Instellingsbesluit. Aveleijn. Centrale Cliëntenraad Cliënten en Centrale Cliëntenraad Verwanten. Levelf~IDdelfenis

Transcriptie

1 Instellingsbesluit Centrale Cliëntenraad Cliënten en Centrale Cliëntenraad Verwanten Aveleijn Versie 0.5_vastgesteld 22 november 2018 Levelf~IDdelfenis

2 Inhoud Paragraaf 1: Begripsbepaling 3 Paragraaf 2: Doelstellingen en bevoegdheden CCR-C en CCR-V 5 Paragraaf 3: Samenstelling CCR-C en CCR-V 6 Paragraaf 4: Werving en benoeming leden 7 Paragraaf 5: Einde lidmaatschap 8 Paragraaf 6: Voorwaarden voor medezeggenschap 9 Paragraaf 7: Voorzieningen CCR-C en CCR-V 10 Paragraaf 8: Overlegvergadering CCR-C dan wel CCR-V met Raad van Bestuur 10 Paragraaf 9: Informatie-uitwisseling 12 Paragraaf 10: Geschillenregeling 13 Paragraaf 11: Overgangs- en slotbepalingen 14

3 Preambule Aveleijn zet zich in voor een Leven vol Betekenis voor mensen met een verstandelijke beperking en/of lage sociale redzaamheid. Onze kernwaarden Ontmoeten, Ontwikkelen en Ondersteunen vormen de basis van waaruit wij werken. Wij spreken talenten aan om dromen en wensen te verwezenlijken; daarbij gaan wij uit van eigen kracht en eigen regie. Medezeggenschap draagt bij aan een Leven vol Betekenis. Uitgangspunt is dat medezeggenschap volgt en aansluit bij de leefwereld van Cliënten. Dit betekent dat de Raad van Bestuur algemeen beleid bespreekt met de Centrale Cliëntenraad-Cliënten en Centrale Verwantenraad-Verwanten. Afspraken hierover zijn vastgelegd in voorliggend Instellingsbesluit. Op lokaal niveau bespreken managers lokale aangelegenheden met een lokale vertegenwoordiging van Cliënten en/of Verwanten, waarbij het algemeen beleid het vertrekpunt vormt. Afhankelijk van de mogelijkheden van de doelgroep en de lokale behoefte, wordt op lokaal niveau medezeggenschap ingevuld. Paragraaf 1: Begripsbepaling Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: 1. Zorgaanbieder: Stichting Aveleijn gevestigd te Borne, zijnde een instelling die zorg verleent aan Cliënten met een verstandelijke beperking en/of lage sociale redzaamheid en die daartoe is toegelaten op grond van de Wet toelating zorginstellingen. 2. Raad van Bestuur: Het orgaan dat belast is met de leiding van de Zorgaanbieder en met de coördinatie van de beleidsvoering. De Raad van Bestuur vertegenwoordigt de Zorgaanbieder in het overleg met de CCR-C en de CCR-V. 3. Raad van Toezicht: Het orgaan van de Zorgaanbieder dat toezicht houdt op de Raad van Bestuur.

4 4. Cliënten: Mensen die van Zorgaanbieder zorg ontvangen, zowel in intramurale als in extramurale setting. 5. Verwanten: De personen met een duurzame betrokkenheid bij een Cliënt die de Cliënt jegens de Zorgaanbieder vertegenwoordigen, niet beperkt tot wettelijk vertegenwoordigers. In het geval van minderjarige cliënten zijn dit (onder andere) de ouders, dan wel een voogd. 6. CCR-C: De, op basis van dit instellingsbesluit en overeenkomstig artikel 2 Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz), door de Zorgaanbieder ingestelde Cliëntenraad op centraal niveau, die binnen het kader van de doelstellingen van de instelling - in nauwe samenspraak met de CCR-V - in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen van de Cliënten van de Zorgaanbieder behartigt. 7. CCR-V: De, op basis van dit instellingsbesluit door de Zorgaanbieder ingestelde verwantenraad op centraal niveau die binnen het kader van de doelstellingen van de instelling - in nauwe samenspraak met de CCR-C - in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen van de Cliënten van de Zorgaanbieder behartigt. 8. Ambtelijk secretaris: Degene die is aangesteld voor de ambtelijke ondersteuning van de CCR-C en/of de CCR-V. 9. Coach CCR-C: De door de Zorgaanbieder benoemde functionaris die de CCR-C, of individuele leden van de CCR-C, begeleidt en ondersteunt bij de uitoefening van taken voor de CCR-C. 10. Commissie van vertrouwenslieden: Dit betreft de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. 11. Wettelijk vertegenwoordiger: De wettelijk vertegenwoordiger van een Cliënt, te weten de ouder(s) bij minderjarige Cliënten, curator of mentor, zoals bedoeld in boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.

