Taakgerichte analyse van de uitvoeringsvormen in de regionale steden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Taakgerichte analyse van de uitvoeringsvormen in de regionale steden"

Transcriptie

1 Taakgerichte analyse van de uitvoeringsvormen in de regionale steden > Tussentijds rapport rapport Jeroen Windey Prof. dr. Koen Verhoest D/2008/10107/002

2 Inhoudstafel 1. Onderzoeksopzet Jaar 1: de aansturing vanuit de regionale steden van verzelfstandigde organisaties (2007) Jaar 2: de keuze door de regionale steden uit diverse dienstverleningsvormen (2008) Focus en aanpak van het onderzoek Aanpak Jaar 3: de problematiek van de consolidatie en coördinatie van de dienstverlening op stedelijk niveau Focus en aanpak van het onderzoek Aanpak Resultaten stap 1 jaar ALGEMENE STUDIE VAN DE VERSCHILLENDE UITVOERINGSVORMEN Algemeen: Publieke of private dienstverlening? De rol van de overheid Markt- en overheidsfalen Theoretische stromingen Algemene analyse: Dienstverleningsvormen en hun kenmerken Eigen beheer Verzelfstandiging Budgethouderschap (BHS) Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA) Het autonoom gemeentebedrijf (AGB) Het extern verzelfstandigde agentschap in privaatrechtelijke vorm (EVAP) Intergemeentelijke Samenwerking (IGS) Interlokale Vereniging (IV) Projectvereniging (PV) Dienstverlenende Vereniging (DV) Opdrachthoudende Vereniging (OV) Publiek-Private Samenwerking (PPS) Uitbesteding Inschakeling van de derde sector UPDATE OVERZICHT UITVOERINGSNETWERKEN REGIONALE STEDEN 27 Windey & Verhoest i

3 3.1. Analysekader Focus op verzelfstandigingsvormen Focus op aard van de taken Bevindingen: Update uitvoeringsnetwerk steden Overzicht verzelfstandiging per stad Overzicht verzelfstandigingsvormen over alle steden Overzicht verzelfstandigingsvormen naargelang de aard van de taken Verdere aanpak taakgerichte analyse Analysekader Cases Verdere aanpak cases VERDERE AANPAK: UITDIEPING KEUZEPROBLEMATIEK VERSCHILLENDE UITVOERINGSVORMEN Bijlagen Bijlage 1: Overzicht uitvoeringsnetwerken per stad (Juni 2008) Bijlage 2: Update + taakgerichte analyse verzelfstandigingsvormen over alle steden Bijlage 3: Afkortingen Bijlage 4: Geïnterviewde contactpersonen Bijlage 5: Lijst van tabellen 53 ii K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

4 Taakgerichte analyse van de uitvoeringsvormen in de regionale steden Abstract In dit rapport geven we een tussentijdse stand van zaken van het 3-jarig onderzoeksproject De regionale steden en het gemeentedecreet: praktische uitvoering beleids- en beheersopdrachten in het kader van effectieve dienstverlening. Zoals aangegeven in de tussentijdse nota die op de vergadering van de VVSG-Werkgroep Centrumsteden Financiën van 04/03/2008 te Antwerpen werd voorgesteld, werden de eerste zes maanden van het tweede onderzoeksjaar in grote mate gewijd aan de algemene analyse van de verschillende uitvoeringsvormen via de welke de Vlaamse regionale steden 1 die bij het onderzoek betrokken zijn hun dienstverlening organiseren. Achtereenvolgens worden volgende thema s besproken: - Onderzoeksopzet; - Update van het uitvoeringsnetwerk van de regionale steden; - Algemene studie van de verschillende uitvoeringsvormen. 1 Het gaat om Aalst, Brugge, Genk, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout. Gent en Antwerpen werden geconsulteerd maar zijn omwille van hun grootteorde niet in detail in de analyses opgenomen. Windey & Verhoest 3

5

6 1. Onderzoeksopzet De regionale steden streven naar een effectieve dienstverlening voor hun burgers. Het Vlaamse gemeentedecreet voorziet een resem nieuwe en vernieuwde beleids- en beheersinstrumenten die daarvoor kunnen dienen. Dit onderzoeksprogramma heeft tot doel om de regionale steden te ondersteunen bij het gebruik van die instrumenten, en met name diegene die de gemeente gebruikt in haar regie van de verschillende publieke en private actoren die bij de dienstverlening betrokken zijn. Tijdens de drie jaren van het programma staat telkens een ander thema centraal dat relevant is voor elke stad. Die drie onderzoeks-thema s zijn: 1) de aansturing van verzelfstandigde organisaties, 2) de keuze uit diverse dienstverleningsvormen en 3) de problematiek van de consolidatie en coördinatie van de dienstverlening op stedelijk niveau. Elk thema wordt eerst geanalyseerd vanuit het perspectief van de regionale steden. Daarna worden in verband met elk thema instrumenten ontwikkeld ter optimalisering ervan in de praktijk Jaar 1: de aansturing vanuit de regionale steden van verzelfstandigde organisaties (2007) Tijdens de vergaderingen van de VVSG-werkgroep Centrumsteden-Financiën werd er op regelmatige basis gerapporteerd over de voortgang van het onderzoek 2. De resultaten van het eerste onderzoeksjaar staan beschreven in: Windey Jeroen, Verhoest Koen & Bouckaert Geert (2007). Algemene inventarisatie en mapping van de uitvoeringsvormen in de regionale steden. De regionale steden en het gemeentedecreet: praktische uitvoering beleids- en beheersopdrachten in het kader van effectieve dienstverlening. Leuven, 56 p. Windey Jeroen & Verhoest Koen (2007). Handleiding beheersovereenkomsten voor lokale besturen. Leuven, 137 p. Windey Jeroen & Verhoest Koen (2008). Beheersovereenkomsten voor lokale besturen. Een praktische handleiding. Brussel, Politeia, 166 p Jaar 2: de keuze door de regionale steden uit diverse dienstverleningsvormen (2008) Focus en aanpak van het onderzoek Naast vormen van interne en externe verzelfstandiging en naast het eigen, interne beheer kunnen de regionale steden voor hun dienstverlening nog andere vormen inschakelen. Zo voorziet het gemeentedecreet in het oprichten van of deelnemen aan verenigingen, stichtingen en vennootschappen met sociaal oogmerk (art. 195), het gebruiken van diensten en personeel van het OCMW (art. 271), en publiek-private samenwerking (art. 195). Via een mix van die verzelfstandigde en andere vormen en van het eigen beheer kan de stedelijke dienstverlening dus georganiseerd worden. Dit roept de volgende vragen op: Welke dienstverleningsvormen kan het stadsbestuur naast haar eigen beheer inschakelen voor de uitvoering van publieke taken? Wat zijn de kenmerken van die vormen (hoe wordt hun organisatie gewijzigd door het gemeentedecreet)? En welke zijn de criteria op basis waarvan het stadsbestuur het best voor een bepaalde vorm kan kiezen incluis voor dienstverlening in eigen beheer? 2 Zie voortgangnota s van 20/03/2007, 20/06/2007, 18/09/2007 en 12/12/2007. Windey & Verhoest 5

7 Die vragen vormen de focus van het onderzoek in het tweede jaar van het onderzoeksprogramma. Dit onderzoek wordt op analoge wijze gefaseerd als het eerste jaar Aanpak De eerste fase ervan bestaat uit: Een algemene studie van deze verschillende dienstverleningsvormen. De bedoeling ervan is om zicht te krijgen op de eigenheid van de diverse dienstverleningsvormen, hun specifieke voor- en nadelen en de omstandigheden waarin best al dan niet voor elke vorm wordt gekozen. Hier wordt voortgebouwd op de algemene inventarisatie en mapping die in jaar 1 werd uitgevoerd. Een evaluatie van het huidige gebruik van de dienstverleningsvormen, alsook de evolutie over de laatste jaren en wordt een sterkte-zwakteanalyse opgemaakt voor de verschillende dienstverleningsvormen m.b.t. de keuze van de vorm, de organisatie van de vorm en de specifieke kenmerken van hun aansturing. De gehanteerde methodes hierbij zijn: Literatuurstudie m.b.t. de geldende wetgeving, de verschillende uitvoeringsvormen en hun kenmerken, etc.; Uitdieping documentenanalyse (begroting, rekening, jaarverslag, oprichtingsbesluiten, statuten, contractuele overeenkomsten, rapporterings- en evaluatiedocumenten, maar ook interne documenten i.v.m. deze problematiek); Aanvulling en verfijning overzichtsschema s uitvoeringsnetwerk door de regionale steden; Interviews i.k.v. de algemene analyse van de uitvoeringsvormen + ter verkenning van de cases. Op basis van die sterkte-zwakte analyse, zal de tweede fase gericht zijn op het ontwikkelen van een instrument dat elke stad ondersteunt bij keuze voor de voor haar optimale dienstverleningsvormen. Dit instrument wordt ontwikkeld in interactie met de regionale steden. Het omschrijft drie zaken: de kenmerken, structuur en organisatie van iedere dienstverleningsvorm, waarbij we rekening houden met de implicaties van het nieuwe gemeentedecreet en andere recente regelgeving voor die vormen. Waar nodig wordt beschreven hoe de bestaande vormen kunnen worden aangepast aan het nieuwe gemeentedecreet. de criteria waarop een regionale stad de keuze van dienstverleningsvorm in een concrete situatie kan baseren. specifieke aandachtspunten voor de regionale stad bij de aansturing van die specifieke dienstverleningsvorm (voortbouwend op de onderzoeksresultaten van jaar 1) Jaar 3: de problematiek van de consolidatie en coördinatie van de dienstverlening op stedelijk niveau Focus en aanpak van het onderzoek Eenmaal de keuze gemaakt is voor bepaalde dienstverleningsvormen, is het ook de taak van de stad om de dienstverlening van al die vormen te consolideren en te coördineren. In dit verband rijzen dan ook vragen als Met welke arrangementen kan het stadsbestuur de activiteiten van de verschillende dienstverleningsvormen optimaal consolideren en coördineren (en dit zowel tussen de beleidsvoorbereiding en uitvoering voor elke vorm afzonderlijk als onderling tussen de verschillende vormen)? Het gemeentedecreet voorziet 6 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

