Auteurs D. la Fèber I. Vossen. Opdrachtgever TAQA Energy BV Postbus AH DEN HAAG

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Auteurs D. la Fèber I. Vossen. Opdrachtgever TAQA Energy BV Postbus 11550 2502 AH DEN HAAG"

Transcriptie

1 Archeologische Rapporten Oranjewoud 2010/35 Proefsleuvenonderzoek op drie locaties binnen het leidingentraject "Gasopslag Bergermeer" gemeenten Heiloo en Alkmaar projectnr: documentnr: BGS-OR-1032 revisie: 02 datum: 26 mei 2010 Auteurs D. la Fèber I. Vossen met bijdragen van M.L. Craane H. Koopmanschap J. Brijker R. Isarin Opdrachtgever TAQA Energy BV Postbus AH DEN HAAG datum vrijgave beschrijving revisie 02 goedkeuring vrijgave 26 mei 2010 definitief D. la Fèber I. Vossen

2 Colofon Titel: Proefsleuvenonderzoek op drie locaties binnen het leidingentracé "Gasopslag Auteur(s): D. la Fèber, I. Vossen Oranjewoud B.V. Postbus AA Heerenveen Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Ingenieursbureau Oranjewoud bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt, door een derde of voor enig ander werk of doel dan waarvoor het is vervaardigd. Disclaimer Archeologisch vooronderzoek wordt in zijn algemeenheid uitgevoerd door het steekproefsgewijs bemonsteren d.m.v. boringen, proefsleuven en/of veldkartering. Hoewel Ingenieursbureau Oranjewoud bv de grootste zorgvuldigheid betracht bij het uitvoeren van het archeologisch onderzoek, is het juist deze steekproefsgewijze benadering die het onmogelijk maakt garanties ten aanzien van de situatie af te geven op basis van de resultaten van een archeologisch vooronderzoek. Oranjewoud aanvaardt derhalve op generlei wijze aansprakelijkheid voor schade welke voortvloeit uit beslissingen genomen op basis van de resultaten van archeologisch (voor)onderzoek.

3 Inhoud Blz. Samenvatting 4 1 Inleiding 7 2 Voorgaand onderzoek 9 3 Proefsleuvenonderzoek Doel- en vraagstelling Onderzoeksopzet en werkwijze 14 4 Bodemopbouw, landschap en genese Locatie Locatie Locatie Archeologie Sporen en structuren Vondstmateriaal Keramiek Botmateriaal Metaal Botanische resten Overige categorieën 35 6 Interpretatie 37 7 Conclusies, waardering en advies Conclusies Waardering en selectieadvies Aanbevelingen 48 Literatuur 49 Bijlagen 1: Profielbeschrijvingen met waarnemingen 2: Lijsten (sporenlijst, vondstenlijst en fotolijst) 3: Determinatielijst Aardewerk 4: Rapport Biax / Stichting Ring 5: Selectielijst Restaura Tekeningen L1 Overzichtskaart locatie L2 Overzichtskaart locatie L3 Overzichtskaart locatie VO Overzichtskaart met zones voor vervolgonderzoek arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 3 van 51

4 Samenvatting In opdracht van TAQA Energy heeft Ingenieursbureau Oranjewoud in februari 2010 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op drie locaties ter plaatse van strandwallen in de gemeenten Heiloo en Alkmaar. TAQA Energy BV wil nabij Alkmaar een (nagenoeg) leeg gasveld gebruiken als buffer voor de opslag en latere terugwinning van aardgas. Hiervoor moeten putten worden geboord en compressie- en gasbehandelingsinstallaties worden aangelegd. Daarnaast moeten gasleidingen worden aangelegd tussen de boorputten, de compressielocatie, de behandelingsinstallatie en het landelijke aardgasnet. Dit initiatief heeft als naam "Gasopslag Bergermeer". De drie locaties waar proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd maken deel uit van het gasleidingtracé. In het kader van dit project is eerder een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoekuitgevoerd. 1 Hierbij is geconcludeerd dat het tracé drie strandwallen kruist waarvoor een hoge tot middelhoge archeologische verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen. Het verkennende booronderzoek heeft, daar waar mogelijk, de begrenzing van de strandwallen grotendeels vastgesteld, maar bleek niet geschikt om uit te sluiten of te bevestigen of sprake is van archeologische vindplaatsen ter plaatse van de strandwallen. Daarom is aanbevolen ter plaatse van de strandwallen een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om eventuele vindplaatsen op te sporen. Dit onderzoek is in februari 2010 uitgevoerd. De eerste locatie (locatie 1) betreft de strandwal Limmen-Heiloo-Alkmaar (Baafjespolder) in de gemeente Heiloo. De tweede locatie (locatie 2) betreft een kleine strandwal die de strandwal Heiloo-Overdie (Oosterzijpolder) wordt genoemd. Deze locatie bevindt zich eveneens in de gemeente Heiloo. De derde locatie (locatie 3) is gelegen op de strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel (Boekelermeer) in de gemeente Alkmaar. Het proefsleuvenonderzoek heeft voor de locaties 1 en 3 geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. De verwachte strandwal ter plaatse van locatie 1 was grotendeels verstoord, terwijl ter plaatse van locatie 3 geen strandwal is aangetroffen. Ter hoogte van locatie 2 is wel een vindplaats aangetroffen. Hoewel er materiële resten zijn gevonden van een nederzetting, zijn er geen sporen of resten waargenomen van structuren als een boerderij. Als de nederzetting zich heeft bevonden op het hoogste deel van de wal dan zullen met het egaliseren van het perceel mogelijk veel archeologische sporen zijn verdwenen. Indien de nederzetting zich meer op de flank heeft bevonden dan kunnen er nog sporen als paalgaten en afvalkuilen aanwezig zijn. Verder is de locatie van de nederzetting niet bekend, maar binnen een straal van 50 m van de vondstlocatie is waarschijnlijk. Het is mogelijk dat de nederzetting verband houdt met de ontginning van de strandwal en onderdeel vormt van een min of meer gelijktijdige ontginningsfase, waarbij op verschillende locaties op de strandwal nederzettingen zijn gesticht. Bij de prestedelijke kern van Alkmaar gaat het om een aantal boerenerven, en hoewel het de vraag is of de Alkmaarse nederzetting vanaf het begin al groter is geweest dan de nederzetting waarvan we op locatie 2 de restanten hebben aangetroffen, is het 1 Teekens, P.C., Tolsma, J., 2009 arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 4 van 51

5 duidelijk dat de eerste gecontinueerd wordt en uitgroeit tot de stad Alkmaar, terwijl de laatste in (waarschijnlijk) de 13 e eeuw ophoudt te bestaan. Op basis van het proefsleuvenonderzoek wordt geen bezwaar gezien voor de aanleg van een gasleiding ter plaatse van locatie 1 en 3. Op locatie 1 zijn in de ondergrond nog wel enkele geulen aangetroffen waarin vondstmateriaal aanwezig is. Aanbevolen wordt, na de aanleg en het ontgronden van de werkstrook een eindinspectie uit te voeren om eventuele extra vondsten te documenteren en te bergen. Uit het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat er ter plaatse van de locaties 1 en 3 geen vindplaatsen aanwezig zijn. Er kan dan ook van een waardering geen sprake zijn. Ter hoogte van locatie 2 is weliswaar een vindplaats aangetoond, maar de eventuele nederzetting is niet in de sleuven aangetroffen. Alleen indirect kan er aan de hand van het vondstmateriaal worden gesteld dat er een nederzetting aanwezig moet zijn geweest. Deze kan bestaan hebben uit een enkele boerderij of eventueel een verzameling boerderijen. De resten hiervan kunnen echter volledig zijn verstoord door de egalisatie van de strandwal. Een waardering van alleen indirecte aanwijzingen, in de vorm van afval in een geul, voor de aanwezigheid van een (naar alle waarschijnlijkheid) nederzetting in de directe omgeving is natuurlijk uitermate lastig. Als de nederzetting op de top van deze relatief kleine strandwal heeft gelegen, zal de score op het criterium 'Gaafheid' uitkomen op '1', terwijl wanneer zij op de flank gesitueerd is geweest een score van '2' gerechtvaardigd is. Een vindplaats is behoudenswaardig als deze op de fysieke kwaliteit bovengemiddeld scoort ( 5). Is de score lager dan wordt ook gekeken naar de inhoudelijke kwaliteit. Indien één van deze criteria hoog scoort (3) is een vindplaats alsnog behoudenswaardig. Nu is het zo dat er relatief weinig bekend is over de Vroeg-Middeleeuwse ontginningen van de strandwallen en dat (zelfs) informatie van vondstmateriaal uit afvalcontexten een waardevolle bijdrage kan leveren aan de ontginningsgeschiedenis van de Alkmaarse regio. In dat licht bezien scoort de vindplaats op het criterium Informatiewaarde hoog (3). Daarmee zou de vindplaats alsnog als behoudenswaardig kunnen worden aangemerkt. Wat betreft locatie 2, wordt dan ook aanbevolen deze op te graven binnen de begrenzing van de aan te leggen werkstraat over een lengte van ca. 100 m (ter plaatse van werkputten 7 en 8). arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 5 van 51