5 12. Wet medezeggenschap cliënten zorgsecto: Wet welke regels bevat ter bevordering van de medezeggenschap van cliënten vanuit collectieve middelen gefinancierde zorgaanbieders op het terrein van maatschappelijke zorg en gezondheidszorg. Paragraaf 2: Doelstellingen en bevoegdheden CCR-C en CCR-V Artikel 2 1. De CCR-C en de CCR-V hebben tot taak om, binnen het kader van de doelstellingen van de instelling, in het bijzonder de gemeenschappelijke belangen van Cliënten te behartigen. 2. De CCR-V heeft een ondersteunende rol ten opzichte van de CCR-C. 3. Beide raden voeren hun taken uit zonder last of ruggespraak. Artikel 3 1. De CCR-C en de CCR-V zijn beiden gezamenlijk en afzonderlijk bevoegd de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren overeenkomstig artikel 3 Wmcz. 2. De Raad van Bestuur handelt bij een adviesaanvraag eveneens overeenkomstig artikel 3 Wmcz, met dien verstande dat aan zowel de CCR-C als aan de CCR-V een adviesaanvraag wordt verstuurd. 3. De CCR-C en de CCR-V bepalen in onderling overleg of de adviesaanvraag door de CCR-C of door de CCR-V ofwel door beiden gezamenlijk wordt behandeld, waarbij er een inspanningsverplichting ligt om te komen tot één advies. 4. Indien de CCR-C en de CCR-V, nadat zij een mededeling aan de Raad van Bestuur omtrent gezamenlijke advisering zoals bedoeld in lid 3 hebben gedaan, niet tot een gezamenlijk advies komen zullen zij daarover de Raad van Bestuur per ommegaande schriftelijk informeren, tevens zullen zij separaat een advies uitbrengen, tenzij overeen wordt gekomen dat met één advies van ofwel de CCR-C ofwel de CCR-V kan worden volstaan. 5. In het geval dat een adviesaanvraag door een van de raden wordt behandeld, of in het geval dat beide raden niet tot één gezamenlijk advies komen, informeren de raden elkaar onderling over het advies dat zij afzonderlijk aan de Raad van Bestuur hebben uitgebracht. 6. Het advies dan wel de adviezen worden schriftelijk, binnen een termijn van 6 weken na de datum van de adviesaanvraag uitgebracht aan de Raad van Bestuur, tenzij met de Raad van Bestuur een andere termijn

