VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN - SOCIOLOGIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN - SOCIOLOGIE"

Transcriptie

1 VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN - SOCIOLOGIE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie aan de Vlaamse universiteiten Brussel, december 2000

2 Voorwoord In dit rapport brengt de visitatiecommissie Politieke en Sociale Wetenschappen - Sociologie verslag uit over haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen naar aanleiding van het onderzoek dat zij in de periode oktober tot december 1999 heeft verricht naar de kwaliteit van de academische opleidingen Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie aan de Vlaamse universiteiten. Dit initiatief kadert in de werkzaamheden van de betrokken universiteiten en van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VL.I.R.) met betrekking tot de kwaliteitszorg van het academisch onderwijs. Hoewel de visitatie afzonderlijk in Vlaanderen plaatsvond, moet ze tevens gesitueerd worden in de bestaande samenwerking tussen de VL.I.R. en zijn Nederlandse tegenhanger, de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU). Dit komt onder meer tot uiting in de gehanteerde procedure. Het rapport is in de eerste plaats bedoeld voor de betrokken opleidingen en faculteiten, en is in het bijzonder gericht op kwaliteitshandhaving en -verbetering. Belangrijk hierbij is de opmerking van de commissie dat het in eerste instantie de bedoeling is dat haar rapport binnen elke faculteit aanleiding geeft tot discussie over op welke punten de betrokkenen zelf binnen de gegeven randvoorwaarden verbetering nodig en mogelijk achten. Daarnaast kan ook gehoopt worden dat het rapport voor de opleidingen aanleiding is om, waar mogelijk en zinvol, in onderling overleg te werken aan de verdere optimalisering van de positief beoordeelde kwaliteit. Vastgesteld kan worden dat de universiteiten steeds meer belang hechten aan de kwaliteitszorg in het algemeen, en aan de opvolging van de aanbevelingen van visitatiecommissies in het bijzonder. Gelet op de inspanningen van de universiteiten terzake ben ik ervan overtuigd dat ook aan de aanbevelingen van de visitatiecommissie Politieke en Sociale Wetenschappen - Sociologie waar mogelijk gevolg zal worden gegeven. Naast het leveren van een bijdrage tot kwaliteitshandhaving en -verbetering, moet het rapport tevens de bredere samenleving inlichten over de verschillende aspecten van het academisch onderwijs in de Politieke en Sociale Wetenschappen, de Politieke Wetenschappen en de Sociologie, en informatie verschaffen over de wijze waarop de betrokken opleidingen omgaan met de kwaliteit van het onderwijs. Aan deze opdracht wordt ruimschoots voldaan, niet alleen in de opleidingsrapporten, maar ook in het algemeen gedeelte van het rapport waarin de situatie aan de verschillende universiteiten op een aantal kwaliteitsaspecten wordt vergeleken. De lezer moet zich echter terdege realiseren dat de rapportering van de visitatiecommissie slechts één fase is in het proces van kwaliteitszorg en dat het voorliggende rapport slechts een momentopname biedt van het academisch onderwijs in de Politieke en Sociale Wetenschappen, de Politieke Wetenschappen en de Sociologie. De commissie dankt in haar inleiding al diegenen die binnen de universiteiten bij de voorbereiding en uitvoering van deze visitatie waren betrokken. Ik sluit mij graag bij deze dank aan. Daarenboven is de VL.I.R. in het bijzonder veel dank verschuldigd aan de Voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor de deskundigheid en de inzet waarmee zij hun opdracht hebben uitgevoerd. E. Witte Voorzitter VL.I.R. 12/2000 2

3 Inhoud Voorwoord 2 Ten Geleide 5 Deel 1: Algemeen deel 7 I. De onderwijsvisitatie Politieke en Sociale Wetenschappen - Sociologie 9 1. Inleiding 9 2. De betrokken opleidingen 9 3. De visitatiecommissie Samenstelling 3.2. Taakomschrijving 3.3. Werkwijze 4. Korte terugblik op de visitatie Opzet en indeling van het rapport 12 II. Het referentiekader 13 III. Algemene beschouwingen 16 IV. De opleidingen in vergelijkend perspectief Doelstellingen van de opleiding Het programma Opbouw en inhoud van het programma Gebruikte werkvormen Vaardigheden Examinering Eindverhandeling en stage Eindverhandeling Stage /2000

4 4. De studenten Instroom en totaal aantal studenten Kwaliteit van de instroom Slaagcijfers Studeerbaarheid Studietijd Studievoorlichting en -begeleiding Faciliteiten De afgestudeerden Personeel Internationalisering Interne kwaliteitszorg 32 Deel 2: Opleidingsrapporten Vrije Universiteit Brussel (opleidingen Politieke Wetenschappen en Sociologie) Universiteit Gent (opleidingen Politieke Wetenschappen en Sociologie) Katholieke Universiteit Brussel (opleidingen Politieke en Sociale Wetenschappen) Universiteit Antwerpen (opleidingen Politieke en Sociale Wetenschappen) Katholieke Universiteit Leuven (opleidingen Politieke Wetenschappen en Sociologie) 93 Bijlagen 107 Bijlage 1: Personalia van de leden van de visitatiecommissie 109 Bijlage 2: Bezoekschema s /2000 4

5 Ten Geleide Als ik als voorzitter op deze visitatieopdracht terugblik, meen ik te mogen zeggen dat dit een zeer positieve ervaring geworden is. Dit is niet alleen het geval omdat de bezoeken op zich zo n intense en boeiende belevenis vormden, maar ook omdat de hele onderneming als zeer zinvol werd ervaren. Wij zijn als commissie aan deze opdracht begonnen in de hoop constructief met de opleidingen samen te werken: enerzijds om de dynamiek van de zelfevaluatie te helpen activeren, maar anderzijds - en niet minder belangrijk - deze aan te vullen met een eigen inbreng. Deze hoop was mijn inziens terecht: het opstellen van de zelfstudies bleek overal een heel veranderingsproces op gang gebracht te hebben, dat meestal met onze komst nog werd aangewakkerd. Daarnaast was de commissie, als buitenstaander, in de gelegenheid om sommige evidenties te doorbreken, verbeteringen of oplossingen aan te dragen, geblokkeerde gesprekken op gang te helpen en algemene problemen te signaleren. Zo kwamen wij onder meer ook tot aanbevelingen voor overleg en samenwerking tussen de instellingen en tot suggesties aan allerhande overheidsinstanties. Wij hopen dat deze evenveel aandacht zullen krijgen als onze raadgevingen aan de opleidingen. Deze zijn immers al zeer snel de resultaten van onze gesprekken in de praktijk gaan omzetten. Dit laatste maakt dat ons eindrapport al voor een deel voorbijgestreefd is. Ik betreur dat ik samen met de commissie geen verslag kan uitbrengen over wat intussen reeds werd gerealiseerd, maar dit valt buiten onze opdracht. Ook de omstandigheden en de sfeer waarin wij mochten werken waren zeer positief. Deze worden door mensen gemaakt en hier passen dus woorden van dank. Ten eerste richt ik mij tot de instellingen en opleidingen, voor hun gulle gastvrijheid en intense medewerking; ten tweede tot de commissieleden of beter: de vrienden van ons team, die ondanks drukke bezigheden hun deskundigheid met enthousiasme ten dienste van de visitatie stelden. De meesten moesten hierbij van ver komen en waren toch zonder falen steeds aanwezig. Tot slot moet ik de dames die ons hebben begeleid heel speciaal bedanken. Zonder hun ervaring, deskundigheid en toewijding zouden wij nergens gestaan hebben. En alhoewel dit slaat op de drie begeleidsters die we opeenvolgend gekend hebben - Marleen Bronders, Annemie Van Linthoudt en tenslotte Sophie Verfaillie - wil ik toch vooral de eerstgenoemde in het zonnetje zetten. Marleen Bronders deed al onze visitatiebezoeken mee en maakte nog de deelrapporten toen zij al elders tewerkgesteld was. Telkens heeft de commissie haar efficiënte inzet en haar verantwoordelijkheidszin moeten bewonderen. Ook op de twee anderen kon de visitatiecommissie steeds rekenen. Zo bracht Sophie Verfaillie, als neofiet, toch de moeilijke opdracht van de afwerking van de verslagen vlot tot een goed eind. Prof. Em. A.Van den Brande Voorzitter van de visitatiecommissie 5 12/2000

