Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Naar een veiliger samenleving Nr. 17 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNEN- LANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 7 oktober 2003 Met deze brief bieden wij u de Tweede voortgangsrapportage over de uitvoering van het Veiligheidsprogramma aan. De Tweede voortgangsrapportage bouwt voort op de Eerste voortgangsrapportage van mei jl., en beschrijft de voortgang met betrekking tot de maatregelen en prestaties uit het Veiligheidsprogramma tot 1 juli 200 In deze najaarsrapportage ligt de nadruk op de effecten op de veiligheid (outcome jaar t-1) en op het lopende proces van de maatregelen gedurende het jaar 200 De aanvullingen en aanpassingen die het gevolg zijn van het Hoofdlijnenakkoord zijn in de Tweede voortgangsrapportage waar mogelijk inmiddels verwerkt. In bijlage VI van de rapportage vindt u voor het eerst de rapportage van de departementale auditdiensten n.a.v. de conform de Procedureregeling grote projecten voorgeschreven controle door de auditdiensten (bijlage VIa) alsmede onze reactie hierop (bijlage VIb) en voor de volledigheid het Plan van Aanpak op basis waarvan de auditdiensten hun controle hebben ingericht (bijlage VIc). Gelijktijdig met de Tweede voortgangsrapportage bieden wij u daarnaast de volgende documenten aan: de door ons toegezegde schriftelijke antwoorden op de nog openstaande vragen die in het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissies van BZK en Justitie over de Eerste voortgangsrapportage (d.d. 24 september jl.) zijn gesteld; KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2003 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 1

2 de Jaarrapportage Veiligheid 2003 waarin een nadere toelichting en verdieping wordt gegeven op de in de Tweede voortgangsrapportage gepresenteerde cijfers met betrekking tot de veiligheidssituatie. De Minister van Justitie, J. P. H. Donner De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J. W. Remkes Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 2

3 NAAR EEN VEILIGER SAMENLEVING VOORTGANGSRAPPORTAGE OKTOBER 2003 Inhoudsopgave blz. Paragraaf 1: Inleiding 4 1 Tweede voortgangsrapportage 4 Paragraaf 2: Algehele voortgang programma 6 1 De doelstellingen 7 2 Beleidsprogramma s en afspraken met ketenpartners 9 3 De maatregelen 10 4 Algeheel beeld 11 Paragraaf 3: Beleidsspeerpunten 12 1 Veelplegers 12 2 Risicojongeren 14 3 Urgentiegebieden 16 Paragraaf 4: Maatregelen 18 1 Politie en opsporing 18 2 Vervolging en afdoening 23 3 Sanctietoepassing 25 4 Preventie en openbaar bestuur 27 Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage IV Bijlage V Bijlage VIa Bijlage VIb Bijlage VIc Bijlage VII Overzicht maatregelen en prestaties Overzicht objectieve en subjectieve veiligheid Overzicht kerncijfers strafrechtsketen Voortgangsoverzicht wetgevingsprogramma Financiën Auditrapportage Reactie op de auditrapportage Plan van Aanpak auditdiensten Monitor Jeugd Terecht Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 3

4 PARAGRAAF 1 INLEIDING Op 16 oktober 2002 heeft het kabinet Balkenende I de nota «Naar een veiliger samenleving» aangeboden aan de Tweede Kamer (TK, , , nrs. 1 en 2) 1. In deze nota werd het hoofdthema Veiligheid uit het Strategisch Akkoord uitgewerkt tot een stevig en samenhangend pakket van beleidsmaatregelen dat, voorzien van een programmatisch kader, de weg moet uitzetten naar een veiliger samenleving. In het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet Balkenende II is aangegeven dat dit Veiligheidsprogramma verder zal worden uitgevoerd en aangevuld. Op 2 december 2002 is met de Kamer van gedachten gewisseld over het Veiligheidsprogramma. Daarbij is door het lid Cornielje een motie 2 ingediend om aan de uitvoering van de nota de status te verlenen van «groot project» en de essentie daarvan vervolgens in te bedden in de VBTBsystematiek om zo te komen tot een handhavingsbegroting. Daarmee wordt voorzien in periodieke en geïntegreerde informatievoorziening van de Tweede Kamer over de uitvoering van het Veiligheidsprogramma. De motie is op dinsdag 18 februari 2003 aanvaard. Bij brief van 3 april is door het kabinet aangegeven hoe het kabinet aan de motie Cornielje uitvoering wil geven op een wijze die enerzijds recht doet aan de controlerende verantwoordelijkheid van de Kamer en anderzijds tegemoet komt aan de wens van de Kamer de papieren bureaucratie zo beperkt mogelijk te houden. Aangegeven is dat de Kamer tweemaal per jaar over de voortgang van het Veiligheidsprogramma zal worden gerapporteerd; een voorjaarsrapportage op of omstreeks 1 mei over de realisatie van de maatregelen en prestaties in het vorige jaar en een najaarsrapportage op of omstreeks 1 oktober over het lopende jaar. In de najaarsrapportage worden ook de effecten op de feitelijke veiligheid meegenomen. Deze worden jaarlijks gemeten. De Eerste voorjaarsrapportage over de voortgang van het Veiligheidsprogramma over de periode tot 1 april 2003 werd op 16 mei 2003 aan uw Kamer aangeboden 4. Op 9 september jl. is de «Nota naar een veiliger samenleving» formeel aangewezen als Groot Project. Op 11 september jl. heeft een technische briefing van de Vaste Kamercommissies voor BZK en voor Justitie plaatsgevonden. De Eerste voortgangsrapportage is op 24 september 2003 in een algemeen overleg met de Tweede Kamer besproken. In het overleg is door de minister van Justitie toegezegd een overzicht te geven van de voorzieningen voor jeugdige veelplegers, SOV-plaatsen en plaatsen in Inrichtingen voor Stelselmatige Daders en de opbouw daarvan door de jaren heen. Dit overzicht is in paragraaf 1 opgenomen. 1 Tweede voortgangsrapportage 1 In het vervolg aangeduid als Veiligheidsprogramma. Bij verwijzing naar bepaalde pagina s wordt gedoeld op de als kamerstuk (nr ) ingebrachte nota. 2 TK , VI, VII, nr. 9 3 TK , , nr TK , , nr. 9. Voor u ligt de tweede rapportage over de voortgang van het Veiligheidsprogramma. Deze najaarsrapportage bouwt voort op de Eerste rapportage en beschrijft de voortgang met betrekking tot de maatregelen en prestaties voor het lopende jaar tot 1 juli 200 De beleidsmatige en financiële wijzigingen uit het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet Balkenende II zijn hierin verwerkt. Tevens zijn de cijfermatige gegevens over de stand van zaken met betrekking tot de hoofddoelstelling, de veiligheidssituaties opgenomen. Het karakter van deze rapportage is daarmee van een iets andere orde dan de Eerste voortgangsrapportage. Ligt in laatstgenoemde rapportage de nadruk op de verantwoording achteraf van de ingezette maatregelen en prestaties over het jaar t-1; in de voorliggende rapportage ligt de nadruk op de effecten op de veiligheid (outcome jaar t-1) en op het lopende proces (jaar t). Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 4

5 Binnenkort zullen u nog separate voortgangsrapportages bereiken met betrekking tot het Aanvalsplan Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer (SVOV) en de aanpak van huiselijk geweld. De opzet van de voorliggende rapportage is als volgt. In paragraaf 2 zal op hoofdlijnen worden gerapporteerd over de voortgang van het programma als geheel. Paragraaf 3 gaat vervolgens in op de voortgang ter zake van de beleidsspeerpunten uit het programma: veelplegers (1), risicojongeren (2) en urgentiegebieden (3). Ook deze rapportage zal zoveel mogelijk de hoofdlijnen betreffen. In paragraaf 4 wordt daarna ingezoomd op de maatregelen die als randvoorwaarden voor een effectieve aanpak kunnen worden beschouwd. In volgorde komen aan de orde de maatregelen die betrekking hebben op politie en opsporing (1), vervolging en afdoening (2), sanctietoepassing (3) en op preventie en openbaar bestuur (4). De hoofdteksten centreren zich op het (geven van) overzichten van de betreffende terreinen. Meer exacte informatie over de voortgang met betrekking tot de maatregelen en de daarin vervatte concrete prestaties, afspraken, nul- en streefwaarde(n), wordt gegeven in bijlage I. In bijlage II wordt een cijfermatig beeld met betrekking tot de situatie in de objectieve en subjectieve veiligheid gegeven over de jaren 2001 en 200 Bijlage III bevat een terugkerend cijfermatig beeld van de stand van zaken in de strafrechtsketen over deze jaren alsmede waar mogelijk ook cijfers afkomstig uit de eerste viermaandrapportage(s) van 200 Bijlage IV schetst een beeld van de voortgang in het wetgevingsprogramma. Bijlage V bevat een overzicht en toelichting over de financiële stand van zaken. Hierin zijn tevens de financiële gegevens afkomstig uit het Hoofdlijnenakkoord verwerkt. Genoemd overzicht bevat derhalve het totale financiële kader voor het programma (intensiveringen en relevante specifieke taakstellingen). Bijlage VIa bevat de conform de Procedureregeling grote projecten voorgeschreven controle door de auditdiensten. Bijlage VIb bevat de reactie hierop. Bijlage VIc bevat voor de volledigheid het Plan van Aanpak van de auditdiensten. Tot slot bevat bijlage VII informatie over de Monitor Jeugd Terecht. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 5

