De Rietvink. Gemeente Leidschendam-Voorburg. Adviesrapportage voor het masterplan Revitalisatie boven- en ondergrondse infrastructuur.
|
|
- Esmée de Winter
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De Rietvink te Leidschendam-Voorburg Revitalisatie boven- en ondergrondse infrastructuur Opdrachtgever: Projectnummer IBD: Datum rapport: Status : Gemeente Leidschendam-Voorburg IBD/WEST/ december 2014 rev.3 Definitief Documentstatus Versie Datum Status Projectleider Auteur Definitief A.L.R.R. Westerhuis (RWe) T.J.N. Vinks (DVi) Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3
2 Wijzigingen Versie/rev Gereviseerde Korte beschrijving van de wijzigingen Gereviseerd Datum sectie / paragraaf door 3 Alle Edit en aanvullingen RWe/DVI Distributielijst Naam Initialen Organisatie Origineel Kopie Digitaal Archief Aantal R. Westerhuis RWe IBD 1 R. J. Bruin RBr Gemeente Leidschendam- 1 1 Voorburg E. Avan EAv Gemeente Leidschendam- Voorburg 1 1 Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3
3 INHOUDSOPGAVE Pagina INHOUDSOPGAVE 3 SAMENVATTING, CONCLUSIES/AANBEVELINGEN INLEIDING CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 5 2 INLEIDING WOORD VOORAF AANLEIDING VOOR DE STUDIE LIJST MET DEFINITIES EN AFKORTINGEN REFERENTIES ONDERLIGGENDE DOCUMENTEN DOELSTELLING WERKWIJZE STUDIE LEESWIJZER 17 3 SITUATIE BOVEN- EN ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR HISTORIE DE RIETVINK ONTWIKKELING VAN EEN POLDER TOT EEN WOONWIJK KENMERKEN VAN DE BOVENGRONDSE INFRASTRUCTUUR IN HET PROJECTGEBIED WATERPLAN LEIDSCHENDAM-VOORBURG RIOOLSTELSEL DE RIETVINK 22 4 INVENTARISATIE GEOLOGISCHE ONDERZOEKEN EN TOELICHTING INLEIDING GEOLOGISCHE KENMERKEN BESCHIKBARE GRONDONDERZOEKEN GEOMETRIE EN FREATISCHE WATERSTANDEN BODEMDALING VOLGENS TNO-NITG ARCHEOLOGIE 31 5 STATUS VAN DE BOVEN- EN ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR ZETTINGEN VAN HET HUIDIGE MAAIVELD STATUS EN KENMERKEN VAN DE VERHARDINGEN STATUS EN KENMERKEN VAN DE NUTSVOORZIENINGEN FLORA EN FAUNA 41 Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 3 van 47
4 Pagina 6 INVENTARISATIE GEWENSTE SITUATIE INLEIDING STRATEGISCHE EN TACTISCHE VISIE GEMEENTE PROGRAMMA VAN EISEN EN RANDVOORWAARDEN ONDERZOEKSPROGRAMMA, KNELPUNTEN EN BESLUITVORMING RISICOMANAGEMENT INVESTERINGSPROGRAMMA 47 Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 4 van 47
5 SAMENVATTING, CONCLUSIES/AANBEVELINGEN 1.1 INLEIDING De ontwikkeling van De Rietvink (voorheen een poldergebied) te Leidschendam- Voorburg startte omstreeks 1987 en eindigde omstreeks In delen van de wijk werden maaiveldzettingen, direct na het aanleggen van de boven- en ondergrondse infrastructuur (riolering), gemeten. Mogelijke redenen van de optredende zettingen zijn (zo bleek later) het grillige verloop van de relatief zettinggevoelige ondergrond en het onvoldoende voorbelasten van het terrein gedurende de bouwrijpfase. Fig. 1.1 Het projectgebied binnen De Rietvink De meest storende gevolgen van de verzakkingen werden in de loop der jaren incidenteel verholpen. Na verloop van tijd bleken op steeds meer locaties binnen de wijk hinderlijke verzakkingen op te treden. Reden voor de gemeente de hoogteligging van het maaiveld en later die van de riolering te registeren. Op een hoog abstractieniveau schetsen deze onderzoeken en aanvullende informaties een beeld van de wijk: I. Waar de boven- en ondergrondse infrastructuur locaal verzakt is. II. Waar gebreken bij Nuts huisaansluitingen geconstateerd zijn. III. Waar het gescheiden rioolstelsel locaal matig functioneert. IV. Waar delen van het rioolstelsel aan renovatie toe zijn 1.2 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN De ligging van het alignement en kwaliteit de boven- en ondergrondse infrastructuur in de hele wijk moeten nog volledig in kaart gebracht te worden. De gegevens die gevonden zijn in het dossier van de gemeente hebben betrekking op een gedeelte van het projectgebied (=het onderzoeksgebied). Het projectgebied betreft echter een groter deel van De Rietvink. Van deze, voor zover bekend, niet onderzochte gedeelte van het projectgebied zijn geen onderzoeken uitgevoerd en is de gehele status van de ondergrondse en bovengrondse infra onbekend. De huidige beeldvorming van het projectgebied is dus niet compleet en onvoldoende om nu een onderbouwd advies te geven. Vervolgstudies, waarin gedifferentieerd per locatie ingezoomd wordt op de Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 5 van 47
6 geologie, historische belastingen en maatregelen om de infrastructuur weer op het gewenst niveau te krijgen, zijn noodzakelijk. Gedifferentieerd zal per locatie de gehele infrastructuur in een vervolgfase moeten worden onderzocht om de urgentie en prioritering van de revitalisatie vast te stellen. De snelheid en omvang van deze beoogde revitalisatie is mede afhankelijk van het beschikbare budget. Een planmatige aanpak van de revitalisatie verdient hierbij de voorkeur (zie hoofdstuk 2.7 en 6.4), waarbij met afgewogen inzet van middelen een zo groot mogelijke structurele verbetering van de openbare ruimte kan worden bereikt. Dus de middelen niet gelijkmatig uitsmeren over de wijk (niet overal wat kleine verbeteringen), maar concentreren op die plekken waar het effect van de revitalisatie en de uitstraling daarvan op de totale wijk het grootst is. Uit het Waterplan Leidschendam-Voorburg blijkt dat er in de wijk De Rietvink een wateropgave ligt van 0,60 ha. In 2008 is het deelproject de Cascade uitgevoerd, waarbij aanvullend wateroppervlak gerealiseerd is. Het is onbekend wat nu de huidige wateropgave is. De gemeente heeft met de hoogheemraadschappen afgesproken deze vroegtijdig te betrekken bij ruimtelijke plannen (zoals de beoogde revitalisatie). De waterbeheerders worden verzocht aan te geven of er specifieke belangen in het geding zijn die een plek zouden moeten krijgen in de revitalisatie van de infrastructuur (=onderdeel van de stakeholders analyse). Dwars door Het projectgebied loopt een strandwal. Het patroon van strandwallen en veengronden is terug te vinden in het grillige geologische profiel en idem zettingpatroon van De Rietvink. De grilligheid van de bodemopbouw, met verschillende hoogten en dikten in het holoceen (alle met variërende parameters), maakt het moeilijk structureel een oordeel te vellen over de zettingen en of de mitigerende maatregelen ten behoeve van de uitvoering van de revitalisatie. Ten behoeve van het bouwrijpmaken van de wijk, heeft Fugro in 1987 een onderzoek verricht en grondmechanische adviezen opgesteld. Het is niet bekend of alle voorgestelde zettingversnellende maatregelen van de Fugro (1987) daadwerkelijk in de praktijk uitgevoerd zijn. De studie van Fugro in 1995 geeft aan dat na 1997 nog zettingen in de orde van grootte van 10 tot 30 cm te verwachten zijn. En dat ter plaatse van een klein deel van het onderzochte gebied nog aanzienlijke zettingen van 20 tot 50 cm in 30 jaren te verwachten zijn. Daarnaast zullen nieuwe ophogingen wederom weer nieuwe zettingen veroorzaken. Het Fugro onderzoek uit 1995 betreft slechts een gedeelte van het projectgebied. Het is niet bekend of de voorgestelde oplossingen uit deze Fugro rapportage (1995) zijn uitgevoerd. In het algemeen fluctueert de hoogste en de laagste ontwateringdiepte in het gebied tussen de 0,8 m en 1,4 m beneden maaiveld. Instroming van grondwater in HWA-stelsel is geen knelpunt. De freatische in-situ gemeten waterstanden varieerden per locatie en jaargetijde van 1,3 m-nap tot 0,7 m-nap. Het droogleggingpeil is in de loop der tijd niet aangepast en varieert nu van 0,6 tot 1,2 m. De gemeente adviseert een drooglegging van 0,7 m. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 6 van 47
7 Op basis van diverse kaarten en de diverse onderzoeken, die in het projectgebied zijn uitgevoerd, blijkt dat de bodem in het gebied een hoge verwachting (kanaal van Corbulo) heeft op archeologische resten. Een archeologisch onderzoek is echter alleen zinvol op die locaties of tracédelen waar de bodem nog niet eerder door werkzaamheden verstoord is. Het rioolstelsel is deels aan renovatie toe. Het tijdstip waarop de riolen moeten worden gerenoveerd of vervangen wordt niet alleen door de technische levensduur bepaald. Vervanging van andere infrastructuur (wegen, leidingen) of verbeteringsmaatregelen kunnen soms aanleiding zijn het riool voortijdig te vervangen. Grosso modo mag aangenomen worden dat de levensduur van een riolering ca. 50 jaar bedraagt. Het ligt in de lijn der verwachting dat binnen een periode van 15 tot 20 jaar het riool aan vervanging toe is. Wellicht kunnen op sommige trajecten, om het moment van rioolvervanging wat naar achteren in de planning schuiven, reparaties worden uitgevoerd en/of noodpompen worden geplaatst. Op voorhand een afweging maken vervanging van de riolering in plaats van renovatie ligt voor de hand. In de afweging speelt echter ook de staat van andere onder- en bovengrondse infrastructuur, zoals de toestand van het wegoppervlak, een rol. Het is daarom een integrale afweging om de riolering wel of niet te vervangen, waarbij meerdere aspecten worden betrokken. Door (mitigerende) infrastructurele werkzaamheden op diverse plaatsen uit te voeren ontstaat een lappendeken van herstelplekken. Tijdelijk, om de periode van vervanging te overbruggen, is deze situatie wel aanvaardbaar. Het is echter geen structurele oplossing en draagt niet bij aan de uitstraling van de (openbare ruimte) van de wijk. Wisselende belastingen in de bodemopbouw dan wel nieuwe ophogingen kunnen nieuwe zettingen veroorzaken hier dient in het ontwerp ten aanzien van de aanpassingen aan de riolering rekening mee te worden gehouden. De kwaliteit van de elementenverharding in de wijk is over het algemeen in redelijke conditie.. De verwachting dat binnen een periode van 5 tot 10 jaar de elementenverharding aan vervanging toe is. Grosso modo mag aangenomen worden dat de levensduur van een betonklinkerachtige elementenverharding ca. 30 jaar bedraagt. In het masterplan dient een weloverwogen keuze te worden gemaakt of de elementenverhardingen tijdens de revitalisatiewerkzaamheden worden vervangen of hergebruikt. De uitkomsten of aanbevelingen van het onderzoek betreffende de gas huisaansluitingen zijn niet in het dossier aangetroffen. Een onderzoek naar de status van de andere nutsvoorzieningen zoals de status van de elektra en water ed. zijn ook niet in het dossier gevonden. Aanbevolen wordt het resultaat van deze onderzoeken te archiveren en vast te leggen in een inspectierapport. Door een nog uit te voeren Boom Effect Analyse van de bestaande bomen in de wijk en ander flora en fauna onderzoek is een beeld van de huidige kwaliteit en levensverwachting van de bomen en groen vast te stellen. Een ophoging van grond is voor bomen in de regel nadelig. Tijdens de revitalisatiewerkzaamheden in de wijk zijn ook investeringen in de groenvoorzieningen te verwachten. Een vroege start met omgevingsmangement ook in het voortraject is van belang voor een zo succesvol geruisloos mogelijk verloop van het revitaliseringproject. De Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 7 van 47