6 12/2000 6

7 DEEL I ALGEMEEN DEEL 7 12/2000

8 12/2000 8

9 De onderwijsvisitatie Politieke en Sociale Wetenschappen - Sociologie 1. Inleiding In dit rapport brengt de visitatiecommissie Politieke en Sociale Wetenschappen - Sociologie verslag uit van haar bevindingen over de academische opleidingen in de Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie aan de Vlaamse universiteiten, die zij in de maanden oktober tot december 1999 in opdracht van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VL.I.R.) heeft gevisiteerd. Bij deze visitatie waren de volgende opleidingen betrokken: de opleidingen Politieke Wetenschappen en Sociologie van de K.U.Leuven, de RUG en de VUB, en de opleiding Politieke en Sociale Wetenschappen van de K.U.Brussel en de UA. De commissie heeft getracht om, ingevolge haar opdracht, zich een zo goed mogelijk beeld te vormen van de kwaliteit van de betrokken opleidingen. Over elk van de door haar bezochte opleidingen heeft de visitatiecommissie een deelrapport geschreven. In deze rapporten worden de conclusies en aanbevelingen per instelling weergegeven. Op basis van de deelrapporten heeft de visitatiecommissie het algemene rapport opgesteld, waarin de belangrijkste conclusies en aanbevelingen vergelijkenderwijs per thema worden aangeboden. Hierdoor krijgen de opleidingen onder meer de mogelijkheid om zich te situeren ten opzichte van elkaar. 2. De betrokken opleidingen De visitatiecommissie heeft de opleidingen Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie bezocht aan de volgende universiteiten: van 19 t.e.m. 22 oktober 1999:Vrije Universiteit Brussel van 26 t.e.m. 29 oktober 1999:Universiteit Gent van 3 t.e.m. 4 november 1999: Katholieke Universiteit Brussel van 16 t.e.m. 18 november 1999: Universiteit Antwerpen van 7 t.e.m. 10 december 1999: Katholieke Universiteit Leuven 9 12/2000

10 3. De visitatiecommissie 3.1. Samenstelling De commissie had de volgende samenstelling: Voorzitter: Prof. Dr. A. Van den Brande, professor emeritus Sociologie en Politieke Wetenschappen, Universiteit Gent. Leden: Prof. Dr. R.B. Andeweg, hoogleraar Empirische Politicologie, Universiteit Leiden. Prof. Dr. J. Coenen-Huther, hoogleraar Sociologie, Université de Genève. Prof. Dr. J. Delcourt, professor emeritus Sociologie, Université Catholique de Louvain. Prof. Dr. A. François, hoogleraar Politieke en Bestuurswetenschappen, Université Catholique de Louvain. Prof. Dr. P.G. Swanborn, professor emeritus Sociaal-wetenschappelijke Methodologie, Universiteit van Amsterdam en Universiteit Utrecht. Prof. Dr. D. McQuail, professor emeritus Communicatiewetenschappen, Universiteit van Amsterdam. Mevr. M. Bronders, stafmedewerker kwaliteitszorg verbonden aan het VL.I.R.-secretariaat, trad op als secretaris van de commissie tot en met 29 februari Vanaf 1 maart 2000 werd haar taak overgenomen door Mevr. S. Verfaillie. Voor een kort curriculum vitae van de leden van de visitatiecommissie wordt verwezen naar bijlage Taakomschrijving De taak van de visitatiecommissie was: a. op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken, zich een oordeel te vormen over de kwaliteit van de opleiding (inclusief de kwaliteit van de afgestudeerden) en over de kwaliteit van het onderwijsproces (inclusief de kwaliteit van de onderwijsorganisatie), mede gelet op de eisen/verwachtingen die voortvloeien uit de facultaire taak iedere student voor te bereiden op de zelfstandige beoefening van de wetenschap of de beroepsmatige toepassing van wetenschappelijke kennis; b. het doen van aanbevelingen om te komen tot kwaliteitsverbetering Werkwijze De commissie hield haar installatievergadering op 29 en 30 september Tijdens deze vergadering heeft de commissie een referentiekader geformuleerd (zie deel 1, hoofdstuk II), waarin de minimumeisen werden vastgelegd waaraan een opleiding in de Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie naar haar opvatting zou moeten voldoen. Voorts werden er de zelfstudies besproken en het programma van de bezoeken opgesteld. 12/ DE ONDERWIJSVISITATIE POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN SOCIOLOGIE

11 De bezoeken zijn aan de universiteiten volgens een analoog stramien verlopen 1. Tijdens de eerste dag van het bezoek vond een voorbereidende vergadering van de visitatiecommissie plaats, gevolgd door een kennismaking met vertegenwoordigers van de academische overheid, de faculteit en met de opleidingsverantwoordelijken. De twee daaropvolgende dagen van het bezoek heeft de commissie gesprekken gevoerd met het faculteitsbestuur, de opstellers van de zelfstudie, de facultair coördinator, studentenvertegenwoordigers, kandidatuur- en licentiestudenten, de AAP-leden en de ZAP-leden, afgestudeerden. s Avonds vond steeds een ontmoeting met de opleidingsverantwoordelijken plaats. De vierde dag van het bezoek werd met de verantwoordelijken voor studieadvies en studiebegeleiding, de ombudspersoon en de verantwoordelijken voor internationalisering gesproken. Tevens werd de mogelijkheid voorzien tot het voeren van bijkomende gesprekken. Deze konden plaatsvinden op verzoek van de visitatiecommissie zelf of op verzoek van betrokken personen uit de bezochte universiteit. Verder heeft de commissie kennis genomen van bijkomende informatie die door de opleidingen werd ter beschikking gesteld, zoals scripties/eindverhandelingen, verslagen, schriftelijk studiemateriaal en handboeken. Tevens werden onderwijsruimten, computerfaciliteiten en bibliotheken bezocht. Tot slot werden, na intern beraad van de visitatiecommissie, de voorlopige bevindingen mondeling gepresenteerd aan de gevisiteerde opleidingen. De bezoeken aan de K.U.Brussel, waar enkel de eerste cyclus van de opleiding Politieke en Sociale Wetenschappen wordt aangeboden, en de UA, waar in de tweede cyclus geen opsplitsing tussen de opleiding Politieke Wetenschappen en Sociale Wetenschappen wordt gemaakt, namen respectievelijk twee en drie dagen in beslag. Als laatste stap in het visitatieproces heeft de commissie haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen in voorliggend rapport vastgelegd. 4. Korte terugblik op de visitatie De commissie hoopt met dit rapport een constructieve bijdrage te hebben geleverd tot de kwaliteit van de opleidingen in de Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie in Vlaanderen. Zij is er zich van bewust dat haar opvattingen op een aantal punten afwijken van deze van de instellingen zelf en dat zij wellicht aanbevelingen heeft geformuleerd waar de faculteiten het niet mee eens zijn. Volgens de commissie moet het in eerste instantie de bedoeling zijn dat dit rapport binnen elke faculteit aanleiding geeft tot discussie en dat wordt nagegaan op welke punten de faculteit zelf verbetering nodig acht, en in welke mate dit binnen de gegeven randvoorwaarden te verwezenlijken is. Het is belangrijk voor ogen te houden dat het voorliggende rapport slechts de weergave kan zijn van een momentopname en dat op een aantal punten al veranderingen gebeurd zijn, mede ingevolge het visitatieproces. 1. Ter illustratie worden de bezoekschema s van de visitatiecommissie opgenomen in bijlage 2. DE ONDERWIJSVISITATIE POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN SOCIOLOGIE 11 12/2000

12 De visitatiecommissie heeft haar opdracht met genoegen uitgevoerd. Zij wenst haar dank uit te spreken ten aanzien van al diegenen die binnen de universiteiten bij de voorbereiding en uitvoering van deze visitatie waren betrokken. De commissie heeft de gastvrijheid waarmee zij door de verschillende instellingen werd ontvangen ten zeerste op prijs gesteld. In het bijzonder heeft zij waardering voor de grote openheid waarmee de gesprekken werden gevoerd. De commissie hoopt dat realisaties en werkwijzen van de ene universiteit de andere zullen inspireren en motiveren, en dat haar rapport binnen de universiteiten een bijdrage zal leveren tot de optimalisering van het academisch onderwijs in de Politieke en Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschappen en Sociologie. Tenslotte hoopt de visitatiecommissie dat het voorliggend rapport in zijn geheel ook nuttige informatie verschaft aan de buitenwereld over de verschillende aspecten van het academisch onderwijs in de betrokken opleidingen in Vlaanderen en een goed inzicht geeft in de kwaliteit van de gevisiteerde opleidingen. 5. Opzet en indeling van het rapport Voorliggend rapport bestaat uit twee delen. In een eerste deel beschrijft de commissie in hoofdstuk II het referentiekader waarvan zij is uitgegaan bij de beoordeling van de gevisiteerde opleidingen. In hoofdstuk III wordt door de commissie een aantal algemene beschouwingen geformuleerd. Hoofdstuk IV geeft vergelijkenderwijs per thema de belangrijkste bevindingen weer. In het tweede deel van het rapport brengt de commissie verslag uit over de opleidingen die zij heeft gevisiteerd. 12/ DE ONDERWIJSVISITATIE POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN SOCIOLOGIE

13 Referentiekader Aangezien de meeste vereisten, mits specifiëring, in min of meerdere mate gelden voor alle sociaalwetenschappelijke opleidingen, heeft de commissie de voorkeur gegeven aan een breed algemeen kader, dat daarna per discipline kan worden ingevuld. I. Doelstellingen en vereisten voor de opleidingen in de Politieke en Sociale Wetenschappen in het algemeen Maatschappij en wetenschap vragen breedgevormde sociale wetenschappers die binnen de door hen gekozen richting, zelfstandig op academisch niveau kunnen werken en zich mits inwerking ook in aangrenzende domeinen kunnen waarmaken. Dit alles zowel in onderzoeks-, beleids- en bestuurs-, als in adviserende en uitvoerende functies, en dit zowel op nationaal als op internationaal niveau. Met andere woorden: er wordt een combinatie verwacht van polyvalentie en een degelijke kennis van de eigen discipline. A. DIT BETEKENT DAT DE AFGESTUDEERDEN MOETEN VOLDOEN AAN VOLGENDE EISEN: 1. Kennis a. Een grondige kennis van de problemen, begrippen, theorieën en benaderingen van de eigen wetenschap. b. Kennis en inzicht in de (systemen van) waardeoordelen die deze benaderingen hebben beïnvloed en beïnvloeden, zeker in een pluralistische maatschappij. c. Een grondige theoretische en praktische kennis van de kwantitatieve en kwalitatieve sociaal-wetenschappelijke werkwijzen, methoden en onderzoekstechnieken. d. Een zeer grondige kennis van theorie en onderzoek, inclusief de toepassing van de verkregen kennis ten behoeve van beleidsingrepen en de evaluatie van deze ingrepen, in een paar deelgebieden van hun discipline. HET REFERENTIEKADER 13 12/2000