6 PARAGRAAF 2 ALGEHELE VOORTGANG PROGRAMMA Het Veiligheidsprogramma is een ambitieus programma, zowel wat betreft de doelstelling, als wat betreft de daarvoor noodzakelijke maatregelen en prestaties, en de condities en aannames waaronder die prestaties bereikt moeten worden. In de Eerste voortgangsrapportage werd om deze reden aangegeven dat, om het programma tot een succes te maken, «scherp aan de koers» moet worden gezeild. Hierin ligt een belangrijke uitdaging, niet alleen voor het kabinet, maar ook voor de volksvertegenwoordiging en de betrokken veldorganisaties en ketenpartners. Verheugend is in dit verband te kunnen melden dat de in de vorige verslagperiode gesignaleerde financiële knelpunten bij de politie en in de justitieketen met behulp van de additionele intensiveringen voor de veiligheid uit het Hoofdlijnenakkoord van dit kabinet kunnen worden aangepakt (zie bijlage V). De doelstellingen uit het Veiligheidsprogramma blijven daarmee gehandhaafd. Bij de besluitvorming over de meerjarige aanwending van de voor het oplossen van knelpunten in de justitiële keten uitgetrokken extra middelen, zal het kabinet de ambities voor het jaar 2007 formuleren. De inspanningen zullen daarbij tevens gericht zijn op het op orde brengen van de justitieketen. De verdere aanvullingen en aanpassingen die het gevolg zijn van het Hoofdlijnenakkoord zijn waar mogelijk inmiddels verwerkt. Deze aanpassingen betreffen voor het merendeel intensiveringen op de voornemens in het vigerende Veiligheidsprogramma, in enkele gevallen ook duidelijke aanvullingen. Aparte vermelding verdienen in dit verband de volgende punten. De intensiveringen in de preventie, in het bijzonder wat betreft de aanpak van geweldscriminaliteit en de aanpak van criminaliteit tegen het bedrijfsleven; De versterking van de aanpak van huiselijk geweld (daderbehandeling, uithuisplaatsing, e.d.). De uitbreiding van het preventief fouilleren voor openbaar vervoerstrajecten en openbaar vervoersassen. De vergroting van de capaciteit voor het gevangeniswezen en voor de Strafrechtelijke Opvang Verslaafden (SOV). In de komende periode zullen de eerste drie onderwerpen tezamen met de hoofddoelstellingen en de speerpunten van het veiligheidsprogramma (veelplegers, risicojongeren en urgentiegebieden) en de versterking van de maatschappelijke opvang focus van aandacht vormen. Voor wat betreft preventie en jeugd heeft het kabinet onder andere additionele middelen beschikbaar gesteld voor aanpak huiselijk geweld, jeugdreclassering, jeugdbescherming en opvoedingsondersteuning (zie bijlage V, financiële paragraaf). Over de problematiek met betrekking tot de capaciteit van het gevangeniswezen bent u separaat geïnformeerd bij brief van 16 september 2003 (zie ook paragraaf 3). Het Veiligheidsprogramma beoogt een programma met zoveel mogelijk concrete doelstellingen, afspraken en prestaties te zijn. In de voorziene systematiek van het programma moeten deze in de periode oktober 2002 tot medio 2003 ontwikkeld worden. De voorliggende voortgangsrapportage met een beschrijving van de stand van zaken tot 1 juli 2003, kan derhalve worden beschouwd als een eerste antwoord op de vraag in hoeverre het programma in dit oogmerk is geslaagd. Het Veiligheidsprogramma kent daaraan aansluitend globaal drie fasen. De periode tot en met 2004 is in hoofdzaak gericht op de verdere uitbouw van de instrumenten en maatregelen die randvoorwaardelijk zijn voor een effectief veiligheidsbeleid. Een tussenevaluatie is voorzien in De periode 2005 tot ultimo 2006 is in hoofdzaak gericht op het in samenwer- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 6

7 king met de lokale ketenpartners komen tot een integrale en sluitende aanpak van geïdentificeerde doelgroepen en -locaties (veelplegers, risicojongeren, urgentiegebieden). Ultimo 2006 is een eindevaluatie gepland. In de probleemwijken zal daarnaast worden nagegaan of de sluitende aanpak leidt tot de beoogde reductie van criminaliteit en overlast reeds ín In de periode van 2008 tot 2010 moet de hoofddoelstelling, een landelijke reductie van criminaliteit en overlast in de volle breedte met indicatief circa 20% tot 25%, worden gerealiseerd. Men dient derhalve voor ogen te houden dat wij met deze Tweede voortgangsrapportage oktober 2003 nog aan het begin staan van een langdurig traject waarvan de doorlooptijd zich in enkele gevallen uitstrekt tot De doelstellingen In onze brief van 3 april 2003 hebben wij de oorspronkelijke doelstelling van het Veiligheidsprogramma, namelijk dat een landelijke reductie van criminaliteit en overlast in het publieke domein met indicatief 20% tot 25% vanaf 2006 in het vizier moet zijn, geconcretiseerd. De zinsnede «vanaf 2006 in het vizier» moet worden gelezen als: realisatie van de beoogde reductie van criminaliteit en overlast in de periode 2008 tot Dit wordt gemeten op basis van bestaande slachtofferenquêtes en gerelateerd aan de geregistreerde criminaliteit. Ook de subjectieve onveiligheid het onveiligheidsgevoel van de burger wordt gevolgd, zij het dat hier geen doelstelling voor is geformuleerd. Objectieve onveiligheid: landelijke criminaliteitscijfers In de eerste voortgangsrapportage is aangegeven dat de beoogde reductie van criminaliteit en overlast in het publieke domein gemeten zal worden op basis van bestaande slachtofferenquêtes (inclusief nulwaarde) 1. Destijds was nog geen recent cijfermateriaal beschikbaar. Als gevolg daarvan is in de eerste voortgangsrapportage het eerste inzicht in de objectieve en subjectieve veiligheid gepresenteerd op basis van het jaar 2001 (betreft meting in 2002). Medio september 2003 zijn de benodigde cijfers van de desbetreffende slachtofferenquêtes over het jaar 2002 beschikbaar gekomen. Het betreft voor de goede orde de enquêtes CBS-POLS als maatstaf voor de objectieve veiligheid, aangevuld door de Politiemonitor Bevolking en de Monitor Bedrijven en Instellingen voor respectievelijk overlast en subjectieve veiligheid, en criminaliteit tegen het bedrijfsleven. Omdat de uitvoering van het Veiligheidsprogramma in oktober 2002 van start is gegaan, is het reëel ook de veiligheidssituatie anno 2002 als het «vertrekpunt» c.q. nulwaarde voor het meten van de outcome van het veiligheidsprogramma te nemen. De keuze voor 2002 als vertrekpunt sluit ook optimaal aan bij de in het Landelijk Kader Nederlandse Politie gemaakte prestatieafspraken met de politie (nulwaarde eveneens 2002). Ten aanzien van de objectieve onveiligheid wordt onderscheid gemaakt in het aantal ondervonden vermogensdelicten (inbraak, fietsdiefstal, autodiefstal, diefstal uit auto en zakkenrollerij) en geweldsdelicten (seksuele delicten, mishandeling en bedreiging). Uit de slachtofferenquête van het CBS over het jaar 2002 blijkt dat er bij beide delictcategorieën sprake is van een toename ten opzichte van 2001 (bij vermogen: + 11% en bij geweld + 2%; zie voor een verdere uitsplitsing: bijlage II). 1 TK , , nr. 9, blz. 8 9, 13 en bijlage II. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 7