8 gemeente wil graag met de bewoners van De Rietvink in contact blijven om op de wensen van de bewoners in te kunnen spelen. Het is ook van groot belang al in een zo vroeg mogelijk een (levend) programma van eisen en randvoorwaarden op te stellen zodat het voor een ieder duidelijk is waarop de planvorming gebaseerd is. Een programma van relevante eisen en uitgangspunten (PvE) wordt in de 2 de fase van de studie ingevuld. Het instrument risicomanagement is van belang voor het slagen van het project. Het verdient aanbeveling met deskundigen en stakeholders, de risicoinventarisatie en het managen van de risico s (eventueel met beheersmaatregelen) gaande weg de studie en de uitvoeringen uit te diepen, en te bewaken tijdens de uitvoering van de revitalisatie. De mate van revitalisering is mede afhankelijk van het beschikbare budget. Er zullen keuzes (nut en noodzaak) moeten worden gemaakt wat/waar gerevitaliseerd wordt en hoe in de tijd de revitalisatie vorm gegeven wordt. Het totale beeld van de investeringen moet nog worden vastgesteld. Een voorstel voor een onderzoeksprogramma met knelpunten en instrumenten is gegeven in tab Nr. Onderzoeksprogramma, knelpunten en besluitvorming Hulpmiddel/instrument Actie Tijd 1 Onderzoeken op hoog abstractieniveau m.b.t. de kwaliteit en urgentie van de vervanging van de boven- en ondergrondse infrastructuur. Masterplan Risicomanagement Omgevingsmanagement 1. Er is nog geen compleet historisch beeld van alle werkzaamheden (maatregelen) en daaruit voortvloeide informatie over terreinbelastingen en zettingversnellende maatregelen. De volgende stappen worden zijn geadviseerd: De 1 ste stap: Alsnog een aanvullend onderzoek in het gemeentedossier / -archief doen. De 2 de stap: Met deze informatie kan de onderzoeker zich een beeld van het gedrag van de ondergrond vormen, wat bijdraagt aan het invullen van het aanvullend onderzoek Het gedrag van de ondergrond uitgedrukt in volume- sterkteen zettingparameters kunnen zo, zonder kostbaar laboratorium onderzoek worden gedestilleerd. Met een zo compleet mogelijk historisch beeld is onderdeel van een masterplan en dragen bij economisch/maatschappelijk verantwoorde budgetten vast te stellen 2. Aanvullend geotechnisch onderzoek. Het geologisch beeld van de wijk is grillig en veel informatie is reeds beschikbaar. Een geotechnisch onderzoek is kostbaar. De volgende stappen zijn geadviseerd: De 1 ste stap: Alsnog een aanvullend onderzoek in het gemeentedossier (bij bouw- en woningtoezicht) of geotechnische informatie, bijvoorbeeld van de woningen, te vinden is. De 2 de stap: Er is al veel kennis van de locale geologie bekend. De gemeten zettingen en andere informatie zeggen veel over de geologie. Aan de hand hiervan kan met de focus op de meest kwetsbare delen van de wijk het aanvullend onderzoek worden gedefinieerd. De 3 de stap: Met de informatie uit de 1 ste en 2 de stap is nu SMART een beeld te vormen van de omvang en de noodzaak van het onderzoek. Het onderzoek binnen het projectgebied kan starten waarbij voor de meest kwetsbare wijkdelen in een raster van 25 m in het gebied stelselmatig gesondeerd/geboord wordt. Hierbij is het van belang dat de aanwezigheid (wel of geen) van de tussenzandlaag binnen het projectgebied wordt gekarteerd. In overleg met de geoloog dienen hiervoor mogelijk sonderingen/boringen op Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 8 van 47
9 kortere afstand dan 25 m te worden gemaakt. De 4 de stap: Overleg met de gemeente en beheerders over; -de geschiedenis van de tussentijdse herstel- en ophoogwerkzaamheden, (waar, welke aanvulhoogtes, laagdiktes, ophoogmateriaal zijn toegepast etc.). -het maken van proefsleuven, deze worden zo wie zo gemaakt bij kruis-punten, begin, midden en eind van de straten. De 5 de stap: In samenspraak met de ontwerper en geoloog kunnen de omvang van een (mogelijk) laboratoriumonderzoek worden vastgesteld. De praktijk leert dat te makkelijk kostbaar laboratoriumonderzoek wordt uitgevoerd, terwijl binnen de bandbreedte van de vraag al voldoende informatie over het gedrag van de ondergrond beschikbaar is. 3. Aanvullend geohydrologisch onderzoek. Er is binnen het projectgebied slechts één peilbuis aanwezig. Aanbevolen wordt om minimaal 2 peilbuizen bij te plaatsen om zo een tijdsbeeld van de grondwaterhoogten en fluctuaties te krijgen. Ook uit het aanvullende grondonderzoek kan met de juiste vraagstelling informatie over het freatische waterpeil in gewonnen worden. 4. Aanvullend onderzoek K&L De 1 ste stap: Eerder is gerapporteerd de informatie van de ligging en kwaliteit van de K&L (vooral in het meest kwetsbare gebied) te inventarisaren en te archiveren. Het is handig als zich een calamiteit aandient direct het bevoegd gezag te kunnen voorzien van informatie. De 2 de stap: Overleg met de gemeente en K&L beheerders over; -Status huisaansluitingen en het K&L tracé -het maken van proefsleuven, dit kan integraal met de proefsleuven ten behoeve van de bepaling van de bodemopbouw worden uitgevoerd. - over de eisen van de beheerders (zie de stringente eisen gasunie) van een destructief onderzoek. De 3 de stap: Het aanvullend K&L onderzoek uitvoeren, dit kan destructief (met proefsleuven) dan wel niet destructief (radiografisch). Met niet destructief onderzoek zijn goede ervaringen opgedaan. Het alignement van de K&L kan zo worden vergeleken met de informatie uit het Klic dossier van de gemeente. De praktijk leert dat er grote verschillen kunnen zijn. 5. Milieu onderzoek. De 1 ste stap: Historische onderzoek, waar zijn verdachte locaties aangetroffen? De 2 de stap: Aanvullend onderzoek, voorafgaand aan de uitvoering dient het milieukundig onderzoek van het projectgebied te worden geactualiseerd. 6. Aanvullend rioolonderzoek De 1 ste stap: Historische onderzoeken actualiseren en completeren. In het onderzoek van KEN Infra zijn enkele meetgegevens niet ingevuld, deze gegevens alsnog verzamelen. De 2 de stap: De status / kwaliteit en levensduur rioolstelsel voor het overige deel van het projectgebied vast stellen. 7. Openbaar verlichtingsplan. Kwalitatieve en kwantitatieve opname van de verlichtingselementen 8. Verhardingen. Een kwalitatieve en kwantitatieve opname van de infra elementenverhardingen Kwalitatieve en kwantitatieve opname van brandgangen ed. 9. Kwalitatieve en kwantitatieve opname van de flora en fauna. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 9 van 47
10 2 Aan de hand van deze en andere onderzoeken is een besluitvorming met betrekking tot nut en noodzaak, kwaliteit en urgentie gedifferentieerd in wijkdelen voor renovatie/vervanging van riool, nutsvoorzieningen/ huisaansluitingen verlichtingen, verhardingen ed. mogelijk 3 Keuze rioolstelsel renoveren of budget vrij maken voor de vervangingen van het stelsel. In de keuze meewegen de volgende onderwerpen: Visie ten aanzien van vervangen of revitalisatie van de riolen en gemalen. De klimaatbestendigheid van het gemengde en waterberging van het stelsel. 4 De uitvoeringsvarianten toetsen aan de hand van: Watertoets en bestemmingsplan, bergingcapacitiet (op eigen percelen?). Droogleggingeis bovengrondse infrastructuur en de gevolgen voor K&L. 5 Vaststellen herinrichting van het maaiveld na revitalisatie Aanpassen infra bijvoorbeeld op gebied van verkeersveiligheid en parkeerbeleid. Het contigent parkeerplaatsen aanpassen op de hedendaagse behoefte. De mate en snelheid van revitalisering van de boven- en ondergrondse infrastructuur is mede afhankelijk van het beschikbare budget. Bomen- en groeninrichting. 6 Ontwerp van: Vernieuwde inrichting van het maaiveld en fauna zoals een boom effect analyse en toets groenfunctie. Vernieuwd rioleringsplan (renoveren of vervangen.) Vernieuwd nutsvoorzieningenplan. Vernieuwd bomen- en groenplan. 7 Operationeel plan Logistieke uitvoering. Overall planning met bijbehorende financiering. Verkeersafwikkelingplannen. Omgevingsmanagement, en communicatieplan stakeholders. Aanbestedingsvisie. Masterplan Risicomanagement Omgevingsmanagement Masterplan Risicomanagement Omgevingsmanagement Masterplan Risicomanagement Omgevingsmanagement Trade off matrix LCC en TCO Studie Werkgroepen Budgettering, en Financiering Besluitvorming Studie; Risicomanagement Omgevingsmanagement Studie Besluitvorming Risicomanagement Omgevingsmanagement Werkplannen Tab. 1.1 Onderzoeksprogramma met knelpunten en instrumenten voor besluitvorming Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 10 van 47