14 e. Voldoende inzicht in wetenschapsleer en epistemologie om kritisch en ook reflexief en zelfkritisch te werk te kunnen gaan. f. Voldoende inzicht in de andere relevante Wetenschappen om minstens, op een kritische wijze, gebruik te kunnen maken van hun inzichten en resultaten. g. Voldoende feitelijke kennis van en inzicht in de voornaamste maatschappelijke en politieke instituties, ontwikkelingen en problemen, met hun achtergronden en perspectieven. h. Voldoende kennis van de talen die courant in hun discipline worden gebruikt. 2. Vaardigheden a. Bovenal de vaardigheid om te pendelen tussen het abstracte en het concrete. Met andere woorden om theorieën en hypothesen toe te passen op de werkelijkheid of omgekeerd om sociale en politieke verschijnselen en problemen te vertalen in sociaal-wetenschappelijke probleemstellingen. b. In staat zijn om verschillende invalshoeken en standpunten te lokaliseren, te relateren en te relativeren en zo naar hun ad hoc bruikbaarheid in te schatten. c. In staat zijn om sociale onderzoeksmethoden en -technieken te hanteren. d. Vaardigheid om de gepaste literatuur te vinden, te schiften en te analyseren en dat via alle beschikbare media. e. Vaardigheid om zowel schriftelijke als mondeling te rapporteren, ook in het Engels. f. De nodige sociale vaardigheden om in een team te kunnen samenwerken. g. In staat zijn informaticasystemen te gebruiken op verschillende terreinen. 3. Attitudes a. Wetenschappelijke en beroepsmatige zelfkritiek, nauwgezetheid en eerlijkheid. b. Wetenschappelijke nieuwsgierigheid en openheid van geest, zodat men in staat is om inzicht te verwerven in nieuwe sectoren en ontwikkelingen. c. Zin voor maatschappelijke verantwoordelijkheid. d. Gefundeerde en, waar mogelijk, positieve kritische zin. e. Openheid voor verandering en innovatie. B. AAN DE OPLEIDING TE STELLEN EISEN. De opleidingen moeten: 1. Een duidelijk beeld hebben van hun doelstellingen. 2. Een evenwicht bezitten tussen de verschillende soorten vakken die nodig zijn voor het bereiken van bovenstaande doelstellingen. Met name tussen vakken over de eigen discipline, over feitelijke sociale en politieke situaties, over denkwijzen en ideologieën, over methoden en technieken en tenslotte de andere sociale en menswetenschappelijke vakken. Bij dit alles mag enig kritisch perspectief niet ontbreken. 12/ HET REFERENTIEKADER

15 3. Voldoende samenhang en coördinatie vertonen. Het feit echter dat docenten verschillende uitgangspunten hanteren is positief te beoordelen op voorwaarde dat de studenten voldoende inzicht meekrijgen om dit te plaatsen. Volledige overlappingen dienen wel vermeden. Best bestaat er ook een samenhang in de keuzevakken. 4. Breed en oriënterend aanzetten in de eerste kandidatuur en daarna, voornamelijk in de licenties, grondiger en specifieker worden. 5. Er dienen van in het begin verschillende werkvormen te worden aangeboden, gericht op ontwikkeling van de zelfwerkzaamheid. Het beroep op de zelfwerkzaamheid dient te groeien in de loop van het curriculum om te culmineren in de scriptie/eindverhandeling. Dit neemt niet weg dat aan de studenten ook moet worden geleerd om in team te werken. 6. De opleiding moet in staat zijn (of gesteld worden) om deze groei naar zelfstandig wetenschappelijk werken degelijk te begeleiden. 7. Uiteraard geldt overal de eis van inhoudelijke kwaliteit, wat best gewaarborgd wordt door ernstig wetenschappelijk werk en/of praktijkervaring. C. RANDVOORWAARDEN WAARAAN VOLDAAN DIENT TE WORDEN. 1. Beschikken over de nodige middelen, qua personeel, infrastructuur en logistiek. 2. Beschikken over oplossingen om de kwaliteit van de instroom te verbeteren. 3. Een goede voorlichting en keuzebegeleiding. 4. Een goed uitgebouwd systeem van studie- en studentenbegeleiding. 5. Een verstandige en bestendige kwaliteitszorg, waarin openheid en overleg centraal staan. 6. Een evenwichtige verhouding tussen onderwijs en onderzoek bij de staf. 7. Een goed personeelsbeleid, voornamelijk met het oog op de nodige evenwichten en de nodige diversiteit van deskundigheid en oriëntering bij de staf. 8. Openheid voor innovatie. 9. Internationalisering. II. Specifiëring Hoewel de bovenstaande vereisten voor alle opleidingen belangrijk zijn, zijn er toch voor elke opleiding speciale accenten te leggen. Dit geldt vooral voor de eisen waaraan de afgestudeerden moeten voldoen. Alle eisen moeten natuurlijk wel telkens specifiek worden ingevuld. Zo zal bijvoorbeeld de internationalisering in elke opleiding anders liggen, zowel naar inhoud als naar vorm. Van afgestudeerden in de bestuurswetenschappen mag dan bijvoorbeeld een grondige kennis van het publiek- en administratief recht worden verwacht, naast kennis van en vaardigheden in beleids-, bestuurs- en managementtechnieken. HET REFERENTIEKADER 15 12/2000

16 Algemene Beschouwingen Globaal evalueert de commissie de gevisiteerde opleidingen positief. Hun waarde blijkt onder meer duidelijk uit de eindprodukten die ze afleveren: de eindverhandelingen, (laatstejaars)studenten, afgestudeerden. Het lijdt geen twijfel dat de samenstelling van de programma s, het blijvend zoeken naar verandering, de kwaliteit, de inzet en de toegankelijkheid van het AP, de groeiende nadruk op zelfwerkzaamheid en de band met het wetenschappelijk onderzoek bijdragen tot dit resultaat. Vanuit deze positieve vaststelling wil de commissie op een aantal algemene problemen ingaan en suggesties voor verbetering formuleren. Sociologie, Politieke- en Communicatiewetenschappen worden in de meeste universiteiten aan dezelfde faculteit gedoceerd. In het algemeen brengen de toename van studenten en middelen en de externe aanpassingsdruk echter een verdergaande differentiatie en verzelfstandiging van de deelrichtingen met zich mee. Hierdoor dreigen nuttige links tussen die richtingen verloren te gaan. Sociologie, Politieke - én Communicatiewetenschappen hebben mekaar veel te bieden enerzijds en hebben veel gemeenschappelijk anderzijds: het zijn tenslotte alle drie sociale Wetenschappen. De commissie is van mening dat de onderlinge banden niet mogen verbroken worden. Tenslotte zijn de drie benaderingen in het beroepsleven ook niet altijd strikt te scheiden zijn. De ruime omvang van de instroom stelt op de eerste plaats de grotere instellingen voor problemen: voornamelijk in de eerste kandidatuur leidt dit, ondanks alle inspanningen (zoals speciale studiebegeleiding, ondersteunende websites en volgehouden toegankelijkheid van het AP), tot een didactisch deficit, dat dringend om een herziening van de omringingsnormen vraagt. De commissieleden zijn van mening dat deze normen nog te veel gebaseerd zijn op een concept van passieve kennisoverdracht, dat zowel de huidige sociale Wetenschappen als hun didactiek onrecht aandoet. Studenten opleiden tot zelfstandige wetenschapsbeoefenaars (wat bijna een definitie is van universitair onderwijs) vereist dat vanaf de eerste kandidatuur met ernstige zelfwerkzaamheid kan van start gegaan worden en dat de overheid hiervoor de nodige middelen verstrekt: wie kwaliteit wil, moet bereid zijn hiervoor te betalen. De prijs zou evenwel kunnen gedrukt worden door de kwaliteit (en zo de omvang) van de studenteninstroom beter te regelen. (cfr. infra) Voor de kleinere instellingen en/of opleidingen is het dan weer moeilijk om met een beperkte staf het ganse veld te dekken. Hier zouden bijkomende middelen deze nood kunnen helpen lenigen. Hierbij dient gezegd dat de interne allocatie van de middelen in de bezochte 12/ ALGEMENE BESCHOUWINGEN

