het scholencomplex worden opgenomen. Voorwaarde is wel dat er niet ook nog een ander kinderdagverblijf wordt gevestigd. (NB: zie onder bij Vlindertuin.) De visie van Toverspan kent een aantal elementen van Reggio Emilia. Het kind is de motor van zijn eigen ontwikkeling. Toverspan kijkt naar wat het kind kan en probeert dit zoveel mogelijk te stimuleren. Buitenspelen is belangrijk. De ervaring van ruimte, weer, natuur, licht en ondergrond is buiten een andere dan binnen, waardoor het spel en onderzoek van kinderen verschilt met die in de binnenruimte. Buiten spelen vraagt andere vaardigheden en biedt andere mogelijkheden. Bij Kinderopvang SKAR geldt de afspraak dat alle kinderen van alle locaties zo vaak mogelijk naar buiten gaan, minstens één keer per dag, ook bij slecht weer. 8

9 SKAR wil graag meer samenwerken met de verschillende scholen om mee te werken aan de totale leerweg. De BSO kan deel zijn van Integraal Kind Centrum. Ook wil SKAR graag naschoolse activiteiten ontplooien waaraan ook andere kinderen kunnen deelnemen. Concrete (ruimtelijke) wensen zijn: - De kinderopvang is bij voorkeur binnendoor bereikbaar voor alle scholen. Bijvoorbeeld doordat ze centraal in het gebouw zit. - Graag aanvullende diensten in het complex opnemen: logopedie, fysio, maatschappelijk werk. - Mogelijkheid tot gebruikmaking van lokalen (techniek, muziek, gym) van de scholen. - Goede buitenspeelmogelijkheden. Hiervan zijn opgenomen in het aangepaste plan van Henssen (in beide varianten): - Ruimere, goed zichtbare entree. - Nieuwe, ruime speelzaal voor gezamenlijk gebruik door Drieluik, Holthuus en KDV/PSZ. De speelzaal is binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat, en kan worden gekoppeld aan de multifunctionele ruimte. - Alle voorzieningen van het integraal kindcentrum zijn centraal ondergebracht met een eigen entree. Ze zijn binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat. - In variant 1 is geen extra ruimte opgenomen voor logopedie, fysiotherapie en maatschappelijk werk. In variant 2 zijn twee extra lokalen zonder functie opgenomen, die hiervoor zouden kunnen worden gebruikt. Peuterspeelzaal De Vlindertuin (Stichting De Linge) De peuterspeelzaal De Vlindertuin heeft een eigen aanbouw bij t Tweespan en maakt gebruik van de aangrenzende speelzaal van deze school. De peuterspeelzaal is een voorschoolse voorziening voor twee dagen per week voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Het uitgangspunt is dat kinderen leren door te spelen. Spel heeft een centrale rol en wordt op allerlei verschillende manieren aangeboden. Ook wordt er gewerkt in thema s, met ook aandacht voor zintuiglijke ontwikkeling. Er is extra educatie voor kinderen met (risico op) een taalachterstand. De peuterspeelzaal is van belang voor preventie en vroege signalering, en voor een soepele overgang naar de basisschool met zo min mogelijk achterstand. De peuterspeelzaal werkt samen met o.m. schoollogopedie. Een inloopspreekuur verlaagt de drempel voor ouders om vragen te stellen. Er zijn belangrijke veranderingen op komst in het peuterspeelzaalwerk. Steeds vaker vragen ouders om meer opvang dan twee dagen in de week. Landelijk worden alle voorschoolse voorzieningen geharmoniseerd, een ontwikkeling die in 2007 begin en in 2016 moet zijn voltooid. Dan vallen kinderopvang en peuterspeelzaalwerk onder één koepel. Intussen is er vanaf 2014 een forse korting op de subsidie, namelijk 30 procent. Het is de vraag hoe de kwaliteit kan worden behouden. De Vlindertuin heeft het aanbod al uitgebreid; kinderen kunnen er nu ook lunchen en overblijven. Daarnaast overweegt stichting de Linge om de Vlindertuin uit te breiden naar kinderen van 0 tot 2 jaar in de vorm van een Kinderdagverblijf; hiervoor is extra ruimte nodig. Bij samenwerking tussen de Vlindertuin en Het Drieluik zou een Integraal Kind Centrum ontstaan. (NB: zie boven bij Toverspan.) Concrete (ruimtelijke) wensen zijn: - Graag aanvullende diensten in het complex opnemen: logopedie, fysio, maatschappelijk werk. - Mogelijkheid tot gebruikmaking van lokalen (techniek, muziek, gym) van de scholen. - Goede buitenspeelmogelijkheden. 9

