Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer"

Transcriptie

1 Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer planperiode 2010 t/m 2013 ONTWERP Concept Gemeente Opmeer Afdeling Civiele Techniek en Wonen Spanbroek Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 15 februari 2010

2 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer Subtitel : planperiode 2010 t/m 2013 Projectnummer : Referentienummer : Revisie : -- Datum : 15 februari 2010 Auteur(s) : ing. A.E. Swets adres : arie.swets@grontmij.nl Contact : Robijnstraat RB Alkmaar Postbus AE Alkmaar T F noordwest@grontmij.nl Pagina 2 van 48

3 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Aanleiding Procedure Leeswijzer... 5 Functies GRP 2010 t/m Termen en definities Relaties rioleringszorg... 7 Inleiding Samenwerking met derden... 7 Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Provincie... 9 Gemeenten Interne samenwerking Evaluatie GRP 2005 t/m Inleiding Rol GRP binnen gemeente Procedures totstandkoming GRP 2005 t/m Resultaten planperiode 2005 t/m Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek Financiële en personele middelen Toetsingskader doelen rioleringszorg Inleiding Invulling zorgplichten Doelen rioleringszorg Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer Toetsing huidige situatie Inleiding Algemeen Aanwezige voorzieningen Toestand van de objecten Stedelijk afvalwater Nog niet-aangesloten bestaande bebouwing Overzicht aanwezige voorzieningen Functioneren van de voorzieningen Onderhoud van de voorzieningen Hemelwater Verwerking van hemelwater Overzicht van aanwezige voorzieningen Functioneren van de voorzieningen Onderhoud van de voorzieningen Grondwater Vergunningen Klachtenafhandeling en voorlichting Pagina 3 van 48

4 Inhoudsopgave (vervolg) De opgave Inleiding Aanleg voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater Aanleg bij bestaande bebouwing Aanleg bij nieuwbouw Aanleg grondwatervoorzieningen bij bestaande bebouwing en nieuwbouw Beheer van de bestaande voorzieningen Onderzoek Algemeen Stedelijk afvalwater Hemelwater Grondwater Samenvatting uit te voeren onderzoeken Maatregelen Algemeen Stedelijk afvalwater Hemelwater Samenvatting uit te voeren maatregelen Organisatie en financiën Personele middelen Financiële middelen Vervangingswaarde Totale uitgaven Huidige inkomsten Kostendekking Omzetting rioolrecht in rioolheffing Kanttekeningen bij geschetste ontwikkeling rioolheffing Begroting Besluitvorming Referentielijst Bijlage 1: Bijlage 2: Woordenlijst Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg Bijlage 3: Evaluatie resultaten planperiode 2005 t/m 2008 Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Toelichting invulling zorgplichten Streefbeelden kwaliteit vrijvervalriolen Uitgangspunten kostendekkingsplan Personele aspecten gemeentelijke watertaken Financiële tabellen kostendekkingsplan Reacties externen op concept-grp Pagina 4 van 48

5 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te stellen. In artikel 4.22 van de Wet milieubeheer is aangegeven dat de gemeenteraad, voor een nader vast te stellen periode, een GRP vaststelt (zie bijlage 2). Het GRP is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken voor de vastgestelde planperiode en de langere termijn weergeeft. De geldigheidsduur van het GRP 2005 t/m 2008 van de gemeente Opmeer is verstreken. Daarom is het GRP 2010 t/m 2013 opgesteld: het vierde GRP voor Opmeer. De gemeente stelt zelf de geldigheidsduur van het GRP vast. Voor dit GRP is een looptijd van 4 jaar aangehouden. Op grond van de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken is in het GRP aandacht besteed aan de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg 1.2 Procedure In artikel 4.23 van de Wet milieubeheer (zie bijlage 2) is aangegeven wie de gemeente bij de voorbereiding van het GRP moet betrekken. De gemeente heeft een eigen verantwoordelijkheid voor de invulling van het rioleringsbeleid. Een deel van het beleid wordt echter bepaald door randvoorwaarden van andere overheidsinstellingen, zoals het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (hierna te noemen: HHNK) en de Provincie Noord-Holland. Voorafgaand aan de formele vaststelling door de gemeenteraad, is het concept-grp ter beoordeling aan het HHNK en de Provincie Noord- Holland voorgelegd. De reacties zijn in bijlage 9 opgenomen. Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) 1.3 Leeswijzer Het GRP 2010 t/m 2013 is opgezet conform de Leidraad Riolering en bestaat uit de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding, met de aanleiding, de geldigheidsduur en de gevolgde procedure. 2. Relaties rioleringszorg, met wet- en regelgeving en ontwikkelingen. 3. Evaluatie GRP 2005 t/m Met de conclusies en aanbevelingen uit de evaluatie is rekening gehouden bij het opstellen van het GRP 2010 t/m In de evaluatie zijn ook de resultaten van Benchmark Rioleringszorg meegenomen. 4. Toetsingskader doelen rioleringszorg. Hierin zijn de doelen beschreven en uitgewerkt. Hiermee geeft de gemeente aan wat zij voor de eigen lokale situatie met de zorgplichten wil bereiken. 5. Toetsing huidige situatie. De huidige situatie is getoetst aan de doelen en er is gekeken in hoeverre de gestelde doelen zijn gerealiseerd. In dit hoofdstuk is tevens een overzicht gegeven van de aanwezige voorzieningen. 6. De opgave. Hierin zijn de maatregelen weergegeven die nodig zijn om de gestelde doelen te kunnen realiseren. 7. Organisatie en financiën. Hierin is de opgave vertaald naar benodigde personele en financiële middelen. Pagina 5 van 48

6 Inleiding 1.4 Functies GRP 2010 t/m 2013 Het GRP 2010 t/m 2013 is opgesteld conform de module A1050 GRP: Planvorming gemeentelijke watertaken. Volgens de module heeft het GRP vier functies: 1. Het kader voor invulling van de gemeentelijke zorgplichten. Het GRP bevat de hoofdlijnen voor de gemeentelijke zorgtaken voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. In het plan geeft de gemeente aan welke beleidskeuzes zijn gemaakt, zoals voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater, de inzameling en verwerking van hemel- en grondwater en de rol van de particulier hierbij. 2. Interne afstemming zorgplichten met overige gemeentelijke beleidsvelden en taken. De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit vereist integraal beheer en onderlinge afstemming tussen sectoren, zoals wegbeheer en ruimtelijke ordening. De gemeente moet een afweging maken over wat zij wel en niet wil inzamelen (bv. hemelwater) en hoe zij dat gaat doen (bv. al dan niet gemengd). De raakvlakken tussen rioleringszorg en de milieuvergunningverlening en -handhaving nemen daarmee toe. Het is daarom raadzaam ook ambtenaren te betrekken die belast zijn met het milieubeleid en de handhaving van de Wet milieubeheer. Het GRP kan worden gebruikt voor de toekenning van budgetten. De uitwerking van het GRP op projectbasis, wordt in jaarprogramma s gedaan. 3. Externe afstemming gemeentelijke zorgplichten met andere overheden. De gemeente moet haar rioleringsbeleid afstemmen met andere overheden. Op het gebied van grondwater is er een relatie met de hoogheemraadschappen en de provincie. Verder heeft de provincie een rol als toezichthouder op de gemeentelijke financiën en heeft zij een aanwijzingsbevoegdheid (zie artikel 4.24 Wet milieubeheer). De externe afstemming is vooral gericht op het omgaan met hemel- en grondwater. In de externe afstemming spelen de lozingsvergunningen van de gemeente nu nog een belangrijke rol. De Waterwet, die per 22 december 2009 van kracht is geworden, zorgt voor een duidelijke afbakening met de Wet milieubeheer. De Waterwet is van toepassing op lozingen die direct in het oppervlaktewater plaatsvinden en lozingen direct op de RWZI. Alle overige lozingen vallen onder de Wet milieubeheer. De Wvo-vergunning voor het overstorten op oppervlaktewater vanuit de gemengde riolering en het lozen van hemelwater via uitlaten, gaat door de inwerkingtreding van de Waterwet automatisch over in de watervergunning. De hierin vastgelegde voorschriften zijn geldig tot het tijdstip waarop het GRP is vastgesteld. Eventuele afspraken over emissiereductie en het omgaan met hemelwater, worden vastgelegd in het op te stellen basisrioleringsplan (2011). 4. Continuïteit in de invulling van de gemeentelijke zorgplichten. De voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater, hebben een relatief lange levensduur. De effecten van wijzigingen in de aanpak en afstemming met andere beleidsterreinen zijn vaak pas op langere termijn zichtbaar. Het GRP heeft daarbij een belangrijke functie omdat het ook de lange termijn in hoofdlijnen zichtbaar maakt. Een beeld van de ontwikkeling op langere termijn wordt verkregen door in het GRP een evaluatie van de vorige planperiode op te nemen en door toetsing aan een referentiekader (doelen). Bij het opstellen van het GRP 2010 t/m 2013 is met bovengenoemde functies rekening gehouden. 1.5 Termen en definities Het GRP 2010 t/m 2013 is een gemeentelijk beleidsplan, waar de gemeenteraad zich over moet uitspreken. Het is echter niet alleen voor de politiek geschreven maar ook voor overleg met de in de Wet milieubeheer genoemde instanties. Dit heeft tot gevolg dat in dit GRP 'vaktaal' wordt gebruikt. In bijlage 1 van dit GRP is een verklarende woordenlijst opgenomen. Voor de definitie van begrippen wordt naar deze woordenlijst verwezen. Pagina 6 van 48

7 2 Relaties rioleringszorg 2.1 Inleiding Dit GRP heeft relaties met andere plannen van de gemeente en andere overheden. Die relaties bepalen voor een deel de eisen die worden gesteld aan de invulling van de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. De gemeente is primair verantwoordelijk voor het te voeren rioleringsbeleid maar andere overheden drukken voor een niet onbelangrijk deel een stempel op het door de gemeente te voeren beleid. In dit hoofdstuk zijn de relaties met andere overheidstaken en ontwikkelingen aangegeven. Ontwikkelingen geven aan waar de aandacht de komende jaren op gericht zal zijn. 2.2 Samenwerking met derden In deze paragraaf zijn de relaties met derden en plannen van derden toegelicht Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier In het verleden had de samenwerking tussen het HHNK en de gemeente vooral betrekking op de betrokkenheid bij het opstellen van nieuwe basisrioleringsplannen en lozingsvergunningen. Voor het HHNK waren de oppervlaktewaterkwaliteit en de goede werking van de rioolwaterzuiveringsinrichting (hierna te noemen: RWZI) de belangrijkste beoordelingskaders. In de loop van de tijd is door het HHNK beleid geformuleerd voor diverse onderwerpen, zoals het terugdringen van de aanvoer van hemelwater en ander rioolvreemd water naar de RWZI en op de intensivering van de samenwerking in de waterketen. Het HHNK zoekt de samenwerking met de gemeente actief op. De gemeente en het HHNK geven met elkaar het watersysteem- en waterketenbeheer vorm en inhoud, onder behoud van ieders verantwoordelijkheden. De afspraken over maatregelen en investeringen betreffende de gemeentelijke watertaken worden opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan. Een waterplan is niet opgesteld. Dit is geen verplichte planvorm. De gemeente is ook niet voornemens een waterplan op te stellen. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Gezamenlijk met het HHNK wordt invulling gegeven aan de verschillende afspraken, zoals hierna is beschreven. Kaderrichtlijn Water In het beheergebied van het HHNK hebben de gemeenten ingestemd met het maatregelenpakket voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor het oppervlaktewater, zoals vastgelegd in de nota Samen werken aan Schoon Water (2008). Hieruit blijkt dat de meeste fysieke maatregelen door het HHNK worden genomen. Het gaat daarbij vooral om maatregelen op het gebied van inrichting en beheer van het watersysteem. Gemeenten hoeven weinig extra maatregelen te nemen voor de KRW, bovenop hun bestaande beleid. Van alle partijen wordt verwacht dat zij hun bestaande waterkwaliteitsbeleid blijven uitvoeren. Daarnaast ondersteunen gemeenten het HHNK met eventuele ruimtelijke maatregelen bij de uitvoering en betalen ze mee aan het onderzoeksprogramma. Pagina 7 van 48

8 Relaties rioleringszorg Stedelijke wateropgave De stedelijke wateropgave bestaat uit de aanpak van wateroverlast door overstromend oppervlaktewater, de aanpak van de wateroverlast in relatie tot de rioolcapaciteit en de aanpak van de grondwateroverlast. Hierbij wordt rekening gehouden met de gevolgen van de verwachte klimaatverandering. Voor de gemeente Opmeer zijn in het kader van de stedelijke wateropgave geen maatregelen afgesproken. Monitoring gemengde rioolstelsels In de Wvo-vergunning is een bepaling opgenomen over het monitoren van de overstorten van de gemengde rioolstelsels. In samenwerking met het HHNK en vijf andere gemeenten in West- Friesland is in 2008 een meetplan opgesteld. In het meetplan zijn vier externe overstorten opgenomen, evenals een neerslagmeting. Door de samenwerking worden kosten bespaard en vindt kennisverwerving en -uitwisseling plaats. Afstemming gemeentelijke zorgplichten De gemeente moet haar rioleringsbeleid afstemmen met andere overheden. Op het gebied van grondwater is er een relatie met het HHNK en de provincie. De externe afstemming is vooral gericht op het omgaan met hemel- en grondwater. In de externe afstemming spelen de lozingsvergunningen van de gemeente nu nog een belangrijke rol. Na invoering van de Waterwet verdwijnen deze vergunningen en gaan voor lozingen algemene regels en maatwerkvoorschriften gelden. Het wordt daarom (in de toekomst) belangrijk afspraken te maken op het gebied van bijvoorbeeld (verdergaande) emissiereductie en het omgaan met hemelwater. Omdat de praktische invulling van de nieuwe wetgeving nog onvoldoende is uitgekristalliseerd, is hiermee in dit GRP nog geen rekening gehouden. Klimaatverandering en wateroverlast in relatie tot riolering Systemen voor de inzameling en afvoer van hemelwater in stedelijke omgeving zijn ontworpen op basis van neerslaggegevens die minimaal 30 jaar oud zijn. Naar verwachting is er in de toekomst sprake van een toename van de piekintensiteiten van de neerslag. Hierbij dringt zich de vraag op of, en in hoeverre, de ontwerpgrondslag voor neerslagafvoersystemen moet worden aangepast en of het noodzakelijk is om bestaande systemen aan te passen. In de basis komt het neer op het kunnen maken van een afweging tussen de extra kosten die met ontwerp en/of aanpassingen gemoeid zijn en de schade of hinder die daarmee wordt voorkomen. Tijdens het opstellen van het GRP 2010 t/m 2013 is nog niet duidelijk wat, bij het hanteren van de gangbare klimaatscenario s, de gevolgen zijn voor het rioolstelsel van de gemeente. Echter, de gemeente doet nu al het nodige om te anticiperen op de verwachte toename van de neerslagintensiteit, door de aanleg van extra hemelwaterafvoerriolen en het incidenteel afkoppelen van verhard oppervlak van het gemengd rioolstelsel (bv. woonerf Spanbroek en De Wuiver). Hierdoor wordt het bestaande rioolstelsel minder zwaar belast en ontstaat er meer ruimte voor het opvangen van de voorspelde toename van de neerslagintensiteit. De mogelijkheden voor het bergen van hemelwater in de openbare ruimte (groenvoorzieningen, speelplaatsen, op straat) zijn nog niet onderzocht. Dit is een punt van aandacht bij het opstellen van het nieuwe basisrioleringsplan (2011). Bij de (her-)inrichting van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met extreme omstandigheden waarbij water op straat op kan treden. Het risico op wateroverlast moet zo veel mogelijk worden voorkomen, door bijvoorbeeld het toepassen van trottoirbanden en eventueel een holle ligging van de weg. Door het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente er voor dat de afstroming naar de riolen en in de riolen wordt gewaarborgd. Verstoppingen worden daarmee zo veel mogelijk voorkomen. Aanpak van verstoppingen is een effectieve maatregel voor het verminderen en voorkómen van wateroverlast. Pagina 8 van 48

9 Relaties rioleringszorg Sanering ongezuiverde lozingen In samenwerking met het ProjectBureau Saneringen Buitengebied (PBSB) zijn 128 IBA s klasse III geplaatst en 1 IBA klasse II. De IBA s zijn eigendom van de gemeente. Het beheer en onderhoud zijn in handen van het HHNK. Bestuursovereenkomst Opgave inzameling en transport stedelijk afvalwater in Noord-Holland Landelijke wetgeving was erop gericht om zoveel mogelijk huishoudens in het buitengebied aan te laten sluiten op het dichtstbijzijnde rioleringstelsel. Indien dat om economische redenen niet haalbaar was, werd een IBA-systeem voorgeschreven. Op 1 januari 2008 is de wet- en regelgeving gewijzigd. De belangrijkste wijziging voor lozingen vanuit IBA s is dat alleen verbeterde septic tanks (IBA klasse I) als middelvoorschriften zijn opgenomen, tenzij de waterkwaliteitsbeheerder aanvullende eisen stelt. De provincie Noord-Holland heeft samen met de Noord-Hollandse waterschappen en de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten het ontheffingenbeleid geactualiseerd voor nieuwe lozingen en lozingen waarvoor de ontheffingstermijn van tien jaar rond 2014 zal zijn verstreken. De kern van dit beleid is voortzetting van de bestuursovereenkomst die in 2003 is ondertekend door de Noord-Hollandse waterschappen, de VNHG en de provincie Noord- Holland. De belangrijkste wijziging geldt voor nieuwe lozingen: in plaats van het wettelijk voorgeschreven saneringsmiddel IBA-klasse I, wordt er door de gemeenten een IBA klasse II aangeboden. De rolverdeling, waarbij de gemeente eigenaar is en het hoogheemraadschap verantwoordelijk is voor het beheer van de IBA-systemen, wordt gehandhaafd. De bestuursovereenkomst heeft de status van een intentieverklaring. De consequenties hiervan voor de gemeente Opmeer zijn begin 2010 nog niet te overzien. Gemeenteambassadeur Water Om de samenwerking tussen gemeenten onderling en gemeenten met andere overheden op het gebied van water binnen het beheergebied van het HHNK, te versterken, is een gemeenteambassadeur Water in het leven geroepen. De rol van de ambassadeur bestaat uit: het versterken van de samenwerking door deze te faciliteren; het opkomen voor de belangen van de gemeenten in de waterwereld; het versterken van de aandacht voor water (en leefomgeving) bij de gemeenten, onder andere door agendering ervan. De samenwerking is gericht op een goede en spoedige uitvoering van het bestaande beleid (KRW, WB21 en watertoets) en het geven van een samenhangend antwoord op nieuwe vragen vanuit klimaatontwikkeling en het Deltaprogramma Provincie De provincie wil de samenwerking in de waterketen faciliteren en coördineren en heeft daartoe het Convenant Samenwerken Waterketen Noord-Holland opgesteld. De hierin gemaakte afspraken moeten in 2011 zijn gerealiseerd. Een speerpunt uit het convenant is samenwerken. De waterbeheerders maken met de gemeente bindende afspraken over het optimaliseren van de afvalwaterketen en geadviseerd wordt de samenwerking met andere gemeenten uit te breiden. De provincie faciliteert hierin. Bijzondere aandachtspunten uit het convenant zijn: Benchmark rioleringszorg, zicht op kosten, innovatie en betrokkenheid van burgers Gemeenten In samenwerking met het HHNK en vijf andere gemeenten in West-Friesland is in 2008 een meetplan voor de riolering opgesteld. Andere, structurele samenwerkingsverbanden met buurgemeenten, op het gebied van de rioleringszorg, zijn er niet. 2.3 Interne samenwerking De gemeente is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Dit vereist integraal beheer en onderlinge afstemming tussen de verschillende sectoren. De Afdeling Civiele Techniek en Wonen is verantwoordelijk voor de uitvoering van het rioleringsbeleid. Projecten worden zo veel mogelijk integraal opgepakt met de beleidsterreinen wegen, groen en ruimtelijke ordening. Pagina 9 van 48