6 is overeengekomen. De maximale termijn voor het uitbrengen van een advies kan maximaal met 6 weken verlengd worden. 7. Indien de CCR-C, dan wel CCR-V geen gebruik wenst te maken van het adviesrecht, dan stelt hij de Raad van Bestuur hiervan binnen de in artikel 3.6 Instellingsbesluit genoemde termijn op de hoogte. Artikel 4 1. Wanneer een lid van de Raad van Toezicht terugtreedt, worden zowel de CCR-C als de CCR-V hiervan binnen 2 weken in kennis gesteld. 2. Bij de {her)benoeming van alle leden van de Raad van Toezicht hebben zowel de CCR-C als de CCR-V verzwaard adviesrecht. Dit houdt in dat een afvaardiging van de CCR-C en CCR-V zitting neemt in een adviescommissie en een advies uitbrengt over de beoogde kandida(a)t(en) aan de selectiecommissie van de Raad van Toezicht. 3. De Raad van Toezicht en de CCR-C, alsmede de CCR-V spreken een termijn af waarbinnen de raden hun verzwaard advies uitbrengen. 4. Indien de CCR-C en/of CCR-V binnen de overeengekomen termijn geen gebruik maakt van zijn verzwaard adviesrecht, is de Raad van Toezicht vrij om een kandidaat te benoemen. Paragraaf 3: Samenstelling CCR-C en CCR-V Artikel 5 1. De CCR-C bestaat uit minimaal 5 leden en maximaal 10 leden. 2. Als het aantal leden langer dan 4 maanden onder het minimum is treedt de Raad van Bestuur in overleg met de CCR-C over mogelijkheden voor oplossingen. Zo nodig treft de Raad van Bestuur maatregelen om het ledenaantal van de CCR-C op peil te krijgen. Indien de CCR-C niet meer representatief wordt geacht en/of niet meer in staat is om de gemeenschappelijke belangen van Cliënten te behartigen treedt artikel 2 lid 3 Wmcz in werking. 3. Tot lid van de CCR-C kunnen worden benoemd Cliënten van Aveleijn. Dat wil zeggen mensen die van de Zorgaanbieder zorg ontvangen, zowel in intramurale als in extramurale setting. 4. De CCR-C als geheel is representatief voor de Cliënten van de Zorgaanbieder. Dit betekent dat er in principe ten minste één Cliënt bij Aveleijn woont, één Cliënt dagbesteding heeft en één Cliënt extramuraal begeleid wordt. 5. Cliënten waarvan het lidmaatschap van de CCR-C is beëindigd leven vol betekenis

7 vanwege het bereiken van de maximale zittingsperiode ( conform artikel 9.1 Instellingsbesluit) kunnen in de drie daaropvolgende kalenderjaren niet opnieuw worden benoemd tot lid van de CCR-C. J Artikel 6 1. De CCR-V bestaat uit minimaal 5 leden en maximaal 10 leden. 2. Als het aantal leden langer dan 4 maanden onder het minimum is, treedt de Raad van Bestuur in overleg met de CCR-V over mogelijkheden voor oplossingen. Zo nodig treft de Raad van Bestuur maatregelen om het ledenaantal van de CCR-V op peil te krijgen. 3. Tot lid van de CCR-V kunnen worden benoemd leden van de lokale verwantenraden en/of verwanten die betrokkenheid hebben bij de lokale medezeggenschap van verschillende locaties van Zorgaanbieder, indien en voor zover zij: a. Ouder zijn van een Cliënt, met dien verstande dat wanneer een ouder uit het ouderlijk gezag is gezet of het een voogd van een erkende zorginstelling betreft deze geen zitting kan nemen in de CCR-V; en/of b. Familielid tot in de tweede graad zijn van een Cliënt; en/of c. Wettelijke vertegenwoordiger zijn van een Cliënt. 4. De CCR-V als geheel is representatief voor de Cliënten van de Zorgaanbieder. Dit houdt in dat ernaar gestreefd wordt dat ten minste één Verwant een Cliënt vertegenwoordigt die woont bij Aveleijn, één Verwant een Cliënt vertegenwoordigt die dagbesteding heeft, één Verwant als ouder zijn/haar kind vertegenwoordigt en één Verwant een Cliënt vertegenwoordigt die extramurale begeleiding ontvangt. 5. Verwanten waarvan het lidmaatschap van de CCR-V is beëindigd vanwege het bereiken van de maximale zittingsperiode ( conform artikel 9.1 Instellingsbesluit) kunnen in de drie daaropvolgende kalenderjaren niet opnieuw worden benoemd tot lid van de CCR-V. Paragraaf 4: Werving en benoeming leden Artikel 7 1. Werving van leden voor de CCR-C dan wel de CCR-V geschiedt door de betreffende raad conform een door de CCR-C dan wel CCR-V vastgestelde, openbare procedure. 2. De Raad van Bestuur stelt als kwaliteitseis ten aanzien van leden van leven vol betekenis