11 2 INLEIDING 2.1 WOORD VOORAF De gemeente Leidschendam-Voorburg maakt deel uit van het kaderwetgebied Haaglanden en de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. De gemeente telt in totaal ca inwoners (1 mei 2014, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 35,60 km², waarvan ca 8 % uit water bestaat. De gemeente wordt van zuidwest naar noordoost doorsneden door de Vliet. Dit kanaal (uit de Romeinse tijd) verdeelt het grondgebied in verschillende delen; 1. ten westen van de Vliet is de gemeente geheel geürbaniseerd en bestaat uit de aan elkaar gegroeide steden Voorburg en Leidschendam, 2. ten oosten van de Vliet ligt een groot open veenweidegebied met daarin de dorpen Stompwijk en Wilsveen. Ook een klein deel van Leidschendam ligt aan de oostelijke oever van de Vliet. Fig. 2.1 Plattegrond Gemeente Leidschendam-Voorburg (bron Google) Onderstaande kaart zie fig. 2.2 toont alle buurten in de gemeente Leidschendam-Voorburg. De wijkindeling is direct afgeleid van de buurtindeling, waarin alle buurten die met hetzelfde nummer beginnen, samen een wijk vormen. Het onderwerp van de adviesrapportage is de wijk De Rietvink gelegen in wijk 3; ' t Lien (gebouwd in de jaren ) en De Rietvink' (gebouwd in de jaren ), zie fig De wijk bestaat uit twee buurten; 1. t Lien, deze buurt werd grotendeels voor De Rietvink gebouwd, en 2. De Rietvink, deze buurt is recenter en is voor het grootste deel in de 90-er jaren gebouwd, zie fig De Rietvink ligt in het voormalige Leidschendamse gebied tussen (van N -> Z) de Oude Trambaan/de Vliet en (van W->O) de Schoorlaan/de Jachtwerf. Vele diverse dagelijkse winkelvoorzieningen, horecavoorzieningen, postkantoor, bibliotheek, kerkgebouwen en onderwijsvoorzieningen zijn in De Rietvink aanwezig. De woningen binnen De Rietvink hebben een relatief hoge WOZ waarde van ( ). Fig. 2.2 Locatie 't Lien en De Rietvink binnen de grenzen van de gemeente Leidschendam-Voorburg Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 11 van 47
12 De boven- en ondergrondse infrastructuur van De Rietvink zakt locaal meer dan verwacht is! Dit heeft bij het gemeente de vraag opgeroepen welke veiligheidsrisico's zijn er hoe leefbaar is De Rietvink nog. De kans bestaat namelijk dat, naast de maatschappelijke ongemakken, de ondergrondse infrastructuur (zoals gasleidingen) door de verzakkingen beschadigd raakt. Een Fugro rapport van 2002 concludeerde dat in 2016 het zettingproces zich zou hebben voltrokken, waarna gestart kon worden de wijk te revitaliseren. Het Fugro rapport uit 2002 is niet in het dossier van de gemeente aangetroffen. In het collegeprogramma voor staat dan ook: 'We gaan samen met omwonenden naar een oplossing zoeken voor het verzakken van het openbaar gebied in delen van De Rietvink'. Ook in een coalitie-akkoord van 19 augustus jl. is opgenomen de verzakkingen in De Rietvink op korte termijn aan te pakken. Een voorbereidingskrediet is hiervoor vrijgemaakt. Fig. 2.3 De Rietvink (rood omkaderd) en Het projectgebied binnen de Rietvink gearceerd Fig. 2.4 Het projectgebied binnen de Rietvink in groen omkaderd De gemeente Leidschendam-Voorburg heeft het (IBD) op 14 november 2014 verzocht, binnen de afgebakende grenzen van het projectgebied (zie fig. 2.3 en 2.4), de aard, de omvang en de gevolgen van de verzakkingen voor de status van de boven- en ondergrondse infrastructuur op een hoog abstractieniveau te inventariseren. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 12 van 47
13 De Rietvink te Leidschendam-Voorburg De gemeente heeft hiervoor het dossier van de wijk gelicht en deze informatie aan het IBD ter beschikking gesteld. Deze informatie en aanvullende informatie uit bronnen zoals het bestemmingsplan De Rietvink 2009, het Gemeentelijk rioolplan ed. vormen de basis van de adviesrapportage. In de adviesrapportage is De Rietvink 'de wijk' genoemd. Het onderzoeksgebied van de studie binnen de wijk is: 'Het projectgebied' genoemd. 2.2 AANLEIDING VOOR DE STUDIE Eind 80-er jaren werd de eerste paal voor de wijk De Rietvink geslagen. De Rietvink telt ca inwoners en beslaat een oppervlakte van is 32,5 ha. De eerste woningen van de wijk werden opgeleverd in 1987, de voorlopig laatste woningen in In 2008 is nog het deelproject (bouwplan) de Cascade, aan de Oude Trambaan, uitgevoerd. De Rietvink is een groene wijk die haar prettige leefklimaat vooral te danken heeft aan de recreatie op en nabij de Vliet. In de wijk zijn totaal woningen gerealiseerd. De wijk is uitgegroeid tot een volwaardig woongebied. Fig. 2.5 en 2.6 De Rietvink Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 13 van 47
14 Direct na het aanleggen van de wijk, in voorheen een poldergebied, werden zettingen van het maaiveld en de bovengrondse infrastructuur gemeld. Grote zettingsverschillen werden in de wijk gemeten. Na verloop van tijd bleken steeds meer locaties in de wijk last te hebben van zettingen. De meest storende gevolgen van de bovengrondse verzakkingen werden verholpen. Geconstateerd werd dat ook de riolen en nutsvoorzieningen lijden (met huisaansluitingen) onder de zettingen. Meldingen van afgebroken huisaansluitingen zijn niet in het dossier van de gemeente gevonden. Tijdens een recente rioolinspectie uit 2014 werd geconstateerd dat (de bergingscapaciteit) van delen van het riool niet (meer) voldoen aan de gestelde eisen. De gemeente heeft (op 4 september jl.) met enkele bewoners van de Rietvink over de zettingen in De Rietvink gesproken. Aansluitend is besloten alle bewoners van De Rietvink voor een plenaire informatiebijeenkomst uit te nodigen. Gedurende deze bijeenkomst zijn de bewoners geïnformeerd over de huidige stand van zaken in de wijk en de beoogd vervolgstappen van de gemeente. De gemeente wil graag met de bewoners van De Rietvink in contact blijven om op de wensen van de bewoners in te kunnen spelen. Op basis van beschikbare informatie uit het gemeentelijke dossier kan de gemeente zich nog geen goed beeld van de problematiek vormen. Over de status van de beschikbare onderzoeken, de benodigde onderzoeken en de vervolgstappen wil de gemeente door het IBD worden geïnformeerd. Het IBD wil deze vraagstelling planmatig aanpakken. Een te volgen werkwijze is in hoofdstuk 1.7 opgenomen. 2.3 LIJST MET DEFINITIES EN AFKORTINGEN De volgende tabel geeft een overzicht weer met definities en afkortingen die in dit document worden gebruikt. Definities en afkortingen Raad Gemeenteraad Leidschendam-Voorburg De wijk De Rietvink Het projectgebied Het afgebakend gebied (door de gemeente) binnen de grenzen van De Rietvink Het onderzoeksgebied Het gedeelte van het plangebied waarvan informatie bekend is NAP Nieuw Amsterdam Peil GRP Gemeentelijk rioolplan RWA en DWA Regenwater afvoer) en droogweer afvoer) PVE Programma van Eisen SMART Komt uit systeemengineering systematiek staat voor; specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden LCO en TCO Life Cycle Costs, en Total Costs Investment IBD Tab. 2.1 Lijst met definities en afkortingen 2.4 REFERENTIES 1. Informatief overleg van de gemeente met het IBD De doelstellingen van de adviesrapportage zijn op 14 november met deelnemers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en het, tijdens een kick-off overleg, toegelicht. 2. Waterplan Leidschendam-Voorburg De waterparagraaf van de wijk is in hoofdstuk 2.4 behandeld. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 14 van 47
15 3. Gemeentelijk rioleringsplan Leidschendam-Voorburg planperiode 2009 tot 2014 Het Gemeentelijk rioolplan (GRP) is in nauwe samenwerking tussen de gemeente, het Hoogheemraadschap Rijnland, -Delfland en Grontmij tot stand gekomen. 4. Bestemmingsplan De Rietvink 2009 (van 2010) nr. NL.IMRO.1916.bptv-0001 Het bestemmingsplan is consoliderend van aard. Voor de wijk zijn voor de planperiode geen doelstellingen gepresenteerd. De ruimtelijke inrichting van het gebied betreft een bestaande situatie. Er worden geen nieuwe kosten, die verbonden zijn met de inrichting van het gebied verwacht. 5. Overleg met de bewoners in september en oktober 2014 De gemeente wil in haar beoogd beleid de volgende zorgen en punten van de bewoners agenderen; Tab. 2.2 Zorgen en punten naar aanleiding van overleg met bewoners op 4 september De gemeentelijke website van De Rietvink Informatie voor bewoners en andere stakeholders is te vinden op; ONDERLIGGENDE DOCUMENTEN In het dossier van de gemeente zijn de volgende documenten en rapporten (van belang voor de adviesrapportage) aangetroffen; 1. Valk en de Groot: Leidinginspectie zie rapport nummer van mei Fugro rapport "Bouwrijpmaken De Rietvink" opdracht nr. D-0384 van Fugro Briefrapport "zettingen De Rietvink 2e fase opdracht nr. D-5488 van Hoogtemetingen wegen/riool tussen de Windlustsingel en de Kerkweide van Zettingen tussen de Windlustsingel en de Kerkweide van KEN Infra; Metingen rioolmetingen (2014) verwerkt op tekeningen met nr P , 2.6 DOELSTELLING Het doel van de adviesrapportage voor De Rietvink is; de historische en huidige stand van zaken, zoals de geologie en het boven- en ondergrondse alignement, vast te stellen zodanig dat een op hoog abstractieniveau een beeld van de benodigde onderzoeken en een stappenplan voor de revitalisatie van de wijk opgesteld kan worden. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 15 van 47
16 2.7 WERKWIJZE STUDIE De gemeente streeft er naar de plannen een zo hoog mogelijk maatschappelijk draagvlak te geven. De gemeente wil hierin faciliteren door gesprekken met bewoners per straat (raadplegend en adviserend), met plenaire bijeenkomsten (informerend en raadplegend) te organiseren. De status van de ondergrondse infra moet, in samenwerking met de nutsbedrijven en de K&L beheerders de komende tijd nog in beeld worden gebracht. Uit deze onderzoeken en te plannen overleggen met bewoners, belanghebbenden, K&L beheerders, Nuts bedrijven en/of andere stakeholders, volgt een programma van eisen, en de urgentie van de revitalisatie. Uit al deze acties en informatie zijn een programma van eisen en randvoorwaarden met raakvlakkenlijst ed. voor de revitalisatie te destilleren. De structuur van de studie is op een hoog abstractieniveau samen te vatten in een 3-tal deelstromen: 1. Adviesrapportage van het masterplan (zie ook tab. 1.1) Een inventarisatie aan de hand van dossier gegevens van de historische en huidige stand van zaken, waaronder de ligging en staat van het boven- en ondergronds alignement, de geologie en andere determinanten. Een beeld van de benodigde onderzoeken voor de komende periode 2015 en een stappenplan op hoog abstractieniveau is zo vast te stellen. (periode 2015) Inventarisatie Huidige situatie Ambities (visionair) Gewenste situatie -Kwalitatieve inventarisatie rioolstelsel, -Boven- en ondergrondse Infrastructuur, status van de riolering en K&L, -Omvang en rest levensduur infrastructuur, -Geologische kenmerken en raakvlakken, -Zettingen en zettingprognoses, -Onderzoek huisaansluitingen. 2. Toetsing aanvullende onderzoeken en vaststellen van de knelpunten. Als afgeleide van onderzoeksresultaten, overleggen met de gemeente, Nuts bedrijven, K&L beheerders en andere stakeholders zijn vast te stellen; 1) een ruimtelijk, technisch en functioneel programma van eisen en randvoorwaarden 2) een risico-inventarisatie, een lijst met bijbehorende beheersactiviteiten, kansen en knelpunten voor de wijk, 3) een omgevingsmanagementplan en een stakeholdersanalyse ed. 4) een (op een gevraagd abstractieniveau) budgettaire toets, 5) schets- dan wel voorontwerpen met de uitvoeringsvarianten, waarin SMART met behulp van trade-off's en keuzen gemaakt worden PvE met randvoorwaarden -Algemeen beleid en strategisch en tactische visies gemeente ten aanzien van afvalwaterscheidingen, gewenste logistiek uitvoering en financiering werkzaamheden -Raakvlakken en ander aanverwante integrale werkzaamheden verhardingen ed. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 16 van 47