6 Administratieve gegevens OW Projectnummer Provincie Noord-Holland Gemeente Heiloo en Alkmaar Plaats Heiloo (locatie 1 en 2) Alkmaar (locatie 3) Toponiem Locatie 1 Strandwal Limmen-Heiloo-Alkmaar (Baafjespolder) Locatie 2 Strandwal Heiloo-Overdie (Oosterzijpolder) Locatie 3 Strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel (Boekelermeer) Kaartblad Volgens top. kaart 1:25000 Locatie 1: 55, Locatie 2: 56 Locatie 3: 66 coördinaten Hoekpunten onderzoeksgebied in RD-coördinaten Locatie 1: nw: , no: , zw: , zo: , Locatie 2: nw: , no: , zw: , zo: , Locatie 3: nw: , no: , zw: , zo: , Opdrachtgever TAQA Energy BV Uitvoerder Oranjewoud Datum uitvoering februari 2010 Projectteam I. Vossen (senior KNA-archeoloog) D. la Fèber (KNA-archeoloog) J. Tolsma (projectarcheoloog) Bevoegd gezag Locatie 1 en 2: Minister van EZ (geadviseerd door de RCE) / Locatie 3: gemeente Alkmaar OM-nr. Locatie 1: Locatie 2: Locatie 3: Beheer documentatie Oranjewoud Heerenveen Vondstdepot Provinciaal depot Noord-Holland arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 6 van 51

7 1 Inleiding In opdracht van TAQA Energy heeft Ingenieursbureau Oranjewoud in februari 2010 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd op drie locaties ter plaatse van strandwallen in de gemeenten Heiloo en Alkmaar. TAQA Energy BV wil nabij Alkmaar een (nagenoeg) leeg gasveld gebruiken als buffer voor de opslag en latere terugwinning van aardgas. Hiervoor moeten putten worden geboord en compressie- en gasbehandelingsinstallaties worden aangelegd. Daarnaast moeten gasleidingen worden aangelegd tussen de boorputten, de compressielocatie, de behandelingsinstallatie en het landelijke aardgasnet. Dit initiatief heeft als naam "Gasopslag Bergermeer". De drie locaties waar proefsleuvenonderzoek is uitgevoerd maken deel uit van het gasleidingtracé (zie afb. 1). Locatie 1 Locatie 2 Locatie 3 Afb. 1: Ligging tracé met boringen en locaties proefsleuven

8 Naar aanleiding van het eerder in het kader van dit project uitgevoerde bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek is geadviseerd om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren ter plaatse van de strandwallen die het gasleidingtracé kruist. 2 Het verkennende booronderzoek was niet geschikt om uit te sluiten of te bevestigen of sprake is van archeologische vindplaatsen ter plaatse van de strandwallen. Wel is de begrenzing van de strandwallen op basis van het booronderzoek meer duidelijk geworden, terwijl al uit het bureauonderzoek duidelijk was geworden dat de strandwallen een hoge tot middelhoge archeologische verwachting op het aantreffen van vindplaatsen kennen. Daarom is aanbevolen ter plaatse van de strandwallen een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om eventuele vindplaatsen op te sporen, aangezien deze vorm van onderzoek meer geschikt is voor het opsporen van vindplaatsen uit de verwachte perioden. De eerste locatie (locatie 1) is gelegen op de strandwal Limmen-Heiloo-Alkmaar (Baafjespolder) in de gemeente Heiloo. De tweede locatie (locatie 2) is gelegen op de strandwal Heiloo-Overdie (Oosterzijpolder), tevens in de gemeente Heiloo. De derde locatie (locatie 3) is gelegen op de strandwal strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel (Boekelermeer) in de gemeente Alkmaar. Het plangebied van locatie 1 en 3 hebben beide een oppervlakte van ca m² (ca. 250 m traject, gerekend met een werkstraat van 30 m). Locatie 2 heeft een oppervlakte van ca m² (ca. 150 m traject, gerekend met een werkstraat van 30 meter). Ter plaatse van locatie 1 zijn vijf proefsleuven van 4 x 30 m uitgevoerd, terwijl bij locatie 2 drie proefsleuven van 4 bij 30 m zijn uitgevoerd. Bij locatie 3 is één sleuf van 125 bij 4 m en één sleuf van 30 bij 6 m gegraven. Het archeologische onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. Daarnaast is het veldonderzoek uitgevoerd conform de richtlijnen zoals deze zijn opgesteld in twee Programma's van Eisen (PvE) die zijn opgesteld voor respectievelijk de twee locaties in de gemeente Heiloo en de locatie in de gemeente Alkmaar. 3 Er is gekozen voor een apart PvE voor Alkmaar omdat de gemeente Alkmaar voor locatie 3 zelf bevoegd gezag is (in plaats van de Minister van EZ) en omdat deze gemeente aanvullende eisen heeft voor de uitvoering van het onderzoek. Voor het onderzoek is tevens een Plan van Aanpak opgesteld, in eerste instantie één voor alle drie de locaties en in tweede instantie een apart PvA voor de locatie in de gemeente Alkmaar. 4 2 Teekens & Tolsma, Vossen & Tolsma, Vossen & Tolsma, 2010a (locatie 1 en 2); Vossen & Tolsma 2010b (locatie 3) arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 8 van 51

9 projectnr mei 2010, revisie 02 2 TAQA Energy BV Proefsleuvenonderzoek op drie locaties binnen het leidingentracé "Gasopslag Voorgaand onderzoek In de periode heeft Oranjewoud BV een archeologisch bureauonderzoek met een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase) uitgevoerd. 5 Dit bureauonderzoek volgde op een bureaustudie van het AAC6 en een oplegnotitie van Oranjewoud BV7 ten behoeve van het MER voor het project Gasopslag Bergermeer. In deze twee laatstgenoemde rapporten zijn meerdere alternatieven aan de orde gekomen. Het door Oranjewoud uitgevoerde bureauonderzoek en booronderzoek heeft zich beperkt tot het voorkeursalternatief. Naar aanleiding van het bureauonderzoek en het verkennend booronderzoek is op een aantal locaties binnen het gasleidingtraject, gelegen buiten de locaties 1, 2 en 3, een karterend booronderzoek uitgevoerd.8 Voor grote delen van het tracé is op basis van het bureauonderzoek bovendien een archeologische begeleiding aanbevolen. Hieronder worden de, voor locatie 1, 2 en 3 relevante, resultaten van het bureauonderzoek en het verkennend booronderzoek behandeld. Uit het bureauonderzoek is gebleken dat binnen het totale plangebied van het project Gasopslag Bergermeer sprake is van drie strandwallen die worden gekruist, namelijk de strandwal Limmen-Heiloo-Alkmaar, de strandwal Heiloo-Overdie (Oosterzijpolder) en de strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel (zie afbeelding 2). Strandwal LimmenHeiloo-Alkmaar Strandwal Heiloo-Overdie Strandwal UitgeestAkersloot-Boekel Afb. 2: Geomorfologische kaart met daarop aangegeven de strandwallen (bron: 5 Teekens & Tolsma, Besselsen & Nyst, Oude Rengerink & Tolsma, 2008 Tolsma & Vissinga, arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 9 van 51