8 Ondervonden delicten obv slachtofferenquête (x 1000) tov 2001 totaal ,3% w.o. geweld ,1% w.o. vermogen*) ,6% *) excl. Overige dieftal. De Monitor Bedrijven en Instellingen brengt de criminaliteit tegen het bedrijfsleven in kaart. De eerste voorlopige resultaten over 2002 laten een geschat aantal van diefstallen zien. Dit zou een dermate grote daling betekenen ten opzichte van de meting over 2001 (ongeveer 1,9 miljoen), dat twijfel is ontstaan over de vergelijkbaarheid van beide metingen. In overleg met het onderzoeksbureau wordt bezien in hoeverre deze cijfers vergelijkbaar zijn. Over de conclusies wordt de Tweede Kamer nader geïnformeerd. De geregistreerde criminaliteit neemt eveneens toe. Conform het CBS zijn door de politie over het jaar 2002 iets meer dan 1,4 miljoen misdrijven geregistreerd, hetgeen een stijging van bijna 5 procent betekent. Geregistreerde misdrijven (x 1000) tov 2001 totaal ,7% w.o. geweld ,9% w.o. vermogen ,9% bron: CBS-politiestatistiek. De ondervonden criminaliteit over 2002 stijgt derhalve, zowel geregistreerd als volgens eigen opgave van slachtoffers. Het is echter goed te bedenken dat het hier cijfers betreft over het jaar 200 Met andere woorden, de meting beslaat voor een groot deel de periode voorafgaand aan de totstandbrenging van het Strategisch Akkoord van het kabinet Balkenende I (medio 2002) en de totstandbrenging van het Veiligheidsprogramma (oktober 2002). Een toename in de criminaliteit onderstreept in zover nog eens de urgentie van het programma. Gelet op de fasering in de uitvoering van het Veiligheidsprogramma mogen in deze periode nog geen directe effecten van het programma op de veiligheid worden verwacht. Tevens moet worden aangegeven dat de politie in 2002 niet alleen meer misdrijven heeft geregistreerd, maar ook daadwerkelijk meer opspoort en opheldert. Conform de cijfers van het CBS heeft de politie over het jaar 2002 zo n misdrijven opgehelderd, 39 duizend meer dan het jaar daarvoor. Het ophelderingspercentage over het jaar 2002 stijgt daarmee van 15,9% (2001) tot 17,8% (2002). En ook het aantal bij het Openbaar ministerie aangeleverde verdachten vertoont een stijgende lijn (zie paragraaf 2). Hoewel bemoedigend is het nu nog te vroeg om te spreken van een structurele trendbreuk in de criminaliteitsbestrijding (daarvoor zou een langere tijdreeks benodigd zijn). Maar mogelijk werpt de toegenomen aandacht voor de criminaliteitsbestrijding hierin de eerste vruchten af. Met de uitvoering van het Veiligheidsprogramma kan deze lijn dan verder worden doorgetrokken. Objectieve veiligheid: landelijke overlastcijfers Naast de feitelijk ondervonden criminaliteit op basis van slachtofferenquêtes wordt in het kader van de objectieve veiligheid tevens gekeken Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 8

9 naar de indicatoren «ernstige overlast» en (fysieke) «verloedering» van de woonbuurt. Meting van deze indicatoren vindt plaats op basis van een bewerking van de gegevens uit de Politiemonitor Bevolking (module buurtproblemen) 1. De indicatoren worden uitgedrukt in zgn. schaalscores 2. Uit de in juni 2003 uitgebrachte Politiemonitor Bevolking (PMB) blijkt dat de schaalscores voor zowel «ernstige overlast» als voor (fysieke) verloedering ten opzichte van de PMB-meting 2001 ongewijzigd zijn (ernstige overlast: 2,1 en (fysieke) verloedering 3,5), hetgeen betekent dat de bij deze indicatoren behorende verschijnselen in beide jaren in even sterke mate als problematisch worden ervaren. Subjectieve onveiligheid: landelijk Bij subjectieve onveiligheid hebben wij het over de onveiligheidsgevoelens van burgers. In onderstaande tabel zijn de resultaten van de PMB voor de jaren 2001, 2002 en 2003 naast elkaar gezet. Ontwikkeling onveiligheidsgevoelens % voelt zich wel eens onveilig 28,5 30,8 27,7 % voelt zich vaak onveilig 5,5 5,4 5 bron: Politiemonitor Bevolking. Op grond van de resultaten van de PMB-meting 2003 blijkt dat er sprake is van een vermindering van het onveiligheidsgevoel bij de burgers. Dit is vanuit een oogpunt van welbevinden in de samenleving zeer verheugend te noemen (voor het jaar 2002 spraken zowel de PMB als het CBS nog over een toegenomen gevoel van onveiligheid), maar ook deze cijfers dienen met de nodige voorzichtigheid te worden gehanteerd. Of sprake is van een structurele trendbreuk kan in ieder geval nu nog niet worden beoordeeld. 1 Zie Politiemonitor Bevolking 2003 en Politie (prestatie)monitor (Bevolking), Den Haag/ Hilversum, juli 200 Ernstige overlast wordt beschouwd als een combinatie van: overlast van groepen jongeren, dronken mensen op straat, vrouwen en mannen die worden lastiggevallen op straat en drugsoverlast. (Fysieke) verloedering is een combinatie van: bekladding van muren en gebouwen, rommel op straat, hondenpoep op straat en vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes. 2 Zie Politiemonitor Bevolking 2003 en Politie (prestatie)monitor (Bevolking), Den Haag/Hilversum, juli 200 Schaalscores zijn gebaseerd op meerdere vragen over hetzelfde onderwerp. Samenhangende vragen worden hiertoe gesommeerd. Een hoge score indiceert dat een bepaald soort buurtprobleem vaak voorkomt, een lage score betekent dat dit probleem niet vaak voorkomt (op een schaal van 0 tot 10). Meting probleemwijken In de Eerste voortgangsrapportage is reeds gemeld dat wij voornemens zijn in de «echte» probleemwijken in geheel Nederland naar schatting zo n 50 in getal, te meten of de aanpak succesvol is in de zin dat in die wijken reeds ín 2006 tot het landelijk beoogde resultaat van 20% tot 25% reductie wordt gekomen. Het kabinet gaat ervan uit dat de aanpak op wijkniveau in het kader van het Veiligheidsprogramma het meest effect sorteert, waarbij de verantwoordelijkheid voor de sturing op wijkniveau een decentrale verantwoordelijkheid blijft. Met betrekking tot de stand van zaken van deze meting kan het volgende worden gemeld. Er is een eerste selectie gemaakt van 50 wijken aan de hand van de GSB-monitor. Die eerste selectie is vergeleken met de wijken die de steden zelf als onveilige wijk zien. Op dit moment wordt aan deze lijst de laatste hand gelegd. De lijst zal vervolgens met de betreffende steden worden afgestemd. De Kamer zal hierover nog dit najaar worden bericht. 2 Beleidsprogramma s en afspraken met ketenpartners Het verder ontwikkelen van de aangekondigde beleidsprogramma s en het maken van goede en concrete afspraken met de betrokken partners in de veiligheid, beide met zoveel mogelijk concrete en kwantificeerbare doelen, zijn belangrijke instrumenten in de initiële fase van de uitvoering van het Veiligheidsprogramma. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 17 9