8 de CCR-C en de CCR-V (artikel 8.1 Instellingsbesluit) dat de leden beschikken over een Verklaring omtrent Gedrag (VOG) zoals bedoeld in artikel 28 Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. 3. Besluiten tot bindende voordracht van een lid door de CCR-C, dan wel de CCR-V worden in een vergadering van de betreffende raad met twee derde meerderheid van stemmen. Artikel 8 1. De leden van de CCR-C en CCR-V worden bij schriftelijk besluit benoemd door de Raad van Bestuur op voordracht van de betreffende raad. 2. De voordracht van de betreffende raad is bindend, mits voldaan is aan het bepaalde in artikel 5 t/m 7. Afwijzingen (op grond van artikel 5 t/m 7) worden schriftelijk gemotiveerd. 3. Besluiten tot benoeming van een lid worden door de betreffende raad bekend gemaakt aan de achterban. Artikel 9 1. De leden van de Cliëntenraad worden gekozen voor een periode van 4 jaar; ze zijn terstond herbenoembaar. De maximale zittingsperiode is 8 jaar. 2. De CCR-C dan wel CCR-V doet een bindende voordracht tot herbenoeming aan de Raad van Bestuur conform de in artikel 8 beschreven procedure. 3. De CCR-C en CCR-V stellen ieder zelf een rooster van aftreden op, waarin de momenten van aftreden goed worden verspreid over de tijd. In ieder geval dragen de CCR-C en CCR-V er zorg voor dat niet alle leden van de betreffende raad in hetzelfde jaar aftreden en streven zij naar een constructie waarbij iedere twee jaar om-en-om de helft van de betreffende raad aftreedt. Paragraaf 5: Einde lidmaatschap Artikel Het lidmaatschap van de CCR-C dan wel CCR-V eindigt: a. door verloop van de zittingsduur; b. door overlijden van het lid; c. door te bedanken voor het lidmaatschap; d. na drie maanden nadat de zorgovereenkomst met de (verwante) Cliënt is geëindigd;

9 e. wanneer de CCR-C dan wel de CCR-V, overeenkomstig de regeling die hij daarvoor reglementair getroffen heeft, besluit dat voortzetting van het lidmaatschap redelijkerwijs niet van de CCR-C dan wel de CCR-V gevergd kan worden. 2. Personen, waarvan het lidmaatschap van de CCR-C dan wel CCR-V door de CCR-C of CCR-V is opgezegd of die door de Zorgaanbieder ontslagen zijn van hun lidmaatschap, kunnen in de twee daaropvolgende kalenderjaren niet worden benoemd tot lid van de CCR-C of CCR-V. Artikel 11 De CCR-C dan wel de CCR-V voorziet op zo kort mogelijke termijn in tussentijdse vacatures, waarbij een voordracht tot benoeming, zoals bedoeld in artikel 8 lid 1 van het Instellingsbesluit, in ieder geval binnen 10 weken na het ontstaan van de vacature wordt gedaan. Paragraaf 6: Voorwaarden voor medezeggenschap Artikel Zorgaanbieder draagt er zorg voor dat degenen die lid willen worden van de CCR-C of CCR-V dan wel al lid zijn, niet uit hoofde van hun sollicitatie of lidmaatschap worden benadeeld in de instelling. 2. Leden van de CCR-C of CCR-V die menen dat er sprake is van benadeling (zoals genoemd in artikel 12.1 ), kunnen een klacht indienen overeenkomstig de geldende klachtenreglement van de Zorgaanbieder. Artikel De kosten die redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van de CCR-C dan wel de CCR-V komen ten laste van de Zorgaanbieder. 2. De Zorgaanbieder stelt zowel met de CCR-C als met de CCR-V ieder jaar in het najaar opnieuw een budget vast. Kosten waardoor het budget wordt overschreden, komen na verantwoording op verzoek van de CCR-C dan wel de CCR-V en na goedkeuring door de Zorgaanbieder ten laste van de Zorgaanbieder. 3. De kosten van het voeren van rechtsgedingen in het kader artikel 2 Wmcz komen slechts ten laste van de Zorgaanbieder indien daarover voorafgaand aan (elke fase van) het rechtsgeding door de CCR-C dan wel CCR-V met de Raad van Bestuur overleg is gevoerd.