10 Relaties rioleringszorg Voor de ondersteuning van het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR) is een beheerpakket aanwezig, met modules voor weg-, riool- en groenbeheer, voorzien van een grafische koppeling met de digitale basiskaart. Pagina 10 van 48

11 3 Evaluatie GRP 2005 t/m Inleiding Een eerste stap in het opstellen van het GRP 2010 t/m 2013 is een terugblik op het GRP 2005 t/m Bij de evaluatie is een aantal invalshoeken onderscheiden, zoals de rol van het GRP zelf, de totstandkomingprocedure en het resultaat van het GRP. Deze invalshoeken zijn in de volgende paragrafen nader belicht. 3.2 Rol GRP binnen gemeente Het accent in het GRP 2005 t/m 2008 lag op de sanering van de ongezuiverde lozingen en vervanging van vrijvervalriolering. In het GRP 2005 t/m 2008 is een duidelijk beeld gegeven wat er van de gemeente wordt verwacht op het gebied van de rioleringszorg. De (jaarlijks) uit te voeren maatregelen, en de financiële consequenties daarvan, zijn helder gepresenteerd. Het GRP 2005 t/m 2008 was een onderliggend document voor de gemeenteraad om in te kunnen stemmen met rioleringskredieten. Het heeft tevens gediend als basis voor het berekende rioolrecht. Het GRP 2005 t/m 2008 is gedurende de planperiode een goede leidraad gebleken voor de dagelijkse rioleringszorg. 3.3 Procedures totstandkoming GRP 2005 t/m 2008 Het GRP is opgesteld op basis van de in de Wet milieubeheer vastgestelde procedure. Het concept-grp is ter beoordeling toegestuurd aan het HHNK, de Provincie Noord-Holland en de Inspectie Milieuhygiëne Noord-West. De reacties zijn in het GRP 2005 t/m 2008 verwerkt. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) 3.4 Resultaten planperiode 2005 t/m 2008 In de tabel in bijlage 3 zijn de voorgenomen maatregelen en onderzoeken uit het GRP 2005 t/m 2008 beschreven en is aangegeven in hoeverre de voornemens zijn gerealiseerd. De volgende conclusies zijn hieruit getrokken: a) De aanleg van drie bergbezinkbassins, met een totale inhoud van 600 m³, is voltooid. De gemeente voldoet daarmee aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor voor de gemengde stelsels. b) De sanering van de ongezuiverde lozingen in het buitengebied is uitgevoerd, conform het plan zoals dat is weergegeven in het rapport Maatwerkplan saneringsmaatregelen in het buitengebied (juni 2004). c) De geplande vervangingswerkzaamheden voor de vrijvervalriolering zijn niet uitgevoerd. Het bleek dat de opgestelde vervangingsplanning daarvoor niet gedetailleerd genoeg was. d) Actualisatie van het rioolbeheerbestand heeft in 2009 plaatsgevonden. 3.5 Doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek In artikel 213a van de Gemeentewet is vastgesteld dat het college periodiek onderzoek doet naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. De gemeente Opmeer heeft daartoe in 2006 geparticipeerd in de Benchmark Rioleringszorg. De conclusie uit de benchmark is dat de gemeente de rioleringszorg op de meeste onderdelen voldoende tot goed op orde heeft. Pagina 11 van 48

12 Evaluatie GRP 2005 t/m 2008 In de benchmark is het presteren in de rioleringszorg geanalyseerd op zes aandachtsgebieden. De resultaten per aandachtgebied zijn hier onder kort weergegeven. Tabel A Resultaat Benchmark Rioleringszorg nr. aandachtsgebied resultaat en punten van aandacht 1 toestand en functioneren De gemeente scoort iets onder het gemiddelde. Dit komt doordat de actualiteit van de hydraulische berekeningen ouder is dan gemiddeld. Er zijn meer inspecties van het vrijvervalstelsel uitgevoerd dan gemiddeld. Er is voldoende inzicht in de toestand van het vrijvervalstelsel. 2 milieu-inspanning Hierop scoort de gemeente maximaal. Het gemengde stelsel voldoet aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Op korte termijn hoeven er geen investeringen voor milieumaatregelen te worden gepleegd. 3 uitgaven De kapitaallasten zijn hoger dan gemiddeld. 4 organisatievermogen Het organisatievermogen van de gemeente is goed. Op het onderdeel vervanging heeft de gemeente maar 30% van de geplande maatregelen uitgevoerd. Uit nader onderzoek bleek dat de toestand van de riolering beter was dan verwacht, waardoor vervanging voorlopig achterwege kan blijven. De besteding in mensjaren arbeid aan de rioleringszorg is lager dan in andere gemeenten. Mede door de samenwerking met derden, zoals bij de aanleg van IBA s met het PBSB, wordt met relatief weinig menskracht veel gerealiseerd. 5 gegevensbeheer Op dit punt scoorde de gemeente lager dan het gemiddelde. De gemeente beschikte weliswaar over een geautomatiseerd beheersysteem meer er vond geen koppeling met kaartmateriaal plaats. In 2009 is software aangeschaft waarmee deze koppeling wel tot stand kan worden gebracht. Voor delen van het rioolstelsel is de inventarisatie van het verhard oppervlak verouderd. 6 meldingen en klachten De gemeente beschikt niet over een registratiesysteem voor meldingen en klachten. Bij een melding of een klacht wordt wel snel actie ondernomen. Punten van aandacht zijn de planning van de vervanging van de vrijvervalriolering en de meerwaarde van een klachtenregistratiesysteem. Op basis van de resultaten van de benchmark zijn de volgende acties ondernomen: 1. ad. 5: aanschaf van software in 2009 waarmee een koppeling tot stand kan worden gebracht tussen het digitale beheersysteem en het kaartmateriaal (beheerkaart); 2. ad. 6: het opzetten van een klachtenregistratiesysteem. Klachten en meldingen worden anno 2009 analoog vastgelegd. In 2010 wordt een gemeentebreed meldingensysteem operationeel, waarmee ook klachten en meldingen op het gebied van riolering en grondwater digitaal kunnen worden vastgelegd. In de planperiode 2010 t/m 2013 wordt een nieuw basisrioleringsplan (hierna te noemen: BRP) opgesteld, waardoor een actueel beeld van het theoretisch, hydraulisch functioneren van het vrijvervalstelsel wordt verkregen (ad. 1). 3.6 Financiële en personele middelen De financiële middelen zijn beschikbaar gesteld mede op basis van het maatregelenpakket uit het GRP 2005 t/m Uit de evaluatie van de investeringsuitgaven blijkt dat de beschikbare financiële middelen niet volledig zijn benut, waardoor een reserve van 3,74 miljoen (per 1 januari 2010) is opgebouwd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt het uitstellen van de investering voor de vervanging van de vrijvervalriolering. Voor de planperiode 2005 t/m 2008 kwam circa 6,5 km riolering voor vervanging in aanmerking. Uit nader onderzoek op basis van Pagina 12 van 48

13 Evaluatie GRP 2005 t/m 2008 de inspectieresultaten, bleek dat vervanging van riolering niet noodzakelijk was of kon worden uitgesteld. Voor de rioleringszorg in de gemeente is momenteel 1,8 f.t.e. beschikbaar. Een groot deel van de voorbereiding, uitvoering en begeleiding van rioleringsprojecten wordt uitbesteed aan derden. Een deel van de werkzaamheden wordt door derden uitgevoerd omdat deze te specialistisch van aard zijn en de omvang van het specialistische werk te klein is om dergelijke kennis effectief binnen de gemeente zelf op te bouwen. Ook werkzaamheden die buiten de functiebeschrijving van medewerkers vallen worden uitbesteed, zoals tekenwerk en de bestekvoorbereiding van projecten. Het blijkt in de praktijk dat door onderbezetting een aantal taken wordt uitgesteld, zoals het opstellen van een operationeel jaarprogramma, het bijhouden van mutaties in het beheersysteem, het opstellen van vervangings- en onderhoudsplanningen, klachtenafhandeling en -registratie en de rapportage over de status van het rioolstelsel en de aangebrachte veranderingen. De grondslag voor de heffing is de hoeveelheid geloosd afval- en hemelwater van een perceel. Er worden vier categorieën onderscheiden, al naar gelang de hoeveelheid water die wordt geloosd op het gemeentelijke stelsel. Elke categorie kent zijn eigen tarief. Door de vier categorieën uit te drukken in het aantal eenheden categorie 2 ( m³), ontstaat een basistarief, waarmee in het GRP uiteindelijk is gerekend. In de afgelopen planperiode is het basistarief gestegen van 155 in 2004 naar 203 in Pagina 13 van 48

14 Evaluatie GRP 2005 t/m 2008 Pagina 14 van 48

15 4 Toetsingskader doelen rioleringszorg Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies 4.1 Inleiding Het GRP 2010 t/m 2013 beschrijft de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar wettelijke zorgplicht voor gemeentelijke watertaken. Om dit eenduidig vast te leggen, is de systematiek van doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden toegepast. Met de doelen en functionele eisen wordt de gewenste situatie beschreven en vastgelegd over de toestand en het functioneren van bestaande en nieuwe voorzieningen voor de gemeentelijke watertaken. Door het formuleren van maatstaven en de daarbij behorende meetmethoden, wordt de zorg voor de gemeentelijke watertaken geconcretiseerd en toetsbaar gemaakt. Alvorens de doelen en de functionele eisen worden beschreven, is eerst aangegeven op welke wijze de gemeente Opmeer de komende planperiode invulling geeft aan de zorgplichten voor de gemeentelijke watertaken. 4.2 Invulling zorgplichten In deze paragraaf is ingegaan op de invulling van de zorgplichten. Een toelichting hierop is weergegeven in bijlage 4. De concrete acties die volgen uit de invulling van de zorgplichten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 6 van dit GRP (De opgave). In het GRP 2010 t/m 2013 is weergegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. In het tekstkader Zorgplichten en bekostiging zijn deze zorgplichten toegelicht. Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Zorgplichten en bekostiging Afvalwater De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen. De gemeente kan zelf kiezen hoe ze haar zorgplicht invult, zowel voor de bebouwde kom als voor het buitengebied. In plaats van een vuilwaterriool zijn andere systemen toegestaan, mits een zelfde graad van milieubescherming wordt bereikt. Hemelwater De grondeigenaar is in eerste instantie verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater op eigen terrein. Dit geldt voor particulieren en voor de gemeente, als eigenaar van de openbare ruimte. De gemeente hoeft hemelwater van burgers en bedrijven dus niet meer in te zamelen, tenzij het niet redelijk is om dat van bepaalde (groepen van) burgers te vragen. In de praktijk worden bestaande situaties gehandhaafd, tot de gemeente anders beslist. Er is geen wettelijke afkoppelplicht. De gemeente bepaalt hoe zij, rekening houdend met de lokale omstandigheden, het hemelwater inzamelt. Grondwater Bij de nieuwe grondwaterzorgplicht hebben alle betrokken partijen hun eigen verantwoordelijkheden: De particulier is verantwoordelijk voor de goede staat van zijn eigendom. Hij zorgt voor bouwkundige of waterhuishoudkundige voorzieningen op het eigen terrein en voor de eigen woning (zoals vochtdichte vloer). De gemeente is het aanspreekpunt voor de burger. Zij behandelt eventuele klachten en zorgt voor een doelmatige aanpak van grondwaterproblemen. Het hoogheemraadschap zorgt voor de afvoer van eventueel door de gemeente ingezameld grondwater via Pagina 15 van 48

16 Toetsingskader doelen rioleringszorg het oppervlaktewater en beïnvloedt via het peil van het oppervlaktewater de grondwatersituatie. De provincie is verantwoordelijk voor de vergunningverlening voor de onttrekking van grondwater. In de vergunning kan zij voorschriften voor de beëindiging van de onttrekking opnemen. Bekostiging Voor de bekostiging van de gemeentelijke watertaken, is het bekostigingsinstrument aangepast. De gemeente heeft nu de mogelijkheid om de kosten voor de uitvoering van de drie zorgplichten te verhalen via een nieuwe rioolheffing. Alle kosten die de gemeente maakt voor de uitvoering van de zorgplichten, kan zij met de nieuwe heffing verhalen. De gemeente kan kiezen voor één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten, maar kan ook twee aparte heffingen instellen: een heffing voor de kosten van de afvalwaterzorgplicht (waterketen) en een heffing voor de kosten van de zorgplichten voor hemel- en grondwater (watersysteem). Voor de concrete invulling van de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater, zijn de in tabel B weergegeven beleidsuitgangspunten gehanteerd. Tabel B Beleidsuitgangspunten voor invulling zorgplichten thema onderdeel uitgangspunt beleid planperiode 2010 t/m 2014 zorgplicht afvalwater buitengebied In het buitengebied worden nieuwe percelen aangesloten op de riolering, tenzij een IBA is geoorloofd met het oog op doelmatigheid. zorgplicht hemelwater zorgplicht grondwater bekostiging binnen de bebouwde kom afkoppelen verhard oppervlak verordening rol particulier gemeentelijke voorzieningen voor inzameling hemelwater grondwateroverlast rioolheffing heffingsgrondslag Binnen de bebouwde kom wordt bij nieuwbouw altijd riolering aangelegd. Bij vervanging van de vrijvervalriolering wordt, mits doelmatig, verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd stelsel. De doelmatigheid van het afkoppelen wordt per project beoordeeld. Er wordt een verordening grond- en hemelwater opgesteld. In de verordening worden gebieden aangewezen, waarbinnen het niet is toegestaan hemel- of grondwater te lozen op het openbaar vuilwaterriool. In dit geval betreft het de lozingen van hemelwater op de drukriolering. In bestaand stedelijk gebied wordt de particulier niet verplicht het hemelwater op het eigen terrein te verwerken. Particulieren worden middels een verordening gedwongen verhard oppervlak af te koppelen van de drukriolering en het hemelwater op eigen terrein te verwerken (mits doelmatig). In bestaande situaties worden de aanwezige rioleringssystemen gehandhaafd en eventueel uitgebreid met een hemelwaterafvoerstelsel (bij afkoppelen). Bij nieuwbouwprojecten wordt een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel aangelegd. Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast in het stedelijk gebied toe. Daardoor zijn aanpassingen aan het rioolstelsel in de toekomst mogelijk noodzakelijk. Uit de herberekeningen van het rioolstelsel zal blijken welke maatregelen moeten worden genomen om de gevolgen van klimaatverandering op te kunnen vangen. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de grondwateroverlast binnen het stedelijk gebied van de gemeente. Er worden ontwateringscriteria en maatregelen opgesteld. Er wordt een grondwaterloket ingericht. Er wordt één rioolheffing gehanteerd, voor de totale kosten van de zorgplichten. Hiervoor wordt verwezen naar de verordening rioolheffing. Pagina 16 van 48

17 Toetsingskader doelen rioleringszorg 4.3 Doelen rioleringszorg De wetgever heeft de gemeentelijke taken nader omschreven in de Wet Milieubeheer (art ) en in de Wet op de waterhuishouding (artt. 9a en 9b). Vanuit deze nieuwe wettelijke formuleringen, zijn de volgende doelen voor de gemeentelijke watertaken geformuleerd: 1. zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater; 2. zorgen voor transport van stedelijk afvalwater; 3. zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door particulier); 4. zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater; 5. zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. De doelen geven de gewenste situatie weer voor het beheer van de bestaande en de aanleg van nieuwe voorzieningen. Uit de doelen voor de komende planperiode zijn eisen afgeleid, die aan het functioneren van de riolering als systeem of aan de toestand van de objecten (riolen, putten, rioolgemalen, bergbezinkvoorzieningen) worden gesteld. Om de doelen te halen, moet de riolering aan die functionele eisen voldoen. Maatstaven zijn vastgesteld om te bepalen of aan de functionele eisen wordt voldaan. In tabel C zijn de doelen, functionele eisen en maatstaven voor de gemeente Opmeer weergegeven. De komende planperiode moeten de functionele eisen en maatstaven worden getoetst op basis van de uitkomsten van de onderzoeken die worden uitgevoerd om het beleid voor de zorgplichten voor het hemel- en grondwater te formuleren (zie hoofdstuk 6). Tabel C Doelen, functionele eisen en maatstaven gemeentelijke watertaken doel functionele eis maatstaf 1. Zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater. a. Alle percelen binnen het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, uitgezonderd bij specifieke situaties waar a. Alle percelen zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, tenzij een IBA (of bestaande voorziening) is geoorloofd met het oog op kosten en milieu. lokale behandeling doelmatiger is. b. De objecten moeten in goede staat verkeren. b. Waterdichtheid en stabiliteit van riolen moeten voldoen aan kwaliteitsdoelstellingen (zie bijlage 5). Voor overige objecten naar eigen inzicht en volgens specificaties van leveranciers. c. Er dienen geen ongewenste lozingen op de riolering plaats te vinden. c. Geen overtredingen van de lozingsvoorwaarden bij of krachtens de Wm. Foutieve aansluitingen mogen niet leiden tot een significante afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater. 2. Zorgen voor d. De afvoercapaciteit moet voldoende zijn om bij d. Optimaal stelselontwerp volgens Leidraad transport van stedelijk afvalwater. droog weer het aanbod van afvalwater te verwerken. Riolering ( ontwerpgrondslagen ). e. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod van stedelijk afvalwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. e. Gemiddeld mag maximaal eenmaal per twee jaar water op straat optreden (theoretisch). Water op straat mag niet leiden tot wateroverlast: het onderlopen van woningen en gebouwen. Water op straat mag geen blokkade zijn voor doorgaande verkeersroutes. f. Het afvalwater dient zonder overmatige aanrotting de rioolwaterzuiveringsinstallatie te bereiken. f. De ledigingstijd van het stelsel en de randvoorzieningen bedraagt maximaal 10 uur. g. De afstroming dient gewaarborgd te zijn. g. Afstromingscondities moeten voldoen aan de kwaliteitsdoelstellingen. De inslagpeilen van rioolgemalen moeten onder de binnenonderkant van het laagst inkomend riool liggen. Persleidingen moeten in of zo dicht mogelijk bij ontvangende gemalen uitmonden. Pagina 17 van 48