10 Is dit aspect van het programma in de vorige verslagperiode tot april 2003 voortvarend ter hand genomen 1 ; in de huidige verslagperiode van 1 april tot 1 juli 2003 treedt hierin lichte vertraging in. Twee hoofdfactoren kunnen hiervoor worden aangewezen: De demissionaire status van het kabinet Balkenende I; de ketenpartners vertonen in deze situatie een zekere huiver om afspraken te maken; en de inmiddels ondervonden financiële knelpunten in de politie- en justitieketen; partners plaatsen hierdoor ook vraagtekens bij de haalbaarheid van het programma. Met het aantreden van het kabinet Balkenende II en de additionele intensiveringen voor de veiligheid uit het Hoofdlijnenakkoord van dit kabinet, is aan beide knelpunten tegemoet gekomen. De huidige stand van zaken wat betreft de afspraken met de ketenpartners die al in de Eerste voortgangsrapportage werden genoemd, is momenteel als volgt. De resultaatsafspraken met de politie zoals neergelegd in het Landelijk Kader zijn met enige vertraging (nagenoeg) allemaal in regionale convenanten vastgelegd. Zij bieden daarmee een belangrijke basis voor de intensivering van de politiële taakuitvoering voor de komende jaren. Met de financiële middelen voor de justitieketen is aan de noden van het openbaar ministerie en de rechtsprekende macht voor de periode tot en met 2004 zo goed mogelijk tegemoet gekomen. De extra middelen voor 2005 en verder zullen op basis van een nog te ontwikkelen prognosemodel over de justitieketen worden verdeeld. Met de G30 zijn in de verslagperiode inmiddels aanvullende afspraken gerealiseerd voor het jaar 2004 in het kader van het grote stedenbeleid, en zijn de doelstellingen voor de volgende convenantperiode momenteel in onderhandeling. Met VNG en IPO vinden gesprekken plaats over de totstandkoming van een nieuw bestuursakkoord, waarin veiligheidsafspraken gemaakt kunnen worden voor de (overige) gemeenten en provincies. De focus van het veiligheidsprogramma was in eerste instantie voornamelijk gericht op de ministeries van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties en van Justitie. Momenteel is sprake van een verbreding en worden ook de overige departementen actief betrokken bij het Veiligheidsprogramma. De additionele middelen die de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzet voor onder andere opvoedingsondersteuning/gezinscoaches, huiselijk geweld/vrouwenopvang, maatschappelijke opvang en heroïneexperimenten kunnen hierbij behulpzaam zijn. 1 Gerealiseerd: Programma «Modernisering van de sanctietoepassing» (16 oktober 2002) Openbaar Ministerie, Perspectief op 2006 (november 2002) Programma «Jeugd terecht» (december 2002) Landelijk Kader Nederlandse Politie (13 februari 2003) Regionaal convenant Rotterdam-Rijnmond (18 februari 2003) Convenant met de detailhandel «Naar een gezamenlijke aanpak van de winkelcriminaliteit» (20 januari 2003) Rapport «Goud in Veiligheid», met voorstellen ter verhoging van de veiligheid van de juweliersbranche (14 april 2003). Voor wat betreft de afspraken met een andere belangrijke partner, het bedrijfsleven, bereiden de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken tezamen met het bedrijfsleven (VNO, MKB) momenteel een gezamenlijk programma voor, gericht op de voorkoming van externe criminaliteit waarmee het bedrijfsleven wordt geconfronteerd. De overheid is primair aanspreekbaar voor de veiligheid op straat; ondernemers zijn primair aanspreekbaar op de veiligheid binnen hun bedrijf. Wanneer overheid en bedrijfsleven maatregelen in onderlinge samenhang nemen, wordt het maximale effect op het veiligheidsklimaat bereikt. Dit programma zal in het najaar aan de TK worden aangeboden. 3 De maatregelen Met de aanvullingen en aanpassingen uit het Hoofdlijnenakkoord is het totale aantal maatregelen uit het Veiligheidsprogramma inmiddels opgelopen tot 147. In bijlage I vindt U een compleet overzicht. Ten opzichte van de eerste voortgangsrapportage is de bijlage op een aantal punten gewij- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

11 zigd. Een klein aantal maatregelen is uit overwegingen van samenhang en efficiency samengevoegd met andere. Als gevolg van de uitontwikkeling van het Veiligheidsprogramma is een aantal maatregelen qua doelstellingen, activiteiten en/of planning gewijzigd of verder aangescherpt. Waar dit het geval is, is de oorspronkelijke tekst uit de eerste voortgangsrapportage gehandhaafd, zodat vergelijking mogelijk is. In volgende rapportages zal telkens de nieuwe tekst worden opgenomen. Van de maatregelen is er een klein tiental inmiddels afgerond. Voor wat betreft de voortgang van de overige maatregelen kan worden gemeld dat de meerderheid op schema ligt; zo n 10% ondervindt momenteel (lichte) vertraging; bij nog eens zo n 10% tot 15% is dit, bijvoorbeeld omdat een gedetailleerde planning op dit moment nog niet mogelijk is, nog niet inzichtelijk. De komende periode wordt hard gewerkt om de ondervonden knelpunten op te lossen en om verdere vertraging te voorkomen. Tevens zijn in de verslagperiode de nodige activiteiten ingezet die beogen de kwaliteit van de maatregelen in termen van SMART-eisen 1, uitgewerkte en realistische planningen en de aanwezigheid van meetbare nul- en streefwaarden te verhogen. De essenties van de eisen van de Procedureregeling grote projecten en de VBTB-eisen zijn hierin richtinggevend. Ook deze werkzaamheden zullen in de volgende verslagperiode verder worden doorgezet. Met nadruk zij daarbij overigens gesteld dat dit kwaliteitstraject parallel moet lopen aan het realisatietraject van het programma als geheel, en dat dit evenals de invoering van de VBTB-eisen zelve, voor velen een cultuuromslag betekent. Een en ander is derhalve een zaak van lange adem en niet van de ene op de andere dag volledig te realiseren. 4 Algeheel beeld Al met al moet worden geconstateerd dat de huidige rapportage een divers beeld biedt. Ter zake van de objectieve veiligheid is in 2002, voorafgaand aan (de feitelijke uitvoering van) het Veiligheidsprogramma, sprake van een verslechtering, zij het met duidelijk moedgevende lichtpuntjes (meer opsporing, hogere opsporingspercentages, groter gevoel van veiligheid). De rapportage over 2003 zal moeten uitmaken of hieruit de voorbode van een trendbreuk valt af te lezen of dat dit slechts eenmalig is. Op het vlak van het programma zijn met vrijwel alle ketenpartners afspraken gemaakt of worden zij naar verwachting binnen afzienbare tijd gerealiseerd. Ook zijn enkele (financiële) knelpunten (bij de politie en in de justitieketen) weggenomen en onderbelichte onderwerpen aangevuld (preventie, bedrijfsleven, e.d.) en op onderdelen financieel ondersteund (bijvoorbeeld uit de enveloppe voor jeugd en preventie). In de verdere uitvoering wordt op verschillende fronten gestage voortgang geboekt. Daartegenover staat dat bij enkele maatregelen ook knelpunten en vertragingen zijn opgetreden die bijzondere aandacht verdienen. Deze zullen met voortvarendheid moeten worden aangepakt. In de volgende paragrafen wordt een en ander verder toegelicht. 1 Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

12 PARAGRAAF 3 BELEIDSSPEERPUNTEN 1 Veelplegers Op 20 mei jl. is een brief aan de Tweede Kamer gezonden waarin het kabinetsbeleid met betrekking tot de aanpak van veelplegers is geschetst. In deze beleidsbrief is aangegeven dat de uitvoering van het beleid met betrekking tot veelplegers vorm zal krijgen in de G30 en dat met voorrang wordt gestart in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht (G4). De voorbereidingen hiervoor starten op korte termijn. Voordat wij u informeren over het plan van aanpak en het verdere traject schetsen wij onderstaand kort de hoofdlijnen van het beleid, zoals in de beleidsbrief weergegeven. Hoewel het bij veelplegers om een beperkte groep criminelen gaat en doorgaans om relatief lichte delicten, geven die delicten door hun veelheid grote overlast voor de burger en voor bedrijven. Het gaat daarbij vooral om de navolgende delicten: autokraken, vernielingen, inbraken, bedreiging, zakkenrollerij en winkeldiefstal. De criminaliteit van veelplegers tast de leefbaarheid vooral in de stedelijke gebieden ernstig aan. Het kabinet wil hiertegen stelling nemen en kiest bewust voor het aanpakken van de veelpleger. De maatschappelijke problematiek is dermate groot en urgent dat een doelgerichte, integrale aanpak noodzakelijk is. Het is niet toelaatbaar een situatie te laten voortbestaan die de veiligheid van personen en van de samenleving als geheel permanent aantast en die met het huidige beleid onvoldoende effectief wordt aangepakt. Het is tijd voor nieuwe maatregelen. Daarmee willen wij waar mogelijk aansluiting zoeken bij de maatregelen die de G30 reeds treffen ter voorkoming van (jeugd)criminaliteit en ter resocialisatie van ex-delinquenten, zoals hieronder aangegeven met betrekking tot de resultaatsafspraken in het kader van het grotestedenbeleid. Daarnaast is op 26 juni jl. een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat er op gericht is langere vrijheidsontneming voor meerderjarige veelplegers mogelijk te maken (tot twee jaar). Dit wetsvoorstel voorziet daartoe in een nieuwe strafrechtelijke maatregel: de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders. De bestaande strafrechtelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor de opvang van verslaafden (SOV) zal in deze nieuwe maatregel opgaan. Plan van aanpak De stappen die zullen worden gezet om het in de beleidsbrief geformuleerde beleid tot uitvoering te brengen zijn de volgende. De interdepartementale regiegroep die in de beleidsbrief wordt aangekondigd is inmiddels ingesteld. Onder auspiciën van deze regiegroep is een projectorganisatie ingericht die een plan van aanpak ontwikkelt voor de operationalisering en implementatie van het beleid met betrekking tot volwassen en jeugdige veelplegers. Het gaat in dit plan in het bijzonder om de volgende punten: afspraken over registratie en aantallen (jeugdige) veelplegers in de justitieketen ontwikkeling screeningsinstrument c.q. aanpassen van huidige instrumenten voor signalering en screening ontwikkeling van nieuwe interventies en kwaliteitsverbetering van bestaande interventies verbetering aansluiting tussen justitiële en maatschappelijke voorzieningen monitoring en evaluatie van het in te zetten veelplegersbeleid de inzet van de ketenpartners met betrekking tot (jeugdige) veelplegers, inclusief extra sanctiecapaciteit. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