10 Paragraaf 7: Voorzieningen CCR-C en CCR-V Artikel De Zorgaanbieder staat de CCR-C en de CCR-V het gebruik toe van die voorzieningen waarover hij kan beschikken en die zij redelijkerwijs nodig hebben voor de vervulling van hun taken. 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 kan de Zorgaanbieder jaarlijks, in overeenstemming met zowel de CCR-C als met de CCR-V, een nadere regeling vaststellen waarin wordt beschreven welke voorzieningen de CCR-C respectievelijk de CCR-V ten dienste staan, de mate waarin daarvan gebruik wordt gemaakt en al het overige wat in dit kader relevant wordt geacht. Artikel De CCR-C en de CCR-V kunnen ieder bijeenkomsten voor Cliënten dan wel Verwanten organiseren. Hierbij moet rekening worden gehouden met de algemene regels van de Zorgaanbieder en de huisregels van de afdelingen van de Zorgaanbieder. De CCR-C en/of de CCR-V draagt zorg voor afstemming met de betreffende afdelingen over de organisatie van het overleg met de Cliënten. 2. De CCR-C en/of CCR-V kan informatie verstrekken aan Cliënten dan wel Verwanten over alle aangelegenheden die de betreffende raad van belang acht. 3. De CCR-C en/of CCR-V kan medewerkers van de Zorgaanbieder raadplegen, of deskundigen van buiten de Zorgaanbieder, om informatie, bijstand en advies vragen. Paragraaf 8: Overlegvergadering CCR-C dan wel CCR-V met Raad van Bestuur Artikel De CCR-C en de Raad van Bestuur komen bijeen volgens een, door hen in onderling overleg jaarlijks vast te stellen, vergaderrooster. De Raad van Bestuur en de CCR-C vergaderen minimaal vier keer per jaar. 2. De CCR-V en de Raad van Bestuur komen bijeen volgens een, door hen in onderling overleg jaarlijks vast te stellen, vergaderrooster. De Raad van Bestuur en de CCR-V vergaderen minimaal vier keer per jaar. 3. De vergaderingen van de Raad van Bestuur met de CCR-C en de CCR-V vinden in de regel gescheiden van elkaar plaats.

11 4. Voorts komen de Raad van Bestuur en de CCR-C dan wel de CCR-V bijeen binnen twee weken nadat de CCR-C dan wel de CCR-V of de Raad van Bestuur daar schriftelijk, onder opgave van redenen, om heeft verzocht. Dit verzoek wordt ingediend bij de Ambtelijk secretaris van de betreffende raad. Artikel Aan de overlegvergadering wordt deelgenomen door ( een vertegenwoordiging van) de Raad van Bestuur en (een vertegenwoordiging van) de CCR-C respectievelijk de CCR-V. 2. Een overlegvergadering wordt niet gehouden als minder dan de helft van het aantal leden van de CCR-C dan wel de CCR-V aanwezig is of als de voltallige Raad van Bestuur afwezig is. Indien een vergadering op grond van het bepaalde in de eerste volzin niet doorgaat, wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven met dezelfde agenda. Deze vindt plaats in de eerste of tweede week na de afgelaste vergadering. Deze tweede vergadering wordt gehouden ongeacht het aantal afwezige leden van de betreffende raad. 3. Zowel de CCR-C dan wel de CCR-V als de Raad van Bestuur kan zich tijdens de overlegvergadering laten bijstaan door één of meer deskundigen. Artikel De overlegvergaderingen tussen de Raad van Bestuur en de CCR-C worden beurtelings voorgezeten door de voorzitter van de CCR-C en de Raad van Bestuur. 2. De overlegvergaderingen tussen de Raad van Bestuur en de CCR-V worden voorgezeten door de voorzitter van de CCR-V. 3. Indien een van de partijen dit wenst, kan een vergadering voorgezeten worden door een onafhankelijke, technisch voorzitter. 4. De Ambtelijk secretaris van de betreffende raad treedt op als secretaris van de overlegvergadering. Artikel De agenda voor de overlegvergadering wordt opgesteld door de Ambtelijk secretaris van de betreffende raad, na overleg daarover met de voorzitter van de CCR-C respectievelijk de voorzitter van de CCR-V en de Raad van Bestuur. 2. De overlegvergadering wordt door de Ambtelijk secretaris van de betreffende raad schriftelijk bijeengeroepen, ten minste zeven dagen voordat de vergadering wordt gehouden. De Ambtelijk secretaris van de leven vol betekenis