17 -Omgevingsmanagement, mitigerende maatregelen voor de omgevingvoorlichting. -Beschikbare financiële middelen, het investeringsprogramma. -Toetsing van geconstateerde knelpunten rioolstelsel en beheersactiviteiten. -Overleg en toetsing van het PvE en de plannen met bewoners, belanghebbenden en andere stakeholders (omgevingsmanagement documenten). -In 2015 de voorontwerpen (VO) met trade-off's, keuzen en voorkeursvariant en uitvoeringsplannen voorleggen aan de gemeente en stakeholders ed.. Met deze informatie is de gemeente in staat een strategisch en tactisch beeld van de revitalisatie vast te stellen. -Engineering definitief ontwerp, detailontwerp, schrijven van het bestek en de aanbesteding. 3. Operationeel De bedrijfsvoering en beheersactiviteiten van de werkzaamheden op (definitief en detail ontwerpniveau) worden uitgewerkt. (na 2016) Bedrijfsvoering/uitvoering werkzaamheden -Start van de tijdelijke en reguliere werkzaamheden voor de gewenste situatie van de onder- en bovengrondse infrastructuur, samengevat in een meerjarenprogramma voor de uitvoering van de tijdelijke en definitieve plannen, onderhoudplannen 2.8 LEESWIJZER Na de inleiding en de conclusies en aanbevelingen van hoofdstuk 1: in hoofdstuk 3, beschrijft de situatie van de wijk, de boven- en ondergrondse infrastructuur in hoofdstuk 4, inventarisatie van geologisch gegevens en toelichting op de geologie, in hoofdstuk 5, status van de huidige boven- en ondergronds infrastructuur, in hoofdstuk 6, een begin van een inventarisatie van de gewenste situatie. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 17 van 47
18 3 SITUATIE BOVEN- EN ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR 3.1 HISTORIE DE RIETVINK De gemeente Leidschendam-Voorburg is van oudsher gelegen op een kruispunt waar rond 1281 de gegraven Vliet en de landscheiding in de vorm van een dijk tussen Rijnland en Delfland elkaar kruisten. Vanaf de zestiende tot aan de negentiende eeuw bestond het plangebied voornamelijk uit weiland en akkerland en waren slechts enkele boerderijen aanwezig. Vooral op de hoge punten van de strandwallen en strandvlakken werden boerderijen en woningen gebouwd. Tegen het einde van de negentiende eeuw werd parallel aan de Vliet een trambaan aangelegd (Oude Trambaan). In 1961 werd de trambaan een verkeersweg. Fig. 3.1 Polder voor ontwikkeling van De Rietvink Tot voor kort (de 80-er jaren) werd het grootste gedeelte van het plangebied in beslag genomen door tuinderijen met kassen, plaatselijk afgewisseld met onbebouwde terreinen (weilanden). Naast kassenbouw was er in het gebied een aantal verspreid liggende woningen aanwezig, veelal bewoond door eigenaren van de tuinbouwbedrijven. In het streekplan Zuid-Holland West 1987 werd de Rietvink aangewezen voor een nieuw woongebied. In 1989 is voor De Rietvink een globaal bestemmingplan ontwikkeld. Kenmerkend voor het bestemmingsplan De Rietvink is het woonmilieu 'suburbaan'. Er is geen grote variatie in schaal met een matige dichtheid (42 woningen per ha.), waardoor er ruimte is voor veel grondgebonden woningen op ruime kavels. Er is veel particulier groen, waarbij het historische groen en waterelementen als te behouden elementen in het plan zijn opgenomen. 3.2 ONTWIKKELING VAN EEN POLDER TOT EEN WOONWIJK Afgestemd op de gefaseerde uitwerking van De Rietvink is het gebied verdeeld in vier gebiedstypes. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 18 van 47
19 De vier types zijn in fig. 3.2 gegeven: 1. Tuinstad : gebied 1 ten noorden van Zaagmolenstraat, 2. Stratenplan : gebied 2 langs de Oude Trambaan tussen de Wiek en Kerkweide, 3. Suburbaan : gebied 3 langs de Oude Trambaan tussen Kerkweide en Rietvinklaan 4. Villapark : gebied 4 langs de Vliet en tot de Koppels. De woonwijk De Rietvink wordt extern ontsloten middels een aantal hoofdwegen die de wijk letterlijk begrenzen. Dit zijn de Oude Trambaan (westzijde), de Vliet (langs de Wedde) Fig. 3.2 Gebiedstypen De waterstructuur van De Rietvink bestaat voornamelijk uit de Vliet en de aanwezige watergangen. Vooral de watergangen die hun voortzetting vinden in de naastgelegen wijken zijn voor de afwatering van deze gebieden van essentieel belang. De bouw van de wijk De Rietvink, met dominante woonfunctie, is begonnen eind 80-er jaren, De wijk is in een 2-tal fasen gebouwd zie fig De laatste fase is opgeleverd eind 90-er jaren. Daarna is in 2008 het deelproject (bouwplan) de Cascade, aan de Oude Trambaan, nog uitgevoerd. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 19 van 47
20 Uit het dossier van de gemeente is een logistieke bouwvolgorde (zie fig. 3.3) gedestilleerd. De aanlegniveaus van de infrastructuur en bouwpeilen ten opzichte van NAP zijn, waar binnen de wijk bekend zijn, in fig. 3.3 ingevuld. Fig. 3.3 Kenmerken van de ontwikkeling in het projectgebied Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 20 van 47
21 De Rietvink te Leidschendam-Voorburg 3.3 KENMERKEN VAN DE BOVENGRONDSE INFRASTRUCTUUR IN HET PROJECTGEBIED Fig. 3.4 Elementen verharding Fig. 3.5 Asfalt verhardingen De locale en ontsluitende infrastructuur zijn doorgaans opgebouwd zijn uit een elementenverharding (klinkers). Enkele fiets- en voetpaden zijn in asfalt uitgevoerd. Fig. 3.6 't Breede weer Fig. 3.7 De Stelling Tijdens de eerste inventarisatieslag is al geconstateerd dat veel locaties in de wijk last hebben van zettingen, waaronder de infrastructuur te lijden heeft. Vooral in de omgeving van Landlustlaan/Langs de Wedden - Voordesingel/Kerkweide is de infrastructuur verzakt. Putdeksels tekenen zich enigszins af in het alignement van de weg. Fig. 3.8 en 3.9 Kerkweide De uitgevoerde onderzoeken in De Rietvink richtten zich in eerste instantie op de status van de riolering (de ligging/hoogtematen van de putdeksels en de aanlegniveaus van de riolering) en idem van het maaiveld in bovengenoemde omgeving. De onderzoeken zijn slechts voor een deel van het projectgebeid uitgevoerd. Een aanvullend onderzoek naar de overige delen van de riolering binnen het projectgebied en de conditie van kabels en leidingen en wegverhardingen moet nog worden gestart. De gemeente wil zich daarom laten adviseren hoe de verzakkingproblemen moeten worden aangepakt en wat de financiële impact van deze operatie is. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 21 van 47
22 SAMENVATTEND De ligging van het alignement en kwaliteit de boven- en ondergrondse infrastructuur in de hele wijk moeten nog volledig in kaart gebracht te worden. Door (mitigerende) infrastructurele werkzaamheden op plaatsen uit te voeren ontstaat een lappendeken van herstelplekken. Tijdelijk, om de periode van vervanging te overbruggen, is deze situatie wel aanvaardbaar. Het is echter geen structurele oplossing en draagt niet bij aan de uitstraling van de (openbare ruimte) van de wijk. 3.4 WATERPLAN LEIDSCHENDAM-VOORBURG Het beleid van de gemeente is anno 2014 steeds meer gericht op enerzijds hemel- en grondwater kwalitatief meer ruimte te bieden en anderzijds kwantitatief de waterkwaliteit te verbeteren door schoonhouden, scheiden en zuiveren. Hiervoor is een waterplan geschreven. Het waterplan van de gemeente, het hoogheemraadschap van Rijnland en - van Delfland ligt ten grondslag aan de waterhuishouding van de wijk. Het plan is erop gericht te voorkomen dat mogelijk nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in strijd komen met het beleid van duurzaam waterbeheer. Tab. 3.1 Waterpeilen in de wijk Volgens informatie uit het waterplan ligt in de Rietvinkpolder, vanwege het bergingstekort, een wateropgave van 0,60 ha. De wateroppervlakte van het in 2008 uitgevoerde project de Cascade is hierin niet meegnomen. Het is niet exact bekend wat de huidige wateropgave is. De gemeente heeft met de hoogheemraadschappen afgesproken deze vroegtijdig te betrekken bij ruimtelijke plannen (zoals de beoogde revitalisatie). De waterbeheerders worden verzocht aan te geven of er specifieke belangen in het geding zijn die een plek zouden moeten krijgen in de revitalisatie van de infrastructuur (=onderdeel van de stakeholders analyse). 3.5 RIOOLSTELSEL DE RIETVINK De Rietvink heeft een gescheiden rioolstelsel. Regenwater en afvalwater worden dus gescheiden naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie afgevoerd. Het gescheiden rioleringsstelsel plus alle Nutsvoorzieningen (gas, water en elektra) zijn zo n 25 jaar oud. De afgelopen jaren zijn op enkele locaties in de wijk onderhoudswerkzaamheden verricht (een complete opgave ontbreekt in het dossier). In mei 2014 is een rioolonderzoek uitgevoerd door Van der Valk en de Groot [1]. Het DWA stelsel (φ mm, lengte ca m) is voor een deel binnen het projectgebied (= onderzoeksgebied) geïnspecteerd (zie fig. 3.10) Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 22 van 47