17 instellingen een zeer ambivalent probleem is. Het is de commissie duidelijk dat de universiteiten hierbij een zekere marge van vrijheid nodig hebben, maar of die zo groot moet zijn als ze nu is, is de vraag. Alle bezochte opleidingen staan ook voor het probleem van het grote aantal mislukkingen in de eerste kandidatuur dat, met ± 60%, boven het algemeen universitair gemiddelde ligt, al is recent in sommige opleidingen enige verbetering merkbaar. Sommige opleidingen hebben - naast de bestaande begeleiding van de eerstekandidatuurstudenten - ook getracht iets te doen aan een deeloorzaak, namelijk de gebrekkige voorkennis van sommige studenten. Zo voorziet de VUB bijvoorbeeld brugcursussen en zelftoetsingstechnieken voor beginnende studenten en biedt de UA speciale herhalingsmodules aan. Nochtans blijkt de huidige situatie naar mening van de commissie vooral te wijten aan een aantal factoren, die slechts in zeer geringe mate door de instelling beïnvloed kunnen worden. Hierbij denkt zij onder meer aan verkeerde inschatting van de studies, kwaliteit van de instroom, gebrek aan motivatie, ongelijke startposities voor bepaalde vakken Deze factoren zijn voor een groot deel terug te voeren op de overheidsbeslissing om alle afgestudeerden in het bezit van een diploma secundair onderwijs zonder meer toegang tot de eerste kandidatuur te verlenen. De visitatiecommissie meent echter dat de bevoegde instanties er niet mogen in berusten dat noodgedwongen dit eerste jaar voornamelijk een selectiefunctie zou hebben. Daar waar de mogelijkheden voor interne maatregelen beperkt zijn (screening en vrijwillige bijscholing) is overleg over extern te nemen maatregelen nodig. Hier kunnen we denken aan een betere voorlichting van en vanwege de verantwoordelijken van de studieoriënteringsdiensten. (En dit voornamelijk in het secundair onderwijs: sociale Wetenschappen mogen niet meer als gemakkelijke studies worden voorgesteld.) Ook dient de mogelijkheid van een verplichte oriënteringsproef met sterke indicatieve waarde te worden onderzocht: de verspilling van tijd en energie van studerenden en staf is te groot om hier geen ernstige maatregelen te treffen. Zoals hoger gezegd, vormt deze situatie ook een bijkomende belasting voor de didactische mogelijkheden in de eerste kandidatuur. Wat betreft de programma s kunnen we zeggen dat deze in het algemeen interessant en degelijk zijn en dat elk op zijn manier tracht polyvalentie en vakkennis te combineren. Toch is het zo dat de opleidingen zich - ook als ze aan aanpassingen in het programma denken - nog te veel laten leiden door de bestaande situatie. Bewuste keuzes, als compromissen tussen een ideaalbeeld dat geformuleerd is los van het bestaande en de reële mogelijkheden, komen te weinig voor. Het gewicht van kernvakken t.o.v. steunvakken, gemeenschappelijke t.o.v. specifieke vakken, hoofdvakken t.o.v. methodologische vakken, plicht- t.o.v. keuzevakken, zou dus rationeler kunnen bepaald worden. Ook de concrete uitwerking hiervan zou planmatiger kunnen: doelstellingen per opleidingsonderdeel, werkvormen en vaardigheidstrainingen zouden meer vanuit een totaalconcept kunnen gezien worden. Ter illustratie hiervan wijzen de commissieleden op sommige van de betrokken opleidingen waar de steunvakken de kernvakken dreigen te overvleugelen. Dit, terwijl in andere betrokken opleidingen de invulling van sommige steunvakken niet functioneel blijkt in het programma, maar waar ondanks klachten van de studenten, niet op gereageerd wordt. Anderzijds stelt de visitatiecommissie algemene tendensen vast, zoals de geringe aandacht in de Sociologieopleidingen voor het macrovlak (sociologie van economie en van politiek bijvoorbeeld) en in de Politieke Wetenschappen voor het microvlak (de participatie van de burger op de verschillende niveau s in al zijn vormen). Ook de voorkeur voor hoorcolleges in laatstgenoemde richting is een voorbeeld van een door traditie bepaalde invulling van het programma. ALGEMENE BESCHOUWINGEN 17 12/2000

18 Het onderwijs in methoden en technieken is meestal ook nog voor enige verbetering vatbaar. Suggesties hierbij kunnen zijn: de studenten zelf meer praktisch bezig laten zijn (bijvoorbeeld via leeronderzoek); kwantitatief en kwalitatief onderzoek meer met mekaar in verband brengen; de methodologie meer inhoudelijk in verband brengen met andere opleidingsonderdelen, zoals: feiten en problemen van de maatschappij, wetenschapsleer en epistemologie, theorie en theorievorming,... Uiteraard dient dit wederkerig te gebeuren, dus zowel vanuit de methodologische-, als vanuit de hoofdvakken, met verwijzingen naar onderzoek. Een sterkere directe band tussen het onderzoek van de staf en het onderwijs kan hierbij helpen. Ook meer aandacht voor praktijkgericht onderzoek, waaronder evaluatieonderzoek, is daarbij een suggestie. De commissie is zich bewust dat in alle betrokken opleidingen gezocht wordt naar een betere vormgeving van de keuzemogelijkheden in de licenties en dit zowel qua ruimte voor keuze, qua inhoud als qua strukturen. Major/minor formules worden hierbij nogal eens naar voor gebracht. De commissie ziet dit als een positieve ontwikkeling: al ligt het door de concurrentiedruk erg moeilijk, toch is het een feit dat alleen al een goed geregeld akkoord over bijvoorbeeld de onderlinge toegankelijkheid van de minors, de opleidingen in alle betrokken Vlaamse universiteiten heel wat rijker en beter zou kunnen maken. Hoewel het niveau van de eindverhandelingen globaal genomen goed is, zijn er toch vragen rond de afwikkeling ervan: ongelijke beoordelingen binnen de opleidingen en gebrek aan feedback worden regelmatig door studenten gesignaleerd. In de instellingen waar drie beoordelaars én een mondelinge verdediging voorzien zijn komt dit minder voor. Ook de stage roept regelmatig vraagtekens op en dit zowel omtrent invulling en begeleiding als over het al dan niet inrichten. In elk geval leeft bij veel studenten een behoefte aan meer contact met de sociale en/of politieke werkelijkheid, waarvoor wegen zullen dienen gezocht. De computervaardigheden en de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheden zijn overal zeer goed, maar de mondelinge vaardigheid is binnen de instellingen zeer verschillend en verdient meer systematische aandacht. Waar de internationalisering in de Politieke Wetenschappen goed is ingeburgerd, is er in de sociologische opleidingen een weerstand merkbaar tegen langdurige verblijven van de studenten in het buitenland. Men ziet blijkbaar het strak opgebouwde opleidingsschema niet graag door individuele studenten doorbroken. De commissie kan hier begrip voor hebben, maar benadrukt anderzijds dat een verblijf aan een (goede) buitenlandse universiteit, meer en meer een must is. Hier dient naar andere formules gezocht, zoals intensive courses, langdurige vakantiecursussen of een semestersysteem. Dit laatste geeft de mogelijkheid om binnen een beperkt tijdsbestek kennis te maken met een buitenlandse universiteit. Het lijkt daarenboven op weg om een Europese norm te worden. De commissie vindt dat er grotere inspanningen zouden moeten gedaan worden om het volgen van cursussen in het buitenland aan te moedigen. Ook kan men zich afvragen of het personeel zijn internationale contacten niet meer zou kunnen gebruiken om de buitenlandse studieverblijven van de studenten vruchtbaarder te maken, voornamelijk door meer equivalente cursussen te zoeken. Wat de interne kwaliteitszorg betreft, zijn ook enkele algemene opmerkingen te maken: alhoewel de bestaande overlegorganen in het algemeen ruimte bieden om programmaherzieningen te sturen en zeer acute pijnpunten te signaleren, blijft hun werk toch dikwijls eerder oppervlakkig. Curriculum- en cursusevaluaties dienen op regelmatige basis plaats te vinden. Deze laatste gebeuren overal maar stellen ook bijna overal (behalve aan de K.U.Leuven) problemen, vooral inzake participatie van de studenten. Nuttige suggesties kunnen hier zijn: 12/ ALGEMENE BESCHOUWINGEN

19 de anonimiteit van de studenten waarborgen; voldoende feedback geven en vertrekken van zeer korte en relevante bevragingen op een weloverwogen tijdstip, die dan toelaten dieper in te gaan op eventuele pijnpunten. Jaarlijkse cursusevaluaties zouden zo een vlotte bijsturing mogelijk moeten kunnen maken. Dat hierbij ook de creatieve vrijheid en de waardigheid van de docenten gevrijwaard moet blijven spreekt vanzelf. Aangezien dit niet eenvoudig is, zou uitwisseling van ervaringen en overleg tussen universiteiten/opleidingen hier nuttig zijn. Ook de ombudsfunctie kan meestal enige aandacht gebruiken en dit enerzijds naar toepassingsgebied (nu vooral de examenproblemen), anderzijds zowel naar regelgeving en -handhaving als wat betreft een gezond evenwicht tussen voldoende toegankelijkheid voor de student en voldoende afstandelijkheid vanwege het AP. Bij dit alles speelt de schaal van de opleiding natuurlijk een grote rol. Een laatste punt inzake kwaliteitszorg betreft de bijscholing van de docenten: overal bestaat de mogelijkheid tot didactische bijscholing, maar het is vooral het AAP dat hierop ingaat. Dit is te begrijpen, maar betekent niet dat het ZAP geen baat zou kunnen hebben aan een goed gegeven didactische bijscholing. Daarnaast dient erop gewezen dat, hoewel het ZAP in het algemeen goede contacten heeft met buitenlandse collega s, de mogelijkheden voor een langdurig verlijf in het buitenland zeer beperkt zijn. De meesten kunnen alleen maar dromen van een sabbatical Hier ligt zeker nog een taak, zowel voor de universiteiten, als voor het FWO en de overheid. Een aantal instellingen hebben de laatste jaren inspanningen gedaan om hun oudstudenten te ontmoeten en te bevragen. De binding tussen afgestudeerden en de opleidingen wordt door de commissie positief bevonden en kan op termijn leiden tot een meer systematisch volgen van de arbeidsmarkt. ALGEMENE BESCHOUWINGEN 19 12/2000