10 De drie onderzoekslocaties liggen in het duinen- en strandwallen- en zeekleilandschap. De grote sturende factor achter de ontstaansgeschiedenis van dit deel van het Nederlandse kustgebied is de holocene zeespiegelstijging geweest. Daarvoor, aan het einde van het Pleistoceen (2,5 miljoen jaar geleden), stond de zeespiegel zo laag dat grote delen van de Noordzee droog lagen en Groot-Brittannië nog verbonden was met het vasteland van Europa. Als gevolg van de zeespiegelstijging overstroomde tussen en 9000 jaar geleden het centrale deel van de Noordzee en kwam de toenmalige kustlijn in de buurt van de huidige kustlijn te liggen. Vanaf ca voor heden werd, doordat de zeespiegel door bleef stijgen, ook het huidige kustgebied overstroomd. De lager gelegen Pleistocene dalgebieden veranderden in grote mariene getijdebekkens. In de loop van het Holoceen ( jaar geleden tot heden) werden deze bekkens geleidelijk weer opgevuld met sediment. Dit getijdelandschap bood nieuwe bestaansmogelijkheden voor de mens. Vanaf omstreeks 4000 voor Chr. steeg de zeespiegel minder snel. Zeegaten langs de kust werden geleidelijk opgevuld met sediment, terwijl langs de kust veel zand werd afgezet. Er ontstonden zandbanken, die uitgroeiden tot evenwijdig aan de kustlijn gelegen strandwallen. Op de strandwallen konden door invloed van de wind zogenaamde Oude Duinen ontstaan. 9 De strandwallen en duinen vormden geschikte woonlocaties. Vanuit deze veilige woonplaatsen kon in het getijdegebied (strandvlakten) worden gevist en gejaagd. 10 Geogenetisch is ter plaatse van het plangebied dus sprake van door de wind afgezet zand (oude duinen) op door de zee afgezette strandwal en vlakte. De strandwallen zijn gefaseerd gevormd, waarbij de oudste meer oostelijk zijn gelegen dan de jongere exemplaren. Rond 3000 voor Chr. werd de strandwal Boekel-Akersloot- Uitgeest gevormd. 11 Deze vrij smalle strandwal ligt parallel direct aan de westkant van de ringvaart om de Schermer. Deze wal is de oudste van de reeks strandwallen die circa 3000 voor Chr. ontstond langs de toenmalige kustlijn. In verband met de verplaatsing van de kust in westelijke richting, ontstonden nieuwe strandwallen. De relatief brede strandwal Limmen-Heiloo-Alkmaar heeft zich omstreeks 2500 voor Chr. ontwikkeld. Tussen beide strandwallen ligt, tussen Heiloo en Alkmaar, nog een kleinere strandwal, die wordt deze aangeduid als de Heiloo-Overdie strandwal. De strandwal Boekel-Akersloot- Uitgeest is het zwakst ontwikkeld. Waarschijnlijk heeft hierop nauwelijks Oude duinvorming plaatsgevonden. De strandwal Limmen-Heiloo-Alkmaar is duidelijk breder en ligt geprononceerder in het landschap. 12 Strandwallen hebben als relatief hooggelegen zones in het landschap over het algemeen een hoge archeologische verwachting. Deze hoge verwachting is vrij evident en gebaseerd op de vele vindplaatsen die de aantrekkingskracht van deze strandwallen als bewonings- en landbouwgronden illustreren. De vindplaatsen die op deze strandwallen kunnen worden aangetroffen dateren vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Het gaat met name om nederzettingen, grafvelden en landbouwsporen. Ten aanzien van de archeologische verwachting is de mate van intactheid van de bodem een belangrijk aandachtspunt. Deze kan door de eeuwen heen al als gevolg van intensieve occupatie en gebruik sterk zijn aangetast, waarbij ook archeologische vindplaatsen kunnen zijn aangetast. Het is verder niet uit te sluiten dat er afgravingen hebben plaatsgevonden. 9 Rosing, Vos & Kiden, Besselen & Nyst, Rosing, 1995 arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 10 van 51

11 Volgens de bodemkaart hebben er aan de oost- en westzijde van de strandwal Limmen- Heiloo-Akersloot egalisaties en vergravingen plaatsgevonden. Volgens de bewoonster van de Westerweg 51c, mevrouw Bakker, zou de bodem ter plaatse van AMK-terrein in de Tweede Wereldoorlog zijn afgegraven. Ook op basis van het AHN lijken er inderdaad afgravingen te hebben plaatsgevonden. Deze strandwal heeft echter vooralsnog een hoge verwachting gekregen. Voor het deel van de strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel dat het plangebied snijdt, is op basis van de gedetailleerde hoogtekaart duidelijk zichtbaar dat deze met circa 0,5 m is afgegraven. Een beschrijving bij de ARCHIS-waarneming geeft zelfs aan dat er circa één meter is afgezand. Archeologische sporen op dit deel van de strandwal kunnen zijn verdwenen, maar kunnen ook dieper liggen. In een schriftelijke reactie op het rapport van Besselsen & Nyst heeft de gemeentearcheoloog van Alkmaar, de heer P. Bitter, aangegeven dat er weliswaar enkele opgravingen ter plaatse van de strandwal zijn verricht, maar dat archeologische sporen vrijwel geheel ontbreken en dat de strandwal in het Boekelermeer ter plaatse van ARCHIS-waarneming enorm geërodeerd is, waarschijnlijk als gevolg van de overstromingsramp in Ook het deel van de strandwal ter plaatse van het plangebied is vrijwel zeker sterk geërodeerd. Deze strandwal heeft derhalve een middelhoge in plaats van een hoge verwachting gekregen. De gespecificeerde verwachting is vervolgens voor locatie 1 en 2 (en deels voor 3) getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen. Voor locatie 3 was dit deels niet mogelijk, omdat voor één perceel geen toestemming bestond om het terrein te betreden. Het doel van dit booronderzoek was het vaststellen van de mate van intactheid van het bodemprofiel en het in kaart brengen van de bodemopbouw. Om de 50 meter zijn over het gehele gasleidingtraject boringen gezet. Ten tijde van het onderzoek waren de locaties 1, 2 en 3 (deels) in gebruik als grasland. Resultaten van het booronderzoek ter plaatse van de strandwallen: Strandwal en flank strandwal/strandvlakte Alkmaar-Heiloo-Limmen (boring 77 t/m 87) In boring 77 tot en met 82 bestaat de bouwvoor uit matig humeus, matig fijn zand, in dikte variërend van 15 tot 35 cm. In boring 79 is de bouwvoor verstoord. Onder de bouwvoor bevinden zich één tot meerdere zandlagen, alleen in boring 82 roesthoudend. In boring 77, 78 en 79 bevat de zandlaag onder de bouwvoor (van 25 tot 50 cm) brokken veen of klei en recent baksteen. In boring 80 en 81 komen tussen 15 en 80 cm -mv in het zand brokken veen voor. In boring 77 t/m 82 is de C-horizont, die begint tussen 40 en 75 cm -mv, zwak schelphoudend. Boring 83 t/m 87 hebben een bouwvoor van 15 tot 50 cm, bestaande uit matig fijn, humeus bruin zand. Oostelijker (richting strandwal) wordt de bouwvoor steeds dunner. Hieronder bevindt zich matig fijn, lichtgrijs zand. In boring 83 t/m 85 komt boven de C-horizont nog een tussenlaag van gemiddeld 40 cm voor. In boring 83 is dit een verstoorde laag en in boring 84 en 85 komen donkere vlekken voor. In deze zone is deels sprake van een verstoord bodemprofiel en mogelijk is de strandwal afgetopt. Strandwal Heiloo-Overdie (boring 102 t/m 105) Ongeveer tussen boring 102 en 105 zou volgens de bodemkaart en het AHN de strandwal Limmen-Overdie liggen. Inderdaad bestaan boringen 102, 104 en 105 geheel uit een zandpakket. Alleen boring 103 heeft een bouwvoor van klei (zwak zandig, zwak puinhoudend) met daaronder een dun veenlaagje. Onder de bouwvoor komt in boring 102 arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 11 van 51

12 t/m 105 een zandlaag voor, die bovenin zwak roesthoudend is en, met uitzondering van boring 103, zwak tot matig schelphoudend. Boring 104 en 105 bevatten beide tussen 40 en 60 cm een gele zandlaag (in tegenstelling tot de verder overwegend grijze zandlagen). Strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel (boring 127 t/m 135) Er is sprake van een opgebrachte bouwvoor van matig fijn zand, tot maximaal 40 cm -mv. Hieronder bevindt zich een verrommelde en geroerde zandlaag van 20 tot 40 cm. Op 0,5 tot 0,6 m -mv. beginnen de natuurlijke, niet verstoorde, erosieve zandige afzettingen (matig fijn en matig schelphoudend). In boring 130 en 131 komt hieronder op respectievelijk 1,30 m, 1,35 m en 2,00 m -mv. een uiterst fijnzandige laag voor, sterk humeus en met resten planten, die qua bodem matig tot stevig compact is. De boringen 133 tot en met 135 konden niet worden uitgevoerd in verband met ontbreken toestemming eigenaren. Ter plaatse van de strandwallen zijn in de boringen overigens geen archeologische indicatoren aangetroffen. Het selectieadvies ten aanzien van de strandwallen (boring 77 t/m 87, 88 en 89, 106 t/m 111 en 127 t/m 135) is als volgt geformuleerd: Middels het veldonderzoek kan niet worden uitgesloten of bevestigd of sprake is van archeologische vindplaatsen. Wel is de begrenzing van de strandwallen door het onderzoek redelijk duidelijk geworden: Op het traject tussen boring 77 en 87 kan de strandwal pas vanaf boring 82, in oostelijke richting, in de boringen worden aangetoond; Ter plaatse van boring 88 en 89 is geen sprake van een strandwal; De strandwal Heiloo-Overdie blijkt westelijker te liggen dan op de verwachtingskaart is aangegeven, namelijk ter plaatse van de boringen 102 t/m 105; De strandwal Uitgeest-Akersloot-Boekel wordt in de boringen aangetoond vanaf boring 130 in oostelijke richting; Aanbevolen is ter plaatse van de strandwallen een proefsleuvenonderzoek uit te voeren teneinde eventuele vindplaatsen op te sporen en te waarderen. Ook het perceel waarvoor tot nu toe geen toestemming bestond tot betreding (ter hoogte van boring 133 t/m 135) kan dan direct worden meegenomen. arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 12 van 51