12 betreffende raad voegt bij de oproep de agenda en de bijbehorende stukken. 3. De Ambtelijk secretaris van de betreffende raad is verantwoordelijk voor het opstellen van een verslag van de overlegvergadering. Dit verslag wordt tijdens de eerstvolgende overlegvergadering vastgesteld. 4. Een overlegvergadering wordt door de voorzitter geschorst wanneer de CCR-C/ CCR-V of de Raad van Bestuur voor een bepaald onderwerp afzonderlijk beraad wenselijk acht. Paragraaf 9: Informatie-uitwisseling Artikel De Raad van Bestuur verstrekt de CCR-C en de CCR-V alle informatie zoals beschreven in de Wmcz, meer specifiek in artikel 5 Wmcz. 2. De CCR-C en de CCR-V ontvangen van de Raad van Bestuur het geanonimiseerde jaarverslag van de regionale klachtencommissie en de klachtenfunctionaris van de Zorgaanbieder, zodra de Raad van Bestuur de beschikking over dat jaarverslag heeft gekregen. Artikel 21 De CCR-C en de CCR-V informeren ieder voor zich de Raad van Bestuur periodiek over de wijze waarop de betreffende raad met de Cliënten overlegt en over de wijze waarop hij de Cliënten informeert. Artikel 22 De Raad van Bestuur geeft de CCR-C en de CCR-V de gelegenheid Cliënten en medewerkers te informeren over het werk van de CCR-C en de CCR-V via folders, magazines en de website van de Zorgaanbieder. Artikel De CCR-C en de CCR-V verstrekken ieder voor zich informatie aan de Raad van Bestuur voor zover die relevant is voor het jaarverslag van de Raad van Bestuur zoals bedoeld in artikel 8 Wmcz. 2. De Raad van Bestuur stelt jaarlijks een schriftelijk verslag op over de wijze waarop ten aanzien van de Zorgaanbieder de Wmcz is toegepast, overeenkomstig artikel 8 Wmcz en maakt de informatie zoals beschreven in artikel 9 Wmcz openbaar op de wijze zoals in dat artikel is beschreven. Artikel De leden van de CCR-C en de CCR-V zijn verplicht tot geheimhouding