23 Fig Lay-out van het geïnspecteerde riool Volgens vastgestelde maatstaven, onderverdeeld in klasse 1-5, wordt door een gediplomeerd inspecteur de kwaliteit van het stelsel vastgesteld. De video-inspectie zegt iets over de toestand van het object maar eigenlijk nog niets over het functioneren binnen het systeem. De beoordeling of de riolering vervangen moet worden hangt van meerdere factoren af. Een video-inspectie is hierin een vast onderdeel. Voor een uitgebreide informatie over het rioolstelsel wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van dit rapport. De resultaten van het onderzoek van Van der Valk en de Groot zijn in het kort als volgt samen te vatten; 1. op een groot aantal plaatsen heeft het stelsel hoekverdraaiingen ondergaan, 2. op een 5 tal locaties is scheurvorming van het rioolstelsel, als gevolg van de verzakkingen, waargenomen, 3. in het stelsel zijn trace's waargenomen waar een waterdiepte van meer dan 50 % zichtbaar is, zodat er sprake is van beperkte bergingscapacitiet, 4. het stelsel is meer dan gemiddeld biochemische aangetast. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 23 van 47
24 4 INVENTARISATIE GEOLOGISCHE ONDERZOEKEN EN TOELICHTING 4.1 INLEIDING De Rietvink is een woonwijk die is gebouwd in een polder direct tegen en met veel open verbindingen met de Vliet. In het projectgebied zijn in het verleden, volgens het bestemmingsplan, 84 bodemonderzoeken (inclusief saneringen) uitgevoerd. Een gedeelte hiervan is in het dossier van de gemeente aangetroffen. Fig. 4.1 Het projectgebied en adviesgebied Fugro binnen De Rietvink Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 24 van 47
25 De meeste uitgevoerde bodemonderzoeken en bodemsaneringen stammen uit de periode 1985 tot 1995 en betreffen onderzoeken die in verband met het bouwrijpmaken en de woningbouw zijn uitgevoerd. In die periode is de polder opgehoogd en zijn oude watergangen gevuld met grond, waarna de wijk De Rietvink gefaseerd in een periode van 10 jaar gebouwd is. 4.2 GEOLOGISCHE KENMERKEN De gemeente Leidschendam-Voorburg ligt op de meest oostelijke strandwal die zich na de laatste ijstijd vormde. De stijging van de zeespiegel belemmerde de afwatering van het gebied en achter de strandwallen ontstonden moerassen en veen. Naarmate de zeespiegel steeg, nam de invloed van de zee toe. Het achterland overstroomde regelmatig en er werden pakketten zand, zeeklei en veen afgezet. Fig. 4.2 Strandwallen en klei/veenafzettingen Nadat de strandwallen een vrijwel gesloten rij vormden, werd het gebied opnieuw nat en werd opnieuw veen gevormd. Fig. 4.3 Strandwallen en klei/veenafzettingen nabij projectgebied Ten noorden van Leidschendam werden de strandwallen verstoord door de aanwezigheid en beïnvloeding door de rivier de Oude Rijn, die tot aan het begin van onze jaartelling een brede en onstuimige rivier was. Ongeveer twee duizend jaar geleden verlegde de waterloop in de delta zich naar zuidelijker rivierarmen. De Oude Rijn ging minder water afvoeren en kon de Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 25 van 47
26 opening naar zee ten slotte niet meer open houden. De duinenrij raakte ter plekke gesloten en daarmee werd de Rijn afgesloten. Veel overstromingen waren het gevolg zodat de oude strandvlakten regelmatig onder water kwamen te staan. Langs de gehele strandwal leidden deze ontwik-kelingen tot de aanleg van diverse polders zoals de Rietvinkpolder. De strandwallen met veengronden zijn nu de ondiepe polders (tot 2,0 m-nap). Ten noorden van deze strandwal bevond zich in het verleden een drassig gebied waar zich veen heeft gevormd (Hollandveen). In zuidelijke richting is ook een veenlaag aanwezig die later door een pakket zeeklei is afgedekt. Onder de kleilaag resp. veenlaag bevindt zich een Holoceen zandpakket met plaatselijk veen/kleilaagjes. Vooral uit zetting- en stabiliteitoogpunt is het gedrag en omvang van de slappe lagen van belang. Op een diepte van ca. 15 meter bevindt zich basisveen gevolgd door een pleistoceen zandpakket, nl. het 1e watervoerend pakket. Het eerste watervoerend pakket bevindt zich op een diepte van circa 16 meter en heeft een dikte van circa 40 meter. De grondwaterstroming van het diepere grondwater is in zuidoostelijke richting. In het projectgebied heerst een neerwaartse grondwaterstroming, nl. infiltratie. De geologische informatie uit het dossier van de gemeente in hoofdstuk 4.3 vertaald in geologische profielen. SAMENVATTEND Dwars door Het projectgebied loopt een strandwal. Het patroon van strandwallen en veengronden is terug te vinden in het zettingpatroon van de wijk. 4.3 BESCHIKBARE GRONDONDERZOEKEN 1. Fugro rapport "Bouwrijpmaken De Rietvink" opdracht nr. D-0384 van [7] met bijbehorende sonderingen en boringen. Dit rapport omschrijft de bouwrijp plannen van De Rietvink ontwikkeling. Kenmerkend voor de polder bij aanvang van de bouwrijpwerkzaamheden is dat; Fugro de ontwikkeling ingedeeld heeft in een 4-tal geologische gebieden, te weten; Omschrijving A B C D Hoogten in m-nap Zand matig vast 0,0-6,0 m- 0,0-1,0 m- 0,3-1,3 m- Klei slap 0,6-1,5 m- Veen 1,3-2,8 m- 1,5-3,0 m- Klei slap 1,0-3,0 m- 2,8-3,5 m- Zand/klei plaatselijk veen 3,0-15,0 m- 3,5-5,5 m- Zand met kleilaagjes vast 6,0-15,0 m- 3,5-6,3 m- Klei met veenlaagjes en 6,3-15,0 m- 5,5-15,0 m- zand Pleistoceen zand 15,0 m- -> 15,0 m- 15,0 m- Tab. 4.1 Geologie volgens Fugro [7] de tussenzandlaag, deze varieert tussen de 3,0 m- en 15,0 m- NAP. Deze laag is op een aantal plaatsen in latere onderzoeken niet aangetroffen. Dit is één van de redenen van de opgetreden zettingen, het polderpeil bedroeg destijds van ca. 0,3 m+nap bij de Oude Trambaan, tot 0,80 m- NAP bij De Vliet, de sloten en watergangen met zand gedempt zijn. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 26 van 47
27 Fig. 4.4 Gebieden volgens de Fugro Fig. 4.5 Typische sonderingen in respectievelijk de gebieden A, B,C, en D 1. Fugro heeft in 1987 de freatische in-situ gemeten waterstanden gemeten. Deze varieerden van 1,40 m-nap tot 0,80 m-nap. Het boezemwater (de Vliet) bevond zich op een peil van 0,60 m-nap. De stijghoogten in het eerste watervoerende pakket op 15 m-nap zijn vastgesteld op 3,0 m-nap. 2. Fugro adviseerde, vooral voor de gebieden C en D, waar de tussenzandlaag het kleinst is, zettingversnellende maatregelen (drains al dan niet in combinatie met voorbelastingen of lichtgewicht materialen) te treffen en een horizontaal drainagestelsel aan te leggen. De grootte van de berekende zettingen varieerde in de beide gebieden (na een periode van 30 jaar) van 0,40 tot 0,60 m. 3. Fugro adviseerde met de ophogingen nabij de Vlietkade voorzichtig te zijn in verband met instabiliteit van de ondergrond 4. Fugro adviseerde het grondonderzoek nog met een 30 tal sonderingen uit te breiden Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 27 van 47
28 2. Fugro Briefrapport "zettingen De Rietvink 2e fase opdracht nr. D-5488 van Fig. 4.6 Indeling geologie in goed, matig/slecht en slecht Aansluitend op de Fugro rapportage van 1987 rapporteerde Fugro in februari 1995 aangaande zettingen in het gebied Breede Weer, Landlustlaan en Smalle Weer. Aanleiding voor deze rapportage was dat in dit gebied, als gevolg van uitgevoerde rioolwerkzaamheden in 1992, in 1993 tot 1994, zettingen van het riool tot 0,9 m gemeten werden. Fig. 4.7 en 4.8 DKM 9 en DKM 12 Naast de reeds aanwezige sonderingen heeft Fugro voor deze rapportage gebruik gemaakt van sonderingen, die ten behoeve van de woningbouw gemaakt zijn. Deze aanvullende sonderingen zijn niet aangetroffen in het dossier. Bijzonder is voorts te vermelden dat ook in dit Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 28 van 47
29 gebied, tijdens het bouwrijp maken, saneringswerkzaamheden uitgevoerd zijn, waarin de veelal (lichte) locale grondlagen door zand vervangen zijn. De Fugro constateerde in haar rapport dat: 1. de tussenzandlaag zie tabel 4.1 (in geel gemarkeerd) op delen van het onderzoeksgebied deels of zelfs geheel ontbreekt. De mate waarin de tussenzandlaag ontbreekt, is in figuur 4.5 met goed (wel aanwezig) matig/slecht en slecht (niet aanwezig) aangegeven, 2. er bij de woningen geen zettingen optraden en dat zettingen een gevolg waren van de werkzaamheden onder de infrastructuur, 3. de grondparameters (voor het zettinggedrag) op de onderzoekslocatie sterk varieerden, 4. de toekomstige zettingen (na 1997) voor het gebied in 30 jaar in de orde van grootte liggen van 0,1 á 0,3 m (voor een deel zelfs tot 0,5 m), 5. nieuwe ophogingen, (die nieuwe zettingen veroorzaken) in een periode van 1 á 2 jaar voor ca. 30% zullen wegzaken, 6. zorgvuldig gekozen maatregelen zettingen kunnen bepreken of de zettingperiode verkorten. SAMENVATTEND Uit het bestek van het bouwrijp maken van de ontwikkellocatie is op te maken dat er grote hoeveelheden zand (ca m3) op het terrein vooral in het stratenpatroon zijn aangebracht en dat er zandpalen geïnstalleerd zijn. Het Fugro onderzoek uit 1995 betreft slecht een gedeelte van het projectgebied. De studie uit 1995 geeft aan dat na 1997 nog zettingen in het onderzochte gebied in de orde van grootte van 10 tot 30 cm, en voor een klein deel van 20 tot 50 cm te verwachten zijn. Daarnaast zullen nieuwe ophogingen wederom weer nieuwe zettingen veroorzaken. Het is niet bekend of de in deze rapportage (1995) voorgestelde oplossingen zijn uitgevoerd. De grilligheid van de bodemopbouw, met verschillende hoogten en dikten in het holoceen maakt het moeilijk een éénduidig advies te geven over de zettingen en of de mitigerende maatregelen ten behoeve van de uitvoering van de revitalisatie. In vervolgstudies zal gedifferentieerd per locatie ingezoomd moeten worden op; de geologie, de historische/nieuwe belastingen en de maatregelen om de infrastructuur weer op het gewenste niveau te krijgen. 4.4 GEOMETRIE EN FREATISCHE WATERSTANDEN Het gebied heeft 3 grondwatermeetpunten waar de grondwaterstanden worden geregistreerd. Peilbuis Locatie Grondwaterstand Relatie GW met riool gemiddelde 1 Landlustlaan 69 1,12 m-nap > 0,48 m dieper dan de gemiddelde grondwaterstand. 2 Rietvinklaan 5 0,77 m-nap > 0,68 m dieper dan de gemiddelde grondwaterstand. 3 Westboschlaan 156 0,69 m-nap geen Tab. 4.2 Posities peilbuizen Volgens informatie uit het dossier van gemeente is ondanks de zettingen van het maaiveld de polderwaterstand in de loop der tijd niet aangepast. Het oorspronkelijke peil is gehandhaafd op Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 29 van 47