20 De opleidingen in vergelijkend perspectief In dit hoofdstuk geeft de visitatiecommissie een overzicht van de situatie aan de verschillende universiteiten met betrekking tot een aantal kwaliteitsaspecten inzake onderwijs, onderwijsorganisatie en randvoorwaarden. Per onderwerp geeft zij haar bevindingen weer en verwijst hierbij naar de toestand aan de bezochte faculteiten. Dit laat de opleidingen niet alleen toe zich, althans voor deze punten, te positioneren ten opzichte van elkaar, maar kan bovendien ook een stimulans zijn om van elkaar te leren. De commissie besteedt in dit hoofdstuk voornamelijk aandacht aan elementen die haar het meest in het oog zijn gesprongen of die zij belangrijk acht, en aan vaststellingen die zij in meerdere faculteiten heeft gedaan. De lezer dient er zich derhalve bewust van te zijn dat het niet de bedoeling van de commissie is, de deelrapporten in dit hoofdstuk in detail te herhalen. 1. Doelstellingen en eindtermen De doelstellingen en eindtermen zijn naar het oordeel van de visitatiecommissie voor alle opleidingen helder en duidelijk in de zelfstudie omschreven en voldoen aan de minimumeisen die de commissie met betrekking tot de opleidingen in haar referentiekader heeft vooropgesteld. Ook het academisch karakter van de opleidingen komt volgens de commissie duidelijk tot uiting in de geformuleerde doelstellingen en eindtermen. Wel meent de commissie dat een aantal aspecten, zowel voor de UA (wetenschappelijke aspecten) als de VUB (empirische aspecten), waarvoor overigens aandacht bestaat in de opleidingen, wat duidelijker in de doelstellingenformulering naar voren hadden mogen komen. Verder meent de commissie dat, gegeven de financiële en personele randvoorwaarden, alle opleidingen er in het algemeen in slagen om de vooropgestelde doelstellingen te realiseren. 12/ DE OPLEIDINGEN IN VERGELIJKEND PERSPECTIEF

21 2. Het programma 2.1. Opbouw en inhoud De door de visitatiecommissie bezochte opleidingen bestaan uit twee cycli. De eerste cyclus omvat twee kandidaturen, de tweede cyclus twee licenties. Met uitzondering van de K.U.Brussel, die alleen de eerste cyclus aanbiedt, wordt door alle bezochte instellingen de volledige opleiding georganiseerd. In het algemeen beschouwd zijn de programma s aan alle instellingen van goed academisch niveau. Naar het oordeel van de visitatiecommissie is het programma van de K.U.Brussel in het algemeen logisch qua opbouw met een goede verticale en horizontale coördinatie. Wel heeft de commissie geconstateerd dat er in de eerste kandidatuur een onevenwicht bestaat in het gewicht van de drie basisopleidingsonderdelen; ze acht het gewenst dat de uren van deze opleidingsonderdelen gelijk worden geschakeld. Verder meent de commissie dat er in het programma meer ruimte moet komen voor de kernvakken en dit ten koste van de ondersteunende opleidingsonderdelen, die volgens haar in verhouding een te groot aandeel hebben. Voor wat de Sociologie betreft, geeft de commissie in overweging om de accenten te verleggen naar een sterkere probleem-oriëntatie van het onderwijs. Meer bruggen tussen de algemene sociologie en de concrete sociale en sociologische problemen zouden de praktische relevantie van het vak kunnen verhogen. Met betrekking tot de Politieke Wetenschappen meent de commissie dat meer concentratie en versterking van de inhoudelijke politicologische thema s de opleiding ten goede zouden komen. Voor wat de Communicatiewetenschap betreft, meent de commissie dat in de methodologische opleidingsonderdelen meer aandacht moet worden besteed aan communicatiewetenschappelijke onderwerpen. De aanpak van de taalvakken in het curriculum wordt, zowel op didactisch als op inhoudelijk vlak, gewaardeerd door de commissie. Tenslotte wenst de commissie erop te wijzen dat ze, gezien de traditionele oriëntering van de K.U.Brussel op de K.U.Leuven, begrijpt dat er enerzijds een zekere mate van afstemming op de programma s van deze instelling nodig is, maar zij pleit anderzijds voor voldoende soepelheid en openheid om voor een stuk een invulling te geven die rekening houdt met de eigen mogelijkheden, en die voldoende aanknopingspunten biedt voor samenwerking met alle Vlaamse universiteiten en voor de te waarderen samenwerking met de F.U.S.L. (Facultés Universitaires Saint-Louis). De commissie is van oordeel dat de programma s van de VUB ruim oriënterend en degelijk zijn opgebouwd. Wel weegt volgens haar, en dit voornamelijk in de richting Sociologie, de kwantitatieve methodologie vrij zwaar door. Mogelijk draagt dit in de tweede kandidatuur en de licenties Sociologie bij tot de zeer lage slaagcijfers. Bovendien leidt dit tot een vrij eenzijdige selectie van de studenten in de Sociologie, aangezien de keuze van de studenten voor één van de afstudeerrichtingen in de licenties er sterk door wordt beïnvloed. Verder meent ze dat de afstudeerrichting Bestuurswetenschappen, als jonge, enigszins opgedrongen studierichting, nog voor verbetering - eventueel zelfs voor herformulering - vatbaar is. Zo wordt naar het oordeel van de visitatiecommissie in het programma te veel bestuursrecht aangeboden en zijn er ook nog te veel opleidingsonderdelen van beschrijvende, inventariserende aard. De commissie is van oordeel dat meer coherentie dient te worden ingebracht in sommige door de studenten gekozen keuzepakketten. Een striktere structurering van de keuzes, dan wel een beperking van de keuzeruimte gekoppeld aan een verhoging van het aantal studiepunten voor de eindverhandeling, zou hier volgens haar al enig soelaas kunnen brengen. DE OPLEIDINGEN IN VERGELIJKEND PERSPECTIEF 21 12/2000

22 De commissie heeft veel waardering voor de manier waarop de opleiding aan de UA het probleemgericht onderwijs wetenschappelijk heeft weten te onderbouwen. Heel positief waardeert de commissie verder het leeronderzoek dat een systematische leerschool vormt voor zelfwerkzaamheid, al weegt het wel zwaarder door dan de studiepunten aangeven. Ook de aandacht voor evaluatieonderzoek wordt als positief ervaren. Wel meent de commissie dat, zoals trouwens in de zelfstudie wordt vermeld, het programma nog veel sporen van de gescheiden instellingen draagt. Zo vormt de opleiding volgens de commissie geen continuum: er zijn drie opties in de kandidaturen en vier zwaartepunten in de licenties die onvoldoende op elkaar zijn afgestemd, er zijn overlappingen en herhalingen, voornamelijk tussen de kandidaturen en de licenties, en de verdeling van het curriculum over de kandidaturen en de licenties is ook niet altijd ideaal. De commissie mist in dit verband ook een optie Politieke Wetenschappen in de kandidaturen, daar waar wel een optie Sociaal-economische Wetenschappen wordt georganiseerd. Daarnaast zou er volgens de commissie in de kandidaturen meer ruimte moeten komen voor de kernvakken en dienen sommige onderwerpen meer systematisch aan bod te komen. Verder missen de studenten in de opties in de tweede kandidatuur in sommige gevallen de nodige voorkennis, omdat bepaalde opleidingsonderdelen waarop wordt voortgebouwd niet in de gemeenschappelijke stam in de eerste kandidatuur zijn opgenomen. In de drie opties worden daarenboven dezelfde opleidingsonderdelen aangeboden die evenwel een verschillend aantal studiepunten hebben. Voor wat de licenties betreft, heeft de commissie vastgesteld dat sommige van de zwaartepunten breed en andere smal zijn ingevuld. Verder is er een groot aanbod aan keuzeopleidingsonderdelen - voor de Politieke Wetenschappen zijn er wel te weinig economische keuzeopleidingsonderdelen - maar de keuzeruimte is zeer smal. Dit alles duidt aan dat in de toekomst een grote gemeenschappelijke aandacht nodig zal zijn voor de verbetering en de verdere uitbouw van de opleiding. Op het ogeblik van het visitatiebezoek was het gesprek hierover in voorbereiding. De visitatiecommissie heeft aan de K.U.Leuven twee degelijke, rijk gestoffeerde opleidingen aangetroffen, die op een brede deskundigheid steunen. De problemen die zij heeft vastgesteld, zijn vooral die van een grootschalige instelling in beweging, en dus meestal slechts de schaduwzijde van iets zeer positief, namelijk de inspanningen die geleverd worden om zich aan te passen en te vernieuwen. Dit komt volgens de commissie vooral tot uiting in de verwezenlijkte of op stapel staande programmahervormingen, die haar inziens een aantal verbeteringen meebrengen en dit vooral door een betere structurering van de keuzemogelijkheden in de licenties. Hierbij zal men zeker nog verdere inspanningen moeten doen om de studiedruk onder controle te houden, en dit zowel in de tweede kandidatuur als in de licenties. Wat de huidige programma s betreft, meent de visitatiecommissie dat de kandidaturen mooi zijn opgebouwd en inhoudelijk interessant zijn ingevuld. Wel vraagt de commissie zich af of de (overigens hoogstaande) invulling van sommige opleidingsonderdelen (1) wel aangepast is aan de betrokken fase van het curriculum, ofwel (2) aangepast is aan de functie die het opleidingsonderdeel heeft in het curriculum. Het ander probleem dat zich volgens de visitatiecommissie stelt, is de vraag hoe men de gemeenschappelijkheid kan verzoenen met de aspiraties van de afzonderlijke studierichtingen. De visitatiecommissie is van oordeel dat op dit vlak, in grondig overleg, keuzes zullen moeten worden gemaakt, waarbij een bredere invulling en etikettering van een aantal basisopleidingsonderdelen al een hele stap vooruit zou kunnen zijn. 12/ DE OPLEIDINGEN IN VERGELIJKEND PERSPECTIEF