18 Toetsingskader doelen rioleringszorg doel functionele eis maatstaf 3. Zorgen voor inzameling van hemelwater (voor zover niet door de particulier). 4. Zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater. 5. Zorgen dat het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert. h. De bedrijfszekerheid van rioolgemalen en andere objecten dient gewaarborgd te zijn. i. De stabiliteit van de riolen dient gewaarborgd te zijn. j. De riolering dient zodanig te worden ont- en belucht te zijn dat overlast door stank wordt voorkomen. k. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. l. De objecten moeten in goede staat verkeren m. De vuiluitworp uit rioolstelsels dient beperkt te zijn. De belasting van het oppervlaktewater vanuit de riolering mag niet zodanig zijn dat de functie niet kan worden gewaarborgd. n. Voorzien in de inzameling van hemelwater, voor zover de particulier niet redelijkerwijs in de verwerking ervan kan voorzien. o. De objecten moeten in goede staat verkeren. p. De instroming in riolen via de kolken dient ongehinderd plaats te vinden. q. De vuiluitworp door regenwaterlozingen op oppervlaktewater dient beperkt te zijn. r. De afvoercapaciteit van de riolering moet toereikend zijn om het aanbod van hemelwater bij hevige neerslag te kunnen verwerken, uitgezonderd in bepaalde buitengewone omstandigheden. s. De objecten moeten in goede staat verkeren. t. Overlast tijdens werkzaamheden aan de riolering dient beperkt te zijn. u. Adequate afvoer van overtollig grondwater, bij te hoge grondwaterstanden. Alle putten zijn voorzien van een stroomprofiel. h. Grote hoofdgemalen moeten van een automatische storingsmelding worden voorzien. Storingen moeten binnen 6 uur na signalering worden verholpen, afhankelijk van de prioriteit van het gemaal. i. Stabiliteit van riolen moet voldoen aan kwaliteitsdoelstellingen. j. Geen klachten over overlast door stank vanuit de gemeentelijke riolering. k. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven. Bereikbaarheid percelen handhaven. l. Waterdichtheid en stabiliteit van riolen moeten voldoen aan kwaliteitsdoelstellingen. m. De vuiluitworp uit gemengde rioolstelsels moet minimaal gelijk zijn aan die van het referentiestelsel (volgens CIW). Daarnaast moet worden voldaan aan het waterkwaliteitsspoor. n. Alle percelen zijn voorzien in een aansluiting op de riolering, tenzij men zich niet van hemelwater wil ontdoen maar voor de lokale waterhuishouding of andere doeleinden wil gebruiken óf wanneer directe lozing geoorloofd is. o. Ingrijpmaatstaven voor waterdichtheid en stabiliteit mogen niet voorkomen. p. Plasvorming bij kolken dient beperkt te zijn en mag niet leiden tot wateroverlast. q. Verontreinigingen door uitwerpselen, bouwmaterialen, straatmeubilair, bestrijdingsmiddelen, strooibeleid en straatvegen moeten geminimaliseerd worden. r. Gemiddeld mag maximaal eenmaal per twee jaar water op straat optreden (theoretisch). Water op straat mag niet leiden tot wateroverlast: het onderlopen van woningen en gebouwen. Water op straat mag geen blokkade zijn voor doorgaande verkeersroutes. s. Waterdichtheid en stabiliteit moeten voldoen aan de kwaliteitsdoelstellingen. t. Goede afstemming van rioolwerken op werkzaamheden andere diensten en nutsbedrijven. Bereikbaarheid percelen handhaven. u. De ontwateringsdiepte mag niet leiden tot structurele grondwateroverlast. De maatstaf is in ontwikkeling. Het ontwateringscriterium moet nog worden vastgesteld. Pagina 18 van 48

19 Toetsingskader doelen rioleringszorg 4.4 Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer De rioleringsbeheerder moet een aantal voorwaarden scheppen om een doelmatige inzameling en transport te kunnen realiseren. Wanneer niet aan die voorwaarden wordt voldaan, is een effectieve besturing niet mogelijk en kan de doelmatigheid van de inzameling en het transport niet worden gewaarborgd. Hier ligt ook de relatie met de eis uit de Wet Milieubeheer (artikel 4.22) dat bekend moet zijn wat er aan rioleringsvoorzieningen aanwezig is en in welke staat zij verkeren. De voorwaarden zijn op een vergelijkbare manier als de doelen toetsbaar te maken door ze nader te specificeren in concrete maatstaven. Tabel D Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer voorwaarde maatstaf 1. Het rioleringsbeheer dient zo goed mogelijk te worden afgestemd op andere gemeentelijke taken. a. In het GRP moet de relatie met overige gemeentelijke taken inzichtelijk worden gemaakt; b. In operationele programma s samenhang aangeven. 2. De gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen. c. Naleving en actueel houden vergunningen; d. Eenmaal per jaar bestand controleren; e. Geen illegale en foutieve aansluitingen; f. Actueel bestand aansluitingen op de riolering. 3. Inzicht in kosten op langere termijn. g. Alle kosten van de rioleringszorg minimaal één keer in beeld (60 jaar). 4. Er dient inzicht te bestaan in de toestand van het functioneren van de riolering, en hemel- en grondwatervoorzieningen. h. Directe toegankelijkheid en beschikbaarheid gegevens (van riolering en grondwatervoorzieningen). Digitaal uitwisselbaar t.b.v. WION.; i. Jaarlijkse, visuele inspectie van de riolering (10%); j. Verwerking revisiegegevens binnen 1 jaar; k. Herberekening bij significante wijzigingen in rioolstelsel. 5. Er dient zo veel mogelijk gebruik te worden gemaakt van duurzame en milieuvriendelijke materialen. l. Maken van duurzaamheidsafweging bij het toepassen van bouwmaterialen en straatmeubilair. 6. Er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd. m. Behandeling van klachten en een reactie naar de klager binnen één week. Pagina 19 van 48

20 Toetsingskader doelen rioleringszorg Pagina 20 van 48

21 5 Toetsing huidige situatie 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk vindt de toetsing van de huidige situatie plaats. Deze toetsing is het uitgangspunt voor het bepalen van de benodigde maatregelen (hoofdstuk 6). De huidige situatie is bepaald op basis van: het GRP 2005 t/m 2008 en de op grond daarvan uitgevoerde onderzoeken; beschikbare informatie over het functioneren van de riolering; de in het rioolbeheersysteem opgenomen gegevens van riolen, putten en inspecties. Per paragraaf is het bijbehorende doel en/of de functionele eisen genoemd. In dit hoofdstuk is onderscheid gemaakt in de drie zorgplichten: stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. 5.2 Algemeen Aanwezige voorzieningen De gemeente Opmeer bestaat uit de volgende kernen en buurtschappen: Aartswoud, De Weere, Gouwe, Hoogwoud, Langereis, Opmeer, Spanbroek, Wadway en Zandwerven. Voor de inzameling en verwerking van stedelijk afvalwater en hemelwater uit de kernen Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek, is 63 km vrijvervalriolering aangelegd; een toename van bijna 10% ten opzichte van Deze toename wordt veroorzaakt door de aanleg van (verbeterd) gescheiden stelsels bij nieuwbouw en de aanleg van hemelwaterafvoerstelsels in bestaand stedelijk gebied. In figuur 1 zijn de verschillende typen vrijvervalstelsels weergegeven; in figuur 2 het jaar van aanleg van de vrijvervalriolen. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Binnen de bebouwde kom zijn alle percelen aangesloten op de riolering. In het buitengebied wordt het stedelijk afvalwater ingezameld en verwerkt door drukriolering en IBA s. Een aantal percelen in het buitengebied loost via een septic tank op (niet-kwetsbaar) oppervlaktewater. Hiervoor is ontheffing door de provincie verleend. Besluitvorming (H8) Er bevindt zich een tweetal hoofdgemalen van het HHNK binnen de gemeente Opmeer. In de kern Hoogwoud staat het hoofdrioolgemaal Hoogwoud, die het afvalwater verpompt naar het hoofdrioolgemaal in de kern Opmeer / Spanbroek. Vanuit dit laatste gemaal wordt het afvalwater verpompt naar de rioolwaterzuiveringsinrichting Ursem (hierna te noemen: RWZI). De gemeente beschikt over een geautomatiseerd rioolbeheersysteem, waarin de gegevens van de vrijvervalriolering (strengen en putten) zijn vastgelegd. Het beheerbestand is in 2009 bijgewerkt met de laatste revisie- en inspectiegegevens. Pagina 21 van 48

22 Toetsing huidige situatie Figuur 1 Overzicht type vrijvervalstelsels Figuur 2 Jaar van aanleg vrijvervalriolen Pagina 22 van 48

23 Toetsing huidige situatie Toestand van de objecten Bijbehorende doelen: inzameling en transport van stedelijk afvalwater (doelen 1 en 2). Vrijvervalriolering Inspectie van vrijvervalriolering vindt gemiddeld eenmaal per 10 jaar plaats. Jaarlijks wordt gemiddeld 6 km vrijvervalriolering geïnspecteerd. Het doel van inspectie is inzicht verkrijgen in de kwaliteit van de riolen. In het beheersysteem zijn alle inspectiegegevens opgeslagen. In totaal is 45 km riool geïnspecteerd (peildatum: 1 juni 2009). Dit is 70% van de totale lengte. Alle strengen zijn geïnspecteerd door tv-inspectie, waarbij met een videocamera door de riolen wordt gereden en de toestand digitaal wordt vastgelegd. Na de aanleg van nieuwe riolering, vindt een opleveringsinspectie plaats. Deze inspectiegegevens zijn niet in het genoemde percentage van 70% meegenomen. In de meeste gevallen worden bij oplevering geen waarschuwings- en/of ingrijpmaatstaven geconstateerd. Als deze wel worden geconstateerd, is dit aanleiding tot het herstellen hiervan. De waarnemingen van de inspectie zijn geclassificeerd volgens de Europese Norm NEN 3399 (2004). Dit houdt in dat gekeken wordt naar zevenentwintig verschillende toestandsaspecten, die in hoofdgroepen waterdichtheid, stabiliteit en afstroming zijn ondergebracht. De waarnemingen worden in vijf klassen verdeeld. Met de voor de situatie in de gemeente Opmeer vastgestelde maatstaven, is op basis van de visuele inspectie vastgesteld of de aangetroffen toestand afwijkt van de vereiste toestand, en zo ja, in welke mate. In 9% van de geïnspecteerde riolen is op strengniveau sprake van één of meer ingrijpmaatstaven. Deze hebben betrekking op de categorieën waterdichtheid, stabiliteit en 'afstroming'. De uitgevoerde inspecties worden in de planperiode 2010 t/m 2013 aan een gedetailleerde beoordeling onderworpen. Alle geconstateerde ingrijpmaatstaven worden nader onderzocht (zie figuur 3). Hierdoor wordt een goed beeld verkregen van de kwaliteit van het rioolstelsel. Op basis van de beoordelingen worden in de planperiode 2010 t/m 2013 renovatieplannen opgesteld en uitgevoerd. Hierdoor wordt de technische staat van de objecten gewaarborgd. De werkzaamheden hiervoor worden in eigen beheer uitgevoerd. Het betreft het bijhouden van het rioolbeheerbestand, het opstellen van reinigings- en inspectieplannen van vrijvervalriolering, het beoordelen van de inspectieresultaten en het opstellen van een renovatieplan voor de vrijvervalriolering. Gemalen, persleidingen en drukrioleringsunits Het functioneren en de onderhoudstoestand van de gemalen, de persleidingen en de drukrioleringsunits, wordt vastgelegd in een logboek en storingslijsten. Geconstateerde gebreken worden direct verholpen of opgenomen in het programma voor vervanging. De te volgen procedure bij calamiteiten is vastgelegd en geïncorporeerd in het calamiteitenplan van het HHNK. In het kader van het door het HHNK gevoerde beleid, zoals uiteengezet in de beleidsnotitie Overnamepunt Afvalwater (Taakovereenkomst), vindt een herverdeling plaats van taken in de afvalwaterketen tussen de gemeente en het HHNK. Onderdelen van de afvalwaterketen worden in eigendom overgedragen aan het HHNK. De gemeente is hierover in overleg met het HHNK. Het betreft de eventuele overdracht van acht gemalen. In het GRP zijn geen kosten opgenomen voor de overdracht van de gemalen aan het HHNK. Conclusies: aan de functionele eis dat inzicht moet bestaan in de toestand van de riolen is voldaan. Er bestaat voldoende inzicht in de toestand van het rioolstelsel. De riolering voldoet niet overal aan de gestelde kwaliteitsdoelstellingen. Pagina 23 van 48

24 Toetsing huidige situatie Figuur 3 Nader te onderzoeken strengen, met geconstateerde ingrijpmaatstaven 5.3 Stedelijk afvalwater Nog niet-aangesloten bestaande bebouwing Bijbehorend doel: inzameling van stedelijk afvalwater (doel 1). Alle percelen binnen de bebouwde kom zijn aangesloten op de riolering. In het buitengebied zijn 230 percelen aangesloten op de riolering. 129 Percelen zijn op een gemeentelijke IBA aangesloten. Bij 10 percelen heeft de eigenaar zelf de aanleg van een IBA verzorgd. Van circa 200 percelen wordt het huishoudelijk afvalwater via een septic tank geloosd op (nietkwetsbaar) oppervlaktewater. Hiervoor is ontheffing door de provincie verleend. Conclusie: de gemeente voldoet aan de maatstaf voor inzameling van afvalwater (1a) Overzicht aanwezige voorzieningen Voorwaarde voor effectief rioleringsbeheer: overzicht van de in beheer zijnde riolering. De inzameling van stedelijk afvalwater binnen de bebouwde kom vindt plaats door vrijvervalriolen (gemengd stelsel en droogweerafvoerstelsel). Het afvalwater wordt via een stelsel van vrijvervalriolen, gemalen en persleidingen getransporteerd naar de RWZI Ursem. Buiten de bebouwde kom wordt het afvalwater hoofdzakelijk ingezameld via drukriolering en IBA s. Het stelsel voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater heeft de volgende kenmerken: In totaal is er 42 km vrijvervalriolering voor stedelijk afvalwater aangelegd waarvan 24 km gemengd en 18 km DWA-riolering. In totaal zijn er in het gemengde stelsel en het droogweerafvoerstelsel inspectieputten aanwezig. Het gemengde stelsel kent 22 externe overstorten. Bij de gemeente zijn 16 rioolgemalen in beheer. Dit is inclusief de gemalen van de drie bergbezinkvoorzieningen. De lengte van bijbehorende persleidingen bedraagt 4,4 km. Er is drukriolering aanwezig met 184 pompunits, 21,9 km drukleiding en 10,7 km vrijvervalleiding. De hoofdgemalen en een aantal drukrioleringsunits zijn voorzien van telemetrie. Pagina 24 van 48

25 Toetsing huidige situatie Er zijn drie bergberzinkvoorzieningen aanwezig: o Spanbroek Spanbroekerweg : 225 m³; o Hoogwoud Raadhuisstraat : 150 m³; o Hoogwoud Graaf Florisstraat : 225 m³. In het buitengebied zijn 129 gemeentelijke IBA s en 10 particuliere IBA s aanwezig. De hoeveelheid af te voeren afvalwater mogen, volgens de aansluitvergunning (2005), voor de hoofdrioolgemalen niet meer bedragen dan: o Opmeer / Spanbroek : 600 m³/uur; o Hoogwoud : 218 m³/uur. De gegevens van de gemengde stelsels en de droogweerafvoerstelsels (strengen en putten) zijn opgeslagen in een geautomatiseerd rioolbeheersysteem. Het beheerbestand is in 2009 aangevuld met actuele revisie- en inspectiegegevens. Het systeem is een goed toegankelijke informatiebron. Aan de maatstaf voor de beschikbaarheid van de gegevens is voldaan Functioneren van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor transport van stedelijk afvalwater (doel 2). Hydraulisch en milieutechnisch functioneren gemengd stelsel De gemeente voldoet aan de basisinspanning voor de gemengde riolering en het water-kwaliteitsspoor. In de planperiode 2005 t/m 2008 zijn hiertoe drie bergbezinkbassins aangelegd met een gezamenlijke inhoud van 600 m³. Eén van de maatregelen voor de basisinspan-ning was het koppelen van een duiker in de Lindengracht aan de riolering, waardoor de berging in het gemengde stelsel toeneemt. Uit aanvullende berekeningen blijkt dat ook zonder de toepassing van deze duiker als extra bergingsriool wordt voldaan aan de basis-inspanning. Deze maatregel is in overleg met het HHNK komen te vervallen. Figuur 4 Lozingspunt risicovolle overstort Spanbroekerweg Binnen de gemeente Opmeer is, ter hoogte van de Spanbroekerweg 122, een risicovolle overstort aanwezig. Dit is een overstort die mogelijk risicovol is voor de volks- en / of diergezondheid. Deze overstort is opgenomen in het monitoringsprogramma voor het gemengde stelsel. Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van het gemengd rioolstelsel is in 1999 getoetst aan de maatstaven. De resultaten zijn gerapporteerd in een BRP. De hydraulische toetsing wordt in de planperiode 2010 t/m 2013 geactualiseerd. Voor delen van het rioolstelsel is de inventarisatie van het verhard oppervlak verouderd. Er zal een herinventarisatie van het verhard oppervlak worden uitgevoerd. De resultaten van de herberekeningen worden vastgelegd in een actueel BRP. Uit de praktijk blijkt dat het gemengd stelsel, wat betreft het hydraulisch functioneren, niet overal voldoet aan de gestelde eisen. Een aantal locaties is gevoelig voor water op straat, waaronder het woonerf Spanbroek en het gebied ten oosten van het woonerf Spanbroek, ter plaatse van de kruising Wuiver en Verzetstraat. Begin 2009 is een studie naar deze overlast uitgevoerd en zijn maatregelen voorgesteld ter vermindering van de overlast. De monitoring van de overstorten van het gemengd stelsel is opgenomen in de Wvovergunning. Het meetplan voor het gemengd stelsel is in 2008 opgesteld. Naast het Pagina 25 van 48

26 Toetsing huidige situatie verplichtende karakter van de Wvo-vergunning, wil de gemeente meer inzicht krijgen in het functioneren van de riolering. Eind 2009 wordt de meetapparatuur geïnstalleerd en begin 2010 wordt gestart met de uitvoering van de metingen. Alle externe overstorten van de bergbezinkvoorzieningen worden bemeten, evenals de overstort aan de Spanbroekerweg 122. Ter plaatse van het gemeentehuis wordt de neerslag gemeten. Debieten worden gemeten in de persleidingen achter de gemalen. De opslag van de gegevens wordt door derden verzorgd. Verwerking van de gegevens gebeurt bij het HHNK. Functioneren van rioolgemalen, drukrioleringsunits en bergbezinkvoorzieningen Alle hoofdgemalen zijn voorzien van telemetrie en aangesloten op een centrale hoofdpost (Aquaview). Controle op functioneren en besturing op afstand vindt vanaf hier plaats. Ook het functioneren van de bergbezinkvoorzieningen kan vanaf de centrale post worden gemonitord. Een groot deel van de pompunits van de drukriolering is eveneens voorzien van telemetrie en aangesloten op een hoofdpost (SmartCon). De overige drukrioleringsunits zijn voorzien van een storingsmeldingensysteem in de vorm van een rode lamp. Het functioneren en de onderhoudstoestand van de gemalen, de persleidingen en de drukrioleringsunits, wordt vastgelegd in een logboek en storingslijsten. De te volgen procedure bij calamiteiten is vastgelegd en geïncorporeerd in het calamiteitenplan van het HHNK. Bekend is dat op een aantal locaties in het buitengebied verhard oppervlak op de drukriolering is aangesloten. Uit praktische overwegingen en uit doelmatigheidsoverwegingen, is in het verleden vaak enig verhard oppervlak op de drukriolering aangesloten. Hierdoor wordt tijdens hevige neerslag veel overlast ervaren als gevolg van het niet goed functioneren van de riolering. In de planperiode 2010 t/m 2013 wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor het afkoppelen van het verhard oppervlak van de drukriolering. Om het drukrioleringssysteem van De Weere te ontlasten, wordt tevens de mogelijkheid onderzocht een deel van het afvalwater af te voeren via een aan te leggen persleiding in de Vekenweg en de Opmeerderweg, naar het bedrijventerrein De Veken. Conclusies: het gemengd stelsel voldoet aan de basisinspanning en het waterkwaliteitsspoor. Uit de praktijk blijkt dat het gemengd stelsel, wat betreft het hydraulisch functioneren, niet overal voldoet aan de gestelde eisen. Eind 2009 worden maatregelen uitgevoerd om de wateroverlast op te heffen. Er is inzicht in het functioneren van de rioolgemalen en de drukrioleringsunits Onderhoud van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor transport van het stedelijk afvalwater (doel 2). Reiniging en inspectie van de voorzieningen voor het stedelijk afvalwater worden planmatig door derden uitgevoerd. Reiniging van vrijvervalriolering van het stedelijk-afvalwaterstelsel vindt plaats in combinatie met rioolinspectie. Daarnaast wordt ook additioneel gereinigd. Het gemengde stelsel en het droogweerafvoerriool worden gemiddeld eenmaal per 5 jaar gereinigd en eenmaal per 10 jaar geïnspecteerd. In totaal wordt jaarlijks gemiddeld 8 km gereinigd en 4 km geïnspecteerd. Kolken worden eenmaal per jaar gereinigd. De wegen worden vijf keer per jaar geveegd. Door het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente er voor dat de afstroming naar de riolen en in de riolen gewaarborgd wordt. De hoofdgemalen worden twee maal per jaar gereinigd en eenmaal per jaar geïnspecteerd. De drukrioleringsunits (minigemalen) worden eenmaal per jaar gereinigd en geïnspecteerd door derden. Het oplossen van storingen wordt door derden uitgevoerd. Dit geldt eveneens voor de gemalen van de bergbezinkvoorzieningen. Persleidingen worden niet onderhouden. De bergbezinkvoorzieningen zijn zelfreinigend en worden niet additioneel gereinigd en onderhouden. Ze worden wel jaarlijks geïnspecteerd. Conclusie: de afstroming van de vrijvervalriolen en de afvoer van rioolgemalen en drukrioleringsunits wordt gewaarborgd en waar nodig verbeterd. Pagina 26 van 48