30 ca 1,0 m-nap waardoor lokaal ten gevolge van zettingen de drooglegginghoogten kleiner werden. De gemeente adviseert een drooglegging van minimaal 0,7 m. Fig. 4.9 Freatische grondwaterstanden periode van de Landlustlaan (straat in de wijk De Rietvink) Fig Freatische grondwaterstanden periode van de Rietvinklaan (straat in de wijk De Rietvink) SAMENVATTEND In het algemeen fluctueert de hoogste en de laagste ontwateringdiepte in het gebied tussen de 0,8 m en 1,4 m beneden maaiveld. De freatische in-situ gemeten waterstanden varieerden per locatie en jaargetijde van 1,3 m-nap tot 0,7 m-nap. Het droogleggingpeil is in de loop der tijd niet aangepast en varieert nu van 0,6 tot 1,2 m. Instroming van grondwater in HWA-stelsel is voor het beheer van het waterpeil geen knelpunt. De gemeente adviseert een drooglegging van minimaal 0,7 m. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 30 van 47
31 4.5 BODEMDALING VOLGENS TNO-NITG De bodem in Nederland beweegt! Door TNO-NITG zijn kaarten uitgebracht met een schatting van de bodemdaling tot De bodemdaling (daling van het pleistoceen) en achtergrondzakking door oxidatie van veen en inklinking van klei zijn (nog) niet meegenomen in de berekeningen. Fig en Fig Bodemdaling in Zuid Holland en Nederland Voor Zuid Holland moet rekening gehouden worden met bodemdalingen die liggen tussen minder dan 4 mm/jaar tot meer dan 10 mm/jaar. Dit fenomeen kan een rol spelen bij de ontwikkeling van het terrein. Bij langdurige en extreme neerslag zal de ontwerpcapaciteit van de drainage in combinatie met de berging in de onverzadigde zone onvoldoende zijn om de droogleggingeisen te halen SAMENVATTEND Voor De Rietvink moet in de periode tot 2050 rekening gehouden worden met bodemdalingzettingen (analoog fig en 4.12) in de orde van grootte van 2 tot 10 cm. 4.6 ARCHEOLOGIE Bij een veldverkenning in de Rietvinkpolder zijn aardewerkvondsten uit de IJzertijd ( vóór Chr.) en de Romeinse tijd aangetroffen. Vervolgens zijn diverse onderzoeken uitgevoerd en zijn proefsleuven gemaakt. Fig Globale ligging kanaal van Corbulo kaart op grond van StraArch Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 31 van 47
32 In een van deze sleuven werd een spectaculaire vondst gedaan: er werden resten aangetroffen van het Kanaal van Corbulo zie fig. 4.13, dat tot dan toe eigenlijk alleen bekend was uit de oude literatuur, maar waarvan het bestaan nog nooit met zekerheid was vastgesteld. Het kanaal ter plaatse van de Rietvinkpolder heeft een breedte van 4,5 tot 6,5 m. Er werden diverse fragmenten Romeins aardewerk aangetroffen, een bevestiging dat het hier daadwerkelijk ging om een vaarweg uit de Romeinse tijd. Een belangrijke vondst dus, die uiteraard in de Nederlandse archeologie veel belangstelling trok. Op de digitale verwachtingskaart van de provincie (zie fig. 4.14) is weergegeven dat het terrein globaal tussen Oude Trambaan en de Vliet een grote kans heeft op archeologische sporen (bruin) en een redelijk tot grote kans op archeologische sporen (licht bruin). Het merendeel van het projectgebied van de Rietvink bestaat uit een zone van zeer hoge archeologische waarde (beschermd), aangegeven met een rode kleur. Fig Cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Voor het masterplan is het van belang om te onderzoeken of de ingrepen in de bodem zo kleinschalig zijn dat archeologisch onderzoek en een vergunning achterwege kunnen blijven. Dat is het geval indien er sprake is van de volgende gevallen; 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering, 2. een bouwwerk met een oppervlakte kleiner dan 10 m², 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden niet dieper dan 30 cm komt te liggen en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst. Indien een bouwactiviteit en/of werkzaamheden niet voldoen aan bovenstaande voorwaarden is onderzoek naar de mogelijke archeologische waarden verplicht. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 32 van 47
33 SAMENVATTEND Op basis van diverse kaarten en de diverse onderzoeken die in het projectgebied zijn uitgevoerd blijkt dat de bodem in het projectgebied een hoge verwachting (kanaal van Corbulo) heeft op archeologische resten. Een archeologisch onderzoek is echter alleen zinvol op die locaties of tracédelen waar de bodem nog niet eerder door werkzaamheden verstoord is. Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 33 van 47
34 5 STATUS VAN DE BOVEN- EN ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR 5.1 ZETTINGEN VAN HET HUIDIGE MAAIVELD BOUWRIJP MAKEN Fig. 5.1 Typische doorsnede bouwrijp maken De Rietvink (fragment van bestekstekening Gemeentewerken Leidschendam) Tijdens het bouwrijp maken varieerde het freatische waterpeil in de sloten van 1,1 tot 1,3 m- NAP. De nieuwe infra is deels ingegraven maar voornamelijk opgehoogd met zand. In totaal zijn in de wijk ca m3 zand verbruikt. De boven- en ondergrondse infrastructuur zijn in een zandbed aangelegd. Hierbij zijn de relatief lichte locale grondlagen verwijderd en in het alignement van de riolering tot onderkant riool met zand aangevuld. Het is vooral deze aanvulling die voor grote zettingen van het terrein tot gevolg heeft. Om de zettingen in de tijd te mitigeren zijn in het projectgebied (het is niet bekend waar) ca. 700 zandpalen tot 12 m-nap met een dichtheid van één stuk per 10 m2 geboord. Deze zandpalen hebben een verticaal drainerende werking waardoor de hydrodynamische periode van de zettingen verkorten. Er is geen informatie over tijdelijke overhoogten, vergravingen, bijzonder materiaalverbruik, eventuele grondverbeteringen of grondwaterstand-verlagingen tijdens het bouwrijp maken van de wijk in het dossier aangetroffen. MAAIVELDZETTINGEN ANNO 2001 Door de gemeente zijn in de loop der jaren de zettingen van het huidige maaiveld en het rioolstelsel gemeten. De resultaten van de metingen op De Rietvink in Het projectgebied zijn vastgelegd in een 2-tal tekeningen van januari en februari Te weten de tekeningen met als titel; 1. Zettingen tussen de Windlustsingel en de Kerkweide van , 2. Hoogtemetingen wegen/riool tussen de Windlustsingel en de Kerkweide van Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 34 van 47
35 Fig. 5.2 Tekening zettingen gemeten in 2001 Kenmerkend voor de zettingen op tekening van fig. 5.2 (zonder in detail te treden) zijn: 1. Ten gevolge van de heterogeniteit van de ondergrond is de spreiding van de zettingen en de uitkomsten voor de eindzetting zeer groot. 2. Grosso modo is de conclusie dat de grootte van de zettingen van NW (Landlustlaan) naar ZO (langs de Wedden) toenemen. 3. De grootte van de zettingen anno 2001 variëren van 0 tot 0,7 m. De grootste zettingen zijn gemeten in op de kruising Kerkweide/'t Smalleweer. 4. De prognose van de eindzettingen (zie Fugro '97) is dat deze tussen van 0 tot 0,8 m liggen 5. Binnen een abstractieniveau is in 2001 een prognose gemaakt van de eindzetting na 30 jaar (ca 2020), waarvan volgens tekening anno 2001 ca 85 % bereik is. Fig. 5.3 Detail tekening zettingen opknooppunt Kerkweide/'t Smalleweer gemeten in 2001 Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 35 van 47
36 RIOOLZETTINGEN ANNO 2000 en 2004 In 2000 en 2004 zijn de b.o.b maten van het rioolstelsel door Fugro ingemeten. De gegevens van deze metingen zijn door Fugro op een tekening (zie fig. 5.4) verwerkt. Fig. 5.4 Tekening rioolmetingen gemeten in 2000 (groen) en 2004 (rood) door Fugro Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 36 van 47
37 RIOOLZETTINGEN ANNO 2014 De meetgegevens van het rioolalignement anno 2014 (ad 2) zijn door de KEN Infra verwerkt op een tekening met nr P Op deze tekening is een overzicht van de RWA- (regenwater afvoer) en DWA (droogweer afweer) -rioolzettingen gegeven. Fig. 5.5 Typisch verloop inde tijd van de zettingen Naast de meting van het rioolstelsel zijn door KEN Infra ook de putdekselhoogten gemeten. Uit deze hoogten is weer een beeld van de maaiveldzettingen te destilleren. Fig. 5.6 Tekening rioolmetingen (ad. 1) gemeten in 2014 door KEN Infra Rapport: IBD/WEST/4592 rev 3 Pagina 37 van 47
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen
Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren
Nadere informatieProjectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam
MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons
Nadere informatie14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007
14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van
Nadere informatieSAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT
SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT Geologie Over het algemeen geldt dat de toplaag van 0,0 tot 0,5 m mv. zal bestaan uit opgebrachte zand/grond dat plaatselijk (licht) puinhoudend is. Ter plaatse
Nadere informatieBijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden
Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding
Nadere informatieOnderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs
Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw
Nadere informatieStromingsbeeld Rotterdam
Rotterdam centraal en Provenierswijk Bert de Doelder 17-4-2014 Stromingsbeeld Rotterdam Z Maas Freatische grondwaterstand N diepe polders NAP 6,2 m holocene deklaag NAP -5 m 1e watervoerend pakket 1e
Nadere informatie: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24
Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons
Nadere informatieVragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt
Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar
Nadere informatieOpzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket
Opzet technische omschrijving Kievitsland Basispakket 22-12-201 1 Inhoud Inhoud... 2 Inleiding... 3 Technische omschrijving... 3 Fase 1, Voorbereidende werkzaamheden... 3 Oriëntatie kabels en leidingen...