23 Voor de Politieke Wetenschappen zou volgens de visitatiecommissie een algemeen integrerend, dieper uitgewerkt opleidingsonderdeel politicologie in de tweede kandidatuur of de eerste licentie zinvol zijn. De invulling van dit onderdeel zou dan best gebeuren in het licht van een nieuwe situatie, zoals ze hierboven werd aangegeven. Het invoeren van een dergelijk opleidingsonderdeel in het gemeenschappelijk deel van de tweede kandidatuur zou volgens de commissie wat meer evenwicht brengen tussen de sociologische en politicologische component in de kandidaturen. In de licenties is de commissie voornamelijk het innoverend karakter van de subrichting Bestuurswetenschappen in het oog gesprongen. Door de nadruk die binnen deze richting op overheidsmanagement wordt gelegd, speelt ze volgens de commissie op een unieke wijze in op de huidige behoeften. Verder wil de commissie er op wijzen dat bij het streven naar verzelfstandiging van de studierichtingen niet mag worden vergeten om links met de andere studierichtingen uit te bouwen. Het zou te betreuren zijn dat geen veelzijdig en systematisch gebruik zou worden gemaakt van het rijke potentieel dat in de Faculteit aanwezig is. Aan de RUG tenslotte, heeft de visitatiecommissie vastgesteld dat de programma s - en in het bijzonder dat van de Politieke Wetenschappen - de sporen dragen van de onderbezetting die er tot voor kort is geweest. Dit betekent geenszins dat de bestaande opleidingen niet van goede kwaliteit zijn. Binnen de opleidingen bestaat er echter haar inziens nood aan het maken van keuzes, vastleggen van prioriteiten en ontwikkelen van een globale visie. Hierrond begonnen trouwens (zoals zowat overal) reeds denkoefeningen en gesprekken tijdens het opstellen van de zelfstudie. Voor wat de programma s betreft, is de commissie van oordeel dat de logica die in de opbouw ervan zit, versterkt dient te worden. Zo meent de visitatiecommissie dat in de eerste kandidatuur één inleidend opleidingsonderdeel in elk van de opleidingen wenselijk is. Dit zou ook een meer evenwichtige keuze voor de studenten tussen de drie richtingen in de tweede kandidatuur mogelijk maken. Verder acht de visitatiecommissie het gewenst dat in de eerste kandidatuur ook een inleidende cursus methodologie wordt opgenomen, waarop dan in de volgende studiejaren kan worden voortgebouwd. Dit zou er kunnen toe bijdragen dat de methodologische leerinhouden minder als selectiecriteria tussen de twee opleidingen zouden spelen. Voor wat de tweede kandidatuur betreft, acht de commissie het wenselijk dat binnen de optie Politieke Wetenschappen het aantal uren van de drie opleidingsonderdelen die de basis vormen voor de keuze van de richting in de eerste licentie Politieke Wetenschappen, wordt gelijkgeschakeld. De commissie is bovendien ook van oordeel dat er in het geheel dringend meer duidelijkheid dient te komen over het statuut van de studierichting Bestuurswetenschappen. Zij meent dat, indien de Faculteit deze richting wenst te organiseren, ze beter dient te worden geïntegreerd binnen de opleiding Politieke Wetenschappen. Verder is de visitatiecommissie van oordeel dat er een onevenwicht bestaat tussen het aandeel opleidingsonderdelen gericht op het eigen vakgebied enerzijds en het aandeel ondersteunende opleidingsonderdelen (andere sociaal-wetenschappelijke en gedragswetenschappelijke opleidingsonderdelen) anderzijds. De commissie meent dat er meer ruimte in de programma s zou moeten zijn voor eigen accenten, zeker ook gezien het groeiend aantal nieuwe noden. Om ruimte te creëren, beveelt de commissie aan het aantal uren van de ondersteunende opleidingsonderdelen te verminderen. Verder zou volgens de commissie ook ruimte kunnen worden geschapen door opleidingsonderdelen samen te smelten of ze minstens beter horizontaal en verticaal op elkaar af te stemmen. Tenslotte zou ook alleen reeds een betere volgorde tussen de opleidingsonderdelen in sommige studiejaren meer ruimte kunnen brengen. DE OPLEIDINGEN IN VERGELIJKEND PERSPECTIEF 23 12/2000

24 Verder heeft de commissie vastgesteld dat de drie opties in de licenties Politieke Wetenschappen, die toch allen tot hetzelfde diploma leiden, programma s hebben met weinig zicht op de kern van de andere benaderingen. De visitatiecommissie acht het gewenst dat meer gemeenschappelijke basiskennis in de drie richtingen wordt aangeboden. In het algemeen acht de commissie het trouwens wenselijk dat de banden tussen de zich steeds verder differentiërende richtingen worden versterkt. De onderzoeksgebondenheid van het onderwijs lijkt aan alle instellingen voldoende tot goed en wordt tot genoegen van de visitatiecommissie verzekerd door de terugkoppeling van eigen onderzoek naar het onderwijs Werkvormen De gehanteerde werkvormen lijken de commissie in het algemeen adequaat. Vooral aan de K.U.Brussel, de VUB en de UA worden de opleidingen gekenmerkt door een variatie aan werkvormen. Aan de RUG en in zekere mate ook aan de K.U.Leuven zou met name in de kandidaturen een beter evenwicht moeten worden gezocht tussen hoorcolleges en werkcolleges/ oefeningen. Dit veronderstelt echter een wetswijziging, die een betere omringing toelaat van de studentenmassa, voornamelijk in de eerste kandidatuur. Dit geldt ten andere voor de zelfwerkzaamheid in het algemeen. Daar wordt tot voldoening van de commissie overal veel belang aan gehecht. Aan de RUG, de K.U.Leuven en de UA bemoeilijken de grote studentenaantallen in de kandidaturen evenwel de zelfwerkzaamheid. De commissie heeft bewondering voor de inspanningen die aan de RUG geleverd worden om de opleidingen in staat te stellen via ondersteunende websites ook bij opleidingsonderdelen met grote studentenaantallen interactieve oefeningen aan te bieden. Ze heeft dan ook met veel genoegen geconstateerd dat er plannen en middelen zijn voor de verdere uitbouw van de on-line ondersteuning. Ook ten aanzien van de elektronische zelfstudiepaketten die werden ontwikkeld voor een aantal opleidingsonderdelen aan de K.U.Leuven, staat de commissie positief Vaardigheden De visitatiecommissie is van oordeel dat zowel de schriftelijke als de mondelinge uitdrukkingsvaardigheden aan de K.U.Leuven en de K.U.Brussel in goede mate aan de orde komen in de opleidingen. De studenten leren in verschillende opleidingsonderdelen schriftelijk te rapporteren en krijgen verschillende mogelijkheden tot mondeling presenteren. Ten aanzien van de RUG, de VUB en de UA is de commissie van mening dat de schriftelijke rapportering van de studenten zeer goed is, maar dat er meer aandacht zou moeten worden besteed aan scholing in mondelinge communicatie en rapportering. De commissie heeft vastgesteld dat er initiatieven terzake bestaan, maar die verdienen volgens de commissie (nog) meer systematiek en structuur. Voor zover training en scholing op het gebied van mondelinge vaardigheden plaats vindt, zijn de resultaten hiervan niet altijd in gelijke mate waarneembaar in het optreden van de studenten. 12/ DE OPLEIDINGEN IN VERGELIJKEND PERSPECTIEF

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN - SOCIALE EN CULTURELE AGOGIEK

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN - SOCIALE EN CULTURELE AGOGIEK VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN - SOCIALE EN CULTURELE AGOGIEK Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen pedagogische wetenschappen en sociale

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE CRIMINOLOGISCHE WETENSCHAPPEN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE CRIMINOLOGISCHE WETENSCHAPPEN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE CRIMINOLOGISCHE WETENSCHAPPEN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Criminologische Wetenschappen aan de Vlaamse universiteiten Brussel,