27 Toetsing huidige situatie 5.4 Hemelwater Verwerking van hemelwater Inzameling en verwerking van hemelwater in de gemeente Opmeer vindt uitsluitend plaats via het hemelwaterafvoerstelsel. Incidenteel wordt hemelwater bovengronds afgevoerd en via de berm geloosd op het oppervlaktewater Overzicht van aanwezige voorzieningen Voorwaarden voor effectief beheer: overzicht van de in beheer zijnde voorzieningen. In totaal is er 19 km vrijvervalriolering voor de verwerking van hemelwater aangelegd. In totaal zijn er in het hemelwaterafvoerstelsel ruim 500 inspectieputten aanwezig. Er zijn 9 overstorten aanwezig van het verbeterd gescheiden stelsel. Het hemelwater wordt via 65 uitstroombakken op open water geloosd. Hemelwaterafvoerstelsels zijn aangelegd bij nieuwbouwprojecten. Daarnaast is er in de planperiode 2005 t/m 2009 op enkele locaties verhard oppervlak afgekoppeld van het gemengd rioolstelsel. Doel hiervan was het opheffen van optredende wateroverlast. Het afgekoppelde verhard oppervlak is aangesloten op een hemelwaterafvoerriool. Er zijn binnen de gemeente geen wadi s of andere infiltratievoorzieningen aangelegd voor de inzameling en verwerking van hemelwater. De gegevens van de hemelwaterafvoerstelsel zijn opgeslagen in een beheersysteem. De revisiegegevens van recent aangelegde of vervangen vrijvervalleidingen zijn verwerkt in het beheersysteem Functioneren van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (doel 4). Het hydraulisch functioneren van de gescheiden stelsels is niet getoetst aan de maatstaven. In de praktijk wordt geen water op straat waargenomen. Er worden geen controles uitgevoerd naar foutieve aansluitingen op de hemelwaterafvoerstelsels. Er zijn geen indicaties die duiden op verkeerde aansluitingen. Conclusie: aan de functionele eis dat er inzicht moet zijn in het functioneren van het hemelwaterafvoerstelsel, wordt voldaan Onderhoud van de voorzieningen Bijbehorend doel: zorgen voor verwerking van ingezameld hemelwater (doel 4). Reiniging en inspectie van de voorzieningen voor het hemelwater worden planmatig door derden uitgevoerd. Reiniging van het hemelwaterafvoerstelsel vindt plaats in combinatie met rioolinspectie. Het stelsel wordt gemiddeld eenmaal per 5 jaar gereinigd en eenmaal per 10 jaar geïnspecteerd. In totaal wordt jaarlijks gemiddeld 4 km gereinigd en 2 km geïnspecteerd. Kolken worden eenmaal per jaar gereinigd. De wegen worden vijf keer per jaar geveegd. Door het structureel reinigen van riolen, kolken en wegen, zorgt de gemeente er voor dat de afstroming naar de riolen en in de riolen gewaarborgd wordt. Conclusie: de afstroming van de hemelwaterafvoerriolen wordt gewaarborgd en waar nodig verbeterd. 5.5 Grondwater Bijbehorend doel: zorgen dat (voor zover mogelijk) het grondwater de bestemming van een gebied niet structureel belemmert (doel 5). Voorwaarden voor effectief beheer: overzicht van de in beheer zijnde voorzieningen. In het stedelijk gebied wordt op een aantal locaties grondwateroverlast ervaren. De gemeente heeft geen grondwatervoorzieningen in beheer. Er is een beperkt aantal peilbuizen aanwezig waarin de grondwaterstand wordt gemeten. Binnen de gemeente komen houten paalfunderingen voor. Problemen met grondwateronderlast zijn bij de gemeente niet bekend. Het nemen van maatregelen voor het opheffen van de grondwateroverlast wordt zo veel mogelijk gecombineerd met rioolrenovatie of met ruimtelijke herinrichtingsplannen, zoals in het woonerf Spanbroek. Uitvoering hiervan zal eind 2009 van start gaan. Conclusie: de gemeente heeft geen grondwatervoorzieningen in beheer. Er is geen inzicht in het verloop van de grondwaterstanden in het stedelijk gebied. Pagina 27 van 48

28 Toetsing huidige situatie 5.6 Vergunningen Bijbehorend doel: zorgen voor inzameling van stedelijk afvalwater (doel 1). Voorwaarden voor effectief rioleringsbeheer: de gebruikers van de riolering dienen bekend te zijn en ongewenste lozingen dienen te worden voorkomen (voorwaarde 2). Het voorkómen van nadelige gevolgen, die bedrijven of instellingen kunnen veroorzaken aan de gemeentelijke riolering, is een gemeentelijke taak. In de gemeente zijn circa 400 inrichtingen aanwezig, waarop toezicht moet worden uitgeoefend in het kader van de Wet milieubeheer. Voor zover nodig, hebben alle bedrijven een lozingsvergunning in het kader van de Wvo voor het lozen op oppervlaktewater, dan wel hebben zij een kennisgeving gedaan voor het lozen van afvalwater op riolering. De handhaving wordt uitgevoerd door de afdeling Bouw- en Woningtoezicht en Milieu (BWTM). De gemeente beschikt zelf over een Wvo-vergunning, voor het overstorten op oppervlaktewater vanuit de gemengde riolering en het lozen van hemelwater via uitlaten, en een aansluitvergunning voor het lozen van afvalwater op de RWZI. Deze vergunningen zijn in 2005 verleend door het HHNK. Door de inwerkingtreding van de Waterwet, per 22 december 2009, gaat de Wvo-vergunning automatisch over in de watervergunning. De hierin vastgelegde voorschriften zijn geldig tot het tijdstip waarop het GRP is vastgesteld. Mogelijke afspraken over emissiereductie en het omgaan met hemelwater, worden vastgelegd in het op te stellen basisrioleringsplan (2011). Het HHNK blijft bevoegd gezag voor de directe lozingen op oppervlaktewater. Het HHNK wil met de gemeente blijven samenwerken. Over de verdere invulling hiervan zal in de planperiode van het GRP overleg plaatsvinden met het HHNK. Per 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. De regels voor lozingen vanuit inrichtingen zijn zoveel mogelijk ondergebracht in het Activiteitenbesluit. Dat wil zeggen dat een groot deel van de voorkomende lozingen met de algemene regels uit het Activiteitenbesluit wordt geregeld, uitgezonderd de IPPC-inrichtingen (grote milieuvervuilende bedrijven). Conclusie: er is inzicht in de lozingen van de bedrijven binnen de gemeente. Voor zover nodig beschikken alle bedrijven, als ook de gemeente, over de noodzakelijke vergunningen. 5.7 Klachtenafhandeling en voorlichting Voorwaarde voor effectief rioleringsbeheer: er dient een klantgerichte benadering te worden nagestreefd (voorwaarde 6). De gemeente beschikt niet over een geautomatiseerd, digitaal registratiesysteem voor meldingen en klachten. Bij een melding of een klacht wordt wel snel actie ondernomen. Klachten en meldingen worden analoog vastgelegd. In 2010 wordt een gemeentebreed meldingensysteem operationeel, waarmee ook klachten en meldingen op het gebied van riolering en grondwater digitaal kunnen worden vastgelegd. Bij een melding of een klacht wordt wel snel actie ondernomen. Dit betreft zowel klachten op het gebied van riolering als ook over grondwateroverlast. Behandeling van de klacht vindt, afhankelijk van de urgentie, binnen een week plaats. Bij rioolwerkzaamheden, die overlast voor de burger kunnen veroorzaken, worden de betrokkenen vooraf geïnformeerd door middel van een huis-aan-huisbrief voor direct aanwonenden en een persbericht in de locale bladen. Bij reiniging van riolering worden de bewoners schriftelijk ingelicht over de werkzaamheden. Conclusie: voor klachtenafhandeling en voorlichting wordt voldaan aan de maatstaf. Pagina 28 van 48

29 6 De opgave 6.1 Inleiding De opgave geeft de hoofdlijnen weer van een aanpak die leidt tot het bereiken van de gestelde doelen. Het is een samenstel van onderzoek (inspectie, studie) en maatregelen (onderhoud, verbetering en vervanging), geplaatst in de tijd. In de volgende paragrafen komt achtereenvolgens aan de orde: aanleg van riolering bij bestaande bebouwing buiten de bebouwde kom en bij nieuwbouw (paragraaf 6.2); het beheer van de bestaande voorzieningen bestaande uit onderzoek en maatregelen (paragraaf 6.3). Alle in dit hoofdstuk genoemde geldbedragen zijn op prijspeil 2010, inclusief bijkomende kosten en exclusief btw. 6.2 Aanleg voorzieningen voor stedelijk afvalwater, hemelen grondwater Bijbehorende doelen: alle doelen (1 t/m 5) Aanleg bij bestaande bebouwing De provincie Noord-Holland heeft samen met de Noord-Hollandse waterschappen en de Vereniging van Noord-Hollandse Gemeenten het ontheffingenbeleid geactualiseerd voor nieuwe lozingen en lozingen waarvoor de ontheffingstermijn van tien jaar rond 2014 zal zijn verstreken. De kern van dit beleid is voortzetting van de bestuursovereenkomst van De belangrijkste wijziging geldt voor nieuwe lozingen: in plaats van het wettelijk voorgeschreven saneringsmiddel IBA-klasse I, wordt er door de gemeenten een IBA klasse II aangeboden. De bestuursovereenkomst heeft de status van een intentieverklaring. In de loop van 2010 wordt duidelijkheid verkregen over de consequenties van deze overeenkomst voor de gemeente Opmeer. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Aanleg bij nieuwbouw In de planperiode 2010 t/m 2013 worden, volgens de laatste prognoses, in de gemeente Opmeer circa 240 woningen gebouwd en 6 ha bedrijventerrein ontwikkeld. In de periode 2014 t/m 2020 worden volgens de huidige prognose nog eens 494 woningen opgeleverd (zie tabel E en tabel 7.6 in bijlage 8). De belangrijkste zijn ontwikkelingen zijn: de uitbreiding van bedrijventerrein De Veken en het projectplan Heerenweide. Bedrijventerrein De Veken III en IV vormen de derde en vierde uitbreiding van het bedrijventerrein De Veken, ten noordoosten van de kern Spanbroek. Het uitgeefbaar terrein is 26,2 ha groot: De Veken III 6,2 ha en De Veken IV 20 ha. In het gebied Heerenweide wordt de nieuwe woonwijk voor de gemeente Opmeer gerealiseerd. Het plangebied ligt ten zuidoosten van de kern Spanbroek. De noordelijke begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de A.C. de Graafweg (N241); de zuidelijke grens door de bebouwing aan de Spanbroekerweg. Het gaat om een gebied van 20 ha groot, waar maximaal 370 woningen worden ontwikkeld. Pagina 29 van 48

30 De opgave Tabel E Prognose ruimtelijke uitbreidingen gemeente Opmeer nr. plaats plangebied netto toename aantal woningen opleveringsprognose 1 Hoogwoud Hoogwoud-Noord Hoogwoud centrum Hoogwoud Hoogwoud Hoogwoud-Oost De Weere plan Kuijpers De Weere Lambertushof Spanbroek De Wijzend Opmeer locatie Koenis BV Spanbroek terrein de Schakel Spanbroek Heerenweide Spanbroek locatie Slothuys Spanbroek terrein Appel Beton De Weere De Weere-Noord Spanbroek plan Houtduif Spanbroek plan Inizzio BV (Wuiver) Opmeer Breestraat totaal 734 De voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorgelegd aan het HHNK. Hiermee kan rekening worden gehouden bij de prognose van de hoeveelheid afvalwater die aan de RWZI Ursem wordt aangeboden. Voor de inzameling en transport van stedelijk afvalwater wordt bij in- en uitbreidingen altijd riolering aangelegd. Bij de aanleg van riolering bij nieuwbouw wordt bewust nagegaan hoe er met hemelwater wordt omgegaan. In uitbreidingsgebieden voor woningbouw worden (verbeterd) gescheiden rioolstelsels aangelegd. Randvoorwaarde is dat het geloosde hemelwater kwantitatief door het ontvangend oppervlaktewatersysteem kan worden verwerkt en dat het kwalitatief voldoet aan de door het HHNK gestelde richtlijnen voor het lozen van hemelwater. Percelen in inbreidingsgebieden worden, vooral bij geringe omvang, aangesloten op het bestaande stelsel. Bij risicovolle bedrijventerreinen of drukke verkeerswegen worden maatregelen getroffen om de emissie van vervuilende stoffen op oppervlaktewater zo veel mogelijk tegen te gaan. Bij de voorbereiding van rioleringsplannen voor in- en uitbreidingsgebieden wordt het HHNK betrokken. De gemeente vervult een actieve rol bij het terugdringen van emissies door diffuse bronnen, in zowel nieuwbouwlocaties als bij bestaande bebouwing, door toepassing van duurzaam onkruidbeheer (DOB-methode) en het handhaving van het hondenpoepbeleid. Foutieve aansluitingen bij gescheiden stelsels worden zo veel mogelijk voorkomen door toepassing van verschillende kleuren van de buizen, controle van de bouwaanvragen en intensiever toezicht bij de aanleg van riolering. De kosten voor het ontwerp, het besteksgereedmaken en de aanleg van de riolering voor nieuwbouw worden niet verrekend via de rioolheffing maar via de grondexploitatie. De lengte te beheren riolering zal toenemen. De gegevens van nieuw aan te leggen riolering worden in het rioleringsbeheersysteem opgenomen Aanleg grondwatervoorzieningen bij bestaande bebouwing en nieuwbouw Bestaande bebouwing In het stedelijk gebied wordt op een aantal locaties grondwateroverlast ervaren. Het nemen van maatregelen voor het opheffen van de grondwateroverlast wordt gecombineerd met rioolrenovatie of met ruimtelijke herinrichtingsplannen, zoals in het woonerf Spanbroek. In het woonerf wordt een gescheiden drainagestelsel aangelegd. Uitvoering hiervan zal eind 2009 van start gaan. Pagina 30 van 48

31 De opgave Nieuwbouw Bij nieuwbouw wordt, op last van de gemeente, cunetdrainage aangelegd. De aangelegde drainage wordt vastgelegd op revisietekeningen. Laaggelegen, te ontwikkelen woningbouwgebieden worden opgehoogd, opdat een goede ontwatering kan worden gegarandeerd. Bij nieuwbouwlocaties wordt een minimale ontwateringsdiepte van 1,00 m beneden maaiveld geëist. 6.3 Beheer van de bestaande voorzieningen In het beheer van de bestaande voorzieningen wordt onderscheid gemaakt in het uitvoeren van onderzoek en het uitvoeren van maatregelen (zowel object- als systeemgericht) Onderzoek Beheer vraagt een actieve rol van de beheerder. Om te bepalen welke activiteiten waar moeten worden uitgevoerd, moet informatie worden verzameld over het functioneren van de riolering en de toestand van de objecten (onderzoek). Dit GRP is gebaseerd op gedetailleerde informatie, opgenomen in het rioolbeheersysteem. Op enkele onderdelen is echter nader onderzoek noodzakelijk. Hierin wordt onderscheid gemaakt in jaarlijks en incidenteel onderzoek. In deze paragraaf zijn de in dit GRP opgenomen onderzoeken nader toegelicht Algemeen 1. Bijhouden beheerbestand De rioleringsgegevens worden jaarlijks geactualiseerd, zodat actuele systeem- en objectinformatie beschikbaar is. Ook het overzicht van grondwatervoorzieningen wordt jaarlijks geactualiseerd. Gegevens zijn voor het rioleringsbeheer van groot belang, evenals de directe toegankelijkheid ervan. De reguliere, terugkerende werkzaamheden zijn: het periodiek bijwerken van de revisiegegevens (vervangingen van de riolering); toevoegen van nieuw aangelegde riolering (nieuwbouw); invoeren van inspectie- en reinigingsgegevens. Er wordt een inventarisatie gemaakt van de aanwezige grondwatervoorzieningen. Deze gegevens worden eveneens vastgelegd in het rioolbeheersysteem. Op basis hiervan kan een onderhouds- en vervangingsplanning worden opgesteld en kan een inschatting worden gemaakt van de benodigde financiële en personele middelen voor de zorgplicht grondwater. De werkzaamheden worden grotendeels uitgevoerd in eigen beheer. In de exploitatieuitgaven zijn kosten opgenomen voor het actueel houden van het beheerbestand. Periodiek wordt het rioolbeheerbestand door derden bijgewerkt. Hiervoor is in dit GRP 5.000,- per jaar gereserveerd. 2. Operationaliseren van de strategie Aan het doelmatig organiseren van de zorgplicht voor de riolering wordt invulling gegeven door, na vaststelling van dit GRP, jaarlijks een operationeel programma op te stellen. Hierin wordt het in het GRP omschreven beleid vertaald in een operationeel rioleringsprogramma, waarin aanleg, onderzoek en maatregelen voor het komende jaar worden opgenomen. Het rioolbeheer wordt daarbij zo goed mogelijk afgestemd op andere gemeentelijke taken. 3. Implementatie WION (Grondroerdersregeling) In de planperiode wordt software geïmplementeerd voor de uitwisseling van de digitale leidinggegevens van vrijverval- en drukriolering. Analoge gegevens worden omgezet in digitaal uitwisselbare bestanden. 4. Controle van verordeningen en vergunningen Zodra de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) van kracht wordt, komen de indirecte lozingen waarvoor het HHNK nu nog bevoegd gezag is, onder het Wm-bevoegd gezag te vallen. Het HHNK is dan alleen nog bevoegd gezag voor de directe lozingen op Pagina 31 van 48