13 Toespitsing jeugdige veelplegers Bij de aanpak van jeugdige veelplegers staat het voorkomen van criminele carrières centraal. Die aanpak is uitgewerkt in de nota Jeugd terecht, actieprogramma aanpak jeugdcriminaliteit en zal in dat verband verder vorm krijgen. Juist voor jongeren is het van het grootste belang dat zij door de gezamenlijke inspanning van alle bij zijn opvoeding betrokkenen van het criminele pad worden afgehouden. Voor die jongeren waarvoor die aanpak (nog) niet heeft gewerkt, kan plaatsing in een justitiële jeugdinrichting aangewezen zijn. Zoals in de beleidsbrief veelplegers is aangegeven, wordt de justitiële jeugdinrichting Den Engh uitgebreid met 36 plaatsen in 2004, ten behoeve van jeugdige veelplegers uit de vier grote steden. Daarmee kan de totale behoefte aan jeugdinrichtingscapaciteit niet worden ingevuld. Bezien wordt of ook elders in justitiële jeugdinrichtingen specifieke plaatsen voor jeugdige veelplegers kunnen worden aangewezen. Toespitsing meerderjarige veelplegers Bij de aanpak van meerderjarige veelplegers gaat het met name om het terugdringen van criminele overlast. Omdat het niet mogelijk is de totale doelgroep meerderjarige veelplegers gericht en intensief aan te pakken wordt het beleid geconcentreerd op de zeer actieve meerderjarige veelplegers. Voor deze groep zullen in het kader van het project Modernisering sanctietoepassing in de komende periode in totaal 1000 plaatsen worden gerealiseerd (intramuraal 874 plaatsen in reguliere en sobere capaciteit en extramuraal 126 plaatsen met reclasseringsinzet), die gefaseerd tussen 2003 en 2007 beschikbaar komen. Daarnaast zal ook de overige capaciteit van gevangeniswezen en reclassering bij voorrang voor veelplegers worden ingezet. Aangezien de problematiek met betrekking tot veelplegers het grootst is in de vier grote steden zal de specifieke capaciteit voor de jaren 2003 en 2004 (oplopend tot 272 plaatsen in 2004) primair worden ingezet ten behoeve van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Voor de jaren 2005 en verder zullen de plaatsen worden verdeeld over de G30, volgens een nader te bepalen verdeelsleutel. Een en ander resulteert in de volgende aantallen plaatsen voor jeugdige veelplegers, SOV-plaatsen en ISD-plaatsen. Met dit overzicht wordt voldaan aan hetgeen de minister van Justitie in het Algemeen Overleg op 24 september jl. aan uw Kamer heeft toegezegd. Verdeling plaatsen t.b.v. jeugdige veelplegers vanaf 2004 plaatsen in Den Engh specifieke plaatsen in justitiële opvanginrichtingen Amsterdam 13 5 Rotterdam 9 4 Den Haag 9 4 Utrecht 5 1 Totaal Verdeling huidige SOV-plaatsen huidig aantal SOV-plaatsen (*) Amsterdam 96 Rotterdam 96 Den Haag Utrecht 48 Overige steden 53 Totaal 293 (*) Hierin zijn zowel intramurale als extramurale plaatsen begrepen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

14 Verdeling extra SOV/ISD-plaatsen 2004 extra SOV/ISD-plaatsen 2004* Amsterdam 87 Rotterdam 71 Den Haag 62 Utrecht 52 Totaal 272 * Hierin zijn zowel intramurale als extramurale plaatsen begrepen. Meerjarige ontwikkeling SOV/ISD-plaatsen e.v Huidige SOV-plaatsen* Extra SOV/ISD-plaatsen* Totaal * Hierin zijn zowel intramurale als extramurale plaatsen begrepen. Verdere organisatie Met de G30 worden resultaatsafspraken gemaakt over veiligheid via het grotestedenbeleid. Voor het jaar 2004 zijn reeds afspraken gemaakt over de aanpak van (jeugdige) veelplegers. De G30 hebben aangegeven in 2004 een convenant te willen gaan afsluiten met alle bij de nazorg van stelselmatige daders betrokken lokale partijen. Met de G4 zijn aanvullend afspraken gemaakt over het aantal nazorgtrajecten in relatie tot de extra gevangenis- en reclasseringscapaciteit die door Justitie beschikbaar wordt gesteld. Voor de periode sluiten het Rijk en de G30 nieuwe convenanten waarin ook meerjarige afspraken over de aanpak van (jeugdige) veelplegers worden opgenomen. Deze afspraken en de verdeling van de celcapaciteit voor de G4 respectievelijk G26 worden inhoudelijk voorbereid in de projectgroepen jeugdige en meerderjarige veelplegers, in overleg met de daarin aanwezige stedelijke vertegenwoordigers en bekrachtigd via het grotestedenbeleid. Vanzelfsprekend blijven ook veelplegers vallen onder de werking van het strafrechtssysteem, dat wil zeggen dat ze als delinquenten zullen worden blijven aangepakt. Voorts zijn inmiddels in de politieconvenanten met de regiokorpsbeheerders afspraken gemaakt over de registratie van veelplegers. 2 Risicojongeren De algemene doelstelling van het actieplan Jeugd terecht 1 voor de aanpak van jeugdcriminaliteit is het voorkomen van eerste delicten en het terugdringen van recidive. De problematiek van de jeugdcriminaliteit vraagt om een persoonsgerichte aanpak. De relatie tussen de strafrechtelijke aanpak en de preventieve en curatieve aanpak, gericht op het vergroten van kansen voor jongeren en het tegengaan van uitval, krijgt zijn uitwerking in de interdepartementale Operatie JONG. 1 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. Voor wat betreft de algemene doelstelling van Jeugd terecht wordt jaarlijks de voortgang in beeld gebracht. Dit gebeurt met ingang van de oktoberrapportage 2004 van het Veiligheidsprogramma aan de hand van de informatie zoals beschreven in bijlage VII. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

15 Maatregelen De ondersteuning van ouders van jeugdigen met (een verhoogd risico op) politiecontacten wordt meer gestalte gegeven. Vanuit een gezamenlijk opdrachtgeverschap hebben de ministeries van Justitie en VWS subsidie verstrekt aan de Stichting voor Opvoedingsondersteuning Zuid-Holland (S&O) om een reeks producten te ontwikkelen die kunnen worden ingezet bij opvoedingsondersteuning. De producten die worden ontwikkeld kennen een grote mate van diversiteit en lopen uiteen van folders tot een intensieve opvoedcursus. Dit traject verloopt conform planning. Voor jeugdige veelplegers wordt gewerkt aan een plan van aanpak zoals genoemd onder Bijzondere aandacht zal gegeven worden aan het goed op elkaar laten aansluiten van de maatregelen voor jeugdigen en volwassenen. Dit mede in het licht van de wens van gemeenten om voor de groep veelplegers beneden en boven de 18 jaar maatregelen te kunnen nemen die elkaar logisch opvolgen. Het Justitieel casusoverleg, gericht op het verbeteren van de snelheid en de kwaliteit van de justitiële reactie, is in alle arrondissementen ingevoerd. Het landelijk overdrachtsformulier waarmee zaken door de politie aan ketenpartners worden overdragen is in mei beschikbaar gekomen. Het Parket-Generaal is bezig met een procesbeschrijving welke in het najaar van 2003 gereed zal zijn en de basis zal vormen voor meer landelijke standaardisatie. Eind 2003 vindt een eerste toets plaats van het functioneren van het casusoverleg. Enige jaren geleden is de Individuele Traject Begeleiding voor hardekernjongeren (ITB/HK), een bijzondere, intensieve vorm van reclasseringsbegeleiding, ingevoerd. Om het aanbod van ITB beter aan te laten sluiten op de vraag en ITB helderder te positioneren binnen het totale jeugdsanctiestelsel is een plan van aanpak opgesteld. Eén van de speerpunten, effectiviteitsonderzoek in termen van recidivevermindering wordt momenteel aanbesteed. Voorts is een landelijk beleidskader nachtdetentie vastgesteld. De gefaseerde landelijke invoering van nachtdetentie is vanaf september 2003 van start gegaan. Op 2 september is met alle betrokken partijen hiervoor een startschot gegeven met de conferentie «Zitten zonder te blijven zitten». De beschikbaarheid en het gebruik van effectief gebleken preventieprogramma s, gericht op jeugdcriminaliteit, wordt verder verhoogd door middel van een toetsing van preventieprogramma s door een auditcommissie. Samen met het ministerie van VWS is opdracht gegeven om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren naar de wijze waarop een effectiviteitstoets gericht op preventieve en curatieve projecten en repressieve maatregelen gericht op jeugd, het beste vorm gegeven kan worden. Hierbij wordt expliciet nagegaan hoe gewaarborgd kan worden dat de verzamelde informatie, wat is effectief en wat niet, benut gaat worden. De resultaten van het haalbaarheidsonderzoek komen in februari 2004 beschikbaar. Bij de toepassing van interventies voor jeugdigen wordt in de praktijk een aantal knelpunten gesignaleerd omdat zij niet passen binnen of soms zelfs op gespannen voet staan met de bestaande regelgeving. Na raadpleging van het veld zal naast aanpassing op onderdelen van de bestaande wetgeving, gewerkt worden aan de uitwerking van een nieuwe maatregel. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