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ROMAANSE TALEN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ROMAANSE TALEN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ROMAANSE TALEN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Romaanse talen aan de Vlaamse universiteiten Brussel, november 2000 Voorwoord In

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LATIJN EN GRIEKS

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LATIJN EN GRIEKS VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LATIJN EN GRIEKS Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Taal- en Letterkunde: Latijn en Grieks aan de Vlaamse universiteiten Brussel, juli

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Scheikunde-Biochemie. Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Scheikunde en Biochemie aan de Vlaamse universiteiten

De onderwijsvisitatie Scheikunde-Biochemie. Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Scheikunde en Biochemie aan de Vlaamse universiteiten De onderwijsvisitatie Scheikunde-Biochemie Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Scheikunde en Biochemie aan de Vlaamse universiteiten De onderwijsvisitatie Scheikunde-Biochemie Exemplaren

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE RECHTEN, NOTARIAAT EN KERKELIJK RECHT

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE RECHTEN, NOTARIAAT EN KERKELIJK RECHT VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE RECHTEN, NOTARIAAT EN KERKELIJK RECHT Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen rechten, notariaat en kerkelijk recht aan de Vlaamse universiteiten

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE GERMAANSE TALEN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE GERMAANSE TALEN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE GERMAANSE TALEN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Taal- en Letterkunde: Germaanse talen aan de Vlaamse universiteiten Brussel, april

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE OOSTERSE STUDIES

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE OOSTERSE STUDIES VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE OOSTERSE STUDIES Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen in de Oosterse studies aan de Vlaamse universiteiten Brussel, september 1998 Voorwoord

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE MATERIAALKUNDE - TOEGEPASTE SCHEIKUNDE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE MATERIAALKUNDE - TOEGEPASTE SCHEIKUNDE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE MATERIAALKUNDE - TOEGEPASTE SCHEIKUNDE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Materiaalkunde en Scheikunde aan de Faculteiten Toegepaste

Nadere informatie

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE EEN KIJK VAN ONDERUIT Prof.dr. Rita Godyns, decaan Faculteit Toegepaste Taalkunde Hogeschool Gent Universiteit Gent Overzicht: situering van de opleiding het visitatieproces

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ECONOMISCHE WETENSCHAPPEN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen economische wetenschappen aan de Vlaamse universiteiten Brussel, december

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Geschiedenis

De onderwijsvisitatie Geschiedenis Brussel, juni 2004 De onderwijsvisitatie Geschiedenis Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Geschiedenis aan de Vlaamse universiteiten De onderwijsvisitatie Geschiedenis Een evaluatie van

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE OOST-EUROPESE TALEN EN CULTUREN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE OOST-EUROPESE TALEN EN CULTUREN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE OOST-EUROPESE TALEN EN CULTUREN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Oost-Europese Talen en Culturen aan de Vlaamse universiteiten Brussel,

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma 2012-2013

Verkiezingsprogramma 2012-2013 Verkiezingsprogramma 2012-2013 UVASOCIAAL 5 mei 2012 UVASOCIAAL streeft naar keuzevrijheid, kwaliteit, gelijkheid en betrokkenheid, de belangrijkste voorwaarden voor een goede universiteit! Inleiding UVASOCIAAL

Nadere informatie

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE MEDISCH-SOCIALE WETENSCHAPPEN GERONTOLOGIE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE MEDISCH-SOCIALE WETENSCHAPPEN GERONTOLOGIE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE MEDISCH-SOCIALE WETENSCHAPPEN GERONTOLOGIE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Medisch-sociale wetenschappen en Gerontologie aan de

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE NATUURKUNDE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE NATUURKUNDE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE NATUURKUNDE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen natuurkunde aan de Vlaamse universiteiten Brussel, maart 1999 Ten Geleide In dit rapport

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april 2012 INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE WIJSBEGEERTE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE WIJSBEGEERTE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE WIJSBEGEERTE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleiding wijsbegeerte aan de Vlaamse universiteiten Brussel, december 1996 Voorwoord In dit rapport

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE WISKUNDE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE WISKUNDE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE WISKUNDE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleiding wiskunde aan de Vlaamse universiteiten Brussel, december 1996 Voorwoord In dit rapport brengt

Nadere informatie

Medewerker onderwijsontwikkeling

Medewerker onderwijsontwikkeling Medewerker onderwijsontwikkeling Doel Ontwikkelen van en adviseren over het onderwijsbeleid en ondersteunen bij de implementatie en toepassing ervan, uitgaande van de geformuleerde strategie van de instelling/faculteit

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LICHAMELIJKE OPVOEDING

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LICHAMELIJKE OPVOEDING VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LICHAMELIJKE OPVOEDING Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleiding lichamelijke opvoeding aan de Vlaamse universiteiten Brussel, maart 1996 Voorwoord

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Lichamelijke Opvoeding

De onderwijsvisitatie Lichamelijke Opvoeding De onderwijsvisitatie Lichamelijke Opvoeding Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Lichamelijke Opvoeding aan de Vlaamse universiteiten Brussel, december 2003 De onderwijsvisitatie Lichamelijk

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ARCHITECTUUR

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ARCHITECTUUR VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE ARCHITECTUUR Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Architectuur aan de Vlaamse Universiteiten Brussel, februari 2003 Voorwoord In dit

Nadere informatie

Transcriptie Toespraak Einde visitatiebezoek Universiteit Antwerpen 12 feb 2009

Transcriptie Toespraak Einde visitatiebezoek Universiteit Antwerpen 12 feb 2009 Transcriptie Toespraak Einde visitatiebezoek Universiteit Antwerpen 12 feb 2009 Hieronder vind je een transcriptie van de toespraak die de voorzitter van de visitatiecommissie (Jacques Van Remortel) aan

Nadere informatie

Vragen pas gepromoveerde

Vragen pas gepromoveerde Vragen pas gepromoveerde dr. Maaike Vervoort Titel proefschrift: Kijk op de praktijk: rich media-cases in de lerarenopleiding Datum verdediging: 6 september 2013 Universiteit: Universiteit Twente * Kun

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2017 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische studies Deze onderwijs- en examenregeling is gebaseerd op de Wet op het hoger onderwijs

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - 2014-2015 Vrije Universiteit Amsterdam - der Sociale Wetenschappen

Nadere informatie

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Februari 2015 Inhoud 1 Training 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 4 3 Gedragscode voor opleidingsbeoordelingen

Nadere informatie

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes:

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes: ZER Informatica Resultaten programma-evaluatie Programma-evaluatie 5 enquêtes: - Overgang secundair onderwijs universiteit - Studenten die niet aan examens deelnamen / met hun opleiding stopten - Evaluatie

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Russische Studies Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13 van

Nadere informatie

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. WIE? WAT? WAAROM? HUMANE wetenschappen Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. HUM WET IS HET IETS VOOR MIJ? HUMANE WETENSCHAPPEN VISIE Van leerlingen Humane wetenschappen

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Data van indiening van de ingevulde formulieren: Dit beperkt formulier op 4 oktober 2002 Uitgebreider formulier (met o.m. de doelstellingen en eindtermen) uiterlijk

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

HBO5 Boekhouden/Accountancy (90 studiepunten) Bij Organisatie:

HBO5 Boekhouden/Accountancy (90 studiepunten) Bij Organisatie: STUDIEFICHE CVO DE AVONDSCHOOL Opleiding HBO5 Boekhouden/Accountancy (90 studiepunten) Module Organisatie en communicatie Plaats van de module in de opleiding: De cursist krijgt zicht op het belang van

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE LOGOPEDIE EN AUDIOLOGIE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen logopedie en audiologie aan de Vlaamse universiteiten Brussel, maart 1999

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE FAMILIALE EN SEKSUOLOGISCHE WETENSCHAPPEN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE FAMILIALE EN SEKSUOLOGISCHE WETENSCHAPPEN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE FAMILIALE EN SEKSUOLOGISCHE WETENSCHAPPEN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleiding familiale en seksuologische wetenschappen aan de Katholieke

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Politieke Wetenschappen

De onderwijsvisitatie Politieke Wetenschappen De onderwijsvisitatie Politieke Wetenschappen Een evaluatie van de kwaliteit van de bachelor-, master- en master-na-masteropleidingen Politieke Wetenschappen aan de Vlaamse Universiteiten www.vlir.be Brussel

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Nieuwe ontwikkelingen en impulsen op sociaal, cultureel,

Nadere informatie

Onderwijsevaluaties UHasselt

Onderwijsevaluaties UHasselt Onderwijsevaluaties UHasselt 2013-2014 Agenda Context Methodologie & instrumenten Vragenlijst opleidingsonderdelen Tijdspad Rapportage Volgende stappen 2 Nood aan optimalisatie van onderwijsevaluatie Nakende

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Slavische talen en culturen Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Psychologie

De onderwijsvisitatie Psychologie Brussel, september 2004 De onderwijsvisitatie Psychologie Een evaluatie van de kwaliteit van de opleidingen Psychologie aan de Vlaamse universiteiten De onderwijsvisitatie Psychologie Een evaluatie van

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 1 april 2014. INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Programmawijzigingen Faculteit Sociale Wetenschappen 2014-2015 en overgangsmaatregelen