Nadere informatieGeohydrologische situatie Burg. Slompweg
Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft
Nadere informatieWaterparagraaf Heistraat Zoom
Waterparagraaf Heistraat Zoom In Zeelst aan de Heistraat is een ontwikkeling gepland. Voor deze ontwikkeling dient een omgevingsvergunning te worden opgesteld waarvan deze waterparagraaf onderdeel uit
Nadere informatieCultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder
Cultuurhistorische inventarisatiescan nieuwe scoutingterrein Broekpolder Adviescode: 2015.020 Auteur: R. Terluin, archeoloog gemeente Vlaardingen Oktober 2017 Inleiding Scoutinggroepen worden verplaatst
Nadere informatieGeohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek
Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens
Nadere informatieToelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII
Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII Versie 13 april 2018 M.W. Näring, MSc (Hoogheemraadschap van Delfland) 1 Inleiding Het beheergebied van Delfland
Nadere informatieBIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/
BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: 110301.001725) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/ Nijkerk Het betreft het plangebied voor het toekomstige
Nadere informatieBerekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel
Berekening hwa-riool Oranjebuurt te Riel Gemeente Goirle projectnr. 219713 revisie 3.0 12 juli 2010 Opdrachtgever Gemeente Goirle Afdeling Realisatie en beheer Postbus 17 5050 AA Goirle datum vrijgave
Nadere informatieADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013
NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);
Nadere informatieReactie uw kenmerk: / Bijlage 1. Reactie inzake gegevens: Het sondeerrapport met advies (paaldraagkracht berekening).
Reactie uw kenmerk: 00646502/001063880 Bijlage 1 Reactie inzake gegevens: Het sondeerrapport met advies (paaldraagkracht berekening). Reactie uw kenmerk: 00646502/001063880 Bijlage 2 Reactie inzake gegevens:
Nadere informatieBeschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam
Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt
Nadere informatie1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE
NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : A.E.C. Vestjens Projectnummer : BIM-079-01 Projectomschrijving : Gezondheidscentrum te Neer Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum : 18 oktober
Nadere informatieRioleringsplan. Plan Mölnbekke te Ootmarsum. Projectnummer: 2653. Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V.
Rioleringsplan Plan Mölnbekke te Ootmarsum Projectnummer: 2653 Opdrachtgever: Lintmolenbeek B.V. In opdracht van: Lintmolenbeek B.V. Postbus 66 7630 AB Ootmarsum Status Concept Opgesteld door: Dhr. H.
Nadere informatieBodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied
Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De
Nadere informatieMemo. Op basis van de bij de sondering aangetroffen grondslag is de maatgevende grondopbouw gekozen en weergegeven in onderstaande tabel.
Memo nummer 201210297096.22-01 datum 29 oktober 2012 aan Bas Hoorn Oranjewoud van Pieter Erenstein Oranjewoud kopie Erik Kwast Oranjewoud project Prov NH, zettingsberekening N23 projectnummer 0 betreft
Nadere informatieNotitie. 1. Beleidskader Water
Notitie Ingenieursbureau Bezoekadres: Galvanistraat 15 Postadres: Postbus 6633 3002 AP Rotterdam Website: www.gw.rotterdam.nl Van: ir. A.H. Markus Kamer: 06.40 Europoint III Telefoon: (010) 4893361 Fax:
Nadere informatieStartbijeenkomst. Herinrichting Het engelse werk Dwarsakkers en Royenstein
Startbijeenkomst Herinrichting Het engelse werk Dwarsakkers en Royenstein Programma 19:30 19:35 20:00 20:10 21:00 21:15 Opening en welkom Bert Koning (projectleider) Aanleiding tot het project Projectopzet
Nadere informatieMemo Amsterdam, 20 juni 2016
Van Bekkum Hans Reijersen van Buuren Wiekenweg 53 3815KL Amersfoort Memo Amsterdam, 20 juni 2016 Loots Grondwatertechniek Pedro de Medinalaan 1B 1086XK Amsterdam Tel: +31 653392188 Mail: info@lootsgwt.com
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE A
ONDERWERP Aangepaste leggerwijziging Tradeportsloot DATUM 14-4-2016 PROJECTNUMMER C01031.000363.0900 ONZE REFERENTIE 078903199 A VAN Joost Veltmaat AAN Waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Klaver 6a
Nadere informatieWaterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve
Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve Inleiding Dit document is opgesteld als vervolg en update van de analyse van de waterhuishouding, opgesteld in januari 2008. Toen is geconstateerd dat de
Nadere informatieInventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal. Rapport. Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN
Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal Rapport Uitgebracht aan: Gemeente Bloemendaal Postbus 201 2050 AE OVERVEEN Projecttitel : Inventarisatie wateraspecten Haringbuys te Bloemendaal
Nadere informatieRichtlijn versus maatwerkberekening
Memo DM 1063841 Aan: Peter Van Hoof [peter@vanhoof-watermanagement.nl] Van: HDSR Datum: 23 juni 2016 Onderwerp: Notitie maatwerkberekening Vierde Kwadrant Kockengen In deze memo heeft het waterschap een
Nadere informatieHet waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.
Memo Ter attentie van Project management Den Dekker B.V. Datum 03 januari 2013 Distributie Projectnummer 111850-01 Onderwerp Parkeerterrein Jumbo Heythuysen Geachte heer Bosman, 1 WATERBELEID Het streven
Nadere informatieSAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen
SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieIn deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.
Notitie Referentienummer Kenmerk 190509/Ack 277242 Betreft Waterbergingsopgave Hogewegzone Concept d.d. 19 mei 2009 1 Inleiding De Hogewegzone in de gemeente Amersfoort wordt de komende jaren vernieuwd.
Nadere informatieEcologische verbindingszone Omval - Kolhorn
Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...
Nadere informatieDelftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen
Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen
Nadere informatieDe projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan
Nadere informatieLandgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1
Landgoed Heijbroeck Waterparagraaf Datum : 11 juni 2013 Auteur Opdrachtgever : W.J. Aarts : Fam. van Loon 1 VOORWOORD In opdracht van Fam. van Loon is er door Bureau van Nierop een waterparagraaf conform
Nadere informatieMiddelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda
TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van
Nadere informatieWaterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur
Waterparagraaf Perron 073 Den Bosch Auteur ing. J.A. Wemekamp Verificatie ing. L. Dielen Autorisatie ing. L. Dielen Datum 27 februari 2014 Versie 1.0 Status Definitief Heijmans Integrale Projecten B.V.
Nadere informatieProjectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland
Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Opsteller: Rienke Dekker Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Definitief ontwerp 701581 Datum: 25 april 2012 Kopie: Archief Opdrachtgever
Nadere informatieHet centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = 168.480 en Y = 448.450
Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-Oost voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het bouwrijp maken van deelgebied De Buurtstede
Nadere informatieHerinrichting Zuiderham (Neptunuslaan en omgeving)
Herinrichting Zuiderham (Neptunuslaan en omgeving) De gemeente Zaanstad start dit najaar met de werkzaamheden van het resterende deel van Zuiderham in de omgeving van de Neptunuslaan. Het riool en het
Nadere informatieREVIEW FUGRO EN WARECO
REVIEW FUGRO EN WARECO GRAVEN- EN BLOEMENBUURT OORZAKEN DROOGSTAND FUNDERINGSHOUT Inleiding In juni 2016 heeft de commissie grondwater Oud Hillegersberg op verzoek van bewoners een verkenning uitgebracht
Nadere informatieOppervlaktewater in Toolenburg Zuid Ymere Project Toolenburg Zuid
Ymere Project Toolenburg Zuid 10 februari 2012 Versie 1.1 Projectnummer 6444 Status: Concept In het najaar van 2011 werd in samenwerking met de gemeente Haarlemmermeer een nieuw hoofdstructuurplan opgezet
Nadere informatiehet noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.
partner in bouwputadvies en grondwatertechniek 1/5 Project : HT140056 Park Waterrijk Hekelingen Datum : 1 September 2014 Betreft : Nota waterhuishouding Opsteller : M. (Marco) Zieverink, MSc Documentstatus
Nadere informatieZoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.
Notitie Contactpersoon Jeroen Lasonder Datum 24 mei 2013 Kenmerk N008-1213242JLO-gdj-V022 Flevokust: Watertoets 1 Inleiding De gemeente Lelystad en Havenbedrijf Amsterdam ontwikkelen samen bedrijventerrein
Nadere informatieBetreft Aanvulling op de nulsituatie en de inventarisatie van randvoorwaarden en risico s voor de Hofstraat te Schagen.
Notitie Datum Kenmerk 296011 1 juli 2010 BaVe Betreft Aanvulling op de nulsituatie en de inventarisatie van randvoorwaarden en risico s voor de Hofstraat te Schagen. Op basis van bovengenoemd onderzoek
Nadere informatieAverboodse Baan (N165), Laakdal
Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota
Nadere informatieProjectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)
Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider
Nadere informatieMONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM
Briefrapport betreffende MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0036-001 Veurse Achterweg 10, Postbus 63, 2260 AB, Leidschendam, Tel: 070-3111333.,
Nadere informatieWatertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen
Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen Datum: 3 februari / 15 juli 2016 Opdrachtgever: Auteur: Pukkemuk Vaartweg 192a 5106 NG Dongen ir. S.A.H. Gloudemans Optifield
Nadere informatie: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)
Logo MEMO Aan : BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) Van : Evert de Lange Kopie : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes) Dossier : BA6227-100-100 Project : Zuiderzeestraatweg
Nadere informatieNieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan.
Nieuwe vijver aan de Groen van Prinstererlaan. Medio 2015 heeft een graafmachine een grote kuil gegraven onderaan het talud op de hoek van de Groen van Prinstererlaan en de Thorbeckelaan (zie onderstaande
Nadere informatiePROJECTNUMMER C ONZE REFERENTIE Imandra: :D
ONDERWERP Gemaal Korftlaan - advies wel of niet verbreden watergang aanvoertracé DATUM 7-7-2016, PROJECTNUMMER C03071.000121.0100 ONZE REFERENTIE Imandra: 078915484:D VAN Arjon Buijert - Arcadis AAN J.
Nadere informatieRapport. wonen limburg. BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen. Vooronderzoek conform NEN 5725
Rapport wonen limburg BP Aan de Kreppel (fase 2) te Heythuysen Vooronderzoek conform NEN 5725 Wonen limburg Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Vooronderzoek conform NEN 5725... 2 2.1 Locatiebeschrijving...