13 van vertrouwelijke informatie over Cliënten die zij vernemen tijdens hun werkzaamheden voor de raden. Deze geheimhouding geldt ook voor alle aangelegenheden ten aanzien waarvan de Zorgaanbieder hun geheimhouding heeft opgelegd of waarvan zij het vertrouwelijke karakter moeten begrijpen. Het voornemen geheimhouding op te leggen wordt zoveel mogelijk vóór de behandeling van de betrokken aangelegenheid medegedeeld. Degene die de geheimhouding oplegt, deelt daarbij tevens mee, welke schriftelijk of mondeling verstrekte gegevens onder de geheimhouding vallen en hoelang deze dient te duren, alsmede of er personen zijn ten aanzien van wie de geheimhouding niet in acht behoeft te worden genomen. 2. De plicht tot geheimhouding vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de CCR-C dan wel de CCR-V. 3. De CCR-C dan wel de CCR-V, kan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden verzoeken de opgelegde geheimhouding op te heffen op grond van het feit dat de Zorgaanbieder bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot het opleggen van geheimhouding had kunnen besluiten. Paragraaf 10: Geschillenregeling Artikel 25 Geschillen tussen de CCR-C en/of de CCR-V enerzijds en de Zorgaanbieder anderzijds worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 Wmcz afgewikkeld door de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, dan wel de kantonrechter. Artikel 26 De Zorgaanbieder stelt de leden van de CCR-C en de CCR-V, die vanwege het feit dat zij lid zijn of waren van de CCR-C of CCR-V van de instelling, en daardoor als partij betrokken worden in een procedure, schadeloos voor alle nadelige financiële gevolgen die voortkomen uit een juridische procedure van welke aard dan ook ingesteld door of namens de Zorgaanbieder, door de CCR-C en/of de CCR-V of door derden, behoudens voor zover er sprake is van opzet en bewuste roekeloosheid of handelen dat niet passend is bij de uitvoering van zijn/haar taak als lid van de CCR-C dan wel CCR-V. leven vol betekenis

14 Paragraaf 11: Overgangs- en slotbepalingen Artikel Dit instellingsbesluit treedt in werking op de datum van ondertekening door de voorzitter van de Raad van Bestuur, de CCR-C en de CCR-V. 2. Na de inwerkingtreding zullen de huidige leden uit de CCR-C, dan wel CCR-V zitting nemen in de betreffende raad totdat zij de maximale zittingstermijn hebben bereikt, mits zij voldoen aan het bepaalde in artikel 6 en de (kwaliteits)eisen zoals benoemd in artikel 7.2. Voor de vervanging van de zittende leden, die de maximale zittingstermijn hebben bereikt (artikel 9.1 Instellingsbesluit), geldt een overgangsperiode van maximaal 2 jaar. Tussentijdse vacatures worden conform de artikelen in paragraaf 4 vervuld. 3. In gevallen waarin dit Instellingsbesluit niet voorziet, beslist de Zorgaanbieder in de geest van dit instellingsbesluit. De Zorgaanbieder stelt de CCR-C en de CCR-V in staat hierover te adviseren. 4. Zowel de Raad van Bestuur als de CCR-C en/of de CCR-V kunnen voorstellen doen ter verbetering dan wel aanpassing van dit Instellingsbesluit. 5. Dit Instellingsbesluit zal na inwerkingtreding iedere 3 jaar door de CCR-C respectievelijk de CCR-V en de Raad van Bestuur worden geëvalueerd. Uiterlijk drie maanden voor het einde van deze periode maken de CCR-C respectievelijk de CCR-V met de Raad van Bestuur een afspraak over de wijze en het tijdstip waarop de evaluatie plaatsvindt. 6. Dit Instellingsbesluit kan worden gewijzigd door de Zorgaanbieder. De Zorgaanbieder wijzigt dit besluit niet voordat de CCR-C en de CCR-V hierover positief advies hebben uitgebracht dan wel, wanneer één of beide adviezen negatief zijn, de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden heeft vastgesteld dat de Zorgaanbieder bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de beoogde wijziging van het Instellingsbesluit kan komen.

15 Vastgesteld door de Zorgaanbieder tijdens de vergadering op te. Namens de Zorgaanbieder, Aveleijn (naam + handtekening) ½ lik (functie)... R.\/ D... (functie) Na positief advies van de Centrale Cliëntenraad Cliënten39 Centrale Cliëntenraad Verwanten s m.w.. e.r.. ~... (naam + handtekening).v.~ 2... C. C.. R.~.C (functie). v.i... ~c.-:!? ~- (functie) J Leven vol betekenls