16 De werkwijze zoals ontwikkeld in het Project Verkorting Doorlooptijden Jeugdstrafrechtketen, dat op 1 september 2003 ophoudt te bestaan, wordt voorgezet binnen Jeugd terecht. Tenslotte wordt gewerkt aan de voorbereiding van een in dit najaar in te stellen helpdesk Privacy. Deze helpdesk is erop gericht om betrokkenen optimaal te informeren over de (on)mogelijkheden van gegevensuitwisseling binnen de bestaande regelgeving. 3 Urgentiegebieden Het creëren van urgentiegebieden wordt in het Veiligheidsprogramma gepresenteerd als een van de onorthodoxe maatregelen om de doelstellingen van het kabinet te realiseren. Het wordt genoemd als middel om een van de drie belangrijke categorieën van oorzaken voor de huidige problemen in de veiligheid aan te pakken, te weten de versnippering van de (krachten) van de betrokken instanties, mensen en middelen, met als gevolg een te geringe effectiviteit in het optreden Doeltreffend toezicht en handhaving vergen een gerichte aanpak op die plaatsen waar de problemen het grootst en meest nijpend zijn. In het veiligheidsprogramma staat vermeld dat van rijkswege urgentiegebieden worden aangewezen. In een notitie die in oktober aan de kamer wordt toegezonden, wordt een en ander nader uitgewerkt. De maatregel urgentiegebieden biedt gemeenten de mogelijkheid om zogenoemde urgentiegebieden aan te wijzen. Dit kunnen bepaalde wijken zijn, winkellocaties en uitgaansgebieden maar ook bijvoorbeeld natuur- of recreatiegebieden waar veel geconcentreerde overlast aanwezig is. Overigens hoeft in de praktijk een urgentiegebied niet perse een wijk of straat te zijn, maar kan het ook een specifiek probleem zijn dat landelijk of op regionaal niveau moet worden aangepakt (bijvoorbeeld de veiligheidssituatie in het openbaar vervoer). Gemeenten kunnen binnen de reguliere mogelijkheden met een integrale en effectieve aanpak de onveiligheid in dat urgentiegebied bestrijden. Het Rijk zal daarnaast waar mogelijk hindernissen voor kansrijke onorthodoxe maatregelen wegnemen. Over de invulling van de maatregel is overleg gevoerd met de meest betrokken partijen, onder wie departementen, gemeenten en bedrijfsleven. De maatregel zal immers op de behoefte van gemeenten en bedrijfsleven moeten aansluiten. Naar aanleiding van deze consultaties is onder meer gebleken dat gemeenten vaak niet bekend zijn met de mogelijkheden die de beschikbare instrumenten hen bieden. Daarnaast is aangegeven dat het gebrek aan snelheid van de mogelijkheden van de huidige wet en regelgeving belemmerend werkt bij de aanpak van onveiligheid. Tot slot is in sommige gevallen behoefte aan aanvullende bevoegdheden of aan aanpassing van huidige regelgeving omdat de mogelijkheden binnen de huidige regelgeving niet altijd afdoende blijken te zijn. Op basis van bovengenoemde de signalen wordt gewerkt aan een voorstel over de uitwerking van de maatregelen urgentiegebieden. Deze zal onder meer ingaan op een advies en informatiepunt (waarschijnlijk het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid) waar onder meer gemeenten terecht kunnen met vragen over veiligheid. Daarnaast zal gefaciliteerd worden dat dringende problemen interdepartementaal worden uitgezet, waarbij indien de situatie dit vraagt, ad hoc een specialistisch team wordt geformeerd die het probleem in samenwerking met de gemeenten zal bezien. Indien het binnen de huidige regelgeving en maatregelen niet mogelijk blijkt een oplossing te vinden voor de problematiek, kan het nodig zijn de grenzen van de wet op te zoeken of in het uiterste geval regelgeving aan te vullen of te wijzigen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

17 Een uitgewerkt voorstel van de maatregel urgentiegebieden wordt nog dit najaar naar de kamer gestuurd. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

18 PARAGRAAF 4 MAATREGELEN 1 Politie en opsporing In de Eerste voortgangsrapportage is aangegeven dat de maatregelen uit het Veiligheidsprogramma voor politie en opsporing zich vooral richten op het versterken van de uitvoering van de politiële kerntaken toezicht, handhaving en opsporing. Een concentratie op de uitvoering van deze taken, in samenhang met gerichte maatregelen om meer capaciteit voor de uitvoering vrij te spelen, zal gaan leiden tot meer politie op straat, minder gedogen en meer handhaven, en tot meer en betere opsporing. Daarmee wordt bijgedragen aan het realiseren van de hoofddoelstelling van het Veiligheidsprogramma: het reduceren van overlast en criminaliteit in het publieke domein. Het is vanzelfsprekend te vroeg om nu al onderbouwde uitspraken te doen over het behalen van die doelstelling. Er is weliswaar sinds het verschijnen van het Veiligheidsprogramma de nodige voortgang geboekt in de uitvoering van de maatregelen en met de uitkomsten van de laatste Politie Monitor bevolking, die uitwees dat de veiligheidsgevoelens onder burgers zijn toegenomen, is het verleidelijk om zelfs al van resultaat te spreken. Daarvan kan echter nog geen sprake zijn. Beide ontwikkelingen representeren een weliswaar bemoedigende en positieve trendbreuk met de neerwaartse spiraal van de afgelopen jaren, maar eerst in de komende jaren zal moeten blijken of van een bestendiging sprake is. Onderstaand wordt weergegeven welke voortgang in de uitvoering van het veiligheidsprogramma voor de politie is geboekt. Resultaatafspraken met de politie Op 15 februari van dit jaar ondertekenden de Ministers van BZK en van Justitie en de korpsbeheerders het Landelijk Kader Nederlandse Politie Dit kader bevat belangrijke beleids- en beheersmaatregelen voor de politie uit het Veiligheidsprogramma. Het voorziet door onder andere een verhoging van het aantal uit staandehoudingen voortkomende boetes en transacties en van het aantal aan het Openbaar Ministerie aan te leveren zaken, in een intensivering van toezicht, handhaving en opsporing. Met het stelsel van resultaatafspraken wordt een belangrijke en stevige basis gelegd voor een kwaliteitsverbetering (zowel kwantitatief als kwalitatief) in de uitvoering van de politietaak. De convenanten zijn niet alleen van belang voor de uitvoering van het veiligheidsprogramma, maar ook voor het zichtbaar maken van de prestaties van de korpsen. Zowel het politieveld als wij hechten aan de totstandkoming van de regionale convenanten. Per 1 juli 2003 zijn twee regionale convenanten daadwerkelijk ondertekend. Het betreft de convenanten met de regio Rotterdam-Rijnmond en met het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD). De voorbereiding van de convenanten met nagenoeg alle andere korpsen was per die datum afgerond. Met enkele korpsen vindt nog nader overleg plaats. Wij verwachtten dat de convenanten met alle korpsen ook metterdaad zouden zijn ondertekend voor 1 juli 200 Deze verwachting is niet uitgekomen, omdat over en weer de behoefte bestond om nader te overleggen over enkele kwesties op landelijk niveau die verband houden met de convenanten. Daarbij is te denken aan ontwikkelingen in de andere onderdelen van de veiligheidsketen en de uitwerking van de afspraken in het hoofdlijnenakkoord (mei 2003) met betrekking tot doelmatigheid en het ziekteverzuim bij politie. Wij hebben op 9 september jl. nader overleg gevoerd met de korpsbeheerders. In dit overleg is geconcludeerd dat de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