10 Hiervan zijn opgenomen in het aangepaste plan van Henssen (in beide varianten): - Ruimere, goed zichtbare entree. - Nieuwe, ruime speelzaal voor gezamenlijk gebruik door Drieluik, Holthuus en KDV/PSZ. De speelzaal is binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat, en kan worden gekoppeld aan de multifunctionele ruimte. - Alle voorzieningen van het integraal kindcentrum zijn centraal ondergebracht met een eigen entree. Ze zijn binnendoor bereikbaar via de centrale verbindingsstraat. - In variant 1 is geen extra ruimte opgenomen voor logopedie, fysiotherapie en maatschappelijk werk. In variant 2 zijn twee extra lokalen zonder functie opgenomen, die hiervoor zouden kunnen worden gebruikt. 10

11 4. Twee varianten: ontwerp In beide varianten is rekening gehouden met het vertrek van Het Tweespan. Als gebruikers van het complex blijven twee basisscholen over plus de eerder benoemde aanvullende voorzieningen en/of ruimten. Het principe van een verbindende lichtstraat is gehandhaafd zodat de gemeenschappelijke voorzieningen en ruimten voor iedereen binnendoor bereikbaar zijn. In beide varianten wordt een deel (ongeveer een kwart) van het huidige complex gesloopt. De varianten verschillen in de keuze welk deel wordt gesloopt. Dit verschil werkt door in de indeling van het gebouw, en ook in de ruimtelijke mogelijkheden om het gebouw heen. Variant 1 De lokalen die nu in gebruik zijn bij Het Drieluik worden gesloopt. De school komt los te liggen van het winkelcentrum, sporthal en theater. Hierdoor ontstaat een betere toegang tot de vijver. Voor de horeca biedt het de mogelijkheid tot het maken van een goed terras. Variant 1: Plattegrond met indeling 11

12 Variant 1: Plattegrond met bouwkundige ingrepen Variant 1: Situatie in de wijk 12

13 Variant 2 De twee zijarmen in het midden van het complex worden gesloopt, globaal het gedeelte waar nu Het Tweespan is gehuisvest. Aan beide lange zijden van de school (noord en zuid) kan de buitenruimte overzichtelijker worden ingericht, met speelplaatsen aan de vijverzijde, en aan de zuidzijde een ruim entreegebied met goede haal- en brengfaciliteiten. Variant 2: Plattegrond met indeling 13