32 De opgave oppervlaktewater. Het HHNK wil graag met de gemeente blijven samenwerken. Over de verdere invulling hiervan zal op korte termijn overleg plaatsvinden met het HHNK. Per 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit in werking getreden. De regels voor lozingen vanuit inrichtingen zijn zoveel mogelijk ondergebracht in dit besluit. Dat wil zeggen dat een groot deel van de voorkomende lozingen met de algemene regels uit het Activiteitenbesluit wordt geregeld, uitgezonderd de IPPC-inrichtingen (grote milieuvervuilende bedrijven). De consequentie van de nieuwe wetgeving op de handhavende taak van de gemeente kan in 2009 nog niet worden aangegeven. Het resultaat van de controles is dat er structureel een goed inzicht blijft bestaan in de lozingen op de riolering en ongeoorloofd gebruik van de riolering wordt beperkt. 5. Opstellen verordening grond- en hemelwater Er wordt een verordening grond- en hemelwater opgesteld. De verordening regelt dat de gemeente gebieden kan aanwijzen, waarbinnen het niet is toegestaan hemel- of grondwater te lozen op het openbaar vuilwaterriool. In dit geval betreft het de lozingen van hemelwater op de drukriolering in het buitengebied. 6. Afkoppelen verhard oppervlak drukriolering De keuze en de mogelijkheden voor het afkoppelen van verhard oppervlak van de drukriolering moeten nader worden onderbouwd. Een belangrijke peiler van deze onderbouwing is doelmatigheid: hoe verhouden de kosten van het afkoppelen zich tot het behaalde milieurendement van het scheiden van schoon en vuilwater en/of de reductie van overlast bij hevige regenval. Hiernaar wordt in 2010 een onderzoek gestart. Om het drukrioleringssysteem van De Weere te ontlasten, wordt de mogelijkheid onderzocht een deel van het afvalwater af te voeren via een aan te leggen persleiding in de Vekenweg en de Opmeerderweg, naar het bedrijventerrein De Veken. Voor deze onderzoeken is in het GRP een bedrag gereserveerd van ,-. 7. Opstellen verbreed GRP In 2013 wordt een herzien GRP opgesteld. Hierin wordt aangegeven hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemel- en grondwater. De kosten voor het opstellen van het verbreed GRP zijn geraamd op ,-. 8. Onderzoekskosten Kaderrichtlijn Water In het beheergebied van het HHNK hebben de gemeenten ingestemd met het maatregelenpakket voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor het oppervlaktewater, zoals vastgelegd in de nota Samen werken aan Schoon Water (2008). Hierin is afgesproken dat gemeenten meebetalen aan het onderzoeksprogramma; met een bijdrage van 5.500,- per jaar gedurende de periode van 2009 tot Deelname Benchmark Riolering In 2010 gaat de gemeente wederom deelnemen aan de Benchmark Rioleringszorg Stedelijk afvalwater 10. Inspectie vrijvervalriolen De huidige strategie wordt voortgezet. In de gemeente Opmeer is gekozen voor inspectie met een rijdende tv-camera. Jaarlijks wordt gemiddeld uit strategisch oogpunt 4 km geïnspecteerd (frequentie eenmaal per 10 jaar), aangevuld met die strengen die uit operationeel oogpunt nader moeten worden bekeken (bv. bij wegreconstructies) of op basis van klachten nader moeten worden onderzocht. Daarnaast worden nog inspecties uitgevoerd bij de voorbereiding van renovatieprojecten, calamiteiten en oplevering van aangelegde riolering. Voorafgaand aan de inspectie wordt het riool gereinigd. Na het inspecteren van de riolering worden de resultaten beoordeeld om eventuele maatregelen te kunnen vaststellen. Voor het inspecteren van de vrijvervalriolen en het beoordelen van de inspectieresultaten, is een bedrag gereserveerd van ,- per jaar. Pagina 32 van 48

33 De opgave 11. Actueel inzicht in theoretisch functioneren vrijvervalriolering Het hydraulisch en milieutechnisch functioneren van het gemengd rioolstelsel is in 1999 getoetst aan de maatstaven. De resultaten zijn gerapporteerd in een BRP. In de planperiode 2010 t/m 2013 wordt een nieuw BRP opgesteld, waarin het gehele stelsel aan de maatstaven voor het hydraulisch en milieutechnisch functioneren wordt getoetst. Er zal tevens een herinventarisatie van het verhard oppervlak plaatsvinden. Het rekenmodel wordt gekalibreerd op basis van de meetgegevens van de overstorten het gemengde rioolstelsel. De betrouwbaarheid van het rekenmodel neemt hierdoor toe en de voorspellende waarde wordt groter. In de herberekening wordt ingespeeld op de verwachte klimaatverandering. De kosten voor het uitvoeren van de herberekening zijn geraamd op , Actueel inzicht in werkelijk functioneren gemengde riolering In samenwerking met vijf andere gemeenten in West-Friesland en het HHNK is in 2008 een meetplan opgesteld. In het meetplan zijn vier meetpunten en een neerslagmeter opgenomen. Eind 2009 wordt de meetapparatuur geïnstalleerd en begin 2010 wordt gestart met de uitvoering van de metingen. Jaarlijks wordt een rapportage met meetresultaten opgesteld. Het doel hiervan is: inzicht krijgen in het werkelijk functioneren van de gemengde riolering. De kosten voor het beheer en onderhoud van het meetnet zijn geraamd op 350,- per jaar Hemelwater 13. Inspectie vrijvervalriolen jaarlijks wordt gemiddeld uit strategisch oogpunt 2 km geïnspecteerd (frequentie eenmaal per 10 jaar), aangevuld met die strengen die uit operationeel oogpunt nader moeten worden bekeken (bv. bij wegreconstructies) of op basis van klachten nader moeten worden onderzocht. Voorafgaand aan de inspectie wordt het riool gereinigd. Na het inspecteren van de riolering worden de resultaten beoordeeld om eventuele maatregelen te kunnen vaststellen Grondwater Uit het verbreed GRP moet kunnen worden opgemaakt wanneer wordt gesproken van structurele grondwaterstandsproblemen. Er wordt van grondwateroverlast gesproken als er hinder of schade in de woning, erf of tuin optreedt, als gevolg van een te hoge grondwaterstand. Op een aantal locaties binnen het stedelijk gebied van de gemeente, wordt grondwateroverlast ervaren. Om grondwateroverlast objectief vast te stellen, wordt een relatie gelegd met de gewenste grondwaterstand in het stedelijk gebied: de ontwateringsdiepte. De gewenste ontwateringsdiepte is mede afhankelijk van het grondgebruik. Onderzoek moeten worden uitgevoerd om een praktisch hanteerbare norm voor grondwateroverlast te kunnen vaststellen. Ook de maximaal toegestane duur van de overschrijding van de norm moet worden bepaald. In de planperiode wordt dit nader onderzocht. Daarvoor worden in de planperiode, door de gemeente, de volgende inspanningen verricht: a) klachtenafhandeling; b) nader onderzoek naar aanleiding van klachten; c) beoordeling doelmatigheid te treffen maatregelen. 14. Klachtenafhandeling (ad a) De gemeente richt een grondwaterloket in. Het huidige meld- en informatiepunt wordt uitgebreid met een gemeentelijk grondwaterloket, waar men terecht kan met grondwaterklachten en waar men meer gerichte informatie over mogelijke oplossingsproblemen kan krijgen. De gemeente zal afhankelijk van de situatie de klacht zo snel en goed mogelijk afhandelen. De gemeente fungeert in eerste instantie als loket waar particulieren met hun klachten terecht kunnen. De gemeente is daarmee primair aanspreekpunt voor de particulier. De gemeente onderzoekt het probleem en afhankelijk van de uitkomst: Neemt zij zelf maatregelen. De taak van de gemeente heeft het karakter van een inspanningsverplichting. Pagina 33 van 48

34 De opgave Gaat zij na of een andere partij verantwoordelijk is; de gemeente is regisseur en niet de beheerder van het grondwater. Het is niet per definitie zo dat de gemeente de maatregelen zelf moet nemen. In gevallen waarin het meer voor de hand ligt dat het HHNK het loket verzorgt, maken gemeente en het HHNK daarover afspraken. De eigenaar is verantwoordelijk voor de bouwkundige staat van hun pand: een lekke kelder of natte diepe kruipruimte zijn bouwkundige problemen, waarvan de aanpak een zorg is van de eigenaar. Constateert zij dat er geen sprake is van een structureel grondwaterstandsprobleem. Hoe het grondwaterloket precies vorm wordt gegeven is nog niet duidelijk. Het grondwaterloket gaat verder dan alleen een digitale balie voor de registratie van grondwaterklachten. Voor de verwerking en behandeling van klachten en het overleg hierover met burgers en derden (HHNK, provincie) zal mogelijk in de toekomst extra tijd voor moeten worden vrijgemaakt. Omdat het grondwaterprobleem nog niet goed in beeld is gebracht, is hierop nog weinig zicht. Over de verdere invulling van het grondwaterloket moet in de planperiode 2010 t/m 2013 duidelijkheid worden verkregen. 15. Nader onderzoek naar aanleiding van klachten (ad b) De gemeente heeft een beperkt grondwatermeetnet, in het woonerf Spanbroek. Er is dus beperkt inzicht in het verloop van de grondwaterstand in het stedelijk gebied. Of er op dit moment sprake is van structurele grondwateroverlast, kan op grond van de objectieve meetgegevens niet worden aangegeven. Bij klachten van burgers en / of bedrijven, die frequent overlast ervaren, worden peilbuizen geplaatst, waardoor inzicht wordt verkregen in het verloop van de grondwaterstanden ter plaatse van mogelijke locaties met grondwateroverlast. Op basis van de meetresultaten wordt beoordeeld of er sprake is van structurele overlast. Voor het inrichten, het beheer en het onderhoud van het peilbuizenmeetnet en de jaarlijkse rapportage van de grondwaterstanden, is in dit GRP 5.000,- per jaar gereserveerd. 16. Beoordeling doelmatigheid te treffen maatregelen (ad c) In hoeverre structurele grondwateroverlast aanleiding geeft tot het treffen van maatregelen in het openbaar gebied, is afhankelijk van de doelmatigheid van de te nemen maatregelen. De beoordeling van de doelmatigheid hangt in grote mate samen met de investering die hiermee gemoeid is en de risico s die optreden als er geen maatregelen worden getroffen. Dit zal voor elke situatie apart moeten worden beoordeeld. Eventuele maatregelen voor het opheffen van grondwateroverlast worden zo veel mogelijk gecombineerd uitgevoerd met afkoppel-, vervangings- of reconstructiewerkzaamheden van wegen, riolering of woningen. Mits doelmatig, treft de gemeente voorzieningen om de grondwaterstand tot het gewenste niveau terug te brengen, bijvoorbeeld door de aanleg van drainage in het openbaar gebied. De maatregelen beperken zich tot de openbare buitenruimte. De eigenaar is verantwoordelijk voor voorzieningen op het eigen terrein. In dit GRP is nog geen rekening gehouden met het nemen van maatregelen. 17. Gemeenteambassadeur Water Voor de inzet van de gemeenteambassadeur Water wordt jaarlijks 2.000,- bijgedragen. 18. Overige, externe advisering Voor overige, externe advisering is in het GRP rekening gehouden met een bedrag van ,- per jaar. Pagina 34 van 48

35 De opgave Samenvatting uit te voeren onderzoeken In tabel F zijn alle onderzoeksactiviteiten voor de planperiode 2010 t/m 2013 samengevat (zie tabel 6.1 Onderzoeksuitgaven en tabel 6.2 Exploitatie-uitgaven, in bijlage 8). Tabel F Samenvatting uit te voeren onderzoeken (periode 2010 t/m 2013) nr onderzoek uitgaven ( ) totaal 2010 t/m periodiek bijwerken beheerbestand opstellen operationeel jaarprogramma in eigen beheer 3 implementatie WION in eigen beheer 4 controle van verordeningen en in eigen beheer vergunningen 5 opstellen verordening hemel- en in eigen beheer grondwater 6 afkoppelen verhard oppervlak drukriolering opstellen verbreed GRP bijdrage onderzoek KRW deelname Benchmark Rioleringszorg in eigen beheer 10, 13 inspectie vrijvervalriolen en beoordeling opstellen BRP beheer en onderhoud meetnet gemengd stelsel inrichten grondwaterloket in eigen beheer 15 opzetten grondwatermeetnet opstellen maatregelen in eigen beheer grondwateroverlast 17 inzet waterambassadeur overige, externe advisering TOTAAL Maatregelen Onder maatregelen wordt verstaan: onderhoud, reparatie, renovatie, vervanging en verbetering. In bijlage 1 zijn de verschillende begrippen nader verklaard. De volgende maatregelen worden uitgevoerd Algemeen 1. Reparatie, renovatie en vervanging vrijvervalriolen Door reparatie, renovatie en vervanging wordt de technische staat van de objecten in de vrijvervalstelsels gewaarborgd. Om te voldoen aan de maatstaven (waarborgen stabiliteit, waterdichtheid en afstroming), is het nodig de riolering op tijd te repareren, te renoveren of te vervangen. Hiertoe is een strategische vervangingsplanning opgesteld voor de renovatie en vervanging van de vrijvervalriolen. Op basis van de gegevens van de vrijvervalriolen uit het rioolbeheerbestand is een vervangingsplanning op hoofdlijnen opgezet. Hierin krijgen riolen een restlevensduur die is gebaseerd op de kwalitatieve toestand (inspectie). Als er geen inspectiegegevens beschikbaar zijn, wordt uitgegaan van standaardlevensduren volgens tabel 6.3 van bijlage 8. Voor de bepaling van de aanpak op hoofdlijnen (strategische planning) is dit een bruikbare systematiek. Op basis van de geconstateerde kwaliteit van de geïnspecteerde riolen en het aanlegjaar, is een inschatting gemaakt van de restlevensduur van de riolen. Op basis hiervan is een raming gemaakt van de vervangingsinvestering van de vrijvervalriolen in de komende 60 jaar. In de berekening van de vervangingskosten voor de vrijvervalriolering is rekening gehouden met de kosten voor het opbreken en aanbrengen van de wegverharding ter plaatse van de Pagina 35 van 48

36 De opgave sleuf, met verkeersmaatregelen, met kosten voor het toegankelijk houden van de bebouwing en met kosten voor kolk- en huisaansluitleidingen (tot de erfgrens). De totale reparatie- en vervangingskosten, op basis van cyclische vervanging, bedragen circa 31 miljoen (zie tabel 6.4 Vrijvervalriolen in bijlage 8). Dit komt neer op een gemiddeld bedrag van 490,- per m riool. In figuur 5 is de lengte van de te vervangen riolering grafisch uitgezet te vervangen riolen (m) Figuur 5 Vervanging vrijvervalriolering (lange-termijnperspectief) De levensduur van de vrijvervalriolen kan sterk uiteenlopen. Het tijdstip waarop de vrijvervalriolen moeten worden gerenoveerd of vervangen, wordt niet alleen door de technische levensduur bepaald. Vervanging van andere infrastructuur (wegen, leidingen) of verbeteringsmaatregelen kunnen soms aanleiding zijn het riool voortijdig te vervangen. Bij het vertalen van de strategische planning naar operationele jaarprogramma s, worden ook de onderhoudstoestand van de boven- en ondergrondse infrastructuur, evenals de overige noodzakelijke ingrepen, meegenomen. De werkzaamheden aan boven- en ondergrondse infrastructuur worden op elkaar afgestemd. Vervangingswerkzaamheden worden zo veel mogelijk geïntegreerd, zo mogelijk in een wijkgerichte aanpak Stedelijk afvalwater 2. Onderhoud vrijvervalriolering, gemalen en drukrioleringsunits Reiniging van vrijvervalriolering vindt plaats in combinatie met rioolinspectie. Daarnaast wordt ook additioneel gereinigd. Het gemengde stelsel en het droogweerafvoerriool worden gemiddeld eenmaal per 5 jaar gereinigd en eenmaal per 10 jaar geïnspecteerd. In totaal wordt jaarlijks gemiddeld 8 km gereinigd en 4 km geïnspecteerd. Kolken worden eenmaal per jaar gereinigd. De hoofdgemalen worden twee maal per jaar gereinigd en eenmaal per jaar geïnspecteerd. De drukrioleringsunits (minigemalen) worden eenmaal per jaar gereinigd en geïnspecteerd. Het oplossen van storingen wordt door derden uitgevoerd. Dit geldt eveneens voor de gemalen van de bergbezinkvoorzieningen. In de exploitatie-uitgaven zijn de kosten opgenomen voor het onderhoud van vrijvervalriolering, gemalen en drukrioleringsunits (zie tabel 6.2 Exploitatie-uitgaven in bijlage 8). In totaal is voor het onderhoud een bedrag gereserveerd van ,- per jaar. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: onderhoud vrijvervalriolen : ,-; reinigen kolken : ,-; onderhoud gemalen en drukriolering : ,-. Pagina 36 van 48

37 De opgave 3. Reparatie, renovatie en vervanging gemalen, persleidingen en drukrioleringsunits Jaarlijks worden door derden inspecties uitgevoerd naar de toestand van de mechanisch / elektrische installatie van de rioolgemalen. Gebreken worden direct verholpen en benodigde aanpassingen uitgevoerd. In 2010 wordt het gemaal Mienakker vervangen; zowel het bouwkundige als ook het mechanisch / elektrische deel. Hiervoor is een bedrag gereserveerd van ,-. Van 2 gemalen wordt het mechanisch / elektrische deel vervangen (zie tabel 5.1 Gemalen gemengd in bijlage 8). Gemiddeld worden jaarlijks 15 pompen van het drukrioleringssysteem vervangen (zie tabel 5.3 Mechanische riolering in bijlage 8). 4. Afkoppelen verhard oppervlak In de planperiode wordt verhard oppervlak afgekoppeld van de drukriolering in het buitengebied. Uit praktische overwegingen en uit doelmatigheidsoverwegingen is in het verleden enig verhard oppervlak op de drukriolering aangesloten. Hierdoor wordt tijdens hevige neerslag veel overlast ervaren als gevolg van het niet goed functioneren van de riolering. In 2010 wordt een onderzoek gestart naar de mogelijkheden voor het afkoppelen van het verhard oppervlak van de drukriolering. Vervolgens worden maatregelen uitgevoerd om de overlast op te heffen. Hiervoor is in dit GRP een bedrag gereserveerd van ,- (zie tabel 5.3 Mechanische riolering in bijlage 8). In combinatie met riool- en wegreconstructies en woningrenovaties worden, waar doelmatig, relatief schone oppervlakken van het gemengde rioolstelsel afgekoppeld. Dit kan tegen geringe meerkosten worden uitgevoerd. Hiervoor zijn in dit GRP geen investeringen gereserveerd Hemelwater 5. Onderhoud vrijvervalriolering Reiniging en inspectie van de voorzieningen voor het hemelwater worden planmatig door derden uitgevoerd. Reiniging van het hemelwaterafvoerstelsel vindt plaats in combinatie met rioolinspectie. Het stelsel wordt gemiddeld eenmaal per 10 jaar gereinigd en geïnspecteerd. In totaal wordt jaarlijks gemiddeld 3 km gereinigd en geïnspecteerd. In de exploitatie-uitgaven zijn kosten opgenomen voor het reinigen en inspecteren van de vrijvervalriolen en het beoordelen van de inspectieresultaten (zie tabel 6.2 Exploitatieuitgaven in bijlage 8) Samenvatting uit te voeren maatregelen In tabel G zijn alle uit te voeren maatregelen voor de planperiode 2010 t/m 2013 samengevat. Tabel G Samenvatting uit te voeren maatregelen (periode 2010 t/m 2013) nr maatregel investering ( ) totaal 2010 t/m reparatie, renovatie en vervanging vrijvervalriolen 3 vervanging rioolgemaal Mienakker en vervanging pompen drukrioleringsunits 4 afkoppelen verhard oppervlak van drukriolering TOTAAL Pagina 37 van 48