19 regionale convenanten getekend kunnen worden, hetgeen thans geschiedt. Overigens merken wij op dat korpsen reeds nu inzet plegen in de geest van het veiligheidsprogramma, het landelijk kader en de nog te ondertekenen convenanten. Korpsen richten hun bedrijfsvoering en taakuitvoering al op het realiseren van de afspraken die in de conceptconvenanten zijn opgenomen. In die zin kan reeds nu worden gesproken van een nieuwe dynamiek in de relatie Rijk regio, maar ook binnen regio s, gericht op het zichtbaar maken van prestaties. Een voorbeeld is het korps Rotterdam-Rijnmond. Het regionaal convenant is in februari van dit jaar formeel bekrachtigd en is onderdeel van een samenhangend lokaal veiligheidsplan. De eerste ervaringen met deze integrale aanpak en de vertaling daarvan in cijfers over de objectieve en de subjectieve veiligheid zijn positief. Taakuitvoering politie Maatregelen gericht op het versterken en verbeteren van de taakuitvoering betreffen de optimalisering van de (wettelijke) mogelijkheden voor de politie om haar taken doeltreffend uit te voeren. In ontwikkeling zijn o.a. de verruiming van de mogelijkheden voor (elektronische) aangifte, de toepassing van DNA-onderzoek en het gemeentelijk cameratoezicht. Met het oog op de verruiming van de opsporingsmogelijkheden wordt gewerkt aan de ontwikkeling van de invoering van een burgernet (waarbij burgers en bedrijfsleven kunnen worden ingeschakeld bij de opsporing) en een anonieme meldlijn (Meld Misdaad Anoniem). De politieberaden hebben in antwoord op de vragen van de ministers daaromtrent aangegeven dat zij werken aan een basisvoorzieningenpakket voor het doen van aangifte. De voorziening electronische aangifte wordt naar verwachting in 2004 landelijk ingevoerd. Het electronische aangiftevolgsysteem, waarmee de aangevers op de hoogte worden gesteld van het verloop en de afloop van de aangifte, en de telefonische aangifte volgen. De mogelijkheden van DNA-onderzoek worden verder verruimd. Het wetsvoorstel «DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken uit celmateriaal» (28 072) is op 1 september jl. in werking getreden. Het wetsvoorstel «DNA-onderzoek bij veroordeelden» (28 685) treedt vermoedelijk medio 2004 in werking. Daarnaast zijn de voorbereidingen in gang gezet om de dienst Logistiek van het KLPD het transport van DNA-monsters (en overige stukken van overtuiging) op een centrale manier te laten organiseren door middel van een «lijndienst» tussen de regiokorpsen en het Nederlands Forensisch Instituut in Rijswijk. Deze voorbereidingen liggen op schema. De publiek-private meldlijn Meld Misdaad Anoniem heeft in het proefjaar voldoende resultaat opgeleverd (ruim daadwerkelijke meldingen, waarvan bruikbaar) om te besluiten door te gaan. Daarnaast blijkt de meerderheid van de Nederlandse bevolking het idee van een anonieme meldlijn voor misdrijven te ondersteunen. In 2004 zullen alle korpsen (naast de verzekeringsbranche) actief gaan participeren door middel van de inrichting van een backoffice. Over het wetsvoorstel gemeentelijk cameratoezicht is op 15 mei een advies van de Raad van State ontvangen. Het voorstel zal binnenkort aan de Kamer worden aangeboden. Versterking opsporing; Inrichting nationale en bovenregionale recherche Voor een betere bestrijding van de zware criminaliteit wordt bij het Korps Landelijke Politiediensten een nationale recherche opgericht. De nationale Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

20 recherche wordt gevormd uit de huidige kernteams, het landelijk rechercheteam, de unit mensensmokkel, de unit synthetische drugs en de XTC-teams. De nationale recherche zal formeel per 1 januari 2004 bij het Korps Landelijke Politiediensten ondergebracht worden. Conform planning zijn de teams materieel vanaf 1 juli 2003 als nationale recherche operationeel geworden. De KLPD geeft vanaf dat moment onder gezag van het Landelijk Parket sturing aan de operationele onderzoeken en de daarbij in te zetten mensen en middelen. Eveneens juli 2003 waren de bovenregionale recherche teams/iftcombinaties materieel operationeel. Dat betekent dat inmiddels de beoogde 1% politiecapaciteit beschikbaar is ten behoeve van bovenregionale onderzoeken en dat vanaf die datum de nieuw te starten onderzoeken operationeel worden aangestuurd vanuit de centrumkorpsen. Het Bovenregionaal Recherche Overleg kan per die datum onderzoeken aan de BRT/IFT s toewijzen en deze onderzoeken zullen onder gezag van de hoofdofficieren van de centrumparketten uitgevoerd worden. De keuze van aan te pakken zaken komt onder meer tot stand op basis van een door de Dienst Nationale Recherche Informatie in samenwerking met alle korpsen aangeleverde analyse. Vooruitlopend op de definitieve vormgeving is in het 1e half jaar van 2003 al gestart met het formeren van teams op basis van de helft van de uiteindelijk beoogde capaciteit. Op grond van het aantal onderzoeken dat nu loopt en de resultaten die worden geboekt kan worden geconstateerd dat de nieuwe structuur positief effect heeft op de slagkracht. Formeel zullen de BRT/IFT combinaties per 1 januari 2004 beheersmatig bij de centrumkorpsen ondergebracht zijn. Versterking kwaliteit opsporing In het traject Versterking Kwaliteit Opsporing komen diverse lopende projecten op het gebied van kwaliteit bij elkaar. Voor de korte termijn wordt het traject uitgevoerd in nauwe samenhang met het project voor de inrichting van de nationale en bovenregionale recherche. De Regiegroep Nationale en bovenregionale recherche heeft in mei 2003 de volgende onderwerpen benoemd als prioriteit voor de implementatie van de kwaliteitsverbetering in 2003: informatiehuishouding (standaardisering, ict), implementatie Abrio-gedachtengoed en personeel (deskundigheidsbevordering, functieraster opsporing). Verder wordt in 2003 samen met politie en OM een programma opgesteld voor de versterking van de kwaliteit van de opsporing in de jaren In dit programma, gereed op 1 januari 2004, wordt beschreven op welke wijze de aanpak van de kwaliteitsverbetering de komende jaren gestalte wordt gegeven en welke onderwerpen hierin prioriteit krijgen. Informatievoorziening politie De effectiviteit, efficiency en de flexibiliteit van het politiewerk zijn gebaat bij één geïntegreerde informatiehuishouding. Voor de realisatie daarvan zijn maatregelen op het terrein van regelgeving, organisatie en ICT in uitvoering. Het doel is een betere ICT-ondersteuning van de regionale en landelijke processen op het terrein van opsporing, handhaving en hulpverlening en bedrijfsvoering. In de kaderbrief ICT Politie (juli 2003) zijn de prioriteiten voor de ICT bij de politie op basis van het Veiligheidsprogramma gesteld. Conform planning wordt onder aansturing van de Regieraad ICT politie verder gewerkt aan de implementatie en uitrol van het nieuwe datacommunicatienetwerk van de politie, de zogenoemde Nutsvoorziening politie. Het in de meirapportage aangekondigde concept wetsvoorstel voor het stellen van regels over de informatiehuishouding van de politie en voor samenwerking tussen korpsen zal worden geïncorporeerd in het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel inzake het versterken van de beheers- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld Hieronder staan drie tekstfragmenten en één figuur uit het rapport Sociale veiligheid ontsleuteld, veronderstelde en werkelijke effecten van veiligheidsbeleid; Lonneke

Nadere informatie

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806

Feiten & Achtergronden. Aanpak veelplegers. December 2006/F&A 6806 Aanpak veelplegers December 2006/F&A 6806 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus 20301 2500 EH Den Haag T 070 370 68 50 F 070 370 75 94 E voorlichting@minjus.nl http://www.justitie.nl

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID Situatie objectieve en subjectieve veiligheid burgers en Cijfers met betrekking tot Bron 2002 objectieve veiligheid burgers (landelijk) feitelijk ondervonden

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNEN- LANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 383 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 229 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKS- RELATIES

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 31 015 Kindermishandeling Nr. 82 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den

Nadere informatie

28 juni EZ-B-012 OI/O /

28 juni EZ-B-012 OI/O / Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 28 juni 2007 07-EZ-B-012 OI/O / 7072757 1 Onderwerp Criminaliteit tegen

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II Opgave 4 Slachtoffers van criminaliteit Bij deze opgave horen de teksten 9 tot en met 12, figuur 2 en 3 en tabel 1 uit het bronnenboekje. Inleiding Ruim drie miljoen Nederlanders worden jaarlijks het slachtoffer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 661 Convenanten uitgaansgeweld Nr. 6 RAPPORT: TERUGBLIK 2006 Inhoud Samenvatting 5 1 Inleiding 6 1.1 Wat is een terugblik? 6 1.2 Aanbevelingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 28 684 Naar een veiliger samenleving 31 200 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 21 860 Weer samen naar school Nr. 63 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Eval uat i e Camer at oezi cht Gouda Ei ndr appor t Samenvatting en conclusies De gemeente Gouda is begin 2004 een proef gestart met cameratoezicht in de openbare ruimte op diverse locaties in de gemeente.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 27 834 Criminaliteitsbeheersing Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Schedeldoekshaven