Programmawijzigingen Faculteit Sociale Wetenschappen 2014-2015 en overgangsmaatregelen BACHELOR IN DE COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN (180 SP) Opgelet: De gehele structuur van de bacheloropleiding is gewijzigd. Voortaan bestaat de opleiding uit drie modules, nl. Discipline, Methode en Ontplooiing,

Nadere informatie

Beoordelingsformulier voor de stagebegeleider

Beoordelingsformulier voor de stagebegeleider FACULTEIT LETTEREN K.U.Leuven Onderzoekseenheid Kunstwetenschappen BLIJDE-INKOMSTSTRAAT 21 bus 3313 B-3000 LEUVEN Beoordelingsformulier voor de stagebegeleider Gelieve dit formulier uiterlijk twee weken

Nadere informatie

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE GEOGRAFIE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE GEOGRAFIE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE GEOGRAFIE Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Geografie aan de Vlaamse universiteiten Brussel, september 2002 Ten geleide In dit rapport

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management -

Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Sociale Wetenschappen - P Culture Organization and Management - Culture, Organization and Management Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - - P Culture Organization and Management - 2013-2014

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus 10 1030 Brussel Evaluatie van beleid en beleidsinstrumenten Protocol tussen de entiteit 1 verantwoordelijk voor de (aansturing van de) evaluatie en (de instelling verantwoordelijk voor) het beleidsinstrument Vlaamse overheid

Nadere informatie

De onderwijsvisitatie Eerste cyclus Toegepaste Wetenschappen Werktuigkunde-Elektrotechniek

De onderwijsvisitatie Eerste cyclus Toegepaste Wetenschappen Werktuigkunde-Elektrotechniek Brussel, december 2004 De onderwijsvisitatie Eerste cyclus Toegepaste Wetenschappen Werktuigkunde-Elektrotechniek Een evaluatie van de kwaliteit van de eerste cyclusopleidingen Toegepaste Wetenschappen

Nadere informatie

Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs)

Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs) Visie Op Stage Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (avondonderwijs) Opbouw van de stageleerlijn We schreven in onze visie op de opleiding dat we enerzijds willen vertrekken vanuit de student en

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden Evaluatie van het onderwijsaanbod in de gevangenissen in Vlaanderen en Brussel in functie van de Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen Syntheserapport 22 maart 2017 1 Inleiding

Nadere informatie

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding Helmond, 16 juni 2016 Puck Lamers Master Onderwijswetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen drs. Monique van der Heijden dr. Jeannette Geldens Kempelonderzoekscentrum

Nadere informatie

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen.

De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De hervorming van het hoger onderwijs in Vlaanderen. Associaties, bama-structuur en flexibilisering Frank Baert Jaarlijkse Algemene vergadering van het Wit-Gele Kruis van Vlaanderen 25 juni 2004 Europese

Nadere informatie

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA

Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Formuleren van de onderwijsdoelen van de bacheloropleidingen aan de UA Inleiding Tijdens de eerste studiedag van de BAMA-werkgroep op 10 oktober l.l. werd aan de BAMAcoördinatoren de opdracht gegeven om

Nadere informatie

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal Vakbeschrijvingen derde jaar EBM: In het derde jaar volg je enkele verdiepende vakken, schrijf je de bachelorscriptie en heb je een vrije keuzeruimte. Je kunt deze ruimte invullen met keuzevakken (o.a.

Nadere informatie

Coach Profession Profile

Coach Profession Profile Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Coach Profession Profile AUTEUR PROF. DR. HELMUT DIGEL / PROF. DR. ANSGAR THIEL VERTALING PUT K. INSTITUUT Katholieke Universiteit

Nadere informatie

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden: Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Theologie en Religiewetenschappen Programma: Religie en Samenleving Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding 1. Voor toelating tot de

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut Opleidingsmanager Doel Ontwikkelen van programma( s) van wetenschappenlijk onderwijs en (laten) uitvoeren en organiseren van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande van een faculteitsplan

Nadere informatie

Scriptie over Personal Branding en Netwerking

Scriptie over Personal Branding en Netwerking Scriptie over Personal Branding en Netwerking 1e versie - 16 november 2012 Jana Vandromme Promotor: Hannelore Van Den Abeele 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel 2. Onderzoeksvragen 2.1 Onderzoeksvraag 1 2.2

Nadere informatie

Master in het vennootschapsrecht

Master in het vennootschapsrecht Master in het vennootschapsrecht INTERUNIVERSITAIR PROGRAMMA Faculteit Rechtsgeleerdheid De master in het vennootschapsrecht aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid legt de klemtoon op de grondige uitdieping

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE INFORMATICA-TOEGEPASTE INFORMATICA- COMPUTERWETENSCHAPPEN

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE INFORMATICA-TOEGEPASTE INFORMATICA- COMPUTERWETENSCHAPPEN VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE INFORMATICA-TOEGEPASTE INFORMATICA- COMPUTERWETENSCHAPPEN Een onderzoek naar de kwaliteit van de opleidingen Informatica, Toegepaste Informatica en

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2010 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Franse taal en cultuur Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen

Voorwoord. Nienke Meijer College van Bestuur Fontys Hogescholen 3 Voorwoord Goed onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor jonge mensen om uiteindelijk een betekenisvolle en passende plek in de maatschappij te krijgen. Voor studenten met een autismespectrumstoornis

Nadere informatie

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport.

Samenvattende bevindingen en overwegingen De NVAO steunt haar inhoudelijke besluitvorming op de onderstaande elementen uit het visitatierapport. nvao r n e d e rla n d s- viaam se accreditatieorganisatie Accreditatiebesluit met een positief eindoordeel voor de opleiding Bachelor of Science in de politieke wetenschappen (academisch gerichte bachelor)

Nadere informatie

Master in het overheids - management en -beleid

Master in het overheids - management en -beleid Faculteit Sociale Wetenschappen Master in het overheids - management en -beleid Leg je grens op oneindig. Heb je een brede maatschappelijke interesse en oog voor politieke en bestuurlijke fenomenen? Ben

Nadere informatie

Specifieke leraren - opleiding economie

Specifieke leraren - opleiding economie COMBINEER MET BACHELOR / MASTER Specifieke leraren - opleiding economie Leuven Brussel Antwerpen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Brussel, 22 oktober _Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie. Advies. over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie

Brussel, 22 oktober _Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie. Advies. over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie Brussel, 22 oktober 2003 102203_Ontwerpadvies_decreet_ontwikkelingseducatie Advies over het ontwerpdecreet inzake ontwikkelingseducatie Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 1.1. Doelstellingen van het beleid

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE SOCIALE EN CULTURELE ANTROPOLOGIE

VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE SOCIALE EN CULTURELE ANTROPOLOGIE VLAAMSE INTERUNIVERSITAIRE RAAD DE ONDERWIJSVISITATIE SOCIALE EN CULTURELE ANTROPOLOGIE Een onderzoek naar de kwaliteit van de licentie-opleiding Sociale en Culturele Antropologie aan de Katholieke Universiteit

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Herindiening van Masteropleiding Informatica - 120 studiepunten Juni 2004 I. Indiener 1. Faculteit / Gemeenschappelijke Raad - Onderwijscommissie WETENSCHAPPEN - Onderwijscommissie

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding economie

Specifieke lerarenopleiding economie Specifieke lerarenopleiding economie Leuven Brussel Antwerpen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit van België. Je kunt hier je studietraject

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen

Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid. Faculteit Sociale Wetenschappen Master of Science in het Sociaal Werk en Sociaal Beleid Faculteit Sociale Wetenschappen Inhoud & achtergrond Sociaal Werk & Sociaal Beleid Internationale definitie van sociaal werk: Social work is a practice-based

Nadere informatie

Het gebruik van de Bij Voorbeeld- databank in onderwijskundige vorming. informatie en inspiratie voor onderwijsinnovatie

Het gebruik van de Bij Voorbeeld- databank in onderwijskundige vorming. informatie en inspiratie voor onderwijsinnovatie Het gebruik van de Bij Voorbeeld- databank in onderwijskundige vorming informatie en inspiratie voor onderwijsinnovatie Menu I. Uitgangspunten voor vorming II. (Eerste) realisaties III. Ervaringen I. Uitgangspunten

Nadere informatie

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U. NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID

VLAAMS PARLEMENT HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID C158 OND20 VLAAMS PARLEMENT Zitting 2000-2001 19 april 2001 HANDELINGEN COMMISSIEVERGADERING COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, VORMING EN WETENSCHAPSBELEID Vraag om uitleg van de heer Dirk De Cock tot mevrouw

Nadere informatie

Standpunt. Inclusief ondersteuningsmodel. Zie kader hieronder

Standpunt. Inclusief ondersteuningsmodel. Zie kader hieronder Standpunt Inclusief ondersteuningsmodel Rapporteur & Co-rapporteur Senna de Graaf Datum goedkeuring bureau 18 mei 2017 Datum goedkeuring av 8 juni 2017 Contactpersoon Liesbeth Maene (Sociaal@vvs.ac) Probleemstelling,

Nadere informatie

Prof. dr. Katrien Antonio 3 april 2019

Prof. dr. Katrien Antonio 3 april 2019 Master in het management Master in de beleidseconomie Master in de bedrijfseconomie en het bedrijfsbeleid Master of International Business Economics and Management Prof. dr. Katrien Antonio 3 april 2019

Nadere informatie