14 Variant 2: Plattegrond met bouwkundige ingrepen Variant 2: Situatie in de wijk 14

15 5. Twee varianten: kostenraming 15

16 16

17 6. Conclusies en advies Mevrouw Meijer Binnen het gestelde budget is een sobere maar volledige aanpassing van het scholencomplex mogelijk. Beide varianten kunnen voorzien in een groot deel van de directe behoefte van de gebruikers, met als resultaat een integraal kindcentrum met diverse deelnemende partijen. De twee basisscholen krijgen ieder een herkenbare en ruime entree. Het aanvullende programma is centraal georganiseerd met een eigen entree en binnendoor goed verbonden met de beide scholen. De twee varianten zijn nu zoals afgesproken uitgewerkt op VO-niveau (voorlopig ontwerp). Bij verdere uitwerking van een van de varianten naar de DO-fase (definitief ontwerp) kunnen de benodigde ingrepen en de bijbehorende kosten meer in detail worden vastgesteld. In de DO-fase kunnen de gemeente en de schoolbesturen ook nadere keuzes maken over wat zij eventueel van meer of minder van belang achten. Als belangrijkste voor- en nadelen van de twee varianten zien wij het volgende. Variant 1 - Het scholengebouw komt vrij te staan van het winkelcentrum en de sporthal. Hierdoor ontstaan om het gebouw heen nieuwe stedenbouwkundige mogelijkheden. Er is een betere verbinding mogelijk tussen de wijk en de vijver, en er zijn ook mogelijkheden voor parkeren en/of een goede buitenruimte bij de horeca. Het aantal leslokalen is voor beide scholen voldoende overeenkomstig de huidige tellingen en prognoses. In het middendeel van het cpmplex zijn alle extra voorzieningen opgenomen zoals speellokaal, psz, kdv, nso en enkele extra ruimten. Ze zijn alle bereikbaar vanuit de interne verbindingsstraat. De interne verbindingsstraat tussen de beide scholen is relatief kort. Hierdoor is er iets minder ruimte voor het extra programma dan in variant 2. Het totaal bruto vloeroppervlakte (bvo) is in variant 1 dan ook iets kleiner dan in variant 2. Variant 2 - In deze variant blijft het gebouw vastzitten aan het winkelcentrum en de sporthal. In plaats hiervan worden de vleugels aan de lange noordzijde en zuidzijde gesloopt. Hierdoor ontstaat een meer langgerekt gebouw met ruime, minder diepe hoven of patio s. Aan de zuidzijde is een ruimere entreezone mogelijk met extra parkeerruimte en gemakkelijker haal- en brengmogelijkheden. Aan de noordzijde (de waterkant) is er een ruimer speelterrein dat kan aansluiten op het openbare groen. Door de langgerekte vorm wordt ook de verbindingsstraat langer. Dit geeft ook meer ruimte aan het extra programma. Variant 2 heeft hierdoor een groter bvo dan variant 1. Mevrouw Meijer ziet goede mogelijkheden in het losknippen van het gebouw van het winkelcentrum en de sporthal (variant 1). Precieze uitwerking in het DO kan een goede school opleveren. Het is te overwegen om één of twee lokalen extra te laten staan zodat er meer ruimte komt voor extra onderdelen die passen binnen een integraal kindcentrum. Zo komt variant 1 aan de extra bvo s die wel in variant 2 zitten. Mocht er extra investeringsruimte bij de school bestaan, dan kan bij het Holthuus extra werkruimte komen door het dak in de centrale hallen op te tillen en een omloop te maken. Zie hiervoor het eerdere uitgebreide plan van Marco Henssen. De alternatieve financieringsmodellen die Nexit voorstelde (leasen en het aanbrengen van zonnecollectoren) zijn de moeite waard om nader te worden onderzocht. 17

18 Bijlage 1. Ontwerpen Marco Henssen BV 18

19

20 2 3 pers voorzieningen bso, kdv, psz, speelzaal, mf 1093 m2 bvo 1 4 dir. kdv kdv bso hal 5 8 bso 1118 m2 bvo multi-funct speelzaal 7 sanitair berging 6 9 pers. 8 TE SLOPEN 6 sanitair berging hal psz 10 7 holthuus = 1336 m2 bvo 5 pers. psz 4 3 drieluik 1152 m2 bvo 1 2 dir. hal mathenesserlaan gd rotterdam postbus ar rotterdam t +31(0) f +31(0) info@marcohenssen.nl marco henssen architecten bv rotterdam concept 1 scholencomplex Ot en Sien schaal 1: juli 2014

21 voorzieningen bso, kdv, psz, speelzaal, mf 1093 m2 bvo 1118 m2 bvo TE SLOPEN holthuus = 1336 m2 bvo nieuw wand/pui nieuw dak/vloer drieluik sloop wand/sanitair 1152 m2 bvo luifel mathenesserlaan gd rotterdam postbus ar rotterdam t +31(0) f +31(0) info@marcohenssen.nl marco henssen architecten bv rotterdam concept 1 (sloop en nieuw) scholencomplex Ot en Sien schaal 1: juli 2014

22

23 2 3 pers. 1 4 voorzieningen 2 dir. bso, kdv, psz, speelzaal, mf 1273 m2 bvo 356 m2 bvo 3 1 psz drieluik 4 pers. 5 sanitair berging 5 TE SLOPEN extra sanitair berging hal m2 bvo 6 extra psz multi-funct speelzaal pers. 8 kdv 8 sanitair berging bso bso 10 7 holthuus = 1336 m2 bvo kdv hal kdv bso 7 dir. 616 m2 bvo TE SLOPEN mathenesserlaan gd rotterdam postbus ar rotterdam t +31(0) f +31(0) info@marcohenssen.nl marco henssen architecten bv rotterdam concept 2 scholencomplex Ot en Sien schaal 1: juli 2014

24 voorzieningen bso, kdv, psz, speelzaal, mf 1273 m2 bvo 356 m2 bvo TE SLOPEN drieluik 1118 m2 bvo holthuus = 1336 m2 bvo nieuw wand/pui nieuw dak/vloer sloop wand/sanitair 616 m2 bvo luifel TE SLOPEN mathenesserlaan gd rotterdam postbus ar rotterdam t +31(0) f +31(0) info@marcohenssen.nl marco henssen architecten bv rotterdam concept 2(sloop en nieuw) scholencomplex Ot en Sien schaal 1: juli 2014

25 Bijlage 2. Calculatie Winket BV met bijlagen 19

26 Winket bv Huisvestingseconomie, bouwkosten en bestekken Kosten en maatregelen Scholen in Zilverkamp, Huissen Door Marco Henssen architecten bv te Rotterdam zijn twee planconcepten ontwikkeld voor de renovatie van het scholencomplex Ot en Sien te Huissen. Beide planconcepten zijn door bouwkostenadviesbureau Winket bv van een kostenraming voorzien volgens de Methode Mevrouw Meijer. *) Kostenramingen in de voorlopig of definitief ontwerpfase van een bouwproject geven gewoonlijk een benadering van de bouwkosten van het plan, als dat zou worden uitgevoerd volgens de voorliggende tekeningen. Een kostenraming volgens de Methode Mevrouw Meijer is uitsluitend bedoeld voor het maken van een inschatting van de bouwkosten van een plan(-concept) in de fase structuurontwerp. Het neemt alvast een voorschot op de optimalisaties die verderop in het planvormingstraject nog gerealiseerd moeten worden, uitgaande van de prakrijkervaring van de adviesbureaus, die bij de ontwikkeling van de methode betrokken waren. Het doel van dit type kostenramingen is dan ook om een realistisch budget voor een bepaalde aanpak van de renovatie van een bestaand schoolgebouw vast te stellen. In de begrotingen van dit project zijn naast sloop en uitbreiding de volgende maatregelen opgenomen: Fundering: Skelet: Daken: Gevels: Binnenwanden: Vloeren: Trappen: Plafonds: W-installaties: E-installaties: T-installaties: Vaste inrichting: Diversen: Geen maatregelen. Geen maatregelen. Herstel, aanpassingen en schilderwerk van de dakranden. Wat betreft de gesloten delen van de gevels is gerekend op keimen (schilderwerk) en na-isolatie door middel van spouwvulling. Wat betreft de gevelkozijnen is gerekend op 10% totaal vervangen, 65% aanbrengen nieuw dubbelglas en 100% schilderwerk (bestaand en nieuw). Schilderwerk op alle binnenwanden en binnenkozijnen, plaatselijk wandtegels vervangen. Gerekend is op 50% nieuwe vloerbedekking aanbrengen en plaatselijk nieuwe vloertegels. Waar nodig herstel van onderliggende dekvloeren. Niet van toepassing. Gerekend op 10% plafonds vervangen, overige plafonds reinigen, danwel schilderen. Gerekend is op 10% vervangen riolering, water en gas. Aanpassen cv-installatie: 50% van de radiatoren. Mechanische ventilatie / luchtbehandeling: geen maatregelen behoudens kleine aanpassingen in verband met andere (bouwkundige) werkzaamheden. Plaatselijk herstel: 20% van de wandcontactdozen en lichtpunten, 5% van de armaturen vernieuwen. Bijbehorend werk aan de centrale voorzieningen. Beperkte aanpassingen aan de communicatie-installatie, rookmelders en brandblustoestellen. Liften / rotrappen niet van toepassing. Gerekend is op 20% vervangen van pantry s en sanitair. Voor onvoorziene werkzaamheden is een bedrag van 13,50 per m2 BVO aangehouden (directe bouwkosten, dat wil zeggen zonder opslagen voor bouwplaatskosten, algemene bedrijfskosten en winst van het bouwbedrijf en zonder opslagen voor bijkomende kosten en BTW). *) Stichting Mevrouw Meijer te Rotterdam Kosten en maatregelen Scholen in Zilverkamp - 1/2

27 Winket bv Huisvestingseconomie, bouwkosten en bestekken De begrote bouwkosten (exclusief bijkomende kosten en BTW) voor planconcept 1 komen uit op 290 / m2 BVO voor het renovatiedeel en / m2 BVO voor de uitbreidingen. De begrote bouwkosten (exclusief bijkomende kosten en BTW) voor planconcept 2 komen uit op 295 / m2 BVO voor het renovatiedeel en / m2 BVO voor de uitbreidingen. Uitbreidingen zijn begroot als complete gebouwdelen, inclusief installaties en afwerking. Voor de sloop van bouwdelen volgens de planconcepten is 50,00 per m2 BVO aangehouden. Aanpassingen aan het terrein, inclusief omheiningen, zijn gebudgetteerd op Dat gaat uit van beperkt onderhoud. Volledige herinrichting van het terrein zou in onze benadering uitkomen op tot (Sloop en terrein ook bouwkosten exclusief bijkomende kosten en BTW.) De begrotingen van planconcept 1 resulteren als volgt: Bouwkosten m2 BVO ( 396/m2) Bijkomende kosten (adviseurs, leges, aansluitkosten) Subtotaal BTW Totaal (inclusief bijkomende kosten en BTW) De begrotingen van planconcept 2 resulteren als volgt: Bouwkosten m2 BVO ( 374/m2) Bijkomende kosten (adviseurs, leges, aansluitkosten) Subtotaal BTW Totaal (inclusief bijkomende kosten en BTW) Prijspeil De begrotingen zijn als bijlagen bij deze notitie gevoegd. Behalve de met de renovatie gemoeide investeringen zijn ook het onderhoud en de energielasten geraamd. Roosendaal, Kosten en maatregelen Scholen in Zilverkamp - 2/2

28 Winket bv - Huisvestingseconomie, bouwkosten en bestekken Maatregelen / hoeveelheden Bouwkosten Onderhoud Energie Scholen in Zilverkamp - Marco Henssen concept 1 Ren. I Ren. II Ren. III Ren.Ttl Uitbr. Nwb. Ren. Uitbr. Nwb. kosten kosten per jaar per jaar Bouwkosten 1A Fundering m A11 bodemvoorzieningen A13 vloeren op grondslag A16 funderingsconstructies A17 paalfunderingen totaal fundering B Skelet m B21 buitenwanden (constructief) B22 binnenwanden (constructief) B23 vloeren (constructief) B27 daken (constructief) B28 hoofddraagconstructies totaal skelet C Daken (afbouw, afwerking) m C27 dakafbouwconstructies C37 dakopeningen C47 dakafwerkingen totaal daken D Gevels (afbouw, afwerking, kozijnen) m D21 buitenwandafbouwconstructies D31 buitenwandopeningen D41 buitenwandafwerkingen totaal gevels E Binnenwanden (afbouw, afwerking, kozijnen) m E22 binnenwandafbouwconstructies E32 binnenwandopeningen E42 binnenwandafwerkingen totaal binnenwanden F Vloeren (afbouw, afwerking) m F23 vloerafbouwconstructies F33 vloeropeningen F43 vloerafwerkingen totaal vloeren G Trappen m G24 trappen en hellingconstructies G34 balustrades en leuningen G44 trap- en hellingafwerkingen totaal trappen, hellingen en balustrades H Plafonds m H45 plafondafwerkingen totaal plafonds A W-installaties: vloeistof/gas m A51 bouwkundige voorzieningen tbv wb-installaties A52 afvoeren A53 water A54 gassen totaal installatie wtb.: vloeistof- en gasinstallaties B W-installaties: binnenklimaat m B55 klimaatinstallatie: koeling B56 klimaatinstallatie: verwarming B57 klimaatinstallatie: luchtbehandeling B58 regeling klimaat en sanitair totaal installatie wtb.: klimaatinstallaties C E-installaties: energie m C61 centrale elektrotechnische voorzieningen C62 krachtstroom C63 verlichting totaal elektra: energievoorziening, verlichting D E-installaties: communicatie m D64 communicatie D65 beveiliging D67 gebouwbeheersvoorzieningen totaal elektra: communicatie, beveiliging E T-installaties: lift - st - - 2E66 liften totaal installatie lift/transport A Vaste inrichting m A71 vaste verkeersvoorzieningen A72 vaste gebruikersvoorzieningen A73 vaste keukenvoorzieningen A74 vaste sanitaire voorzieningen A75 vaste onderhoudsvoorzieningen A76 vaste opslagvoorzieningen totaal vaste inrichtingen A Diversen m A99 diversen totaal diversen Totaal directe bouwkosten Bouwplaats en management 8,0% Algemene bedrijfskosten en winst 10,0% A Sloop totaal bouwdeel m A Terrein m bouwkosten per m2 BVO Totaal bouwkosten excl. BTW m Bijkomende kosten 20,0% Totaal bouwkosten + bijk. kosten excl. BTW m BTW 21,0% Totaal bouwkosten + bijk. kosten incl. BTW m Bouwkundig onderhoud m2 Onderhoudskosten Energieverbruik m2 Gasverbruik m Elektriciteitsverbruik kwh Energiekosten Totaal per jaar per jaar per jaar totaal m2 per leerling Aantal leerlingen 565 ll Bouwkosten incl. BTW Bouwkundig onderhoud Energiegebruik Scholen Zilverkamp - Mevrouw Meijer - model (2) - 1/2

29 Winket bv - Huisvestingseconomie, bouwkosten en bestekken Maatregelen / hoeveelheden Bouwkosten Onderhoud Energie Scholen in Zilverkamp - Marco Henssen concept 2 Ren. I Ren. II Ren. III Ren.Ttl Uitbr. Nwb. Ren. Uitbr. Nwb. kosten kosten per jaar per jaar Bouwkosten 1A Fundering m A11 bodemvoorzieningen A13 vloeren op grondslag A16 funderingsconstructies A17 paalfunderingen totaal fundering B Skelet m B21 buitenwanden (constructief) B22 binnenwanden (constructief) B23 vloeren (constructief) B27 daken (constructief) B28 hoofddraagconstructies totaal skelet C Daken (afbouw, afwerking) m C27 dakafbouwconstructies C37 dakopeningen C47 dakafwerkingen totaal daken D Gevels (afbouw, afwerking, kozijnen) m D21 buitenwandafbouwconstructies D31 buitenwandopeningen D41 buitenwandafwerkingen totaal gevels E Binnenwanden (afbouw, afwerking, kozijnen) m E22 binnenwandafbouwconstructies E32 binnenwandopeningen E42 binnenwandafwerkingen totaal binnenwanden F Vloeren (afbouw, afwerking) m F23 vloerafbouwconstructies F33 vloeropeningen F43 vloerafwerkingen totaal vloeren G Trappen m G24 trappen en hellingconstructies G34 balustrades en leuningen G44 trap- en hellingafwerkingen totaal trappen, hellingen en balustrades H Plafonds m H45 plafondafwerkingen totaal plafonds A W-installaties: vloeistof/gas m A51 bouwkundige voorzieningen tbv wb-installaties A52 afvoeren A53 water A54 gassen totaal installatie wtb.: vloeistof- en gasinstallaties B W-installaties: binnenklimaat m B55 klimaatinstallatie: koeling B56 klimaatinstallatie: verwarming B57 klimaatinstallatie: luchtbehandeling B58 regeling klimaat en sanitair totaal installatie wtb.: klimaatinstallaties C E-installaties: energie m C61 centrale elektrotechnische voorzieningen C62 krachtstroom C63 verlichting totaal elektra: energievoorziening, verlichting D E-installaties: communicatie m D64 communicatie D65 beveiliging D67 gebouwbeheersvoorzieningen totaal elektra: communicatie, beveiliging E T-installaties: lift - st - - 2E66 liften totaal installatie lift/transport A Vaste inrichting m A71 vaste verkeersvoorzieningen A72 vaste gebruikersvoorzieningen A73 vaste keukenvoorzieningen A74 vaste sanitaire voorzieningen A75 vaste onderhoudsvoorzieningen A76 vaste opslagvoorzieningen totaal vaste inrichtingen A Diversen m A99 diversen totaal diversen Totaal directe bouwkosten Bouwplaats en management 8,0% Algemene bedrijfskosten en winst 10,0% A Sloop totaal bouwdeel m A Terrein m bouwkosten per m2 BVO Totaal bouwkosten excl. BTW m Bijkomende kosten 20,0% Totaal bouwkosten + bijk. kosten excl. BTW m BTW 21,0% Totaal bouwkosten + bijk. kosten incl. BTW m Bouwkundig onderhoud m2 Onderhoudskosten Energieverbruik m2 Gasverbruik m Elektriciteitsverbruik kwh Energiekosten Totaal per jaar per jaar per jaar totaal m2 per leerling Aantal leerlingen 565 ll Bouwkosten incl. BTW Bouwkundig onderhoud Energiegebruik Scholen Zilverkamp - Mevrouw Meijer - model (2) - 2/2

30 20