8 ook in dit verband arrangementen zoals het oprichten van een managementteam (art ), het afsluiten van een afsprakennota tussen het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) en de secretaris mede namens het managementteam (art. 87), de consolidering van de gemeentelijke jaarrekeningen met die van de autonome gemeentebedrijven (art. 172), de jaarlijkse verslaggeving van het CBS aan de gemeenteraad over het gevoerde beleid en beheer en over de uitvoering van het budget (art. 173), de opname van de OCMW voorzitter in het CBS (art. 44). De focus van het onderzoek ligt ook hier op (1) het optimale gebruik van die arrangementen uit het gemeentedecreet door de regionale steden en (2) de noodzakelijke capaciteit die daarvoor aanwezig moet zijn in de kernadministratie en in de verzelfstandigde eenheden. Hierbij wordt aangegeven op welke manier de regionale centrumsteden hun regiefunctie vorm kunnen geven (b.v. proactief, strategisch sturend, of eerder beheersend) Aanpak Opnieuw zal in twee fasen worden te werk gegaan. In een eerste fase zal: worden ingezoomd op zowel de binnen- als buitenlandse problematiek van een geconsolideerde en gecoördineerde dienstverlening op stedelijk niveau. De aandacht zal daarbij uitgaan naar de typische problemen van (gebrekkige) consolidatie en coördinatie, de mogelijke oplossingen en de vereisten die elk van die oplossingen stellen op het vlak van de capaciteit van de kernadministratie. voor de regionale steden de divergentie van informatiebronnen op verschillende niveaus (kernadministratie, verzelfstandigd agentschap) per beleidsdomein geanalyseerd worden. Dit doen we voor de verschillende fasen in de beleids- en beheerscyclus: de planning/begrotingsfase, de uitvoering/monitoringsfase en de evaluatie/audit fase. Concreet analyseren we bijvoorbeeld welke methoden en documenten er bestaan voor planning in de verschillende verzelfstandigde organisaties (gemeentebedrijven, autonome gemeentebedrijven en stedelijke vzw s) en in de kernadministratie en hoe ze afgestemd zijn qua inhoud en procedure. Via bevraging van de regionale steden krijgen we zicht op de moeilijkheden m.b.t. consolidatie en coördinatie die ze ervaren. Deze moeilijkheden worden opgelijst per fase. via de bevraging ook de aanwezige capaciteit van de kernadministratie en verzelfstandigde organisaties in de regionale steden geanalyseerd worden. Tenslotte bevragen we de steden ook naar hun visie inzake de optimale wijze van regie. In de tweede fase zullen instrumenten worden ontwikkeld die elke regionale stad in staat zullen stellen om de lokale dienstverlening optimaal te consolideren en te coördineren. Hierbij zullen we ons toespitsen op een bepaalde fase in de beleids- en beheerscyclus (planning/begroting; uitvoering/monitoring; evaluatie/audit). De selectie van prioritair te bestuderen fase en documenten zal gemaakt worden door de stuurgroep in samenspraak met de onderzoekers. Voorbeelden van thema s zijn: de inschakeling via planningscascade (vanuit strategische nota tot aan beheersovereenkomsten met organisaties); financieelbudgettaire consolidatie; of consolidering van rapportering en prestatiegegevens voor verslag aan gemeenteraad. Voor de geselecteerde thema s wordt een handleiding met checklist en stappenplannen ontwikkeld. Dit wordt uitgewerkt in het kader van verschillende regiemodellen. Windey & Verhoest 7

9 1.4. Resultaten stap 1 jaar 2 In dit rapport beschrijven we de resultaten van stap 1 van jaar 2 van het onderzoeksprogramma: Taakgerichte analyse van de verschillende uitvoeringsvormen in de regionale steden. Volgende thema s komen hierbij aan bod: Onderzoeksopzet; Algemene studie van de verschillende uitvoeringsvormen; Update van het uitvoeringsnetwerk van de regionale steden; (Verdere aanpak: uitdieping keuzeproblematiek verschillende uitvoeringsvormen). 8 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

10 2. ALGEMENE STUDIE VAN DE VERSCHILLENDE UITVOERINGSVORMEN 2.1. Algemeen: Publieke of private dienstverlening? De rol van de overheid Om het keuzeprobleem van de juiste dienstverleningsvorm voor lokale publieke dienstverlening beter te kaderen, is het nuttig kort stil te staan bij enkele theoretische kaders die dieper ingaan op de rol van de staat. De rol van de staat wordt immers continu in vraag gesteld en veranderende opvattingen beïnvloeden rechtstreeks welke publieke diensten/producten worden verstrekt en de wijze waarop dit gebeurt. We gaan terug tot de jaren 70, toen de verzorgingsstaat onder druk kwam te staan door de budgettaire krapte waarmee overheden als gevolg van het vertragende economische klimaat geconfronteerd werden (macro-niveau). Men moest stevig snoeien in de overheidsuitgaven en het debat over de kerntaken van de overheid barstte in alle hevigheid los. Men moest op zoek naar een nieuw evenwicht tussen enerzijds de overheid die steeds meer verantwoordelijkheden naar zich toe had getrokken, en de private sector als dienstverlener, gestuurd door de markt als coördinerend mechanisme. Hoewel het takenpakket van overheden afnam, bleef het aandeel van de overheidsuitgaven in het BBP stijgen. Onder druk van de torenhoge overheidsschulden, werd in de jaren 80 en 90 niet enkel meer gedebatteerd over het inperken van de activiteiten van de overheid, maar kwam ook het institutionele karakter van de overheid onder vuur te liggen. Naast een kleinere overheid, moest deze ook meer marktgeoriënteerd worden. 3 Ook de visie op overheidsmanagement en de wijze waarop de verschillende overheidsdiensten optimaal georganiseerd dienden te worden, veranderde (micro-niveau). Onder impuls van trends zoals PPBS (Planning, programming and budgeting system), ZBB (zero based budgeting), MBO (management by objectives) of TQM (total quality management), groeide de aandacht voor private managementtechnieken. Het marktdenken en de soevereiniteit van de burger-klant wonnen aan populariteit. Voor de organisatie van de overheid had dit tot gevolg dat men in vraag begon te stellen of een welbepaalde dienst of organisatie beter behoorde tot de traditionele overheidssector dan wel op afstand moest worden geplaatst. Voortaan werd gestreefd naar moderne overheidsorganisaties met minder regels en minder voorspelbaarheid, wat uiteindelijk de overheid als geheel en haar dienstverlening ten goede zou komen. Telkens de discussie over de rol van de overheid losbarst, wordt gekeken welke taken optimaal door de publieke dan wel door de private sector worden verstrekt. Iedereen is het erover eens dat taken van algemeen belang voorbehouden zijn aan de overheid. Daarnaast zijn er een aantal zuivere publieke of collectieve goederen met een hoog strategisch belang die vanzelfsprekend door de overheid worden uitgevoerd omdat ze noodzakelijk zijn om een geordende samenleving in stand te houden. Het gaat om goederen of diensten die voor iedereen beschikbaar zijn en waarvan de toegankelijkheid 3 Osborne, D. & Gaebler, T., Reinventing government: How the entrepreneurial spirit is transforming the public sector, Reading, Addison-Wesley, Windey & Verhoest 9

11 niet in het gedrang komt door het gebruik ervan door een burger. Voorbeelden zijn de zorg voor basisinfrastructuur, interne veiligheid, landsverdediging, enz. Op basis van maatschappelijke noden en behoeften wordt de overheid vaak ook een rol toebedeeld gericht op het leveren van algemeen nuttige voorzieningen. Het is ook vanuit deze visie dat de huidige welvaartsstaten werden ontwikkeld 4. Tenslotte kan een overheid optreden om naast de publieke belangen ook bepaalde individuele en/of maatschappelijke belangen te behartigen. Het gaat om taken die voor de samenleving als geheel gewenst zijn, zoals bvb. het inrichten van openbaar vervoer, het bestrijden van milieuvervuiling, enz. Het overheidsoptreden is hierbij niet altijd noodzakelijk, tenzij de bevordering van deze belangen te eenzijdig toekomt aan bepaalde groepen burgers of indien de ongelijkheid in de samenleving te groot wordt Markt- en overheidsfalen Een van de belangrijkste argumenten om de productie van bepaalde goederen en diensten aan de overheid toe te kennen, is dat het marktmechanisme in bepaalde omstandigheden faalt. Soms zijn planning, collectieve besluitvorming en publieke voorzieningen effectiever voor het bereiken van bepaalde sociale doelstellingen dan wanneer het initiatief overgelaten wordt aan het proces van de individuele ruil 6. Men gaat ervan uit dat de markt onvoldoende juiste prikkels geeft aan producenten en/of consumenten, waardoor er inefficiënties zijn in de allocatie van goederen en diensten. De overheid kan wel rekening houden met factoren waarvoor er binnen het marktproces geen plaats is en zorgt voor optimalisering van de productie. Enkele situaties waarbij dit marktfalen zich manifesteert, zijn: Publieke goederen Doordat de individuele burger zijn noden voor publieke goederen onderschat of zich als free-rider gedraagt, bereikt slechts een beperkte vraag de markt, waardoor deze goederen te weinig of zelfs niet aangeboden worden. Door tussenkomst van de overheid kan wel in die hoeveelheid publieke goederen voorzien worden die de welvaart voor de burgers maximaliseert. Toenemende schaalopbrengsten Wanneer bvb. grote kapitaalinvesteringen nodig zijn, neemt de eenheidskost van de geproduceerde goederen af naarmate de schaal waarop geproduceerd wordt. Dit kan aanleiding geven tot het ontstaan van monopolies die de productie beperken en de prijs boven de kostprijs bepalen om zo de winst te optimaliseren. Het gebrek aan concurrentie leidt tot een gebrek aan innovatie en efficiëntie en vermindert de publieke welvaart. Om dit te verhinderen, wordt dergelijke dienstverlening vaak ondergebracht bij de overheid. Negatieve externaliteiten 4 Verhoest, K., Vervloet, D. & Bouckaert, G., Overheid, markt of non-profit? Onderbouwing van het maatschappelijk kerntakendebat, Reeks Modernisering van de overheidsinstellingen, Academia Press, Gent, 2003, 352 p. 5 Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, Het borgen van publiek belang. Rapport aan de regering Nr. 56, Den Haag, Sdu, Walsh, K., Public services and market mechanisms: Competition, contracting and the new public management, Basingstoke, Macmillan, 1995, 284 p. 10 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

12 Wanneer er kosten zijn voor de samenleving die niet worden verrekend, zullen private ondernemingen geneigd zijn meer te produceren dan maatschappelijk wenselijk is. Door tussenkomst van de overheid kan men er voor zorgen dat alle productiekosten in rekening worden gebracht. Denk hierbij bvb. aan milieukosten. Merit goods Goederen waarbij het belangrijk is voor de samenleving dat iedereen ze gebruikt, maar die wel aan het privé-initiatief worden overgelaten, riskeren te weinig geproduceerd en gebruikt te worden. Onderwijs en gezondheidszorg zijn voorbeelden van dergelijke merit goods waarin de overheid best kan voorzien om te voorkomen dat de toegang tot deze goederen beperkt wordt. Informatie-asymmetrie Een over- of onderschatting door de individuele gebruiker van de nood aan bepaalde goederen of diensten, kan leiden tot over- of onderproductie door de private aanbieder. Ook de kwaliteit en de prijs van de goederen kunnen als gevolg van de asymmetrie van informatie moeilijk ingeschat worden door de gebruikers. De overheid kan deze ongelijkheid tussen producent en consument helpen te verkleinen. Naast de theorie van het marktfalen is er de theorie van het overheidsfalen, die wijst op de beperkingen van het overheidsingrijpen. Men verwijst naar het institutionele kader waarvinnen de overheid haar activiteiten uitvoert, waardoor deze niet effectief en efficiënt kan werken. Dienstverlening volgens rationele en bureaucratische principes wordt algemeen beschouwd als te afhankelijk van kennis, informatie en de mogelijkheid om geïnformeerde beslissingen te nemen. De trage werking van een bureaucratie verhindert de effectiviteit. In de jaren 80 en 90 leidde dit tot een verschuiving van een directe dienstverlenende rol naar een faciliterende rol van de overheid. Managementsystemen gebaseerd op het marktmechanisme vervingen meer en meer de traditionele bureaucratische overheidsstructuren. Volgens de theorie van het markt- en overheidsfalen wordt de overheid geacht haar verantwoordelijkheid inzake de productie van bepaalde goederen en diensten daar op te nemen waar de markt faalt. Hierbij dient de overheid optimaal gebruik te maken van een aantal typisch tot de private sector behorende principes en mechanismen. Merk op dat de keuze voor een of andere dienstverleningsvorm niet los gezien kan worden van de politieke of ideologische achtergrond van het moment Theoretische stromingen De verschillende opvattingen over de keuze tussen publieke en private sector voor een bepaalde dienstverlening, kan onderbouwd worden vanuit verschillende theoretische stromingen. We gaan er hier niet verder op in, maar geven alvast een overzicht van de belangrijkste theoretische stromingen 7 : Economische theorieën: 7 Zie Verhoest, K., Vervloet, D. & Bouckaert, G., Overheid, markt of non-profit? Onderbouwing van het maatschappelijk kerntakendebat, Reeks Modernisering van de overheidsinstellingen, Academia Press, Gent, 2003, p Windey & Verhoest 11

13 o Public choice; o Nieuwe institutionele economie; o Management control. Bestuurskundige theorieën: o Traditionele administratieve wetenschappen; o Netwerktheorieën; o Autopoiesis; o Beleidsanalysetheorieën. Theorieën inzake overheidsmanagement: o New Public Management; o Governance Algemene analyse: Dienstverleningsvormen en hun kenmerken In het eerste onderzoeksjaar werden een aantal uitvoeringsvormen geïnventariseerd die de centrumsteden gebruiken om hun dienstverlening te realiseren. Gelet op het gemeentedecreet en de ervaringen binnen de pilootstad (Leuven), focusten we in jaar 1 vooral op de verzelfstandigingsvormen. De bevindingen van deze eerste fase zijn terug te vinden in het tussentijds rapport Algemene inventarisatie en mapping van de uitvoeringsvormen in de regionale steden dat tijdens de werkgroepvergadering van 20 juni 2007 te Kortrijk werd voorgesteld. Tijdens jaar 2 beperken we ons niet tot de uitvoeringsvormen die in jaar 1 geïnventariseerd werden. Ook andere, minder bekende/gebruikte vormen komen aan bod. In deze nota focussen we op volgende uitvoeringsvormen: Eigen beheer; Verzelfstandiging; Intergemeentelijke samenwerking; Publiek private samenwerking; Uitbesteding; Inschakeling derde sector. Merk op dat uit eerdere interviews bleek dat in het verleden de keuze voor bepaalde dienstverleningsvormen in de centrumsteden vooral ad hoc werd gemaakt: Men werd geconfronteerd met een bepaalde nood en ging vervolgens rekening houdend met geldende regelgeving, opportuniteiten (bvb. fiscaal), goede ervaringen binnen andere steden, politieke beleidskeuzes etc. op zoek naar de meest geëigende dienstverleningsvorm. De huidige uitvoeringsnetwerken zijn dan ook vooral historisch gegroeid en zijn toe aan een kritische denkoefening over hoe de bestaande organisatievormen best aangepast kunnen worden. Om deze denkoefening te onderbouwen, bespreken we voor elk van bovenvermelde vormen hun specifieke kenmerken, hun voor- en nadelen en de wijze van aansturing vanuit de stad. Daarnaast komen de criteria aan bod die we in andere studies en literatuur terugvonden, eventueel aangevuld met informatie uit interviews en documenten binnen de centrumsteden. 12 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

14 Eigen beheer Een overheid kan ervoor opteren om haar publieke dienstverlening in eigen beheer uit te voeren. Het is de centrale overheidsadministratie, i.c. de gemeentelijke/stedelijke administratie, die bepaalde diensten aan haar burgers/klanten verleent. Typische voorbeelden zijn het uitreiken van identiteitskaarten door de dienst bevolking; het uitreiken van vergunningen door de stedenbouwkundige dienst, het onderhoud van parken door de groendienst, etc. In de vorige paragraaf werd bij de bespreking van de veranderende rol van de overheid reeds stilgestaan bij de belangrijkste argumenten voor en tegen dienstverlening in eigen beheer (Zie paragraaf 2.1). Eigen beheer is ondermeer aangewezen: wanneer men een bepaalde dienstverlening wil verzekeren, bvb. bij taken van algemeen belang of wanneer het marktinitiatief geen voldoende dienstverlening kan verzekeren; om ongelijkheden te voorkomen; om strategisch belangrijke taken zelf in handen te houden. De belangrijkste kritieken die gegeven worden zijn o.a. het gebrek aan efficiëntie en effectiviteit van grote bureaucratieën; het kunstmatig creëren en in stand houden van feitelijke monopolies; het gebrek aan innovatie. Een belangrijk kenmerk van dienstverlening in eigen beheer is dat de planning, productie, financiering en controle gebeuren door de centrale overheid. De diensten in eigen beheer worden traditioneel gekenmerkt door een strakke inputsturing vanuit de horizontale eenheden en een verticale sturing op processen. Verder worden deze diensten gekenmerkt door een incrementele inputbekostiging en gaat het vaak om feitelijke monopolies. Merk ook op dat de dienstverlenende administratie geen eigen rechtspersoonlijkheid heeft, wat gevolgen heeft voor de wederzijdse rechten en plichten die voortvloeien uit de dienstverlening. Ook binnen eigen beheer is het mogelijk om een zekere mate van beheersautonomie toe te kennen aan delen van de organisatie of aan mandaathouders, gekoppeld aan een vorm van resultaatssturing. De laatste jaren is er een algemene tendens naar meer autonomie en ex post controle. Dit werd gestimuleerd in het kader van de Copernicushervorming (federaal) en Beter Bestuurlijk Beleid (Vlaanderen), en is ook duidelijk terug te vinden in het gemeentedecreet van 15 juli Ook de verschuiving naar een bedrijfseconomische en kostenanalytische boekhouding past in dit kader Verzelfstandiging Naast het intern beheer zijn er uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de overheid direct betrokken blijft, maar toch bepaalde diensten op afstand plaatst. Door bepaalde diensten te verzelfstandigen, kan een lokaal bestuur enkele van de kritieken op dienstverlening in eigen beheer weerleggen. Zo zijn er mogelijkheden om in verzelfstandigde entiteiten activiteiten flexibeler uit te voeren, doordat men in meer of mindere mate op afstand opereert van de centrale administratie. Men kan bvb. sneller inspelen op opportuniteiten en veranderende behoeften en het laat ook toe gemakkelijker te innoveren en in te spelen op de specifieke behoeften van de burgers/klanten. Voorstanders stellen dat verzelfstandigde entiteiten meer resultaatgericht kunnen werken en dat verzelfstandiging de zichtbaarheid en de legitimiteit van de dienstverlening ten goede komt. Een van de meest gehoorde kritieken op verzelfstandiging is het gebrek aan democratische controle en verantwoording naar de burgers toe. Door autonomie toe te kennen loopt men Windey & Verhoest 13

15 het gevaar dat VE s, tegen het belang van het lokale bestuur in, hun eigen belangen gaan nastreven (doelincongruentie). De mogelijke informatie-asymmetrie voedt het wantrouwen tussen het centrale bestuur en de VE. Bovendien beschikken lokale besturen niet altijd over voldoende sturingscapaciteit om deze nieuwe organisatievormen adequaat op te volgen. Het opzetten van effectieve sturingssystemen kost vaak veel geld terwijl ze niet altijd effectief blijken te zijn. Bij de keuze voor verzelfstandiging ten opzichte van ander uitvoeringsvormen, zijn er enkele algemene aandachtspunten die in acht genomen moeten worden: Is er een duidelijke nood aan (beheers-)autonomie? Kunnen de verwachte voordelen niet verkregen worden door veranderingen in de traditionele overheidsorganisatie? Is er voor de voorziening van de betreffende producten/diensten nood aan een duidelijke, aparte identiteit ten aanzien van de burgers/klanten? Is er voor de voorziening van de betreffende producten/diensten nood aan een eigen cultuur? Is er een reële mogelijkheid om de verzelfstandigde entiteit die over een zekere autonomie beschikt, ook aan te sturen? Deze aansturing kan op verschillende manieren gebeuren en meer of minder dwingend zijn (bvb. op grond van doelmatigheid, prestaties en kwaliteit). 8 Kunnen de doelstellingen en resultaten van de VE meetbaar gemaakt worden zodat opvolging en verantwoording mogelijk zijn? Is er een reëel invulbare informatierelatie tussen het lokaal bestuur en de VE, gebaseerd op openheid en transparantie? Wat de keuze tussen interne of externe verzelfstandiging betreft, zijn o.a. volgende punten belangrijk: In welke mate is er nood aan verregaande autonomie en onafhankelijkheid in de uitvoering van de taken? Is er nood aan structurele medezeggenschap of financiële participatie door derde partners? In welke mate biedt onafhankelijkheid/betrokkenheid van derden meerwaarde? Bij de keuze tussen publiekrechtelijke of privaatrechtelijke verzelfstandiging, moet men zich o.a. volgende vragen stellen: Welke partnerschapsrelatie wordt er met eventuele andere partners nagestreefd? Is er door de aard van de activiteiten nood aan een commerciële wijze van bedrijfsvoering (bvb. gelijke voorwaarden om te kunne concurreren met private actoren) 8 Merk op dat het gemeentedecreet de lokale besturen o.a. verplicht om een beheers- of samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met haar VE s. 14 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

16 In het gemeentedecreet van 15 juli 2005 heeft de wetgever expliciet een aantal organisatievormen aangereikt, die lokale besturen in staat stelt een zekere graad van autonomie toe te kennen aan een verzelfstandigde entiteit (VE), doch met een aantal garanties op voldoende opvolging en controle. Het gaat om IVA s (Intern Verzelfstandigde Agentschappen, AGB s (Autonome Gemeentebedrijven) en EVAP s (Privaatrechtelijke Extern Verzelfstandigde Agentschappen). Ook budgethouderschap kunnen we tot (interne) verzelfstandiging in ruime zin rekenen. Merk op dat de wetgever in het Gemeentedecreet het beheer binnen de gemeentelijke diensten als uitgangspunt neemt voor de uitvoering van welbepaalde taken van gemeentelijk belang. Wanneer er beslist wordt bepaalde taken te verzelfstandigen, kan externe verzelfstandiging pas mits goede motivering. En indien externe verzelfstandiging kan worden verantwoord, is de regel verzelfstandiging in publiekrechtelijke vorm. Verzelfstandiging in privaatrechtelijke vorm kan pas indien de vereiste voordelen of doelstellingen niet op dezelfde wijze gerealiseerd kunnen worden via publiekrechtelijk vormgegeven externe verzelfstandiging. De Memorie van Toelichting bij het gemeentedecreet bepaalt hierover het volgende 9 : De externe verzelfstandigingmogelijkheden voor de gemeenten worden via het voorliggend ontwerp aanzienlijk verruimd. Toch is de vrijheid niet absoluut. Veel meer nog dan vroeger wordt de beslissing om tot (publiek- of privaatrechtelijke) verzelfstandiging over te gaan, gekoppeld aan een uitdrukkelijke verplichting tot motivering. Uitgangspunt hierbij is dat het beheer binnen de gemeentelijke diensten de regel is en men pas kan overgaan naar een vorm van externe verzelfstandiging als daar goede motieven voor zijn. De gemeenteraad die beslist tot externe verzelfstandiging zal de voor- en de nadelen van die beheersvorm tegen elkaar moeten afwegen en aannemelijk maken dat de voordelen opwegen tegen de nadelen. Een door het college van burgemeester en schepenen opgesteld verslag moet hier de aanzet toe geven. Als belangrijkste motieven voor externe verzelfstandiging kan worden gedacht aan het verlenen van autonomie en onafhankelijkheid bij de uitvoering van taken, de noodzaak aan flexibelere beheersregels, fiscale overwegingen, Als belangrijkste nadeel van de externe verzelfstandiging geldt de beperking van rechtstreekse politieke zeggenschap van de gemeenteraad en het college. De afweging van deze en andere voor- en nadelen van de verzelfstandiging zullen, geval per geval en op gedetailleerde wijze moeten geschieden. Een algemene motivering met stijlformules die niet ingaat op de specifieke situatie van het op te richten verzelfstandigde agentschap volstaat niet. Ook de voorkeur voor de private rechtsvorm boven de publiekrechtelijke zal in concreto gemotiveerd moeten worden. Indien de externe verzelfstandiging kan worden verantwoord, is de regel de verzelfstandiging in de publiekrechtelijke vorm van het autonome gemeentebedrijf. Tot verzelfstandiging in privaatrechtelijke vorm kan derhalve slechts worden besloten indien de vereiste voordelen of doelstellingen niet op dezelfde wijze gerealiseerd kunnen worden via publiekrechtelijke vormgegeven externe verzelfstandiging. ( ) Ook de voorkeur voor de private rechtsvorm boven de publiekrechtelijke zal in concreto gemotiveerd moeten worden. Stijlformules en algemene beschouwingen kunnen niet volstaan. De beslissingen tot oprichting van extern verzelfstandigde agentschappen zijn onderworpen aan een goedkeuringstoezicht. De toezichthoudende overheid zal derhalve kunnen beoordelen of de motieven die voor de oprichting worden aangereikt afdoende zijn en de 9 Zie Ontwerp van Memorie van Toelichting bij het Ontwerp Gemeentedecreet, p Windey & Verhoest 15

17 voor- en de nadelen van die oprichting op correcte wijze werden afgewogen. Ook de beslissingen inzake statutenwijziging zijn aan de goedkeuring van de Vlaamse Regering onderworpen. De verruiming van de mogelijkheden tot verzelfstandiging voor de gemeenten gaat samen met een verbod om gemeentelijke taken op andere wijze te beheren dan voorzien in het ontwerp van decreet. Gemeenten zullen niet langer deel kunnen nemen of zich laten vertegenwoordigen in personen die taken van gemeentelijk belang uitoefenen. Evenmin zal de gemeente aan die personen nog fondsen, infrastructuur of personeel ter beschikking mogen stellen. Dit is slechts mogelijk in de gevallen voorzien in het ontwerp van decreet of in enig andere decreets- of wetsbepaling Budgethouderschap (BHS) Volgens art. 158 van het gemeentedecreet is het budgethouderschap de toegekende bevoegdheid tot beheer van een budget dat taakstellend is in die zin dat het een norm inhoudt waarvan de budgethouder de realisatie nastreeft. Het gaat niet om een organisationele vorm van verzelfstandiging, hoewel er beheersautonomie wordt toegekend (vnl. inzake financieel management) via enveloppefinanciering voor bepaalde kostensoorten. Dit budget is taakstellend via de explicitering van de te verwezenlijken doelstellingen, de opvolging ervan en de evaluatie. Het budgethouderschap kan gekoppeld worden aan een mandaatfunctie. Tot hiertoe zijn de ervaringen met budgethouderschap binnen de gemeentebesturen zelf erg beperkt. Doordat de OCMW s wel reeds enige tijd werken met budgethouders, kunnen vanuit deze praktijken enkele voor- en nadelen opgelijst worden. Mogelijke voordelen kunnen zijn alvast: een snellere en efficiëntere taakuitvoering zijn; een verhoogde betrokkenheid en responsabilisering van het personeel m.b.t. de doelstellingen van de organisatie en een groeiend financieel besef; Volgende tegenargumenten worden opgeworpen: het wantrouwen van de politiek in de administratie, wat de samenwerking kan bemoeilijken; een beperkte toegevoegde waarde door de beperkte omvang van het betrokken lokaal bestuur (minder van toepassing van de centrumsteden); de nood aan een goede organisatie van het gehele bestuur, wat eventueel een reorganisatie kan vereisen Intern Verzelfstandigd Agentschap (IVA) Tot het gemeentedecreet van 15 juli 2005 kende men op gemeentelijk niveau de gewone gemeentebedrijven, de zogenaamde regies. Deze vorm werd met het gemeentedecreet opgeheven en vervangen door het intern verzelfstandigde agentschap (IVA) 11. Het betreft een eerste echte vorm van verzelfstandiging voor de uitvoering van publieke taken. Het gaat om diensten zonder rechtspersoonlijkheid, belast met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Men creëert een organisatievorm 10 Zie VVSG, Budgethouderschap en intern verzelfstandigde agentschappen, Studiedag Gemeentelijke Verzelfstandiging, 8 maart 2007, Mechelen. 11 We verwijzen ook naar de bespreking van de EVA s (cf. infra), omdat ook deze vormen mogelijk bepaalde taken van de voormalige gewone gemeentebedrijven kunnen overnemen. 16 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

18 zonder aparte rechtspersoon binnen de centrale lokale overheid die rechtstreeks onder het hiërarchisch gezag van de politieke overste valt. De toegekende beheersmatige autonomie kan betrekking hebben op 12 : het vaststellen en wijzigen van de organisatiestructuur van het agentschap; de organisatie van de operationele processen met het oog op de realisatie van de afgesproken doelstellingen; de uitvoering van het personeelsbeleid; het aanwenden van de ter beschikking gestelde middelen voor de werking van het agentschap, de uitvoering van de doelstellingen en taken van het agentschap en het sluiten van contracten ter verwezenlijking van de opdrachten van het agentschap; de interne controle binnen het intern verzelfstandigd agentschap; specifieke delegaties naargelang de eigen aard van het intern verzelfstandigd agentschap. Bij IVA s vermindert normaliter de inputsturing (geen detailsturing) en gebeurt de processturing door delegatie van bevoegdheden aan de leidinggevende ambtenaar die als budgethouder optreedt. Door het afsluiten van een beheersovereenkomst kan men meer op resultaten gaan sturen 13. De politieke verantwoordelijkheid van de bevoegde schepen blijft echter volledig, net als de mogelijkheden tot interventie. De politieke verantwoordelijken onthouden zich echter van detailsturing tijdens de contractuitvoering. Mogelijke voordelen van interne verzelfstandiging zijn 14 : ontlasting van het topmanagement; de mogelijkheden om gemakkelijker expertise en competenties aan te trekken; meer aandacht voor beheer en outputs; minder knellende beheersregels; minder focus op korte termijn politieke prioriteiten; het flexibeler beheer van kleinere organisatie-eenheden; mogelijkheid om moderne beheerstechnieken te introduceren en toe te passen op kleine schaal (bvb. kostprijscalculatie); meer nadruk op resultaten en minder op budgetten; scheiding van beleid en uitvoering, niet alleen als middel voor meer efficiëntie en effectiviteit maar ook om de beleidsuitvoering te emanciperen en te professionaliseren; 12 Zie art. 222 van het gemeentedecreet van 6 juli Zie Windey Jeroen, Verhoest Koen & Bouckaert Geert (2007). Handleiding beheersovereenkomsten voor lokale besturen, Leuven, 137 p. 14 Zie Verhoest, K., Vervloet, D. & Bouckaert, G., Overheid, markt of non-profit? Onderbouwing van het maatschappelijk kerntakendebat, Reeks Modernisering van de overheidsinstellingen, Academia Press, Gent, 2003, 351 p. Windey & Verhoest 17

19 meer externe druk die kwaliteitsverbetering kan stimuleren; agentschap als katalysator voor cultuuromslag of om dienst meer herkenbaar te maken Extern Verzelfstandigd Agentschap (EVA) Een tweede vorm van verzelfstandiging betreft de uitvoering van een publieke taak door een extern verzelfstandigd agentschap. Het gaat om diensten met rechtspersoonlijkheid, belast met welbepaalde beleidsuitvoerende taken van gemeentelijk belang. Dergelijke organisatievormen beschikken over eigen patrimonium, eigen bestuursorganen en vallen niet onder het hiërarchisch gezag van de bevoegde politici. Wel is er een strikt geregeld administratief toezicht. De politieke verantwoordelijken worden echter beperkt in hun mogelijkheid tot interventie. In sommige gevallen wordt er gestuurd op resultaten. We verwijzen naar het gebruik van een beheers- of samenwerkingsovereenkomst voor de uitwerking van de onderlinge relaties tussen het lokaal bestuur en haar EVA s 15. Tot het gemeentedecreet kende men op gemeentelijk niveau enkel het autonoom gemeentebedrijf als externe verzelfstandigingsvorm. Deze vorm blijft behouden wordt door het decreet zo volledig mogelijk geregeld. Met het gemeentedecreet werd ook de mogelijkheid gecreëerd om extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm op te richten (Cf. infra). Mogelijke voordelen van externe verzelfstandiging zijn 16 : een grotere onafhankelijkheid van de politiek (nuttig in bepaalde gevallen, zoals bvb. voor regelgevende en subsidiërende functies); de onafhankelijke expertise-opbouw over een hele range van technische en gespecialiseerde onderwerpen; de mogelijkheden om experten/belanghebbenden te betrekken; de mogelijkheid om flexibeler in te spelen op opportuniteiten; mindere afhankelijkheid van strakke bureaucratische regels; een grotere zichtbaarheid van de dienstverlening. Tegenargumenten betreffen de verminderde politieke controle, de vrees voor budgettaire uitwassen, de mogelijkheden tot favoritisme Het autonoom gemeentebedrijf (AGB) Het AGB is een verzelfstandigde entiteit naar publiek recht die belast wordt met de uitvoering van taken van gemeentelijk belang. Hoewel deze vorm van externe verzelfstandiging reeds bestond voor het gemeentedecreet, heeft de wetgever getracht een duidelijker wetgevend kader te scheppen. Er waren immers nogal wat problemen met de initiële vorm. Zo zorgden onvolledigheden en de dubbele rechtsbasis voor rechtsonzekerheid, waardoor ook te pas en te onpas gekozen werd voor de oprichting van 15 Zie Windey Jeroen, Verhoest Koen & Bouckaert Geert (2007). Handleiding beheersovereenkomsten voor lokale besturen, Leuven, 137 p. 16 Idem. 18 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

20 AGB s (denk aan het fiscaal statuut en aan de wetgeving op de overheidsopdrachten). Ook bleek het een te zware beheerstructuur voor kleine activiteiten; waren er problemen inzake flexibiliteit, meerbepaald m.b.t. participaties en de oprichting van filialen; waren er problemen door het rigide personeelsbeheer; stelde men zich vragen bij de democratische controle en het sturingsvermogen vanwege de gemeenteraad. Met het gemeentedecreet heeft men een aantal van die kritieken proberen op te lossen. De belangrijkste nieuwigheden zijn: Het primaat van de gemeenteraad (oprichting, benoeming bestuurders, statuten, kwijting, rechtspositie personeel en ontbinding); Geen verwijzing naar de vennootschapswetgeving; Een verruiming van het toepassingsgebied; De verplichting tot motivering bij de oprichting en een duidelijke hiërarchie van verzelfstandigingsvormen; De verplichting tot evaluatie van de verzelfstandigingsvorm per legislatuur; Het verbod om taken van gemeentelijk belang onder te brengen in ondernemingen met participaties of filialen. Bovendien werd er expliciet gekozen voor het gebruik van (uitgebreide) beheersovereenkomsten ter compensatie van de ruime mate van beheersautonomie (vooral op financieel vlak). Wat het personeelsbeleid betreft, werd geopteerd voor hetzelfde personeelsstatuut als dat van de gemeente. Tijdens eerdere interviews binnen de centrumsteden werden vooral volgende motieven meermaals vermeld: flexibiliteit in beheer (bvb. kopen en verkopen van gronden, patrimonium, personeelsbeleid, ; financiële hefboom (o.a. niet-limitatieve kredietmogelijkheden); fiscale optimalisatie. De voornaamste risico s die werden aangehaald bevestigden het democratische deficit (te weinig transparantie en toezicht) en de financiële risico s die verbonden zijn aan de financiële mogelijkheden Het extern verzelfstandigde agentschap in privaatrechtelijke vorm (EVAP) Anders dan bij het autonoom gemeentebedrijf, heeft een EVAP een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid (bvb. nv- of vzw-vorm). Een EVAP beschikt over eigen patrimonium, een eigen raad van bestuur, maar heeft veelal hybride kenmerken. Voor het gemeentedecreet werd vaak oneigenlijk gebruik gemaakt van de vzw-vorm. Men sprak van gemeentelijke vzw s. Ondanks het oneigenlijke karakter van de gemeentelijke vzw, bewijst het grote aantal ervan in de praktijk aan dat er nood is aan een dergelijk instrument. De wetgever heeft met het gemeentedecreet geprobeerd hierop in te spelen. Voordien kende deze vorm een onduidelijk juridische statuut en lag deze vooral onder vuur omwille het gebrek aan democratische controle. Om aan deze kritieken tegemoet te komen, opteerde men in het gemeentedecreet voor een zuiver privaatrechtelijke vorm, die bij de oprichting duidelijk gemotiveerd moet worden (hiërarchie van verzelfstandigingsvormen). Tegelijkertijd moet de gemeente beschikken over een meerderheid in de algemene vergadering en in de bestuursorganen. Bovendien wordt er een samenwerkingsovereenkomst afgesloten tussen de gemeente en het agentschap, Windey & Verhoest 19

21 waardoor eventueel ook resultaatssturing mogelijk is. Merk op dat de gemeentelijke vennootschappen die volgens het gemeentedecreet toegelaten zijn, verder geregeld worden in het Wetboek van vennootschappen. Voor vzw s en stichtingen wordt verwezen naar de specifieke vzw-wetgeving. Een aantal van de motieven die vroeger voor gemeentelijke vzw s gebruikt werden, gelden ook voor de oprichting van EVAP s (zeker in vzw-vorm): de grotere mate van autonomie en de onafhankelijkheid bij de uitvoering van de taken; de mogelijkheid om sneller/flexibeler (personeelsbeleid, financieel beheer, ) te werken onder werkingsvoorwaarden die identiek zijn aan die van concurrenten, zeker voor taken die in een concurrentiële context uitgevoerd worden; de mogelijkheid om welbepaalde gemeentelijke taken in het kader van de nonprofitsector te realiseren onder werkingsvoorwaarden die identiek zijn aan die van andere sectoren die gelijkaardige activiteiten ontwikkelen; de mogelijkheid om subsidies te verkrijgen; de mogelijkheden om samen te werken met experten en belanghebbenden (wijkbewoners, verenigingen, ). Een van de belangrijkste tegenargumenten is de beperkte zeggenschap van de politiek verantwoordelijken over het agentschap (democratisch deficit). We vermelden ook kort de vennootschappen met sociaal oogmerk en de stichtingen, omdat deze ook in het gemeentedecreet expliciet vermeld worden als organisatievormen via de welke gemeenten hun taakuitvoering kunnen vormgeven. 17 De vennootschappen met sociaal oogmerk (VSO) zijn geënt op het Wetboek Vennootschappen, maar wijken af doordat ze opgericht worden voor een bepaald sociaal doel. Ze hebben dus niet vermogensvoordelen voor de vennoten als voornaamste oogmerk. Deze zachtere privaatrechtelijke vennootschapsvorm biedt mogelijkerwijs door het sociale karakter opportuniteiten voor de ondersteuning van publieke taken. Stichtingen 18 worden opgericht voor een bepaald belangeloos doel. De vroegere Instellingen van Openbaar Nut (ION) klinken allicht bekend in de oren. Momenteel zijn er twee soorten stichtingen mogelijk. Enerzijds zijn er de stichtingen die erkend kunnen worden als zijnde van openbaar nut indien zij gericht zijn op de verwezenlijking van een werk van filantropische, levensbeschouwelijke, religieuze, wetenschappelijke, artistieke, pedagogische of culturele aard. Andere stichtingen dragen de naam private stichtingen. Ze bezitten rechtspersoonlijkheid en een eigen vermogen, maar tellen geen leden. Een van de redenen om via stichtingen te werken is het fiscaal voordelige statuut Intergemeentelijke Samenwerking (IGS) Voor de uitvoering van bepaalde taken van gemeentelijk belang kan het voordelen hebben om met verschillende gemeenten samen de krachten te bundelen. Door het opstarten van 17 Zie art. 195, art. 245, art. 271 e.a. van het gemeentedecreet van 6 juli Zie Titel 2: Stichtingen, Wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. 20 K.U.Leuven Instituut voor de Overheid

22 dergelijke intergemeentelijke samenwerkingsverbanden wordt een hulpstructuur gecreëerd voor het gemeentelijke beleid. Hierbij moeten de regels het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking gerespecteerd worden. Volgende overwegingen zijn relevant bij de keuze voor een intergemeentelijk samenwerkingsverband: Zijn er meerdere overheidsactoren betrokken partij? Zijn er schaalvoordelen verbonden aan de samenwerking? Kunnen de contactpunten met de burger verminderd worden (one stop shop)? Is er sprake van integraliteit en samenhang met andere taken op andere beleidsdomeinen? Is het mogelijkheid om de taak, capaciteit en expertise te isoleren (voor een nieuwe organisatie)? Is de gelijkwaardigheid van de partners gewaarborgd? Zijn er duidelijke sturings- en governance structuren aanwezig? Een intergemeentelijke samenwerkingsverband wordt door minstens twee gemeenten opgericht om aangelegenheden van gemeentelijk belang te behartigen. Hierbij heeft men de keuze uit vier vormen: interlokale verenigingen, projectverenigingen, dienstverlenende verenigingen en opdrachthoudende verenigingen Interlokale Vereniging (IV) De lichtste vorm van intergemeentelijke samenwerking is de interlokale vereniging 19. Het gaat hierbij om een samenwerkingsverband tussen twee of meerdere gemeenten en eventueel andere publiek- en/of privaatrechtelijke partners, dat wordt opgericht door middel van een overeenkomst met statutaire draagkracht. In de overeenkomst kan één van deelnemende gemeenten aangesteld worden als beherende gemeente. Deze beherende gemeente kan conform de voorwaarden bepaald in de overeenkomst eigen personeel inzetten ten behoeve van het samenwerkingsverband. De oprichting moet niet goedgekeurd worden door de Vlaamse Regering. Het samenwerkingsverband heeft geen rechtspersoonlijkheid en er is ook geen beheersoverdracht. De interlokale kan nuttig zijn om een heel concreet in omvang beperkt project van gemeentelijk belang uit te voeren. Tot hiertoe werden interlokale verenigingen vooral opgericht voor gebiedsoverschrijdend overleg in de sectoren cultuur, sport en onderwijs Projectvereniging (PV) 21 De tweede soepele vorm van intergemeentelijke samenwerking is de projectvereniging. Deze vorm kan dienst doen voor kleinschalige projecten die een beperkt aantal gemeenten 19 Zie art. 6-9 Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. 20 Agentschap voor Binnenlands Bestuur, Jaarbeeld Zie art en art Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Windey & Verhoest 21

Dienstverlening in lokale. verzelfstandigingsvorm. Leuven 8 oktober 2010 Prof. Dr. Koen Verhoest Dries De Herdt

Dienstverlening in lokale. verzelfstandigingsvorm. Leuven 8 oktober 2010 Prof. Dr. Koen Verhoest Dries De Herdt Dienstverlening in lokale besturen: een keuzeinstrument voor de beste verzelfstandigingsvorm Leuven 8 oktober 2010 Prof. Dr. Koen Verhoest Dries De Herdt Keuze tussen verschillende organisatievormen Eigen

Nadere informatie

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2

Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2 Budgethouderschap en intern verzelfstandigde agentschappen Studiedag 8 maart 2007 Mechelen Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Budgethouderschap IVA s 2 Inhoud Verzelfstandiging in het gemeentedecreet

Nadere informatie

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet

Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet Verzelfstandiging in het Gemeentedecreet Verzelfstandiging in het gemeentedecreet Doel gemeentedecreet: gemeenten een keuzemenu aanbieden Twee soorten verzelfstandiging: - Intern: geen rechtspersoonlijkheid:

Nadere informatie

Extern verzelfstandigde agentschappen in privaatrechtelijke vorm Dr. Steven Van Garsse Manager Vlaams Kenniscentrum PPS Overzicht Inleiding Begrip Wanneer Welke vorm Statuut PEVA s praktisch Onderscheid

Nadere informatie

De vraag stelt zich welke juridische vorm het meest aangewezen en noodzakelijk is om vorm te geven aan de huidige vzw.

De vraag stelt zich welke juridische vorm het meest aangewezen en noodzakelijk is om vorm te geven aan de huidige vzw. Verslag/Motivatienota Voor- en nadelen van externe verzelfstandiging als Autonoom Gemeentebedrijf (AGB)- conform artikel 232 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 Inleiding Uiterlijk op 1 januari 2014

Nadere informatie

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet)

Het provinciedecreet voert wel een nieuwheid in, nl. het budgethouderschap. (art. 154 e.v. Provinciedecreet) WERKINSTRUMENTEN VAN DE PROVINCIES VOOR HET VOEREN VAN HET PROVINCIAAL BELEID Het is de algemene regel dat de provincies de hun toevertrouwde opdrachten zelf uitvoeren via hun administratie. Veel van hun

Nadere informatie

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden

nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS Lokale besturen - Financieringsmogelijkheden SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 237 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 2 januari 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN,

Nadere informatie

Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon. Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden

Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon. Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden Het schrijven van beheersovereenkomsten: een generiek sjabloon Jeroen Windey Kenniscentrum Vlaamse Steden 1 Overzicht presentatie Enkele aandachtspunten vooraf Generiek sjabloon voor schrijven van beheersovereenkomsten

Nadere informatie

Verzelfstandiging van Lokale Besturen. Door Sven De Spiegeleer 26 juni 2008

Verzelfstandiging van Lokale Besturen. Door Sven De Spiegeleer 26 juni 2008 Verzelfstandiging van Lokale Besturen Door Sven De Spiegeleer 26 juni 2008 Inhoudstafel A. Historiek, de verzelfstandiging in de Nieuwe Gemeentewet B. Verzelfstandiging in Gemeentedecreet en Provinciedecreet

Nadere informatie

AGB of vzw? De motiveringsplicht bij verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet

AGB of vzw? De motiveringsplicht bij verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet AGB of vzw? De motiveringsplicht bij verzelfstandiging volgens het gemeentedecreet Anneleen Christiaens Agentschap Binnenlands Bestuur 1. Uitgangspunt bij verzelfstandiging Het uitgangspunt bij de vraag

Nadere informatie

Verzelfstandiging: de verschillende manieren

Verzelfstandiging: de verschillende manieren Verzelfstandiging Wim Rasschaert (Rasschaert Advocaten), David Vanholsbeeck (VVSG) en Ilse Holvoet Jeugdcentrum Vleugel F Achtergrond: jeugdbeleid bekeken als taak van gemeentelijk belang p 24 september

Nadere informatie

Moeder, waarom verzelfstandigen wij?

Moeder, waarom verzelfstandigen wij? Moeder, waarom verzelfstandigen wij? Kader Regel = beheer binnen gemeentelijke diensten Uitzondering = externe verzelfstandiging Rangorde: intern beheer (ev. IVA) Motivering!!! AGB EVAP Afwegingskader

Nadere informatie

Beleids- en beheerscyclus en gemeentelijke verzelfstandiging Jan Leroy, VVSG. Ontmoetingsdag Locus-VVC, 20 mei 2011

Beleids- en beheerscyclus en gemeentelijke verzelfstandiging Jan Leroy, VVSG. Ontmoetingsdag Locus-VVC, 20 mei 2011 Beleids- en beheerscyclus en gemeentelijke verzelfstandiging Jan Leroy, VVSG Ontmoetingsdag Locus-VVC, 20 mei 2011 Inhoud BBC en Gemeentelijke diensten Budgethouderschap Intern verzelfstandigd agentschappen

Nadere informatie

Rasschaert Advocaten. Gemeentelijke VZW s en verzelfstandiging. 1. Begrip verzelfstandiging (1/3) 1. Begrip verzelfstandiging (2/3)

Rasschaert Advocaten. Gemeentelijke VZW s en verzelfstandiging. 1. Begrip verzelfstandiging (1/3) 1. Begrip verzelfstandiging (2/3) Gemeentelijke VZW s en verzelfstandiging Wim Rasschaert VVJ 17 februari 2011 1. Begrip verzelfstandiging (1/3) Verzelfstandiging: een lokaal bestuur heeft de mogelijkheid rechtspersonen op te richten die

Nadere informatie

Overzicht Historiek Van oud naar nieuw AGB in Gemeentedecreet Oprichting en statuten Verhouding met gemeente Verhoudingen met derden Bestuursorganen W

Overzicht Historiek Van oud naar nieuw AGB in Gemeentedecreet Oprichting en statuten Verhouding met gemeente Verhoudingen met derden Bestuursorganen W Autonome gemeentebedrijven Studiedag Gemeentelijke verzelfstandiging: van oud naar nieuw (VVSG-Politeia) Mechelen, 8 maart 2007 Marc Bauwens, stafmedewerker VVSG Overzicht Historiek Van oud naar nieuw

Nadere informatie

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw Ronde van Vlaanderen 28/1/15 12/2/15 Hasselt, Gent, Torhout, Malle, Leuven Inhoud 2 - Vlaams regeerakkoord

Nadere informatie

Het vermoeden van verzelfstandiging, de weerlegging ervan en de gemeentelijke vzw: much ado about nothing? Rasschaert Advocaten

Het vermoeden van verzelfstandiging, de weerlegging ervan en de gemeentelijke vzw: much ado about nothing? Rasschaert Advocaten Het vermoeden van verzelfstandiging, de weerlegging ervan en de gemeentelijke vzw: much ado about nothing? Rasschaert Advocaten Wim Rasschaert maart 2010 Gent Hasselt Leuven Torhout Antwerpen Inhoudstafel

Nadere informatie

Inhoudstafel. Voorwoord...

Inhoudstafel. Voorwoord... I Inhoudstafel Voorwoord.............................................. VII Hoofdstuk I. Autonome gemeentebedrijven en administratief goederenrecht............................ 1 Inleiding....................................................

Nadere informatie

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP "INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE"

TITEL I OPRICHTING VAN EEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INTERNE AUDIT VAN DE VLAAMSE ADMINISTRATIE Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie en tot omvorming van het auditcomité van de Vlaamse Gemeenschap tot het

Nadere informatie

ONTMOETINGSDAG VERZELFSTANDIGING LOCUS en VVC

ONTMOETINGSDAG VERZELFSTANDIGING LOCUS en VVC 20 mei 2011 ONTMOETINGSDAG VERZELFSTANDIGING LOCUS en VVC Vandaag Waarom een ontmoetingsdag Geen studiedag Gebrek aan duidelijkheid van bovenaf Mogelijke wijzigingen zijn op til (ABB, VVSG) VVC en LOCUS

Nadere informatie

29/11/2015. VVOS Vlaams-Brabant. Verzelfstandigen van openbare zorgvoorzieningen in een zorgbedrijf. Inhoud. Vraagstellingen

29/11/2015. VVOS Vlaams-Brabant. Verzelfstandigen van openbare zorgvoorzieningen in een zorgbedrijf. Inhoud. Vraagstellingen VVOS Vlaams-Brabant Verzelfstandigen van openbare zorgvoorzieningen in een zorgbedrijf Tom De Gendt De Gendt Advocaten Universiteit Hasselt Dinsdag 17 november 2015 Galmaarden Inhoud Vraagstellingen Verzelfstandiging:

Nadere informatie

Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken

Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken Intergemeentelijke samenwerking in kader van wijk-werken Overzicht Inleiding 1. Interlokale vereniging A. Inleiding B. Oprichting C. Beheerscomité D. Beherende gemeente E. Personeel Overzicht: 2. De projectvereniging

Nadere informatie

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen

nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS Administratie Binnenlands Bestuur - Juridische adviezen SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 274 van KURT DE LOOR datum: 17 december 2014 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE

Nadere informatie

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004

I. Toetsing van het voorliggend ontwerp van decreet aan het advies van de Raad voor de Kunsten van 3 maart 2004 Raad voor de Kunsten Advies bij het ontwerp van decreet houdende opheffing van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera en tot regeling van de rechtsopvolging. I. Toetsing van het

Nadere informatie

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009

Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Bijdrage Regeerakkoord (seminarie Alden Biesen) MOVI Colloquium Beter Besturen, Beter Regeren Woensdag 13 mei 2009 Aanzet > Bijdrage regeerakkoord voor aantredende regering na 7 juni > Horizontale thema

Nadere informatie

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Brussel, 10 september 2003 091003_AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen Advies Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding...3 2. Krachtlijnen van het advies... 3 3. Advies...4 3.1.

Nadere informatie

Verzelfstandiging in provincies: van mogelijkheden naar toepasbaarheid, wenselijkheid en noodzaak Over verzelfstandiging

Verzelfstandiging in provincies: van mogelijkheden naar toepasbaarheid, wenselijkheid en noodzaak Over verzelfstandiging Verzelfstandiging in provincies: van mogelijkheden naar toepasbaarheid, wenselijkheid en noodzaak Het verzelfstandigingdebat en de hieraan gekoppelde voornemens en initiatieven komen langzaam maar zeker

Nadere informatie

3/04/2015. De OCMW s opdoeken: een goed idee? Situatie in Vlaanderen. Inhoud

3/04/2015. De OCMW s opdoeken: een goed idee? Situatie in Vlaanderen. Inhoud Inhoud De OCMW s opdoeken: een goed idee? Situatie in Vlaanderen AV afdeling OCMW s AVCB-VSGB 26/3/2015 De relatie gemeente-ocmw vandaag Vlaams regeerakkoord 2014-2019 en motie Vlaams parlement Conceptnota

Nadere informatie

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015 Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 08/09/2015 Aanwezig: C. De Jonghe, voorzitter; G. Soete, M. Declerck, J.M. Dedecker, D. Demarcke, L. Feys-Peelman, K. Devos, commissieleden

Nadere informatie

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9

AuditchArter VAn het AGentSchAp Audit VLAAnderen 1 / 9 Auditcharter Van HET AGENTSChap AUDIT VLAANDEREN 1 / 9 Inhoudsopgave MISSIE VAN HET AGENTSCHAP AUDIT VLAANDEREN... 3 ONAFHANKELIJKHEID... 4 OBJECTIVITEIT EN BEKWAAMHEID... 5 KWALITEIT VAN DE AUDITWERKZAAMHEDEN...

Nadere informatie

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA )

Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009 van 15 juli 2009 (RN-MA ) 1/6 Sectoraal comité van het Rijksregister Beraadslaging RR nr 102/2014 van 10 december 2014 Betreft: aanvraag van het Departement Financiën en Begroting tot aanpassing van de beraadslaging RR nr. 45/2009

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder Doel van de functiefamilie Het beleidsthema vanuit theoretische en praktische deskundigheid implementeren en uitbouwen teneinde toepassingen omtrent het thema te initiëren, te stimuleren en te bewaken

Nadere informatie

De omvorming van een autonoom gemeentebedrijf, (opgericht en goedgekeurd volgens de bepalingen van de Nieuwe Gemeentewet), naar een autonoom gemeentebedrijf (volgens de bepalingen van het Gemeentedecreet):

Nadere informatie

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds

13 DECEMBER Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds 13 DECEMBER 2002 - Decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds (Gecoördineerde versie, aangepast aan het programmadecreet van 19 december 2003 houdende

Nadere informatie

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt.

Deze 3 verslagen dienen in onderlinge samenhang te worden gelezen en kunnen niet afzonderlijk van elkaar worden gezien of gebruikt. Hoofding van het kantoor XYZ Verslagen van de bedrijfsrevisor (1) aan de raad van bestuur (2) van de Vlaamse rechtspersoon in uitvoering van artikel 9 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 september

Nadere informatie

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS

BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS BUDGET 2015 GEMEENTE MERKSPLAS INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING... 3 2. MISSIE... 5 3. BELEIDSNOTA... 6 3.1. DOELSTELLINGENNOTA... 6 3.2. DOELSTELLINGENBUDGET... 16 3.3. FINANCIËLE TOESTAND... 17 3.4. LIJST OVERHEIDSOPDRACHTEN...

Nadere informatie

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager

Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager 1/5 Functiebeschrijving nr. 030 Transitie- en kwaliteitsmanager I. FUNCTIEBENAMING Formatie Directe Leidinggevende contractueel administratief personeel algemeen directeur II. HOOFDDOEL VAN DE FUNCTIE

Nadere informatie

Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur. Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC

Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur. Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC Beleids- en beheerscyclus: Papieren waarheid of daadkrachtig bestuur Pilootbesturen getuigen over hun ervaringen met BBC Brussel, 24 november 2011 Programma Ellen Ruelens: Staan de beleidsrapporten i.f.v.

Nadere informatie

Zodra jullie daar een bewuste keuze kunnen in maken, zijn er voor elke keuze oplossingen te vinden.

Zodra jullie daar een bewuste keuze kunnen in maken, zijn er voor elke keuze oplossingen te vinden. In deze infofiche In Vlaanderen zijn er een groot aantal particuliere speelpleinen. Veel van hen krijgen subsidies van hun stad of gemeente. Zij leveren knap werk in onderling overleg of verregaande samenwerking

Nadere informatie

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen;

4 lokale PPS-projecten : PPS-projecten van de lokale besturen en van de ervan afhangende rechtspersonen; PPS Decreet 18 JULI 2003. - Decreet betreffende Publiek-Private Samenwerking. Publicatie : 19-09-2003 Inwerkingtreding : 29-09-2003 Inhoudstafel HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art. 1-2 HOOFDSTUK II.

Nadere informatie

Is dat dan geen indicatie dat wijk-werkers sowieso geen mensen uit de sociale economie verdringen?

Is dat dan geen indicatie dat wijk-werkers sowieso geen mensen uit de sociale economie verdringen? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 704 van EMMILY TALPE datum: 6 juli 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Wijk-werken - Modaliteiten 1. Artikel 6 van het decreet betreffende

Nadere informatie

Gemeentelijke verzelfstandiging: van oud naar nieuw Marijke De Lange Stafmedewerker personeel VVSG Doel van deze toelichting Veel nood aan informatie over personeelskwesties bij verzelfstandiging wat zegt

Nadere informatie

Stedenfonds.

Stedenfonds. 1 Stedenfonds Welke lokale besturen komen in aanmerking De 13 centrumsteden en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Het stedenfonds richt zich ook tot de VGC, maar de VGC valt niet onder het toepassingsgebied

Nadere informatie

Audit bij Vlaamse lokale besturen Jan Leroy, VVSG

Audit bij Vlaamse lokale besturen Jan Leroy, VVSG Audit bij Vlaamse lokale besturen Jan Leroy, VVSG Studiedag Publieke auditfunctie Brussel, 14 december 2011 Inhoud Enkele cijfergegevens 2 - VVSG - Audit Vlaamse lokale besturen 1 Inhoud 3 - VVSG - Audit

Nadere informatie

De rekeningen van de Vlaamse lokale besturen en de uitdagingen. Geert Mertens, Agentschap Binnenlands Bestuur

De rekeningen van de Vlaamse lokale besturen en de uitdagingen. Geert Mertens, Agentschap Binnenlands Bestuur De rekeningen van de Vlaamse lokale besturen en de uitdagingen Geert Mertens, Agentschap Binnenlands Bestuur 1 Inhoud 1. Situering 2. Beleids- en beheerscyclus 3. Het actuele controlekader 4. Conclusies

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken.

FUNCTIEBESCHRIJVING. Het afdelingshoofd Technische Zaken staat in voor de algemene leiding van de afdeling technische zaken. FUNCTIEBESCHRIJVING Functie Graadnaam: AFDELINGSHOOFD Afdeling TECHNISCHE ZAKEN Functienaam: AFDELINGSHOOFD Dienst TECHNISCHE ZAKEN Functionele loopbaan: A4a A4b Omschrijving van de afdeling en dienst

Nadere informatie

VR DOC.0923/1BIS

VR DOC.0923/1BIS VR 2018 2007 DOC.0923/1BIS DE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Visienota - Kwaliteits- en registratiemodel voor de dienstverleners binnen Werk /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Gemeentelijke verzelfstandiging Wat gebeurt er nu met de gewone gemeentebedrijven of regieën? Johan Cabooter Gemeentelijk Waterbedrijf Knokke-Heist VVSG studiedag Mechelen, 8 maart 2007 www.iswa.be ISWa

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Staat aan het hoofd van de organisatie en geeft op basis hiervan leiding aan alle medewerkers van de organisatie

Functiebeschrijving. Staat aan het hoofd van de organisatie en geeft op basis hiervan leiding aan alle medewerkers van de organisatie Functie Graadnaam: secretaris Functienaam: secretaris Afdeling: Dienst: Functiefamilie: strategisch leidinggevende Functionele loopbaan: decretale graad Subdienst: Code: Doel van de entiteit De gemeente

Nadere informatie

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen

Ontwerp van decreet. houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen stuk ingediend op 1716 (2011-2012) Nr. 6 28 november 2012 (2012-2013) Ontwerp van decreet houdende de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen Tekst aangenomen

Nadere informatie

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen

Officieus gecoördineerde versie: oorspronkelijke tekst met opname van alle wijzigingen Opschrift Datum Gewijzigd bij Decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid 6 juli 2012 Decreet van 19 december 2014 houdende

Nadere informatie

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008.

Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie. Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. Afsprakennota tussen het bestuur en de administratie Overeenkomstig artikel 86 2 van het OCMW-decreet van 19 december 2008. A - Afspraken over de samenwerking van de raadsleden met de leden van het managementteam.

Nadere informatie

Aanbevelingen voor een goede relatie tussen lokale besturen en hun verzelfstandigde agentschappen

Aanbevelingen voor een goede relatie tussen lokale besturen en hun verzelfstandigde agentschappen pr i. agenc pri. agenc s ub si di ar agenc su bs id ia r agenc su b sid ia r su b sid ia r sub sid ia r Aanbevelingen voor een goede relatie tussen lokale besturen en hun verzelfstandigde agentschappen

Nadere informatie

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Pagina 1 van 5 De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Ontwerp van decreet tot wijziging van diverse bepalingen

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij

Nadere informatie

INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN

INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN K.U.Leuven Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen Universiteit Gent Hogeschool Gent www.steunpuntbov.be INTERBESTUURLIJKE SAMENWERKING IN VLAANDEREN Ellen Wayenberg & Filip De Rynck Spoor Bestuurlijke

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid

Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Huishoudelijk reglement van het remuneratiecomité van de Vlaamse overheid Opdracht en algemene werkingsregels 1 - Het remuneratiecomité heeft aandacht voor het strategische beleid en neemt hierin een adviserende

Nadere informatie

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013 Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013 samen groeien samen oogsten samen proeven Inhoud 1. Historiek 2. Ratio 3. Interne controle 4. Types van audit 5. Drieledig doel 6. Organisatie

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit departement Interne Organisatie dienst Juridische Aangelegenheden & Bestuurszaken dossiernummer: 1405963 Provincieraadsbesluit betreft IGS WESTLEDE algemene vergadering 2 december 2014 mandaat provinciaal

Nadere informatie

Deel 1 : Ontvankelijkheidscriteria PDPO III MR OKW- SW (enkel voor de plattelandscoördinator en beheersdienst)

Deel 1 : Ontvankelijkheidscriteria PDPO III MR OKW- SW (enkel voor de plattelandscoördinator en beheersdienst) Deel 1 : Ontvankelijkheidscriteria PDPO III MR OKW- SW (enkel voor de plattelandscoördinator en beheersdienst) Naam project: Promotor + copromotor: Soort cofinanciering? PDPO III Maatregel OKW - samenwerking

Nadere informatie

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 22/06/2016

Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 22/06/2016 Verslag vergadering gemeenteraadscommissie algemeen beleid op 22/06/2016 Aanwezig: C. De Jonghe, voorzitter; F. Annys, J.M. Dedecker, D. Demarcke, K. Devos, commissieleden met stemrecht; G. Verdonck, commissieleden

Nadere informatie

Het gemeentedecreet als instrument voor de verzelfstandiging van gemeentelijke sportinitiatieven

Het gemeentedecreet als instrument voor de verzelfstandiging van gemeentelijke sportinitiatieven Het gemeentedecreet als instrument voor de verzelfstandiging van gemeentelijke sportinitiatieven Mark Suykens ging in op wat het Gemeentedecreet zegt over verzelfstandiging. Het was niet zijn bedoeling

Nadere informatie

Functiebeschrijving Deskundige vrije tijd Gemeente/OCMW Ravels

Functiebeschrijving Deskundige vrije tijd Gemeente/OCMW Ravels Functiebeschrijving Deskundige vrije tijd Gemeente/OCMW Goedgekeurd op:. Handtekening:. versie 2.0 2019 Functiebeschrijving Cluster Functie Graad Niveau & rang Salarisschaal Type functie Directe leidinggevende

Nadere informatie

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Vlaamse Regering rssjj^f ^^ Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van ISjuli 2007 houdende de organisatie van opvoedingsondersteuning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de decreten

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

SBOV II HRM & veranderingsmanagement. 6 oktober Ria JANVIER (Universiteit Antwerpen) HRM & veranderingsmanagement. HRM & veranderingsmanagement

SBOV II HRM & veranderingsmanagement. 6 oktober Ria JANVIER (Universiteit Antwerpen) HRM & veranderingsmanagement. HRM & veranderingsmanagement HRM & veranderingsmanagement Stand van het lokale personeelsbeleid en de aansturing ervan door de Vlaamse overheid Annie HONDEGHEM (K.U.Leuven) Nele PEETERS & Chiara DE CALUWÉ (Universiteit Antwerpen)

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning Besluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid

Nadere informatie

VR DOC.0952/2BIS

VR DOC.0952/2BIS VR 2018 2007 DOC.0952/2BIS Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand

Nadere informatie

Whitepaper Verbonden Partijen

Whitepaper Verbonden Partijen Whitepaper Verbonden Partijen Om meer aandacht te kunnen besteden aan hun kernactiviteiten zijn steeds meer lokale overheden geneigd om organisatieonderdelen te verzelfstandigen al dan niet in samenwerking

Nadere informatie

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent

Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Dr. Koenraad De Ceuninck Centrum voor lokale politiek Universiteit Gent Interne staatshervorming Wat? Context? Doel? Regioscreening Wat? Doel? Evaluatie interne staatshervorming Uitgevoerd in opdracht

Nadere informatie

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw

Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na integratie gemeente-ocmw Naar een sterker lokaal sociaal beleid Organisatie van het sociaal beleid na Hoorzitting Vlaams parlement 12 mei 2015 Mark Suykens, Piet Van Schuylenbergh Inhoud 1. VVSG neemt akte van Vlaamse keuzes 2.

Nadere informatie

FICHE. Het budgethouderschap

FICHE. Het budgethouderschap FICHE Het budgethouderschap Deze tekst is vnl. gebaseerd op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals (voorlopig) laatst gewijzigd door het decreet van 29 juni 2012, en de omzendbrief van minister Keulen

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement Doel van de functiefamilie Leiden van projecten en/of deelprojecten de realisatie van de afgesproken projectdoelstellingen te garanderen. Context: In lijn met de overgekomen normen in termen van tijd,

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 19 juli 2018; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2008 tot uitvoering van het decreet van 7 maart 2008 inzake bijzondere jeugdbijstand en het kaderdecreet

Nadere informatie

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal

DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE. Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal DEPARTEMENT WERK EN SOCIALE ECONOMIE Dirk Vanderpoorten Secretaris Generaal STUDIEDAG BBB EN DEUGELIJK BESTUUR BINNEN DE VLAAMSE OVERHEID 7 mei 2009 1 Werkgroep II: Taakafbakening tussen een heilige Drievuldigheid

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Staat aan het hoofd van de organisatie en geeft op basis hiervan leiding aan alle medewerkers van de organisatie

Functiebeschrijving. Staat aan het hoofd van de organisatie en geeft op basis hiervan leiding aan alle medewerkers van de organisatie Functie Graadnaam: secretaris Functienaam: secretaris Functiefamilie: Afdeling: Dienst: Subdienst: Functionele loopbaan: decretale graad Code: Doel van de entiteit De stad probeert een zo optimaal mogelijke

Nadere informatie

Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd?

Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd? Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd? Hoe wordt je gemeente en OCMW bestuurd? Meerjarenplanning en de link met financiën een initiatief van Beleidsmatig en financieel plannen Elk bestuur maakt een meerjarenplan

Nadere informatie

Hervorming van de Vennootschapswetgeving Impact op Coöperaties

Hervorming van de Vennootschapswetgeving Impact op Coöperaties Hervorming van de Vennootschapswetgeving Impact op Coöperaties Standpunt van Coopkracht het netwerk voor coöperaties in Vlaanderen Antwerpen, 10 oktober 2017 Op initiatief van Minister van Justitie Koen

Nadere informatie

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid

Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid Wendbaarheid binnen de Vlaamse overheid: het witboek open en wendbare overheid Dieter Vanhee Programmaverantwoordelijke bestuurlijke vernieuwing Gepresenteerd door Anne van Autreve 16 maart 2018 Den Haag

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering

Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering Hans D Hondt Kabinetschef van de Minister-president van de Vlaamse regering Nieuwe start Nieuwe rol opnemen Onzekerheden Spelregels bepalen Goede afspraken maken goede vrienden Elk zijn eigen rol - politiek

Nadere informatie

ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE

ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE ADVIES 84 OPRICHTING VAN HET INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP INSTITUUT VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE 22 januari 2004 Inhoud 1. Situering... 3 2. Advies...3 ADVIES BIJ HET VOORONTWERP

Nadere informatie

Functiebeschrijving: beleidsmedewerker (m/v)

Functiebeschrijving: beleidsmedewerker (m/v) Functiebeschrijving: beleidsmedewerker (m/v) Graad Beleidsmedewerker (m/v) Functietitel Beleidsmedewerker Financiën (m/v) financieel adviseur Doelstelling van de functie Als beleidsmedewerker financiën

Nadere informatie

Algemene Vergadering VVSG Brussel, 7 december 2016

Algemene Vergadering VVSG Brussel, 7 december 2016 Decreet Lokaal Bestuur: een stand van zaken Algemene Vergadering VVSG Brussel, 7 december 2016 Inhoud Context en voorgeschiedenis Politieke organisatie Personeel Organisatie BBC en Financiën Verzelfstandiging

Nadere informatie

Bestuurskundige en juridische evaluatie IGS. Bestuurskundig luik

Bestuurskundige en juridische evaluatie IGS. Bestuurskundig luik Bestuurskundige en juridische evaluatie IGS Bestuurskundig luik Prof. dr. Koen Verhoest Roel De Meu SBOV IGS 1 Overzicht I. Uitgangspunten en werkingsprincipes II. Relevantie juridisch luik III. Krachtlijn

Nadere informatie

Functiebeschrijving: Directeur audit

Functiebeschrijving: Directeur audit Functiebeschrijving: Directeur audit Functiefamilie Controle en audit functies Voor akkoord Naam leidinggevende Datum + handtekening Naam functiehouder Datum + Handtekening 1. Context van de functie 1.1.

Nadere informatie

Toekomst intergemeentelijke samenwerking Besturen is samenwerken

Toekomst intergemeentelijke samenwerking Besturen is samenwerken Toekomst intergemeentelijke samenwerking Besturen is samenwerken Ontmoetingsavond Leiedal 28 mei 2013 Harelbeke Mark Suykens, algemeen directeur VVSG vzw Samenleving in verandering 2 - VVSG - Evoluties

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 28 april 2016 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/3 Provinciale initiatieven. Dienstverlenende vereniging

Nadere informatie

Het Archiefdecreet nu en in de toekomst. COP Documentbeheer en archivering 10 maart 2010

Het Archiefdecreet nu en in de toekomst. COP Documentbeheer en archivering 10 maart 2010 Het Archiefdecreet nu en in de toekomst COP Documentbeheer en archivering 10 maart 2010 Even voorstellen Departement Bestuurszaken Afdeling Proces- en Informatiebeleid Coördinerende archiefdienst business

Nadere informatie

VR DOC.1528/2BIS

VR DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS VR 2018 2112 DOC.1528/2BIS Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende zorgstrategische planning DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 23 mei 2003 betreffende

Nadere informatie

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN

Functiebeschrijving. Functiehouder. Functiegegevens. Doel van de functie. Plaats in de organisatie OCMW SCHOTEN Functiehouder Personeelsnummer: Functiegegevens Functie: BELEIDSMEDEWERKER ZORG EN WELZIJN Graad: B4-B5 Bevorderingsgraad niveau B Niveau: B Niveau B Dienst: ZORG EN WELZIJN Departement: SAMENLEVEN Hoofddepartement:

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006 betreffende de uitvoering van het Vlaamse inburgeringsbeleid; Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van diverse bepalingen van het decreet van 7 juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid wat betreft de participatieorganisatie en

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning

FUNCTIEFAMILIE 4.1 Beleidsondersteuning Doel van de functiefamilie Goed onderbouwde en kwalitatieve beleidsvoorstellen doen teneinde de beleidsbepaler(s) zoals bv de Vlaamse Regering, de functionele ministers in staat te stellen de juiste beleidsbeslissingen

Nadere informatie

To be or not to be? Lokale besturen in Vlaanderen.

To be or not to be? Lokale besturen in Vlaanderen. To be or not to be? Lokale besturen in Vlaanderen. 1 To be or not to be? 2 To be or not to be? Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie; of het nobeler is om te lijden onder alles wat het wrede lot je

Nadere informatie

Beleidsnota verbonden partijen

Beleidsnota verbonden partijen Beleidsnota verbonden partijen SAMENVATTING Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een financieel en een bestuurlijk belang heeft. Een financieel

Nadere informatie

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout.

Artikel 2. De zetel van de sportraad is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Meerhout, Markt 1, te 2450 Meerhout. ERKENNING EN ZETEL Artikel 1. De gemeentelijke Sportraad wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan in uitvoering van het decreet van 6 juli 2012, zijnde het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING

ONTWERP VAN DECREET TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zitting 2008-2009 18 februari 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de organisatie en erkenning van toeristische samenwerkingsverbanden TEKST AANGENOMEN DOOR DE PLENAIRE VERGADERING Zie: 1853 (2008-2009)

Nadere informatie

Lokale overheid en lokaal middenveld

Lokale overheid en lokaal middenveld Lokale overheid en lokaal middenveld Raf Pauly en Filip De Rynck UGent @CSIFlanders / #CSIFlanders www.middenveldinnovatie.be KVS 30/08/2018 Waar hebben we het over? Onderzoek op het lokale niveau: drie

Nadere informatie

Algemene vergadering Welzijnsband Meetjesland. Woensdag 13 april 2011

Algemene vergadering Welzijnsband Meetjesland. Woensdag 13 april 2011 Algemene vergadering Welzijnsband Meetjesland Woensdag april 2011 Wat is interne controle? OCMW wil doelstellingen bereiken - operationeel - strategisch o.a. Beleids- en BeheersCyclus Risico = bedreigingen/obstakels

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid

ONTWERP VAN DECREET. houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid Stuk 825 (2005-2006) Nr. 1 Zitting 2005-2006 28 april 2006 ONTWERP VAN DECREET houdende wijziging van diverse bepalingen inzake financiën en begroting als gevolg van het bestuurlijk beleid 1879 FIN Stuk

Nadere informatie