Nadere informatieConserverend Drijber, 8 nieuwe woningen
WATERTOETSDOCUMENT Conserverend Drijber, 8 nieuwe woningen Doel en inhoud van het document Het watertoetsdocument is opgesteld op basis van het door u op 20 mei 2010 ingediende digitale formulier. Op 6
Nadere informatie1 Inleiding. Gemeente Diemen. de heer R. den Ouden. M. Tobé. Waterhuishouding Sportpark Diemen
Aan Gemeente Diemen T.a.v. de heer R. den Ouden Van M. Tobé Betreft Waterhuishouding Sportpark Diemen Projectnummer M15B0269 Behandeld door Max Tobé E max.tobe@mwhglobal.com T 015 751613 1 Inleiding De
Nadere informatieRaadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan
Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR
Nadere informatieToetsing waterhuishouding
Toetsing waterhuishouding Bedrijventerrein Hattemerbroek - deelgebied Hattem Quickscan waterhuishouding - nieuwe stedenbouwkundige opzet Ontwikkelingsmaatschappij Hattemerbroek B.V. december 2009 concept
Nadere informatieArcheologietoets. locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle
Archeologietoets locatie kerkstraat 57 Riel gemeente Goirle Archeologietoets Locatie Kerkstraat 57, Riel projectleider: B. van Spréw Datum: 13 oktober 2006 Uitgevoerd in opdracht van SAB Eindhoven contactpersoon:
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)
Nadere informatieFugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER : 1112-0132-000.
Fugro GeoServices B.V. Hydrologie Veurse Achterweg 10 Postbus 63 2260 AB Leidschendam tel.: 070-3111333 BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood 131 2718 SB ZOETERMEER Onze ref : 1112-0132-000.B01/VL/HGW
Nadere informatieStartpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)
Memo Aan Startpunt Wonen Van Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie) Betreft Herontwikkeling Viteliaterrein te Neer Onderdeel: Watertoets Projectnummer: LEU139-0002 Datum 23-06-2016
Nadere informatieHet nieuw te realiseren plan Aan de Kasteeltuinen is ongeveer 1,75 hectare groot en biedt plek aan 34 woningen.
NOTITIE Onderwerp : Waterparagraaf Opdrachtgever : Dibema Montfort B.V. Projectnummer : RDL-007-01 Projectomschrijving : Wonen Aan de Kasteeltuinen Opgesteld door : ing. R. Peeters Paraaf: Datum
Nadere informatieMEMO. Memo Afkoppelen / infiltreren project Herinrichting Julianastraat Raadhuisstraat d.d pagina 1 / 5
MEMO Aan : bewoners Plakstraat - Raadhuisstraat - Julianastraat - Kerkstraat Van : Cristian Timmermans projectleider gemeente Stein Jean-Philippe Janssens Ducot Engineering & Advies Datum : 24 juni 2015
Nadere informatieWatertoets CSV-terrein Vreeland
Watertoets CSV-terrein Vreeland 28 juni 2012 Watertoets CSV-terrein Vreeland Watertoetsdocument Verantwoording Titel Watertoets CSV-terrein Vreeland Opdrachtgever Woningbouwvereniging Vecht en Omstreken
Nadere informatieMEMO DHV B.V. Logo. : Albert Lubbinge : Joost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer. : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje
Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Albert Lubbinge : oost Toxopeus : archief, Theo Daalmeijer : BA9445-100-100 : Uitbreiding Oranje : Advies uitbreiding Oranje Ons kenmerk : IS-GR20120103
Nadere informatieWatertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld
Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin
Nadere informatieBetreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).
Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in
Nadere informatieArcheologische Quickscan
Archeologische Quickscan ten behoeve van Bestemmingsplan De Biezenkamp Leusden juli 2011 Opgesteld door: Drs. ML. Verhamme Regio-archeoloog Centrum voor Archeologie Gemeente Amersfoort 033-4637797 06-21950997
Nadere informatieRAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Reconstructie wijk Engboogerd. Aan de raad, Onderwerp Reconstructie wijk Engboogerd
RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17 mei 2018 18-039 Onderwerp Reconstructie wijk Engboogerd Aan de raad, Onderwerp Reconstructie wijk Engboogerd Gevraagde beslissing 1. In de wijk Engboogerd te Bunnik
Nadere informatieIn deze memo beschrijven wij de bestaande situatie en de omgang van het vuil- en regenwater binnen het plan.
NOTITIE Project: Bouwplan Oudestraat te Gemert Betreft: Waterplan Opsteller en datum: Mark Grasveld, 13 juni 2016 Kenmerk: G198/002/2016/0613N01v1 1. Inleiding Bouwbedrijf Raaijmakers ontwikkelt het bouwplan
Nadere informatieAfweging: het ontwerp Voor het ontwerp van de openbare inrichting hebben de onderstaande zaken als basis gediend:
Samenvatting: Inleiding: De aanleiding voor het project is de noodzakelijke rioolvervanging in de Norbertijnerstraat en de Schanswijk. De riolering verkeert in een slechte staat. De vervanging van het
Nadere informatieArcheologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68
Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710
Nadere informatieMEMO. Toelichting op maatregelen Oranjebuurt in de Lier.
MEMO Aan: Koos verbeek Van: J. den Dulk Datum: 23 mei 2007 Onderwerp: Stand van zaken maatregelen ter voorkoming wateroverlast Oranjebuurt, De Lier Bijlagen: Functioneel programma van eisen voor de verbetering
Nadere informatieNotitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017
Notitie Stadsontwikkeling Ingenieursbureau Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling Datum : 9 maart 2017 Betreft : Binnentuinen Ageniesebuurt Bezoekadres: De
Nadere informatieTerrein- en bodemgesteldheid
Inleiding Het Hoogheemraadschap van Delfland heeft zichzelf tot doel gesteld tot het uitbrengen van een geotechnisch advies ten behoeve van een definitieve peilverlaging in de watergang naast het spoor
Nadere informatieBijlage 4 Archeologisch onderzoek
39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:
Nadere informatiePvE Stedelijk Water. Deel: Functionele Eisen Grondwater. Versie 1.1
PvE Stedelijk Water Deel: Functionele Eisen Grondwater Versie 1.1 Stadsbeheer / Stadsontwikkeling Water / Ingenieursbureau Datum : 8 mei 2018 Wijziging : Versie : 1.0 Status : Definitief Bezoekadres: De
Nadere informatieArcheologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)
Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie
Nadere informatieBijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek
Bijlage 26-1: Stedelijke wateropgave Nieuw-Schoonebeek Situatie Nieuw-Schoonebeek Nieuw-Schoonebeek ligt in het zuidoosten van de gemeente Emmen, ten oosten van Schoonebeek. Het dorp bestaat overwegend
Nadere informatieOMnummer: Datum: Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr ) Opdrachtgever (LS01)
OMnummer: 43567 Datum: 21-10-2010 Archeologische Quickscan Klaprozenweg (QSnr.10-122) Opdrachtgever (LS01) Naam / organisatie: Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Contactpersoon: Mevr. H. van der
Nadere informatieOm de effecten op de bodem in beeld te brengen worden de volgende criteria beoordeeld:
1.1 Bodem 1.1.1 Criteria Van het aspect bodem is zowel de bodemkwaliteit van belang als de bodemopbouw. Als ondergrond van het gebied heeft de bodemgesteldheid invloed op andere aspecten binnen het plangebied.
Nadere informatiekade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt
Notitie Aan: Waternet Van: Ben van der Wal, Geert Kerkvliet Datum: 28 mei 2015 Kopie: Gemeente Amsterdam Ons kenmerk: INFRABD3912N004F02 Classificatie: Project gerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Infrastructure
Nadere informatieHet is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.
Document: Archeologische Quickscan (versie 2) Plangebied: Westeinde 310a, Berkhout, gemeente Koggenland Adviesnummer: 15034 Opsteller: J.T. Verduin & C.M. Soonius (senior-archeoloog) Datum: 10-07-2015
Nadere informatieIn opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken bij de waterhuishouding van het project Ceres te Bemmel.
NOTITIE NUMMER : P11-0455 : ONDERWERP : advies waterhuishouding : DATUM : 17 december 2012 PLAATS : ELST OPGESTELD DOOR : H.W. Boom 1 Algemeen In opdracht van Jansen Bouwontwikkeling BV is ons bureau betrokken
Nadere informatieRapport. Venderstraat 5 te Haler B1416. Bergs Advies BV Leveroyseweg 9A 6093 NE Heythuysen dhr. N. Maes. Definitief
Rapport vooronderzoek Venderstraat 5 te Haler Bezoekadres Jekschotstraat 12 Postcode en plaats 5465 PG Veghel Telefoon 0413 287068 e-mail info@bodem-inzicht.nl internet www.bodem-inzicht.nl Projectnaam
Nadere informatieGeohydrologisch onderzoek Nieuwe Driemanspolder
Geohydrologisch onderzoek Nieuwe Driemanspolder Definitief Projectorganisatie Nieuwe Driemanspolder Grontmij Nederland B.V. Houten, 12 november 2009 Verantwoording Titel : Geohydrologisch onderzoek Nieuwe
Nadere informatie: G. de Jong (Waterpas Civiel Adviesbureau B.V.) : Waterhuishouding Weerreys Park te Zundert
Notitie Aan Van : M. Dijkshoorn (Beagle Vastgoed XL B.V.) : G. de Jong (Waterpas Civiel Adviesbureau B.V.) Kopie : Kenmerk : 4275/WH/001 Datum : 9 april 2015 Betreft : Waterhuishouding Weerreys Park te
Nadere informatie2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN
leeswijzer In deze onderbouwing wordt achtereen volgens ingegaan op: - een beknopt overzicht van uitgevoerde waterhuishoudkundige onderzoeken en de wijze waarop rekening is gehouden met de natuurgebieden;
Nadere informatieGrondwaterstanden juni 2016
Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand
Nadere informatieVan Hogendorpplein te Goirle
VAN WANROOIJ - VAN SCHIJNDEL Van Hogendorpplein te Goirle Waterhuishouding hemelwater Projectnummer: 0551 17 maart 2009 Colofon Opdrachtgever: Project: Van Wanrooij - Van Schijndel Van Hogendorpplein te
Nadere informatie2 e Bijeenkomst Klankbord avond Parkeergarage Willibrordus
2 e Bijeenkomst Klankbord avond Parkeergarage Willibrordus Donderdag 1 december 2016 Agenda Terugblik 1 e klankbord bijeenkomst (25 oktober) + ontwerpsessies + bestuurlijke bijeenkomsten Project doelstellingen
Nadere informatieGeohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden
Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden Opdrachtnummer : 1220128 Opdrachtgever : Wooncorporatie ProWonen Postbus 18 7270 AA BORCULO Coördinaten: X = 218.040 Y = 457.210 Datum : 14 december
Nadere informatie1 Inleiding en projectinformatie
Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de
Nadere informatieQuickscan Inleiding Resultaten quickscan
Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.
Nadere informatieAanleg en verlengen duikers en aanleg watergang te Almere Poort. Kwelberekening (KWEL) 150011 150011-KWEL-GE-v2.0 Defintief 01-07-2015
Projectnaam Aanleg en verlengen duikers en aanleg watergang te Almere Poort Projectonderdeel Projectnummer Kenmerk Status Datum Opdrachtnemer Opdrachtgever Kwelberekening (KWEL) 150011 150011-KWEL-GE-v2.0
Nadere informatie