38 De opgave Pagina 38 van 48

39 7 Organisatie en financiën In dit hoofdstuk zijn de personele en financiële middelen gekwantificeerd. Deze middelen zijn nodig om de in dit plan gestelde doelen, met de in hoofdstuk 6 beschreven strategie, te kunnen realiseren. Alle in dit hoofdstuk genoemde geldbedragen zijn op prijspeil 1 januari 2010, inclusief bijkomende kosten en exclusief btw. 7.1 Personele middelen In deze paragraaf is aandacht besteed aan de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de gestelde doelen voor de rioleringszorg te kunnen halen. Aan de hand van vijf deeltaken is de benodigde formatie globaal bepaald. Uitgangspunt daarbij is de module Personele aspecten van gemeentelijke watertaken van de Leidraad Riolering. Deze deeltaken zijn: planvorming, onderzoek, onderhoud, maatregelen en facilitair. Voor het bepalen van de benodigde formatie voor de uitvoering van deze taken, wordt verwezen naar bijlage 7. De resultaten van de raming zijn weergegeven in tabel H. Voor de rioleringszorg in de gemeente zijn momenteel 1,8 f.t.e. beschikbaar. Een deel van de voorbereiding, uitvoering en begeleiding van rioleringsprojecten wordt uitbesteed aan derden. Inschatting van de benodigde personele middelen laat zien dat de gemeente in de planperiode beschikt over de noodzakelijke personele capaciteit om de in dit GRP gestelde doelen, met de beschreven strategie, te kunnen realiseren. Tabel H Inschatting benodigde personele bezetting benodigde formatie (f.t.e.) - volgens bijlage 7 (tabel B7.4) 1,8 huidige formatie (f.t.e.) 1,8 verschil (f.t.e.) 0,0 Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) 7.2 Financiële middelen Op korte termijn (planperiode 2010 t/m 2013) enerzijds en op de lange termijn (beschouwde periode van 60 jaar) anderzijds, worden activiteiten uitgevoerd in het kader van aanleg en beheer van riolering en grondwatervoorzieningen. Deze activiteiten worden volgens de beschreven aanpak uitgevoerd om de gestelde doelen te kunnen halen. In deze paragraaf zijn de benodigde financiële middelen samengevat en is aangegeven hoe in de dekking van de kosten kan worden voorzien. De uitgangspunten die zijn gehanteerd bij het opstellen van het kostendekkingsplan zijn weergegeven in bijlage 6. De bijbehorende financiële gegevens zijn weergegeven in de tabellen in bijlage 8. Pagina 39 van 48

40 Organisatie en financiën Vervangingswaarde De vervangingskosten van de riolen zijn berekend op basis van eenheidsprijzen en bedraagt: vrijvervalriolen en putten : rioolgemalen en persleidingen : drukriolering en IBA s totale vervangingswaarde riolering : Totale uitgaven Het totaal van de uitgaven dat met de aanleg (exclusief nieuwbouw) en het beheer van de riolering over een periode van 60 jaar is gemoeid, is samengevat weergegeven in figuur 6 en in tabel J. De periode van 60 jaar is gehanteerd omdat dan alle te verwachten uitgaven in beeld zijn gebracht. Tabel J Overzicht totale uitgaven (* 1.000,-) periode jaarlijkse uitgaven investeringen kapitaallasten nieuwe kapitaallasten verleden totaal excl. btw onderzoek exploitatie vervanging/ verbetering milieumaatregelen grondwater investeringen = EURO onderzoek exploitatie kapitaallasten verleden vervanging milieumaatregelen grondwatermaatregelen Figuur 6 Uitgaven per jaar, prijspeil 2010 Pagina 40 van 48

41 Organisatie en financiën Huidige inkomsten De huidige inkomsten zijn als volgt opgebouwd: De gemeente int rioolheffing. Het voor 2010 vastgestelde tarief bedraagt 203,- per categorie b-lozer, per jaar. De gemeente beschikt over een reserve van 3,74 miljoen, per 1 januari Er is rekening gehouden met een bijdrage in het kader van de verfijningsregeling, ter grootte van ,-, in de periode 2010 t/m Kostendekking In deze paragraaf komt de kostendekking op de lange termijn aan de orde. Er is uitgegaan van de kosten voor de periode 2010 t/m 2069, zoals die in de vorige paragraaf zijn weergegeven. Voor de dekking van de kosten van aanleg en beheer van riolering komen verschillende bronnen in aanmerking. De aanleg van riolering in nieuwe bestemmingsplannen wordt bekostigd uit de exploitatieopzet van die plannen en zijn verdisconteerd in de verkoopprijs. De kosten van beheer van riolering en van aanleg van riolering en grondwatervoorzieningen bij bestaande panden worden gedekt uit de rioolheffing. In deze paragraaf is de rioolheffing weergegeven die bij directe invoering de totale kosten voor de rioleringszorg dekt, gezien over 60 jaar. Directe invoering van een op deze manier berekende rioolheffing, is maatschappelijk niet aanvaardbaar. Daarom is uitgegaan van een geleidelijke stijging: van het huidige niveau naar een ook op langere termijn kostendekkend niveau. Over een periode van 60 jaar is het door de rioolheffing te dekken bedrag 85 miljoen. Dit is gemiddeld 1,4 miljoen per jaar. In werkelijkheid fluctueert dit bedrag. De opbouw van de totale uitgaven, gebaseerd op de contante waarde van de verschillende kostengroepen, is weergegeven in figuur 7. 57% 1% 0% 3% 39% Onderzoek ( totaal) Kapitaallasten verleden ( totaal) Exploitatie ( totaal) Vervanging en verbetering ( totaal) Overige milieumaatregelen ( totaal) Figuur 7 Aandeel in totale uitgaven over periode 2010 t/m 2069 In het kostendekkingsplan wordt uitgegaan van één heffing voor de totale kosten van de zorgplichten. De gemiddeld berekende, kostendekkende heffing bedraagt 271,12. Het berekende tarief moet jaarlijks met de optredende inflatie worden geïndexeerd. Het gemiddelde tarief van 271,12 ligt hoger dan het huidige tarief van 203,-. Om inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het tarief bij verschillende stijgingspercentages, is een aantal scenario s doorgerekend die op termijn leiden tot een kostendekkend tarief (zie tabel K). Pagina 41 van 48

42 Organisatie en financiën Tabel K Kostendekkend tarief bij verschillende stijgingspercentages scenario stijging tarief (%) kostendekkend tarief (afgerond, in ) bereikt in (jaar) 1 1, , , , , , In figuur 8 is een voorbeeld gegeven als het tarief jaarlijks met 2% stijgt, met ingang van 1 januari In 2026 wordt dan een kostendekkend niveau bereikt van 275,36 per heffingseenheid. 325 bedrag per heffingseenheid ( ) ,00 271,12 275, getrapt tarief gemiddeld tarief, bij directe invoering Figuur 8 Ontwikkeling rioolheffing, bij een jaarlijkse stijging van 2,0% Per begrotingsjaar wordt bekeken met welk percentage de rioolheffing zal stijgen, boven de inflatie. Bij de vaststelling van de begroting wordt dit definitief bepaald. Dit is mede afhankelijk van de financiële en economische ontwikkelingen. 7.4 Omzetting rioolrecht in rioolheffing Als gevolg van een wetswijziging hadden gemeenten tot 31 december 2009 de mogelijkheid om rioolrecht te heffen. Vanaf 1 januari 2010 kan alleen rioolheffing (gebaseerd op het nieuwe artikel 228a Gemeentewet) worden geheven. Per saldo komt er geen extra heffing bij. De omzetting van rioolrecht naar rioolheffing heeft in 2009 plaatsgevonden door de vaststelling (eind 2009) van de verordening rioolheffing Het GRP 2010 t/m 2013 is in 2010 vastgesteld. 7.5 Kanttekeningen bij geschetste ontwikkeling rioolheffing Voor het opstellen van het kostendekkingsplan is een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van alle te nemen maatregelen en de daarbij behorende investeringen. Om in het GRP alle te verwachten uitgaven in beeld te brengen en daardoor langetermijnverrassingen zo veel mogelijk uit te sluiten, is een planningshorizon van het GRP en het kostendekkingsplan aangehouden van 60 jaar. Voor een dergelijk lange periode kunnen niet alle gebeurtenissen Pagina 42 van 48

43 Organisatie en financiën exact worden ingeschat. Daarom wordt benadrukt dat het GRP in principe wordt vastgesteld voor de planperiode (2010 t/m 2013), maar dat dit gebeurt in het licht van de lange termijn. Naast de in dit GRP genoemde maatregelen, zijn in de nabije toekomst mogelijk extra maatregelen te verwachten, waarvan de financiële consequenties op dit moment niet kunnen worden ingeschat. Dit betreft onder meer de invulling van de zorgplicht voor het grondwater. De marges en onzekerheden in de financiële aspecten zijn vaak groot. Rente en inflatie kunnen in grote mate fluctueren. Het kostendekkingsplan wordt daarom gemiddeld om de vier jaar bijgesteld. Bovengenoemde onzekerheden maken het niet mogelijk een exacte beschrijving van de kostenontwikkeling en de ontwikkeling van de rioolheffing in de komende jaren te maken. De geschetste ontwikkeling van de rioolheffing moet daarom als indicatief worden beschouwd. 7.6 Begroting 2010 De begroting 2010 en de meerjarenraming 2011 t/m 2013 is in november 2009 vastgesteld. De hierin opgenomen bedragen zijn nog gebaseerd op het GRP 2005 t/m De bedragen die opgenomen zijn in dit GRP corresponderen dus niet geheel met de bedragen in de begroting Wanneer dit GRP wordt vastgesteld, zal tevens de begroting 2010 door middel van een begrotingswijziging worden aangepast. Pagina 43 van 48

44 Organisatie en financiën Pagina 44 van 48

45 8 Besluitvorming Dit plan is het vierde GRP van de gemeente Opmeer. De gemeente voldoet met dit plan aan de planverplichting (Wet milieubeheer artikel 4.22). Met de strategie zoals die in dit GRP is verwoord, worden de doelen voor de rioleringzorg bereikt. Hierdoor wordt in de gemeente Opmeer, op het gebied van de riolerings- en grondwaterzorg, een goed woon-, leef- en werkklimaat gehandhaafd. Burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer verzoeken de gemeenteraad het GRP Opmeer 2010 t/m 2013 vast te stellen door: in te stemmen met de in dit GRP geformuleerde doelen (zie paragraaf 4.3); in te stemmen met het voorgenomen onderzoek 2010 t/m 2013, welke nodig is om een doelmatige rioleringszorg te realiseren (zie paragraaf 6.3.1); in te stemmen met de voorgenomen maatregelen 2010 t/m 2013 (zie paragraaf 6.3.2). Het concept-grp is voorafgaand aan de vaststelling door de gemeenteraad, ter beoordeling toegezonden aan het HHNK en de Provincie Noord-Holland. Na vaststelling wordt in één of meer dag- of weekbladen die in de gemeente worden verspreid én middels een publicatie op de gemeentelijke website, bekend gemaakt hoe burgers kennis kunnen nemen van de inhoud van dit GRP. Inleiding (H1) Aanleiding, procedure, functies Relaties rioleringszorg (H2) Wet- en regelgeving, ontwikkelingen Evaluatie GRP (H3) Terugblik op vorige GRP Toetsingskader (H4) Doelen rioleringszorg Toetsing huidige situatie (H5) Wat hebben we nu? De opgave (H6) Wat moeten we doen? Organisatie en financiën (H7) Wat hebben we nodig? Besluitvorming (H8) Pagina 45 van 48

46 Besluitvorming Pagina 46 van 48

47 Referentielijst 1. Benchmark Rioleringszorg, Individueel rapport Gemeente Opmeer. In opdracht van Stichting Rioned, februari Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer 2005 t/m Grontmij, juni Leidraad Riolering; Stichting RIONED en ministerie van VROM, modules a. GRP: Planvorming gemeentelijke watertaken (A1050), 2007; b. Doelen, functionele eisen, maatstaven en meetmethoden (A1100), 2007; c. Kostenkengetallen rioleringszorg (D1100), 2007; d. Personele aspecten van gemeentelijke watertaken (D2000), Meetplan Opmeer. Tauw, december Samen werken aan schoon water. Maatregelenpakket voor de Kaderrichtlijn Water Beheergebied Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (eindconcept), februari Uitwerking van maatregelen tegen grondwateroverlast in het woonerf Spanbroek, in de gemeente Opmeer. Grontmij, mei Voorstellen voor vermindering wateroverlast door riolering in het woonerf Spanbroek, in de gemeente Opmeer. Grontmij, mei Wateroverlast omgeving Wuiver, te Opmeer. Grontmij, februari Waterplan Provincie Noord-Holland - Beschermen, Benutten, Beleven en Beheren. Vastgesteld Waterplan, 16 november 2009.

48 Referentielijst Pagina 48 van 48

49 Bijlage 1 Woordenlijst

50 Bijlage 1: Woordenlijst AFKORTINGEN AMvB AWZI BRP BBB BBV DWA GRP HWA HHNK IBA IBOR KRW NEN NPR PBSB RWA RWZI VNHG WION Wm Wvo Algemene Maatregel van Bestuur afvalwaterzuiveringsinrichting basisrioleringsplan bergbezinkbassin bergbezinkvoorziening droogweerafvoer gemeentelijk rioleringsplan hemelwaterafvoerriool Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier installatie voor individuele behandeling van afvalwater Integraal Beheer Openbare Ruimte KaderRichtlijn Water Nederlandse norm Nederlandse praktijkrichtlijn ProjectBureau Saneringen Buitengebied regenwaterafvoerriool rioolwaterzuiveringsinrichting Vereniging NoordHollandse Gemeenten Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten Wet milieubeheer Wet verontreiniging oppervlaktewateren TERMEN EN DEFINITIES De woorden en verklaringen in deze lijst zijn (voor een groot deel) afkomstig uit: Beter Bouw- en Woonrijp Maken, GD112-7 Publicatie Ontwatering in stedelijk gebied, definitief 2 d.d. 20 april 2007; NEN 3300 Buitenriolering - Termen en definities. aangroei aansluitvergunning aantasting afkoppelen afvoerend oppervlak afwatering afzetting ander afvalwater basisinspanning verzameling van organismen die zich op de buiswand hebben vastgehecht of in slierten aan de buiswand hangen vergunning op grond van de aansluitverordening en de Wvo die wordt afgegeven door het waterschap voor de aansluiting op de rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) een wijziging van de structuur van de buiswand als gevolg van (bio)chemische of mechanische processen Afkoppelen is het niet langer afvoeren van hemelwater via de riolering naar de RWZI maar op omgevingsverantwoorde wijze brengen van hemelwater in bodem of oppervlaktewater. Omgevingsverantwoord wil zeggen zonder overlast of nadelige gevolgen voor bewoners, gebruikers, waterpeilbeheer, ecologie en water- en bodemmilieu het niet meer inzamelen en naar de RWZI transporteren van hemelwater. het naar de riolering afwaterende oppervlak de afvoer van water via een stelsel van open waterlopen naar een lozingspunt van het afwateringsgebied aankoeking van slib, vet en kalk op de buiswand; tevens afzetting van bodemmateriaal anders dan zand ter plaatse van een buisverbinding of scheur Datgene wat niet onder een van de volgende begrippen is te vatten: huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater, bedrijfsafvalwater of stedelijk afvalwater. Een voorbeeld van ander afvalwater is zwembadwater bij een particulier huishouden dat geloosd moet worden. Te lozen zwembadwater van een professioneel zwembad is bedrijfsafvalwater. term die de waterkwaliteitsbeheerders gebruiken voor het aanduiden van de inspanningen die elke gemeente moet uitvoeren of uitgevoerd hebben om de vuiluitworp uit de riolering tot een bepaald niveau te reduceren

51 Bijlage 1: Woordenlijst (Vervolg 1) basisrioleringsplan bedrijfsafvalwater bemalingsgebied beoordelen bergbezinkkelder berging bergingsverlies bouwtechnische maatregelen bouwrijpmaken classificatie dg DIALOG Riolering doorlatendheid drainage drooglegging voor een Wvo- of aansluitvergunningaanvraag opgesteld document (tekening + toelichting en berekeningen) met de huidige situatie van de riolering en de uit te voeren verbeteringsmaatregelen afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is een rioleringsgebied waaruit het afvalwater door een gemaal wordt verwijderd het toetsen van een parameter aan de bijbehorende maatstaf en het geven van een oordeel over de uitkomsten van de toetsing reservoir voor de tijdelijke opslag van afvalwater waarin tevens slibafzetting plaatsvindt met een voorziening om het slib te kunnen verwijderen en waaruit overstortingen kunnen plaatsvinden de inhoud van de riolering uitgedrukt in m 3 of mm de vermindering van berging door permanente vulling in de riolering als gevolg van verzakkingen maatregelen in de woning (in de kruipruimte of kelder, of in de woonruimte), met als doel vochtoverlast te beperken een terrein zodanig inrichten dat aanleg van infrastructuur, woningen, recreatievoorzieningen en dergelijke mogelijk wordt de indeling van toestandsaspecten in klassen het computerprogramma voor rioleringsbeheer het vermogen van de grond om water en/of lucht door te laten een systeem van doorlatende, geperforeerde kunststof pijpen in de bodem, waarin opvang en afvoer van overtollig grondwater plaatsvindt, waardoor de grondwaterstand beheerst kan worden afstand tussen het oppervlaktewaterpeil en het maaiveld droogweerafvoer (dwa) drukriolering DWA-rioolstelsel emissiespoor externe overstort foutieve aansluiting freatisch grondwater de hoeveelheid afvalwater die per tijdseenheid in een droogweersituatie via het rioolstelsel wordt afgevoerd riolering waarbij het transport plaatsvindt via pompen en persleidingen zie vuilwaterrioolstelsel onderdeel van het tweesporenbeleid van waterkwaliteitsbeheerders gericht op het tot een bepaald niveau terugbrengen van de emissies (vuiluitworp) uit een rioolstelsel, ongeacht de werkelijke waterkwaliteit rioolput voorzien van een overstortdrempel die loost buiten het in beschouwing genomen rioolstelsel, meestal op oppervlaktewater Het aansluiten van een vuilwaterriool op een regenwaterriool of omgekeerd. Het grondwater in de bovenste bodemlaag, dat (indirect) in contact staat met de atmosfeer. De freatische grondwaterstand is een andere term voor grondwaterspiegel.

52 Bijlage 1: Woordenlijst (Vervolg 2) gemengd rioolstelsel gescheiden rioolstelsel geohydrologie grondwater grondwateronderlast grondwateroverlast huishoudelijk afvalwater hydraulisch hydraulische berekening infiltratie ingrijpmaatstaf inhangend voegmateriaal inhangende rubberring inrichting inspectie kruipruimte kwel lekkage lozing maaiveld maatstaf niet-inrichting obstakels onderhoud stelsel waarbij afvalwater inclusief ingezamelde neerslag door één leidingstelsel wordt getransporteerd rioolstelsel, waarbij afvalwater exclusief neerslag door een leidingstelsel wordt getransporteerd en neerslag door een afzonderlijk leidingstelsel rechtstreeks naar oppervlaktewater wordt afgevoerd leer van de grondwaterstroming en de dynamiek in samenhang met de structuur en de opbouw van de ondergrond water beneden het grondoppervlak, meestal beperkt tot het water beneden de grondwaterspiegel problemen die zich voordoen als gevolg van lage grondwaterstanden, bijvoorbeeld aantasting van houten funderingen als gevolg van droogstand wateroverlast door hoge grondwaterstanden, bijvoorbeeld plasvorming op binnenterreinen of vocht in kruipruimtes afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden waarbij van de leer van de praktische toepassing van waterbeweging gebruik wordt gemaakt het door rekenen bepalen van het hydraulisch functioneren van een rioolstelsel intreding van water in de bodem grenstoestand waarbij ingrijpen in de actuele toestand noodzakelijk is en waarbij maatregelen moeten worden opgesteld voegmateriaal (kit, bitumineuze profielstrip) dat uit de voeg in het doorstroomprofiel is gezakt of gedrukt een niet gescheurde rubberring die zichtbaar is of een gescheurde rubberring waarvan een gedeelte in het doorstroomprofiel hangt elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand ruimte onder de begane-grondvloer in gebruik voor het bereiken van leidingen voor inspectie, onderhoud of reparatie, en voor ventilatie van de vloer en eventuele houten constructiedelen onder de woning het uittreden van grondwater het in- of uittreden van water via voegen, scheuren, langs inlaten of door de buiswand Lozingen zijn te verdelen in directe en indirecte lozingen op oppervlaktewater. Lozingen op de riolering zijn per definitie indirecte lozingen. Bij directe lozingen wordt het afvalwater direct in het milieu, oppervlaktewater of bodem gebracht. Indirecte lozingen vinden plaats in een rioolstelsel waarmee het afvalwater wordt ingezameld. Indirecte lozingen worden op hun beurt weer onderscheiden in lozingen in een schoonwaterriool (hemelwaterriool of een ontwateringstelsel) en een vuilwaterriool. Het vuilwaterriool voert het afvalwater af naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie, waarna het na zuivering wordt geloosd in het milieu. grondoppervlak, bovenzijde van de bodem grenswaarde (getalsmatig) op basis waarvan geconcludeerd wordt of aan een functionele eis wordt voldaan Alles wat geen inrichting is. Naast huishoudens gaat het vooral om activiteiten die vanwege het niet-begrensde of tijdelijke karakter niet als inrichting worden beschouwd (bv. gevelreiniging, evenementen, op locatie wassen van auto s). voorwerpen in het riool die geen functie in rioleringstechnische zin hebben en geen deel uitmaken van een normale afvalwaterstroom herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij de toestand van objecten ongewijzigd gehandhaafd wordt

53 Bijlage 1: Woordenlijst (Vervolg 3) onderzoek ontwatering het verzamelen, ordenen, analyseren en verwerken van gegevens, zodanig dat informatie kan worden afgeleid over de toestand en het functioneren van de buitenriolering afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drains, kleine sloten en greppels naar een stelsel van grote waterlopen met als functie afwatering ontwateringsdiepte afstand tussen de hoogste grondwaterstand tussen twee ontwateringsmiddelen (sloot, drain) en het maaiveld onverhard oppervlak opbolling openbaar hemelwaterstelsel openbaar ontwateringsstelsel openbaar vuilwaterriool oppervlaktewater overstorting overstortput peilbuis pompovercapaciteit (poc) randvoorziening regenwaterriool regenwaterrioolstelsel renovatie reparatie riolering oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater kan infiltreren (plantsoenen, tuinen, bermen) maximale hoogteverschil tussen de grondwaterspiegel en de waterstand in de drainagebuizen en/of watergangen voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van afvloeiend hemelwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast voorziening voor de inzameling en verdere verwerking van grondwater, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast water dat stroomt over of verblijft op het aardoppervlak de lozing van afvalwater via een overstortdrempel naar oppervlaktewater rioolput voorzien van een overstortdrempel algemene term voor een buis of soortgelijke constructie met een kleine diameter waarin een grondwaterstand c.q. stijghoogte kan worden gemeten Het deel van de pompcapaciteit dat beschikbaar is voor de regenwaterafvoer. Het andere deel van de capaciteit is beschikbaar voor de afvalwaterafvoer tijdens droog weer. vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel die als doel heeft de lozing van vuil uit het rioolstelsel op oppervlaktewater te verminderen riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van neerslag herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een ingrijpende toestandswijziging wordt doorgevoerd; evenaren technische staat van nieuw aangelegd herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij een beperkte toestandswijziging wordt doorgevoerd het samenstel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater

54 Bijlage 1: Woordenlijst (Vervolg 4) riool rioolput rioolwaterzuiveringsinrichting RWA-riool RWA-rioolstelsel scheuren stedelijk afvalwater stijghoogte streng verbeterd gescheiden rioolstelsel verbeteren verhard oppervlak vervangen visuele inspectie vrijvervalriool vuilemissie vuiluitworp vuilwaterriool vuilwaterrioolstelsel waarschuwingsmaatstaf wadi samenstel van buizen tussen twee putten bestemd voor de inzameling en/of het transport van afvalwater constructie toegang gevend tot het rioolstelsel (te herkennen aan gietijzeren deksels in de weg) het totaal van de grond, gebouwen en apparatuur voor de zuivering van afvalwater zie regenwaterriool zie regenwaterrioolstelsel het geheel van scheuren, barsten en breuken huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater Hoogte boven een referentievlak tot waar het water in een peilbuis stijgt. Deze stijghoogte is afhankelijk van de druk van het grondwater ter plaatse van de opening onderin de peilbuis. rioolbuizen tussen twee inspectieputten Gescheiden rioolstelsel met voorzieningen waardoor de neerslag slechts bij wat grotere regenbuien naar oppervlaktewater wordt afgevoerd. Het meest vervuilde deel van de neerslag wordt 'geborgen' in de riolering en naar de zuivering afgevoerd. het aanpassen van het oorspronkelijke functioneren oppervlak in stedelijk gebied waar neerslagwater niet kan infiltreren, maar oppervlakkig afstroomt (huizen, straten, en dergelijke) herstel van het oorspronkelijke functioneren, waarbij het bestaande object wordt verwijderd en een nieuw gelijkwaardig object wordt teruggeplaatst het op directe wijze dan wel op indirecte wijze via optische hulpmiddelen inspecteren van de toestand riool waardoor afvalwater door de zwaartekracht wordt getransporteerd zie vuiluitworp Het totaal aan stoffen (niet zijnde water) geloosd uit een rioolstelsel op het oppervlaktewater via overstorten. Hierbij kan gedacht worden aan biologisch afbreekbare stoffen die bij afbraak in het water zuurstof verbruiken (BZV), aan stikstof en fosfaten en aan zware metalen. riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag rioolstelsel voor de inzameling en het transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, niet zijnde neerslag grenstoestand waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek nodig is systeem voor hemelwater afvoer door drainage en infiltratie waterkwaliteitsdoelstelling doelstelling voor de kwaliteit van een oppervlaktewater nodig om dat water een bepaalde functie te kunnen laten vervullen water op straat waterketen wateroverlast wegzijging wortelingroei zandinloop het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau De waterstroom vanaf het drinkwaterbedrijf, via de gebruikers en het rioolstelsel naar de RWZI (drinkwatervoorziening - riolering - afvalwaterzuivering). het optreden van waterstanden boven maaiveldniveau waarbij hinder of schade wordt ondervonden neerwaartse stroming van grondwater de wortels van bomen of planten, die door voegen, scheuren of via gebouw of kolkaansluitingen het riool zijn ingegroeid het intreden van zand via buisverbindingen of scheuren

55 Bijlage 1: Woordenlijst (Vervolg 5) zand- en vuilophoping zetting opgehoopt materiaal met een losse structuur bodemdaling als gevolg van inklinking, krimp, door de bouw van kunstwerken, het ophogen van de grond of het aanbrengen van andere materialen

56 Bijlage 1: Woordenlijst (Vervolg 6)

57 Bijlage 2 Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg

58 Bijlage 2: Ontwikkelingen, wet- en regelgeving rioleringszorg In deze bijlage zijn de belangrijkste ontwikkelingen geschetst op het gebied van wet- en regelgeving en rioleringszorg. 1. Volksgezondheid en Water in de stad Riolering is een belangrijke voorziening in het kader van de volksgezondheid. Bij het opstellen van maatregelen en het ontwikkelen en toepassen van nieuwe systemen moet met dit aspect rekening worden gehouden. Bij afkoppelen moet goed worden gekeken naar de mate van verontreiniging van de af te koppelen oppervlakken. 2. Kwaliteit leefomgeving Kwaliteit van de leefomgeving en integraal beheer van de openbare ruimte hebben een sterke relatie met elkaar. Ook in de openbare ruimte staat riolering niet op zichzelf. Maatregelen aan de riolering moeten worden afgestemd met andere maatregelen in de openbare ruimte om overlast voor burgers en bedrijven te minimaliseren en een efficiënte besteding van middelen te garanderen. Ook het voorkomen van wateroverlast en het zorgen voor schoon oppervlaktewater verhogen de kwaliteit van de leefomgeving. 3. Lozingen op de riolering (Wet milieubeheer) Lozingen op de riolering worden sinds 1 maart 1996 op basis van de Wet milieubeheer geregeld. Bij Wet milieubeheer-controles bij bedrijven, moet ook de rioleringscomponent worden meegenomen. Over enkele jaren zal de Omgevingsvergunning zijn intrede doen. De gemeente voert dan ook de controles uit bij de AMvB-bedrijven. Nu worden die controles door het Waternet uitgevoerd. 4. Hemelwaterbeleid, klimaatverandering, diffuse lozingen De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en Waterbeheer 21 e eeuw (WB21) zijn bepalend voor de stedelijke wateropgave. Riolering speelt in het waterbeleid een belangrijke rol. Afkoppelen van schone oppervlakken, waardoor relatief schoon hemelwater niet meer naar de zuivering wordt getransporteerd, is een aanpak die past in de ontwikkelingen. De tritsen vasthouden-bergenafvoeren en schoonhouden-scheiden-schoonmaken zijn daarbij leidend. Figuur B2.1 Vasthouden-bergen-afvoeren De watertoets is een belangrijk stedenbouwkundig instrument om (bestemmings-)plannen hierop te beoordelen. Het ministerie van VROM heeft een regenwaterbrief uitgebracht die aangeeft hoe de regenwaterproblematiek bij gemeenten het best kan worden aangepakt. Er zijn vier pijlers van het regenwaterbeleid benoemd: 1. aanpak bij de bron: het voorkomen van verontreiniging van regenwater; 2. regenwater vasthouden en bergen; 3. regenwater gescheiden van afvalwater afvoeren; 4. integrale afweging op lokaal niveau. De gemeente is de regisseur die dit regenwaterbeleid op lokaal niveau vorm moet geven. 5. Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) De Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht de kwaliteit van watersystemen te verbeteren. Daarnaast wordt het duurzaam gebruik van water bevorderd en de verontreiniging van grondwater verminderd. Voor de KRW zullen in 2009 de waterkwaliteitswensen waaraan het watersysteem in 2015 moet voldoen, in beeld zijn gebracht. De KRW-maatregelen moeten zoveel mogelijk vóór 2015 en in ieder geval vóór 2027 zijn uitgevoerd.

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017

Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland. planperiode 2013 t/m 2017 Samenvatting Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 13 maart 2012 1.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan (hierna te noemen: GRP) op te

Nadere informatie

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven

Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Bijlage 3. Doelen functionele eisen en maatstaven Tabel 3-1 Doelen, functionele eisen en maatstaven voor de rioleringszorg (stedelijk afvalwater en regenwater) Doelen Functionele Eisen Maatstaven 1. Inzameling

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012

Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009-2012 voor de gemeente Bussum Concept Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting en Beheer Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 14 april 2009 Verantwoording

Nadere informatie

Gemeentelijk RioleringsPlan. 2009 t/m 2013

Gemeentelijk RioleringsPlan. 2009 t/m 2013 Gemeentelijk RioleringsPlan 2009 t/m 2013 Gemeentelijk Rioleringsplan planperiode 2009 t/m 2013 voor de gemeente Heemskerk Concept ONTWERP Pagina 1 van 40 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Basisopleiding Riolering Module 1

Basisopleiding Riolering Module 1 Basisopleiding Riolering Module 1 Cursusboek Nieuwegein, 2013 w w w. w a t e r o p l e i d i n g e n. n l Stichting Wateropleidingen, augustus 2013 Groningenhaven 7 3433 PE Nieuwegein Versie 1.1 Niets

Nadere informatie

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman

Presentatie GRP Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Presentatie GRP 2016-2020 Commissievergadering 6 oktober Peter Borkus, Susanne Naberman Programma Inhoud Waarom een nieuw GRP? Evaluatie afgelopen planperiode Een gezonde leefomgeving Een veilige leefomgeving:

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland

Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland Gemeentelijk Rioleringsplan Wormerland planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 13 maart 2012, revisie Verantwoording

Nadere informatie

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. drs A.J. Ditewig 18 februari 2010. 05 januari 2010. De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs A.J. Ditewig 18 februari 2010 Datum voorstel 05 januari 2010 Agendapunt Onderwerp Gemeentelijke watertaken De raad wordt voorgesteld te besluiten: het bijgaande

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan

Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan Gemeentelijk Rioleringsplan Oostzaan planperiode 2013 t/m 2017 ONTWERP OVER-gemeenten Afdeling Gebied- en Wijkzaken WORMER Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 juni 2012, revisie Verantwoording Titel :

Nadere informatie

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/

* * RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/ *0010100120094142* RAADSVOORSTEL Raadsvergadering van Stuk/nummer Agendapunt 2 februari 2010 KNDK/2009/4142 9.3 Datum: 15-12-2009 Verzonden: 21 januari 2010 Aan de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststelling

Nadere informatie

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3)

Bouwlokalen INFRA. Het riool in Veghel. Veghel in cijfers en beeld (1) Veghel in cijfers en beeld (2) Veghel in cijfers en beeld (3) Bouwlokalen INFRA Innovatie onder het maaiveld / renovatie van rioolstelsels Het riool in Veghel Jos Bongers Beleidsmedewerker water- en riolering Gemeente Veghel 21 juni 2006 Veghel in cijfers en beeld

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl

Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W en verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater in gemeente Delfzijl Vergadering gemeenteraad d.d. 21 december 2017 Agenda nummer 8 Portefeuillehouder: wethouder de heer IJ.J. Rijzebol Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL-W 2 2018-2022 en verordening op de afvoer van

Nadere informatie

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018

Gemeentelijk Riolerings Plan. Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Gemeentelijk Riolerings Plan Toelichting op GRP Kaag en Braassem periode 2014 t/m 2018 Doel en inhoud Doel Inzicht verschaffen in de diverse elementen die hebben geleid tot het GRP 2014 t/m 2018 Inhoud

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr. 6603. Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

GEMEENTEBLAD. Nr. 6603. Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Schagen. Nr. 6603 23 januari 2015 Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen 0 Samenvatting 0.1 Inleiding De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

TOETSING VERBREED GRP

TOETSING VERBREED GRP Dit document beschrijft de toetsing van het verbreed GRP op hoofdlijnen. De toetsing is op volledigheid en niet op inhoud. Het is een hulpmiddel bij het maken van afspraken over het proces van het opstellen

Nadere informatie

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september 2014. Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014 gemeente Tubbergen o Aan de gemeenteraad Vergadering: 8 september 2014 Nummer: 9A Tubbergen, 28 augustus 2014 Onderwerp: Vaststellen verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater. Samenvatting

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen

Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen Planperiode 2015 t/m 2017 ONTWERP Gemeente Schagen Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 maart 2013 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Schagen Subtitel

Nadere informatie

F. Buijserd burgemeester

F. Buijserd burgemeester Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit 14.22243 G. Elkhuizen Beheer Openbare Ruimte / Kees Hoogervorst

Nadere informatie

Gemeente Beemster. B e l e i d s d o c u m e n t. j u n i 2 0 1 2 / O n t w e r p G R P

Gemeente Beemster. B e l e i d s d o c u m e n t. j u n i 2 0 1 2 / O n t w e r p G R P Gemeente Beemster B e l e i d s d o c u m e n t Gemeentelijk Rioleringsplan Beemster Planperiode 2012-2016 j u n i 2 0 1 2 / O n t w e r p G R P Gemeente Beemster B e l e i d s d o c u m e n t Gemeentelijk

Nadere informatie

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W²

Raadsvergadering 29 januari Nr.: 11. AAN de gemeenteraad. Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 11 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Vaststellen Watertakenplan DAL/W² 2018-2022. Portefeuillehouder: Wethouder P. Prins. Ter inzage liggende stukken: Collegebesluit

Nadere informatie

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan.

GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo. Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. GRP 2014-2018 Gemeente Tynaarlo Naar een nieuw gemeentelijk rioleringsplan. Landelijk beleid en ontwikkelingen Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig

Nadere informatie

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13 Voorstelnr. : R 6837 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2015 Stadskanaal, 1 juni 2011 Beslispunten 1. Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015

Nadere informatie

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding

^ T^ 2 5UOV2008 \Q5 S. 1. Inleiding E E R H U CB O W A A Raadsvergadering: Besluit: Voorstelnummfif R D 2 5UOV2008 ^ T^ \Q5 S Agendanr. Voorstelnr. Onderwerp Aan de Raad, 2008-105 Formulering beleid voor zorgplichten hemel- en grondwater,

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer

Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer met planperiode 2014 t/m 2018 definitief Gemeente Opmeer Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 20 augustus 2013 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Opmeer Subtitel

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Woerden

Gemeentelijk rioleringsplan Woerden Gemeentelijk rioleringsplan Woerden Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2009-2013 Definitief Gemeente Woerden Postbus 45 3440 AA WOERDEN Grontmij Nederland bv Houten, 11 november

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Koggenland

Gemeentelijk Rioleringsplan Koggenland Gemeentelijk Rioleringsplan Koggenland met planperiode 2014 t/m 2018 Definitief Gemeente Koggenland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 12 december 2013 Verantwoording Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

Feiten over de riolering

Feiten over de riolering Feiten over de riolering Prestaties Middelen en mensen Samenhangen Schaalverschillen Doeltreffendheid en doelmatigheid Stichting RIONED, februari 21 T.b.v. het feitenonderzoek in het kader van doelmatig

Nadere informatie

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10

Raadsvoorstel Reg. nr : 1010217 Ag nr. : Datum : 18-05-10 Ag nr. : Onderwerp Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater Status besluitvormend Voorstel 1. Vast te stellen de Verordening op de afvoer van hemelwater en grondwater; 2. De kosten van het

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Gemeentelijk rioleringsplan Registratienummer: 00538296 Op voorstel B&W d.d.: 31 maart 2015 Datum vergadering: 26 mei 2015 Portefeuillehouder: Helm Verhees Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort 12.1 Inleiding Gemeenten hebben de taak om hemelwater en afvalwater in te zamelen. Het hemelwater wordt steeds vaker opgevangen in een separaat hemelwaterriool. Vanuit

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2015 Plan Pagina 3 van 28

Inhoudsopgave. Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2015 Plan Pagina 3 van 28 J. van Kampen (Steller) SB/ING Juni 2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding...4 1.1. Aanleiding...4 1.2. Geldigheidsduur...4 1.3. Procedure...4 1.4. Leeswijzer...4 2. Evaluatie vorig GRP en verkenning omgeving...5

Nadere informatie

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade.

Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. Bescherm volksgezondheid. Beperk overlast en hinder Voorkom schade. Doelen Functionele eisen 1. Geen (onaanvaardbaar) gezondheidsrisico. 2. Geen (onaanvaardbare) economische schade of maatschappelijke hinder door wateroverlast. Bescherm volksgezondheid Beperk overlast

Nadere informatie

Rioleringsbeheerplan Terschelling

Rioleringsbeheerplan Terschelling Rioleringsbeheerplan Terschelling 2016-2020 augustus 2016 Team Techniek en Uitvoering 1 2 Inhoudsopgave 1 Samenvatting...4 2 Inleiding...5 2.1 Doelen...5 2.2 Afvalwater...5 2.3 Hemelwater...5 2.4 Grondwater...6

Nadere informatie

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP

Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Samenhang en samenvatting vgrp+, Waterplan, BRP Uden gastvrij voor water Kenmerk: 11-10044-JV 14 september 2011 Ingenieursbureau Moons 1 Inhoudsopgave 1 SAMENHANG... 3 2 SAMENVATTING... 4 2.1 KOERSWIJZIGINGEN...

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede

Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk bij Duurstede Definitief gemeente Wijk bij Duurstede Grontmij Nederland bv Houten, 28 juli 2009 Verantwoording Titel : Gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013 Wijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 4. Gemeentelijk rioleringsplan Den Helder 2013-2017 Gemeente Den Helder Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Den Helder, september 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Wettelijk kader 4 1.2 Planhorizon 4 1.3 Belangrijkste relevant beleidskader voor de

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg

Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Gemeentelijk Rioleringsplan Leidschendam-Voorburg Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2009-2014 Definitief Gemeente Leidschendam-Voorburg Postbus 905 2270 AX VOORBURG Grontmij Nederland

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Zoetermeer

Gemeentelijk rioleringsplan Zoetermeer Gemeentelijk rioleringsplan Zoetermeer Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2011-2015 Ontwerp Gemeente Zoetermeer Grontmij Nederland B.V. Houten, 30 mei 2011 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam

Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam Gemeentelijk rioleringsplan Leerdam Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2011-2015 Definitief Gemeente Leerdam Grontmij Nederland B.V. Houten, 6 december 2010 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011)

Gemeente Bergen Noord-Holland. Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015. Samenvatting. Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Gemeente Bergen Noord-Holland Gemeentelijke Rioleringsplan 2011-2015 Bergingskelder onder het Pompplein, Egmond aan Zee (2011) Samenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Bergen (NH) 1\11

Nadere informatie

Verbreed GRP Coevorden Planperiode 2010-2014

Verbreed GRP Coevorden Planperiode 2010-2014 Verbreed GRP Coevorden Planperiode 2010-2014 25 augustus 2009 Verantwoording Titel Verbreed GRP Coevorden 2010-2014 Opdrachtgever Gemeente Coevorden Projectleider Nils Kappenburg Auteur(s) Jeroen van Voorn

Nadere informatie

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater

Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater @ Grontmij @ Grontmij Beheerplan Afvalwater, Regenwater en Grondwater 2006-2010 Ontwerp, september 2005 Gemeente Dordrecht Stadswerken Memo Plaats Kenmerk Houten, 30 september 2005 300905/UG 188120 Aan

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hulst Planperiode 2010 tot en met 2015 Gemeente Hulst Postbus 49 4560 AA Hulst Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 30 september 2009 Verantwoording Titel : Verbreed

Nadere informatie

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert

Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert 2012-2016 Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 3 juli 2014 Verantwoording Titel : Financiële actualisatie 2014 notitie GRP Nederweert 2012-2016

Nadere informatie

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden

Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Gemeentelijk rioleringsplan Leusden Planperiode 2009-2013 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Leusden postbus 150 3830 AD LEUSDEN Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 december

Nadere informatie

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting

Bijlagen: Gemeentelijk Rioleringsplan , inclusief samenvatting svoorstel Onderwerp: Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2015 Portefeuillehouder: J. Kuper Dienst Gebied Inrichting en beheer J. Vos, telefoon (0591-68 52 82) Aan de gemeenteraad Voorgesteld

Nadere informatie

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin. Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Afkortingen AWZI Zie RWZI BBB (v)brp CZV DWA DOB GRP HWA / RWA IBA KRW MOR NBW (-Actueel) OAS RIONED BergBezinkBassin Zie toelichting in begrippenlijst bij bergbezinkbassin.

Nadere informatie

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Stichtse Vecht Planperiode 2012-2016 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Definitief Grontmij Nederland B.V. De Bilt, 2 augustus 2012 Verantwoording Titel

Nadere informatie

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233.

Gemeente Doetinchem. Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015. Witteveen+Bos. van Twickelostraat 2. postbus 233. Gemeente Doetinchem Gemeentelijk Rioleringsplan Doetinchem 2010-2015 van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 INHOUDSOPGAVE blz. SAMENVATTING 1 1.

Nadere informatie

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016

Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 27 juli 2010 Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Brummen 2011-2016 Doelmatige invulling van de rioleringszorg Inhoud Verantwoording en colofon...

Nadere informatie

MPGAD

MPGAD Bezoekadres De Blom boogerd 1, 4003 BX Tiel Postadres Postbus 599, 4000 AN Tiel T (0344) 64 90 90 F (0344) 64 90 99 E info@wsrl.n1 I www.waterschaprivierenland.n1 Bank IBAN NL93 NWAB 0636 7572 69 BIC NWABNL2G

Nadere informatie

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014

Bijlage IV Watertoets. Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 Bijlage IV Watertoets Uitgevoerd door R. Zuidema, 14 juni 2014 datum 14-6-2014 dossiercode 20140614-4-9150 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 november 2015 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1952 Portefeuillehouder : Wethouder Jan van 't Zand Aan de gemeenteraad Onderwerp: Watertakenplan

Nadere informatie

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel

Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Voor: Opgesteld door: Versie 1 (14-06-2012) Uitwerking hemelwaterbeleid gemeente Leeuwarderadeel Dit document bevat 11 bladzijden. Ons kenmerk: 19312RA-MW-LED

Nadere informatie

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP gemeente Vlissingen 01-04-2013 eindconcept rapport Colofon: Titel : Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2017 Ontwerp GRP Status : Gegevens

Nadere informatie

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging

Stedelijke wateropgave. (van traditionele rioolvervanging Stedelijke wateropgave (van traditionele rioolvervanging i naar duurzame leefomgeving) Landelijke bijeenkomst waterambassadeurs 21-09-2010 Inhoud: Wettelijk kader en doelen Stand van zaken invulling sted.

Nadere informatie

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen

Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen Bijlage 1. Lijst met afkortingen en begrippen VERKLARENDE WOORDENLIJST Afkortingen AMvB... Algemene Maatregel van Bestuur BARIM... Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer BBB... Bergbezinkbassin

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Bladel 2010-2014 Inhoud 1 Over afvalwater 1 2 Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Bladel 4 3 Doelstellingen verbreed gemeentelijk Rioleringsplan

Nadere informatie

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012

RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 RAPPORTAGE EMISSIEBEHEER RIOLERING 2012 Archimedesweg 1 CORSA nummer: 14.48265 postadres: versie: Definitief postbus 156 auteur: Irene van der Stap 2300 AD Leiden oplage: Digitaal telefoon (071) 3 063

Nadere informatie

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011. Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode 2010-2015. Definitief

Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011. Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Planperiode 2010-2015. Definitief Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Planperiode 2010-2015 Definitief Grontmij Nederland B.V. Assen, 17 mei 2011 Pagina 1 van 51 Titel : Gemeentelijk Rioleringsplan Emmen Subtitel : Stedelijk

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.2 Raadsvergadering van 25 februari 2010 Onderwerp: Uitbreiding personele capaciteiten in verband met verwezenlijking van de activiteiten en taken in het kader van de rioleringszorg

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL

VOORBLAD RAADSVOORSTEL VOORBLAD RAADSVOORSTEL ONDERWERP Gemeentelijk Rioleringsplan 2013 t/m 2017 VOORSTEL 1. De geformuleerde doelen, 2. Het voorgenomen onderzoek 3. De voorgenomen beheermaatregelen 4. De rioolheffing in 2013

Nadere informatie

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland, ^ PROVINCIE FLEVOLAND Provinciaal Blad 2011/09 Nummer 1120019 Beleidsregel ontheffing gemeentelijke zorgplicht stedelijk afvalwater 2011 Gedeputeerde Staten van Flevoland maken overeenkomstig artikel 136

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard

Managementsamenvatting. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard Managementsamenvatting Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Valkenswaard 2013-2017 mei 2012 Inhoudsopgave 1. Waarom een verbreed GRP? 5 2. Wat zijn de kaders van het vgrp? 7 3. Wat willen we bereiken?

Nadere informatie

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan

Raadsstuk. Haarlem. Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan Haarlem Raadsstuk Onderwerp Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2018-2023 Nummer 2017/361078 Portefeuillehouder Sikkema, C.Y. Programma/beleidsveld 5.1 Openbare ruimte en mobiliteit Afdeling GOB/BBOR

Nadere informatie

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel De raad van de gemeente Krimpen aan den IJssel, Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van [datum];

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst

Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst Voorstel aan : Gemeenteraad van 14 december 2009 Door tussenkomst van Nummer : : Raadscommissie van 2 december 2009 Onderwerp : Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2010-2014 Bijlage(n) : 1. Gemeentelijk

Nadere informatie

GRP Slochteren 2008-2013. Gemeente Slochteren

GRP Slochteren 2008-2013. Gemeente Slochteren GRP Slochteren 2008-2013 Gemeente Slochteren Definitief, 25 maart 2008 Verantwoording Titel GRP Slochteren 2008-2013 Opdrachtgever Gemeente Slochteren Projectleider Nils Kappenburg Auteur(s) Nils Kappenburg

Nadere informatie

Beslisdocument college van Peel en Maas

Beslisdocument college van Peel en Maas Beslisdocument college van Peel en Maas Document openbaar: Ja Zaaknummer: 1894/2016/809351 Documentnummer: 1894/2016/809356 Besluitnummer: 36 6.2 Onderwerp: Vaststelling Waterketenplan en Gemeentelijk

Nadere informatie

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Raadsvoorstel nr. : 2002/168 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 19 november 2002 Agendapunt : 5 Steenwijk, 5 november 2002. Onderwerp: Het opheffen van ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater.

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis planperiode 2014 t/m 2018 Concept Gemeente Sluis Grontmij Nederland B.V. Middelburg, 16 mei 2013 Verantwoording Titel : Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Sluis

Nadere informatie

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017

B&W Vergadering. Gemeenteraad B&W Vergadering 6 juni 2017 2.1.7 Waterketenplan Limburgse Peelen 2017-2021 en Gemeentelijk Rioleringsplan Roermond 2017-2021 1 Dossier 1792 voorblad.pdf B&W Vergadering Dossiernummer 1792 Vertrouwelijk Nee Vergaderdatum 6 juni 2017

Nadere informatie

Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015

Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015 Olst-Wijhe, 14 oktober 2010. doc. nr.: 1029-8-RU-WA Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Olst- Wijhe 2011-2015 Verantwoording Titel : Verbreed GRP Olst-Wijhe 2011-2015 Subtitel : Ontwerp Projectnummer

Nadere informatie

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid

ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid ADVIES BURGEMEESTER EN WETHOUDERS Datum B&W-vergadering : 10-11-2009 Openbaar Onderwerp : Grondwaterbeleid Portefeuillehouder(s) : F.J.W. Saelman, Afdelingshoofd/hoofd OW: F. Hottinga Paraaf : Paraaf:

Nadere informatie

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan

17 mei 2011. Thema avond Gemeentelijk Rioolplan FLO/2011/8572 17 mei 2011 Thema avond Gemeentelijk Rioolplan Doel van het rioolstelsel: Volksgezondheid en milieu; Afvoer vuil water naar waterzuivering; Afvoer schoon regenwater. Wettelijke regels en

Nadere informatie

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014

Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Gemeente De Bilt januari 2010 Definitief Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan De Bilt 2010-2014 Gemeente De Bilt januari 2010 Definitief INHOUD

Nadere informatie

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12.

Paraaf secretaris. Paraaf direct leidinggev snde, ADVIES VAN. Datum. 150 ktobe L. Heeren R.van der Schaaf. Opsteller. Telefoon 440 BW12. G E M E E N T E N O O R D E N V E L D Paraaf secretaris li Paraaf direct leidinggev snde, t ADVIES VAN Datum i ï t t ff 150 ktobe 2012 Afdeling OW&A Opsteller L. Heeren R.van der Schaaf. Telefoon 440 ADVIES

Nadere informatie

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf

Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf Bijlage 1 Watertoets en (standaard) waterparagraaf datum 2-3-2017 dossiercode 20170302-4-14760 Geachte heer / mevrouw R. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//.

Nadere informatie

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen

Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen Communicatie 2016 #Samenwaw Omgevingswet en het stedelijk waterbeheer / waterketen KNW 25 januari 2018 Gert Dekker De Omgevingswet De Omgevingswet, kerninstrumenten Doelen Maatregelen Regels Waterbeheerprogramma

Nadere informatie

1 Inleiding 4 De opgave 2 Huidige situatie Professioneel beheer waterketen 3 Uitgangspunten rioleringszorg Schagen

1 Inleiding 4 De opgave 2 Huidige situatie   Professioneel beheer waterketen 3 Uitgangspunten rioleringszorg Schagen 1 Inleiding 6 2 Huidige situatie 8 2.1 Algemeen 8 2.1.1 Aanwezige voorzieningen 8 2.1.2 Toestand objecten 9 2.2 Stedelijk afvalwater 9 2.2.1 Nog niet aangesloten bestaande bebouwing 9 2.2.2 Functioneren

Nadere informatie

Water- en Rioleringsplan

Water- en Rioleringsplan Water- en Rioleringsplan 2017-2021 Inleiding Hemelwater Oppervlaktewater overstort Afvalwater Grondwater Drinkwater Beleidskader Wet Milieubeheer afname- en zorgplicht voor afvalwater verplichting WRP

Nadere informatie

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen.

Aan u wordt voorgesteld bijgevoegd verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015 vast te stellen. Raadsvoorstel: Nummer: 2010-633 Onderwerp: Vaststellen verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan 2011-2015(vGRP2011-2015) Datum: 6 april 2011 Portefeuillehouder: A.J. Rijsdijk/ T. van der Torren Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt Waarom aan de slag in de Agniesebuurt? Oude stadswijken zoals de Agniesebuurt, die dichtbebouwd zijn met veel verharding en weinig open water en groen, zijn kwetsbaar

Nadere informatie

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Raadsvoorstel Krediet voor de voorbereiding en uitvoering van diverse maatregelen uit het Gemeentelijk Rioleringsplan gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel20071171301 Portefeuillehouder J.J. Nobel Steiler M. van Munster Collegevergadering 25 september 2007 Raadsvergadering 25 oktober 2007 1. Samenvatting Wat willen we

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 19 mei 2009 Nummer voorstel: 2009/58 Voor raadsvergadering d.d.: 02-06-2009 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer:

AGENDAPUNT 3.2. ONTWERP. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.2. Onderwerp: wijziging Richtlijnen Overname Afvalwater Nummer: 875410 In D&H: 11-11-2014 Steller: Ir. N. Admiraal In Cie: BMZ Telefoonnummer: (030) 634 5779

Nadere informatie

De Veranderende Zorgplicht

De Veranderende Zorgplicht De Veranderende Zorgplicht Ede 23 april 2015 Frans Debets Debets b.v. i.s.m. Een korte versie van een cursus op 14 juni 1- De Veranderende Waterwetwetgeving 1. Achtergronden en betekenis van de veranderingen

Nadere informatie

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object

Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 21 augustus 2012 314119 Betreft Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object 1 Inleiding Eind 2011 is de rioolheffing opnieuw berekend

Nadere informatie

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Waddinxveen

Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Waddinxveen Verbreed gemeentelijk rioleringsplan Waddinxveen Planperiode 2011-2014 Stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater Ontwerp Gemeente Waddinxveen Grontmij Nederland B.V. Houten, 7 maart 2011 Verantwoording

Nadere informatie

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure)

Wateradvies voor ruimtelijke plannen met een klein waterbelang (korte procedure) Notitie Contactpersoon Paul Lammers Datum 10 maart 2016 Kenmerk N002-1233768PTL-evp-V01-NL Watertoets Paleis t Loo Inleiding Eén van de milieuthema s die in het bestemmingsplan voor Paleis t Loo en het

Nadere informatie

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing

Raadsvergadering. Samenhang met Strategische Agenda en Collegeagenda Binden en bewegen Niet van toepassing RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 14 december 2017 17-106 Onderwerp Vaststellen Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Aan de raad, Onderwerp Gemeentelijk Rioleringsplan Bunnik 2018-2022 Gevraagde

Nadere informatie

Bijlage Uitgevoerde maatregelen vorig GRP

Bijlage Uitgevoerde maatregelen vorig GRP Bijlage 1 Uitgevoerde maatregelen vorig GRP Evaluatie basisinspanning maatregelen riolering gemeente Nieuwkoop Hoogheemraadschap van Rijnland Liemeer Nieuwkoop Ter Aar Inspanning gerealiseerd Inspanning

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR305377_1

CVDR. Nr. CVDR305377_1 CVDR Officiële uitgave van Nieuwegein. Nr. CVDR305377_1 22 mei 2018 Verordening regelende de voorwaarden voor de aansluiting, de wijziging, het onderhoud en de instandhouding van aansluitleidingen op het

Nadere informatie

Colofon. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hardenberg. Planperiode: 2014 2018. Afdeling Openbaar Gebied Team Water & Team Civiel, riolering

Colofon. Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hardenberg. Planperiode: 2014 2018. Afdeling Openbaar Gebied Team Water & Team Civiel, riolering Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Gemeente Hardenberg 2014-2018 Colofon Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Hardenberg Planperiode: 2014 2018 Opdrachtgever: Opgesteld door: Gemeente Hardenberg Bestuursdienst

Nadere informatie

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema,

datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, datum 27-2-2016 dossiercode 20160227-4-12526 Geachte heer / mevrouw R.G. Zuidema, U heeft een watertoets uitgevoerd op de website http://www.dewatertoets.nl//. Op basis van deze toets volgt u de korte

Nadere informatie

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan

verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 t/m 2015 Gemeente Lelystad Ontwerp, 5 november 2010 verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2011 2015 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 10 1.1. Aanleiding... 10 1.2.

Nadere informatie

5 Waar staan wij? De toetsing van de huidige situatie

5 Waar staan wij? De toetsing van de huidige situatie 5 Waar staan wij? De toetsing van de huidige situatie In dit hoofdstuk is de huidige situatie getoetst aan het kwaliteitskader uit hoofdstuk vier. Er wordt vastgesteld in hoeverre er al wordt voldaan aan

Nadere informatie

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud

Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen. Inhoud Module A1000 Beleid en regelgeving op hoofdlijnen Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Verantwoording 3 1.2 Wat is veranderd? 5 1.3 Opstellers en begeleidingscommissie 5 1.4 Leeswijzer 6 2 Rioleringszorg in haar beleidscontext

Nadere informatie