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Actieplan tegen geweld

Actieplan tegen geweld Actieplan tegen geweld 4299 0609 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 65 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKRELATIES

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNEN- LANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 28 684 Naar een veiliger samenleving Nr. 367 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Nadere informatie

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. GGD/ Ambulances. in de Regio Haaglanden Plan van aanpak en Protocol pilot camera s op GGD/ Ambulances in de Regio Haaglanden 1 Inhoudsopgave pag 1. Aanleiding 3 2. Doel en reikwijdte 3 3. Organisatie 4 4. Aanpak en planning 4 5. Financiering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 29 628 Politie Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 2 mei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Jaarrapportage Veiligheid 2004

Jaarrapportage Veiligheid 2004 Jaarrapportage Veiligheid 2004 Jaarrapportage Veiligheid 2004 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1 Inleiding 10 1.1 De Jaarrapportage Veiligheid en het Veiligheidsprogramma 12 1.2 De indicatoren van het Veiligheidsprogramma

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 29 628 Politie Nr. 137 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage Politiemonitor Bevolking 2003 Landelijke rapportage Den Haag/Hilversum, november 2003 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zesde meting van het landelijk onderzoek Politiemonitor

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 26 695 Voortijdig school verlaten Nr. 60 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit

Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit Informatie over het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) -1- Bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit 3 Bestuurlijke aanpak

Nadere informatie

Datum 22 september 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over terreur van Marokkaanse jongeren in Helmond

Datum 22 september 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over terreur van Marokkaanse jongeren in Helmond 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Taak en invloed gemeenteraad op de. Integrale veiligheid

Taak en invloed gemeenteraad op de. Integrale veiligheid Taak en invloed gemeenteraad op de Integrale veiligheid 1 Definitie veiligheid Veiligheid is de mate van afwezigheid van potentiële oorzaken van een gevaarlijke situatie of de mate van aanwezigheid van

Nadere informatie

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1

Rapport Fatale Woningbranden 2011 en Rapport Fatale woningbranden 2003 en 2008 t/m 2011: een vergelijking 1 29517 Veiligheidsregio s 30821 Nationale Veiligheid Nr. 62 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5 juli 2012 Met deze brief

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip

Inleiding. Beleving van veiligheid. Veiligheid als begrip Inleiding In het kader van veiligheid zijn politie en gemeenten eerstverantwoordelijk voor openbare orde, handhaving van wettelijke regels en bestrijding van criminaliteit. Burgers ervaren veiligheid als

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Naar een veiliger samenleving. Zesde voortgangsrapportage

Naar een veiliger samenleving. Zesde voortgangsrapportage Naar een veiliger samenleving Zesde voortgangsrapportage oktober 2005 Inhoudsopgave Samenvatting...3 1 Inleiding...5 2 Algehele voortgang van het programma...6 2.1 Doelstellingen in de veiligheid...6 2.2

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 605 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 D MEMORIE VAN ANTWOORD Ontvangen 29 november 2013 Onder verwijzing

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Directoraat-Generaal Jeugd en Sanctietoepassing Turfmarkt 147 2511

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 247 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 maart 2002 Betreft: Criminaliteitspreventie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 500 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2011 D VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Dit kabinet geeft prioriteit aan het terugdringen van schuldenproblematiek. Het verminderen van hoge terugvorderingen levert daar een bijdrage aan.

Dit kabinet geeft prioriteit aan het terugdringen van schuldenproblematiek. Het verminderen van hoge terugvorderingen levert daar een bijdrage aan. > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen. Onderhandelingsakkoord tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad i.o. inzake het pakket aan maatregelen en afspraken in het

Nadere informatie

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen

Crimiquiz over trends en ontwikkelingen Crimiquiz over trends en ontwikkelingen Quiz voor de deelnemers aan de SSR cursus Criminologie/effectiviteit interventiestrategieën, Zwolle 22 november Jaap de Waard, Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 374 Aanslag op de heer W. S. P. Fortuijn Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-generaal Veiligheid Programma Bestuurlijke Aanpak Schedeldoekshaven

Nadere informatie

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit: Agendapunt 2 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Mededelingen en actualiteit Bijlage : 2 Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 604 Integraal Veiligheidsprogramma Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 154 Besluit van 18 maart 1999, houdende instelling van de Adviescommissie Wet op de jeugdzorg (Besluit Adviescommissie Wet op de jeugdzorg) Wij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 467 Wijziging van de Wet arbeid en zorg en enige andere wetten in verband met het tot stand brengen van een recht op langdurend zorgverlof en

Nadere informatie

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders

Datum 26 september 2011 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de bescherming van juweliers en andere middenstanders 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends

8 secondant #3/4 juli/augustus 2008. Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007. Crimi-trends 8 secondant #3/4 juli/augustus 2008 Bedrijfsleven en criminaliteit 2002-2007 Diefstallen in winkels en horeca nemen toe Crimi-trends De criminaliteit tegen het bedrijfsleven moet in 2010 met een kwart

Nadere informatie

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt

Kernrapport Veiligheidsmonitor ( ) Gemeente Leiden. Leefbaarheid in buurt Kernrapport Veiligheidsmonitor (2013-2017) Gemeente Leiden Leefbaarheid in buurt Inleiding In dit hoofdstuk staat het thema leefbaarheid in de woonbuurt centraal. Eerst komt aan de orde hoe Nederlanders

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 929 Wijziging van de Zorgverzekeringswet in verband met het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering tot en

Nadere informatie

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Criminaliteit nauwelijks gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11018 1 maart 2011 9.30 uur Criminaliteit nauwelijks gedaald www.cbs.nl Lichte afname slachtoffers veel voorkomende criminaliteit Gevoelens van veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 402 Wet cliëntenrechten zorg Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 529 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd

Voorstel aan de raad. Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd Voorstel aan de raad Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd Opgesteld door Dienst Raadsorganen Rekenkamer Dienstkenmerk 09.099504 Vergaderdatum 3 december 2009 Jaargang en nummer 2009-139 De rekenkamer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2013 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2014 In 2013 registreerde de politie voor Amersfoort 10.249 misdrijven. Het aantal misdrijven is sinds

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 480 VI Wijziging van de sstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2012 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nadere informatie

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport "Follow the Money"

Datum 12 april 2012 Onderwerp Inspectie Openbare Orde en Veiligheid rapport Follow the Money 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst

RAPPORT AD/2005/ Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen. Auditdienst RAPPORT AD/2005/35556 Inzake de negende voortgangsrapportage Structuur Uitvoering Werk en Inkomen AD-rapport bij de negende voortgangsrapportage SUWI Den Haag, 17 mei 2005 Auditdienst van het Ministerie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Datum 26 februari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Zorg over groei geweld door verwarde mensen in Rotterdam'

Datum 26 februari 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Zorg over groei geweld door verwarde mensen in Rotterdam' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen

Datum 8 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het bericht dat de politie steeds vaker te maken krijgt met verwarde en overspannen mensen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2018 34 880

Nadere informatie

meerdere keren op het JCO besproken wordt, zal het aantal besproken personen waarschijnlijk lager dan zijn.

meerdere keren op het JCO besproken wordt, zal het aantal besproken personen waarschijnlijk lager dan zijn. Samenvatting Context onderzoek Een kernthema van het veiligheidsprogramma 'Naar een veiliger samenleving' is de aanpak van de jeugdcriminaliteit. Dit thema is nader geconcretiseerd in het Actieprogramma

Nadere informatie

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. VZA ambulances

Plan van aanpak. Protocol. pilot camera s op. VZA ambulances Plan van aanpak en Protocol pilot camera s op VZA ambulances 1 Inhoudsopgave pag 1. Inleiding 3 2. Doel en reikwijdte 4 3. Organisatie 4 4. Aanpak en planning 4 5. Financiering en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Samenvatting. WODC tot stand is gekomen. Het rapport presenteert prognoses van de benodigde

Samenvatting. WODC tot stand is gekomen. Het rapport presenteert prognoses van de benodigde Samenvatting In 1996 heeft de minister van Justitie aan de Tweede Kamer toegezegd jaarlijks een actualisering van de prognoses van de sanctiecapaciteit te presenteren. Tot dan toe werden deze prognoses

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 016 Ziekenhuiszorg Nr. 59 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 IXB Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2006 Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 29 628 Politie Nr. 261 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 15

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill. secondant #2 april 2009 7 Geweldsdelicten tussen - Daling van geweld komt niet uit de verf Crimi-trends

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 775 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2018 Nr. 111 TWEEDE

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

SAMENVATTING. Inleiding

SAMENVATTING. Inleiding SAMENVATTING Inleiding De Wet tijdelijk huisverbod (Wth) is op 1 januari 2009 in werking getreden. Met een huisverbod kan een (potentiële) pleger van huiselijk geweld tien dagen uit huis worden geplaatst.

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie