Beleid bestaande bouw hoofdrapport. Kwaliteit brandveiligheid

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beleid bestaande bouw hoofdrapport. Kwaliteit brandveiligheid"

Transcriptie

1 Beleid bestaande bouw hoofdrapport Kwaliteit brandveiligheid 1

2 Voorwoord In februari 2005 heeft de gemeenteraad van Nieuwegein het beleidskader Handhaving fysieke veiligheid vastgesteld. Een gevolg daarvan is het vormen van een nieuwe afdeling Handhaving Bebouwde Omgeving. In het oude bouw- en woningtoezicht was er vooral aandacht voor handhaving van de nieuwbouw en handhavingverzoeken in geval van illegale bouw, nu met de groei van de nieuwe afdeling wordt ook toegezien op de staat van gebouwen die niet verbouwd worden: De bestaande bouw controles. Op dit moment moeten de controles in bestaande panden gebreken aan het licht brengen die ervoor kunnen zorgen dat een brand niet beheersbaar is en personen zich niet op tijd in veiligheid kunnen brengen. Door deze gebreken aan te laten passen wordt preventief gezorgd voor een zo veilig mogelijke situatie in bestaande panden bij calamiteiten. Het in deze rapporten opgenomen beleid leidt ertoe dat de noodzakelijkheid om bepaalde voorzieningen te treffen is gemotiveerd. In de media zijn sprekende voorbeelden dat hiervoor aandacht moet zijn, denk aan de cafébrand in Volendam en de brand in het cellencomplex op schiphol. In de toekomst is het mogelijk dat de bestaande bouw controles uitgebreid worden naar andere belangrijke aspecten die aandacht moeten krijgen. Te denken valt aan bijvoorbeeld de ventilatie in gebouwen, met het oog op de gezondheid van de bewoners en gebruikers. Deel van grote gebouwen brandonveilig Cobouw nr 144, Van een onzer verslaggevers nieuwegein - Tien tot vijftien procent van de Nederlandse gebouwen groter dan 1000 vierkante meter is bouwtechnisch gezien brandonveilig en brengt levens in gevaar wanneer brand uitbreekt. Dat meent Arnold Sirag, een van de bestuursleden van Brandveilig Bouwen Nederland (BBN). "Pas op, dit is een schatting, ik besef dat dit gevoelig ligt. Fouten op het gebied van bouwtechnische zaken hebben we nooit onderzocht." Het percentage ongevaarlijke kleinere bouwtechnische fouten op het gebied van brandveiligheid ligt volgens Sirag veel hoger. "Ik schat dat dit percentage ergens tussen de 70 en 80 ligt." Sirag ziet geen reden om in paniek te raken. "De goede Nederlandse norm dekt kleine gebruikers- en montagefouten af. Neem de zware TNO-test. Gedurende een uur blijft een brand op volle sterkte op één plaats. In de praktijk begint de brand veel rustiger, heeft hij een kortere piek en schrijdt hij voort door een gebouw. Alleen in de gevallen dat onvolkomenheden elkaar niet afdekken, zouden we een grote brand of zelfs een calamiteit kunnen tegenkomen." Het merendeel van bouwtechnische brandfouten ontstaat volgens Sirag door onwetendheid van toezichthouders en aannemers. Dit leidt tot een slechte naleving van de controle en een waslijst aan onverantwoorde ingrepen. "Het verkeerd toepassen van geteste producten, het verbouwen van vluchtroutes, illegaal bijbouwen, wanden weghalen waarvan het doel onbekend is. Het doorboren van brandscheidingen voor nieuwe bedradingen. Brandwerende geschilderde constructies over verven met normale verf. Isolatiemateriaal dat wordt verwijderd en ga zo maar door." De kans op brand als gevolg van fouten hangt volgens Sirag onder meer af van de leeftijd van het gebouw, de kwaliteit van de nieuwbouw en de huidige functie van een gebouw. "De showroom die nu als kantoor wordt gebruikt en daarmee en een hogere bezettingsgraad kreeg, heeft een verhoogd risico." Ook oude gebouwen die volgens verouderde normen zijn gebouwd vormen een extra risicobron. "Pas bij grotere verbouwingen of renovatie moet voor deze gebouwen een nieuwe vergunning worden aangevraagd met de bijbehorende aangescherpte regels." Sirag vermoedt dat in elk gebouw wel iets te vinden is wat niet conform de regels is. "Als je alle productspecialisten bij elkaar neemt, dan is dat zeker het geval. Dan gaat het vooral om gebruikersfouten, zoals een kegje onder een brandwerende deur, zodat deze open blijft staan bij brand, of een vluchtgang die geblokkeerd is door stoelen." 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord...2 Inhoudsopgave...3 Inleiding...4 HOOFDSTUK 1 Achtergronden De technische voorschriften historisch gezien Woningwet Bouwbesluit Nieuwe bouwwerken Bestaande bouwwerken Doorwerking nieuwbouwvoorschriften naar bestaande bouw Bouwverordening Gebruiksbesluit Beleidsregels bestaande bouw rechtens verkregen niveau Inleiding Brandveiligheid in het Bouwbesluit Nieuwbouw Bestaande bouw Handhavingsbesluit De categorisering van de gebouwfuncties De categorisering van de brandveiligheidseisen Uitleg betekenis clusters Brandcompartimenten Rookcompartimenten Ontvluchting Constructieve veiligheid Materiaalgebruik Brandbeveiligingsinstallaties...14 HOOFDSTUK 3 De beleidspakketten Inleiding Overzicht van de gebouwfuncties Algemene toelichting eisen Brandcompartimenten Rookcompartimenten Vaststelling bezettingsgraadklasse Ontvluchten Constructies Materialen Brandbeveiligingsinstallaties Verlaging beleidsniveau...17 HOODSTUK 4 De werkpakketten Algemene toelichting Overzichten Gelijkwaardigheid...18 HOOFDSTUK 5 De checklisten Algemene toelichting Overzicht checklisten Gebruik checklisten...19 Literatuurlijst

4 Inleiding De cafébrand in Volendam in 2001, waarbij 14 doden vielen, heeft tot gevolg gehad dat veel gemeenten de brandveiligheid van cafés en andere publieksgebouwen in hun verzorgingsgebied tegen het licht gingen houden. In opdracht van de gemeente Amsterdam heeft het Nibra (het huidige NIFV) in 2002 een reeks van rapporten ontwikkeld voor het brandpreventiebeleid bestaande bouw van de gemeente Amsterdam. Bij het opstellen van het beleid bestaande bouw van de gemeente Nieuwegein is gebruik gemaakt van deze rapporten. Het beleid heeft alleen betrekking op de brandveiligheid van de bestaande bouw, eventuele andere kwaliteitseisen, bijv. ventilatie, komen hier niet aan de orde. Het is mogelijk om dit in de toekomst alsnog te realiseren. Het beleid is gedeeltelijk herschreven, geactualiseerd en passend gemaakt voor de situatie in Nieuwegein door Myra Veenhuizen, medewerker BWT Handhaving Bebouwde Omgeving. De gemaakte opmerkingen van de bouw- en woningtoezicht en de brandweer van Nieuwegein zijn in het beleid verwerkt. Het beleid bestaande bouw bestaat uit 4 delen: 1. Het hoofdrapport 2. Het beleidspakket 3. Het werkpakket 4. De checklisten In het hoofdrapport wordt ingegaan op de status van de beleidsregels en de verschillende beleidsniveaus als het gaat om brandveiligheid in Nieuwegein. Het beleidspakket is een verdere uitwerking van de beleidsniveaus op hoofdlijnen per gebouwfunctie. Het beleidspakket is noodzakelijk voor de bestuurlijke vaststelling van het te voeren beleid, en kunnen worden gezien als de beleidsregels conform. De werkpakketten zijn de basis voor de technische uitvoering. Uitvoeriger dan de beleidspakketten geven de werkpakketten de eisen aan waaraan een gebouw dient te voldoen. Voor de handhavers BWT zijn de werkpakketten het Bouwbesluit voor de bestaande bouw in Nieuwegein. Indien er voldoende kennis is van de werkpakketten kan voor de uitvoering gebruik gemaakt worden van checklisten. Met een checklist kan de handhaver snel nagaan of een pand aan de eisen voldoet of dat er een aanschrijving plaats dient te vinden en welke eisen dan uitgevoerd dienen te worden. 4

5 HOOFDSTUK 1 Achtergronden Brandveiligheid is een belangrijk item in de bouwregelgeving. Diverse regelingen hebben hier betrekking op. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het eerstelijns toezicht op de naleving van deze wet- en regelgeving door de eigenaren/beheerders. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de regelgeving. 1.2 De technische voorschriften historisch gezien Voor de totstandkoming van de Woningwet 1901 bestonden in Nederland uitsluitend bouwvoorschriften voor zover ze noodzakelijk waren op grond van de openbare orde, veiligheid en gezondheid. Aan het einde van de 18e eeuw en begin 19e eeuw zette in Nederland de industrialisatie in. Aan de huisvesting van de in de industrie werkzame arbeiders werd in het begin van de 19e eeuw weinig zorg besteed. Toen in de jaren een cholera-epidemie uitbrak, die niet alleen de arbeiders maar ook de gegoede stand trof, werd de aandacht van de gegoede stand op de zeer slechte woonomstandigheden van de arbeiders gevestigd. Koning Willem III verstrekte in 1853 opdracht aan het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI) een onderzoek in te stellen naar de vereiste inrichtingen van arbeiderswoningen. De door het KIVI uitgebrachte rapport kan worden gezien als de eerste aanzet voor de totstandkoming van de Woningwet Na 1875 trekken steeds meer arbeidskrachten van het platteland naar de industriecentra. Dit veroorzaakte een grote woningbehoefte en doordat de inmiddels betere arbeiderswoningen de vraag naar huisvesting niet dekte, vierde de speculatiebouw hoogtij. De behoefte aan een betere regeling werd voor de arbeidende klasse een manifest en resulteerde uiteindelijk in de Woningwet In de Woningwet 1901 werd bepaald dat elke gemeente voorschriften (bouwverordening) vast moest stellen, waaraan voldaan moest worden bij het bouwen, verbouwen en uitbreiden van een woning en voorschriften betreffende een behoorlijke bewoning (artikel 1). In artikel 4 van de Woningwet 1901 werd aangegeven betreffende welke onderwerpen de bouwverordening regelend moest optreden. De gemeenten kregen zo enkel de verplichting opgelegd om een bouwverordening te maken, maar er was geen kant en klare tekst. Dit leidde ertoe, dat er tussen de diverse gemeentelijke bouwverordeningen grote verschillen ontstonden. Na 1945 bestond er een grote woningnood. Om de concurrentie positie van Nederland sterk te houden, moesten de prijzen laag blijven. Hierdoor bleven de lonen laag en ontstond grote behoefte aan goedkope woningen. De bouw van dezelfde type woningen (seriematige productie) werd sterk bemoeilijkt door de grote verschillen in de diverse gemeentelijke bouwverordeningen. Een aantal pogingen om te zorgen voor unificatie van de regelgeving leidde niet tot de gewenste resultaten en zo ontstond het Besluit Uniforme Bouwvoorschriften (Stb. 1956, 321). De bepalingen van het B.U.B. gingen boven de gemeentelijke bouwverordening. Dit had tot gevolg dat indien een bouwplan voldeed aan de bepalingen van het B.U.B. en niet aan de desbetreffende bepalingen van de gemeentelijke bouwverordening, het bouwplan goedgekeurd diende te worden (aan het B.U.B. lag het model bouwverordening 1952 ten grondslag). De Vereniging van Nederlandse gemeenten heeft het Model Bouwverordening 1952 getoetst aan de in gemeentelijke kringen bestaande opvattingen. Dit resulteerde in de 5

6 Adviescommissie voor unificatie en de toepassing van gemeentelijke bouwverordening. In 1965 is de eerste uitgave van de huidige modelbouwverordening gereed gekomen. De Woningwet 1962 (inwerkingtreding 1965) zorgde ervoor dat de gemeenten veelal gebruik gingen maken van de door de VNG uitgegeven model bouwverordening, maar elke gemeenteraad gaf er zijn eigen invulling aan. Dat betekende dat de architect, de aannemer of de opdrachtgever genoodzaakt was de gemeentelijke bouwverordening wat betreft de woon- en bouwtechnische voorschriften grondig te bestuderen alvorens een bouwplan kon worden ontworpen. Derhalve hebben de bewindslieden in 1983 hun voornemen kenbaar gemaakt om voor de technische overheidsvoorschriften voor het bouwen een bouwbesluit te nemen. In 2003 is de laatste herziening van het Bouwbesluit geweest. Dit besluit is op dit moment van kracht. 1.3 Woningwet De Woningwet vormt de kern van de bouwregelgeving. En dan met name de bouwparagraaf van deze wet. Onder de Woningwet hangen drie zogenoemde Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's): 1. het Bouwbesluit met de bouwtechnische voorschriften waaraan bouwwerken moeten voldoen 2. het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, waarin het bouwvergunningregime is uitgewerkt 3. het Besluit Indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning, waarin staat hoe een bouwaanvraag moet worden ingediend. Verder speelt ook de gemeentelijke welstandsnota, het bestemmingsplan en de bouwverordening een rol Bouwbesluit 2003 In het bouwbesluit worden slechts technische bepalingen gegeven omtrent nieuwe gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, alsmede technische bepalingen voor bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde. Onder technische bepalingen worden woon- en bouwtechnische voorschriften verstaan. Woontechnische voorschriften zijn voorschriften over afmetingen, resp. oppervlakten van ruimten, alsmede voorschriften betreffende de situering en de inrichting van ruimten. De overige technische voorschriften zijn bouwtechnische voorschriften, waaronder naast branden constructieve veiligheidsvoorschriften van technische aard ook de bouwfysische voorschriften staan beschreven. De regels van het Bouwbesluit zijn onderverdeeld in de volgende vijf kenmerken: 1. veiligheid 2. gezondheid 3. bruikbaarheid 4. energiezuinigheid 5. milieu 6

7 Nieuwe bouwwerken Tenzij een bouwvergunning het uitdrukkelijk toestaat is het verboden om een gebouw of een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, te bouwen in strijd met de bouwtechnische nieuwbouw niveau eisen uit het Bouwbesluit Wordt voldaan aan de prestatie-eisen van het Bouwbesluit, dan heeft de aanvrager recht op een bouwvergunning Bestaande bouwwerken Het niveau van de bouwtechnische eisen in het Bouwbesluit 2003 is voor bestaande bouwwerken hoofdzakelijk afgeleid van de oudste in ons land bekende gemeentelijke en provinciale bouwvoorschriften uit begin vorige eeuw. Daarbij is in beginsel gekozen voor de laagste eisen die in de betreffende documenten zijn gesteld. Reden hiervoor is dat uit het oogpunt van verworven rechten in beginsel geen verdergaande eisen mogen worden gesteld dan die welke golden op het moment waarop de bouwvergunning voor het bouwwerk werd verleend (het zogenaamde rechtens verkregen niveau ). Het Bouwbesluit 2003 bevat voor de bestaande bouw minimum eisen in het kader van veiligheid en gezondheid en enkele eisen voor de bruikbaarheid. Dit betekent dat de eisen voor de bestaande bouw absolute bodemeisen zijn waar elk bestaand bouwwerk ten minste aan moet voldoen. De betreffende eisen voor bestaande bouwwerken zijn niet gekoppeld aan het aantal aanwezige personen, maar alleen gerelateerd aan gebruiksoppervlakten of vloeroppervlakten. In tegenstelling tot de nieuwbouwvoorschriften zijn in de voorschriften voor bestaande bouw van het Bouwbesluit 2003 dus geen bezettingsgraadklassen opgenomen. Volgens de Woningwet 2007 artikel 1b lid 2 sub a en b is het verboden een gebouw of een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, te houden, in staat te brengen of te laten komen dat in strijd is met de bouwtechnische bodemeisen bestaande bouw uit het Bouwbesluit Zodra dit bodemniveau wordt onderschreden, kunnen burgemeester en wethouders op grond van artikel 13 van de Woningwet een handhavingsbesluit nemen, waarbij de eigenaar of gebruiker verplicht wordt tot het treffen van voorzieningen. Er is in zo'n geval feitelijk sprake van een situatie dat de woning ongeschikt is voor bewoning (onbewoonbaar), terwijl het niet tot bewoning bestemde gebouw of het bouwwerk geen gebouw zijnde, onbruikbaar is. Voor niet tot bewoning bestemde gebouwen kunnen burgermeester en wethouders eisen dat het gebruik direct wordt gestaakt totdat de noodzakelijke voorzieningen zijn getroffen Doorwerking nieuwbouwvoorschriften naar bestaande bouw De nieuwbouwvoorschriften van het Bouwbesluit 2003 werken op twee manieren door naar bestaande gebouwen. In de eerste plaats dient op grond van artikel 4 van de Woningwet een (gehele of gedeeltelijke) vernieuwing, verandering of vergroting van een bestaand gebouw aan de nieuwbouweisen van het Bouwbesluit 2003 te voldoen. Burgemeester en wethouders hebben een beperkte bevoegdheid om op die voorschriften ontheffing te verlenen. Daarbij wordt nog opgemerkt dat bij gedeeltelijke vernieuwing, verandering of vergroting van een gebouw niet het gehele gebouw maar uitsluitend het aan te passen deel aan de nieuwbouweisen moet voldoen (zie artikel 4 van de Woningwet). Dat neemt niet weg dat de bouwer/constructeur bij verbouw het reeds bestaande deel van het bouwwerk dat als gevolg van die verbouwing zwaarder wordt belast, of daarom juist aangepast moet worden, eveneens in ogenschouw zal moeten nemen. 7

8 1.3.2 Bouwverordening De verplichting om een bouwverordening te hebben bestaat op grond van artikel 8 lid 1 van de Woningwet. De verplichting om in deze bouwverordening voorschiften op te nemen over het brandveilig gebruik komt voort uit artikel 8 lid 2 sub a. In de bouwverordening kan de gemeente andere dan bouwtechnische zaken regelen die betrekking hebben op onder andere de brandveiligheid. Daarbij gaat het dan om bijvoorbeeld de plaatsing van gebouwen ten opzichte van elkaar; de bereikbaarheid voor brandweervoertuigen; de beschikbaarheid van bluswater; de aanwezigheid, inrichting en instandhouding van brandmeldinstallatie, ontruimingsalarmeringsinstallatie en kleine blusmiddelen zoals schuimblussers; de instandhouding van een rook- en warmteafvoerinstallatie en automatische brandblusinstallatie; het maximale aantal personen dat in relatie tot de bouwkundige en niet-bouwkundige eisen in een gebouw of een gedeelte daarvan aanwezig mag zijn; de inrichting van een gebouw, en de opslag van brandgevaarlijke stoffen in een gebouw. Ook in het bestemmingsplan kunnen zaken geregeld zijn betreffende de plaatsing van bouwwerken ten opzichte van elkaar en de bereikbaarheid voor brandweervoertuigen en dergelijke. Op grond van het tweede lid van artikel 7b is het verboden een bouwwerk te gebruiken in afwijking van de voorschiften die in de bouwverordening zijn opgenomen. Overtreding van dat verbod is per 1 april 2007 strafbaar op grond van de Wet op de economische delicten. De gemeente kan bestuursrechtelijk tegen zo'n overtreding optreden door toepassing te geven aan artikel 125 Gemeentewet (bestuursdwang of oplegging van een last onder dwangsom) Gebruiksbesluit Op grond van de Woningwet artikel 8 lid 8, kan het Rijk de voorschriften van gemeentelijke bouwverordeningen landelijk uniformeren. Door middel van het Gebruiksbesluit wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt door de voorschiften voor brandveilig gebruik te uniformeren. Naar verwachting treed het Gebruiksbesluit op 1 januari 2008 in werking. In het Gebruiksbesluit, worden de brandveiligheidseisen voor iedereen in elke gemeente gelijk. Meer rechtsgelijkheid dus. Daarnaast wil VROM met de uniformering ook het aantal gebruiksvergunningplichtige bouwwerken fors verminderen, met 80%. Op grond van de Woningwet artikel 8 lid 9, moet de gemeenteraad de bouwverordening binnen een jaar in overeenstemming brengen met de door het Rijk opgestelde voorschiften (het Gebruiksbesluit). Zolang de gemeenteraad dat niet heeft gedaan, geldt het Gebruiksbesluit rechtstreeks. Op het moment dat de gemeente de bouwverordening in overeenstemming heeft gebracht met het Gebruiksbesluit, dan werkt de handhaving precies hetzelfde als voor de inwerkingtreding van het Gebruiksbesluit. Wanneer de gemeente de bouwverordening nog niet in overstemming heeft gebracht is de juridische werking iets complexer: Op grond van de Woningwet artikel 8 lid 9 geldt het Gebruiksbesluit rechtstreeks en moeten de betreffende voorwaarden uit de bouwverordening dus buiten toepassing blijven. Op grond van de Woningwet artikel 7b lid 3 is het verbod: een bouwwerk niet te mogen gebruiken in afwijking van de gebruiksvoorschriften van de bouwverordening, ook van toepassing op de rechtstreekse voorschiften uit het Gebruiksbesluit. Aangezien de gemeente tegen de overtreding van dit verbod op kan treden op grond van de Wet op de economische delicten kan de gemeente dus ook 8

9 blijven optreden wanneer zij de voorschiften uit het Gebruiksbesluit nog niet heeft overgenomen in de bouwverordening Beleidsregels bestaande bouw De voorschriften voor bestaande gebouwen uit het Bouwbesluit 2003 bevatten een lager kwaliteitsniveau dan de voorschriften voor nieuwbouw. De Woningwet artikel 13 geeft burgermeester en wethouders de bevoegdheid om de eigenaar of beheerder van een gebouw te verplichten tot het treffen van voorzieningen, zodat het niveau van het bouwwerk hoger komt te liggen dat het bestaande bouw niveau uit het Bouwbesluit Echter de te treffen voorzieningen mogen niet hoger worden geëist dan het niveau nieuwbouw uit het Bouwbesluit Bij de afweging moet het algemeen belang in acht worden genomen, waarbij persoonlijke veiligheid voorop staat (art van de Algemene Wet Bestuursrecht). De afwegingen worden specifiek gemaakt in het beleidspakket. Alhoewel het een gemeentelijke taak is om te bezien bij welke bestaande bouwwerken er een noodzaak bestaat tot het treffen van aanvullende voorzieningen, mag de toepassing van deze handhavingstaken niet leiden tot een aanvulling op de in het Bouwbesluit 2003 opgenomen voorschriften voor bestaande bouw. Want dan zouden burgemeester en wethouders een eigen gemeentelijk bouwtechnisch kwaliteitsniveau gaan bepalen, terwijl de wetgever het bepalen van het in ons land generiek geldende bouwtechnische kwaliteitsniveau van bouwwerken, ter vereenvoudiging en vermindering van regelgeving, in artikel 2 van de Woningwet heeft toebedeeld aan het rijk. De gemeentelijke bevoegdheid tot het treffen van aanvullende voorzieningen kan slechts worden gebruikt in concrete gevallen, als aangetoond wordt dat de voorzieningen noodzakelijk zijn. Die noodzaak vloeit bijvoorbeeld voort uit een wijziging van het gebruik van een bouwwerk, een specifieke indeling van een bouwwerk of het intensieve gebruik van de gebruiksfunctie. In de praktijk zal het betekenen de gemeente Nieuwegein haar bevoegdheden in eerste instantie gaat gebruiken bij gebouwen die voor 1992 zijn gebouwd of zonder bouwvergunning zijn verbouwd, Het genoemde noodzakelijkheidcriterium brengt een specifieke motiveringsplicht bij het toepassen van de handhavingstaken met zich mee. Indien burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik maken, moet voor de individuele gebruiksfunctie aangegeven worden waarom de kwaliteit daarvan in relatie tot het door het Bouwbesluit 2003 voorgeschreven kwaliteitsniveau in de desbetreffende situatie niet toereikend is en waarom het noodzakelijk is dat aanvullende voorzieningen getroffen worden. Om te komen tot een deugdelijk onderbouwing van het noodzakelijkheidcriterium kan de gemeente: gemeentelijke beleidsregels vaststellen; verwijzen naar het kwaliteitsniveau waarop destijds bouwvergunning voor het bouwwerk is verleend (het rechtens verkregen niveau ) Gemeentelijk beleid is niet zonder meer op ieder bestaand gebouw van toepassing. Het beleid is een richtsnoer om rechtsgelijkheid te bevorderen, maar specifieke situaties mogen niet uit het oog worden verloren. 9

10 rechtens verkregen niveau Het kwaliteitsniveau waarop destijds een bouwvergunning voor het bouwwerk is verleend wordt het rechtens verkregen niveau genoemd. Als uitgangspunt mag worden aangenomen dat als een bouwwerk eenmaal is gebouwd, de bouwtechnische kwaliteit niet substantieel achteruit mag gaan. Ligt dit kwaliteitsniveau lager dan de gemeentelijke beleidsregels dan gelden de gemeentelijke beleidsregels, dit is namelijk het minimale niveau dat in de gemeente Nieuwegein geaccepteerd is. Onder dit niveau brengt onaanvaardbare risico s met zich mee. Is het rechtens verkregen niveau hoger dan het gemeentelijk beleid, dan geldt het niveau van het rechtens verkregen niveau, er mag namelijk geen substantiële verslechtering plaatsvinden. Is het rechtens verkregen niveau hoger dan het nieuwbouw niveau uit het Bouwbesluit 2003, dan geldt het niveau van het Bouwbesluit 2003, dit is namelijk een veilig niveau. 10

11 Hoofdstuk 2 Brandpreventie beleid bestaande bouw Zoals reeds in hoofdstuk 1 is vermeld geeft de Woningwet aan de burgermeester en wethouders de bevoegdheid om voorzieningen te laten treffen die hoger liggen dan het bestaande bouw niveau uit het Bouwbesluit Indien het bestaande bouw niveau uit het oogmerk van de brandveiligheid onvoldoende is, treft dit direct de veiligheid van mensen. Brandveiligheid is daardoor het onderwerp voor de gemeente Nieuwegein om een beleid bestaande bouw te ontwikkelen. Het beleid heeft alleen betrekking op gebouwen, dus niet op gebouwen geen-gebouw zijnde. De status van deze beleidskeuzen is drieledig, het is : de bouwkundige kwaliteit als voorwaarde voor een gebruiksvergunning; het handhavingniveau om de staat van het gebouw op het vereiste peil te brengen; het minimumniveau voor vrijstelling van nieuwbouweisen bij de verbouwing van een bestaand gebouw (tijdens de procedure van de bouwvergunningverlening). 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de achtergronden van de beleidsniveaus geschetst. Allereerst wordt ingegaan op de brandveiligheid in het Bouwbesluit Vervolgens wordt toegelicht hoe het systeem van de gemeentelijke beleidsvrijheden werkt en wat de mogelijkheden zijn. Ook wordt aangegeven hoe aan de gewenste motivering gestalte kan worden gegeven. Voordat met het vervaardigen van de gemeentelijke eisen gestart kan worden dient eerst bepaald te worden voor welke gebouwfuncties deze eisen zullen gaan gelden. In paragraaf 2.4 is aangegeven voor welke gebouwfuncties de beleidseisen gaan gelden. Paragraaf 2.5 motiveert deze keuze en geeft het ontwikkelde model aan. 2.2 Brandveiligheid in het Bouwbesluit 2003 Het Bouwbesluit kent voor de brandveiligheid naast voorschriften voor nieuw te bouwen gebouwen ook voorschriften voor bestaande gebouwen. Op zich lijkt dat vreemd. Er kan immers maar één niveau van brandveiligheid zijn. Ook zal een brand zich in een nieuw gebouw niet anders gedragen dan in een bestaand gebouw. De vraag dringt zich dan ook op wat in feitelijke en procedurele zin de waarde en het nut van het niveau bestaande bouw is en hoe hier mee omgegaan kan en moet worden. In deze paragraaf zal hier nader op ingegaan worden Nieuwbouw Met de eisen voor nieuw te bouwen gebouwen is het minimumniveau van brandveiligheid vastgelegd. Met deze eisen wordt niet meer en niet minder beoogd dan: - een brand niet snel zal uitbreken; - een eenmaal uitgebroken brand zich niet snel zal uitbreiden; - bij brand er zo min mogelijk persoonlijke ongevallen plaatsvinden; - de brand zich niet kan voortplanten naar belendende percelen. Met deze eisen geeft de overheid invulling aan haar zorgplicht betreffende de brandveiligheid en doet zij recht aan een van de uitgangspunten van de herziening van de bouwregelgeving, 11

12 de deregulering. Er zijn dus geen aanvullende eisen gesteld aan het voorkomen van schade door brand in het gebouw. De overheid rekent dit niet tot haar taak. (Veelal zullen verzekeringsmaatschappijen extra eisen stellen om dergelijke risico s en schades tegen te gaan.) Het Bouwbesluit heeft ook geen ander doel voor ogen gehad dan het realiseren van een ondergrens, een vangnet. De regelgever verwacht dat door het marktmechanisme (vraag en aanbod) in de praktijk een hoger niveau wordt gerealiseerd. De markt moet uitmaken of een gebouw dat aan de minimum-eisen van het Bouwbesluit voldoet te verkopen, verhuren of exploiteren is. Zo brengen veel buitenlandse ondernemingen hun gasten en werknemers uitsluitend onder in hotels welke voorzien van een sprinklerinstallatie, terwijl het Bouwbesluit en de bouwverordening een dergelijke installatie niet voorschrijft. De exploitant zal dus moeten bepalen of hij een dergelijke installatie wenst aan te brengen Bestaande bouw Zoals gezegd zijn de eisen voor bestaande gebouwen van een ander (lager) niveau dan de eisen voor nieuw te bouwen gebouwen. Het is een geaccepteerd niveau, maar zegt niet altijd iets over de brandveiligheid van een bouwwerk. Juist de nieuwbouweisen geven een minimum niveau aan brandveiligheidseisen. Als voorbeeld kan hiervoor dienen het onderverdelen van een kantoorgebouw in brandcompartimenten. De nieuwbouweis is dat zo n compartiment niet groter is dan 1000 m2 en de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van de scheidingsconstructies van een dergelijk compartiment minimaal 60 minuten bedraagt. Deze waarden zijn opgebouwd uit het beheersbaar kunnen houden van een brand door de brandweer en de tijd die de brandweer nodig heeft om de brand te kunnen blussen. Bij een bestaand kantoorgebouw is de compartimentgrootte verdubbeld en daarbij de WBDBO verlaagd naar 20 minuten. Iedere relatie met beheersbaarheid en inzettijd is dus volledig zoek. In de praktijk zal een brand dan ook zelfs niet tot de 2000 m2 beperkt blijven. De vraag dringt zich nu op wat de waarde van het niveau bestaand gebouw is en wat de mogelijkheden van de gemeente zijn om hier in de praktijk anders mee om te gaan. Daarvoor moet eerst duidelijk zijn voor welke gebouwen dit niveau bestemd is. Een bestaand gebouw is in dit kader een gebouw dat niet verbouwd wordt Handhavingsbesluit Een gebouw dient te voldoen aan de eisen voor de bestaande bouw. De prestatie-eisen hoeven niet louter tot doel te hebben dat het niveau bestaande bouw weer gerealiseerd wordt, maar mag verder gaan. Maximaal kunnen eisen gesteld worden tot het niveau nieuwbouw. Artikel 13 van de Woningwet geeft hiervoor de mogelijkheid. Het is dus mogelijk een bestaand gebouw aan de een hoger niveau te laten voldoen dan de voorschriften behorende bij bestaande bouw uit het Bouwbesluit 2003 met als maximale niveau de nieuwbouwvoorschriften. Het op deze wijze ophogen van de eisen voor bestaande gebouwen kan leiden tot verschillende niveaus voor dezelfde gebouwtypen, als het niveau niet vastligt. De rechter vindt dat de gemeente dit beleid vastgelegd moet hebben om rechtsongelijkheid te voorkomen. Het verdient dan ook aanbeveling om een dergelijk gemeentelijk beleid vast te stellen en vast te leggen, zoals nu met deze rapporten gebeurd. 12

13 2.3 De categorisering van de gebouwfuncties Voor het vaststellen van de gebouwfuncties is aansluiting gezocht met Bouwbesluit Het Bouwbesluit 2003 onderscheidt elf gebruiksfuncties, te weten: woonfunctie bijeenkomstfunctie celfunctie gezondheidszorgfunctie industriefunctie kantoorfunctie logiesfunctie onderwijsfunctie sportfunctie winkelfunctie overige gebruiksfuncties Voor tien gebruiksfuncties is een gemeentelijk beleidsniveau vervaardigd. Voor de woonfunctie is geen beleid geformuleerd, aangezien we deze niet controleren, de uitzondering zijn woongebouwen waar bedrijfsmatig nachtverblijf wordt geboden. Voor deze categorie wordt wel een beleidsniveau vastgesteld. Voor industriegebouwen is deze achterwege gelaten omdat er in deze gebouwen relatief weinig mensen aanwezig zijn en omdat de milieuregelgeving in principe dekkend is voor de veiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen. Voor de overige gebruiksfuncties is deze ook achterwege gelaten omdat hier maatwerk geboden is. De bijeenkomstfunctie is uitgesplitst naar een tweetal subfuncties, te weten bijeenkomstfuncties (in algemene zin toepasbaar) en kinderdagverblijven, zodat uiteindelijk voor tien gebruiksfuncties beleidspakketten zijn ontwikkeld. 2.4 De categorisering van de brandveiligheidseisen Systematiek heeft zwaar gewogen bij het samenstellen van het Bouwbesluit. Bij het groeperen van de brandveiligheidseisen is het verloop van een brand en de gevolgen daarvan aangehouden. Op zich lijkt dit een logische en duidelijke opbouw. Het probleem is echter dat dit niet strookt met het logisch en systematisch toetsen van een gebouw op de brandveiligheidsvoorzieningen. Omdat dit laatste voor een goede toetsing het uitgangspunt dient te zijn, is een andere verdeling van de brandveiligheidseisen noodzakelijk. In dit beleid zijn de brandveiligheidseisen gegroepeerd in zes clusters. Voor deze indeling is gekozen omdat deze clusters de volgorde van ontwerpen en toetsen van brandveiligheidsvoorzieningen chronologisch volgt. De herindeling leidt tot de volgende zes clusters 1. Brandcompartimenten 2. Rookcompartimenten 3. Ontvluchting 4. Brandveiligheid constructies 5. Materiaalgebruik 6. Brandbeveiligingsinstallaties (bouwverordening) 13

14 2.5 Uitleg betekenis clusters In deze paragraaf worden de clusters nader uitgelegd Brandcompartimenten Een gebouw wordt allereerst verdeeld in brandcompartimenten. Brandcompartimenten hebben tot doel een brand te beperken tot een vooraf vastgesteld gebied. Hiermee kan worden voorkomen dat er te veel van het pand in brand raakt, waardoor de schade te groot wordt en/of de brand onbeheersbaar wordt en daardoor niet meer effectief kan worden bestreden. Brandcompartimenten kunnen gerealiseerd worden door bouwkundige maatregelen (fysieke compartimentering), of door het installatietechnisch beheersen van brand- en rook (virtuele compartimentering), bijvoorbeeld een sprinklerinstallatie Rookcompartimenten Als de brandcompartimenten bekend zijn worden deze onderverdeeld in één of meer rookcompartimenten. Rookcompartimenten hebben tot doel de rookverspreiding te beperken waardoor de bij brand vluchtende mensen niet te lang door de rook moeten vluchten. Rookcompartimenten kunnen gerealiseerd worden door bouwkundige maatregelen (rookscheidingen, vluchtdeuren) of door installatietechnische voorzieningen (bijvoorbeeld rookafvoer) Ontvluchting Nadat de aanwezige personen het rookcompartiment hebben verlaten moeten zij via de vluchtroutes een veilig gebied kunnen bereiken. Bij het dimensioneren van deze routes moet rekening gehouden worden met de onafhankelijkheid van de vluchtroute en het maximaal aantal personen welke van deze routes gebruik zullen maken. Tevens zijn voor een veilige ontvluchting de inrichting van de vluchtroutes (zoals bijvoorbeeld materiaalgebruik) van belang Constructieve veiligheid De dragende constructies en de hoofddraagconstructie van het gebouw dienen een van tevoren vastgestelde tijd weerstand te bieden tegen bezwijken in geval van brand Materiaalgebruik Om brandontwikkeling, brandvoortplanting en rookproductie tegen te gaan of te beperken, worden eisen gesteld aan de toepassing van (bouw)materialen Brandbeveiligingsinstallaties Deze installaties zijn noodzakelijk om er voor te zorgen dat het ontdekken of bestrijden van brand en het veilig ontvluchten in geval van brand effectief plaats kan vinden. Daarnaast is een aantal brandbeveiligingsinstallaties noodzakelijk om de brandbestrijding te ondersteunen. 14

15 HOOFDSTUK 3 De beleidspakketten 3.1 Inleiding De beleidspakketten zijn de door het gemeentebestuur vast te stellen pakketten brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen. Bij de opzet van deze pakketten zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het niveau moet zodanig eenduidig zijn dat er bij de toepassing geen verschillen van inzicht kunnen bestaan 2. Er dient op een eenvoudige wijze inzicht te zijn in het niveau dat wordt vastgesteld (het gemeentelijk beleidsniveau) en de relaties met de in het Bouwbesluit aangegeven niveaus voor nieuwbouw en bestaande bouw. 3. Er dient op eenvoudige wijze inzicht te zijn in de motivatie van het gekozen gemeentelijk beleidsniveau. Om aan deze uitgangspunten te voldoen is gekozen voor het volgende overzicht. Brandcompartiment Rookcompartiment Ontvluchten Constructies Materialen Installaties Bestaande bouw Nieuwbouw Nieuwbouw Bestaande bouw Bestaande bouw Nieuwbouw en bouwverordening De beleidspakketten zijn samengesteld met als voornaamste input de benodigde brandveiligheid. Toch is zoveel mogelijk rekening gehouden met de gevolgen van deze beleidspakketten voor investeringen, technische uitvoering en eventuele stopzetting van bedrijfsvoering c.q. sluiting van het pand. Indien er zich onevenredigheden voordoen is het ook nog mogelijk om bepaalde eisen alleen te koppelen aan de verbouwingen, aangezien specifieke eigenschappen van het gebouw altijd bekeken moet worden. 3.2 Overzicht van de gebouwfuncties Uitgangspunt voor het vaststellen van de gebouwfuncties waarvoor een beleidspakket (en in het verlengde daarvan een werkpakket) is opgesteld, zijn de gebouwfuncties. Deze gebouwfuncties zijn: 1. bijeenkomstfunctie 2. bijeenkomstfunctie -kinderdagverblijven 3. celfunctie 4. gezondheidszorgfunctie 5. kantoorfunctie 6. logiesfunctie 7. onderwijsfunctie 8. sportfunctie 9. winkelfunctie 10. woonfunctie 15

16 3.3 Algemene toelichting eisen In deze paragraaf wordt een algemene toelichting en motivatie gegeven op de uitgangspunten en keuzes van de beleidsniveaus. In de beleidspakketten zelf is daar waar nodig een nadere toelichting gegeven Brandcompartimenten Uitgangspunt voor deze categorie zijn de eisen voor de bestaande bouw. Het probleem dat zich voordoet bij volgen van dit niveau is de hoogte van de brandwerendheid op branddoorslag en brandoverslag van de brandcompartimenten. Deze is bij bestaande gebouwen 20 minuten. Dat is onvoldoende om de brandweer de kans te geven de brand binnen het brandcompartiment tegen te houden, zodat een verdere branduitbreiding over het gehele gebouw mogelijk is. Anderzijds is hier pas indirect sprake van een risico voor personen omdat een veilige ontvluchting met andere eisen gerealiseerd wordt. Het nieuwbouwniveau van 60 minuten lijkt de enige juiste eis, maar is verhoudingsgewijs zwaar bij bestaande gebouwen. In de praktijk is het kiezen voor een tussenoplossing moeilijk te controleren. Of een scheiding 20 minuten of 30 minuten brandwerend is, is moeilijk te constateren en om deze reden is gekozen om te volstaan met een brandcompartimentering van 20 minuten. Dit geldt tevens voor subbrandcompartimentering. Indien een gebouw een hoge vuurbelasting heeft, zal de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag bij dit specifieke gebouw nader gedefinieerd moeten worden en moeten eventueel extra voorzieningen worden geëist en waar nodig af worden geweken van dit beleid Rookcompartimenten Uitgangspunt voor de rookcompartimenten is het niveau nieuwbouw, omdat deze eisen alles te maken hebben met een veilige ontvluchting. De zwaarte van deze eisen is afhankelijk van de bezetting van het gebouw. Hoe meer mensen per gebruiksoppervlakte, hoe zwaarder de eisen. In Bouwbesluit 2003 wordt dit aangeduid met bezettingsklassen. Bezettingsklasse 1 is daarbij de hoogste bezetting, dat wil dus zeggen de meeste mensen per oppervlakte aanwezig Vaststelling bezettingsgraadklasse De bezettingsgraadklasse bepaalt de hoeveelheid mensen die per m2 vloeroppervlakte aanwezig zijn. Het vaststellen van de bezettingsgraadklasse geschiedt door de eigenaar of beheerder van het gebouw. Indien deze bezettingsgraad afwijkt van de werkelijke bezetting, zal door de gemeente het gebruik beperkt kunnen worden Ontvluchten Ook hier geldt dat deze eisen direct te maken hebben met een veilige ontvluchting en er dus niet getornd wordt aan het niveau nieuwbouw Constructies Voor de constructies is gekozen voor het niveau bestaande bouw, omdat dit uit oogmerk van brandveiligheid acceptabel is, mede in relatie tot de investeringen die nodig zijn om de constructieve veiligheid op het niveau nieuwbouw te brengen. 16

17 3.3.5 Materialen Ook voor de materialen is gekozen voor het niveau bestaande bouw. Voor wat betreft de materiaaleisen binnen het gebouw is er met uitzondering van de binnenzijde van schachten- geen verschil met het niveau nieuwbouw. Om te voldoen aan de nieuwbouweisen voor de schachten is een onevenredige investering en aanpassing noodzakelijk, zodat hier niet voor gekozen is. Het verschil tussen de nieuwbouweisen en eisen voor bestaande gebouwen betreffen bij materiaal toepassingen de buitenzijde van het gebouw, dak en gevels. Er zijn argumenten om voor de gevel moeilijk brandbare materialen toe te passen (nieuwbouwniveau). De kans dat deze materialen daadwerkelijk bijdragen aan een veilige ontvluchting is echter klein, zodat er toch voor gekozen is bij de materialen alleen de eisen voor bestaande bouw toe te passen Brandbeveiligingsinstallaties Uitgangspunt voor de brandbeveiligingsinstallaties is het niveau bestaande bouw. Alleen zou de toepassing van brandslanghaspels dan niet noodzakelijk zijn. Voor de toepassing van brandslanghaspels is daarom het niveau nieuwbouw aangehouden. Dat geldt ook voor de toepassing van noodverlichting. De toepassingseisen bij bestaande bouw is veel lager. Omdat noodverlichting voor een snellere en veilige ontruiming zorgt, zijn ook hier de eisen voor nieuwbouw aangehouden. Voor wat betreft ontruimingsinstallaties en brandmeldinstallaties zijn de eisen geformuleerd uit de Bouwverordening van Nieuwegein. 3.4 Verlaging beleidsniveau In paragraaf is aangegeven dat de specifieke kenmerken van een gebouw niet uit het oog mogen worden verloren. Verlaging van een beleidsniveau dient echter gezien te worden als een uiterste mogelijkheid, als de brandpreventieve eisen niet in verhouding staan tot de investeringen. Voor een goed brandveiligheidsbeleid dienen de eisen in de beleids- en werkpakketten het bouwkundige uitgangspunt te zijn voordat tot de verstrekking van een gebruiksvergunning overgegaan kan worden. De eisen behorende bij de categorie brandcompartimenten, voor zover deze eisen uitstijgen boven het niveau bestaande bouw, zouden zich in het genoemde uiterste geval lenen voor het uitsluitend koppelen aan een verbouwing. Voor de eisen in de categorie rookcompartimenten en ontvluchten wordt een verlaging van de in de beleidspakketten genoemde niveaus ten sterkste ontraden, omdat deze eisen direct te maken hebben met het veilig ontvluchten uit een gebouw. 17

18 HOODSTUK 4 De werkpakketten 4.1 Algemene toelichting De beleidspakketten zijn voor de uitvoering verder uitgewerkt in werkpakketten. De werkpakketten bevatten de concrete eisen waaraan het gebouw getoetst dient te worden. Ook kunnen deze eisen dienen als aanschrijvingszinnen. De eisen zijn geen directe overname van desbetreffende Bouwbesluit eisen, maar een vertaling ervan om de leesbaarheid te vereenvoudigen. De eisen zijn genummerd in de systematiek van de 6 genoemde eisencategorieën en iedere eis is voorzien van een tekst die aangeeft waar de eis over gaat, om de herkenbaarheid te vereenvoudigen. De werkpakketten zijn er voor om de uitvoerende inspecteurs wegwijs te maken in de directe eisen die voortvloeien uit de beleidspakketten. Kennis van de bouwregelgeving is noodzakelijk om goed uit de voeten te kunnen met deze eisen. Een nadere vertaling in checklisten maakt de werkpakketten niet overbodig. Voor de meer complexere gebouwen en voor de formele aanschrijvingen zijn ze essentieel. De werkpakketten zijn dan ook zo opgesteld dat ze als een soort standaardzinnen gebruikt kunnen worden en modulair in de eisenbrieven opgenomen kunnen worden. Ook is het eenvoudig mogelijk en zelfs aan te bevelen de werkpakketten en checklisten in een geautomatiseerd programma onder te brengen. Dit bevordert de eenduidigheid en de snelheid in de uitvoering van de werkzaamheden. 4.2 Overzichten De werkpakketten kennen in beginsel geen andere verdeling dan de beleidspakketten. Van de volgende gebouwfuncties zijn werkpakketten opgesteld: Bijeenkomstfunctie Bijeenkomstfunctie - kinderdagverblijven celfunctie gezondheidszorgfunctie kantoorfunctie logiesfunctie onderwijsfunctie sportfunctie winkelfunctie woonfunctie (bejaardentehuis) 4.3 Gelijkwaardigheid Evenals bij de nieuwbouwvoorschriften in het Bouwbesluit mogelijk is, is het ook bij de werkpakketten mogelijk om niet aan de genoemde prestatie-eis te voldoen, maar om een oplossing te keizen die een gelijkwaardig veilige oplossing biedt. 18

19 HOOFDSTUK 5 De checklisten 5.1 Algemene toelichting Al eerder is aangegeven dat in veel gevallen gewerkt kan worden met checklisten, als een soort dagelijkse uitvoering van de werkpakketten. Checklisten kunnen echter nooit volledig in de plaats komen van de werkpakketten, omdat ze nimmer uitputtend kunnen zijn. Maar daar waar geen sprake is van bijzondere gebouwen, en dat zal in de meeste situaties het geval zijn, zijn checklisten goed toepasbaar. Van iedere gebouwfunctie is een checklist gemaakt. Deze geldt in algemene zin voor de betreffende gebouwfunctie (met inachtneming van de hierboven gemaakte opmerkingen voor grote en afwijkende gebouwen), maar is specifiek bedoeld voor de bij de checklist genoemde subcategorie. Koppeling van de checklisten aan eventuele geautomatiseerde werkpakketten, waar dan ook weer de bijbehorende beleidspakketten gekoppeld kunnen worden, maken een geheel overzichtelijk en in de praktijk eenduidig werkbaar systeem. Maar ook zonder geautomatiseerde toepassing zijn de checklisten uitstekend bruikbaar. 5.2 Overzicht checklisten De gebouwfunctie en daaraan gekoppelde subcategorieën (dus waarvoor de checklist specifiek is bedoeld) zijn: - Bijeenkomstgebouwen algemeen - Bijeenkomstgebouwen kinderdagverblijven - Celgebouwen algemeen - Gezondheidszorggebouwen algemeen - Logiesgebouwen algemeen - Kantoorgebouwen algemeen - Onderwijsgebouwen algemeen - Winkelgebouwen algemeen - Sportgebouwen algemeen - Bejaardentehuizen algemeen 5.3 Gebruik checklisten De checklisten zijn opgebouwd uit de reeds bekende 6 clusters van brandveiligheidseisen. Binnen deze clusters zijn de voor de specifieke gebouwfuncties in vragende vorm de meest voorkomende eisen opgenomen. Als een reminder is, voor zover van toepassing, onder de vraag de eis beknopt weergegeven. De beantwoording van de vraag moet al leiden tot de constatering dat een voorziening wel of niet in orde is. Het niet in orde zijn leidt naar een codering die overeenkomt met de betreffende eis uit de werkpakketen. Op deze wijze kan een constatering in een checklist eenvoudig leiden tot opname van een aanschrijvingszin in een aanschrijving. 19

20 Literatuurlijst 1 Basisniveau Brandveiligheid Horeca; Brandweer Amsterdam, Bouwbesluit fase 1 (inclusief wijzigingen), Uitgeverij VNG 3 Bouwverordening van Amsterdam, Gemeente Amsterdam 4 Brandbeveiligingsconcepten; Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties 5 Brandpreventie in relatie tot brandveiligheid; Nibra, Brandveiligheidseisen gemeentelijk beleid; Brandweer Den Haag, Brandveiligheidseisen: Hoezo beleidsniveau?; Hulpverleningsregio Haaglanden, Eindrapportage Onderzoek Cafébrand; Commissie Onderzoek Cafébrand Nieuwjaarsnacht 2001, Model Actieprogramma Inhaalslag Gebruiksvergunningen; Gemeente Amsterdam, Model Bouwverordening; Vereniging van Nederlandse Gemeenten 11 Niveaus van eisen en beleidsniveaus; diverse publicaties; ing. R.R. Hagen MPA, TAC Module II, computerprogramma brandveiligheid; TAC Technisch Advies Centrum Benthuizen, Tekstvoorstellen wijziging Bouwverordening Amsterdam 1993; Brandweer Amsterdam, Bouwwereld nr. 10 uitgegeven 23 mei VROM-brochure: Brandveiligheid volgens het Bouwbesluit Bouwbesluit 2003: Theorie en praktijk, beoordelen en het verder ontwikkelen van bouwvoorschriften; M. van Overveld 17 Publicatie VROM; MG

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.

Nadere informatie

Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw. Aanschrijvingseisen

Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw. Aanschrijvingseisen Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw Aanschrijvingseisen Brandpreventiebeleid bestaande bouw Brandpreventieve eisen Deze handreiking is opgesteld in opdracht van de gemeente Amsterdam door het

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR375960_1. Beleidsregel brandpreventie bestaande bouw

CVDR. Nr. CVDR375960_1. Beleidsregel brandpreventie bestaande bouw CVDR Officiële uitgave van Bunschoten. Nr. CVDR375960_1 12 september 2017 Beleidsregel brandpreventie bestaande bouw Brandpreventieve eisen Bij het opstellen van dit brandpreventiebeleid is uitgegaan van

Nadere informatie

Beleidsnotitie preventie

Beleidsnotitie preventie Beleidsnotitie preventie Brandveiligheidniveau bestaande bouw januari 2004 Zuidoost-Brabant Inhoud 1 Inleiding...............................................................................................................................

Nadere informatie

Handreiking Model Regionaal Brandpreventiebeleid Bestaande Bouw

Handreiking Model Regionaal Brandpreventiebeleid Bestaande Bouw Bijlage 14 Handreiking Model Regionaal Brandpreventiebeleid Bestaande Bouw Aanschrijvingseisen Status: Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de Regio IJssel-Vecht op 28 november 2002 69 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Brandveilige gebouwen

Brandveilige gebouwen Brandveilige gebouwen Het wettelijk kader (of is gezond verstand voldoende?) Hajé van Egmond Ministerie VROM 6 oktober 2010 Programma Introductie wet- en regelgeving Het huidige stelsel van de bouwregelgeving

Nadere informatie

Brandveiligheid. De juridische werking van de brandveiligheidsvoorschriften ex Woningwet. Nieuwbouwvoorschriften en voorschriften voor bestaande bouw

Brandveiligheid. De juridische werking van de brandveiligheidsvoorschriften ex Woningwet. Nieuwbouwvoorschriften en voorschriften voor bestaande bouw Brandveiligheid De juridische werking van de brandveiligheidsvoorschriften ex Woningwet De op de Woningwet gebaseerde regelgeving zoals het Bouwbesluit 2003 en de gemeentelijke bouwverordening bevat voorschriften

Nadere informatie

Naam Brandveiligheid: Beleid bestaande bouw (2005 - nota bedoeld als beleidsregel)

Naam Brandveiligheid: Beleid bestaande bouw (2005 - nota bedoeld als beleidsregel) Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2006 / 20 Naam Brandveiligheid: Beleid bestaande bouw (2005 nota bedoeld als beleidsregel) Publicatiedatum 15 februari 2006 Opmerkingen Vaststelling van de beleidsregel

Nadere informatie

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES ADVIES Registratienummer: Betreft: Toevoeging losse kantoorunits in groot brandcompartiment Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, BvB 2007, gelijkwaardigheid, compartimentering : Status: Definitief

Nadere informatie

Minuten. 23 Inzettijd. 30 Redtijd/ blustijd. 60 Nablustijd Nazorgtijd. Elburg, januari 2006

Minuten. 23 Inzettijd. 30 Redtijd/ blustijd. 60 Nablustijd Nazorgtijd. Elburg, januari 2006 Brrandprreventtiiebelleiid besttaande bouw Diisttrriictt NoorrdwesttVelluwe Minuten Ontdekkingstijd 0 Ontdekkingstijd Alarmeringstijd 13 Meldtijd Ontruimingstijd 15 23 Opkomsttijd Inzettijd 30 Redtijd/

Nadere informatie

Handhaving Inhoud presentatie. 1. Van nieuwbouw naar bestaande. Bouwbesluit niveau bestaande bouw

Handhaving Inhoud presentatie. 1. Van nieuwbouw naar bestaande. Bouwbesluit niveau bestaande bouw Handhaving Bouwbesluit niveau bestaande bouw Jacco Huijzer Inhoud presentatie 1. Van nieuwbouw naar bestaande bouw 2. Brandwerendheid en bestaande bouw 3. Brandcompartimenten en bestaande bouw 2 1. Van

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010 AANVRAAG Registratienummer: Betreft: Eisen bestaand gezondheidszorggebouw Aanvrager: ir. C.A.E. (Kees) Rijk Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus 374 6710 BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie,

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN

VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN VEILIGHEIDSREGIO HAAGLANDEN Brandveiligheid woonwagens en woonwagenstandplaatsen 14 juni 2006 Woonwagens-Brandveiligheid woonwagens 1 Inhoud. Blz. 1. Inleiding 3 2. Begripsomschrijvingen 4 3. Omstandigheden

Nadere informatie

Transformatie en het Bouwbesluit 2012

Transformatie en het Bouwbesluit 2012 Transformatie en het Bouwbesluit 2012 van het Expertteam (kantoor)transformatie in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Verbouw en functiewijziging Het Bouwbesluit

Nadere informatie

(Brand)preventiebeleid Bestaande Bouw : (Brandpreventieve) eisen voor bestaande gebouwen in de Gemeente Zeist

(Brand)preventiebeleid Bestaande Bouw : (Brandpreventieve) eisen voor bestaande gebouwen in de Gemeente Zeist CVDR Officiële uitgave van Zeist. Nr. CVDR0957_ 9 januari 08 (Brand)preventiebeleid Bestaande Bouw : (Brandpreventieve) eisen voor bestaande gebouwen in de Gemeente Zeist VOORWOORD Gemeenten hebben de

Nadere informatie

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan 3 Onderbouw Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan een aantal voorwaarden voldoen. Het is belangrijk dat het gebouw in goede bouwkundige staat verkeert, gunstig gelegen is en dat

Nadere informatie

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving

Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Veilig vluchten uit gebouwen: wegwijs worden in de regel-geving Probleem Wat zijn in de wet- en regelgeving de algemene uitgangspunten voor het ontwerp van een in de praktijk goed bruikbaar vluchtplan?

Nadere informatie

Workshop Brandveiligheid: toepassing BB2012 in de praktijk

Workshop Brandveiligheid: toepassing BB2012 in de praktijk BWT Congres 2013 Een transformerend BWT Workshop Brandveiligheid: toepassing BB2012 in de praktijk ir. Bart Kolman Falck De Heerlickheijd van Ermelo 24 oktober 2013 Even voorstellen Brandveiligheid in

Nadere informatie

BHV in relatie tot Bouwbesluit 2012 Herman Gubbels Safety Advisor G4S Training & Safety

BHV in relatie tot Bouwbesluit 2012 Herman Gubbels Safety Advisor G4S Training & Safety Welkom BHV in relatie tot Bouwbesluit 2012 Herman Gubbels Safety Advisor G4S Training & Safety Programma Geschiedenis Wijzigingen Bouwbesluit 2012 Indeling Bouwbesluit 2012 Gebruik Compartimentering Vluchten

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

Gemeente Den Haag RIS127034_25-APR-2005

Gemeente Den Haag RIS127034_25-APR-2005 Gemeente Den Haag RIS127034_25-APR-2005 Ons kenmerk DSO/2005.117 I RIS 127034 BRANDVEILIGHEIDSEISEN KAMERVERHUURBEDRIJVEN OP NIVEAU HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, gezien: - de notitie Brandveiligheidseisen

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen De wijzigingen Even voorstellen. Wie is Dijkoraad Viavesta? Gecertificeerd inspectie- en advies bureau op het gebied van brandveiligheid Even voorstellen. Ingrid Heffels RSE Dijkoraad Viavesta Werkzaam

Nadere informatie

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2 Inhoud 1 Inleiding... 2 2 vereist kwaliteitsniveau... 2 3 inhoudelijke toets... 4 3.1 indeling in brandcompartimenten en WBDBO... 4 3.2 vluchtroutes en indeling in subbrandcompartimenten... 5 3.3 brandwerendheid

Nadere informatie

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst

Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : 1. Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief 1: Stroomschema s en Bouwbesluit nu en in de toekomst Infobrief Landelijke regels voor Brandveiligheid toegelicht : De Nederlandse regelgeving op het gebied van brandveiligheid zit ingewikkeld

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DEUR, BINNEN, BRANDWEREND, STAAL (attest) BRL 3241 "Brandwerende puien, ramen en deuren (2003-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand

Nadere informatie

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken

BIJLAGEN Bijlage I Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Bijlage II Protocol Controles oplevering bouwwerken BIJLAGEN Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VI Bijlage VII Protocol Aanvraag gebruiksvergunning Protocol Controles oplevering bouwwerken Protocol Controles gebruiksvergunning

Nadere informatie

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat) ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat) BRL 1304 "Thermische isolatie van uitwendige scheidingsconstructies (fabriekmatig vervaardigde producten in spouwmuren)" (2004-11) +

Nadere informatie

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result

11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie. Imagine the result 11 oktober 2012 W2.4: Constructieve aspecten van transformatie Imagine the result Wie zijn wij? Jeroen Bunschoten Senior adviseur bouwregelgeving ARCADIS Nederland BV Gerard van Engelen Senior adviseur

Nadere informatie

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

BRL 2880  Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies  ( ) BRANDWERENDE BEKLEDING, STAALCONSTRUCTIES (attest) BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " (2004-03) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Beschrijving. Transformatie kantoor naar portiekwoningen. Advies Definitief. Kern 1 Kern 5. Kern 2 Kern 3 Kern 4

Beschrijving. Transformatie kantoor naar portiekwoningen. Advies Definitief. Kern 1 Kern 5. Kern 2 Kern 3 Kern 4 Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, kantoorfunctie, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, portiekontsluiting, herbestemming, verbouw, vluchtroute Datum: 8 april 2017 Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

Aan : De Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Besturen van de Samenwerkingsverbanden

Aan : De Colleges van Burgemeester en Wethouders en de Besturen van de Samenwerkingsverbanden Directie : Beleidsontwikkeling Registratienummer : MG 2003-19 Datum : 17-07-2003 Datum van ingang : Strekking : Bouwregelgeving: brandveiligheid, gebruiksvergunning Relatie met andere circulaires : Aan

Nadere informatie

Gemeentelijk brandpreventiebeleid bestaande bouw Schouwen-Duiveland

Gemeentelijk brandpreventiebeleid bestaande bouw Schouwen-Duiveland Gemeentelijk brandpreventiebeleid bestaande bouw Schouwen-Duiveland Inhaalslag gebruiksvergunningen 2004 en verder Status: wijziging Datum: 9 maart 2005 In werking: 1 april 2005 maart 2005 1 maart 2005

Nadere informatie

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen

Bouwbesluit. Wettelijke regelingen Bouwbesluit Wettelijke regelingen Woningwet Bouwbesluit Ministeriële regeling bouwbesluit Nederlandse normen: NEN s Nederlandse praktijkrichtlijnen: NPR Kwaliteitsverklaringen Cauberg-Huygen 2 Bouwbesluit:

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid. ADVIES Registratienummer: Betreft: Adviesaanvraag upgrade tweede vluchtmogelijkheid of enkele vluchtroute op galerij Trefwoorden: Verbouw, handhaving, zorgplicht, vluchtroute, beschermde route, enkele

Nadere informatie

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) BRL 1003 "Niet dragende -binnenwanden" (2003-12) BRL 2212 "Montage van systeemwanden en/of systeemplafonds" (2000-01) Beschouwde

Nadere informatie

aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid

aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid ADVIES Registratienummer: 1101 Betreft: Trefwoorden: : April 2011 Status: aanvullende eisen stellen aan de bereikbaarheid, beheersbaarheid en bestrijding van de brand Bestrijding, beheersbaarheid, bereikbaarheid

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) BRL 1507 "Gespoten of strijkbare dakbedekkingen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Algemene sterkte

Nadere informatie

Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen

Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen College Onderwerp: V200900620 Gelijkwaardige oplossing brandveiligheid voor woongebouw aan de Torenstraat/Statenlaan te Drunen Samenvatting: Inleiding: De bouwaanvraag van Stichting Woonveste voor een

Nadere informatie

Presentatie BRAND-voorschriften

Presentatie BRAND-voorschriften Presentatie BRAND-voorschriften 28 november 2013 Pieter Stox Bouwkundig adviseur mob: 06-51588910 pstox@arvalis.nl INTRODUCTIE ARVALIS Agrarisch adviesbedrijf, ontstaan vanuit de Limburgse Land- en Tuinbouwbond

Nadere informatie

2. Actuele wet- en regelgeving

2. Actuele wet- en regelgeving 2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, per 1 oktober 2010) regelt de omgevingsvergunning voor het bouwen (voorheen de bouwvergunning) en de omgevingsvergunning/gebruiksmelding

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat) BRL 1504 "Dakbedekkingssystemen van metalen elementen met dakpanprofiel en andere vormen" (2004-01) Beschouwde afdelingen van het

Nadere informatie

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 2010. Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Projectevaluatie Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven 00 Projectleider : Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid Datum: 8 augustus 00 Ondertekening: Opdrachtgever: Datum:

Nadere informatie

Vluchten bij brand. Handreiking voor gebruiksvergunningen

Vluchten bij brand. Handreiking voor gebruiksvergunningen Vluchten bij brand Handreiking voor gebruiksvergunningen Beoordelingsschema gebruiksvergunning Aanvraag gebruiksvergunning Bepaal de gebruiksfuncties Beoordeel of een toets op bestaande bouw nuttig is

Nadere informatie

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat) WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat) BRL 1001 "Niet-dragende binnenspouwbladen en gevelvullende elementen" (2003-12) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

Het rechtens verkregen niveau in Bouwbesluit ing. P.J. van der Graaf Nieman Raadgevende Ingenieurs

Het rechtens verkregen niveau in Bouwbesluit ing. P.J. van der Graaf Nieman Raadgevende Ingenieurs Het rechtens verkregen niveau in Bouwbesluit 2012 ing. P.J. van der Graaf Nieman Raadgevende Ingenieurs Inhoud lezing Het rechtens verkregen niveau Casus: transformatie kantoor woningen Casus: transformatie

Nadere informatie

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw

Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw Bepaling WBDBO-eisen tussen woningen in een woongebouw Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke wbdbo-eisen gelden tussen woningen in een woongebouw. Oplossingsrichtingen Stappenplan

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden DAKISOLATIE, THERMISCHE (attest, productcertificaat) BRL 1309 "Thermische isolatie voor platte of hellende daken op een onderconstructie in combinatie met een gesloten dakbedekkingssysteem" (2004-01) BRL

Nadere informatie

Wettelijke regelingen

Wettelijke regelingen Bouwbesluit Wettelijke regelingen Woningwet Bouwbesluit Ministeriële regeling bouwbesluit Nederlandse normen: NEN s Nederlandse praktijkrichtlijnen: NPR Kwaliteitsverklaringen Cauberg-Huygen 2 Bouwbesluit:

Nadere informatie

Door: Ing. M. Konings. Highlights Bouwbesluit 2012

Door: Ing. M. Konings. Highlights Bouwbesluit 2012 Door: Ing. M. Konings Highlights Bouwbesluit 2012 Even voorstellen InterConcept Organisatie en Beheer B.V. Advies & Uitvoering Vergunningverlening; Handhaving en Inspectie; Fysieke Veiligheid; Ruimtelijke

Nadere informatie

Het Bouwbesluit 2012. Verbouw en functiewijziging. Verbouw. Wat is verbouw?

Het Bouwbesluit 2012. Verbouw en functiewijziging. Verbouw. Wat is verbouw? Het Bouwbesluit 2012 Verbouw en functiewijziging Een groot aantal voorschriften over het (ver)bouwen, gebruiken en slopen van gebouwen en andere bouwwerken is samengevoegd in het Bouwbesluit 2012. Het

Nadere informatie

Voorzieningen aan deuren in vluchtroutes

Voorzieningen aan deuren in vluchtroutes DE TWEE SNOEKEN Datum: xx.xx.xx Claudia Fransen De Twee Snoeken Programma Voorstellen DE TWEE SNOEKEN 1961: Architectenbureau De Twee Snoeken 1988: De Twee Snoeken Automatisering 2006: De Twee Snoeken

Nadere informatie

Regionale Brandweer Groningen. Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties

Regionale Brandweer Groningen. Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties Regionale Brandweer Groningen Regionaal beleid Overnachten in sport- en bijeenkomstfuncties November 2008 Colofon Uitgave Auteur (herziening) Contactadres : regionale brandweer Groningen : Wout Blink (Johan

Nadere informatie

Sector Risicobeheersing

Sector Risicobeheersing Gemeente Tilburg Dienst Publiekszaken, Afdeling Omgevingsvergunning Ter attentie van de heer J. Jansen Postbus 90118 5000 LA Tilburg Fabriekstraat 34, Tilburg Postbus 3208 5003 DE Tilburg Telefoon (088)

Nadere informatie

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen Rapportnummer G 18007-5-RA-001 d.d. 28 februari 2017 AMS1 Schiphol-Rijk Brandveiligheid in het kader

Nadere informatie

Toetsniveau TB BB Toetsniveau op basis van R-A Brunssum. 3 wordt 4 2 wordt 3

Toetsniveau TB BB Toetsniveau op basis van R-A Brunssum. 3 wordt 4 2 wordt 3 Voorschrift Gebruiksfunctie LTB 01 Hoofdstuk Veiligheid Woonfunctie (woongebouw),.4: Overbrugging van Bijeenkomstfunctie (kinderopvang) en hoogteverschillen Gezondheidszorgfunctie (met bedgebied) Industriefunctie

Nadere informatie

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam Rapport Brandveiligheid transformatie Kapershoekseweg 24 te Hoogvliet - Rotterdam Projectnummer : 161003 Documentnummer : R-02 Versie : Rev. 1 Opgesteld door : A. van Wijngaarden Flameteq Brandpreventie

Nadere informatie

Constructieve veiligheid en NEN 8700. Ing. A. de Vries

Constructieve veiligheid en NEN 8700. Ing. A. de Vries Constructieve veiligheid en NEN 8700 Ing. A. de Vries Regels Bouwbesluit 2012, afd. 2.1 Algemene sterkte van de bouwconstructie Regels Bouwbesluit 2012, overige afdelingen, Rechtens verkregen niveau Definitie

Nadere informatie

Beschrijving. Horeca en wonen in één brandcompartiment. Advies Definitief

Beschrijving. Horeca en wonen in één brandcompartiment. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, brandveilig gebruik, woning, bijeenkomstfunctie, gelijkwaardigheid, meldingplicht, bestaande bouw, wbdbo, brand- /rookwerendheid, compartimentering, herbestemming, rookmelders,

Nadere informatie

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 17-051625 81E7E57509724BEC836C4237E607EC0EAdvies brandveiligheid omgevingsvergunningfirstwatch document Advies brandveiligheid omgevingsvergunning 1. Gegevens aanvraag 2. Gegevens advies Zaaknummer VNOG

Nadere informatie

Hoe om te gaan met de brandonveilige gebouwvoorraad. mr ing Roel Geys. GBB b.v. Lindenplein EP Maastricht

Hoe om te gaan met de brandonveilige gebouwvoorraad. mr ing Roel Geys. GBB b.v. Lindenplein EP Maastricht 1 Hoe om te gaan met de brandonveilige gebouwvoorraad mr ing Roel Geys november 2016 GBB b.v. Lindenplein 1 6225 EP Maastricht info@gbbmaastricht.nl 2 1 Programma - kwaliteit brandveiligheidsvoorzieningen

Nadere informatie

Het Bouwbesluit 2012. Verbouw en functiewijziging. Verbouw. Wat is verbouw?

Het Bouwbesluit 2012. Verbouw en functiewijziging. Verbouw. Wat is verbouw? Het Bouwbesluit 2012 Verbouw en functiewijziging Een groot aantal voorschriften over het (ver)bouwen, gebruiken en slopen van gebouwen en andere bouwwerken is samengevoegd in het Bouwbesluit 2012. Dit

Nadere informatie

Vastgoedtransformatie. het Bouwbesluit. 31 mei Patrick van Loon. Vergunningverlener Stadsontwikkeling

Vastgoedtransformatie. het Bouwbesluit. 31 mei Patrick van Loon. Vergunningverlener Stadsontwikkeling Vastgoedtransformatie en het Bouwbesluit 31 mei 2018 Patrick van Loon Vergunningverlener Stadsontwikkeling Het bouwvergunningproces Vooroverleg Indienen aanvraag en inhoudelijke beoordeling op: Bestemmingsplan

Nadere informatie

CONCEPT VOORSTEL VOOR VEREENVOUDIGING VAN DE VOORSCHRIFTEN VAN HET BOUWBESLUIT 2003 MET EEN RELATIE TOT BEZETTINGSGRAADKLASSEN

CONCEPT VOORSTEL VOOR VEREENVOUDIGING VAN DE VOORSCHRIFTEN VAN HET BOUWBESLUIT 2003 MET EEN RELATIE TOT BEZETTINGSGRAADKLASSEN CONCEPT VOORSTEL VOOR VEREENVOUDIGING VAN DE VOORSCHRIFTEN VAN HET BOUWBESLUIT 2003 MET EEN RELATIE TOT BEZETTINGSGRAADKLASSEN 1. INLEIDING Sommige eisen van het Bouwbesluit 2003 zijn afhankelijk van de

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF 2019-ERB-P001

NIEUWSBRIEF 2019-ERB-P001 Kanttekening bij advies 1901 van de AGTB Inleiding De afgelopen week kwamen we weer een bijzondere uitspraak van de de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften (AGTB) tegen. Casus

Nadere informatie

Onderwerp Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning voor Denneweg 126

Onderwerp Het verlenen van de gevraagde omgevingsvergunning voor Denneweg 126 Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12655, 2500 DP Den Haag Dhr. J.P. Owusu Kerkeboslaan 4A 2243 CM WASSENAAR Uw brief van Ons kenmerk Behandeld door Dhr.ir. P.M. Spoelstra Doorkiesnummer 070-3534352

Nadere informatie

Verbouwniveau van theorie naar praktijk

Verbouwniveau van theorie naar praktijk Bouwbesluit 2012 Verbouwniveau van theorie naar praktijk Verbouw is nieuwbouw Gemeente kan ontheffing verlenen Niveau staat in Bouwbesluit 2003 Artikel 6, Woningwet (oud) Niet alle gemeenten werken mee

Nadere informatie

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Quickscan brandveiligheid Omgevingsvergunning Project: Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda Kenmerk: 2014139.qsb.mj.a1 Datum: 16-03-2015 Bijlage 7 bij besluit 2014/1642-V1 Bezoekadres Postadres

Nadere informatie

Brandweer. Haaglanden Den Haag. Datum: 8 december 2008 Kenmerk: BRW 2008/26. De commandant van de Brandweer

Brandweer. Haaglanden Den Haag. Datum: 8 december 2008 Kenmerk: BRW 2008/26. De commandant van de Brandweer Brandweer Haaglanden Den Haag RIS144698_15-DEC-2008 Datum: 8 december 2008 Kenmerk: BRW 2008/26 De commandant van de Brandweer Gelet op het besluit van burgemeester en wethouders van 2 december 2008, nr.

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012 Verbouwniveau van theorie naar praktijk

Bouwbesluit 2012 Verbouwniveau van theorie naar praktijk Bouwbesluit 2012 Verbouwniveau van theorie naar praktijk Verbouw is nieuwbouw Gemeente kan ontheffing verlenen Niveau staat in Bouwbesluit 2003 Artikel 6, Woningwet (oud) 1 Niet alle gemeenten werken mee

Nadere informatie

Brandveiligheid, gebruiksmelding en gebruiksvergunning. www.vrom.nl

Brandveiligheid, gebruiksmelding en gebruiksvergunning. www.vrom.nl Brandveiligheid, gebruiksmelding en gebruiksvergunning www.vrom.nl Schema beoordeling aanvraag gebruiksvergunning Vergunning aanvraag 1. Gebouw 1a: Bepaal het beoogde gebruik 1b: Bepaal de bezetting voor

Nadere informatie

Gelezen de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk FEI/ d.d. 9 oktober 2003;

Gelezen de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk FEI/ d.d. 9 oktober 2003; besluit van de gemeenteraad voorstelnummer 8 onderwerp wijziging Bouwverordening iz-nummer 24.658 de raad van de gemeente gouda Gelezen de ledenbrief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden BINNENDEUR EN -KOZIJN (attest, productcertificaat) BRL 2211 "Binnendeuren en -kozijnen" (2002-11) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand

Nadere informatie

Minder en eenvoudiger regels, maar tòch brandveilig?

Minder en eenvoudiger regels, maar tòch brandveilig? Minder en eenvoudiger regels, maar tòch brandveilig? Drs. Harry Boschloo Ministerie VROM Wonen, Wijken en Integratie 30 mei 2008 Inhoud Presentatie Kabinetsbeleid vermindering regeldruk Vermindering regeldruk

Nadere informatie

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Inleiding... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Doelstelling... 4 1.3 Gebruikte documenten bij het opstellen van dit rapport... 4 1.4 Uitgangspunten bij het opstellen van dit rapport... 4

Nadere informatie

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES ADVIES Registratienummer: Betreft: Onderbouwing gelijkwaardigheid sprinkler Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, industriefunctie, NEN 6060, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, loopafstand, sprinkler

Nadere informatie

De gebruiksvergunning en de gebruiksmelding

De gebruiksvergunning en de gebruiksmelding Besluit brandveilig gebruik bouwwerken De gebruiksvergunning en de gebruiksmelding Gebouwen moeten brandveilig worden gebruikt. Per 1 november 2008 gelden daarvoor landelijke eisen die zijn vastgelegd

Nadere informatie

Transformatie en verblijfsgebieden

Transformatie en verblijfsgebieden Transformatie en verblijfsgebieden Hoe moet een wijziging van verblijfsgebieden bij transformatie worden beoordeeld? Foto: ABB Bouwgroep. 16 www.nbd-online.nl en www.omgevingindepraktijk.nl Transformatie

Nadere informatie

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders

Veiligheidsregio HAAGLANDEN. Handhaving van bestaande kooiladders Veiligheidsregio HAAGLANDEN Handhaving van bestaande kooiladders Jan Brekelmans 3 maart 2010 1 INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Aanleiding... 4 3. Regelgeving... 4 4. Kwaliteit en bruikbaarheid van een kooiladder...

Nadere informatie

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010 Algemeen De wetgever kondigt in de Wet veiligheidsregio s en de aanpassing daarop in artikel 3, derde lid, een algemene maatregel van bestuur aan over

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Definitief Beschrijving Voor de nieuwbouw van een bedrijfspand

Nadere informatie

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.:

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : Burg Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.: 2010006330 Onderwerp : Voorstel tot vaststelling van de Brandbeveiligingsverordening 2010 Programma : 4. Integrale veiligheid

Nadere informatie

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2 Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, onderwijsfunctie, NEN 6060, gelijkwaardigheid, handhaving, bestaande bouw, compartimentering, ontruiming Datum: 5 december 2017 Status: Definitief Beschrijving Een schoolgebouw

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Het nieuwe Bouwbesluit

Het nieuwe Bouwbesluit Het nieuwe Bouwbesluit Anders, maar wél eenvoudiger Brandveiligheid 2 Brandveiligheid Inhoud Inleiding 4 1 Het Nieuwe Bouwbesluit en hoe het werkt 5 De systematiek 5 De aansturingstabel 7 Ruimten die meerdere

Nadere informatie

Verbouwing van een gevel: isolatie en luchtdoorlatendheid

Verbouwing van een gevel: isolatie en luchtdoorlatendheid Verbouwing van een gevel: isolatie en luchtdoorlatendheid Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen voor de thermische isolatie en luchtdoorlatendheid gelden bij de renovatie van

Nadere informatie

AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen. Frans Gubbels, Ministerie van Veiligheid en Justitie Ivo Snijders, Brandweer Nederland

AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen. Frans Gubbels, Ministerie van Veiligheid en Justitie Ivo Snijders, Brandweer Nederland AMvB Brandveilig Gebruik Overige Plaatsen Frans Gubbels, Ministerie van Veiligheid en Justitie Ivo Snijders, Brandweer Nederland Programma Huidige situatie Achtergrond AMvB Doel Uitgangspunten Betrokken

Nadere informatie

Beheersbaarheid van Brand Project:

Beheersbaarheid van Brand Project: Beheersbaarheid van Brand Project: Uitbreiding Lidl Bleiswijk Vlampunt Plataanlaan 14 3741 WE Baarn t 035 541 62 23 www.vlampunt.nl e info@vlampunt.nl IBAN NL62ABNA 0460016997 BIC. ABNANL2A KvK nr. 32126074

Nadere informatie

Beschrijving. Sanitaire ruimten binnen zone beschermd subbc. Advies Definitief

Beschrijving. Sanitaire ruimten binnen zone beschermd subbc. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, kamergewijze verhuur, handhaving, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, compartimentering, herbestemming, Datum: 13 juli 2018 Status: Definitief Beschrijving Een bestaand

Nadere informatie

28 MEI 1997 TOELICHTING WOONSCHEPENVERORDENING. INLEIDING

28 MEI 1997 TOELICHTING WOONSCHEPENVERORDENING. INLEIDING 28 MEI 1997 TOELICHTING WOONSCHEPENVERORDENING. INLEIDING Met ingang van 2 augustus 1991 is in het kader van de deregulering en decentralisatie een veelheid aan wettelijke bepalingen komen te vervallen

Nadere informatie

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa Adviesbureau VanderWeele Installatietechniek en Bouwfysica Brandveiligheid Marinegebouw 6 te Amsterdam Datum: eferentie: apport: 19 maart 2015, rev. 15 september 2015 2015106 309 J.P. van der Weele / S.

Nadere informatie

Handreiking borging brandveiligheid unitbouw

Handreiking borging brandveiligheid unitbouw Handreiking borging brandveiligheid unitbouw PM foto: unitbouw met gevelbekleding Aanleiding en achtergrond Unitbouw die vooral voor tijdelijke bouw wordt toegepast - kan, net als andere bouwmethoden,

Nadere informatie

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL Om snel een inschatting te maken van het risico op brandoverslag bij industriële hallen kunt u de ROCKWOOL brandoverslag Rekentool gebruiken. Hiermee kan de benodigde brandwerendheid

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden ELEKTRISCHE INSTALLATIES (procescertificaat) BRL 6000 Ontwerpen, installeren en beheren van installatie Deel 00 Algemeen deel (2005-11) Deel 01 Ontwerpen en installeren van elektriciteits-installaties

Nadere informatie

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO ADVIES Registratienummer: 1103 Betreft: Trefwoorden: WBDBO bedrijfspand Vastgesteld d.d.: 31 januari 2011 Status: groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO Definitief Postbus 30941 2500

Nadere informatie

Een kijkje in de keuken van de brandweer

Een kijkje in de keuken van de brandweer Samenvatting van de lezing van F.Redeker Een kijkje in de keuken van de brandweer Ik wil beginnen met de vraag: Heeft de brandweer nog een taak bij het ontwerpen, bouwen en opleveren van een gebouw of

Nadere informatie

DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat)

DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat) DAKBEDEKKING, BAANVORMIG (attest, productcertificaat, procescertificaat) BRL 1511 "Baanvormige dakbedekkingssystemen." "Deel 1: Algemene bepalingen" (2004-09) "Deel 2: Specifieke bepalingen voor dakbedekkingssysteme

Nadere informatie

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD RAPPORT BRANDVEILIGHEID NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard Nr.: 16-1476-OMG Project 7016.016 8 juli 2016 Versie 1.0

Nadere informatie

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden PREFAB METERKASTEN (attest-met-productcertificaat) BRL 3802 "Prefab meterkasten" (2003-08) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden Beperking van ontwikkeling van brand 2.12 2.92,

Nadere informatie

Beleidsnotitie. Huisvesting (buitenlandse) seizoenswerknemers in de fruitteelt

Beleidsnotitie. Huisvesting (buitenlandse) seizoenswerknemers in de fruitteelt Beleidsnotitie Huisvesting (buitenlandse) seizoenswerknemers in de fruitteelt Gemeente Houten vastgesteld door het College van burgemeester en wethouders, 10-9-2013 1 Beleidsnotitie huisvesting (buitenlandse)

Nadere informatie