13 3 Proefsleuvenonderzoek Het veldonderzoek is tussen 8 en 25 februari 2010 uitgevoerd. Voorafgaand aan de graafwerkzaamheden voor de proefsleuven zijn twee Programma's van Eisen (PvE) opgesteld welke ter goedkeuring zijn voorgelegd aan het bevoegd gezag. In de PvE's zijn meerdere onderzoeksvragen geformuleerd. De goedgekeurde PvE's hebben als leidraad gediend voor de uitvoering van de werkzaamheden. Voor de uitvoering is tevens een Plan van Aanpak opgesteld, in eerste instantie één voor alle drie de locaties 13 en in tweede instantie een apart PvA voor de locatie in de gemeente Alkmaar. 14 Na de uitvoering van het veldwerk is een evaluatierapport opgesteld. 15 Het doel van een evaluatierapport is een korte beschrijving van de werkzaamheden en een inventarisatie van de tijdens het veldwerk aangetroffen sporen en vondsten en genomen monsters. Op basis van de hoeveelheid en mate van conservering zijn in het evaluatierapport verder de aangetroffen sporen en vondsten beoordeeld op de potentie voor het beantwoorden van de in het PvE opgenomen onderzoeksvragen. Deze inventarisatie vormt tevens het uitgangspunt voor de uitwerking van het vondstmateriaal en sporen en structuren. De weersomstandigheden in de eerste week van het veldwerk (week 5: Locatie 1 en deels Locatie 2) waren ongunstig (zie ook afbeelding 3), met temperaturen rond het vriespunt en sneeuw. In de tweede week waren de weersomstandigheden gunstiger: warmer en overwegend droog. De dagelijkse leiding in het veld was in handen van ing. D. la Fèber MA (KNA-archeoloog, Oranjewoud). De algehele leiding van het project was in handen van drs. I. Vossen (senior KNA-archeoloog, Oranjewoud). Het veldteam bestond verder uit ing. J. Tolsma MA (archeoloog, Oranjewoud) en R. van Weenen MA (archeoloog via Vriens ArcheoFlex). De kraan werd verzorgd door J. Bergman van Bergman Kraanverhuur uit Pietersbierum. De uitvoering van het proefsleuven onderzoek is begonnen op maandag 8 februari met een startoverleg op de locatie. Als eerste is begonnen met het aanleggen van de vijf proefsleuven op locatie 1 in de gemeente Heiloo. Op vrijdag 12 februari is gestart met de aanleg van de drie putten op locatie 2. De werkzaamheden op locatie 2 zijn op donderdag 18 februari afgerond waarna het materieel is verplaatst naar locatie 3. Hier heeft op vrijdag 19 februari een tweede startoverleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de gemeente Alkmaar en TAQA. Dezelfde dag is de bovengrond van de proefsleuf op het terrein van de particulier dhr. Liefting is verwijderd. Op woensdag 24 februari is het veldwerk op locatie 3 beëindigd. 3.1 Doel- en vraagstelling Het proefsleuvenonderzoek moet inzicht geven in de aan- of afwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied, per locatie. Wanneer op een of meer van de locaties een vindplaats wordt aangetroffen, zal omvang, datering, type en conservering van de vindplaats worden vastgesteld. Bovendien zal de vindplaats worden gewaardeerd. Dat wil zeggen dat wordt bepaald - aan de hand van in de KNA Vossen & Tolsma, 2010 : PvA d.d Vossen & Tolsma, 2010: PvA d.d La Fèber & Tolsma, 2010 arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 13 van 51

14 vastgelegde criteria of de vindplaats(en)al dan behoudenswaardig is (zijn). Een en ander zal worden verwoord in een selectieadvies naar de bevoegde overheid die vervolgens een selectiebesluit zal nemen. In het geval van een behoudenswaardige vindplaats zal de vindplaats opgegraven moeten worden of in situ worden behouden. Dat laatste is mogelijk door bijvoorbeeld planaanpassing (verlegging van het tracé of een gestuurde boring onder de vindplaats door). Bij afwezigheid van vindplaatsen dan wel behoudenswaardige vindplaatsen op een of meer van de locaties, kan het selectieadvies ook vrijgave van de betreffende locatie wat betreft het aspect archeologie inhouden. In beide PvE's zijn dezelfde onderzoeksvragen opgenomen, waarop het onderzoek idealiter een antwoord zou moeten geven. 1. Wat is de bodemopbouw binnen het plangebied? Hoe is de stratigrafische opbouw? 2. Wat is de bodemkwaliteit (gaafheid)? Licht dit toe. 3. Zijn er binnen het onderzoeksgebied archeologische vondstlagen, sporen en artefacten aanwezig? Omschrijf deze. 4. Welke materiaalcategorieën zijn aanwezig per periode, wat is per periode de vondstdichtheid en kwaliteit? 5. Wat is de aard, datering, omvang, intactheid en conservering van de eventueel aanwezige archeologische structuren, sporen en vondsten? 6. Wat is de diepte (t.o.v. maaiveld) en de hoogteligging (t.o.v. NAP) van de archeologische resten? 7. Zijn er aanwijzingen voor stratigrafische hiaten, d.w.z. erosie of non-depositie, in de geologische profielopbouw ter plekke van de vindplaatsen? Licht dit toe. 8. Indien zich in het plangebied een grafveld bevindt zijn er dan ook aanwijzingen van bewoning en wat is de precieze aard ervan? 9. In het geval van een vindplaats: wanneer is deze in onbruik geraakt? Licht dit toe. 10. In het geval van paleobodems, kunnen deze gedateerd worden of in een locale/regionale chronostratigrafie worden geplaatst? Zo ja, wat is de datering en plaats in de betreffende chronostratigrafie? Kunnen de aanwezige paleobodems meer informatie leveren voor kennisvorming over de landschapsontwikkeling in het duingebied in relatie tot de menselijke aanwezigheid? Licht dit toe. 11. Wat is de landschappelijke setting van de drie onderzoekslocaties? Maak hierbij ook gebruik van het eerder uitgevoerde booronderzoek en eerder uitgevoerde opgravingen. 3.2 Onderzoeksopzet en werkwijze De sleuven zijn uitgezet door een meetteam van Oranjewoud ten opzichte van het hart van de in het veld op basis van DGPS uitgezette leiding. Van deze piketten is tevens de hoogte ten opzichte van NAP vastgelegd, op basis waarvan de hoogtemetingen in de verschillende werkputten zijn verricht. Bij het veldwerk voor het proefsleuvenonderzoek is, daar waar sprake was van grasland, ter plaatse van de sleuven vooraf de zode gefreesd. Daarna is met behulp van een hydraulische graafmachine de bouwvoor over een breedte van zes meter verwijderd. Vervolgens is over een breedte van vier meter verdiept naar vlak 1 waarbij de vrijkomende B-grond op de blootliggende strook van 2 m is gedeponeerd. Hiermee is voorkomen dat de grond van de bouwvoor werd vermengd met de B-grond. Het eerste vlak bevindt zich in vrijwel alle putten in de top van de schone ondergrond (C-horizont). arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 14 van 51

15 De sleuven zijn vrijwel allemaal evenwijdig aan de richting van de leidingen gegraven, waarbij de sleuven verspringend langs het hart van de leiding zijn geprojecteerd. Alleen op locatie 1 is put 5 dwars op het leidingtracé geplaatst. De sporenvlakken zijn gefotografeerd, getekend (1:50) en een deel van de sporen is gecoupeerd. Alle sporen zijn getekend, gefotografeerd en beschreven. Van elke sleuf zijn in principe drie profielsecties van 1 m breed gefotografeerd, getekend (1:20) en beschreven (o.a. conform NEN 5104). Daar waar een bijzondere bodemopbouw zichtbaar was is het profiel over een grotere breedte gedocumenteerd. In put 9, met een lengte van 125 m, is om de 25 m een profielsectie van 1-2 m vastgelegd. De profielsecties op de verschillende locaties zijn ook met een fysisch geograaf bekeken (Dr. René Isarin van Crevasse Advies en Dr. Jop Brijker van ADC Archeoprojecten). Bij de aanleg zijn de vondsten per segment van 5 m verzameld. Vondsten uit sporen zijn apart verzameld. Bijzondere puntvondsten zijn X,Y,Z ingemeten. Na het onderzoek zijn de sleuven weer dichtgegooid. Piketten op de hoekpunten van de werkputten (en plaatselijk enkele tussenpunten) zijn na afloop weer ingemeten door een landmeter van Oranjewoud ten opzichte van het RD-coördinaatstelsel. Werkzaamheden per locatie: Locatie 1: In totaal zijn hier 5 proefsleuven gegraven (put 1-5). De ligging van de putten is weergegeven op tekening L1. Er is in de putten niet over het gehele oppervlak een sporenvlak aangelegd. Put 5 is haaks op het hart van de leiding aangelegd. Locatie 2: In totaal zijn 3 proefsleuven gegraven (put 6-8). De ligging van de putten is weergegeven op tekening L2. Alle putten hebben een lengte van circa 30 meter. Werkput 7 en 8 hebben een eindbreedte van 5. Proefsleuf 6 is aangelegd met een breedte van 4 meter. Locatie 3: In totaal zijn 2 proefsleuven gegraven (put 9 en 10; zie tekening L3). Put 9 heeft een lengte van 125 meter en een breedte van 4 meter. Put 10 heeft een lengte van 30 meter en een breedte van 6 meter (vlak 0). Put 10 is alleen op enkele punten verdiept tot circa 2,0 m -mv. ter controle op de mate van verstoring. arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 15 van 51

16 Afb. 3. Winterse omstandigheden op Locatie 1 Afb. 4. Kraan in de vroege ochtend bezig op Locatie 2 arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 16 van 51

17 4 Bodemopbouw, landschap en genese (D. la Fèber, R. Isarin, J. Brijker) Van de verschillende werkputten is op de rand van de werkput en over de middellijn in het vlak om de 5 m een hoogte ten opzichte van NAP gemeten. De resultaten zijn weergegeven op de tekeningen L1 t/m L3 en verkort weergegeven in tabel 4.1. Put * Tabel 4.1: Oriëntatie en hoogten van de putten ten opzichte van maaiveld en NAP Hoogten maaiveld (m tov NAP) Diepte sporenvlak (m tov NAP) Maximale ontgravingsdiepte Richting m -mv NAP Locatie 1 NW-ZO -0,35-0,28-0,71-0,90 ± 1,0-1,28 2 NW-ZO -0,35-0,21-0,46-0,56 ± 0,9-1,22 3 NW-ZO -0,20-0,10-0,68-0,94 ± 1,0-1,10 4 NW-ZO -0,26 +0,10-0,84-0,25 ± 0.8-1,02 5 NO-ZW -0,31-0,31-0,61-0,53 ± 0,8-1,11 6 N-Z -0,83-0,87-1,31-1,24 ± 0,4-1,36 7 N-Z -0,65-0,66-1,14-1,99 ** ± 1,4-2,10 8 N-Z -0,69-0,71-1,34-1,44 ± 0,7-1,44 9 O-W -1,43-1,26-1,96-1,87 ± 1,3-2,62 10 O-W ± 2,0 -- * Alle werkputten zijn circa 30 m lang, werkput 9 is 125 m ** Diepte vlak Gelet op de geringe verschillen in de hoogten van het maaiveld tussen de ene en de andere zijde van de verschillende werkputten (WP 1-8) en tussen de putten onderling per locatie kan worden geconcludeerd dat onderzochte percelen erg vlak zijn. Ook het hoogteverschil van 17 cm rond werkput 9 is gezien de putlengte van 125 m zeer gering. Het eerste vlak binnen locatie 1 bevindt zich rond de 0,9 m -mv. Hierbij is alleen gerekend met de locaties waar daadwerkelijk is verdiept tot dit vlak. Op locatie 2 is een duidelijk verschil in vlakhoogte, met name in werkput 7 waar aan de zuidzijde een tweede vlak is aangelegd in verband met een aanwezige oude geul. Hier is gegraven tot een maximale diepte van 1,4 m -mv. (2,1 m -NAP). Vlak 1 in werkput 9 bevindt zich tussen 0,7 en 0,8 m -mv. 4.1 Locatie 1 Bodemopbouw Het plangebied betreft twee percelen afgescheiden door een sloot. Beide zijn in gebruik als grasland. In het landschap is op deze locatie een duidelijk hoogteverschil waarneembaar met het aangrenzende Heilooër bos waarbij de bospercelen 0,5 tot 1,0 m hoger liggen (zie afb. 5). Het plangebied zou, volgens de huidige eigenaar, in het recente verleden zijn ontzand met behulp van draglines. Verder ligt op 20 m ten zuiden van de hartlijn van de geplande leiding een oudere gasleiding die dateert uit de jaren '70 van de vorige eeuw. arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 17 van 51

18 projectnr mei 2010, revisie 02 TAQA Energy BV Proefsleuvenonderzoek op drie locaties binnen het leidingentracé "Gasopslag Afb. 5: Heiloërbos vanaf plangebied. Het bos ligt 0,5 tot 1,0 m hoger dan het weiland. De profielen geven een schijnbare tweedeling in de bodemopbouw (zie ook kaart L1 voor de locaties van de profielen). De profielen in werkput 1 en 2 (westzijde plangebied) tonen een 10 tot 20 cm dikke grofzandige humeuze bouwvoor met hieronder een tot 0,8 m - mv. (circa 1,1 m -NAP) verstoorde bodemopbouw. Deze verstoorde laag bestaat eveneens uit grof zand vermengd met veenbrokken. Deze laag is, zo volgt uit de waarnemingen in werkput 2 in het verleden tot 0,6 m -mv. omgezet met behulp van een diepploeg (profiel 3, zie afb. 9). Een latere verstoring tot 0,8 m -mv. is het gevolg van de aanleg van een gasleiding ten zuiden van het huidige tracé (profiel 2). Onder de verstoorde laag bevindt zich een verspoeld pakket veen. De onderkant van deze (amorfe) veenlaag is met name aan de westzijde sterk vermengd met de grofzandige vrijwel schelploze ondergrond. In oostelijke richting neemt de mate van vermenging af. Het zand direct onder het veen bevat een aanzienlijke hoeveelheid plantenresten in de vorm van halfvergane rietstengels (zie afb. 6). Afb. 6: Bodemopbouw van west naar oost, profiel 2, 4, 6, 7, 10. De hoogte van de kolom is circa 90 cm. Aan de westzijde bevindt zich verspoeld veen in de bodemopbouw, afnemend tot detrituslaagjes in profiel 6, en ontbrekend in profiel 7 en 10. arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 18 van 51

19 Verder in oostelijke richting (werkput 3, profiel 7) is de bodemopbouw onder de bouwvoor eveneens tot 0,6 à 0,8 m -mv. verstoord. Hier ontbreekt echter het veenpakket en is de verstoring alleen herkenbaar als een verrommeld pakket vergeleken met het egale zandpakket met detritislaagjes in de ondergrond. In de werkputten 4 en 5, nog verder naar het oosten, beperkt zich de verstoring onder de bouwvoor tot maximaal 0,5 m -mv. De M50 van de bouwvoor is hier lager en het zand is geclassificeerd als matig fijn. De ondergrond bestaat hier echter nog steeds uit een ongelaagd, vrijwel schelploos, grijs matig grof zandpakket. Plaatselijk zijn hierin geulen waargenomen (profiel 7). In het Heiloërbos is op de strandwal ter bevestiging van de waarnemingen binnen het plangebied een controleboring verricht met als doel een referentie te hebben voor het plangebied. Op deze wijze kan bekeken worden in welke mate de bodem verstoord is. Het profiel kan als volgt worden samengevat: 0,0-0,05 m -mv.: boshumus 0,05-0,15 m -mv.: zand, matig fijn, matig humeus 0,15-0,6 m -mv.: zand, matig fijn, zwak humeus 0,6-2,0 m -mv.: zand, matig grof Landschapsgenese en interpretatie Ter plaatse van de werkputten 3, 4 en 5 is sprake geweest van een strandwal direct op een grofzandige afzettingen van een strandvlakte. Aan de westzijde (werkput 1 en 2) heeft zich na de vorming van de wal in een nat en zoet milieu op de strandvlakte een pakket rietveen gevormd. Bij een latere inbraak van de zee is dit veen weer grotendeels geërodeerd. Hierbij was het proces op de rand van de strandwal (werkput 2) minder energetisch dan richting de zee (werkput 1). Na deze inbraak is in het gebied, plaatselijk op het restant van het veen een pakket matig grof zand afgezet. Waarschijnlijk dateren de met zand gevulde geul in profiel 7 en de geul met een venige vulling in profiel 3 (zie ook afb. 9) uit deze periode. Ergens in de Nieuwe tijd is het fijner gesorteerde zand van de strandwal binnen het plangebied in de werkputten 3 t/m 5 in één of meerdere fasen afgegraven om elders toe te passen. Ter plaatse van het Heiloërbos is dit niet of slechts gedeeltelijk gebeurd. De bestaande bouwvoor heeft men hiervoor aan de kant gezet en, na afgraven van het onderliggende zand, weer teruggestort. Uit de hoogteverschillen met het nabij gelegen Heiloërbos en de boring die in dit bos is uitgevoerd, volgt dat er minimaal 0,5 tot 1,0 m is afgegraven. Het perceel waarin de werkputten 1 en 2 zijn gelegen was waarschijnlijk niet betrokken bij de zandwinning. In de 20 e eeuw is het perceel, voorafgaand of volgend op een egalisatie echter tot grotere diepte geploegd (zie profiel 3, afb. 9). Bij het aanleggen van de gasleiding in de jaren '70 van de vorige eeuw is de bovengrond op beide percelen over een brede werkstrook verstoord geraakt. In en rond de werkputten 3, 4 en 5 is de drain die de uiterste grens vormde van de werkstrook nog aangetroffen. 4.2 Locatie 2 Bodemopbouw Het plangebied betreft twee percelen afgescheiden door een brede sloot. Beide zijn in gebruik als grasland. In het landschap is de strandwal duidelijk zichtbaar als een circa 50 m brede en maximaal 1 m hoge welving. Er is tussen het plangebied en de omgeving een arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 19 van 51

20 duidelijk hoogteverschil waarneembaar waarbij sommige aangrenzende percelen 0,5 tot 0,7 m hoger liggen. Er is een verschil tussen de put aan de noordzijde van de watergang (werkput 6) en de twee ten zuiden van het water (werkput 7 en 8). In put 6 bevindt zich onder de kleiige bouwvoor een zwak zandige stugge kleilaag. Tussen deze kleilaag en een ondergrond van matig grof zand bevindt zich een dunne venige laag welke in zuidelijke richting kleiig is. De kleilaag is aan de noordzijde roestig. In werkput 7 bestaat de bouwvoor uit matig fijn zand. Aan de noordzijde van de put is onder de bouwvoor nog een humeuze kleiige zandlaag aanwezig. De ondergrond bestaat hier uit matig fijn zand met veel resten van rietstengels met een omhulsel van verkit ijzeroxide. De top van deze matig fijn zandige zand ondergrond ligt op vlak 1 op 1,14 m - NAP en helt af tot circa 1,6 m -NAP aan de zuidkant van de werkput. In het midden en de zuidzijde van de werkput is een gedempte geul aanwezig waarbij de bodemopbouw nu tot circa maximaal 0,9 m -mv. (1,6 m -NAP) geroerd is. Hieronder is vanaf halverwege de werkput tussen 1,5 en 1,75 m -NAP een venige sliblaag (gyttja ) aanwezig waarbij de grens met de zandige ondergrond zeer scherp is. De sliblaag ontbreekt weer in het zuidelijke deel van de gedempte geul waarin de gyttalaag over een breedte van 6 m is aantroffen. Onder deze geul bestaat de ondergrond tot de maximale graafdiepte van 2,1 m -NAP uit matig grof zand. Hierin is plaatselijk een gelaagdheid geconstateerd met afwisselend grovere en fijnere afzettingen. In werkput 8 is onder de bouwvoor wederom een ondergrond van ongelaagd matig fijn zand aanwezig vanaf 1,0 m -NAP. Verder in zuidelijke richting daalt de top van deze ondergrond tot een diepte van 1,4 m -NAP. Ook hier is sprake van een gedempte geul. Aan de zuidzijde is onder een dempingspakket (antropogene opvulling) van 50 cm tussen 1,2 en 1,4 m -NAP een sliblaag (gyttja) aanwezig. De onderste helft bevat een opvallend hoog aantal schelpen waarbij zowel zoet- als zoutwaterschelpen zijn geconstateerd. Interpretatie en genese Het landschap is voor een groot deel medebepaald door de mens. De globale genese van het plangebied is schematisch weergegeven in afbeelding 7. Op de wadvlakte ontstaan vanuit zandbanken langgerekte strandwallen tot boven de hoogste stormvloedhoogte (Afb. 7-A). Als de zee verder westelijk een nieuwe barrière heeft gevormd en de strandvlakte grotendeels droogvalt, krijgt de wind vat op het landschap en treedt duinvorming op. Het gebied raakt langzaam volledig begroeid. De precieze vorm van de strandwal is niet bekend, maar waarschijnlijk worden er ter plekke van het huidige plangebied in deze fase tenminste twee zandruggen gevormd, waarschijnlijk gescheiden door een diepe laagte (duinvallei). Aan de zuidzijde blijft het gebied laag en vormt zich een meertje. Dit meertje verzoet langzaam. In de natte strandvlakte aan de noordzijde vormt zich een veenlaag (Afb. 7-B/C). Deze veenlaag wordt in een latere fase overstroomd waarbij het veen door een kleipakket wordt afgedekt (Afb. 7-D). Mogelijk dat in deze fase de laagte tussen de beide zandkoppen als geul heeft gefunctioneerd en zich verder heeft is ingesleten. De geconstateerde gelaagdheid met een afwisseling van grofzandige en fijnzandige afzettingen betekent dat er sprake is van verschillende stroomsnelheden en (dus ) dat de geul langere tijd watervoerend is geweest. In de Vroege Middeleeuwen is binnen, dan wel in de directe omgeving van het plangebied, een nederzetting gesticht (Afb. 7-E; zie ook Hoofdstuk 5). De precieze locatie is vooralsnog niet bekend. De nederzetting is na verloop van tijd weer verlaten. Waarschijnlijk nadat er van de oorspronkelijke nederzetting niets meer was te zien is het gebied geëgaliseerd waarbij de koppen in de laagten van de geul en het meertje zijn arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 20 van 51

21 geschoven (Afb. 7-F). Van het oorspronkelijke meer resteert waarschijnlijk alleen een smalle watergang ten zuiden en oosten van de locatie. A? B Strandvlakte Strandwal? C Strandvlakte Strandwal? Geul Strandwal Meer D Strandvlakte Strandwal Geul Strandwal Meer? E Strandvlakte Strandwal Geul? Strandwal Meer F Watergang Water Zand Wadvlakte Globale hoogte huidige grondwater Klei Veen Afb. 7: Schematische fysisch-geografische ontwikkelingen binnen het plangebied ter hoogte van locatie 2, met een doorsnede van noord naar zuid. 4.3 Locatie 3 Bodemopbouw De bodemopbouw binnen werkput 9 (percelen Liefting) kenmerkt zich door een 0,2 tot 0,4 m dikke bouwvoor / verstoorde laag, bestaande uit matig humeuze, zandige klei. Onder de bouwvoor ligt een veenpakket van 10 tot 20 cm dikte. Hieronder bevindt zich opnieuw een kleipakket. De diepte waarop dit kleipakket is aangetroffen ligt tussen de 1,8 en 2,0 m -NAP. De bovenste cm van deze onderste klei is roestig (gley), volledig gerijpt en bevat geen zandlaagjes. Naar onderen toe komen er, naast detrituslaagjes steeds meer zandlaagjes voor in de opbouw. In dit pakket zijn verschillende geulen aangetroffen die, gezien hun vulling van en klei in de loop der tijd zijn dichtgeslibt (spoor 14 en 15). Vanaf 0,9 m -mv. (2,3 m -NAP) gaat de ondergrond over in een zwak schelphoudend grof zandpakket. In de boringen ter plaatse (zie bijlage 1 en kaart L3 voor de locatie van de boringen) is dit pakket tot circa 4,0 m -mv. (5,5 m -NAP) aangetroffen waarbij plaatselijk kleilagen aanwezig zijn. Aan de oostkant is ook veen in de diepere bodemopbouw aangetroffen (boring 4). Tussen meter 30 en 70 (vanaf oostzijde bezien) van de werkput bestaat de ondergrond uit een schelploos matig fijn zandpakket met meerdere met klei gevulde geulen. De arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 21 van 51

22 interpretatie van geul volgt enerzijds uit de homogene, natuurlijke vulling en anderzijds uit het grillige verloop in het vlak, hetgeen niet wijst op een antropogene greppelstrucuur. Aan de westzijde van de werkput bevindt zich onder de bouwvoor op het veen een zandlaag. De zandlaag is geroerd en waarschijnlijk opgebracht en zeer plaatselijk deels verrommeld met veenresten (zie afb. 8, profiel 21). Afb. 8: Bodemopbouw van west naar oost, profiel 21, 19 en 16. De hoogte van de kolom is circa 80 cm. Aan de westzijde bevindt zich op de roestige kleilaag een veenpakket. Tussen het veen en de bouwvoor, zit een opgebracht zandpakket. Dit zand verdwijnt in oostelijke richting. In profiel 19 is de bovenkant van het veen als gevolg van de overstroming verrijkt met klei/slib. Aan de oostkant (profiel 16) is het veen gereduceerd tot een dun laagje. In werkput 10 (percelen gemeente) wijkt de bodemopbouw sterk af van die in werkput 9. Op basis van een boring is de volgende bodemopbouw gezien. De bouwvoor bestaat uit 0,3 tot 0,4 m dik, zwak humeus, matig grof zand met veel (zee)schelpen. Verder naar de diepte blijft het pakket tot circa 2,0 m -mv. grofzandig en schelphoudend. Vanaf deze diepte begint een tot 1 m dikke geroerde venige laag met zandbrokken. Vanaf 3,0 m -mv. is tot een minimum van 4,5 m -mv. weer matig grof zand met schelpen aangeboord. Interpretatie / genese Uit de verrichte boringen en de profielen in werkput 9 wordt afgeleid dat de gezochte strandwal niet (meer) in het plangebied aanwezig is en dat er alleen sprake is van strandvlakteafzettingen. Alleen in een boring ten oosten van het plangebied (boring 5) is (het restant van) de strandwal aanwezig. Aan de zeezijde van de strandwal (ten oosten van de werkput) is door de branding een dikke gebroken schelpenlaag gevormd. De huidige ondergrond bestaat uit zandige en naar boven toe steeds kleiigere wad- en kwelderafzettingen. Hieruit volgt een afnemende invloed van de zee waarbij met een geringer wordende stromingssnelheid steeds fijner materiaal wordt gesedimenteerd. In deze afzetting zijn meerdere geulen aangetroffen. Via deze geulen heeft de zee nog steeds toegang tot het gebied gehad, zodat bij extreme omstandigheden en hoge waterstanden af en toe nog sediment is afgezet in de vorm van zandlaagjes. De geulen zijn langzaam geheel of gedeeltelijk verland waarmee de invloed van zeewater werd buitengesloten. Het lage gebied verzoette en onder natte omstandigheden vormde zich in de strandvlakte onder andere rietveen. Dit veen is in een later stadium weer overstroomd geraakt en er is op het veen een zandig kleipakket afgezet. Waarschijnlijk zijn dit de afzettingen van na de overstroming uit de 1570 en de fase van het Boekelermeer. De vondst van een arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 22 van 51

23 natuurstenen netverzwaring (vnr. 85) kan er op wijzen dat het meer na het ontstaan voor langere tijd tot binnen het plangebied aanwezig is geweest en bevaarbaar en bevisbaar moet zijn geweest. Het perceel waar werkput 10 is aangelegd blijkt in het recente verleden te zijn omgezand tot een diepte van meer dan 2 m -mv. arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 23 van 51

24 arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 24 van 51

25 5 Archeologie 5.1 Sporen en structuren In totaal zijn twintig sporen beschreven. Vrijwel alle sporen zijn op het niveau van het eerste vlak aangetroffen. In onderstaand overzicht zijn de sporen per locatie beschreven met aard en datering. Voor de vlaktekeningen zie tekening L1 t/m -L3 in de bijlagen. Tabel 5.1: Overzicht van de aangetroffen grondsporen. Spoornr. Locatie/werkput Vondstnr. Interpretatie Datering 1 L1/1 6 Diergraf NT 2 L1/2 7,8 Geul, natuurlijk Onbekend 3 L2/7 43 Concentratie aardewerk VME 4 L2/8 73 Natuurlijk 5 L2/8 Paal/paalkuil ME-NT 6 L2/8 Paal/paalkuil ME/NT 7 L2/8 Paal/paalkuil ME-NT 8 L2/8 Paal/paalkuil ME-NT 9 L2/8 Greppels ME-NT 10 L2/8 76 Paal/paalkuil ME-NT 11 L2/8 Paal/paalkuil ME-NT 12 L2/8 73 Concentratie bot ME-NT 13 L3/9 Geul 14 L3/9 Geul, natuurlijk 15 L3/9 Geul, natuurlijk 16 L3/9 Greppel ME-NT 17 L3/9 101 Greppel ME-NT 18 L3/9 Greppel ME-NT 19 L3/9 Greppel ME-NT 20 L3/9 Gedempte vaart (vml. ringvaart) NT Locatie 1 Spoor 1 betreft een diergraf dat is aangetroffen bij de aanleg van profiel 1 in de zuidwestwand van werkput 1. Van de ingraving van het graf resteert slechts een klein deel. Rechte wanden ontbreken en zeer waarschijnlijk betreft het niet echt een gegraven graf maar eerder een begraving in een aanwezige geul. Het graf is later getopt door de graaf- en egalisatiewerkzaamheden (zie afb. 12). Gezien de verkleuring van het bot, de concistentie van nog aanwezige mest en de aanwezigheid van ander organisch materiaal is geconcludeerd dat het hier vrijwel zeker een begraving uit de Nieuwe Tijd (19 e -20 e eeuw) betreft. arch2.1 Vakgroep Archeologie blad 25 van 51

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door

Nadere informatie

memo Locatiegegevens: Inleiding

memo Locatiegegevens: Inleiding memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

Rotterdamseweg 202 in Delft

Rotterdamseweg 202 in Delft Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische begeleiding en waarneming Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische

Nadere informatie

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 326324-Htn- WVB-aanv. 11 december 214 326324 Betreft Aanvullende archeologische

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld

Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld 2015 Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol) Postbus 9515 2300 RA Leiden (071) 527 33 13 www.archol.nl Opgraving Hengelo Winkelskamp Grafveld Voorlopig evaluatierapport, Archol BV Opgraving Hengelo Winkelskamp

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Duifhuizerweg 10 te Uden(gemeente Uden) Een verkennend booronderzoek voor de nieuwbouw van een woning. Afbeelding

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe Programma van Eisen Locatie Putten, Hoge Einderweg 19 Projectnaam Hoge Einderweg 19 Plaats binnen archeologisch proces 0 Archeologische begeleiding (AB) onder het protocol opgraven Opsteller Naam, adres,

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Gieterveen, Streek 17 (Gemeente Aa en Hunze) Een verkennend booronderzoek. Plangebied (paars) op een topografische

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D E N K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Stadsweg 51, Onderdendam (Gemeente Bedum) Een verkennend en karterend booronderzoek Afbeelding

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Kaetsebaen 2, Wommels (Gemeente Littenseradiel) Een booronderzoek Afbeelding 1. Ligging van het plangebied op een overzichtskaart

Nadere informatie

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst)

Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) RAAP België - Rapport 035 Ranst Vaartstraat, Pomuni Trade (gemeente Ranst) Archeologienota Archeologisch Vooronderzoek Programma van Maatregelen Bureauonderzoek 2016L20 Landschappelijk booronderzoek 2016L21

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Duifhuizerweg 10 te Uden(gemeente Uden) Een verkennend booronderzoek Afbeelding 1. Locatie van het plangebied

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899

Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam, Gemeente Zwijndrecht, B&G rapport 899 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Plaats Toponiem / Straat Onderzoekskader Archeologisch bureauonderzoek & inventariserend veldonderzoek, verkennende fase. Sportlaan, Heerjansdam,

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan

Dordrecht Ondergronds / Briefrapport 1. Dordrecht - Meidoornlaan Dordrecht - Meidoornlaan Archeologische begeleiding T. Hos, 2008 Colofon Titel ISSN Briefrapportnummer 1 Aantal pagina's 7 Auteur Redactie Afbeeldingen Dordrecht Meidoornlaan, archeologische begeleiding

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE 11-05-2015 - A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) voor de hoofdstukken 5, 6 en 10 + afbeelding 1. Locatie Projectnaam Plaats binnen archeologisch

Nadere informatie

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede) (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door middel van een veldverkenning en karterend booronderzoek J. Walstra R. van Lil Colofon ADC Rapport 930 (gem. Ede) Een Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

30 sept 2014 65848 OU2010006

30 sept 2014 65848 OU2010006 Verkennend archeologisch booronderzoek Grolseweg 19 te Beltrum, gemeente Berkelland (GE) Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Dorpsstraat 861/863 Assendelft (Gemeente Zaanstad) Een verkennend booronderzoek ArGeoBoor rapport 1213 status:

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 01 15 oktober 2015 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP

Nadere informatie

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand 18 november 2010 Inleiding Het plangebied ligt ten westen van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de gemeente Loon op Zand (afb. 1). De

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM

PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM PLAN VAN AANPAK ARCHEOLOGISCH INVENTARISEREND ONDERZOEK H023 OOST, HAARLEM Ten behoeve van ontwikkeling van de locatie H023, gelegen aan de Boerhaavelaan in Haarlem (figuur 1, lichtgroen), is archeologisch

Nadere informatie

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: / Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek middels proefsleuven (IVO-P) Plangebied Laan naar Emiclaer dd. 01-09-2015 Onderzoeksgegevens Onderzoek: Amersfoort Laan naar Emiclaer 2 Meldingnummer: 2683574100

Nadere informatie

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 129 Markt 85, Delft Een archeologische begeleiding Jorrit van Horssen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK Bodegraven, Meije 115 (Gemeente Bodegraven Reeuwijk) Een verkennend en karterend booronderzoek Afbeelding 1: Ligging

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische

Nadere informatie

Archeologische MonumentenZorg

Archeologische MonumentenZorg Provincie NoordBrabant Archeologische MonumentenZorg 1. EINDOORDEEL ADVIES Onderwerp Waalwijk, Sprang, Plangebied Aansluiting Bevrijdingsweg, N261 locatie B te Sprang, N261 archeologisch onderzoek. Aan

Nadere informatie

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN

PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN PROGRAMMA VAN MAATREGELEN BIJ ARCHEOLOGIENOTA 2016-055 PROGRAMMA VAN MAATREGELEN AARTSELAAR LINDENBOSLAAN J. CLAESEN, B. VAN GENECHTEN & G. VERBEELEN DECEMBER 2016 PROJECTCODE BUREAUONDERZOEK 2016K461

Nadere informatie

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe R. de Leeuwe Colofon Archol Rapport 58 Titel: Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Erp Aa,

Nadere informatie

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek

Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek Halle, Duezstraat Proefsleuvenonderzoek COLOFON Opdracht: Archeologisch onderzoek Opdrachtgever: Huisvesting Zennevallei/Halle Molenborre 26/01 1500 Halle Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen

Nadere informatie

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-05/11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede definitief 18-02-2013

Archeologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede definitief 18-02-2013 Archeologische Begeleiding Tracébesluit N18 Varsseveld - Enschede 18-2-213 Inleiding In de fase van het Ontwerp-Tracébesluit OTB) N18 Varsseveld - Enschede is een gecombineerd archeologische onderzoek

Nadere informatie

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11

Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Delftse Archeologische Notitie 99 Nieuw Delft - Veld 2, 3, 6, 7, 8, 9, 10.2 en 11 Een archeologisch bureauonderzoek Jean Paul Bakx, Jorrit van Horssen & Bas Penning 5 Nieuw Delft Veld 3 5.1 Plangebied

Nadere informatie

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent. Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies VERKENNEND BOORONDERZOEK Noorderweg 27, Tolbert (Gemeente Leek) Een verkennend booronderzoek Afbeelding 1: locatie van het plangebied op een topografische

Nadere informatie

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat) (28 en 29 oktober 2009) Oudenburg, 2009 Colofon Archeologisch Rapport Oudenburg 4 Waarderend archeologisch Onderzoek te

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke)

RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) RAAP België - Rapport 027 Rupelmonde Kleine Gaanweg, aanleg visvijver (gemeente Kruibeke) Bureauonderzoek 2016I81 Landschappelijk booronderzoek 2016I121 Nazareth 2016 Colofon Opdrachtgever: Waterwegen

Nadere informatie

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag.

Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. Antea Group Archeologie 2015/124 Adviesdocument bestemmingsplan Wateringse Veld vijf restlocaties, gemeente Den Haag. projectnr. 405215.01 revisie 03 25 februari 2016 auteur M. Arkema Opdrachtgever BDP

Nadere informatie

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol. Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek M.E. Hemminga Archol 409 Archol Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Zoekeweg 3, Denekamp (Gemeente Dinkelland) Een verkennend booronderzoek ArGeoBoor rapportnr. 1212 status: definitief

Nadere informatie

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas

Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord. Archol. S. Baas Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Archol S. Baas 435 Archol Een oppervlaktekartering in plangebied Barneveld-Noord Sven Baas Colofon Archol Rapport 435 Een oppervlaktekartering in

Nadere informatie

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272

Verslag Inventariserend Veldonderzoek. Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272 Verslag Inventariserend Veldonderzoek Locatie Klinkenbeltsweg, Driebergenbuurt, (Blok VIII), Deventer Projectnummer 272 Archeologie Deventer RMW-VHMZ Auteur: Edith Haveman Datum: 29-8-2005 0 Project 272,

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Auteur: drs. Y. Raczynski-Henk Status: Eindversie Datum: 25-08-2016 Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 8 DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O.

Dordrecht Ondergronds Briefrapport 8 DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O. DORDRECHT, LEEUWSTRAAT E.O. Een archeologische begeleiding van graafwerkzaamheden ten behoeve van een riooltracé T.H.L. Hos 2008 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg en Archeologie Colofon ISSN ISBN

Nadere informatie

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land

Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Bijlage 5a. De AMZ-cyclus op land Inleiding De AMZ-cyclus omvat de volgende fasen: - Bureauonderzoek en opstellen van PvE s; - Inventariserend veldonderzoek (verkennende/karterende/waarderende fase); -

Nadere informatie

MEMO. Projectgegevens

MEMO. Projectgegevens MEMO Van : W.J. Weerheijm (Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie) Aan : Dhr. W. Nouwens (Amerpoort) Onderwerp : Archeologisch onderzoek Mariaoordlaan Baarn Datum : 23 juli 2013 Ons kenmerk : V13-29344/2677/WW

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Archeologische Quickscan ten behoeve van Bestemmingsplan De Biezenkamp Leusden juli 2011 Opgesteld door: Drs. ML. Verhamme Regio-archeoloog Centrum voor Archeologie Gemeente Amersfoort 033-4637797 06-21950997

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Ter Apelerstraat 30 te Sellingen (Gemeente Vlagtwedde) Een verkennend booronderzoek Afbeelding 1: locaties A

Nadere informatie

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1.

Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). Figuur 1. Een Archeologisch Bureauonderzoek voor het bestemmingsplan De Grift 3 in Nieuwleusen (gemeente Dalfsen, Overijssel). (Steekproef 2006-03/18, ISSN 1871-269X) Inleiding Voor De Lange, Bureau voor Stedebouw

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid Delftse Archeologische Notitie 126 Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 126 Nieuw Delft veld

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Klazienaveen, Dordsedijk (Gemeente Emmen) Een karterend booronderzoek Plangebied op een kaart van het Actueel

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K E N V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Westerbork, Hoofdstraat 30 (Gemeente Midden-Drenthe) Bureauonderzoek en Verkennend

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Winschoten, Lijnbaan 1 (gemeente Oldambt ) Een karterend booronderzoek ArGeoBoor rapport 1287 auteur: L.C. Nijdam

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp) Delftse Archeologische Notitie 82 Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 82 Waterberging Ackerdijksepolder

Nadere informatie

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Bureau voor Archeologie Rapport 273 Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen, karterende fase 2 Colofon titel: auteur:. Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B U R E A U O N D E R Z O E K Buren, Noordwal (gemeente Ameland ) Een bureauonderzoek Plangebied op de veldminuut 1830-1850. Bron: http://www.arcgis.com ArGeoBoor

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies VERKENNEND BOORONDERZOEK Kerkweg, Pesse (Gemeente Hoogeveen) Een verkennend booronderzoek Afbeelding 1: locatie van het plangebied op een topografische kaart

Nadere informatie

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas

Quickscan Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg (gem. Peel en Maas) Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Quickscan en Advies Archeologie Maasbree-Maasbreeseweg gemeente Peel en Maas Pagina 1 van 7 Projectnummer: P11155 Datum: 5 augustus 2011 Plan: bouwplan voor de uitbreiding van een varkensbedrijf op het

Nadere informatie

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei Intern rapport VIOE Terreinwerk & rapportage Sofie Debruyne, VIOE Administratieve gegevens Provincie Gemeente Antwerpen Borsbeek Deelgemeente

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Donderen Noordenveldweg 102 (Gemeente Tynaarlo) Een verkennend booronderzoek ArGeoBoor rapport 1309 auteur: L.C. Nijdam (senior

Nadere informatie

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109 Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Gageldijk GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht Basisrapportage Archeologie 109 www.utrecht.nl Basisrapportage

Nadere informatie

Mevr. M. Burger,

Mevr. M. Burger, Plan van Aanpak Paraaf bevoegd gezag: opsteller: JP Bakx datum: 25-09-2017 Mevr. M. Burger, 25-09-2017 Inleiding In dit Plan van Aanpak worden de uitgangspunten en werkzaamheden beschreven voor het uitvoeren

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: Ons kenmerk: : Kopieën aan:

Projectnummer: C Opgesteld door: Ons kenmerk: : Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Zendmastweg 19 Postbus 63 9400 AB Assen Tel 0592 392 111 Fax 0592 353 112 www.arcadis.nl Onderwerp Werkprotocol archeologie uitvoering Groote Diep Assen, 16 mei 2013 Van drs I.E.

Nadere informatie

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek verkavelingspatronen, graven en andere zeer lokale archeologische resten in kaart te brengen. 122 De boringen zijn uitgezet in enkele losse punten en een tweetal raaien langs de oostelijke en noordelijke

Nadere informatie

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend Algemene punten 1. Het IVO-waarderend (voorzover proefsleuven- of booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt

Nadere informatie

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART

GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport GEMEENTE WIERDEN ARCHEOLOGISCHE INVENTARISATIE EN VERWACHTINGSKAART BAAC rapport V-09.0172 januari 2010 Status definitief Auteur(s) drs. A. Buesink drs. M.A. Tolboom H.M.M. Geerts ARCHEOLOGIE

Nadere informatie